OnOff 26 - Getekend

Page 1

Verenigingsblad van S.G. Daedalus Mei 2010

#26

GETEKEND GETEKEND To doodle or not to doodle The Language of Things De toekomst van tekenen


Het Nederlands Verpakkingscentrum is de enige ketenvereniging in Nederland op het gebied van verpakken. Met haar kennisnetwerk van dertienduizend relaties en ruim vijfhonderd lidbedrijven is de vereniging voortrekker in opleiden, informeren en belangenbehartiging.

Nederlands Verpakkingscentrum Postbus 164 2800 AD Gouda Stationsplein 9k 2801 AK Gouda tel 0182-51 24 11 fax 0182-51 27 69 e-mail info@nvc.nl

geen beleving zonder verpakking

www.nvc.nl


g

ng

Redactioneel <Een beeld zegt meer dan duizend woorden>

De Bijbel bestaat uit 850.000 woorden. Volgens het gezegde kunnen dezelfde verhalen verteld worden in 850 afbeeldingen. Dat zijn ongeveer evenveel afbeeldingen als er in een IKEA-gids staan. Knappe jongen die alle verhalen van de Bijbel kan reduceren tot een IKEA-gids. Robert Crumb heeft een strip gemaakt van het boek Genesis en had daarvoor al veel meer dan 850 afbeeldingen nodig. De uitspraak gaat in dit geval dus niet op. In andere gevallen is het gezegde niet een excuus voor leesschuwe mensen, maar gaat het gezegde wel op. Ik kan je het product dat ik op het moment voor ogen heb beschrijven: rond, maar vlak aan de onderkant, een handvat op de rug, meerdere uitsparingen etc. EĂŠn tekening zal echter veel meer duidelijk maken. Om die reden is tekenen ook duidelijk aanwezig in het curriculum van Industrieel Ontwerpen. Remco Waanders kan nog beter uitleggen waarom tekenvaardigheden, ondanks de nieuwe technieken, zo belangrijk zijn. Joska Sesink schrijft juist over de mogelijkheden van deze nieuwe technieken en Yannick Heijs beschrijft de relatie tussen de schets en de schetser. Getekend kan ook slaan op de persoon iets op zijn naam heeft staan. Daarom beginnen we deze uitgave met een canon van personen die belangrijk zijn geweest voor het vakgebied Industrieel Ontwerpen. Daarnaast zijn de fotopagina, de boekrecensie, de vrije opdracht, de alumnus en de column van Robert Wendrich (zoals vanouds) te vinden in deze uitgave. READ ON! Willem-Sander Markerink

OnOff 26 - Getekend // 3


Inhoudsopgave Inhoudsopgave Statisch Bestuur Onderwijs Krabbelbox

Rubrieken

boekrecensie The Language of Things vrije opdracht Daniël Kunst alumnus Tingle Visuals foto Rosan Harmsen column Robert Wendrich canon Archimedes

On topic

Sketching Tekenen leer je niet op de UT To Doodle or not to Doodle Manufactured Landscapes

Off topic

Studytour! Wat doen Anton, Bella en Cleo? This Side Up De visie van Don Norman

Bestuur

Getekend, dat is het onderwerp van deze OnOff. Een onderwerp dat waarschijnlijk veel studenten aanspreekt, omdat het met tekenen te maken heeft. Maar dat doet automatisch de vraag rijzen: wat betekent het woord precies? Een korte greep uit de Van Dale geeft verschillende opties: ge•te•kend 1. gevarieerd in kleur 2. ontsierd door een lichaamsgebrek Volgens de heer Van Dale betekent het dus kleurvariaties of ontsierd (zijn) door een gebrek. Vooral dat tweede klinkt niet echt positief, wel? Niettemin een onderwerp waarover veel verteld kan worden. Waarschijnlijk is dat de reden waarom dit onderwerp gekozen is. Iedereen is wel op een bepaalde manier getekend: als IO-er bijvoorbeeld door de vele (zware?) vakken, lelijke producten van *noem een winkel* of door bepaalde docenten.

