mijn kind en drugs
MIJN KIND EN DRUGS-final/7.0
1
11-02-2008, 15:51
MIJN KIND EN DRUGS-final/7.0
2
11-02-2008, 15:51
Tomas Van Reybrouck & Filip Van Hende
Mijn kind en drugs Antwoorden voor ouders
Houtekiet Antwerpen/Amsterdam
MIJN KIND EN DRUGS-final/7.0
3
11-02-2008, 15:51
Š Tomas Van Reybrouck / Filip Van Hende / Uitgeverij Houtekiet 2007 Uitgeverij Houtekiet, Vrijheidstraat 33, b-2000 Antwerpen www.houtekiet.com info@houtekiet.com Omslag Isabelle Van Laerhoven Zetwerk Intertext, Antwerpen Omslagfoto Sara Engels isbn 978 90 5240 988 7 d 2008 4765 48 nur 751 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission of the publisher
MIJN KIND EN DRUGS-final/7.0
4
11-02-2008, 15:51
inhoud
Proloog
7
Deel 1: Hoe ga je om met drugsmisbruik? 1 2 3 4
Vragen en behoeften van ouders Inspanningen van ouders De omweg is de kortste weg: motiveren Kordaat optreden geeft ook steun: grenzen stellen
Deel 2: Hoe ga je om met drugsverslaving? 5 Achtergrondinformatie over afhankelijkheid 6 De rol van de omgeving 7 Wat kunnen ouders van verslaafden doen?
19 21 35 55 73 101 103 111 121
Deel 3: Hoe voorkom je drugsproblemen?
165
8 9 10 11 12
167 185 193 219 229
Hoe ontstaat drugsgebruik? Wat willen we met preventie bereiken? Wat kunnen ouders preventief doen? Hoe kun je zien of iemand drugs gebruikt? Hoe ga je om met vermoedens?
Deel 4: Juridische aspecten van drugsgebruik
241
13 Juridische vragen
243
Epiloog
293
Achtergrondliteratuur
295
Bibliografie
297
MIJN KIND EN DRUGS-final/7.0
5
11-02-2008, 15:51
Dit boek is opgedragen aan iedere persoon die in stilte probeert het beste ervan te maken, terwijl dit door weinigen gezien wordt. ‘Parents hold their children’s hands a while and their hearts forever.’ 1
MIJN KIND EN DRUGS-final/7.0
6
11-02-2008, 15:51
proloog
I
n de voorbije 15 jaar ben ik beroepshalve in contact gekomen met mensen die zowel beroepsmatig als persoonlijk vragen hebben over het drugs- of alcoholgebruik van iemand uit hun naaste omgeving. Zij kregen te maken met gebruik, misbruik of verslaving aan drugs of alcohol bij een gezinslid; vooral ouders maar ook partners, broers, zussen en kinderen van drinkers of drugsgebruikers. Velen van hen raakten daarbij in, wat men noemt, handelingsverlegenheid. Ze wisten niet meer hoe ze op het alcohol- of drugsprobleem van hun naaste moesten reageren. Het gebruik van drugs bij een kind geeft ouders vaak het gevoel dat ze geen impact meer hebben. Drugsproblemen doen de bestaande zekerheden verdwijnen. Men voelt zich machteloos. Het zelfvertrouwen lijdt eronder. Dit gebeurt ook bij ouders die al heel wat stormen hebben getrotseerd. Ik denk aan een vader die tijdens het eerste gesprek vertelde: ‘Ik ben ingenieur, ik heb een stressvolle baan, maar op mijn werk heb ik alles onder controle. Ik kan het overzicht houden, ik weet wat te doen wanneer er iets fout loopt, mijn medewerkers weten wat ze van mij mogen verwachten en ik van hen. Van machines weet ik: als ik aan dit wieltje draai, komt er daar iets in beweging. Ik heb gemerkt dat het bij de aanpak van mijn zoon die drugs gebruikt zo niet werkt. Alle pogingen om hem te benaderen,
7
MIJN KIND EN DRUGS-final/7.0
7
11-02-2008, 15:51
draaien op niets uit. Daarom kom ik hier naartoe: om mij daarbij te laten helpen.’ Zijn vrouw zag het enigszins anders: ‘Ik ben een moeder die haar gezin als ‘carrière’ ziet en ik heb mijn baan om die reden vaarwel gezegd. Ik weet hoe complex een mens, een kind in elkaar zit. Ook mijn eigen denk- en ervaringswereld is voortdurend aan het evolueren. Ik sta dan ook open voor mijn kinderen die zich ontpoppen tot jonge volwassenen en weet heel goed dat je dit niet allemaal in de hand kunt hebben. Het voortdurend loslaten van de kinderen heb ik veel meer ervaren dan mijn man, die altijd afwezig was. Zijn grootste ontgoocheling is dan ook: op mijn werk heb ik alles in de hand, maar nu, met de kinderen, weet ik het niet meer. Hij heeft lang gedacht dat het allemaal goed zou lopen als hij het af en toe van mij overnam. Zijn woorden: “Laat mij het maar doen!” zinderen bij mij heel lang na en doen me pijn. Maar kinderen zijn geen machines.’
