Onderzoek & Conceptboek voor IVN Geschreven door: Lisa Wife, Desiree Laureijssen, Jip Stijns, Rosanne Teurlings, Reggie van der Ven & Marlou Gosens Klas: LS122A Jakob Sutmuller Fontys Hogescholen International Lifestyle Studies Conceptdocent: Jakob Sutmuller Sector docenten: Max Raeven Remco Langeler 1
2
Inhoudsopgave Introductie
12
Sterk Concept BMC-model Financiele Haalbaarheid Service Design Format Story Board Projectplan Business Case Duurzaam concept
46 48 49 54 55 56 58 59
16
Nawoord
62
Inleiding 5 Samenvatting 7 Game Plan 11
Analyses
Analyse IVN - Brand Design Model - Merkkaart Doelgroep Analyse - Empathy Map - IJkpersoon Sectoren Analyse - Human Movement - Leisure Trend Analyse - Trendkaart - Brand Focus Match - Trendselectie en onderbouwing & Strategische richting Haalbaarheidsanlyses - Onderbouwing concept keuze
21 23
28
Conceptboek Conceptniveaus - Functioneel relatieschema - Speurneuzen doe-boek Quality of Life Link met Sectoren
34 44 45
Nawoord
Brondvermelding Literatuurlijst
63
Bijlagen Begrippenlijst Debrief Analyse opdrachtgever Deskresearch doelgroep Fieldresearch doelgroep - observaties Onderbouwing Trendkaart Onderbouwing Brand Focus Match 4 Conceptontwerpen Haalbaarheidsanalyses Uitwerking Concepttesten
68 72 74 99 102 127 134 144 147 163 3
4
Inleiding IVN streeft ernaar mensen dichter bij de natuur te brengen en hierdoor te inspireren tot een duurzamer leven. Met dit verslag wil de projectgroep IVN inspireren met ideeën om meer ouderen deel te laten nemen aan de activiteiten van IVN. Dit naar aanleiding van de probleemstelling die aan het begin van het project door de opdrachtgever en de projectgroep is geformuleerd: “Hoe kunnen we een uitgewerkt concept vanuit een strategische merkrichting ontwerpen voor IVN met de doelgroep 55 tot 70 jaar voor ogen, waarbij het uitgangspunt het creëren van een duurzame samenleving is door mensen te betrekken bij natuur, milieu en landschap?” Er is bewust gekozen om de koppeling grootouders met kleinkinderen te maken om deze nader tot elkaar te brengen. Om tot een uiteindelijk conceptontwerp te komen zijn er een aantal stappen doorlopen die zijn terug te vinden in dit verslag. Mochten er gaandeweg dit document begrippen voorkomen die niet helemaal helder zijn, wordt de lezer vriendelijk verzocht de begrippenlijst raad te plegen, te vinden in bijlage 1. Er is begonnen met het maken van een vraag- en aanbodanalyse, waarbij door middel van desk- en fieldresearch de opdrachtgever en doelgroep onder de loep zijn genomen. Bij het maken van de doelgroep analyse is er tevens kwalitatief onderzoek gedaan. Daarnaast is er ook een trendkaart gevisualiseerd waarin ontwikkelingen in onder andere de Human Movement en Leisure sector zijn uitgewerkt op verschillende trendniveaus. Deze ontwikkelingen zijn later gebruikt ter inspiratie voor het conceptontwerp. Uit de analyses is er een gedachtengoed geformuleerd, een valuefit, waarna verschillende conceptstatements zijn ontstaan. Na diverse brainstormsessies zijn er
vier conceptontwerpen vorm gegeven. Deze vier conceptontwerpen zijn gepresenteerd aan Piet Duizer waarna hij twee concepten, ‘Spelend Schoon’ en ‘Zoek je eigen weg’, heeft uitgekozen. Deze twee conceptontwerpen zijn vervolgens verder uitgediept. Van deze twee conceptontwerpen is een haalbaarheidsanalyse geschreven. Ook zijn de twee conceptontwerpen getest bij de doelgroep. Hier kwam één concept als uiteindelijke winnaar uit. De resultaten van de concepttest zijn gebruikt bij het creëren van een conceptdefinitie: ‘Speurneuzen’. Nul scenario business case Bij het nul scenario van de businesscase gaat men uit van de situatie wat er gebeurt wanneer het project niet zou worden uitgevoerd. Het niet uitvoeren van het concept ‘Speurneuzen’ heeft geen dramatische gevolgen voor een grote organisatie als het IVN. Echter loopt IVN dan wel een grote en interessante doelgroep mis. Ouderen hebben relatief veel geld te besteden en veel vrije tijd. Daarnaast brengen ze graag tijd door met hun kleinkinderen. IVN organiseert voor kinderen en voor ouderen evenementen. Tevens gaf IVN aan dat zij al werken met de ‘kleinkind en grootouder’ doelgroep. Piet Duizer liet doorschemeren dat dit succesvolle projecten zijn. Als IVN geen verdere projecten onderneemt die aansluiten bij deze doelgroep wordt er een lucratieve doelgroep misgelopen. Er dient een kanttekening te worden geplaatst bij dit document. Vanuit de opleiding International Lifestyle Studies wordt er gewerkt met een ‘concepting model’.
5
4. Conceptdefinitie: de conceptdefinitie is een concrete uitwerking van een conceptidee. Hierin wordt duidelijk richting gegeven wat het concept inhoudt en wat men met het concept wil bereiken. 5. Conceptdragers: de conceptdragers zijn de essentiële elementen van het uiteindelijke concept waarmee het concept valt of staat.
Dit concepting model is onze ‘houvast’ tijdens de ontwerpfase en definitie-fase. Door miscommunicatie zijn sommige begrippen helaas verkeerd geïnterpreteerd. Daarom worden de begrippen bij deze correct toegelicht. 1. Het gedachtengoed, valuefit: het gedachtengoed komt voort uit de ‘valuefit’. Dit gedachtengoed is het begin van de ontwerpfase. 2. Conceptstatement: uit dit gedachtengoed ontstaat een conceptstatement. Uit dit conceptstatement kunnen verscheidene ideeën voor concepten ontstaan die allemaal nauw in verbinding staan met dit conceptstatement. 3. Conceptontwerp: een conceptontwerp is een concreter idee, dit geeft sturing.
6
Het begrip ‘conceptontwerp’ is door de projectgroep enigszins abstracter geformuleerd; als iets waar nog meerdere conceptontwerpen uit voort konden vloeien in plaats van een concreet conceptontwerp. Ondanks deze miscommunicatie is de projectgroep er zeker van dat dit document informatie en inspiratie biedt voor de opdrachtgever, IVN. De projectgroep denkt dat dit verslag kan bijdragen aan het ontwikkelen van een succesvol concept voor een natuur educatieve activiteit voor ouderen en dat het daarnaast inzicht kan bieden in het proces dat is doorlopen om tot het uiteindelijke concept te komen.
Samenvatting Aanleiding
Op donderdag 17 december 2013 heeft er een briefing plaatsgevonden van Piet Duizer namens de opdrachtgever IVN (Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid). Hierin werd de onderstaande probleemstelling voorgelegd aan de projectgroep: “Hoe kunnen we een uitgewerkt concept vanuit een strategische merkrichting ontwerpen voor IVN met de doelgroep 55 tot 70 jaar voor ogen, waarbij het uitgangspunt het creëren van een duurzame samenleving is door mensen te betrekken bij natuur, milieu en landschap?” De projectgroep heeft naar aanleiding van deze briefing de doelgroep toe gespitst tot: ‘Mensen van 65 jaar tot vitaal met kleinkind(eren) in de leeftijdscategorie van 6 tot 10 jaar’. Dit om het onderzoeksgebied af te bakenen en omdat na onderzoek is gebleken dat de 65-plusser graag activiteiten onderneemt met zijn of haar kleinkind(eren).
het maken van haalbaarheidsanalyses voor beide concepten en het afnemen van een concepttest onder de doelgroep is er uiteindelijk één conceptontwerp uitgewerkt als antwoord op de eerder geformuleerde probleemstelling.
Conclusies van de analyses De opdrachtgever IVN
IVN is een instituut voor natuureducatie en duurzaamheid, dat zich inzet om kinderen, jongeren en volwassenen de natuur te laten beleven en te inspireren tot duurzaam handelen. Door mensen weer in contact te brengen met de natuur, wordt er bewustzijn gecreëerd betreft de waarde van natuur. De kernwaarden van IVN zijn: - Duurzaamheid - Educatie - Natuur - Betrokkenheid
Doelgroep
Om deze probleemstelling te beantwoorden is het project gestart met het analyseren van IVN, de doelgroep, ontwikkelingen in de domeinen Leisure en Human Movement en maatschappelijke trends. Dit is gedaan door middel van deskresearch, fieldresearch en kwalitatief onderzoek. Gedurende het kwalitatief onderzoek is het boek ‘This is Service Design Thinking’ de leidraad geweest voor de projectgroep. Verschillende ‘tools’ afkomstig uit dit boek zijn toegepast.
De doelgroep voor dit project vindt leren en het ondernemen van activiteiten belangrijk. Ook vindt zij het prettig om voldoende te bewegen. Zij voelt zich steeds vaker buitengesloten door de snel ontwikkelende technologie. De doelgroep staat graag in contact met hun kleinkinderen, maar die verkiezen technologie steeds vaker boven contact met hun grootouders. De activiteit die de grootouders ondernemen met hun kleinkinderen laten zij graag over aan de kleinkinderen: het belangrijkste is dat het kleinkind geniet. Het is een doelgroep met veel vrije tijd en een ruim besteedbaar inkomen.
Vervolgens is er uit de analyses een gedachtengoed geformuleerd dat na een brainstrom is uitgegroeid tot vier conceptontwerpen. Na
Het zijn de ‘Organics’ in het GFK-model. Voor deze mentaliteit groep is genieten van natuur en omgeving belangrijk, evenals
Het onderzoek
7
sociale verantwoordelijkheid. De ‘Organics’ hechten waarde aan zelfontplooiing, harmonie, vertrouwen en authenticiteit. Deze mentaliteitsgroep sport om hun gezondheid te bevorderen en omdat zij lichaamsbeweging belangrijk vinden. Zij zijn in een zoektocht naar duurzaamheid en intellectuele verrijking.
aan vrijetijdsactiviteiten. Van dit geld wordt 70% uitgegeven aan buitenhuisactiviteiten.
Human Movement
- Er is een groeiende behoefte aan beleving bij de vrijetijdsbesteding.
Binnen het domein Human Movement vallen de volgende ontwikkelingen op die zijn meegenomen in het onderzoek en in het conceptontwerp. - Wandelsport is de populairste sport met 33% onder de 65 tot 80 jarigen. - Lange termijn trends als ‘vergrijzing’, ‘technologisering’ en de maatschappelijke ontwikkeling van economische onrust hebben invloed op de beweging van mensen. - Vergrijzing: deze groep mensen heeft een grotere kans op blessures. - Technologisering: aan de ene kant maakt dat de mogelijkheid tot ‘tracken’ mensen meer gemotiveerd zijn; zij houden hun ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Aan de andere kant is men steeds minder actief waardoor obesitas toeneemt. - De economische crisis: de economische crisis zorgt ervoor dat budgetsporten steeds populairder wordt.
Leisure
Binnen het domein Leisure vallen de volgende ontwikkelingen op die zijn meegenomen in het onderzoek en in het conceptontwerp: - Nederlanders besteden 25% van hun besteedbaar inkomen
8
- Nederlanders gaan er steeds vaker op uit, maar kiezen liever om meerdere kleine activiteiten te ondernemen.
- Nederlanders maken graag gebruik van duurzame concepten. - Het is belangrijk dat vrije tijd wordt doorgebracht met anderen. In tijden van crisis delen mensen graag gevoelens. Ook hierdoor groeit de behoefte aan kleinschalige concepten. Consumenten willen echte belevingen; live en authentiek. Een bijzondere maar vooral onvergetelijke en betaalbare beleving of bestemming. Consumenten willen de geest verrijken of een duidelijk doel hebben. Cultuur, natuur en kennis staan hierbij centraal.
Trends
De middellange termijn trends waar rekening mee is gehouden bij het ontwikkelen van het conceptontwerp zijn ‘Anti-Stress Society’ (met als kernwaarde zingeving), ‘Gamification’ (met als kernwaarde vermaak), ‘Onlife’ (met als kernwaarde contact) en ‘Deep Sustainability’ (met als kernwaarden intrinsieke motivatie).
Concept
Met de input van bovenstaande analyses is onderstaand gedachtengoed, conceptstatement, conceptontwerp en conceptdefinitie vormgegeven.
Gedachtengoed
Jong en oud door kennisoverdracht samen brengen en op een ongedwongen manier kennis laten maken met duurzaamheid.
Conceptstatement
‘Samen ontdekkend leren’
Conceptontwerp ‘Speurneuzen’
Bij ‘Speurneuzen’ gaat de doelgroep samen met hun kleinkinderen op een ontdekkingstocht door middel van een route. Het is de bedoeling dat door samenwerking de weg wordt gevonden en er tijdens de route iets wordt geleerd van de activiteit maar ook van elkaar. Hier komt geen technologie aan te pas, zodat jong en oud offline met elkaar en met de omgeving in contact komen. ‘Speurneuzen’ is een spel dat draait om de samenwerking tussen grootouder en kleinkind. Binnen het spel ‘Speurneuzen’ wordt er een ‘misdaad’ gepleegd door een dier. Het spel begint bij deze misdaad. Grootouder en kleinkind gaan samen op zoek naar de dader. Binnen het spel worden meerdere aanwijzingen gegeven om tot de juiste dader te komen.
Conceptdefinitie ‘Speurneuzen’
Op school ontvangen de kleinkinderen een brief van IVN. Hier staat precies in wat ‘Speurneuzen’ precies is en hoe de men zich kan aanmelden (zowel online als offline) voor de activiteit. Op woensdagmiddag, na schooltijd, worden de kinderen opgehaald door de grootouder(s). De kleinkinderen zijn altijd op woensdagmiddag vrij en de grootouders brengen graag tijd met hen door. De locatie is een natuurlijke omgeving in Noord-Brabant. De inloop op de desbetreffende locatie is tussen 13:00 en 14:30 uur. De
grootouders en kleinkinderen kunnen tussen deze tijden de activiteit starten. Bij aankomst wordt er een hapje en een drankje aangeboden, omdat de kleinkinderen net uit school komen en de grootouders het fijn vinden om een rustmoment te hebben. Er wordt kort een uitleg gegeven van ‘Speurneuzen’ door IVN waarna de route wordt gestart (van ongeveer 1,5 uur). De route start op de ‘crime scene’: het plaats delict.
Route
Stap 1: Plaats delict. Op het plaats delict is een voorwerp aangevreten door een misdadiger; een dier. Stap 2: Men gaat op pad: onderzoeken wie de dader is. Om tot de dader te komen worden er aanwijzingen gegeven. De eerste aanwijzing is aanwezig op het plaats delict, deze aanwijzing kan worden gebruikt om verder te zoeken naar de tweede aanwijzing. Stap 3: Vervolgens krijgt de doelgroep meerdere aanwijzingen in het bos met een educatief karakter. De aanwijzingen die worden gegeven bevatten een educatief aspect. De doelgroep vindt een aanwijzing maar om verder te komen naar de volgende aanwijzing zullen zij eerst een vraag moeten beantwoorden of een raadsel moeten oplossen. Deze vragen en raadsels bevatten informatie over de plek waar de doelgroep op dat moment aanwezig is. Staan ze bijvoorbeeld bij een eik, kan het zomaar zijn dat hen wordt gevraagd of zij het blad kunnen herkennen van de eik. Is de vraag goed beantwoord, dan kunnen ze door naar de volgende aanwijzing. Binnen de educatieve onderdelen spelen de grootouders een belangrijke rol, zij zijn hier een mentor en kunnen de kleinkinderen educatieve aspecten leren over de natuur. Stap 4: Alle bevindingen worden opgeschreven in het ‘Speurneuzen doe-boek’. Door alle aanwijzingen in te vullen vallen één voor één de
9
verdachten af.
financiering.
Stap 5: Bij de laatste aanwijzing wordt bevestigd wie de dader is.
Bij 437 deelnemers wordt het break-evenpoint bereikt. Als er wordt uitgegaan van een gemiddelde van 70 deelnemers per maand wordt na 6 maanden het break-even point bereikt.
Stap 6: Terug naar beginpunt. Daar is een foto van de dader. Het ‘Speurneuzen doe-boek’ mag worden meegenomen. Grootouder en kleinkind krijgen een stempel in het boekje van IVN: ‘Speurneus!’. ‘Speurneuzen’ sluit aan bij de doelen van de organisatie. IVN wil jong en oud bij de natuur betrekken, echter misten er nog activiteiten voor de oudste doelgroep. Door kleinkinderen te koppelen aan deze doelgroep, is er een passend concept bedacht om jong en oud samen de natuur te laten beleven op een spelende, educatieve manier. Het project voegt waarde toe aan de organisatie, omdat een doelgroep direct aangesproken wordt die nu nog weinig aandacht krijgt. Er wordt een mooie koppeling gemaakt tussen jong en oud, waardoor ouderen zich meer betrokken voelen bij hun kleinkind, de educatie en de natuur. Het project kan goed worden uitgevoerd, omdat het gaat om een relatief kleine investering voor een concept dat een grote doelgroep aanspreekt. Echter zullen er weinig tot geen consequenties zijn als IVN het concept niet toepast, aangezien zij andere doelgroepen genoeg aanspreken om te blijven bestaan. Echter lopen ze op dit moment een lucratieve doelgroep mis, die met Speurneuzen wel aangesproken wordt. De investering die IVN zal moeten doen om Speurneuzen voor een jaar te organiseren bedraagt € 3090,-. De financieringsvorm bestaat uit contributie en giften. Dit is voordelig omdat hier in principe geen kosten aan zijn verbonden. De leveranciers zijn de donateurs en leden van IVN. De consequenties van deze financieringsvorm is het leveren van een tegenprestatie en afbreukrisico. Het gaat om een kortlopende
10
Gameplan Voordat aan het project werd begonnen, is een alternatief voor het plan van aanpak gemaakt: een gameplan. Een gameplan is een soort storyboard van wat de projectgroep gaat doen. In het plan worden doelen en stappen benoemt: het is een infographic van het project.
ANALYSE
WEEK 1
WEEK 3
WEEK 2
- Opdrachtgever
- Trendkaart - Fieldresearch - Deskresearch - IJkpersoon res k w - Field Research - Emphaty map - Analyse Opdrachtgever - Merkwijzer & Merkkaart Hilde enta elen erp Roo tie th ar t
n
Start
ont we rp W e - 4 E Con c EK ont epto - P wik nt 4 en
GAMEPLAN IVN
nt
je
so p de i
Marlou
Lisa
Rosanne Jip
WEEK 9
WEEK 8
WEEK 7
- Implementatie plan afronden - Conceptboek maken
- Van concept naar concept definitie - Implementatie plan
- Concepttesting - Haalbaarheids analyse
6 E K pte E W e e
c k e on ij o m ve - C verre m tge h euz ac - K opdr
on
r
Reggie
CREATIVE PARADISE
tw
en
pu
WE
EK 1 0 - Prese S n All t o r y b t a t i e oard es afr onden -
Desiree
TEAM RESOURCES
nn nt
presentatie opdrachtgever
er
p
11
Analyse IVN Brand Design Model
Om een concept te ontwerpen wat aansluit bij de opdrachtgever, is gestart met het analyseren van deze opdrachtgever. De gehele analyse is te lezen in bijlage 3. Het brand design model, ook wel merkwijzer genoemd, is hieronder schematisch weergegeven. Brand design is het vormen en vormgeven van merken. Dit aan de hand van merkinnerlijk en -uiterlijk. Bij het merkinnerlijk gaat het om de kern, richting bepalen en geven aan het merk. Hier komen onder andere de missie, visie en kernwaarden naar voren. Het merkuiterlijk, stijlelementen, wordt genoteerd om zo het unieke van het merk te waarborgen en onderscheidenheid en herkenning te creëren.
Kernconcept
Het kernconcept is het merk in één woord. Het is de kern van het merk voor de consument, de essentie. Het kernconcept van IVN is natuureducatie. IVN is een instituut voor natuureducatie en duurzaamheid, dat zich inzet om kinderen, jongeren en volwassenen de natuur te laten beleven en te inspireren tot duurzaam handelen. Door mensen weer in contact te brengen met de natuur, wordt er bewustzijn gecreëerd betreft de waarde van natuur.
Merkbelofte
De merkbelofte is wat het merk belooft aan de consument. IVN gelooft dat de sleutel tot een duurzame samenleving, mensen in contact brengt met de natuur is. Het idee is dat betrokkenheid bij de natuur, duurzaam handelen stimuleert. IVN laat daarom jong en oud de natuur van dichtbij beleven. IVN verbindt hen met groene initiatieven rond natuur en maatschappelijke thema’s zoals voeding, gezondheid en energie.
12
Merkpersoonlijkheid
De merkpersoonlijkheid is de combinatie van kenmerken van een bedrijf die dit bedrijf uniek maakt. Voor IVN zijn dat onderstaande kenmerken: - Jong - Vrijwillig - Milieubewust - Natuurliefhebber - Informerend - Sociaal
Merkwaarden
Merkwaarden zijn niet zozeer de waarden die een bedrijf zegt dat ze zijn, maar wat anderen zeggen dat het bedrijf is. Voor IVN zijn dit onderstaande waarden: - Duurzaamheid - Educatie - Natuur - Betrokkenheid
Merkvisie
De merkvisie geeft het toekomstbeeld van de markt aan en de positie van het merk daarin. Het is een globale omschrijving van het bestaansrecht en de filosofie van de onderneming in het algemeen. De merkvisie van IVN is: “In deze tijd zijn we de balans van ons ecosysteem rap aan het verstoren. De huidige focus van onze westerse maatschappij ligt op het korte termijn eigen belang. De biodiversiteit staat onder druk. Kinderen, jongeren en volwassenen leven op steeds grotere afstand van de natuur. We signaleren een opkomst van leeftijd gerelateerde aandoeningen. De bijdrage die natuur millennia lang heeft geleverd aan gezondheid en welzijn van mensen is niet meer vanzelfsprekend.
We constateren dat het weer in balans brengen van ons ecosysteem en het in verbinding brengen van het individu met de natuur voorwaarde zijn voor een duurzame toekomst.”
Merkmissie
De merkmissie is wat er gedaan moet worden om de merkvisie te realiseren. De merkmissie van IVN luidt: “IVN organiseert lokale projecten voor jong en oud om de natuur van dichtbij te beleven. Ze verbinden hen met groene initiatieven rond natuur en maatschappelijke thema’s zoals voeding, gezondheid en energie. Dit doen ze met de hulp van vrijwilligers. Jaarlijks organiseren zij talloze projecten. Onder andere: in en om het huis, wijkprojecten, schoolprojecten en recreatie programma’s. Door deze laagdrempelige en educatieve activiteiten maakt een groot aantal mensen kennis met de natuur.”
Merkuiterlijk
Het merkuiterlijk is wat de mensen zien van een merk, waarbij de vijf zintuigen van cruciaal belang zijn. Hoe mensen een merk zien, voelen, horen, proeven en ruiken is uiterst belangrijk. Hieronder is het merkuiterlijk van IVN beschreven aan de hand van deze zintuigen.
Zien
Het logo symboliseert drie groene bladeren met in witte tekst “IVN”.
Voelen
Organisch
Ruiken
Bos, aarde en nat gras
13
Proeven Natuurlijk
Horen
Educatieve verhalen
Taal
Enthousiaste informele communicatie
Iconen
Vrijwilligers
Primaire doelgroep
IVN heeft een bijzondere focus op de volwassenen van de toekomst: kinderen.
14
Merkkaart Bij het invullen van de merkkaart wordt er gekeken naar een aantal aspecten binnen een organisatie. Bij het invullen van het ‘erfelijk materiaal’ (‘Social Value’) wordt er gekeken naar waar de organisatie vandaan komt, het verleden. Als er wordt gekeken naar het ‘Karakter’ (‘Consumer Value’) van een organisatie, wordt er gekeken naar wat de organisatie belangrijk vindt, de interne waarden. Ten slotte wordt Merkkaart Bij hethet invullen van de merkwijzer wordt er gekekenwaar naar een aspecten binnen goed een organisatie. Bij het invullen van het ‘erfelijk materiaal’ (social value) wordt er gekeken naar gekeken naar ‘Gedrag’ (‘Markt Value’); is aantal de organisatie waar de organisatie vandaan komt, het verleden. Als er wordt gekeken naar het ‘karakter’ (consumer value) van een organisatie wordt er gekeken naar wat de organisatie belangrijk in? vindt, de interne waarden. Vervolgens wordt er gekeken naar het ‘gedrag’ (markt value) van de organisatie, waar is de organisatie goed in?
Erfelijk materiaal (Social Value)
Burger initiatief
Natuurbescherming
Stichting
Karakter (Consumer Value)
Natuur
Betrokkenheid
Educatie
Gedrag (Markt Value)
Recreatie
Sterk inhoudelijk
Sociale cohesie
Bewustwording creëren
15
Doelgroep Analyse Empathy Map Na het analyseren van de opdrachtgever, is de doelgroep onder de loep genomen. Er is eerst deskresearch gedaan, waarvan de analyse is te lezen in bijlage 4. Vervolgens is er fieldresearch gedaan, waarvan alle bewijslast is toegevoegd in bijlage 5. Het fieldresearch naar de doelgroep is gedaan door het gebruik van verschillende interviewtechnieken en observatietools, om inzicht te krijgen in de levensstijl van de doelgroep. De uitkomsten van deze interviews zijn hier verwerkt in een ‘Empathy Map’. Dit is een tool om inzichten te verwerven in de gebruiker die verder gaan dan demografische kenmerken. Het gaat om inzicht in het milieu, gedrag, belang en aspiraties van de doelgroep. Met behulp van de ‘Empathy Map’ kunnen er betere waarde proposities worden gemaakt en geschiktere manieren worden erkent om de klanten te bereiken.
Denkt en voelt
Op het gebied van ontwikkeling en zelfontplooiing is gebleken dat de doelgroep hier tot op zekere hoogte minder waarde aan hecht dan voorheen. Dit komt doordat ze over het algemeen tevreden zijn over het leven, waarbij de ambities veelal bereikt zijn. Het blijft voor hen belangrijk om te leren en activiteiten te ondernemen. Qua fysieke welbevinding vindt de doelgroep het noodzakelijk om voldoende in beweging te blijven om ‘vastroesten’ te voorkomen. Hierbij beïnvloedt een gezonde voeding de gezondheid. Technologische ontwikkelingen zijn voor de doelgroep moeilijk
16
bij te houden: ze vinden het wat ingewikkeld en snel gaan. Dit maakt hen wat onzeker en geeft het gevoel dat ze niet meer met de tijd mee kunnen, waardoor ze zich buitengesloten kunnen voelen. Ze denken dat ze op dit vlak van hun (klein)kinderen kunnen leren.
en weet daar de weg. Men kijkt veel televisie, wat soms voortkomt uit verveling. Ook leest de doelgroep graag boeken, dit verschilt per mens van genre.
Zegt en doet
Na de interviews met de doelgroep kan geconcludeerd worden dat de doelgroep ‘65 tot vitaal met kleinkinderen van 6 tot 10 jaar’ erachter komt dat zij langzaam ouder worden. De wereld wordt kleiner, gaat sneller en de fysieke inspanning wordt minder heftig. Ze willen graag meer tijd doorbrengen met de (klein)kinderen en de technologische ontwikkelingen gaan wat aan de snelle kant voor ze.
Om te ontspannen gaat de doelgroep er graag op uit, wandelen of fietsen werkt rustgevend. De doelgroep geniet van de buitenlucht en de omgeving. Sociale contacten zijn voor hen erg belangrijk, hier doen zij energie van op en vinden ze steun waar nodig is. Door de drukte en globalisering van de maatschappij zien grootouders hun (klein)kinderen minder dan vroeger de standaard was. Ze verlangen naar tijd met hun (klein)kinderen en wanneer zij hen zien staan de (klein)kinderen centraal. De vorm van de activiteit is niet langer van belang, zolang het (klein)kind het naar zijn of haar zin heeft is het goed.
Hoort
De doelgroep heeft een sterke eigen mening, vaak door de levenservaring die men heeft. Dit betekent niet dat er geen waarde gehecht wordt aan de mening van dierbaren, juist wel. Kennis komt bij hen binnen door middel van televisie, boeken, radio (met name de lokale zenders) of door lezingen. De wereld van de doelgroep is kleiner geworden doordat n sociale kringen kleiner zijn geworden, waardoor vooral met mensen in de buurt communicatie is. Dit betekent dat ze ‘beperkt’ nieuws binnen krijgen.
Pijn/frustraties
Winst/succes
De onderzochte doelgroep heeft veel vrije tijd in vergelijking met een aantal jaar daarvoor. De doelgroep komt uit de tijd van economische voorspoed en hoogtij jaren, waardoor ze aardig wat geld te besteden hebben. De doelgroep geniet van de natuur en omgeving om zich heen.
Ziet
Zoals eerder genoemd, wordt de wereld waarin de doelgroep leeft kleiner. Dit heeft invloed op de dingen die men ziet. Fietsen en wandelen zijn sporten die door deze doelgroep worden beoefend en dit maakt hen mobiel. Vaak ziet de doelgroep veel natuur om zich heen
17
IJkpersoon Na de bevindingen van de interviews, is er een ijkpersoon opgesteld. Een ijkpersoon wordt beschreven met naam, leefwijze en interesses. Dit is bepalend voor bepaalde keuzes richting de mentaliteitsgroep om een inschatting te kunnen maken of een onderwerp of invalshoek past bij de mentaliteitsgroep. Met IVN als opdrachtgever in het achterhoofd, is Marijke Janssen (72) de ijkpersoon geworden. Er is bewust gekozen voor een vrouw, aangezien uit de interviews is gebleken dat zij over het algemeen de meeste tijd doorbrengen met hun kleinkinderen in vergelijking met hun mannen. De ijkpersoon is woonachtig in Tilburg, aangezien Tilburg een grote stad is, maar omringd met prachtige stukken natuur. Daarbij heeft IVN veel wandelactiviteiten rondom Tilburg waar de ijkpersoon aan kan deelnemen.
Studie en beroep
“Op dit moment ben ik gepensioneerd, waar ik enorm van aan het genieten ben. Echter heb ik de rest van mijn leven in het onderwijs gewerkt als kleuterleidster. Bezig zijn met kinderen is altijd een passie van mij geweest en dat is het nog steeds.”
Quotes
“Wandelen doe ik graag, het liefste in het bos. Hier kan ik lekker tot mezelf komen.” “Tijd doorbrengen met mij kleinkinderen doe ik het liefste.” “Als mijn kleinkinderen het leuk hebben, is dat voor mij al genoeg.”
18
Favorieten van Marijke Snack Tv-programma Merken Kleding Plek Sport
- Biscuits, borrelnootjes - RTL Nieuws, 24 kitchen, NOS - Miss Etam, Castelijns - Ouderwets, basic - Gezellig en rustig dorpje - Wandelen in het bos
“Wandelen doe ik graag, het liefst in het bos. Hier kan ik lekker tot mezelf komen”
“Tijd doorbrengen met mijn kleinkinderen doe ik het liefste” “Als mijn kleinkinderen het leuk hebben, is dat voor mij al genoeg”
IJkpersoon Naam: Marijke Janssen Leeftijd: 72 jaar Woonplaats: Tilburg Aantal kleinkinderen: 3 (van 6, 8 en 9 jaar oud).
19
Identity
Henrik Vejlgaard bespreekt in zijn boek ‘The Lifestyle Puzzle’ hoe mensen in de 21ste eeuw kunnen worden ingedeeld in groepen. Het is steeds lastiger om het leven van mensen af te lezen aan de kleding die ze dragen of aan de auto die ze rijden. De grote vraag is hoe de leefstijl van mensen kan worden afgelezen als het steeds moeilijker is om dit aan de buitenkant te zien. Het is niet meer zo dat leeftijd en inkomen de enige factoren zijn die onze leefstijl bepalen. Steeds meer mensen leven niet meer volgens het patroon wat een familie heeft vastgelegd. Er zijn tegenwoordig heel veel manieren om je leven in te delen. Om patronen te zien in de leefstijl van mensen, is een model opgesteld. Deze is ingevuld voor de ijkpersoon.
Racial identity givers European
Ethnic Identity givers Dutch
Geographic identity givers Holland
Religious identity givers Not religious
Political identity givers Independent
Identity categories Women, 72 years old
Family
Happily married, 2 children, 3 grandchildren
Geography European
20
History
Economic Crisis
Race/ethnicity Dutch
Religion Catholic
Politics
Independent
Leisure
Enjoying life, spending time with grandchildren, taking long walks in the woods.
Style
Old-fashioned, basic
Sexuality
Heterosexual
Sectoren Analyse In de macro-analyse van de opdrachtgever, zijn de sectoren Human Movement en Leisure geanalyseerd. De volgende ontwikkelingen zijn van invloed op het concept. De volledige analyses zijn de te lezen in bijlage 3.
Human Movement
Wandelsport is de populairste sport met 33% onder de 65 tot 80 jarigen. Lange termijn trends als ‘vergrijzing’, ‘technologisering’ en de maatschappelijke ontwikkeling van economische onrust hebben invloed op de beweging van mensen. Vergrijzing: deze groep mensen heeft een grotere kans op blessures. Technologisering: aan de ene kant maakt dat de mogelijkheid tot ‘tracken’ mensen meer gemotiveerd zijn; zij houden hun ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Aan de andere kant is men steeds minder actief waardoor obesitas toeneemt. De economische crisis: de economische crisis zorgt ervoor dat budgetsporten steeds populairder wordt.
21
Leisure Nederlanders besteden 25% van hun besteedbaar inkomen aan vrijetijdsactiviteiten. Van dit geld wordt 70% uitgegeven aan buitenhuisactiviteiten. Nederlanders gaan er steeds vaker op uit, maar kiezen liever om meerdere kleine activiteiten te ondernemen. Er is een groeiende behoefte aan beleving bij de vrijetijdsbesteding. Nederlanders maken graag gebruik van duurzame concepten. Het is belangrijk dat vrije tijd wordt doorgebracht met anderen. In tijden van crisis delen mensen graag gevoelens. Ook hierdoor groeit de behoefte aan kleinschalige concepten.
Consumenten willen echte belevingen; live en authentiek. Een bijzondere maar vooral onvergetelijke en betaalbare beleving of bestemming. Consumenten willen de geest verrijken of een duidelijk doel hebben. Cultuur, natuur en kennis staan hierbij centraal.
22
Trend Analyse Trendkaart Na het analyseren van de opdrachtgever, de doelgroep en de sectoren mist er nog één bron van input voor het creatieve proces: de trends. In de trendkaart zijn lange, middellange en korte termijntrends visueel weergegeven. Extra toelichting bij deze trendkaart is te vinden in bijlage 6.
Mega Sustainability
Individualisering
Experience Economy
Vergrijzing
Urbanisatie
Onlife
Deep sustainability
Self Regulation
Participatie
Dynamic City Life
- Flexibiliteit - Mobiliteit - Contact
-Duurzaamheid - Betrokkenheid - Daadkracht
- Zelfredzaamheid - Eerlijkheid - Verantwoordelijkheid
Gamification/ Experience
Technologisering
Macro
- Interactie - Vermaak - Betrokkenheid
Micro There’s an app for that Lose It Outdoors App Natuur monumenten app
Tracking
Love Local
Slow Food
DIY
Self education
Story
Senses Stimull
Misfit Shine
Heinde en Ver
Lovechock Raw
Tiny House Family
Universiteit van Nederland
De Lichtjesroute
Snoezeltherapie
OMSignal
Uit Je Eigen Stad
Beter & Leuk
Mykea
Coursera
Naderhand
Brand Sense
Nike Fuel
Lekker Naar De Boer
Brandt & Levie
The Trendhunters DIY page
Ted X
Titanic Voyage
Billboards met geur
Green Living
Urban Farming
Co2 Neutraal
Farming the City
C2C
Urban farming in empty office building (DH
Arup: The building of the future
Kipadoptie
Individuals together Mine Kafon Mama Nathalie Chiu Chih’s survival kit
Recessie Natuur geen Haags thema Provincies trappelen niet Bedrijfsleven zeker niet Samenleving, legitimering
- Multifunctionaliteit - Flexibiliteit - Gemak
- Betrokkenheid - Gezondheid - Onafhankelijkheid
Forever Young Smart Wheel Granny’s Finest Advanced Style Mamy Rock
Urban Nomad
Convenience
Point
Shopping Wall
Open Coffee Meetups
Picard
Bettery
Face Payment System
Fold Inn
Play Geochoaching Only Ten Pounds Codetoki
23
Vervolg Trendkaart
ng
Urbanisatie
Globalisering
Socialisering
e
Dynamic City Life
Anti - Stress Society
Togetherness
- Multifunctionaliteit - Flexibiliteit - Gemak
eid d heid
ng
Convenience Shopping Wall
t
Picard
e
Face Payment System
24
- Belangstelling - Betrokkenheid - Verbondenheid
- Rust - Zingeving - Waardering
Urban Nomad Point Open Coffee Meetups Bettery Fold Inn
JOMO Droomwerk Lisa Lagemaat Chair Wear Spring/Summer ‘ 13
Wellness Retreat Yourself
Cocreatie KPN Sprinmeemet4G.nl
Familie Yoga Weekend
Nissan Customer’s Concept Cars
Happy Soul Travel
My Starbucks Idea
Brand Focus Match Door de trendkaart en merkwijzer samen te voegen ontstaat er een schematische weergave van de combinatie trends en de organisatie: de ‘Brand Focus Match’. Uit de ‘Brand Focus Match’ zijn er 8 macro trends en 10 micro trends gekozen uit de trendkaart. Deze liggen het dichtst bij de waarden van IVN. Er wordt gekeken of het bedrijf in haar strategie op dit moment al iets doet met de waarden die vanuit deze trends komen. Er wordt een ‘plus’ gegeven als twee woorden erg vergelijkbaar zijn en een ‘min‘ als dit niet het geval is. Hieruit is geconcludeerd dat IVN zijn naam eer aan doet. Een extra toelichting op deze ‘Brand Focus Match’ is te vinden in bijlage 7.
