Misselijk van angst

Page 1

MISSELIJK VAN ANGST



Margaret Massop

Misselijk van angst Leven met een overgeeffobie

Houtekiet Antwerpen / Amsterdam


Š Margaret Massop/Houtekiet/Linkeroever Uitgevers nv 2010 Houtekiet, Katwilgweg 2, 2050 Antwerpen info@houtekiet.com www.houtekiet.com www.stichtingemetofobie.nl www.emetofobie.nl Omslag Jan Hendrickx Zetwerk Intertext, Antwerpen isbn 978 90 5240 818 7 d 2005 4765 11 rubriek gezondheid nur 860 Eerste druk april 2005 Vierde druk februari 2010 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission of the publisher


inhoud

Voorwoord 9 Hoofdstuk 1 Emetofobie 11 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8

Wat is een fobie? 11 Wat is emetofobie? 11 Hoe vaak komt emetofobie voor? 12 Bij wie komt emetofobie voor? 14 Gevolgen van emetofobie 15 Emetofobie en het gezin 16 Emetofobie en de omgeving 17 Emetofobie en de carrière 18

Opeens weet je het 20 Hoofdstuk 2 Verschillende vormen 23 2.1 2.2 2.3 2.4

Verschillende vormen van emetofobie 23 Angst om over te geven 23 Angst om over te geven waar anderen bij zijn 28 Angst om anderen te zien overgeven 30

Wie de wijsheid zoekt 32


Hoofdstuk 3 Emetofobie en andere stoornissen 35 3.1 Angststoornissen 35 3.2 Categorisering van emetofobie 36 3.3 Specifieke fobie en emetofobie 36 3.4 Agorafobie en/of paniekstoornis en emetofobie 39 3.5 Sociale fobie en emetofobie 41 3.6 Dwangstoornis en emetofobie 42 3.7 Gegeneraliseerde angststoornis en emetofobie 43 3.8 Posttraumatische stressstoornis en emetofobie 44 3.9 Hypochondrie en emetofobie 45 3.10 Eetstoornis en emetofobie 46 Etiketten 47 Hoofdstuk 4 Oorzaken 49 4.1 Koppelen van overgeven en angst 49 4.2 Koppelen door een angstige ervaring met overgeven 49 4.3 Koppelen door een beangstigende situatie waarin wordt overgeven 51 4.4 Koppelen door ervaringen van anderen 52 4.5 De openbaring van de fobie 53 4.6 Lichamelijke aanleg 54 4.7 In stand houden van de emetofobie 55 Juist ik 57 Hoofdstuk 5 Leven met emetofobie 61 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5

Leven met emetofobie 61 Praten over de fobie 61 Meer kennis over overgeven 62 Meer kennis over angst 63 Angsten in kaart brengen 63


5.6 De confrontatie aangaan 65 5.7 Leven in het nu 67 5.8 Gezonde leefgewoontes 68 5.9 Gebruik van medicijnen beperken 69 5.10 Bewustzijn van het lichaam 71 5.11 Ontspanning 72 Stap voor stap 74 Hoofdstuk 6 Medicijnen 77 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6

Medicijnen 77 Kalmerende middelen 77 Antidepressiva 79 Antipsychotica 81 Anti-emetica 83 Natuurlijke geneesmiddelen 84

Rampscenario’s 86 Hoofdstuk 7 Therapieën 89 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9

Therapieën 89 Cognitieve therapie (ret) 90 Gedragstherapie (exposure) 91 Cognitieve gedragstherapie 93 emdr 95 Ontspanningstherapie 96 Haptotherapie 96 Hypnotherapie 97 Alternatieve therapieën 99

Lessen 101 Dankwoord 103 Literatuurlijst 105 Adressenlijst 109 Resultaten vragenlijst 111



voorwoord

“Alle mensen met een fobie hebben één ding gemeen. Ze denken dat ze de enige zijn met deze fobie en dat hun fobie zo erg is dat ze niet meer geholpen kunnen worden. Dat is niet waar. Alle fobieën zijn te genezen.” Deze geruststellende uitspraak heb ik een expert horen zeggen in een documentaire over fobieën. Erg scherp vond ik het, want sinds de lotgenotencontactgroep op www.emetofobie.nl bestaat, is er geen enkel nieuw lid geweest dat niet met grote ogen op de site kwam en haar verbazing uitsprak over het feit dat ze niet de enige is met deze “rare” fobie. Hoewel emetofobie onbekend is bij het grote publiek, en zelfs nauwelijks onderkend wordt door de wetenschap, is het een veelvoorkomend probleem. Minstens 115.000 Nederlanders en Belgen hebben er last van. De meesten denken dat ze de enige zijn en komen er daarom niet of nauwelijks voor uit. Dit boek is geschreven om de vicieuze cirkel van onbekendheid en schaamte te doorbreken. Het is gebaseerd op de verhalen van de honderden emetofoben die lid zijn van de lotgenotencontactgroep op www.emetofobie.nl. Mensen met een overgeeffobie of met andere angststoornissen zullen zich herkennen in de verhalen en baat hebben bij de tips. Ook vrienden, familieleden, huisartsen en therapeuten krijgen inzicht in de belevingswereld van mensen met een fobie voor overgeven. Margaret Massop

