10 stappen naar succes en geluk

Page 1

10 stappen naar succes en geluk



Carl Van de Velde

10 stappen naar Succes en Geluk! Ontdek wat je werkelijk wilt en neem zelf je toekomst in handen

Houtekiet Antwerpen/Amsterdam


Š Carl Van de Velde / Houtekiet / Linkeroever Uitgevers nv 2010 Houtekiet, Katwilgweg 2, 2050 Antwerpen www.houtekiet.com info@houtekiet.com Omslag Karakters, Gent Zetwerk Intertext, Antwerpen Redactie Tom Willems isbn 978 90 8924 131 3 d 2002 4765 29 nur 777 Eerste druk september 2002 Tweede druk november 2005 Derde druk mei 2007 Vierde druk augustus 2008 Vijfde druk maart 2010 Zesde druk juni 2010 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission of the publisher


Inhoud

Met dank aan 9 De tafelspringer 11 Aan de lezer 29 Stap 1 Gebruik al je pk’s, je persoonlijke krachten 35 De landloper 35 Waarom leven we niet op volle vermogen? 40 Waarom gebruiken we niet al onze pk’s? 43 De spiraal van vermogen 49 Hoe ontwikkel ik mijn pk’s? 50 Succes- en geluksstrategie 1: treed buiten je comfortzone 52 Stap 2 Armoede of rijkdom, falen of succes 57 Het logisch gevolg van je ‘kernovertuigingen’ De mirakelmijl 57 Wat is een overtuiging? 59 De structuur van een overtuiging 91 Van belemmerende naar stimulerende overtuiging 62 Het placebo-effect: de overtuiging als geneesmiddel 69 Succes- en geluksstrategie 2: zoek je persoonlijke overtuigingen 72


Stap 3 Zelfvertrouwen en stemmingcontrole 75 Word baas over je eigen emoties Het maandagochtendsyndroom 75 De stemmingspiraal, draaikolk van pijn of plezier 80 Van negatieve naar positieve stemming in twee seconden dankzij de krachtbeweging Het conditioneren van een enthousiaste levenshouding 85 Succes- en geluksstrategie 3: het tiendagenplan 89 Stap 4 Bereik het ongewone 91 Zet je dromen om in realiseerbare doelen De rivier des levens 91 Het verjaardagsfeestje 94 De fundering van de droom: een onblusbaar, brandend verlangen 96 Brandstof voor de droom 101 De zeven G’s 105 Succes- en geluksstrategie 4: op zoek naar de achtste G, de G van Geluk 109 Stap 5 Modelleer succes en geluk 143 De snelweg naar een fantastisch leven Het recept van Germaine 143 Recepten van het leven 145 Criteria voor een rolmodel 146 De zeven V’s van het rolmodel 150 Analyse van het rolmodel 150 Succes- en geluksstrategie 5: wie is jouw rolmodel? 151

83


Stap 6 Lanceer een doelshuttle 157 Maak een plan voor het leven van je dromen Mark Shuttleworth, eerste Afrikaan in de ruimte 157 Perween Warsi, recept voor succes ligt op eigen keukentafel 159 Structureer je leven, maak je doel tastbaar 160 Succes- en geluksstrategie 6: lanceer een doelshuttle 163 Stap 7 Van zombie tot sneltrein 173 Strategieën naar een ongekende energie Dokter Drenkeling 173 Cellen, bouwstenen van ons lichaam 174 Maak van je ademhaling een filterinstallatie 175 Besproei je innerlijk met water 178 Eet jezelf gezond 179 Conditie in relatie tot prestaties 180 Metamorfose van de auteur 181 Succes- en geluksstrategie 7: het veertiendagenplan 181 Stap 8 Belemmerende of stimulerende atmosfeer 183 Creëer een turbo-omgeving Het I love you-virus 183 Demotiverende en stimulerende omgevingen 184 Persoonlijke ecologie en levensverwachting 185 ZOEM-denken en DOEM-denken 189 Geef het voorbeeld aan je omgeving 191 Succes- en geluksstrategie 8: creëer je turbo-omgeving 194


Stap 9 Succes zonder spijt 199 Ecologisch omgaan met persoonlijke waarden en regels Rock Star 199 Maureen 200 Persoonlijke waarden en regels in relatie tot succes en geluk 201 Waarden en doelen 205 Sleutelen aan waarden 206 Regels 210 Succes- en geluksstrategie 9: de levensmissie 216 Stap 10 Investeer in jezelf 219 Verhoog je persoonlijke marktwaarde Intrest op intrest 219 Universiteit van het leven 220 Inzichten in persoonlijke ontwikkeling 222 Succes- en geluksstrategie 10: word wie je wilt zijn 226 Slotwoord 231 De meest gestelde vragen aan Carl 233 Meer over deze inspirerende levenstechnieken 237


Met dank aan

Alle grote realisaties komen tot stand door de gebundelde energie van toegewijde mensen. Ik heb het voorrecht om met unieke en toegewijde mensen samen te werken. Zelden sta ik er nog bij stil dat deze unieke en toegewijde mensen zich iedere dag opnieuw volledig inzetten om onze missie te voeden en te volbrengen. Dit is een moment om deze unieke en toegewijde mensen extra te bedanken. Bedankt, familie en vrienden, ik dank jullie voor de liefde en kameraadschap. Bedankt, Maureen, Boy en Luna. Jullie zijn de bron van mijn motivatie. Bedankt, beste lezer, voor het vertrouwen, het kapitaal en de tijd die jij vrijmaakt om dit boek te lezen.