25
Vervolg Brand Focus Match
26
Trendselectie onderbouwing & Strategische richting Met de vier analyses was er voldoende kennis om waarden te formuleren die gebruikt konden worden tijdens het ‘Creative Paradise’. Het ‘Creative Paradise’ is een brainstorm sessie waarbij aan de hand van conceptstatements en creatieve technieken er tot één of meerdere concepten gekomen wordt. Door de trendkaart en merkwijzer samen te voegen ontstaat er een ‘Brand Focus Match’. Dit is een schematische weergave van de combinatie tussen trends en de organisatie. Hieruit kan men concluderen dat IVN zijn duurzame naam eer aan doet. De trend en uitingen van duurzaamheid komen sterk overeen met de uitingen van IVN. Dit betekent dat in het conceptontwerp duurzaamheid terug moet komen. De trend ‘Dynamic City Life’ heeft de minste plussen gekregen, wat inhoudt dat hier kansen liggen. Een duurzame omgeving kan ook in de stad gecreëerd worden. Dit aspect werd dan ook meegenomen naar het Creative Paradise. De waarden afkomstig vanuit de trends die werden meegenomen naar het ‘Creative Paradise’ zijn zingeving, vermaak, contact en intrinsieke motivatie. Zingeving is afkomstig uit de trend ‘Anti-stress Society, vermaak vanuit ‘Gamification’. De waarde contact komt vanuit de trend ‘Onlife’ en als laatste intrinsieke motivatie vanuit de trend ‘Deep Sustainabillity’. Vanuit de sectoren Human Movement en Leisure werd de waarde multifunctionaliteit meegenomen. Deze waarde blijkt uit de combinatie van verschillende sporten, maar ook de behoefte aan een gevarieerd aanbod aan Leisure-activiteiten die op alle gewenste momenten kunnen worden beoefend. Ook werd de waarde gezondheid meegenomen, omdat er een groeiende behoefte is aan een gezonde levensstijl. De mensen worden
ouder, maar willen langer vitaal blijven. De derde waarde die werd meegenomen, was innovatie. Binnen de sectoren Human Movement en Leisure wordt voortdurend geïnnoveerd. Zo zijn er in de Leisure industrie nu ontwikkelingen gaande dat men moet gaan betalen om toegang te krijgen tot een natuurgebied, om zo het onderhoud te kunnen betalen. Als laatste werd de waarde onderscheidend meegenomen, omdat het concept onderscheidend moet zijn om op te vallen bij de klanten. Ook is de invulling van de Leisure activiteiten een manier om je te onderscheiden van andere mensen. Uit de analyses is gebleken dat de behoefte van de doelgroep ligt bij een gezond leven. Saamhorigheid, zorgzaamheid en genieten van het leven zijn andere belangrijke waarden. Bij deze waarden doelt de doelgroep op de activiteiten met hun kleinkinderen. Dit verbetert de Quality of Life. Met al deze waarden in het achterhoofd is het ‘Creative Paradise’ ingegaan. Uit het creative paradise zijn vier concepten ontstaan, die te lezen zijn in bijlage 8. De vier conceptontwerpen zijn tijdens een tussentijdse presentatie voorgelegd aan de opdrachtgever, die twee conceptontwerpen heeft uitgekozen waarmee de projectgroep het verdere proces in is gegaan. Dit waren de conceptontwerpen ‘Spelend Schoon’ en ‘Zoek je eigen weg’.
27
Haalbaarheidsanalyses De twee conceptontwerpen die gekozen zijn door de opdrachtgever, zijn getoetst op haalbaarheid. De gehele haalbaarheidsanalyses zijn te lezen in bijlage 9. De belangrijkste punten zijn hier opgenomen. In de matrix van de risicoanalyse wordt er gekeken naar de mogelijke risico’s van het conceptontwerp Spelend Schoon. De risico’s worden afgezet tegen verschillende dragers. Dit wordt gedaan door cijfers te geven van 1 t/m 5; 1 = weinig risico, 5 = veel risico. Economisch
Duurzame Moestuin
Recycle Speurtocht
Afval Lasergame
Dit hoeft niet veel geld te kosten. Voorbeelden van kosten zijn: zaden water grondvoeding arbeid tuinmiddelen
Dit kost nagenoeg geen geld, alleen de knutsel mogelijkheid erna kan een beetje geld kosten. Voorbeelden van kosten zijn: knutselspullen arbeid een ruime
3
1
Dit kost veel geld, de technologie Dit hoeft niet veel geld te kosten, is ten opzichte van de andere alleen de vergunning kan veel tijd en dragers duur. Voorbeelden van daarom geld kosten. Voorbeelden kosten zijn: van kosten zijn: laserguns vergunning parcour onderhoud zaadjes arbeid tuinmiddelen techniek om score te grond houden. arbeid 4 2
-
-
Guerilla Gardening
-
-
Natuurlijke Schoonmakers Ook deze conceptdrager is aan de prijzige kant. Voorbeelden van kosten zijn: Aanwijzing bordjes iPads Verrekijker Arbeid. 4
-
Technologisch
Er is nagenoeg geen kostbare technologie Er is nagenoeg geen kostbare Er is veel, en kostbare, Er is nagenoeg geen kostbare Voor deze conceptdrager is nodig en ook is er geen afhankelijkheid technologie voor nodig en ook hier ben technologie voor nodig in technologie voor nodig. Ook is er technologie aanwezig. van technologie. je niet afhankelijk van technologie. verhouding tot de andere dragers. geen afhankelijkheid van technologie Mocht het zo zijn dat Ook is deze drager afhankelijk betreffende dit concept. technologie wegvalt kan van technologie. Als het niet het concept wel nog werkt, werkt het concept niet. worden uitgevoerd. 1 1 5 1 3
Middelen
Hier zijn relatief goedkope en makkelijk te Voor deze drager zijn er al iets meer Voor deze drager zijn er veel verkrijgen middelen voor te gebruiken. middelen nodig. Vooral voor het knutsel middelen nodig en veel aspect achteraf moeten meer attributen begeleiding. Personeel van IVN en mankracht worden ingezet. moet zorgen dat dit in goede banen verloopt. 1
Organisatorisch
Duurzaamheid
2
Voor ‘natuurlijke schoonmakers’ moeten medewerkers veel kennis hebben van insecten en een beetje van technologie. 3
Bij deze conceptdrager moeten medewerkers veel van technologie afweten en de ouderen en kinderen kunnen begeleiden.
Voor Guerrilla Gardening moeten medewerkers kunnen tuinieren.
2
2
4
1
Dit concept draagt bij aan de duurzaamheid, behalve als het plastic naderhand niet goed wordt opgeruimd.
De recycle speurtocht draagt bij aan de duurzaamheid op korte en lange termijn. Kort door afval op te ruimen en lang door dit op een creatieve manier leren te verwerken.
Dit concept draagt bijna niet bij aan duurzaamheid. Het afval wordt alleen beschoten, niet opgeruimd. Wel wordt de doelgroep bewust van de hoeveelheid afval in het bos.
2
1
4
Dit draagt bij aan duurzaamheid door Dit concept draagt niet het verwijderen van afval en het zozeer bij aan plaatsen van groen. duurzaamheid. Wel aan educatie en bewustzijn van het organisch proces van schoonmaken en het verzorgen van omgeving. 1 3
Dit concept sluit goed aan bij de kinderen, niet bij de 65+’ers.
Draagt sluit aan bij de groep 65+, niet bij de kinderen.
4
4
Dit concept sluit aan bij de doelgroep 65+ Dit concept sluit aan bij zowel de 65+ tot vitaal en iets minder bij de kinderen als de 6-10 jarige. van 6-10. 3 1
Maatschappelijk
Duurzame Moestuin ondervindt geen risico’s vanuit de maatschappij, alleen maar stimuli.
28
Er zijn niet erg veel extra middelen nodig, toch moeten er wel een aantal aspecten worden geplaatst en georganiseerd. Ook moet er altijd minimaal één begeleider mee. 3
Hier zijn relatief weinig medewerkers voor Voor de recycle speurtocht moeten nodig. De medewerkers hebben kennis medewerkers creatief en inventief zijn. nodig van tuinieren en moeten inventief zijn met de beschikbare middelen.
Doelgroep
TOTAAL
5
Voor deze conceptdrager zijn er relatief makkelijk te verkrijgen middelen nodig. Alleen een vergunning verkrijgen zou lastig kunnen zijn. In principe kan Guerrilla Gardening zonder vergunning, maar IVN zal dat waarschijnlijk niet doen. 3
Sluit voldoende aan bij beiden; 65+ en kinderen van 6 tot 10. 2
Guerrilla Gardening ondervindt geen risico’s vanuit de maatschappij, alleen maar stimuli. Wel zou het zo kunnen zijn dat de overheid dit niet echt op prijs stelt.
Natuurlijke Schoonmakers ondervindt geen risico’s vanuit de maatschappijk, alleen maar stimuli.
1
Recycle Speurtocht ondervindt geen Afval Lasergame ondervindt risico’s vanuit de maatschappij, alleen kleine risico’s vanuit de maar stimuli. maatschappij. Er zullen mensen zijn die het niet prettig vinden dat grootouders en kleinkinderen ‘schieten’ op afval. 1 2
2
1
13
9
14
19
28
‘Spelend Schoon’
Economisch
Zoek je local weg Dit hoeft niet veel geld te kosten. Voorbeelden van kosten zijn: Kompas Landkaart Apparatuurinlever-kast
-
Technologie
Haalbaarheid
Organisatorisch
Duurzaamheid
Doelgroep
TOTAAL
Van product naar oorsprong Dit kost nagenoeg geen geld, dit zou op vrijwillige basis kunnen of met een kleine bijdrage van de deelnemers
3 1 Hier wordt geen gebruik Hier wordt geen gebruik gemaakt gemaakt van technologie. van technologie. 1 1 Hier zijn relatief goedkope Hier zijn vrijwillige lokale en makkelijk te verkrijgen ondernemers voor nodig. Dit gaat middelen voor te op basis van overtuigingskracht. gebruiken.
Survival middag Ook dit heeft financieel niet veel risico. De spullen worden eenmalig ingekocht en kunnen daarna hergebruikt worden. Er zal wel een begroting gemaakt moeten worden voor afschrijving van producten.
3 Als laatste zal de survival middag ook geen technologische aspecten bevatten. 1 Hier is het van belang dat het bosbeheer toestemt met de activiteiten die zullen plaatsvinden dan is het haalbaar.
1 Hier zijn relatief weinig medewerkers voor nodig. Zij zijn alleen van belang voor binnenkomst en bewaking van de spullen.
3 Het concept is afhankelijk hoeveel lokale ondernemers mee willen werken en hun bedrijf open willen stellen. Dan zijn er mensen nodig die uitleg geven en de mensen begeleiden in hun zoektocht.
3 Bij deze conceptdrager moeten medewerkers kennis hebben van survivallen, zo kunnen ze de deelnemers begeleiden.
2 Dit concept draagt bij aan de duurzaamheid, geen technologie op een authentieke manier de weg vinden.
3 Dit concept draagt bij aan de duurzaamheid, het stimuleert een duurzame maatschappij doordat men gaat achterhalen waar producten vandaan komen.
3 Dit draagt bij aan duurzaamheid doordat mensen bewust gemaakt worden van technieken met natuurlijke producten. Wel zullen er materialen aanwezig zijn die niet geheel duurzaam zijn.
1 Dit sluit aan bij de doelgroep doordat de 65+ers hier juist hun kennis kunnen delen en overbrengen aan de kleinkinderen 6-10.
1 Dit concept sluit aan bij zowel de 65+ als de 6-10 jarige.
2 Dit concept sluit goed aan bij de kinderen, ook bij de 65+’ers mits ze echt vitaal zijn.
1 9
1 10
2 14
‘Zoek je eigen weg’
29
Onderbouwing conceptkeuze Om van twee conceptontwerpen, naar één conceptontwerp twee komen zijn er twee haalbaarheidsanalyses gemaakt en twee concepttesten gedaan. Een onderdeel van de haalbaarheidsanalyse is de risicoanalyse. Vanuit de risicoanalyse is de onderstaande tabel ontstaan. In deze tabel wordt weergegeven met welk conceptontwerp het minste risico wordt gelopen. Onder ieder conceptontwerp hangen een aantal conceptdefinities die zijn geanalyseerd. Dit is terug te vinden in de haalbaarheidsanalyses in de bijlage. In het schema zijn deze conceptdefinities bij elkaar opgeteld waarvan het gemiddelde is genomen. Het totale gemiddelde wordt dus tegen elkaar afgestreept. Conceptontwerpen Business case Economisch Technologie
Haalbaarheid
Organisatorisch Duurzaamheid Doelgroep Totaal
Zoek je eigen weg
Spelend Schoon
2,3
2,8
++ 1
2,3 2,6 1,3 1,3 11
++ 2,2 2,8 2,4 2,2 2,8
15,2
Het Conceptontwerp ‘Zoek je eigen weg’’ loopt het minste risico, waardoor deze als ‘meest haalbare idee’ uit de haalbaarheidsanalyse komt. Vervolgens zijn de twee conceptontwerpen getest bij de doelgroep. De concepttest vond plaats in twee controlegroepen die beide zes personen bevatten van de doelgroep 65 tot vitaal met kleinkinderen tussen de 6 en 10 jaar oud. De uitwerking van de concepttest is te lezen in Bijlage 10.
30
Het conceptontwerp dat als beste uit de concepttest is gekomen is wederom ‘Zoek je eigen weg’. De doelgroep kreeg een gezellig en leuk gevoel van dit concept. De combinatie van educatie en spelen werd bij beide concepten als positief ervaren. ‘Zoek je eigen weg’ is meer kindvriendelijk dan ‘Spelend Schoon’ wat met afval en lasergamen als bedreigend werd gezien. Het natuurlijke aspect van beide concepten werd erg gewaardeerd. De doelgroep vindt het erg leuk om met hun kleinkinderen in het bos te lopen, omdat ze het bos een fijne plek vinden om heen te gaan. Bij ‘Zoek je eigen weg’ was het speuraspect interessant vanuit het educatieve aspect. En de kinderen zijn gezond en natuurlijk bezig wat de gezondheid stimuleert. Dit ontbrak bij ‘Spelend schoon’, omdat het vooral met afval te maken heeft wat een te negatieve lading gaf. De doelgroep zou voor ‘Zoek je eigen weg’ een klein bedrag willen betalen, vooral als er een drankje of wat lekkers bij inbegrepen is. Dit was voor ‘Spelend schoon’ niet het geval. Als tip werd gegeven dat de activiteit doordeweeks moet plaatsvinden omdat de kinderen in het weekend over het algemeen gezien bij hun ouders zijn. Voor het implementeren van het concept wordt IVN geadviseerd eerst nog een concepttest te doen. Dit komt omdat een concepttest betrouwbaar (hoeveel keer krijg je dezelfde uitkomsten als je het onderzoek zou herhalen?), valide (meet je wat je wilt meten?) en representatief (is de steekproef een juiste afspiegeling van de gehele populatie?) moet zijn. Deze concepttesten waren betrouwbaar en representatief, maar niet valide. Dit komt doordat er twee conceptontwerpen getest zijn. De conceptontwerpen waren nog te abstract om een goed beeld te krijgen wat er verbeterd kon worden aan het concept. Daarbij is het verstandig om eerst een pilot te draaien met de eventuele aanpassingen vanuit de tweede concepttest. Deze kan tevens als promotiemateriaal gebruikt worden. Er wordt aanbevolen om na
de pilot een evaluatie te organiseren waarin met de deelnemers en vrijwilligers het concept wordt besproken en wordt bekeken of en hoe het concept kan worden voortgezet. Concluderend komt ‘Zoek je eigen weg’ het beste uit de haalbaarheidsanalyse en uit de concepttest. Dit concept is dan ook gekozen om verder uit te werken en een conceptboek en implementatieplan van uit te werken. Omdat het conceptontwerp nog erg vaag was, is een verdiepingsslag gemaakt in een creatieve sessie. Deze verdieping werd ‘Speurneuzen’.
31
Conceptboek
33
De conceptniveaus De conceptniveaus
De projectgroep heeft het gekozen concept uitgewerkt op een aantal niveaus: een gedachtengoed (valuefit), een conceptstatement, een conceptontwerp, een conceptdefinitie en conceptdragers. Het gedachtengoed komt voort uit de waarden van de analyses (een valuefit). Daarna volgt het formuleren van een conceptstatement. Een conceptontwerp is een gedachtegang. Een boven hangend geheel dat als een paraplu over de conceptdefinitie en conceptdragers valt. Een gedachtegang die overal in terug is te zien. Een conceptdefinitie is een concrete uitwerking van het gedachtengoed dat onder het conceptontwerp valt. Bij de conceptdefinitie horen conceptdragers. Dit zijn verschillende aspecten die onderdeel uitmaken van de conceptdefinitie.
Gedachtengoed
Jong en oud door kennisoverdracht samen brengen en op een ongedwongen manier kennis laten maken met duurzaamheid.
Conceptstatement
‘Samen ontdekkend leren’
Conceptontwerp
Bij ‘Zoek je eigen weg’ gaat de doelgroep samen met hun kleinkinderen op een ontdekkingstocht door middel van een wandeling. Het is de bedoeling dat door samenwerking de weg wordt gevonden en er tijdens de wandeling iets wordt geleerd van de activiteit maar ook van elkaar. Hier komt geen technologie aan te pas, zodat jong en oud offline met elkaar en met de omgeving in contact komen.
Conceptdefinitie
De conceptdefinitie van ‘Zoek je eigen weg’ is ‘Speurneuzen’. ‘Speurneuzen’ is een spel dat draait om de samenwerking tussen
34
grootouder en kleinkind. Binnen het spel ‘Speurneuzen’ wordt een misdaad gepleegd; het begin van het spel. Grootouder en kleinkind gaan samen op zoek naar de dader. Binnen het spel worden meerdere aanwijzingen gegeven om tot de juiste dader te komen.
De ‘Speurneuzenwandeling’
‘Speurneuzen’ kan als een wandeling, met route, worden uitgevoerd. Wanneer dit als een wandeling wordt uitgevoerd, kan dit in combinatie met veel verschillende onderdelen. Het moment waarop de wandeling wordt georganiseerd is van groot belang. Uit het onderzoek is gebleken dat grootouders door de week de meeste tijd doorbrengen met hun kleinkinderen. Door de week zijn de ouders aan het werk en nemen de grootouders de kinderen onder hun hoede. Omdat basisscholen op woensdag vroeger klaar zijn met hun programma, is dit de perfecte dag om deze activiteit te organiseren. Tegen een kleine bijdrage kunnen de grootouders samen met hun kleinkinderen deelnemen aan de activiteit. Voor deze kleine bijdrage word de activiteit aangeboden met een hapje, een drankje en de attributen die nodig zijn om deel te nemen aan het spel. Een ander belangrijk onderdeel is een verbinding leggen met de desbetreffende basisschool van het kleinkind. De basisschool is in dit opzicht de contactpersoon, dat functioneert als schakel tussen kleinkind en grootouder. Nadat de basisschool er voor heeft gezorgd, door middel van een brief, dat de grootouders op de hoogte zijn van de activiteit die gaat plaatsvinden, is de basisschool buiten zicht. De grootouders beslissen vervolgens of ze deze activiteit willen ondernemen met hun kleinkinderen. Willen ze dit, dan kunnen ze zich inschrijven voor de activiteit, online of offline. Na de aanmelding en uiteindelijke aankomst bij de activiteit begint het
spel. Er is een misdaad gepleegd in het bos. Grootouder en kleinkind gaan vervolgens in het bos speuren om tot de juiste dader te komen. Op het einde van de speurtocht wordt verteld wie de daadwerkelijke dader is geweest. Heb jij het goed geraden? Dan ben jij een uitstekende speurneus! Om het concept nog nader toe te lichten is er een stappenplan geschreven, waardoor precies duidelijk word wat er allemaal tijdens de ‘Speurneuzenwandeling’ plaatsvindt.
Stappenplan: - - - - - - - -
Op school wordt een brief meegegeven aan de kleinkinderen om aan de grootouders te geven: woensdagmiddag wordt er een activiteit georganiseerd. Grootouders kunnen zich online, wie een website, of offline, door het inleveren van een ingevulde brief bij de docent, of telefonisch, aanmelden voor de activiteit. Kinderen worden op woensdagmiddag om 12:30 uur opge haald door opa en oma. Tussen 13:00 en 14:30 uur is de inloop op locatie waar de ‘Speurneuzenwandeling’ zal beginnen. Er wordt een hapje en een drankje aangeboden aan de grootouders en kleinkinderen. Er wordt uitleg gegeven over de bedoeling van het spel. De activiteit gaat van start: het ‘Speurneuzen doe-boek’ wordt overhandigd aan de deelnemers. Het ‘Speurneuzen doe-boek’ is een boekje waarin verdachten worden vermeld. Het kleinkind en de grootouder kunnen onderweg aanwijzingen noteren en verdachten wegstrepen of juist blijven verdenken. De wandeling duurt ongeveer anderhalf uur.
De route: Stap 1: Plaats delict. Op de plaats delict is een voorwerp aangevreten
door een misdadiger. Stap 2: De grootouders en kleinkinderen gaan op pad om te onderzoeken wie de dader is. Om tot de dader te komen worden er aanwijzingen gegeven. De eerste aanwijzing is aanwezig op de plaats delict. Deze aanwijzing kan worden gebruikt om verder te zoeken naar de tweede aanwijzing. Stap 3: Vervolgens krijgt men meerdere aanwijzingen in het bos met een educatief karakter. Men vindt een aanwijzing, maar om verder te komen naar de volgende aanwijzing zullen zij eerst een vraag moeten beantwoorden of een raadsel moeten oplossen. Deze vragen en raadsels bevatten informatie over de plek waar de deelnemers op dat moment aanwezig zijn. Zijn de deelnemers bijvoorbeeld bij een eik aanwezig, kan het zomaar zijn dat ze wordt gevraagd of zij het blad kunnen herkennen van de eik. Hebben ze de vraag goed, dan kunnen ze door naar de volgende aanwijzing. Binnen de educatieve onderdelen spelen de grootouders een belangrijke rol: zij zijn hier een mentor en kunnen de kleinkinderen educatieve aspecten leren over de natuur. Stap 4: Alle bevindingen worden opgeschreven in het boekje. Door alle aanwijzingen in te vullen vallen één voor één de verdachten af. Was bij vraag 2 het antwoord B? Dan was de vos niet de dader! Stap 5: Bij de laatste aanwijzing wordt bevestigd wie de dader is. Hadden ze het goed? Stap 6: De grootouders gaan terug met hun kleinkinderen naar het beginpunt. Hier is een foto opgehangen van de dader. Bij het beginpunt wordt een stempel in het boekje gezet door de vrijwilligers van IVN. Op de stempel staat: ‘Speurneuzen!’. Het ‘Speurneuzenboekje’ mag worden meegenomen als ‘physical evidence’.
35
Concnceptdragers
Binnen ‘Speurneuzen’ zijn een aantal conceptdragers mogelijk. Onder deze conceptdragers hangen een aantal elementen die nodig zijn om de conceptdrager optimaal uit te werken. De meest belangrijke conceptdrager voor IVN is de wandeling. Daarnaast zijn de volgende elementen essentiële elementen binnen het concept ‘Speurneuzen’. 1. De informatiebrief op school 2. Personeel 3. Aanmelden 4. Website 5. Locatie 6. ‘Speurneuzen doe-boek’ 7. Hapje/drankje bij welkom 8. Crime Scene 9. Route 10. Aanwijzingen 11. Ontmaskering dader 12. Stempel ‘Speurneuzen’ De bovenstaande conceptdragers zijn uitgewerkt in een ‘functioneel relatieschema’. In dit schema zijn de conceptdragers verder uitgewerkt en worden de relaties weergegeven. De wandeling is ontwikkeld in combinatie met de waarden van IVN. Om het idee uit te breiden zouden er ook andere dragers ontwikkeld kunnen worden, zoals: - Een bordspel - Een online game - Een mobiele applicatie
36
Opgesteld en vormgegeven door IVN
Vrijwilligers van IVN Een feestelijk moment
Basisschool Met de tekst: "Speurneuzen".
Een gevoel van succes bij jong en oud, dit stimuleert het saamhorigheids gevoel Voor oud
Eventueel een creatief bureau
Voor jong
Wie heeft de rotzooi gemaakt?
Vormgever
Op school ontvangen de kleinkinderen infomatie over het Speurneuzen Spel
Door IVN vrijwilligers
Begeleiding Speurneuzen
betaalde werknemers Ontvangst
Geeft de stempel op het einde
Vrijwilligers
Er wordt een stempel gegeven op de laatste bladzijde; het is gelukt!
Vormgever De aanwijzingen hebben een sterk educatief karakter
Opgesteld door IVN
Na de clues wordt de dader ontmaskert
1. Informatiebrief op school
Doormiddel van aanwijzingen komen de deelnemer steeds dichterbij de waarheid Vormgever
Timmerman IVN
2. Personeel
12. Stempel
Via Speurneuzen Spel link op de IVN website
3. Aanmelden 10. Aanwijzingen
Speurneuzen Spel
9. Route
De eerste clues worden gegeven
Attributen met 'bewijs' Voetsporen
7. Hapje/drankje
Een warm welkom
Een momentje van rust voor de grootouders
Catering
Webhost
Bos Duinen
Ontvangst en vertrekpunt
6. Speurneuzen doe-boek
Hier worden notities in opgeschreven
Aangezien de activiteit op woensdag middag begint (na school) is het van belang dat er iets te eten en te drinken is
Gebeten appel
Een flesje met tandafdrukken
Een natuurlijke omgeving
5. Locatie 8. Crime Scene
ICT
Om aan te melden
4. Website
De route wordt van te voren uitgezet door de vrijwilligers van IVN
Docent
Ingevulde brief inleveren bij basisschool
Speurneuzen heeft een link op de website van IVN
De route duurt 1,5 uur Aanwijzingen borden voor de route
Om ervaringen te delen
Offline
11. Ontmaskering dader
ICT
Secretariaat
Via telefoon
Online
basisschool
Eindpunt
Clues worden geanalyseerd Dit boek mag worden meegenomen als 'physical evidence'
Vormgever
Drukker
37
Speurneuzen doe-boek
BY
38
WELKOM! Beste Grootouder(s) en kleinkind(eren), vandaag zijn jullie de speurneuzen tijdens deze ontdekkingswandeling in het bos. Straks worden jullie naar de ‘crime scene’ geleidt waar de eerste aanwijzingen worden gegeven; wie heeft deze rotzooi veroorzaakt?
DE VERDACHTEN Dit zijn de verdachten: De sluwe vos
Het snelle hert
De onzichtbare fazant
Tijdens deze wandeling gaat jullie op verkenning om IVN te helpen de dader te vinden! Het is belangrijk dat er goed wordt samengewerkt en dat jullie gebruik maken van elkaars kennis. Succes speurneuzen en vooral: VEEL PLEZIER!
Welke van de verdachten heeft volgens jullie de rotzooi veroorzaakt? Wist je dat IVN al sinds 1938 bestaat? Toen had het alleen de naam: Bond voor Natuurbeschermingswachten.
Wist je dat IVN wel 18.000 leden heeft? Deze leden zijn allemaal vrijwilligers.
39
DE CRIME SCENE Jullie zijn aangekomen bij de crime scene, observeer nauwkeurig! Noteer goed wat jullie zien: 1. Wat ligt er op de grond?
AANWIJZING 1 Jullie zijn aangekomen bij de eerste aanwijzing. De dader vindt het ďŹ jn zich te kunnen verstoppen in een bosrijke omgeving. Het bos bestaat uit een tal van bomen. Welke boom is dit?
.............................................................. 2. Welke tandafdrukken zien jullie? .............................................................. 3. Welke voetsporen zien jullie? .............................................................. A.
Wist je dat je aan de lijnen van de binnenkant van een boom kan zien hoe oud een boom is? Je hoeft alleen de lijnen te tellen!
40
B.
C.
AANWIJZING 2
AANWIJZING 3
Bij de tweede aanwijzing wordt jullie gehoor op de proef gesteld. Luister goed naar de volgende geluidsfragmenten. Welk van de verdachten hoor je niet?
Beste speurders jullie zien hier twee aanwijzingen: 1. Veren. 2. Een plukje vacht. Van welke verdachte komt welke aanwijzing? En kunnen jullie nu al één verdachte afstrepen?
De sluwe vos
Het snelle hert
De onzichtbare fazant
Wist je dat in het wild een vos zo’n tien jaar oud kan worden? De meeste vossen worden echter niet zo oud.
........................................
.....................................
41
AANWIJZING 4
AANWIJZING 5
Voor jullie op de grond liggen drie soorten uitwerpselen. Welke van de uitwerpselen zijn van de verdachte? Omcirkel de juiste afbeelding.
Als het goed is hebben jullie nu nog twee verdachten over, klopt dat? We komen nu steeds dichter bij de waarheid. Spannend! Jullie hebben net de clue ontvangen dat de verdachte geen zoogdier is. Wie van de verdachten valt dan af?
A. De sluwe vos. B. De onzichtbare fazant.
Wist je dat IVN heel veel meer activiteiten organiseert voor jong en oud? Kijk op de website www.ivn.nl voor meer informatie!
42
GEFELICITEERD Jullie hebben de dader ontdekt! De onzichtbare fazant was deze keer toch niet zo onzichtbaar. Wat een rotzooi heeft hij er van gemaakt he?!
Ga snel terug naar het begin om jullie IVN ‘Speurneuzen’ stempel te halen. Zo kunnen jullie voortaan als IVN erkende speurneuzen door het leven!
43
Quality of Life Het concept ‘Speurneuzen’ speelt in op de ‘Quality of Life’ van de deelnemers. In het desk- en fieldresearch is naar voren gekomen dat wanneer grootouders tijd kunnen doorbrengen met hun kleinkinderen, hun ‘Quality of Life’ bijna optimaal is. Als het kleinkind plezier heeft, draagt dit automatisch bij aan het plezier van de grootouder: ‘social wellbeing’. Doordat dit voorop staat bij de doelgroep, is de combinatie met het kleinkind als basis genomen bij de ontwikkeling van het concept. De ‘physical wellbeing’ word gestimuleerd doordat de grootouder word betrokken bij de activiteit samen met zijn of haar kleinkind: ze maken deel uit van de maatschappij. De ‘Quality of Life’ van de kleinkinderen wordt verbeterd, doordat het concept een spelelement heeft. Ook wordt de samenwerking met de grootouder verbeterd (Felce and Perry, 1995). In het schema van Ruut Veenhoven wat hiernaast is weergegeven blijkt dat ‘Speurneuzen’ zich bevindt bij satisfactie. De doelgroep gaat met een tevreden gevoel van binnen uit naar huis. Uit satisfactie ontstaan vier verschillende uitingen, die hiernaast zijn weergegeven. Wanneer de doelgroep met een tevreden gevoel naar huis gaat, is deze van korte duur. Het beïnvloedt niet op een langdurige termijn het leven, waardoor ‘Speurneuzen’ tot genieting behoord.
(Ruut Veenhoven, 2011)
44
Link met Sectoren Het ‘Speurneuzenspel’ speelt in op de sectoren Leisure en Human Movement. Grootouder en kleinkind zijn samen anderhalf uur in beweging. Deze beweging valt onder de fitnorm (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, z.d.). Er moet namelijk drie maal per week twintig minuten intensieve lichamelijke oefeningen worden uitgevoerd. Het concept ‘Speurneuzen’ is voorzien van anderhalf uur aan lichamelijke oefeningen, wat meer dan voldoende is. Binnen de sector Leisure is beleving een belangrijk aspect. Beleving wordt bij ‘Speurneuzen’ gecreëerd door het spelelement en de activiteit die plaatsvindt in het bos. Een ontwikkeling binnen beide sectoren is technologie, echter is uit onderzoek gebleken dat de mentaliteitsgroep hier geen waarde aan hecht. Ze vinden het met name misplaatst bij een wandeling in het bos: hier hoort gewoonweg geen technologie bij. Vandaar dat het concept ‘Speurneuzen’ offline wordt ingezet: er wordt zo min mogelijk gebruik gemaakt van technologie. Door geen technologie te gebruiken wordt de ‘Quality of Life’ van de mentaliteitsgroep verbeterd tijdens de wandeling.
45
Sterk concept SUCCESS-formule
We spreken van een sterk concept als een concept aan bepaalde voorwaarde voldoet: de SUCCESS-formule. Deze formule wordt hieronder behandeld voor het concept ‘Speurneuzen’.
Simple
‘Speurneuzen’ is voor veel mensen herkenbaar, omdat het een variant is op het welbekende bordspel ‘Cluedo’. Het zal dan ook voor de grootouders snel duidelijk zijn wat de bedoeling is van het concept. Doordat het spel versimpeld is, zullen de jonge kleinkinderen het ook snel doorhebben.
Unique
Een sterk concept is onderscheidend en authentiek. Onderscheidend is dit spel zeker. Als bordspel is ‘Cluedo’ al bekend, maar het zal IVN zeker onderscheidend maken als ze dit gebruiken als spelende vorm van natuureducatie voor zowel oud als jong. Ook is het authentiek, omdat men het herkent maar het toch een vernieuwde twist heeft.
Credible
IVN heeft een sterk gedachtengoed, wat in al hun activiteiten duidelijk naar voren komt. Het maakt IVN een geloofwaardige organisatie, waar ‘Speurneuzen’ perfect op aansluit. Het spel betrekt jong en oud bij de natuur en heeft een educatief aspect. Omdat dit belangrijk is voor IVN, zal ‘Speurneuzen’ een geloofwaardige, logische toevoeging zijn aan de activiteiten die zij reeds organiseren.
Concrete
Er is een overduidelijk doel bij ‘Speurneuzen’: de dader vinden. Maar dit wel op een speelse manier waarbij tijdens het spel zowel jong als oud ook iets van de natuur opsteekt. Naast het vinden van de dader is er dus ook nog een ander doel: jong en oud betrekken bij de natuur,
46
tijdens een gezellige en informatieve middag.
Emotional
Het concept is tot stand gekomen na uitgebreid doelgroeponderzoek, en belangrijke behoeften van de doelgroep zijn dan ook opgenomen in het concept. Zo is er de mogelijkheid dat de grootouders iets leren aan hun kleinkinderen, is er voor de kinderen iets leuks te doen, zijn er rustmomenten opgenomen en is er een duidelijk doel tijdens de wandeling.
Story
Het concept ‘Speurneuzen’ heeft een duidelijk verhaal. Er is iets gebeurd in het bos, maar wie heeft het gedaan? Terwijl de wandeling vordert wordt het verhaal steeds duidelijker, waarna aan het einde de ontknoping is en alle puzzelstukjes op zijn plaats vallen.
Subliminal
Door het sterk aanwezige verhaal dat het concept uitdraagt, is het goed mogelijk dat de doelgroep de tijd vergeet wanneer ze aan de activiteit deelnemen. Doordat jong en oud actief bezig zijn met het oplossen van de opdrachten, kunnen ze in een flow komen. dus is het concept ‘Speurneuzen’ subliminal. Betekenisgevende beleving Naast dat een concept een sterk concept moet zijn, moet het concept ook een betekenisgevende beleving teweeg brengen bij de doelgroep.
Heeft betekenis
‘Speurneuzen’ is een concept voor grootouders en hun kleinkinderen waarbij een leuke middag wordt aangeboden. Dit wordt gedaan tijdens een wandeling waarbij leuke opdrachten zijn opgenomen voor zowel jong als oud. Het concept ‘Speurneuzen’ heeft dan ook betekenis.
Is duurzaam
Momenten samen tussen grootouders en kleinkinderen is een belangrijk onderdeel van het leven van de doelgroep en dit zal de komende jaren ook nog zo zijn. Het concept is dan ook duurzaam. Ook is er veel variatie mogelijk op het concept, zodat het niet eentonig wordt en mensen meerdere malen kunnen deelnemen.
Past bij de tijdsgeest
Duurzaamheid is een steeds belangrijker onderdeel van het leven van mensen. IVN stimuleert duurzaam gedrag door middel van natuureducatie. Het concept ‘Speurneuzen’ sluit hier goed bij aan omdat er educatie plaatsvindt in de natuur, waardoor een bewustzijn van duurzaamheid kan ontstaan bij zowel jong als oud.
Overkoepelend
Het concept zal niet misstaan in de lijst van activiteiten die IVN organiseert. De missie en visie van de organisatie zitten sterk in het concept verweven, en ook de wensen van de doelgroep worden behartigd.
voorwaarde zijn voor een duurzame toekomst.” Het concept ‘Speurneuzen’ sluit hier, zoals eerder al gezegd, naadloos op aan. Zowel kinderen als volwassenen worden weer in verbinding gebracht met de natuur, waarbij ook wordt bewogen. Dit is weer goed voor de gezondheid en welzijn.
Spreekt tot de verbeelding
Bij het horen van het concept zal iedereen zich er een voorstelling bij kunnen maken. Of dit bij iedereen exact hetzelfde beeld is, is eigenlijk niet belangrijk. Dit laat juist zien hoe divers en op verschillende manieren toepasbaar het concept is. Het is een concept waarbij men wil zeggen: ‘Maar je kan ook nog… Zou het niet leuk zijn als… En als we nou…’ Ook sluit het sterk aan bij de visie en missie van IVN, waardoor mensen de link van dit concept en de organisatie gemakkelijk kunnen leggen.
Gebaseerd op de visie De visie van IVN luidt:
“In deze tijd zijn we de balans van ons ecosysteem rap aan het verstoren. De huidige focus van onze westerse maatschappij ligt op het korte termijn eigen belang. De biodiversiteit staat onder druk. Kinderen, jongeren en volwassenen leven op steeds grotere afstand van de natuur. We signaleren een opkomst van leeftijd gerelateerde aandoeningen. De bijdrage die natuur millennia lang heeft geleverd aan gezondheid en welzijn van mensen is niet meer vanzelfsprekend. We constateren dat het weer in balans brengen van ons ecosysteem en het in verbinding brengen van het individu met de natuur
47
BMC model Het Business Model Canvas (afgekort BMC) is een strategisch management schema voor het ontwikkelen van nieuwe of vastleggen van bestaande business modellen. Het is een visueel schema met elementen die de waarde propositie van een onderneming benoemt, de infrastructuur, de klanten en de financiën. Het helpt bedrijven bij het aanpassen van hun activiteiten door het illustreren van mogelijke afzetkanalen. Hier is het BMC-model voor ‘Speurneuzen’ weergegeven.
