ARTISHOCK jaargang 3 nummer 10 december 2012 een uitgave van Muzes vzw
driemaandelijks tijdschrift voor kunst en cultuur in het onderwijs
driemaandelijks tijdschrift voor kunst en cultuur in het onderwijs
ICT in de klas
ARTISHOCKdecember 2012
ARTISHOCKdecember 2012
het effect van ict
H
et delen van innovatieve ontwikkelingen in onderwijs- en kunstwereld is één van de kerndoelen van Muzes. Wanneer in de onderwijswereld de nodige aandacht uitgaat naar informatietechnologie werkt dit inspirerend. ICT in de wereld om ons heen, het effect van ICT op de wereld van leerlingen en de invloed op het leren zijn onderwerpen die in onderwijs Vlaanderen regelmatig worden behandeld. Hierbij gaat ruime aandacht naar het concrete gebruik van ICT in de les: het gebruik van digibord, integratie met verschillende vakken en toetsing. Ook zijn er de nodige handvatten voorhanden om met mediawijsheid en informatievaardigheden aan de slag te gaan en leerlingen op maat te bedienen. ICT binnen de kunstvakken krijgt weinig aandacht. Bij een peiling bij de leraren kunst blijkt dat er veel aandacht uitgaat naar technieken, programma’s en software waardoor de vakspecifieke leerinhouden op de achtergrond raken. ICT invoeren binnen de kunstvakken betekent echter meer dan alleen het aanschaffen van computers en het werken met tools. Een goede inbedding van ICT binnen de kunstvakken vraagt om een doordacht leerplan waarin de grote lijnen van een (nieuw te ontwikkelen) programma worden vastgelegd. Het is in dit opzicht dat we in Artishock en de studiedag op 14 december de nodige aandacht besteden aan die thematiek. We hopen hiermee een aanzet te bieden aan nieuwe ontwikkelingen en inzichten. Dat leraren kunst het gebruik van informatie- en communicatietechnologie zeer grondig beheersen en thuis zijn in het ontwikkelen van databanken en websites blijkt uit de campagne die in Nederland vorm krijgt naar aanleiding van de afschaffing van culturele en kunstzinnige vorming als vak in het voortgezet onderwijs. Blogs worden ontwikkeld, facebookgroepen ontstaan, heel veel aandacht gaat uit naar internetconsultaties,... het resultaat spreekt voor zich: vertegenwoordigers uit algemeen onderwijs en cultuursector, deeltijds kunstonderwijs, amateurkunsten en privésector, lerarenopleidingen, ouders en privésector zetten de neuzen in dezelfde richting. En dit alles onder het motto: Culturele en kunstzinnige vorming (CKV) is de beste garantie voor kunst- en cultuuronderwijs voor alle leerlingen, noodzakelijk in het kader van haalbare educatieve doelstellingen voor musea en culturele instellingen. Het is onnodig te vertellen dat Muzes de nodige inspiratie haalt uit deze campagne. In het verleden verdwenen de kunst- en cultuurvakken in het Vlaamse onderwijs maar al te vaak geruisloos en zonder veel poeha. In het jaar van de onderwijshervormingen moeten wij op onze hoede zijn. Minister Pascal Smet wil in zijn tweede schooljaar als bevoegd minister de koe bij de horens vatten: het secundair onderwijs moet hervormd worden. Pascal Smet is een bruistablet. Het ene idee na het andere borrelt op en gooit hij op tafel. Behoedzaam voor alle verschuivingen en ideeën gaan we intussen de uitdaging aan om alle mogelijke partners uit onderwijs- en cultuursector te overtuigen. De kracht van ICT willen we alleszins gebruiken om op een efficiënte, slimme manier campagne te voeren.
In de beeldende kunstsector leveren computers en iPads als kunstzinnige tools geen weerstand. In muziekonderwijs zien we over het algemeen dat laptop en iPad goed dienst doen zijn om muziek af te spelen, teksten en muziek visueel aantrekkelijk te maken voor presentaties, te surfen en opzoekingswerk te doen, partituren te tonen, Youtube-films te bekijken, nieuws uit de actualiteit mee te pikken, online te bestellen, foto's te maken en te delen met vrienden en te gamen.
Lees verder op pagina 8. Artishock ging praten met Michiel Hendryckx, persfotograaf, schrijver en voormalig docent aan het KASK in Gent. Hendryckx vertelt ons zijn verhaal, niet aan de hand van beelden, maar wel via een goed gesprek over vroeger en nu en hoe hij daar ergens tussenin zit.
Lees verder op pagina 14. We waren op bezoek bij MATRIX, een Leuvense organisatie die zich bezig houdt met klassieke muziek na 1950. Zij organiseerden een Internationale Conferentie rond Nieuwe Muziekeducatie onder de naam Nieuwe Oren.
Jos Maes is voorzitter van Muzes.
Lees verder op pagina 20.
ARTISHOCKdecember 2012
ARTISHOCKdecember 2012
ICT in de klas ICT in de praktijk? Hoe werkt zoiets op een school? We vroegen het aan drie leerkrachten uit verschillende sectoren met ieder zijn ICT-ervaring in de klas. Bart Hendrickx is leraar plastische opvoeding in het Sint-Michielsinstituut in Keerbergen. Michel Wiezerniak werkt als pedagogisch adviseur voor beeldende kunst bij het OVSG en was voordien leraar in het DKO. Koen Mariën is leraar muzikale opvoeding en informatica in het secundair onderwijs. Wat zijn uw ervaringen als leerkracht met het gebruik van ICT in de klas? Is daar ruimte voor op uw school? Ook binnen de kunstvakken? Michel: Ik werk ondertussen 5 jaar als pedagogisch adviseur voor beeldende kunst bij OVSG, maar daarvoor gaf ik les in het DKO. Ikzelf gaf toegepaste grafiek aan de volwassenen, digitale en algemeen beeldende vorming aan tieners. De computer was een instrument en gereedschap, zoals acrylverf en een penseel voor de schilder. Ik gebruikte het voortdurend, maar ik was zowat de enige. Er werd weinig tot nauwelijks gebruik gemaakt van ICT in de andere lessen. Ja, er werd wel wat informatie opgezocht op het internet, of er werd Bart Hendrickx
powerpoint gebruikt voor een presentatie. Maar daar bleef het bij. Koen: ICT-toepassingen stellen me in staat om leerlingen meer creatief te laten zijn met muziek dan het gewone instrumentarium. Ik heb dan ook het geluk om op een school te werken waar dit zeker ondersteund wordt. Wat ervaart u als de voor- en nadelen van het gebruik van ICT in een klassituatie? Bart: Ik kan eigenlijk alleen maar voordelen bedenken. In kunstvakken staat het leren kijken centraal. ICT maakt de mogelijkheden van beeldbeschouwing in de klas haast onbeperkt. Dat kan al heel eenvoudig: met een tablet in de hand die je draadloos aan een beamer linkt, bijvoorbeeld via AppleTV, kan je kunstwerken projecteren, filmpjes bekijken, of zelfs technieken demonstreren door middel van apps als Procreate. Applicaties voor het bewerken van foto’s, of het maken van animatiefilmpjes breiden de mogelijkheden voor een vak als plastische opvoeding enorm uit. Michel: ICT biedt me heel veel nieuwe mogelijkheden. Zowel om te communiceren, om te informeren, om te creëren als om te delen. Nadeel is dat je je toch wel wat moet bekwamen in technologie. Het blijft iets technisch en een aantal basisvaardigheden moet je onder de knie krijgen. Alles moet ook goed functioneren. Koen: Voordelen zijn er legio. Zoals daarnet al gezegd kunnen leerlingen op een eenvoudigere manier veel complexere composities maken. Muzikaal theoretische kennis (notenleer, akkoordenleer, techniek op een instrument, ) is veel minder noodzakelijk om toch een waardevol resultaat te behalen. Daarnaast vraagt het natuurlijk wel extra expertise van de leraar om die nieuwe technieken aan te brengen bij de leerlingen. Voor mij is de iPad daarom een prachtig middel: alles is zo intuïtief en eenvoudig dat instructie van een bepaalde app geen grote drempel vormt. In welke vormen verschijnt ICT in de lessen?
Michel: In mijn lessen probeerde ik ICT te gebruiken om te communiceren met de leerlingen en collega’s via e-mail. Maar ik leerde ze ook een goede presentatie maken en hun werk te delen via een website. Uiteraard gebruikten we de computer om te creëren. Maar ja, dat was ons vak. Informatie opzoeken en delen van lesmaterialen is nu nog gemakkelijker geworden. Hoe ervaren de leerlingen dit? Vinden zij dit zelf een meerwaarde of is het voor hen eerder een evidente keuze? Michel: Voor de leerlingen die in mijn les zaten, was dat evident. Maar niet zo voor de andere leerkrachten en leerlingen. Die leerlingen kozen ervoor om bijles te volgen in het DKO. Koen: Leerlingen vonden het vorig schooljaar veel aantrekkelijker om zelf klassieke muziekgeschiedenis te verkennen via het internet. Ze kregen de opdracht om een stuk te bespreken uit Klara’s Top 100 met behulp van Facebook: per twee maakten ze een pagina op Facebook over dit werk met partituren, video’s van uitvoeringen, moderne bewerkingen, partituren, Die pagina’s werden gedeeld met elkaar. Zelfs na het indienen van de taak waren er nog groepjes die hun pagina onderhielden en aanvulden. Bart: De leerlingen groeien op met deze media en weten er meestal zeer goed mee om te gaan. Het is belangrijk om in touch te blijven met de leefwereld van de leerlingen. Het zou dus een gemiste kans zijn om geen ICT te gebruiken. Die media vormen dé manier om leerlingen te bereiken en om hun betrokkenheid te verhogen. Hoe wordt ICT aangepakt in het DKO? Is daar ruimte voor op vlak van financiering? Michel: Wel, in het DKO is dat toch wel erg verschillend van leerkracht tot leerkracht. Je hebt leerkrachten die ICT heel goed trachten te gebruiken of te integreren in hun lesgeven. Anderen zien niet goed hoe
Koen Mariën
financiering meer voor ICT vanwege besparingen. Omdat het DKO stedelijk en gemeentelijk onderwijs is, zijn het de besturen van deze Inrichtende Macht die dat al dan niet doen. Ook dat is weer sterk afhankelijk van stad tot stad, gemeente tot gemeente. Vanuit uw eigen ervaringen: vindt u dat er op een goede manier wordt omgegaan met mediawijsheid en het gebruik van het internet op school? Is daar aandacht voor vanuit de directie? Koen: Er is zeker voldoende aandacht, maar zoals met alle nieuwigheden is het ICT-toepassingen stellen me in in het begin een beetje zoeken naar hoe staat om leerlingen meer creatief er mee om te gaan. Sociale netwerksites als Facebook te laten zijn met muziek dan het Bart: en Twitter worden in de meeste scholen geblokkeerd voor de leerlingen. Ik ben gewone instrumentarium. van mening dat het beter is om de leerze dat kunnen gebruiken in lessen beeldhouwen of lingen wegwijs te maken in het gebruik van die media schilderen. Vaak ontbreekt ook een visie over hoe je en hen de mogelijkheden ervan te tonen. Ze maken ICT gebruikt in het kunstonderwijs en is er ook geen immers een prominent deel uit van onze maatschapecht vormingsbeleid op dit vlak. De overheid heeft ge- pij. Steeds meer bedrijven danken hun succes aan netdurende enkele jaren ICT gesubsidieerd. Maar dat is werksites. Ze zijn bovendien perfect te gebruiken als slechts enkele malen gebeurd. Ondertussen is er geen informatiekanalen in vele vakken.