Over mijn werkcontext Sinds 1992 werk ik in de gezondheidssector, om precies te zijn: in het gebied van alcohol en drugs. Ik begon als preventiewerker in het Centrum Geestelijke Gezondheidszorg te Oostende, daarna werkte ik bij de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (vad) in Brussel en sinds januari 1997 ben ik ouderbegeleider en opleider bij het cat (Centrum voor Alcoholisme en andere Toxicomanieën) te Gent. Als opleider bij de InteractieAcademie te Antwerpen en de DrugLijn (telefonische informatieservice) ontmoet ik mensen die als opdracht hebben om anderen, waaronder ouders, te steunen. Het cat vormt een onderdeel van een groter Centrum Geestelijke Gezondheidszorg, Eclips genaamd. In het cat worden sinds 1961 mensen begeleid met een alcohol- of drugsprobleem. Sinds 1988 bestaat er ook een preventieve ondersteuning en sinds 1997 is er een afzonderlijk aanbod bijgekomen voor de omgeving van mensen met een alcohol- en drugsprobleem. Er was in de drugshulpverlening lange tijd vooral aandacht geweest voor de drugsgebrui-
8
MIJN KIND EN DRUGS-final/7.0
8
11-02-2008, 15:51
ker. Ouders hadden vaak het gevoel in de kou te blijven staan. Ze kregen te horen: ‘Als uw kind zelf niet wil komen, kunnen we voor u niets doen’ of ‘Kom eens terug als het drugsgebruik van je kind echt een probleem is’. ‘Wie vraagt er eens hoe het met ons gaat?’ was een vaak gehoorde klacht van ouders. De ouderondersteuning van het cat is gestoeld op de visie: de omgeving van drugsgebruikers maakt zich doorgaans eerder zorgen dan de drugsgebruiker zelf, dus kan er al vroeger, en preventief, met hen gewerkt worden. Het is alvast de moeite waard om te bekijken wat ouders of partners reeds kunnen doen ten aanzien van andermans drugsgebruik, ook al is die gebruiker zelf nog niet bereid om te veranderen. Ouders kunnen er terecht voor het drugsgebruik van een kind, onafgezien van wat de gebruiker zelf doet. Veel van de kinderen waarvoor ouders op gesprek komen, zijn zelf niet in begeleiding. Gebruikers vinden vaak dat ze geen probleem hebben. Het gebeurt ook dat ouders op consultatie komen, zonder goed te weten waar hun kind op dat moment verblijft: ‘Is hij op de dool? Zit hij bij vrienden, in het buitenland of in de gevangenis?’ Het gebeurt nogal eens dat we een ouder horen verzuchten: ‘Hopelijk leeft hij nog…’ Ik word vaak getroffen door wat ouders met kinderen kunnen meemaken, en door de moed en volharding die ouders aan de dag leggen om uit een moeilijke situatie te geraken. Elke ouder probeert op zijn of haar manier met het drugsgebruik om te gaan. Bovendien staan ouders van drugsgebruikers onder druk om de situatie zo vlug mogelijk op te lossen. Deze druk maakt het extra moeilijk. Ook al komen ze voor hun kind, ouders verkeren zelf vaak in hoge nood. Ze vragen zich af of ze het wel goed doen en twijfelen aan zichzelf. Hun zelfwaarde staat onder druk. Ouders verdienen dus begrip voor hun situatie en hun pogingen om deze het hoofd te bieden. Van ouders wordt soms verwacht dat ze begrip opbrengen voor de opvattingen en het gedrag van hun kinderen. Maar hoe kun je je inleven in je kind als je zelf niet begrepen wordt? Doordat ouders vaak te horen krijgen dat ze het verkeerd aanpakken, komt er vaak nog een schuldgevoel bij. Dit is het laatste wat ze op dat moment nodig hebben. In de traumahulpverlening noemt men dit fenomeen de secundaire victimisatie. Men is al slachtoffer
9
MIJN KIND EN DRUGS-final/7.0
9
11-02-2008, 15:51
