De ware energiefactuur

Page 1

DE WARE ENERGIEFACTUUR


Š Aviel Verbruggen, 2008 Uitgeverij Houtekiet, Vrijheidstraat 33, b-2000 Antwerpen info@houtekiet.com www.houtekiet.com Omslag Jan Hendrickx Zetwerk Intertext, Antwerpen isbn 978 90 8924 017 0 d 2008 4765 13 nur 740 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission of the publisher


AVIEL VERBRUGGEN

DE WARE ENERGIE FACTUUR

Houtekiet Antwerpen / Amsterdam



inhoud

Voorwoord Hoofdstuk 1 Positionering Niet-neutrale vraagstukken Niet-neutrale auteur Leeswijzer Verklarende lijst: afkortingen, termen, symbolen Hoofdstuk 2 Klimaatverandering tussen techniek en politiek Klimaatverandering: een onderschat probleem Vier factoren bepalen de CO2 uitstoot Bevolking Welvaart per persoon Energie intensiteit van de welvaart Koolstof intensiteit van het energiegebruik Via welke factoren de CO2 uitstoot verlagen? Onderlinge afhankelijkheid van de factoren De invalshoek van de politiek De invalshoek van de techniek Kan techniek de wereld redden? Noties over technologie De technologische paradox bij klimaatverandering Technologische verandering ten dienste van klimaatzorg

9

11 13 14 16 20

23 25 32 33 35 37 41 43 45 46 49 53 53 55 57


Kan politiek de wereld redden? Economisch gemeenschapsgoed Energie-economisch gemeenschapsgoed Mondiaal energie-economisch gemeenschapsgoed Hoofdstuk 3 Wildgroei of Duurzaamheid? Noties over strategie en organisatie Strategisch denkkader Ruil, hiërarchie en netwerken Technologie en energie Technologische ontwikkelingen sinds de industriële revolutie Energiegebruik vandaag Verklaringen voor het hoge gebruik van commerciële energie De leerrijke jaren 1979-1984 Economische wetmatigheden domineren Prijs, waarde en kosten Kosten-baten analyse en maatschappelijke besluitvorming Verdeling van het klimaatgoed en van risico’s De kosten van klimaatverandering Aanpak van het klimaatprobleem Materiële welvaartsgroei versus duurzame ontwikkeling Beschaving met problemen Duurzame ontwikkeling

60 61 68 74

79 79 79 81 86 87 91 99 104 112 113 120 122 127 132 134 134 139


Hoofdstuk 4 Kiezen tussen atoom en hernieuwbare energie Concurrenten voor het toekomstige aanbod van elektriciteit Vier spelers zitten aan tafel De belangrijkste bronnen van elektriciteit voorziening Atoomenergie: aanvaardbaar als backstop aanbod? Hernieuwbare elektriciteitsbronnen als duurzame backstop aanbod Atoom en hernieuwbare elektriciteit zijn tegengestelden Atoomenergie is onderdeel van het “gewoon-voortdoen� (Business-as-usual) model Fossiele brandstoffen voor aanvulling van atoomenergie of van hernieuwbare elektriciteit Elektrische netten voor massaal transport of als verbinding tussen verspreid opgestelde bronnen Risico’s en externaliteiten van de nucleaire optie Onderzoek en ontwikkeling, en productiemogelijkheden: nood aan dringende en drastische veranderingen Geen gemeenschappelijke toekomst Hoofdstuk 5 Even rijk met minder elektriciteit Elektriciteit in de aandacht Elektriciteit intensiteit in de rijke landen Mondiale elektriciteit-intensiteit Diversiteit van de intensiteiten per land Elektriciteit intensiteiten in rijke OESO landen

143 144 144 148 152 153 156 158 160 164 165

171 173

175 176 181 181 183 185


Verband tussen elektriciteit-intensiteit en elektriciteitsprijs Marginale kostprijs van bespaarde elektriciteit Barsten in het efficiĂŤntie front Backstop efficiĂŤntie maakt hernieuwbare energie betaalbaar Een schaar knipt het commercieel energiegebruik