De tafelspringer

Dit boek wordt voor ons een intieme, diepe belevenis. Voor we van start gaan wil ik eerst van het voorrecht gebruikmaken om mezelf kenbaar te maken zodat jij ook een duidelijk beeld krijgt van wie jouw coach werkelijk is. Augustus 2002. Ik rijd met mijn echtgenote Maureen naar een zaal in hartje Antwerpen waar ik mijn seminar ‘Op Volle Vermogen’ zal geven. Iets meer dan driehonderd deelnemers maken zich er op voor een avond die bol zal staan van inspiratie en inzichten die de kwaliteit van hun werk en leven kunnen stimuleren. In Berchem stel ik Maureen voor een klein ommetje te maken – er rest ons nog wat tijd. Ik sla af in de Kaasstraat. Hier betrok ik zestien jaar geleden met Maureen een kleine bemeubelde studio. ‘Het is eigenlijk onvoorstelbaar hoe een mensenleven kan veranderen’, oppert Maureen. ‘Zo is dat’, mijmer ik en ik neem een duik in het verleden… Als kind was ik niet echt een briljant student. Mijn focus ging veeleer uit naar het zwieren in de takken van de bomen, spelen met vriendjes en het imiteren van Urbanus Van Anus. ‘School’ interpreteerde ik als een belemmering en tijdverlies. Door deze instelling ontwikkelde ik een achterstand ten opzichte van mijn klasgenoten. Voor ik het derde jaar van de lagere cyclus haalde, had ik al tweemaal een jaar over moeten doen, tot grote frustratie van mijn ouders en leerkrachten. In december 1977 adviseerde mijn klastitularis tijdens een oudercontactavond dat

11


het beter was dat ik voor een beroepsrichting opteerde. Na ieder rapport was het steevast storm onder het dak van familie Van de Velde. Er ontstond een redelijk spanningsveld in de huiselijke atmosfeer. Maar op zekere dag veranderde mijn leven. Op school, tijdens de les aardrijkskunde, was ik er niet echt bij. De gespannen situatie thuis en mijn onzekerheid bezorgden me concentratieproblemen. De leerkracht, mevrouw V., riep me toe: ‘Van de Velde, wil je de klas verlaten, je zit hier toch maar te niksen.’ Ik wenste niet over mijn toenmalige thuissituatie te praten en reageerde boos. ‘Met alle plezier’, antwoordde ik. ‘Want door uw ongemotiveerde manier van lesgeven val ik toch maar in slaap.’ Waarop zij dan weer: ‘Van de Velde, buiten.’ En ze wees me de deur. Toen ik de klas bijna had verlaten, vond ze het nodig er nog een schepje bovenop te doen. ‘Van de Velde, je bent een product om aan de dop te gaan staan.’ Mijn impulsieve reactie was er een die kon tellen, vond ik. ‘Wel mevrouw V., we zullen over tien jaar eens zien, mochten we elkaar aan het stoplicht tegenkomen, wie dan de dikste auto bestuurt, u of ik.’ Helaas kwam ik mevrouw V. nooit meer tegen. Exact negen jaar na dat voorval kocht ik mijn eerste Jaguar. En nog enkele jaren later mocht ik een seminarie geven aan meer dan duizend leerkrachten uit het gemeenschapsonderwijs. Afijn, nadat ik de deur van de klas achter me had dichtgetrokken, veranderde mijn leven ingrijpend. Voor de allereerste keer werd ik willens nillens geconfronteerd met mijn toekomst. Wat moest ik doen? Ik was zeventien en bezat geen diploma. Mijn studies voltooien? Daarin had ik evenmin zin. Ik volgde een richting waarin ik geen barst interesse toonde. Er speelde zich een sciencefictionfilm voor mijn ogen af: de film van mijn toekomst. Daarin zag ik mezelf zon-