door wat men meemaakt, en door de reacties van anderen lijdt men een tweede keer. Sommige ouders ondervinden zelfs meer last van deze reacties dan van het eigenlijke probleem met hun kind. Ouders maken soms keuzes die niet voor de hand liggen. Ik denk aan een moeder die met haar zoon meerijdt tot aan de coffeeshop in Nederland. Ze kopen samen zijn cannabis en kunnen zo tweemaal de maximaal toegestane hoeveelheid mee naar België nemen. Dit is voor veel buitenstaanders onbegrijpelijk: ‘Dat doe je toch niet als je je kind van de drugs af wil helpen?’ Deze handelwijze wordt maatschappelijk niet altijd aanvaard. Dat is ook de reden waarom deze moeder haar verhaal aan bijna niemand meer vertelt. De angst voor de veroordeling is te groot. Toch verdient deze moeder ook erkenning voor wat ze doet. Ze spant zich in om vooral het contact met haar zoon niet te verliezen. Ze redeneert: ‘Als hij dan toch gebruikt, kan ik maar beter de kwaliteit helpen bewaken.’ Je kunt je afvragen of mee op pad gaan in de gegeven omstandigheden de beste oplossing is. Maar over het feit dat deze moeder van haar zoon houdt en het beste voor hem probeert te doen, daar bestaat geen twijfel over.
Over dit boek Het thema drugs wordt geregeld besproken in de media. Programma’s en artikelen over drugs worden veel bekeken en gelezen. Ze sluiten aan bij de bezorgdheid van veel ouders, maar de grote media-aandacht creëert soms nog meer vragen en zorgen. Ouders horen onrustbarende verhalen en tegenstrijdige boodschappen. Er was de berichtgeving over de daling van de beginleeftijd van drugsgebruikers, de toename van het gebruik van cocaïne, het grote aantal ontmantelde cannabisplantages in België, en een stijging van het aantal problematische cannabisgebruikers in de hulpverlening. Er zijn onderzoeksresultaten gepubliceerd waaruit bleek dat de bestaande preventie niet werkte. Er is een controverse geweest over een Nederlands televisieprogramma, Spuiten en slikken, waarin men expliciet toonde hoe verschillende drugs kunnen worden gebruikt. Geregeld laait het debat op over het gebruik van urinetests. Er was
10
MIJN KIND EN DRUGS-final/7.0
10
11-02-2008, 15:51
de opmerkelijke vrijspraak in 2004 van een moeder die haar drugsverslaafde zoon had vermoord. In 2006 was er het voorval van de dealende grootouders die heroïne verkochten om hun verslaafde kleinzoon te helpen. Deze overvloed aan informatie zorgt voor verwarring en geeft ouders soms het gevoel dat ze nog minder weten dan voorheen. Dit boek geeft informatie bij thema’s die geregeld in de media behandeld worden. Het gaat dieper in op deze thema’s en biedt genuanceerde informatie. Het boek is tot stand gekomen op basis van onze praktijkervaring. De vragen en bezorgdheden van de ouders vormen het uitgangspunt. De stem en de ervaringswereld van jongeren komen ook aan bod, maar in mindere mate. Jongeren worden benaderd vanuit de invalshoek van de ouder. De lezer zal ontdekken hoe we met ouders werken via zowel individuele als groepsgesprekken. Er worden verschillende voorbeelden beschreven van hoe ouders van een kind met een drugsprobleem ermee zijn omgegaan. Het is niet de bedoeling dat alle ouders hetzelfde doen. Als je verschillende mogelijkheden ziet, opent dat perspectieven voor je eigen handelen. In dit boek vind je illustraties, teksten, gedichten, citaten en metaforen die door ouders zelf zijn aangereikt. Via dit boek wil ik informatie die andere ouders geholpen heeft, ter beschikking stellen aan ouders in een soortgelijke situatie. Het schrijven van dit boek heb ik als een paradox ervaren. Aan de ene kant ben ik een begeleider van ouders en probeer ik elke situatie als uniek te beschouwen. Samen met ouders bekijk ik wat de mogelijkheden en de moeilijkheden zijn. Aan de andere kant ben ik psycholoog met kennis van een aantal schema’s en achtergrondtheorieën, die abstractie maken van elk individueel verhaal. Het is een constante evenwichtsoefening geweest om beide posities een plaats te geven. Praten met ouders is het samenvoegen van mijn professionele én hun ouderlijke deskundigheid, terwijl dit boek de indruk kan wekken dat er maar één deskundige is. Ik heb met deze paradox proberen om te gaan door theorie af te wisselen met praktijkvoorbeelden. Ik wil niet alleen mogelijke antwoorden geven, maar ook stilstaan bij wat dit voor ouders zou kunnen betekenen.
