InhoudMuzes nieuwsbrief 4 1 2
APRIL 2006
Voorwoord Muziekpedagogie: Er is hoop ■ Paul Timmermans
7
Forum
Voorwoord
■ Een getuigenis
7 8 9 10
Door Jos
Maes, voorzitter Muzes vzw
PO/Esthetica Nascholingen Aankondigingen Praktijk
■ Kumbajamana door Bert Appermont
12
■ Stripheld zijn! Orff-begeleiding door Mieke Vanlauwe
13
Cursiefje ■ Door Johan Akkermans
Muzes vzw Mechelsesteenweg 22 3000 Leuven 016/22 99 86 info@muzes.be www.muzes.be eindredactie: Liesbeth Segers nieuwsbrief@muzes.be lay-out: Stefaan Vermeulen
achtheid troef. Zachtgeel zijn de narcissen, zachtgroen het jonge gras, zachtblauw zijn de lenteluchten. Zo zou het toch alleszins moeten zijn…Voorlopig loop ik buiten nog te barsten van de kou in mijn voorjaarstruitje. Neen, toegegeven, we beginnen de lente een beetje te voelen. De kou is bijna uit de lucht en voor je het weet ziet de wereld er weer veel vriendelijker uit. Je wordt vrolijker en krijgt vanzelf weer zin in nieuwe dingen. Er is hoop… Er is hoop op een algemene Er is hoop op een algemene weersverbetering weersverbetering in het in het muziekonderwijs. muziekonderwijs. Ideeën en impulsen om de dagelijkse lespraktijk attractiever te maken vinden we terug in het artikel van dhr. P. Timmermans, lector aan het Lemmensinstituut en de KHLeuven. Tevens zijn we verheugd om enkele tientallen nieuwe leden te begroeten en van harte welkom heten in onze vereniging. Na de bijeenkomsten in Gent en Heverlee zijn er immers heel wat leraren P.O. toegetreden tot Muzes. Een kort verslag van deze bijeenkomst kan u verderop lezen. Het programma van de nascholing M.O. op vrijdag 16 juni en uitnodiging voor regionale werkgroep Antwerpen op donderdag 20 april moet u zeker lezen en vooral… snel reageren! En de ledenavond dan? Volgt er geen verslag van de eerste ledenavond? Neen, van deze activiteit is er jammer genoeg geen tekst voorhanden. Slechts enkele leden waren geïnteresseerd en hadden zich ingeschreven. Alvast te weinig om er een geslaagde avond van te maken. Vandaar dat deze bijeenkomst werd afgeblazen. We geven ons nog wat tijd voor evaluatie en om na te gaan welke initiatieven in de toekomst al dan niet moeten worden georganiseerd. Graag horen we ook uw stem! Reacties zijn welkom op info@muzes.be. We sluiten af met het lied van Bert Appermont met de titel Kumbajamana! Een lied om van te genieten tijdens de zonnige lentedagen. Zeker doen!
Z
?
Bent u verhuisd? Heeft u uw emailadres gewijzigd? Laat het ons weten op info@muzes.be
nieuwsbrief 4 -april 2006 1
Muziekpedagogie
Er isImpulsen hoop!voor een attractief muziekonderwijs Door Paul Timmermans, lector Lemmensinstituut en lerarenopleiding KHLeuven.
DE WEG LIGT OPEN Er is hoop op een algemene weersverbetering in het muziekonderwijs. Muziek leren is niet meer een verhaal van lange adem, van getalenteerde jongelui die zich jarenlang opofferen om dat ene instrument te leren bespelen.1 Laat ons dankbaar gebruik maken van de drastische drempelverlaging tot muziek en muziek maken (zie verder) en laat ons niet zeuren over het feit dat muziek muziek verdringt, in termen van muzikale, ecologische en morele verloedering. De moraalridders van de Vlaamse muziekpedagogie zijn te oud geworden om hun vestingwallen van de schoolmuziek te blijven verdedigen. Er is hoop op een ander muziekonderwijs. Wie de eindtermen en leerplannen muzikale opvoeding analyseert, weet dat de weg helemaal openligt en dat er zelfs geen weg terug is.
de laatste jaren haast ongewild als de nieuwe muzikanten en componisten. Het werken met patterns, samples en recycleren van vinylplaten is een technologisch gebeuren dat een fenomenale impact heeft op het muzikaal denken en handelen, ook bij jongeren. Het is de DJ-wereld van niet-musici (in de oude betekenis) die wereldwijd de muziekconsumptie bepaalt en de productie van nieuwe muzikale tools uitlokt.3 Wie had tien jaar geleden kunnen vermoeden dat er gigantische iPod Parties georganiseerd zouden worden en dat een DJ met een beetje allure uit het mixen van twee platen een derde, eigen nieuw nummer creëert en op de markt brengt.
De moraalridders van de Vlaamse muziekpedagogie zijn te oud geworden om hun vestingwallen van de schoolmuziek te blijven verdedigen.
1 Natuurlijk heeft het grote waarde om een klassiek instrument te leren bespelen, maar dit opzet kan niet het perspectief zijn van een 1-uursvak met 25 leerlingen tegelijk in de klas. Wie het er voor over heeft om dag in dag uit (niet alleen technisch maar vooral) kunstzinnig te oefenen, ontwikkelt zijn fijne motoriek, zijn empathisch vermogen, zijn expressiviteit en bewerkt zelfs de structuur en werking van zijn hersenen.
2
Er wordt koortsachtig gezocht om de muzikale consumptievormen door de internetgebruiker in juridische en economische banen te leiden. 3 MidJay (Ketron), Hercules DJ-mixer en iPod DJ Mixer zijn voorbeelden van digitale mixing en recording die geïnspireerd zijn op de nieuwe invulling van DJ-muziekspelen.