ARTISHOCKdecember 2012
ARTISHOCKdecember 2012
Michel: Ik zal me beperken tot het DKO, maar daar is dit geen echte doelstelling. Er wordt niet echt gefocust op die items. Terloops zal dit ter sprake komen in lessen, maar daar blijft het bij. Vindt u dat alle digitale gadgets een plaats moeten krijgen in het onderwijs of zijn hier beperkingen voor? Michel: Neen, digitale gadget moet niet persé een plaats krijgen in het onderwijs. Aan de snelheid waarmee nieuwe ontwikkelingen gebeuren, zou dat niet bij te houden zijn. Het moet ook pedagogisch-didactisch nuttig zijn en bruikbaar in de lessen. Maar een toestel als de iPad is voor mij geen gadget. Dat toestel bevat zoveel mogelijkheden die voor onderwijs zeer interessant zijn. Het is mobiel met een zeer lange gebruikstijd (geen kabels en stopcontacten nodig). Het laat toe informatie op te zoeken en te delen, heel veel taken uit te voeren, van tekstverwerking tot beeldbewerking, audio en video. Je kan erop schrijven, lezen Het is licht, gemakkelijk in gebruik en onderhoud en bovendien betaalbaar. Het is voor mij een mijlpaal in de geschiedenis van onderwijs, zoals het boek dat eeuwen geleden was. Koen: Als er zinvolle toepassingen zijn, waarom niet?
Michel Wiezerniak
De wereld van de digitale innovatie verandert snel en is zeer concurrentiegericht. Is dat verzoenbaar met het vastgeroeste onderwijssysteem? Koen: Moeten we niet iets doen aan dat vastgeroest zijn. Dat is namelijk het probleem en niet de nieuwe middelen. Michel: Wel, in een verslag van de inspectie dat verscheen in Schooldirect van maart 2005 ICT nog niet echt geïntegreerd stond deze uitspraak: Elke directeur, elke coördinator en vooral elke individuele leraar wordt door deze vernieuwing aangesproken op zijn functioneren. De ontwikkelingen op vlak van nieuwe media en nieuwe technologie dwingen ons om na te denken over ons onderwijs. Is dat nog aangepast aan de noden van vandaag? Of houden we krampachtig vast aan een onderwijssysteem dat werd ontwikkeld op basis van noden uit een ander tijdperk. Dat blijkt een zeer moeilijke oefening te zijn. We bevinden ons op een kruispunt waarop we moeten kiezen welke richting we uit willen. En veranderen is niet gemakkelijk. Onder invloed van technologie is de maatschappij aanzienlijk veranderd. Kan het huidige schoolsysteem nog beschouwd worden als een goede voorbereiding op een leven in de 21ste eeuw? Michel: Wel, zoals ik al zei in de vorige vraag, is ons onderwijsmodel er één dat antwoorden bood op de vragen van de industrie uit een vorig tijdperk. Maar het sluit niet aan op de behoeften van een nieuw tijdperk waarin we zijn terechtgekomen. Creativiteit en samenwerken zijn twee zaken waarop nauwelijks wordt ingezet in onderwijs, maar ze zijn erg belangrijk. De ontwikkelingen gebeuren zo snel dat we kinderen moeten vormen om beroepen uit te oefenen die vandaag niet eens bestaan. Daarom moeten we o.a. het onderwijs hervormen. Er heerst een ware tablet-oorlog en die sijpelt ook het onderwijs binnen. Hoe groot is de druk voor een school om ook te werken met deze middelen? Michel: Eigenlijk is druk niet het juiste woord. Maar de vraag stelt zich wel hoe we hiermee om moeten gaan. Voor mij is het duidelijk: dit is het eerste toestel dat het ook echt mogelijk maakt om ICT te integreren in onderwijs. En ik beschreef de mogelijkheden al eerder. De informaticalokalen zoals we ze kennen hebben voornamelijk leeggestaan. De enige die er les gaf was de leerkracht informatica, die Word, Excel, Powerpoint en zo gaf. We maakten onze taaloefeningen of wiskundevraagstukken niet met behulp van de computer. Hoe zou je dat gebruiken in de lessen lichamelijke of plastische opvoeding? Met een iPod, iPhone en iPad kan dat wel. De vraag is hoe je die toestellen
Michel: Neen, opleiding en vorming is zeker nodig. Onderzoek heeft uitgewezen dat 70% van de leerkrachten ongeacht de leeftijd zich onvoldoende bekwaam acht om met ICT in de klas aan de slag te gaan, ook al omdat jonge leerkrachten les geven zoals ze zelf hebben les gekregen. In de lerarenopleiding is, net zoals in het volledige onderwijs, een vernieuwing nodig. Bart: Aangezien het onderwijs de taak heeft om leerlingen voor te bereiden op de maatschappij, De ontwikkelingen op vlak van zou het idealiter mee moeten evolueren met de nieuwe ontwikkelingen in die maatschapnieuwe media en nieuwe tech- pij. In de lerarenopleiding en in nascholingen hieraan dus zeker en vast meer aandacht nologie dwingen ons om na te zou moeten worden besteed. Koen: Hiervoor moet zeker plaats zijn in de denken over ons onderwijs. lerarenopleiding. Toen ik daar zat en dat is Vandaag is de iPad naar mijn aanvoelen de enige ta- nog niet zo gek lang geleden werd er weinig tot geen blet die echt een meewaarde kan bieden ten opzichte aandacht besteed aan de didactische implementatie van een laptop of desktop. Ik hoop en verwacht dat het van ICT. Maar met het toenemende gebruik in het onaanbod in de toekomst groter wordt. derwijsveld van ICT-toepassingen in alle vakken, kan Welke invloed heeft de inbreng van ICT in een kunstvak de lerarenopleiding hierin niet achter blijven. Bovenop de lesdoelen, de didactiek, de organisatie en de rol dien kan ik getuigen dat ik in verschillende lerarenvan de leerkracht? opleiding -en ook die waar ik studeerde - al heel erg Bart: De kunstwereld sluit nieuwe digitale mogelijk- waardevolle projecten heb gezien. Hoe ik die gezien heden steeds onmiddellijk in de armen. Kunstenaars heb? Wel, via de nieuwe kanalen die de lerarenopleigrijpen de nieuwigheden meteen aan om er hun ding dingen hiervoor gebruiken! mee te doen. Ik denk bijvoorbeeld aan de iPadschilde- Net zoals in het onderwijs in de kunsten blijft bij ICT rijen van David Hockney. In een kunstvak deze nieuwe vaak de vraag rijzen of dit een middel of een doel op ontwikkelingen uitsluiten is dus op geen enkele ma- zich is. Verdringt technologie vaak de essentie van de nier te verantwoorden, of je sluit een groot deel van de les? hedendaagse kunstenaars uit je lessen. Koen: Voor mij mag het nooit een doel op zich zijn: Michel: De lesdoelen blijven dezelfde. Ik wil dat mijn ICT moet ten dienste staan van de leerinhouden van leerlingen bijvoorbeeld kunnen waarnemen en het het vak of de vakoverschrijdende activiteiten. ICT toewaargenomene kunnen vertalen naar een beeld met passen enkel en alleen omdat het leuk of tof is, heeft een inhoud. Een iPad helpt de leerlingen kijken en maar beperkt zin: de fun is er gauw af. Wanneer leergeeft mij mogelijkheden om de leerling te leren waar- lingen beter betrokken worden tot de lesinhoud omnemen. Het geeft mij tools om het waargenomene te dat ze die ICT-toepassingen leuk vinden, dan heb je vertalen in een beeld en om dat beeld te delen: erover weer een ander verhaal te communiceren, hetgeen geleerd is vast te leggen in Michel: Als je informatica studeert, is het een doel op nieuw leermateriaal ook dat te delen enz. Mijn rol als zich. In de meeste andere gevallen is het een middel. leerkracht is die van een coach die onderwijst, onder- Maar omdat het zo technisch is, vraagt het nogal wat steunt, leert kiezen tussen oplossingen, vaardigheden aandacht en bestaat het gevaar dat het de essentie van aanbrengt Er komen nieuwe mogelijkheden bij, nieu- de les verdringt. Als we nog moeten uitleggen, hoe je we technieken, nieuwe technologieën. In het DKO een toestel opstart, dan de browser moet openen, hoe was dat al veel meer de rol van de leerkracht, met een je een zoekopdracht formuleert en ingeeft, dan wel ja zeer grote inbreng van de leerling en een zoektocht dan kom je nooit tot het analyseren van het probleem naar diens talent. en mogelijke oplossingen. Omdat we onvoldoende Zijn de meeste leerkrachten ICT-vaardig genoeg om op deze basisvaardigheden meegeven aan leerlingen en een juiste manier hierin les te geven? Zo niet, moet hier leerkrachten blijven we steken. dan meer permanente aandacht voor zijn in de leer- Tekst: Marlies Verreydt krachtenopleiding? Foto’s afkomstig van de geïnterviewden in de lessen kan inschakelen, hoe je de aankoop ervan financiert en hoe creëer je een context voor optimaal gebruik? Koen: Het woord druk doet me denken aan verplichting. Elke school is tot op een bepaalde hoogte vrij om zijn leermiddelen te kiezen en zeker voor welk merk men kiest. Op dit moment kiezen de meeste scholen voor de iPad. Ik denk dat dat een logische keuze is.
ARTISHOCKdecember 2012
ARTISHOCKdecember 2012
IPAD IN KUNSTZINNIG ONDERWIJS OP WEG NAAR AUTHENTIEKE KUNSTEDUCATIE What's in a name? Kunsteducatie1 op school is authentiek2 als de leerling3 artistiek aan de slag is met wat hem boeit, wanneer hij zich mag uiten zoals hij is, zo weinig mogelijk opgezadeld wordt met schoolse rompslomp, als de leerling het gevoel heeft ‘hier heb ik iets aan’ en als onderling overleg tussen leerlingen geapprecieerd wordt.
A
uthentieke kunsteducatie is geen kwestie van alles of niets: conventioneel of alternatief, maar het is een aangelegenheid van ‘in bepaalde mate’. We doorbreken directief kunstonderwijs en proberen in mindere of meerdere mate te streven naar authentieke kunsteducatie.
siële thema's zoals hebzucht, misbruik, corruptie, agressie, racisme, seksualiteit, moord enz. De kunsteducator moet zich wijs en doortastend kunnen opstellen tegenover leerlingen. De geloofwaardigheid en haalbaarheid van authentieke kunsteducatie is sterk afhankelijk van pedagogisch-didac-
verloos moeilijk of abstract wordt en zonder dat er zich anarchie zou voordoen? In hoever kent de kunsteducatieve leerkracht de leefwereld van jongeren en kent hij/zij de echte behoeften en ambities van de leerlingen grondig genoeg? Het is niet omdat je een song van Adèle of van het Groenewoud zingt in de klas, dat je authentieke kunsteducatie brengt. In hoever ben je als leerkracht in staat om af te kicken van de ingeslepen routine ‘ik heb in mijn vak het laatste woord - niemand kan mij ongelijk geven’? Dat heeft te maken met je zelfverstaan als persoon en als leraar- opvoeder. In hoever zijn leerlingen persoonlijk bereid om uit hun comfortabel leventje van onderwijsconsument te stappen? (‘Als de leerkracht iets zegt, denkt of doet in de les, dan moeten wij ten minste niets zeggen, denken of doen.’) De haalbaarheid van authentieke kunsteducatie wordt zacht uitgedrukt geremd door de maatschappelijke trend om alles bewijsbaar te maken in dossiers, op papier te hebben en te dubbelchecken. Het zal er niet op verbeteren. Of en wat de individuele leerling aan kunsteducatie heeft opgestoken, is zonder meer niet te objectiveren in controleerbare cijfers. Het heeft ook op zich geen zin, tenzij je daarmee, de leerlijn indachtig, de leerlingen in zijn vorderingen en persoonlijke artisticiteit vooruithelpt. De uitvoerbaarheid van (meer) authentieke kunsteducatie wordt initieel bepaald door de leerplannen en door de eindtermen die de Vlaamse overheid oplegt. Maar dit punt zit ronduit schitterend. Inspectie, pedagogische begeleidingsdienst en doorlichtingscommissies zouden een gat in de lucht springen als je meer authentieke kunsteducatie geeft.