BUSINESS MODEL CANVAS Key partners • • •
IVN Scholen Vrijwilligers
Cost structure • •
48
Key activities • Wandeling organiseren • Website IVN • Aansturen van vrijwilligers • Middelen aanleveren Key resources • Voeding leverancier • IVN vrijwilligers • Drukker
Eenmalige investering vanuit IVN (word toegelicht binnen de financiele haalbaarheid)
Value proposition • • • • • •
Customer relationships
Connectie kleinkind • Educatie • Samenhorigheid Contact Quality of Life Zorgzaamheid
Vertrouwelijk Persoonlijk
Channels • •
Website IVN Scholen
Revenue streams •
Entree prijs, bezoeker
Customer segments •
Sociale verantwoordelijkheid • Zelfontplooing • Harmonie • Vertrouwens • Authenticiteit • Intellectuele verrijking • Kleinkinderen • Natuur • Duurzaamheid
Financiële haalbaarheid Het verdienmodel dat wordt gebruikt bij ‘Speurneuzen’ is goederenverkoop, hoewel er in dit geval een dienst word verkocht. Er wordt betaald per deelnemer aan de wandeling. Een transactie bedraagt € 4,00 per deelnemer.
Hapje en drankje: € 2,- euro Speurneuzen boekje: € 1,- euro Schrijfgerei: € 0,10 Totaal: € 3,35
Het aantal deelnemers hangt af van verschillende factoren waaronder het jaargetijde. In de winter zullen er minder deelnemers zijn dan in de zomer. Er wordt uitgegaan van een gemiddeld aantal deelnemers van 70 per maand.
Bij de variabele kosten is uitgegaan van de kosten van één deelnemer.
Begroting
Opbrengsten € 4,- per deelnemer aan de wandeling 70 deelnemers x € 4,- = € 280,€ 280 opbrengsten in de maand.
Kosten
Constante kosten: Website voor aanmelding: € 100,Borden met aanwijzingen: € 100,Attributen plaats delict: € 50,Speurneuzenstempel: € 20,Totaal afschrijvingskosten: € 14,Totaal: € 284,De constante kosten zijn bij dit concept eenmalig. Er word per jaar afgeschreven op de borden, attributen en de speurneuzenstempel.
Variabele kosten:
Vrijwilligers: € 0,Brief aan school: € 0,25
Totale kosten.
De formule op de totale kosten te berekenen is: Tk=c+vxq Waarbij: Tk=totale kosten C=constante kosten V=variabele kosten q=afzet Totale kosten voor de eerste maand: TK=€ 284 + € 3,35 x 70 = € 518,50
Break-evenpoint
Om te berekenen bij hoeveel deelnemers er bij dit concept noch winst, noch verlies wordt gedraaid wordt onderstaande formule gebruikt: Pxq=C+vxq Waarbij: P=verkoopprijs per st q=afzet C=constante kosten V=variabele kosten
49
€ 4,00xq=€ 284+€ 3,35xq € 4,00xq-3,35xq=€ 284 qx(€ 4,00-3,35)=€ 284 q=€ 284:0,65 q=436,9 Bij 437 deelnemers word het break-evenpoint bereikt. 437:70=6,2
Jaar 1.
50
Als er wordt uitgegaan van een gemiddelde van 70 deelnemers per maand, wordt na zes maanden het break-even bereikt.
Cashflow
In de volgende tabellen is een overzicht van de cashflow weergegeven over een periode van 3 jaar.
Jaar 2.
51
Jaar 3.
52
Financiering
De investering die IVN zal moeten doen om Speurneuzen voor een jaar te organiseren bedraagt € 3090,-. De financieringsvorm bestaat uit contributie en giften. Dit is voordelig omdat hier in principe geen kosten aan zijn verbonden. De leveranciers zijn de donateurs en leden van IVN. De consequenties van deze financieringsvorm zijn het leveren van een tegenprestatie en afbreukrisico. Het gaat om een kortlopende financiering.
Risico’s
De risico’s waar het concept mee te maken zou kunnen krijgen is afname van aantal deelnemers na verloop van tijd. Dit kan worden opgelost door om de zoveel tijd een andere route met een nieuwe misdaad uit te zetten. Daarnaast is het aantal deelnemers sterk afhankelijk van het jaargetijde. Dit kan worden opgelost door het creëren van een speciale herfst- en winterroute voor als de weeromstandigheden slechter zijn.
53
Service Design Format Het ‘Service Design Format’ wordt ook wel ‘Service Design Blueprint’ genoemd. Hierbij ligt de nadruk op de details van het uitdenken en beschrijven van het proces van het concept. Dit mondt uit in een schematisch format wat de implementatie van het concept voor de opdrachtgever bevordert. Alle benodigde componenten en kanalen worden benoemd en onderlinge relaties worden verbonden.
Physical evidence
Informatie brief op school
Attendee actions
Aanmelden voor spel
LINE OF INTERACTION
Online/Offline aanmelden
Bevestiging
Brief, social media promotie
Frontof-stage interactions
Welkom heten / betalen
Boekje ontvangen, hapje en drankje
Aangevreten voorwerp(en)
Go to speurneuzenspel. Aankomst bos
Hapje en drankje nuttigen, ontvangst boek
Plaats delict bezoeken
Gastvrouw begroet en regelt betalingen
Zit plek, uitleg
Borden, aanwijsbriefjes, notities in speur- Boekje laten stempelboek en, meenemen naar huis
Aanwijzingen in bos volgen
Ontmaskering
Educatief aspect
Ontmaskeing, stempel speurneuzen uitdelen.
LINE OF VISIBILITY
Backof-stage interactions
Brief opstellen, social media
Vrijwilligers, kleingeld en kluisje regelen, zorgen dat de locatie duidelijk en vindbaar is
Opbouwen, vrijwilligers, eten drinken verzorgen, boekjes produceren
Voorwerpen produceren, omgeving aaonderhouden en opruimen
Foto dader, plaatsen, stempel laten maken, nalopen of alle bezoekers weg zijn.
LINE OF INTERNAL INTERACTION
Support processes
54
Promotieplan opstellen brief, managen van aanmeldingen
Aansturen/ motiveren
Vrijwiilligers motiveren gehele tijd door tot het einde.
Promotieplan opstellen brief, managen van aanmeldingen
Promotieplan opstellen brief, managen van aanmeldingen
Storyboard Om het concept te verbeelden, is een storyboard gemaakt waarin het concept stap voor stap wordt doorlopen.
55
Projectplan Het projectplan is een feitelijke beschrijving van alle stappen die genomen moeten worden om de realisatie van het concept mogelijk te maken. Hier is het projectplan voor ‘Speurneuzen’ toegevoegd.
56
Toelichting: Team samenstellen voor het project: Binnen IVN zal een team
moeten worden aangewezen die het uitvoeren van het project op zich zal nemen.
Concept bijstellen aan eigen wensen: Dit team zal zich over het conceptboek moeten buigen en kijken waar eventuele aanpassingen gedaan moeten worden.
Scholen informeren over concept: Er zal worden samengewerkt met scholen om de activiteit onder de aandacht te brengen van de grootouders. De scholen zullen hierover benaderd moeten worden om te vragen of ze willen meewerken.
Op locatie opdrachten toepassen: Op de locatie waar de activiteit zal worden georganiseerd zullen passende opdrachten moeten worden bedacht.
Wegbewijzering ontwerpen: In de huisstijl van ‘Speurneuzen’ zal
wegbewijzering moeten worden ontworpen om de route weer te geven tijdens de wandeling.
Speurneuzenboekje vormgeven: Het Speurneuzenboekje wat
de deelnemers krijgen uitgereikt zal moeten worden ontworpen en de stempels zullen moeten worden besteld.
Wegbewijzering maken: De wegbewijzering die is ontworpen, zal ook nog gemaakt moeten worden.
Website maken: Voor de online-aanmeldingen zal een website moeten worden ontworpen en online worden gezet.
Inkomen doen voor de route: De crime scene moet worden aangekleed, net als de rest van de route. De attributen hiervoor moeten worden aangeschaft.
Informatiepakket voor scholen samenstellen: Er zullen
brieven moeten worden opgesteld en een informatiepakket voor de geïnteresseerden scholen.
Speurneuzenboekje printen: De ontworpen Speurneuzenboekjes moeten worden gedrukt voor de wandeling.
Inkopen doen voor de route: Eventueel spullen die zijn vergeten, kunnen nu alsnog worden aangeschaft om de puntjes op de i te zetten.
Scholen benaderen: De scholen die eerder enthousiast hebben
gereageerd, moeten nu worden benaderd met een informatiepakket.
Hapjes en drankjes regelen: De catering voor tijdens de activiteit moet worden geregeld.
Route uitzetten: De route voor de wandeling moet worden uitgezet in het bos.
Speurneuzen-pilot: Er zal een pilot worden gedraaid op de
uitgezette route om te kijken hoe het concept in het echt uitpakt.
Evaluatie:
Concept herhalen of niet?: Het team zal in overleg moeten met deelnemers en met elkaar over hoe en of het concept herhaald moet worden.
57
Business Case In de business case wordt de zakelijke afweging gemaakt om een concept uit te voeren of niet. De kosten worden tegen de baten afgewogen. Het kan de doorslag geven om te besluiten om het project wel of niet te storen. Als op alle vier de vragen ‘ja’ wordt beantwoord, spreken we van een business case.
1. Sluit het project aan bij de strategische (merk) doelstellingen van de organisatie?
Ja, vanwege het feit dat IVN een duurzame samenleving nastreeft, door middel van natuureducatie. ‘Speurneuzen’ sluit hierbij aan, omdat de doelgroep tijdens de wandeling iets leert, zowel van de activiteit als van elkaar. De grootouders leren van de kleinkinderen en de kleinkinderen van hun grootouders. Omdat de doelgroep in contact wordt gebracht met de natuur en hier iets van leert, wordt duurzaam gedrag gestimuleerd.
2. Voegt het project waarde toe aan de organisatie?
Ja, het concept combineert duurzaamheid en educatie voor jong en oud. Juist die relatie, tussen grootouder en kleinkind, is een waardevolle toevoeging voor IVN. Kleinkinderen leren van grootouders, maar de grootouders leren ook van de kleinkinderen. Deze doelgroep is tevens winstgevend.
3. Moet het project worden uitgevoerd?
Ja, de opdrachtgever IVN heeft een probleemstelling geformuleerd waar dit concept een oplossing voor is. Het is een conceptontwerp wat het al bestaande, succesvolle, IVN versterkt. De uitvoering van het concept draagt daar aan bij.
4. Kan het project worden uitgevoerd?
Ja, in de huidige maatschappij is het zonder meer een haalbaar concept. Er zijn genoeg middelen om het concept uit te voeren.
58
Duurzaam concept Wil een concept duurzaam zijn en kans van slagen hebben, dan zal het moeten voldoen aan de volgende eisen: realiseerbaar, communiceerbaar, toepasbaar en veranderbaar. In deze analyse wordt gekeken of deze eisen opgaan voor het concept ‘Speurneuzen’.
Realiseerbaar
Bij ‘Realiseerbaar’ wordt gekeken of het concept realistisch is. Om ‘Speurneuzen’ te realiseren zal er eerst een test moeten plaatsvinden om te kijken wat er verbeterd moet worden en wat hetzelfde kan blijven. Dit omdat de concepttest niet geheel betrouwbaar is geweest. Om het te realiseren zal er naar het ‘Service Design Format’ gekeken moeten worden en zullen deze stappen gevolgd moeten worden. Het gehele implementatieplan geeft handvaten voor de realisatie.
Communiceerbaar
De vraag die hier beantwoordt moet worden is: ‘Hoe communiceer je je concept naar de doelgroep?’ Om te communiceren met de doelgroep is het van belang dat men op de juiste kanalen zit. Het concept wordt uitgevoerd samen met het kleinkind, waarvan de interesse ook geprikkeld moet worden. Zo krijgen de kinderen op hun school een brief mee naar huis waar aandacht wordt gevraagd voor ‘Speurneuzen’. Ook zal het concept op de site van IVN komen, waar de doelgroep gemakkelijk op de hoogte wordt gesteld van ‘Speurneuzen’. Verder is het de bedoeling dat de activiteit via mond tot mond reclame bekendheid krijgt. Wanneer het in een bepaald gebied loopt zal er meer animo voor zijn. Dit is dus zowel online- als offline communicatie. De strategie die achter de communicatie voor ‘Speurneuzen’ zit is de kleinkinderen enthousiasmeren. Wanneer zij enthousiast
zijn, zijn de ouderen dat ook. Ook zullen de kinderen het aan klasgenootjes vertellen. De ouderen krijgen een goed gevoel wanneer hun kleinkinderen het naar hun zin hebben en dit is precies wat ‘Speurneuzen’ wil brengen. Het educatieve aspect zorgt ervoor dat de ouderen ook met een voldaan gevoel naar huis toe gaan. Voorafgaande aan de eerste uitvoering is het handig om een pilot te draaien en dit vast te leggen. Het beeldmateriaal wordt als promotie gebruikt, bijvoorbeeld een aftermovie of trailer. Dit maakt dat het gevoel beter overkomt op de doelgroep. Het zal leuk, ontspannen en educatief moeten ogen zodat de kinderen geprikkeld raken. De brieven zullen eerder worden afgegeven aan de kinderen dan de daadwerkelijke startdatum van ‘Speurneuzen’ zodat mensen zich erop kunnen voorbereiden.
Toepasbaar
Bij dit onderdeel van een duurzaam concept, wordt beschreven of de consument het concept al aan kan. Dit wordt uitgelegd aan de hand van de onderdelen van de DESTEP.
Demografie
Het concept is bedacht voor de Brabantse natuur, echter kan het ook ingezet worden in elk ander natuurgebied in Nederland.
Economie
Door de economische crisis heeft de consument tegenwoordig minder geld te besteden. Door stijgende entreeprijzen kan een dagje weg met de kleinkinderen kostbaar zijn. Bij dit concept is dit niet het geval omdat er gebruik wordt gemaakt van een openbaar bos, waardoor de kosten van het concept laag blijven en de consument dus voor een klein bedrag een leuke middag heeft.
Sociologie 59
Veel gezinnen bestaan uit twee ouders met beiden een baan. Door de economische crisis is de kinderopvang voor veel gezinnen niet meer te betalen, waardoor er steeds vaker beroep wordt gedaan op de grootouders om op te passen. Het concept speelt hierop in door een activiteit op woensdagmiddag te organiseren voor grootouders met kleinkinderen.
Technologie
Uit onderzoek is gebleken dat ouderen moeite hebben met de technologisering van de maatschappij. De ontwikkelingen zijn voor hen moeilijk bij te houden, wat hen onzeker maakt. Daarnaast vinden ouderen dat sociale activiteiten ten koste gaan van het gebruik van smartphones. Er is behoefte aan een technologievrije omgeving, terug naar de basis. Dit komt terug in ons concept, waarbij tijdens de activiteit geen gebruik word gemaakt van technologie, zodat men beter kan genieten van de natuur om zich heen.
Ecologie
Tijdens het concept leren de doelgroep en hun kleinkinderen over de natuur, waarmee ze een leuke middag wordt bezorgd om te inspireren tot een duurzamer leven.
Politiek
De politiek wil een samenleving stimuleren waarbij kinderen later voor hun ouders gaan zorgen. Dit zal leiden tot samengestelde gezinnen, waarbij grootouders meer contact hebben met hun kleinkinderen. Daarnaast is de kinderopvangtoeslag verlaagt, waardoor meer gezinnen een beroep doen op de grootouders om op te passen.
Veranderbaar
Een van de criteria van een duurzaam concept is dat deze flexibel is, het kan zich aanpassen aan de ontwikkelingen in de maatschappij. Het concept “Speurneuzen” is dusdanig flexibel dat het kan worden ingezet voor kleine als grote groepen, en kan worden aangepast voor verschillende leeftijden. De locatie hoeft niet in een bosrijke omgeving te zijn, maar kan ook worden ingezet op het strand of zelfs in de stad. In de originele versie van het concept word geen gebruik gemaakt van technologie, echter kan dit wel toegevoegd worden, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van een mobiele app. Mocht het zo zijn dat de grootouders niet vitaal genoeg zijn om een wandeling vol te houden, kunnen ze ook de bordspelversie van “Speurneuzen” spelen. Op deze manier kunnen de grootouders hun kleinkinderen alsnog spelenderwijs iets leren over de natuur.
Verandermanagement
Bij het concept Speurneuzen is het niet van belang voor het IVN om verandermanagement toe te passen. Het concept sluit goed aan bij de missie en visie van het bedrijf en hun bedrijfsvoering.
Conceptbewaking
De projectgroep wil graag betrokken blijven bij de implementatie van het concept, mocht IVN ervoor kiezen om dit uit te voeren. Het voorstel hierbij is dat de projectgroep op de hoogte gehouden wordt van ontwikkelingen en deelneemt aan vergaderingen waar dit nodig en mogelijk is. Daarnaast bieden zij graag hun diensten aan bij het realiseren van het concept.
Conceptdefinitie 60
De conceptdefinitie onder het conceptontwerp ‘Zoek je eigen weg’ is ‘Speurneuzen’. ‘Speurneuzen’ is een spel dat draait om
de samenwerking tussen grootouder en kind. Binnen het spel ‘Speurneuzen’ wordt een misdaad gepleegd; het spel begint vanaf deze misdaad. Grootouder en kleinkind gaan samen op zoek naar de dader. Binnen het spel worden meerdere aanwijzingen gegeven om tot de juiste dader te komen.
concepttest is gebleken dat de doelgroep geen voorkeur voor een activiteit heeft, zolang het kleinkind het maar naar zijn zin heeft.
Om tijdens het proces van de implementatie van ‘Speurneuzen’ de hoofdzaken niet uit het oog te verliezen, heeft de projectgroep er voor gekozen om enkele criteria aan het concept te stellen. Met de volgende criteria wordt het concept het beste bewaakt en de kwaliteit behouden.
Natuureducatie: Uit de concepttest is gebleken dat de doelgroep vooral lovend is over dit concept, omdat het een educatief aspect heeft. Het educatieve aspect op het gebied van natuur wordt zeer belangrijk geacht bij een activiteit samen met de kleinkinderen. Dit komt vooral omdat kinderen steeds minder weten over de natuur. Daarnaast is de uitbreiding van de algemene kennis een positief aspect, omdat de jeugd door het gemak van technologie minder onthoudt.
Samenwerking: Tijdens ’Speurneuzen’ gaat de doelgroep samen
met zijn of haar kleinkinderen op een ontdekkingstocht door middel van een wandeling. Het is van belang dat de doelgroep betrokken wordt bij het spel en hun kleinkinderen, waardoor er niet alleen van de activiteit iets wordt geleerd maar ook van elkaar. Bij dit concept krijgen de grootouders de kans om hun kennis van de natuur in te zetten.
Spelenderwijs: Naast het educatieve aspect, is het ook van belang dat de activiteit leuk is. Het concept heeft een spelelement waarmee een middag vol gezelligheid en ontspanning wordt gecreëerd. Uit de
61
Nawoord Na ruim drie maanden aan dit project te hebben gewerkt voor IVN, kijkt de projectgroep tevreden terug op de afgelopen periode. De aanpak van het onderzoek, de uitkomsten, het concept en de samenwerking is globaal gezien goed verlopen. De projectgroep heeft gemerkt dat het van belang is om verwarringen zo snel mogelijk helder te krijgen. Er is te laat opgemerkt dat het concepting model verkeerd is ge誰nterpreteerd. Gedurende het project ontstond hier al verwarring over, maar deze heeft de projectgroep niet voldoende door de begeleiders laten wegnemen. Daarnaast is het samenwerken een leerzaam proces geweest binnen de projectgroep. Duidelijke en heldere afspraken maken en je hier aan houden zijn van belang om samen het project tot een goed einde te maken. De projectgroep is ondanks deze punten tevreden met het resultaat. In de toekomst zal ieder lid van de projectgroep verwarring proberen te voorkomen en anders zo snel mogelijk proberen op te lossen. Daarbij neemt ieder lid mee dat een goede onderlinge communicatie het beste werkt. Ook wil de projectgroep via deze weg een aantal mensen bedanken. Onze dank gaat uit naar de ondervraagden voor het doelgroeponderzoek, alle betrokkenen van de concepttesten en de deelnemers aan deze testen voor hun scherpe en oprechte mening. Ook willen wij de bewoners bedanken voor het beschikbaar stellen van hun huis en de gastvrijheid tijdens het afnemen van de concepttesten. Tot slot gaat onze dank uit naar Piet Duizer voor zijn medewerking, het beantwoorden van vragen en zijn input bij het ontwerpen van een sterk concept.
62
Literatuurlijst Adopteer een Kip (z.d.). Ik heb al een kip geadopteerd. En jij?. Geraadpleegd op 4 januari 2014, via Adopteer Een Kip: http://www.adopteereenkip.nl/ As-Winters, S. van (z.d.). Trends en ontwikkelingen Leisure. Geraadpleegd 10 januari 2014, http://www.ing.nl/zakelijk/themas/sectoren/leisure/ trends-en-ontwikkelingen-leisure.aspx?first_visit=true Boer, J. de (2010). Picard’s Gourmet Frozen Food Store. Geraadpleegd op 28 december 2013, via Popup City: http://popupcity.net/picards-gourmetfrozen-food-store/ Brandt&Levie (z.d.). Brandt&Levie worstmakers. Geraadpleegd op 6 januari 2014, via Brandt&Levie: http://www.brandtenlevie.nl/ Brooks, R. (2013). OMsignal gives wearers a way to unobtrusively monitor vitals throughout the day. Geraadpleegd op 5 januari 2014, via PSFK: http://www.psfk.com/2013/12/omsignal-fitness-tracking-shirt.html BuroHapklaar (z.d.). Beter&Leuk. Geraadpleegd op 5 januari 2014, via Beter en Leuk: http://beterenleuk.nl/#welkom Carbon Footprint (z.d.). Carbon Footprint Calculator. Geraadpleegd op 4 januari 2014, via Carbon Footprint: http://www.carbonfootprint.com/calculator.aspx Centraal Bureau voor de Statistiek (2006). Persbericht – over dertig jaar is een kwart van de bevolking 65-plus. Geraadpleegd op 12 februari 2014, http://www.cbs.nl/nr/rdonlyres/afbc6ed8-c851-4e04-9dbb-85beba682d50/0/pb06n117.pdf Centraal Bureau Statestiek, (2013). Leefstijl persoonskenmerken. Geraadpleegd op 19 januari 2014, http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=81177NED&D1=14,26,39-43&D2=0-12,33-38&D3=0&D4=l&HD=130129-1607&HDR=G3,G2,T&STB=G1 CITIES (2014). Farming the city. Geraadpleegd op 5 januari 2014, via Farming The City: http://farmingthecity.net/ Cloutoday.nl. (3 april, 2013). Groei online markt. Geraadpleegd op 3 januari 2014, www.cloutoday.nl Coursera (z.d.). Coursera, take the world’s best courses, online, for free. Geraadpleegd op 28 december 2013, via Coursera: https://www.coursera. org/ Digivaardig & Digiveilig. (2012). Trendonderzoek 2012: ‘Nederlanders altijd en overal online’. Geraadpleegd op 21 januari 2014, www.digivaardigdigiveilig.nl
63
Felce and Perry (1995). Quality of life: its definition and measurement (Elektronische versie). FitNow. (2014). Weight loss through smarter eating. Geraadpleegd op 4 januari 2014, via LoseIt: http://www.loseit.com/ Fold Inn (z.d.). Fold Inn. Geraadpleegd op 5 januari 2014, via Fold Inn: http://www.fold-inn.com/ Furuto, A. (2013). Urban Coffe Farm and Brew Bar / HASSELL. Geraadpleegd op 5 januari 2014, via Arch Daily: http://www.archdaily.com/339637/urban-coffee-farm-and-brew-bar-hassell/ GFK. (2013). Sportsmonitor 2012. NOC*NSF. Geraadpleegd op 1 februari 2014, http://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=1&ved=0CC4QFjAA&url=http%3A%2F%2Fwww.nocnsf.nl%2Fstream%2Fsportersmonitor-2012.pdf&ei=ikD2UsvgOPLK0AXhooGgCg&usg=AFQjCNEpLTbGqLuZmj_6kLkU_oQSJoa2fA&bvm=bv.60983673,d.d2k Granny’s Finest (z.d.). Granny’s Finest. Geraadpleegd op 27 december 2013, via Grannys Finest: http://www.grannysfinest.com/ Heinde & Ver (z.d.). Welkom bij Restaurant Heinde & Ver. Geraadpleegd op 13 januari 2014, via Heinde & Ver: http://www.heinde-ver.nl/ Hof, H. van het (z.d.). Portfolio: Bodycopy. Geraadpleegd op 4 januari 2014, via Pinterest: http://www.pinterest.com/veravanhethof/portfolio-bodycopy/ Instituut Voor Natuureducatie en Duurzaamheid (z.d.). Over IVN – samenwerken. Geraadpleegd op 21 januari 2014, https://www.ivn.nl/over-ivn/samenwerken Klansek, N. (2013). Fly Kly Smart Wheel. Geraadpleegd op 27 december 2013, via Kickstarter: http://www.kickstarter.com/projects/flykly/flykly-smart-wheel Kniesmeijer, T. et al. (2012). Trendrede 2013. Geraadpleegd op 21 januari 2014, www.trendrede.nl Kuiper, G. & Smit, B. (2011). De imagineer. Bussum: Coutinho Lagemaat, J. (2013). Sleep over. Geraadpleegd op 27 december 2013, via Lisa Lagemaat: http://www.lisalagemaat.nl/Lisa_Lagemaat/HOME.html Lambers, A. (2013). Vrijetijdssector in cijfers. Geraadpleegd 18 januari 2014, http://www.vrijetijdshuis.nl/wp-content/uploads/2013/06/Trendbinnen-V2-011.pdf
64
Lekker Naar De Boer (2013). Komt u ook weer ‘Lekker naar de Boer’ in 2014?. Geraadpleegd op 13 januari 2014, via Lekker Naar De Boer: http:// www.lekkernaardeboer.nl/ Lovechock (z.d.). Lovechock. Geraadpleegd op 4 januari 2014, via Lovechock: http://www.lovechock.com/nl/ Mulder, M. (2011). Leisure!: Inleiding in de vrije tijd. Bussum: Coutinho Mykea (2010). This is our story. Geraadpleegd op 5 januari 2014, via This Is Mykea: http://www.thisismykea.com/ Nationaal Kompas Volksgezondheid. (2013). Overgewicht. Geraadpleegd op 19 januari 2013, http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/persoonsgebonden/overgewicht/hoeveel-mensen-hebben-overgewicht/ Natuurmonumenten (z.d.). Download de app natuur routes. Geraadpleegd op 13 januari 2014, via Natuurmonumenten: http://www.natuurmonumenten.nl/routes/route-app Nike Inc. (2014). Nikefuel is a universial way to measure movement for all kinds of activities. Geraadpleegd op 6 januari 2014, via Nike: http://nikeplus. nike.com/plus/what_is_fuel/ NIMA. (2013). Marketingthema’s 2013; de visie van inspirerende experts. Geraadpleegd op 23 januari 2014, www.nima.nl NRIT Media (2013). NRIT Magazine, nr. 1, 2013. Nieuwegein: NRIT Media. Petronzio, M. (2013). 10 Apps for Enjoying the Great Outdoors. Geraadpleegd op 4 januari 2014, via Mashable: http://mashable.com/2013/05/25/ apps-great-outdoors/ Procee, J. (2013). Droomwerk. Geraadpleegd op 28 december 2013, http://www.johannekeprocee.nl/#!droomwerk Pretwerk. (30 oktober, 2012). Vergrijzing heeft groot effect op vrijetijdsbesteding. Geraadpleegd op 23 januari 2014, www.pretwerk.nl Provincie Noord-Brabant. (2012). De bevolkings- en woning- behoefteprognose Noord-Brabant: actualisering 2011. Geraadpleegd op 23 januari 2014, www.brabant.nl PSFK (2013). Help your friend off to a healthy new year with these gifts that quantify daily habits. Geraadpleegd op 4 januari 2014, via PSFK: http:// www.psfk.com/2013/12/gift-guide-quantified-self.html
65
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (z.d.). Normen van lichamelijke (in)activiteit. Geraadpleegd op 5 maart 2014, http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/lichamelijke-activiteit/normen-van-lichamelijke-in-activiteit/ Stickdorn, M. & Schneider, J. (2013). This is service design thinking. Amsterdam: BIS Publishers Veenhoven, R. (2011). Google@Thought: Ruut Veenhoven. Geraadpleegd op 11 maart 2014, http://www.youtube.com/watch?v=JsmRw7a_1fM. Schotfield, C. (2013). Report describes the future of buildings in 2050. Geraadpleegd op 13 januari 2014, via Arup: http://www.arup.com/ News/2013_02_February/4_Feb_New_report_predicts_the_future_of_buildings_in_2050.aspx Schuitma, M. (2012). Food Pharmacy. Geraadpleegd op 6 januari 2014, via Maaike Schuitema: http://maaikeschuitema.nl/projecten/FoodPharmacy. html Shopping Wall USA (z.d.). On-the-Go Shopping Wall. Geraadpleegd op 28 december 2013, via Shopping Wall USA: http://www.shoppingwallusa.com/ Spirituele reizen (2014). Spirituele reizen. Geraadpleegd op 1 januari 2014, via Spirituele Reizen: http://www.spirituelereizen.nl/ Tegenlicht (2014). Het Grijze Goud. Geraadpleegd op 6 februari 2014. The Hague (2013). Urban farming in empty office building. Geraadpleegd op 6 januari 2014, via Den Haag: http://www.denhaag.nl/en/residents/to/Urban-farming-in-empty-office-building.html TourPRess (2013). Nederlanders willen weer ‘real life’ bij elkaar zijn. Geraadpleegd op 5 februari 2014, www.tourpress.nl Trendhunter (z.d.), DIY Trends. Geraadpleegd op 6 januari 2014, via Trendhunter: http://www.trendhunter.com/cool-hunting/category/diy Trendwatching.com. (2012). 12 Minitrends waar je nu aan de slag mee kan. Geraadpleegd op 23 januari 2014, www.trendwatching.com Uit Je Eigen Stad Rotterdam (2012). Stadslandbouw Rotterdam. Geraadpleegd op 13 januari 2014, via Uit Je Eigen Stad: http://www.uitjeeigenstad.nl/ Universiteit van Nederland (z.d.). Universiteit van Nederland. Geraadpleegd op 28 december 2013, via Universiteit van Nederland: http://universiteitvannederland.nl/ Vegadutchie (2013). Familieyogaweek in Frankrijk - Happysoultravel.nl. Geraadpleegd op 27 december 2013, via Facebook: https://www.facebook. com/permalink.php?id=252213028150958&story_fbid=193702694079510
66
Vegware (z.d.). Vegware packaging made from plants. Geraadpleegd op 5 januari 2014, via Vegware: http://www.vegware.com/ Vejlgaard, H. (2010). The Lifestyle Puzzle. New York: Prometheus Books Voetprint Cooking (z.d.). Milieuvriendelijk koken, Footprint per recept, Voedselafdruk. Geraadpleegd op 6 januari 2014, via Wordpress: http://voetprintcooking.wordpress.com/ Vrijetijdshuis Brabant. (2012). Vrijetijdssector in cijfers 2012. Tilburg: Vrijetijdshuis Brabant. Wilde, K, (2011). De invloed van demografische, psychologische en organisatorische ontwikkelingen op sport- en Organisatiecommitment. Universiteit van Twente Wristify (z.d.). Wristify. Geraadpleegd op 26 december 2013, via Wristify Me: http://wristifyme.com/ Yoneda, Y. (2013). Meet the Tiny House Family Who Built an Amazing Mini Home for Just $12.000. Geraadpleegd op 28 december 2013, via Inhabitat: http://inhabitat.com/meet-the-tiny-house-family-who-built-an-amazing-mini-home-for-just-12000/ Youth Food Movement (z.d.). We serve: ‘Food for change’ Doe mee! Geraadpleegd op 5 januari 2014, via Youth Food Movement: http://youthfoodmovement.nl/
67
Bijlage 1 Begrippenlijst In deze begrippenlijst zijn enkele termen nader toegelicht, zodat het document beter begrepen kan worden.
Brainstorm
Een brainstorm is een techniek die wordt toegepast binnen het creatieve proces. Bij brainstormen worden alle ideeën die opkomen gelijk genoteerd. Binnen deze techniek is het heel belangrijk dat men elkaar niet beoordeeld, iedereen moet zijn eigen ideeën kwijt kunnen.
Brand Focus Match
Een brand focus match is een schematische weergave van de combinatie tussen trends en de organisatie.
Conceptboek
Het conceptboek is een hulpmiddel voor de opdrachtgever. Het conceptboek bevat alle onderdelen die nodig zijn om het concept te implementeren binnen zijn of haar bedrijf of organisatie. Het conceptboek bestaat uit: drie conceptniveaus, quality of life, criteria voor een sterk concept, criteria voor een betekenisgevend concept, financiële haalbaarheid, service design format, storyboard, project plan en een uitleg waarom het concept duurzaam is.
Conceptdefinitie
De conceptdefinitie is een specifieke uitwerking van het conceptontwerp. De conceptdefinitie is een concrete uitwerking van het uiteindelijke “idee”. In dit geval Speurneuzen in de vorm van een wandeling. Echter is in het proces een aantal keer verkeerde communicatie geweest met de opleiding. Door deze miscommunicatie zijn een aantal
68
begrippen verkeerd geïnterpreteerd, waaronder de conceptdefinitie. De conceptdefinitie is puur als het spel ‘Speurneuzen’ gezien. Echter was in dit opzicht puur het spel ‘Speurneuzen’ het conceptontwerp, de Speurneuzen wandeling was al een conceptdefinitie.
Conceptdragers
Conceptdragers zijn specifieke onderdelen die nodig zijn om de conceptdefinitie te kunnen voltooien. Denk bij ‘Speurneuzen’ aan het ‘Speurneuzenboekje’. Het ‘Speurneuzenboekje’ is hierbij een conceptdrager. Echter is in het proces een aantal keer verkeerde communicatie geweest met de opleiding. Door deze miscommunicatie zijn een aantal begrippen verkeerd geïnterpreteerd, waaronder de conceptdragers. In het proces is de wandeling binnen het ‘Speurneuzenspel’ als een drager gezien. Echter is dit niet de drager. De wandeling hoort bij de conceptdefinitie, niet als drager.
Conceptontwerp
Een conceptontwerp is een globaal idee dat hangt onder een conceptstatement. Dit globale idee moet concreet genoeg zijn om het te kunnen testen bij een doelgroep. Echter is in het proces een aantal keer verkeerde communicatie geweest met de opleiding. Door deze miscommunicatie zijn een aantal begrippen verkeerd geïnterpreteerd, waaronder het conceptontwerp. Het conceptontwerp is benaderd als een vaag onderdeel. De veronderstelling was dat daar geen concretisering in mocht plaatsvinden, dit was echter wel de bedoeling.
Conceptstatement
Een conceptstatement komt voort uit het gedachtengoed, dat word gecreëerd vanuit waarden die voortkomen uit trends, sectoren, doelgroep en opdrachtgever, ook wel een valuefit genoemd. In
de conceptstatement word in één zin duidelijk welke richting op wordt gedacht, het is de basis voor de rest van het proces. De conceptstatement valt als een paraplu over het conceptontwerp, de conceptdefinitie en dragers heen. Denk hierbij aan “Zoek je eigen weg” in dit proces. Echter is in het proces een aantal keer verkeerde communicatie geweest met de opleiding. Door deze miscommunicatie zijn een aantal begrippen verkeerd geïnterpreteerd, waaronder de conceptstatement. “Zoek je eigen weg” is geformuleerd als een conceptontwerp, dit bleek achteraf de conceptstatement te zijn.
Concepttest
‘Cultural probes’ is een techniek die toegepast wordt op de doelgroep. De doelgroep mag zelf een documentatie uitvoeren van een bepaalde handeling, activiteit of dag. Dit word vaak in de vorm van een dagboekje gedaan. Belangrijk bij deze techniek is wel dat er genoeg contact wordt gehouden met de doelgroep, zo kan er namelijk nog verdieping plaats vinden in de documentatie.
Deskresearch
Deskresearch is een methode om onderzoek te doen. Bij deskresearch ga je opzoek naar artikelen en andere bronnen. Je gaat opzoek in boeken en op internet, je gaat achter je bureau onderzoek doen.
Binnen een concepttest worden conceptontwerpen aan de doelgroep voorgelegd. De doelgroep geeft dan feedback op de conceptontwerpen. De feedback van de doelgroep is belangrijk voor de rest van het conceptingproces. De feedback kan gebruikt worden in het doelgroeponderzoek en de verdere ontwikkeling van het concept.
Empathy map
Contextual interviews
Fieldresearch
‘Contextual interviews’ is een techniek die word gebruikt bij fieldresearch naar de doelgroep. Bij ‘contextual interviews’ ga je met een persoon de desbetreffende activiteit doen die centraal staat in het interview. Terwijl je de activiteit aan het doen bent, voer je je interview uit en stel je direct vragen over de activiteit.
Creative paradise
‘Creative paradise’ is een dag die door Fontys ILS wordt georganiseerd. Op deze dag gaan alle studenten van hetzelfde jaar naar een bepaalde locatie, waar de gehele dag creatieve processen zullen plaatsvinden die in relatie staat met de opdrachten.
Cultural probes
De ‘empathy map’ schetst, net zoals de ‘personas’, een beeld van de gebruiker. De ‘empathy map’ is een tool dat helpt inzichten te verwerven in de gebruiker. Het gaat om inzicht in het milieu, gedrag, belang en aspiratie van de gebruiker. Fieldresearch is een manier van onderzoek, die samengaat met deskresearch. Bij fieldresearch ga je onder andere met de doelgroep praten en enquêtes afnemen: je gaat ‘het veld in’.
Physical wellbeing
‘Physical wellbeing’ is een term die word gebruikt in een model van Felce en Perry. Dit model gaat over quality of life, een aspect binnen quality of life is fysical wellbeing. De fysieke wellbeing van een mens is afhankelijk van verschillende aspecten: mobiliteit, persoonlijke veiligheid, fitness en health.