12


der geld naar het stempellokaal tuigen, precies zoals mevrouw V. het voor mij had uitgestippeld. Maar dat zag ik helemaal niet zitten. De pijn en de afkeer die ik voelde bij het idee alleen al, zetten me aan het dromen. Ik zou eens bewijzen wat ik waard was. Ik zou de buitenwereld eens tonen wat Carl Van de Velde in zijn mars had. Die namiddag keerde ik naar huis terug. Ik vertelde opgewekt aan mijn ouders dat ik zonet had besloten een einde te maken aan mijn schoolopleiding en dat ik beslist had uit werken te gaan. De reactie van mijn ouders liet zich raden. Onmiddellijk werd een crisisvergadering belegd. ‘Carl, wees toch verstandig.’ ‘Wat ga je doen, je bent zeventien?’ Maar mijn argumenten hadden impact. ‘Vanaf nu ga ik geld verdienen’, zei ik. ‘Ik heb de kans om een financiële voorsprong op te bouwen ten opzichte van mijn klasgenoten en praktijkervaring op te doen. Ik ga aan de slag en we steken al het geld dat ik verdien in een spaarpot. Ik leef verder op een zuinige manier.’ In de ogen van mijn vader zag ik enige affiniteit voor mijn idee groeien. Al was zijn scepticisme niet van de lucht. ‘Wát denk je dan te doen voor werk?’ ‘Euhm… misschien kan ik wel ergens aan de slag in de horeca, als ober.’ Vader stelde me op de proef en belde meteen een oude vriend. Die had net een discotheek geopend. Vader vroeg of er een plekje vrij was voor zijn zoon die net de school had verlaten. Twee dagen later ging ik aan de slag als glazenophaler in de discotheek van mijn vaders vriend. Ik verdiende dat weekend mijn eerste centen. Het totaalbedrag van 4.500 frank verdween zoals afgesproken meteen in de pot. De job van glazenophaler nam ik zeer serieus. Ik keek op naar P., hij was de ober die de grootste omzet haalde. P. was een echte professional: hij kon wel zeven volle glazen op één hand dragen. Dat is een man van wie ik kan leren, dacht ik. Daarom begon ik P. te imiteren in zijn ge-

13


dragingen, zijn manier van lopen, zijn vriendelijke glimlach naar de klanten. Als er niet te veel volk was, oefende ik met het plaatsen van lege glazen in mijn hand. Er is heel wat glas gesneuveld dat weekend, maar op zondagavond knelde ik al vlot zes volle glazen bier in één hand. Het daaropvolgende weekend ging ik nog een stapje verder. Ik begon spontaan bestellingen van klanten op te nemen in de drukste periode van de avond. Ik gaf ze door aan mijn rolmodel P. De baas had dit meteen in de gaten. Hij vroeg me wat mijn motieven waren. Waarop ik antwoordde: ‘Ooit word ik je beste ober.’ Hij zei: ‘Volgende week kom je werken met wit hemd, zwarte broek en dito das en mag je opdienen.’ Nadat ik slechts drie weken als glazenophaler had gewerkt, was ik al gepromoveerd tot ober. Ik was zo fier als een gieter! Ik werkte hard en werd almaar beter in het vak. Al na vier maanden kwam de baas op me af om me te feliciteren. Ik haalde de grootste omzet van zijn personeel, dat uit zeven kelners bestond. Het jaar nadien beleefde ik de tijd van mijn leven. Mijn klanten werden mijn vrienden, ik ontwikkelde spontaniteit, had succes bij de meisjes en verdiende heel wat geld. Ik vierde mijn achttiende verjaardag terwijl ik werkte, behaalde kort daarna mijn rijbewijs en kocht mijn eerste auto, een elf jaar oude Opel Manta, die ik toen 35.000 frank betaalde. De grote uitdaging kon nu beginnen. Ik zou werk gaan zoeken als verkoper en tijdens de weekends mijn job als kelner blijven uitoefenen. Zo kon ik een voor mijn leeftijd behoorlijk inkomen verdienen. Mijn eerste sollicitatie was gelijk raak. Ik mocht aan de slag bij een bedrijf dat deur aan deur koperen potten en pannen verkocht. Het leek mij de best mogelijke manier om ervaring op te doen. De verkoopleider van het bedrijf, meneer D.B., gaf me een korte maar degelijke opleiding en vervolgens gooide hij me voor de leeuwen. ‘Want in de praktijk moet je leren’, zei meneer D.B.

14


Het was putje winter. Met een dikke jas, handschoenen en een presentatiekaft ging ik de straat op om onder het voorwendsel van een enquête in verband met energiebesparing bij de mensen voet tussen de deur te krijgen om dan een poging te wagen een koperen keukenstel van 54.000 frank te slijten. Na twee dagen en ongeveer 320 deuren die vriendelijk maar doorgaans onvriendelijk tegen mijn neus waren dichtgegooid, begon ik te twijfelen. Had ik wel voor het juiste beroep gekozen? Ik besloot mijn presentatiemateriaal binnen te leveren en een andere baan te zoeken. Maar op het einde van die tweede dag – ik had nog altijd niets verkocht – vond ik een post-it onder de ruitenwisser van mijn auto. Doorzetters worden altijd beloond, proficiat Carl! Ga zo verder! stond er op te lezen. De verkoopleider was me overdag ongemerkt komen inspecteren en had een briefje geschreven. Uit het memootje haalde ik de nodige motivatie om nog een uurtje langer te werken en mezelf een laatste kans te gunnen. Twee huizen verder dan de laatste deur waar ik even voordien nog had aangebeld, werd ik vriendelijk ontvangen door een bejaard echtpaar. Na een demonstratie van één uur verkocht ik mijn eerste keukenpotten. De dag nadien legde ik niet zonder trots mijn eerste bestelbon voor de neus van de verkoopleider. ‘Meneer D.B., ik word nog uw beste verkoper’, voegde ik eraan toe. Ik zag het weer helemaal zitten. Diezelfde week maakte ik nog twee nieuwe klanten. Ik werkte zeven op zeven. Op vrijdag, zaterdag en zondag bracht ik bestellingen rond in de discotheek en zelfs op zaterdagmiddag leurde ik deur aan deur met keukenpotten. Op het einde van mijn tweede maand werd ik binnen het bedrijf geprezen als beste ‘junior verkoper’. Ik had in dertig dagen zeventien sets verkocht; een record voor een beginneling. Het ging me als achttienjarige al behoorlijk voor de wind: ik kon bogen op een dubbel inkomen en had in feite weinig tijd om mijn geld uit te geven. Op zekere morgen kreeg ik via de post mijn oproep voor

