blijvend geluk vind je in jezelf
Š Martine Mingelinckx / Houtekiet / Linkeroever Uitgevers nv 2010 Houtekiet, Katwilgweg 2, b-2050 Antwerpen info@houtekiet.com www.houtekiet.com www.mktraining.be Omslag Jan Hendrickx Omslagillustratie Myriam Eygemans Foto auteur Kris Puelings Zetwerk Intertext, Antwerpen isbn 978 90 8924 050 7 d 2009 4765 6 nur 777 Eerste druk februari 2009 Tweede druk juni 2010 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission of the publisher.
Martine Mingelinckx
B
lijvend geluk vind je in jezelf
Houtekiet Antwerpen/Amsterdam
inhoud
Voorwoord 7 Hoofdstuk 1
Jezelf kennen 11
Hoofdstuk 2
Houden van jezelf 25
Hoofdstuk 3
De kracht in jezelf 37
Hoofdstuk 4
Go with the flow 49
Hoofdstuk 5
Je dromen waarmaken 67
Hoofdstuk 6
De kunst van het loslaten 77
Hoofdstuk 7
Positivissimo versus negativissimo 91
Hoofdstuk 8
Ontknopen 105
Hoofdstuk 9
Niets is vanzelfsprekend 117
Hoofdstuk 10
Leven in het nu 127
Hoofdstuk 11
Is geluk niet een kwestie van het juiste evenwicht? 137
Hoofdstuk 12
Onvoorwaardelijke liefde 147
Hoofdstuk 13
Geluk, een bewuste keuze? 157
Hoofdstuk 14
Relaties 165
Hoofdstuk 15
Liever een gelukspil 183
Hoofdstuk 16
Geluk zit wel degelijk in de kleine dingen 193 Nawoord 195 Dank 197
voorwoord
Blijvend geluk, zijn we daar niet allemaal naar op zoek?
Wat is ‘geluk’ eigenlijk? Het woordenboek Van Dale definieert het als volgt: ‘Een aangename toestand waarin men zijn wensen bevredigd ziet en vrede heeft met zichzelf en zijn omgeving.’ In werkelijkheid zien we dat iedereen een verschillende invulling geeft aan het begrip geluk. Het gevoel dat ermee gepaard gaat ervaren we allemaal ongeveer hetzelfde. Iedereen wil deze zalige gewaarwording voor altijd vasthouden, waardoor ze dikwijls al vervliegt. Soms is de beleving minder intens en beseft men pas achteraf hoe gelukkig men was, maar meestal is geluk overweldigend. De weg naar geluk is niet eenvoudig en veelal getekend door de lessen van het leven. Hij is bovenal geplaveid met ons mechanisme van zelfsabotage. We geloven nog al te dikwijls dat geluk niet voor het rapen ligt en dat het verkrijgen ervan op zijn minst gepaard moet gaan met lijden en strijden. Niets is echter minder waar. Velen zoeken geluk buiten zichzelf, bij anderen en in ma-
–7–
teriële dingen. Je geluk maak je echter zelf. Iedereen creëert of vernietigt zijn eigen geluk. Waarom zouden we ons geluk laten afhangen van anderen als we het zelf in handen kunnen nemen? Toegegeven, de omstandigheden zitten niet altijd mee. Maar het leven is niet iets dat ons overkomt, het leven maken we zelf. De keuze is aan jou om geleefd te worden of te bouwen aan een gelukkig leven; jouw gelukkig leven. Hoe komt het dat bepaalde personen ontsnappen aan een ongelukkige jeugd en hun ‘voorbestemdheid’ op een miserabel leven? Anderen daarentegen, voor wie ogenschijnlijk alles meezat, blijken van hun leven dan weer een puinhoop te maken. Als je kiest om te bouwen aan een gelukkig leven, neem je niet de gemakkelijkste weg maar wel de boeiendste en meest verrijkende. Eens je de kracht in jezelf hebt gevonden, zul je schitteren bij alles wat je doet. Dit boek kan voor jou de doorbraak betekenen om je leven over een andere boeg te gooien en de kansen te benutten die je voorheen niet wou of kon zien. Men zegt wel eens: ‘Kijk uit met wat je wenst, je zou het wel eens kunnen krijgen.’ Dit is hier zeker van toepassing. Iedereen heeft het potentieel in zich voor een gelukkig leven. Het geluk zit echt niet in een doosje, steentje of kristal. Ik wens je alvast een boeiende reis op weg naar een heel gelukkig leven. Laat geluk je leven kleuren. Martine Mingelinckx december 2008