kunstonderwijs
groeien naar meer authentieke kunsteducatie
bv. ieder apart krijgt dezelfde afgebakende opdracht waar hij niet onderuit kan
met twee of met meer werken aan dezelfde taak die ruimte laat voor persoonlijke creativiteit
bv. binnen de lestiming van vijftig minuten
loslaten van de leslimiet, verbinden van uren, projectweek, laten werken buiten het lesuur
bv. historisch verdienstelijke kunstobjecten en kunstthema's (zoals licht in de schilderkunst) bv. een frontale les in handen van de leerkracht en een lesstructuur met voordoen en nadoen, met opdracht en controle van de uitvoering (in een belerende aanpak)
actuele kunst en cultuur gesitueerd in de huidige samenleving vrij uitzoeken, experimenteren en op eigen benen vormgeven, met positieve ondersteuning en feedback van de leerkracht en van de anderen in de klasgroep
bv. voor alles wat je doet (proces en product) bepaalt de leraar wat je verdient
"wat je eraan had, bepaalt niet een ander maar jijzelf": de leerling hoeft zich niet te plooien en kan authentiek artistiek bezig zijn in de les.
bv. materiaal uitsluitend meegebracht of aangebracht door de leerkracht, te gebruiken volgens strikte normen
materiaal of inhouden die de leerlingen spontaan en uit hun eigen leefwereld inzetten.
kunstzinnige bagage
bv. alle kunstzinnige activiteiten zijn vooraf bedacht en gepland door de leerkracht
"wat hier uit voortvloeit weet niemand op voorhand".
zeggingskracht
Hiermee installeren we niet de dominantie van de leerling in kunstzinnig onderwijs. Integendeel, niet alle leerlingen zijn even artistiek en het zijn niet allemaal watjes. De leerkracht van een kunstvak moet niet het schoothondje worden van de leerlingen, iemand zonder ruggengraat. Actuele kunst en populaire cultuur zijn doorspekt met controver-
tische kwaliteiten en aspiraties. In hoever is de leerkracht PO, MO, esthetica, muzische vorming in staat en bereid om niet alleen voor de klas te komen staan, maar ook buiten de ambachtelijke lijntjes te kleuren en onveilige, experimentele en aanstekelijke situaties te creëren voor de leerlingen op maat van de groep ... zonder dat het oe-
Alle domeinen: beeldende opvoeding, muzikale opvoeding, taal als kunst, kunstzinnige beweging en dans, mediakunst, esthetica en alle kunstzinnige activiteiten in andere vakken dan kunst. 2 Inspirerend is: Folkert HAASTRA, Authentieke kunsteducatie: een stand van zaken. In: Cultuur & Educatie 2011, nr.3, p. 8- 37. 3 Natuurlijk jongens én meisjes
Klas: ..... Leerling: ........................ Taak / activiteit: ..............................
afwezig
We grasduinen in de actuele doelstellingen uit de officiële documenten (eindtermen en leerplannen). Enkele voorbeelden: Door middel van kunst- en beeldbeschouwing een persoonlijk waardeoordeel ontwikkelen over beelden en de beeldende kunst van vroeger, van nu en van verschillende culturen; Nagaan hoe gevoelens in verschillende expressievormen geuit kunnen worden: toneel, film, muziek en hierbij de relatie zoeken met de beeldtaal; Plezier en voldoening vinden in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend vormgeven is; De zeggingskracht van het beeldend werk vergroten; Een authentieke beeldtaal ontwikkelen; De authenticiteit van een creatie zien, waarderen en ervan genieten; In gegeven muziekwerken andere instrumenten dan die van het symfonisch orkest herkennen; Anderen de kans geven om te reageren; Durven opkomen voor de eigen smaak; Instrumenten (waaronder de eigen stem) als expressie- en communicatiemiddel kunnen gebruiken; Mogelijkheden van het gebruik van ict en media onderzoeken en toepassen in functie van de beeldende opdracht; De samenhang en beïnvloeding van beeld, geluid en beweging in allerhande mediaboodschappen ontdekken. Een beoordelingsschema van kunstzinnige doelen zou er als volgt kunnen uitzien: amper aanwezig
manifest aanwezig
beloftevol aanwezig
toelichting
technisch beheersen artistieke passie
gericht op doel en inhoud
authenticiteit creatief aspect reflectie ifv groei Besluit
1
ARTISHOCKdecember 2012
De categorieën zijn positief discriminerend. Kruisjes, hier en daar commentaar en een gefundeerd trefwoord als besluit. Rompslomp ontstaat als je voor elke leerling en voor elk criterium iets zoekt. Het is trouwens niet verboden om de leerlingen dat zelf te laten uitmaken, ten minste als ze hier niet op gekwoteerd worden en als feedback volgt in het perspectief van kunstzinnige groei op langere termijn.
Mediawijsheid
Mediawijsheid is het geheel van kennis, vaardigheden en attitudes waarmee burgers zich bewust en kritisch kunnen bewegen in een complexe, veranderende en gemediatiseerde wereld. Het is het vermogen tot een actief en creatief mediagebruik dat gericht is op maatschappelijke participatie4. Het gaat dus niet alleen om ICT-skills maar over kritisch-creatief mediagebruik in het algemeen: zowel de traditionele als de nieuwe media.
Mediawijsheid in het kunstonderwijs5
ARTISHOCKdecember 2012
Twee vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onderwijs (2010) belangen ons in deze context bijzonder aan: 1. De leerlingen gaan alert om met media; 2. De leerlingen participeren doordacht via de media aan de publieke ruimte. De ministeriële conceptnota mediawijsheid (2012) beroert alle leerkrachten, dus ook de kunstzinnige vakken. Beeldgeletterdheid is volgens deze concepnota het vermogen om de gedachtegang en bedoeling van de makers en gebruikers van beelden te kunnen volgen. In tegenstelling met wat we gewoonlijk denken, gaan jongeren niet kritischer, creatiever en veiliger om met digitale media omdat ze intensief bezig zijn in de sociale media. De Europese Commisie heeft een referentiekader uitgebouwd met acht sleutelcompetenties. Eén ervan gaat over ICT: Digitale competentie omvat de vertrouwdheid met en het kritisch gebruik van technologieën van de informatiemaatschappij voor het werk, in de vrije tijd en voor communicatie. Zij wordt onderbouwd door basisvaardigheden in ICT: het gebruik van computers om informatie op te vragen, te beoordelen, op te slaan, te produceren, te presenteren en uit te wisselen, en om via internet te communiceren en deel te nemen aan samenwerkingsnetwerken. Mediagebruikers moeten de nodige vaardigheden kunnen verwerven om adequaat met de nieuwe media om te gaan. Dat heeft betrekking op informatievaardigheden, technische en strategische vaardigheden. Die basisvaardigheden omvatten volgens de Europese Commissie het vermogen om informatie te zoeken, te verzamelen en te verwerken en die op kritische en stelselmatige wijze te gebruiken, de relevantie ervan te beoordelen en onderscheid te maken tussen reeël en virtueel. ICT moet ook renderen bij kritisch denken, creativiteit en innovatie6.
iCompetenties en iPAD
In de beeldende kunstsector leveren computers en iPads als kunstzinnige tools geen weerstand. In muziekonderwijs zien we over het algemeen dat laptop en iPad goed dienst doen zijn om muziek af te spelen, teksten en muziek visueel aantrekkelijk te maken voor presentaties, te surfen en opzoekingswerk te doen, partituren te tonen, Youtube-films te bekijken, nieuws uit de actualiteit mee te pikken, online te bestellen, foto's te maken en te delen met vrienden en te gamen. De muziekmaker moest tot voor kort een krachtige laptop, een drumcompu-
10
Conceptnota mediawijsheid, p. 10. Geciteerd in: Talita GROENENDIJK, Jantina HUIZENGA, Anne TOORENAAR, Lessen in mediawijsheid. Onderzoek naar effecten van lessen in mediawijsheid en ICT in het kunstonderwijs. -In: Project Mediacultuur onderzocht. Stichting Kennisnet, uitgever Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, 2010, p. 11 6 Conceptnota mediawijsheid 2012 p. 7.
ter, een sampler en een synthesizer aanschaffen. Nu met de iPad in de handpalm blijf je op je plaats zitten, hangen of liggen; je opent op je iPad bv. iElectribe (de virtuele versie van de Korg drumcomputer), je ontwerpt een volwaardig stuk muziek met een van de vele recording-apps. Eenmaal de iPad is aangeschaft, is de stap naar bijna gratis aanschaf van een heel gevarieerd palet nieuwe apps als het ware drempelloos. Het lijkt al een eeuwigheid, maar de populairste tablet, de iPad, is nog maar sinds 2010 op de markt. Inmiddels heeft 1 op 4 gezinnen in Vlaanderen een tablet, meestal een iPad. In Nederland beschikt 1 op 4 gezinnen momenteel over twee iPads. Toen in 2011 de leerlingen van een Nederlandse school vernamen dat ze binnen afzienbare tijd allemaal over een iPad zouden beschikken, werden ze stuk voor stuk wild van enthousiasme. Leerkrachten hebben enkele maanden tijd nodig om vertrouwd te geraken met het toestel, leerlingen blijken de iPad gewoon te zijn in één dag of minder7. Dat noemt men het verschil tussen de digital nativs en digital immigrants8. Cool, klein en plat, aanraakgevoelig scherm, gemakkelijk v e r p l a a t s b a a r, intuitief toegankelijk. Zijn deze iPad-kenmerken voldoende om de plaats van de iPad te argumenteren in de klas? Jongeren zien in de smartphone en iPad een sleutel om volwaardig te participeren aan de veranderde maatschappij. Opvoeders vrezen verslaving en fysiek isolement. Is de iPad voor onderwijs beter dan een computer? Is een smarboard beter dan een krijtbord? Er is niets tegen, maar spijtig genoeg wordt met nieuwe technologie vaak hetzelfde gedaan als met de veel minder spectaculaire onderwijs- en leermiddelen zoals bord en tekenschrift. Op de iPad kan je e-books lezen. De iPad kan je aansluiten op een beamer precies zoals een ordinaire computer. In de klas moeten we handboeken, tekstbundels, schildersmateriaal en xylofoons niet opzijschui-
4
7
5
8
ven om plaats te ruimen voor digitale tools, pdfs en virtuele instrumenten. We maken beter onze aanpak efficiënter en sleutelen aan de kwaliteit van ons onderwijs om mede dankzij nieuwe technologie leerlingen op een democratische wijze en beter voor te bereiden op hun plaats en toekomst in de samenleving. Het aanvaardingsproces van digitale media in het onderwijs (ICT en dus ook iPad) ligt verschillend bij de kunstvakken. In de sector beeldende kunst is de stap naar audiovisuele computertoepassingen al lang bezig. Dankzij de iPad (en laptop) gaat dat proces fors vooruit. In het muziekonderwijs is muziekmaken met digitale tools nog erg marginaal. Per definitie is elke tool die muziek kan produceren te verantwoorden als muziekinstrument, maar zo denken muziekopvoeders meestal niet. Het probleem is tweevoudig. Vooreerst profileren muziekpedagogen zich meestal op de eerste plaats als musicus. Bij musici in dagonderwijs en in DKO blijft de zgn. akoestisch verklankte muziek op een echt instrument de norm. Meestal wordt de iPad niet als instrument gezien omdat het een digitaal apparaat is. De esthetische weerstand tegen muziek die klinkt uit de iPad, de computer, de ipod, de smartphone, de hifiboxen, loopt vast op de veronderstelde kunstmatigheid van de iPad of computer. Alle geluid - ook het zgn. digitale geluid - komt via trillingsgolven in de lucht tot onze oren. In die zin is ook een DVD of cd met de mooiste klassieke muziek gespeeld op historische instrumenten en in de klas beluisterd even onnatuurlijk als synthetische muziek. Men vergeet blijkbaar dat elke cd, dus ook klassiek koor en symfonieorkest, op een erg onnatuurlijke wijze tot stand komt. Een muziekuitvoering wordt in de studio in één ruk of in tientallen takes ingespeeld. In bijna alle gevallen last men de beste fragmenten van meerdere inspelingen aan elkaar. De foutjes en valse noten wor-
Cijfers over Vlaamse jongeren die een ipod of een iPad bezitten, zijn er nog niet. Digital nativs hebben nooit anders gekend. De digital immigrants zijn de ouders en de leerkrachten.