15


het leger. ‘U krijgt een maand opleiding in Ekeren en dan verhuist u naar Soest, in Duitsland, waar u als stormfusselier (infanterist) uw dienstplicht vervult.’ Mijn wereld stortte in elkaar. Ik zou niet alleen mijn werk als verkoper verliezen maar ook het kelner-zijn mocht ik vergeten omdat ik de weekends in Duitsland zou doorbrengen. Dit zou ik niet laten gebeuren, ik moest en zou een oplossing vinden. Aan iedereen die het horen wilde, legde ik het probleem waarmee ik te kampen had uit – iemand zou misschien wel raad kunnen geven. Tot een persoon me de raad gaf om een volksvertegenwoordiger aan te klampen. Enkele dagen later zat ik tegenover een volksvertegenwoordiger die aandachtig naar mijn verhaal luisterde. Hij beloofde me dat hij er zorg voor zou dragen dat ik in het Antwerpse zou worden gekazerneerd, zodat ik mijn job als kelner zou kunnen behouden. In 1983 deed ik mijn opleiding in Ekeren en werd ik gekazerneerd in Brasschaat, bij het lichte vliegwezen. Ik was een van de enige miliciens die nooit wacht of piket moesten lopen. Had ik geluk? Neen, ik had actie ondernomen en voor mezelf de mogelijkheid gecreëerd. Tijdens mijn legerdienst las ik verscheidene boeken over het vak verkopen en volgde ik een avondcurcus ‘succesvol verkopen’. Ik bleef aan de slag als kelner. Tegen het einde van mijn dienstplicht begon ik met solliciteren om mijn marktwaarde als verkoper te kunnen inschatten. Toen ik was afgezwaaid, had ik verschillende alternatieven. Ik koos voor een bedrijf dat gespecialiseerd was in dubbele beglazing. ‘Ik treed niet voor mijn 35ste in het huwelijk óf ik moet financieel totaal onafhankelijk zijn.’ Die persoonlijke wijsheid had ik me al mijn hele leven aangemeten. Dus mijn relaties met meisjes hadden zich tot dan beperkt tot vele vriendinnetjes voor hele korte periodes. Tot ik kort na mijn legerdienst het meisje van mijn dromen ontmoette… Het

16


was absolute liefde op het eerste gezicht en na een relatie van zes maanden namen we de beslissing om te gaan samenwonen in een kleine bemeubelde studio in het centrum van Antwerpen. Zij was achttien, ik net twintig. Onze spaarrekening plunderden we ten voordele van de borgstelling en huishuur voor de studio. Tijdens de verhuizing ontplofte de motor van mijn auto. Voor de tweede keer in mijn leven kwam ik in financiële problemen, want om mijn werk te kunnen behouden, moest ik over een functionerend voertuig beschikken. We besloten een lening aan te gaan en kochten een degelijke tweedehandswagen. Vervolgens besloot ik om mijn job als kelner op te geven om me volledig te kunnen concentreren op mijn werk als verkoper. Mijn vriendin werd mijn verloofde en we besloten de echtelijke stap te zetten. Een datum werd vooropgesteld. In 1988 werd mijn verloofde mijn echtgenote en Maureen en ik verhuisden van onze studio naar een ruim appartement met twee slaapkamers. Dat moest ook wel, want kort na ons huwelijk was Maureen in blijde verwachting… Ik gaf mijn werk op en ging verkopen voor een bedrijf in deuren- en keukenrenovatie. Ik werkte mezelf op tot topverkoper en besloot op mijn 22ste verjaardag een eigen bedrijf in dezelfde sector op te starten. Als ondernemer in wording sleepte ik bij een buitenlandse fabrikant een exclusiviteitscontract voor de invoer van materialen in België in de wacht en investeerde al onze zuurverdiende spaarcenten in werkgereedschap en presentatiemateriaal. In Hoboken huurde ik een pand. Ik richtte het in als fabricageafdeling en had nog net genoeg ruimte voor een klein kantoortje. Het geld was op, maar ik was er helemaal klaar voor. Mijn vader werd mijn mentor en ik zorgde ervoor dat ik niet dezelfde fout beging die hij als ondernemer maakte. Maar hoe raakte ik aan mijn klanten? Er was geen geld meer voor publiciteit en promotie… Dus besloot ik mijn

