nummer 1 | april 2009
Highlights
Cover: Grieks blauw aan de Maas: de bijzondere bovenverÂdieping van het pand van pruikenmaker en grimeur Sjoerd Didden, midden in Rotterdam. Een ontwerp van architectenbureau MVRDV.
Inhoud Stevige knipoog naar de natuur VELUX Daglichtsymposium WIKI sleutel tot duurzame toekomst Hout uit duurzaam beheerd bos als speerpunt Lumineuze ideeĂŤn 2
6 12 18 20 28
column O o g l u ike n d
Iedereen heeft daglicht en uitzicht nodig om gezond of zelfs gelukkig te zijn. Tegelijkertijd is glas door de energiecrisis een verworvenheid die verdediging behoeft. Als we dadelijk massaal zonnewoningen gaan bouwen (en laten we dat nu vooral eens snel gaan doen!), dan is glas zowel een sterk als een zwak punt. De glazen zuidgevel zorgt voor vrije zonnewarmte op de winterdag, maar hij verliest warmte in de winternacht. Zoals we echter een teveel aan zoninstraling op een hete zomer足dag weren met bomen, luifels of lamellen, zo kunnen we een teveel aan warmteverlies in een winternacht tegengaan met isolerende luiken. Zie de slimme huizen van Jon Kristinsson. Als we de ogen van onze huizen opnieuw van leden voorzien, die we af en toe voor bescherming kunnen sluiten, dan kunnen we ook zonder olie genieten van een onbelemmerd uitzicht en een zonovergoten verblijf.
Hajo Schilperoort, architect
3
Ges m ee r d e o p e r at ie m e t p r e fa b V E L U X d a g li c h t s y s t ee m Het plaatsen van een VELUX dakvenster is een serieus karwei, maar het wordt helemaal een serieuze aangelegenheid wanneer het om een compleet daglichtsysteem gaat. DAKVEN, een specialist op het gebied van daglichttoepassingen, bedacht een manier die tijdbesparend én minder arbeidsintensief is. Begin februari nam DAKVEN de bovenverdieping van de familie Velders in Amersfoort stevig onder handen. Mevlut Kurt had van tevoren goed nagedacht over hoe hij een klaargemaakte constructie van verschillende dakvensters zou plaatsen. “Uitgangspunt van het idee was het makkelijker te houden en het tilwerk enigszins te beperken. Door op internet te zoeken kwam ik uit op een website van een bedrijf dat een kant-en-klare aanbouw met een hijskraan als het ware zo aan een woning ‘plakte’. Op dat moment leek me dat ook dé oplossing voor het aanbrengen van een daglichtsysteem”, vertelt Kurt. Een generale repetitie, uitgevoerd in Vleuten, verliep gesmeerd. Ondertussen werden in de Utrechtse werkplaats van DAKVEN de
voorbereidingen getroffen voor een uitgebreid daglichtsysteem dat de familie Velders had besteld. Aan het eigenlijke proces, van het vervoer tot de plaatsing, ging een strakke planning vooraf. “Je organiseert een kraanwagen, transport voor het compleet in elkaar gezette daglichtsysteem en zorgt ervoor dat ter plaatse het gat in het dak wordt gezaagd. Daarna is het een kwestie van hijsen en monteren. De ideale aanpak: de lichamelijke belasting wordt beperkt, je hoeft minder rekening te houden met de wisselende weersomstandigheden en per saldo ben je minder lang bezig”, aldus initiatiefnemer Kurt.
VELUX daglichtsystemen: www.velux.nl/Producten/Daglichtsystemen DAKVEN Daglichtspecialisten: www.dakvensteronline.nl
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5
stap 6
4
P r o f li n k v o lt r e f f e r Hoewel VELUX pas begin 2009 de schakel tussen verwerker en consument via internet presenteerde, gaat het al heel goed met het zogenoemde Proflink systeem. Meer dan tachtig professionele
bedrijven hebben zich aangesloten en kunnen nu nog beter en efficiënter aan de wensen van consumenten voldoen. Intussen zijn er al honderden opdrachten binnengekomen, variërend van het plaatsen van een dakvenster tot het renoveren van de zolder. “Mooi zoals beide partijen elkaar op deze interactieve manier kunnen vinden. Uiteindelijk heeft iedereen hetzelfde doel: daglichtdromen waarmaken. De mensen die via Proflink hulp zoeken, moeten net zo gek worden op onze producten als wijzelf”, stelt Oscar Groenewout, een van de drijvende krachten achter de opzet van Proflink. Via een zoeksysteem op internet is het voor de klant een kleine moeite de hulp van een professional in de omgeving
in te roepen die voldoende ervaring heeft met dergelijke klussen. VELUX streeft dienstverlening op kwalitatief hoog niveau na, en daarom voldoen alle deelnemende bedrijven aan een aantal criteria, zoals minimaal twee jaar praktijkervaring met het verwerken van VELUX producten. Groenewout: “Het leukste aan deze vorm van samenwerken is dikwijls het verhaal dat erachter schuilgaat. Het begint met een simpele vraag over een dakvenster, maar uiteindelijk worden klanten zó enthousiast dat ze samen met een professional naar nog meer mogelijkheden gaan kijken, zoals het verbouwen van de complete zolder.” Proflink: www.velux.nl/proflink
VELUX maakt wonen nóg zuiniger In navolging van de VELUX Daylight Visualizer, het zeer functionele rekensysteem om bij verbouwing of bouw van zolderruimte, berging, serre of onder het platte dak door een driedimensionale maquette te zien op welke plaats dak- en/of gevelvensters het best tot hun recht komen, is er nu ook de Indoor Climate Visualizer 1.0. Hiermee kan nauwkeurig worden berekend hoe het is gesteld met de verwarming, koeling, ventilatie en lichttoetreding in een woning. Dit instrument geeft antwoord op vragen over energieconsumptie wanneer er dak- en/of gevelvensters of zonwering worden aangebracht of weggelaten. De Indoor Climate Visualizer maakt ook duidelijk hoeveel elektriciteit wordt bespaard door het installeren van een extra (dak)venster, of wat het verschil in energieconsumptie is bij natuurlijke en mechanische ventilatie. De Indoor Climate Visualizer 1.0 zal de komende tijd nog verder worden doorontwikkeld.