–8–
N
iets werkt zo bevrijdend als jezelf zijn
hoofdstuk 1
Jezelf kennen
Een eerste voorwaarde voor een gelukkig leven is dat je jezelf kent. Als dit niet het geval is, kun je jezelf niet zijn. Velen hoor ik nu al denken: wie kent mezelf nu beter dan ik? Is dat wel zo? Maar al te vaak spiegelen we ons dingen voor om ons beter voor te doen of om toch maar geen actie te hoeven ondernemen; we verschuilen ons achter excuses. Speel jij in je leven de rol die anderen je toebedeeld hebben? Wil jij niet dolgraag dat je omgeving je graag ziet, je sympathiek vindt en ben je bereid om hiervoor veel, zo niet alles te doen? Gedraag jij je als een bange muis? Beheerst je gebrek aan zelfvertrouwen je hele leven? Probeer jij iemand anders te zijn, omdat je niet weet dat het net goed is als je jezelf bent? Wring jij je in allerlei bochten om toch maar aan één of ander ideaalbeeld te voldoen? Durf jij je aan je partner te tonen zoals je werkelijk bent of doe jij je beter voor uit angst hem of haar te verliezen? Vaak zie ik dat mensen een relatie beginnen en zich gedragen naar wat zij ‘de verwachtingen van hun partner’ noemen. Deze mensen gooien hun ganse levensstijl om, leggen zichzelf een
– 11 –
gedragscode op, kleden zich zoals zij denken dat de partner dat het liefste heeft, gaan heel andere dingen lekker vinden, luisteren naar muziek die hen voorheen niet boeide enzovoort. Op deze manier komen ze steeds verder van zichzelf te staan. Deze gedragsverandering maakt dat de persoon op wie de partner verliefd werd, al vrij snel niet meer bestaat, want hij heeft zijn eigen identiteit verloochend. Dit leidt dan tot een situatie waarin je jezelf of je partner niet meer kent. Je begint dan niet alleen aan jezelf te sleutelen, maar ook je partner moet eraan geloven. Niet zelden krijgt die kledingtips, gedragsaanwijzingen en dergelijke. Hoe zou het toch komen dat vele mensen een bijna onweerstaanbare drang voelen om anderen te veranderen en te plooien naar hun ideaalbeeld? Als ik niet beter zou weten, zou ik denken dat dit voortvloeit uit eigen drang naar perfectie. Waarom verlangen we bij anderen perfectie, terwijl we zelf zo onvolmaakt zijn? Deze relaties kennen meestal een ongelukkige afloop. Wie wil er een relatie met iemand die precies is zoals hijzelf, of, in het ergste geval, zelfs niet meer weet wie hij is? Datgene wat de aantrekkingskracht in deze relatie vormde is verdwenen; de relatie bloedt langzaam maar zeker dood. Zo werd Frank verliefd op Ann, een vrijgevochten meisje, dat zijn eigen tegenpool was. Hij werd als stille jongen aangetrokken door de rebelse natuur van Ann en de manier waarop zij voor haar mening uitkwam. Ann waardeerde de rust die zij bij Frank vond. Naarmate hun relatie vorderde, probeerde Frank uit angst om Ann te verliezen haar steeds meer bij zich te houden door haar sociale contacten te beperken. Frank wilde Ann veranderen naar zijn beeld. Uiteindelijk maakte dit hen beiden ongelukkig. Ann vond het vreselijk steeds te moeten uitleggen
– 12 –
