Een hart voor voetbal

Page 1

een hart voor voetbal



Frank Raes

Een hart voor voetbal

Houtekiet Antwerpen / Amsterdam


Š Frank Raes / Linkeroever Uitgevers nv / Houtekiet 2009 Uitgeverij Houtekiet Katwilgweg 2 bus 3, b-2050 Antwerpen info@houtekiet.com www.houtekiet.com

Omslag Jan Hendrickx Foto omslag Cath Luyten Zetwerk Intertext, Antwerpen isbn 978 90 8924 061 3 d 2009 4765 34 nur 480 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission of the publisher.


Inhoud

Inleiding 7 Voetbal is oorlog 13 Bondscoach 18 Harde herfst 22 Verloren generatie 26 Bondspreses 29 2014 32 René 36 Olympisch voetbal 40 De beste van de wereld 44 Eto’odinho 48 De toorn van Eto’o 52 Lichaamscultuur 56 Fabio Cannavaro 60 Paolo Maldini 64 Adelstand 68 Paul Scholes 72 Jens Lehmann 76 Jürgen Klinsmann 80 Clarence 84 Kluts kwijt 87 Owngoals 91 Diego Maradona 95 Winterkoopjes 99


Hondenjob 103 Voorbijganger 106 Club kampioen 110 Maes, Preud’homme en Mathijssen 114 Mémé 118 Comeback 121 Standard 125 Enzo Scifo 128 Glen 132 Gouden Schoen 136 Geniaal maar overbodig? 140 Prijzen en trofeeën 144 Altijd onderweg 147 Het doel heiligt de middelen 150 Herkenbaarheid 154 Boussoufa 158 De prins van het Astridpark 161 Sneeuwruimerscollectief 164 Thieu Bollen 168 Tia 171 Rugnummers 175 Filip Desmet 179 Als hij maar geen scheidsrechter wordt 183 Nieuwe richtlijnen 186 Reinhold Messner 189


Inleiding

H

et gebeurde in de week van België-Bosnië. Voetbalwedstrijden zijn dankbare ijkpunten voor het geheugen. Terwijl René Vandereycken een plan bedacht om de Bosniërs schaakmat te zetten en de Rode Duivels naar Zuid-Afrika te loodsen, was ik op weg naar een medische controle op de vrt, een routine-onderzoek dat de nationale omroep aan zijn werknemers aanbiedt. Ik miste de training van de nationale ploeg in Genk maar de afspraak met de vrt-cardioloog lag al een paar weken vast. Ik wou ze nog verplaatsen – alles voor de job! – maar deed dat op het laatste moment toch maar niet. Nog voor ik de geplande fietstest aflegde, hoorde de cardioloog al een stevig geruis aan mijn hart. Met de stethoscoop op mijn borst fronste hij lichtjes de wenkbrauwen, nauwelijks merkbaar. Toen ik begon te fietsen, flitsten de pieken op de ekg-outprint hoog op en dat bleek evenmin een goed teken. Ik maalde nog door tot een vermogen van 220 watt, zeer degelijk, maar de dokter beval me onmiddellijk verder onderzoek aan. Liefst bij een cardioloog bij me in de buurt, dat was handiger mocht er echt iets mis zijn. Hij liet ook al de term ‘lekkende hartklep’ vallen, toch drong de ernst van de situatie nog niet tot me door. Een ruis aan het hart, wie heeft dat niet? België-Bosnië, dáár draaide het om die week. De dag daarop ’s avonds lag ik op mijn zij bij een volgende cardioloog, voor een echo, mijn hand ongemakkelijk onder

