De bizarre carrière van een fietsfreak Nadat de fietsavonturen van Ries en Piet Teekens waren opgeschreven en gepubliceerd in het Shell blad voor gepensioneerden Voeksnieuws en op Issuu, zijn nu de bedrijfsbelevenissen van Ries aan de beurt om vastgelegd te worden. Deze kwamen niet zo maar uit de lucht vallen. Op verjaardagen e.d. wilde Ries nog weleens verhalen vertellen over zijn tijd bij Fokker en Shell. ,,Hoe heb je dit uitgehouden met jouw vrijbuitersmentaliteit?’’ kreeg Ries zo nu en dan te horen. Welnu, de volgende pagina's zullen dit duidelijk maken. Eigenzinnigheid, het bezit van een fietsknobbel en het grotendeels ontbreken van ambitie om carrière te maken ,,sleepten'' Ries door zijn arbeidzame leven. Dat ging niet altijd even makkelijk d.w.z. niet zozeer bij Ries als wel bij zijn vooral tweede werkgever. Enfin, leest u zelf maar hoe het in de jaren 60, 70 en 80 toeging bij bedrijven als Fokker en Shell. Rein Aardema, januari 2016.
1960, Fokker Ries krijgt verkering met Anneke, een vriendin van zijn zus Coco. Coco was enigszins verbolgen: ,,Ik raak een vriendin kwijt.’' Ries wilde, gedreven door zijn fietsknobbel, Anneke voorlopig best wel delen met zijn zus.
Juli 1960. Ries staat aan het begin van zijn arbeidzame leven. Links van Ries staat Anneke. Coco is de tweede van links.
In de zomer van dat jaar ontstaat het plan om met het gezin plus Anneke naar Davos te gaan waar zij zouden logeren in een eenvoudig hotel. Zijn vader heeft een Volkswagen Kever waar hij, Coco, Anneke, Ries en nog een vriendin in zouden moeten, plus bagage. Dat ging dus niet. De moeder van Coco en Ries was reumapatiĂŤnt, zij zou daarom met het vliegtuig gaan. Als grapje werd geopperd dat Ries, als ervaren fietser, wel met de fiets zou kunnen gaan. Dit werd door de fietsknobbel van Ries al spoedig getransformeerd in een serieus voorstel. En daar ging Ries weer: vooraf veel eten want onderweg was daar nauwelijks tijd voor. Er moesten kilometers worden gemaakt. Ries fietste naar Davos binnen een week. Maar ook deed hij er een week over om terug te fietsen. Al na een paar dagen begon hij zijn broer Piet te missen, al was het alleen maar voor het afwisselend op kop rijden bij forse tegenwind. Piet had dat jaar andere besognes hij maakte o.a. een fietstocht naar ScandinaviĂŤ.
Tijdens de fietstocht van 1955 wist Ries dat hij de voorlichtingsbijeenkomst van de TH Delft zou missen. Achteraf gezien werd een weldoordachte studiekeuze hierdoor belemmerd. Eenmaal bezig met zijn studie vliegtuigbouw kwam hij er al spoedig achter dat, eenmaal afgestudeerd, er weinig werkgelegenheid in deze branche zou zijn. De kans dat hij dan in het onderwijs terecht zou komen of eventueel zou emigreren, was groot en daar had hij geen zin in. Ries besloot zich te specialiseren in een onderdeel dat intensief in vliegtuigen wordt toegepast, maar ook daarbuiten. Het zou een belangrijke verbetering van zijn positie op de arbeidsmarkt kunnen zijn. Het onderdeel waar het om gaat, omvat de zogenaamde hydraulische systemen. Tot zijn verbazing kreeg hij tegen het einde van zijn studie een brief van Fokker met de uitnodiging om zijn laatste studiejaar bij hen door te brengen. Fokker was toen bezig met het ontwerpen van de F28 Fellowship, de latere F100. Ook bouwden zij, in licentie, de Lockheed Starfighter en Ries kreeg de mogelijkheid om o.m. de hydraulisch systemen van deze straaljager te bestuderen.
Lockheed Starfighter van de Koninklijke Luchtmacht.
Ries verhuisde daarop van Delft, waar hij op kamers zat, naar Badhoevedorp. Dat de keuze op Badhoevedorp viel kwam o.m. omdat het een betrekkelijk fietsvriendelijke route opleverde voor de dagelijkse gang naar Fokker (Schiphol-Oost). Iedere vrijdag ging Ries vrijwel altijd op de fiets vanaf Fokker naar zijn ouderlijk huis in Rotterdam-Schiebroek. De reistijd met het openbaar vervoer viel nogal tegen. En in Schiebroek zag hij ook Anneke weer… Na zijn afstuderen in 1963 bood Fokker hem een baan aan en Ries voelde zich min of meer verplicht deze aan te nemen. Hij zou ook in aanmerking komen voor een woning in Buitenveldert (er heerste toen een ernstige woningnood). Fokker stelde wel als voorwaarde dat hij getrouwd zou zijn en een kind zou
hebben. Ries nam het aanbod aan en trouwde kort hier op met Anneke. Voor het niet hebben van een kind, kregen Anneke en hij dispensatie… Op 10 oktober 1964 werd alsnog aan de volledige huisvestigingseis voldaan bij de geboorte van hun dochter Hilma. Anneke had niet zoveel met fietsen! Echter toen Hilma nog maar net geboren was, heeft zij nog eens extra Ries zijn hart gestolen, alhoewel met enige reserve, vanwege het risico dat ze had genomen. De dokter had haar nl. aangeraden zichzelf te ontzien en lichamelijke inspanning te vermijden. Anneke was alleen thuis en moest nog even snel per fiets een boodschap doen, vlak voordat de dokter zou komen. Daar slaagde ze ternauwernood in. Bij binnenkomst van de arts, toonde zij zich wat zielig waarop hij plompverloren reageerde met ,,Je hoeft je niet zo aan te stellen, ik zag je wel fietsen en niet zo zachtjes ook!’’ Fokker had tot nu toe geen vliegtuigen ontworpen uitgerust met hydraulische systemen. Om dit gemis te compenseren waren op initiatief van Fokker informele, lowprofile dienstreisjes voor Ries geregeld naar onderhoudsafdelingen van diverse vliegmaatschappijen. Daar kreeg hij doorgaans highly confidential documentatie ter inzage van o.a. de hydraulische systemen van verscheidene courante vliegtuigtypen. Deze dienstreisjes deed hij op z’n fiets, sterker low-profile kon het bijna niet!
Fokker fabriek op Schiphol, jaren 60.
Bij Fokker stegen voor vergelijkbare functies de aanvangssalarissen doorgaans meer dan de lopende. Dit leidde tot onrust en ieder jaar was het weer onderhandelen om salarisverhoging. Dat zinde Ries niet. In 1966 besloot Ries te gaan solliciteren bij diverse bedrijven en hij kreeg een uitnodiging om bij Shell in Den Haag te komen.
Shell
Shell Centre Londen.