De actuele muziekgeschiedenis bewijst dat ingrijpende ontwikkelingen in de muziek uiterst zelden in handen zijn van vooraanstaande kunstenaars, maar dat ze vooral bepaald worden door economische en sociaaldemografische evoluties in combinatie met technologische uitvindingen. Internet, iPod, draadloze communicatie tussen mensen en digitale geluidsopnamen in miniatuurformaat zijn maatschappelijke verworvenheden die niet alleen nieuwe producten opleveren maar ook andere omgangsvormen met geluid en muziek introduceren.2 DJ’s kleuren hun discotheekoptredens niet alleen met flitsende dansvloeracts en audiovisuele clips maar profileren zich
Er is hoop op een algemene kwaliteitsverbetering van het muziekonderwijs als de muziekleerkracht in het secundair onderwijs de nieuwe muziektechnologie niet verbeten van zich afduwt; “het redden van het muzikale niveau”; “zingen en blokfluit blijven toch belangrijk”. Natuurlijk blijven zingen en musiceren op school belangrijk: zang en akoestische muziekinstrumenten zijn zelfs belangrijker geworden in deze tijden van cerebrale afstandelijkheid. Er is hoop op muzieklessen die direct resultaat afleveren. Hier heb je wel een punt waar pubers op aanklampen of afhaken. Hoe kan je zang- en instrumentale vaardigheden in losse lesblokjes met grote groepen aanleren? De muziekles is pas goed op gang gekomen en de bel gaat al. Er is hoop op algemene verbetering, ook omdat de prijzen fors dalen terwijl de muziektechnologische mogelijkheden spectaculair toenemen. In de compu-
nieuwsbrief 4 -april 2006 2
Muziekpedagogie
4
De prijzen van bruikbare Pentium III PC’s (Windows 2000) zijn gekelderd tot het niveau van 100 € - 125 € (nog steeds zonder beeldscherm!). Wist je dat voor amper 250 Euro alle hoeken van je muzieklokaal kunnen volstaan met Atari muziekgeoriënteerde computers? Inclusief een monitor koop je een tweedehands Atari ST voor 50 à 75 € per set. Ze zijn niet onderhevig aan virusperikelen en de programma’s zoals Cubase en Notaor zijn softwareprogramma’s die het nu nog steeds overal doen. De laadtijd van het opstartsysteem (TOS) is in verhouding bliksemsnel. De opslagruimte van een volwaardig MIDI-programma is belachelijk klein: 1 diskette. Verwacht van deze muziekcomputers geen soepele audio- en videobewerking. Atari ST computers zijn minder geschikt voor sampling en videobewerking. De Mac Plus computers uit de beginjaren ‘90 zijn ook compact en goedkoop: ze hebben een ingebouwd scherm dat wel erg klein is en ze werken op een operating system 9 dat nog gebruikt wordt, maar waarvoor toch interessante experimenteerprogramma’s voor muziek (MIDI) bestaan zoals het algoritmische programma CyberMozart (http://webplaza.pt.lu/mbarnig/pages/dicemus.html). Deze Mac-beestjes communiceren in het MIDI-protocol via een aangepaste driver en een uitwendig verbindingsdoosje . 5 Innovatieve muziektoepassingen voor Atari (bv. MidiJoy van Harry, MidiMaus van Laurie Spiegel, Midi Draw en Diablo van Frank Baldé (STEIM), algoritmische experimenten en het programma Midi-planetarium van W.M. Stroh, Presto van G. Mazzola, Autobusk van Clarenz Barlow, Fractal Music ST, Charming Chaos van Electronic Cow enz. zijn dankzij de coördinerende inspanningen van Tim Conrardy (“Tim’s Atari midi world” (http://tamw.atariusers.net/ ) momenteel vrij gekomen voor algemeen gebruik (freeware of shareware)."Musikalisches Würfelspiel" (gepubliceerd 1793, 2 j. na Mozart’s dood) kende een computersimulatieprogramma voor Atari computers in Public domain. H. DEN BEZEMER , J. OVERMARS, F. SIERHUIS, Infortissimo. Muziek en Informatiekunde. Schoonhoven, Academic Service Educatief, 1994. Dit muziekdidactische boek is gebouwd rond Atari ST. Hoofdstuk 2 handelt over de eerste stappen met Cubase –Lite (Atari). 6
terwereld is vijftien jaar een eeuwigheid. In die tijd was de Atari computer met ingebouwde MIDI-poorten het betaalbaar neusje van de zalm. Zonder extra kastjes en kabeltjes kan een Atari computer vandaag in je muzieklokaal binnengehaald worden voor amper 5% van de oorspronkelijke prijs, met een beetje geluk zelfs gratis.4 Atari muziekcomputers waren voor avant-gardecomponisten die ook iets anders wilden dan MIDI-sporen opnemen of partituren uitprinten, innoverende tools om nieuwe horizonten te verkennen, mogelijkheden die eigenlijk nu nog niet helemaal ingevuld zijn door PC en Mac. 5 Met hun vintage look zien de Atari computers er voor leerlingen in 2006 erg aantrekkelijk uit. 6 In klasverband zouden plug-ins en muziekvideobewerking op computer heel attractieve mogelijkheden kunnen bieden, maar voorlopig is deze piste niet zo realistisch want duur, en dure apparatuur is snel verouderd. Een grote muziekrevolutie is aan de gang sinds de uitvinding van plug-ins: soundeffecten, beroemde synthesizers en samplers kunnen softwarematig ingebouwd worden in standaardmuziekprogramma’s. Ik verwacht niet onmiddellijk een grote doorbraak in de schoolmuziekwereld: het is niet zozeer het prijskaartje dat afremt (een pak goede plug-ins zijn zelfs gratis), maar deze virtuele effecten en synthesizers bieden geen bedrijfszekerheid op ordinaire PC- en Mac computers met trage processorsnelheid en beperkte geheugenopslagruimte. Beschik je thuis en op school over een stevig uitgebouwde multimediacomputer, dan kunnen programma’s zoals GarageBand (voor Mac) heel verdienstelijk ingezet worden in de klas. Met GarageBand kan je het muziekstuk op het beeldscherm niet alleen synchroon laten beluisteren met de voortgang van de partituur. Je kan de invloed van diverse parameters in een muziekstuk duidelijk visualiseren: bv. het grafisch verslepen van loops, samples, tracks en fragmenten. Musicogrammen, eens het paradepaardje van de Vlaamse muziekdidactiek, krijgen op deze manier een nieuwe bestemming. Beschik je over videobewerkingsprogramma’s zoals iMovie, dan kan je de essentie van videoclips en de functie van geluid en muziek bij beelden actiefcon-