17


diensten ‘deuren- en keukenrenovatie’ aan te prijzen van deur tot deur. Iedere dag maakte ik klanten en een eerste werknemer werd in dienst genomen. De onkosten werden beperkt tot een absoluut minimum en winst werd onmiddellijk opnieuw geïnvesteerd in de zaak. Van mijn vader had ik geleerd dat een sterke fundering bij het starten van een zaak zeer belangrijk is. 17 mei 1989. Dean Jason Van de Velde was geboren! Als trotse vader kon mijn geluk niet meer op. Een pracht van een vrouw, een pasgeboren kind, een goed draaiende nieuwe zaak, er waren woorden te weinig om ons gelukzalig gevoel te beschrijven. Maar dat gevoel zou een dramatische wending krijgen. Drie weken na zijn geboorte kreeg onze zoon onverwachte eetstoornissen. We maakten een afspraak met de kinderarts die onze baby onderzocht. ‘Meneer en mevrouw Van de Velde, ik wil u niet ongerust maken maar ik voel een spanning bovenaan op de schedel van uw kindje. Het lijkt mij aangewezen dat we morgen onmiddellijk een scan nemen om een duidelijke diagnose te stellen.’ Na een slapeloze nacht reden we met een kloppend hart naar het hospitaal. Die dag zou de donkerste uit ons nog jonge leven worden. We werden ondergebracht in een patiëntenkamer en ons kindje werd meegenomen voor een scan. Dertig minuten later keerde de kinderarts terug. De diagnose was vernietigend. ‘Meneer en mevrouw Van de Velde, ik heb slecht nieuws. Uw kindje werd geboren met een snelgroeiende hersentumor. Dean zal spoedig sterven.’ De dokter toonde ons de resultaten van de scan en liet ons even alleen om het dramatisch nieuws te verwerken. Mijn echtgenote en ik stuikten als het ware in elkaar en we huilden in mekaars armen onze tranen uit. Onze wereld was helemaal in elkaar geklapt. Ondanks ons verdriet en wanhoop besefte ik nog altijd niet wat de dokter bedoelde. Het kon toch niet zijn dat er in de hedendaagse medische wereld geen oplossing zou zijn voor een dergelijke aandoening?

18


In zijn kantoor legde de behandelende arts uit dat het hier een zeer zeldzaam geval van aangeboren hersentumor betrof. ‘Het komt slechts bij één op de 300.000 pasgeboren baby’s voor.’ Maar waarom net bij ons? Hij stelde ons voor een meer ervaren Leuvense professor een tweede diagnose te laten stellen en maakte onmiddellijk een afspraak voor de volgende dag. Samen met ons kindje verlieten we het hospitaal en reden radeloos huiswaarts. We voelden ons verdoofd, verscheurd, kwaad en verdrietig. We vonden de woorden niet om elkaar te troosten. De wanhoop en de pijn die ik toen voelde, kan ik op geen enkele manier beschrijven. Maar de Leuvense prof bevestigde de diagnose van de dag voordien, al zou een delicate operatie misschien een positieve uitkomst bieden. Zijn bemoedigende woorden gaven ons hoop. Uiteraard zouden we geen enkele kans onbenut laten om ons kind te redden. De opvang in Gasthuisberg was fenomenaal. De verpleegsters ontfermden zich over ons zoontje met medeleven en tederheid. Die avond laat reden we terug naar Antwerpen zónder ons kind. Onze ouders en vrienden trachtten ons moed in te spreken en ons te troosten. De volgende dagen bleven we aan het bedje van onze zoon gekluisterd. Maar een week later confronteerde de professor ons met zijn definitieve, pijnlijke diagnose: ‘Uw zoontje Dean zal spijtig genoeg sterven. Alleen weten we niet wanneer. Het kan over enkele dagen zijn maar net zo goed over enkele maanden.’ De verpleegsters deelden in ons verdriet. Nooit had ik de waarde van een kind zo hoog ingeschat. Ik trachtte mijn vrouw te troosten; mijn vrouw trachtte mij te troosten. We projecteerden al onze liefde op ons kind dat al na enkele dagen morfine kreeg toegediend om eventuele pijn te verzachten. Ondertussen had een ander probleem de kop opgestoken. Ik was al enkele weken niet meer in de zaak aanwe-

19


zig geweest. Er kwam dus ook geen werk meer binnen en mijn pas opgerichte onderneming raakte in ernstige financiële moeilijkheden. Er moesten dringend nieuwe klanten worden gemaakt. Een faling zou onafwendbaar zijn. Uiteraard had ik absoluut geen zin om mensen te bezoeken. Nadat we nog enkele dagen in het hospitaal hadden doorgebracht, voerden mijn vrouw en ik een ernstig gesprek. We besloten dat ik weer aan het werk moest. ’s Ochtends reed ik Maureen naar het hospitaal in Leuven en ik keerde meteen terug naar Antwerpen om klanten te bezoeken. ’s Avonds bezocht ik mijn zoon en ’s nachts, na weer een rit Leuven-Antwerpen, kropen we oververmoeid in ons bed. Zo leefden we weken na elkaar. Op 24 juni 1989 schrikte het telefoongerinkel ons vroeg in de ochtend op. De hoofdarts van de kinderafdeling vroeg ons dringend naar het hospitaal te komen. De situatie was dramatisch verergerd. Die middag stierf mijn zoon terwijl ik hem in mijn armen hield. De pijn was ondraaglijk, de onzekerheid was weg. We waren ons kind verloren… Een week later trok ik samen met mijn echtgenote een week naar het buitenland om dit spijtige gebeuren in alle intimiteit te verwerken. Samen leerden we twee belangrijke zaken: we beseften ten volle de waarde en het voorrecht om een kind te mogen hebben en we leerden dat we gelijk welk toekomstig probleem zouden kunnen relativeren en het hoofd bieden. Ik weet nu dat deze gebeurtenis ertoe heeft bijgedragen dat ik een sterk en kwalitatief rijk leven heb opgebouwd. De dokters gaven ons de raad om onze kinderwens minstens een jaar op te bergen. We moesten ons verdriet verwerken en een rouwperiode inlassen. Maar we wuifden dat advies weg en besloten samen een tweede kind op de wereld te zetten. Op 2 augustus 1990 schonk Maureen me een tweede zoon, Boy Dean Van de Velde. Boy was kerngezond en kreeg onze onvoorwaardelijke liefde. Ondertussen had mijn bedrijf, Reno Port, zich ontwik-