Het verschil van werkgever was groot voor Ries. Fokker was toch een wat armoedig bedrijf waar Ries op de fiets informeel op bezoek ging bij diverse vliegtuigmaatschappijen om low-budget technisch speurwerk te verrichten, terwijl bij Shell, bij wijze van spreken, het geld over de drempel klotste. De interne verhoudingen bij Shell waren sterk geformaliseerd . Hoe hoger de functie hoe meer gelijk de functionaris had. Ries had het daar moeilijk mee en dat blijkt ook wel uit de afscheidswoorden toen hij in 1994, na 28 jaar met vervroegd pensioen ging. ,,Ries, je paste niet in het systeem, je was te creatief, te onafhankelijk en te ondernemend.’' Zijn sollicitatiegesprek bij Shell vond Ries wel wat bijzonder . Er werd geen psychologisch onderzoek gedaan, de reguliere managers deden de sollicitatiegesprekken. Op een vraag of hij wel eens buiten Europa was geweest en hoe, kon hij volmondig met ,,ja’’ en ,,op de fiets’’ antwoorden.
En of hij ook lid was van een sportvereniging? ,,Nee, ik ben een individualist en houd niet van bindingen.'' Waarop de vraag kwam of hij dan wel in staat was om in een team te werken? ,,Vraag dat maar aan Fokker.'' was zijn reactie . Of men dit heeft gedaan weet Ries niet, hij werd in ieder geval aangenomen . Vrijwel direct daarna verhuisde Ries met vrouw en dochter van AmsterdamBuitenveldert naar Den Haag-Mariahoeve . Maar onmiddellijk naar zijn werkplek ging hij niet. Een introductieprogramma van 6 maanden werd zijn deel o.a. in het ShellCentre in Londen, waar de eerder genoemde rijkdom van Shell o.a. tot uiting kwam door de aanwezigheid van een groot inpandig zwembad .
Hoofdkantoor Shell Den Haag. Links het nieuwe gedeelte waar Ries ook gewerkt heeft.
Zijn werkplek werd het Centraal Kantoor in Den Haag. Behalve de zeer hooggeplaatsten die per auto kwamen, kwam eenieder op zijn eigen wijze, eventueel ook per fiets, naar kantoor. Fietsers hadden een aparte ingang naar de inpandige fietsenstalling. Ries kwam uiteraard op de fiets, fietsjack en -schoenen aan. Colbertje plus nette schoenen stonden op zijn kamer. Zijn directe chef had wel enige moeite met het soort fiets, een semiracefiets, waarmee hij kwam.
Dat ging wel erg ver. Dit kon zijn carrière wel schaden als hij zo bleef komen, werd hem verteld. Ook was Ries wel zo individualistisch dat hij niet aan de gezamenlijk dagelijkse lunch deelnam, hij ging liever wandelen of fietsen in de omgeving; bovendien hield hij niet van praten onder het eten. Maar de tijden waren aan het veranderen en in de loop der jaren gingen steeds meer collega’s fietsen. In 1968 werd zijn zoon Pieter geboren, een couveuse baby. Pieter werd na een zwangerschap van 7 maanden ,,gehaald" vanwege problemen met de placenta . Ries, inmiddels volop actief als procesontwerp technoloog, werd in de loop van 1969 als waarnemer, voor een aantal weken naar Pauillac gestuurd (dichtbij Bordeaux, Frankrijk) voor het bijwonen van het in gebruik nemen van een nieuw fabriekscomplex .
Shell Pauillac, Frankrijk.
Tijdens zijn verblijf aldaar, maakt hij deel uit van het centraal kantoor Den Haag start-up team. Ries, die per vliegtuig kwam, wordt na de landing , door de start-up teamleader, een Belg, opgehaald en naar het hotel gebracht waar hij enige weken zal verblijven.
Daar ontmoet hij start-up team collega Jabir, een Spanjaard. Jabir heeft een auto en met hem kan hij dagelijks meerijden naar de fabriek. Na een week moet Jabir echter weer terug naar Den Haag. Wat te doen? De reistoelage die Ries kreeg, was voldoende ruim bemeten om daarvan een auto te huren. Echter, tijdens een bezoekje aan Pauillac, liep hij langs een goed uitgeruste fietswinkel en daar begon z’n fietsknobbel op te spelen. Ries ging onderhandelen, nadat de fietsenmaker hem had duidelijk gemaakt dat hij geen fietsen verhuurde. ,,Als ik een fiets bij je koop, wil je hem dan na 3 a 4 weken terugkopen?’’ Dat wilde de fietsenmaker wel, maar voor 50%. Ries was erg in zijn nopjes met z’n aankoop; een lichtgroen semi-race karretje met een 3 (of 4?) versnellings-derailleur. Vanwege zijn meeliften met Jabir de afgelopen tijd, kende men bij de fabriekspoort Ries al als iemand van het kader, afkomstig uit Den Haag . Toen Ries voor de eerste keer met zijn nieuwe fiets voor de poort verscheen, constateerde hij bij de bewaking enige verwarring, maar vooral een hoge mate van zo iets als appreciatie. Het was Ries al opgevallen dat op de fiets alleen schoonmakers kwamen en ander lager personeel. Na een paar dagen sprak de teamleader (achteraf bleek hij ook een enthousiast fietser te zijn) Ries aan; hij was er duidelijk verlegen mee . Zijn fiets was een probleem bij het management. Dit kon echt niet! Na enig geharrewar werd afgesproken dat de teamleader Ries iedere dag zou ophalen en weer thuis brengen. Het betekende wel voor de teamleader vele kilometers omrijden! Toen brak er een periode aan dat Ries regelmatig op de fabriek was buiten de reguliere werktijden; het ophalen en thuisbrengen werd daarmee gestopt. Ries ging gewoon weer op de fiets, zonder dat dit verder enige vorm van protest tot gevolg had. Kort voor zijn vertrek, bood de teamleader hem aan zijn fiets te willen overnemen voor driekwart van de nieuwprijs, waar Ries gretig op inging. Tijdens de afscheidsborrel werd Ries benaderd door een lokale Franse collega. Die vertelde hem dat zijn verschijnen met een fiets heel wat tumult had
veroorzaakt en wel om het volgende: ,,Het hogere personeel krijgt een woon-werkvervoerstoeslag dat afhankelijk is van de zwaarte van de functie, hoe zwaarder de functie hoe hoger de toeslag. Daar zit wel een zekere verplichting aan vast, nl. dat de keuze van het type auto, te gebruiken voor het woon-werk vervoer, daarmee in overeenstemming is. Het verschijnen per fiets van Ries als zijnde iemand die in de categorie van ,,hoger personeel” viel , ondervond het management (of tenminste een deel ervan) als ,,vloeken in de kerk”, vandaar de ophef. Plotseling tijdens de borrel, stapte iemand van het management met een brede grijns op hem af met de vraag of hij zijn fiets zou kunnen kopen. De Franse collega die zojuist bovengenoemde uitleg had gegeven, fluisterde in Ries zijn oor dat deze man het felst te keer ging tegen zijn verschijning met de fiets! Dat het een en ander binnen Shell-Française wel tot enige discussie heeft geleid moge blijken uit het volgende. Begin jaren 90 bracht een Franse werkgroep een bezoek aan het Shell kantoor Den Haag. Op een zeker moment werd zijn naam genoemd i.v.m. een concept reactorontwerp dat door hem halverwege de jaren 70 gemaakt was. Een van de Franse bezoekers reageerde, na enig nadenken, met ,,Ah, Pauillac, monsieur Teekanz, le personnage à byciclette?” En dat na zo’n 20 jaar. Niet lang na zijn terugkeer uit Pauillac wist Ries het wel, na 4 jaar wilde hij binnen Shell wel iets anders gaan doen. Bij Shell was er 1 afdeling die pioniersarbeid verrichtte en hij besloot bij de baas ervan op sollicitatiebezoek te gaan. De man toonde zich zeer verbaasd en tegelijk aangenaam verrast . De beoogde transfer werd, in eerste instantie, van hogerhand afgewezen. Tot Ries z'n verbazing ging, een paar weken later, de hele zaak toch door, alhoewel, hij kwam in de buurt, maar niet op werkplek, die hij in feite in het vizier had.
