Concept gebiedsprogramma centrum inloopavond 16 september (2)

Page 1

Gebiedsprogramma 2016 - 2019 Stadsdeel Centrum


GEBIEDSPROGRAMMA 2016-2019 STADSDEEL CENTRUM CONCEPT, 7 september 2015

Wijken Rivierenbuurt, Schilderswijk, Stationsbuurt, Transvaal

1


RIVIERENBUURT 1.

Karakter van het gebied

De Rivierenbuurt is qua historie vergelijkbaar met de Stationsbuurt. De wijk is en wordt grondig vernieuwd en verbeterd, met nieuwbouw van (sociale) woningen en aanpassingen in de openbare ruimte. Inmiddels heeft de marktsector de buurt ontdekt en wordt er druk gebouwd. Maar er zijn ook projecten stopgezet waarvan niet duidelijk is of en wanneer ze doorgaan. De nieuwe brede buurtschool O3 is inmiddels operationeel en is dit jaar in een nieuw gebouw getrokken. Het Deltaplantsoen is opnieuw ingericht en functioneert deels als playground. Het inkomen en het opleidingspeil van de bewoners zitten in de lift. Veel van de huurwoningen zijn in particulier bezit. We zien een tendens dat woningen worden opgesplitst of kamergewijs verhuurd. De bewonersbetrokkenheid is vrij groot en komt tot uitdrukking in tal van initiatieven, o.a. betreffende vergroening: zeer gewenst in dit stenige deel van de stad. De wijk is door al deze aanpassingen en vernieuwingen in combinatie met een breed aanbod van betaalbare woonruimte (veel) aantrekkelijker geworden voor mensen met een grootstedelijke leefstijl. Onder het Schenkviaduct bevinden zich twee driehoeken met kleinschalige stadsgebonden bedrijven. De eerste omvat een bedrijvencluster (Lekstraat). Het gaat hier om een kleine groep van ca. 20 (licht) milieuhinderlijke bedrijven in auto’s, wasserij, gasopslag e.d. Deze bedrijven hebben ook veel jongeren in dienst met grote afstand tot de arbeidsmarkt. In de tweede driehoek bevinden zich ca. 4 bedrijven (cat. 4/5) die tegen het spoor aan zitten met adres Binckhorstlaan, waarvan één zeer milieuhinderlijk. In de omgeving van de Weteringkade, aan weerszijden van het Schenkviaduct, bevinden zich eveneens veel stadsgebonden bedrijven. Deze zijn naast de traditionele ambachtelijke sector ook meer op de consument gericht met diensten (kapper, horeca, massagesalons, persoonlijke dienstverlening). In de Geleenstraat en Hunsestraat vindt prostitutie plaats.

2. Opvallende zaken Rivierenbuurt De Rivierenbuurt kent een diversiteit aan bewoners (van Nederlandse afkomst, met een migrantenachtergrond, stedelingen en studenten) die elkaar nog niet automatisch vinden. Maar de betrokkenheid met de wijk is wel groot onder de bewoners. Zo zijn er kleinschalige initiatieven voor bijvoorbeeld meer groen in de wijk. Goed is ook de ontwikkeling dat het oude postcheque en girokantoor een internationaal kenniscentrum voor duurzaamheid wordt. De bereikbaarheid van de Rivierenbuurt is een probleem. Het Schenkviaduct splitst de wijk in tweeën. En door het drukke stadsverkeer staat de luchtkwaliteit onder druk. Een deel van de bewoners, met name chronisch zieken en ouderen, hebben gezondheidsproblemen. Er is sprake van achterstallig onderhoud in de woningen en openbare ruimte in Rivierenbuurt-Zuid. Verder ervaren bewoners overlast van de garagebedrijven in de buurt. Voor jongeren in de wijk is er weinig ruimte. De nieuwbouw en de invulling van de Brede Buurtschool is daarentegen een positieve ontwikkeling voor de wijk. In de toekomst staat er veel te gebeuren qua infrastructurele ontwikkelingen in de Rivierenbuurt, zoals de aanpak van het Rijswijkseplein en nieuwe fietsroutes. Daarnaast is de aanwezigheid van veel kleine 2


bedrijven is goed voor de wijkeconomie. Meer diversiteit in branches is echter nodig.

3. Prioriteiten 2016 – 2019 Rivierenbuurt Aan de hand van de gemaakte analyses en overleggen met wijkbewoners en ondernemers en partners zijn de volgende prioriteiten voor de komende vier jaar benoemd. 1. Jeugd en Onderwijs Verdere versterking Brede Buurtzone: Kern van de Brede Buurtzone in de Rivierenbuurt is O3, de samenwerking van de Jan van Nassauschool, DAK-kindercentrum en Welzijnsorganisatie Zebra. De bewonersorganisatie en Huisartsenpraktijk De DOC zijn ook gehuisvest in de nieuwbouw van de Brede Buurtschool. Het is de locatie waar de wijk samenkomt. Op het Deltaplantsoen wordt via het Haags Hopje en Streetsport een aanbod geleverd. Er wordt gewerkt aan een breed pakket van activiteiten dat onder meer de verlengde schooldag, sport, cultuur, gezondheidsbevorderende educatieve activiteiten en opvoedingsondersteuning omvat. 2. Leefbaarheid en Veiligheid Bij de aanpak van de leefbaarheid en veiligheid staan drie aspecten centraal:  Veiligheid is een basisvoorwaarde voor een aantrekkelijke stad. Onze ambitie is dat Den Haag veilige wijken heeft waar bewoners, ondernemers en bezoekers van de stad zich veilig en welkom voelen. De veiligheidsaanpak krijgt de komende jaren vorm en inhoud langs de door gemeenteraad geprioriteerde sporen in het Integraal Veiligheidsplan 2015-2018. Dit betekent dat in de gebiedsprogramma’s concreet dat de volgende thema’s prioriteit hebben: woninginbraak, overval, straatroof, radicalisering, criminele- en overlastgevende groepen, aanpak van drank, drugs- en woonoverlast.  Verkeersveiligheid, in het bijzonder voor fietsers en voetgangers. Door de ligging tussen de stations CS en HS en de grote stedelijke infrastructuur is de verkeersbelasting hoog. Momenteel wordt onderzocht hoe de verkeersafwikkeling in dit deel van de stad kan worden verbeterd. De vele werkzaamheden rond beide stations maken het noodzakelijk om ook in de Rivierenbuurt extra maatregelen te nemen voor het garanderen van de veiligheid van met name de meest kwetsbare weggebruikers.  Handhaving en leefbaarheid Bij de ondergrondse containers wordt veel bijgeplaatst afval aangetroffen en er staan regelmatig zwerf- en/of weesfietsen in de wijk. Op een aantal locaties in de wijk gooien bewoners brood naar buiten, waardoor de openbare ruimte vervuilt. In de wijk zijn veel garagebedrijven die voor overlast zorgen, er is behoefte aan specifieke handhaving op dit terrein. Tot slot is er ook behoefte om de aanwezige prostitutiestraten zodanig vorm te geven dat de directe omgeving minder last heeft van de negatieve uitstralingseffecten.  Groene initiatieven Er is behoefte om de wijk verder te vergroenen, vooral die delen waar nu amper groen is. Samen met bewoners wordt initiatieven ontwikkeld. 3


3. Verbeteren van de sociale ladderfunctie door extra inzet op onderwijs, werk en taal Dit heeft de hoogste prioriteit. Het gaat hierbij niet om meer of andere voorzieningen maar om betere afstemming en samenwerking tussen alles wat er al is, het algemeen invoeren van een vraaggerichte en outreachende werkwijze en het totstandbrengen van een niet vrijblijvende coalitie tussen werkzoekenden, opleidingsinstellingen en werkgevers. Hierbij horen ook ondersteunende en voorwaardenscheppende zaken (jeugd, kinderopvang, voorschool, naschools aanbod van sport en cultuur, jeugdwerk, opvoedingsondersteuning, participatie, hulpverlening, aanpak voortijdig schoolverlaten, taal in de buurt). Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar jongeren, mensen met een behoorlijke opleiding die er niet in slagen een baan te vinden op hun niveau en nieuwkomers. 4. Extra aandacht voor degenen die het niet lukt hoger op de ladder te komen Vangnetvoorzieningen zijn steeds gericht op activering en participatie, als tussenstap naar werk als het kan, als einddoel als het moet. Hierbij gaat het om het tegengaan van een cultuur en een leefstijl waarin non-participatie de norm is en om het mobiliseren van zoveel mogelijk mensen voor de instandhouding van een positief leefklimaat in de wijk. Zodat kinderen zich er goed kunnen ontwikkelen. Waarbij jongeren en volwassenen gestimuleerd worden om zichzelf te ontwikkelen en te ontplooien. Hierbij horen aanpak van multiprobleemgezinnen, doorbreken teneur onder groepen migranten om zich terug te trekken in de eigen kring, aanpak geïsoleerde vrouwen, tweede kansvoorzieningen en activerend welzijnswerk. 5. Sociale Samenhang De wijk bestaat voor een deel uit de oorspronkelijke bewoners die er al hun hele leven wonen, bewoners met een migrantenachtergrond, de bewoners van de koopwoningen die er de afgelopen jaren zijn komen wonen en studenten. Belangrijk voor de komende jaren is deze groepen aan elkaar te verbinden om ideeÍn en initiatieven voor de gehele wijk te laten ontstaan. Daarnaast veroorzaakt het Schenkviaduct een barrière tussen Rivierenbuurt-Zuid en de rest van de wijk. Dit vraagt om specifieke inzet van de gemeente voor dit gebied. De New World Campus van de Erasmus Universiteit Rotterdam is in de Rivierenbuurt gevestigd. Deze organisatie is er op gericht om zowel gevestigde organisaties en bedrijven als start-ups de ruimte te geven en te ondersteunen. Momenteel worden de oude ministeries in het Wijnhavenkwartier verbouwd, en in de tweede helft van 2016 zal Universiteit Leiden een deel van deze nieuwe bebouwing betrekken (met lesruimtes, kantoren en voorzieningen voor studenten). Er liggen kansen om studenten te betrekken bij de wijk. De opgedane ervaringen in de samenwerking tussen stadsdeel Laak en De Haagse Hogeschool kunnen hierbij worden gerbuikt. Initiatieven gericht op de bovenstaande vijf prioriteiten worden gestimuleerd en gefaciliteerd.

4


4.

Activiteiten 2016-2019 1.

Jeugd en Onderwijs

Inzet is het aanbod voor ouders sterker te integreren in het aanbod van de brede buurtzone, zodat taalverwervingsactiviteiten, opvoedingsondersteuning, voorlichting over sociale voorzieningen en integratie steviger in samenhang worden gebracht met de activiteiten voor kinderen. Tevens wordt, door de inzet van stageplekken, arbeidservaringsplekken en vrijwilligerswerk, gestreefd de samenhang binnen het programma van de brede buurtzone en de binding met de buurt te versterken. De agenda’s die binnen de brede buurtzone worden opgesteld zijn leidend voor de opdrachtverlening aan het welzijnswerk. De mogelijkheden voor het oprichten van een Omni-sportvereniging voor de Rivierenbuurt worden verkend. In samenwerking met de Jan van Nassauschool, Richard Krajicek Foundation en Sportsupport zullen de sportactiviteiten ontwikkeld en uitgevoerd op de locaties Sportdak, de Gymzaal in het gebouw en op het Deltaplantsoen. 2.

Leefbaarheid en Veiligheid

Verkeer  Op basis van de resultaten van lopend onderzoek worden in nauw overleg met de politie maatregelen genomen voor het verbeteren van de verkeersafwikkeling. Handhaving  Gerichte aandacht aan milieu- en andere problematiek rondom de garagebedrijven.  Afspraken maken met bewoners en bedrijven om bijplaatsingen bij de ORAC’s en verkeerd aanbieden van bedrijfsafval rigoureus terug te dringen.  Het onderzoeken van de omvang van het splitsen van woningen en daar waar mogelijk op ingrijpen. Groen  Initiatieven van bewoners gericht op vergroening worden gestimuleerd en gefaciliteerd. Veiligheid  Integrale aanpak woninginbraken : repressie (daders), Preventie( slachtoffers) en omgeving.  Aanpak drank, drugs-, horeca en woonoverlast oa door Integrale Handhavingsacties, acties van het HEIT: een bestuurlijke aanpak en een nauwe samenwerking met het Veiligheidshuis op overlastgevende individuen. Voor een gerichte aanpak van overlast is het van belang om de meldingsbereidheid van bewoners te vergroten.  Ondersteunen van preventieprojecten, bijvoorbeeld door in te zetten op het versterken van bewonersinitatieven zoals BITs/BPTs, buurtvaders en rolmodellen.  Integrale handhaving en toezicht op vergunde- en niet vergunde prositutie. Jaarlijks vinden er 600 controles plaats.  Vanuit de brandweer is in samenwerking met partners aandacht voor brandpreventie en bewustwording op het gebied van brandveilig leven

5


3.