11
MIJN KIND EN DRUGS-final/7.0
11
11-02-2008, 15:51
Dit neemt niet weg dat er onbedoeld afbreuk kan worden gedaan aan het unieke van een situatie. Een boek kan de dialoog tussen mensen nooit vervangen. De geboden informatie komt vanuit de ervaring van meerdere mensen, maar iedereen dient te bekijken wat daarvan bruikbaar en steunend is in zijn of haar situatie. Er zijn uiteraard verschillende manieren om ouders te begeleiden. Mijn collega’s en ik zijn tevreden over onze werkwijze, maar het is niet de enig mogelijke. We hebben de indruk dat ouders zich door ons werk gesteund weten. Dit blijkt uit de reacties die we van ouders mochten ontvangen. Mensen laten achteraf soms weten dat het ondertussen goed gaat. Tegelijk beseffen we dat we niet iedereen hebben kunnen steunen en dat niet elke situatie verbeterd is. Dit hebben we dikwijls niet te horen of te lezen gekregen. Mijn denken over alcohol en drugs is gegroeid en beïnvloed door de samenwerking met vele collega’s uit de sector. Ik heb mee kunnen genieten van de deskundigheid die de vad en het cat de voorbije jaren hebben opgebouwd met betrekking tot preventie en hulpverlening. Voor het ouderbegeleidende werk kon ik inspiratie putten uit het systeem- en communicatiedenken, zoals het aan de InteractieAcademie te Antwerpen wordt ontwikkeld. Het heeft me geholpen om niet alleen naar inhoudelijke oplossingen te zoeken, maar om in eerste instantie een samenwerkingsrelatie met ouders op te bouwen. Dit denken biedt een brede kijk op menselijke verhoudingen en gaat ervan uit dat mensen onderling met elkaar verbonden zijn. Wat we doen en laten, heeft dus direct en indirect invloed op anderen. Dit heeft als gevolg dat we, ook door met ouders alleen te spreken, via een omweg een invloed kunnen uitoefenen op degenen die er niet bij zijn: de kinderen. Ouderbegeleiding steunt bijgevolg niet alleen de ouders, maar in het beste geval ook de kinderen. Zo is een drugsgebruiker meer gebaat met een ouder die tot rust is gekomen dan met een ouder die zelf nog in paniek is en vanuit dat gevoel handelt. De stukken die ik vanuit mijn ervaring als ouderbegeleider heb geschreven, worden aangevuld met juridische informatie. Nogal
12
MIJN KIND EN DRUGS-final/7.0
12
11-02-2008, 15:51
wat vragen die ouders zich stellen, zijn van juridische aard. Dit zijn onder meer vragen over het drugsbeleid van de overheid, de juridische mogelijkheden voor ouders als er problemen zijn, de juridische gevolgen van drugsmisbruik en verslaving. Er is bovendien de laatste jaren het één en ander veranderd op het vlak van de wetgeving met betrekking tot drugs. Het is handig om te weten hoe de vork nu precies aan de steel zit. Dit alles vereist een specifieke expertise, waarvoor we op advocaat Filip Van Hende een beroep konden doen. Hij was meermaals te gast bij de ouderbijeenkomsten die het cat in Gent organiseert. Hij beantwoordde daar de juridische vragen van ouders op zo’n deskundige en respectvolle manier, dat zijn bijdrage aan dit boek niet mocht ontbreken. Hij heeft in tal van drugsgerelateerde dossiers zowel voor gebruikers als hun ouders gepleit, en zo unieke ervaring opgebouwd op dit terrein. Zijn bijdrage biedt een belangrijke meerwaarde aan dit boek. Dit boek bundelt dus zowel communicatieve als juridische antwoorden voor ouders. Ouders hebben vaak vragen op de beide vlakken. Het is quasi onmogelijk om dit complexe thema vanuit één enkele discipline te benaderen. Vele beroepsgroepen krijgen er mee te maken: hulpverleners, preventiewerkers, leerkrachten, politici, onderzoekers, medici, politie en gerechtelijke instanties. Een gedegen benadering van drugs met al hun aspecten (preventie, hulpverlening en repressie) kan slechts vanuit een samenwerking tussen verschillende partijen.