IJkpersoon
Een ijkpersoon is een fictief persoon dat representatief is voor de
69
doelgroep. Het ijkpersoon word visueel weergegeven met daaraan koppelend normen, waarden en kenmerken.
Implementatieplan
In het implementatieplan word aan de opdrachtgever duidelijk gemaakt hoe het concept op de beste manier geïmplementeerd kan worden binnen het bedrijf of de organisatie.
Macroanalyse
In de macroanalyse worden de sectoren, in dit geval Leisure en Human Movement, nauwkeurig geanalyseerd. Er wordt gekeken naar samenwerkingen die plaatsvinden tussen IVN en bedrijven die zich bevinden in deze sectoren. Ook zijn de sectoren geanalyseerd. Binnen de sectoren is gekeken naar trends, ontwikkelingen en actualiteiten.
Macrotrend
Een macro trend heeft betrekking op waarden. De macro-trend ligt tussen maatschappelijke trends en de korte termijn trends in.
Mega-analyse
Een mega analyse is een analyse van de maatschappij aan de hand van de DESTEP-factoren. Mega-trend Een mega trend is een trend op maatschappelijk niveau. Denk hierbij aan bijvoorbeeld duurzaamheid.
Mentaliteitsgroep
Een mentaliteitsgroep is een groep die eenzelfde leefwijze deelt. Een mentaliteitsgroep is te onderscheiden op onder andere waarden, normen, interesses, woonomgeving en stijl. Een mentaliteitsgroep draagt geen leeftijd, het gaat puur om de mentaliteit.
70
Merkwijzer
De merkwijzer, ook wel het brand design model genoemd, is een schematische weergave. Brand design is het vormen en vormgeven van merken. Dit aan de hand van merk innerlijk -en uiterlijk. Bij het merkinnerlijk gaat het om de kern, richting bepalen en geven aan het merk. Hier komen onder andere de missie visie, en kernwaarden naar voren. Het merkuiterlijk en stijlelementen worden genoteerd om zo het unieke van het merk te waarborgen en onderscheidenheid en herkenning te creëren.
Microanalyse
In de microanalyse wordt de opdrachtgever, in dit geval IVN, nauwkeurig geanalyseerd. Er wordt gekeken naar de waarden van IVN, de visie en de missie de conceptdragers, de cultuur, de conceptniveaus, de criteria voor een betekenis gevende beleving, de SUCCESS-formule, de relatie met de doelgroep, de historie, de bedrijfsoriëntatie, de organisatie- en klantwaarden, de identiteit, de communicatie en het gedrag.
Microtrend
Een micro trend is een verzameling van meerdere signalen, dat is ontstaan uit de waarden van de macrotrend. Microtrends zijn als het ware de uitingen, de tastbare elementen die voortkomen uit de andere trendniveaus.
Probleemstelling
Een probleemstelling wordt opgesteld naar aanleiding van een debriefing. De opdrachtgever geeft aan wat zijn probleem is en wat hij voor een uitkomst verwacht.
Physical evidence
‘Het ontastbare tastbaar maken’. Een service is ontastbaar, in
tegenstelling tot een product. Daarom is het belangrijk om iets tastbaars mee te kunnen geven aan de deelnemers van de service. Dit draagt bij aan het bewaren van een positieve herinnering.
Quality of life
Quality of life is een begrip dat word gebruik om aan te geven hoe gelukkig mensen zijn en welke factoren hieraan vast hangen. Factoren die hier aan vast hangen zijn: fysieke wellbeing, sociale wellbeing, materiele wellbeing, emotionele wellbeing en ontwikkeling en activiteit.
Service design format
Het ‘Service Design Format’ wordt ook wel ‘Service Design Blueprint’ genoemd. Hierbij ligt de nadruk op de details van het uitdenken en beschrijven van het proces van het concept. Dit mondt uit in een schematisch format wat de implementatie van het concept voor de opdrachtgever bevordert. Alle benodigde componenten en kanalen worden benoemd en onderlinge relaties worden verbonden.
Social wellbeing
Social wellbeing is een term die word gebruikt in een model van Felce en Perry. Dit model gaat over quality of life, een aspect binnen quality of life is social wellbeing. De social wellbeing van een mens hangt van verschillende aspecten af: sociale betrokkenheid en relaties.
SUCCESS- formule
De SUCCESS-formule is een handvat dat gebruikt wordt om erachter te komen of je concept kans van slagen heeft. Het concept moet voldoen aan alle aspecten van de SUCCESS-formule: simple, unique, credible, concrete, emotional, story en subliminal.
moment leeft.
Tools
In dit document worden met het woord ‘tools’ de verschillende technieken uit het boek ‘This is Service Design Thinking’ bedoelt.
Transcriptie
Een transcriptie is een manier van notuleren. Na verschillende onderzoeksmethode te hebben toegepast bij de doelgroep werd alles direct genotuleerd, zonder hier nog een tweede keer over heen te lezen. Vervolgens wordt de tekst nagekeken op kernwoorden, of belangrijke aspecten die niet vergeten mogen worden en deze worden gearceerd. De persoon die als eerste keer de tekst controleert wordt eerste transcripter genoemd. Vervolgens word het nog door twee groepsleden op de zelfde manier nagelezen.
Trendkaart
Een trendkaart is een verzameling van gesignaleerde trends. Op de trendkaart wordt in drie niveaus een trend uitgelegd: op maatschappelijk niveau, op het niveau van waarden en vervolgens op korte termijn (de uitingen).
Trendniveaus
Er zijn drie verschillende trendniveaus: micro, macro en mega.
Valuefit
Een valuefit is een combinatie van waarden. Deze waarden worden geformuleerd vanuit de opdrachtgever, de doelgroep, trends en sectoren. Een valuefit is het beginpunt van een creatief proces.
Tijdsgeest
De tijdsgeest is de mentaliteit waarin een mentaliteitsgroep op dit
71
Bijlage 2 Debrief Beste Piet, Afgelopen donderdag 17 december 2013 hebben wij een briefing van de opdracht ontvangen. Na deze bijeenkomst hebben wij de volgende probleemstelling geformuleerd: “Hoe kunnen we een uitgewerkt concept vanuit een strategische merkrichting ontwerpen voor IVN met de doelgroep 55 tot 70 jaar voor ogen, waarbij het uitganspunt het creëren van een duurzame samenleving is door mensen te betrekken bij natuur, milieu en landschap?” Om tot een conceptontwerp en implementatieplan te komen met de geformuleerde probleemstelling voor ogen gaan wij de volgende stappen ondernemen. - Allereerst gaan wij een onderzoeksplan opstellen. Dit visualiseren wij in een ‘gameplan’. - Wij gaan een Leisure/Human Movement trendkaart opstellen. Daarbij zullen wij de door u geformuleerde trends meenemen in ons trendonderzoek. - Wij gaan doelgroeponderzoek doen: na algemeen onderzoek naar de door u geformuleerde doelgroep 55-70 jaar gaan we een verdiepingsslag maken naar een mentaliteitsgroep en specifieke kenmerken als werkend/niet werkend en/of kleinkinderen/geen kleinkinderen formuleren. - Vervolgens gaan wij kwalitatief onderzoek doen naar deze doelgroep/ mentaliteitsgroep. - Na het doen van kwalitatief onderzoek naar de doelgroep gaan wij een IJkpersoon formuleren. Dit is een visualisatie van de doelgroep.
72
- Wij gaan IVN analyseren als merk. - Wij gaan een strategische richting formuleren. Dit geeft handvaten voor de uiteindelijke conceptontwerpen. - Wij gaan de trends en inzichten presenteren in de week van 20 tot 26 januari aan Hilde Roothart. - Wij gaan de conceptontwerpen verdiepen tijdens het Creative Paradise, een creatieve middag. - Wij presenteren twee conceptontwerpen aan Piet Duizer in februari. - Vervolgens werken wij twee haalbaarheidsanalyses uit van de gekozen concepten. - Deze concepten gaan wij testen onder de doelgroep/ mentaliteitsgroep. - Vanuit deze concepttest gaan wij een onderbouwde keuze maken voor het uiteindelijke conceptontwerp en implementatieplan. - Het conceptontwerp wordt uitgewerkt tot de conceptdefinitie. - Wij gaan een implementatieplan schrijven met: uitwerking conceptdefinitie, programma van eisen, planning activiteiten, begroting en conceptbewaking, inclusief implementatietools voor het uiteindelijke conceptontwerp. - Dit samen gaat een conceptboek opleveren inclusief relevante bijlagen. - Wij gaan dit conceptontwerp en implementatieplan presenteren door middel van een storyboard. De volgende leden van ‘projectgroep 4’ zullen het conceptontwerp en implementatieplan voor u ontwerpen: Reggie van der Ven (Projectleider). Rosanne Teurlings (Voorzitter). Désiree Laureijssen (Notulist). Jip Stijns (Vormgever). Lisa Wife (Vormgever). Marlou Goossens (Archivaris). Eva Bergman (Kwaliteitsbewaker).
Wij hopen u voldoende te hebben ge誰nformeerd. Mocht het zo zijn dat u vragen heeft horen wij dit natuurlijk graag. Vriendelijke groet, Reggie van der Ven, namens groep 4
73
Bijlage 3 Analyse opdrachtgever
vertellen en mensen bij hun verhaal betrekken. Ook zijn ze goede netwerkers, omdat ze kunnen verkopen en verbinden.
Voordat er een conceptversterking kan worden vormgegeven is het van belang het bedrijf, de organisatie, goed te analyseren. Daarbij wordt er op micro,- macro- en mesoniveau geanalyseerd.
Visie en missie
Micro-analyse
De visie van IVN luidt:
In de microanalyse wordt de opdrachtgever, in dit geval het Instituut Voor Natuureducatie en duurzaamheid – IVN, nauwkeurig geanalyseerd. Er wordt gekeken naar de waarden van IVN, de visie en de missie de conceptdragers, de cultuur, de conceptniveaus, de criteria voor een betekenisgevende beleving, de SUCCESS-formule, de relatie met de doelgroep, de historie, de bedrijfsoriëntatie, de organisatie- en klantwaarden, de identiteit, de communicatie en het gedrag.
Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid: IVN
IVN is een instituut voor natuureducatie en duurzaamheid dat werkt aan een duurzame samenleving. Het idee achter de organisatie is dat betrokkenheid bij de natuur duurzaam handelen stimuleert. Daarom laten zij jong en oud de natuur van dichtbij beleven. IVN verbindt hen met groene initiatieven rond natuur en maatschappelijke thema’s zoals voeding, gezondheid en energie.
Waarden
Belangrijke waarden voor IVN zijn duurzaamheid, educatie, natuur en betrokkenheid.
Kernwoorden
Een kernwoord van IVN is bevlogenheid, zowel bij natuur als bij duurzaamheid. Ook zijn ze sterk inhoudelijk, kunnen ze verhalen
74
De visie geeft het toekomstbeeld van de organisatie weer. Hoe ziet de organisatie zichzelf in de wereld van morgen? In deze tijd zijn we de balans van ons ecosysteem rap aan het verstoren. De huidige focus van onze westerse maatschappij ligt op het korte termijn van eigen belang. De biodiversiteit staat onder druk. Kinderen, jongeren en volwassenen leven op steeds grotere afstand van de natuur. We signaleren een opkomst van leeftijd gerelateerde aandoeningen. De bijdrage die natuur millennia lang heeft geleverd aan gezondheid en welzijn van mensen is niet meer vanzelfsprekend. We constateren dat het weer terug in balans brengen van ons ecosysteem en het in verbinding brengen van het individu met de natuur, voorwaarde zijn voor een duurzame toekomst. De visie levert input voor de missie. De missie is de basis waaruit de strategie en de organisatiedoelen worden afgeleid. De missie is een richtlijn en geeft sturing voor handelen van managers en medewerkers.
De missie van IVN luidt:
IVN organiseert lokale projecten voor jong en oud om de natuur van dichtbij te beleven. Ze verbinden hen met groene initiatieven rond natuur en maatschappelijke thema’s zoals voeding, gezondheid en energie. Dit doen ze met de hulp van vrijwilligers. Jaarlijks organiseren zij talloze projecten. Onder andere: in en om het huis, wijkprojecten, schoolprojecten en recreatie programma’s. Door deze laagdrempelige en educatieve activiteiten maakt een groot aantal mensen kennis met de natuur.
Conceptdragers
Conceptdragers zijn de dragers van het concept, zij maken het concept als een geheel.
Producten/diensten
Met hun diensten wil IVN jong en oud de natuur van dichtbij laten beleven. Zij verbinden hen met groene initiatieven rond natuur en maatschappelijke thema’s zoals voeding, gezondheid en energie. Dit doen ze door middel van wandelingen, lezingen en andere manieren om kennis over te brengen. De activiteiten die IVN dagelijks organiseert zijn: - natuurexcursies - kinderactiviteiten - natuurgidsencursussen - cursussen en opleidingen - wandel- en fietstochten - evenementen - natuurbeheer - cursus tuinreservaten Daarbij worden interesses gespecificeerd in diverse thema’s: - landschap - vogels - planten en bloemen - insecten - bomen - biodiversiteit - paddenstoelen - water - vleermuizen - padden en kikkers - egels
- overig Enkele lopende projecten van IVN zijn:
Groen dichterbij
Steeds meer mensen gaan dicht bij huis aan de slag met groen. Samen met de buurt leggen ze buurtmoestuinen en groene schoolpleinen aan, of nemen dorpsbosjes en plantsoenen in eigen beheer. Daarom zijn IVN, het Oranje Fonds, Buurtlink.nl en SME Advies, met ruimhartige steun van de Nationale Postcode Loterij, in 2012 gestart met het project Groen Dichterbij. Groen Dichterbij ondersteunt en versterkt de groeiende beweging van mensen die samen aan de slag gaan met de aanleg van groenvoorzieningen in hun directe leefomgeving. Zo worden straten en buurten in Nederland groener en gezelliger en de bewoners gezonder en gelukkiger.
Woordvoerders van de Natuur
Woordvoerders van de Natuur is een uniek en leerzaam programma voor basisschoolleerlingen uit groep 7 en 8, waarbij leerlingen in de huid van een onderzoeker, journalist, ondernemer of andere beroepsbeoefenaar kruipen. De leerlingen ontdekken hiermee de natuur op een manier die bij hen past. Nadat ze de natuur, kijkend door een andere ‘bril’, hebben mogen ontdekken, presenteren zij hun bevindingen aan een publiek. De leerlingen laten hun stem horen; zij zijn woordvoerders van de natuur!
Tuinreservaten
IVN werkt samen met VARA Vroege Vogels en verschillende natuurbeschermingsorganisaties aan de campagne Tuinreservaten. IVN werkt samen met VARA Vroege Vogels en verschillende natuurbeschermingsorganisaties aan de campagne Tuinreservaten. Met dit initiatief willen zij een einde maken aan ‘het stenen tijdperk’, de betegeling van tuinen, straten en steden in Nederland.
75
Duurzame Dinsdag
Al meer dan 10 jaar organiseert IVN, samen met andere maatschappelijke organisaties, op de eerste dinsdag van september Duurzame Dinsdag. Duurzame Dinsdag vraagt aandacht voor innovatieve duurzame ideeën uit de samenleving, die bijdragen aan verduurzaming van Nederland. Duurzame Dinsdag geeft bij de politiek aan wat nodig is in wet- en regelgeving om duurzaam te kunnen innoveren en opereren. Daarnaast zorgen Duurzame Dinsdag en haar partners ervoor dat er ondersteuning komt vanuit de politiek en de samenleving, om de initiatieven te versnellen in hun verdere ontwikkeling. Zo komt de realisatie van ideeën een stap dichterbij.
Scholen voor Duurzaamheid
Biowalking
Thema Duurzaam Voedsel
Natuur is geen luxeproduct, maar noodzaak. Uit steeds meer onderzoeken blijkt dat natuur een positieve invloed heeft op de gezondheid van mensen. Biowalking combineert deze twee factoren door wandelingen in de natuur aan te bieden voor mensen met gezondheidsproblemen.
Scharrelkids
Met ‘Scharrelkids’ biedt IVN inspiratie, tips en ideeën om met het hele gezin naar buiten te gaan, de natuur in. Diverse onderzoeken hebben afgelopen jaren aangetoond dat de natuur een gunstige invloed heeft op de totale ontwikkeling van kinderen. Vaker de natuur in gaan, hutten bouwen, kikkers zoeken, op stap met een IVN Natuurgids… Het levert geweldige ervaringen op en het is gezond. Maar het zorgt er ook voor dat kinderen een band met de natuur opbouwen. Als kinderen regelmatig de natuur intrekken, verhoogt dat hun interesse en betrokkenheid. En dat is weer belangrijk voor later.
76
Scholen voor Duurzaamheid is het landelijke onderwijsprogramma van IVN. Het slaat een brug tussen het Voortgezet Onderwijs en bedrijven en maatschappelijke organisatie die actief zijn op het gebied van duurzaamheid. De leerlingen werken in opdracht van echte opdrachtgevers. Ze doen onderzoek of maken een ontwerp rond een actuele maatschappelijke kwestie. En ze ontmoeten vertegenwoordigers van bedrijven en maatschappelijke organisaties die hen een probleem of vraagstuk voorleggen. Deze contacten vinden plaats in de eigen regio. Het moduleprogramma varieert dan ook per provincie. Veel mensen weten niet hoe hun voedsel wordt geproduceerd. Dikwijls heeft het een lange weg afgelegd voor het op een bord belandt. Voedsel komt steeds vaker uit andere delen van de wereld. Met als gevolg dat mensen zich minder bewust zijn van de oorsprong en manier van produceren ervan. Een groot deel van onze voedselproductie heeft een negatief effect op natuur, milieu en dierenwelzijn. Duurzame voedselproductie én -consumptie zijn daarom steeds belangrijker. IVN initieert, regisseert en coördineert activiteiten en projecten op het gebied van duurzaam voedsel. Dit doen ze veelal in samenwerking met boeren, agrarische natuurverenigingen, gemeenten en andere partijen die mensen bewust willen maken van de herkomst van hun voedsel. Zo stellen ze samen jong en oud in staat een goede keuze te maken omtrent hun eten.
Thema Duurzame Recreatie
De natuur is voor Nederland van grote waarde. Nederlanders recreëren graag in het groen. Dit is erg positief. Natuurrecreatie draagt bij aan de
gezondheid en versterkt de band tussen mens en natuur. Bovendien is het gunstig voor de economie. Helaas kunnen toerisme en recreatie de natuur ook veel schade toebrengen. Mensen zijn zich vaak niet bewust van de natuurlijke en landschappelijke waarde van het gebied waarin zij recreëren. En van de invloed die hun ontspanning en vermaak daar op heeft. IVN stimuleert dit besef, en werkt samen met partners als Koninklijke Horeca Nederland, RECRON en LTO Nederland aan het vergroten van draagvlak voor de instandhouding van de Nederlandse natuur. Zodat we daar nu en in de toekomst van kunnen blijven genieten.
Thema Klimaat en Energie
De gemiddelde temperatuur op aarde stijgt. Dit heeft grote gevolgen voor de voedselvoorziening, veiligheid en biodiversiteit. Enerzijds zijn natuurlijke factoren van invloed op het opwarmen van de aarde. Maar de broeikasgassen die door toedoen van de mens in de atmosfeer belanden, versterken deze opwarming enorm. Vooral de hoeveelheid C02 is de afgelopen 200 jaar flink toegenomen. Door minder energie te gebruiken en over te stappen op duurzame alternatieven, kan de uitstoot van broeikasgassen worden teruggebracht. IVN stimuleert energiebesparend gedrag en klimaatbewust handelen door jong en oud te laten inzien wat hun energieverbruik voor effect heeft op het klimaat, en wat ze hier tegen kunnen doen. Hiervoor werken zij onder andere samen met Natuur- en milieufederaties, provincies en SMEadvies.
Thema Natuur en Gezondheid
Ga de natuur in. Groen is gezond! Steeds meer onderzoeken onderstrepen de positieve invloed van natuur op de gezondheid. Vooral bij kinderen. Ook draagt spelen in de natuur bij aan hun ontwikkeling. Het maakt kinderen creatiever, slimmer én fitter. Helaas is de afstand tussen mens en natuur, vooral door verstedelijking, nog
nooit zo groot geweest als nu. IVN wil deze afstand verkleinen door jong en oud vaker in contact te brengen met de natuur, zodat zij zelf ervaren welk effect dit heeft op hun gezondheid. Daarom initieert, regisseert en coördineert IVN activiteiten en projecten gericht op natuurbeleving. Hierbij werken ze samen met andere partijen die de positieve invloed van natuur op gezondheid onderkennen, zoals gezondheidsinstellingen, Centra Jeugd&Gezin en NME-centra.
Thema Water
Schoon water is onmisbaar. Het voorziet in de eerste levensbehoefte van mens, dier én natuur. Maar voor de mens gaat de noodzaak van water verder dan dat. We gebruiken water voor zaken als het huishouden, landbouw, industrie, stroomopwekking, transport en recreatie. En we doen van alles om ons te beschermen tegen het water. Helaas zijn waterconsumptie, - productie en de aanleg van waterkeringen van grote invloed op het ecosysteem. Daarom is het noodzakelijk een goede balans te vinden tussen de waterbehoefte van mens en natuur. IVN zet zich in mensen bewust te maken van de waarde van water en hun gedrag omtrent water. Met dit doel initieert, regisseert en coördineert IVN, samen met partijen als waterschappen, provincies en groene hogescholen, projecten en activiteiten gericht op waterproblematiek.
Sociale media Facebook
https://www.facebook.com/IVNbeelfdenatuur Op Facebook heeft IVN 1783 likes. Dat betekent dat zo’n achttienhonderd mensen IVN online via dit kanaal volgen. IVN plaatst ongeveer twee keer in de drie weken een bericht. Opvallend is dat de doelgroep een wat oudere leeftijd heeft dan de gemiddelde Facebookgebruiker, maar toch in vrij grote aantallen lid zijn van de pagina.
77
https://twitter.com/IVNNederland Via Twitter heeft IVN 8384 volgers, wat opmerkelijk meer is dan op Facebook. Dit betekent dat de doelgroep beter te bereiken is via dit kanaal. Op Twitter is de activiteit qua posts ook hoger dan op Facebook.
YouTube
http://www.youtube.com/user/IVNNederland IVN heeft een eigen videokanaal op Youtube waarmee ze hun volgers voorzien van beeldmateriaal.
Netwerk en personeel
IVN is een vrijwilligersorganisatie. Ongeveer 30.000 vrijwilligers houden de organisatie draaiende samen met 100 betaalde werknemers. IVN heeft 175 verschillende afdelingen voor educatie en wandelingen. Ze zijn vooral werkzaam voor gemeenten en provincies, daaronder vallen ook de waterschappen en ministeries. Andere netwerken zijn NGO’s, natuurbeheerders en Nationale parken. Daarnaast werkt IVN samen met verschillende organisaties die net als zij betrokken zijn bij de natuur en duurzaam handelen (Instituur Voor Natuureducatie en Duurzaamheid, z.d.).
Vormgeving en visuele uitingen
IVN wil zijn duurzame en natuurlijke kant zowel online als offline laten overkomen aan de bezoeker. Hiervoor wordt gebruikt gemaakt van verschillende kleuren groen en natuurlijke afbeeldingen.
Cultuur
Bij het analyseren van de cultuur wordt er gekeken naar hoe er met elkaar wordt omgegaan binnen een organisatie. Binnen de organisatie IVN heerst een adhocratiecultuur. Dit houdt in
78
dat de organisatie zeer dynamisch en flexibel is. In deze cultuur staan projecten centraal en worden beslissingen zo genomen dat het project zo goed mogelijk uit de verf komt. Daarbij zijn ook de individuele belangen ondergeschikt en is het vooral het gezamenlijk belang dat telt. Dit zie je ook terug in de cultuur die heerst binnen IVN. Veel van het werk wat ze verrichten is op projectbasis. Ze hebben honderden projecten per jaar lopen, van klein- tot grootschalig. Ze werken met ontzettend veel vrijwilligers die over het gehele land verspreid zijn. Deze mensen zetten zich allemaal in om de projecten zo goed mogelijk uit de verf te laten komen. Bij deze projecten is het erg belangrijk om het samen te doen en staat dus het gezamenlijk belang hoog in het vaandel. De betrokkenheid van de medewerkers is dan ook erg hoog. Ook is innovatie erg belangrijk bij IVN: ze volgen verschillende trends op de voet en proberen hier zo goed mogelijk op in te spelen.
Conceptniveaus: Conceptidee
Een instituut voor natuureducatie en duurzaamheid.
Conceptontwerp
Betrokkenheid bij de natuur creëren en duurzaam handelen stimuleren en jong tot oud de natuur dichtbij laten beleven. IVN verbindt hen met groene initiatieven rond natuur en maatschappelijke thema’s zoals voeding, gezondheid en energie.
Conceptdefinitie
IVN is een landelijke organisatie die mensen lokaal bij de natuur betrekt. Op scholen, in Nationale Parken en in hun eigen buurt. Binnen de 170 lokale afdelingen van IVN zijn zo’n twintigduizend ervaren vrijwilligers actief. Jaarlijks organiseren zij met veel passie talloze excursies, cursussen, wandelingen, tentoonstellingen en opleidingen. Door deze laagdrempelige en educatieve activiteiten maakt een groot
aantal mensen kennis met de natuur. De beroepskrachten van IVN ondersteunen de vrijwilligers bij hun activiteiten, en initiëren landelijke en regionale campagnes zoals Scholen voor Duurzaamheid, Scharrelkids en Groen Dichterbij. Zo’n 130 professionals werken vanuit de provinciale vestigingen en een landelijk kantoor in Amsterdam.
Criteria voor een sterk concept
Tijdens de analyserende fase is er gekeken of het concept voldoet aan de criteria voor een betekenisgevende beleving.
Onderscheidend
IVN is onderscheidend, omdat het voor iedere natuurlijke activiteit een programma heeft en het in heel Nederland actief is.
Eenvoudig te communiceren
IVN is duidelijk te communiceren, omdat de uitstraling op de verschillende kanalen hetzelfde is en hierdoor herkenbaar wordt. De visie en missie zijn duidelijk geformuleerd en worden nageleefd.
Heeft betekenis
heersende trends binnen Leisure. Dit is onder andere terug te zien aan het belevingsaspect wat in hun manier van informatie overbrengen verweven zit.
Overkoepelend
Doordat de visie en missie met de daarbij behorende waarden overal terug te vinden zijn is IVN overkoepelend. Het is één geheel.
Gebaseerd op visie van de organisatie
De visie van IVN luidt als volgt: In deze tijd zijn we de balans van ons ecosysteem rap aan het verstoren. De huidige focus van onze westerse maatschappij ligt op het korte termijn van eigen belang. De biodiversiteit staat onder druk. Kinderen, jongeren en volwassenen leven op steeds grotere afstand van de natuur. We signaleren een opkomst van leeftijd gerelateerde aandoeningen. De bijdrage die natuur millennia lang heeft geleverd aan gezondheid en welzijn van mensen is niet meer vanzelfsprekend. We constateren dat het weer terug in balans brengen van ons ecosysteem en het in verbinding brengen van het individu met de natuur, voorwaarde zijn voor een duurzame toekomst.
IVN heeft betekenis, omdat het bijna geheel draait op vrijwillige basis en een verbindingsfactor is tussen mens en natuur.
Dit is wat wordt nageleefd.
Is duurzaam
IVN spreekt tot de verbeelding, omdat bij ieder communicerende boodschap, beeld wordt gebruikt wat toepasselijk is bij het concept.
Het concept van IVN is zeker duurzaam, omdat de natuur, educatie en duurzaamheid erg belangrijk zijn. Niet alleen nu, maar ook de komende jaren zijn dit onderwerpen die een grote rol blijven spelen of zal moeten gaan spelen in het leven van mensen.
Past bij de tijdsgeest
IVN sluit aan bij de tijdsgeest doordat ze op de hoogte zijn van de
Het spreekt tot de verbeelding
SUCCESS-formule
IVN is ook geanalyseerd aan de hand van de SUCCES-formule van een betekenisgevende beleving (Kuiper en Smit, 2011).
79
Simple
IVN organiseert activiteiten door heel Nederland. De vrijwilligers zorgen ervoor dat dit in goede banen verloopt. De natuur laten beleven en ze inspireren tot duurzaam handelen staat bij IVN hoog in het vaandel.
Unique
IVN is authentiek doordat de natuur iets is wat vroeger veel meer gewaardeerd werd dan nu in de maatschappij. Door dit op een informatieve manier tijdens vrijetijdsactiviteiten over te brengen komt het beter aan bij het publiek.
Credible
De geloofwaardigheid van IVN heeft het vooral te danken aan de vele vrijwilligers die met passie de verschillende activiteiten organiseren.
Concrete
Er is een duidelijk doel: het overbrengen van natuureducatie en duurzaamheid, wat wordt nagestreefd en werkt in de praktijk.
Emotional
Er wordt ingespeeld op de behoefte van jong en oud die interesse hebben in de natuur. Ze laten mensen de natuur van dichtbij beleven.
Story
Doordat iedere vrijwilliger zijn of haar verhaal, mening en overtuiging kan meenemen in de begeleiding is er persoonlijke passie voelbaar.
Subliminal
Bij de georganiseerde activiteiten binnen IVN kan gemakkelijk ‘flow’ ontstaan, doordat de bezoeker wordt meegenomen in de natuur.
Relatie met de doelgroep 80
IVN heeft meerdere activiteiten die aansluiten bij de geformuleerde doelgroep ‘mensen van 65 tot vitaal met kleinkind(eren) in de leeftijd van 6 tot 10 jaar’.
Historie
Om te kunnen zien waar IVN nu staat, moeten we eerst terug in het verleden om te kijken hoe het bedrijf zich in de jaren ontwikkeld heeft.
Voor IVN, IVN was
IVN is voortgekomen uit het burgerinitiatief de Bond tegen verontreiniging stad en land (aanvankelijk het Comité tegen de verontreiniging van Stad en land), opgericht in 1938. In 1948 werd de naam omgezet in Bond van Natuurbeschermingswachten, een landelijke vereniging met afdelingen en districten. Op 17 mei 1960 werd deze bond omgezet in de Vereniging Instituut voor Natuurbeschermingseducatie en wordt de naam IVN gebruikt. De leden van deze vereniging zetten zich in voor het daadwerkelijk realiseren van de doelstellingen: meer natuur van betere kwaliteit en een gezond milieu. (IVN, 2013)
Het huidige IVN
IVN bestaat nu uit een vereniging van vrijwilligers en leden (organisatie) en daarnaast een beroepsorganisatie (stichting) die de aandacht en de waardering van mensen voor natuur en milieu wil vergroten. Het huidige IVN staat voor een duurzame samenleving en wil daartoe betrokkenheid van mensen vergroten bij natuur en omgeving. Natuurexcursies, sociale cohesie, civil society en duurzaamheid zijn daarbij erg belangrijk. Binnen de 170 lokale afdelingen van IVN zijn zo’n twintigduizend ervaren vrijwilligers actief. Door deze laagdrempelige en educatieve activiteiten maakt een groot aantal mensen kennis met de natuur. Het IVN bereikt met haar activiteiten zo’n 2 miljoen mensen per jaar in Nederland.
Bedrijfsoriëntatie
mee bedoeld dat ze erg luisteren naar hun klanten en goed in de gaten houden wat er in de maatschappij speelt. Dit is terug te zien in de vele initiatieven en projecten voor uiteenlopende doelgroepen. Ook kwam de interesse voor de maatschappij en trends die spelen in de briefing naar voren, waar kort werd stilgestaan bij trends die relevant zijn voor IVN. Organisatie georiënteerd houdt in dat IVN ook kijkt naar de ‘wij’. Hiermee wordt bedoeld dat ze kijken naar het motiveren en optimaliseren van hun medewerkers om zo goede diensten te leveren. IVN draait vol op hun vrijwilligers en er worden aan hen tweejarige cursussen aangeboden tot natuurgids. Deze wordt georganiseerd door het IVN Cursushuis. Dit toont aan dat IVN investeert in haar vrijwilligers en deze wil optimaliseren om het beste uit zichzelf en hun werk te halen.
Kerncompetenties Bij ‘Bedrijfsoriëntatie’ wordt gekeken of IVN markt-, organisatie-, proces- of product georiënteerd is. Dit houdt in dat er wordt gekeken waar hun grootste focus ligt: bij de klant, medewerkers, processen of de kwaliteit? Na de briefing van de opdrachtgever IVN, is er geconstateerd dat IVN een organisatie is die zich richt op educatie en duurzaamheid. Ook werd er verteld dat IVN zichzelf in vier rollen ziet: die van pleitbezorger, facilitator, innovator en uitvoerder. Uit de briefing in geconcludeerd dat IVN zowel markt georiënteerd is, als organisatie georiënteerd. Hier wordt kort op ingegaan.
IVN onderscheidt zich met de deskundigheid van zijn vrijwilligers. IVN bestaat uit zo’n 30000 vrijwilligers en 100 betaalde werknemers. De vrijwilligers voorzien de consument van educatie en inspireren hen op deze manier om bewuste keuzes te maken en duurzamer te leven. Ieder dorp kent wel een IVN vrijwilliger, dankzij de ons-kent-ons cultuur is het makkelijker om de visie van IVN te verspreiden en lokale bekendheid te creëren. Daarnaast dragen de vrijwilligers bij aan de participatie. Ze kunnen mensen activeren, brengen hen in beweging en nemen ze mee in een natuurbeleving.
Markt georiënteerd houdt in dat IVN erg kijkt naar de ‘zij’. Hier wordt
81
Organisatie- en klantwaarden
gebruik gemaakt van groentinten, blauwtinten en afbeeldingen van de natuur. Opvallend zijn de roze titels, die bijdragen aan een frisse en jonge uitstraling. Op de website zijn er veel afbeeldingen te vinden van mensen die samen ondernemen. Er wordt veel gebruik gemaakt van beeld en foto’s. Dit helpt mensen een beeld te vormen bij de activiteit.
Communicatie
De communicatie is de wijze waarop een onderneming met haar doelgroep communiceert, bijvoorbeeld teksten op de website of in brochures, communicatiecampagnes, marketinginstrumenten en de gebruik van nieuwe media, zoals social media..
Identiteit Gewenste identiteit
De gewenste identiteit van IVN is dat zij worden gezien als een organisatie die duurzaamheid en educatie hoog in het vaandel heeft staan en dit succesvol overdraagt aan de deelnemers van de activiteiten van jong en oud.
Werkelijke identiteit
IVN komt op de deelnemers van de activiteiten ook over als een positief, sympathiek bedrijf wat leuke en leerzame activiteiten organiseert. De gewenste en werkelijke identiteit lijken dan ook overeen te komen. Echter is er geen onderzoek gedaan naar het beeld wat mensen hebben over IVN. Om de werkelijke identiteit vast te stellen, zal onderzoek gedaan moeten worden.
Symboliek
De symboliek is de visuele uitstraling van een onderneming, zoals de huisstijl, de promotiemiddelen en de uitstraling van het pand. De visuele uitstraling van IVN is fris, groen en natuurlijk. Er wordt veel
82
Zoals eerder vermeld maakt IVN gebruik van meerdere social media kanalen. Zo hebben zij een Facebookpagina, Twitteracount maar ook een Youtube kanaal. Op de Facebookpagina en op Twitter promoten zij volop hun diversiteit aan activiteiten. Zo kan jong en oud altijd zien of er iets te doen is. Op hun Youtube kanaal is er een diversiteit van (informatie)filmpjes te vinden over IVN en over hun projecten. De website van IVN is helder en overzichtelijk. Zodra je op de website komt wordt je direct getrokken naar de ‘zoek een activiteit’ balk. Dit is erg handig, omdat de (poteniele) deelnemer dan altijd meteen weet wat hij of zij kan ondernemen. Met heldere kopjes wordt op de homepage een overzicht gegeven van nieuws en diverse lopende projecten. De site is verder helder opgebouwd met de kopjes: Nieuws, Activiteiten, Afdelingen, Projecten, Steun IVN en Over IVN. Het is erg gemakkelijk achter de gewenste informatie te komen. De teksten op de website en op de social media kanalen zijn helder en makkelijk te begrijpen.
Gedrag
Onder gedrag worden de activiteiten verstaan die worden ondernomen die bepalend zijn voor het imago van een onderneming.
IVN is erg maatschappelijk betrokken en vanzelfsprekend erg betrokken bij de natuur. Dit uiten zij in de diverse educatieve programma’s die altijd in verbinding staat met de natuur. IVN streeft duurzaamheid en educatie na, waarden die over het algemeen door een groot deel van de Nederlandse bevolking als belangrijk worden geacht. Ook heeft IVN het CBF keurmerk. Dat betekent dat IVN als goed doel betrouwbaar en transparant is. Dit wekt over het algemeen vertrouwen. Ook is IVN door de Belastingdienst aangemerkt als Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI). Dit betekent dat je een donatie of lidmaatschap kan aftrekken van je belastbaar inkomen. Dit stimuleert mensen om een bijdrage te leveren aan IVN. Deze factoren dragen bij aan de betrouwbaarheid van IVN als natuurorganisatie.
Macro-analyse
In de macro analyse worden de sectoren Leisure en Human Movement nauwkeurig geanalyseerd. Er wordt gekeken naar samenwerkingen die plaatsvinden tussen IVN en bedrijven die zich bevinden in deze sectoren. Ook zijn de sectoren geanalyseerd en is er gekeken naar trends, ontwikkelingen en actualiteiten. Uit het trendonderzoek dat heeft plaatsgevonden binnen de sectoren is er een trendkaart gevormd. Deze trendkaart is op verschillende niveaus opgebouwd: maatschappelijk niveau (mega), ontwikkelingen gebaseerd op waarden (macro) en uitingen in de samenleving (micro). Door op deze drie manieren naar een trend te kijken wordt deze op de beste manier geanalyseerd en duidelijk weergegeven.