Verbeteren van de sociale ladderfunctie door extra inzet op onderwijs, werk en taal

De doelgroep bestaan uit:  Jongeren zonder startkwalificatie  Jongeren die thuis wonen en geen uitkering aanvragen (blijven nu buiten beeld)  Scholieren die een stageplek nodig hebben om hun opleiding te kunnen afronden  Afgestudeerden en nieuwe Nederlanders die (nog) geen kans zien een baan te vinden op hun niveau. De sluitende aanpak (Wegwijzer) van OCW, ROC, JIT en SZW is een perspectiefrijk traject. De aanpak zit op de juiste koers: vraaggericht werken vanuit de wijk, zelf op jongeren afstappen in plaats van te wachten tot zij naar het loket komen, belemmeringen die jongeren ondervinden integraal en in hun onderlinge samenhang aanpakken, begeleiders die gedurende het hele traject voor jongeren aanspreekbaar zijn. Dat moet ertoe leiden dat jongeren sneller toegang krijgen tot opleidingen, werk, huisvesting, inkomen, schuldhulpverlening enz. en dat belemmeringen en knelpunten eerder worden onderkend en verholpen. Bijzondere aandacht is nodig voor de groep die geen uitkering heeft maar ook niet werkt. De komende vier jaar spannen we ons in om deze jongeren naar school of aan het werk te krijgen. Bij het signaleren, motiveren en ondersteunen van deze jongeren hebben het jongerenwerk, zelforganisaties, religieuze organisaties en sleutelfiguren in de wijk een belangrijke rol. Het is de taak van de gemeente om deze organisaties hiervoor te enthousiasmeren, toe te rusten en waar nodig te ondersteunen. In deze periode moet de gemeente de wijk laten zien dat zij zich hiervoor ten volle inzet. Dat betekent dat behalve aan het gemotiveerd houden van de jongeren ook gewerkt zal moeten worden aan het slechten van bureaucratische barrières. De professionals van de gemeente zijn als eersten aan de bak om jongeren op een opleiding, een voorbereidings- of overbruggingstraject, een werkervaringsplek of een betaalde baan te plaatsen. In een aantal gevallen zal een jongere meerdere stappen moeten zetten voordat hij of zij uitzicht heeft op een (vaste en duurzame) baan. Belangrijk is dat hij/zij tijdens de weg daarnaartoe niet losgelaten wordt. Beseft moet worden dat voor flink wat jongeren het behalen van een diploma wel noodzakelijk, maar niet voldoende is. Juist in de fase na het behalen van het diploma is extra aandacht nodig om de jongere op een passende werkplek te krijgen. Belangrijke belemmering daarbij is dat veel jongeren uit de Rivierenbuurt geen toegang hebben tot de juiste netwerken. Nog steeds worden veel vacatures via coöptatie vervuld en selecteren werkgevers kandidaten die zo veel mogelijk lijken op het personeel dat er al zit. Het is een belangrijke opgave om werkgevers de ramen open te laten gooien en te beseffen dat als zij ook op de iets langere termijn in hun behoefte aan arbeid willen voorzien meer om zich heen zullen moeten kijken dan zij nu doen. We gaan werkgevers oproepen/enthousiasmeren om hun blik te verbreden en mensen aannemen die diversiteit aanbrengen in hun personeel om ook hun kansen qua afzetmarkt te vergroten/verbreden. De gemeente neemt het initiatief om ondernemers als werkgevers uit te nodigen om een relatie aan te gaan met het centrumgebied Haags Veen, waarvan Schilderswijk, 6


Transvaal ,Stationsbuurt en Rivierenbuurt het hart is. Inzet van het op te richten samenwerkingsverband Haags Veen is dat werkgevers zich verbinden om een aantal stageplaatsen, werkervaringsplekken en (starters)banen beschikbaar te stellen en daarnaast voor begeleiding on the job te zorgen. De gemeente neemt dan op zich om te zorgen voor een optimale match tussen de aangeboden plekken en daarvoor in aanmerking komende jongeren. Daarbij werkt zij vanzelfsprekend samen met instellingen en organisaties uit de wijk. De gemeente staat er verder voor in dat vanuit het jongerenwerk of een andere vorm van professionele dienstverlening begeleiding wordt gegeven op het gebied van werknemersvaardigheden en dat eventuele belemmeringen zoals schulden of psychosociale problematiek tijdig en grondig worden aangepakt. Deze begeleiding loopt door als de jongere daadwerkelijk aan de slag gaat. Als er problemen zijn die kunnen leiden tot voortijdige uitval kan de werkgever de begeleider inschakelen. Jongeren die in aanmerking willen komen voor een stageplaats, een werkervaringsplaats of een startersbaan kunnen zich aanmelden via hun opleiding of via een organisatie uit de wijk. Bij de beoordeling van de aanmelding wordt behalve naar kennis en vaardigheden vooral naar motivatie gekeken. De gemeente geeft als grote werkgever in Den Haag het goede voorbeeld door jaarlijks tenminste 25 plekken beschikbaar te stellen voor jongeren uit de Schilderswijk, Transvaal, Stationsbuurt en Rivierenbuurt , op verschillende niveaus. Belangrijk is dat de begeleiders voldoende professionaliteit hebben, maar ook dicht bij de jongeren staan. Daarom wordt een pool ingericht bestaande uit recent afgestudeerde professionals, bij voorkeur afkomstig uit de wijken zelf of uit een andere krachtwijk, onder leiding van ervaren professionals met expertise op het gebied van individuele trajectbegeleiding. Hij/zij bouwt relevante ervaring en een netwerk op die in staat moet stellen om door te stromen naar een reguliere baan op zijn/haar niveau. De leidinggevenden zijn afkomstig uit professionele instellingen. Zij worden vrijgemaakt via prioriteitstelling binnen het reguliere budget van hun organisatie. 4.

Extra aandacht voor degenen die het niet lukt hoger op de ladder te komen

Hierbij horen o.a. aanpak van multiprobleemgezinnen, doorbreken teneur onder groepen migranten om zich terug te trekken in de eigen kring, verborgen vrouwen, tweede kansvoorzieningen, activerend welzijnswerk. Inzet is iedereen die niet werkt of naar school gaat een zinvolle dagbesteding te bieden als vrijwilliger, als het kan als opstap naar scholing en werk, als dat niet kan als doel op zichzelf. Het college vindt het belangrijk dat iedereen zich nuttig en gewaardeerd kan voelen en een positieve bijdrage kan leveren aan het woon-, leef- en opgroeiklimaat. Voordat mensen daar aan toe zijn zal het soms nodig zijn om materiële en/of immateriële problemen op te lossen die actieve deelname aan de maatschappij belemmeren, zoals schulden, opvoedings- en gezondheidsproblemen en problemen met instanties. In lijn met het Haagse Krachtdenken wordt de omgeving zoveel mogelijk betrokken bij de aanpak van problemen. Voor veel mensen in de Schilderswijk, Transvaal, Stationsbuurt en Rivierenbuurt staat het overleven van dag tot dag centraal en is elke euro er één. Om mensen in beweging te krijgen en te houden en tevens te laten zien dat hun inzet wordt gewaardeerd wordt een beloningssysteem ingevoerd waarbij de Crownies als model kunnen dienen. 7


Uitgangspunt is dat de beloning niet marktconform is en dat er een evenwichtige relatie moet zijn met de verrichte prestatie. De punten 3 en 4 zijn ook prioriteiten in de nabijgelegen wijken Stationsbuurt en Schilderswijk. Omdat de aanpak om massa vraagt en het feitelijk om één groot aaneengesloten gebied gaat ligt voor de hand dat bij het zoeken naar oplossingen niet wordt gekozen voor het schaalniveau van elke wijk op zich, maar voor dat van het hele gebied Centrum Zuid (Transvaal, Schilderswijk, Stationsbuurt en de Rivierenbuurt). Binnen dit gezamenlijke raamwerk zal bij de invulling van afzonderlijke activiteiten uiteraard rekening worden gehouden met de specifieke uitdagingen en kansen van de afzonderlijke gebieden. In de Rivierenbuurt betekent dit bijvoorbeeld ook extra aandacht hebben voor de participatie en maatschappelijke deelname van chronisch zieken en ouderen. 5.

Sociale samenhang

We stimuleren initiatieven waarbij studenten, nieuwkomers en andere bewoners samenwerken om elkaars krachten te benutten. Onder meer in het kader van de aanpak van stage- en werkgelegenheidsproblematiek zoals beschreven in het gezamenlijke gebiedsprogramma Schilderswijk en Transvaal. Bijzondere kans van de Rivierenbuurt is de aanwezigheid van een belangrijk kennis-en innovatiecentra (o.a. Word Campus, RU Leiden). Hoewel het aandeel hoog opgeleide werkenden en studenten de afgelopen jaren behoorlijk is toegenomen in de wijk is er nog geen sprake van zichtbare betrokkenheid van deze nieuwe bewoners bij de wijk. Hier ligt een kans. Ook initiatieven gericht op samenwerking tussen de diverse bewonersgroepen hebben de komende jaren prioriteit. Concreet hierbij is onder andere het gebruik van de bredebuurtschool, het nog nieuw te bouwen Haags Hopje op het Deltaplantsoen door het opstellen van een convenant over het gebruik en beheer van deze plekken door alle groepen bewoners. We stimuleren de betrokkenheid van jongeren (met name 12 jaar en ouder) in de buurt en onderzoeken de mogelijkheid om Omni sport naar de wijk te halen. Ook wordt verkend hoe een aanbod van bewegingsmogelijkheden voor volwassenen en ouderen kan worden gecreëerd. We werken samen met bewoners die (een deel van) het beheer van de woonomgeving op zich willen nemen. Tijdens de bijeenkomst Haagse Kracht is door bewoners aangegeven dat kwalitatief goede horeca met terrassen de onderlinge sociale contacten tussen wijkbewoners positief kan beïnvloeden. De haalbaarheid hiervan moet worden onderzocht.

8


SCHILDERSWIJK 1.

Karakter van het gebied Schilderswijk

De Schilderswijk is een levendige buurt met veel voorzieningen . De wijk ligt dicht bij het Centrum en de Haagse markt. De ontsluiting via de weg en het openbaar vervoer is goed. Indertijd de grootste stadsvernieuwingswijk uit de jaren ’80 en ’90, nu een multiculturele wijk met een zeer hoog aandeel sociale huurwoningen, veel mensen met een laag inkomen en (relatief) hoge werkloosheid. Hier beginnen mensen met het beklimmen van de sociale ladder. De wijk heeft nog een aanzienlijke taal- en onderwijsachterstand. Het opleidingsniveau sluit onvoldoende aan op de arbeidsmarkt. De wijk heeft ook een gezondheidsachterstand, dat zich vertaalt in een hoger zorggebruik. De wijk kent naast de vele sociale voorzieningen zoals buurthuizen, ook een groot aantal zelforganisaties. Deze zijn veelal etnisch of religieus van achtergrond. Ook jongeren zetten zich in toenemende mate actief in voor de wijk. De mutatiegraad (verhuispercentage) ligt lager dan het Haagse gemiddelde. Bewoners blijven graag in de Schilderswijk wonen. Ook de sociale stijgers blijven graag in de wijk, maar de mogelijkheid om door te stromen naar duurdere huur- of koopwoningen binnen de wijk is beperkt. Voor koop- en duurdere huurwoningen in de wijk is veel animo. Het programma Kleinschalig Opdrachtgeverschap (KO) biedt op bescheiden schaal mogelijkheden voor deze doelgroep. De stadsvernieuwing en de vele investeringen daarna hebben ervoor gezorgd dat de fysieke kwaliteit van de wijk voldoende is. Wel is de bevolkingsdichtheid erg hoog en is er relatief weinig groen. De druk op de openbare ruimte en de vervuiling daarvan is groot. De buurt vraagt om stevige leefbaarheidshandhaving en aanpak van de vervuiling. Er staat voor de komende vier jaar twee grootschalige(r) fysieke ingrepen gepland;  de aanpak van Hobbemaplein en omgeving. Dit gaat hand in hand met het beter benutten van het economisch potentieel rondom het Hobbemaplein.  Er is nog sprake van één groot nieuwbouwproject ter plaatse van het complex Nutswoningen waarbij duurdere (huur)woningen worden gerealiseerd.