4 \\ OnOff 26 - Getekend


e Maar getekend zijn hoeft niet altijd negatief te zijn, toch? Veel van de dingen die jou tekenen als persoon, maken je sterker. Je leert pas echt van lelijke, slechte producten, want dan weet je hoe het niét moet. Dus: de volgende keer wanneer je naar een winkel gaat, geniet dan eens van alle lelijke dingen die je ziet! Vreemd genoeg betekent het woord “tekenen” iets geheel anders volgens de heer Van Dale. te•ke•nen 1. zijn naam onder een stuk plaatsen; ondertekenen: een contract ~; ik teken er (direct) voor zou me er graag toe verplichten (zo graag zou ik dat willen) 2. met potlood, krijt enz. afbeelden; door lijnen voorstellen: een portret ~ 3. karakteristiek zijn voor: dat tekent hem Het verschil tussen een krabbel zetten, een afbeelding maken en typische karaktertrekken is groot. Maar waarom is “tekenend” bijvoorbeeld karakteristiek, en “getekend” direct negatief ontsierd? Waarom zit hier verschil in? Word je door de studie of door een bestuur getekend of word je tekenend als persoon? Een semantische discussie, maar zeker leuke hersenspinsels om eens over na te denken! Ons bestuur zit er bijna op, of wanneer je dit leest al helemaal. Na een lang jaar (oké, voor mij iets korter dan) zijn ook wij allemaal in zekere vorm getekend. Door de vele drukke periodes, maar ook door de vele feesten en etentjes. Het meest bekend is wellicht het “bestuurdersbuikje”, waardoor een bestuur getekend kan worden. Ook wij zijn hieraan ten prooi gevallen, echter: investeringen moet je koesteren, toch? Met volle trots en het excuus van de feestdagen hebben we in ieder geval genoeg ruimte voor goede voornemens in dit nieuwe jaar. Misschien minder drinken/eten/roken/…, maar wellicht ook niet. Het is tekenend dat “getekend” het laatste OnOff-onderwerp is voor ons bestuur en er staat al een nieuw bestuur te trappelen om te beginnen. De eerste tekenen van snode plannen hebben we al op papier gezien. Deze tekenen zijn in ieder geval gunstig! Deze OnOff zal ongetwijfeld ook vol zitten met interessante tekeningen, tekenaars en getekenden. Enfin, veel plezier met het lezen en hopelijk tot zeer spoedig in de StudIO! Veel leesplezier en met weemoedige groet, namens het 9e bestuur der S.G. Daedalus, Nick Leoné Functionaris Externe Betrekkingen OnOff 26 - Getekend // 5


Onderwijs

Dit zal ook alweer mijn laatste bericht zijn als Commissaris Onderwijs. Zoals Nick eerder had verteld ben ik natuurlijk ook een beetje getekend door het bestuur en ook door mijn studententijd. Helemaal niets mis mee, dat is ook een onderdeel van het onderwijs en je ontwikkeling als student. Een ervaring als bestuurder is bijna niet te vergelijken met studeren: je leert veel andere essentiële gaven voor de toekomst. Ook commissies doen is hiervoor (in mindere mate) een erg goede methode veel te leren. Ook binnen de opleiding is het belangrijk je tekenend te vormen, al dan niet letterlijk. Zo word je hoe verder je in de opleiding komt meer tekenend als IO-er, maar leer je ook omgaan met tekenen. Het ontwerpen, schetsen en visualiseren van producten is een vaardigheid die erg praktisch is. Al teken je niet als een Bob Ross, een goede afbeelding zegt al snel meer dan duizend woorden. Daarover gesproken: van drie tekenvakken in het eerste jaar zijn we naar een verdubbeling gegaan. Er is dus nu veel ruimte om de juiste tekenvaardigheden te leren. Ook in het tweede jaar heb je Toegepaste Tekenvaardigheden, om het nog wat verder te ontwikkelen. Het kost wat tijd en moeite, maar het resultaat kan verder reiken dan als IO-er alleen. De vraag is daarbij of dit niet bijdraagt aan het imago van een knip-en-plak studie. Hoewel dit niet per se verkeerd is, moet hier natuurlijk wel kritisch naar gekeken worden. Graag horen we jullie gevoelens hierover, om zo te kijken wat de studenten hiervan vinden. Wij studenten zijn tenslotte de mensen die het ervaren. Niemand kan het beter beoordelen dan wij. Dus: heb je klachten, opmerkingen of complimenten, laat het de Commissaris Onderwijs weten of zet het in de evaluaties! De Centrale Onderwijs Prijs (COP) komt er ook weer aan. Het thema is dit jaar ‘de mens is de grens’. De mens wordt getekend door de techniek. De verkiezing voor beste docent van het jaar gaat dit jaar over hoe docenten rekening houden met de grenzen van de mens bij het onderwijs. Daarbij wordt vooral gekeken hoe ze technische hulpmiddelen gebruiken om de kennis over te brengen, oftewel de mens goed begeleiden door middel van techniek. De verkiezing zal deze maand van start gaan en jullie zullen spoedig informatie krijgen over hoe je kunt stemmen. Ons bestuur is tot een einde gekomen, maar met dit laatste stuk wil ik mijn opvolger Paul een hart onder de riem steken. Komend jaar gaat een belangrijk jaar worden voor het onderwijs: zoals jullie misschien weten gaat er veel gesproken worden over de hoeveelheid opleidingen op de UT. Dit is niet direct een gevaar voor IO, maar zeker belangrijk om goed te volgen. Komend jaar belooft dus een interessant jaar te worden. Of dit positief voor ons uitpakt, dat zal nog moeten blijken… Jarne Slot Commissaris Onderwijs 2010