11
ARTISHOCKdecember 2012
den op computer gecorrigeerd net zoals beelden in Photoshop. Wat blijft er dan nog natuurlijk over? Zelfs de transparantie en kleur van de sound wordt met artificiële filtering bijgewerkt en de gewenste concertruimte wordt met convulsiesoftware - dus virtueel- erop geplakt. Geen enkele klassieke muziek op schijf of bestand ontsnapt aan een perfectionerende 'onnatuurlijke' afmix. Daarbij vergeten we de hoeveelheid en de plaatsing van microfoons in de studio of concertzaal niet. Het vakmanschap van de producer van de plaat en niet (alleen) van de muzikanten primeert in het eindproduct. Een echte opnamestudio beschikt over tientallen, soms zelfs over honderden dure microfoons omdat elk instrument, elke zanger, elk muziekgenre een aangepaste microfoonset verdient. Wat is er dan nog authentiek aan de vertolking? Een kwaliteitsvolle opname staat of valt met de input- en de o u tp u t k a r a k t e r i s tieken. Het gaat om veel meer dan de keuze van een al dan niet akoestische instrument. Daarnaast zal de traditionele instrumentalist - als het goed loopt - zich zeer geleidelijk (d.i. moeizaam) meester maken van zijn instrument. Voor de meeste instrumentleerlingen is het een proces van ongelooflijk doorzettingsvermogen om hun instrument te laten spreken. Een viool pak je niet in de hand zoals een iPad en het duurt ontzettend lang om er muzikaal zeer bevredigende viooltonen uit te toveren. Maar eenmaal zover levert het de musicerende leerling en als het allemaal meezit een eeuwig wow-gevoel. Daarvoor dient een 'extended' opleiding die in schaduwvakken van het dagonderwijs (muziek, esthetica, PO) niet mogelijk is. Om te schitteren op een instrument zijn volgens Malcolm Gladwell 10000 uren toewijding nodig9. Uit het onderzoek van Ericcson waar Gladwell naar verwijst bleek dat artistiek muzikaal succes veel minder met toptalent te maken heeft dan men gewoonlijk aanneemt. Niet door 10000 uren te slijten
op de schoolbanken op zich kom je dus aan expertise of competentie. Zonder bovenmenselijke inspanningen te leveren kan een doorsneeleerling in het dagonderwijs - zeker in de kunstvakken - een goed rapportcijfer behalen, maar daarmee wordt hij nog geen kei in het vak. Hij zal het buiten de schooluren moeten waarmaken zelfs als ie een speciaal statuut heeft als toptalent in het SO. Expertise bouwt men op in vier fasen: 1. De naïeve incompetentie: Je weet niet eens hoe je een viool moet vasthouden of dat een iPad een muzikale duivel-doet-al is. 2. Bewuste incompetentie: Je beseft het tekort, de afwezige competentie bv. hoe speel ik akkoorden die passen bij deze melodie? 3. Bewuste competentie: Ik wil een nieuwe vaardigheid of techniek onder de knie krijgen. Ik ga dat stap voor stap aanpakken om mij niet te verslikken in de complexiteit van de te leren competentie. Ik heb het gevoel er stap voor stap op vooruit te gaan en dat geeft mij een boost om niet te stoppen zolang ik voor mijzelf uitmaak dat ik er nog niet ben. 4. Integratieve competentie: automatische of echte beheersing. Oefening baart kunst. Ik leer na verloop van tijd snel en accuraat op mijn instrument spelen. Ik kan mijn plan trekken op een deskundige wijze. Ik word geconfronteerd met onvoorziene omstandigheden en ik leer mij zonder (veel) nadenken uit de slag trekken. Die magische regel van 10000 uren (Malcolm Gladwell) is op zich niet voldoende. Je persoonlijke drive en passie is daarbij doorslaggevend. Maar ook de gunstige context, een uitdagende leeromgeving, deskundige en communicatieve leerkrachten, het specifieke vakgebied, de gunstige schoolcontext en ondersteuning van de ouders, de extra kansen en de sociale media bepalen je competentie. Tot slot is er het toeval. We hebben lesuren nodig waar leerlingen niet afgerekend worden op hun direct
Malcolm Gladwell verwijst naar een onderzoek van de Amerikaan K. Anders Ericcson uit de jaren negentig. In de muziekacademie van Berlijn had Ericcson drie groepen instrumentleerlingen gevolgd: 1. toptalent; 2. begaafde professionele leerlingen 3. amateurs. De topviolisten zouden de kaap van 10000 uren al bereikt hebt op de leeftijd van 21 jaar met 30 uren per week. Gemiddeld komen ze op 12-jarige leeftijd al aan 8 uren training per week. De amateurs zouden op 21 gemiddeld 2000 uren achter de rug hebben. 9
12
ARTISHOCKdecember 2012
resultaat. Je moet de kans krijgen om onverwachts iets interessant te vinden en daarop verder te gaan. Serendipiteit10 duikt niet vanzelf op gewoon door uren en uren te oefenen. Je moet alert blijven, risico's durven nemen, openstaan voor het onbekende, het onverwachte. Als we leerlingen echt vertrouwen geven, dan mogen zij op hun bek gaan zonder daarop afgerekend te worden in de rapportcijfers. Improviseren op doek of met klank is openstaan voor het onverwachte en risico nemen bij een onverwachte klank of wending in het kleurenspel: daar maakt serendipiteit een kans. Zonder het eindresultaat te sturen, ontstaan ideeën en combinaties die men door het vooraf plannen van de performance of door het uitschrijven van de partituur niet kan verkrijgen. Academische vrijheid voor vorsers en proffen aan de universiteit maakt serendipiteit mogelijk en zeer belangrijk voor wetenschappelijke vooruitgang. In tijden van crisis waar men het zekere voor het onzekere neemt en waarbij tegenover financiering van projecten directe output verwacht wordt, staat het recht op zoeken en inspelen op het gelukkige toeval onder druk. Artisticiteit heeft meer met serendipiteit te maken dan met perfecte aflevering van het product. Een mislukte vertolking, een zwakke opname, een foute inschatting, een iPad-app die niet doet wat je wil, kan je op een onbekend, nieuw spoor zetten. Tenminste, als je zin hebt om voortgang te maken en competenter te worden. Wat heb je daar voor nodig? Een onderzoekende mentaliteit met wijde blik en het mogen volgen van je buikgevoel. Ik wil iets doen met takken, mevrouw of Op deze basisklank in mijn stuk zoek ik een gepast beeldfragment. Dergelijke passionele uitingen zijn de gouden poort naar serendipiteit. Dat leerlingen geen verbeelding of serendipiteit tonen, heeft te maken met de afkeer of geringe aandacht op school voor ons buikgevoel, de intuitie. Logisch redeneren is in kunstzinnige vakken niet de hoofdzaak. Leerlingen die in de klas zitten te niksen of geeuwen van verveling komen niet spontaan in aanmerking voor competentiegroei. Dat leerlingen een internettaak over kunst flauw vinden, heeft vaak te maken met het plichtkarakter, het routinematige van de manier van oplossen (invulvragen) en de voorspelbaarheid van het resultaat dat hen eigenlijk niet aanbelangt. Voorts is het relevant om de verwachte competentie niet te complex te maken van in het begin. In dat opzicht schittert de iPad als laagdrempelig medium om met een paar intuitieve vingerbewe-
gingen bijvoorbeeld klanken uit het aanraakscherm te toveren, samples te maken, foto's te schieten, te selecteren, te vergelijken en eventueel te voorzien van effecten, iets waar gespecialiseerde studio's uit het pre-iPad tijdperk van droomden. Om de spirit en artisticiteit hoog te houden, kan men de leerlingen best niet isoleren van elkaar of afrekenen op hun individuele prestaties alleen. Een leerling apart is misschien te beduusd om ideeën te verbeelden voor het ontwerpen van een fotoreeks, een collage van spreekstem en muziekfragmenten enz. Werkt men met de hele groep dan kunnen ideeën bijvoorbeeld per twee of per drie bedacht en geëvalueerd worden. De overgebleven ideeën worden goed benoemd en getrieerd. Eerst de positieve, daarna kan men de minder goede ideeën toch nog eens onder de loep nemen om tenslotte tot een combinatieidee te komen die het banale gebruik van de iPadapp overstijgt. Vooringenomenheid en conservatisme (zo doe ik dat altijd) werken blokkerend in plaats van faciliterend. We moeten de leerlingen stimuleren om serenpiditief waar te nemen en verbeelding te gebruiken in plaats van ze te laten terugvallen op het geheugen. Anderzijds onthouden we dat vage en te open creativiteitsopdrachten of activiteiten, waar alles open staat, niet werken, zeker als er geen energie en tijd besteed worden aan het voorbereidingsproces of het 'tunen' van de leerlingen op de opdracht. Voor het integreren van een iPad in de muzische activiteiten doen we het beste beroep op een goed functionerende leerkracht die niet alleen toezicht houdt tijdens de muzische werkzaamheden. De meerwaarde van de iPad in kunstzinnige vorming ligt dus niet in de technologische innovatie maar valt of staat met de leerkracht die er werk van maakt om de unieke opportuniteiten te laten renderen in authentieke kunsteducatie. Paul Timmermans is onderwijskundige met jaren ervaring in de
lerarenopleiding (KHLeuven + SLO Lemmensinstituut) en muziekpedagoog met expertise in alternatieve muziekeducatie, audiotechnologie en audiovisuele vorming.
Hij geeft ruim twintig jaar nascholing voor
basisonderwijs, SO, DKO en andere kunsteducatieve organisaties over uiteenlopende topics: Magie van het muzische, Warm
hart voor creativiteit, Media leuk en creatief, Differentiatie, Uitdagend muziekonderwijs, Als samples muziek spreken ...