Hoe dit boek te gebruiken? Het boek is opgebouwd uit vier delen. Het kan in zijn geheel, maar ook per deel gelezen worden. Waarmee men begint is afhankelijk van de behoefte en de situatie van iedere lezer. Dit werk is bedoeld voor de geïnteresseerde ouder met opgroeiende kinderen, al dan niet met een drugsprobleem of -verslaving. Het is ook geschikt voor iedereen die te maken heeft met ouders die vragen hebben of zich zorgen maken op het gebied van kinderen en drugs. Ik denk daarbij aan leerkrachten, clb-mede-
13
MIJN KIND EN DRUGS-final/7.0
13
11-02-2008, 15:51
werkers, opvoeders, preventiewerkers, hulpverleners, ouderbegeleiders, vrienden en familie, advocaten. Wie in zijn omgeving een kind kent dat drugs misbruikt en zich afvraagt hoe hiermee om te gaan, raden we aan het eerste deel te lezen. Naast de nodige achtergrondtheorie geven we voorbeelden van hoe ouders dit hebben aangepakt. In de verschillende verhalen kan inspiratie gevonden worden voor de aanpak van de eigen situatie. Het tweede deel bespreekt de situatie van ouders in geval zoon of dochter verslaafd is. Alhoewel een aantal thema’s terugkomen, verschilt de klemtoon hier van het vorige deel. Waar er bij misbruik nog gezocht wordt naar de mogelijkheden om het contact tussen het kind en zijn ouder te verbeteren of te herstellen, ligt de nadruk bij verslaving meer op het leefbaar maken van de situatie. In het derde deel reiken we een aantal preventieve mogelijkheden aan. Dit deel is vooral bedoeld voor ouders met basisschoolkinderen die zich afvragen: Hoe ontstaat drugsgebruik? Hoe kunnen we drugsproblemen voorkomen? Wat zijn de signalen? Hoe gaan we om met vermoedens? Wat als er toch gebruik is? Zijn urinetesten zinvol? Er is geen afzonderlijk gedeelte met productinformatie over de verschillende soorten drugs. Waar nodig, verwijzen we naar websites en publicaties waar de geïnteresseerde lezer meer informatie kan terugvinden. In het vierde en laatste deel wordt juridische informatie gegeven aan de hand van vaak gestelde vragen. Er worden een 25-tal vragen doorgenomen en beantwoord. Als ouders het gevoel hebben dat communicatie niet langer mogelijk is, is het zinvol te bekijken welke juridische mogelijkheden er bestaan. De opdeling in gebruik, misbruik en verslaving is erg gangbaar in de alcohol- en drugssector. In de praktijk is het onderscheid echter niet altijd zo duidelijk. Het is moeilijk te zeggen wanneer misbruik eindigt en verslaafd gebruik begint. Deze opdeling zegt ook niets over hoe men de situatie van zijn eigen kind ervaart. Beginnend gebruik kan net zo goed als verslaafd gebruik aanleiding geven tot hoogoplopende emoties. Uitspraken als ‘één op de tien cannabisgebruikers worden daadwerke-
14
MIJN KIND EN DRUGS-final/7.0
14
11-02-2008, 15:51
lijk verslaafd’ kunnen voor de ene ouder geruststellend zijn omwille van de kleine minderheid die verslaafd wordt. Dezelfde uitspraak kan voor een andere ouder alleen maar de vrees bevestigen dat men aan cannabis ook verslaafd kan raken en dat het eigen kind dus ernstig gevaar loopt. Hoewel de doelstelling in elk deel verschillend is, proberen we telkens op een hoopvolle manier te kijken. Dit geldt zowel voor de situatie van ouders met jonge kinderen die voor de gevaren van drugs vrezen, als voor de ouders van een kind met een ernstige afhankelijkheid. Soms zullen we ouders ontgoochelen omdat dit boek geen volledig antwoord geeft voor hun situatie. Sommige stukken kunnen lastig zijn om te lezen omdat ze een gevoelige snaar raken. We hopen dat ouders hier en daar iets kunnen oppikken dat ze zelf kunnen toepassen. Hoe meer pijlen er in de koker zitten, hoe groter de kans dat men zich opgewassen voelt tegen het probleem. Maar ook als het niet loopt zoals men het graag zou willen, hopen we dat het boek heeft kunnen bijdragen tot een verhoogd zelfvertrouwen van ouders. Drugs is een onderwerp dat weinigen onberoerd laat. Voor sommigen is het een bron van genot, voor anderen een bron van veel ellende. Ondanks de grote problemen die ze met zich kunnen meebrengen in gezinnen, kunnen drugsproblemen overwonnen worden. Maar zelfs als het drugsgebruik niet is gestopt, kan het moeilijke leerproces een meerwaarde betekenen. De moeder van een dochter die vroeger verslaafd was geweest, stuurde ons met nieuwjaar een kaartje met het volgende citaat: ‘Niet wat ons wordt aangedaan doet ons op- of ondergaan, maar de wijze van ernaar te kijken doet ons verarmen of verrijken’ (van Monsjou-Krijger, 1997).