Indoor Climate Visualizer 1.0: www.velux.nl/Duurzaam_leefklimaat/Hulpmiddelen/ Indoorclimate_visualizer/ 5
Zw o lle k r ij g t he t ee r s t e E a r t hshi p v a n Ne d e r l a n d
S t evi g e k n i p o o g 6
n a a r d e n at u u r Een eeuwfeest is iets bijzonders. En dat viert de Zwolse woningstichting SWZ – inmiddels honderd jaar oud – op toepasselijke én duurzame wijze. Nederland krijgt er een nieuw fenomeen bij: het Earthship. >> 7
Deve n t e r hee f t o o k d r o o m p r o je c t Zwolle loopt voorop, maar ook elders in Nederland zijn tal van groeperingen zich bewust van het belang van milieubewuster bouwen. Wonen en leven, meer in balans met de natuur, het zijn kernbegrippen van deze tijd. Geïnspireerd door die gedachte, is de vereniging Aardehuis Oost-Nederland druk doende haar droomproject van de grond te krijgen: een ecologische woongemeenschap van zelfvoorzienende aardehuizen. Het is de bedoeling dat er in Deventer een dorp verrijst van enkele tientallen aardehuizen, waarvan twee derde door particulieren zal worden gefinancierd en gebouwd. Het resterende deel komt voor rekening van de vereniging en is bestemd voor verhuur. Verder staan er een gemeenschapshuis en een informatiecentrum voor nieuwsgierigen op de lijst van wensen. Vereniging Aardehuis Oost-Nederland: www.aardehuis.nl/Home
De hele wereld wordt duurzaam, en daar draagt de Zwolse woningstichting SWZ graag een steentje aan bij. Om te vieren dat ze inmiddels honderd jaar oud is, wordt er momenteel keihard gewerkt aan een uniek project: het eerste Earthship dat in Nederland het levenslicht ziet en straks (oplevering: 20 juli) als theehuis dienst zal doen. Earthship is letterlijk vertaald een aardehuis, een woning die hoofdzakelijk bestaat uit afvalmateriaal van gesloopte gebouwen en aarde. Tot de gerecyclede materialen die zijn gebruikt, behoren 6.000 flessen, 1.000 autobanden en 4.000 frisdrankblikjes. De muren worden vervaardigd van met aarde gevulde autobanden. De bouwers benutten schone energie, verkregen via wind en zon. Regenwater wordt opgevangen en gefilterd tot drink- en spoelwater. De serre aan de zuidkant van het huis zorgt voor een optimaal gebruik van zonlicht en zonnewarmte. De toegepaste VELUX dakvensters zorgen voor de toetreding van voldoende daglicht en ventilatie. Uit een onderzoek van het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie is gebleken dat een Earthship negen keer minder milieubelasting veroorzaakt dan een vergelijkbaar traditioneel gebouw. Via OAZE, een instantie die erg betrokken is bij de wens duurzaam te bouwen, kwam SWZ in contact met de architect Michael Reynolds. De Amerikaan bedacht het principe van het hergebruik van materialen voor de bouw van woningen en creëerde op die manier zijn eigen onderkomen in Taos (New Mexico). Tegenwoordig reist hij de planeet over om te assisteren bij het uit de grond stampen van Earthships. Zo streek hij vorig jaar september neer in het Zwolse park de Nooterhof, vergezeld door een zestien man sterke bouwploeg. Woningstichting SWZ: www.swz.nl 8
Rita Kamphuis, woordvoerster van SWZ, verheugt zich op de ingebruikneming van het theehuis, komende zomer. “Er is zelfs even sprake geweest van een competitie met een project in Deventer. Daar zijn mensen bezig een woongemeenschap van aardehuizen te realiseren. Ze wilden dat heel graag als eersten presenteren. Maar omdat het veel omvangrijker is dan ons Earthship, lukt dat niet. Wij hebben de primeur, en dat is erg leuk.”
9
10
Fotografie: Bob ‘t Hart
Betoverend Grieks blauw in Rotterdam: Didden Village. Pruikenmaker en grimeur Sjoerd Didden, een grootheid in de wereld van het toneel, theater en de musical, wilde een derde verdieping op zijn monumentale pand, niet ver van het centraal station. Het werd een minidorp met slaapkamers, een plein met een bank en zelfs bomen. Winy Maas van architectenbureau MVRDV ontwierp de droomomgeving. Architectenbureau MVRDV: www.mvrdv.nl/_v2/projects/194_didden/index.html 11
12
VELUX Daglichtsymposium In de Van Nelle Ontwerpfabriek in Rotterdam vindt op 13 en 14 mei 2009 het internationale VELUX daglichtsymposium plaats. Wessel de Jonge, coรถrdinerend architect voor de restauratie van de fabriek en een van de keynotesprekers tijdens het symposium, vertelt over de architectuur van het Nieuwe Bouwen en de kennis die de architecten van de jaren `20 en `30 van de vorige eeuw van daglicht en het binnenklimaat hadden. >> 13
Alle d a g e n d a g li c In de afgelopen jaren heeft uw bureau gebouwen gerestaureerd van verschillende meesters van de Nederlandse Nieuwe Zakelijkheid of het Nieuwe Bouwen, zoals Jan Duiker, Brinkman & Van der Vlugt en Gerrit Rietveld. Bestaan er voor u karakterverschillen tussen de werken van deze architecten? “De verschillen zijn heel groot. Rietveld onderscheidt zich bijvoorbeeld van Duiker en Brinkman & Van der Vlugt door het gereedschap dat hij gebruikte. Dat was het gereedschap van een meubelmaker en een kunstenaar, terwijl Duiker zichzelf eerder als ingenieur dan als architect beschouwde. Het toont aan dat veel architecten uit die tijd op zoek waren naar nieuwe strategieën. In de jaren ‘20 en ‘30 van de vorige eeuw worstelde de bouwkunst met de vraagstukken van de industriële maatschappij, zoals de massale trek naar de steden, de specifieke problemen van arbeidersbuurten, gezondheidszorg, hygiëne en onderwijs. De eisen waren totaal anders dan voorheen, en daarom sloeg de architectuur als geheel een nieuwe richting in. Het gevolg was dat de aard van de architectuur veranderde van artistiek naar wetenschappelijk en technisch, onder meer door de invloed van mensen als Duiker en Brinkman & Van der Vlugt.”