2.

Opvallende zaken Schilderswijk

Mooi aan de Schilderswijk is de grote diversiteit van bevolkingsgroepen in de wijk. Echter, er leven veel culturen langs elkaar heen. Het aanbod van maatschappelijke instellingen sluit nog onvoldoende aan op de vraag. Ook staat het vertrouwen in de overheid onder druk, onder andere bij een deel van de jongeren. Dit alles resulteert in stroeve relaties tussen bewoners. Maar ook met de politie en andere instellingen. Afgelopen jaren is de Schilderswijk herhaaldelijk het toneel geweest van demonstraties en rellen. De Schilderswijk werd hierbij gebruikt als podium voor zaken die breder spelen in de stad of samenleving. De gemeenschap kampt met veel (jeugd-) werkloosheid (veel mensen met een lage opleiding, 45% heeft geen startkwalificatie), beperkte wooncarrière-mogelijkheden en vervuiling van de openbare ruimte. Onbekendheid met voorzieningen en complexe overheidsregels houdt initiatieven voor participatie in de wijk tegen. Daarentegen heeft de wijk veel potentie. Zo is er een groeiend aantal middelbaar en hoog opgeleide 9


jongeren. Steeds vaker willen jonge professionals die in de wijk zijn opgegroeid, binnen de wijk actief zijn. Daarnaast zijn diverse vrijwilligersorganisaties bereid met de gemeente de handen in één te slaan om uitdagingen in de wijk aan te pakken. De kwaliteit van de woningvoorraad is acceptabel tot goed (er is in sommige complexen wel sprake van een vocht- en ventilatieproblemen) en de wijk is centraal gelegen: dicht bij de voorzieningen in de binnenstad. Er zijn veel speelvoorzieningen in de openbare ruimte. Er liggen kansen op het gebied van wijkeconomie. De Schilderswijk heeft verder een relatief ruim aanbod van professionele voorzieningen waar wijkbewoners een beroep op kunnen doen. Voor een passende aanpak van de problemen is het nodig dat gemeente, politie en maatschappelijke instellingen beter gaan samenwerken. Maar ook dat bewoners zelf meer actief zijn in de wijk en dat (grote) werkgevers bij projecten worden betrokken.

3.

Prioriteiten 2016-2019 Schilderswijk

Aan de hand van de gemaakte analyses en de overleggen met de wijkbewoners en ondernemers en de partners in de wijk zijn de volgende prioriteiten voor de komende 4 jaar benoemd. 1.

Verbeteren van de sociale ladderfunctie door extra inzet op opleiding, werk en taal.

Dit heeft de hoogste prioriteit. Het gaat hierbij niet om meer of andere voorzieningen, maar om betere afstemming en samenwerking tussen alles wat er al is. Belangrijk aandachtspunt is het algemeen invoeren van een vraaggerichte en op de in de wijk aanwezige problematiek gerichte werkwijze. Om voldoende massa te kunnen creëren wordt gestreefd naar de totstandkoming van een niet vrijblijvende coalitie tussen gemeente, opleidingsinstellingen en werkgevers. Deze coalitie is erop gericht de banen van de toekomst zoveel mogelijk in te vullen met Haagse werkzoekenden met bijzondere aandacht voor de groepen die nu achterblijven, zoals migranten. Dit ‘aanvalsplan werk’ moet ertoe leiden dat opleidingen beter aansluiten bij de vraag van de markt, ook in de toekomst, waarbij arbeidsmarkttekorten niet worden opgevuld met steeds weer nieuwe stromen arbeidsmigranten maar ook met het arbeidspotentieel van de stad zelf. Aandachtspunt is hierbij de relatie tussen werk en gezondheid. Hierbij horen ook ondersteunende en voorwaardenscheppende zaken (jeugd, kinderopvang, voorschool, (naschools) aanbod van sport en cultuur, jeugdwerk, opvoedingsondersteuning, participatie, hulpverlening, aanpak voortijdig schoolverlaten, taal in de buurt). Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar jongeren, mensen met een behoorlijke opleiding die er niet in slagen een baan te vinden op hun niveau en nieuwkomers. 2. Versterking economie Eén van de strategische speerpunten waarbinnen het creëren van werkgelegenheid centraal staat, wordt in het kader van ‘vitaal MKB’ gevormd door de ambitie van een nieuw ‘centrumgebied Schilderswijk en Transvaal’. Een aantal maatregelen is uitgewerkt om de economie en ondernemerschap in de wijken structureel te verbeteren, de omzeten groeimogelijkheden te vergroten, groei van werkgelegenheid te realiseren en meer 10


mensen uit de wijken aan de slag te krijgen. Het streven is de verbinding te verbeteren tussen de Hobbemastraat, Hobbemaplein, Haagse markt en de Paul Krugerlaan. Hierdoor ontstaat een groter en aantrekkelijker winkelgebied. 3.

Versterking brede buurtzones

Een brede buurtzone is een deel van een wijk waarin verschillende organisaties samenwerken voor kinderen, jongeren en volwassenen. Op de scholen in de brede buurtzone krijgen de leerlingen van ’s morgens vroeg tot ’s avonds les, sporten en zijn betrokken bij (culturele) activiteiten in en rond de school. Er komen in de Schilderswijk vier en in Transvaal twee brede buurtzones. Inzet in de komende jaren is verder versterking van de band met ouders (en bewoners) en uitbreiding dan wel versterking van het aanbod op het gebied van o.a. taallessen, opvoedingsondersteuning, gezondheidsbevordering, maatschappelijke activering en huiswerkbegeleiding. 4. Extra aandacht voor degenen die het niet lukt hoger op de ladder te komen Vangnetvoorzieningen zijn steeds gericht op activering en participatie, als tussenstap naar werk als het kan, als einddoel als het moet. Hierbij gaat het om het tegengaan van een cultuur en een leefstijl waarin non-participatie de norm is en om het mobiliseren van zoveel mogelijk mensen voor de instandhouding van een positief leefklimaat in de wijk zodat kinderen zich er goed kunnen ontwikkelen, mensen gestimuleerd worden om zichzelf te ontwikkelen en te ontplooien en de leefbaarheid op een acceptabel niveau wordt gebracht en gehouden. 5. Leefbaarheid en veiligheid op een acceptabel niveau houden Probleem in wijken als deze is dat een deel van bewoners het zo druk hebben met andere zaken (sociale ladder beklimmen, of domweg overleven) dat er weinig energie meer over is voor leefbaarheid en buurtgericht vrijwilligerswerk. De overheid moet hier meer doen dan ergens anders. Kansen liggen in het maken van koppelingen met de aanpak van werkloosheid (inzet van stagiaires en mensen met een werkervaringsplaats voor de versterking van leefbaarheidsinitiatieven) en van participatie (inzet van vrijwilligers in het perspectief van activering). De gebruiksdruk op de openbare ruimte is groot. Door de hoge slijtage en vervuiling is intensief beheer nodig. Voor een effectieve handhaving is een zichtbare handhaving ook van belang. Daarnaast zal ingezet blijven worden op gedragsverandering en de betrokkenheid van de bewoners bij de openbare ruimte. Stevige inzet op veiligheid en leefbaarheid vanuit politie en handhaving blijven nodig. Hierbij wordt intensief samengewerkt met bewonersinitiatieven op dit terrein. Veiligheid is een basisvoorwaarde voor een aantrekkelijke stad. Onze ambitie is dat Den Haag veilige wijken heeft waar bewoners, ondernemers en bezoekers van de stad zich veilig en welkom voelen. De veiligheidsaanpak krijgt de komende jaren vorm en inhoud langs de door gemeenteraad geprioriteerde sporen in het Integraal Veiligheidsplan 2015-2018. Dit betekent dat in de gebiedsprogramma’s concreet dat de volgende thema’s prioriteit hebben: woninginbraak, overval, straatroof, radicalisering, crimineleen overlastgevende groepen, aanpak van drank, drugs- en woonoverlast.

11


6. Verbeteren van relaties tussen bevolkingsgroepen en tussen (delen van) de wijkbevolking en overheden zoals politie en gemeente. De partijen in de wijk werken beperkt samen. Naast het ontbreken van gezamenlijke raakvlakken, speelt in sommige gevallen wantrouwen en oud zeer mee. Externe factoren zoals de opkomst van radicalisering en incidenten tussen bewoners, politie en gemeente versterken dit nog. De gezamenlijke aanpak van een gemeenschappelijk doel, zoals recent de rellen of de aanpak van jeugdwerkeloosheid, kan verbinden. Een structurele dialoog is nodig om elkaar weer te leren vertrouwen. Belangrijk is dat de overheid doet wat zij zegt en zegt wat zij doet. Nog belangrijker is dat zij luistert en laat zien dat zij daarmee concreet aan de slag gaat. Spanningen tussen bevolkingsgroepen als gevolg van bijvoorbeeld internationale ontwikkelingen en ontwikkelingen in herkomstlanden zijn een voortdurend punt van aandacht. Initiatieven gericht op de bovenstaande 6 prioriteiten zullen worden gestimuleerd en zo mogelijk gefaciliteerd.

4.

Activiteiten 2016-2019 Schilderswijk 1. Verder verbeteren van de sociale ladderfunctie door extra inzet op opleiding, werk en taal.

De doelgroepen bestaat uit:  Jongeren zonder startkwalificatie  Jongeren die thuis wonen en geen uitkering aanvragen (blijven nu buiten beeld)  Scholieren die een stageplek nodig hebben om hun opleiding te kunnen afronden  Afgestudeerden en nieuwe Nederlanders die (nog) geen kans zien een baan te vinden op hun niveau. De sluitende aanpak (Wegwijzer) van OCW, ROC, JIT en SZW is een perspectiefrijk traject. De aanpak zit op de juiste koers: vraaggericht werken vanuit de wijk, zelf op jongeren afstappen in plaats van te wachten tot zij naar het loket komen, belemmeringen die jongeren ondervinden integraal en in hun onderlinge samenhang aanpakken, begeleiders die gedurende het hele traject voor jongeren aanspreekbaar zijn. Dat moet ertoe leiden dat jongeren sneller toegang krijgen tot opleidingen, werk, huisvesting, inkomen, schuldhulpverlening enz. en dat belemmeringen en knelpunten eerder worden onderkend en verholpen. Bijzondere aandacht is nodig voor de groep die geen uitkering heeft maar ook niet werkt. De komende vier jaar spannen we ons in om deze jongeren naar school of aan het werk te krijgen. Bij het signaleren, motiveren en ondersteunen van deze jongeren hebben het jongerenwerk, zelforganisaties, religieuze organisaties en sleutelfiguren in de wijk een belangrijke rol. Het is de taak van de gemeente om deze organisaties hiervoor te enthousiasmeren, toe te rusten en waar nodig te ondersteunen. In deze periode moet de gemeente de wijk laten zien dat zij zich hiervoor ten volle inzet. Dat betekent dat behalve aan het gemotiveerd houden van de jongeren ook gewerkt zal moeten worden aan het slechten van bureaucratische barrières.