6 \\ OnOff 26 - Getekend © Ulamonge blog


To Doodle or not to Doodle In college willen je gedachten nog wel eens afdwalen. Je hebt jezelf voorgenomen goed op te letten, maar toch betrap je je-zelf erop dat je tekeningentjes in de kantlijn van je collegeblok aan het maken bent. Dit tekenen heeft een naam: doedelen, naar het Engelse doodle. Doedelen is echter niet zo nutteloos als het in eerste instantie lijkt.

Doedelen doe je wanneer je een taak uitvoert waarbij je moeilijk je aandacht kan houden. Bijvoorbeeld het opletten in college, het deelnemen aan een lange vergadering of het voeren van een ingewikkeld telefoongesprek. Je bent hierdoor niet heel bewust bezig met het maken van een tekening. Je bent dus ook niet bewust een mooie tekening aan het maken; de tekening vormt zich vanzelf. Je tekent een aantal rondjes, deze rondjes verbind je weer met strepen, de strepen vormen weer ruitjes, etc. Vaak staat de datum nog eenzaam boven op het vel, getuigend van je goede bedoelingen. Doordat je niet aandachtig tekent, zijn de figuren die je tekent simpel. Je zet bijvoorbeeld een stripfiguur op papier. Deze stripfiguur heb je al zo vaak getekend, dat je geen aandacht nodig hebt bij het tekenen. Vaker nog teken je simpele vormen, als rondjes en lijntjes en je bouwt hier structuren mee op: doolhoven, sterrenstelsels, bijenraden, bellen, wolken‌ Het doedelen tijdens een saaie taak blijkt een positief effect te hebben op het uitvoeren van de taak. Het doedelen zorgt ervoor dat je niet gaat dagdromen. Wanneer je tijdens een college gaat dagdromen onthoud je slechter wat er is gezegd. Tijdens het doedelen dwalen je gedachten minder af en kan je meer onthouden, zo blijkt onder andere uit het onderzoek van Andrade.

Wanneer het dan toch goed is om te doedelen, kan je de doedels net zo goed voor iets nuttigs gebruiken. Om ze te analyseren bijvoorbeeld. Er zijn op internet een handvol websites te vinden waarmee je de betekenis van je doedels kunt ontcijferen. Bij het zoeken naar een betekenis worden vaak open deuren ingetrapt. Huizen vertellen je bijvoorbeeld dat je van huiselijkheid houdt en het is niet moeilijk te bedenken wat een hartje betekent... Wanneer iemand dikke lijnen maakt staat dat voor vastberadenheid. Ook logisch, want je kunt er moeilijk een nieuwe lijn overheen trekken. De betrouwbaarheid van die analyses zijn echter discutabel. Doedels kan je vergelijken met een handschrift: ook van handschriften wordt beweerd dat je ze kan gebruiken om iemands persoonlijkheid te lezen. Tett en Palmer bewijzen echter dat dit geen betrouwbare methode is om iemands persoonlijkheid te bepalen. Door een persoonlijkheidstest te doen en dit te vergelijken met de resultaten van meerder handschriftdeskundigen kwamen zij tot deze conclusie. Doedels zijn echter meer dan een handschrift. Ze vertellen in ieder geval welke figuurtjes je zonder aandacht kan tekenen. Industrieel Ontwerpers zullen zo vaker dan andere studenten kubussen tekenen. Waar je vaak mee in aanraking komt teken je vermoedelijk ook eerder; Amsterdammers tekenen waarschijnlijk eerder trapgevels dan hun landgenoten uit de provincie. Daarnaast hebben mensen met bepaalde eigenschappen de voorkeur voor bepaalde esthetische elementen. Extroverte mensen geven bijvoorbeeld de voorkeur aan scherpe hoeken, zo blijkt uit onderzoek van Pickford. Het is niet onwaarschijnlijk dat mensen onbewust vormen tekenen waar ze vanuit hun karaktereigenschappen de voorkeur aan geven. Dat mensen onbewust diepe geheimen prijsgeven lijkt mij echter minder waarschijnlijk. Willem-Sander Markerink