structief laten ervaren. Opgelet: het technologische en sociaal-economische aspect van muziek maken en audiovisuele consumptie staat niet buiten de eindtermen of leerplannen maar er middenin. Wat doen we met het internet in onze muzieklessen? Ontzettend veel. Ik ken op secundair onderwijsniveau geen enkel muziekvaklokaal met 25 computers aangesloten op het internet. Per uitzondering kan je wel eens een uurtje naar de PC-klas trekken maar daarmee heb je nog geen integratie van het internet in je dagelijks muziekonderwijs. Tip: fluister de lokaalverantwoordelijke in het oor dat je het muzieklokaal naast de informaticaklas of multimediaruimte wenst. Een gaatje doorheen de aanpalende muur of wand en je kan meegenieten van alle internetfaciliteiten. Die éne PC in je muziekklas moet je wel kunnen verbinden met een degelijk projectiesysteem. Het valt op dat verschillende middelbare scholen sinds dit schooljaar tientallen vaklokalen tegelijk voorzien hebben van een vaste beamer. De spectaculaire prijsdaling (tot 600 €) is geen obstakel meer om er een haalbare prioriteit van te maken. Voeg daar nog een aparte DVD-speler bij. De kostprijs hiervan (slechts 38 €) is 100 % verantwoord want tegelijk voeg je aan je uitrusting een CD-speler toe die eindelijk alle schijfjes afspeelt. Is een CD-speler 10 à 15 jaar geleden aangekocht, gebeurt het vaak dat de CD die je thuis brandt of die een leerling meebrengt voor een presentatie, niet wil starten. Wat kan je met het internet in de muziekles? Vakspecifieke informatie zoeken en presenteren (bv. een componist situeren in zijn tijd en omgeving). Je kan leerlingen stimuleren om zich over bv. een muziekinstrument of muziekgroep te documenteren en om muziekfiles te downloaden. Met behulp van een beamer (of indien niet aanwezig: groep per groep voor de klascomputer) kan je de leerlingen wegwijs maken in de complexiteit van het internetgebruik voor muziektoepassingen. Spectaculair nieuw klinkt dit misschien niet, maar het projecteren van internetpagina’s werkt erg visualiserend en motiverend. Van zodra je het over GSM en de geliefde oproeptonen hebt, heb je vast en zeker de leerlin-
Met hun vintage look zien de Atari computers er voor leerlingen in 2006 erg aantrekkelijk uit.
nieuwsbrief 4 -april 2006 3
Muziekpedagogie gen mee. Dergelijke muziekles kan bijdragen tot het ervaren en verstaan van monofonie en polyfonie, synthesizerklank en sample (realtones), zeker als men overgaat tot het aanmaken van een eigen beltoon. 7 Er bestaan ook bruikbare sites die aanzetten tot de kunst van het zelf componeren. Wat betekent componeren met de computer? Wat is een muziekalgoritme? Hoe verhouden de instrumentgroepen (zoals keys, lead, bass, percussie) zich tot elkaar? Welke drumstijl bepaalt het karakter van de song? Wat onderscheidt de ene themavariatie van de andere? Welke invloed heeft tempowijziging op het stuk? Welk concreet verschil beluister ik tussen westerse toonschalen (jazz, Messiaen ...) en oosterse toonschalen (tientallen raga’s enz.). Een voorbeeld van een website waarbinnen je zeer eenvoudig eigen composities kan laten aanmaken, aanpassen en visueel beluisteren is: http://tones.wolfram.com/generate/. Cruciaal in de uitrusting van het muzieklokaal is een goed klinkend luidsprekersysteem verbonden aan je computer of beamer. Alle nuances en klankrijkdom in audiofragmenten (samples enz.) bevorderen het uitluisteren van geluid en muziek.
de doeken te doen geeft dit denkmoment de kans om alle leerlingen aan te zetten persoonlijk na te denken en in actie te schieten. Een onderzoeksvraag trekt de les weg uit de sfeer van passieve receptie en reproductie van invulbladen. Het lesverloop krijgt meer ademruimte en door de onvoorspelbare interactiedynamiek komt de leerstof tot leven. De voorspelbare saaiheid van klassieke onderwerpen is daarmee verhinderd. Om diverse redenen is het zinvol om de nieuwe vraagstelling al in de staart van de vorige les mee te geven. Door vallen en opstaan leer je in praktijk welke vraagstelling te moeilijk of te gemakkelijk is. Als je concentrisch denkt, kan dezelfde vraag in een hoger leerjaar terugkomen zodat leerlingen ervaren dat een onderwerp nooit af is. Je kan ook niveaus of verdiepingen in dezelfde probleemstelling onderscheiden. Enkele voorbeelden, die uiteenlopend van aard zijn, verduidelijken wat we bedoelen met onderzoeksvraag of probleemstelling. Welke van de volgende oproeptonen (GSM) is een goed geluid? Kunnen we de GSM-geluiden in rubrieken stoppen? Welke beltoon is gesampled en waarom klinkt dit beter? Welke oproeptonen zijn verrassend muzikaal? Hoe komt het dat er veel ruis zit op belgeluiden? De experimenteerfase (Het internet werd vooraf of op het moment geraadpleegd) loodst de leerlingen tot de discussie over nootlengte, klankkleur, loops, geluidskwaliteit, boventonen, meerstemmigheid enz. Wat is stille muziek? (niveau 1) Als het stil is, hoor ik enkel nog het geluid van mijn hersenen. (niveau 2) Hebben we stilte nodig? (niveau 3) Dergelijke vraagstelling brengt de leerlingen bij subvragen of aanverwante fenomenen die zij kunnen voorleggen aan een bioloog, neuroloog of geluidstechnicus. Op het internet 8 kunnen we verder de zaak uitspitten (vb. stilte, hersenactiviteit, bloedsomloop, frequentie, akoestisch milieu, decibel, gehoorsschade, geluiden in de stadsomgeving). Kan het overdag stil zijn? In welke streek is het ’s nachts zéér stil? Kunnen we stilte horen? De link naar muziektherapie en meditatiemuziek zit op een verdergevorderd vraagniveau.