14
h t , o n z e lei d r a a d Kunt u ook verschillen noemen in de manier waarop deze archi tecten met daglicht werkten of hebben juist de overeenkomsten de overhand? “Op het gebied van daglicht zijn er volgens mij meer overeenkomsten dan verschillen. Bij het Nieuwe Bouwen was de transparantie van gebouwen een soort symbool van een maatschappij die, volgens de architecten, al even transparant moest worden. Dat idee komt tot uiting in het glas dat op grote schaal in de gebouwen werd gebruikt.
Va n N e l l e fa b r i e k l a n g e n o n d i e p vo o r b i n n e n va l l e n d daglicht Bij de Van Nelle fabriek wordt het ontwerp van het gebouw volledig gedefinieerd door het gebruik van daglicht. De diepte van het gebouw werd beperkt tot 19 meter, een maat die op een eenvoudige berekening was gebaseerd: in de werkruimte zou het daglicht van twee kanten binnenvallen en zelfs in het midden van de werkvloer zouden de medewerkers voldoende daglicht hebben om hun taak te kunnen uitvoeren. Deze bijzonder rationele vereisten en berekeningen leidden dus tot een buitengewoon lang en ondiep fabrieksgebouw.
Landgoed Zonnestraal: uitzicht creëren voor zieken Landgoed Zonnestraal in Hilversum was een min of meer vergelijkbaar geval. De gebouwen van dit complex waren zeer ondiep,
meestal niet meer dan 7,5 en soms maar 4,5 meter. Bovendien was Zonnestraal uniek omdat de patiënten in kleine kamers werden ondergebracht. In die tijd was het de gewoonte om tien tot twaalf personen in een grotere ruimte onder te brengen. De ruimten van Zonnestraal waren echter slechts 3 meter diep, wat betekende dat het binnenvallende licht gemakkelijk het hele vloeroppervlak kon bestrijken en alle bacillen en ziektekiemen in de kamer doodde. De verschillen hebben hoofdzakelijk betrekking op de bouwmaterialen, zoals glas. Bij Zonnestraal hadden de architecten de bedoeling dat je vanuit het ziekbed naar het landschap kon kijken. Bij de Van Nelle fabriek lag dat natuurlijk anders, want de arbeiders moesten tenslotte werken. Daarom werd voor het sanatorium vlakglas van (destijds) topkwaliteit gebruikt, terwijl het glas bij de Van Nelle fabriek van lagere kwaliteit was, kleinere ruiten met meer imperfecties en oneffenheden in het glasoppervlak.” Beperkte het gebruik van daglicht in het Nieuwe Bouwen zich louter tot visueel comfort en hygiëne of hadden de architecten ook een psychologische waarde voor ogen? “De psychologische waarde van daglicht was natuurlijk enorm – en de metaforische betekenis was minstens zo belangrijk. Duiker schreef vaak dat hij weinig op had met de neiging van veel mensen om alles in hokjes te stoppen. Als ingenieur eiste hij openheid, de mogelijkheid alles op zijn waarde te beoordelen en vervolgens de oplossing te gebruiken die het beste werkte. Daglicht vormde altijd een onderdeel van zijn rationele benadering. Duiker wilde dat mensen uit hun
15
Landgoed Zonnestraal
donkere holen en kelders tevoorschijn kwamen, dat ze gezonder werden door te sporten en een grotere nadruk zouden leggen op hygiëne dan de voorgaande generaties.” Hoe konden de architecten van het Nieuwe Bouwen daglicht en ventilatie plannen en evalueren en hoe nauwkeurig waren de methoden die zij daarvoor gebruikten? “Sommige architecten uit die tijd hadden een behoorlijk goed besef van wat wij nu bouwfysica zouden noemen. Duiker zag zichzelf meer als ingenieur dan architect en sommige collega’s keken op dezelfde manier tegen hun beroep aan. Een van hen was Johannes Bernardus van Loghem, die talloze artikelen schreef over technische vraagstukken zoals akoestiek, condensatie, daglicht, de voordelen van passieve zonne-energie en daaraan gerelateerde berekeningsmethoden. In 1932 publiceerde hij een boek over bouwfysica dat wij als team hebben bestudeerd voordat we de Van Nellefabriek en Zonnestraal opknapten. Daarin beschrijft Van Loghem zaken die ik veertig jaar later ook nog altijd op de universiteit leerde. Hij schreef dat boek omdat het enkele architecten die de ideeën van het Nieuwe Bouwen wilden volgen, ontbrak aan principiële bouwfysische kennis. Zo zie je dat niet alle architecten hetzelfde kennisniveau hebben op het gebied van bouwfysica – toen niet, en nu evenmin.” Vanuit een 21ste-eeuws standpunt bezien, lijken klimaatcomfort en te hoge temperaturen ernstige problemen te zijn geweest in de meeste gebouwen van het Nieuwe Bouwen. Kregen mensen met deze problemen te maken omdat de architecten niet over de middelen beschikten om die problemen goed aan te pakken? “Zeker niet! Ze hadden heel duidelijke ideeën over deze kwesties, maar sindsdien zijn onze ideeën over de gebruiksprestaties van gebouwen veranderd. Als we vanuit ons huidige perspectief naar 16
de meeste gebouwen van het Nieuwe Bouwen kijken, zullen wij concluderen dat ze niet goed werken. Het beste voorbeeld is het sanatorium Zonnestraal, dat volgens moderne maatstaven helemaal niet ‘werkt’, omdat het allerlei condensatieproblemen en dergelijke heeft. Je moet echter rekening houden met de wijze waarop het gebouw oorspronkelijk werd gebruikt. Tegenwoordig is een constante binnentemperatuur van 21 graden vereist; toen was dat 17 of 18 graden. Bovendien moesten de mensen die in Zonnestraal verbleven, in buitenluchtomstandigheden herstellen. De ramen en deuren stonden dus altijd open, zelfs ’s winters. Onder dergelijke omstandigheden treedt er helemaal geen condensatie op!