Zo kwam Wassily Kandinsky zijn atelier binnen en merkte iets vreemds op. Tot hij erachter kwam dat één van zijn figuratieve schilderijen op de schildersezel op zijn kop stond en dat werkte op hem in. Hij was van deze vondst helemaal weg en ging vanaf toen abstract schilderen. 10
13
ARTISHOCKdecember 2012
ARTISHOCKdecember 2012
Meer cultuur op school
een gesprek met Michiel Hendryckx Iedereen fotograaf, of toch op vlak van technische middelen en snufjes. Het creÍren en manipuleren van beelden is al lang niet meer uitsluitend het domein van de fotograaf. De donkere kamer is verplaatst naar buiten en met een goede camera kan je gewoon ook bellen. Toch is er meer dan ooit nood aan begrip voor beeldtaal in het onderwijs. Artishock ging daarom praten met Michiel Hendryckx, persfotograaf, schrijver en voormalig docent aan het KASK in Gent. Hendryckx vertelt ons zijn verhaal, niet aan de hand van beelden, maar wel via een goed gesprek over vroeger en nu en hoe hij daar ergens tussenin zit. Was de keuze voor een opleiding in de kunsten evident voor Ineens waren de leerkrachten kwetsbare mensen geworiemand uit het kleine Adinkerke? Wat heeft u ertoe aange- den. Een leerkracht kon Elsschot beginnen voorlezen, dat zet om fotografie te volgen en hoe heeft u deze opleiding als confronterend voor zichzelf ervaren en daarom beginervaren? ne te wenen in de klas. Plots waren de mensen die vooraan Hendryckx: Mijn vader zaliger was architect en wij woon- stonden geen vijanden meer. Die attitude en kwetsbaarden in de Panne. Ik ben opgegroeid in de jaren vijftig en heid waren voor mij een echte schok. De bedoeling was zestig. Er werd toen ontzettend veel gebouwd aan de Bel- natuurlijk om architect te worden en de zaak van mijn vagische kust. Mijn vader had het ontzettend druk, mijn der over te nemen. Maar het artistieke en creatieve was eimoeder was bij wijze van spreken zijn assistente en wij genlijk maar een heel klein deeltje van mijn vaders werk. Ik werden eigenlijk verwaarloosd. We woonden wel in een wou heel de week schetsen en tekenen en niet slechts een prachtig huis, vol met boeken en klassieke muziek. Als er paar uur per week. Ik had de smaak van het kunstonderop reis werd gegaan, was het naar kathedralen, Romaanse wijs geproefd en koos toen voor fotografie zonder eigenlijk kerken enz. Kunst was in die zin zeker een evidente aan- het vak te kennen. In de academie in Gent was er toen een wezigheid. En ik merk nu ook tot mijn verbazing, sinds ik prille fotografie-afdeling en daar ben ik terecht gekomen. zelf vader ben geworden, dat ik eigenlijk niet meer doe dan In het begin met weinig succes: mijn eerste jaar haalde ik wat mijn ouders in hun tijd deden. met de hakken over de sloot. Het was pas tijdens een reis Ik moest vanaf mijn twaalfde op internaat in Gent, wat echt verschrikkelijk was voor iemand die heel Ineens waren de leerkrachten zijn jeugd in De Panne heeft doorgebracht. Een schitkwetsbare mensen geworden. terende omgeving om op te groeien trouwens, in die tijd toch. Onze villa was aangebouwd tegen de duinen dus naar Wales dat ik echt foto’s heb leren maken. Daar heb ik ik kon vandaar naar Frankrijk lopen zonder een huis tegen letterlijk het licht gezien. Vanaf dan ben ik vrij snel beginte komen. Op het internaat had ik een kamer met zicht op nen freelancen voor kranten wat toen niet evident was. de torenrij van Gent. Ik ben echter snel verliefd geworden U heeft tot 1993 zelf les gegeven aan het KASK in Gent. Was op die stad zonder er ooit een voet te hebben neergezet. dat een evidente keuze? Kunt u zichzelf beschrijven als leerOp mijn zestiende voelde ik ook wel dat je beter in Gent kracht? kon wonen dan in de Panne. Dat internaat was echter niet Hendryckx: Ik ben zeer lang leraar geweest aan de acadeaan mij besteed en ik verliet de traditionele school om naar mie in Gent, het gaat dan uiteraard over hoger onderwijs, Sint-Lucas te gaan, een artistieke humaniora. Die school geen humaniora. Vanuit een soort linkse sociale bewogenvormde eigenlijk een voorbereiding op architectstudies: heid vond ik toen dat ik mij moest bezighouden met de veel wiskunde, veel tekenen en kunstgeschiedenis enz. zwakken omdat zij mij het meeste nodig hadden. Toen Maar het meest opmerkelijke aan die school waren de ik daar zestien jaar later wegging op eigen initiatief, zat docenten: ineens waren dat kwetsbare mensen geworden. ik eigenlijk aan het compleet tegenovergestelde deel van
14
15
ARTISHOCKdecember 2012
gedraagt. Het respect en de eerlijkheid die iemand uitstraalt. Een goede leerkracht straalt eerlijkheid en respect uit. Als iemand zich hypocriet en achterdochtig gedraagt, voelen jongeren dat. Tegenwoordig heeft een leerkracht te weinig maatschappelijk gewicht, het tij is daar gelukkig aan het keren, maar toch. Ik vind dat leerkrachten het hoogste loon zou moeten toekomen. En daarin zou het kleuteronderwijs de best betaalde job moeten zijn van heel het pedagogisch spectrum. Iemand die aan de universiteit les geeft, zou minder moeten betaald krijgen dan een onderwijzer. En geld is daar belangrijk in De beste leerkrachten horen thuis in omdat het het enige is wat telt in maatschappij. In het kleuterde kleuterschool en de lagere school. deze en lager onderwijs zijn de prikkels de studenten van het eerste jaar was het voor mij duidelijk die kinderen krijgen zo belangrijk. Een mens is vooral wie er talent had en wie er zijn tijd aan het verdoen was. maakbaar (in hoeverre dat hij maakbaar is) in de eerAls docent had ik enorm veel autoriteit zonder mensen ste levensjaren. De beste leerkrachten horen thuis angst in te boezemen of te straffen. Ik begon het jaar ook in de kleuterschool en de lagere school. Met andere met uit te leggen dat ik een zeer uitgesproken mening en woorden: je moet daar de beste mensen zetten van de discours heb. Ik begrijp dat dat bij sommige mensen niet maatschappij en niet de mensen die eerst veearts wilin goede aard valt. Als ze vonden dat ik op hun zenuwen den worden en dan toch maar leerkracht worden uit werkte, moesten ze ook wegblijven. Maar dat wil niet zeg- pure miserie. Bij ons in het lager onderwijs werd er gen dat ik wraak nam op het einde van het jaar. Ik was ook verteld, niet voorgelezen maar verteld. Dat is één van niet de enige belangrijke docent, we waren met een drietal de belangrijkste dingen die er zijn in educatie. Ik ben dus als ze zich beter voelden bij een andere leerkracht was een goede docent omdat ik een goede verteller ben en dat geen probleem. Ik ben daar zeker nooit rancuneus in lesgeven is nu eenmaal vertellen. Of het nu gaat over geweest, integendeel. wiskunde of over kunst: Je moet de leerlingen bij hun Wat vindt u momenteel het grootste probleem in het (kunst nekvel kunnen pakken zodat ze aan je lippen hangen. )onderwijs? Op die manier kan je hun alles bijbrengen. Ik denk Hendryckx: De leraren kunst uit de humaniora vroeger dat in de humaniora alles te schools wordt gebracht, werden echt gepest, ik herinner mij leerkrachten die je moet de kat bij de melk durven zetten. Sommigen aan het wenen waren in de klas omdat ze door de rest hebben dan die gevoeligheid voor een vak, anderen van het korps als uitschot behandeld werden. Vandaar hebben dat niet. Dat is gewoon zo. Leerkrachten moedat de leerlingen ook het gevoel kregen dat ze een ten vooral mondige mensen zijn die iets te vertellen vrijgeleide hadden om die mensen te vernederen. Ik hebben, die kunnen schrijven. Ze moeten bezig zijn heb nog een leraar muziek moeten verdedigen alsof met hun vak en dat ook kunnen overbrengen naar hun hij mijn eigen vader was. Ik hoop dat die tijden al lang leerlingen. Haal de buitenwereld binnen op school. voorbij zijn. Respect voor de wereld en voor elkaar, Een ander probleem van het onderwijs is het in vakjes daar begint het eigenlijk mee in elke opvoeding. Alle denken: dat is wiskunde en dat is kunst. Ik denk dan: gebruiksvoorwerpen worden nu in een aangepaste nee, wiskunde is ook kunst. vorm gemaakt voor kinderen, maar dat is helemaal Vindt u dat alle kunstenaars een maatschappelijke rol moeniet nodig. Een kind is perfect in staat om zich aan ten vervullen door bijvoorbeeld projecten op te zetten in het te passen. Het is verkeerd te denken dat een kind niet onderwijs of les te geven? Zit dat dat op één of andere maweet, een kind weet namelijk zeer veel. Als pedagoog nier vervat in het kunstenaar zijn of is dat een keuze die een moet je de lat zeer hoog durven leggen. kunstenaar maakt? Ik heb zelf enorm veel goede herinneringen aan men- Henryckx: Als docent aan de academie was ik één van de sen waar ik les van gehad heb. Dan gaat het niet al- weinigen die permanent voor de krant werkte tussendoor. leen over leerkrachten kunst maar ook over leraren Het is belangrijk dat je studenten zien wat je doet. Er kwageschiedenis, Nederlands enz. Het gaat voornamelijk men leerlingen bij mij in de les die de krant mee brachten over de attitude, de manier waarop een leerkracht zich en mij mijn minder of beter werk toonden. Dan moet je
ARTISHOCKdecember 2012
het spectrum. Ik was er voor al mijn studenten, maar mijn grootste vuur als docent ging uit naar de getalenteerden onder hen omdat ik in de loop van het circuit had ontdekt dat als je in een droge vijver iets probeert te planten, het dan toch niet groeit. Als je in een droge vijver iets probeert te planten, groeit het niet. Ik geloof immers niet in de maakbaarheid van de mens: je kan iemand leren tellen en lezen maar van iemand een kunstenaar maken dat is echt moeilijk. Ik heb daarnaast nooit les gegeven in het eerste jaar van de academie, altijd in het tweede, derde en vierde jaar. Ik ben daar om; er is dan al een selectie gebeurd. Bij
16
de situatie kunnen uitleggen of inderdaad kunnen zeggen dat het niet je beste dag was. Wat ik nu merk is dat jonge mensen al onmiddellijk in een zeer competitieve omgeving terecht komen. Toen was de fotografie in de Belgische pers zeer slecht, ik had enkele goede collega’s, maar daar bleef het bij. Zou ik nu als fotograaf beginnen, zou ik al buitengesmeten worden voor ik binnen was. Het is jammer dat jonge persfotografen er direct moeten staan. Na mijn legerdienst heb ik een vast contract gekregen voor de Standaardgroep en na twee maanden kreeg ik een aanbod van de academie om fulltime les te geven. Ik heb toen gekozen om met mijn voeten in de praktijk te staan en te werken als persfotograaf. Enkel lesgeven was voor veel van mijn collega’s puur kommer en kwel. Alle leerkrachten zouden eigenlijk nog in de praktijk moeten staan want
lesgeven moet gevoed worden vanuit een beleving. Te veel de nadruk leggen op de maatschappelijke rol van een kunstenaar is geen goed idee. Kunstenaars mogen vooral geen missionarissen worden. Het gaat vooral om attitude, een manier om met kunst en cultuur om te gaan. Hetgeen wat jullie brengen, het verhaal van kunst en cultuur, is een zeer moeilijk onderwerp. Want wie bepaalt wat kunst is en wat niet? Kunst is ook gewoon elitair dat wil niet zeggen dat er mensen worden uitgesloten, maar er moet wel moeite voor gedaan worden en daarin schuilt het elitaire. Een kunstbeleving is een soort van bedevaart waar je naartoe wordt geleid. U heeft in een interview uit 2009 meegegeven dat we leven in een visueel tijdperk maar dat er nog nooit zoveel mensen analfabeet zijn geweest in het lezen van beelden. Er bestaat
17
ARTISHOCKdecember 2012
ARTISHOCKdecember 2012
namelijk ook geen opvoeding in. Ligt dit binnen de rol van het onderwijs om dit te verbeteren? Hendryckx: Het fenomeen beeldtaal bestaat wel degelijk. Het heeft een eigen woordenschat en grammatica en je moet die ook kunnen beheersen. Je kan enorm veel leren van de maatschappij door enkel te kijken. Ik heb dat ook meegemaakt in Japan, ik spreek nog altijd geen woord Japans maar ik kon die cultuur en maatschappij wel lezen. Ik ben iemand die goed kijkt en daardoor zie ik alles. Daar begint het. Mensen leren fotograferen is één van die beeldtalen. In de les trok ik altijd een witte handschoen aan en ik vroeg naar de kleur daarvan. Wit natuurlijk. Vervolgens ging ik aan het raam gaan staan en vroeg ik nogmaals welke kleur. Ik moest hen leren dat door tegenlicht die witte handschoen zwart werd en dat door het gebruik van een rode lamp het voorwerp rood werd. Dat is allemaal beeldtaal en dat kan onderwezen worden. U vertrekt in uw eigen werk steeds vanuit de realiteit en de verwondering van een kunstenaar die daar bij hoort. Is het moeilijk om in een maatschappij waar men overspoelt wordt door digitaal bewerkte beelden nog puurheid te kunnen tonen? Hendryckx: De meeste collega’s zien de digitalisering als een bedreiging. Er zijn nu ook gewoon ongelofelijk veel mensen die goed fotograferen. Mensen die er vroeger nooit toe gekomen zouden zijn omwille van economische en praktische redenen. Nu zijn er gsm’s, fototoestellen, tablets die