waarom zij iets buitenshuis of zonder Frank wilde doen en verloor haar spontaneïteit. Frank raakte door de ruzies steeds meer gefrustreerd en begreep niet waarom Ann niet bij hem wilde zijn. Het noodgedwongen thuiszitten maakte van Ann een ontevreden persoon en zij besloot een einde te maken aan de relatie, omdat ze bang was haar identiteit helemaal te verliezen. Al vanaf onze kindertijd proberen we anderen te behagen, in de eerste plaats onze ouders. Wanneer we als kind het schouderklopje waar we naar verlangen, om een of andere reden niet ontvangen, gaan we nog meer ons best doen en bijgevolg komen we steeds verder van ons eigen ik te staan. We proberen exact te doen wat er van ons verwacht wordt in de hoop erkenning en liefde te krijgen. Kinderen die zo opgroeien gaan steeds harder hun best doen, maar hun ouders zijn intussen gewend aan een flink en braaf kind en in het merendeel van de gevallen blijft het lang verwachte schouderklopje uit. Vaak is hiermee de kiem voor perfectionisme gelegd. Het merendeel van de ouders is zich zelfs niet bewust van de effecten van hun houding op hun kinderen. Zij hebben immers het beste met hun kinderen voor en handelen op de manier die zij kennen. We herhalen dit patroon bij onze vrienden, onze werkgever, onze partner. Wees je er daarom van bewust dat ik ik ben en jij jij. Jij hoeft niet mij te zijn en ik niet jou. Ieder heeft zijn eigen identiteit en zo is het goed. Indien alles zou zijn als iets anders, dan zou niets nog zijn wat het is. Dan zouden we in een zodanige schijnwereld leven dat we niet eens meer zouden weten wie wie was en wat waar was en wat niet. Wie ben je echt? En wie zou je willen zijn? Om een antwoord op deze vraag te vinden kun je je best de volgende vraag stellen: ‘Als ik er
– 13 –
morgen niet meer zou zijn, wat zou ik in dat geval willen dat mensen over mij zouden zeggen?’ Zou je dan willen dat ze zeggen dat men je eigenlijk niet zo goed kende, vermits jij je telkens aan de noden van anderen aanpaste en men dus niet wist wie je werkelijk was. Wat zou jij op dit moment over jezelf zeggen mocht je een buitenstaander zijn? Stemt dit je tevreden? Heb je het gevoel dat je toch wel heel wat te bieden hebt? Je hebt al een behoorlijk stuk van je leven geleefd. Nu kun je voor dat stuk nagaan in welke mate je er een bevredigend gevoel bij hebt. Als dit niet het geval is, waar is het dan misgelopen? En wat heeft deze situatie je bijgebracht? Wat je tot nu toe geleerd hebt, maakt je innerlijk een sterker mens. Het vormt mede de persoon die je nu bent geworden. Ga bij jezelf eens na voor welke mensen jij het meest respect hebt. Zijn dat diegenen die het koste wat het kost iemand anders proberen te zijn of zijn dat de mensen die trouw gebleven zijn aan zichzelf ? Diegenen die naar best vermogen hun leven leiden volgens hun eigen waarheid zijn inderdaad de mensen waarnaar wij opkijken. Deze mensen spreiden een enorme innerlijke kracht tentoon, die zelfs gevoeld wordt door diegenen die ze niet persoonlijk kennen. Deze personen voelen totaal geen behoefte om mensen neer te halen om zo hun eigen ego op te krikken, noch om te oordelen over anderen. Zij laten ieder in zijn eigen waarde. Zij behandelen iedereen met respect (wie deze persoon ook mag zijn) en worden zelf ook vrijwel altijd met respect behandeld. Hoe wil je dat anderen je respecteren, als je zelf niet respectvol met hen omgaat? Respect krijg je niet zomaar, je moet het verdienen.