OnOff 26 - Getekend // 7


Manufactured Landscapes Door Rozemarijn Klein Heerenbrink

Een fabrieks hal in China. Een rij met chinesen die aan het assembleren zijn schiet voorbij en nog één. Ze maken elektrische aparaten, maar wat precies kan ik niet zien. Nog een rij, nog een rij. Hoeveel mensen zitten er aan één lopende band? Een stuk of dertig? Nog meer rijen en nog meer elektrische apparaten, schroefjes en schroevendraaiers. Snel en vakkundig wordt alles in elkaar gezet. In een overview is de massa van arbeiders te zien. Hoeveel mensen zijn dat? Zoveel mensen in één ruimte? In Manufactured Landscapes volgt Jennifer Baichwal fo-

Mensen werken vaak onder zware omstandigheden,

tograaf Edward Burtynsky. Hij fotografeert landschappen

stank, druk, de grond wordt flink vervuild en toch lev-

die door de mens gemaakt zijn, omdat die volgens hem

ert het mooie plaatjes op. Blokken afval als gigantische

veel zeggen over wie wij als mensen zijn. De documentaire

bouwstenen van metaal, blik of plastic. Verroeste platen

gaat over symmetrie en tegenstellingen, inzomen en uit-

metaal als bladeren in de herfst. Bergen afval zo masaal,

zomen. De tegenstellingen zijn hard. Niet alleen in beeld

maar van boven met vormen als een abstract schilderij.

of alleen in sociale context, maar ook juist de combinatie

Het is een documentaire over met name de chi-

van een mooi plaatje en de harde werkelijkheid van ver-

nese cultuur en de tegenstellingen daarin, ook het

woestingen en omstandigheden waarin de mensen leven.

‘nieuwe’ china met disco’s, moderne huizen, winkelcentra en mensen die daarvoor moeten verhuizen.

De hele dag spuitstukjes van een strijkbout testen, de hele dag een draadje om een buisje wikkelen, de hele dag afval sorteren en allemaal hetzelfde gele shirt aan.

“Verroeste platen metaal als bladeren in de herfst”

Even een diepe zucht en dan weer verder. China importeert materialen om er producten van te maken en

Edward Burtynsky zegt niet dat het goed of fout is wat de

vervolgens weer al die producten te exporteren naar

mens doet, want dan heeft hij mede en tegenstanders. Hij wil

meer dan 60 landen. Daarnaast wordt 50% van de oude

het alleen laten zien. Zo kan iedereen zijn eigen conclusies

computers ter wereld naar china verscheept om gerecy-

trekken. Alleen het probleem is dat iedereen het probleem

cled te worden. Alles wordt helemaal uit elkaar gehaald,

constateerd, maar weinig mensen doen er echt wat mee

zelf het metaal wordt van een printplaatje af geslagen. De documentaire wordt binnenkort vertoont door de Viskom

8 \\ OnOff 26 - Getekend

....


nalden.net

google: flow kitchen

vimeo.com/17112704

broeikas.nl

variationsonnormal.com/speed-creating

youtube: patrick boivin

Stop jouw ideeĂŤn in de krabbelbox in de StudIO en het wordt hier geplaatst.

OnOff 26 - Getekend // 9


door Remko Waanders tekendocent Industrieel Ontwerpen

Tekenen leer je nie t De meeste IO-studenten zullen mij kennen van het tekenonderwijs dat ik met mijn collega’s voor de opleiding Industrieel Ontwerpen geef. Voordat ik in vaste dienst van de UT kwam heb ik 6,5 jaar voor een ontwerpbureau gewerkt. In die tijd was ik als gastdocent ook al regelmatig op de UT te vinden. Het tekenonderwijs zoals dat nu gegeven wordt is het resultaat van de inzet van verschillende (gast)docenten die door de jaren heen hun inbreng hebben gehad. Belangrijk daarbij is te bedenken dat al deze docenten ervaring hebben met ontwerpen in de praktijk. Het tekenonderwijs zoals dat nu gegeven wordt steunt op drie pijlers. Ik wil in dit verhaal wat achtergrond geven rondom deze drie pijlers en de relatie met de ontwerppraktijk. 1 Leren tekenen 2 Leren door te tekenen 3 Tekenen als een ontwerptool Thomas Houwers