Netwerk
Het netwerk van IVN bestaat uit onder andere: - DuurzaamDoor - Vroege Vogels - Natuurwerkdag
- Groen en Doen - Jaar van de groene kinderopvang - Nieuws? Uit de natuur! - CBF-keurmerk - AINB (Belastingdienst) - Nationale Postcode Loterij - Ministerie van Economische Zaken (project Groen en Doen) - Overige Ministeries - Diverse scholen - De vrijwilligers in uiteenlopende branches - De beroepskrachten - Pers - Leden - Diverse overheidsinstellingen - De natuur
Samenwerking
IVN werkt samen met verschillende organisaties, die net als zij betrokkenheid bij de natuur en duurzaam handelen stimuleren. Dat zijn de volgende organisaties: - DuurzaamDoor: DuurzaamDoor is een kennisprogramma met als doel de ontwikkeling naar een groene, duurzame economie te versnellen en om doorbraken te helpen realiseren. Centraal staan maatschappelijke vraagstukken over energie, water, bio diversiteit, grondstoffen en voedsel. - Wolven in Nederland: Samen met andere organisaties verstrekt IVN neutrale informatie, als tegenwicht voor soms heftige reac ties die de wolf oproept. Op deze manier willen ze ervoor zor gen dat wolven niet alleen welkom zijn in de natuur, maar ook in de hoofden en harten van mensen in Nederland. - Vroege Vogels: IVN werkt samen met VARA Vroege Vogels,en verschillende natuurbeschermingsorganisaties aan de cam
83
pagne Tuinreservaten. Met dit initiatief willen ze een einde maken aan het ‘stenen’ tijdperk’, de betegeling van tuinen, straten en steden in Nederland. - Groen en Doen: Met meer groen in de buurt zijn mensen geluk kiger en gezonder. Met financiering vanuit Groen en Doen, een programma van het Ministerie van Economische Zaken, heeft IVN daarom onder andere het Groen (Dichterbij) Menu ontwik keld. - Jaar van de Groene Kinderopvang: In samenwerking met andere partners wil IVN in 2014 zoveel mogelijk kinderopvan georganisaties bewust maken van het belang van groen in de kinderopvang. - Nieuw? Uit de Natuur!: Samen met andere natuurorganisaties heeft IVN zich verbonden aan de vernieuwende versie van het programma Nieuws? Uit de Natuur!
Wat voor een vormen van samenwerking hanteert IVN? Sequentiële samenwerking: Dit zijn de partijen die bij een proces betrekken zijn. IVN doet aan sequentiële samenwerking door het inzetten van vrijwilligers, beroepskrachten en door samen te werken met eerdergenoemden organisaties. Al deze partijen dragen hun steentje bij aan het succes van IVN. Mede door hun inzet is IVN zo’n grote, succesvolle organisatie.
Plaatsgebonden samenwerking: Hiermee wordt samenwerking tussen partijen die op dezelfde plek actief of gevestigd zijn bedoelt. Omdat over het hele land diverse vestigingen van IVN zijn te vinden, kan niet met zekerheid gezegd worden dat IVN op alle locaties aan plaatsgebonden samenwerking doet.
Branchevreemde maar concepteigen samenwerking:
Dit zijn de partijen met wie de organisatie samenwerkt die op het
84
eerste oog niets met elkaar te maken hebben maar toch bepaalde overeenkomsten hebben, waardoor samenwerking voor beide oplevert.
Welke eventuele nieuwe partners?
Eventuele nieuwe partners voor IVN zouden boerderijen, dierentuinen, survivalorganisaties, fietsenwinkels en cateringbedrijven kunnen zijn.
ANALYSE SECTOREN HUMAN MOVEMENT EN LEISURE
De oudere generatie, 65-plus, beweegt voldoende maar sport te weinig. Dit komt door ziekte en lichamelijke klachten en de keuze voor andere vrijetijdactiviteiten. In de oudere generatie is het, ten opzichte van de andere generaties, niet zo dat de culturele afkomst invloed heeft op het percentage wat sport. De afbeelding hieronder weergeeft de startmotieven van ouderen.
Human movement. Trends en ontwikkelingen in de bedrijfstak
Trends en ontwikkelingen in Human Movement Binnen de sport en bewegen branche vinden altijd ontwikkelingen plaats. De voornaamste verandering is de komst van de smartphone, die een nieuwe dimensie heeft gegeven aan het sporten. Maar dit is niet voor alle doelgroepen hetzelfde. Binnen dit project staat de doelgroep ’65 tot vitaal’ centraal en daarom wordt de focus hier gelegd op ouderen en sport en bewegen. Het NOC*NSF is een Nederlandse sportorganisatie die sport wil bevorderen. Zij hebben een aantal doelen opgesteld, naar aanleiding van een onderzoek van GFK, die zij voor 2016 willen bereiken. Deze luidt als volgt: - Meer mensen sporten: 10% stijging van het aandeel van de Nederlandse bevolking dat minimaal 12 keer per jaar sport (van 69% tot 79%). Secundaire (gerelateerde) doelstellingen voor 2016 zijn: - Mensen sporten vaker: 10% stijging van het aandeel van de bevolking dat minimaal 40 weken per jaar sport. - Mensen sporten actiever: 10% stijging van het aandeel dat voldoet aan de combinorm, 10% stijging van het aantal competitieve sporters. - Mensen sporten langer: 35% van de bevolking is (in 2016) lid van een sportvereniging of andere sportaanbieder.
85
De afbeelding hiernonder laat zien wat de populairste sporten zijn voor de 65-plussers.
Andere belangrijke uitkomsten van het marktonderzoek van GFK zijn de positie van niet autochtonen Nederlanders. Vooral vrouwen die niet afkomstig zijn uit Nederland sporten niet voldoende. Daarbij wordt er in de drie groten steden opvallend weinig gesport. Dit kan te maken hebben met het feit dat hier relatief meer niet autochtonen Nederlanders wonen. Een ander verschil zit hem in de scholing: lager opgeleiden sporten over het algemeen minder vaak dan hogeropgeleiden. Dit is in de bovenstaande afbeelding schematisch weergegeven.
86
Het schema wat hieronder te zien is geeft weer hoeveel procent van de Nederlandse bevolking niet voldoet aan de combinorm. Hierin is goed te zien dat de doelgroep 65-plus het minste sport. Iets om rekening mee te houden is het feit dat tussen de 12-44 jaar het grootste percentage afhakers van sporten is. Vanaf 24 jaar ook in grote getalen van de georganiseerde sport. (afbeeldingen en tekst afkomstig van GFK marktonderzoek sportersmonitor 2012)
Een andere kant van de technologisering is dat hierdoor veel meer mensen minder actief worden, en daaruit zou obesitas kunnen voortvloeien. Dit is iets wat binnen de sport en bewegen tak van de maatschappij niet vergeten kan en mag worden. Het Nationaal Kompas schrijft: ‘Zestig procent van de ouderen heeft overgewicht’. De percentages overgewicht en obesitas zijn hoger bij oudere dan bij jongere leeftijdsgroepen. Bijna zestig procent van de 65-plussers heeft overgewicht. Van de mannen heeft 62% een BMI van 25 kg/ m2 of hoger, van de vrouwen 57%. Ook obesitas komt vaker voor bij ouderen. Bijna 18% van de vrouwen en 14% van de mannen van 65 jaar en ouder heeft een BMI van 30 kg/m2 of hoger. Bij vrouwen is de stijging van overgewicht en obesitas met de leeftijd duidelijk zichtbaar. 17,1% van de 65-plussers in 2013 heeft ernstig overgewicht volgens het CBS. Door de economische crisis is budgetsporten aangetrokken. Dit is terug te zien bij FitforFree en BasicFit, die voor een lage prijs arrangementen aanbieden in de sportschool. Er blijkt dan ook dat geld een belangrijke pijler is of mensen wel of niet gaan sporten. Daarom kunnen combinatie sporten extra aantrekkelijk gevonden worden. Zoals Poweryogo, wat een combinatie is van rust en fitness.
Dan de vergrijzing, die gevolgen heeft voor de bewegingsnorm van mensen. De mensen worden ouder maar ouderdomsklachten blijven. De ouderen zijn een breekbaardere groep, waardoor ze wat bang zijn om te sporten. Dit is juist niet goed, want hierdoor zijn ze meer blessuregevoelig dan wanneer ze zouden bewegen. De technologisering is net al even genoemd, maar heeft ook veel gevolgen en impact op de beweging van mensen. Zoals tracking, waarbij je online inzicht hebt in je sportresultaten en deze kunt delen. Of het uitvoeren van teamsporten via een app. Dit geeft een nieuwe dimensie en beleving aan sporten. Dit geeft ook een extra spelelement aan de sport wat in trek is en dit motiveert.
De normale fitnesscentra zullen uitgroeien tot meer dan alleen fitnesscentra, zo wordt er bijvoorbeeld wellness aan toegevoegd. Fitland is hier een voorbeeld van, die op verschillende locaties een hotel en wellnesscentra erbij heeft. De kleinere bedrijven zullen zich vooral gaan richten op budget en puur fitness. De mens wil steeds gezonder leven en hierbij hoort een getraind lijf. Wat veel gebeurt is foto’s van trainingsschema’s of ‘before and after’ online posten. De instagram pagina’s die sport en lichaam gerelateerd zijn hebben bijvoorbeeld veel volgers. Het resultaat van het sporten is belangrijker dan het sociale contact binnen de fitnesswereld. (bovenstaande gegevens zijn afkomstig uit de reader Human Movement jaar 2 ILS)
87
Trendkaarten, human movement
Onderstaande trendkaarten laten globaal de ontwikkelingen zien binnen de sector Human Movement.
Demografisch, Sociaal cultureel & Human Movement.
88
Technologie & Human Movement
89
Ecologie & Human Movement
90
Politiek & Human Movement
91
Economie & Human Movement
92
Leisure Ontwikkelingen vrijetijdssector algemeen
Binnen de sector Leisure is een duidelijke vraag- en aanbodzijde aanwezig. Beide zijdes binnen de sector Leisure zijn geanalyseerd en komen hier aan bod. Er is gekeken naar de algemene cijfers binnen deze sector en de algemene trends zijn uitgewerkt. Nederlandse huishoudens geven rond de 25% van hun besteedbare inkomen uit aan deze sector. De bestedingen zijn dus behoorlijk groot. Het grootste deel van deze bestedingen wordt buitenshuis gespendeerd, respectievelijk 70% van het totale bedrag van de ongeveer €75 miljard wat er in deze sector wordt besteed per jaar. Dit is opmerkelijk, aangezien het overgrote deel van de vrije uren in eigen huis worden besteed, maar hier wordt maar 8,2% van dit bedrag aan besteed, wat gelijk staat aan €7 miljard. Het overige bedrag van € 26 miljard wordt besteed aan vakantie.
De gemiddelde Nederlander heeft 45 uur vrije tijd per week. Dit is minder dan enkele jaren geleden, terwijl de vrijetijdindustrie de afgelopen jaren flink is gegroeid. Dit wordt ook wel de vrijetijdsparadox genoemd. Deze paradox is deels te verklaren door te kijken naar het veranderde vrijetijdsgedrag. Nederlanders stellen namelijk veel hogere eisen aan de schaarse vrijetijd vergeleken met vroeger. Ze gaan er vaker op uit, maar kiezen liever om meerdere kleine activiteiten te ondernemen. Technologische en digitale ontwikkelingen hebben er ook voor gezorgd dat we sommige activiteiten efficiënter kunnen doen en multitasken ook steeds centraler staat. Men heeft er steeds meer behoefte aan dat een vrijetijdsbesteding ook een beleving met zich meebrengt. (Mulder, 2011) Beleving is een erg belangrijk begrip, zowel online als offline. Online wordt steeds meer interactiviteit verwacht door de consument. De huidige economische situatie, ook wel gedefinieerd als de economische crisis, zorgt er wel voor dat de bestedingen binnen de sector Leisure onder druk staan, waardoor veel bedrijven in deze sector het moeilijk hebben. Je ziet binnen deze sector dat er veel concurrentie ontstaat op het gebied van prijs. Steeds meer bedrijven kijken of het mogelijk is om een schaalvergroting door te voeren en efficiëntie is een centraal begrip binnen bedrijven. Bedrijven proberen zich steeds meer te onderscheiden en doen dit onder andere door een full-service aan te bieden en dan vooral gericht op service en personeel. Ook de doelgroep die ontstaat door de grote vergrijzing is iets om rekening mee te houden. Deze mensen hebben over het algemeen veel te besteden en relatief veel vrijetijd. Bedrijven moeten zich meer gaan focussen op de behoeften van deze doelgroep. Zij hebben namelijk ook doordeweeks en overdag genoeg vrijetijd te besteden. (As-Winters S. van, z.d.)
93
Ontwikkelingen vrijetijdssector in Noord-Brabant
De totale economische impact van de Brabantse vrijetijdssector was in 2011 € 5,3 miljard. Daarvan werd het overgrote deel (75%) besteed aan dagrecreatie.
“Het aandeel 65-plussers in Brabant neemt toe van 17% in 2012 naar 21% in 2020 en 28% in 2040. De toename van de vrij te besteden tijd van 65-plussers leidt tot een forse toename van de vrijetijdsbesteding buitenshuis. Belangrijke factoren hierbij zijn kwaliteit, bereikbaarheid en toegankelijkheid van vrijetijdsvoorzieningen in directe leefomgeving en eigen woonplaats van 65-plussers. “ (Provincie Noord-Brabant, 2012) (Pretwerk, 2012) Ook de klimaatverandering heeft invloed op de vrijetijdssector. Doordat het steeds warmer wordt in Nederland, is het ook steeds aantrekkelijker om de vrijetijd binnen Nederland te besteden. Daar aan vast hangt ook de behoefte aan duurzame consumptie. Mensen
94
zijn zich steeds bewuster van de klimaatverandering en willen graag bijdragen door gebruik te maken van duurzame producten en diensten. (Vrijetijdshuis Brabant, 2012) (Trendwatching.com, 2012) Het gebruik van internet op de mobiele telefoon is met 42% gestegen in 2012 ten opzichte van het jaar ervoor. Op 45% van de 19,4 miljoen mobiele telefoons die in Nederland in gebruik zijn wordt internet gebruikt. Ondanks dat we nog steeds in een economische crisis leven en het consumentenvertrouwen nog nooit zo laag is geweest, is het online consumeren niet gedaald, maar juist gestegen in 2012 met 9% ten opzichte van het jaar ervoor. (Cloutoday.nl, 2013) “Visualisatie, het in beeld weergeven, en gamification worden bij online marketing steeds belangrijker om informatie over te dragen. Gamification is het gebruiken van game-technieken, denkwijzen en waarderingen om je publiek te betrekken en problemen op te lossen.” (NIMA,2013) Daarbij is het ook zo dat 77% van de Nederlanders gebruikmaakt van minimaal één sociaal medium, waarbij Facebook het populairste is. Mensen leven dus steeds meer online en zoeken naar een manier om online en offline met elkaar te verweven, wat inline genoemd wordt. (Digivaardig & Digiveilig, 2012) “Het verlangen van consumenten om hun leven via social media met de hele wereld te delen blijft onverminderd. ‘Liken’ is daar een onmisbaar deel van geworden. De online cultuur van goedkeuring verschijnt steeds vaker in de fysieke wereld.“ (Trendwatching.com, 2012) Daarbij willen consumenten ook steeds meer opvallen en zich onderscheiden van andere door iets te doen of te bezitten. Steeds meer producten en diensten haken in op deze behoefte door kunstmatige schaarste te creëren. “Door technologie en innovatie kan de hele wereld in huis gehaald worden en kan de beleving binnenshuis ondersteund worden met luxe. Hierbij kan gedacht worden aan een thuisbioscoop, eigen sauna,
buitenkeuken, thuistapen, 24 uur per dag contact met de buitenwereld via tablets en mobiele telefoons.” (NRIT media, NBTC & NHTV Internationaal hoger onderwijs Breda, 2012) Mensen geven het meeste uit aan vrijetijdsbestedingen die buitenshuis plaatsvinden. Daarin is het erg belangrijk dat deze vrijetijd gedeeld wordt met anderen, dus samen wordt doorgebracht. Dit heeft ook een samenhang met de economische crisis, dat is namelijk een tijd waar mensen hun emoties graag met elkaar delen. Door deze economische crisis is er ook steeds meer aandacht voor het kleinschalige en lokale. Steeds meer mensen hebben de behoefte om te weten waar hun voedsel vandaan komt en zoeken bijvoorbeeld lokale boeren om hun producten te kopen. Er ontstaan ook steeds meer burgerinitiatieven: door hun krachten te bundelen willen ze zo iets voor elkaar krijgen binnen de samenleving, zonder afhankelijk te zijn van de regering. (Kniesmeijer, T., 2012) (ToerPRess, 2013) “Consumenten willen echte belevingen, live en authentiek. Een bijzondere maar vooral onvergetelijke en betaalbare beleving of bestemming. Consumenten willen de geest verrijken of een duidelijk doel hebben. Cultuur, natuur en kennis staan hierbij centraal, ook wel ‘expertcation’ genoemd.” (NRIT, 2013)
95
Concurrentieanalyse In de concurrentieanalyse wordt gekeken naar de concurrentie van IVN. Concurrentie kan plaatsvinden op vier niveaus. Bij behoefte concurrentie wordt er gekeken waar mensen hun behoeftes liggen, oftewel: waar willen ze hun geld aan uitgeven? Bij de generieke concurrentie wordt breed naar de behoefte gekeken en wordt bekeken welke mogelijkheden hier liggen voor de consument. Bij productvorm is er ĂŠĂŠn vorm van beweging gekozen en worden de verschillende verschijningsvormen als concurrentie gezien. Ten slotte de merkconcurrentie. Dit zijn bij fysieke beweging meestal sportclubs en -verenigingen die hetzelfde aanbod hebben. De vier niveaus worden hieronder apart beschreven.
Behoefte concurrentie
Op dit niveau van concurrentie is de vraag wat de behoefte van de consument is, dus waar hij zijn geld aan uit wil geven. Wil hij graag natuureducatie krijgen, of het geld sparen voor iets anders? Op dit niveau is eigenlijk alles waar je geld aan uit kan geven nog concurrentie.
Generieke concurrentie
Bij deze vorm van concurrentie heeft de persoon al besloten om zijn geld te besteden aan natuuractiviteiten of een andere vorm van natuureducatie. Eigenlijk alles wat er in de omgeving wordt aangeboden aan natuuractiviteiten, is concurrentie op dit niveau. In Noord-Brabant is er behoorlijk veel aanbod van dit soort activiteiten. De activiteiten zijn hieronder weergegeven.
Activiteiten aanbod Noord-Brabant Fietstochten Kinderactiviteiten
96
Natuurgidsencursussen Natuurexcursies Wandeltochten Workshops Productconcurrentie Op dit niveau heeft de consument besloten dat hij een activiteit met natuureducatie wil gaan doen. Hiervoor bestaan verschillende activiteiten zoals wandelingen, lezingen, cursussen, excursies en fietstochten.
Merk-concurrentie
Als de consument een activiteit van natuureducatie heeft gekozen, moet hij bij de merkconcurrentie gaan beslissen met welke organisatie hij bijvoorbeeld een wandeling gaat maken. Hierbij kunnen verschillende factoren een rol spelen, zoals de plaats waar de organisatie actief is, de eventuele prijs en de bereikbaarheid. Hieronder zijn verschillende natuur organisaties weergegeven die actief zijn in Brabant.
Meso-analyse In de meso-analyse worden de ontwikkelingen toegelicht die spelen in de maatschappij aan de hand van de DESTEP. DESTEP staat voor demografie, economie, sociaal-cultureel, technologisch, ecologisch en politiek.
Het is dus erg belangrijk dat er voor ieder wat wils is. Customization, het aanpassen aan ieders wensen, is een begrip dat niet meer weg te denken binnen verschillende nieuwe concepten. Tegenover individualisering is socialisering ook steeds belangrijker. Mensen zoeken elkaar steeds meer offline op, om samen tijd door te brengen. Ook zie je bijvoorbeeld in eetgelegenheden steeds meer invloeden van culturen van over de hele wereld.
Demografie
Technologisch
In Nederland heerst een vergrijzing waarvan de impact alleen maar zal toenemen. De zogenaamde ‘babyboomers’ komen de komende jaren in de categorie 65-plus. Hierbij komt ook nog dat we van een verzorgingsmaatschappij naar een participatiemaatschappij gaan. De ouderen zijn steeds meer afhankelijk van hun kinderen. Er ontstaan steeds meer initiatieven om deze mensen te voorzien in hun behoeften. Hier ligt een ontzettend grote markt, waar steeds meer op ingespeeld wordt en steeds meer burgerinitiatieven in ontstaan. Samenwerken is een centraal begrip binnen de vergrijzing in Nederland.
Economie
De economische crisis is een begrip dat de afgelopen jaren niet meer weg te denken is uit het dagelijkse leven. Daarbij wordt de pensioensleeftijd verhoogd en is er bekend dat er voor de jongeren die er nu zijn eigenlijk geen pensioen meer is. De ouderen hebben veel te besteden en doordat ze met pensioen gaan ook steeds meer vrijetijd. Er ligt binnen de economie veel mogelijkheden om te groeien op het gebied van vrijetijdsbesteding gericht op ouderen.
Sociaal-cultureel
Beleving is een begrip dat erg belangrijk is binnen de sociaal-culturele wereld. Er ontstaan steeds meer initiatieven die bol staan van beleving. Binnen deze beleving staan zelfontplooiing en individualisering centraal.
Op technologisch gebied zijn de afgelopen jaren grote ontwikkelingen gaande. Technologie is niet meer weg te denken uit het dagelijks leven, denk maar aan de grote populariteit van de smartphone. Op het gebied van natuureducatie zijn al de nodige applicaties ontwikkeld. De combinatie van natuur en technologie maakt natuurbeleving interessanter voor jongeren en daarnaast ook interactiever. Het IVN kan hierop inspelen door wandelingen te organiseren waarbij gebruikt wordt gemaakt van applicaties. Echter is er ook een tegentrend aan de gang: men wil de natuur gebruiken om te ontsnappen. Deze mensen willen juist even niet met hun telefoon bezig zijn.
Ecologisch
Door de bevolkingsgroei en de verstedelijking, verliest Nederland steeds meer natuur. Hierdoor zal het steeds moeilijker worden om mensen in contact te brengen met de natuur. IVN speelt hier al op in door projecten over stadsnatuur te organiseren, zodat ook mensen in de stad kunnen meedoen aan een natuurbeleving. Daarnaast verandert het klimaat, wat schadelijke gevolgen heeft voor bepaalde gebieden. Bewust leven speelt een grotere rol in de maatschappij. Het IVN speelt hierop in door mensen in contact te brengen met de natuur en hen te inspireren om duurzamere keuzes te maken.
97
Politiek
De overheid trekt zich terug en proberen zich met steeds minder zaken te bemoeien. Hierdoor neemt de bevolking het heft in eigen hand, zoals door verschillende burgerinitiatieven. Het IVN kan hierop inspelen door deze initiatieven te ondersteunen, of zelf initiatieven op te starten. Daarnaast leven we op dit moment in een recessie, wat betekent dat er minder geld is voor de natuur. Natuur staat niet op de agenda van de Tweede Kamer, provincies en het bedrijfsleven. Het IVN bestaat grotendeels uit vrijwilligers en zal dus nog meer op hen gaan steunen. Meer leden en vrijwilligers werven wordt belangrijker.
98
Bijlage 4 Deskresearch doelgroep IVN heeft voor zichzelf een brede doelgroep geformuleerd en biedt veel concepten aan om al deze doelgroepen te bedienen. Voor dit onderzoek is de doelgroep ‘mensen van 65 tot vitaal met kleinkind(eren) in de leeftijd van 6 tot 10 jaar’ geformuleerd. De leeftijd 65 tot vitaal, omdat deze doelgroep met pensioen is en meer vrijetijd heeft dan de leeftijdscategorie voor hen. Dit betekent dat zij een nieuwe fase ingaan en hun tijd opnieuw kunnen invullen. De kleinkinderen hebben de leeftijd tussen de 6 en 10 jaar. Het boek ‘Generatie Einstein’ (Boschma en Groen, 2010) vermeldt dat kinderen tussen de 6 en 8 jaar in de realisatiefase zitten. Dit betekent dat zij zich bewust worden van de omgeving. Tot 10 jaar speelt de rol van de groep geen grote rol. Kinderen ouder dan 10 jaar beginnen te puberen en het is lastiger om deze kleinkinderen bij de activiteiten te betrekken. Zij vinden volwassenen dan maar stom. Jonger dan 6 jaar zijn ze onvoldoende bewust van de natuur om zich heen om hierin educatieve activiteiten te ondernemen. Dit is de doelgroep die aan de hand van desk- en fieldresearch, is vertaald naar een mentaliteitsgroep. Om een mentaliteitsgroep aan de hand van de doelgroep en de fieldresearch vast te stellen zijn die gegevens vergeleken met en gekoppeld aan het GFK-model ( deze is op de volgende pagina weergegeven). GFK is een leefstijlsegmentatie genaamd Roper Consumer Styles. In het model wordt gekeken naar demografische- en leefstijlkenmerken en worden acht leefstijlgroepen onderscheiden. De twee assen lopen van ‘Droomwereld’ naar ‘Realiteit’ en van ‘Behoud’ naar ‘Verandering’.
99
GFK model
100
Tijdens het bestuderen van het model is gebleken dat de doelgroep behoort tot de ‘Organics’. Mensen die tot de ‘Organics’ behoren zijn over het algemeen mensen met een sociale verantwoordelijkheid en hechten waarde aan zelfontplooiing, harmonie, vertrouwen en authenticiteit. Ongeveer 10% van de Nederlandse bevolking behoort tot deze groep, wat zo’n 1,3 miljoen mensen zijn. De ‘Organics’ houden van de natuur en buiten zijn en sporten voor gezondheid en lichaamsbeweging. 62% van deze groep voldoet aan de combinorm. De combinorm is een maatschappelijk breed aanvaarde norm voor gezond beweeggedrag. Mensen voldoen aan de combinorm wanneer zij aan de beweegnorm of aan de fitnorm voldoen. De beweegnorm houdt in dat jongeren onder de 18 jaar zeven dagen per week een uur actief dienen te zijn, volwassenen vijf dagen per week een half uur. De fitnorm houdt in dat zowel jongeren als volwassenen drie keer per week twintig minuten intensief dienen te bewegen. De ‘Organics’ zijn in een zoektocht naar duurzaamheid en intellectuele verrijking, iets wat IVN hen kan bieden. Ze zijn sterk verbonden met de omgeving en de maatschappij en zijn georiënteerd op kwaliteit. De typische sport voor deze mentaliteitsgroep is wandelen, wat direct aansluit bij IVN. Deze omschrijving zien we terug bij Marijke.
Met de ‘Rational Realists’ heeft de doelgroep ook enkele raakvlakken. Deze groep heeft respect voor de natuur, maar is te weinig vertegenwoordigd in Nederland als opzichzelfstaande mentaliteit te gelden voor IVN. De ‘Dreamers’, ‘Adventures’ en ‘Homebodies’ sluiten niet aan bij de geformuleerde doelgroep en Marijke doordat zij er algemeen gezien een te ongezonde levensstijl op na houden. Ze zijn gericht op status en hebben niet de primaire behoefte aan natuur en duurzaamheid. De ‘Demanding’ hebben vele raakvlakken met de ‘Organics’ en de geformuleerde doelgroep, maar zij zijn wat te traditioneel en teruggetrokken voor de doelgroep. Het sociale karakter is bij hen meer op de achtergrond. De ‘Open Minded’ groep is over het algemeen gezien een wat jongere doelgroep die niet aansluit bij de geformuleerde doelgroep. Bij hen speelt avontuur een redelijk grote rol, iets wat de doelgroep minder heeft.
Daarbij zijn er wat raakvlakken met de mentaliteitsgroep ‘Settled’. Zij verlangen naar rust en harmonie en hechte sterke waarde aan de relaties die zij bezitten, vooral met de directe familie en vrienden. Zij zijn gefocust op veiligheid en gezondheid. Deze mentaliteitsgroep is minder actief en hechten meer waarde aan tradities, wat minder overlap heeft met de doelgroep.
101
Bijlage 5 Fieldresearch doelgroep Observaties Observatie 1 – Mobile Etnography – door Reggie van der Ven
102
Observatie 2 – Shadowing – door Lisa Wife Locatie: Het Haagsche Bos Observatietechniek: Shadowing Registratietechniek: dummy en foto’s Datum: 12 januari 2014 Tijd: 11:30-13:00
doelgroep loopt nauwelijks alleen. De kinderen zoeken ook contact met de doelgroep. Zij zijn veel meer exploratief en gebruiken de omgeving. De doelgroep geniet duidelijk.
Het is zondag 12 januari 2014 en het is ontzettend zonnig en knisperend koud. Een ideale dag om de doelgroep te analyseren. Gewapend met dummy en camera (op telefoon) loop ik het bos in. Al gauw doe ik een gunstige constatering! Het is heel (heel) erg druk en wat een hoop vitale 65+’ers. De eerste die ik ‘spot’ loopt met twee kleinkinderen, de ouders van de kinderen lopen iets verderop. Het is een vrouw van, om en nabij 68 denk ik. Ze heeft ontzettend veel plezier met de kids en pa en ma lopen iets verderop. Zij hebben het volste vertrouwen in de vrouw en kijken af en toe achterom en lachen tevreden. De doelgroep is vooral druk met de kinderen en zij met haar. Ze heeft nauwelijks zicht voor haar omgeving en heeft ook geen flauw vermoeden dat ik achter hun loop. Ze gaat volledig op in haar kleinkinderen. Ik loop langs haar en dan pas ziet ze mij, maar alsnog blijft haar focus volledig op de kinderen. Ik loop verder en ik zie mensen uit onze doelgroep. Soms alleen met de kinderen maar ook de ouders (vermoedelijk) zijn er veelal bij. Bijna allemaal hebben ze vooral oog voor de kinderen, trotse opa’s en oma’s. Ook observeer ik een tijdje de 65+ zonder de kinderen. De meeste zijn snelle lopers. Ze kijken om zich heen en genieten vooral van het weer en de omgeving. Sommige staan af en toe stil en een enkeling voert de eendjes. Omdat er geen concrete routes zijn wegen ze af en toe af hoe ze moeten lopen. Deze beslissing duurt ongeveer (soms in kort overleg) maximaal 10 seconden. Ik zie ze nauwelijks contact zoeken met de natuurlijke omgeving door planten of bomen aan te raken. Ze observeren meer. Sommige zitten op bankjes te genieten en andere lopen snel door. De
103
Observatie 3 – Mobile Ethnography – door Marlou Gosens Natuurwandeling Seterse Bergen. Wanneer 12 januari Thema: nieuwjaar in de bergen.
104
Observatie 4 – Service Safari – door Rosanne Teurlings
Observatie 5 – Service Safari – door Jip Stijns
Ontvangst door IVN Gidsen Informatie ontvangen over andere wandelingen Gevraagd om een donatie te doen, men reageerde hier verbaast op. Er waren 5 gidsen, vanwege de grote opkomst werd de groep verdeeld in kleinere groepen van ca. 20 man. De gemiddelde leeftijd was 60. Veel echtparen. Sommige deelnemers zijn alleen gekomen. Weinig kinderen, met ouders mee. Man/vrouw verdeling was ongeveer 60/40 procent. De deelnemers zijn wandelliefhebbers, maar komen vooral voor de informatie. Men is erg geïnteresseerd in de informatie Er worden veel vragen gesteld. Men maakt meteen gebruik van de opgedane kennis. Er word actief meegedaan. Deelnemers gaan ook aan takken ruiken. Mensen komen ook voor het sociale contact. Er word veel gepraat tijdens het lopen. Vooral over de informatie die verteld is. Er zijn natuurliefhebbers onder de deelnemers. Ze weten zelf ook al veel van de natuur. In een gesprek achter me verteld de vrouw dat ze bij de volgende wandeling haar kleinkind meeneemt. Men word onrustig, de aandacht zakt weg. Veel mensen klagen over de kou. Iedereen luistert naar de afsluiting en bedankt de gids. Een aantal deelnemers praat nog na met de gids. Er worden nog een aantal vragen gesteld aan de gids. Positieve reacties op de wandeling, het werd als zeer interessant ervaren.
We worden ontvangen door 2 IVN personen We ontvangen een folder met informatie over wandelingen IVN en een donatie formulier. Ca 30 pers Leeftijd gemiddeld 56+ Minimaal aantal kinderen met gezin, niet met oma en opa Iedereen in een goede stemming Lekker weer Meer mensen blijven komen, word steeds drukker Mensen in afwachting duurt lang voordat we vertrekken Iedereen kijkt geïnteresseerd Ongeveer 80 personen worden verdeeld over 5 gidsen Onze gids is Willem Post Iedereen kijkt nieuwsgierig en is geïnteresseerd aan het luisteren Pad is goed beloopbaar Educatief onderdeel. Planten. 2 mensen lopen van de groep weg 4e stop in 20 min Worden veel vragen gesteld over boomsoorten, veel interesse vanuit groep Gids praat motiverend, gebruikt handgebaren iedereen luistert Mensen kijken naar de bomen en planten om hen heen Historie verhaal Mensen met honden komen langs, leidt de groep af Meerderheid kijk naar de grond, terwijl ze aan het wandelen zijn ..( idee...?!) Demonstratie kern Amerikaanse eik. Mensen gaan dichter bij staan Mensen beginnen onrustig te worden.. Veel gepraat en mensen hebben het koud door vele stops. Afsluiting.. Iedereen weer rustig luistert goed.
105
Observatie 6 – Shadowing – door Désiree Laureijssen zondag 12 januari 16:00 Zuiderlicht, Breda Drummeditatie Vrouw, ouder dan 65, aanwezig met haar man. We moesten onze schoenen uit doen, vrouw wikkelde sjaal om haar voeten. Introductie begint, vrouw ondersteunt haar hoofd met vuist, luistert aandachtig. Raakt afgeleid. Wijst naar het raam en stoot haar man aan. Raam gaat dicht. Introductie voorbij. Verzoek om ogen te sluiten. Drummeditatie begint. Vrouw vouwt haar handen in elkaar voor haar borst, grote glimlach. Drum zweept aan, vrouw hupt op stoel en zwaait met haar armen. Maakt kreungeluiden. Slaat handen voor ogen. Lijkt te huilen. Huil verandert in glimlach. Gaat op in de drum. Maakt shock bewegingen op de drum. Lijkt terug op aarde te komen na de meditatie. Bedankt de leraar en zegt: ‘Ik vond het heel ontspannend.’
106
Conclusie observaties Tijdens verschillende observaties is er bestudeerd hoe de doelgroep reageert op bepaalde situaties. Er zijn verschillende observaties uitgevoerd: ‘Service Safari’, ‘Mobile Ethnography’ en ‘Shadowing’. Een ‘Service Safari’ houdt in dat er objectief naar de doelgroep wordt gekeken: er wordt precies genoteerd hoe de doelgroep reageert en handelt in bepaalde situaties. Bij ‘Mobile Etnography’ wordt gevraagd aan een ijkpersoon binnen de doelgroep om foto’s te maken van onderdelen binnen zijn activiteiten, in dit geval een wandeling. Hierdoor wordt er gekeken door de ogen van een ander. Ten slotte wordt bij ‘Shadowing’ een persoon op de voet gevolgd en worden zijn of haar handelingen genoteerd. Doordat de desbetreffende persoon niet doorheeft dat hij achtervolgt wordt, handelt hij op de meest natuurlijke manier. Hij houdt geen rekening met wat een ander persoon misschien van hem zou willen zien. De conclusie die uit deze observaties gekomen is, is hieronder te lezen. Bij de wandelingen waar is geobserveerd, waren meer echtparen aanwezig in dan mensen die alleen kwamen. Ook waren het vaak de echtparen die kinderen bij zich hadden. Er werd gezien dat echtparen of grootouders die samen met kinderen kwamen wandelen, dat hierbij de aandacht is voor de kinderen en niet voor de natuur. Bij het aankomen op de plaats van bestemming werden de wandelaars meteen overvallen met de vraag of ze een donatie wilden doen, waardoor vele mensen werden verrast. Van de directe vraag of mensen wilden doneren, schrokken ze.
Wat ook opviel, was dat de wandelingen van IVN druk bezocht werden, meer dan in eerste instantie werd verwacht. Terwijl er een ruim aanbod is aan wandelingen, kwamen er toch ruim honderd man op deze zelfde wandeling af. Educatie is een onderdeel dat enorm centraal staat bij IVN, dit is ook een onderdeel dat doorstraalt in hun gehele wandeling, in hun kennis en in het enthousiasme van de gidsen. Door dit educatieve aspect had iedereen die deelnam aan de wandeling een grote interesse voor het verhaal dat verteld werd en werd er ook actief mee gedaan en er werden vragen gesteld binnen de wandeling. Onder de wandeling werden ook meerdere foto’s gemaakt van dieren, de natuur en het mooie landschap. Deze onderdelen spraken het meeste tot de verbeelding van de wandelaar. Het pad waar op gewandeld werd was goed beloopbaar. Wat bij meerdere observaties opviel was dat mensen naar de grond kijken terwijl ze wandelen, ook als ze intussen kletsen met andere wandelaars. Toch kwam aan het einde van de wandeling een onrust naar boven, mensen vonden het interessant om meerdere malen informatie te krijgen over bepaalde planten of struiken, echter werd het te veel aan het einde. Mensen begonnen te klagen en kregen het koud. Op dit punt vonden ze het wel goed geweest en wilde ze graag terug bij de plaats van vertrek komen. De wandelingen zijn erg geschikt voor natuurliefhebbers en eventueel voor mensen die het sociale contact graag opzoeken. Toch ook voor mensen die minder geïnteresseerd zijn in de natuur is dit een prettige activiteit.