– 14 –
Dikwijls spiegelen we ons aan mensen die zichzelf verschuilen achter een masker. Veel stoere binken hebben een heel klein hartje. Achter de stoere façade gaan dikwijls twijfels en onzekerheid schuil. Anderen proberen dan weer de indruk te wekken dat alles prima verloopt, terwijl de realiteit heel anders is. Niet zelden gaat er achter ogenschijnlijke opgewektheid verdriet schuil. Het ergste bij dit alles is dat we niet alleen onze omgeving een rad voor de ogen draaien, maar ook onszelf. Vaak doen we dingen tegen onze zin om anderen ter wille te zijn, omdat het zo hoort, omdat we ergens bij willen horen of omdat we gewoonweg geen nee durven te zeggen. Hierdoor gaat telkens een stukje van ons geluk verloren. Als je plezier uit je eigen leven wilt halen, moet je dus ophouden met steeds te willen plezieren. Hiermee wil ik niet zeggen dat je iemand geen plezier meer mag doen, maar het mag niet de hoofdintentie zijn. In de eerste plaats moet je leven in functie van jezelf. De eerste vraag die je je moet stellen, luidt dan ook: ‘Wat heb ik nodig om mij gelukkig te voelen?’ Dit is geen egoïsme maar zelfzorg. Met zelfkennis bedoel ik jezelf kennen in de diepste kern van je wezen. Hiervoor is het nodig dat je eerst de beschermlagen afwerpt die je eerder hebt opgebouwd, het pantser dat je door de jaren heen hebt opgebouwd om te functioneren zoals derden het willen, om waardering en liefde te winnen. Dit proces is te vergelijken met een slang die haar vel afwerpt. Door de jaren heen werden we geconditioneerd door onze omgeving (ouders, school, buurt, milieu…). Dit gebeurde geleidelijk aan en op zo een manier dat velen onder ons het niet eens beseften. Als we ergens over oordelen, doen we dat vaak op dezelfde wijze als onze ouders dat deden. Waren onze
– 15 –
ouders ruimdenkend, dan is de kans groot dat ook wij ruimdenkend zijn. Hoe denk jij over bepaalde zaken, over politiek, werk, vrije tijd? Ga nu eens bij jezelf na of dit je eigen overtuiging is en of dit is wat jij erover wilt denken. Leid jij het leven dat je wilt leiden of leef jij het leven dat voor jou uitgestippeld werd? In welke mate wordt jouw denken belemmerd door de beperkende gedachten van anderen? Wat wil je zelf ? Denken we aan de puurheid van een pasgeboren baby, hij is vrij van alle negatieve invloeden. Al op jonge leeftijd slagen wij erin om onze eigenheid, die in se zuiver is, te verhullen. Door de jaren heen zijn er op deze manier verschillende laagjes om ons ware ik gekomen. Van de fonkelende kern binnenin schiet slechts een fractie over. Iedere leugen, iedere handeling die we tegen onze zin hebben volbracht, zorgde voor een nieuw laagje om onze kern. Telkens als we ons achter een masker verscholen, werd onze kern doffer. We kwamen steeds verder van onze eigen puurheid te staan. Eerst probeerden we onze ouders te behagen, vervolgens onze partner, onze vrienden. Dan is het nogal logisch dat we gefrustreerd geraakten en zelfs vastliepen in ons leven. We deden zo hard ons best en toch waren we niet gelukkig. We leefden immers niet volgens onze waarden, volgens wat voor ons belangrijk was, maar volgens de normen van anderen. Een zeldzame keer, wanneer we eventjes onszelf durven te zijn en geluk ervaren, straalt er een beetje van onze kern naar buiten. Ook buitenstaanders merken dit dan op en zeggen ons vervolgens dat we er goed uitzien. In de eerste plaats moeten we bijgevolg op zoek naar onszelf en terugkeren naar onze eigen ‘kern’, naar datgene wat ons zo uniek en bijzonder maakt. Op deze wijze komen we
– 16 –
erachter wat we echt nodig hebben om gelukkig te zijn. Hieronder som ik een aantal vragen op die je kunnen helpen een antwoord te vinden. Welke dingen doe je niet voor jezelf, maar doe je omdat anderen dit van je verlangen of omdat je denkt dat anderen dit van jou verlangen? ☞ Op bezoek gaan bij…
Breng je een bezoekje aan familie omdat dat zo hoort of omdat je vindt dat het je plicht is? In het laatste geval zorgt dit voor een extra laagje om je kern. ☞ Een zieke verzorgen
Verzorg je iemand omdat dit van jou verwacht wordt en ten koste van jezelf ? Ervaar je dit als een zware last en als iets dat je wordt opgedrongen? Weiger jij om ook maar andere mogelijkheden te overwegen omwille van wat ‘men’ van je zou denken? Als dit het geval is, leg jij een extra laagje om je kern. ☞ Eten maken voor…
Vind jij het je plicht om ervoor te zorgen dat er eten op tafel staat en doe je dit enkel omdat het van je verwacht wordt? Als je het doet omdat je graag voor anderen zorgt of omdat je het als een onderdeel van je takenpakket beschouwt, dan is dit helemaal oké. Ervaar je dit als een zware last en een verplichting, dan leg je een extra laagje om je kern.