O p e n l u c h t s c h oo l m e t i n n o v a t i e f v lo e rv e r wa r m i n g s syst e e m Jan Duiker ontwierp ook een openluchtschool in Amsterdam, met klaslokalen waarvan de ramen tijdens de lessen altijd open bleven. Natuurlijk wist Duiker dat comfort in dit gebouw een probleem zou vormen. Daarom ontwikkelde hij een innovatief systeem voor vloerverwarming op basis van straling dat heel veel weg had van de betonkernactivering die we vandaag toepassen. Duikers uitvinding mislukte, maar het is toch opmerkelijk dat hij in 1932 met zijn systeem zijn tijd zo ver vooruit was. Net als Duiker voelden veel architecten uit zijn tijd zich verplicht een comfortabele, gezonde omgeving te creëren. Ze waren zo in bouwfysica geïnteresseerd omdat zij wisten dat zij nooit gebouwen met open ruimtes, grote glazen gevels en andere kenmerken van het Nieuwe Bouwen zouden kunnen ontwerpen, als zij de technologie van klimaatbeheersing niet onder de knie kregen.” Voor welke problemen kwam u te staan toen u gebouwen van het Nieuwe Bouwen probeerde te moderniseren volgens heden-
daagse normen voor klimaat en licht? Waar moest u compromissen sluiten? “Omdat de architecten van het Nieuwe Bouwen zo veel aandacht hadden voor het ontwerpen van uiterst lichte gevelconstructies, is het verbeteren van die gevels een directe noodzaak binnen elk renovatieconcept voor hedendaagse gebruikseisen. De gevel is ook vaak het moeilijkste deel van het gebouw waar je mee te maken hebt, want het is heel lastig om zo’n ragdunne gevel technisch te verbeteren zonder tegelijk het beeld van het gebouw ingrijpend te veranderen. Op ons bureau hebben we daarom veel kennis opgedaan over gevels en systemen voor klimaatbeheersing en ventilatie, want die gaan altijd samen. De glassoort die je gebruikt, bepaalt bijvoorbeeld de hoeveelheid zonne-energie die het gebouw binnenkomt, en daarvan is de koellast van het systeem weer afhankelijk. Er bestaat altijd een verband tussen die twee: als een oud gebouw opnieuw in gebruik wordt genomen, kun je natuurlijk besluiten om de gevel helemaal intact te laten. Maar in dat geval zouden de klimaatbeheersingssystemen gigantisch worden en zouden er enorme ventilatiekokers dwars door het gebouw lopen, waardoor de algehele architectonische kwaliteit zou worden aangetast. Dat betekent voor ons dat we bij elk project het juiste evenwicht moeten vinden tussen de binnenkant en de buitenkant.” Uw bureau is in de Van Nelle Ontwerpfabriek gevestigd. Hoe omschrijft u de sfeer van het gebouw? ‘Voelt’ u de oude fabriek? “Jazeker. Iedereen voelt het, zelfs mensen die ons voor de eerste keer komen bezoeken. Zodra je bij ons binnenstapt, kun je naar buiten kijken, je krijgt gevoel van het weer, je kunt de lucht zien, die steeds verandert. Van dit gebouw word ik optimistisch, omdat het zo opbeurend is. Het schept een goede sfeer en maakt je ruimdenkend. Het is inspirerend, dynamisch en biedt een perfecte werkomgeving. De meeste mensen die hier werken, voelen hetzelfde – en is dat niet het geval, dan horen ze hier niet thuis! Zoals ik al zei: functie volgt
Gl o b a a l p r o g r a m m a V E L U X D a g li c h t s y m p o si u m Woensdag 13 mei
Donderdag 14 mei
Sprekers: Sprekers: Nick Baker James Carpenter Steven Lockley Javier del Rio Marilyn Andersen Federico Favero Wilfried Pohl Mohamed Boubekri Christophe Martinsons Lisa Heschong Laurens Zonneveldt Wessel de Jonge En verschillende parallelworkshops
vorm, je moet je aanpassen aan dit gebouw. Dat heeft ook bepaalde nadelen. De akoestiek is een probleem, en soms is er te veel daglicht om te werken achter de computer. Maar het gebouw geeft je ook veel terug: de inspiratie, de prachtige ruimtes, de hoge plafonds en het daglicht.” Wessel de Jonge Architecten bna: www.wesseldejonge.nl VELUX daglichtsymposium: www.thedaylightsite.com
Alle s c hij n we r p e r s o p he t d a g li c h t Op 13 en 14 mei 2009 is VELUX gastheer van het derde internationale daglichtsymposium. Dit evenement vindt elke twee jaar plaats, met als doel een internationaal platform te creëren voor het uitwisselen van kennis, standpunten en visies op het gebied van daglicht in gebouwen. Na eerdere edities in Boedapest (Hongarije) en het Spaanse Bilbao wordt het symposium ditmaal gehouden in de Van Nelle Ontwerpfabriek in Rotterdam. Het internationale daglichtsymposium brengt 250 deelnemers uit meer dan twintig verschillende landen bijeen, die werkzaam zijn op het gebied van onderzoek, als daglichtdeskundige/-adviseur, wetgever, docent op universi teiten/architectuuropleidingen, architect of bouwkundige. Met het symposium wil VELUX de dialoog over de kwaliteit van daglicht en binnenklimaat in gebouwen tussen professionals op het gebied van theorie en praktijk stimuleren. Het evenement verbindt de academische onderzoekswereld, de praktijk van de bouwindustrie en mensen die het gebouw gebruiken, met elkaar. Een belangrijk doel daarbij is theorie en onderzoeksresultaten om te zetten naar praktische methodes, werkprocessen en instrumenten.
Speciaal
voor de lezers van Highlights zijn nog tien deelnemersplaatsen beschikbaar. Lezers die geïnteresseerd zijn in het bijwonen van het daglichtsym posium, kunnen dit tot uiterlijk 30 april 2009 aangeven via info@velux.nl. Geef in uw mail duidelijk uw bedrijfsnaam, functie en contactgegevens (e-mail en telefoonnummer) aan en vertel ons waarom u bij dit daglichtsymposium aanwezig wilt zijn. Er wordt dan zo spoedig mogelijk contact met u opgenomen. Aanmelding geeft geen garantie voor deelname.
Voor meer informatie over het daglichtsymposium kunt u kijken op www.thedaylightsite.com.
17
W I K I k a n sle u t el t o t d u Harold van den Koedijk is bij VELUX Nederland specialist op het gebied van duurzame toepassingen. Hij breekt in de navolgende dialoog een lans voor interactieve samenwerking bij het ontwerpen van gebouwen waar de focus op energiegebruik en leefcomfort hand in hand gaan. “Active housing is een proces dat door VELUX is geïnitieerd; het staat voor de ontwikkeling van klimaatneutrale gebouwen met een hoge leefbaarheid. Dit idee moet onderzocht en beschreven worden, iets wat momenteel gebeurt. Op zes plaatsen verschijnen er binnen het Model Home 2020-project experimentele huizen – twee in Denemarken en één in Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk en Engeland – die energieproducerend zijn. In de woningen worden de principes van het passiefhuisconcept toegepast, alleen gaat Active housing nog een paar stappen verder dan de focus op energiebesparing bij het verwarmen van de woning. Er wordt ook gelet op een goed binnenklimaat en toepassing van duurzame energiebronnen.