In tegenstelling tot de Angelsaksische en Scandinavische landen voert de leerkracht bij ons tijdens een les van 50 minuten het hoge woord.
KERN
7
http://www.beltonenpagina.nl/editors.php 8 Schitterende site is: http://www.lesondujour.com/
Attractief muziekonderwijs staat of valt niet met technologische modernisering. Daarom gaan we over tot de kern. In tegenstelling tot de Angelsaksische en Scandinavische landen voert de leerkracht bij ons (trouwens niet alleen de muziekleerkracht) tijdens een les van 50 minuten het hoge woord. Een klassikale instructie heeft enkel betekenis wanneer het gebeuren attractief is, als er afwisseling komt in de lesgang, in de gebruikte werkvormen en in de aard van de taken. Voor elke les is er een instapfase waarin de brug naar de vorige les wordt gelegd en de belangstelling gewekt wordt. Na de inleidende lesfase beginnen we niet les te geven, maar lanceren we een onderzoeksopdracht(je) of vraagstelling (een probleem van beperkte afmetingen). Zonder meteen alles uit
nieuwsbrief 4 -april 2006 4
Muziekpedagogie Hoe wordt een videoclip gemaakt? De leerlingen kunnen veel zelf aanbrengen. De muziekleerkracht die geïnformeerd is, kan de aandacht ombuigen naar het muzikale aspect van het totaalproduct. Een videoclip is een meerlagig verhaal dat door knippen, plakken en andere bewerkingen geboren wordt. Is er muzikaal een verschil te bespeuren tussen de muziek op CD en de DVD-versie?9 Hoe een videoproduct tot stand komt, vind je in “The making of” van de DVDversie. De leseenheid rond je af met een productieschema. Een draaiorgel lijkt op een computer. Hoezo? Leerlingen gaan eerst op zoek naar de typische eigenschappen van beide registratiemachines. Via brainstorm, opzoekingswerk op het internet enz. ontdekken ze het bestaan van een heel dik ‘muziekboek’ dat bij nader toezien te vergelijken is met de software van een computerprogramma. De geschiedenis van het muziekspeeldoosje brengt de verwantschap met de computermachine en met de huidige renaissance van de muziekspeeldozen aan het licht.10 De eerste noten van een song zijn zeer belangrijk. Met welke intro begint een goed liedje? Zit er een succesformule in? Hangt het af van de noten, de groove, de stem, de instrumentatie? Elk klasgroepje krijgt de kans om stukjes te beluisteren (of mee te brengen). Binnen het groepswerk zit dus automatisch een discriminatieoefening (geïntegreerde gehoorstraining). De voornaamste boodschap is hier dat componeren van een nieuw lied niet door een formule gestuurd wordt, maar dat het om een samenspel gaat tussen omstandigheden, nieuwheid, vertrouwdheid, eenvoud, afwisseling, melodielijn, effecten, arrangement, voorkennis, opleidingsniveau, behoeften en verwachtingen van de toehoorders. (bv. babymuziek, discotheek, primitieve stam, kunstlied, psalm ...)
Bestaat er muziek die iedereen goed vindt? Zowel leerlingen die wekelijks academie volgen als de gewone leerlingen in de klas vinden in deze vraagstelling hun gading. Wat is goede muziek? 11 Is de kwaliteit van muziek objectief vaststelbaar? Het regionale aspect, de taal en de verpakking van een eurosong dragen bij tot een genuanceerd antwoord op de gestelde vraag. Hoelang duurt het voordat iemand het juiste ritme heeft? Proefondervindelijk kan deze vraag aangepakt worden in klasverband. Muzikale begrippen krijgen aandacht en worden in praktijk vertaald. Wat is ritme? Wat is maatgevoel? Welke maatsoorten bestaan er? Wat is tempo? Hoe vond men vroeger en nu het juiste ritme? Wie weet heeft van drumcomputers of arrangers in de muziekwereld, kan de vraag verder opentrekken naar styles, loops en grooves.
De muziekleerkracht die geïnformeerd is, kan de aandacht ombuigen naar het muzikale aspect van het totaalproduct.
9 Bv. De DVD-versie (2002) van de muziekfilm ”Amadeus” uit de jaren tachtig duurt 20 minuten langer en levert door het nieuwe medium (DVD) een compleet nieuwe, “onverwachte” meerwaarde op. De film legt plots veel meer nadruk op Mozart’s composities en niet meer zozeer op het leven van de componist.
10
http://www.logosfoundation.org/muziekdoos/performances.html
11 Muziek is een georganiseerd klankgeheel (met een bewuste of spontane structuur) dat voor één of meerdere mensen in een bepaalde context (voorbijgaand of standaard, specifiek of algemeen geldend in de samenleving) betekenis en waarde krijgt. Muziek is meer en anders dan de optelling van de klanken of noten. Wat muziek tot muziek maakt en wanneer muziek goede muziek is, is een kwestie van referentiekader (normen, waarden, beeldvorming, opleiding, beroep enz.). Goede muziek is een relatief begrip. De kwaliteit van een muziekstuk heeft te maken met de waargenomen kwaliteit van en het evenwicht tussen geluidssterkte, tonale ont-wikkeling, klankkleur, ruimtelijkheid, innerlijke en uiterlijke beweeglijkheid.
12 Differentiatie betekent dat leerlingengroepjes met onderscheiden opdrachten (steekkaarten en materiaal) bezig zijn.
In mijn muziekpedagogische website “MusicAnd” zijn ateliervoorbeelden uitgewerkt van muziekopvoeding op afstand (zelfstandig muziekonderwijs) die met behulp van een multimediacomputer en in de klas onder begeleiding van de muziekleerkracht mogelijk worden. Gedifferentieerd muziekonderwijs waarbij kleine groepjes zelfstandig werken aan een opdracht is attractief.12 Vakdoorbrekende aspecten zitten daar ook in verscholen. Zonder drempel en zonder technologische snufjes is het perfect mogelijk om hedendaagse muziekbegrippen zoals “loop” en “groove” in een activerende werkvorm duidelijk te maken. Bv. Acht leerlingen zitten in een kring en krijgen een plaatje met daarop een muzikale letterklankgreep NA, SA, LI, PA, DI, DA, TI, TA. In een terugkerend klankspoor (loop) ontdekken ze de kracht van ritmepatronen en de wisselwerking van klankkleur, lengte, rust, tempo, cadens, enz.
nieuwsbrief 4 -april 2006 5
Muziekpedagogie 1. Verhef je stem op het juiste moment om de klankketting zonder hapering te voltooien. 2. Als deze loop (lus) goed loopt, kan elk groepslid zoeken naar een andere toonhoogte, een andere stemkleuring, een andere duur van de lettergreep en een andere afstand tussen NA, SA, LI enz. 3. De resterende leerlingen zitten achter de kringleden en kunnen met de vingers of de handen het ritmepatroon benadrukken. Zo kan de hele groep betrokken blijven en groeien naar een eigen groove. 4. Neem de resultaten op zodat leerlingen zelf kunnen oordelen.