Een andere afdeling In 1970 gaat Ries naar een andere afdeling, zijn taak wordt het ontwerpen van fabrieken die het aardgas vloeibaar moeten maken. Opnieuw verhuist hij en zijn gezin, nu van Den Haag-Mariahoeve naar een eengezinswoning in Wassenaar-Noord . Voor zijn verhuizing had hij de weg vanaf zijn nieuwe huis per fiets naar zijn werk al uitgetest. Bij mooi weer door de duinen, zo’n 16 km. Bij slecht weer via Wassenaar-Zuid, 6 km. Hij was er al achter gekomen dat een kilometertje voor kantoor mooie bosschages waren waar hij zich van zijn korte broek kon ontdoen en een keurige lange broek kon aantrekken. Shell bleef hem als bedrijf verbazen. Menigmaal raakte een technoloog gefrustreerd omdat zijn ontwerp, in technisch/economisch opzicht aantoonbaar optimaal, het niet haalde omdat het niet strookte met opvattingen van iemand hogerop. Op een zeker moment werd Ries naar Brunei gestuurd. Duur: plm. 3 a 4 maanden. Doel: het testen van een door contractors ontworpen en gebouwde vloeibaar aardgasfabriek . Op het vliegveld werd hij door de start-up leader, een Belg (net als in Pauillac) opgehaald. Voor het vervoer van en naar de fabriek kreeg Ries de beschikking over een pick up auto, die niet echt berekend was op West Europeanen want hij kon er nauwelijks in zitten. Enkele dagen na zijn aankomst werd de auto dan ook ingewisseld voor een Toyota Starlet . Van fietsen was gedurende dit bezoek geen sprake. Als compensatie zwom hij, doorgaans na het werk, zo’n 1 km in zee . Ries logeerde in een Shell guest house . Door de broeierige hitte kwam het regelmatig voor dat hij veel kakkerlakken in zijn kamer aantrof, vooral onder in ladekasten . Ter voorkoming van schimmel waren de kledingkasten voorzien van verwarming.
De start-up leader, die Ries van het vliegveld oppikte, was in feite zijn (lokale) baas, alsmede van zijn andere start-up collega’s . Een aantal van hen waren al enige tijd in Brunei; uit onderlinge gesprekken leek het alsof de general manager hun directe (locale) baas was . De general manager stond hoger in rangorde dan de start-up leader, bovendien lag de eerste bijzonder goed in Den Haag . Over de positie van de start-up leader werd wat lacherig door de collega’s gesproken . Ries vermoedde dat er sprake was van een gezagscrisis. Zijn collega’s waren van mening dat voor een gunstige carrièreontwikkeling, de stem van de general manager zwaarder zou wegen dan die van de startup leader. Maar Ries kon zich daarin niet vinden, dat bleek toen de general manager hem opdracht gaf iets te doen. Ries vroeg daarop of de start-up leader hiervan op de hoogte was . De general manager verbleekte en droop daarop vloekend af. De start-up leader was zeer gelukkig toen Ries hem dit vertelde en vooral toen hij er nog aan toevoegde ,,Ik neem alleen maar opdrachten aan van jou of met jouw medeweten.’’ Dat de start-up leader fungeerde als een soort ,,buffer” tussen Ries en de general manager kwam goed uit, het stelde hem in staat het pakket opdrachten uit Den Haag uit te voeren zonder daarbij in tijdnood te geraken . Het was de gewoonte dat bij het afscheid van collega’s die weer naar Nederland gingen, de general manager hen een diner aanbood. Of de voorgaande geschiedenis ermee te maken heeft weet Ries niet zeker, maar toen hij maar niets hoorde, besloot hij, kort voor zijn vertrek, zelf maar actie te ondernemen. Van zijn ruime toelage had hij nog wat geld overgehouden. Daarop bood hij zijn collega’s, inclusief de start-up leader en de general manager, een diner aan. De laatste was daar knap verlegen mee! Eenmaal terug in Den Haag kwam hij er al spoedig achter dat er eigenlijk weinig te doen was. De verveling begon toe te slaan en Ries wilde wel weg naar een andere afdeling. De afdeling die hij op het oog had leek hem het meest geschikt om van daaruit real-time process computerapplicaties te ontwikkelen die direct te
gebruiken zouden zijn door operators, voor het instellen en bijsturen van hun fabrieken. Een aantal jaren daarvoor had hij daar al zijn ideeën over op papier gezet en gepubliceerd in een rapport. Ries had nog maar net een voet over de drempel gezet, toen de baas van de beoogde afdeling opgewonden uitriep ,,Stop hier mee, je gaat als een olifant door de porseleinkast.” Vervolgens wees hij hem de deur. Later zou Ries begrijpen waarom de man zo reageerde.
De oliecrises van 1974, tweede verandering van de afdeling De oliecrisis van 1974 veroorzaakte een probleem voor Shell: er dreigde een olieboycot voor het bedrijf. Iemand van het research laboratorium Amsterdam kwam met het voorstel om steenkool om te zetten in synthetische ruwe olie. Het topmanagement reageerde enthousiast, er moest direct actie worden ondernomen. Nieuwe afdelingen werden opgericht zowel in Den Haag als in Amsterdam. Ries wilde hier wel aan meewerken. Hij werd door het hoofd van de afdeling kolenconversie aangenomen. Wel moest Ries nog een cursus over chemische reactoren in Twente volgen. In 1975 gaat Ries scheiden van Anneke. Hij blijft in Wassenaar wonen en mist ’s avonds zijn warme eten. Hij besluit om tussen de middag in de kantine te gaan eten, alleen aan een tafeltje, omdat hij een hekel had aan praten tijdens het eten. Maar dat was onacceptabel, hij moest zich bij de collega’s voegen. Daarop besloot Ries, eigenzinnig als hij is, om net zo lang te zoeken in de andere Shellgebouwen in de omgeving totdat hij een kantine had gevonden waar hij wel op zijn gemak alleen kon eten. Wat uiteindelijk ook lukte.
Scheiding
Ries in de USA.