18
goed fotomateriaal leveren. Fotografie is enorm populair geworden en ik vind dat fantastisch. Je kan bij wijze van spreken een topfotograaf zijn met een investering van 3000 euro. Het gaat dan natuurlijk niet over wat je daar mee doet. De ambities van Less is more jonge mensen zijn nu veel nabijer en dat vind ik fantastisch. Het aanbod is gewoon zo groot, mensen zouden zichzelf op regime moeten kunnen zetten. Het enige probleem is de veelheid van alles. Dat is altijd het probleem geweest. Waarom is er zoveel lelijke architectuur? Door de veelheid aan materialen. Vroeger was er leem, stro en hout en je kon daar eigenlijk niets mee verkeerd doen. Mensen willen dan knutselen, maar ze kunnen zich niet beperken tot één zaak. Van Gogh werkte op het einde van zijn leven met drie kleuren in primaire verwerking; hij maakte schitterende werken. Dat is interessant voor het onderwijs: dingen kunnen weglaten zoals kleuren of middelen. Less is more. Bij Photoshop is dat net hetzelfde: gebruik dat met je twee voeten op de rem. Je moet dat kunnen doseren. Er werd mij vaak verweten dat ik geen stijl heb in mijn foto’s. Om te beginnen heb ik wel een stijl en mijn collega’s zien dat ook. Het grote publiek echter ziet dat niet en ik wil het ook zo. Wat er op de foto staat is de essentie van het verhaal, ik ben slechts de boodschapper, de vertaler van de gebeurtenis en daarin zit de puurheid van een beeld. Tekst: Marlies Verreydt Foto’s: Danny Brison
19
ARTISHOCKdecember 2012
ARTISHOCKdecember 2012
Een opleiding in de kijker Nieuwe oren Voor deze editie van Artishock nam Muzes een kijkje bij de buren in het cultuureducatieve veld. We waren daarvoor op bezoek bij MATRIX, een Leuvense organisatie die zich bezig houdt met klassieke muziek na 1950. Naar aanleiding van de World Music Days die van 25 oktober tot 4 november 2012 plaatsvonden, organiseerden zij een Internationale Conferentie rond Nieuwe Muziekeducatie in het Provinciehuis te Leuven. De studiedag kreeg de titel Nieuwe Oren mee. In de conferentie stond muziekeducatie rond nieuwe muziek centraal. De eerste lezing van McNicol
Matrix koos voor een veelzijdig programma van beschouwende lezingen over praktijkvoorbeelden tot actieve workshops rond zowel specialisten uit het buitenland als kunsteducatieve organisaties uit Vlaanderen. De eerste lezing was ook meteen de meest beklijvende. Richard McNicol, een professioneel muzikant uit het London Symphony Orchestra die zich specialiseerde in muziekeducatie, hield een warm pleidooi voor het ‘anders’ muziek maken met kinderen. McNicol confronteert kinderen met nieuwe klanken om zo hun creativiteit aan te wakkeren. Nieuwe muziek is geweldig, gewoon omdat we de basisvaardigheden die Mozart had, niet nodig hebben. Ik kan een stuk maken met Richard McNicol
kinderen dat zeer dicht aanleunt bij hedendaagse composities gewoon door toeval. McNicol legde uit hoe hij dat doet en benadrukte hoe alle leerkrachten van het basisonderwijs kunnen te werk gaan. Kinderen moeten gestimuleerd worden om te luisteren en zelf creatieve beslissingen te nemen. De leerkrachten onder jullie zullen weten dat het grootste probleem in de klas is dat de kinderen niet luisteren en in het bijzonder luisteren ze niet naar muziek. Waarom? Omdat muziek thuis wordt opgezet als een achtergrond waarbij we praten of ruzie maken of andere zaken doen. We moeten kinderen helpen luisteren, dat is ons doel. McNicol pleitte ook voor de samenwerking tussen professionele muzikanten en leerkrachten. Wanneer een professionele leerkracht terechtkomt in een klas, is de invloed van de leerkracht cruciaal. De leerkracht heeft pedagogische vaardigheden en weet hoe hij of zij moet omgaan met een klas. De samenwerking tussen beiden is belangrijk, anders werkt de les niet. Als muzikant een eerste les muziek geven is eenvoudig, maar als je de leerkracht achterlaat zonder bagage heeft die ene les weinig nut. McNicol beklemtoonde tevens het belang van het gradueel opbouwen van vaardigheden via een creatief proces. Een leerkracht moet vooral kunnen bijsturen en bekrachtigen. Ook onderlijnde hij de noodzaak van herhaling: leerkrachten moeten in staat zijn om verder te bouwen op deze lessen en kinderen blijvend te stimuleren. Meer informatie hierover vindt u op: cathynelson.co.uk
Muziekeducatie in Vlaanderen. Vier domeinen kwamen hiervoor aan bod: het DKO, de Vlaamse muziekconservatoria, de lerarenopleiding aan conservatoria/ hogescholen en het kunsteducatieve veld. In de drie eerste domeinen komt nieuwe muziekeducatie volgens Matrix nog te weinig aan bod, vaak is de oorzaak hiervan een gebrek aan kennis en een beperkte vraagzijde. Kunsteducatieve organisaties komen hier positiever uit: zij hanteren een ruime waaier aan projecten en opleidingen rond hedendaagse muziek en werken hiervoor samen met andere organisaties. Conclusie: er is nog werk voor de boeg.
Aanbod bereikt regulier onderwijs niet
Uit alle panelgesprekken en lezingen bleek dat er een enorm divers aanbod is aan muziekeducatie maar dat die initiatieven moeilijk de weg naar het onderwijs vinden. Er is dan ook nood aan een betere samenwerking tussen deze twee velden. Een bijkomend probleem is dat muzikaal talent en een goede pedagogische houding niet altijd samen gaan. Het samenwerken van professionele muzikanten en leerkrachten, zoals McNicol al aangaf, moet gestimuleerd kunnen worden.
Componeren in de klas
Hoewel de cijfergegevens ons soms tegenspreken, zijn er ook mooie praktijkvoorbeelden te vinden van klassen die mee stappen in een muziek-educatief project. De workshopreeks rond componeren in de klas die Matrix ontwikkelde samen met het Duitse project Querklang werd op deze studiedag voorgesteld. Gedurende vijf workshops werkten een componist en een muziekleerkracht intens samen met twee klassen om
hun eigen werkstuk te maken. Wanneer 50 leerlingen van de basisschool Toverveld uit Veltem-Beisem een auditorium vullen met hun eigen compositie, besef je weer waarom al die theorie belangrijk is. Voor hen namelijk. Meer informatie over MATRIX vindt u op: http://www.matrix-newmusic.be/
Landschapstekening
Een minder positieve noot was de presentatie van MATRIX zelf over de landschapstekening ‘Nieuwe
20
21
ARTISHOCKdecember 2012
ARTISHOCKdecember 2012
Prezi, inzoomen op de wereld, binnen de klasmuren Het laatste decennium is digitalisering het nieuwe kernbegrip geworden voor een innoverende en moderne educatie. Scholen maken systematisch meer geld vrij om te investeren in computertechnologie, de toekomst bevindt zich immers online. Het gamma aan interessante software dat via het internet beschikbaar is, is onmetelijk. Daarom loont het zeker de moeite om stil te staan bij een specifiek programma, Prezi genaamd.
I
n een notendop is Prezi de geüpdatete versie van een PowerPointpresentatie, met een krachtige doorbreking van het lineair karakter van de laatste. Prezi is het geesteskind van de Hongaarse architect en visueel kunstenaar Adam Somlai-Fischer. Die laatste maakte al vanaf 2001 presentaties met zoomfuncties. Wanneer Prezi officieel werd gelanceerd in 2007 beperkte het zich tot de lokale markt van Hongarije. Nu is het uitgegroeid tot een wereldspeler in de presentatiesoftware met meer dan 5 miljoen gebruikers en een grote marktwaarde in de Verenigde Staten.
Visual mapping
Concreet wordt in een Prezi presentatie gewerkt met visual mapping, het cartografisch voorstellen van verschillen-
de afbeeldingen, tekstfragmenten of symbolen. Sleutelelement tot dit systeem is de Zooming User Interface (ZUI). Eenvoudig uitgelegd geeft die de gebruiker de kans om in te zoomen op details en uit te zoomen om een algemeen overzicht te behouden. Een Prezivoorstelling moet dan gezien worden als een soort landkaart waar de presentator zelf kan bepalen welk pad hij bewandeld. Wat juist in deze voorstelling getoond kan worden, loopt gelijk met een PowerPoint presentatie: tekst en beelden zijn gemakkelijk te integreren in een Prezi. Ook Youtubefragmenten kunnen door middel van een simpele klik opgenomen worden. Alle presentaties kunnen, net zoals bij een Powerpoint, aangepast worden aan een eigen uniek design (of door hulp van een voorgeprogrammeerde lay-out).
Weg met lineaire presentatievorm
Eerder werd al aangehaald dat Prezi de lineaire presentatievorm van een PowerPoint wilt doorbreken. Dus wanneer een Prezi getoond wordt, kan ten alle tijde tijdens de voorstelling een andere afbeelding, tekstfragment of een ander visueel element aangeklikt worden, waarmee dat automatisch uitgroot wordt. Die eigenschap geeft Prezi zijn uniciteit, de mogelijkheid om vrij te manoeuvreren langs verschillende voorstellingen.
Ieder voordeel heeft zijn nadeel
Naast de ZUI heeft dit software programma een ander groot voordeel, zijn voortdurende beschikbaarheid online. Omdat Prezi via het internet toegankelijk is, kan men op elke plaats met een webverbinding de presentatie openen. De gebruiker hoeft zich slechts aan te melden en de Prezi is direct toegankelijk. Dat heeft ook echter zijn nadelen. Een voorstelling maken gebeurt ook online, waardoor een internetverbinding altijd noodzakelijk is wanneer er aanpassingen moeten gebeuren. Een Prezi kan ook gedownload worden, maar in die vorm zijn veranderingen aan bijvoorbeeld de lay-out onmogelijk. PowerPoint kan meestal terugvallen op een opgeslagen versie, Prezi is afhankelijk van online weergave-condities. Natuurlijk kan een Prezi ook online opgeslagen worden, maar bij een foutmelding is de oorzaak vaak te wijten aan een internetprobleem en dat valt moeilijker op te lossen dan bijvoorbeeld een hardware- of softwareprobleem. Daarnaast is Prezi, precies omdat het online verschijnt, gevoelig voor virussen. Wanneer een internetaccount geïnfecteerd is met een bug kan de Prezipresentatie daar hinder van ondervinden.
Kunst- en cultuuronderwijs
Prezi innoveert voortdurend op alle mogelijke vlakken, met een aanhoudende zoektocht naar de perfectie van het
product. Al vanaf de beginperiode zag Prezi een unieke kans om zichzelf te promoten binnen het onderwijs. Het programma voert een toegankelijk beleid tegenover leerkrachten en studenten. Een speciale account kan aangemaakt worden wanneer de gebruiker aangeeft dat hij of zij een leerkracht of leerling is van een erkende onderwijsinstitutie. Dat is gratis en biedt dezelfde voordelen als een betalende account. De bereikbaarheid via het internet geeft het programma meerdere voordelen. Zo voorziet Prezi opties waarmee een Preziprofiel kan gepost worden op verschillende sociale media zoals Facebook, Linkedin en Twitter. Datzelfde profiel kan ook via een email verzonden worden. Op die manier kan de buitenwereld in contact komen met het geheel individuele profiel van een Prezigebruiker. Binnen de schoolcontext kan dat omgezet worden naar bijvoorbeeld de uitwerking van een online portfolio voor de les esthetica. De potentiële kracht van Prezi in het kunst- en cultuuronderwijs ligt in de specifieke identiteit van die sector, de plaats waar woord en beeld elkaar ontmoeten. Zo is het visuele canvas een krachtig vertrekpunt voor zowel een presentatie als een constructieve les met vergelijkingen en detailanalyse. De moderne softwaretechnologie zorgt voor een optimale speelruimte voor het beeld. Wanneer diewordt gecombineerd met de creativiteit van de gebruiker, zonder te vervallen in een klassieke lineaire presentatie, kan een Prezi daadwerkelijk voor een surplus zorgen. Niels Schalley (°1989) studeerde kunstwetenschappen aan de K.U.Leuven
en de Goethe-Universität (Frankfurt am Main). In het voorjaar van 2012 behaalde hij zijn SLO-diplo-
ma met een actieonderzoek over het Prezigebruik in de estheticales. Tegenwoordig maakt hij deel uit
van het wetenschappelijke team van Prof. dr. Baert binnen Illuminare - Studiecentrum voor Middeleeuwse Kunst (KU Leuven).