“Als je precies weet wat je maken wilt, waarom zou je het dan in vredesnaam nog maken?” (Pablo Picasso)

10 \\ OnOff 26 - Getekend

Thomas Houwers

Leren tekenen; theorie, snelheid en controle over de tekenmaterialen “Waarom moeten we nog leren tekenen op papier in een wereld van Wacoms, Photoshop, iPads, Sketchbook Pro, SolidWorks, Sketch Up en 3D Studio Max, wat zijn dat voor ouderwetse romantische ideeën!?” (IO-student) Ik denk dat het tekenen op papier nog steeds een heel directe, vrije en snelle manier van werken is. Hoe vertrouwd je ook raakt met je Wacom of CAD-pakket: zo dichtbij en simpel als een pen op papier zal het niet zijn. Dit betekent natuurlijk niet dat ik tegen alle fantastische nieuwe mogelijkheden ben. Het is echter van belang om het doel en middel helder voor ogen te houden. Het doel van een ontwerper is een goed ontwerp, het middel is een stel nuttige tekeningen/renderingen/modellen. Het tekenen zoals het hier onderwezen wordt heeft ook niet als primair doel om mooie tekeningen op te leveren. Het doel is om studenten het inzicht te geven dat tekenen een ontwerpgereed-


ie t op de UT schap is dat ze vervolgens ook kunnen inzetten. Het gaat dus uiteindelijk helemaal niet om de tekeningen. Ik vind eigenlijk dat je jezelf niet moet laten beïnvloeden door de tekortkomingen of mogelijkheden van je ontwerpgereedschap. Er zijn tal van producten waaraan je kunt zien dat de ontwerper alle nieuwe features van zijn CAD-pakket heeft geëtaleerd. Of aan de andere kant zie je soms renderingen waarbij de ontwerper vergeten is het model in perspectief te exporteren. Daarom denk ik bijvoorbeeld dat iemand die renderingen maakt ook de beginselen van het perspectieftekenen en materiaaluitdrukking moet kennen. De snelheid waarmee getekend moet worden is een (nog) relatief onderbelicht onderdeel van het lesprogramma. In de dagelijkse ontwerppraktijk blijkt deze snelheid wel essentieel. Het is niet uitzonderlijk dat er wordt verteld dat er de volgende dag ideeën gepresenteerd moet worden bij een klant. Dat betekent dus in twee dagen de opdracht eigen maken, ideeën bedenken, intern overleg en uittekenen. Het is dus ook vanzelfsprekend dat de meest effectieve manier wordt gekozen om tot een resultaat te komen. In mijn geval was dat om te beginnen schetsen met potlood op papier. Ik maakte daarbij veelvuldig gebruik van onderleggers die ik uit CAD-modellen exporteerde. (Tip: niet vergeten perspectief aan te zetten in je CAD-pakket!) Vaak is er al geometrie voor handen om als basis te dienen. Is het op de UT gangbaar dat bij opdrachten een compleet ontwerptraject doorlopen wordt, in de praktijk is 90% van de opdrachten een herontwerp van een bestaand product. Belangrijk is dan om aan te voelen wat de klant verwacht. In het begin van een ontwerptraject verwacht een klant vaak nieuwe inzichten en perspectieven. Nu kan gedetailleerd tekenwerk of strakke renderingen zelfs tegen je gaan werken. De klant kan het idee krijgen dat het (her)ontwerp al helemaal bepaald is en dat hij/zij geen inspraak meer heeft. Bij een doordachte vlotte schets blijken mensen eerder bereid hun eerlijke mening te geven dan bij een fotorealistische rendering. Dit kan een hoop narigheid in het verdere traject voorkomen.

Ruud Baaijens

“Je moet schieten anders kun je niet scoren.” ( Johan Cruijff)