BEGELEIDEN IS DE BOODSCHAP Tot slot wil ik het hebben over het muziekpedagogisch begeleiden van onze leerlingen op school. Anouska Shankar, dochter van Ravi Shankar, maakte haar eerste album in de klassieke traditie van haar vader. Op 24 jaar kiest ze voor haar eigen pad, wereldmuziek tussen west en oost, maar het opvoedingsmilieu waarin ze grootgebracht werd én haar vader als uitzonderlijke leermeester drukken een onuitwisbare stempel op haar verdere ontwikkeling als muzikant. Met één uurtje per week en in contact met een ‘bende’ jongeren die eigen ideeën en aspiraties hebben, is de rol van de muziekleerkracht binnen de schooluren veel beperkter maar niet te verwaarlozen.
EUPRINT bvba
Parkbosstraat 3 3001 Heverlee T.: 016-404049 F.: 016-407049 info@euprint.be www.euprint.be
De woorden van zangeres Natalia n.a.v. de danswedstrijd ‘ Sterren op de dansvloer’ spreken boekdelen. “Oorspronkelijk had ik helemaal geen zin om aan de volgende dansopdracht te werken: de rumba. Deze dansstijl sprak me echt niet aan, want ik ben helemaal anders. Na een intensieve trainingsweek o.l.v. mijn coach zie ik dat compleet anders. Ik wist niet dat het mij wel lag en dat ik er zo veel deugd zou aan beleven.” Onbekend is onbemind. Laat de jongeren in contact komen met aspecten van muziek die hen niet direct aanspreken. Een muziekpedagoog is niet alleen een vakdeskundige; hij moet ook andere uitzonderlijke kwaliteiten hebben. Daag leerlingen uit tot nieuwe leerervaringen, maar dwing hen niet. Benader hen positief; veel observeren vooraleer bij te sturen of in te grijpen; niet direct sanctioneren. Informeer hoe jongeren zich voelen bij de lesopdracht en hoe ze zichzelf inschatten en geef hen regelmatig inspraak. Durf inspanningen vragen om vb. de taak optimaal af te werken, ook als dat moeite kost. Geef hen wel vooraf de criteria die je bij deze taak of proef hanteert. Zorg dat ze succes ervaren in de kleine en grote stappen die ze zetten. Het is een goede zaak dat ook de muziekleerkracht regelmatig in de positie van leerling kruipt. Toon je eigen leergierigheid, enthousiasme en afhankelijkheid van anderen. Anders gezegd: de muziekpedagoog zelf is en blijft een levende substantie van de krachtige muzikale leeromgeving. Zo is er hoop op een attractieve muziekopvoeding.
Leuke liedjes met een leuk verhaaltje kers e Baets lootmae Martin S ational Thomas D rts o rn ko te s n Web-i Examen emberg Kurt Bikk ten (CD) Knuffeltijd o n et m la Pael ten der Strae Jan Coeck eert Van eld hebben wou... G ca si u M e er Residenti aat op reis n die de w Van de ma Musica g Residentie bbie Ro
Albums onisten Div. comp (CD) ad Kattenkwa
embergs Kurt Bikk s (CD) je Kleine lied jes (CD) lied e n ei kl Nog 9
ai Erika Bud oud van g g o o b en Reg gmans Paul Stee d el w Kinder er
Muziekvoorbeelden op onze website www.euprint.be nieuwsbrief 4 -april 2006 6
Forum
De meeste dromen zijn bedrog … of toch niet?! Een getuigenis Door Sara
Cauwenberghs,
leerkracht M.O. in het Sint-Ursula-instituut te O.-L.-V.- Waver, Coördinator regionale vakvergaderingen M.O. Muzes vzw
Wilt u hierop reageren? Stuur uw reactie naar nieuwsbrief@muzes.be
Net als vele anderen heb ik deelgenomen aan de nascholing in Waregem. Toen ik naar huis terugkeerde, had ik mijn rugzak volgeladen met verschillende interessante ideeën. Er was echter één probleem: Muzes vzw ging ervan uit dat ik een computer, een projector én een scherm in mijn muzieklokaal had, wat helemaal niet het geval was! Dan kan je als M.O.-leerkracht twee dingen doen, ofwel blijf je bij de pakken zitten ofwel trek je je stoute schoenen aan en klop je op de deur van de directie. Ik koos voor het laatste. Met een klein hartje legde ik aan ‘Mevrouw de directeur’ uit wat mijn probleem was en welke ICT infrastructuur ik nodig had om op een actuele manier muziekles te geven. Exact een week na dit gesprek deed ik ’s morgens de deur van mijn muzieklokaal open… Ik was met verstomming geslagen want daar stonden een projector, een scherm, én een computer, zelfs de programma’s die ik gevraagd had waren er al op geïnstalleerd! Met deze getuigenis wil ik bewijzen dat er heel veel mogelijk is. Toch stel ik als coördinator van de regionale vakwerkgroepen Muzes vzw vast dat veel leerkrachten M.O. de moed en het idealisme hebben opgegeven. En ik kan ze niet helemaal ongelijk geven. Enerzijds werd er gesnoeid in het aantal uren
M.O., anderzijds wordt het vak vaak als onbelangrijk en nutteloos beschouwd. Om het tegendeel te bewijzen, dat het vak M.O. en de leerkrachten muzikale opvoeding méér dan nodig zijn, sterker nog, onmisbaar zijn in een secundaire school is het nodig dat wij samen de handen uit de mouwen steken. We zullen op verschillende vlakken moeten proberen meer aandacht en meer respect te krijgen. Een eerste belangrijk werkpunt voor leerkrachten M.O. is dan ook de directie ervan overtuigen een budget vrij te maken om het muzieklokaal op te smukken. Toch is dit niet voldoende! Het is niet omdat we het nodige materiaal in de klas hebben dat we er ook al mee kunnen werken of dat het vak M.O gered is. Onder het motto “we kunnen allemaal van elkaar leren” organiseert Muzes nascholingen en regionale vakvergaderingen waar we elkaar kunnen ontmoeten, lesideeën en materiaal uitwisselen, thema’s als evaluatie, muziek ontwerpen, leerlijnen, jaarplannen en dergelijke kunnen bespreken. Het is belangrijk dat het vak muzikale opvoeding en de leerkrachten M.O. meer respect en waardering krijgen. Ik daag jullie uit om mijn droom, jullie droom én die van nog vele anderen waar te maken!