20


keld tot een gezonde, snelgroeiende onderneming. Ik had al een vijftal vaste medewerkers in dienst en nam een extra verkoper aan. Zo gunde ik mezelf de mogelijkheid iets meer tijd door te brengen met mijn gezin en me nog meer te concentreren op de uitbouw van de zaak. Ik huurde een tweede bedrijfspand en na nog een jaar expansie barstten beide gebouwen haast uit hun voegen. Ik moest op zoek naar een oplossing. Mijn vader gaf me de raad om zelf te investeren in een industriegebouw. Ik ging op zoek naar de ideale locatie en liet mijn oog vallen op een nieuwe hal in Hoboken. De kostprijs was redelijk en de centrale ligging stemde me eveneens tevreden. Het leek me een verantwoorde investering. Ik stelde een financieel plan op en trok als 25-jarige ondernemer naar de bank om mijn project te financieren. De woorden van mijn bankdirecteur waren bemoedigend. ‘Een positieve balans. Ik zie geen graten in je plan.’ Twee weken later kreeg ik bericht van de bank dat mijn financiering was afgekeurd! Maar ik treurde daar niet om, want Vlaanderen telt meer banken dan kerktorens, maakte ik me sterk. Ik diende bij een achttal banken een financieel plan in en kreeg telkens een vriendelijke ‘nee’ terug. Ik realiseerde me dat ik van strategie moest veranderen. In diezelfde periode vond ik in de handel Think and Grow Rich, het boek van Napoleon Hill. De auteur beschrijft daarin hoe alle succesvolle mensen hun doelen visualiseren en tastbaar maken. Dus besloot ik de daad bij het woord te zetten. Ik liet terstond een nieuw plan maken van het pand dat ik voor ogen had. De architect wees me erop nog een toonzaal en kantoren bij aan te bouwen, zodat de waarde van het gebouw en de productiviteit van mijn onderneming de hoogte in zouden gaan. Het plan kreeg een plaats naast mijn kantoor. Op mijn bureau plaatste ik een maquette van mijn bedrijf in wording. Iedere morgen visualiseerde ik dat ik al eigenaar was van het ruime industriegebouw met ingerichte toonzaal en

21


kantoren. Twee weken later had ik de financiering rond en nog eens drie weken nadien waren de zware machines aan het graven. Voor het eerst in mijn leven ontdekte ik de kracht van het visualiseren, een techniek waaraan ik verder in dit boek een volledig hoofdstuk wijd. Wat had ik gedaan om dit project rond te krijgen? Ik had mijn aandacht blijven richten op een oplossing met de onvoorwaardelijke overtuiging dat ik ze moest en zou vinden. Ik stelde de aannemer, die er overigens een flinke duit aan zou verdienen, mijn uitdaging voor en motiveerde hem om mee een oplossing te zoeken. Op zijn beurt heeft hij de bank waarmee hij zaken deed kunnen overtuigen met mij in zee te gaan. De poort naar verdere groei en uitbreiding stond open, de verhuizing werd voorbereid en ik investeerde een groot deel van mijn bedrijfskapitaal in de inrichting van kantoren, toonzaal en werkhuismachines. Op het ogenblik van de bedrijfsverhuizing diende zich een nieuwe uitdaging aan. Een van de verkopers die garant stond voor de helft van de totale bedrijfsomzet was overdonderd geraakt van de snelle expansie van mijn onderneming. Hij had besloten een eigen zaak uit te bouwen en vroeg zijn onmiddellijk ontslag. Wat ik vreesde, gebeurde ook. De gemiddelde maandomzet halveerde terwijl mijn maandelijkse kosten verdrievoudigd waren door de investering die ik had gemaakt. Die periode maakte me duidelijk dat een mens pas op zijn best is als hij onder druk staat. Ik besloot naarstig op zoek te gaan naar nieuwe, gemotiveerde en toegewijde mensen en stelde een team van verkopers samen dat de bedrijfsomzet naar een ongekend record stuwde. Geïnspireerd door de kracht van het boek van Napoleon Hill kocht ik ieder boek over het onderwerp ‘persoonlijke ontwikkeling’ dat ik in de handel kon vinden. Ik las destijds ongeveer twee boeken per week en schreef me in voor iedere cursus die me kon helpen mijn persoonlijke doelstellingen te realiseren. Ik werd een fanatiek student van

