Zwartboek justitie

Page 1

ZWARTBOEK JUSTITIE


Š RenÊ De Witte / Uitgeverij Houtekiet 2008 Uitgeverij Houtekiet, Vrijheidstraat 33, b-2000 Antwerpen info@houtekiet.com www.houtekiet.com Omslag Isabelle Van Laerhoven Foto auteur Sara Engels Zetwerk Intertext, Antwerpen isbn 978 90 8924 024 8 d 208 4765 39 nur 740 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission of the publisher


renĂŠ de witte

Zwartboek Justitie Leven in voorlopige vrijheid

Houtekiet Antwerpen / Amsterdam



inhoud

woord vooraf 7 hoofdstuk 1 De zintuiglijke maatschappij van oog om oog, tand om tand 13 hoofdstuk 2 De publieke opinie: elke dag wel verbolgen 67 hoofdstuk 3 De Great Escape (van Dendermonde) 105 hoofdstuk 4 En als we nu eerst de onschuldigen uit de cel haalden 131

131

hoofdstuk 5 ‘We maken uw bedrijf kapot’ 175 hoofdstuk 6 Witteboordencriminaliteit 215 hoofdstuk 7 Ruimtelijke (wan)ordening 283 hoofdstuk 8 De verpletterende rol van de pers 331


Voor Karine, Jeroen en Michiel


woord vooraf

O

p 20 juli 1990 werd de nieuwe wet op de voorlopige hechtenis gestemd in het parlement. De nieuwe teksten zouden een einde maken aan de soms wel arbitraire wijze waarop burgers werden opgepakt en in de cel gestopt, zonder dat ze door een rechter waren veroordeeld tot een gevangenisstraf, maar omdat hun vrijheidsberoving tijdelijk nodig was om de maatschappij tegen hen te beschermen, of omdat hun hechtenis nodig was in het kader van een gerechtelijk onderzoek naar feiten die ze zouden hebben gepleegd. Er zat te veel volk in de gevangenissen dat niet was veroordeeld, en de gemiddelde duur van de voorlopige hechtenis was met 2,59 maanden toch wel een beetje aan de lange kant. De wetgever zou er een mouw aan passen. En wat gebeurde? Tien jaar later was de gemiddelde duur van een voorlopige hechtenis opgelopen tot iets meer dan 3 maanden en zat er nog meer volk in de huizen van bewaring. De wetgever had duidelijk niet het beoogde doel bereikt. En het werd almaar erger. Als burger heb ik me altijd al de vraag gesteld of de gevangenis het adequate antwoord is op foute handelingen. Als ik het voor het zeggen had, dan verwijderde ik sommigen ook wel tijdelijk of zelfs levenslang uit de maatschappij. Maar of drugsverslaafden in de gevangenis horen, ik twijfel eraan. Kijk maar naar de gigantische spanningen die onder de gevangenen ontstaan telkens als cipiers in staking gaan en politiemensen hun taak overnemen en de bezoeken in de gevangenissen tijdelijk worden opgedoekt. De aanvoer van drugs valt dan tijdelijk stil. ‘Ik heb zelf nooit drugs genomen, maar ik verzeker u dat de weeë geuren van softdrugs ook niet-rokers kalmeren,’ vertelde een ex-gedetineerde me ooit.