9



hoofdstuk 1

Emetofobie

1.1. Wat is een fobie? Iedereen is wel eens bang en ervaart de lichamelijke effecten van angst: hartkloppingen, zweten, kortademigheid, gespannenheid en misselijkheid. Wie angstig is, voelt de behoefte om te vluchten of te vechten. Angst is een interne raadgever die zegt: ‘er is gevaar, kom direct in actie!’ Iemand met een angststoornis ervaart deze lichamelijke sensaties terwijl er geen aanwijsbaar gevaar aanwezig is. Wanneer de angststoornis gekoppeld is aan een bepaalde situatie, dier of plaats, heet het een fobie.

1.2 Wat is emetofobie? Emetofobie is een extreme, irreĂŤle angst voor overgeven. Mensen met emetofobie zijn bang om zelf over te geven, vooral in situaties waar ze niet weg kunnen. Vaak zijn ze ook bang om anderen te zien overgeven. Bij enkelen is dit de enige angst. Door hun angst vermijden mensen met een overgeeffobie diverse situaties, waarin ze zelf zouden kunnen overgeven en niet op tijd weg kunnen. Ook de nabijheid van mensen die wellicht gaan overgeven en factoren die misselijkheid kunnen ver-

11


oorzaken, zoals bepaald voedsel en drank, worden vermeden. Een directe aanleiding voor een fobische reactie of een paniekaanval van iemand die bang is te moeten overgeven, is vaak misselijkheid. Misselijkheid kan immers een teken zijn van ziekte en een voorbode van overgeven. Echter, misselijkheid kan ook optreden als symptoom van angst. Mensen met een overgeeffobie komen als ze bang worden vaak in een vicieuze cirkel terecht waarbij ze misselijk worden van de angst en angstig van de misselijkheid. Veel mensen met een overgeeffobie hebben daarom veel last van misselijkheid en andere spanningsklachten.

Isabel 32 jaar, moeder van twee kinderen Isabel is een typerend voorbeeld van een emetofoob. Haar overgeeffobie is jaren geleden ontstaan tijdens haar examentijd. “Ik zat in een propvolle trein naar school en werd opeens kotsmisselijk. Ik wist niet waar ik het zoeken moest. Ik kon niet uitstappen en kon de wc niet direct vinden. Toen ik begon te kokhalzen, keken de mensen in de trein mij heel vies aan. Ik schaamde me dood en wilde verdwijnen. Die treinreis was de langste van mijn leven. Toen ik eenmaal kon uitstappen, rende ik naar het toilet, maar er kwam niks uit.” Sinds die dag is het leven van Isabel compleet veranderd. “Daarna durfde ik niet meer met de trein of met de bus. Ik werd al misselijk bij de gedachte. Ik had constant een kotszakje en antibraakpillen op zak. Ik vermeed steeds meer en niet overgeven werd een obsessie. Ik denk nog steeds honderden keren per dag aan overgeven. Bij alles wat ik doe, vraag ik me af of ik er van kan gaan overgeven. Daarom eet ik extreem gezond, maar ook eenzijdig. Het gevolg is dat ik te mager ben, ik weeg nog maar 38 kilo.”

1.3 Hoe vaak komt emetofobie voor? Ondanks dat emetofobie een onbekende fobie is, blijkt het veel voor te komen. Volgens het boek The top ten of everything 2004 van Russel Ash staat emetofobie op nummer zeven in de

12


top tien van de meest voorkomende fobieën. Deze top tien ziet er als volgt uit: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Spinnenfobie – angst voor spinnen Sociale fobie – angst te worden beoordeeld Vliegangst – angst om te vliegen Agorafobie – angst voor openbare ruimten; straatvrees Claustrofobie – angst om opgesloten te zitten Hoogtevrees – angst voor hoogten Emetofobie – angst voor overgeven Kankerfobie – angst voor kanker Onweerfobie – angst voor onweer en bliksem Doodsangst – angst voor de dood

Exacte cijfers hoe vaak emetofobie voorkomt of gediagnosticeerd wordt in Nederland en België, zijn niet voorhanden. Door het combineren van de resultaten van verschillende onderzoeken kan er echter wel een schatting worden gemaakt. Het percentage Nederlanders met een angststoornis wordt geschat op acht procent (rivm 2002). Het in angststoornissen gespecialiseerde instituut ipzo diagnosticeert vijf procent van hun patiënten met een fobie voor overgeven. Wanneer deze onderzoeken gecombineerd worden, kan de conclusie getrokken worden dat er 65.000 Nederlanders zijn met de diagnose emetofobie. Het percentage Belgen met een angststoornis wordt geschat op zeven procent (who 2004). Volgens het in angststoornissen gespecialiseerde instituut ‘Het Angstcentrum’ heeft zes tot negen procent van hun patiënten een fobie voor overgeven. Wanneer deze onderzoeken gecombineerd worden, kan de conclusie getrokken worden dat er tussen de 43.000 en 65.000 Belgen gediagnosticeerd zijn met emetofobie. Minstens 115.000 Nederlanders en Belgen zijn dus gediagnosticeerd met emetofobie. Het werkelijke aantal mensen met een overgeeffobie ligt veel hoger, aangezien het aantal gebaseerd is op mensen die hulp zoeken en juist gediagnosticeerd worden. Door de onbekendheid van de overgeeffobie, denken veel mensen dat ze de enige zijn en schamen zich. Als deze emetofoben al met klach-