7


mijn hoofd. Op een klein schermpje bonkte mijn hart en dat ging vrij onregelmatig. De uiterst vriendelijke dokter ademde een paar keer diep in en zei al na 3 minuten dat ik geopereerd moest worden. Ik slikte maar negeerde de ernst van zijn woorden. Blijkbaar wil je onheilstijdingen niet meteen vatten, wil je slecht nieuws zolang mogelijk goedpraten. Een ingreep zoals er zo vele zijn, via de lies of wat, een soort kijkoperatie, niet meer dan dat, één dag ziekenhuis en weer naar huis, vermoedde ik, hoopte ik. Ze kunnen zoveel dezer dagen. Tot de arts me duidelijk maakte dat mijn aortaklep (voordien nooit van gehoord) zeer stevig lekte en dat de ingang van die aorta – de hoofdslagader wist ik me te herinneren – danig uitgerekt was. Mijn hart was al een poos zwaar overbelast en daardoor uitgezet zoals bij topsporters. Ongezond en met aanzienlijk rendementsverlies voor mijn hartpomp tot gevolg. Toen viel de term ‘open hartoperatie’. Alle energie vloeide uit mijn lijf en ik dacht aan mijn vrouw en zoon van 12 maanden. Nooit was het bij me opgekomen dat precies ik op een dag met zware hartproblemen zou geconfronteerd worden. De jongste maanden had ik wel eens een beklemd gevoel aan mijn slokdarm, boven aan mijn borstkas, maar mijn hart? Ik sloeg blijkbaar grauw uit want de secretaresse bracht een kop koffie. ‘Onmiddellijk je vrouw bellen en ze hiernaartoe laten komen, lijkt me het best,’ sprak de cardioloog. Een halfuur later zat ze naast me aan het doktersbureau, met mijn zoon van een jaar op haar schoot. België-Bosnië was bijzonder ver weg. We keken naar elkaar en slikten. De orde van de dag gebood ons een datum vast te leggen voor de operatie: de week van 13 april zou het worden. Er was geen weg terug. Van dan af zat ik op een trein die in slow motion naar zijn eindpunt reed, de dag van de operatie, bijna drie weken verderop. Ik commentarieerde België-Bosnië alsof er niets aan de hand was, maakte de neergang van de Rode Duivels zeer intens mee. Geen match voor hartlijders. Voor het begin van de

8


match schakelde ik een knop aan, na de match klikte ik hem weer uit. Als een zombie weer naar huis. Voorzien was dat ik ook commentaar zou leveren bij de terugwedstrijd vijf dagen later in Bosnië maar de artsen vonden het geraadzaam die trip te laten vallen. Ik presenteerde voor het laatst Studio Eén en stapte toen weer de trein der traagheid op. De dagen voor zo’n operatie verlopen onwezenlijk. Ik liep als mijn eigen schaduw over straat. Ik onderging het ene onderzoek na het andere: bloed, longen, sinussen, nieren en natuurlijk het hart zelf. Dat hoort zo, ‘standaard’ noemen ze dat. Je duwt de datum, vrijdag 17 april was het geworden, voor je uit maar tegelijk wil je dat ze eraan beginnen, dat het voorbij is. Ik was niet acuut ziek of behoeftig, voelde weinig, toch durfde ik nauwelijks nog een inspanning te leveren. Mijn bovenbuur, ook een cardioloog, hielp me door die bevreemdende dagen, samen met mijn vrouw en babyzoon, die vrolijk zijn gang ging. De dag voor de operatie lag ik al in mijn ziekenhuisbed: ik zou een koolstofhartklep ingenaaid krijgen, plus een cilindertje in titanium om de aorta-ingang te versmallen. Mijn vier zonen kwamen nog langs. We aten hamburgers van de McDonald’s. Een laatste kus van mijn geliefde en dan lig je daar plots alleen, te wachten op het ogenblik dat ze je opensnijden. Een slaappil helpt je door de nacht. Je probeert niet aan het moment te denken dat je borstbeen wordt doorgezaagd of aan de 45 minuten dat ze je hart afkoppelen om die vermaledijde klep te vervangen. Om kwart voor zeven ’s ochtends reden de verplegers me de kamer uit en van dan af werd alles zwart, herinner ik me helemaal niets meer. Enkel een paar flitsen van gezichten. Zo’n zes uur hebben ze aan me gewerkt, ik bleek al vlug wakker, om een uur of drie ’s middags, maar weet er werkelijk niets meer van. Praatte blijkbaar met dokters en verplegers en ook met mijn vrouw, vroeg naar verluidt zelfs of ik niet naar het voetbal moest vertrekken, maar heel die dag is één

9


grijze vlek, het grote niets. Ik hing aan een reeks katheters en kabels, een boel monitors registreerden al mijn lichaamsfuncties. Toen ik voor het eerst bewust wakker werd, lag ik op intensieve zorgen. Helemaal alleen. Het was zaterdag en een geel zonlicht scheen door de ramen. Het was muisstil. Af en toe een druppel van een baxter. Ik voelde me eigenlijk prima, een beetje euforisch, belde naar mijn vader en mijn moeder. Alles was ok, zeer ok. Plots stond er een kinesist naast mijn bed. Nog op intensieve zorgen moest ik al met mijn voeten draaien, mijn benen opheffen en op een plastic doosje met balletjes blazen. Nog geen 24 uur na de operatie. Ik werd afgekoppeld en verhuisde naar een gewone kamer. En toen kwam de pijn. En de misselijkheid. En het gebrek aan kracht. De verdovende producten, de morfinederivaten, raakten zachtjesaan uitgewerkt. Ik voelde me slap, wou alleen maar slapen en vergeten. Mijn bovenlijf was gematrakkeerd, de spieren in mijn borst en rug lam geslagen, door en door verzuurd. Mijn monnikskapspier woog als lood. Mijn hoofd bolde van mijn schouders. Eten lukte niet. Me zelf wassen deed ik op een stoel. Meer dan drie meter kon ik niet stappen. De kinesist verscheen weer aan mijn bed: balletjes blazen. Ik kon enkel op mijn rug liggen, zweette me te pletter op de plastic matras. ’s Nachts werd ik minstens twee keer kletsnat wakker. Op mijn eentje wisselde ik in het holst van de nacht telkens van pyjama. Dat duurde een eeuwigheid en ik voelde me honderd jaar. Om zes uur in de ochtend rondde de nachtzuster haar dienst af met het nemen van mijn bloed. Ik keek t v maar zag niets, de halve finales van de Beker van BelgiÍ gleden voorbij zonder me te raken. Ik zag twee goals van De Mul en knipte het licht uit. Voetbal was ver weg, bijzaak. Ik was op mijn ziekenhuisbed geprogrammeerd op mezelf, op overleven, weer beter worden. Mijn stem klonk zwak.