W I K I p l a t f o r m , d a t a b a se v o o r e n d o o r p r o f essi o n a ls Het WIKI platform is een onderdeel van het Active housingproces. WIKI, ‘What I Know Is’, werkt als een database die met informatie en kennis wordt gevuld door internationale bouwprofessionals, om zo openbaar inhoud te geven aan Active housing. Begin november 2008 is deze database gelanceerd en op 22 januari 2009 is de eerste internationale forumbijeenkomst geweest in Kopenhagen. Hierbij waren tachtig partijen uit heel Europa aanwezig, van projectontwikkelaars tot architecten en overheidsvertegenwoordigers. De resultaten hiervan zijn het begin van een waardevolle invulling van de database. Tijdens het forum in januari presenteerde wetenschapper Rob Marsh van de universiteit van Aalborg de resultaten van een onderzoek naar energiezuinige gebouwen. Daaruit blijkt dat er te weinig aandacht is voor leefcomfort. Marsh pleit voor een betere balans. Met andere woorden: je kunt een prachtig huis bouwen dat energie wint, maar als het leefklimaat niet goed is en er bijvoorbeeld onvoldoende daglicht binnenkomt, wil niemand in het gebouw verblijven. Dat is de kern van Active housing.
B a l a n s t u sse n e n e r g ie b es p a r i n g e n lee f kli m a a t Het WIKI platform bevindt zich nog in de aanloopfase. Het is een openbaar platform, waarop mensen vrijwillig hun mening kunnen deponeren. VELUX is de initiatiefnemer, deels natuurlijk omdat we willen aantonen dat onze producten relevant zijn 18
in het duurzame bouwproces. Een passiefhuis streeft naar een maximaal energieverbruik van vijftien kilowatt/uur per vierkante meter per jaar om de woning te verwarmen. Als je daar niet aan voldoet, ontvang je geen passiefhuiscertificaat. Die eis ligt zo hoog, dat bijvoorbeeld de wanden dikker worden gemaakt dan wenselijk is, of de raamopeningen worden verkleind. Zo’n huis kan minder leefbaar worden, wat bij sommige projecten al is gebleken. Active housing pleit voor een focus op de totale energiebalans, waarin naast het verwarmen ook koeling, daglichttoetreding en overige apparatuur wordt meegenomen. Daarnaast dient de focus op energiedesign in balans te zijn met de focus op leefbaarheid. De ‘schildklier’ van het huis reageert zowel op het buiten- als het binnenklimaat. Wordt het bijvoorbeeld te warm in de zomer, dan zal de zonwering automatisch dichtgaan. Dit onderwerp is nog zo nieuw, dat het vraagt om een nieuwe
u u r z a m e t o ek o m s t z ij n
marktbenadering. We waren gewend te communiceren met particulieren, aannemers en dealers, nu communiceren we ook met architecten, adviseurs en projectontwikkelaars. Dat vereist een discussie op een heel ander niveau, met totaal andere benodigde competenties dan we gewend zijn. Dat terrein verkennen we nu, waarbij het leefcomfort in de woning in balans moet zijn met het energiedesign. Want als je een huis ontwerpt, moet het een huis zijn waarin mensen graag willen wonen.
ingenieursbureau dat erg vooruitstrevend is op het gebied van duurzaamheid. Zij hebben de intentie woningen van de toekomst te bouwen als energieproducerende huizen. Daar zit dus een duidelijk raakvlak tussen hun visie en de onze. Om de visie van meerdere partijen samen te voegen, is een actief samenwerkingsverband noodzakelijk. Door deze samenwerking kunnen andere instanties worden overtuigd van het belang van klimaatneutrale gebouwen met een hoge leefbaarheid, waaruit praktijkcases zullen ontstaan. Daarnaast kunnen ze gestimuleerd worden hun eigen visie op het WIKI platform te delen. Integraal samenwerken is de sleutel voor een duurzame toekomst.� WIKI platform: www.activehousing.net
S a m e n we r ke n Momenteel zijn er op de website van het WIKI platform verschillende stellingen gedeponeerd. Deze willen we met bouwprofessionals verder uitbouwen om zo tot de ultieme definitie van Active housing te komen. Momenteel zijn we in gesprek met een aantal projectontwikkelaars die klimaatneutrale woningen willen bouwen. Daarnaast is er contact met een 19
Nie t l a n g e r l o w p r o f ile Maatschappelijk verantwoord ondernemen gaat om de hele bedrijfsvoering. Manager Technische Voorlichting Marcel Vreeken van VELUX legt uit dat het bedrijf al jarenlang daar waar mogelijk duurzaam inkoopt. “Wij zien dat als onze verantwoordelijkheid. Voor ons was het tot voor kort genoeg om te weten dat we maatschappelijk verantwoord werken. Deze low profile aanpak werkt echter niet meer. Vanuit de markt komt steeds meer vraag naar bewijsvoering. Daarom kunnen we nu zeggen dat alle VELUX producten die per 1 april worden geleverd vervaardigd zijn van 100% PEFC gecertificeerd hout.” “De VELUX fabrieken hebben sinds 2004 een Chain of Custody (CoC) van PEFC en/of FSC. Het PEFC keurmerk was voor ons echter de enige kandidaat om de CoC door te trekken tot aflevering bij de klant. Het hout dat wij gebruiken, komt uit verschillende gebieden, maar we gebruiken toch vooral grenenhout uit Noord-Europa en Canada. Precies de plekken waar de meeste bossen een PEFC keurmerk hebben. Een leuke aanvulling is dat zelfs het onderhoudsarme VELUX dakvenster vervaardigd is van duurzaam PEFC hout. Dat is daarmee het eerste onderhoudsarme dakvenster ter wereld is een PEFC keurmerk.” PEFC Nederland: www.pefcnederland.nl PEFC internationaal: www.pefc.org
20
H o u t u i t d u u r z a a m b ehee r d b o s a ls s p ee r p u n t VELUX heeft maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) hoog in het vaandel staan. EĂŠn van de pijlers op dat gebied is een verantwoord inkoopbeleid. Daarom neemt VELUX alleen nog maar hout uit duurzaam beheerde bossen af. Om dat ook aan de buitenwereld kenbaar te maken, dragen producten van VELUX waarin hout is toegepast, per 1 april het keurmerk PEFC (Programme for the Endorsement of Forest Certification Schemes, ofwel: Programma voor de Erkenning van Bos Certificeringssystemen). >> 21
PEFC streeft naar een wereldwijd duurzaam beheer van bossen. Dat houdt in: rekening houden met de economische, ecologische en sociale functies die een bos heeft. Nu én in de toekomst. Dat klinkt allemaal heel maatschappelijk verantwoord, maar hoe weten consumenten en bedrijven zeker dat hun houten dakraam duurzaam geproduceerd is? Daarvoor gebruikt VELUX het PEFC Chain-of-Custody-principe van PEFC. Dat houdt in dat bedrijven uit de hele keten een PEFC-certificaat dragen. Zo is er een garantie dat het hout dat VELUX toepast van kap ( in het bos) tot kap (in het dak) oké is. Nederland telt op dit moment ruim honderd bedrijven die een PEFC Chain-of-Custody-certificaat bezitten, waaronder VELUX Nederland B.V. Sinds september vorig jaar heeft PEFC ook een Nederlandse afdeling. De organisatie houdt kantoor in, hoe toepasselijk, Houten. Een gesprek met voorzitter Kees Boon en coördinator Johan Vlieger van PEFC Nederland.