107
De transcripties De transcripties Transcriptie 1 – A Day In A Life – door Reggie van der Ven Naam: Petra Strik Leeftijd: 61 Aantal kleinkinderen m ee op pad: 2 Leeftijd kleinkinderen: 6-8 Ik ben meegegaan in de situatie van thuis naar de speeltuin, de speeltuin en weer terug. Het begon met de jas aandoen van Petra en daarna de kinderen. Ik vroeg haar ondertussen waarom zei eerst de jas aandeed van de kinderen en dan pas die van haar. Het antwoord was, ik kan veel makkelijker bewegen zonder jas en helpen waar nodig. Ik heb die van m ij toch m eteen aan. Eigenlijk is op dit m om ent de aandacht nog geen seconde van de kinderen af geweest. Dan wordt de afspraak gem aakt om voor het voetpad te wachten tot Petra de deur dicht heeft gedaan. Dit doet ze om het overzicht te bewaren en ze zo veilig mogelijk de straat over te laten steken. Dan kijken ze samen van links naar rechts en weer naar links. De kleinste krijgt een handje en de oudste m ag zelf oversteken. Ik vraag haar waarom ze dit doet, ze zegt dat het aan het karakter ligt. Het oudste kind luisterd beter, de jongste is ondeugender en zoekt de grenzen op. W e lopen wat om zodat we de veiligste weg naar de speeltuin kunnen nem en. Onderweg gaat de aandacht wat af van de kinderen omdat die vooruit rennen. Maar ze zijn constant in het zicht. Ik vraag haar ook wat ze zou doen als ik er niet bij liep, ze vertelde me dat ze dan continu gefocust zou zijn op de kinderen en achter ze aan zou lopen. Onderweg valt het oog van een van de kinderen op een paddenstoel. Sam en wordt deze bestudeerd. De jongste wil deze uit de grond trekken een meenemen maar dat m ag niet van Petra, ze verteld hem vervolgens waarom dat niet m ag ivm het delen van de natuur met iedereen. Als we gearriveerd zijn bij de speeltuin gaan de jongens aan de slag m et spelen. Petra gaat eerst op het bankje zitten bij wat andere ouders/ grootouders. Ze m aakt hierm ee een praatje en regelm atig kom t er een kindje langs de tafel en het bankje gelopen. Ik zie haar een aantal keer per m inuut toch een blik op de kinderen werpen, maar deze zijn zoet aan het spelen. Met de ouders gaat het over vanalles en nog wat, de koetjes en de kalfjes worden besproken. Het is en dorp dus de meeste kennen elkaar wel van de basisschool. Ik vraag haar wat zachter of dit echt ontspannen voor haar is, waarom ze antwoord van niet. Dat zou toch zonder kinderen zijn. Ze geniet hier met volle teugen van en het is een leuke bezigheid m aar ontspanning is met een boek of een wandeling/fietstocht.
108
Dan kom t de jongste vragen of Petra zijn veters wil strikken, dit besluit ze sam en te doen. Ik vraag waarom hij daar hulp bij komt vragen. Petra verteld me dat ze dat in groep twee leren aan de kinderen m aar dat niet ieder kind het m eteen kan. Nu was de jongste zo aan het spelen dat het sneller gaat om te kom en vragen. Ook denkt ze dat dit weer even een momentje is met zijn oma. De weg terug verloopt eigenlijk hetzelfde als de heenweg. En zo ook bij het jassen uitdoen. Ze legt haar eigen jas even gauw op de fietsen, maar de jongens deden het zelf al. Zij hangt ze aan de kapstok en loopt achter ze aan om binnen sam en wat te drinken. W at m ij opvalt is dat ze dus continu bezig is m et het zorgen voor de kinderen. Dus ik vraag of ze dat in de gaten heeft, waarop ze ja met liefde antwoord. W e drinken sam en nog wat en de jongens gaan in de tuin verder met spelen. Dan kan Petra wat rustiger worden. De jongens zijn in de vertrouwde om geving en ze verteld m e dat ze daardoor de krant kan lezen en wat kan koken. Na een half uur loopt ze even naar buiten om te vragen of alles onder controle is ‘ jaaaaaaa oma!’. Duidelijk. Ik neem op dat moment afscheid van Petra en de kinderen. Reggie van der Ven: eerste transcripter Désiree Laureijssen: tweede transcripter Eva Bergm ans : derde transcripter
109
Transcriptie 2 – Cultural Probes – door Désiree Laureijssen Naam: Maria Kersten Leeftijd: 72 Stad/Dorp: Gent Aantal kleinkinderen: 7 Leeftijd kleinkinderen: 9, 11, 13, 13, 13, 15, 20 Dagboek 2 februari 2014 Ik ben om half acht opgestaan, na het klaarmaken ben ik gaan ontbijten en h eb ik ondertussen de zondagskrant gelezen. Om tien uur ben ik naar de zondagsm arkt gegaan op de fiets, en daar heb ik fruit en vis gekocht. Ik ben vanuit daar doorgegaan naar een vriendin, zo rond kwart over elf, om koffie te drinken. Rond half een was ik thuis en heb ik eten gemaakt: gevulde paprika’s. Daarna heb ik afgewassen en daarmee was ik rond tien voor twee klaar. Vanaf twee uur heb ik naar de wereldkam pioenschappen veldrijden gekeken tot vijf uur. Terwijl ik dat zat te kijken, is er drie keer visite langs geweest. Een keer een halfuur een buurm an, toen een buurvrouw en dan nog een keer een buurvrouw. Daarna heb ik avondbrood klaargem aakt en opgegeten en een beetje opgeruim d. Na het eten ben ik tv gaan kijken rond kwart voor acht. Eerst het avondnieuws en dan een krim i op de Duitse tv, en die was net afgelopen voordat jij belde. Als vanochtend om half 10 tante Christine Indra (9 jaar) was kom en brengen voor de dag, wat was er dan anders geweest vandaag? Dan had ik niet veel gedaan en was ik niet naar de zondagsm arkt geweest en had ze de hele dag op de com puter gespeeld. Misschien had ik haar wel meegenomen naar de m arkt, maar dan waren we met de tram gegaan. Nu was ik met de fiets omdat het goed weer was. Morgen komen Noah (15), Aaron (13) en Hanna (11). Dan eten we sam en maar m eestal zitten ze allem aal op de com puter. Update 3 februari 2014 Vandaag zijn Noah, Aaron en Hanna langs geweest. Ze waren er om 9:00 en alleen Aaron heeft heel even op zijn laptop
110
gezeten. W e hebben drie uur lang lekker zitten kletsen. W e hadden het over hun school, hoe het daar gaat en hun vriendjes en vriendinnetjes. Ook hebben we het over vroeger gehad en wat voor dingen ik toen heb gedaan die een beetje stout waren. Het was heel gezellig en ze hebben niet eens m eer tijd gehad om huiswerk te maken of te lezen voor school. Om 12:00 werden ze weer opgehaald door tante Christine. Hoe vaak per week beweegt u, en wat doet u dan en hoelang duurt dit? W andelen doe ik helem aal niet want ik kan niet goed stappen met mijn knie. Ik fiets wel vier of vijf keer per week een uur, anderhalf uur. Met de fiets ga ik naar de winkel, naar een vriendin of naar de rom m elm arkt. Hoe vaak bent u actief bezig met uw kleinkinderen? Niet veel. W at voor een activiteiten ondervind u m et uw kleinkinderen? Computer of som s doen we een spelletje. Meestal zie ik ze net als jou bij tante Christine. (red. Mijn tante woont op een boerderij bij de grens m et Frankrijk. Daar gaan we met verjaardagen vaak heen, en dan kletsen we heel de dag onder het genot van taart en hapjes. Mijn broertjes zijn net zo oud als m ijn neefjes dus die zitten de hele dag te gamen, tafeltennissen of boog te schieten. Mijn nichtjes doen m et m ij Singstar of zitten m et hun iPod te spelen. Vaak doen we met zijn alle spelletjes en in de zom er gaan we zwem m en in het zwem bad in mijn oom en tante hun tuin. Mijn oma kijkt dan vanaf de kant m ee.) Vind u educatie belangrijk tussen u en uw kleinkind? Tjah wat kan ik nou van die kinders leren? Ik hoef geen talen meer te leren of andere vakken. W at ik van ze leer zijn vooral levenslessen door dingen die ze som s zeggen. (red. Educatie is echt een term voor schoolvakken in BelgiĂŤ, vandaar de lichte verwarring bij m ijn om a.) DĂŠsiree Laureijssen: eerste transcripter Marlou Gosens: tweede transcripter Rosanne Teurlings: derde transcripter
111
Transcriptie 3 – Contextual Interview – door Jip Stijns Naam: Marij Camp Leeftijd: 60 Aantal kleinkinderen: 2 Leeftijd kleinkinderen: 2 en 5 Ik geef uitleg over de bedoeling van het interview en geef aan dat dit een interview is voor haar in relatie tot haar kleinkinderen. Vr: Houd u van wandelen? Ant: Ja ik hou heel erg van wandelen ik doe dit graag, ik kom graag buiten en vind het heerlijk om in het bos te lopen. Het is veel prettiger voor de botten in het bos. Vr: Gaat u wel eens m et de kleinkinderen wandelen: Ant: Ja ik zou wel graag m et ze gaan lopen, het probleem is echter dat ik twee kleinkinderen dan bij m e heb en dan ook graag met ze alle twee wil gaan wandelen. En het m oet afgestem d zijn op de leeftijd van de kinderen. Ik kan natuurlijk wel de jongste in de wandelwagen zetten, maar dan kunnen we het bos weer niet in. Vr: Zijn er bepaalde elem enten die in de wandeling m oeten zitten als je een wandeling doet: Ant: Ja een cafetje op de weg is altijd fijn om ergens iets te gaan drinken, maar dat is alleen fijn als je een langere wandeling aan het doen bent, en m et de kleintjes kun je natuurlijk niet zo lang wandelen dus dan weet ik niet of het ook nodig is. Het belangrijkste is dat de kinderen worden bezig gehouden, ze moeten het leuk vinden om te wandelen. Iets wat de wandeling spannend en leuk m aak. Ik mis vaak een doel onder het wandelen (bv kastanjes rapen). Iets wat een doel is binnen de wandeling. Vr: Als je gaat wandelen zou je het dan leuk vinden als deze georganiseerd is of juist niet? Ant: Nee niet met een groep of een organisatie, ik wil geen kant en klare wandel tochten, ik wil zelf kunnen gaan waar ik wil. W ij plakken vaak stukjes van verschillende wandelingen aan elkaar. Vr: Zou je het wel leuk vinden om handvaten te ontvangen? Ant: Ja natuurlijk, dat vind ik fijn. Het is fijn om dat te horen te krijgen waar leuke plekjes zijn of waar je bepaalde spulletjes kunt verzam elen. Maar dat ik daar wel nog mijn eigen draai aan kan geven. Ik wil zelf nog kunnen bepalen waar ik dan uiteindelijk naar toe ga en waar niet. Vr: Technologie binnen een wandeling:
112
Ant: Nee dat vind ik niks technologie, bij een wandeling, zelfs een telefoon vind ik al niet handig. Ik snap er ook zelf niet veel van en dat hoort niet bij een wandeling, dat vind ik alleen m aar vervelend. Vr: Hoe vaak heb je de kleinkinderen. Ant: 2x per week Vr: W at doe je dan zo al als ze bij je zijn? Ant: puzzelen, knutselen, wedstrijdjes verzinnen. W edstrijdje rennen of wedstrijdje billenschuiven. De kleinste doet zijn zus alles na. Die gaat mee met zijn grote zus. Vaak nemen ze ook een vriendje mee maar dan spelen ze zelf, dat probeer ik ook. Anders ben je zelf alleen m aar de hele tijd de kinderen aan het bezig houden, en ze m oeten ook zelf kunnen spelen. Vr: Vind je educatie belangrijk tussen jou en je kleinkind: Ant: Ja heel erg zelf. Ik kan haar leren spelletjes doen, schrijven. En zij leert m ij dat ze gewoon zo lief is, genieten van de dingen die ze doen, je leert vrolijk zijn, leren geduld te hebben en knopen doorhakken en grenzen stellen. Vr: Is het bos belangrijker of het kleinkind: Ant: kleinkind, we kijken wat ze leuk vind en hoe we haar bezig kunnen houden, dan maakt voor mij de wandeling helemaal niet m eer uit. Het gaat erom dat het kleinkind het leuk vind en de route m aakt voor de ouderen niks m eer uit. Jip Stijns :eerste transcripter Lisa W ife: tweede transcripter Reggie van der Ven: derde transcipter
113
Transcriptie 4 - Mobile Etnography - Marlou Gosens Naam: Nelly Nuijten Leeftijd: 72 jaar Kleinkinderen: 4 kleinkinderen
Beginnen de dag met het helpen m et het lezen van de kleinkinderen. De kleinkinderen kunnen hiervan leren en het is een rustig zitm om ent. Deze foto is gemaakt omdat het een gezellig moment is om sam en even te zitten en om dat ze er ook iets van leert. Ik vind het belangrijk dat ze leert voor in de toekom st en goed voor haar ontwikkeling
114
Sam en een dagje naar de efteling. De kleinkinderen vinden dit erg leuk en zelf is het leuk om lekker rond te lopen en de kleinkinderen blij te zien. W e vinden dit erg gezellig en ik vind het leuk om te zien hoe m ijn kleinkinderen ervan genieten. Ik heb niet echt afspraken of regels waaraan ze zich m oeten houden. Ik vind het vooral belangrijk dat ze bij elkaar blijven als sam en in een attractie gaan.
115
Ik heb nu een extra hulp die oplet op m ijn kleinste kleinderen. M ijn kleinzoon (17) ging ook mee naar de efteling en helpt met het letten op de kleinste. Dit is erg fijn en gezellig. Mijn oudere kleinkinderen kunnen de dingen overnemen waar ik zelf niet in durf en de jongste vinden het ook leuk. Ondanks het leeftijdsverschil blijven ze het allem aal leuk vinden.
116
Dit was bij een kinderattractie ( autootjes) Er stonden twee kleine kinderen achter haar in de rij, ik ben toen gaan zeggen dat ze voorzichtig m oest zijn om dat ze anders m isschien die kinderen pijn zou doen. Bij dit soort attracties zou ik niet snel met ze in de rij staan. M aar bij een andere attractie zoals een achtbaan zoals een achtbaan zou ik dat wel doen. Om er zeker van te zijn dat ze echt in de attractie zitten, en dat ik weet dat er niks gebeurd.
117
Gezellig m et m ijn m an bij het kam pvuur zitten terwijl de kleinkinderen in de attracties zijn. Ik kijk nog wel steeds of ze nog in de attractie zitten en hou ze in de gaten. Dat doe ik omdat ik bang ben dat iemand anders ze meeneem t, of dat ze zelf weggaat en ons niet terug kan vinden en paniek raakt. Maar vooral dat iemand ze mee zal nemen.
118
Gezellig nog wat drinken in een van de cafeetjes van de efteling. Ik wil graag een rustmomentje hebben in zo’n dag omdat ik het leuk vind om even bij elkaar te zitten zonder dat iedereen apart in een attractie gaat. Dit is vooral voor de gezelligheid. S ‘m orgens als we er een uurtje zijn doen we dit en nog een keer in de middag om wat te eten. Ik vind vooral dat het ook hoort bij een dagje uit.
119
Na zo’n dagje uit zitten we s’avonds nog even bij elkaar. Ik heb dan ook een rust momentje voor mezelf omdat ik vooral naar ze kan luisteren en we gewoon gezellig kunnen zitten. Ze vertellen me dan verhalen over de dag zelf of wat ze op school hebben geleerd. Om dat het vaak een intensieve dag is zijn ze vaak m oe en rustig. Marlou Gosens: eerste transcripter Lisa W ife: tweede transcripter Jip Stijns: derde transcripter
120
Transcriptie 5 – Cultural Probes – door Rosanne Teurlings Naam: Irma Boeren Leeftijd: 75 Stad/Dorp: Bavel Aantal kleinkinderen: 10 Leeftijd kleinkinderen: 23,22,22,21,18,13,10, 8, 6,4 W andelen: 1. Hoe vaak per week beweegt u, en wat doet u dan en hoelang duurt dit? 4 keer per week beweeg ik flink. Ongeveer 3 keer per week gaan we wandelen en 1 keer per week fietsen. 2. Maakt u wel eens een wandeling? z.v.v 3. W at is uw doel als u gaat wandelen? (denk aan ontspanning, fysieke beweging etc.) Beide, natuurlijk voor de ontspanning maar ik vind beweging zeer belangrijk. Vooral als je ouder word is het noodzakelijk omdat je anders vastroest. 4. W aar zou u het liefste een wandeling willen maken (denk aan bos, straat). In het bos, we m aken lange wandelingen, de vorige wandeling was 8 km 5. Als u mee zou doen aan een “georganiseerde wandeling, zou dit dan zijn voor de begeleiding, het educatieve aspect of de sociale contacten? Sociale contacten hebben wij al genoeg dus dan zou ik voor het educatieve gedeelte gaan. 6. Staat u open voor technologie binnen een wandeling? Als het om het educatieve aspect gaat en je er meer van kan leren. W aarom niet? Ik sta overal voor open. Kleinkinderen: 1. Hoe vaak bent u actief bezig met uw kleinkinderen? De kleinkinderen wonen in Duitsland ze kom en vaak in de vakantie langs. 2. W at voor een activiteiten ondervind u met uw kleinkinderen? Van alles we doen spelletjes, gaan wandelen of tekenen. 3. Als er een wandeling zou worden georganiseerd in com binatie m et de kleinkinderen, zou u dit dan een leuke activiteit vinden om te ondergaan en waarom ?
121
Lijkt m e hartstikke leuk, ik zou er best aan meedoen. 4. Vind u educatie belangrijk tussen u en uw kleinkind? Ja heel belangrijk. Mijn eigen vader nam ons vaak m ee uit wandelen. Hij wist heel veel van de natuur en kon heel m ooi vertellen over allerlei vogels en planten. Daar heb ik hele goede herinneringen aan. Het lijkt m e voor de kindjes heel leuk om zoiets ook m ee te m aken. Kunt u de laatste wandeling/activiteit m et uw kleinkinderen beschrijven W e zijn laatst gaan wandelen in de Efteling in het Sprookjesbos. Dat was puur om lekker te ontspannen. Het was ook heel mooi weer. W e zijn pas m iddags gegaan om dat we een beetje wilden uitslapen en een hele dag te verm oeiend zou zijn. W e zijn in het Sprookjesbos gaan lopen, dat vonden de kindjes natuurlijk prachtig, tussendoor konden ze in en op de paddenstoelen spelen en naar de kaboutertjes kijken. Ze konden ook lekker rennen en dan liepen opa en ik er rustig achteraan of gingen even op een bankje zitten omdat wij natuurlijk niet kunnen mee rennen. Je loopt eigenlijk een route langs allemaal sprookjes, langs het kasteel van Doornroosje en Kleinduim pje en de reus. W e hebben de route gevolgd omdat je er op deze manier zeker van bent dat je niets m ist. Er was in ieder geval genoeg te zien dus het was geen saaie wandeling. Anders kunnen de kindjes zich gaan vervelen en dat was nu zeker niet het geval. Ik heb natuurlijk ook veel foto’s gemaakt, vooral van de kindjes dat is leuk voor later. W e hebben tussendoor een lekker ijsje gegeten bij Langnek omdat de kindjes daar zin in hadden. W e hebben nog een gedeelte van de rest van het park gezien omdat het hele park te lang zou duren en waarschijnlijk te verm oeiend zou zijn. Daarna zijn we nog in een restaurant frietjes gaan eten omdat de kindjes daar zin in hadden. De kinderen vonden het jam m er dat ze weg m oesten m aar ze waren heel moe van alles wat ze gezien hadden en van al; dat spelen. De jongste viel op de terugweg in de auto in slaap. Het was echt een heel leuk uitje om dat ik tijd heb kunnen doorbrengen met mijn kleinkinderen want ik zie ze niet zo vaak. De Efteling is ook heel mooi aangekleed m et al die sprookjes. De kinderen vonden het heel leuk en opa en ik ook. Rosanne Teurlings: eerste transcripter Jip Stijns: tweede transcripter Marlou Gosens: derde transcripter
122
Transcriptie 6 – Interview – door Lisa W ife Naam: Jos Verwer Leeftijd: 65 Stad/Dorp: Leidschendam Aantal kleinkinderen: 2 Leeftijd kleinkinderen: 8 weken en 2,5 jaar 1. Hoe onderhoudt u sociale/familie contacten? Telefoon, bezoek, sms, whatsapp, mail, facebook. 2. W at voor een waarden vindt u belangrijk in het leven? O, zoveel. Maar vooral contact m et anderen, gezondheid, sportiviteit en gezelligheid. M aar sport vooral om de gezelligheid. Om die gezellige dingen te kunnen blijven doen is het belangrijk om goed voor jezelf te zorgen en te sporten. 3. W at is uw m ening over zelfontplooiing? Heel belangrijk, dat heb ik altijd gedaan . Dat stopt ook nooit. Op gebied van werk m aar ook op het gebied van vrije tijd. Ook op gebied van m uziek, kleding, etc. 4. Hoe zit u zelfontplooiing en in welke mate is dit nog belangrijk voor u? Heel erg belangrijk dus. 5. Via welke kanalen kom t nieuws bij u binnen? Radio (want veel in de auto), geen krant. – radio 1. Televisie ook wel. Ook nu.nl (via app). 6. W at voor een activiteiten ondervindt u in het dagelijks leven? Hardlopen, werken, tennissen, fietsen (Aple D’uzes ga ik dit jaar weer doen). Met familie en vrienden genieten. Ik vind het heel erg belangrijk om zo actief te blijven. Het is een voorrecht om actief oud te mogen en kunnen worden. W ij weten beiden dat dat niet altijd zo hoeft te zijn. De Alpe D’uzes doe ik dan ook m et het volle besef dat som m ige die dit m et m ij doen net heel hard gevochten hebben voor een ziekte. Ik heb daar veel bewondering voor. Dat zegt veel over deze m ensen.
123
7. Bent u betrokken in uw woonomgeving/ gemeente? M wah, niet echt. Er is een wijkvereniging m aar daar doe ik niet zoveel m ee. W el m et de am btenaren veldloop. M aar niet praktiserend in m ijn eigen om geving. W el op sportief vlak dus. 8. Hoe vaak per week beweegt u, en wat doet u dan en hoelang duurt dit? 3 keer per week sporten. Hardlopen in de winter en in de zom er vooral tennis. Racefietsen doe ik ook voornam elijk in de zom er. Schaatsen als er ijs is. Heel af en toe op de sportschool. Ik ga binnenkort weer de City Pier City lopen en afgelopen jaar heb ik de marathon in Reykjavik gelopen. M aar dat soort dingen doe ik nooit alleen. Altijd gezellig m et anderen erbij. W andelen: 1.Maakt u wel eens een wandeling? Ja, maar puur recreatief. Hardlopen in de duinen doe ik veel en graag . Dat doe ik om dat ik de omgeving heel fijn vindt. Daar loop ik samen The Hague Roadrunners. Haha ja weer niet alleen. Achteraf drink ik altijd een kopje koffie m et ze. Het is altijd gezellig. 2.W at is uw doel als u gaat wandelen? (denk aan ontspanning, fysieke beweging etc.) Fysieke beweging en genieten van de om geving zijn de voornaam ste doelen als ik ga wandelen, of eigenlijk hardlopen. Ik wandel niet heel veel om het ‘wandelen’. 3. Hoelang duurt uw gemiddelde wandeling? Als ik ga hardlopen duurt dat m eestal ongeveer een uur. 4. W aar zou u het liefste een wandeling willen m aken (denk aan bos, straat). Absoluut de duinen. 4. Als u een wandeling gaat m aken zou u het leuk vinden als de wandeling them a gerelateerd is? Nee hoor, niet perse.
124
5. Als u m ee zou doen aan een “georganiseerde wandeling, zou dit dan zijn voor de begeleiding, het educatieve aspect of de sociale contacten? Vooral voor het m aken of onderhouden van sociale contacten. 6. Als een wandeling is “georganiseerd” zou u hier dan aan m eedoen, en waarom ? Voor de betrokkenheid en het sociale aspect. 7. Vind u het belangrijk dat er begeleiding is bij een wandeling? Nee, niet echt. 8. Staat u open voor technologie binnen een wandeling Ja hoor, maar niet teveel. Er is al zoveel techniek in het dagelijkse leven waar ik gebruik van m aak. Kleinkinderen: Hoe vaak bent u actief bezig met uw kleinkinderen? Eens in de twee weken, m aar ik hoop dat als ik straks klaar ben m et werken dat ik veel meer contact met ze ga hebben. 1. W at voor een activiteiten ondervind u m et uw kleinkinderen? Spelen en voorlezen. 2. Als er een wandeling zou worden georganiseerd in com binatie m et de kleinkinderen, zou u dit dan een leuke activiteit vinden om te ondergaan en waarom ? Ja, dat lijkt me erg gezellig. 3. In zo’n wandeling zijn er dan bepaalde aspecten waar deze wandeling aan zou m oeten voldoen (denk aan, speeltuin op de route, café). Allebei zou het fijn zijn. Kinderboerderij m et diertjes erbij zou erg leuk zijn. Dat vindt Jools altijd leuk (m ijn kleindochter). Ze vindt diertjes heel leuk.
125
Conclusie transcripties Aan de hand van de transcripties is een conclusie geschreven die inzicht geeft in de doelgroep. De grootouders gaven aan dat ze bewegen ter ontspanning, maar ook omdat dit noodzakelijk is bij het ouder worden om niet vast te roesten. Een geliefde activiteit is wandelen. De kleinkinderen komen vaak langs in de vakanties. Activiteiten die dan worden ondernomen zijn spelletjes, tekenen en wandelen. Grootouders en kleinkinderen genieten van elkaars aanwezigheid. De grootouders vinden het belangrijk dat ze de kleinkinderen kunnen helpen met een goede ontwikkeling. Ze willen graag iets aan de kleinkinderen leren, maar leren zelf ook veel van hen door de dingen die ze zeggen. Als de grootouders met de kleinkinderen gaan wandelen, is het belangrijk dat er voor de kinderen veel te zien en te spelen is, zodat ze zich niet gaan vervelen. Dat is voor de grootouders het belangrijkste: dat de kinderen het leuk hebben. Wat uit de interviews naar voren kwam, is dat de aandacht van de grootouders continu gefocust is op de kleinkinderen als deze er zijn. Dit is voornamelijk zodra ze uit de vertrouwde omgeving gaan. De grootouders vinden het daarom lastig om te ontspannen als de kleinkinderen er zijn, omdat ze hoofdzakelijk met hun bezig zijn. Om toch wat de ontspannen, zijn rust- en zitmomenten tijdens een dagje samen belangrijk. Zo kunnen ze samen gezellig even kletsen en wat eten. Bij een georganiseerde wandeling staan ze open voor een educatief aspect. Ook zouden ze het leuk vinden om hun kleinkinderen mee te
126
nemen naar een georganiseerde wandeling. Kenmerken die moeten worden inbegrepen bij de wandeling vinden ze het bos, het geven van handvaten, een doel binnen de wandeling en pauzes. Wat ze liever niet hebben is zonder begeleiding een activiteit doen, technologie bij de wandeling of een te lang durende activiteit.
Bijlage 6 Onderbouwing trendkaart In deze bijlage wordt een extra toelichting gegeven op de trendkaart uit het document. Trend Source Drivers Description
Onlife Technologisering Flexibiliteit, Mobiliteit, Contact Onze offline en online leven worden één.
Signals
There’s an app for that Er is een enorme groei van apps. Lose It: http://www.loseit.com/ Outdoors apps: http://mashable.com/2013/05/25/apps-great-outdoors/ Natuur monumenten app Tracking Alles wordt bijgehouden en opgeslagen in de cloud. Misfit Shine: http://www.psfk.com/2013/12/gift-guide-quantified-self.html OMsignal: http://www.psfk.com/2013/12/omsignal-fitness-tracking-shirt.html#!qM8GN Nike Fuel: http://nikeplus.nike.com/plus/what_is_fuel/
Trend Source Drivers Description
Deep Sustainability Sustainability Duurzaamheid, Betrokkenheid, Daadkracht De wereld gaat gebukt onder grote veranderingen. We moeten duurzamer en innovatiever gaan leven om deze veranderingen tegen te gaan.
127
Signals
Love Local Lokaal geproduceerde producten worden populairder door het sociale en duurzame aspect. Heinde en Ver: http://www.heinde-ver.nl/ Uit Je Eigen Stad: http://www.uitjeeigenstad.nl/ Lekker Naar De Boer: http://www.lekkernaardeboer.nl/ Slow Food Een beweging die zich afzet tegen fastfood en zich inzet voor ecogastronomie. Lovechock Raw: http://www.lovechock.com/nl/ Beter & Leuk: http://beterenleuk.nl/#welkom Brandt & Levie: http://www.brandtenlevie.nl/ Green Living In de leefomgeving wordt duurzaam leven gestimuleerd voor een betere wereld. Co2 Neutraal: http://voetprintcooking.wordpress.com/ C2C: http://www.puma.com/bringmeback Arup: The building of the future: http://www.arup.com/News/2013_02_February/4_Feb_New_report_predicts_the_future_of_buildings_in_2050 .aspx Urban Farming Het verbouwen, verwerken en distribueren van voedsel in een stadse omgeving. Farming the City: http://farmingthecity.net/ Urban farming in empty office building (DH): : http://www.denhaag.nl/en/residents/to/Urban-farming-in-emptyoffice-building.htm Kipadoptie: http://www.adopteereenkip.nl/ Fooducation
128
Inzage krijgen in scheikunde met de keuken en voeding als middel, en vice versa. YFM movement: http://youthfoodmovement.nl/ Body Copy: http://www.pinterest.com/veravanhethof/portfolio-bodycopy/ Food Pharmacy: http://maaikeschuitema.nl/projecten/FoodPharmacy.html Trend Source Drivers Description
Self Regulation Individualisering Zelfredzaamheid, Eerlijkheid, Verantwoordelijkheid We realiseren ons steeds meer dat jij als persoon het enige echte verschil kan maken. ‘YES I CAN.’
Signals
DIY ‘Doe het zelf’, dingen niet meer aan experts overlaten maar het zelf doen. Maar daarbij ook producten personaliseren. Tiny House Family: http://inhabitat.com/meet-the-tiny-house-family-who-built-an-amazing-mini-home-for-just12000/ Mykea: http://www.thisismykea.com/ The Trendhunters DIY page: http://www.trendhunter.com/cool-hunting/category/diy Self Education De opkomst van autodidactisme: het voor jezelf of door jezelf leren en je eigen leraar zijn. Universiteit van Nederland: http://universiteitvannederland.nl/ Coursera: https://www.coursera.org/ TedX: http://www.ted.com/tedx Individuals Together Als individuen samenwerken voor een individueel en gezamenlijk belang. 129
Mine Kafon: http://minekafon.blogspot.nl/ Mama Nathalie: http://www.laerdal.com/nl/mamaNatalie Chiu Chih’s survival kit: http://www.designboom.com/art/chiu-chihs-survival-kit-for-the-ever-changing-planet/
Trend Source Drivers Description
Gamification/Experience Experience Economy Interactie, Vermaak, Betrokkenheid De complete beleving maakt het verschil in deze overprikkelende economie.
Signals
Story Aan producten wordt een verhaal toegevoegd voor een extra beleving. De Lichtjesroute: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lichtjesroute Naderhand: http://naderhand.jimdo.com/ Titanic Voyage: https://twitter.com/TitanicRealTime Senses Stimuli Producten of diensten prikkelen verschillende zintuigen voor een sterkere beleving. Snoezeltherapie: http://www.arjohuntleigh.nl/nl/Page.asp?PageNumber=3477 Brand Sense: http://www.brandsense.com/ Billboards met geur: http://www.ntt.com/release_e/news07/0010/1017.html Play! Er wordt een spelelement aan een product of dienst toegevoegd voor een extra beleving. Geocaching: http://www.geocaching.nl/index/ Only Ten Pounds: http://scienceofthetime.com/2013fontysqol/2013/03/26/only-10-pounds/
130
Codetoki: http://codetoki.com/
Trend Source Drivers
Participation Vergrijzing betrokkenheid, gezondheid, onafhankelijkheid
Description Het woord van 2013. De vergrijzing is een feit en al gauw een grote meerderheid van de bevolking. Ze willen iets om handen hebben, deelnemen aan de maatschappij. Signals
Forever Young 65+ die volop in het leven staan, ouderen die niet oud willen worden. Smart Wheel http://www.kickstarter.com/projects/flykly/flykly-smart-wheel Granny’s Finest http://www.grannysfinest.com/ Mamy Rock https://www.facebook.com/djmamyrock Advanced Style http://advancedstyle.blogspot.nl/
Trend
Dynamic City Life
Source
Urbanisatie
131
Drivers
multifunctionaliteit - flexibiliteit - gemak Description Ons toenemende stadse bestaan vraagt om multifunctionaliteit.
Signals
Convenience Gemak is in een stads bestaan een groot goed om tijd en energie te besparen. Shopping Wall http://www.shoppingwallusa.com/ Picard http://www.picard.fr/ Face Payment System http://gizmodo.com/you-wont-need-a-pin-when-you-pay-for-everything-with-y-805487185
Trend Source Drivers Description
Anti-Stress Society Globalisering Rust, zingeving, waardering De 24/7/365 ON maatschappij.
132
Signals
JOMO Droomwerk http://www.johannekeprocee.nl/#!droomwerk Lisa Lagemaat http://www.lisalagemaat.nl/Lisa_Lagemaat/Home.html Chair Wear http://www.bernotat.eu/en/chair_wear.html Spring/Summer ‘13 Wellness Retreat yourself http://www.retreatyourself.nu/ Familie Yoga Weekend Happy Soul Travel http://www.happysoultravel.nl/
Trend Source Drivers Description
Togetherness Socialisering Belangstelling, betrokkenheid, verbondenheid Van een maatschappij gericht op het individu gaan we naar een maatschapij die gericht is op WIJ. Us the people. WE change the world WE make the rules WE create
Signals
Cocreatie KPN springmeemet4G.nl http://forum.kpn.com/t5/4G-Community/Spring-mee-met-4G/td-p/117780 Nissan Customer’s concept cars http://www.psfk.com/2013/11/nissan-crowdsourced-cars.html My Starbucks idea http://mystarbucksidea.force.com/
133
Bijlage 6 Brand focus match
DEEP SUSTAINABILITY
ONLIFE
A2= - + want: Het komt niet perse vanuit de burger, maar de burger oont wel initiatief door vrijwilligerswerk.
A1= +/- want: IVN heeft meerdere social media platforms waar leden op kunnen commenten en hun wandelingen op kunnen vinden. Echter zijn niet alle wandelingen even duidelijk aangegeven, waardoor het de burger moeilijker wordt gemaakt om de juiste wandelingen te vinden. Elke stad heeft een andere vorm van communicatie.
B2 = - want: Ze proberen door kennisoverdracht in de natuurbescherming een duurzame samenleving te creëren. Maar dit moet komen door intrinsieke motivatie, daar hebben zij geen invloed op.
B1= - want: De natuurbescherming vindt vooral in ‘real life’ plaats. C1=+ want: Stichting zit wel achter social media. D1= +/- want: De natuur is offline maar er zijn mogelijkheden tot kennismaking met natuur online. E1= + want: Via verschillende kanalen worden leden betrokken bij hun initiatieven. Wel zouden er iets meer volgers mogen komen, net als iets meer interactie. F1= - want: Educatie vindt vooral offline plaatst tijdens de activiteiten. G1= - want: Te weinig. Er is een begin op de applicatie, maar dat is het dan ook. H1= - want: Heel goed in, maar offline. I1= - want: Dit vindt voornamelijk plaats offline. J1= - want: Nee.
134
C2= + want: Als stichting dragen ze duurzaamheid uit. D2= + want: Ja, want natuurbescherming. E2= + want: Ja. F2= -+ want: Door natuurwandelingen en het creëren van activiteiten hopen ze kennis over te dragen over duurzaamheid. Maar de kind reactiviteiten zijn meer geënt op educatie in het algemeen. Natuur als middel om duurzaamheid als doel te creëren. G2= + want: Voor de doelgroep (65-plus) ja. H2= + want: (On)bewust staat alles in verbinding met verhalenderwijs deep sustainability te creëren. I2= + want: Door duurzaamheid te willen creëren ontstaat sociale cohesie. J2= + want: De achterliggende gedachte is altijd duurzaamheid en door educatie kan bewustwording worden gecreëerd.
SELF REGULATION
regulated.
GAMIFICATION/EXPERIENCE
A3= + want: Vrijwilligers, en IVN bestaat bijna alleen maar uit vrijwilligers.
4A= - want: Op gebied van burgerinitiatief word niks gedaan op gamification niveau.
B3= + want: Ze nemen het heft in eigen handen en zorgen voor de natuur. En daarbij zijn ze geheel onafhankelijk door subsidies van de overheid.
4B= -/+ want: Natuurbescherming heeft geen connectie met gamification, echter bij kinderen word wel een spel element ingevoerd om natuurbescherming en duurzaamheid aan de orde te laten te komen.
C3= +/- want: Omdat de stichting zelf subsidies ontvangt, staan ze nog steeds voor dezelfde waarden maar ze zijn niet geheel zelfredzaam. D3= + want: Vanuit vrijwilligers zorgen ze zelfstandig voor de natuur E3= + want: Ja, ze nemen het heft in eigen handen en stimuleren een duurzame maatschappij. F3= + want: Zie J3. G3= + want: Zie J3. H3= + - want: Omdat ze sterk inhoudelijk zijn maar niet alle informatie komt van de individuen zelf af, maar ook gedeeld. I3= - want: Ze zullen handvaten aanbieden maar het moet uit het individu komen. J3= -+ want: Ze proberen bewustwording te creëren bij het individu, zodat deze intrinsiek gemotiveerd wordt. Echter hebben ze daar niet volledig invloed op. Het bewustwording creëren doen ze wel self
4C= +/- want: De stichting vind experience belangrijk binnen een wandeling. Maar er word niet vanuit de stichting aangegeven of er een spelelement moet plaatsvinden binnen bepaalde wandeling, dit is opnieuw plaats afhankelijk. 4D= +/- want: Over het algemeen gaat het bij IVN puur om de wandeling, het om het educatieve wat je uit de natuur kan halen, echter geld nog steeds de uitleg van 6B ook nog. 4E= - want: Betrokkenheid creëren ze offline 4F= +/- want: zie uitleg 6B 4G= +/- want: zie uitleg 6B 4H= +/- want: zie uitleg 6B 4I= - want: Zij willen dit graag creëren, maar niet op een gamification manier. 4J= -want: Zij willen dit graag creëren, maar niet op een gamification
135
manier.