1974, het jaar waarin Anneke Ries verlaat. Het jaar daarop zullen zij gaan scheiden. Om hem een beetje verpozing te geven bij deze onaangename situatie wordt hij door familie in Californië uitgenodigd. Deze familie, van moederskant, was d.m.v. indertijd opgestuurde krantenverslagen, goed op de hoogte van het fietsverleden van Ries en zijn broer Piet. Vandaar dat hij van een neef, vrijwel direct na aankomst , een fiets te leen kreeg! Achterop zit een schildje bevestigd met de tekst ,,Smog free vehicle’’. In ’t weekend trekt hij op met de familie, doordeweeks gaat hij fietsen en volgt o.a verscheidene cycletracks. Terug in Nederland kreeg hij de opdracht een managerscursus te volgen. Een cursus waarbij sociale vaardigheden worden ontwikkeld; veel casestudies en rollenspellen. Beurtelings wordt deze cursus in Zuid-Engeland en Noordwijk gegeven. Een van de cursusleiders was een zekere Jim, een Brit .
Deze begroette Ries bijzonder hartelijk op een manier alsof zij elkaar al lang persoonlijk kenden. Tot zijn verbazing hoort hij van Jim dat hij tot voor kort, jaren zijn personeelsmanager is geweest, en dat hij veel plezier had beleefd aan Ries zijn diverse ongewone initiatieven. Jim zei dat het behoorde tot de procedures van Shell dat er op de achtergrond iemand was die je carrière in de gaten hield. Iemand in Londen bepaalde waar je geplaatst werd. Niet de werknemer besliste waar hij wilde werken, maar Londen. En je moest maar accepteren waar men je naar toe stuurde. Had je bezwaren dan was dit uiteindelijk niet goed voor je carrière. In zijn discussie met Jim bracht Ries naar voren dat, wel-is-waar in tweede instantie, zijn eerste job rotatie initiatief succesvol uitpakte! Jim zei dat dit een kwestie was van toeval; er was door een communicatiestoornis met Londen, een vacuüm ontstaan in de afdelingspersoneelsbezetting, dat door Ries zijn verzoek werd verholpen. Bij Ries werd ten onrechte gesuggereerd dat er wel degelijk ruimte was voor persoonlijk initiatief t.a.v. job rotatie. Jim vertelde dat Ries zijn eerste verzoek om job rotatie tot enorme ruzies hebben geleid tussen de betreffende afdelingschefs, de een voelde zich verraden, de ander gevleid. Jim besloot met: ,,Je hebt hier heel wat teweeg gebracht, Ries.’' Nu begreep hij ook de wijze waarop bij zijn tweede poging, de betreffende afdelingschef hem de deur wees! Zoals reeds boven aangegeven, normaal gesproken was er bij Shell de zgn. job rotation, na een aantal jaren op een bepaalde functie moest je doorschuiven naar een andere. Ries ging daar, onwetend, tegen in door rechtstreeks bij de chef van een beoogde afdeling te gaan solliciteren. Jim beleefde daar wel lol aan en hij vond Ries een individualist en een eigenaardig persoon in de goede betekenis van het woord. Tijdens de cursus moesten de medecursisten een oordeel over elkaar geven. Ries werd gekenschetst als een sociaal iemand die graag een grote vriendenkring om zich heen zag… Voor het komende weekend bood Jim Ries een fiets aan, waar hij gretig op inging. Het bleek dat Jim goed op de hoogte was van Ries zijn fietsverleden, inclusief dat van Pauillac!
De cursus wordt in een hotel aan de boulevard van Noordwijk afgemaakt. Dat is makkelijk voor Ries want ’s avonds kan hij gewoon per fiets naar zijn huis in Wassenaar . Op het slotdiner maakt hij nog wat bijzonders mee. Hij zat samen met een groepje tafelgenoten die kennelijk elkaar, ook prive, goed kenden . Dit had tot gevolg dat Ries nauwelijks deel nam aan de tafelgesprekken. Hij zit zo smakelijk te eten, i.t.t. tot veel van zijn collega’s die druk doende zijn met hun conversatie, dat een ober op discrete wijze naar hem toekomt met de mededeling dat de kok hem zijn complimenten geeft op de wijze waarop hij zich tegoed doet aan het diner.
Omkleedruimte Ondertussen is het aantal fietsers bij de Shell toegenomen en begint er een behoefte te ontstaan aan een omkleedruimte. De O.R. maakt zich daar sterk voor bij de directie. In 1e instantie worden er tegenargumenten door hen gebruikt: dat kost ruimte, er gaan parkeerplekken verloren enz. En de onvermijdelijke vraag ,,Is er wel behoefte aan?’' Op verzoek van de O.R. gaat Ries daarop enquêteren onder de fietsers. Het valt hem op dat er weinig fietsers zijn die volmondig ja zeggen tegen dit idee. Maar Ries ook niet van gisteren, noteert een volledig ja als degene die hij het vraagt ook maar enigszins naar ja neigt. Uiteindelijk vindt hij 25 fietsers die wel een omkleedruimte willen ondersteunen. De directeur van het centraal kantoor beheer, die uiteindelijk met deze uitslag geconfronteerd wordt, stelde de ontmoedigende vraag ,,Wat is nu eigenlijk de bedoeling?’’. Vooral met het aspect, dat na een werkdag je pak achterblijft op kantoor had hij grote moeite. Hij had er duidelijk geen fiducie in. En misschien begreep hij het ook wel niet helemaal. De afdeling Health was een groot voorstander, de mensen moesten ook meer bewegen. Een van de ja-stemmers was een corpulente Engelse collega die ook op de fiets kwam, maar alleen bij droog weer.