22


het fenomeen ‘succes’. ‘Waarom doen mensen wat ze doen en wat zijn de gevolgen en effecten van hun gedragingen?’ Daarop focuste ik me. Ik trachtte ook zoveel mogelijk opgedane kennis toe te passen en evalueerde de resultaten die ik produceerde. Mijn omzet groeide ieder jaar met enkele flinke procenten en mijn organisatie bestond al snel uit een twintigtal medewerkers. Maar ik miste iets. Telkens als ik naar een seminar, cursus of lezing toog, bleef ik een beetje op mijn honger. Er zat nergens dynamiek in. De meeste sprekers waren goed tot fantastisch in het brengen van een verzorgde lezing maar ze waren niet altijd in staat de toeschouwers op een beklijvende manier te begeesteren. Ergens in 1995 kreeg ik de kriebel in de buik om de inzichten, technieken en vaardigheden waarvan ik me had meester gemaakt te delen met zoveel mogelijk anderen. Ik vond dat het ook mijn missie was om wat ik geleerd had uit te dragen aan iedereen die het horen wilde, maar dan op een boeiende, amusante, duidelijke en beklijvende manier. Zij die een lezing van mij zouden bezoeken, zouden er het grootste gedeelte van moeten onthouden en toepassen, zodat ze daadwerkelijk verandering in hun leven zouden kunnen brengen. Dat zou maximaal rendement zijn. Maar ik had toen nog een panische angst om te spreken in het openbaar. De gedachte alleen al dat ik voor een publiek zou staan, dat alle ogen op mij zouden zijn gericht, gaf me hartkloppingen en een droge mond. Ik had wel een leuk concept in gedachten maar had niet het lef om dat in het bijzijn van anderen, met hoeveel of hoe weinig ook, uit te spreiden. Ik voelde me wel veilig om mijn eigen medewerkers te trainen en te coachen maar spreken voor een onbekende massa was voor mij een te hoge drempel. Ik verschuilde me dus achter de overtuiging dat ik niet het recht had me tot anderen te richten. Tenslotte had ik slechts tot mijn zeventiende school gelopen, ik bezat geen diploma en bovendien had ik toch geen tijd om lezingen te geven.

23


Tot ik op zekere morgen telefoon kreeg van een zekere mevrouw D.B., een leerkracht uit Mechelen en ‘stagementor’ van leerlingen die ieder jaar binnen onze organisatie de kans kregen om hun opgedane leerervaringen aan de praktijk te toetsen. Of ik eventueel een lezing zou kunnen verzorgen voor alle laatstejaars ‘vertegenwoordiging en verkoop’? Ze vond het een geweldig idee om iemand uit het bedrijfsleven de studenten enige vaardigheden aan te brengen. ‘Over hoeveel leerlingen hebt u het juist?’ luidde mijn eerste vraag. ‘Ongeveer negentig studenten tussen 19 en 21’, vertelde ze me, alsof ze doorhad dat ik op haar telefoontje zat te wachten. ‘U treft me net midden in een meeting’, wimpelde ik haar vriendelijk af. ‘Ik zal u morgen persoonlijk contacteren om dit even te bespreken.’ Ik gunde me dus de tijd om enkele overtuigende verontschuldigingen en redenen te verzinnen en die uitdaging uit de weg te gaan. De nacht die volgde op dat bewuste telefoontje bedacht ik wel 101 redenen om aan die lezing te verzaken. Maar het idee om een wervelende presentatie te geven bleef door mijn hoofd spelen. Ik klampte me dus vast aan wat ik uit het boek van Napoleon Hill geleerd had en trachtte de eventuele voordracht volledig te visualiseren. Welk gevoel zou ik daarbij ontwikkelen? De lezing die zich in mijn gedachten afspeelde eindigde uiteindelijk met een staande ovatie. Ik balde mijn rechtervuist en riep luidop ik wil het, ik kan het en ik doe het! Mijn echtgenote schrikte wakker en vroeg of ik een nachtmerrie had. De volgende morgen nam ik contact met mevrouw D.B. met de melding dat ik een lezing zou verzorgen van een halve dag. We zochten een geschikte datum en mijn eerste lezing was geboekt. Mijn gebrek aan ervaring en methodiek compenseerde