7


Moet een monster als Dutroux in de cel? Zou een collocatie niet beter zijn? En wat doen witteboordcriminelen achter de tralies, tenzij om te vermijden dat ze tijdens het gerechtelijk onderzoek in allerijl nog wat bewijsstukken verdonkeremanen en afspraakjes maken? En zijn gevangenisstraffen voor hen de gepaste strafmaat? Is een werkstraf niet beter? Kortom, ik vind de gevangenis vaak een achterlijke manier om mensen te straffen. Middeleeuws eigenlijk. De vergeldingsmaatschappij is dus niet aan mij besteed. Straffen? Natuurlijk. Maar anders. Waarom daarover niet eerst een grondig debat voeren alvorens bijkomende gevangenissen te bouwen die, zodra ze er zijn, al meteen weer overbevolkt zullen geraken? De eerste keer dat ik echt geschrokken was van de toepassing van de wet op de voorlopige hechtenis, was toen Jos Delcroix in het kader van het gerechtelijk onderzoek naar Super Club werd aangehouden. Ik heb het er verder uitgebreid over. Het onderwerp begon mij te fascineren. Kennelijk draait justitie in België er de hand niet voor om mensen op te pakken, wekenlang in een cel te laten sudderen in de hoop dat ze bekennen wat men graag heeft dat ze bekennen. En dat allemaal op basis van een gerucht, een roddel die dan een hypothese wordt. Is het een groot probleem? Het hangt ervan af hoe je de cijfers interpreteert. Ik haal verder in dit boek de internationale vergelijkingen aan van het gereputeerde Londense International Centre of Prison Studies. Die bewijzen onomstotelijk dat België met een probleem zit. In vergelijking met het buitenland zitten er in België buitensporig veel mensen in de cel die in voorlopige hechtenis zijn genomen of wachten op een proces. De vele advocaten die ik hierover sprak, zijn het er volmondig over eens dat er maar één uitleg is: de lichtzinnigheid en ongepastheid waarmee de wet wordt toegepast. Wat de cijfers nog vertellen is een buiten verhouding grote aanwezigheid van het aantal vreemdelingen. En opnieuw is een belangrijke uitleg: het misbruik van de wet op de voorlopige hechtenis. De cijfers van het Londense centrum zijn een momentopname, maar over de jaren heen wijzen ze op een trend. Volgens de laatste gegevens van het centrum zat België in maart 2007 met een gevangenispopulatie van iets meer dan 10.000 man. 44,3% van die gedetineerden zaten toen in voorlopige hechtenis. Het waren mensen die vastzaten omwille van een lopend gerechtelijk onderzoek, waarbij ze werden verdacht van mededaderschap aan zwaarwichtige feiten. Ofwel waren het mensen die vastzaten in afwachting dat ze zouden

8


verschijnen voor de strafrechter. Het gaat ook om mensen die in eerste aanleg misschien wel waren veroordeeld, maar in beroep nog steeds werden vastgehouden. Iedereen is volgens de grondwet onschuldig zolang hij niet definitief wordt veroordeeld. Die 44,3% zijn met andere woorden onschuldigen. Het ging bij de momentopname van het centrum om 4.433 mensen. In de veronderstelling dat de gemiddelde duur van de voorlopige hechtenis nog steeds 3 maanden is , wil dat zeggen dat er in de gevangenissen een roulatie is van vier keer per jaar. Dat betekent dat jaarlijks 4 x 4.433 mensen, of in totaal 17.734 mensen in de gevangenis belanden, hoewel ze niet zijn veroordeeld. Een schrikbarend aantal. Van alle mensen die in de gevangenis zitten is slechts 58% Belg. Het zijn gevangenen met een Belgisch paspoort, dus ook mensen van allochtone afkomst die onze nationaliteit hebben. Zo komen we dus aan 10.286 Belgen die zonder veroordeling vastzitten. Is dat veel? Afgezet tegen de volwassen bevolking in België gaat het maar om 1,2 op de 1.000 Belgische burgers van 19 jaar en meer. Uit cijfers van het college van procureurs-generaal zou één op de twintig verdachten die een tijdlang in voorhechtenis zaten, uiteindelijk worden vrijgesproken. Dat cijfer zegt niet alles. Het gaat om mensen die uiteindelijk voor een strafrechter verschenen. Heel wat anderen werden vrijgelaten en buiten vervolging gesteld. Het gaat dus om veel meer dan 1 op de 20. Hoeveel? Niemand die het kan vertellen. Maar laten we even aannemen dat het toch 1 op de 20 is, dan komen we dus op 3.546 mensen die dat jaar onschuldig hebben vastgezeten. Een waanzinnig hoog aantal en, nogmaals: een onderschat aantal. Missen is menselijk en dat geldt ook voor Vrouwe Justitia. We moeten dus aanvaarden dat ook magistraten een mindere dag hebben, zich kunnen vergissen, een steek kunnen laten vallen. Helaas voor de rechtsbedeelde die er het slachtoffer van is, maar het is een prijs die we moeten betalen. De verhalen in dit boek tonen echter aan dat het met justitie in ons land veel erger gesteld is dan zomaar wat gerechtelijke dwalingen of slippertjes. De verhalen zijn schrijnend. Ze tonen een even schaamteloze als genadeloze justitie. Ze bewijzen dat er in België echt niet veel nodig is om in de gevangenis te belanden. Iemand zei me ooit dat wij Belgen eigenlijk leven in voorlopige vrijheid. En dat klopt. U, ik, we kunnen straks allemaal opgepakt worden. Voor een futiliteit of zelfs voor helemaal niets. Niets hebben uitgespookt en toch in voorhechtenis belanden omdat