– 17 –
☞ Dingen doen op het werk omdat je geen nee kunt zeggen
Doe jij op je werk taken die eigenlijk in het takenpakket van iemand anders thuishoren maar durf je geen nee te zeggen? Neem je steeds meer werk op je schouders opdat je collega’s je sympathiek zouden vinden, ook al laat je eigen werkschema dit niet toe? Dan leg je een extra laagje om je kern. ☞ Zaken die we doen louter en alleen om anderen te plezieren
Sleep jij je door het leven omdat je steeds opnieuw dingen doet om anderen, gezin, familie, vrienden, te plezieren? Dan leg je een extra laagje om jouw kern. Ook Lieve ging zo door het leven. Toen ik haar de eerste keer ontmoette, zag ze er veel ouder uit dan ze werkelijk was. Als prille veertiger nam ze de zorg voor haar bejaarde ouders op zich en vond ze het tevens haar plicht om op de kinderen van haar zus te passen. Omdat Lieve ervoor gekozen had thuis voor haar ouders te zorgen en niet uit werken te gaan, werd zij door haar omgeving als een goedkope hulp gezien. Hoe durfde zij immers te klagen? Zij ging toch niet uit werken? Iedereen deed een beroep op haar diensten en vulde zo haar dagen met allerlei klussen. Bovendien vond iedereen het maar normaal wat zij deed. Lieve voelde zich evenwel steeds slechter en slechter. Ontspanning kende ze niet meer en ze sleepte zich door haar dagen heen. Wanneer we samen haar situatie analyseerden, kwamen we tot het besluit dat zij zelf eigenlijk alleen wilde zorgen voor haar ouders. De rest werd haar door anderen opgedrongen. Intussen heeft Lieve haar leven terug in eigen handen genomen. Ze heeft geleerd nee te zeggen tegen mensen die misbruik van haar willen maken. Lieve heeft naast de zorg voor haar ouders weer tijd voor zichzelf.
– 18 –
Denk eens na hoe het zou voelen als we al die dingen die we eigenlijk niet graag doen, achter ons konden laten. Er zou een hele berg ‘verplichtingen’ van ons afvallen. Inderdaad, we zouden ons bevrijd voelen. Nu je weet welke ‘lasten’ je met je meedraagt, gaan we kijken naar de dingen waarvan je ‘schittert’. ☞ Wat maakt dat jij je tevreden voelt?
Wanneer kun je zeggen: ik ben tevreden met de dingen zoals ze zijn, ik wil niets meer veranderen? ☞ Wat doe je graag? Waar vind je plezier in?
Welke activiteit zorgt ervoor dat jij je goed voelt in je vel? Waar zou jij bij wijze van spreken je leven voor geven? ☞ Wat doe je het liefst als je geen rekening met anderen moet houden?
Wanneer je totaal met niemand hoeft rekening te houden en wanneer niemand ook maar iets van jou verlangt, wat zou jij dan het liefst doen? ☞ Wat maakt jou aan het lachen?
Welke dingen in je leven maken je blij en laten je even alle zorgen vergeten? ☞ Wat kun je goed?
Welke zijn de dingen die voor jou zo vanzelfsprekend gaan? Wat kost jou helemaal geen moeite? ☞ Wat interesseert je?
Welke zijn jouw interesses en wat doe je ermee?
– 19 –
☞ Waar wil je je verder in verdiepen?
Als tijd en geld niet langer een probleem vormen, over welke dingen zou jij dan meer willen weten? Wat zou jij dan beter willen kunnen? ☞ Wanneer heb je lak aan de mening van anderen?