W ei n i g ke n n is Veel hout op de Nederlandse markt komt weliswaar uit duurzaam beheerde bossen, maar wordt noodgedwongen verhandeld als gewoon hout. Dat is volgens voorzitter Boon te wijten aan een gebrek aan kennis omtrent houtkeurmerken. “Dat is een van de redenen waarom wij proberen PEFC meer naamsbekendheid te geven in Nederland, zowel bij consumenten en bedrijven, als bij de overheid. Wij maken ons ook sterk voor een volledige erkenning van PEFC-hout in Nederland. Tot op heden wordt alleen PEFC-hout uit Finland en Duitsland erkend. Ons Canadees, Frans of Chileens PEFC-hout komt echter uit net zo duurzaam beheerde bossen. De Engelse overheid is ook tot dat inzicht gekomen en heeft onlangs al het PEFC-hout goedgekeurd voor haar duurzaam inkopen-programma. Wij hopen hetzelfde in Nederland voor elkaar te krijgen.”
N a levi n g PEFC heeft niet één algemene standaard voor duurzaam bosbeheer die wereldwijd toepasbaar is. Continenten, landen en bossen verschillen immers overal. De criteria voor duurzaam bosbeheer worden daarom landelijk opgesteld door organisaties die betrokken zijn bij bosbeheer. Momenteel is een Nederlandse PEFC-standaard in de maak. Om ervoor te zorgen dat dit op een overzichtelijke manier gebeurt, is een Landelijk PEFC Forum opgericht. Relevante organisaties worden uitgenodigd in dit forum zitting te nemen. Boon: “Het moet een standaard worden waar alle groeperingen in Nederland tevreden mee zijn. Dat proces staat niet een-twee-drie op de rails. Probeer maar eens honderd kikkers in een kruiwagen vooruit te krijgen. Maar ja, dat is de uitdaging, wordt dan gezegd.” Johan Vlieger
22
Ook de naleving van de Chain-of-Custody is van groot belang. Zonder controle is een label namelijk waardeloos. Onafhankelijke certificerende instellingen zijn daarmee belast. Coördinator Vlieger: “Zij hebben controleurs in dienst die beoordelen of het bosbeheer en de bedrijfsvoering binnen houtverwerkende bedrijven aan alle normen voldoen. Dat doen ze in eerste instantie door een initiële audit. Dat is een soort tussentijdse toets. Daarna volgt de officiële beoordeling. Wanneer alle bedrijven binnen de keten het certificaat hebben, weet je dat het goed zit.”
K w a li t ei t, kw a n t i t ei t, c o n t i n u ï t ei t VELUX Nederland kiest om een aantal redenen voor PEFC en niet voor het bij het grote publiek bekendere FSC. “PEFC is het enige duurzaamheidslabel dat kwaliteit, kwantiteit en continuïteit van het door VELUX in heel Europa toegepaste hout kan garanderen”, zegt Boon over de keuze van VELUX voor PEFC. “Verreweg het meeste duurzame hout in de wereld komt uit PEFC-gecertificeerde bossen. De meeste van deze wouden liggen op het noordelijk halfrond. Het hout dat VELUX in dakvensters gebruikt, is vooral afkomstig van grove dennen, en die komen uit Noord- en WestEuropa. Het noordelijk halfrond dus.”
MVO De overheid koopt per 1 januari 2010 louter nog maatschappelijk verantwoord in. Nog een goede reden dus voor VELUX Nederland om alleen nog hout met een keurmerk te gebruiken in VELUX dakvensters. MVO houdt in dat bij de inkoop van goederen en diensten niet alleen wordt gekeken naar de prijs of naar technische eigenschappen, maar ook naar de milieu- en sociale effecten die bij het produceren optreden. PEFC biedt inkopers volgens Boon de garantie dat het hout uit een duurzaam beheerd bos komt.“Het is voor ondernemingen bij aanbestedingen van grote bouwprojecten van steeds groter belang om aan de opdrachtgever aan te tonen dat ze maatschappelijk verantwoord bezig zijn.” In de praktijk verandert er overigens niet zo veel voor VELUX. Het bedrijf kocht al langer duurzaam in, maar nu communiceert het dat beter naar de buitenwereld (zie ook het kader). “Een transparante werkwijze is een belangrijk aspect van maatschappelijk verantwoord ondernemen”, stipt coördinator Vlieger aan. “Nu kan VELUX zwart-op-wit aantonen dat het hout dat het bedrijf gebruikt, uit een bos komt dat oké is.”