PARTICIPATIE A5 = + want: Burgerinitiatief op gebied van participatie bij IVN is erg belangrijk. Er komen veel mensen op de activiteiten af. B5 = + want: IVN is betrokken bij de gezondheid en het beschermen van de natuur. C5= + want: De vrijwilligers zijn erg betrokken bij de activiteiten die ze organiseren, dat doen ze voornamelijk ook zelf. D5= + want: IVN is een organisatie voor natuureducatie. Alles staat in het teken van natuur. E5= + want: Participatie is een van de waarden van IVN. F5= + want: Door participatie te creëren tussen kinderen, volwassenen en gidsen van IVN word een educatief onderdeel overgebracht. G5= + want: IVN besteed veel aandacht aan recreatie en vindt het belangrijk dat deelnemers hierin betrokken zijn. H5= + want: IVN betrekt andere mensen bij hun verhalen en probeert ze mee te nemen zodat ze het extra goed kunnen overbrengen.
DYNAMIC CITY LIFE A6= - want: IVN is niet expliciet aanwezig in steden, maar in de grote steden vinden vele burger initiatieven plaats die zich wel inzetten voor een duurzamere stad. Hier zou IVN meer op kunnen inspelen. B6= - want: IVN is vooral actief buiten de stad. Maar hier valt zeker iets te halen, want het klimaat in de stad kan verbeterd worden. C6= +/- want: De stichting achter IVN is, denken wij, meer bezig met wat er in de maatschappij speelt en hoe ze met hun projecten hierop in kunnen spelen. D6= - want: IVN richt zijn focus hier niet op binnen het dynamische stedelijk bestaan en omgeving. E6= +/- want: De betrokkenheid bij het gehele land komt niet zo naar voren, maar het is wel aanwezig doordat ze ernaar streven. F6= +/- want: Zie G6. G6= +/- want: Dit kan via het project ‘Scharrelkids’ ook in dynamische stedelijke omgeving plaatsvinden, maar hier ligt niet de focus. H6= - want: Dit vindt niet plaats. I6= - want: Zie E6.
I5 = +- want: IVN zorgt dat ze mensen indirect samen brengen.
J6= - want: Zie E6.
J5= + want: IVN wilt bewustwording creëren door hun wandelaars betrokken te houden bij de wandeling en de natuur.
ANTI STRESS SOCIETY
136
A7= + want: Natuur als middel voor ontspanning. Dit geldt voor de vrijwilligers en de leden. B7= -+ want: Door het feit dat de Stress Society speelt in de maatschappij zijn meer mensen geneigd om daar van te ontsnappen in de natuur. Daardoor zou het kunnen zijn dat deze daarmee meer gewaardeerd en dus beschermt wordt. C7= - want: De vaste werknemers kunnen wel de druk van de Stress Society voelen., waardoor zij de Anti Stress Society niet ervaren. D7= + want: De natuur werk rustgevend en dat draagt zeker bij aan het ontsnappen van de Stress Society. E7= + want: De Anti Stress Society zorgt voor betrokkenheid bij de natuur. F7= - want: Ook hier doet IVN vrij weinig. Ze zouden er op in kunnen spelen door educatie te bieden over natuur en ontspanning. G7= - + want: Het recreëren binnen IVN kan leiden tot ontspanning, dit is echter niet het hoofddoel. H7= - + want: Ontsnappen aan dagelijkse beslommeringen, maar de nadruk wordt er niet op gelegd. I7= - want: Vanuit IVN wordt er niets met ontspanning en de sociale cohesie gedaan. J7= -+ want: IVN creëert zeker bewustwording, alleen niet perse gericht op de waarden van de Anti Stress Society. Dit kan wel ontstaan, maar onbewust.
TOGETHERNESS 8A= + want: Vanuit het burgerinitiatief is verbondenheid een belangrijk aspect. Er leeft een verbondenheid tussen de vrijwilligers zelf en tussen de vrijwilligers en de natuur en natuurlijk tussen de vrijwilligers en de wandelaars. 8B= + want: De vrijwilligers willen een verbondenheid creëren met de natuurbescherming, om op deze manier de natuur intact te houden. Daarbij gebruiken ze de verbondenheid met de wandelaars om donaties te vangen voor de organisatie, waarmee de natuurbescherming kan worden voldaan. 8C= + want: De stichting creëert verbondenheid met andere organisaties. Zij leggen ook de connectie tussen de stichting en de vrijwilligers. Hoe de verbondenheid bij de stichting onderling is, is niet duidelijk. 8D= + want: De vrijwilligers willen een verbondenheid creëren met de natuur, om op deze manier de natuur te beschermen en aspecten vanuit de natuur te bestuderen om vervolgens door te geven als educatief onderdeel aan de wandelaars. 8E= + want: Togetherness staat samen met betrokkenheid, spreekt voor zich. 8F= + want: De vrijwilligers willen door verbondenheid met de natuur hier informatie uithalen. Deze brengen zij vervolgens als een educatief onderdeel over aan de bezoekers van de wandelingen. Daarbij is educatie ook een onderdeel dat de bezoekers onderling verbind, het
137
geeft ze een gedeelde interesse. 8G= + want: De recreatieve onderdelen van IVN hebben verbondenheid als een belangrijk aspect binnen de activiteiten. Deze stimuleren ze ook. 8H= + want: De wandelingen zijn sterk inhoudelijk, en door de sterke inhoud wordt verbondenheid gecreëerd binnen de groep. Ze delen de interesse in het educatieve aspect binnen de wandeling. 8I= + want: Sociale cohesie en verbondenheid zeggen zo goed als het zelfde, spreekt voor zich. 8J= + want: Bewustwording word gestimuleerd door middel van verbinding te creëren met wandelaars en de natuur. Dit is het doel, het middel is educatie.
MICRO THERE’S AN APP FOR THAT:
9D= - want: Binnen de wandeling, de natuur, word geen gebruik gemaakt van technologie. Er is echter wel een organisatie binnen IVN die wel gebruik van een applicatie maakt, en op deze manier een quiz laat terug komen binnen de wandeling. 9E= +/- want: De organisatie IVN creëert betrokkenheid met zijn wandelaars op een offline manier. Door de kennis die zij delen en de gidsen die de wandelingen dragen. Echter is de site wel een communicatie tool waarmee de wandelaars de wandelingen kunnen vinden waar ze deel aan willen nemen. 9F= +/- want: Het educatieve onderdeel word offline toegelicht. Er is echter wel een organisatie die wel gebruik van een applicatie maakt, en op deze manier een quiz laat terug komen binnen de wandeling. 9G= - want: De recreatie onderdelen van IVN vinden offline plaats. 9H= - want: Sterk inhoudelijk ja, maar offline.
9A= +/- want: IVN maakt over het algemeen geen gebruik van technologie binnen hun activiteiten. Er is echter wel een organisatie die hier wel gebruik van maakt, en op deze manier een quiz laat terug komen binnen de wandeling.
9I= - want: Sociale cohesie word offline gecreëerd.
9B= +/- want: De natuurbescherming vind op een offline manier plaats, er word echter wel via de site over natuurbescherming gecommuniceerd.
GREEN LIVING
9C= + want: De stichting achter IVN is online te vinden, via de website. Ook leggen ze op deze manier contact met anderen. Het zijn met name de vrijwilligers die online functioneren.
138
9J= - want: Bewustwording wordt offline gecreëerd doormiddel van de kennisoverdracht van de gidsen.
10A= + want: Binnen het burgerinitiatief vanuit de vrijwilligers staat green living centraal. Zij leven zelf op deze manier en proberen met hun kennis dit over te dragen aan de wandelaars. Green living is voor hun alleen al een motivatie geweest om überhaupt vrijwilliger te worden bij IVN.
10B= + want: Natuurbescherming spreekt voor zich binnen green living. 10C= +/- want: De stichting straalt als stichting uit dat ze een voorstander zijn van green living en duurzaam leven. Echter weten we niet of ze ieder voor zich ook zo leven. Dit weten we wel van de vrijwilligers . 10D= + want: Natuur spreekt voor zich binnen green living. 10E= + want: Betrokkenheid word binnen IVN gecreëerd met behulp van de natuur en hun achterliggende gedachte is om men duurzamer te laten leven. De mensen die aan deze wandelingen deelnemen hebben hier sowieso al en interesse voor. Dus de betrokkenheid is er deels al. 10F= + want: De educatie binnen IVN gaat over IVN en green living. 10G= + want: Bij de recreatieve activiteiten van IVN staan natuur en green living centraal. Op de eerste plek natuur, maar zij proberen met hun recreatieve activiteit green living te stimuleren.
11A= + want: Projecten worden georganiseerd vanuit vrijwilligers. 11B= + want: Deelnemers kiezen er zelf voor om te helpen bij bijvoorbeeld het onderhouden van natuurgebieden. 11C= - want: Onder de stichting vallen de betaalde werknemers zij ondernemen dus niet vrijwillig. 11D= + want: IVN geeft deelnemers de mogelijkheid om zelf de natuur te ontdekken. 11E= + want: IVN is betrokken bij burgerinitiatieven en probeert deze zo veel mogelijk te ondersteunen. 11F= +- want: Men kan zich opgeven bij het IVN om meer over de natuur te leren, echter is dit meestal niet mogelijk zonder begeleider. 11G= +- want: Deelname is vrijwillig echter zou er meer vrijheid gegeven kunnen worden tijdens de activiteiten. 11H= +- want: Zelf kennis testen via bijvoorbeeld de IVN quiz.
10H= + want: De inhoud betreft vaak green living, spreekt voor zich.
11I= – want: Er is geen link.
10I= + wamt: Sociale cohesie wilt IVN creëren door middel van green living te stimuleren.
11J= +- want: De deelnemers leren wat ze zelf kunnen doen om anderen bewust te maken.
10J= + want: Green living is de achterliggende gedachte bij bewustwording creëren.
INDIVIDUALS TOGETHER
DIY
12A= + want: Samen werken de vrijwilligers naar een doel toe namelijk mensen inspireren tot een duurzamer leven.
139
12B= + want: Samen streven ze naar het beschermen van de natuur. 12C= + want: Samen streven ze naar een doel toe namelijk mensen inspireren tot een duurzamer leven. 12D= + want: Samen streven ze naar een doel toe namelijk mensen inspireren tot een duurzamer leven. 12E= + want: samen streven ze naar een doel toe namelijk mensen inspireren tot een duurzamer leven. 12F= +- want: Gezamenlijk streven deelnemers naar educatie, echter zouden ze meer vrijheid kunnen hebben. 12G= + want: Gezamenlijke recreatie streven naar educatie en gezondheid. 12H= + want: Er is een duidelijk doel. 12I= + want: Gezamenlijke recreatieprojecten waarbij sociaal contact gestimuleerd word. 12J= + want: Samen werken de vrijwilligers naar een doel toe namelijk mensen inspireren tot een duurzamer leven.
mensen zelf back to basic gaan of willen komen ze toch in contact met IVN doordat ze zelf graag naar de natuur willen gaan. Daardoor zou het kunnen dat deze daarom meer gewaardeerd wordt en dus beschermt wordt. 13C= - want: De vereniging krijgt wel geld voor het werk wat zij doen bij IVN. 13D= +- want: IVN houd zich niet echt bezig ermee, maar omdat mensen zelf back to basic gaan of willen komen ze toch in contact met IVN. 13E= +- want: IVN heeft zelf geen last van de economische crisis maar omdat mensen nu back to basic gaan doen ze mee aan wandelingen en dat zou voor betrokkenheid kunnen zogen. 13F= - want: IVN hoeft niet te bezuinigen om educatie over te brengen. 13G= - want: IVN hoeft niet te bezuinigen voor de recreatie die zij doen. Bijna alle wandelingen zijn gratis. De lezingen kosten wel geld maar door de vrijwilligers hoeven ze nauwelijks te bezuinigen. 13H= - want: Hier is geen link met IVN.
RECESSIE
13I= +- want: Door de crisis willen mensen back to basic en kunnen daarom gaan wandelen in de natuur, ze kunnen mensen samen brengen maar dit is niet perse het doel.
13A= + want: Ze krijgen genoeg hulp van vrijwilligers dus hoeven ze zich niet druk te maken dat ze snel verlies zullen leiden.
13J= - want: Het is niet het doel van de IVN om mensen bewust te laten worden van de recessie.
13B= +- want: IVN houd zich niet echt bezig ermee, maar omdat
SENSES STIMULI
140
14A= +- want: Natuur kan een middel voor ontspanning zijn die je zintuigen prikkelt. 14B= +- want: Door de natuur te beleven worden je zintuigen geprikkeld en kun je je meer betrokken gaan voelen met de natuur, hierdoor kun je de natuur meer gaan waarderen maar dit moet vanuit jezelf komen. 14C= - want: Er is geen link met de stichting en sensus stimuli. 14D= + want: Natuur kan je zintuigen prikkelen. 14E= + want: Bij de verschillende wandelingen laten de gidsen je dingen zien, die je kan aanraken, ruiken en proeven. 14F= +- want: Bij de verschillende lezingen en wandelingen laten de gidsen je zintuigen prikkelen, dit hoeft niet bij elke lezing en wandeling te zijn.
PLAY A15= - want: Ze voegen geen play toe in combinatie met het initiatief van hun burgers. B15= + - want: Vooral in combinatie met de allerkleinste voegen ze een ‘play’ element toe. Ze doen nog weinig met moderne media kanalen en gamification. C15= - want: Ze voegen geen gamingelement toe in combinatie met hun beroepskrachten. D15= + want: Vooral in combinatie met de allerkleinste voegen ze een ‘play’ element toe. Ze doen nog weinig met moderne media kanalen en gamification in de natuur.
14G= +- want: Door de verschillende recreatiemogelijkheden worden de zintuigen geprikkeld.
E15= + - want: Hier doen ze nog weinig mee. Hier liggen kansen. Toch proberen ze wel op een speels karakter betrokkenheid te creëren bij vooral de jeugd. Bij de volwassene zien we dat minder tot niet.
14H= + want: IVN probeert mensen te betrekken bij hun verhalen en proberen je op verschillende manieren mee te nemen zodat ze het goed kunnen over brengen en zintuigen geprikkeld kunnen worden.
F15= +- want: Vooral in combinatie met de allerkleinste voegen ze een ‘play’ element toe. Ze doen nog weinig met moderne media kanalen en gamification in educatie.
14! - want: Vanuit IVN wordt nog niks gedaan met senses stimuli en sociale cohesie.
G15= +- want: Ze hebben speelse elementen maar wederom vooral voor de kleintjes en niet voor de (jong) volwassenen.
14J= +- want: Ze proberen bewustwording te creëren zodat deze intrinsiek gemotiveerd wordt. Echter hebben ze er niet volledig invloed op.
H15= +- want: wederom wel voor de kleintjes maar het game en play element is ver te zoeken voor de volwassene.
141
I15 = - want: Er is geen game element binnen IVN te vinden in combinatie met sociale cohesie. J15= +- want: Zoals eerder toegelicht; wel voor de kleintjes maar niet voor de volwassenen.
CONVENIENCE A16= - want: Burgerinitiatief staat voor de vrijwilligers waarop IVN bouwt. Daarbij is gemak niet het uitganspunt. B16= + want: Om bij te dragen aan natuurbescherming hoef je als lid niets actiefs te ondernemen. C16= - want: Gemak is niet het uitgangspunt bij werknemers. Deze werknemers komen om te werken en niet voor het gemak. D16= - want: Is niet aanwezig. E16= + want: Om bij de natuur betrokken te zijn hoeft geen inspanning te kosten. F16= + want: Informatie is makkelijk voorhanden. G16= +- want: Het recreĂŤren zelf vergt wel wat initiatief, het organiseren niet. H16= - wat: Is niet aanwezig. I16= + - want: De sociale cohesie is sterk aanwezig en vergt nauwelijks energie. Social media contact is ook makkelijk te
142
onderhouden. Echter is er niet echt een aanwezig platform waar leden onderling contact kunnen houden. J16= - want: Er moet altijd een enige vorm van inspanning worden ondernomen om bewustwording te creĂŤren bij betrokkenen van IVN.
URBAN NOMAD A17= - want: De Urban Nomad gaat vooral zelf opzoek naar plekken waar hij of zij nog niet is geweest en bevinden zich vooral in de stad. B17= - want: De Urban Nomad is zelf wel bezig met natuurbescherming maar niet in combinatie of uit opdracht van IVN. Dit is wel een doelgroep kans voor ze. C17= +/- want: De Urban Nomad is bezig met de natuur maar bevindt zich vooral in de stad. Deze zijn wel geschikt om in een stichting zoals IVN te werken. D17= - want: De Urban Nomads bevinden zich vooral in de stad en daar is IVN nagenoeg niet bezig met natuurprojecten. Dit neemt niet weg dat er hier wel een kans en mogelijkheid ligt. E17= +/- want: IVN staat open voor iedere doelgroep en wie wil, met kennis van de natuur, kan zich aanmelden als vrijwilliger. Ze doelen niet specifiek op de Urban Nomad, maar deze zijn wel welkom. F17= +/- want: IVN geeft educatie ook in de stad. De Urban Nomad zou hiermee in aanraking kunnen komen. G17= - want: Zie D17.
H17= - want: Zie D17 I17= - want: Zie D17
ontsnappen aan alle drukte van de dag. Maar JOMO gaat vaak wel gepaard met een recreatieve activiteit.
J17= - want: Zie D17
H18= - want: Er is geen link tussen JOMO en sterk inhoudelijk, het zit bij de persoon zelf er komt niemand aan bod.
JOMO
I18= - want: IVN organiseert niets wat voor samen alleen is.
A18= + want: IVN biedt wandelingen zonder technologie aan, een rust momentje een moment om tot jezelf te komen en in echt contact met de natuur te komen. Men kan dit alleen doen of in een groep, maar die sociale verplichting is niet het hoofddoel. Het wordt geleid door mensen die hier behoefte aan hebben en dit graag willen, uit passie.
J18= - want: IVN organiseert niets wat bewustwording creëert over hoe je JOMO kunt toepassen in de praktijk. Hier is IVN niet bewust mee bezig.
B18= - want: Jezelf even ‘uitzetten’ omdat je het zelf wilt vind niet perse plaats in de natuur en IVN speelt hier niet specifiek op in. C18= - want: IVN richt zich niet op de ontsnapping van mensen, ze brengen mensen recreatief in contact met de natuur. D18= +/- want: IVN heeft niet als hoofddoel om de mensen te laten ontsnappen aan alle drukte van de dag. Maar natuur is wel een belangrijk aspect van deze ontsnapping. E18= - want: JOMO staat in het teken van jezelf en daar gelukkig mee zijn, betrokkenheid van wie of wat dan ook is niet nodig. F18= - want: JOMO staat in het teken van jezelf en daar gelukkig mee zijn, educatie of iets leren van iets of iemand is geen behoefte aan. Mocht dit gebeuren dan vanuit de persoon zelf. G18= - want: IVN heeft niet als hoofddoel om de mensen te laten
143
Bijlage 8 4 conceptontwerpen Na het onderzoek naar de opdrachtgever, de doelgroep, de sectoren Human Movement en Leisure en de trends, zijn er per onderzoek vier kernwaarden gekozen. Vanuit deze kernwaarden zijn valuefits geformuleerd, wat betekent dat er uit elk onderzoek één kernwaarden is gekozen en deze met de drie anderen uit de verschillende onderzoeken is gecombineerd. Vanuit elk van deze drie valuefits is er een gedachtengoed ontstaan. Uit het eerste gedachtengoed zijn vervolgens twee conceptontwerpen gekomen, uit het tweede en derde gedachtengoed ieder één. Deze vier conceptontwerpen worden hier toegelicht.
Conceptstatement 1: Samen ontdekkend leren
Bij samen ontdekkend leren worden jong en oud door kennisoverdracht samengebracht en maken ze op een ongedwongen manier kennis met duurzaamheid.
Conceptontwerp 1: Zoek je eigen weg
Bij ‘Zoek je eigen weg’ wordt er van elkaar geleerd op een ontdekkingstocht door middel van een wandeling. Samen worden er paden uitgezet en daardoor wordt er van elkaar geleerd. Ideeën die hierbij horen zijn: - Zoek je lokale weg - Van product naar oorsprong - Je eigen survivalmiddag
Conceptontwerp 2: Leren in het groen
Bij ‘Leren in het groen’ wordt er op een educatieve manier een duurzaamheidsgevoel ontwikkelt bij jong en oud. Vooral bij jong, omdat deze de connectie nog vaak mist en bij de ouderen is dit vaak meer aanwezig. Dit wordt bij dit concept samengebracht: oud leert van jong, jong leert van oud. Dit kan door middel van: - Een lokale, educatieve supermarkt - Een naschoolse opvang voor ouderen en kleinkinderen in de natuur - Een kinderkookschool - Een sportschool-moestuin
144
Conceptstatement 2: Samen kern-gezond
Met ‘Samen kern-gezond’ wordt bedoelt dat we gezamenlijk tot de kern van de maatschappij, gezondheid willen stimuleren.
Conceptontwerp 3: Verbloemend groen
Conceptstatement 3: Variërend natuurlijk
Bij ‘Variërend natuurlijk’ wordt de multifunctionaliteit van de natuur meer onder de aandacht gebracht en daarbij ook het zorgzame karakter van de mens.
Uit onderzoek is gebleken dat leegstand een toenemend probleem is, voornamelijk in steden. Bij ‘Verbloemend groen’ wordt op een groene en duurzame manier de gezondheid gestimuleerd en leegstand tegengegaan. Dit kan door middel van: - De dierenboerderij flat - De ontdekfabriek - Een moestuinflat - De simsboerderij
145
Conceptontwerp 4: Spelend schoon
In steden wordt er niet goed omgegaan met natuur en wordt er veel vervuild. ‘Spelend schoon’ laat zien hoe mensen kunnen bijdragen aan een schone omgeving. Dit kan door middel van: - Een duurzame moestuin maken met afvalproducten - De recycle speurtocht - Virtueel in het bos lasergame-afval-doden - Guerilla Gardening op afvalplekken - Natuurlijke schoonmakers Deze vier conceptontwerpen zijn tijdens een tussentijdse presentatie voorgelegd aan de opdrachtgever, die twee conceptontwerpen heeft uitgekozen. Deze twee conceptontwerpen zijn ‘Zoek je eigen weg’ en ‘Spelend schoon’. Dit zijn de twee conceptontwerpen die zijn meegenomen in het vervolg van het proces.
146
Bijlage 9 Haalbaarheidsanalyse 1 – Spelend Schoon Naast dat de twee gekozen concepten zijn voorgelegd aan de doelgroep, zijn ze ook globaal getest op haalbaarheid. Voor beide concepten is een Businesscase ingevuld, zijn de kansen en alternatieven geformuleerd, is er een risicoanalyse gemaakt en is er een ethische matrix ingevuld.
Businesscase Sluit het project aan bij de strategische (merk) doelstellingen van de organisatie?
Ja, vanwege het feit dat IVN een duurzame samenleving nastreeft doormiddel van natuureducatie. Daar speelt het concept ‘Spelend Schoon’ op in: op een spelende, educatieve manier duurzaamheid stimuleren en aanleren.
Voegt het project waarde toe aan de organisatie?
Ja, het concept combineert duurzaamheid en educatie bij jong en oud. Juist die relatie, tussen grootouder en kleinkind, is een waardevolle toevoeging voor IVN. Kleinkinderen leren van grootouders maar de grootouders leren ook van de kleinkinderen. Deze doelgroep is tevens winstgevend.
Moet het project worden uitgevoerd?
Ja, de opdrachtgever IVN heeft een probleemstelling geformuleerd waar dit concept invulling aan kan geven. Het is een conceptontwerp wat het al bestaande, succesvolle, IVN versterkt. De uitvoering van het concept draagt daar aan bij.
Kan het project worden uitgevoerd? Ja, in de huidige maatschappij is het zonder meer een haalbaar concept. Er zijn genoeg middelen om het concept uit te voeren. Echter moet de haalbaarheid van de implementatie nog worden onderzocht. Het concept ‘Spelend Schoon heeft tot zover een business case, want alle vier de vragen zijn met ja beantwoord.
Beschrijf kansen
De groep 65-plussers zal in 2038 een kwart van de Nederlandse bevolking beslaan (CBS, 2006). Hier liggen dus veel kansen. Veel van de 65-plussers heeft geld te besteden en geeft dit graag uit aan (klein) kinderen (Het Grijze Goud, 2014). Uit diverse onderzoeken is gebleken dat ouderen zich langer vitaal en gezond voelen als zij regelmatig contact hebben met dierbaren. ‘Spelend Schoon’ stimuleert dit contact, wat ervoor kan zorgen dat ouderen zich minder geïsoleerd voelen en langer gezond en vitaal deelnemen aan de maatschappij. Dit heeft politieke voordelen, omdat vitale en gezondere ouderen minder geld kosten. Ook heeft het maatschappelijke voordelen, omdat er wordt geleerd van elkaar en dit verhoogd de kwaliteit van leven van de 65-plussers en kleinkinderen.
Identificeer alternatieven Alternatief 1: Wat als er niets gebeurt?
IVN organiseert voor kinderen en voor ouderen evenementen. Tevens gaf IVN aan dat zij ook al werken met de ‘kleinkind en grootouder’ doelgroep. Piet Duizer liet merken dat dit succesvolle projecten zijn. Als IVN niets doet met dit concept lopen zij een lucratieve doelgroep mis: er kunnen meerdere van dit soort projecten zijn. Zoals eerder aangegeven willen ouderen zich betrokken en belangrijk voelen en de combinatie met het kleinkind helpt dat verwezenlijken. Ook zijn ze dan bereidt geld uit te geven. Als IVN niet verder investeert in deze
147
doelgroep lopen ze aanloop (van jong en oud) mis, hiermee geld en de mogelijkheid tot natuureducatie en duurzaam handelen aan te leren. De toekomst van een duurzame samenleving ligt onder anderen in de handen van de kleinkinderen en die leren graag van opa en oma.
Alternatief 2: Wat als we de doelgroep opsplitsen (alleen 6 tot 10
jarigen en alleen 65 tot vitaal)? IVN doet al diverse projecten met kinderen en al diverse projecten waar 65-plussers aan deel kunnen nemen. Mocht de doelgroep worden opgesplitst dan kan het ‘spelelement’ nog steeds goed worden toegepast voor de doelgroep 6 tot 10 jarigen, maar minder goed voor de doelgroep ‘65 tot vitaal’, aangezien uit doelgroeponderzoek is gebleken dat zij het ‘spelelement’ vooral leuk vinden omdat de kleinkinderen er zo van genieten. Het concept zou dan dus minder aanslaan bij de oudere doelgroep. Uit onderzoek blijkt ook dat ouderen zich wel eens buitengesloten voelen door de snelle evaluatie van technologie. Ze kunnen het niet bijbenen en vinden het te ingewikkeld. Die sociale isolatie die dan wordt ervaren, vooral binnen de familie, zal dan toe nemen. Echter dient hier wel een kanttekening te worden geplaatst. Uit cijfers van het CBS blijkt dat ouderen pas op latere leeftijd (75 jaar) beginnen te vereenzamen (CBS, 2012). Verzamel gegevens om alle alternatieven in kaart te brengen in tijd en geld.
Alternatief 1
Als er niets gebeurt loopt IVN een lucratieve doelgroep mis. Zoals eerder vermeld neemt het aantal 65-plussers toe en ondernemen zij graag activiteiten met hun kleinkinderen en geven zij daar graag geld aan uit. Alhoewel er wel al activiteiten worden aangeboden voor grootouders en kleinkinderen is er nog geen concept dat zich richt om op een spelende wijze een schone omgeving te creëren waarbij jong en oud bewust worden gemaakt van natuurvervuiling en recycling. Zo
148
leren zij iets van IVN, namelijk duurzaam handelen, en van elkaar.
Alternatief 2
Bij alternatief 2, de doelgroep opsplitsen, kunnen de opties zijn: Voor alleen 6 tot 10-jarige: - Dat zij een kleine bijdrage ontvangen van hun ouders, zij heb ben immers geen eigen geld. - Dat er geen geld wordt ontvangen door IVN: dit kan betekenen dat IVN geen geld moet vragen voor dit project. - Een ouder moeten bereidt zijn hier tijd voor vrij te maken, an ders zijn kinderen niet in alle gevallen instaat zelfstandig mee te doen aan dit project. Voor alleen 65 tot vitaal: - Het is nog maar de vraag of zij geïnteresseerd zijn in een con cept dat op een spelende manier duurzaamheid stimuleert en dus is het maar de vraag of zij er op afkomen. - Als de opkomst uitblijft kost het IVN alleen maar geld, in plaats van dat het iets oplevert.
Analyseer de alternatieven
Hierbij wordt gekeken naar wat de alternatieven zullen betekenen voor IVN, de doelgroep, de maatschappij, wat het financieel betekent en wat het betekent voor het stimuleren van een duurzame samenleving (duurzaamheid 1) en of het alternatief een duurzaam karakter heeft (duurzaamheid 2): of het lang meegaat.
Alternatief 1
IVN
Doelgroep
Maatschappij
Financieel
Duurzaamheid 1
Duurzaamheid 2
Als er niets gebeurd dan loopt IVN een lucratieve doelgroep mis (65-plus tot vitaal met kleinkinderen).
De doelgroep vindt het fijn tijd door te brengen met zijn of haar kleinkinderen en om tijd door te brengen in de natuur. Door technologie voelen zij zich steeds vaker buiten spel gezet. Het contact tussen kleinkind en grootouder blijft hetzelfde als er niets gebeurt, dat is zonde.
Als er niets gebeurt zal dit betekenen dat er maatschappelijk gezien ook niets verandert. Dus geen duurzamere samenleving en geen beter contact tussen jong en oud. Dit kan in de loop der jaren zorgen voor sociale isolatie van de 65-plussers en daarmee ook voor meer kosten zorgen die invloed hebben op de maatschappij.
Op de lange termijn zou het kunnen betekenen dat dit voor de maatschappij extra kosten met zich meebrengt. Ouderen die vereenzamen en minder vitaal zijn kosten geld, net als jongeren die niet wetten wat duurzaam handelen is het belang niet inzien in het voor elkaar zorgen. IVN loopt geld mis omdat ouderen graag geld uitgeven aan hun kleinkinderen.
IVN stimuleert een duurzame samenleving voor jong en oud. Als dit concept niet wordt geĂŻmplementeerd gebeurt is dit nog steeds.
Het conceptontwerp heeft een duurzaam karakter, omdat twee belangrijke ontwikkelingen binnen dit concept – natuurvervuiling en vergrijzing- actuele en lange termijn ontwikkelingen zijn en de komende jaren goed zichtbaar zullen blijven. Het concept heeft dus potentie om lang relevant te blijven.
149
Alternatief 2
150
IVN Als de doelgroep wordt opgesplitst hoeft het niet zo te zijn dat IVN daar iets van merkt. IVN heeft namelijk al concepten voor ouderen en voor kinderen. Echter, zoals eerder vermeld is juist de combinatie zo toekomstrijk.
Doelgroep Als de doelgroep wordt opgesplitst blijft het contact tussen ouderen en kleinkind zoals het nu is. Zoals in de doelgroep analyse is aangegeven voelen ouderen zich soms buiten spel gezet door technologie. De ouderen hebben er veel baat bij dat ze betrokken worden en in beweging blijven en kinderen hebben er baat bij omdat ze leren van ouderen en een band opbouwen.
Maatschappij De maatschappij heeft er baat bij als de relatie tussen ouderen en kleinkind goed is. De ouderen voelen zich dan langer sociaal betrokken en belangrijk; zo blijven ze langer vitaal en dus kosten zij minder geld. Als de doelgroep wordt opgesplitst draagt IVN daar niet aan bij.
Financieel Wat betreft de financiĂŤn gaat IVN er niet op vooruit maar ook niet op achteruit. Dit alternatief is dus niet er lucratief.
Duurzaamheid 1 Ook als de doelgroep wordt opgesplitst wordt er nog steeds een duurzame samenleving gecreĂŤerd voor jong en oud.
Duurzaamheid 2 Als de doelgroep wordt opgesplitst heeft het conceptontwerp een duurzaam karakter voor de doelgroepkinderen van 6-10 maar niet voor de doelgroep 65+ tot vitaal. Dit omdat Spelend Schoon hoogst waarschijnlijk niet erg aantrekkelijk is voor ouderen zonder kleinkind.
Risicoanalyse In de matrix van de risicoanalyse wordt er gekeken naar de mogelijke risico’s van het conceptontwerp ‘Spelend Schoon’. De risico’s worden afgezet tegen verschillende dragers. Dit wordt gedaan door cijfers te geven van 1 tot en met 5, waarbij 1 weinig risico betekent en 5 veel risico. Het concept
Economisch
‘Duurzame Moestuin’
‘Recycle Speurtocht’
‘Afval Lasergame’
‘Guerilla Gardening’
‘Natuurlijke Schoonmak ers’
Dit hoeft niet veel geld te kosten. Voorbeelden van kosten zijn: - zaden - water - grondvoeding - arbeid - tuinmiddelen
Dit kost nagenoeg geen geld, alleen de knutsel mogelijkheid erna kan een beetje geld kosten. Voorbeelden van kosten zijn: - knutselspull-en - arbeid - een ruimte
Dit kost veel geld, de technologie is ten opzichte van de andere dragers duur. Voorbeelden van kosten zijn: - laserguns - parcour onderhoud - arbeid - techniek om score bij te houden.
Dit hoeft niet veel geld te kosten, alleen de vergunning kan veel tijd en daarom geld kosten. Voorbeelden van kosten zijn: - vergunning - zaadjes - tuinmiddelen - grond - arbeid
Ook deze conceptdrager is aan de prijzige kant. Voorbeelden van kosten zijn: - Aanwijz ing bordjes - iPads - Verrekij ker - Arbeid.
151
Technologisch
Middelen
152
3 Er is nagenoeg geen kostbare technologie nodig en ook is er geen afhankelijkheid van technologie.
1 Er is nagenoeg geen kostbare technologie voor nodig en ook hier ben je niet afhankelijk van technologie.
1 Hier zijn relatief goedkope en makkelijk te verkrijgen middelen voor te gebruiken.
1 Voor deze drager zijn er al iets meer middelen nodig. Vooral voor het knutsel aspect achteraf moeten meer attributen en mankracht worden ingezet.
4 Er is veel en kostbare, technologie voor nodig in verhouding tot de andere dragers. Ook is deze drager afhankelijk van technologie. Als het niet werkt, werkt het concept niet. 5 Voor deze drager zijn er veel middelen nodig en veel begeleiding. Personeel van IVN moet zorgen dat dit in goede banen verloopt.
2 Er is nagenoeg geen kostbare technologie voor nodig. Ook is er geen afhankelijkheid van technologie betreffende dit concept.
4 Voor deze conceptdrager is technologie nodig. Mocht het zo zijn dat technologie wegvalt kan het concept wel nog worden uitgevoerd.
1 Voor deze conceptdrager zijn er relatief makkelijk te verkrijgen middelen nodig. Alleen een vergunning verkrijgen zou lastig kunnen zijn. In principe kan ‘Guerrilla Gardening’ zonder vergunning, maar IVN zal dat waarschijnlijk niet
3 Er zijn niet erg veel extra middelen nodig, toch moeten er wel een aantal aspecten worden geplaatst en georganiseerd. Ook moet er altijd minimaal één begeleider mee.
Organisatorisch
Duurzaamheid
Doelgroep
doen. 3 Voor ‘Guerrilla Gardening’ moeten medewerkers kunnen tuinieren.
1 Hier zijn relatief weinig medewerkers voor nodig. De medewerkers hebben kennis nodig van tuinieren en moeten inventief zijn met de beschikbare middelen.
2 Voor de recycle speurtocht moeten medewerkers creatief en inventief zijn.
5 Bij deze conceptdrager moeten medewerkers veel van technologie afweten en de ouderen en kinderen kunnen begeleiden.
2 Dit concept draagt bij aan de duurzaamheid, behalve als het plastic naderhand niet goed wordt opgeruimd.
2 De ‘Recycle Speurtocht’ draagt bij aan de duurzaamheid op korte en lange termijn. Kort door afval op te ruimen en lang door dit op een creatieve manier leren te verwerken.
4 Dit concept draagt bijna niet bij aan duurzaamheid. Het afval wordt alleen beschoten, niet opgeruimd. Wel wordt de doelgroep bewust van de hoeveelheid afval in het bos.
1 Dit draagt bij aan duurzaamheid door het verwijderen van afval en het plaatsen van groen.
2 Dit concept sluit aan bij
1 Dit concept sluit aan
4 Dit concept sluit
1 Sluit aan bij de
3 Voor ‘Natuurlijke Schoonmaker s’ moeten medewerkers veel kennis hebben van insecten en een beetje van technologie. 3 Dit concept draagt niet zozeer bij aan duurzaamheid. Wel aan educatie en bewustzijn van het organisch proces van schoonmaken en het verzorgen van omgeving. 3 Sluit 153
Maatschappelijk
TOTAAL
de doelgroep 65 tot vitaal en iets minder bij de kinderen van 6 tot 10 jaar. 3 ‘Duurzame Moestuin’ ondervindt geen risico’s vanuit de maatschappij, alleen maar stimuli.
bij zowel de 65plussers als de 6 tot 10 jarige.
goed aan bij de kinderen, niet bij de 65-plussers.
groep 65-plussers, niet bij de kinderen.
voldoende aan bij beide doelgroepen.
1 ‘Recycle Speurtocht’ ondervindt geen risico’s vanuit de maatschappij, alleen maar stimuli.
4 ‘Guerrilla Gardening’ ondervindt geen risico’s vanuit de maatschappij, alleen maar stimuli. Wel zou het zo kunnen zijn dat de overheid dit niet echt op prijs stelt.
2 ‘Natuurlijke Schoonmaker s ‘ondervindt geen risico’s vanuit de maatschappij, alleen maar stimuli.
1 13
1 9
4 ‘Afval Lasergame’ ondervindt kleine risico’s vanuit de maatschappij. Er zullen mensen zijn die het niet prettig vinden dat grootouders en kleinkinderen ‘schieten’ op afval. 2 28
2 14
1 19
Ethische matrix In de ethische matrix wordt er gekeken naar het ethisch aspect van ‘Spelend Schoon’. Producenten, consumenten, dieren en ecosystemen worden afgezet tegen welzijn, autonomie en eerlijkheid: 0 is een lage score, 2 een hoge score.
