Witse - Operatie Solar

Page 1

witse operatie solar



Bart Van Lierde

Witse Operatie Solar

Houtekiet / ĂŠĂŠn Antwerpen / Brussel


© Bart Van Lierde / Houtekiet / Ward Hulselmans / één / Linkeroever Uitgevers nv 2010 Houtekiet, Katwilgweg 2, b-2050 Antwerpen info@houtekiet.com www.houtekiet.com www.bartvanlierde.be Omslag Isabelle Van Laerhoven Foto voorplat © vrt / Mark de Vilder Zetwerk Intertext, Antwerpen isbn 978 90 8924 146 7 d 2010 4765 55 nur 331 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission of the publisher.


1

W

aar stond die klotevilla? Leon reed door de Floralaan, maar zag alleen halfopen bebouwingen en rijtjeshuizen staan. Geen van hen voldeed aan de beschrijving die Martin had gegeven: de villa zou omheind moeten zijn en nauwelijks te zien van de straatkant. Zou hij terugdraaien? De schemering had ingezet en het regende, hij kon de villa makkelijk over het hoofd hebben gezien, zeker als die achter een ander huis verscholen lag. Nummer vijftig had Martin gezegd, maar de huisnummers liepen maar op tot achttien. Er klopte iets niet. Zou hij bellen? Alleen in noodgevallen was er afgesproken. Hij wilde niet uitgekafferd worden, of erger nog, worden uitgelachen. Aan het einde van de straat sloeg Leon rechtsaf en stelde vast dat hij nog steeds in de Floralaan was. Hoe kon dat? Bij de eerste zijstraat werd zijn verwarring nog groter: ook die heette Floralaan. Waren ze hier in Halle zot geworden? Weer moest hij de neiging onderdrukken naar Martin te bellen. Die zou hem verwijten dat hij tijdens de briefing had moeten opletten in plaats van naar het decolletĂŠ van Diane te zitten staren. In het schijnsel van zijn koplampen zag hij in de verte een verkeersbord oplichten dat aangaf dat de Floralaan vanaf daar doodliep. Opgelucht haalde hij adem. Martin had gezegd dat de villa helemaal aan het einde lag. Geen twijfel mogelijk: hij

5


had zijn bestemming bereikt. Hij parkeerde zijn auto onder het verkeersbord en pakte een deken uit de kofferbak. Het regende harder dan daarnet, maar dat vond hij niet erg. Zo liep hij minder risico gezien te worden door buurtbewoners die hun hond uitlieten of thuiskwamen van hun werk. Onopgemerkt bereikte Leon de poort aan het einde van de straat, waarop huisnummer vijftig prijkte. Stalen pinnen voorkwamen dat hij erover kon klimmen en de omheining was bovenaan beveiligd met prikkeldraad. Hij keek op zijn horloge: binnen het kwartier zou mevrouw Goddard thuiskomen. Haastig gooide hij het deken dubbelgevouwen over de omheining en klom naar boven. Hij sloeg zijn been over de prikkeldraad die dankzij het deken geen pijn deed, en wilde net aan de andere kant naar beneden klimmen toen hij gegrom hoorde. Hij kon nauwelijks voorkomen dat hij een kreet slaakte en moest stevig van zich aftrappen om de hond zover te krijgen dat hij losliet. Het was een dobermannpincher. Het rotbeest had zijn voetbeentjes bijna gekraakt. Leon liet zich van de omheining op het voetpad vallen en bezeerde daarbij zijn schouder. Hij veerde echter onmiddellijk overeind en keek recht in de groenoplichtende ogen van de reusachtige hond. Hoewel hij doodsbenauwd was, bracht hij toch zijn gezicht bij de draad en zag toen dat op twee meter van de eerste omheining een tweede stond. De villa was beveiligd met een hondenren. Waarom had Martin hier niets van gezegd? Voor hetzelfde geld had het beest gewacht met aanvallen tot hij volledig over de omheining was geklommen. Hij had wel dood kunnen zijn. Terwijl zijn hart nog steeds in zijn keel klopte, probeerde hij het deken van de prikkeldraad te trekken, maar dat bleef haken aan de ijzeren pinnetjes. Hij klom weer op de omheining naar boven om het deken op te tillen en zo los te maken, maar de hond beet naar zijn vingers en de tippen van zijn schoenen,