PO/Esthetica
Verslag startvergadering Door Wietze
Minne,
ondervoorzitter Muzes vzw
We hebben altijd al de ambitie gehad om van Muzes een zo breed mogelijke vakvereniging voor artistieke vorming te maken. De keuze om ons in eerste plaats te richten op leraren M.O. is een praktische keuze geweest. Men moet ergens beginnen en de initiatiefnemers kwamen nu eenmaal uit de muzikale hoek. Het is echter duidelijk dat een zo ruim mogelijke samenwerking ons zowel inhoudelijk enkel kan verrijken en ons ook de nodige slagkracht kan geven om onze ambitieuze doelstellingen te realiseren. In februari hebben we twee vergaderingen georganiseerd (in Heverlee en Gent) waarop de collega’s van P.O. en esthetica werden uitgenodigd. Ons vermoeden dat leraren P.O. en esthetica vaak met dezelfde problemen geconfronteerd worden als leraren M.O. werd er
alleen maar bevestigd. Hún vakken staan evenzeer onder druk, ook zij staan vaak alleen in een school en hebben het moeilijk de noodzakelijke werkingsmiddelen, infrastructuur,… te bekomen voor hun vak. Ook de nood aan meer contact/samenwerking met vakcollega’s kwam ter sprake. De komende weken zullen we met geëngageerde P.O.-collega’s binnen Muzes een werking voor P.O. opstarten en ook voor het vak esthetica hopen we spoedig een initiatief op poten te zetten. Het behoeft geen verdere uitleg dat zulke nieuwe initiatieven tijd, energie en inzet vragen. We zijn dan ook steeds op zoek naar gemotiveerde leraren die hun schouders mee onder deze projecten willen zetten. Wordt vervolgd…. nieuwsbrief 4 -april 2006 7
Nascholingen Graag nodigt Muzes u uit op haar nascholing in Sint-Joris-Winge op vrijdag 16 juni 2006. Naast de 3 werksessies wordt er ook actueel liedmateriaal gepresenteerd en vindt er een beurs met muziekhandboeken plaats. Tijdens de middagpauze staat er een voorstelling gepland van het nieuwe handboek ‘Cadans’ door uitgeverij Van In.
Bouw een lied! door Jan Haspeslagh (Lemmensinstituut) Wat willen leerlingen? Zingen, dansen, improviseren? Willen ze ook structureren en analyseren? Oei! Wij hebben muzikale bouwplannen. We leggen een eerste steen (startpositie), bouwen de woning op (onderwijsleerproces) en leveren ze af (evaluatie). Hoe kunnen we dit als leerkracht begeleiden?
Luister – Kijk – Vergelijk door Hilde Van Hees (Muzes vzw) Deze sessie wil een hulpmiddel zijn bij ‘vergelijkend’ luisteren en kijken. In een aantal lesmomenten worden strategieën aangeboden die het vergelijken van muziek en beeld kunnen ondersteunen. Concrete vergelijkingen, bruikbaar lesmateriaal met een grote verscheidenheid aan muziek- en beeldmateriaal. Muzikale parameters als handleiding bij de verschillende vergelijkingen? Welke werkvormen kunnen aangewend worden? Een sessie die een leidraad kan zijn voor je eigen lespraktijk.
Projecteer je les door Ann Leemans (Muzes vzw) Voor velen nog toekomstmuziek, voor anderen een uitdaging of bijna een feit: lesgeven aan de hand van projectie. Als leerkracht M.O. willen we niet achterlopen op de ontwikkelingen in het gebruik van nieuwe media. In deze sessie zetten we stap voor stap onze huidige lesblaadjes om in een interactieve presentatie. Inclusief muziekfragmenten, filmfragmenten, grafische partituren en veel meer.
Datum en plaats Vrijdag 16 juni 2006 van 8u30 (aanvang 9u) tot 16u. Cultureel Centrum ‘De Maere’ Leuvensesteenweg 187 – Sint-Joris-Winge Reisweg: snelweg E314 (Leuven-Genk), afrit 22 Aarschot. Sint-Joris-Winge naar links, richting Diest – De Maere. Gemakkelijk bereikbaar met het openbaar vervoer.
Prijs De prijs bedraagt 35 euro, inclusief middagmaal en syllabus. Leden van de vakvereniging en studenten betalen 25 euro.