10


Ik dacht aan de zondag van de Witte Mars in 1996. Die dag presenteerde ik Sportweekend. Geen cadeau. België was triest en woest, 300.000 mensen trokken door Brussel. Het journaal van zeven uur liep twintig minuten uit en handelde enkel en alleen over de Witte Mars. De hele zondag lang piekerde ik over hoe Sportweekend te openen. ‘Sport is de belangrijkste bijzaak ter wereld,’ was het beste wat ik kon verzinnen en kondigde een veldritverslag aan. De pijn week niet maar na drie dagen moest ik de gang op en fietste op een hometrainer drie minuten tegen 40 watt, zo goed als niets dus. Nadien lag ik twee uur op mijn bed te recupereren. De dokters vonden dat ik flink vorderde, spectaculair zelfs. Zelf voelde ik me een wrak. Van mijn eerste fietsdag af rekende ik alleen nog in wattages. Elke dag een beetje langer en een beetje zwaarder. Zonder het te beseffen, kwam ik er weer bovenop. Stap voor stap, voetje voor voetje. Acht dagen na de operatie mocht ik naar huis. Verzwakt als ik was, raakte ik al ontroerd toen ik weer in mijn auto stapte, naast mijn vrouw die wekenlang leefde om voor mij en Bill te zorgen. Toen we over kasseien dokkerden, sprong mijn borstkas uiteen. Ik moest mijn ribben omklemmen om de pijn te drukken. Elke dag kroop ik op de fiets, thuis of bij de kinesist: eerst tien minuten, dan vijftien. Elke minuut langer beschouwde ik als een overwinning. Een mens moet zich aan iets vastklampen. Mijn borstbeen scheurde nog altijd van de pijn maar zelfs pijn went. Mijn litteken oogde elke dag beter en ik had honger, elke dag meer. Een week of drie na de operatie begon ik weer plannen te maken, aan een reis te denken en zelfs voetbal kon me weer boeien. Ik zag Bryan Ruiz een penalty missen tegen Standard en zo voor het eerst sinds 1986 testwedstrijden voor de titel tot stand brengen. In 1986 was ik er twee keer live bij, bij de heenmatch op Anderlecht en bij de terugwedstrijd

11


in Brugge. Bij die tweede partij, op een weekdag, kreunde ons land onder een treinstaking. Vijf uur was ik onderweg om in Brugge te geraken. Anderlecht veroverde de titel met goals van Vandereycken en Demol. Munaron verrichtte wonderen. De twee testwedstrijden tussen Standard en Anderlecht heb ik niet gezien, eenvoudigweg omdat ze in Vlaanderen niet op tv werden uitgezonden. Ik was tevreden met de samenvattingen. Mijn passie voor voetbal herrees uit zijn as. Van de Champions League-finale tussen Barcelona en Manchester United heb ik zelfs genoten, ben ze gaan bekijken bij Filip Joos. Ik leefde weer, omhelsde mijn vrouw en kon voor het eerst sinds de operatie mijn zoon weer optillen, tien kilo zwaaiend met armen en benen. Toen belde uitgever Leo De Haes of ik een bundeling van mijn columns de afgelopen drie jaar in De Standaard zag zitten. Ik begon te lezen en te redigeren en elk stuk van een inleiding te voorzien. Om duidelijk te maken waar het toen over ging. Schrijven over de actualiteit is geschiedenis schrijven. Alle stukken handelen over voetbal. Behalve ĂŠĂŠn, dat gaat over bergbeklimmen.

augustus 2009 Mijn hart klopt niet meer, het tikt.

12


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.