188 193 197 203 209

Hoofdstuk 6 Verder verarmen of rijk leven De uitdagingen Drastisch veranderen: de totale ommekeer Dringend veranderen: verdere lock-in vermijden Wie doet wat? De rijke industrielanden banen de weg De stuwkracht komt van de energieprijzen/taksen Overheid en markt: elk zijn rol, elk zijn deel Schets van een werkbaar Post-Kyoto beleid Lessen uit EU energie en klimaatbeleid Een werkbaar Post-Kyoto pakket Winnaars en Verliezers

215 218 220 223 228 230 232 236 241 242 255 260

Noten

271

Bibliografie

277


voorwoord

H

et voorliggende boek is redelijk radicaal. Het zoekt redelijke voorstellen om radicale veranderingen tot stand te brengen. De weg naar duurzame ontwikkeling is radicaal in zijn oorspronkelijke en revolutionaire analyse en in zijn aanbevelingen voor onze gemeenschappelijke toekomst. Die ontwikkeling staat lijnrecht tegenover de ‘gewoon-voortdoen’-mentaliteit (Business as Usual), die ook werd voortgezet na het verschijnen van het rapport Brundtland in 1987 en na de wereldwijde aanvaarding van het nieuwe paradigma op de wereldtop in Rio de Janeiro in 1992. Gehuld in duurzame bewoordingen breidt de industriële groei-economie zich verder uit tot ongekende extremen van exploitatie en ongelijkheid, met onomkeerbare vernietiging van natuurlijke en menselijke levensvormen. Nu ook de atmosfeer en het klimaat zienderogen in gevaar komen, groeit het bewustzijn dat er drastische en dringende maatregelen nodig zijn. Het radicale verschil met het gewoon-voortdoen-model moet nog doordringen van de tong naar de daad. Dit boek sluit de paden van dit model definitief af voor de toekomst, en is dus radicaal. Niettemin zijn onze voorstellen bijzonder redelijk. Ze vragen niet het onmogelijke aan mensen om de eigen natuur te verloochenen, en in economische beslissingen het eigenbelang te negeren. Integendeel, de onweerstaanbare drijfkracht van het eigenbelang is de enige kracht die kan zorgen voor de radicale ommekeer van een energie-economie verslaafd aan fossiele brandstoffen en netelektriciteit, naar een hoogst efficiënt ener-

9


giegebruik. Het eigenbelang moet stuwen in de tegenovergestelde richting van het gewoon-voortdoen, wat de mensen en de samenleving vandaag helemaal heeft ingepalmd. Het bepalen van een nieuwe koers en het creëren van die intense, omgekeerde stuwkracht vraagt stuurlui die einddoel, richting en parcours kennen, en die zich niet laten verleiden door de sirenenzangen van het oude groeimodel. Graag draag ik dit boek op aan collega’s die nieuwe sporen in de studie van energie en milieuvragen trokken en aan vrienden met wie ik over energievragen van gedachten wisselde: Guido De Lepeleire, Roger Van Overstraeten, Gilbert Eggermont, Hugo Hens, Nadine Gouzée, Johan Couder, Wim de Groote (België); Michael Wiggin (Canada); Jorgen Norgard, Niels Meyer (Denemarken); Eberhard Jochem, Wolfgang Eichhammer, Hermann Scheer, Peter Hennicke, Lutz Mez, Stephan Thomas, Ernst von Weiszäcker (Duitsland); Dominique Finon (Frankrijk); Theo Potma, Roeffie Hueting, Rob Maas, Ton van der Does (Nederland); Reinhard Haas (Oostenrijk); Mihael Tomsic (Slovenië); Paul Ekins, John Surrey, Gordon McKerron, John Chesshire, Steve Thomas, Andy Stirling, Walt Patterson (vk); Lester Brown, Herman Daly, David Freeman, Amory Lovins (vs).