Kees Boon
23
Fotografie: Fotostudio Van Genugten 24
D a g li c h t s y s t e m e n z e t t e n j o n g e n s d r o o m i n he t z o n n e tje Het begon als een jongensdroom. Richard de Jong wilde op zolder een kroeg inrichten, compleet met bar, een heuse pooltafel, een dartbord en muziek. Uiteindelijk bleef het bij de pooltafel, een joekel van een ding. “Hij is inderdaad wat groter geworden dan verwacht”, zegt de nog altijd trotse bezitter over de enorme met geschoren rode vilt beklede tafel. “Maar hij past perfect in deze ruimte die dankzij de daglichtsystemen een prachtige lichtinval heeft gekregen.” >> 25
26
V OOR
Richard en zijn vriendin Gerbry Dam betrokken vier jaar geleden, samen met dochter Kyra en zoon Liam, hun nieuwe huis in de deelgemeente Nesselande van Rotterdam. Een keurig rijtjeshuis, met twee verdiepingen en een ruime, open zolder. De ideale plek om een jongensdroom uit te laten komen, meenden ze. Niet veel later werd de droom realiteit en pronkte op zolder een tweeënhalf meter lange pooltafel. “Op ruim één decimeter na het formaat van een echte wedstrijdtafel”, aldus Richard, die in het werkende leven ict-projectleider bij een Den Boschs bedrijf is. Maar daarmee was de zolder toch nog niet helemaal naar de zin van het stel. De beperkte daglichttoevoer was een domper op de poolvreugde. Gerbry: “De zolder had oorspronkelijk één dakkapel, maar wij wilden veel meer daglicht hebben. We dachten ook aan de mogelijkheid om de zolder op te delen in drie slaapkamers, maar dat idee hebben we laten varen. Dat kan altijd nog en anders doen de volgende bewoners dat maar.” De zoektocht naar meer daglicht begon voor het Nesselandse paar op internet.
N o o r d wes t e n “We kwamen al snel op de site van VELUX terecht en via die site bij Nieland Dakramen in Rotterdam”, vertelt Gerbry, die drie dagen per week onderwijsassistente is op een Rotterdamse Mytylschool. “Daar bekeken we voorbeeldbrochures en konden met de VELUX Daylight Visualizer zien wat de verschillende mogelijkheden voor onze zolder zouden betekenen.” De keuze viel uiteindelijk op drie naast elkaar geplaatste daglichtsystemen.
NA
Door de combinatie van een tuimelvenster en een combinatieelement boven elkaar is het daglichtsysteem bijna tweeënhalve meter hoog. Gericht op het noordwesten leveren ze een zee aan fraai middag- en avondlicht op en zetten het poolbiljart letterlijk en figuurlijk in het zonnetje. Het idee van een volwaardige kroeg hebben Richard en Gerbry inmiddels laten varen, maar de poolruimte wordt er niet minder om gebruikt. Vooral tijdens winterse weekeinden is het kaatsende geluid van de poolballen veelvuldig te horen. En niet alleen tijdens onderlinge partijtjes. “We hebben vaak vrienden of familie over de vloer die wel in zijn voor een vriendschappelijke uitdaging”, zegt Gerbry, die grinnikend toegeeft dat ze van Richard niet kan winnen, maar op z’n tijd toch ook haar winstpartijen meepakt, in het midden latend wie daarbij haar ‘slachtoffers’ zijn.
Ta b o e Voor de bijna 10-jarige Kyra en 7-jarige Liam is het kolossale poolbiljart voorlopig nog taboe. Althans, zonder ouderlijk toezicht, want daarvoor is het dure laken ze nog te veel waard. Maar de belangstelling groeit langzaam maar zeker wel. Gerbry: “Op regenachtige zondagmiddagen staan we soms wel met z’n viertjes om de tafel. En ja, ze vinden het leuk! Laatst vroeg Kyra of ze met een vriendinnetje naar boven mocht, maar dat doen we nog maar even niet.” Ook zonder barkrukken, bier en muziek is de zolder dus een aangename plek in huis geworden. “En het dartbord hangt er ook”, besluit Richard vrolijk.
27
Lumineuze ideeën Het thema ‘Light of Tomorrow’ inspireerde vorig jaar wereldwijd ruim 2000 studenten mee te doen aan een ontwerpwedstrijd om de International VELUX Award. Uitgangspunt van de competitie was het functioneel spelen met daglicht in het openbare leven. Ook vanuit Nederland kwamen inzendingen. Die vielen helaas niet in de prijzen, maar zitten wel vol inspiratie.
Leefbaar ondergronds Naam: Leeftijd: Nationaliteit: Woonplaats: Opleiding: Naam project:
Mark van Westerlaak 33 jaar Nederlands Varsseveld Architectuur, Technische Universiteit Eindhoven Contact
Toelichting: Van Westerlaak, afgestudeerd architect en werkzaam als projectleider bij Factor in Duiven, ontwierp een informatiecentrum op de campus van de TU Eindhoven om het contact tussen de bouwwereld en de samenleving te versterken. “Daar had ik twee inspiratiebronnen voor: allereerst de tekortkomingen van de informatievoorziening in de bouw, en daarnaast mijn fascinatie voor ondergronds bouwen. De beschikbare informatie over dit onderwerp wordt niet dicht genoeg bij de mensen gebracht. Welk idee heeft men bij een kelder? Die zijn vochtig en donker. Ik vond het een uitdaging met een oplossing te komen om ondergrondse verblijven leefbaar te maken. Om dat te bereiken, heb ik een eigen daglichtsysteem ontwikkeld”, aldus Van Westerlaak. Hij werkte anderhalf jaar aan zijn afstudeerproject aan de Technische Universiteit. “Omdat ik daar een deeltijdstudie volgde, moest ik alles in mijn vrije uurtjes doen. Bovendien ben ik vader van drie kinderen, en dat maakt het allemaal nog gecompliceerder. De probleemstelling bedacht ik zelf, vervolgens wist ik drie professoren te charteren die op de gekste tijdstippen en de vreemdste plaatsen – bij McDonald’s of in een restaurant van Van der Valk – het project met me door spraken. Ik heb heel veel positieve reacties gekregen en ben genomineerd voor de Schreudersstudieprijs. Die won ik niet, maar met het lovende juryrapport ben ik ook blij.” Nog te verwezenlijken droom: “Mijn daglichtsysteem ergens in de praktijk brengen. Als dat lukt, ben ik een tevreden man.”