9


u toevallig op het foute moment op de foute plaats in de buurt van de foute mensen was? Vastzitten omdat de eerste de beste fantast lelijke dingen over u verteld heeft? Jawel, het kan. Parketten en onderzoeksrechters draaien er echt hun hand niet voor om burgers in de nor te draaien. Het wordt tijd dat de vele wanpraktijken aan de kaak worden gesteld. Want het gaat van kwaad naar erger. Ook, en vooral, met de uitholling van onze vrijheden. De uitholling van onze privacy. De uitholling van onze eigendomsrechten. Ik kijk met almaar groeiende verstomming toe hoe de publieke opinie een boel zaken zomaar laat passeren: de wildgroei aan camera’s, de uitbreiding van de bijzondere politiemethodes, destructieve onderzoeken, inquisitiepraktijken, een tsunami aan (heel vaak) rammelende wetten, een almaar chagrijniger maatschappij van vergelding, een volk van oog om oog en tand om tand. Binnen een dergelijke maatschappelijke context kan het ook niet anders dan dat ook het gerechtelijk apparaat ontspoort. Aanslepende onderzoeken, gevallen van verjaring, onbegrijpelijke vonnissen, onwaarschijnlijk zware straffen, het is legio geworden. Daar gaat dit boek over. Een Antwerpse strafrechter zei niet zo lang geleden in de krant dat België met rasse schreden evolueert naar een politiestaat. Ik moet hem helaas gelijk geven. Er wordt vaak gezegd dat justitie zich niet laat leiden door de publieke opinie, dat rechters zich niet laten beïnvloeden door de media. Dat is een fabel. De perceptie die rond een zaak is gecreëerd, zal vaak doorslaggevend zijn voor het uiteindelijke oordeel van de rechters. De perceptie begint meestal bij de parketten. Zij zijn het die via de persmagistraten het nieuws van een aanhouding of van een gerechtelijk onderzoek naar buiten brengen. Wat men meestal vergeet, is dat het hier slechts gaat om één klok. De andere klok luidt minder hard of luidt helemaal niet. Wie voorgeleid is, kan door de pers uiteraard niet worden opgebeld. Die zit in de cel en kan dus niet reageren op wat over hem in de media staat. Zijn advocaat weet het in het begin van het onderzoek meestal ook niet en komt dus niet verder dan wat vage commentaren. Er is voor een advocaat vaak nog een reden om zwijgzaam te zijn: magistraten en speurders hebben niet graag dat iemand hen tegen de haren instrijkt. De advocaat die te fel van leer trekt tegen justitie loopt het risico dat zijn cliënt hierdoor nog harder wordt aangepakt en nog langer in de cel zal blijven. Ik kon het vroeger moeilijk geloven, nu wel: vergeldingsmaatregelen, ze bestaan wel degelijk in het gerecht. Wie in voorlopige vrijheid wordt