10


hoofdstuk 1

Positionering

D

it boek is het best te karakteriseren als een positiepaper, een gedetailleerd rapport dat een actieplan aanbeveelt voor een bijzonder vraagstuk. Het bijzondere vraagstuk van dit boek is de klimaatverandering. Klimaatverandering is een kluwen van problemen die uiterst ver reiken en die verweven zijn met alle ontwikkelingen die mensen aangaan. In onze studie richten we de aandacht op de energiegebonden aspecten van de klimaatverandering, met de verbranding van fossiele brandstoffen als de belangrijkste bron van CO2 (koolstofdioxide). Deze verbranding is verantwoordelijk voor praktisch twee derden van de broeikasgasemissies die door mensen worden teweeggebracht. Een overvloed aan fossiele brandstoffen bepaalt en voedt de technieken, infrastructuren en levensstijlen van de naoorlogse industriĂŤle en industrialiserende economieĂŤn. In om het even welke aanpak van het klimaatvraagstuk staat het energiegebruik centraal. Een school van energie-experts zoomt in op de uitputting van de voorraden fossiele brandstoffen, vooral olie, in het klimaatvraagstuk. De groeiende schaarste zou als het ware de emissies van CO2 vanzelf reduceren. Maar de voorraden fossiele brandstoffen zijn nog onmetelijk groot. Bronnen die moeilijk en duur te ontginnen zijn, zoals zware olie in teerzanden en leisteen, methaanhydraten of steenkolen, kunnen de goedkope premium olie- en gasreserves

11


aflossen die nu worden gebruikt. Dit boek sluit aan bij wat het Intergovernmental Panel on Climate Change (ipcc) in 2001 stelde: de absolute grenzen liggen niet aan de kant van de kraan (voorraden fossiele brandstoffen), maar aan de kant van de afvoer (de overbelasting van de atmosfeer met broeikasgassen). Onze aandacht is daarom gericht op het ontwerpen van een traject naar energiesystemen die praktisch koolstofvrij zijn. Op dit traject staan we onmiddellijk voor de tweesprong tussen atoomenergie en zonne-energie. Alleen energiesystemen gebouwd op zonne-energie bieden een duurzame toekomst in de volle betekenis van het Brundtlandrapport (zie p. 139). De groeiende risico’s van klimaatverandering zijn nauw verweven met de opstapeling van de nucleaire risico’s in de naoorlogse periode van ongebreidelde economische expansie. Beide risico’s horen bij het gewoon-voortdoen-model, en behoeven een gelijktijdige ontmanteling. Als we onze aandacht beperken tot de risico’s van klimaatverandering en atoomenergie, maakt dat de zaak er niet gemakkelijker op, want beide vraagstukken zijn uitermate complex en uitgebreid. De literatuur erover bestaat al uit miljoenen publicaties, en groeit nog dagelijks aan. Een boek dat een integrale, omvattende en samenhangende visie wil bieden, moet zich onthouden van gedetailleerde beschrijving van de afzonderlijke bestanddelen. Klimaatverandering is het onderwerp van uitgebreide evaluatierapporten van het ipcc (2007) en van vele betrokken auteurs en hun instituten. De risico’s van atoomenergie worden niet bestudeerd door een gelijkaardig panel van onafhankelijke wetenschappers, zodat de bronnen meer disparaat zijn en de posities beïnvloed door financiële belangen. De inschatting van beide totaalrisico’s toont welk traject de risico’s aanpakt en afbouwt op een doeltreffende, efficiënte en rechtvaardige wijze. Een positiepaper kan zich niet inlaten met de punten en komma’s van het voorgeschreven traject, zolang richting en tempo onduidelijk zijn. Als richting en tempo helder gesteld zijn, blijken vele technieken, infrastructuren en levensstijlen aan dringende en drastische verandering toe. Dit is een uitermate complexe en verscheiden taakstelling, die de creativiteit en het initiatief van alle mensen vraagt. Het aanleveren van detailoplossingen is hier niet alleen onmogelijk maar bovendien contraproductief, omdat het verwarring en conflicten veroorzaakt. 12


Dit boek vestigt de aandacht op de cruciale vragen vandaag: welk traject voert ons tot de dringende en drastische vervanging van het gewoon-voortdoen? Welke bestanddelen zijn daarin onmisbaar en hoe zijn ze verbonden? Welke instrumenten zijn mogelijk en nodig om de stuwkracht van het economische eigenbelang van richting te laten veranderen, en om radicaal over te schakelen van risicovolle energiesystemen naar duurzaam energiegebruik?