Hij liet zich wel eens ontvallen dat hij naast zijn bed danste als hij op de radio hoorde dat er mogelijke een regenbui in aantocht was. Hij pakte dan dolgelukkig de auto. De omkleedruimte kwam er uiteindelijk. Een wasbak, mobiele kapstokken, een groot aantal wandhaken en een toilet. Alleen het toilet maakte tijdens het spoelen nog al wat lawaai omdat er een luidruchtige pompinstallatie aan vast zat. Omdat Ries altijd op de fiets kwam hing zijn kantoorkleding op kantoor, in de omkleedruimte. Vlak voor een belangrijke vergadering ontdekte Ries sleetplekken o.a. bij de revers van zijn jasje; gelukkig, net op tijd, wist hij die met ballpoint voldoende te camoufleren . Als gevolg van dit voorval drong zijn toenmalige vriendin Cobie , die inmiddels bij hem in Wassenaar was komen wonen, er op aan de diverse pakken die in de omkleedruimte hingen, stelselmatig te rouleren met het thuisfront, voor controle gevolgd door eventuele vervanging. Een jongere collega zag eens een pak hangen waarop hij zei dat dit toch wel zeker 20 jaar oud moest zijn; hij vroeg zich verder af wie de bezitter zou kunnen zijn. Waarop Ries zei : ,,Dat pak is van mij!’' En omdat de mode de gewoonte heeft om na een aantal jaren weer op te duiken was het dan ook niet vreemd dat een andere collega op een zeker moment aan Ries vroeg of hij een nieuw pak aan had. Het ging hier om het bovengenoemde 20 jaar oude kostuum. Ries had het echter op kantoor enige tijd niet meer gedragen. De jaargetijden eisten ook hun logistiek. Niet alleen wat kantoorkleding betrof maar ook de fietskleding. ’s Winters had Ries andere kleding nodig dan zomers. Het is hem wel eens gebeurd dat hij een colbertje op kantoor miste en hij Cobie moest vragen er een met de auto te brengen. Ries kreeg nog een moeilijke periode. Zijn moeder werd ziek en behoeftig. Nachtwake was gewenst. Na familieberaad werd besloten tot een aflossingsregeling. Het betekende voor Ries dat hij vrijdag ’s, na werktijd, in zijn fietskleding,
per fiets vertrok vanaf kantoor naar zijn ouders in Rotterdam-Schiebroek, en de maandagmorgen daarop, weer terug . Na een aantal weken werd de toestand onhoudbaar en volgde er ziekenhuisopname. Niet lang daarna overleed zijn moeder op 72-jarige leeftijd. De omkleedruimte werd op een gegeven moment voorzien van lockerkastjes (wat aanleiding gaf tot wachttijden) en een aantal douches. Dit laatste leidde er toe dat een aantal collega's besloot te gaan joggen tussen de middag, ‘s morgens wat vroeger naar kantoor en/of s'avonds wat later naar huis, om voldoende tijd vrij te maken . Op een gegeven moment komen er twee buitenlandse collega's de omkleedruimte binnen; zegt de een tegen de ander dat hij joggen het liefst in een groep doet ,,in order to share the pain". Ries was in de loop der jaren een soort informeel focal point geworden voor omkleedruimte aangelegenheden. In die hoedanigheid kreeg hij, vlak voor dat hij met vervroegd pensioen zou gaan, bezoek van een aantal pittige sportieve jonge dames. Zij vroegen of zij, om te gaan joggen, ook gebruik mochten maken van de omkleedruimte. Ries zijn antwoord was bevestigend, ,,Gewoon doen" zei hij. Enige tijd na het vertrek van Ries, kwam hem ter ore dat op een zekere dag een groepje dames als eerste de omkleedruimte binnen ging met bedoeling om te gaan joggen. Toen de eerste mannelijke klanten arriveerden, wisten die niet hoe snel zij rechtsomkeer de benen moesten nemen!
Derde verandering van de afdeling Begin jaren 80 is het Ries wel duidelijk dat Shell diverse grote problemen heeft. De distantie tussen de operators en de technologen die niet met elkaar praten en als ze het wel doen elkaar niet begrijpen. En de aard van de hiërarchie die er tussen de leidinggevenden is: vooral niet je baas vragen om te helpen problemen op te lossen in de afdeling onder jouw beheer en je eigen ,,koninkrijkje’’ verdedigen en zo belangrijk mogelijk maken. Situaties waar hij gedurende zijn loopbaan regelmatig tegen aan zal lopen
en hem aanvankelijk lichtelijk frustreren, maar geleidelijk aan zal Ries daar steeds beter creatief mee om gaan. Al spoedig blijkt dat omzetten van steenkool in synthetische ruwe olie, een uiterst dure oplossing is voor het tekort dat dreigt te ontstaan door de olieboycot. De soep wordt echter veel minder heet gegeten dan gevreesd. Spoedig wordt daarom besloten de kolenconversiegroep waar Ries deel van uitmaakt, te ontbinden. Veel werkmaatschappijen verkeren in problemen; er is daar zelfs sprake van dreigend ontslag. Aan Ries wordt duidelijk gemaakt dat het moeilijk is voor hem een geschikte nieuwe werkplek te vinden. Ries nam op een gegeven moment zelf het initiatief door minzaam te stellen ,,Ik heb een idee waar ik verder weer aan de slag kan.'' Zo komt hij uiteindelijk op de beoogde afdeling terecht waarvan de chef hem toentertijd de deur gewezen had. Deze was inmiddels opgevolgd door een zekere Arie. Deze had enige jaren geleden Ries zijn ideeënrapport betreffende real time proces computer applicaties, voorgelegd aan iemand van het Amsterdam Research Centrum. Deze had uitgeroepen: ,,Dit is zo simpel, dit kan niet goed zijn!'' Verder zei Arie dat de tijd niet stil gestaan had en Ries zijn ideeën inmiddels achterhaald waren. Ries ontdekte dat er in feite nog niets bereikt was. Hij stuitte op een vastgelopen dialoog tussen Den Haag en Pernis, met andere woorden technologen versus operators. Door de hogere echelons werden computers volstrekt niet serieus genomen, men vond de ,,computermannen’’ maar vreemde vogels . Ries moest voor zijn nieuwe functie wel een programmeercursus gaan volgen. Hij kwam er al snel achter dat dit niet zijn ,,cup of tea’’ was hoewel hij slim genoeg was om te beseffen dat je wel aan de programmeurs duidelijk moest maken wat je wilde bereiken. Maar dat bleek in de praktijk geen obstakel te zijn, Ries ontwierp min of meer een eigen systeem om zijn ideeën duidelijk te maken en die zij ook begrepen. Ries kreeg als opdracht om de effectiviteit van proces computers in Pernis, Stanlow, Engeland, Curaçao en Singapore raffinaderij te onderzoeken.
Stanlow, Engeland.
Samen met twee collega's met software achtergrond, bracht hij bezoeken aan deze locaties, nam interviews af en verzamelde o.a. series fabrieksmetingen. Op een deel van deze metingen, vooral die van Pernis en, in mindere mate, die van Stanlow, had Ries zijn ,,simpele” applicatie-concept losgelaten, hetgeen een verrassend goede uitkomst opleverde. En dit verwerkte in een appendix van het uiteindelijke onderzoeksrapport. Het resultaat, weergegeven in dat rapport, zag er niet best uit. Op grond daarvan was de kans groot dat het topmanagement zou besluiten met proces computers voorlopig te stoppen om t.z.t. eventueel een contractor te benaderen. Het conceptrapport, dat bestond uit het onderzoeksdeelresultaat en de eerder genoemde appendix, moest getekend worden door Arie. Maar Ries had niet gerekend op de weerstand die hij zou ondervinden van hem. ,,Dat is niet de bedoeling!’’, kreeg Ries te horen, ,,De bedoeling is een