Jullian Claus

OnOff 26 - Getekend // 11


Thomas Houwers

Leren door te schetsen; ontwikkelen van een beter 3D-vormgevoel, complexe vormen “Zij haalt altijd hogere cijfers omdat zij veel beter kan tekenen!” (IO-student) Ik ben het bijna helemaal eens met deze veelgehoorde opmerking. Het enige woord waar voor mij de schoen knelt is: ‘omdat’. Studenten halen hogere cijfers doordat ze veel beter kunnen tekenen. Als je jezelf een gereedschap hebt eigen gemaakt waarmee je intuïtief op niveau kan werken zullen je resultaten ook beter worden. Ruimtelijk inzicht, vormgevoel, gevoel voor verhouding lijken sterk met elkaar verbonden en allemaal belangrijk voor een ontwerper. Nu heeft de een qua talent wat meer geluk dan de ander. Dat talent kan je echter ook trainen door bijvoorbeeld veel te tekenen. Als je bedreven raakt in het tekenen van dubbelgekromde producten zul je merken dat je ze ook steeds beter kan beoordelen en daardoor ook steeds mooiere/complexere exemplaren kan ontwerpen. Nu is tekenen overigens niet de enige manier om dat talent te ontwikkelen. Er zijn goede ontwerpers die niet uitblinken in tekentalent. Het gaat er kortom om dat je een manier vindt om je ideeën effectief en efficiënt kan verwerken. Ik denk dat de essentie van het tekenonderwijs een aanpak is die hopelijk bij een flink aantal van jullie wortel schiet. Het echte leren tekenen doe je namelijk zelf, in je eigen tijd of voor projecten. Schetsen en tekenen wordt overigens vaak geassocieerd met styling en vormgeving. Met andere woorden:

met het ontstaan en de verfijning van je ontwerp. Ik denk dat ook voor het engineeringgedeelte van ontwerpen tekenen een belangrijk instrument is. In de praktijk blijkt dat een vlotte 3Dschets van een technisch probleem veel nieuwe inzichten kan geven. Door het direct helder te tekenen laat je als ontwerper ook zien dat je het probleem van de klant goed begrijpt.

Schetsen als een ontwerptool; communicatie, ordenen van je gedachten, iteratief werken “Ik heb al heel veel ideeën maar die zitten allemaal nog in mijn hoofd.” (IO-studente) Uit verschillende onderzoeken blijkt dat een van de eerste stappen die gezet wordt bij het oplossen van een technisch probleem het maken van een tekening is. Je wilt als ontwerper allereerst het probleem helder voor ogen hebben. Vervolgens kun je door te schetsen alternatieven bedenken en beoordelen. Dit geldt als je alleen werkt, maar natuurlijk helemaal als je in een team opereert, iets dat in de ontwerppraktijk bijna standaard is. Schetsen is behalve een fysieke activiteit ook een staat van bewustzijn. Al schetsend (bouwend of kleiend) draaien je zintuigen en hersenen op volle toeren. Je maakt, beslist, kijkt, ordent, beoordeelt, verandert met dat ene uiteindelijke doel voor ogen: je ontwerp. Ik hoop dat je een beter inzicht hebt gekregen in de koppeling van de praktijk aan het onderwijs. Ik weet dat tekenen een belangrijk onderdeel is in het vak van de industrieel ontwerper. Het zegt genoeg dat ik als ontwerper bijna dagelijks tekende, nauwelijks las en helemaal niet schreef. Nu, als docent, teken ik nauwelijks meer, enkel tijdens de lessen om nog maar eens uit te leggen dat de lange as van de ellips haaks op de omwentelingsas staat. De praktijk verandert voortdurend dus we houden de vinger aan de pols bij het tekenonderwijs. Mocht je nou op- en aanmerkingen hebben over het tekenonderwijs dan ben je van harte welkom om van gedachten te wisselen.

Thomas Houwers

“Een schilderij is niet van tevoren klaar en uitgedacht. Terwijl het gemaakt wordt verandert het, zoals iemands gedachten veranderen. En wanneer het klaar is gaat het door met veranderen, al naar de wisseling van geest van iemand die het bekijkt. Een schilderij leeft zoals een levend wezen... Dat is heel natuurlijk omdat het schilderij slechts leeft door de mens die ernaar kijkt.” (Pablo Picasso) 12 \\ OnOff 26 - Getekend


Tingle Visuals

Tingle is in februari 2010 opgericht door Jonathan Bennink. Na het afronden van de master ETD is hij er in juli 2010 fulltime mee bezig gegaan. Het idee van een eigen bedrijf speelde al veel langer, maar er moeten zich natuurlijk wel kansen voordoen. Aangezien het afstudeerproduct, een laboratoriumopstelling genaamd de OSMO Inspector 2, nu wereldwijd wordt verkocht en een aantal opdrachtgevers graag nog werk na de studietijd wilden zien, was de beslissing snel gemaakt.