12


De professionals van de gemeente zijn als eersten aan de bak om jongeren op een opleiding, een voorbereidings- of overbruggingstraject, een werkervaringsplek of een betaalde baan te plaatsen. In een aantal gevallen zal een jongere meerdere stappen moeten zetten voordat hij of zij uitzicht heeft op een (vaste en duurzame) baan. Belangrijk is dat hij/zij tijdens de weg daarnaartoe niet losgelaten wordt. Beseft moet worden dat voor flink wat jongeren het behalen van een diploma wel noodzakelijk, maar niet voldoende is. Juist in de fase na het behalen van het diploma is extra aandacht nodig om de jongere op een passende werkplek te krijgen. Belangrijke belemmering daarbij is dat veel jongeren uit de Schilderswijk en Transvaal geen toegang hebben tot de juiste netwerken. Nog steeds worden veel vacatures via coรถptatie vervuld en selecteren werkgevers kandidaten die zo veel mogelijk lijken op het personeel dat er al zit. Het is een belangrijke opgave om werkgevers de ramen open te laten gooien en te beseffen dat als zij ook op de iets langere termijn in hun behoefte aan arbeid willen voorzien meer om zich heen zullen moeten kijken dan zij nu doen. We gaan werkgevers oproepen/enthousiasmeren om hun blik te verbreden en mensen aannemen die diversiteit aanbrengen in hun personeel om ook hun kansen qua afzetmarkt te vergroten/verbreden. De gemeente neemt het initiatief om ondernemers als werkgevers uit te nodigen om een relatie aan te gaan met het centrumgebied Haags Veen, waarvan Schilderswijk en Transvaal het hart is. Inzet van het op te richten samenwerkingsverband Haags Veen is dat werkgevers zich verbinden om een aantal stageplaatsen, werkervaringsplekken en (starters)banen beschikbaar te stellen en daarnaast voor begeleiding on the job te zorgen. De gemeente neemt dan op zich om te zorgen voor een optimale match tussen de aangeboden plekken en daarvoor in aanmerking komende jongeren. Daarbij werkt zij vanzelfsprekend samen met instellingen en organisaties uit de wijk. De gemeente staat er verder voor in dat vanuit het jongerenwerk of een andere vorm van professionele dienstverlening begeleiding wordt gegeven op het gebied van werknemersvaardigheden en dat eventuele belemmeringen zoals schulden of psychosociale problematiek tijdig en grondig worden aangepakt. Deze begeleiding loopt door als de jongere daadwerkelijk aan de slag gaat. Als er problemen zijn die kunnen leiden tot voortijdige uitval kan de werkgever de begeleider inschakelen. Jongeren die in aanmerking willen komen voor een stageplaats, een werkervaringsplaats of een startersbaan kunnen zich aanmelden via hun opleiding of via een organisatie uit de wijk. Bij de beoordeling van de aanmelding wordt behalve naar kennis en vaardigheden vooral naar motivatie gekeken. De gemeente geeft als grote werkgever in Den Haag het goede voorbeeld door jaarlijks tenminste 25 plekken beschikbaar te stellen voor jongeren uit de Schilderswijk en Transvaal, op verschillende niveaus. Belangrijk is dat de begeleiders voldoende professionaliteit hebben, maar ook dicht bij de jongeren staan. Daarom wordt een pool ingericht bestaande uit recent afgestudeerde professionals, bij voorkeur afkomstig uit de wijken zelf of uit een andere krachtwijk, onder leiding van ervaren professionals met expertise op het gebied van individuele trajectbegeleiding. Hij/zij bouwt relevante ervaring en een netwerk op die in staat moet stellen om door te stromen naar een reguliere baan op zijn/haar niveau. De leidinggevenden zijn afkomstig uit professionele instellingen. Zij worden vrijgemaakt via prioriteitstelling binnen het reguliere budget van hun organisatie.

13


2. Versterking economie Eén van de strategische speerpunten waarbinnen het creëren van werkgelegenheid centraal staat, wordt in het kader van ‘vitaal MKB’ gevormd door de ambitie van een nieuw ‘centrumgebied Schilderswijk en Transvaal’. Een aantal maatregelen is uitgewerkt om de economie en ondernemerschap in de wijken structureel te verbeteren, de omzeten groeimogelijkheden te vergroten, groei van werkgelegenheid te realiseren en meer mensen uit de wijken aan de slag te krijgen. De fysieke pijler betreft een aantal maatregelen in de ruimtelijk-economische context, gericht op het benutten van het economisch potentieel rond het Hobbemaplein. Met de beoogde ingreep wordt het plein daadwerkelijk een verbindende schakel tussen Hobbemastraat, Paul Krugerlaan en de Haagse Markt. Hiermee komt een nieuw centrumgebied tot stand op het snijvlak van de wijken Schilderswijk en Transvaal en wordt voortgebouwd op de inzet en investeringen uit de afgelopen periode (Gouden Driehoek, aanpak gevels Krugerlaan, Haagse Markt, e.a.). Transvaal biedt zowel detailhandel als kleinschalige bedrijvigheid, lichte industrie, ambacht, groothandel en reparatiebedrijven. Dit vertaald zich reeds naar 2635 vestigingen en 7729 banen in het gebied. Met het aanbrengen van de samenhang is synergie beoogd, de katalysator achter de verdere groei. Het centrumgebied Haags Veen leent zich als een proeftuin voor innovatieve financieringsconstructies, waarmee een impuls aan het gebied wordt gegeven. Deze ambitie vertaald zich naar het ‘Haags Veen fonds’, dat initiatieven kan gaan financieren die de tweedeling van de stad tegengaan door de omzet- en groei mogelijkheden voor het MKB in de betreffende wijken te vergroten en meer mensen uit de wijken aan het werk te krijgen. Ook innovatief en sociaal ondernemerschap en de mogelijkheid tot opschalen van ‘bewezen initiatieven’ krijgen aandacht. In gesprekken met de bewoners en ondernemers uit het gebied, is de behoefte aan evenementen stevig aan het voetlicht gebracht. Het gaat dan vooral over evenementen die aansluiten op het karakter van het centrumgebied Haags Veen. De ambitie is om op jaarbasis drie onderscheidende evenementen te realiseren die publiek uit de hele stad en regio kunnen trekken. Evenementen die de dynamiek, kracht en aantrekkelijke kanten in de wijken voelbaar maken voor een groot publiek en bijdragen aan de economische vitaliteit van het gebied. Voor jongeren is het een gelegenheid om praktijkervaring op te doen in de vorm van stage en leerwerkplekken. 3.

Versterking brede buurtzones

Kern van de brede buurtzones zijn de buurthuizen De Mussen, SamSon, Octopus en De Burcht in de Schilderswijk en Boerenplein en Bario in Transvaal. Samen met de omliggende (basis)scholen, de bibliotheek, Streetsport, Art-s-Cool, theater De Vaillant, Stagehuis Schilderwijk, Haagse Sporttuin SPICO/Transvaal in beweging en Haagse Sporttuin/Schilderswijk in beweging, de Richard Krajicek Playgrounds, de Cruijffcourts en diverse zelforganisaties wordt gewerkt aan een breed pakket van activiteiten dat onder meer de verlengde schooldag, sport, cultuur, educatieve en opvoedingsondersteuning omvat. De centrale punten, de buurthuizen, zijn op weekdagen open tot 22.00 uur en zullen ook activiteiten verzorgen in de weekends, zowel in de buuthuizen zelf als in de openbare ruimte. Inzet is het aanbod voor ouders sterker te integreren in het aanbod van de brede buurtzone, zodat taalverwervingsactiviteiten, opvoedingsondersteuning, voorlichting 14


over sociale voorzieningen en integratie steviger in samenhang worden gebracht met de activiteiten voor kinderen. Tevens wordt ernaar gestreefd door de inzet van stageplekken, arbeidservaringsplekken en vrijwilligerswerk de samenhang binnen het programma van de brede buurtzone en de binding met de buurt te versterken. Ouders en vrijwilligersorganisaties zullen daarbij zoveel mogelijk ook zelf in hun eigen kracht gezet worden. De agenda’s die binnen de brede buurtzone worden opgesteld zijn leidend voor de opdrachtverlening aan het welzijnswerk. Voor de uitvoering van deze ambitie is extra menskracht nodig, in de vorm van getrainde vrijwilligers, MBO- en HBO-stagiaires en aankomende professionals die onder meer worden ingezet als klasse-assistent, assistent-welzijnswerkers en assistentsportwerkers, onder begeleiding van een ervaren professional. Zij werken op basis van een stageovereenkomst, een nul-urencontract of een vrijwilligerscontract. Bij de werving van deze werkers wordt voorrang gegeven aan kandidaten die in de wijk wonen of een aantoonbare binding met de wijk hebben. Een wijkmanager van DPZ verbindt en faciliteert de activiteiten. 4.

Extra aandacht voor degenen die het niet lukt hoger op de ladder te komen

Hierbij horen o.a. aanpak van multiprobleemgezinnen, doorbreken teneur onder groepen migranten om zich terug te trekken in de eigen kring, verborgen vrouwen, tweede kansvoorzieningen, activerend welzijnswerk. Inzet is iedereen die niet werkt of naar school gaat een zinvolle dagbesteding te bieden als vrijwilliger, als het kan als opstap naar scholing en werk, als dat niet kan als doel op zichzelf. Het college vindt het belangrijk dat iedereen zich nuttig en gewaardeerd kan voelen en een positieve bijdrage kan leveren aan het woon-, leef- en opgroeiklimaat. Voordat mensen daar aan toe zijn zal het soms nodig zijn om materiële en/of immateriële problemen op te lossen die actieve deelname aan de maatschappij belemmeren, zoals schulden, opvoedings- en gezondheidsproblemen en problemen met instanties. In lijn met het Haagse Krachtdenken wordt de omgeving zoveel mogelijk betrokken bij de aanpak van problemen. Voor veel mensen in de Schilderswijk en Transvaal staat het overleven van dag tot dag centraal en is elke euro er één. Om mensen in beweging te krijgen en te houden en tevens te laten zien dat hun inzet wordt gewaardeerd, moet worden overwogen een beloningssysteem in te voeren waarbij de Crownies als model kunnen dienen. Uitgangspunt is dat de beloning niet marktconform is en dat er een evenwichtige relatie moet zijn met de verrichte prestatie. 5.

Leefbaarheid en veiligheid op een acceptabel niveau houden

Er is al een wijkploeg Schilderswijk actief, bestaande uit gemiddeld 5 jongeren in een leerwerktraject. De wijkploeg voert diverse werkzaamheden uit in de openbare ruimte (herstel bestrating, repareren straatmeubilair, aanleg groen enz.) en ondersteunt activiteiten die zijn gericht op het vergroten van de bewonersbetrokkenheid, zoals buurtmoestuinen en wijkschouwen. Met gebruikmaking van de SROI-regeling (social return on investment) worden de jongeren een deel van de tijd ook ingezet bij aannemers die werk uitvoeren in de openbare ruimte. Met de wijkploeg snijdt het mes aan twee kanten: jongeren kunnen ervaring opdoen en uiteindelijk doorstromen naar een reguliere baan en er wordt bijgedragen aan de leefbaarheid van de wijk en de betrokkenheid van bewoners daarbij.

15


In de loop van de komende vier jaar worden er meerdere wijkploegen opgezet. In het stadsdeel Centrum is ruimte voor vier extra ploegen (een tweede ploeg in de Schilderswijk en in de wijken Transvaal, Stations/Rivierenbuurt en Oude Centrum). Met aannemers worden afspraken gemaakt over uitstroom van de jongeren. Een deel van de kosten kan via SROI worden terugverdiend. Daarnaast is voor een effectieve handhaving een zichtbare handhaving ook van belang. Op het gebied van veiligheid wordt ingezet op de volgende zaken:  Integrale aanpak woninginbraken gericht op alle drie de zijden van de driehoek: repressie (daders), Preventie( slachtoffers) en omgeving. Stadsdeel Centrum heeft een door de Driehoek (Regulier afstemmingsoverleg tussen Burgemeester, Openbaar Ministerie en Politie) hoog geprioriteerde aanpak.  Aanpak drank, drugs-, horeca en woonoverlast o.a. door Integrale Handhavingsacties, acties van het HEIT, een bestuurlijke aanpak en een nauwe samenwerking met het Veiligheidshuis op overlastgevende individuen. Voor een gerichte aanpak van overlast is het van belang om de meldingsbereidheid van bewoners te vergroten.  Aanpak criminele- en overlastgevende groepen  Waar nodig vast- en flexibel cameratoezicht als onderdeel van een pakket van maatregelen op een locatie.  Preventie van radicalisering en polarisatie vormen een onderdeel van het gemeentelijk veiligheidsbeleid met als primair doel het beperken van risico’s voor de samenleving. Concreet betekent dit inzet op het vergroten van het urgentiebesef, weerbaarheid van scholen, instellingen en moslimgemeenschappen, het vergroten van capaciteit en deskundigheid, het bieden van persoonsgerichte aanpak en opbouw en ontwikkeling netwerk van sleutelfiguren.  Waar nodig en mogelijk zetten we in op de mogelijkheid van de Haagse Kracht bij preventieprojecten, bijvoorbeeld door in te zetten op het versterken van bewonersinitatieven zoals BITs/BPTs, buurtvaders en Rolmodellen. 6. Verbeteren van relaties tussen bevolkingsgroepen en tussen (delen van) de wijkbevolking en overheden zoals politie en gemeente. De uitvoering van de in dit gebiedsprogramma opgenomen prioriteiten en activiteiten moeten de basis vormen van het versterken van de sociale cohesie in de wijk en het herstellen van het vertrouwen in elkaar en de “overheid”. Belangrijk is dat die partijen zich allemaal daarin kunnen vinden. De gemeente is verantwoordelijk voor de totstandkoming van het programma en voor (de voortgang van) de uitvoering ervan. Daarnaast worden initiatieven die zich richten op het verbeteren van de relaties tussen de diverse bevolkingsroepen in de wijk ondersteund.