Inschrijven U kan het inschrijvingsstrookje opsturen naar: Muzes vzw (nascholing) Mechelsesteenweg 22 3000 Leuven of ons mailen op het adres info@muzes.be
Betaling De inschrijving wordt bevestigd door de betaling van het inschrijvingsgeld (35 euro of 25 euro) op het rekeningnummer 7440167369-37 (NIEUW!) van Muzes vzw met als mededeling ‘nascholing 16 juni 2006’ en de naam van de deelnemer. Inschrijving én betaling vóór 1 juni 2006. www.muzes.be
nieuwsbrief 4 -april 2006 8
Aankondigingen Op donderdag 20 april 2006 gaat van 19.30u tot 21.30u in SITO 5, VII de Olympiadelaan 5, 2020 Antwerpen de eerste regionale vakvergadering Antwerpen door. Tijdens deze regionale vakvergadering met als thema “b(l)oeiende ritmes” zal u de kans krijgen om op een actieve en creatieve manier materiaal uit te wisselen, frisse lesideeën te ontdekken en nieuwe didactische werkvormen te leren kennen. Inschrijven kan tot 18 april via het emailadres van sara.cauwenberghs@muzes.be. Gelieve bij de inschrijving uw naam en school te vermelden. Meer informatie? sara.cauwenberghs@muzes.be of www.muzes.be
Zaterdag 20 mei: Midi-Workshop van 14 tot 18u. Wat is midi? Hoe midi aansluiten en instellen op een computer? Wat is General midi? Wat zijn midi-files? Hoe moet ik midi opnemen? Welke software bestaat er? Wat zijn Program Changes & SysEx? Wat zijn midi-kanalen? Hoe gebruik ik een Pianoroll & drumeditor? Hoe maak ik een partituur? Hoe importeren en exporteren van midi? Lesgever: Matthias Aerts geeft antwoord op al deze vragen! Prijs: € 20 Plaats: Muziekmozaïek, Wijngaardstraat 5, 1755 Gooik. Informatie en inschrijving: Naam, voornaam, leeftijd, ev. muziekgroep, adres en telefoon doorgeven aan: Vzw Muziekmozaïek, Wijngaardstraat 5, 1755 Gooik. Tel 02 532 28 38. Fax 02 452 34 94. info@muzmoz.be – www.muziekmozaiek.be
Brussel, 28-april-2006: Leraar Plastische Opvoeding… een kunst Doelgroep: leraren plastische opvoeding Begeleiding:T. Peeters, P. Brinkhof, B. De Loose, L. Stienaerts, E. Desmedt, E. Arnoeyts, C. De Nys, D. Vandersmissen, G. Verzele Datum: vrijdag 28 april 2006, 9u30-16u30 Prijs: 50 euro, 25 euro voor studenten Plaats: EHSAL 1, Campus Nieuwland, Nieuwland 198, 1000 Brussel Meer info: http://www.ehsal.be/gpv/
‘MuzeWijzer’ is het nieuwe driemaandelijkse tijdschrift voor muzische vorming van de vereniging ‘Musicerende Jeugd vzw’. ‘MuzeWijzer’ bevat boeiende artikels over muzische vorming, uitgewerkt lesmateriaal, nieuw gecomponeerde liederen en besprekingen van recente publicaties in binnen- en buitenland. Een abonnement kost €15. Leden van ‘Muzes’ betalen slechts €12. Meer inlichtingen: www.musicerendejeugd.be
De werkgroep media is blij jullie de vernieuwde Muzes-website voor te stellen. De site zal er qua lay-out helemaal anders uitzien, ze zal gebruiksvriendelijker zijn en ze zal dus nog meer aangepast zijn aan onze noden als leraar M.O., esthetica en P.O. Het opzet van de site is niet gewijzigd: een brug slaan tussen leraren, aankondigingen van nascholingen en workshops, artikels en lesideeën. Kom zeker eens een kijkje nemen vanaf 15 april op www.muzes.be.
nieuwsbrief 4 -april 2006 9
Praktijk Door Bert Appermont, componist en docent aan de katholieke hogeschool Hasselt Doelgroep: 1ste graad middelbaar onderwijs, gewoon ĂŠĂŠnstemmig of met de extra stemmen en solo bij het refrein.
nieuwsbrief 4 -april 2006 10
Praktijk
nieuwsbrief 4 -april 2006 11
Op de liedbijdrage ‘Stripheld zijn’ uit de vorige nieuwsbrief kregen wij enthousiast reactie van Hans Vanhauwaert en Mieke Vanlauwe. Graag laten wij u weten hoe zij het lied integreerden in hun lessen. 1. Lied voorzingen, lln. tellen ondertussen hoeveel stripfiguren ze horen 2. Lln. krijgen per 2 alle foto’s van de stripfiguren en leggen ze in de goede volgorde terwijl het lied nog eens voorgezongen wordt. 3. De tekst hangt aan het bord (in groot formaat) en de foto’s worden op de goede plaats gekleefd.
4. Aanleren van het refrein (met aandacht op de woordjes die veranderen: stoere, gekke en echte) 5. Aanleren van de stofes (telkens met voor- en nazingen) 6. Dan pas krijgen de lln. de liedtekst en trekken pijltjes naar de betreffende stripfiguren. Ze kaderden deze les in de jeugdboekenweek in het 1ste jaar ASO, TSO en BSO, telkens met veel succes. In een 2e les speelden lln. de baslijn op Orff-instrumenten, andere lln. mochten hun eigen instrument meebrengen om de andere stemmen te spelen.