Dankbetuiging Er rest mij nog mijn welgemeende dank te betuigen aan al degenen die de realisatie van dit boek hebben mogelijk gemaakt. Eerst en vooral Filip Van Hende die voor dit boek de nodige tijd heeft vrijgemaakt om zijn juridische kennis op papier te zetten. Voor mijn gedeelte ben ik heel wat collega’s van het cat,
15
MIJN KIND EN DRUGS-final/7.0
15
11-02-2008, 15:51
deelwerking van Eclips te Gent en van de vad te Brussel, schatplichtig voor de ideeën die hier gepresenteerd worden. Het werken met de alcohol- en drugsproblematiek gebeurt in teamverband. In het bijzonder dank ik Marc Tack, voor zijn genuanceerde kijk op het thema en Rudy Goossens voor zijn aanvullende informatie op diverse terreinen. Ik heb met heel wat mensen van andere organisaties boeiende vergaderingen en uitwisselingsmomenten gehad: het Oost-Vlaamse consultoverleg en de werkgroep voor ouderbegeleiders op de vad. Onze oudergroepen worden mee begeleid door collega’s uit de residentiële sector, meer bepaald van de Therapeutische Gemeenschap Kiem, het Psychiatrisch Ziekenhuis St.-Camillus en de verslavingsafdeling van het Psychiatrisch Centrum Sint-Jan Baptist. De uitwisselingsmomenten met de collega’s van de Interactie-Academie, onder meer met Flor Peeters, Luc Van den Berge en Sabine Vermeire hebben me, ook voor dit boek, erg veel bijgebracht. Aan hen die het boek hebben nagelezen en van opbouwende feedback hebben voorzien, van harte dank. Dit zijn de cat-collega’s: Hilde De Neve, Fernand De Temmerman, Inge De Wilde, Elke Fontaine, Rudy Goossens, Etienne Janssen, Christophe Kino en Marc Tack. De collega’s van de vad en de DrugLijn: Mia De Bock, Tom Evenepoel en Kathleen Raskin. Enkele ouderbegeleiders uit andere regio’s: Herbert Jenaer (cad Limburg) en Griet Vigoureux (Vagga-Altox, Antwerpen) en de collega’s van de Interactie-Academie: Mieke Van Daele en Sabine Vermeire. Tot slot kreeg ik interessante feedback en vooral veel steun van familie en vrienden: Tom Decorte, Kaat Liénard, David Van Reybrouck, Bernadette De Bouvere en Griet Detavernier. Bijzondere dank gaat uit naar de vele ouders wiens verhaal inspiratie heeft geboden voor dit boek. Een aantal van hen én een zus waren zelfs bereid om hun ervaringen op te schrijven. Omwille van de anonimiteit kunnen we hen niet met naam vermelden, maar mijn dankbaarheid is er niet minder om. De realisatie van dit boek is soms ten koste gegaan van de tijd die nodig was om ouders te ondersteunen. Gelukkig is het catteam de voorbije jaren uitgebreid met collega-ouderbegeleiders. Dank aan hen om mee steun te bieden aan ouders met vragen
16
MIJN KIND EN DRUGS-final/7.0
16
11-02-2008, 15:51
en zorgen. Tot slot heeft ook de gezinstijd serieus moeten inboeten aan schrijftijd. Dank aan Griet, Milan en Anna voor het geduld en de loyaliteit om mij te laten werken. Zij bewaken dagelijks dat ik genuanceerd blijf denken over de boeiende maar moeilijke taak van het ouderschap. Ze behoeden me alleszins voor de gedachte dat ik het te snel zou weten‌ Tomas Van Reybrouck januari 2008 Reacties op dit boek zijn welkom op t.vanreybrouck@cggeclips.be
17
MIJN KIND EN DRUGS-final/7.0
17
11-02-2008, 15:51