16


STATIONSBUURT 1.

Karakter van het gebied Stationsbuurt

De Stationsbuurt is na de komst van de spoorweg gebouwd tussen Station Hollands Spoor en het centrum van de stad. De bouwperiode dateert tussen ca. 1850 en 1910. De wijken zijn ook onderwerp geweest van intensieve stedelijke vernieuwing in de jaren ’80 waarbij veel sociale woningbouw is gerealiseerd. In de Stationsbuurt zijn twee grotere groengebieden aanwezig: het Huijgenspark en het Oranjeplein. De Stationsweg is de stadsentree vanaf station HS naar de binnenstad. Ook hier geldt dat de stedelijke dynamiek vooral de openbare ruimte betreft. Grote vastgoedontwikkelingen zijn niet aan de orde; wel een aantal transformatieopgaves van bestaande (kantoor)gebouwen, met name bij station HS. Veel studenten en jongeren namen recent nieuwe of gerenoveerde woningen in gebruik, met als laatste feit de opening van het Student Hotel, de nieuwbouw langs het brede deel van de Stationsweg en de aanpak van de Bazar aan de Hoefkade. De Stationsbuurt is aantrekkelijk voor mensen die het stadsleven weten te waarderen. Een deel van de Stationsbuurt, met name de omgeving van het Oranjeplein, functioneert als starterswijk: hier beginnen mensen met het beklimmen van de sociale ladder. Feitelijk is er geen sprake van een wijk, eerder een samenstelling van diverse buurtjes die op het eerste oog weinig met elkaar gemeen hebben, bijvoorbeeld het Huygenspark, de Haagweide, de Bocht van Nieuw Guinea, de Jan Blanken- en Kraijenhoffstraat, het Groenewegje en het Oranjeplein. Er is sprake van grote betrokkenheid bij de eigen buurt.

2.

Opvallende zaken Stationsbuurt

Prettig aan de Stationsbuurt is dat het dicht bij de binnenstad ligt. Rijk en arm leven er naast elkaar. Er is veel sociale woningbouw (78%). De wijk kent een divers woningbestand, is centraal gelegen, heeft een station en ligt in de buurt van uitvalswegen. Het aantal starters in de wijk is hoog, veelal zijn ze van andere origine. En er leven veel eenoudergezinnen, waarvan een belangrijk deel met een minimuminkomen. Voor ouderen zijn er onvoldoende voorzieningen. Verder kampt de wijk met vervuiling door bedrijfsafval en onveilige verkeersituaties bij het Stationsplein en de Hoefkade. De Stationsbuurt is de laatste vijftien jaar sterk verbeterd en heeft veel potentie. Zo zijn er veel groene initiatieven. Het Oranjeplein het het Huygenspark worden goed en intensief gebruikt. De Stationsbuurt kent vele trotse bewoners die betrokken zijn in de eigen buurt. Er wordt geïnvesteerd in het Stationsplein, de ‘Loper Oude Centrum’ naar de binnenstad en in beeldbepalende gebouwen aan het Stationsplein.

3.

Prioriteiten 2016-2019 Stationsbuurt

Aan de hand van de gemaakte analyses en de overleggen met wijkbewoners en ondernemers en partners in de wijk zijn de volgende prioriteiten voor de komende vier jaar benoemd.

17


1. Extra inzet op scholing, werk, taal, participatie en inkomen Dit heeft de hoogste prioriteit. Het gaat hierbij niet om meer of andere voorzieningen, maar om betere afstemming en samenwerking tussen dat wat er al is. Aanbod moet vraaggericht zijn en gerelateerd worden aan de problemen in de wijken. Goede samenwerking tussen werkzoekenden, (opleidings)instellingen en werkgevers is van belang. Hierbij horen ondersteunende en voorwaardenscheppende zaken ten aanzien van jeugd: kinderopvang (0-4), voorscholen (0-4), naschools aanbod van sport en cultuur ( 4-12), kinder- en jeugdwerk (8+) en aanpak voortijdig schoolverlaten (12+). Tevens wordt ingezet op de volwassenen: opvoedingsondersteuning, ouderparticipatie, hulpverlening en taal in de buurt. Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar jongeren, bewoners en nieuwkomers met een goede opleiding die er niet in slagen een baan te vinden op hun niveau. 2. Extra aandacht voor degenen die het niet lukt hoger op de ladder te komen Vangnetvoorzieningen zijn steeds gericht op activering en participatie, als tussenstap naar werk als het kan, als einddoel als het moet. Hierbij gaat het om het tegengaan van een cultuur en een leefstijl waarin non-participatie de norm is en om het mobiliseren van zoveel mogelijk mensen voor de instandhouding van een positief leefklimaat in de wijk. Kinderen moeten zich er goed kunnen ontwikkelen. Mensen moeten worden gestimuleerd om zichzelf te ontwikkelen en te ontplooien. De leefbaarheid moet op een acceptabel niveau worden gehouden. Hierbij horen o.a. aanpak van multiprobleemgezinnen, opvoedondersteuning, het doorbreken van de teneur onder groepen migranten om zich terug te trekken in de eigen kring, geïsoleerde vrouwen, tweede kansvoorzieningen en activerend welzijnswerk. 3. Station HS en de “Loper Oude Centrum” De ’Loper Oude Centrum’ verbindt het station Hollands Spoor met de binnenstad, de Grote Marktstraat. Het is daarmee een belangrijke stadsentree. In de route van Hollands Spoor naar de binnenstad is op bepaalde delen de afgelopen jaren veel verbeterd. De route is echter niet af: niet duidelijk herkenbaar en onvoldoende aantrekkelijk. De verbinding van Hollands Spoor naar de binnenstad is cruciaal voor de Stationsbuurt en het Oude Centrum en een aanjager voor het gehele gebied. Ook de transformatie van beide belastingkantoren op de kop van de Stationsweg is van groot belang voor de ontwikkeling van het gebied. 4. Versterken economische potentie Stationsbuurt Belangrijke kans voor de wijk is dat er veel studenten (komen te) wonen. Een deel van hen is al tijdens de studie bezig met het opzetten van een eigen bedrijf. We gaan kansrijke initiatieven faciliteren om ze daarmee voor de stad en de wijk te kunnen behouden. Daarbij hoort ook het introduceren van startende ondernemers in voor hen relevante netwerken. De Stationsweg is - qua ligging op de verbindingsas tussen Station HS en de binnenstad - bij uitstek geschikt als vestigingsplek voor winkels en bedrijven met een bovenwijkse uitstraling waarin het karakter van het gebied (grootstedelijk én multicultureel, jong én innovatief) tot uitdrukking komt. Ook de verdere inzet op

18


horecaclusters op het Stationsplein, de kop Huijgenspark en Avenue Culinaire zijn van belang voor de verdere (economische) ontwikkeling van het gebied. 5. Leefbaarheid en Veiligheid Bij de aanpak van de leefbaarheid en veiligheid staan drie onderwerpen centraal:  Veiligheid is een basisvoorwaarde voor een aantrekkelijke wijk. De veiligheidsaanpak krijgt de komende jaren vorm en inhoud langs de door gemeenteraad geprioriteerde sporen in het Integraal Veiligheidsplan 2015-2018. Dit betekent dat in de gebiedsprogramma’s concreet dat de volgende thema’s prioriteit hebben: woninginbraak, overval, straatroof, radicalisering, criminele- en overlastgevende groepen, aanpak van drank, drugs- en woonoverlast.  Verkeersveiligheid, in het bijzonder voor fietsers en voetgangers. Door de ligging bij het station en de grootstedelijke infrastructuur is de verkeersbelasting voor de wijk hoog. Momenteel wordt onderzocht hoe de verkeersafwikkeling in dit deel van de stad kan worden verbeterd. De vele werkzaamheden rond Station HS en de Stationsweg maken het noodzakelijk om extra maatregelen te nemen voor het garanderen van de veiligheid van met name de meest kwetsbare weggebruikers. De functievermenging (voetgangersgebied met speelobjecten, met ruimte voor fietsers) in de Jan Blankenstraat en Kraijenhoffstraat vraag extra aandacht.  Handhaving en leefbaarheid Bij de ondergrondse containers, vooral in de omgeving van de Stationsweg, het Oranjeplein en de Hoefkade, wordt veel bijgeplaatst afval aangetroffen. Tevens staan er regelmatig zwerf- en/of weesfietsen in de wijk, met name op en nabij het Stationsplein. Op een aantal locaties in de wijk gooien bewoners brood naar buiten, waardoor de openbare ruimte vervuilt.  Groene initiatieven Er is behoefte om de wijk te vergroenen, vooral die delen waar nu amper groen is. Dat geldt met name voor de straten in het gebied tussen de Paralellweg, Wolterbeekstraat, Oranjeplein, Groenewegje en de Stationsweg. 6. Sociale samenhang Het aandeel studenten is de afgelopen jaren behoorlijk toegenomen in de wijk en er is nog geen sprake van zichtbare betrokkenheid van deze nieuwe bewoners bij de wijk. Hier ligt een kans. Voor studenten en pas afgestudeerden is winst te behalen als ze goedkoop een kantoor of atelier kunnen betrekken voor hun beginnende onderneming of als zij studieopdrachten en stages in de wijk kunnen vervullen. Studenten hebben de wijk en haar organisaties veel te bieden, maar andersom ook, bijvoorbeeld in de vorm van stages en onderzoeksopdrachten. De Haagse Hogeschool en The Student Hotel werken al veel samen. Zo zijn afgelopen zomer de studenten van de Summer Schools in het hotel gehuisvest en verzorgde The Student Hotel het sociale programma. Een groep vrouwen heeft aangegeven dat ze graag een horecagelegenheid (met terras) en een nieuw ingericht Bazarplein. Dit gebied is nu nog een exclusief mannendomein. Er is behoefte aan meer en kwalitatief goede zitgelegenheden in de openbare ruimte zodat men elkaar beter kan ontmoeten.

19


Initiatieven gericht op de bovenstaande zes prioriteiten worden gestimuleerd en gefaciliteerd.

4.

Activiteiten 2016-2019 Stationsbuurt 1. Extra inzet op scholing, werk, taal, participatie en inkomen.

Doelgroep bestaat uit:  Jongeren zonder startkwalificatie  Jongeren die thuis wonen en geen uitkering aanvragen (blijven nu buiten beeld)  Scholieren die een stageplek nodig hebben om hun opleiding te kunnen afronden  Afgestudeerden en nieuwe Nederlanders die (nog) geen kans zien een baan te vinden op hun niveau. De sluitende aanpak (Wegwijzer) van OCW, ROC, JIT en SZW is een perspectiefrijk traject. De aanpak zit op de juiste koers: vraaggericht werken vanuit de wijk, zelf op jongeren afstappen in plaats van te wachten tot zij naar het loket komen, belemmeringen die jongeren ondervinden integraal en in hun onderlinge samenhang aanpakken, begeleiders die gedurende het hele traject voor jongeren aanspreekbaar zijn. Dat moet ertoe leiden dat jongeren sneller toegang krijgen tot opleidingen, werk, huisvesting, inkomen, schuldhulpverlening enz. en dat belemmeringen en knelpunten eerder worden onderkend en verholpen. Bijzondere aandacht is nodig voor de groep die geen uitkering heeft maar ook niet werkt. De komende vier jaar spannen we ons in om deze jongeren naar school of aan het werk te krijgen. Bij het signaleren, motiveren en ondersteunen van deze jongeren hebben het jongerenwerk, zelforganisaties, religieuze organisaties en sleutelfiguren in de wijk een belangrijke rol. Het is de taak van de gemeente om deze organisaties hiervoor te enthousiasmeren, toe te rusten en waar nodig te ondersteunen. In deze periode moet de gemeente de wijk laten zien dat zij zich hiervoor ten volle inzet. Dat betekent dat behalve aan het gemotiveerd houden van de jongeren ook gewerkt zal moeten worden aan het slechten van bureaucratische barrières. De professionals van de gemeente zijn als eersten aan de bak om jongeren op een opleiding, een voorbereidings- of overbruggingstraject, een werkervaringsplek of een betaalde baan te plaatsen. In een aantal gevallen zal een jongere meerdere stappen moeten zetten voordat hij of zij uitzicht heeft op een (vaste en duurzame) baan. Belangrijk is dat hij/zij tijdens de weg daarnaartoe niet losgelaten wordt. Beseft moet worden dat voor flink wat jongeren het behalen van een diploma wel noodzakelijk, maar niet voldoende is. Juist in de fase na het behalen van het diploma is extra aandacht nodig om de jongere op een passende werkplek te krijgen. Belangrijke belemmering daarbij is dat veel jongeren uit de Stationsbuurt geen toegang hebben tot de juiste netwerken. Nog steeds worden veel vacatures via coöptatie vervuld en selecteren werkgevers kandidaten die zo veel mogelijk lijken op het personeel dat er al zit. Het is een belangrijke opgave om werkgevers de ramen open te laten gooien en te beseffen dat als zij ook op de iets langere termijn in hun behoefte aan arbeid willen voorzien meer om zich heen zullen moeten kijken dan zij nu doen. We gaan werkgevers oproepen/enthousiasmeren om hun blik te verbreden en mensen aannemen die 20