Producenten Consumenten 154
Welzijn Het concept past bij de missie en visie en het concept past bij de kwaliteiten van IVN. 2 Door dit concept brengt de
Autonomie IVN staat vrij om het concept naar hun wensen verder aan te passen. 2 Er is altijd de mogelijkheid om
Eerlijkheid IVN is een organisatie die zich met hart en ziel inzet voor duurzaamheid. 2 Het concept zal tegen een
doelgroep tijd door in de buitenlucht met hun kleinkinderen, zonder technologie: dit stimuleert de gezondheid.
Dieren
Ecosystemen
Totaal
2 Er zal bij uitvoering van het concept met respect om gegaan worden met de leefomgeving van de dieren. 2 Het concept stimuleert natuureducatie en zal de bewustwording voor duurzaamheid bij de doelgroep vergroten. Het concept draagt bij aan een beter ecosysteem. 2 8
vrij te zijn in welke keuzes men maakt. Deelname is niet verplicht en afhaken is ieder moment mogelijk. Ook zijn de activiteiten zo gemaakt dat ze naar eigen hand gezet kunnen worden. 1 Het concept beperkt de dieren niet in hun doen en laten. Mensen kunnen zelfs met respect dichterbij de dieren komen. 1 De biodiversiteit wordt niet verslechterd door het concept. Het enige is dat men meer met de natuur in contact kan komen, dus de menselijke hand zal op den duur automatisch zichtbaar zijn. 2 6
redelijke prijs aan de doelgroep aangeboden worden. Daarbij sluit het aan bij de doelgroep, maar is iedere andere gewenste doelgroep vrij om aan te sluiten. 1 Dieren worden in hun waarden gelaten bij het uitvoeren van het concept. 0 In het concept wordt een duurzame maatschappij gestimuleerd, wat zorgt voor een betere wereld.
2 5
155
Haalbaarheidsanalyse 2 – Zoek je eigen weg Ook het tweede overgebleven concept is globaal getest op haalbaarheid. De Businesscase is ingevuld, de kansen en alternatieven zijn geformuleerd, er is een risicoanalyse gemaakt en er is een ethische matrix ingevuld.
Businesscase Sluit het project aan bij de strategische (merk) doelstellingen van de organisatie?
Ja, vanwege het feit dat IVN een duurzame samenleving nastreeft, door middel van natuureducatie. ‘Zoek je eigen weg’ sluit hierbij aan, doordat de doelgroep tijdens de wandeling iets leert, zowel van de activiteit als van elkaar. De grootouders leren van de kleinkinderen en de kleinkinderen van hun grootouders. Hier komt geen technologie aan te pas, zodat jong en oud offline met elkaar en met de omgeving in contact komen. Omdat de doelgroep in contact wordt gebracht met de natuur en hier iets van leert, wordt duurzaam gedrag gestimuleerd.
Voegt het project waarde toe aan de organisatie?
Ja, want het concept zorgt ervoor dat de doelgroep 65-plussers, die nu weinig aandacht krijgen binnen de organisatie, ook aangesproken wordt. Door dit te combineren met de kleinkinderen, wordt het een nieuwe insteek voor IVN.
Moet het project worden uitgevoerd?
Ja, want de opdrachtgever heeft aan de projectgroep een probleem voorgelegd, en om deze op te lossen zal het concept uitgevoerd moeten worden. Het probleem was het gebrek aan aanbod voor de
156
doelgroep ouderen.
Kan het project worden uitgevoerd?
Ja, want het zijn simpele, haalbare concepten die niet veel hoeven te kosten en makkelijk zijn toe te voegen aan de huidige activiteiten van IVN. Het concept ‘Zoek je eigen weg’ heeft tot zover een business case, want alle vier de vragen zijn met ja beantwoord.
Beschrijf kansen
De groep 65-plussers zal in 2038 een kwart van de Nederlandse bevolking beslaan (CBS, 2006). Hier liggen dus veel kansen. Veel van de 65-plussers heeft geld te besteden en geeft dit graag uit aan (klein)kinderen (Het Grijze Goud, 2014). Uit diverse onderzoeken is gebleken dat ouderen zich langer vitaal en gezond voelen en zijn als zij regelmatig contact hebben met dierbaren. ‘Zoek je eigen weg’ stimuleert dit contact, wat ervoor kan zorgen dan ouderen zich minder geïsoleerd voelen en langer gezond en vitaal deelnemen aan de maatschappij. Dit heeft politieke voordelen, omdat vitale en gezondere ouderen minder geld kosten. Ook heeft het maatschappelijke voordelen, omdat er wordt geleerd van elkaar en dit verhoogd de kwaliteit van leven van de 65-plussers en kleinkinderen.
Identificeer alternatieven Alternatief 1: Wat als er niets gebeurt?
IVN organiseert voor kinderen en voor ouderen evenementen. Tevens gaf IVN aan dat zij ook al werken met de ‘kleinkind en grootouder’ doelgroep. Piet Duizer liet merken dat dit succesvolle projecten zijn. Als IVN niets doet met dit concept lopen zij een lucratieve doelgroep mis: er kunnen meerdere van dit soort projecten zijn. Zoals eerder aangegeven willen ouderen zich betrokken en belangrijk voelen en
de combinatie met het kleinkind helpt dat verwezenlijken. Ook zijn ze dan bereidt geld uit te geven. Als IVN niet verder investeert in deze doelgroep lopen ze aanloop (van jong en oud) mis, hiermee geld en de mogelijkheid tot natuureducatie en duurzaam handelen aan te leren. De toekomst van een duurzame samenleving ligt onder anderen in de handen van de kleinkinderen en die leren graag van opa en oma.
Alternatief 2: Wat als we de doelgroep opsplitsen (alleen 6 tot 10
jarige en alleen 65-plus tot vitaal)? IVN doet al diverse projecten met kinderen en al diverse projecten waar 65-plussers aan deel kunnen nemen. Mocht de doelgroep worden opgesplitst dan kan het ‘spelelement’ nog steeds goed worden toegepast voor de doelgroep 6 tot 10 jarigen, minder goed voor de doelgroep 65 tot vitaal aangezien uit doelgroep onderzoek is gebleken dat zij het ‘spelelement’ vooral leuk vinden omdat de kleinkinderen er zo van genieten. Het concept zou dan dus minder aanslaan bij de oudere doelgroep. Uit onderzoek blijkt ook dat ouderen zich wel eens buitengesloten voelen door de snelle evaluatie van techniek. Ze kunnen het niet bijbenen en vinden het te ingewikkeld. Die sociale isolatie die dan wordt ervaren (binnen de familie vooral) zal dan toe nemen. Echter dient hier wel een kanttekening te worden geplaatst. Uit cijfers van het CBS blijkt dat ouderen pas op latere leeftijd (75 jaar) beginnen te vereenzamen (CBS, 2012). Verzamel gegevens om alle alternatieven in kaart te brengen in tijd en geld
Alternatief 1
ontdekkingstochten door middel van een wandeling, waarbij samen paden worden uitgezet en er iets wordt geleerd van de wandeling, maar ook van elkaar.
Alternatief 2:
Bij alternatief 2, de doelgroep opsplitsen, kunnen de opties zijn: Voor alleen 6 tot 10-jarige: - Dat zij een kleine bijdrage ontvangen van hun ouders, zij heb ben immers geen eigen geld. - Dat er geen geld wordt ontvangen door IVN: dit kan betekenen dat IVN geen geld moet vragen voor dit project. - Een ouder moeten bereidt zijn hier tijd voor vrij te maken, an ders zijn kinderen niet in alle gevallen instaat zelfstandig mee te doen aan dit project. Voor alleen 65 tot vitaal: - Het is nog maar de vraag of zij geïnteresseerd zijn in een con cept van een ontdekkingstocht door middel van een wandeling. - Als de opkomst uitblijft kost het IVN alleen maar geld, in plaats van dat het iets oplevert.
Analyseer de alternatieven
Hierbij wordt gekeken naar wat de alternatieven zullen betekenen voor IVN, de doelgroep, de maatschappij, wat het financieel betekent en wat het betekent voor het stimuleren van een duurzame samenleving (duurzaamheid 1) en of het alternatief een duurzaam karakter heeft (duurzaamheid 2): of het lang meegaat.
Als er niets gebeurt loopt IVN een lucratieve doelgroep mis. Zoals eerder vermeld neemt het aantal 65-plussers toe en ondernemen zij graag activiteiten met hun kleinkinderen en geven zij daar graag geld aan uit. Alhoewel er wel al activiteiten worden aangeboden voor grootouders en kleinkinderen is er nog geen concept dat zich richt
157
Alternatief 1
Alternatief 2
158
IVN Als er niets gebeurd dan loopt IVN een lucratieve doelgroep mis (65-plus tot vitaal met kleinkinderen).
Doelgroep De doelgroep vindt het fijn tijd door te brengen met zijn of haar kleinkinderen en om tijd door te brengen in de natuur. Door technologie voelen zij zich steeds vaker buiten spel gezet. Het contact tussen kleinkind en grootouder blijft hetzelfde als er niets gebeurt, dat is zonde.
Maatschappij Als er niets gebeurt zal dit betekenen dat er maatschappelijk gezien ook niets verandert. Dus geen duurzamere samenleving en geen beter contact tussen jong en oud. Dit kan in de loop der jaren zorgen voor sociale isolatie van de 65plussers en daarmee ook voor meer kosten zorgen die invloed hebben op de maatschappij.
Financieel Op de lange termijn zou het kunnen betekenen dat dit voor de maatschappij extra kosten met zich meebrengt. Ouderen die vereenzamen en minder vitaal zijn kosten geld, net als jongeren die niet wetten wat duurzaam handelen is het belang niet inzien in het voor elkaar zorgen. IVN loopt geld mis omdat ouderen graag geld uitgeven aan hun kleinkinderen.
Duurzaam heid 1 IVN stimuleert een duurzame samenleving voor jong en oud. Als dit concept niet wordt geĂŻmplementeerd gebeurt is dit nog steeds.
Duurzaam heid 2 Het conceptontwerp heeft een duurzaam karakter, omdat er samenwerking wordt gestimuleerd tussen jong en oud, iets wat nog lang relevant zal blijven in de maatschappij.
IVN Als de doelgroep wordt opgesplitst hoeft het niet zo
Doelgroep Als de doelgroep wordt opgesplitst blijft het contact
Maatschappij De maatschappij heeft er baat bij als de relatie tussen
Financieel Wat betreft de financiĂŤn gaat IVN er niet op vooruit
Duurzaam heid 1 Ook als de doelgroep wordt opgesplitst wordt er
Duurzaam heid 2 Als de doelgroep wordt opgesplitst heeft het conceptontwerp een
te zijn dat IVN daar iets van merkt. IVN heeft namelijk al concepten voor ouderen en voor kinderen. Echter, zoals eerder vermeld is juist de combinatie zo toekomstrijk.
tussen ouderen en kleinkind zoals het nu is. Zoals in de doelgroep analyse is aangegeven voelen ouderen zich soms buiten spel gezet door technologie. Dat zou zonde zijn. De ouderen hebben er veel baat bij doordat ze betrokken worden en in beweging blijven en kinderen hebben er baat bij omdat ze leren van ouderen en een band opbouwen.
ouderen en kleinkind goed is. De ouderen voelen zich dan langer sociaal betrokken en belangrijk; zo blijven ze langer vitaal en dus kosten zij minder geld. Als de doelgroep wordt opgesplitst draagt IVN daar niet aan bij.
maar ook niet op achteruit. Dit alternatief is dus niet er lucratief.
nog steeds een duurzame samenleving gecreëerd voor jong en oud.
duurzaam karakter voor de doelgroepkinderen van 6-10 maar niet voor de doelgroep 65+ tot vitaal. Dit omdat ‘Zoek je eigen weg’ hoogst waarschijnlijk niet erg aantrekkelijk is voor ouderen zonder kleinkind.
Risicoanalyse In de matrix van de risicoanalyse wordt er gekeken naar de mogelijke risico’s van het conceptontwerp ‘Zoek je eigen weg’. De risico’s worden afgezet tegen verschillende dragers. Dit wordt gedaan door cijfers te geven van 1 tot en met 5, waarbij 1 weinig risico betekent en 5 veel risico. Economisch
Zoek je lokale weg Dit hoeft niet veel geld te
Van product naar oorsprong Dit kost nagenoeg geen geld, dit zou op
Je eigen survivalmiddag Ook dit heeft financieel niet veel risico. De
159
Technologie
Haalbaarheid
Organisatorisch
Duurzaamheid
160
kosten. Voorbeelden van kosten zijn: - Kompas - Landkaart - Apparatuur- inleverkast 3 Hier wordt geen gebruik gemaakt van technologie.
vrijwillige basis kunnen of met een kleine bijdrage van de deelnemers.
spullen worden eenmalig ingekocht en kunnen daarna hergebruikt worden. Er zal wel een begroting gemaakt moeten worden voor afschrijving van producten.
1 Hier wordt geen gebruik gemaakt van technologie.
3 Als laatste zal de survival middag ook geen technologische aspecten bevatten.
1 Hier zijn relatief goedkope en makkelijk te verkrijgen middelen voor te gebruiken.
1 Hier zijn vrijwillige, lokale ondernemers voor nodig. Dit gaat op basis van overtuigingskracht.
1 Hier is het van belang dat het bosbeheer toestemt met de activiteiten die zullen plaatsvinden, dan is het haalbaar.
1 Hier zijn relatief weinig medewerkers voor nodig. Zij zijn alleen van belang voor binnenkomst en bewaking van de spullen.
3 Het concept is afhankelijk van hoeveel lokale ondernemers mee willen werken en hun bedrijf open willen stellen. Dan zijn er mensen nodig die uitleg geven en de mensen begeleiden in hun zoektocht.
3 Bij deze conceptdrager moeten medewerkers kennis hebben van survivallen om de deelnemers te kunnen begeleiden.
2 Dit concept draagt bij aan de duurzaamheid: geen technologie op een authentieke manier de weg vinden.
3 Dit concept draagt bij aan duurzaamheid: het stimuleert een duurzame maatschappij, doordat men gaat achterhalen waar producten vandaan komen.
3 Dit draagt bij aan duurzaamheid, omdat mensen bewust gemaakt worden van technieken met natuurlijke producten. Wel zullen er materialen aanwezig zijn die niet geheel duurzaam zijn.
1
1
2
Doelgroep
TOTAAL
Dit sluit aan bij de doelgroep doordat de 65-plussers hier juist hun kennis kunnen delen en overbrengen aan de kleinkinderen.
Dit concept sluit aan bij zowel de grootouders als de kleinkinderen.
Dit concept sluit goed aan bij de kinderen en ook bij de grootouders, mits deze nog erg vitaal zijn.
1 9
1 10
2 14
Ethische matrix In de ethische matrix wordt er gekeken naar het ethisch aspect van Zoek je eigen weg. Producenten, consumenten, dieren en ecosystemen worden afgezet tegen welzijn, autonomie en eerlijkheid; 1 is een lage score, 2 een hoge score.
Producenten
Welzijn IVN heeft speciale cursussen om de vrijwilligers extra bij te scholen. 0
Consumenten
Veel activiteiten voor de consumenten die natuureducatie bevorderen en hiermee een bewustzijn voor duurzaamheid. 1
Dieren
Dieren worden goed behandeld door de organisatie.
Autonomie De medewerkers van IVN zijn erg vrij, omdat het vooral vrijwilligers zijn zonder contract. 1 Iedereen is vrij om wel of niet deel te nemen aan een activiteit. Er zijn geen bepaalde abonnementen en de consument zit nergens aan vast. 2 Dieren worden niet beperkt in hun leefomgeving.
Eerlijkheid Het is een organisatie die zich met hart en ziel inzet voor duurzaamheid. 2 IVN vraagt een redelijke prijs aan de consument voor hun activiteiten.
1 Dieren worden bij de activiteiten van IVN in hun waarden gelaten. 1
161
Ecosystemen
Totaal
162
2
1
Als natuurvriendelijke organisatie zal IVN duurzaamheid stimuleren en bewustwording bij hun doelgroep vergroten. 2
IVN houdt het beleid van biodiversiteit.
5
2 5
Duurzaamheid zorgt voor een betere wereld.
2 6
Bijlage 10 Uitwerking concepttest Opzet concepttest We testen twee conceptontwerpen bij de doelgroep en registreren deze concepttesten op video. We kiezen voor de manier van sequential monadic. We leggen eerst conceptontwerp ĂŠĂŠn voor, bespreken en evalueren deze, en doen daarna hetzelfde bij conceptontwerp twee. We hebben voor deze manier gekozen omdat we dieper op de conceptontwerpen ingaan en zo meer informatie vanuit de doelgroep verkrijgen. We kiezen voor de persoonlijke focusgroep, een keer een groep van Marlou en een keer een groep van Reggie. Ook hier geldt de reden dat we dieper op de conceptontwerpen in kunnen gaan en de non-verbale communicatie kunnen observeren. We moeten ervoor zorgen dat de concepttesten betrouwbaar, valide en representatief zijn. Betrouwbaar: Hoeveel keer men dezelfde uitkomsten zou krijgen als men het onderzoek zou herhalen Valide: Meet je wat je wilt meten? Zijn de vragen juist? Heb je variabelen buiten beschouwing gelaten? Representatief: Is de steekproef een juiste afspiegeling van de gehele populatie? De grootte van de groep: Stop wanneer verzadiging optreedt. Twee focusgroepen is een minimum. De groepsgrootte is een stuk of zes personen. De tool die we gebruiken is design scenario (hoe gaat er uit zien). De andere tools vergden veel tijd, daarom hebben we voor
design scenario gekozen en vullen dit aan met visualisaties van de conceptontwerpen. Tips: 1. Systematisch te werk gaan, alles op dezelfde manier testen 2. Monadic testen 3. Kwaliteit van het concept hoog: sterk beschreven, sterk gevi sualiseerd, alle concepten op hetzelfde niveau en op dezelfde manier uitgewerkt 4. Eerst zonder prijs, later met prijs 5. Met merknaam erbij 6. Steekproef onder gebruikers, 100% de doelgroep (geen vrien den) 7. Identieke vragenlijst voor de verschillende concepten 8. Zou je dit kopen? Wil je dit kopen/doen?
De concepttest-tekst
Op dit moment zijn wij als groep bezig met een conceptversterking voor IVN. IVN is een organisatie die werkt aan een duurzame samenleving. Zij gaan ervan uit dat betrokkenheid bij de natuur, duurzaam handelen stimuleert. Daarom laten zij jong en oud de natuur van dichtbij beleven. Bij deze beleving staat natuureducatie centraal. Wij hebben ons bij een nieuw concept voor IVN gericht op grootouders met kleinkinderen tussen de zes en tien jaar. Omdat jullie in onze doelgroep vallen, wilde we vandaag graag onze twee concepten aan jullie voorleggen en graag horen we welke jullie het meeste aanspreekt. We zullen beginnen met enkele vragen over IVN en de relatie tussen u en uw kleinkinderen. - Was u al bekend met de organisatie IVN? - Hoe vaak bent u actief bezig met uw kleinkinderen? - Wat voor activiteiten onderneemt u met uw kleinkinderen? - Vind u wandelen met uw kleinkinderen een leuke activiteit, waarom
163
wel of niet? - Als er een wandeling wordt georganiseerd voor u en uw kleinkinderen, waar moet deze dan aan voldoen? Wij zullen nu de twee concepten een voor een aan u voorleggen.
Zoek je eigen weg
(visualisatie laten zien) Wat is uw eerste gevoel bij dit concept? Waar denkt u aan als u dit moodboard ziet? Bij ‘Zoek je eigen weg’ gaat de doelgroep samen met hun kleinkinderen op een ontdekkingstocht door middel van een wandeling. Het is de bedoeling dat door samenwerking de weg wordt gevonden en er tijdens de wandeling iets wordt geleerd, van de activiteit maar ook van elkaar. Hier komt geen technologie aan te pas, zodat jong en oud offline met elkaar en met de omgeving in contact komen. - Wat is volgens u positief aan dit concept? - Wat is volgens u niet goed aan dit concept? - Vindt u dit een geschikte activiteit voor u en uw kleinkind? - Waarom wel of waarom niet? - Wat zou u aan dit concept veranderen? - Zou u aan dit concept deelnemen met uw kleinkind? - Zou u betalen om aan deze activiteit mee te doen? Zo ja, hoeveel? - U heeft een groen bordje en een rood bordje. Een groen bordje betekent: ik vind dit een goed idee. Een rood bordje betekent: ik vind dit een slecht idee. Houd op één het bordje omhoog: is het een goed idee, of een slecht idee? Drie… twee… één! Enkele voorbeelden: Off the grid: bij off the grid ga je zonder technologie het bos in. Aan
164
het begin van de wandeling krijg je ouderwetse tools, die ervoor gaan zorgen dat je je wandeling kunt voltooien. Denk bij deze tools aan een kompas, een kaart en vertrouw op je kennis en instinct. Op deze manier gaan kleinkind en grootouder samen speuren en zoeken om terug uit het bos te komen. Van product naar oorsprong: Bij ‘Van product naar oorsprong’ wordt als uitgangspunt een product genomen, waarna de hele cyclus wordt doorlopen van de totstandkoming van het product. Zo wordt er geleerd wat er bij komt kijken om bijvoorbeeld een appeltaart te maken. Dit uitstapje bestaat uit een bezoek bij de appelboer, een ouderwetse molen en eindigt bij de bakker. Uiteraard word dit uitstapje afgesloten met een stuk appeltaart. Zoeksurvival: Een wandeling die handvaten biedt, maar niet georganiseerd is in de zin van onder begeleiding. Een grootouder kan met haar/zijn kleinkinderen handvaten uitprinten waarmee ze naar het bos gaan. Deze handvaten kunnen in elk bos gebruikt worden. Er wordt uiteindelijk naar een doel toegewerkt, maar dit is van te voren niet bekend. Dit houdt het spanningselement in het “spel”. De handvaten zijn bijvoorbeeld zoek: 20 takken. Uiteindelijk zullen deze handvatten een survivalkit vormen, waarmee ’s avonds een maaltijd op een eigen gemaakt kampvuur gemaakt kan worden. - Welk van deze voorbeelden spreekt u het meeste aan en waarom? -Welk van deze voorbeelden zouden uw kleinkinderen het meeste aanspreken en waarom? -Stel u mocht een activiteit uitkiezen om te gaan ondernemen met uw kleinkinderen, welke zou u dan kiezen en waarom?
Spelend schoon De natuur is erg belangrijk voor mensen en dieren, daarom willen we er voor zorgen dat deze mooi en schoon blijft. We willen de doelgroep
leren hoe ze kunnen bijdragen aan een schone omgeving op een leuke manier. Hiervoor hebben wij enkele spellen voor de doelgroep en hun kleinkinderen bedacht, met onder andere aandacht voor duurzaamheid en recycling, waardoor de omgeving spelenderwijs schoon wordt en de kinderen leren dat je zuinig moet zijn op je omgeving. - Wat is volgens u positief aan dit concept? - Wat is volgens u niet goed aan dit concept? - Vindt u dit een geschikte activiteit voor u en uw kleinkind? - Waarom wel of waarom niet? - Wat zou u aan dit concept veranderen? - Zou u aan dit concept deelnemen met uw kleinkind? - Zou u betalen om aan deze activiteit mee te doen? Zo ja, hoeveel? - U heeft een groen bordje en een rood bordje. Een groen bordje betekent: ik vind dit een goed idee. Een rood bordje betekent: ik vind dit een slecht idee. Houd op drie het bordje omhoog: is het een goed idee, of een slecht idee? Drie… twee… één! Dit kan door middel van: - Duurzame moestuin: Deze activiteit vind plaats in een duur zame volkstuin. Hier kun je een tuintje huren en een duurzame moestuin maken met afvalproducten. Bijvoorbeeld een kas gemaakt van plastic tassen of een irrigatiesysteem van plas ticflesjes. - Recycle speurtocht: Bij de recycle speurtocht wordt er op zoek gegaan naar afval waar kunst mee te maken is. Als iedereen een mooi stuk afval heeft gevonden, wordt dit meegenomen naar een ‘atelier’. Hier gaat de doelgroep aan de slag om van hun afval een kunstobject te maken, die na de activiteit mee naar huis genomen mag worden. - Afval lasergame: De kinderen gaan het bos op een leuke mani er schoonmaken, ze krijgen een speciaal pak aan met een laserpistool. Het afval wordt “gedood” door de laser op het
- -
afval te richten. Hierna word het afval in een draagbare man verzameld. Bij het eindpunt is het afval in te leveren in ruil voor een beloning. Guerrilla gardening. Bij guerrilla gardening tuinier je op onver wachte plekken. Bij deze variant van spelend schoon ruim je niet alleen afval op. Je zorgt er ook voor dat er meer natu- ur voor in de plaats komt. Tijdens deze wandeling plaats je voor elk gevonden stuk afval een zaadje in de grond, zodat er een mooie plant kan groeien. Bij deze activiteit maakt de doelgroep kennis met de natuurli jke schoonmakers van het bos, namelijk de insecten. Tijdens deze wandeling kruip je in de huid van een mier. Hoe ruimt hij het bos op en waarom is dit zo belangrijk? Door de herkenbare codes die te vinden zijn in het bos te scannen met je Ipad, (die te huren is bij de boswachter) krijg je toegang tot video’s en opdrachten die je in real life moet uitvoeren. Deze extra’s vullen de wandeling aan, met extra informatie en plezier.
- Welk van deze voorbeelden spreekt u het meeste aan en waarom? -Welk van deze voorbeelden zouden uw kleinkinderen het meeste aanspreken en waarom? -Stel u mocht een activiteit uitkiezen om te gaan ondernemen met uw kleinkinderen, welke zou u dan kiezen en waarom?
165
Notulen concepttest 1
Positief: Leerzaam, toch wat opdoen zonder echt te leren, spelen-dewijs,
2 mensen bekend met IVN, vaak actief met kleinkinderen. Gemiddeld 1 keer per week.
Minpunten: Niet echt minpunten. Thuis verrekijker niet gebruiken, alleen in het bos.
Met de kleinkinderen wandelen, efteling, midgetgolven wel goed contact maar niet meer oppassen.
Geschikte activiteit: Heel leuk om mee in de bossen te lopen.
Veel gezelschapspelletjes, man in het gezin doet het meest actieve dingen met kleinkinderen, vooral met sport te maken.
Aanmerkingen: Natuur is heel mooi, maar soms word het te. Er word veel grond aangekocht en ze kunnen het niet onderhouden omdat ze geen geld hebben. Belangrijk om goed te onderhouden.
Zorgen dat er spullen in orde zijn, voetbal kijken samen. Tekenen, kleuren, knutselen, spelletjes, naar de bossen, terrasje, lekker eten wat ze lekker vinden --> bakken ook mee.
Zouden er aan mee doen, als er geen gevaarlijke dingen zijn. Prijs max 2,50 p.p voor een boswandeling niet te veel geld.
Vinden het heel leuk om samen te bakken, zowel de kleinkinderen als de grootouders. Wandelen vinden ze allemaal een hele leuke activiteit om samen te doen, vooral in de bossen.
GROEN: 6 Hoever reizen: Kilometer 10/15 Vind iemand anders te veel, omdat ze zelf al dicht bij het bos zitten.
OFF THE GRID
Belangrijk dat de wandeling iets laat leren, --> paddenstoelen vinden ze leuk. Maar ook een terrasje tegenkomen.
Heel leuk idee, prachtig idee om met compass te lopen.
Bomen die schuin hangen --> altijd het oosten.
Vrouwen zouden zelf de weg kwijtraken, mannen moeten mee. Denken wel dat het vooral voor jongens is maar bij een ander persoon klimmen de meisjes net zo erg mee.
ZOEK JE EIGEN WEG: Duiventoren, bos, verrekijker, de natuur in met een verrekijker, Gevoel --> gezellig, mooi, leuk
166
VAN PRODUCT NAAR OORSPRONG - 4 Vinden het allemaal heel leuk. Kinderen bakken graag, maar is vooral ook erg leerzaam. Kinderen zouden het super leuk vinden. Leuk met
uitleg erbij. Ook leuk om bij elkaar te zoeken → kinderen weten niet meer waar meel of melk vandaan komt dus een erg leerzaam en leuk idee om dat uit te zoeken.
afbreekbaar zijn mag wel weggegooid worden.
ZOEK SURVIVAL - 2
Minpunt: Plastic zak moet wel mee naar huis meegenomen worden.
Scholen in de buurt doen het ook. Kinderen zouden het heel leuk vinden. Het idee zou al bestaan → komen wel veel mensen op af.
Geschikte activiteit: Niet een geschikte activiteit, ze vinden wel dat kinderen dit moeten doen maar niet als activiteit.
Het idee is leuk, zouden er aan mee doen. Goed idee, kinderen doen het heel graag.
Kinderen vinden het misschien nog wel leuk om de rommel op te prikken.
Zoek survival is het leukste, omdat hij denkt dat zijn kleinkinderen dat het leukst zouden vinden.
Bijna niemand zou nu nog deelnemen.
Appeltaart is het leukste omdat ze het heel leuk zouden vinden om van niets naar iets te komen. Appeltaart is het leukste voor de kleinkinderen. Appeltaart het leukst. Zoek survival het leukst.
SPELEND SCHOON Het kind is bezig met rommel die eventueel zelf is gemaakt op te ruimen in een plastic zak niet zomaar laten slingeren in de natuur. Positief: Dat het er schoon uitziet, en leren dat ze niet zomaar iets weg kunnen gooien in het bos, respect voor de natuur. Dingen die
Kinderen geven het zelf al aan dat je niet zomaar rommel weg mag gooien in het bos.
ROOD: 3 GROEN: 3
DUURZAME MOESTUIN Ziet er geen moestuin in, ander wijst op sla → dus wel moestuin. ‘’ Zou het nooit gebruiken ‘’ Vind het maar een rommeltje. ‘’ Ik denk dat naderhand de flessen toch blijven liggen, het word een bende ‘’
RECYCLE SPEURTOCHT : 4 Leuk idee. ‘’Zijn er goed mee bezig, eerst het uitzoeken en daarna er iets mee maken, het is leuk voor de kinderen dat ze iets mee naar huis kunnen
167
nemen’’ ‘’ Leuk om iets met afval nog te kunnen doen’’
AFVAL LASERGAME Goed idee. Spelende wijs. Jongens zullen dit vooral erg leuk vinden. Het schieten, de actie, rennen. Het spel heeft nog een doel.
GUERRILLA GARDENING:
‘’ Iets waar ik zelf nooit aan gedacht zou hebben, vind het wel een mooi iets’’ Leuk om terug te kijken naar iets wat je ooit heb gepland. Het kan groeien ipv afval. Het is een goede gedachte.
INSECTEN: 2 ( met gids zonder tablet, kinderen mogen wel tablet ) Origineel idee. Leren welke dieren er nuttig zijn. Onder begeleiding gaan is hier wel handig. Technologie bij deze wandeling is hier erg leuk. Maar toch liever met iemand van natuurbescherming dan technologie. Met ouders zou technologie wel een goed idee zijn maar liever met begeleiding omdat de kennis van technologie toch nog minder is. Iedereen zou voor een gids gaan. ‘’ hoe gaat dat dan ?’’ ‘’ Ja gewoon zo, je drukt daar op en daar op en dan is het klaar’’ Kleinkinderen zouden het niet goed kunnen uitleggen aan de grootouders omdat ze zelf al teveel kennis erover zouden hebben. → het is te makkelijk voor ze en te moeilijk voor de opa en oma’s.
168
TOTAAL: 2 zoeksurvival 3 appeltaart 1 knutselen
Notulen concepttest 2 Binnenkomst, koffie thee met koekje aanbieden. Even een kort praatje. Wachten tot iedereen aanwezig is (een mevrouw komt wat later). We besluiten te beginnen en Jip begint met de uitleg, iedereen luistert aandachtig. Wanneer de kinderen er zijn gaan ze graag met de kleinkinderen naar buiten. Als ze vragen of de kids me gaan wandelen is het antwoord nee, zodra het woord bos erbij komt zijn ze zeer enthousiast. De activiteiten vinden meestal buiten plaats. Na school meestal eerst een koekje, even ontspannen en dan lekker naar buiten. Achter de tv of computer worden ze zo sloom, de buitenlucht doet ze goed. Binnen gaan ze hangen buiten is gezond voor ze. Niemand van de geteste doelgroep heeft ooit met de kinderen aan een georganiseerde activiteit meegedaan. Deze vinden meestal plaats in het weekend en dan zijn de kleinkinderen bij de ouders. In de vakantie zou dan wel kunnen, lekker met de picknick mand erop uit.
Zoek je eigen weg
Het beeld wordt zeer letterlijk bekeken zoals ‘ja zoeken dat doe je met een kijker’. Ze gaan vaak wandelen met de kinderen. Het bos is altijd een fijne plek om heen te gaan, daar kunnen de kinderen hun gangetje gaan, schreeuwen en ravotten, alles kan en mag daar. Van speuren kunnen ze veel leren, ze zijn gezond en natuurlijk bezig wat de gezondheid stimuleert. Dat de kinderen buitenlucht opsnuiven is een fijn idee. Twee van de alleenstaande vrouwen geven aan dat ze alleen niet zo snel met de kinderen het bos in zouden gaan. Dit vertrouwen ze niet. Er kan zoveel gebeuren en dan voelen ze zich niet machtig genoeg in te grijpen. Met tweeën zouden ze wel durven of met een begeleider etc. Maar het valt niet mee om een dag te vinden om met een andere
‘oma’ te gaan que tijdsplanning. Betalen voor dit idee zou de doelgroep doen met een kleine bijdrage. Ook wanneer er bijvoorbeeld een soepje, drankje bij in begrepen zit. Eigen broodje meenemen en gezellig eet momentje is altijd fijn. Ook komt er input vanuit de man, wanneer er iemand begeleidend meegaat zou ik willen betalen, dit voegt qua kennis wat toe. Alle een groene kaart De speurtocht --> Twee dames zijn zeer enthousiast. Goed idee, gewoon de natuur bekijken, leren wat er allemaal te zien is en wat er gebeurt in een bos. Er is tegenwoordig zoveel communicatie dus alleen maar goed als ze even stapje terug naar de natuur doen. Dit kan al met kinderen vanaf een zeer jonge leeftijd. En dit is zeker tot een jaar of 10 – 11 leuk voor kinderen. Dit hangt natuurlijk wel af van de aard van het kind. Van product naar oorsprong --> Een taartje kopen in de supermarkt is makkelijker, dit duurt te lang en voegt niet veel toe. Anderzijds, zijn er een aantal kinderen die het juist interessant vinden om te weten waar iets vandaan komt. Ze zijn al veel bezig met koken en zouden graag de achtergrond willen weten. Conclusie, hangt af van het kind. Off the grid --> Nee, dit idee wordt niet enthousiast ontvangen. Dit vinden de kinderen niet meer interessant omdat ze teveel achter de computer zitten. Ze willen liever binnen spelen en gebruik maken van technologie. Je kunt ze met zoiets primitiefs niet meer prikkelen. In het bos mag tegenwoordig niet meer zoveel. Je mag niets meer meenemen que beplanting. Het is fijn om de kinderen actief te maken in het bos. Zo zien ze wat er nog meer is op de computer na. De concepten zijn wel afhankelijk van welk kind en de interesse. Jongen/ meisje is ook nog van invloed. Meisjes vinden de activiteiten tot een hogere leeftijd leuk.
169
Spelend schoon
De geteste doelgroep neemt eigenlijk vanuit zichzelf altijd het afval al mee naar huis. Ze maken de kinderen bewust van het vuil om zich heen. Op school leren ze ook dat afval in de prullenbak hoort. Goed aan het concept is dat er vanaf kleinsafaan ingebracht wordt dat de natuur schoon moet zijn. Ze moeten dit leren, een speelse manier is goed. Negatief hieraan is dat afval vies is, dus bactieren met zich meedragen die de ouderen niet aan de handen van hun kleinkinderen willen hebben. De natuur opruimen mag je niet overlaten aan kleine kinderen en samen doen werkt ookt niet, wij moeten ze juist beschermen. Feitelijk gezien is dit geen taak voor de kinderen. Ieder moet zijn eigen rommel zelf opruimen. Wel is het goed ze bewust te maken dat ze het zelf niet gaan doen. Input van de vrouw die later binnenkomt. Slim idee, op school wordt hier ook veel aandacht aan besteed. Goed om op terug te pakken. De bossen moeten nou eenmaal schoner worden. Als er met een tangetje gewerkt wordt is er geen probleem. Twee groene kaartjes, twee rode en een twijfelgeval. Guerrilla gardening --> Minnen zijn dat ze het niet zo snel in een dorp zouden doen waar ze wel woonachtig zijn. Ze zouden liever in de tuin plantjes gaan zetten. Voor de stad is het goed, daar wordt veel vervuild. Daar zouden ze er wel aan meewerken. Recycle --> Erg veel enthousiasme. Samen een moestuin maken is een heel goed idee. Gezellig en leerzaam. Zo krijgen slechte producten een tweede doel. Hier leren ze zeker van. Game --> Dit is leuk, maar de kinderen zijn te jong hiervoor. Ook is het echte leven al wat agressiever dus ze twijfelen aan de ‘fun’factor. Ze
170
spelen al zoveel computerspelletjes. De jongens zouden dit wel leuk vinden. Knutsel kunstwerk --> Gezellig en creatief! Onder leiding vinden kinderen dit leuk, een creatief kind zou het uit zichzelf wel al kunnen doen. Niet iedereen wordt hier enthousiast van. Ja iedereen wordt iets enthousiaster. Wel zou het een kliederbol zijn. Niet iedereen is enthousiast. Insecten --> Dit krijgen de kinderen toch ook op de kleuterschool? Hier leren ze veel van. Nadeel kan zijn dat kindjes insecten griezelig vinden dus dan wordt de doelgroep klein. Andere kinderen vinden het juist zeer leerzaam. Kikkerdril is ook een leuk idee. De winnende is zoek je eigen weg en gaat de voorkeur uit naar de speurtocht. Voor het kaartlezen zijn ze nog wat jong. Goede begeleiding wordt gewaardeerd voor extra informatie. Het ene kind wil die informatie de andere niet daar moet een weg in gevonden worden. Een route wil met graag lopen maar wel zonder begeleiding zodat er vrijheid is. Een verzamelpunt is een goed begin. Dan kunnen mensen gedachten uitwisselen en gezellig kletsen. Een sapje of wat dan ook is dan een leuke bijkomstigheid.
171