statusrapport en niet een toevoegsel bevattend een voorstel ter verbetering.'' En de appendix plus de vermelding hiervan in de inleiding, werd door hem uit het verslag verwijderd. ,,Dat is ook wat’’, dacht Ries en hij toog naar de typekamer waar zijn rapport lag en zei tegen de dame die daar de scepter zwaaide dat hij een appendix was vergeten toe te voegen, of dat alsnog kon worden gedaan. Zo geschiedde. Het vreemde was dat Ries over deze actie nooit meer iets vernomen heeft. Enige tijd daarna liep Ries op de gang een groepje mensen uit Pernis tegen het lijf. Zij keken somber. Sommigen kende hij persoonlijk. Het bleek dat zij van een bespreking kwamen met Haagse procestechnologen met als doel het ontwikkelen van computerapplicaties ten dienste van operatie. Alle besprekingen tot nu toe, waren op een mislukking uitgelopen, zo ook deze laatste . In een op dat moment niet in gebruik zijnde kantoorruimte, gaf Ries een toelichting op de appendix van het bovengenoemde onderzoeksrapport . Een van de Pernismensen, een operator, echter sinds kort een computerprogrammeur riep uit : ,,Dat moeten we hebben!" Informeel volgden er verdere contacten, wat uiteindelijk leidde tot een brief van Pernis aan Den Haag, waarin zonder Ries z'n naam te noemen, in feite verzocht werd om zijn persoonlijke assistentie. Dit leidde, zonder verdere discussie, tot een navenante opdracht voor Ries. Gedurende ettelijke weken daarna was hij meer in Pernis dan in Den Haag. De eerste paar dagen pendelde hij van Wassenaar naar Pernis v.v met het o.v. Een omslachtig en tijdrovend gedoe! Hij begon zijn dagelijkse fietstochtjes heen en terug door de duinen al snel te missen! Na enig getuur op een routekaart vond Ries een geschikt fiets-tracé: Wassenaar via het Westland naar de pont van Maassluis naar Rozenburg en vandaar door het Botlekgebied, naar Pernis. Het nauwe contact met Pernis werd tot kort voor zijn pensioen intensief gecontinueerd. Ries werd daar wel aangeduid als ,,onze medewerker, gestationeerd in Den
Haag”. Het officiële standpunt van Den Haag t.a.v. de applicaties van Ries was: indien gewenst, die toepassen, maar er onmiddellijk mee stoppen en verwijderen zodra het ,,grote werk" van Den Haag/Amsterdam ter beschikking komt . Ries zijn aanpak werd dus voorgesteld als een op termijn doodlopende weg. Mede daarom werden procestechnologen erop gewezen dat het participeren hierin, uit carrièreoverwegingen, ontraden diende te worden. Ondertussen stroomden de verzoeken binnen om assistentie van Ries. Van werkmaatschappijen met fabrieken, uitgerust met realtime proces computers. Een van de belangrijkste partijen die betrokken waren bij het ontwerp van applicaties, was operatiepersoneel van de betreffende fabriek . Ries startte vaak met het aangeven dat hij eerst een hele hoop moest leren van de operators voordat hij iets zou kunnen maken waar zij wat aan hadden. Dit vonden de operators maar vreemd. Technologen die weten toch alles al! Ze vonden dat Ries wel erg veel vroeg. Bij het vrijwel uitsluitend succesvolle gebruik van de applicaties, herkenden de operators hun eigen inbreng daarin. Dit had tot gevolg dat zij deze begonnen te beschouwen als hun eigen baby’s. Dat Ries vanuit carrièreoverwegingen, heel verkeerd bezig was, moge blijken uit het volgende. Toen Ries aan een collega, die hij een paar jaar niet gezien had, vertelde dat hij met inspraak van operators, computerapplicaties maakte voor operators, riep deze collega uit: ,,Ries, je ruïneert je carrière!'' Ries had daar echter geen boodschap aan en bleef gewoon doorgaan op de ingeslagen weg . Hij had ,,stille” supporters, zelfs onder het hogere management. Niet openlijk, i.v.m. carrièreoverwegingen, maar op z'n best ,,neutraal". Sommigen van hen gaven hem informatie over wat er zich, buiten zijn zicht, afspeelde o.a. dat de situatie bij Shell Den Haag zo was dat in principe alle verzoeken van werkmaatschappijen om assistentie gehonoreerd moesten
worden. Dat gold dus ook voor die van Ries, maar in de meeste gevallen gebeurde dit met de grootst mogelijke tegenzin .
Start zzp-periode Er volgt nu een periode waarin Ries zich ontpopt als een zzp’er avant la lettre. Hij begint zich op proces operationeel gebied geheel zelfstandig te ontwikkelen. Er breekt een prachtige tijd voor hem aan. Het aantal verzoeken om assistentie van Ries voor het ontwikkelen en operationeel maken van zijn applicaties, leidde tot een aanzienlijke wachtlijst. Ook het hogere management zag dit als een probleem. Hun idee was het aantrekken van een geschikte en ervaren contractor die het werk van Ries zou kunnen overnemen. Ries had daar gezien de omstandigheden, begrip voor. Op een bepaald moment dacht men zo’n contractor gevonden te hebben, een Amerikaans bedrijf. De Amerikanen gaven een geweldige show. Ze claimden een enorme ervaring en toepassingen gerealiseerd te hebben voor 10-tallen klanten. Het Haagse management was diep onder de indruk van hun (gelikte) presentatie. Inhoudelijk meende het duidelijk overeenkomsten te zien met de aanpak van Ries . ,,Wil je met hen samenwerken?’’, was de vraag van zijn bazen. Natuurlijk wilde Ries dit, al was het alleen maar uit nieuwsgierigheid . Er werd een meeting georganiseerd waarbij zonder enige restricties aan wederzijdse kennisoverdracht zou worden gedaan. De contractor was als eerste aan de beurt en eerlijk is eerlijk Ries was onder de indruk van hun presentatie tot … hij gerichte vragen ging stellen. Zijn vragen waren van praktische aard omdat hij natuurlijk veel met de werkvloer (slecht voor zijn carrière!) samenwerkte en precies wist waar zij dagelijks tegenaan liepen. Ries bemerkte een zekere verwarring en kreeg geen duidelijke
antwoorden. Toen het de beurt van Ries was om zijn verhaal te doen vroeg hij om schorsing van de vergadering . Hij wilde eerst overleg met zijn chefs. Het lastige voor hem was dat er op dat moment niemand te bereiken was behalve, de in lijn, zijn derde baas . Maar die moest wel uit een ,,belangrijke’’ vergadering worden gehaald en een van de ongeschreven wetten bij Shell was: haal nooit een meerdere uit een vergadering , tenzij er sprake is van een 112 situatie! Ries maakte de man duidelijk dat hij grote moeite had zijn (unieke?) process-operationele kennis zomaar aan de Amerikanen weg te geven. Het resultaat was dat Ries een voorstel tot samenwerking mocht maken. De contractor ging alleen de programmatuur leveren , de processtechnologische invulling bleef Shell territorium . Deze samenwerking was dankzij Ries en een aantal Shell software experts toch redelijk succesvol, hun displays waren erg goed. Inmiddels hadden de techneuten van Shell ook niet stilgezeten. Het in het vorige deel zogenoemde ,,grote werk’’ van Den Haag/ Amsterdam was een Optimaliserings Pakket (OP). Een verzameling van applicaties waarvan het de bedoeling was dat dit uiteindelijk het werk van Ries zou vervangen . Ries had zo z’n twijfels , hij vond het OP maar een ivoren torenbenadering en onwerkelijk. De OP-techneuten hadden met name hun licht niet bij de operators opgestoken en hij vermoedde dan ook dat in de praktijk er niets van terecht zou komen. Op een bepaald moment werd Ries benaderd door een paar OPtechnologen, ze hadden een probleem waar zij niet uitkwamen. Ries kwam er, in eerste instantie, ook niet uit. Het betrof hier een type fabriek waar hij nog geen applicaties voor gemaakt had . Uiteindelijk is Ries in discussie gegaan met het operatie-personeel van een dergelijke fabriek in Pernis . Dit leidde tot een succes-vol resultaat! Dit bracht een betrokken hogere manager tot de uitspraak: ,,Figuren als Teekens heb je nodig, echter, je moet er niet te veel van hebben!’’