diversiteit aanbrengen in hun personeel om ook hun kansen qua afzetmarkt te vergroten/verbreden. De gemeente neemt het initiatief om ondernemers als werkgevers uit te nodigen om een relatie aan te gaan met het centrumgebied Haags Veen, waarvan Schilderswijk, Transvaal ,Stationsbuurt en Rivierenbuurt het hart is. Inzet van het op te richten samenwerkingsverband Haags Veen is dat werkgevers zich verbinden om een aantal stageplaatsen, werkervaringsplekken en (starters)banen beschikbaar te stellen en daarnaast voor begeleiding on the job te zorgen. De gemeente neemt dan op zich om te zorgen voor een optimale match tussen de aangeboden plekken en daarvoor in aanmerking komende jongeren. Daarbij werkt zij vanzelfsprekend samen met instellingen en organisaties uit de wijk. De gemeente staat er verder voor in dat vanuit het jongerenwerk of een andere vorm van professionele dienstverlening begeleiding wordt gegeven op het gebied van werknemersvaardigheden en dat eventuele belemmeringen zoals schulden of psychosociale problematiek tijdig en grondig worden aangepakt. Deze begeleiding loopt door als de jongere daadwerkelijk aan de slag gaat. Als er problemen zijn die kunnen leiden tot voortijdige uitval kan de werkgever de begeleider inschakelen. Jongeren die in aanmerking willen komen voor een stageplaats, een werkervaringsplaats of een startersbaan kunnen zich aanmelden via hun opleiding of via een organisatie uit de wijk. Bij de beoordeling van de aanmelding wordt behalve naar kennis en vaardigheden vooral naar motivatie gekeken. De gemeente geeft als grote werkgever in Den Haag het goede voorbeeld door jaarlijks tenminste 25 plekken beschikbaar te stellen voor jongeren uit de Schilderswijk, Transvaal, Stationsbuurt en Rivierenbuurt , op verschillende niveaus. Belangrijk is dat de begeleiders voldoende professionaliteit hebben, maar ook dicht bij de jongeren staan. Daarom wordt een pool ingericht bestaande uit recent afgestudeerde professionals, bij voorkeur afkomstig uit de wijken zelf of uit een andere krachtwijk, onder leiding van ervaren professionals met expertise op het gebied van individuele trajectbegeleiding. Hij/zij bouwt relevante ervaring en een netwerk op die in staat moet stellen om door te stromen naar een reguliere baan op zijn/haar niveau. De leidinggevenden zijn afkomstig uit professionele instellingen. Zij worden vrijgemaakt via prioriteitstelling binnen het reguliere budget van hun organisatie. 2. Extra aandacht voor degenen die het niet lukt hoger op de ladder te komen Hierbij horen o.a. aanpak van multiprobleemgezinnen, doorbreken teneur onder groepen migranten om zich terug te trekken in de eigen kring, verborgen vrouwen, tweede kansvoorzieningen, activerend welzijnswerk. Inzet is iedereen die niet werkt of naar school gaat een zinvolle dagbesteding te bieden als vrijwilliger, als het kan als opstap naar scholing en werk, als dat niet kan als doel op zichzelf. Het college vindt het belangrijk dat iedereen zich nuttig en gewaardeerd kan voelen en een positieve bijdrage kan leveren aan het woon-, leef- en opgroeiklimaat. Voordat mensen daar aan toe zijn zal het soms nodig zijn om materiële en/of immateriële problemen op te lossen die actieve deelname aan de maatschappij belemmeren, zoals schulden, opvoedings- en gezondheidsproblemen en problemen met instanties. In lijn met het Haagse Krachtdenken wordt de omgeving zoveel mogelijk betrokken bij de aanpak van problemen. Voor veel mensen in de Schilderswijk, Transvaal, Stationsbuurt en Rivierenbuurt staat het overleven van dag tot dag centraal en is elke euro er één. Om mensen in beweging te krijgen en te houden en tevens te laten zien dat hun inzet wordt gewaardeerd wordt een 21


beloningssysteem ingevoerd waarbij de Crownies als model kunnen dienen. Uitgangspunt is dat de beloning niet marktconform is en dat er een evenwichtige relatie moet zijn met de verrichte prestatie. De punten 1 en 2 zijn ook prioriteiten in de nabijgelegen wijken Schilderswijk en Transvaal. Omdat de aanpak om massa vraagt en het feitelijk om één groot aaneengesloten gebied gaat ligt voor de hand dat bij het zoeken naar oplossingen niet wordt gekozen voor het schaalniveau van elke wijk op zich, maar voor dat van het hele gebied Centrum Zuid (Transvaal, Schilderswijk, Stationsbuurt en de Rivierenbuurt). Binnen dit gezamenlijke programma zal bij de invulling van afzonderlijke activiteiten uiteraard rekening worden gehouden met de specifieke uitdagingen en kansen van de afzonderlijke gebieden. Voor de Stationsbuurt betekent dit onder meer dat de spilfunctie van het participatiecentrum Parada verder zal worden versterkt waarbij een verbinding wordt gelegd met het sociaal wijkteam, het jeugdteam en in de wijk actieve vrijwilligersorganisaties. Bij de invulling van de activiteiten wordt in de Stationsbuurt bijzondere aandacht geschonken aan projecten van en voor jongeren en vrouwen, (taal)onderwijs voor volwassenen, armoedebestrijding, opvoedondersteuning en het stimuleren van maatschappelijke en arbeidsparticipatie van moeilijk te bereiken groepen. 3. Station HS en “Loper Oude Centrum” Bewoners en ondernemers worden aan de voorkant van de planontwikkeling nauw betrokken bij de herinrichting van de Loper. 4. Versterken economische potentie Stationsbuurt De potentie van de Stationsweg wordt beter benut. Er wordt zo mogelijk gericht gezocht naar ondernemers die passen bij het niveau en de uitstraling van de Loper: (multi)cultureel, vernieuwend, aantrekkelijk voor een grootstedelijk publiek. Daarbij moet ook plaats zijn voor starters met een binding met de wijk, bijvoorbeeld er al wonende studenten of pas afgestudeerden. 5. Leefbaarheid en veiligheid Verkeer  De aanleg van twee sterfietsroutes vanuit de binnenstad, via de Stationsweg, richting Moerwijk en Rijswijk  Er wordt omgevingsmanagement ingezet met het oog op het verbeteren van de veiligheid van verkeersdeelnemers in relatie tot de werkzaamheden in de nabijheid van Station HS en de Stationsweg e.o.  De haalbaarheid wordt onderzocht van een andere inrichting van het gebied Jan Blankenstraat, Kraijenhoffstraat en het Bazarplein, zodat de veiligheid wordt verbeterd, verschillende gebruiksfuncties elkaar minder in de weg zitten, nieuwe doelgroepen er gebruik van maken (vrouwen, studenten) en de openbare ruimte hiermee een kwaliteitsslag krijgt. Handhaving

22


Aanpak bedrijfsafval, bijplaatsingen bij ORAC’s en weesfietsen. Bij de ondergrondse containers, vooral in de omgeving van de Stationsweg, het Oranjeplein en de Hoefkade, wordt veel bijgeplaatst afval aangetroffen en staan regelmatig zwerfen/of weesfietsen. Op een aantal locaties in de wijk gooien bewoners brood naar buiten. Het handhavingsoverleg treedt hier stevig tegen op.  Afspraken maken met bewoners over aanpak vervuiling rondom Oranjeplein en Huijgenspark. Groen  Initiatieven van bewoners gericht op vergroening worden gestimuleerd en gefaciliteerd. Veiligheid  Integrale aanpak woninginbraken gericht op alle drie de zijden van de driehoek: repressie (daders), Preventie( slachtoffers) en omgeving.  Aanpak drank, drugs-, horeca en woonoverlast o.a. door integrale handhavingsacties, acties van het HEIT, een bestuurlijke aanpak en een nauwe samenwerking met het Veiligheidshuis op overlastgevende individuen. Voor een gerichte aanpak van overlast is het van belang om de meldingsbereidheid van bewoners te vergroten.  We zetten extra in op preventieprojecten, bijvoorbeeld: het versterken van bewonersinitatieven zoals BITs/BPTs, buurtvaders en rolmodellen.  Vanuit de brandweer is in samenwerking met partners aandacht voor brandpreventie en bewustwording op het gebied van brandveilig leven 6. Sociale samenhang We stimuleren initiatieven waarbij studenten en andere bewoners samenwerken om elkaars krachten te benutten. Onder meer in het kader van de aanpak van stage- en werkgelegenheidsproblematiek zoals beschreven in het gezamenlijke gebiedsprogramma Schilderswijk en Transvaal. Bij de opening van de Bazar of Ideas is er een ruimte beschikbaar gesteld voor studenten van de HHS die eigen initiatieven willen ontplooien in het kader van hun opleiding. Tevens gaan we samen met bewoners onderzoeken hoe de ontmoetingsfunctie in de openbare ruimte wordt versterkt (o.a. Bazarplein, Oranjeplein en Huijgenspark). We werken samen met bewoners die (een deel van) het beheer van de woonomgeving op zich willen nemen. Daarbinnen onderzoeken we de mogelijkheden voor verruiming van het horeca-aanbod in de wijk zodat ook voor vrouwen een laagdrempelige ontmoetingsplaats ontstaat. We stimuleren o.a. door inzet van de welzijnsinstellingen de betrokkenheid van jongeren (met name 12 jaar en ouder) in de buurt.

23


TRANSVAAL 1. Karakter van het gebied Transvaal en Groente- en Fruitmarkt Transvaal kent een hoge bebouwings- en bevolkingsdichtheid. Ook in deze wijk is er in de jaren ’80 sprake geweest van een intensieve stadsvernieuwingsoperatie waarbij veel sociale huurwoningen zijn gebouwd. In de jaren ’90 is er met name in Transvaal-midden ook gebouwd voor de middeninkomens waarbij veel eengezinskoopwoningen zijn gerealiseerd. Ook is er een groot, goed functionerend wijkpark aangelegd. Bovendien is het Zuiderpark op loopafstand. Tussen de Schilderswijk en Transvaal ligt de Haagse Markt: een publiekstrekker bij uitstek. In ruimtelijk-functioneel oogpunt is er echter ook een breuklijn tussen beide wijken met het binnenstedelijk bedrijventerrein Uitenhagestraat. De centrale winkelstraat Paul Krugerlaan kent een landelijke bekendheid op het gebied van Hindoestaanse cultuur. Er ligt nog een opgave in Transvaal Noord om hier het woningaanbod en de economische positie van het bedrijventerrein Uitenhagestraat te verbeteren. Ook op het gebied van veiligheid en handhaving ligt er een opgave. De Groente- en Fruitmarkt is in de jaren ’90 ontstaan na het vertrek van de Groente- en Fruitmarkt. Op basis van een stedenbouwkundige prijsvraag is een volledig nieuwe woonwijk ontstaan die echter betrekkelijk geïsoleerd ligt en beperkt is ontsloten. Dat laatste overigens op nadrukkelijk verzoek van de bewoners. Er is hierdoor bijna geen overlast van sluipverkeer. Ook is er op beperkte schaal bedrijvigheid gerealiseerd in aansluiting op de bedrijvigheid die hier al van oudsher aanwezig was. Gelet op de recente realisatiedatum zijn hier geen transformaties te verwachten.

2.