Praktijk
nieuwsbrief 4 -april 2006 12
Cursiefje Door Johan Akkermans leraar M.O. Berlaar
Bij ons op school heerst de lovenswaardige gewoonte om tijdens de zomervakantie iedere collega eens uit te nodigen. Er moet namelijk een permanentie zijn tijdens de eerste en de laatste veertien dagen van die vakantie: voor leerlingen die zich willen inschrijven, voor ouders met een pertinente mening aangaande de afgelopen delibererende klassenraad, voor het secretariaat dat “nog een klein karweitje moest afwerken”…affijn, wij doen dan onze dag. Wie zowel in de middenschool als in de bovenbouw les geeft, wordt toegewezen aan één van beide. Wij worden verondersteld de mensen op een vriendelijke en beleefde wijze te ontvangen, overeenkomstig de stijl en de traditie van onze school - dag mevrouw, dag meneer, neemt u plaats, mag ik u koffie aanbieden? Neen? Welaan dan, waarmee kan ik u van dienst zijn? Ja, het gaat er correct aan toe. Op bepaalde momenten wil het ook wel eens rustig zijn. Zo zat ondergetekende, enige jaren terug, neergevleid in een zacht verende kantoorstoel. Het was een hete vrijdagnamiddag, de vliegen slurpten loom & onbezorgd aan een koffievlek. Buiten schuifelden twee nonnetjes bedachtzaam naar de Mariagrot. Langs het open raam dwarrelde het euforische vakantiegetjilp van de mussen naar binnen en ik neeg het hoofd uit eerbied voor de mantel van rust die neergedaald was over de school. De barometer wees ‘veranderlijk’ aan (“Ach, iemand zou die toch eens opnieuw moeten ijken”). Langzaam maar zeker gleden ook de oogleden neerwaarts, ik kon nog nét een lieveheersbeestje horen trippelen over de schoolfolders vooraleer een diepe, deugddoende sluimer zich meester maakte van mijn muzikale overpeinzingen…
- Hallo, Heilig Hart van… - …Zeg, menier, zennek-ik oep de middeschoal!!? Er zijn drie zaken waarvoor ik overstag ga: het recht op slaap, het recht op uitspreken en het recht op beschaafde omgangstaal aan de telefoon. Het schenden van één dezer verworvenheden is voldoende om mijn zonnige karakter te verkreukelen. De stentorstem aan de telefoon slaagde er nu in om deze drie fundamentele mensenrechten tegelijkertijd met de voeten te treden. Voorwaar, geen geringe prestatie. Ik riposteerde dus: - Meneer, waar u bent op dit ogenblik, weet ik echt niet, maar ik kan u wel vertellen dat ik op de bovenbouw zit. Het bleef even stil aan de overkant. Ha, dààr had-ie dus niet van terug, en verrukt contempleerde ik mijn alerte geest en dito reactievermogen. Mens sana in corpore sano, weet u wel, bij het pingpongen laat ik onze Tom alle hoeken van de garage zien – waarbij trouwens al wat verloren gewaande spullen aan het licht zijn gekomen. Hoe jammer toch dat hier nu niemand getuige van was, het zou…
-…Luster ‘es hie, omhoeggevallen portierke, iek zen de moeder van Kelly en Debbie.
Het mooi en meedogenloze piepen van de telefoon doorboorde mijn droom en na enkele onhandige pogingen vond ik de hoorn.
-…Luster ‘es hie, omhoeggevallen portierke, iek zen de moeder van Kelly en Debbie. De MOEDER! Wâ denkte wel? Ge zijt de plezantste thuis as de voalbak buiten staat, zekers? En dan nog de slimme willen spelen? Dat gaat zich vier jaar in Leuven op ons kosten poepeloere slempen naar ‘nen diplom veur dan in school de jan uit te hangen! Ik kende die twee, Kelly en Debbie. Ik droom er nu nog wel eens van – als ik zwaar getafeld heb. Ik had trouwens eentje van hen dat jaar met veel plezier een joekel van een vakantiewerk aangesmeerd. Aan de ander had ik eens in een gore bui gevraagd of ze geen heimwee had naar Jurassic Park - ter verdediging wil ik aanvoeren dat zíj begonnen was. K. en D. namelijk, waren twee exemplaren van wat in
nieuwsbrief 4 -april 2006 13
Cursiefje het hedendaagse pedagoochelaars heet: “een open en assertieve jongere”. Ettertjes dus, die bij gebrek aan opvoeding hun volmaakte geluk simpelweg vonden in het over de kling jagen van iedereen boven de 13. Voor klasgenoten waren ze relatief mild – wiens huiswerk moesten ze anders overschrijven? – maar hun diepste levensvreugde putten ze graag uit leerkrachten die hoog in de gordijnen een waanzinnige lach uitkrijsten. Mijn adrinalinegehalte overschreed dus de noentemperatuur. Ik hou normaal wel van een uitdaging, maar ik ben Indiana Jones niet. - Eh, men…mevrouw, waarmee mag ik u helpen, alstublieft? - Aha, da’s al wat àànders. Goe. Na hemmek-ik gehuurd dâ ze ons Kelly en ons Debbie in een ander klas goan zetten? - Wel, mevrouw, ook hier op school is het de gewoonte dat, wanneer leerlingen hun jaar met vrucht hebben beëindigd, zij volgend schooljaar mogen overgaan naar… - …Seg, begint na niê oepnieft, hè? Ge wèt wâ da’k bedoel. Ik begon me te realiseren dat de situatie moeilijk werd. - Eerlijk gezegd, mevrouw, ik weet niet goed wat u bedoelt. Ik wist het écht niet, nog murw van de brutale telefoon-kannonade. - Lustert menneke, ons Kelly en ons Debbie dat-is ‘ne twieling. Die hùren bijeen. Die hemmen altaaid bijeen gezeiten. Dus moette na ook niê afkomen met ze te splitsen. Begrept ‘et?
Ik wist het weer. Op dringende vraag van leerkrachten én van andere ouders zouden de twee ellendelingen vanaf september elk bij een andere klas ingedeeld worden. Er was anders geen land mee te bezeilen. Juist, zo zat de vork in de steel. Ha! Hier werd de diplomaat in mij wakker: - Mevrouw, de klassenraad heeft zich unaniem uitgesproken voor het advies dat werd gegeven en ofschoon het misschien niet echt mijn taak is, kan ik er toch op wijzen dat de beslissing om de zusjes in aparte klassen te zetten, inderdaad getuigt van bezorgdheid voor niet enkel de psychoaffectieve en cognitieve ontwikkeling van beide leerlingen maar tevens voor het welzijn van de hele klasgroep waarin zij afgelopen jaar hebben doorgebracht. Ze was verrassend snel van begrip: - Hoe dâ? Kunde ze niê de baas? - Mevrouw, ik kan u verzekeren dat Kebbie en Delly… - …Nà hem ik er genuug van. ’t Is KELLY en DEBBIE. Joa? Ik zallek-iek ‘es komen praten met die directrice van aa. ’t Zal rap gedoan zijn met diene flaven truut. Ik begon zowaar te meesmuilen bij de idee: The Clash of the Titans! - En dan nog iet: zegt moâ tegen die van muziek dat ons Kelly dâ vakantiewerk toch nie kan moaken. Z’is d’iel vakantie weg en als ze thuis is moet ze nie beginnen met dâ getoeter, doâ krijg iek platten afgank van. In de verte troepten donkere wolken samen.
Voor klasgenoten waren ze relatief mild – wiens huiswerk moesten ze anders overschrijven?
nieuwsbrief 4 -april 2006 14