NIET-NEUTRALE VRAAGSTUKKEN

Klimaatverandering en nucleaire risico’s zijn niet alleen technische, maar ook emotionele onderwerpen. Risico en rationaliteit zijn wezenlijk verschillend en mensen wegen ze ook anders af. Onze gezichts- en standpunten hangen af van onze opvoeding, onze levenservaringen, onze levensstijl en onze visie op de wereld en de toekomst. Het is noch mogelijk, noch wenselijk om neutraal te staan ten opzichte van de risico’s van klimaatverandering en van atoomenergie, beide cruciale vraagstukken van de eenentwintigste eeuw. Dit boek is niet neutraal. Het klimaat is essentieel voor het menselijk leven op aarde. Menselijke activiteiten brengen de stabiliteit van het klimaat ernstig in gevaar. Wie in het jaar 2008 de feiten van de klimaatverandering nog in twijfel trekt, kan beter dit boek sluiten. Het boek begint na de vaststelling van steeds duidelijkere bewijzen, die de stoutste vooruitzichten lijken te bevestigen van collega-wetenschappers in de jaren 1970-1980. Klimaatverandering is het onzalige neveneffect van het roekeloos experimenteren met alle materie en technologie. Een experiment dat vooral onze materiële groei en welvaart heeft bepaald. Atoomenergie is ter wereld gekomen onder de rampzalige gedaante van atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. De ontwikkeling van de technologie hing samen met de opeenstapeling van atoomwapens. De omzetting van materie in energie is een uiterst ambitieuze menselijke onderneming. Vanaf zijn ontstaan heeft de atoomtechnologie zich in extremen getoond: van de concrete ontwikkeling van massavernietigingswapens enerzijds tot de oprechte zoektocht naar een ‘schone’

13


energie waarmee voorraadschaarste zou zijn gebannen. De paradijselijke droom is niet langer geloofwaardig door incidenten, accidenten en valse beloften. Toch blijft het leeuwendeel van het onderzoek naar energie besteed aan zogenaamde veilige fissiereactoren en ‘gecontroleerde’ fusie. Wie in het jaar 2008 nog hoopt op atoomenergie als de energieredder, kan dit boek met kritische aandacht bestuderen.

NIET-NEUTRALE AUTEUR

Hierboven zijn aard en richting van dit boek toegelicht. Om elk misverstand te vermijden, licht ik mijn positie als auteur toe bij het begin van ons onderzoek naar duurzame energiesystemen. Ten eerste sta ik, zoals ieder ander mens, niet neutraal ten opzichte van de twee grootste risico’s die onze beschaving bedreigen. Ik verhul geenszins de duidelijke bevindingen van mijn jarenlange onderzoek in het domein van de energie- en milieuvraagstukken. Soms genieten die bevindingen bijval van groepen en belangen; vaak worden ze verworpen of genegeerd door wie er direct belang bij heeft dit te doen. Om de impact van de bevindingen tegen te gaan, spelden tegenstanders er ook graag het label ‘niet-neutraal’ op, alsof neutraliteit in deze materies zou kunnen bestaan. Wat echt belangrijk is, is de onafhankelijkheid van de onderzoeker ten opzichte van het onderwerp: heeft hij/zij, meer dan ieder andere burger, financieel belang bij de uitkomsten van het onderzoek? Als academicus vind ik onafhankelijkheid een heilig principe. Ook in politieke dienst bij een minister, of als opdrachthouder van onderzoek voor overheden, ondernemingen of ngo’s gaande van Electrabel tot Greenpeace, vind ik onafhankelijkheid van mening een absolute vereiste. Mijn bereidheid om een brede waaier van actoren bij te staan met studie en advies komt voort uit een fundamentele bezorgdheid omtrent de uitputting, vervuiling en vernieling van natuurlijke en humane leefsystemen door de exponentiële en onevenwichtige groei van de globaliserende economieën. We moeten de grenzen aan de materiële accumulatie ernstig nemen, omdat de draagkracht en veerkracht van de planeet en van menselijke relaties beperkt zijn. 14