10


gesteld, krijgt soms het verbod opgelegd om met de pers te spreken. Misschien is hij wel zo verbouwereerd om wat over hem is geschreven en verteld, dat hij geen journalist meer wil zien. Allemaal redenen waarom de informatie over een zaak vaak totaal scheefgetrokken is. We onthouden dus de koppen op de voorpagina. De achterkant van het verhaal, de nuance lezen we niet. Komt daarbij dat nog maar weinig media energie steken in onderzoeksjournalistiek. Spectaculair nieuws verkoopt beter dan een genuanceerd, evenwichtig verhaal. Zo wordt voor justitie de rode loper uitgerold. En ook voor de tegenpartij van de verdachte, voor zijn vijanden, voor de mensen die van zijn aanhouding gebruik maken om de vuile was buiten te hangen, om rekeningen te vereffenen. Alle registers open. De beeldvorming over een zaak komt uit die hoeken en dat heeft, zoals verder zal worden ge誰llustreerd met een aantal concrete cases, vaak dramatische gevolgen voor de beklaagde. Hij zal het ontzaglijk moeilijk hebben om het eenzijdige beeld te corrigeren. Onder het motto dat het proces moet worden gevoerd voor de rechtbank en niet via de pers, vinden heel wat advocaten het niet verstandig om naar de pers te stappen. Rechters hebben dat immers niet graag. Tja, hebben dezelfde rechters het even weinig graag dat het openbaar ministerie de toonzetting heeft gedaan? Als de betrokkene dan toch naar de pers stapt, is het nog zeer de vraag of hij er een eerlijke kans krijgt. Eens gebrandmerkt, altijd gebrandmerkt. En welk medium dat iemand eerst genadeloos aan de schandpaal heeft gespijkerd, zal achteraf melden dat de eenzijdige informatie van de persmagistraat misschien toch niet zo correct was? Eveneens op de voorpagina? Of ergens in een verloren hoekje? Het volstaat om naar de verslaggeving van strafzaken te kijken. Massale persaanwezigheid bij de start van het proces, wanneer het openbaar ministerie alle registers opentrekt. Het levert vette koppen op. Meestal geen kat wanneer de verdediging aan de beurt is. Niet interessant, niet spectaculair, niet commercieel. Maar alweer een stormloop wanneer het vonnis wordt uitgesproken, in de hoop dat er veel bloed zal vloeien. De rol van de media is en was in tal van zaken van cruciaal belang. In bijna 25 jaar als beroepsjournalist zag en hoorde ik veel. Men probeerde mij nonsens op de mouw te spelden. Ik werd onder druk gezet. Detectives snuffelden in mijn leven. Onderzoeksrechters lieten mij verhoren, vlooiden mijn telefoongesprekken uit. Ik ontmoette gangsters, schurken en oplichters, en die botsten met Vrouwe Justitia.

11


Want gelukkig maar dat ze er zijn: de staande en zetelende magistraten, de zwoegende speurders die ervoor zorgen dat recht kan geschieden, dat we hier niet met kogelvrije vesten moeten rondlopen. Maar ik tekende ook andere verhalen op, schrijnende verhalen van mensen en bedrijven die nauwelijks wat hadden mispeuterd, soms helemaal niets, maar die wel werden verbrijzeld. Want die zijn er ook: de magistraten en speurders tegen wie de maatschappij eigenlijk zou moeten worden beschermd. Het zijn verhalen van ten onrechte vermorzelde mensenlevens. Die verhalen zijn te talrijk, zo talrijk dat het de allerhoogste tijd wordt dat de vertegenwoordigers des volks zich over justitie gaan buigen, dat zij de wantoestanden die je enkel zou verwachten in landen waar ze holebi’s onthoofden en dieven de handen afkappen, een halt toeroepen. Een bijzonder woord van dank voor Nathalie Buisseret (voor het nalezen van het manuscript), voor gerechtsjournalist Jan Heuvelmans (voor zijn hulp en tips), voor uitgever Leo De Haes (voor het coachen). Waasmunster, september 2008 rene.de.witte@skynet.be

12


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.