Opvallende zaken Transvaal en Groente- en Fruitmarkt

Armoede, illegale bewoning, (jeugd-)werkloosheid (veel mensen met een lage opleiding, 44% heeft geen startkwalificatie), (relatief) veel probleemgezinnen, gezondheidsachterstanden en gebrekkige relaties tussen de bevolkingsgroepen. De wijk kent een aantal pleinen (Joubertplantsoen, Kaapseplein etc.) waar hinderlijke overlatsgevende en criminele jongerengroepen actief zijn. Dit alles speelt de wijk Transvaal parten. Bovendien is er vanuit de wijk onvoldoende initiatief zelf een bijdrage te leveren aan de verbetering van de leefbaarheid. Behalve dat weinig ouderen betrokken zijn in de wijk, groeit het aantal jongeren dat geen vertrouwen in de overheid heeft. Tegelijkertijd is Transvaal een geliefde wijk om in te wonen vanwege het diverse woningaanbod: huur en koop. De wijk is centraal gelegen en er zijn veel voorzieningen in en om de wijk, zoals veel basisscholen en zelforganisaties. Trekpleisters zijn de Haagse markt, de verschillende winkelstraten en het wijkpark Transvaal. De gemeente investeert in de bouw van sportcampus Zuiderpark wat goed te bereiken is vanuit Transvaal. En voor een gezonde wijkeconomie is er meer ruimte voor ondernemerschap. De wijk wordt er beter van door meer gebruik te maken van ideeën uit de wijk en door stagiaires in te zetten bij activiteiten en projecten.

24


3.

Prioriteiten 2016-2019 Transvaal en Groente- en Fruitmarkt

Aan de hand van de gemaakte analyses en de overleggen met de wijkbewoners en ondernemers en de partners in de wijk zijn de volgende prioriteiten voor de komende 4 jaar benoemd. 1.

Verbeteren van de sociale ladderfunctie door extra inzet op opleiding, werk en taal.

Dit heeft de hoogste prioriteit. Het gaat hierbij niet om meer of andere voorzieningen, maar om betere afstemming en samenwerking tussen alles wat er al is. Belangrijk aandachtspunt is het algemeen invoeren van een vraaggerichte en op de in de wijk aanwezige problematiek gerichte werkwijze. Om voldoende massa te kunnen creëren wordt gestreefd naar de totstandkoming van een niet vrijblijvende coalitie tussen gemeente, opleidingsinstellingen en werkgevers. Deze coalitie is erop gericht de banen van de toekomst zoveel mogelijk in te vullen met Haagse werkzoekenden met bijzondere aandacht voor de groepen die nu achterblijven, zoals migranten. Dit ‘aanvalsplan werk’ moet ertoe leiden dat opleidingen beter aansluiten bij de vraag van de markt, ook in de toekomst, waarbij arbeidsmarkttekorten niet worden opgevuld met steeds weer nieuwe stromen arbeidsmigranten maar ook met het arbeidspotentieel van de stad zelf. Aandachtspunt is hierbij de relatie tussen werk en gezondheid. Hierbij horen ook ondersteunende en voorwaardenscheppende zaken (jeugd, kinderopvang, voorschool, (naschools) aanbod van sport en cultuur, jeugdwerk, opvoedingsondersteuning, participatie, hulpverlening, aanpak voortijdig schoolverlaten, taal in de buurt). Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar jongeren, mensen met een behoorlijke opleiding die er niet in slagen een baan te vinden op hun niveau en nieuwkomers. 2. Versterking economie Eén van de strategische speerpunten waarbinnen het creëren van werkgelegenheid centraal staat, wordt in het kader van ‘vitaal MKB’ gevormd door de ambitie van een nieuw ‘centrumgebied Schilderswijk en Transvaal’. Een aantal maatregelen is uitgewerkt om de economie en ondernemerschap in de wijken structureel te verbeteren, de omzeten groeimogelijkheden te vergroten, groei van werkgelegenheid te realiseren en meer mensen uit de wijken aan de slag te krijgen. Dit plan komt momenteel tot wasdom langs een fysieke pijler en een sociaal economische pijler, onder de naam: Haags Veen. 3.

Versterking brede buurtzones

Een brede buurtzone is een deel van een wijk waarin verschillende organisaties samenwerken voor kinderen, jongeren en volwassenen. Op de scholen in de brede buurtzone krijgen de leerlingen van ’s morgens vroeg tot ’s avonds les, sporten en zijn betrokken bij (culturele) activiteiten in en rond de school. In Transvaal komen twee brede buurtzones. Inzet in de komende jaren is verder versterking van de band met ouders (en bewoners) en uitbreiding dan wel versterking van het aanbod op het gebied

25


van o.a. taallessen, opvoedingsondersteuning, gezondheidsbevordering, maatschappelijke activering en huiswerkbegeleiding. 4. Extra aandacht voor degenen die het niet lukt hoger op de ladder te komen Vangnetvoorzieningen zijn steeds gericht op activering en participatie, als tussenstap naar werk als het kan, als einddoel als het moet. Hierbij gaat het om het tegengaan van een cultuur en een leefstijl waarin non-participatie de norm is en om het mobiliseren van zoveel mogelijk mensen voor de instandhouding van een positief leefklimaat in de wijk zodat kinderen zich er goed kunnen ontwikkelen, mensen gestimuleerd worden om zichzelf te ontwikkelen en te ontplooien en de leefbaarheid op een acceptabel niveau wordt gebracht en gehouden. 5. Leefbaarheid en veiligheid op een acceptabel niveau houden Probleem in wijken als deze is dat een deel van bewoners het zo druk hebben met andere zaken (sociale ladder beklimmen, of domweg overleven) dat er weinig energie meer over is voor leefbaarheid en buurtgericht vrijwilligerswerk. De overheid moet hier meer doen dan ergens anders. Kansen liggen in het maken van koppelingen met de aanpak van werkloosheid (inzet van stagiaires en mensen met een werkervaringsplaats voor de versterking van leefbaarheidsinitiatieven) en van participatie (inzet van vrijwilligers in het perspectief van activering). De gebruiksdruk op de openbare ruimte is groot. Door de hoge slijtage en vervuiling is intensief beheer nodig. Voor een effectieve handhaving is een zichtbare handhaving ook van belang. Daarnaast zal ingezet blijven worden op gedragsverandering en de betrokkenheid van de bewoners bij de openbare ruimte. Stevige inzet op veiligheid en leefbaarheid vanuit politie en handhaving blijven nodig. Hierbij wordt intensief samengewerkt met bewonersinitiatieven op dit terrein. Veiligheid is een basisvoorwaarde voor een aantrekkelijke stad. Onze ambitie is dat Den Haag veilige wijken heeft waar bewoners, ondernemers en bezoekers van de stad zich veilig en welkom voelen. De veiligheidsaanpak krijgt de komende jaren vorm en inhoud langs de door gemeenteraad geprioriteerde sporen in het Integraal Veiligheidsplan 2015-2018. Dit betekent dat in de gebiedsprogramma’s concreet dat de volgende thema’s prioriteit hebben: woninginbraak, overval, straatroof, radicalisering, crimineleen overlastgevende groepen, aanpak van drank, drugs- en woonoverlast 6. Verbeteren van relaties tussen bevolkingsgroepen en tussen (delen van) de wijkbevolking en overheden zoals politie en gemeente. Er is wantrouwen en oud zeer dat in de weg staat dat partijen in de wijk elkaar willen en kunnen vinden. Externe factoren zoals de opkomst van radicalisering en incidenten tussen bewoners, politie en gemeente versterken dit nog. De gezamenlijke aanpak van een gemeenschappelijk doel, zoals recent de rellen of de aanpak van jeugdwerkeloosheid, kan verbinden. Een structurele dialoog is nodig om elkaar weer te leren vertrouwen. Belangrijk is dat de overheid doet wat zij zegt en zegt wat zij doet. Nog belangrijker is dat zij luistert en laat zien dat zij daarmee concreet aan de slag gaat. Spanningen tussen bevolkingsgroepen als gevolg van bijvoorbeeld internationale ontwikkelingen en ontwikkelingen in herkomstlanden zijn een voortdurend punt van

26


aandacht. Initiatieven gericht op de bovenstaande 6 prioriteiten zullen worden gestimuleerd en zo mogelijk gefaciliteerd.

4.

Activiteiten 2016-2019 Transvaal en Groente- en Fruitmarkt 1. Verbeteren van de sociale ladderfunctie door extra inzet op opleiding, werk en taal.

Doelgroep bestaat uit:  Jongeren zonder startkwalificatie  Jongeren die thuis wonen en geen uitkering aanvragen (blijven nu buiten beeld)  Scholieren die een stageplek nodig hebben om hun opleiding te kunnen afronden  Afgestudeerden en nieuwe Nederlanders die (nog) geen kans zien een baan te vinden op hun niveau. De sluitende aanpak (Wegwijzer) van de gemeente is een perspectiefrijk traject, dat de komende jaren intensief zal worden ingezet om jongeren te bereiken. De aanpak zit wel op de juiste koers: vraaggericht werken vanuit de wijk, zelf op jongeren afstappen in plaats van te wachten tot zij naar het loket komen, belemmeringen die jongeren ondervinden integraal en in hun onderlinge samenhang aanpakken, begeleiders die gedurende het hele traject voor jongeren aanspreekbaar zijn. Dat moet ertoe leiden dat jongeren sneller toegang krijgen tot opleidingen, werk, huisvesting, inkomen, schuldhulpverlening enz. en dat belemmeringen en knelpunten eerder worden onderkend en verholpen. Bijzondere aandacht is nodig voor de groep die geen uitkering heeft maar ook niet werkt. De komende vier jaar spannen we ons in om deze jongeren naar school of aan het werk te krijgen. Bij het signaleren, motiveren en ondersteunen van deze jongeren hebben het jongerenwerk, zelforganisaties, religieuze organisaties en sleutelfiguren in de wijk een belangrijke rol. Het is de taak van de gemeente om deze organisaties hiervoor te enthousiasmeren, toe te rusten en waar nodig te ondersteunen. In deze periode moet de gemeente de wijk laten zien dat zij zich hiervoor ten volle inzet. Dat betekent dat behalve aan het gemotiveerd houden van de jongeren ook gewerkt zal moeten worden aan het slechten van bureaucratische barrières. De professionals van de vakdiensten staan als eersten aan de lat om jongeren op een opleiding, een voorbereidings- of overbruggingstraject, een werkervaringsplek of een betaalde baan te plaatsen. In een aantal gevallen zal een jongere meerdere stappen moeten zetten voordat hij of zij uitzicht heeft op een (vaste en duurzame) baan. Belangrijk is dat hij/zij tijdens de weg daarnaartoe niet losgelaten wordt. Beseft moet worden dat voor flink wat jongeren het behalen van een diploma wel noodzakelijk, maar niet voldoende is. Juist in de fase na het behalen van het diploma is extra aandacht nodig om de jongere op een passende werkplek te krijgen. Belangrijke belemmering daarbij is dat veel jongeren uit Transvaal geen toegang hebben tot de juiste netwerken. Nog steeds worden veel vacatures via coöptatie vervuld en selecteren werkgevers kandidaten die zo veel mogelijk lijken op het personeel dat er al zit. Het is een belangrijke opgave om werkgevers de ramen open te laten gooien en te beseffen dat als zij ook op de iets langere termijn in hun behoefte aan arbeid willen voorzien meer om zich heen zullen 27