Wanneer kun je het oordeel en de goedkeuring van derden naast je neerleggen? ☞ Wat zou je doen indien je geen financiële belemmeringen had?
Als geld niet langer een probleem zou vormen, zou je dan wel de dingen aanpakken waarvoor je nu het excuus ‘geldgebrek’ gebruikt? Nu je een idee hebt van de dingen die bij je horen en die voor jou belangrijk zijn, is het tijd om te kijken wat jou ervan weerhoudt om je basis ten volle te benutten. In welke mate laat jij je gebruiken door anderen of saboteer je jezelf ? In hoeverre laat jij je een schuldgevoel aanpraten? Acht je het je plicht om bijna alle problemen van de wereld op te lossen, of op zijn minst die van je familie? Een belangrijke barometer bij dit alles is te weten wat de mening van anderen je waard is. Hoe dikwijls spreken we niet van ‘moeten’ in plaats van ‘kunnen’? Er is altijd een keuzemogelijkheid bij alles in je leven. Je kunt er zelfs voor kiezen om niet te kiezen. Ga bij jezelf maar eens na welke dingen je doet omdat je denkt dat ze van je verwacht worden of omdat jijzelf die verplichting creëert. In hoeverre sta je jezelf toe om jezelf te zijn? Maak een portret van jezelf zoals je werkelijk bent. Doe dit louter en alleen voor jezelf. Je hoeft je negatieve kantjes dus niet te verbergen of op te smukken. Omschrijf jezelf zo-
– 20 –
als je bent op alle vlakken. Wat voel je? Waar hou je van? Waar droom je van? Wat zijn je goede kanten? Welke zijn je minder goede eigenschappen? Ben je tevreden met jezelf ? Dikwijls blijven we onszelf saboteren door dingen uit te stellen, wegens geen tijd, geen geld, andere prioriteiten. Maar uitstel betekent vaak afstel. Velen onder ons stellen dingen zo lang uit tot we op een dag beseffen dat we al zo oud zijn geworden dat het gewoonweg fysiek niet meer lukt. Ook geld is een mogelijke saboteur in ons leven. Heb je er ooit al aan gedacht dat net het ontbreken van geld een stimulans kan zijn? Dat je creativiteit erdoor aangescherpt wordt en dat het de aanleiding kan zijn om dat ene te doen wat je zo graag wilt doen? Dat je op die manier zaken realiseert waar je anders nooit aan toegekomen zou zijn? Ik heb alleen tijd en geld aangehaald, maar er zijn nog zoveel andere sabotagemechanismen. Iedereen vindt wel zijn eigen redenen om geen actie te ondernemen. We houden ons pantser aan omdat het ons veiligheid verschaft. Ook al is ons leven onbevredigend en ook al zijn we ongelukkig, we weten op zijn minst wat we aan ons pantser hebben. Wanneer we erin slagen om onze veilige cocon te verlaten, kunnen we ons echt bezig houden met de waarden die we vanuit onszelf belangrijk vinden. Het is niet langer van belang hoe de ander over ons denkt. We hoeven geen rekening te houden met zaken die we zelf niet belangrijk vinden. Een aantal dingen in ons leven zullen onveranderd blijven omdat ze in onze behoeften voldoen, maar daarnaast wordt er een enorme ruimte gecreëerd waarin we kunnen groeien. Voor velen onder ons is een ingrijpende gebeurtenis, een ‘wake-up call’, zoals een ongeval, ziekte, dood van een dier-
– 21 –
bare nodig om ons leven een andere wending te geven. Zover hoeft het echter niet te komen. Als we eenmaal de beslissing hebben genomen om het leven te gaan leiden dat we zelf willen en we ons pantser hebben afgeworpen, blijft er enkel nog ons ware ik over. Het pad naar een gelukkig leven ligt vrij. Voor het zover is, hebben we een hele weg te gaan. Deze weg wil ik samen met jou in dit boek afleggen.
Je kunt jezelf niet zijn als je niet weet wie je bent. Ga terug naar je eigen ‘ik’ om te weten wie je bent, ontdoe je van je pantser en leef ‘jouw’ leven.
– 22 –