28
P o ë t is c h o n t we r p e n Naam: Seyed Mohammad Ali Sedighi Leeftijd: 24 jaar Nationaliteit: Iraans Woonplaats: Delft Opleiding: Art & Architecture, Iran; Bouwkunde, Technische Universiteit Delft Naam project: SKVR Building Rotterdam Toelichting: “Ik ben de zon, ik ben het verstand en ik ben bovendien de tijd; ik ben ook de maan, en ik verhoog de waanzin. De kamer van de zon is te klein; ik sla het dak eraf en spring naar buiten, ik word het licht en verlaat mijn lichaam.” De Perzische dichter Hafez (1320-1390) is een grote inspirator voor de uit Iran afkomstige Mohammad Sedighi, student Bouwkunde aan de TU Delft. Bij de introductie van zijn ontwerp bracht hij een ode aan het daglicht. “Het was koud en donker, er was niets, alleen een lege ruimte, toen er licht in het oosten opkwam; de kou en duisternis verdwenen… ”, zo schrijft de 24-jarige architect in spe. De opdracht die hij kreeg, was helder: het gebouw van de SKVR (Kunst van Rotterdammers), dat in een oud stadsdeel van Rotterdam is gelegen, zo verankeren in de omgeving dat het een centraal punt wordt. Gaten in de gevels maken een visuele verbinding en interactie tussen de publieke plaatsen en het gebouw zelf. “Daglicht geeft gebouwen karakter, puurheid, kracht en begrip voor het menselijk leven”, aldus Sedighi. Nog te verwezenlijken droom: “Als ik ooit met mijn vriendin een door mij ontworpen project kan bezoeken in een wereld die vrij is van oorlog en waar alle mensen in vrede en vrijheid met elkaar wonen, dan ben ik de meest gelukkige architect op aarde.”
29
De kw a li t ei t v a n li c h t Naam: Ke Zou Leeftijd: 28 jaar Nationaliteit: Chinees Woonplaats: Rotterdam Opleiding: Technische Universiteit Delft Naam project: Liquid Light Zou heeft zijn filosofie toegepast op een bestaand gebouw, namelijk het Erasmushuis in Rotterdam. Helaas is zijn werk verloren gegaan tijdens de brand die vorig jaar op de TU van Delft woedde. Wat rest, zijn enkele foto’s. Toelichting: “Hoe kunnen we licht in een ruimte beschrijven? Hoewel er geen vaste vorm of model van licht bestaat, blijven we zoeken naar interpretaties van uitingen van licht. Wanneer we gebruikmaken van verschillende materialen van uiteenlopende kwaliteit om de aanwezigheid van licht te verklaren, zullen we erachter komen dat het licht is getransformeerd in een andere gedaante. Het licht van een straatlantaarn in de mist, de schaduw van je lichaam op de grond, het lichtschijnsel weerkaatst via een vol wijnglas, ze geven allemaal weer een andere ervaring van wat licht kan doen. Bovendien benadrukt het de kwaliteit die licht aan ons leven geeft. In dit ontwerp probeer ik door een veranderende hoeveelheid licht een flexibele relatie weer te geven tussen binnen en buiten.” Nog te verwezenlijken droom: “De architectuur is veelomvattend. Als Chinese ontwerper van de toekomst hoop ik door opgedane ervaring een balans te scheppen tussen het sociale leven van mensen en de architectonische ruimte, aan de hand van regionale culturen en achtergronden. Ik geloof heilig in de kracht van architectuur om het leven van mensen te beïnvloeden.”
30
Meer informatie en de winnende projecten zijn te vinden op: www.iva.velux.com.
T u sse n f o t o e n f il m Naam: Leeftijd: Nationaliteit: Woonplaats: Opleiding: Naam project:
Ren Horng Yee 27 jaar Maleisisch Amsterdam Technische Universiteit Delft Entropy and the New Industrial Monument
Toelichting: “Mijn project is geënt op de omstandigheden in Stratford, Londen, waar het postindustriële tijdperk goed zichtbaar is door het beeld van een verpauperd, wanordelijk industrieel gebied. Het terrein is proto-filmisch weergegeven, een manier die ergens tussen fotografie en film in ligt. Het resultaat is een verhalende videostrip, die de leegheid, plaatsloosheid en tijdloosheid van het terrein vangt. Het object is een bouw- en recyclingcentrum dat vanwege zijn functie industrieel moet zijn vormgegeven. Het gebouw onthult echter ook de ruimte en zijn industriële materiaal aan de omgeving. Het is monumentaal en herdefinieert de voorwaarden van de openbare ruimte op een normaal, afgesloten industrieterrein. Het onderzoeken van architectonische elementen is simpelweg terug te brengen naar geometrie en vorm. De gecreëerde geometrie van een vierkant definieert het verzonken terrein. Als je afdaalt, gaat de aandacht naar binnen, richting de structuur van de muur, het ontvouwen van de ruimte omhoog naar de lucht. De muren vibreren met de beweging van het materiaal en neuriën met de vibratie van machines. Lichtrepen die op de betonnen vloer vallen, zijn de enige registratie van tijd, een regengordijn dat bij tijd en wijle door het gat valt, verdeelt de ruimte tijdelijk. Deze ondergrondse ruimte symboliseert de overgang van de ene vorm naar de andere, van industrieel systeem naar landschap. Een ruimte zonder toegewezen doel. Het is onstabiel en rijk in potentie en zorgt voor het raamwerk van een spel in een fictief universum.” Nog te verwezenlijken droom: “Om voortdurend architectuur te onderzoeken door kunst en hopelijk op zijn minst een onderkomen te kunnen ontwikkelen.” 31
VELUX Highlights is een uitgave van: VELUX Nederland B.V. Bezoekadres: Molensteijn 2 | 3454 PT De Meern Postadres: Postbus 142 | 3454 ZJ De Meern Telefoon: 030 - 6 629 629 Telefax: 030 - 6 629 680 Internet: www.velux.nl E-mail: info@velux.nl Ontwerp: Carree Vormgevers, Capelle a/d IJssel Layout: Carree Vormgevers, Capelle a/d IJssel Fotografie (tenzij anders vermeld): Irene Kievit, Alphen a/d Rijn Copyright: Overname van artikelen of delen hiervan uit deze uitgave is alleen toegestaan met bronvermelding en schriftelijke toestemming van de redactie. De uitgever stelt zich niet aansprakelijk voor kleurafwijkingen en/of inhoudelijke onjuistheden, die ondanks onze zorgvuldigheid toch in deze uitgave voor mochten komen. Editie: april 2009 Verschijnt 4 × per jaar 10e jaargang nummer 1 V-NL - 001 - 2009 ©2009 VELUX GROUP Redactie: Bijl, partners in public relations, Rotterdam VELUX Nederland B.V.