De benadering in dit boek beweegt heen en weer tussen technisch-economische en maatschappelijke studie. We kunnen er niet omheen dat mensen – u, ik, onze families, vrienden, alle mensen in onze omgeving – het begin en eindpunt zijn van de mondiale uitdagingen waarvoor we staan. Mensen liggen aan de oorsprong van de problemen; mensen hebben de sleutel van de oplossingen in handen. De eenvoudige technische oplossing is niet voorhanden. Technieken zijn enerzijds buitengewoon krachtig, anderzijds zijn ze ook begrensd, net zoals mensen. Bij het uittekenen van het aanbevolen traject, heb ik mijn best gedaan de mens en de menselijke natuur te begrijpen en te aanvaarden zoals die is: een rijke variatie aan soorten, talenten en kenmerken met ‘gemeenschappelijke maar gedifferentieerde’ doelstellingen en betrachtingen. Gemeenschappelijk aan alle mensen – maar in verschillende intensiteit – is het streven naar comfort of bezit: ‘hebben’; naar erkenning of respect: ‘zijn’; en naar invloed of macht: ‘kunnen’. Dit eeuwig streven uit zich in de vele gedaanten die de wereld vandaag heeft aangenomen, en het zal ook de wereld van morgen maken. Het disciplineren van dit streven op het rooster van een klimaatmoraal is niet mogelijk, niet nodig en niet wenselijk. Morele overtuiging is niet het pad naar de redding van het klimaat. Dit was een belangrijke bevinding van mijn onderzoek, en ze was bovendien geruststellend: de mens moet niet uitstijgen boven zichzelf, maar kan zijn eigen natuur trouw blijven. De risico’s van klimaatverandering en atoomenergie stapelen zich verder op bij onze traditionele maatschappelijke en economische levensstijl (Business as Usual of gewoon-voortdoen). De dringende en drastische ombouw van energiesystemen naar een praktisch volledig hernieuwbare energievoorziening is nodig en mogelijk, en ook voldoende. Energiegebruik is een technisch-economische materie, waar mensen wonderbaarlijk goed economisch en rationeel mee omgaan. Toch weten we niet altijd hoeveel energie (Joule, kWh) we feitelijk gebruiken. We zijn ons wel bewust van het feit dat steenkool vuil is, dat olie stinkt, dat gas ontploft en dat elektriciteit kan doden. Waarom zouden we er veel van willen als we het met weinig kunnen doen? Efficiënte energie gebruiken vraagt evenwel aandacht en aanpassing, en die moeite nemen we niet zolang de

15


prijs van energie laag is. Net die lage prijs is het collectieve zelfbedrog. De echte kostprijs van fossiele brandstoffen en atoomenergie is veel hoger dan de prijs die we vandaag betalen. Onbetaald vandaag zijn de risico’s van de klimaatverandering en atoomenergie. Als de overheden er uiteindelijk toe komen de juiste prijzen te plaatsen op deze risico’s, tonen ze zich de waardige Odysseus die bestand is tegen de sirenenzang van de gewoon-voortdoen-mentaliteit. Het boek tracht de Odyssea naar een duurzame toekomst te beschrijven, en sluit af met een werkbaar post-Kyoto voorstel als alternatief voor het krakkemikkige beleid dat nu ronddobbert. Onze tocht is moeilijk en loopt in vele richtingen. Hopelijk blijft u aan boord tot het einde, en kunnen de vele inzichten en bevindingen uit de literatuur u inspireren om het gewoon-voortdoen achterwege te laten.

LEESWIJZER

Dit boek bevat zes hoofdstukken. Hoofdstuk twee beschrijft de klimaatverandering op basis van het ipcc-rapport van 2007. Volgens dit rapport is de oorzaak van klimaatverandering de overmatige uitstoot van broeikasgassen, in het bijzonder CO2. De drijvende factoren van uitstoot zijn gekoppeld: onduurzame groei in materiële accumulatie, hoge energie-intensiteit van die groei, hoge koolstof en risico-intensiteit van de gebruikte energie (fossiele brandstoffen en atoomenergie). De oplossing die het rapport voorstelt, is bekend: dringende en drastische ombouw van onduurzame energiesystemen naar duurzame. De weg, de richting, de snelheid van ombouw, de nodige technieken en instrumenten staan ter discussie. Dit boek schept klaarheid in deze discussie en construeert een werkbaar voorstel, maar dat vergt heel wat bouwstenen en verbindingen. Hoofdstuk twee verkent ook welke rollen techniek en politiek kunnen vervullen. Het klimaat is een mondiaal energieeconomisch gemeenschapsgoed. Dat bepaalt welke aanpak nodig en mogelijk is. De drie volgende hoofdstukken zijn gewijd aan telkens één bepaalde drijvende factor van CO2-uitstoot. Enkele aspecten van economische groei krijgen aandacht