moeten kijken dan zij nu doen. We gaan werkgevers oproepen/enthousiasmeren om hun blik te verbreden en mensen aannemen die diversiteit aanbrengen in hun personeel om ook hun kansen qua afzetmarkt te vergroten/verbreden. De gemeente neemt het initiatief om ondernemers als werkgevers uit te nodigen om een relatie aan te gaan met het centrumgebied Haags Veen, waarvan Schilderswijk en Transvaal het hart is. Inzet van het op te richten samenwerkingsverband Haags Veen is dat werkgevers zich verbinden om een aantal stageplaatsen, werkervaringsplekken en (starters)banen beschikbaar te stellen en daarnaast voor begeleiding on the job te zorgen. De gemeente neemt dan op zich om te zorgen voor een optimale match tussen de aangeboden plekken en daarvoor in aanmerking komende jongeren. Daarbij werkt zij vanzelfsprekend samen met instellingen en organisaties uit de wijk. De gemeente staat er verder voor in dat vanuit het jongerenwerk of een andere vorm van professionele dienstverlening begeleiding wordt gegeven op het gebied van werknemersvaardigheden en dat eventuele belemmeringen zoals schulden of psychosociale problematiek tijdig en grondig worden aangepakt. Deze begeleiding loopt door als de jongere daadwerkelijk aan de slag gaat. Als er problemen zijn die kunnen leiden tot voortijdige uitval kan de werkgever de begeleider inschakelen. Jongeren die in aanmerking willen komen voor een stageplaats, een werkervaringsplaats of een startersbaan kunnen zich aanmelden via hun opleiding of via een organisatie uit de wijk. Bij de beoordeling van de aanmelding wordt behalve naar kennis en vaardigheden vooral naar motivatie gekeken. De gemeente geeft als grote werkgever in Den Haag het goede voorbeeld door jaarlijks tenminste 25 plekken beschikbaar te stellen voor jongeren uit de Schilderswijk en Transvaal, op verschillende niveaus. Belangrijk is dat de begeleiders voldoende professionaliteit hebben, maar ook dicht bij de jongeren staan. Daarom wordt een pool ingericht bestaande uit recent afgestudeerde professionals, bij voorkeur afkomstig uit de de wijken zelf of uit een andere krachtwijk, onder leiding van ervaren professionals met expertise op het gebied van individuele trajectbegeleiding. Hij/zij bouwt relevante ervaring en een netwerk op die in staat moet stellen om door te stromen naar een reguliere baan op zijn/haar niveau. De leidinggevenden zijn afkomstig uit professionele instellingen. Zij worden vrijgemaakt via prioriteitstelling binnen het reguliere budget van hun organisatie. 2. Versterking economie Eén van de strategische speerpunten waarbinnen het creëren van werkgelegenheid centraal staat, wordt in het kader van ‘vitaal MKB’ gevormd door de ambitie van een nieuw ‘centrumgebied Schilderswijk en Transvaal’. Een aantal maatregelen is uitgewerkt om de economie en ondernemerschap in de wijken structureel te verbeteren, de omzeten groeimogelijkheden te vergroten, groei van werkgelegenheid te realiseren en meer mensen uit de wijken aan de slag te krijgen. Dit plan komt momenteel tot wasdom langs een fysieke pijler en een sociaal economische pijler, onder de naam: Haags Veen. De fysieke pijler betreft een aantal maatregelen in de ruimtelijk-economische context, gericht op het benutten van het economisch potentieel rond het Hobbemaplein. Met de beoogde ingreep wordt het plein daadwerkelijk een verbindende schakel tussen Hobbemastraat, Paul Krugerlaan en de Haagse Markt. Hiermee komt een nieuw centrumgebied tot stand op het snijvlak van de wijken Schilderswijk en Transvaal en wordt voortgebouwd op de inzet en investeringen uit de afgelopen periode (Gouden 28


Driehoek, aanpak gevels Krugerlaan, Haagse Markt, e.a.). Transvaal biedt zowel detailhandel als kleinschalige bedrijvigheid, lichte industrie, ambacht, groothandel en reparatiebedrijven. Dit vertaald zich reeds naar 2635 vestigingen en 7729 banen in het gebied. Met het aanbrengen van de samenhang is synergie beoogd, de katalysator achter de verdere groei. Het centrumgebied Haags Veen leent zich als een proeftuin voor innovatieve financieringsconstructies, waarmee een impuls aan het gebied wordt gegeven. Deze ambitie vertaald zich naar het ‘Haags Veen fonds’, dat initiatieven kan gaan financieren die de tweedeling van de stad tegengaan door de omzet- en groei mogelijkheden voor het MKB in de betreffende wijken te vergroten en meer mensen uit de wijken aan het werk te krijgen. Ook innovatief en sociaal ondernemerschap en de mogelijkheid tot opschalen van ‘bewezen initiatieven’ krijgen aandacht. In gesprekken met de bewoners en ondernemers uit het gebied, is de behoefte aan evenementen stevig aan het voetlicht gebracht. Het gaat dan vooral over evenementen die aansluiten op het karakter van het centrumgebied Haags Veen. De ambitie is om op jaarbasis drie onderscheidende evenementen te realiseren die publiek uit de hele stad en regio kunnen trekken. Evenementen die de dynamiek, kracht en aantrekkelijke kanten in de wijken voelbaar maken voor een groot publiek en bijdragen aan de economische vitaliteit van het gebied. Voor jongeren is het een gelegenheid om praktijkervaring op te doen in de vorm van stage en leerwerkplekken. Er zijn momenteel twee plannen die -al dan niet binnen een samenwerkingsverband tussen de BIZ Paul Krugerlaan en BIZ Hobbemastraat - een concretere vorm hebben aangenomen. Het binnenstedelijke bedrijventerrein Uitenhagestraat wordt doorontwikkeld. Dat moet onder meer leiden tot een nieuw afvalbrengstation. De kop van de kavel Aral/Wilkohaag wordt via Kleinschalig Opdrachtgeverschap in de mark gezet. De hoek Loosduinsekade/Monstersestraat wordt ontwikkeld tot een bedrijvenplint met daarboven woningen. Voor pand Post wordt ingezet op de ontwikkeling van kleinschalige bedrijfsruimtes. In 2016 wordt de herinrichting van de openbare ruimte op het bedrijventerrein uitgevoerd. Ook wordt samen met de ondernemers het programma van eisen voor het brede deel van de Uitenhagestraat opgesteld. Hierbij worden ook afspraken vastgelegd over het beheer en het gebruik van de openbare ruimte en de gebiedspromotie. De Groente- en Fruitmarkt is een van de weinig bedrijvenlocaties in de stad, waar (licht) milieuhinderlijke bedrijvigheid nog is toegelaten. Het gebied vervult met name een belangrijke functie voor lokale traditionele bedrijven en stadsgeoriënteerde werkgelegenheid. Het omvat 1550 arbeidsplaatsen en 162 bedrijven per 1 januari 2015. Er werken ruim 2200 mensen in bijna 500 bedrijven. Met name in de bouw, automotive, transport. Een aantal beeldbepalende grotere kantoorpanden, staan gedeeltelijk leeg: de Schilde, Televisiestraat en het pand aan de Fruitweg van Van den Berg. In het eerste (gemeentelijke) pand is onlangs een stadslandbouwproject gestart in de bovenste etages. De mogelijkheden van andere invullingen van deze kantoorlocaties moeten worden onderzocht. 3.

Versterking brede buurtzones

Kern van de brede buurtzones zijn de buurthuizen Boerenplein en Bario in Transvaal. Samen met de omliggende (basis)scholen, de bibliotheek, Streetsport, Haagse Sporttuin SPICO/Transvaal in beweging en diverse zelforganisaties wordt gewerkt aan een breed 29


pakket van activiteiten dat onder meer de verlengde schooldag, sport, cultuur, educatieve en opvoedingsondersteuning omvat. De centrale punten, de buurthuizen, zijn op weekdagen open tot 22.00 uur en zullen ook activiteiten verzorgen in de weekends, zowel in de buuthuizen zelf als in de openbare ruimte. Inzet is het aanbod voor ouders sterker te integreren in het aanbod van de brede buurtzone, zodat taalverwervingsactiviteiten, opvoedingsondersteuning, voorlichting over sociale voorzieningen en integratie steviger in samenhang worden gebracht met de activiteiten voor kinderen. Tevens wordt ernaar gestreefd door de inzet van stageplekken, arbeidservaringsplekken en vrijwilligerswerk de samenhang binnen het programma van de brede buurtzone en de binding met de buurt te versterken. Ouders en vrijwilligersorganisaties zullen daarbij zoveel mogelijk ook zelf in hun eigen kracht gezet worden. De agenda’s die binnen de brede buurtzone worden opgesteld zijn leidend voor de opdrachtverlening aan het welzijnswerk. Voor de uitvoering van deze ambitie is extra menskracht nodig, in de vorm van getrainde vrijwilligers, MBO- en HBO-stagiaires en aankomende professionals die onder meer worden ingezet als klasse-assistent, assistent-welzijnswerkers en assistentsportwerkers, onder begeleiding van een ervaren professional. Zij werken op basis van een stageovereenkomst, een nul-urencontract of een vrijwilligerscontract. Bij de werving van deze werkers wordt voorrang gegeven aan kandidaten die in de wijk wonen of een aantoonbare binding met de wijk hebben. Een wijkmanager van DPZ verbindt en faciliteert de activiteiten. 4.

Extra aandacht voor degenen die het niet lukt hoger op de ladder te komen

Hierbij horen o.a. aanpak van multiprobleemgezinnen, doorbreken teneur onder groepen migranten om zich terug te trekken in de eigen kring, verborgen vrouwen, tweede kansvoorzieningen, activerend welzijnswerk. Inzet is iedereen die niet werkt of naar school gaat een zinvolle dagbesteding te bieden als vrijwilliger, als het kan als opstap naar scholing en werk, als dat niet kan als doel op zichzelf. Het college vindt het belangrijk dat iedereen zich nuttig en gewaardeerd kan voelen en een positieve bijdrage kan leveren aan het woon-, leef- en opgroeiklimaat. Voordat mensen daar aan toe zijn zal het soms nodig zijn om materiële en/of immateriële problemen op te lossen die actieve deelname aan de maatschappij belemmeren, zoals schulden, opvoedings- en gezondheidsproblemen en problemen met instanties. In lijn met het Haagse Krachtdenken wordt de omgeving zoveel mogelijk betrokken bij de aanpak van problemen. Voor veel mensen in de Transvaal staat het overleven van dag tot dag centraal en is elke euro er één. 5.

Leefbaarheid en veiligheid op een acceptabel niveau houden

In de loop van de komende vier jaar wordt ook in Transvaal een en er meerdere wijkploegen opgezet. De wijkploeg voert diverse werkzaamheden uit in de openbare ruimte (herstel bestrating, repareren straatmeubilair, aanleg groen enz.) en ondersteunt activiteiten die zijn gericht op het vergroten van de bewonersbetrokkenheid, zoals buurtmoestuinen en wijkschouwen. Met gebruikmaking van de SROI-regeling (social return on investment) worden de jongeren een deel van de tijd ook ingezet bij aannemers die werk uitvoeren in de openbare ruimte. Met de wijkploeg snijdt het mes aan twee kanten: jongeren kunnen ervaring opdoen en uiteindelijk doorstromen naar

30


een reguliere baan en er wordt bijgedragen aan de leefbaarheid van de wijk en de betrokkenheid van bewoners daarbij. Met aannemers worden afspraken gemaakt over uitstroom van de jongeren. Een deel van de kosten kan via SROI worden terugverdiend. Daarnaast is voor een effectieve handhaving een zichtbare handhaving ook van belang. Op het gebied van veiligheid wordt ingezet op de volgende zaken:  Integrale aanpak woninginbraken gericht op alle drie de zijden van de driehoek: repressie (daders), Preventie( slachtoffers) en omgeving. Stadsdeel Centrum heeft een door de Driehoek (Regulier afstemmingsoverleg tussen Burgemeester, Openbaar Ministerie en Politie) hoog geprioriteerde aanpak.  Aanpak drank, drugs-, horeca en woonoverlast o.a. door Integrale Handhavingsacties, acties van het HEIT, een bestuurlijke aanpak en een nauwe samenwerking met het Veiligheidshuis op overlastgevende individuen. Voor een gerichte aanpak van overlast is het van belang om de meldingsbereidheid van bewoners te vergroten.  Aanpak criminele- en overlastgevende groepen o.a. Joubertplantsoen, Spicoveld, Kaapseplein.  Waar nodig vast- en flexibel cameratoezicht als onderdeel van een pakket van maatregelen op een locatie.  Preventie van radicalisering en polarisatie vormen een onderdeel van het gemeentelijk veiligheidsbeleid met als primair doel het beperken van risico’s voor de samenleving. Concreet betekent dit inzet op het vergroten van het urgentiebesef, weerbaarheid van scholen, instellingen en moslimgemeenschappen, het vergroten van capaciteit en deskundigheid, het bieden van persoonsgerichte aanpak en opbouw en ontwikkeling netwerk van sleutelfiguren.  Waar nodig en mogelijk zetten we in op de mogelijkheid van de Haagse Kracht bij preventieprojecten, bijvoorbeeld door in te zetten op het versterken van bewonersinitatieven zoals BITs/BPTs, buurtvaders en Rolmodellen. 7. Verbeteren van relaties tussen bevolkingsgroepen en tussen (delen van) de wijkbevolking en overheden zoals politie en gemeente. De uitvoering van de in dit gebiedsprogramma opgenomen prioriteiten en activiteiten moeten de basis vormen van het versterken van de sociale cohesie in de wijk en het herstellen van het vertrouwen in elkaar en de “overheid”. Belangrijk is dat die partijen zich allemaal daarin kunnen vinden. Een wijkmanager is verantwoordelijk voor de totstandkoming van het programma en voor (de voortgang van) de uitvoering ervan. Daarnaast worden initiatieven die zich richten op het verbeteren van de relaties tussen de diverse bevolkingsroepen in de wijk ondersteund.

31



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.