De APP-fabriek
S
martphones en tablets, ze zijn vandaag de dag niet meer uit onze leefwereld weg te denken. Ze worden niet alleen gebruikt om nieuwssites te doorbladeren of om e-mails te schrijven maar ze ondersteunen ons bij het uitvoeren van dagdagelijkse taken in een steeds mobielere wereld. Zo schakelde Brussels Philharmonic onlangs nog over van papieren partituren naar bladmuziek op tablets. Dat smartphones en tablets de volgende jaren ook een belangrijke rol gaan spelen bij het gebruik van ICT in het onderwijs staat nu
22
al vast. Via educatieve games en ondersteunende tools zijn we in staat om een cruciale bijdrage te leveren aan de bevordering van het leerproces bij jongeren. XIOS Hogeschool Limburg, toekomstige partner van de hogeschool PXL, wil met haar nieuwe opleiding Toegepaste Informatica en postgraduaatopleiding mobiele applicatieontwikkeling dé referentie zijn voor apps, smartphones en tablets in Vlaanderen en de euregio. De gloednieuwe en succesvolle postgraduaatopleiding mobiele applicatieontwikkeling
probeert alvast een antwoord te bieden op de technologische uitdagingen die voor ons liggen. Met de opleiding stomen we professionals klaar die in staat zijn om vernieuwende applicaties te ontwikkelen, applicaties die ervoor moeten zorgen dat de integratie van smartphones en tablets in het onderwijs snel en goed kan verlopen. XIOS Hogeschool Limburg Universitaire Campus Agoralaan - Gebouw H 3590 Diepenbeek www.xios.be
23
ARTISHOCKdecember 2012
ARTISHOCKdecember 2012
Waar je naar moet luisteren in muziek
M
et meer begrip naar muziek luisteren, kan aangeleerd worden. Daarom is dit boek een voorbereiding op het luisteren. Daar is het Copland om te doen. De barrière doorbreken die er bestaat tussen hem, de beroepsmusicus, en de ongeschoolde luisteraar. Maar we moeten ons als luisteraars eerst enigszins vertrouwd maken, zegt Copland, met muzikale vormprincipes die de gedachtegang van de componist verduidelijken. Muziek is immers zo veel meer dan alleen maar klank en expressie. Ze bestaat in de eerste plaats uit gemanipuleerde tonen. En, hoe meer uitleg de componist aan de luisteraar verschaft, hoe meer respons hij zal krijgen van die zelfde luisteraar. Na een inleiding volgt het hoofdstuk over onze manier van luisteren, Hoe wij luisteren. Daarin schetst Copland het onderscheid tussen zintuiglijk, expressief en zuiver muzikaal niveau. In het creatieve proces in de muziek bespreekt Copland inspiratie, componeren aan de piano of niet, en de vier types componisten die er volgens hem bestaan, spontane, constructieve, traditionalistische en het pionierstype. In de vier daaropvolgende hoofdstukken, legt hij heel braaf en schools ritme, melodie, harmonie en klankkleur uit, de vier basiselementen waaruit muziek bestaat. Als Intermezzo volgen een hoofdstuk over monofonie, homofonie en polyfonie in muzikale textuur en één over de coherente organisatie van
24
het muzikaal materiaal, het belang van een vormschema. Vervolgens bespreekt hij in vijf hoofdstukken over Muzikale vormen. Copland licht eerst Vormen met afzonderlijke functies toe (tweedelige vorm, driedelige vorm, rondo en vrije vormen). Dan volgen de Variatievormen (basso ostinato, passacaglia, chaconne en thema met variaties). In zijn hoofdstuk over de Fugavormen, legt hij eerst de diverse contrapuntische technieken uit (imitatie, canon, omkering, vergroting, verkleining, kreeftengang en omgekeerde kreeftengang). Pas daarna lezen we hoe een fuga, een concerto grosso, een koraalprelude, motetten en madrigalen in elkaar steken. Opvallend is dat hij de so-
natevorm uitlegt aan de hand van symfonieën en niet aan de hand van klaviersonaten. Met uitzondering weliswaar van Beethovens Waldstein. Die krijgt zelfs in een appendix, een aparte bespreking. Vrije vormen legt hij uit aan de hand van klaviermuziek van Bach en van Debussy, en aan de hand van voorbeelden uit de programmamuziek, van de chansons van Jannequin tot The unanswered question van Charles Ives. In de vier laatste hoofdstukken heeft hij het aan de hand van veertien opera痴 als voorbeelden, over opera en muziekdrama, en volgen zijn inleiding tot hedendaagse muziek en filmmuziek. In elk hoofdstuk vinden we notenvoorbeelden. Interessant is ook, dat er een lijst is opgenomen van de composities die in de tekst als voorbeelden worden besproken. Helaas is deze lijst niet voorzien van de paginaverwijzing, maar de composities zijn daarentegen wel opgenomen (met paginaverwijzing) in de algemene index. Daarin vindt u de werken terug onder de naam van de componist. Dit boek richt zich niet tot de specialist. Iedereen kan dit boek, mits een heel kleine inspanning, lezen. Het leest vlot en het houdt mooi het midden tussen theoretische uitleg en aantrekkelijke, vertellende lectuur. Matthias Dupont
Aaron Copland: Waar je naar moet luisteren in muziek, uitg. door Nieuwezijds, Amsterdam, 2012, 240 p. ISBN 9789057123382, prijs: €19.95
Crossculturele psychologie
D
e wereld is verdeeld en de begrippen cultuur en cultuurverschillen staan permanent op de agenda: in dagbladen, op televisie en in de gesprekken thuis, op school en in het café. Door de groei van toerisme, televisie, internet en migratie beseffen mensen dat hun eigen cultuur slechts een van de vele is. Psychologen merken steeds vaker dat het gedrag, de emoties en het denken van hun cliënten per cultuur verschillen. Deze ontwikkelingen maken het meer dan ooit nodig om ons te verdiepen in andere culturen en te leren omgaan met culturele verschillen. Dat komt aan bod in de crossculturele psychologie, een tak van de psychologie die in de jaren zestig van de vorige eeuw is ontstaan. Dit inleidende boek handelt over de verschillen en overeenkomsten tussen culturen, over interculturele contacten en over internationale samenwerking. Bovendien worden vraagtekens gezet bij de pretentie van de algemene psychologie om universele wetten vast te stellen. De meeste psychologische theorieën zijn gebaseerd op wetmatigheden die geconstateerd zijn binnen de westerse cultuur. Keer op keer blijken gevestigde theorieën buiten de westerse sferen in mindere mate op te gaan.
Eerst wordt de wisselwerking tussen het menselijk gedrag en de culturele omgeving beschreven. Het begrip cultuur wordt in relatie gebracht met taal, cognitie en intelligentie, persoonlijkheid, interpersoonlijke relaties en met psychische en fysieke gezondheid. Ook besteedt de auteur aandacht aan de culturele diversiteit in teams en organisaties, aan het trainen van interculturele effectiviteit en aan de adaptatieprocessen tussen immigranten en de samenleving. De theorie wordt geïllustreerd met (inter)nationale voorbeelden en opdrachten via een ondersteunende website. Auteur Jan Pieter van Oudenhoven is emeritus hoogleraar Crossculturele Psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij begon zijn loopbaan als junior expert bij de UNESCO in Latijns-Amerika. Sinds 1976 is hij werkzaam bij de RUG. Zijn publicaties hebben vooral betrekking op interculture relaties, immigratievraagstukken en cultuur verschillen. Gert Verbist
Jan Pieter Van Oudenhoven: Crossculturele psychologie. De zoektocht naar verschillen en overeenkomsten tussen culturen, uitg. dr. Coutinho, Bussum, 2012, 262 p. ISBN 9789046903100, prijs: € 29,50
25
ARTISHOCKdecember 2012
ARTISHOCKdecember 2012
Beter dan echt
A
uteur Jane McGonigal is een Amerikaanse gamedesigner en onderzoeker aan het Institute for the Future in California. Ze heeft zich voornamelijk gespecialiseerd in alternatieve reality games (of ARG’s): games die ontwikkeld werden om het (echte) leven te verbeteren en problemen op te lossen. In haar onderzoek richt ze zich op de positieve invloed die games hebben op de maatschappij door middel van inzichten uit de neurologie, psychologie en filosofie. Het spelen van games is een activiteit die enorm lijdt onder vooroordelen: tijdverspillend,asociaal, gewelddadig, roekeloos enz. Alle games over dezelfde kam scheren zou echter te ver gaan, er zijn in totaal een twintigtal soorten met ieder verschillende invullingen (denk maar aan shooters zoals Call of Duty of arcade zoals Pac-Man). De massale exodus van mensen die vertoeven in de virtuele wereld wordt steeds groter. Een verklaring die McGonigal hiervoor geeft en waar zij ook voor pleit is dat wereldwijd games inspelen op menselijke behoeften. McGonigal heeft het in haar publicatie voornamelijk over reality games die een positieve invloed op het individu en de maatschappij beogen. De effecten die games veroorzaken zouden toegepast moeten worden in de realiteit, ze zouden op die manier een probleemoplossend effect hebben op de maatschappij. Games leveren uitdagingen, beloningen, climaxen en epische overwinningen die vaak in het dagelijkse leven ontbreken. In haar boek onthult ze
26
Daar komt de boegieman! hoe alternatieve reality games de levenskwaliteit (nu al) verbeteren en hoe dat enkel gaat toenemen in de toekomst. Er is een grote rol weggelegd voor games in het onderwijs, de bedrijfswereld maar ook binnen de overheden. Het boek is in 2011 verschenen in de Verenigde staten, het land met de grootste gamerspopulatie, en werd daar zeer positief onthaald. Via populaire games zoals World of Warcraft of Halo verklaart de auteur de positieve effecten van het spelen. in een tweede deel van het boek gaat McGonigal in op alternatieve reality games, een manier om de positieve ervaringen van het virtuele binnen te trekken in de realiteit. Ze doet dit aan de hand van grote initiatieven zoals World without Oil (oplossen van het wereldwijde energieprobleem) en Quest to Learn (de eerste school die gebaseerd is op gamingprincipes). Het boek is niet alleen goed geschreven, maar heeft ook een grote aantrekkingskracht. Mensen die sceptisch staan tegenover gaming gaan uit nieuwsgierigheid het boek openslaan, nongamers gaan positiever staan tegenover de effecten ervan en gamers gaan enkel fanatieker aan de slag gaan in de virtuele wereld. Mission accomplished, McGonigal? Marlies Verreydt
Jane McGonigal: Beter dan echt. Hoe games ons gelukkiger, slimmer en socialer maken, uitg. dr. Maven Publishing, Amsterdam/Haarlem, 2012, 432 p. ISBN 9789490574406, prijs: €22,00
J
eroen Schipper is muzikant, muziekdocent en liedjesschrijver. Zijn specialiteiten zijn percussie, zang en muziektheater. Hij heeft jarenlange ervaring als muziekdocent in het basis- en middelbaar onderwijs. Jeroen is verder werkzaam als docent op het Utrechts Conservatorium, als projectdocent bij het Utrechts Centrum voor de Kunsten en als freelancer met zijn bedrijf Jeroen SchipperMuzikale Zaken. Sinds een half jaar werkt hij ook bij Bartiméus in Zeist, een school voor blinde en slechtziende kinderen. Het liedjeswerkboek Daar komt de Boegieman! is gericht op leraren basisonderwijs en bevat zeven kant-en-klare lesprojecten rondom 27 nieuwe liedjes. Er staan projecten in beschreven voor alle groepen van de basisschool. Het is een totaalpakket van boek, cd en een website met lesmateriaal zoals dansinstructievideo´s, werkbladen
en beeldmateriaal voor op het digitale schoolbord. Het pakket geeft leerkrachten de gelegenheid om op een laagdrempelige manier hun muziekonderwijs vorm te geven. De muzikale lessenseries uit Daar komt de Boegieman! bieden een schoolbreed aanbod van kunstzinnige oriëntatie. Alle liedseries werken toe naar een presenteer-
ARTISHOCK
Driemaandelijks tijdschrift voor kunst en cultuur in het onderwijs
Hoofdredacteur: Hans Van Regenmortel Eindredactie: Liesbeth Segers Redactie: Sarah Dezuttere, Jos Maes, Dafne Maes, Rein Meus, Crisalida Rodrigues Pingueiro, Liesbeth Segers, Loes Vandewalle, Stefaan Vermeulen en Marlies Verreydt Redactiesecretariaat: Loes Vandewalle (info@muzes.be) Coverbeeld: Marlies Verreydt Verantwoordelijke uitgever: Jos Maes, Tervuursesteenweg 84, 2800 Mechelen
baar eindproduct. Dat kan bijvoorbeeld een expositie zijn, een minimusical, een videoclip of een dansuitvoering. In het boek werden de liedteksten en muzieknotatie met akkoordsymbolen opgenomen. Veel tips, werkbladen, buitenmuzikale thema’s en opdrachten bieden ruimte voor ambitieuze en kleinschaliger uitwerkingen. In combinatie met het uitgebreide aanvullende materiaal op de website in de vorm van filmpjes, een zing je slim -diploma, sjablonen, kleurplaten etc, biedt De Boegieman een compleet kunstzinnig programma. Een inspirerend uitgangspunt voor basisschoolleerkrachten, studenten, leraren muziek en anderen die met groepen kinderen en muziek werken. Trees Spelier
Jeroen Schipper: Daar komt de Boegieman!, uitg.dr. SWP, Amsterdam, 2011, 190 p. ISBN: 978 90 8850 122 7, prijs: €39,90
Een uitgave van Muzes vzw, Tervuursesteenweg 84, 2800 Mechelen t. 015/34.66.58, e-mail artishock@muzes.be website www.muzes.be ISSN 2032-5835 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een zoeksysteem of overgedragen in enige vorm of op enige wijze, elektronisch of mechanisch, onder meer door middel van fotokopieën, opnamen of via bestaande of nog uit te vinden informatieopslag- en selectiesystemen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
27
ARTISHOCKdecember 2012
ARTISHOCKdecember 2012
ICT Atelier
ICT Atelier vzw werd opgericht in 2009 door Kurt Klynen en Wendy Sevenants met als doel de passie van het werken met nieuwe media over te brengen op leerkrachten en leerlingen. Met de vzw willen ze de kans bieden om, met een zelfgekozen vorm van media, aan de slag te gaan. Zo kunnen zowel leerkracht als leerling zich op een digitaal creatieve manier uitdrukken, met als doel de creativiteit, innovatie en motivatie in het leren en lesgeven te verhogen.