16


in hoofdstuk drie. De mens en zijn keuzen staan daarbij steeds centraal. Mensen organiseren zich via markten, hiërarchieën en netwerken. De markt als autonoom wezen is een fetisj die de sturende krachten achter specifieke marktvormen verhult, maar dit is geen voldoende reden om de ruil als krachtig organiserend principe te verwerpen. Na enkele begrippen over strategie en organisatie gaat de aandacht weer naar het energieeconomisch karakter van ons onderwerp. Onduurzame economische groei is gestoeld op onduurzaam energiegebruik, gestimuleerd door frauduleus laaggeprijsde fossiele brandstoffen en atoomenergie. De verschillen tussen uitgaven en kosten, prijs en waarde zijn belangrijk. De kloof ontstaat door de veronachtzaming van het gemeenschapsgoed. De waarde van dit gemeenschapsgoed is onmogelijk nauwkeurig te becijferen, maar is onvoorstelbaar onderschat gedurende de laatste eeuw. De foute waardering, en ipso facto prijszetting, is de speerpunt van onduurzame groei. Een kortstondige, geringe correctie in de periode 1979-1984 zorgde voor snel ingrijpende, en op het eerste gezicht heilzame resultaten. Dit experiment was uiterst leerrijk, zowel voor wat betreft zijn korte werking als het inzicht in de krachten van de afbraak ervan. Het legt de kern van ons onderzoek bloot: wie eigent zich de enorme rijkdom van het gemeenschapsgoed toe? Hoofdstuk drie rondt af met de tegenstelling tussen het obese groeimodel en duurzame ontwikkeling. Hoofdstuk vier ontleedt de twee technieken die zich aanbieden om de lagekoolstofenergie van de toekomst te leveren: atoomenergie en hernieuwbare bronnen afgeleid van de dagelijkse stromen zonne-energie. Alleen hernieuwbare energie beantwoordt aan de criteria van een duurzame backstop (zie woordenlijst p. 20). Snel en scherp kiezen is belangrijk, want atoomenergie is een deel van het probleem, geen deel van de oplossing. Ze is op minstens vijf dimensies onverzoenbaar met hernieuwbare energie. Het afbouwen en stoppen van atoomenergie is een economisch rationele keuze als de risico’s de volle prijs aangerekend krijgen. Hoofdstuk vijf analyseert het belang van het efficiënt gebruiken van energie, aan de hand van het voorbeeld van elektriciteit. Techniek en beleid moeten samenwerken om steeds betere oplossingen voor de efficiëntie te ontwikkelen en toe te

17


passen. Grensverleggende efficiëntieverbeteringen zijn voordurend nodig om hernieuwbare energie betaalbaar te houden. Het aanrekenen van de juiste prijs voor het gebruik van gemeenschapsgoederen als klimaat en veiligheid is de centrale opdracht voor de overheid. Het vereist een dringende en drastische ombouw van belasting- en subsidiestelsels, maar ook niet meer dan dat. De overheid kan zich rustig beperken tot haar essentiële opdrachten. Hoofdstuk zes neemt de verschillende draden van de vorige hoofdstukken weer op voor de uitwerking van een omvattend en samenhangend voorstel als alternatief voor het gewoonvoortdoen-beleid dat niet leidt tot duurzame ontwikkeling. De uitdaging van een dringende en drastische ommekeer maakt nu kiezen noodzakelijk. Het én-én-verhaal is afgelopen. Uitstel en afwenteling door de rijke landen zijn niet langer duldbaar. Overheden en markten hebben elk een rol te spelen, en krijgen het deel dat hun toekomt: het gemeenschapsgoed hoort toe aan de gemeenschap. De juiste prijzen via de juiste heffingen op risico’s toepassen, levert de ononderbroken stuwkracht voor ommekeer en het geld om die ommekeer te financieren. Vandaag is het falen van de overheden angstaanjagend groot. De ontleding van enkele beleidsexperimenten van de eu op het vlak van energie en milieu lichten dit toe. Ook het Kyotobeleid is zwak. De redenen zijn in het boek toegelicht. Ten slotte tekenen we de hoofdlijnen van een werkbaar alternatief uit, en we ronden af met vijf argumenten waarom ons voorstel de armen van de wereld meer toekomst biedt dan het lekke Kyotoprotocol.

18


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.