Tingle zet prototypes van technische en innovatieve installaties en opstellingen om in aansprekende producten die klaar zijn voor de 21ste eeuw. Er komt bij business-to-business producten steeds meer vraag naar industrieel ontwerp, waarbij alle facetten worden meegenomen. Vaak is de ontwerpslag die je kunt maken aanzienlijk, doordat men zich vooral richt op de functie van het product en niet op de styling of op de ergonomie. Het is belangrijk bij dit soort werk technisch goed onderlegd te zijn, maar je moet bovenal erg leergierig zijn. Je hebt vaak te maken met complexe systemen en deze moet je je snel helemaal eigen maken om niet later tegen de lamp te lopen. De klanten van Tingle zijn voornamelijk bedrijven die in nichemarkten opereren. De producten worden in kleine oplages gefabriceerd. Dit betekent dat je gebruik moet maken van flexibele productietechnieken, geschikt voor kleine series. Het resultaat is een product dat zich gemakkelijk aan laat passen aan eventuele toekomstige wijzigingen.

Naast het fysieke productontwerp maakt Tingle ook software interfaces en 3d-visualisaties. Zo is er een 3d-animatie gemaakt voor Vitens over toekomstig waterverbruik en voor de Universiteit Twente en de Regio Twente over twee hybride bussen die per januari 2011 gaan rijden op lijn 2 in Enschede. Tevens heeft Tingle hiervoor de website en de busbestickering, naar idee van Marc Beusenberg, uitgewerkt. Door het multidisciplinaire aspect is het werk uitdagend en vooral erg leuk.

Jonathan Bennink Voor meer informatie, zie www.tingle.nl

OnOff 26 - Getekend // 13


The Language of Things Door Laurens van den Broek

Penguin Books is al tijden lang één van mijn favoriete uitgeverijen als het om Engelstalige boeken gaat. Dat heeft zo zijn redenen. Naast dat Penguin Books een omvangrijk en zeer divers assortiment heeft, besteedt Penguin de laatste jaren ook steeds meer aandacht aan de presentatie van hun boeken . De met veel stijl vormgegeven reeks Modern Classics is daar een voorbeeld van. Daarnaast verschijnen ook nieuwe uitgaven van oudere titels, wederom stijlvol ontworpen (met meer flair dan gebruikelijk is voor heruitgaven). De uitgeverij lijkt hiermee een nieuwe, designbewuste weg in te zijn geslagen. De redenen die daar aan ten grondslag liggen zullen ongetwijfeld overeenkomen met het besluit om de serie Penguin on Design uit te geven. Dit leerzame vijftal boeken, waar The Language of Things deel van uitmaakt, probeert te illustreren hoe wij als autonome waarnemers de continu veranderende wereld om ons heen ‘lezen’. Het boek van Sudjic richt zich daarbij specifiek op de objecten om ons

heen. Zonder verwachtingen las ik het boek en werd aangenaam verrast. 14 \\ OnOff 26 - Getekend


Oké , met een ondertitel als ‘How We Are Seduced by the Objects Around Us’ had ik toch wel enkele verwachtingen. En na de achterflap en een aantal lovende reacties gelezen te hebben waren die verwachtingen stiekem toch wel hooggespannen. Echter was auteur Deyan Sudjic een onbekende factor en de aanschaf dan ook een gokje. Sudjic is momenteel directeur van het Design Museum te Londen. Daarvoor werkte hij onder andere als decaan van de faculteit Design, Kunst en Architectuur aan Kingston University en als hoofdredacteur van het Milanese designmagazine Domus. In de geest van Norman’s Emotional Design poogt Sudjic middels bekende en minder bekende voorwerpen en artefacten een heldere analyse te geven van de manier waarop wij met onze met objecten overladen wereld omgaan en wat onze relaties tot die objecten zijn. Laat het echter duidelijk zijn dat Sudjic niet net als Norman een wetenschappelijke benadering van deze relaties probeert te schetsen en dat ook nergens pretendeert; het boek moet gelezen worden als een observerende en nieuwsgierige reflectie op onze consumptiemaatschappij. Wij hebben de wereld zoals wij die kennen geschapen naar onze behoeftes. Waar staan wij ten opzichte van de producten die wij fabriceren? Wat drijft onze obsessieve verzamelwoede voor bepaalde objecten? Het zijn interessante maar lastige vragen. Er zijn objecten waarmee wij ons maar al te graag willen identificeren en producten waarvan wij ons willen distantiëren. Onze verbondenheid met dingen maakt dat wij ons deze dingen eigen willen maken, zodat ze aan anderen uitstralen wie jij bent en waar je voor staat. Neem bankbiljetten (een niet zo voor de hand liggend voorwerp, maar goed). Het is de taak van de grafisch ontwerper om een bankbiljet eruit te laten zien alsof zij een veel grotere waarde heeft dan het rechthoekige stuk papier dat het eigenlijk is. Bovendien moeten bankbiljetten een soort nationale identiteit uitstralen. Nederland ten tijde van de gulden brak met alle conventionele stijluitingen en knalde een felgele zonnebloem op het 50-guldenbiljet: een manier om moderniteit en nationele eenheid uit te dragen en een boodschap van eigen identiteit aan de rest van de wereld. Eigenaardig en eigenwijs als we zijn straalde dit biljet op kenschetsende, welhaast feilloze wijze het Nederlands-zijn uit. Kennen jullie de Snip en de Vuurtoren nog? Prachtige eigenzinnige biljetten, kleine kunstwerkjes zijn het. Ik mis de oude gulden. Ootje verdient een ode. Of neem anders de Anglepoise-lamp. Deze bureaulamp was het mechanische antwoord op een simpel vraagstuk: hoe krijg je een geconcentreerde lichtbundel daar waar je hem wilt hebben? De lamp kan om zijn as roteren en in allerlei standen geplaatst worden: de lamp kan zich in allerlei posities manouvreren door simpelweg de kop te verplaatsen. Het is puur een technische benadering zonder opsmuk en juist dáárom zo’n prachtig object : het doet wat het moet doen en is niet bang te tonen hóe het dat doet. De veren, schroefjes en scharniertjes: niets is verborgen met mooie glimmende kapjes.