Wie is ICT Atelier?
ICT Atelier bestaat uit een dynamisch, ervaren team van lesgevers uit alle netten en onderwijsvormen. Deze leerkrachten hebben een ruime ervaring in het lesgeven met de meest moderne media. Zij wéten vanuit hun eigen klaspraktijk wat het is om geconfronteerd te worden met de beperkingen en de mogelijkheden binnen de vier muren van een klaslokaal en binnen de school. Vandaar dat ze ook als geen ander weten hoe het digitale verhaal het best geïntegreerd kan worden binnen de lessen. Zo wordt er oa. voor gezorgd dat leerkrachten en leerlingen het gebruik van nieuwe media niet als een extra inspanning ervaren, maar als een afwisseling die meer dan welkom is om hun lessen een nieuwe boost te geven.
zijn. Eens het project opgestart is, zal één van de ICT Atelier lesgevers jouw project volledig op maat ondersteunen. Zelfs nadat het project afgelopen is blijven we steeds ter beschikking voor eventuele nazorg.
Het Creatief LeerCentrum
Naast de creatieve ateliers die we tot in je klas brengen, kan je ook terecht in het Creatief LeerCentrum te Tienen, dé creatieve hotspot van ICT Atelier. In het volledig uitgeruste multimedialokaal worden op regelmatige basis praktische hands-on opleidingen en trajecten georganiseerd. Verder kunnen leerkrachten er ook terecht voor privé begeleiding omtrent de implementatie van ICT in hun eigen klasgebeuren. Meer informatie: www.ictatelier.be en www.creatiefleercentrum.be Wendy Sevenants
Hoe gaan we te werk
ICT Atelier beschikt voor zijn workshops over de nodige middelen zoals iPads, iPods, Macbooks Verder beschikken we over de nieuwste technologieën om eender welke ruimte om te toveren in een klas van de 21ste eeuw. Samen met de leerkracht of school die ons inschakelt, gaan we op zoek naar de noden. Wat willen jullie bereiken? Over welke middelen beschikken jullie reeds? Welke middelen willen jullie misschien aankopen? Een project start steeds met een brainstorm waarbij alle partijen betrokken
28
29
ARTISHOCKdecember 2012
ARTISHOCKdecember 2012
Studiedagen en nascholingen Januari 2013 Fluortheater: poppenspel in het donker (BaO), 9 januari te Assebroek (Brugge). Deze workshop is een experiment om met fluor aan de slag te gaan en zo een theatervoorstelling te creëren. Verschillende materialen en technieken worden aangeleerd en in het tweede deel wordt een verhaallijn uitgewerkt. http://www.eekhoutcentrum.be Zingen mag zeker! 16 januari te Mechelen Zingen voor 't plezier, met didactische ondersteuning en leuk materiaal. Zingen moet kunnen met de bundels van Attakatamoeva en zijsprongen naar ander nieuw en bekend materiaal. Deze sessie richt zich op leerkrachten van het eerste, tweede en derde leerjaar lager onderwijs. www.lessius. eu/leon Met kinderen creatieve gedichten schrijven en tips voor een spetterende gedichtendag (BaO), op 14 januari te Mechelen Taalcreativiteit, dat is de boodschap van deze workshop. De deelnemers werken met de verschillende soorten van de poëzie en krijgen een hoop nuttige tips aangeleerd. www.lessius.eu/leon Te land, ter zee en in de lucht, op 17 januari te Jette In deze praktische workshop kijken we naar wat dansbare elementen zijn in fantasiewerelden. Je onderzoekt hoe je die elementen kunt vertalen in werkbare dansopdrachten. Kortom: een inspirerende en onmiddellijk bruikbare workshop. http://www.g-o.be Zingen mag nog altijd! op 23 januari te Mechelen Zingen mag nog altijd ook als de kinderen ouder worden! Zingen dreigt te verdwijnen in het grote geheel van muzische vorming en kunst-en cultuureducatie. Zingen voor 't plezier, met didactische ondersteuning en leuk materiaal. Zingen moet kunnen. www.lessius.eu/leon Joepie dans! (BaO), op 23 januari te Mechelen Theorie en praktijk gaan hand in hand tijdens deze workshop. De meest elementaire stappen worden uitgelegd en je zal zien dat je al snel zelf aan de slag kan met jouw nieuw aangeleerde danswoves ! www.lessius.eu/leon Dansen tot het klinkt (BaO), op 23 januari te Kortrijk Dans, muziek en expressie staan centraal in deze sessie. Alledaagse materialen worden omgevormd tot ware muziekinstrumenten, lichaamsbewegingen worden getransformeerd naar danspassen. http://www. eekhoutcentrum.be Zomaar zingen, op 23 januari te Jette Zingen is leuk! En gemakkelijk. Bovendien heb je er niets voor nodig. Kinderen zijn soms verlegen om te zingen, maar via een spel vergeten ze die verlegenheid en gaan ze voluit. Zangervaring is niet vereist. Zin om te zingen komt vanzelf. http://www.g-o.be Muziek… zo kan het ook, op 25 januari te Jette In deze workshop leer je een heleboel systemen waarmee je zelf, zonder veel technische bagage, muzikaal aan de slag kan met een groep kinderen of jongeren. Je leert zelf variaties bedenken op de opdrachten die we in de loop van deze dag actief uitvoeren. http://www.g-o.be Schilderen met kinderen in de klas, op 29 januari te Mechelen In deze workshop leer je wat je allemaal met je plakkaatverf kan doen, door menging van materialen zoals zand en lijm. Bestaande kunstwerken zullen onze uitgangsbasis zijn. Bereid je dus maar voor om zo expressief te zijn als Van Gogh of Jackson Pollock! www.lessius.eu/leon
Februari 2013 Jongens aan het dansen krijgen, op 1 februari te Jette Meisjes willen ballerina’s zijn, en jongens willen vooral NIET dansen!
30
Niets is minder waar. Van breakdance en hiphop in de popcultuur tot het kunst- en vliegwerk van hedendaagse dansers als die van Ultima Vez (Wim Vandekeybus): nog nooit zijn er zo veel mannelijke rolvoorbeelden geweest voor jongens in de dans. http://www.g-o.be Frisse liedjes voor de kleuterklas (BaO), op 5 februari te Tielt Doorbreek de sleur van het ongeïnspireerd herhalen van afgezaagde kinderliedjes! Ontdek via deze sessie nieuwe tunes om samen met jouw peuters en kleuters te zingen. http://www.eekhoutcentrum.be ZumbatomiAc (BaO), op 6 februari te Tielt Dansen en swingen op de zumbabeat. Samen met de begeleiding gaan de deelnemers aan de slag om een optimale ritmische belevenis te garanderen voor kinderen! http://www.eekhoutcentrum.be Klara4Kids voor kleine dromers, op 6 februari te Mechelen Muziek is een feest! Met Klara4Kids is het dubbel feest. Twee cd's en twee dikke bundels met lesfiches. Deze sessie richt zich op leerkrachten van het vierde, vijfde en zesde leerjaar lagere school. www.lessius.eu/leon Levendige verhalen en liedjes met beweging, op 6 februari te Mechelen Smuk je verhaal of liedje op met zelfgemaakte klanken of bewegingen. Zing of speel een liedje en zet de hele klas in beweging. www.lessius.eu/leon In een nieuw kleedje (kleuter) (BaO), op 7 februari te Tielt Voor leerkrachten die behoefte hebben aan nieuwe ideeën of een uitbreiding van hun creatieve bagage is deze sessie ideaal! http://www. eekhoutcentrum.be Klara4Kids voor stoere ridders en jonkvrouwen, op 13 februari te Mechelen Muziek is een feest! Met Klara4Kids is het dubbel feest. Twee cd's en twee dikke bundels met lesfiches. Deze sessie richt zich op leerkrachten van het eerste, tweede en derde leerjaar lager onderwijs.www.lessius.eu/leon Water en Vuur: hoe thema’s uit de wereldoriëntatie via drama verwerken (BaO), op 20 februari en 6 maart te Kortrijk Muzische vorming en wereldorientatie combineren in de klas? Dat kan! In twee verschillende sessies van telkens een halve dag wordt uitgelegd hoe deze kunnen samengesmolten worden en tijdens de lesmomenten gebruikt worden. http://www.eekhoutcentrum.be Creatieve injecties bij kinderen (BaO), op 20 februari te Assebroek (Brugge) In deze workshop wordt het creatieve proces ontleedt om als leerkracht alleen of samen met je leerlingen op nieuwe muzische ideeën te komen. Het doorbreken van de traditionele activiteiten en het creëren van alternatieve denkpaden staat hier centraal. http://www.eekhoutcentrum.be/ De wereld van de dingen, op 22 februari te Jette Je kan alles veranderen wanneer je maar wilt. Dat is de rode draad doorheen deze workshop vol verbeelding. In het theater draait alles rond illusies: een stoel op de scène kan ook een paard of een auto zijn. Dingen krijgen een nieuwe betekenis en worden theaterattributen of decor. http://www.g-o.be Ik maak muziek (BaO), op 27 februari te Kortrijk Eigen creativiteit en vindingrijkheid staan centraal in deze workshop. Liedjes worden opgebouwd volgens de criteria van de deelnemer zelf, van reproductie is er geen sprake! http://www.eekhoutcentrum.be Kleuterdans, op 27 februari te Mechelen In een praktijkgerichte sessie onderga je zelf hoe een les kleuterdans kan opgebouwd worden. Vertrekkende vanuit een verhaal, thema of expressiemoment worden er eenvoudige dansmomenten of danscombinaties opgebouwd voor zowel de jongste als oudste kleuters. www.lessius.eu/leon In een nieuw kleedje (lager) (BaO), op 28 februari te Tielt Voor leerkrachten die behoefte hebben aan nieuwe ideeën of een uitbreiding van hun creatieve bagage is deze sessie ideaal! http://www. eekhoutcentrum.be
31