13


ten bij een huisarts of psycholoog komen, dan worden alleen de ‘normale’ klachten genoemd, zoals misselijkheid bij de huisarts en straatvrees of smetvrees bij de psycholoog. Sommige van deze patiënten beseffen zelfs niet dat hun lichamelijke klachten worden veroorzaakt door een fobie. Aangezien ook veel psychologen en huisartsen emetofobie niet kennen, worden de symptomen vaak niet herkend en wordt emetofobie niet gediagnosticeerd. Dat het werkelijke aantal mensen met een overgeeffobie veel hoger ligt dan 115.000, blijkt ook uit een recent onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen (Van Hout e.a., 2005). Bij een steekproef onder de Nederlandse bevolking gaf 7% van de vrouwen en 1,7% van de mannen aan een angst voor overgeven te hebben. Uit hun antwoorden bleek dat het ging om meer dan licht angstige personen. Wanneer deze percentages voor heel Nederland zouden gelden, zou dit betekenen dat 575.000 vrouwen en 137.000 mannen in Nederland emetofobie hebben.

1.4 Bij wie komt emetofobie voor? Volgens het onderzoek van het rivm zijn er twee keer zoveel vrouwen met een angststoornis dan mannen. Bij emetofobie is deze verhouding nog schever. Bij de lotgenotencontactgroep van de website www.emetofobie.nl is 92% vrouw. Om die reden wordt in dit boek verder ‘haar’ en ‘zij’ gebruikt. Dat vrouwen in het algemeen vaker angstig zijn dan mannen komt waarschijnlijk door een verschil in opvoeding. Mannen worden opgevoed met het idee om angsten onder ogen te zien, terwijl van vrouwen vermijding eerder geaccepteerd wordt. Met betrekking tot de overgeeffobie worden vrouwen vaak opgevoed met het idee dat ze netjes moeten zijn, terwijl bij mannen minder net gedrag, zoals bijvoorbeeld boeren, eerder wordt geaccepteerd. De gemiddelde leeftijd van de leden is vijfentwintig jaar. De angst om over te geven begint meestal in de jeugd of de puberteit. Gemiddeld is de fobie onder de leden gestart op dertienjarige leeftijd.

14


1.5 Gevolgen van emetofobie Emetofobie heeft vergaande gevolgen. De overgeefangst ligt vaak aan de basis van alle beslissingen die worden gemaakt. Welk beroep wil ik uitoefenen, wil ik kinderen, maar ook: wat eten we vandaag en waar gaan we uit? Bij alles wat een emetofoob doet, vraagt ze zich af ‘kan ik hierdoor geconfronteerd worden met overgeven?’. Mensen die bang zijn om over te geven waar anderen bij zijn, vermijden sociale gebeurtenissen en hebben hierdoor vaak een beperkt sociaal leven en zijn voor een deel huisgebonden. Sommigen voelen zich eenzaam en worden depressief.

Famke 22 jaar, arbeidsongeschikt door de fobie Door haar angst om over te geven, durfde Famke zes jaar lang niet meer warm te eten. “Ik leefde op crackertjes en melk. Ik wist wel dat het beter voor me zou zijn om groente en fruit te eten, maar in mijn hoofd kon mijn maag dat niet aan. Als ik het dan toch probeerde, voelde ik me direct erna beroerd en dacht ik: zie je wel! Ik vulde mijn voedsel aan met multivitaminen en slikte voor elke ‘maaltijd’ een antibraakmiddel.” Famke voelde zich onbegrepen en depressief: “Ik woonde op mezelf en kende niemand in het dorp waar ik woonde. Ik durfde vaak niet naar buiten en voelde me zo eenzaam! Ik vertelde mensen niet snel over wat ik mankeerde, ook al merkten familie en vrienden wel dat ik veel afzegde. Als ik het wel vertelde dan kreeg ik vaak de reactie dat ik ‘gewoon moest eten’, maar dat was nu juist het probleem!” Om in dagbehandeling te kunnen voor haar fobie, moest Famke van haar psychotherapeut in gewicht aankomen. “Dat heb ik gedaan. Ik heb de knop omgezet en ben het eten gaan opbouwen. Ik kan met trots zeggen dat ik in een paar maanden tijd acht kilo ben aangekomen! Nu ik in dagbehandeling zit, gaat het beter met me. Ik heb weer zin om dingen te ondernemen. Vaak houdt de angst me nog tegen, maar het begin is er!”

15


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.