Shell Oil USA toonde ook interesse in de werkzaamheden van Ries, maar die werd hij pas gewaar kort voor zijn vervroegde pensionering . Na een presentatie hield het wat Ries betreft eigenlijk wel op . Buitenlandse vestigingen die hoorden hoe het succesvolle systeem van Ries in Pernis werkte, namen vaak contact met hen op. Pernis verwees dan door naar Den Haag, met name naar Ries. De standaardantwoorden van Ries waren: Hebben jullie real time process computers en hebben jullie de juiste software architectuur. Vervolgens moesten zij toestemming van Den Haag vragen om assistentie van Ries en eventueel op het gebied van software. Belangrijk voor Ries was dat er lokaal een of meer procestechnologen op operationeel niveau ter beschikking stonden als contactpersoon. Als alles eenmaal rond was qua toestemming, volgden er met tussenpozen, een aantal werkbezoeken van 2 a 3 weken. De genoemde contactpersoon werd nauw betrokken in alle fases van het werk (o.a. interviews van planning en operatie personeel , bestudering van series meetgegevens en ontwerp van applicaties) met andere woorden deze persoon kreeg een intensieve on-the-job training. Na elk interview volgde er een nabespreking tussen Ries en zijn contactpersoon die hij tijdens het interview als notulist had laten fungeren. De intentie was dat als Ries na zijn laatste bezoek eenmaal vertrokken was, de betreffende technoloog de follow-up zou kunnen verzorgen o.a. aanpassing van applicaties indien een modificatie van de betreffend fabriek deze nodig maakte. Wat hij extra belastend vond was het on the job training gedeelte. Het was in deze periode van werkbezoeken waarbij Ries onder zware druk stond, als een soort ZZP’er avant la lettre dat hij zich zo nu en dan erg vermoeid voelde en tegen het overspannen aan zat. Dit gebeurde ook bij bij Shell Singapore. Een Nederlandse collega, Kees, bemerkte dit en drong er bij Ries op aan zich wat te ontspannen. Het voorstel om in het week-end met hem mee te gaan naar Sentosa, een recreatie eiland, om daar met hem te gaan tennissen, raakte bij Ries geen enkele gevoelige snaar. Uiteindelijk gingen zij samen naar Sentosa. Kees om te gaan tennissen en Ries om een zwemtocht te maken in zee. Tijdens het zwemmen aldaar, dacht Ries dat hij precies wist waar hij was, hij hield twee eilandjes in de gaten.
Maar hij dreef af, door een verraderlijke stroming meegenomen en op een zeker moment was hij zijn oriëntatie kwijt. ,,Rustig blijven’’, dacht Ries. ,,Geen paniek.’' Land zag hij niet meer, maar wel een klein eilandje met 1 boom! Zoals in een getekende grap. Dwars op de stroming zwemmend wist Ries dit piepkleine eilandje te bereiken. Een plezierjachtje dat voorbij voer reageerde niet op zijn gezwaai en geschreeuw,waarschijnlijk bang om met een gek te maken te krijgen. De bemanning van een tweede vaartuig reageerde wel. Het was een bootje van de politie en tot zijn verbazing zei de agent die hem aan boord hees : ,,Zo meneer Teekens, hoe is het ermee?’' Ries was opgelucht maar tegelijkertijd vreesde hij dat men hem al gemist had en alarm had geslagen. Op de vraag van Ries hoe hij zijn naam wist antwoordde de man: ,,Ik werk ook aan de poort van Shell, vandaar dat ik u ken.’' Het politiebootje bracht hem tenslotte terug naar Sentosa . Ries vertelde zijn collega’s niets over dit gevaarlijke voorval. Het risico dat er misschien consequenties uit getrokken zouden worden ten nadele voor hem en zijn solistisch opereren, nam hij liever niet . Verscheidene werkbezoeken hadden als bestemming Durban in Zuid Afrika. Deze bezoeken werden besmuikt gemaakt d.w.z. Shell probeerde zo weinig mogelijk aan de buitenwereld te laten merken dat er Nederlandse werknemers naar dit, toentertijd vanwege het daar heersende apartheidsregime, geboycotte land werden gestuurd. Vandaar dat de betreffende vliegreizen via Londen gingen want de Suid Afrikaanse Lugdiens was niet welkom op Schiphol! Een belevenis die Ries is bijgebleven betrof een van zijn eerste vliegtochten van Londen naar Durban. Direct na de start ging er een reusachtige dreun door het vliegtuig, vermoedelijk veroorzaakt door een of meer klapbanden. De piloot besloot een tussenstop op een Portugees eilandje te maken om daar de eventuele schade te laten vaststellen. De landing ging met veel geweld gepaard. Ries had het gevoel dat delen van het onderstel dwars door de onderkant van de cabine zouden slaan.
Tenslotte kon iedereen ongedeerd het toestel verlaten. Ries constateerde dat van een van de tandems van het hoofdlandingsgestel, alle banden aan flarden waren. De Suid Afrikaanse Lugdiens moest toen kiezen of de banden vervangen of een nieuw vliegtuig laten komen. Men koos voor het eerste. Ries moest in ieder geval een hele nacht/ochtend op het vliegveld doorbrengen. Toen het vliegtuig op weg naar Johannesburg ging, viel het Ries op dat het wel heel erg laag vloog. Met zijn technische vliegtuigkennis had hij al gauw het vermoeden dat de bemanning er rekening mee hield dat door de wel zeer harde voorafgegane landing, het gebruik van de drukcabine niet verantwoord was. Dit werd ook bevestigd door iemand van het cabinepersoneel. Het werd een gedenkwaardige vlucht met veel schudden en veel kotsende mensen. Tijdens een ander werkbezoek aan Durban maakte Ries ook een hotelbrand mee. Op een zekere avond dat Ries in bed lag na een uiterst vermoeiende dag, werd hij gebeld door de receptie. Of hij maar een natte handdoek voor de drempel van zijn deur wilde leggen want ergens ver weg in een hoek van het hotel was er wat rookontwikkeling, maar er was geen enkel gevaar bij… Ries ging daarop nietsvermoedend slapen. Tot hij weer werd gebeld. Hij moest direct zijn kamer verlaten wegens acuut brandgevaar. Ries was nog wel zo vlug om wat kleding en documenten te verzamelen, voordat hij zijn deur open deed. Op de gang werd geschreeuwd, deze stond vol met rook. De brandweer was aanwezig en deze drukte Ries tegen de grond en begeleidde hem naar een trappenhuis. Na een paar dagen kon Ries zijn kamer weer betrekken, maar alles zat onder een fijn laagje roet en het stonk er. Het hotel liet al zijn kleding stomen, maar veel hielp dit niet. Uiteindelijk kreeg hij een financiële vergoeding, maar tijd om daar nieuwe kleren van te kopen had Ries niet. Een heel bizar incident maakte Ries mee tijdens een werkbezoek, samen met software collega Paul, aan de Stanlow raffinaderij in de Groot
Brittannie . Zij logeerden in een hotel in of in de buurt van de plaats Chester. Zij waren al ettelijke dagen ter plaatse toen zij aan het einde van de werkdag terugkeerden naar hun hotel. Toen Ries , nadat hij zijn kamersleutel had opgehaald bij de receptie de deur opende, dacht hij dat hij hallucineerde. Hij ging onmiddellijk naar Paul. Troonde hem mee en opende weer zijn kamerdeur en vroeg hem ,,Zie ik wat jij niet ziet?'' Paul was perplex, maar kon niet nalaten in lachen uit te barsten! Ries z'n kamer was totaal verbouwd! Alles was verdwenen; zijn bed, alle meubilair waaronder kasten en laden waarin hij een groot deel van zijn kleding, ondergoed, pyjama, sokken etc., had opgeborgen. Daarvoor in de plaats rijen stoelen en een bordes met spreekgestoelte. Kortom zijn kamer was omgetoverd tot een zaaltje. Bij de receptie reageerde men vol ongeloof. Blijkbaar was er sprake van een communicatiestoornis binnen het hotelpersoneel! Een poosje later werd Ries verteld dat hij als troost gedurende de rest van zijn verblijf de bruidssuite mocht gebruiken...!