6


en gooide daarbij zijn gewicht tegen de draad, zodat Leon moest loslaten en achteroverviel. Hij probeerde het opnieuw, maar de hond sprong nu happend naar het deken, trok en sleurde eraan, en rukte zo de onderkant uit elkaar. Leon greep zijn knipmes, maar zag niet in hoe hij de hond te lijf kon gaan zonder zich in de ren te wagen. Hij besloot naar Martin te bellen. ‘Ja?’ ‘Er is een waakhond.’ ‘Dat kan niet. Sta je wel bij de juiste villa?’ ‘Nummer vijftig, in het doodlopende stuk van de Floralaan.’ Er klonk wat gekraak op de lijn. ‘Schat?’ riep opeens een vrouwenstem. ‘Wat is er aan de hand?’ ‘Het domein is beveiligd met een hondenren.’ Leon had verwacht dat Diane ook zou willen weten of hij wel bij de juiste villa stond, maar ze vroeg: ‘Ben je gewond?’ ‘Als je die leren bottines niet voor me had gekocht, dan was mijn voet eraf geweest.’ Hij vertelde er niet bij dat hij schaafwonden op zijn handen had en ook zijn schouder had bezeerd, anders zou ze de hele missie misschien afblazen, en hij wilde bewijzen wat hij waard was. ‘Maar jongen toch!’ reageerde ze, en opeens riep ze weg van de hoorn. ‘Wat denk je wel? Hem met een knipmes over een hondenren laten klimmen? Sinds wanneer is dit een zelfmoordactie?’ ‘Twee weken geleden was er nog geen dubbele omheining, en ook geen hond,’ zei Martin. ‘Dat kan niet, je hebt half werk geleverd.’ ‘Half werk? Jij hebt Leon alleen maar bij deze zaak betrokken omdat we het geld niet in twee, maar in drie zouden moeten verdelen.’

7


‘Zeg dat nog eens, en ik maak je af.’ Er viel een stilte. ‘Schat,’ klonk het opeens weer in de hoorn. ‘We zullen moeten improviseren. Ik overleg met Martin. Blijf waar je bent.’ Ze verbrak de verbinding. Vijf minuten later belde ze terug: ‘Haar bij de poort opwachten heeft geen zin, want ze zal die met de afstandsbediening openen en zonder afremmen naar binnen rijden. Zelfs als je ongemerkt achter haar auto naar binnen kunt glippen, zal ze de oprijlaan veel te snel afrijden en zich al in haar villa hebben verschanst voordat je bij haar bent.’ Ze haalde diep adem en Leon dacht dat ze geen oplossing voor het probleem had gevonden, maar ze vervolgde: ‘Parkeer je auto een halve meter van de stoeprand aan het begin van het doodlopende stuk. Als mevrouw Goddard vanuit de Lindenlaan de bocht wil nemen, zal ze moeten afremmen. Jij hebt zo de tijd om naar haar auto te rennen en haar te overmeesteren. Met je knipmes kun je haar dwingen de poort te openen en samen met jou naar de villa te rijden. Zo vermijd je de waakhond.’ ‘Ik wil mijn deel van het geld niet,’ zei Leon. ‘Zie je nu wat ervan komt!’ riep Diane weg van de hoorn. Martin nam het gesprek over. ‘Leon? Doe wat Diane je heeft opgedragen.’ ‘Je kunt beter zelf komen.’ ‘Je oefent elke dag met gewichten. Als er iets misloopt, kun jij je mannetje staan. Ik kan nog geen honderd meter lopen zonder buiten adem te zijn. Jij bent de geknipte man voor deze job, geloof me.’ Martin had vroeger bij de politie gewerkt, en hoewel hij zijn conditie kwijt was, straalde hij nog steeds een natuurlijk gezag uit. Alleen met zijn ogen kon hij Leon al in bedwang houden. Maar het klonk goed en Leon herhaalde het voor zichzelf: ‘Ik ben de geknipte man.’ 8


‘Inderdaad,’ zei Martin. ‘En maak nu voort. Mevrouw Goddard kan er elk moment zijn. Als ze voorbijrijdt, is je kans verkeken.’ Leon startte zijn auto zonder de koplampen aan te doen en parkeerde hem een halve meter van de stoeprand. Vervolgens stapte hij uit en ging tegen de meidoornhaag aan de overkant staan. Hoewel de doornen in zijn rug prikten, duwde hij zich gedeeltelijk in de haag, zodat zijn lichaamscontouren erin opgingen. Het regende nog steeds. Druppels liepen van zijn haren en gezicht naar zijn hals en maakten zijn borst nat. Toch had hij het niet koud, integendeel, zijn lichaam gloeide. Hij moest zich bedwingen om niet met zijn spieren te schudden en de spanning die hij voelde zo te ontladen. Zodra mevrouw Goddard de hoek omdraaide, wilde hij in haar auto springen voordat ze zelfs maar doorhad wat er gebeurde.

2 Het was verdomme al halfnegen, en dat voor een vrijdagavond. Witse liep naar het kantoor van hoofdcommissaris Wijtinckx, knipte het licht aan en legde een stapel dossiers op het bureau. Hij had Sam de achterstallige administratie willen laten doen, maar de relatie met haar vriend stond onder spanning door de onregelmatige werkuren, zodat hij haar naar huis had laten gaan. Hij had het zich beklaagd, want de achterstand was groter geweest dan hij had vermoed. Annemie zat waarschijnlijk al een halfuur op hem te wachten. Maar goed dat ze een sleutel had. Hij keerde terug naar zijn kantoor, schakelde de computer uit en belde haar op. ‘Ik ben er over tien minuten.’

9


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.