24


ik met spontaniteit. Ik zou uit mijn persoonlijke kennis een voordracht geven. Maar de dag voor het Grote Moment werd ik door griep overvallen. Ik stond stijf van de koorts. Net alsof een hogere macht mij tegenhield en het hele plan alsnog wilde schrappen. Maar toch liet ik me de volgende ochtend, na een slapeloze nacht, toe me op te winden en reed ik richting Mechelen. Ik was ervan overtuigd dat ik de studenten een topvoordracht zou geven. Tijdens de rit prentte ik me in dat ik al jaren niets anders deed dan lezingen geven en visualiseerde ik dat een volledige aula studenten een staande ovatie gaf. Vijf uur later was duidelijk geworden dat de kracht van de verbeelding alweer zijn werk had gedaan. Iets meer dan negentig studenten gaven mij een daverende staande ovatie voor de vier uur lange, inspirerende peptalkshow vol verkooptechnieken en motivatie-inzichten. Waar ik bang voor was geweest (spreken in het openbaar), had ik uitgedaagd en overwonnen. Ik vertrok naar huis met een positief referentiekader en mijn eigenwaarde was onbewust opgewaardeerd. Diezelfde avond schreef ik in ĂŠĂŠn ruk een volledig seminarie en vatte meteen het plan op om meer lezingen te geven. Ik zocht contact met universiteiten, hogescholen en verenigingen. Ik stelde ze voor gratis workshops te verzorgen. De aanvragen stroomden binnen en in het jaar dat volgde op mijn eerste lezing gaf ik tal van seminars, workshops en gastvoordrachten. Alle hadden ze het verdoken doel mijn sprekerskwaliteiten aan te scherpen. Deze inspanning had ook zijn effect op mijn onderneming. Omdat ik steeds beter in staat was de mensen met wie ik samenwerkte te motiveren en te inspireren, groeide de omzet en de winst. Op dat moment, ergens in 1996, kreeg ik het gevoel dat ik mijn missie in het leven gevonden had: het inspireren en motiveren van personen om het beste uit zichzelf te halen. Ik richtte het Van de Velde Training Instituut en Next Generation Seminars op om mijn voordrachten te

25


promoten en te commercialiseren (de onkosten en tijd mochten uiteindelijk ook worden gecompenseerd). Ik liet een folder verspreiden naar bedrijven en de eerste inschrijvingen liepen binnen. In september 1996 gaf ik mijn eerste publieke verkoopmotivatieseminar in een Antwerps vijfsterrenhotel en boeide de veertig deelnemers van ’s ochtends 10u tot ’s avonds 18u met technieken, vaardigheden en inzichten die de kwaliteit van hun werk en leven onmiddellijk konden stimuleren. Wat leerde ik die dag? Dat ook ik in staat was een professioneel publiek te boeien en… dat ik in de toekomst best antislipschoeisel droeg – in mijn enthousiasme was ik van het podium gedonderd en had er een vijf centimeter lange, gapende wonde aan overgehouden. Een dokter naaide tijdens de pauze de wonde en gaf me een injectie tegen de pijn. Dat ik was gevallen, bleek later overigens een goede promotiestunt. Het publiek was zodanig onder de indruk dat dit verhaal snel de ronde deed. Net daardoor kreeg ik naambekendheid. Mijn volgende seminars werden snel volgeboekt. Mensen waren nieuwsgierig naar wat ik te verkondigen had en al snel mocht ik me verheugen op de eerste aanvragen voor bedrijfsinterne lezingen. Ik probeerde uit iedere voordracht en seminar zoveel mogelijk feedback te verzamelen, zodat ik mijn sprekerskwaliteiten kon aanscherpen. Constant groeien en verbeteren was (en is nog steeds) mijn belangrijkste doel. Ik leefde als het ware in een droom. Ik had een gezonde zoon die elke keer weer met pretoogjes aan zijn dag begon. Ik deelde een harmonieuze relatie met mijn echtgenote Maureen (die zomaar even beslist had een zangcarrière te beginnen en onmiddellijk een contract voor drie cd’s in de wacht had gesleept bij een van de grootste platenmaatschappijen van de wereld). Ik leidde een succesvol renovatiebedrijf. De seminars liepen als een trein. We waren allemaal gezond en hadden een sterke band met familie en vrienden. Fysiek, financieel, relationeel en emotioneel ging

26


het meer dan fantastisch, niets leek nog stuk te kunnen. Waar kon een mens nog meer van dromen? Nog iets extra’s, want op 14 april 2001 schonk mijn vrouw Maureen het leven aan Luna, mijn dochter. Een wolk van een baby werd op aarde gezet. Fantastisch gewoon hoe Boy haar in de armen sloot. Mijn leven was meer dan compleet. En ook nu nog stapelen de successen van mijn bedrijven zich op. De passie om de mensen te trainen en te coachen groeit bij ieder seminar. Dit boek is in feite mijn persoonlijke finale. Nu vraag je je misschien nog af waar de titel van dit verhaal vandaan komt. Ooit kreeg ik de opdracht om een training te leiden binnen een groot bedrijf. De persoon die me contacteerde, vertelde me dat ik en niemand anders de geknipte kerel was om zijn personeel te komen coachen. Want ik was in zijn ogen een tafelspringer. ‘Jij durft op het voorplan treden, op de tafel te springen en met veel overtuiging je standpunt te verkondigen. Aan zulke mensen hebben we nood in dit land. Sta me toe dat ik je de tafelspringer noem.’ Ik aanvaardde dat toen veeleer als een eretitel, een compliment. Daarom is mijn missie ook om op zoveel mogelijk tafels te springen en mensen aan te zetten tot vooruitgang. Augustus 2002, diezelfde zomeravond met Maureen. We bereiken onze bestemming. Ruim driehonderd mensen wachten op me. Ze zullen een spetterende presentatie krijgen van… een tafelspringer.

27


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.