Ries in de bruidssuite.
Het meubilair e.d. waarin hij een groot deel van z'n kleding etc. had opgeborgen,was tijdens de ontruimingsoperatie, her en der verspreid in het hotel! Samen met een hotelmedewerker heeft Ries tenslotte na enkele dagen, al zijn vermiste spullen kunnen terugvinden. Het betekende wel dat direct na dit incident, Ries wat extra onder de douche gegaan is om het gemis, op dat moment, van schoon ondergoed en schone sokken, wat te compenseren! Na terugkeer in Den Haag heeft Ries het een en ander gerapporteerd aan de afdeling passage waarop deze het betreffende hotel van de lijst van logeeradressen heeft geschrapt . Als kleine zelfstandige binnen Shell had Ries grote behoefte om dankbetuigingen t.a.v. zijn werk op papier te krijgen. Hij drong bij betrokkenen er op aan dat deze absoluut niet geflatteerd moesten zijn, maar wel welgemeend en gestoeld op feitelijkheden. M.a.w. waren operators, operatiemanagement en planners etc., in een bepaalde locatie lovend over zijn aanpak en applicaties, dan verzocht hij hen dit per telex aan Den Haag te laten weten. Hij had deze nodig om zich staande te kunnen houden. In de voorgaande pagina's werd melding gemaakt van telexen naar Den Haag met het verzoek om assistentie van Ries . Nu kwam er ook een reeks op gang met zeer enthousiaste dankbetuigingen die betroffen de gerealiseerde verbeteringen in de dagelijkse operatie, van oudsher het (bijna exclusieve) domein van de operator. Dit trok de aandacht van het hoogste management . Besloten werd om op grond van deze telexen, highlights te produceren. Highlights waren briefing documenten bedoeld voor dit management. Daar wilden Ries z,n bazen ondanks hun ambivalente houding, toch wel graag op ,,meeliften''. Tenslotte was Ries z'n werk onderdeel van hun ,,koninkrijkje". Zijn bazen werden daarop onder druk gezet om naast Ries meer technologen in te zetten voor dit werk. Ries zou dan voor deze mensen dienen als coach. Dit was geen succes. Het ontbrak de genomineerde technologen aan motivatie.
De laatste jaren, einde zpp-periode Tot omstreeks 1992 was de jaarlijkse financiële afdracht van de fabrieken aan het centraal kantoor in Den Haag zodanig hoog dat er in principe geen limiet was op het leveren van gevraagde service. Op verzoek van de werkmaatschappijen werd deze financiële situatie ter discussie gesteld. Dit had tot resultaat de afdracht van een veel lager bedrag , maar ook tot het instellen van aanzienlijke beperking van de ,,gratis’’ service verlening. Het meerdere werd in rekening gebracht veelal tegen markt-conforme tarieven. Er vond ook wel doorverwijzing plaats naar een contractor. Deze nieuwe financiële regeling bracht Ries zijn ZZP'er positie in de problemen. Er ontstond een onhoudbare situatie ; geplande projecten werden geannuleerd , bezoeken gecanceld m.a.w. Ries z’n order-portefeuille begon meer en meer op te drogen. Dit alles vanwege het feit dat de voornoemde ,,gratis’’ service pot al snel leeg was. Ten einde raad stapte Ries naar zijn baas. Bij binnenkomst duwde deze een lijst onder zijn neus, daarop prijkte de namen (ook die van Ries)v an 50-plussers die men zeg de komende twee jaar, eventueel vervroegd wilde pensioneren. De genomineerden kregen de keus: zonder meer pensioneren of toch nog proberen een andere job te vinden. Ries koos voor het laatste. Bij ,,afvloeien’’ zouden in dat geval de financiële consequenties gunstiger zijn. Ries werd verteld dat het management van plan was om met Pernis in contact te treden met het voorstel om hem tot het tijdstip van uitsluitsel aldaar te stationeren . Onmiddellijk begon Ries zijn fietsknobbel op te spelen. Het zou namelijk betekenen dat wellicht de komende jaren het woon-werk verkeer per fiets (door de duinen) tot het verleden zou behoren. Verhuizen vanuit Wassenaar naar een plek dichterbij Pernis was geen optie
o.a. i.v.m. Cobie haar ballet- en yogalessen. Ries kwam daarop met een tegenvoorstel nl. het verblijf in Den Haag continueren en de komende tijd ten nutte maken voor het opschrijven van zijn ,,memoires’’en wel in de vorm van gebruikersmanuals. Deze zouden zijn gebaseerd op process technologische operationele verworvenheden, opgebouwd tijdens zijn afgelopen ZZP-periode (van meer dan 10 jaar!). Dit tegenvoorstel werd geaccepteerd. Het management vond het een goed idee. In totaal produceerde Ries 3 gebruikersmanuals, de belangstelling hiervoor was wereldwijd enorm. Vrijwel alle fabrieken wilden kopieën en kregen die dan ook toegestuurd! Inmiddels waren er op het Haags kantoor verscheidene teams aanwezig o.a. uit Geelong, Australië, met als taak het voorbereiden van optimalisatiepakket toepassingen voor een aantal van hun fabrieken. Deze teams hebben vrijwel alle ,,ivoren toren’’ technologie uit genoemde pakketten gesloopt en daarvoor in de plaats modules ingebouwd op basis van Ries zijn manuals. Ofschoon men Ries had verteld dat hij er mogelijk met 56 jaar uit mocht, was dit niet 100% zeker. De dreiging dat hij nog enige jaren, maar dan niet als zzp'er , door zou moeten werken was niet ondenkbaar. Totdat hij op een zekere dag te horen kreeg dat er geen andere baan voor hem te vinden was, hij was uiteindelijk toch te duur voor andere fabrieken. Stoïcijns naar buiten, maar innerlijk juichend hoorde hij dit aan. Tijdens een algemene vergadering werden alle namen genoemd van collega’s die vervroegd zouden vertrekken. Toen Ries z’n naam viel, kwamen er onmiddellijk protesten; het antwoord was: ,,Teekens kan vertrekken want al zijn kennis staat nu op papier”. Enkele dagen voor zijn officiële afscheid ging Ries weg, nam afscheid van slechts een paar collega’s en vertrok met stille trom om niet meer weer te keren. Vele fietstochten en optrekken met de toen nog zeer jonge kleinkinderen, lagen in het verschiet .