Op mijn bureau staat een soortgelijke lamp, ongetwijfeld gebaseerd op de oorspronkelijke Anglepoise. Om eerlijk te zijn ben ik er verknocht aan. Best apart dat zo’n boekje een hernieuwde waardering voor je eigen spullen teweeg kan brengen, niet? Sudjic’ schrijfstijl is gevat en toegankelijk. Het is een echte quick read: je vliegt werkelijk door het boek heen. De treffende voorbeelden met hier en daar verduidelijkende illustraties toveren dus niet alleen herkenbare situaties tevoorschijn, maar ook voorvallen waarvan je achteraf denkt: “ja, daar heb ik eigenlijk helemaal nooit bij stilgestaan, grappig.” En dat is best knap als je beseft dat dit boek een enigszins sombere boodschap met zich meebrengt. Want de manier waarop wij met onze producten omgaan, de relaties met onze bezittingen, zijn in het afgelopen centennium een radicale transformatie ondergaan. Die transformatie is mede in gang gebracht door ontwerpers als Raymond Loewy: ontwerpers die bestaande objecten een esthetische make-over gaven vol glanzende en glimmende onderdeeltjes die ons dergelijke objecten plots deed begeren. Onze relaties met onze producten zijn zó afgestompt en ingekort dat onze ‘liefdesaffaires’ met dingen al voorbij zijn voordat ze überhaupt zijn begonnen. We verlangen al naar de iPhone 5 voordat de iPhone 4 zelfs maar gelanceerd is. Doordat dergelijke massaproducten een soort kunstmatige begeerte bij ons losmaakt wordt het ons bijna onmogelijk gemaakt om aandacht te ‘investeren’ in de objecten die we reeds bezitten, want we willen uiteraard het nieuwste van het nieuwste. In het kort: we bouwen nauwelijks meer een band op met de objecten om ons heen, daar waar wij dat vroeger vrijwel altijd deden. En daar zit absoluut een kern van waarheid in. Spijker, kop, raak. Gelukkig heb ik mijn lamp nog.

OnOff 26 - Getekend // 15


SKETCHING By Yannick Heijs

It all starts with an Idea. A mental image, which is created based on the idea and/or the vision enclosing it. This image is conveyed through a sketch, a literal model of an idea, an existence proof. Sketches are an integral part of the dialogue a designer conducts with him or herself or for others, and the design process is dependent upon sketching in several ways. First off, sketches are used to decide which direction to pursue towards the solution. Second, the sketches enable the designer to represent and compare alternatives, and they help one see the consequences of a decision. Finally, sketches enable the designer to evaluate the intermediate state of the design in relation to the design criteria and his or her own interpretations of the design task. This

16 \\ OnOff 26 - Getekend

means that sketches mark the crossing of a design process, and for this reason an analysis of sketches is most likely to provide an insight as to how the design evolved. Sketches are a kind of external representation, a tool facilitating information processing and augment memory. While sketching an image a designer is not constrained by portraying reality, rather conveying conceptions of reality. Sketches therefore differ from pictures in that they reflect conceptualizations; not perception of real-


G

lating objects through transforming shapes and locations, changing viewpoints, drawing types, and media to explore design alternatives. This can prove to be a rich source of new design ideas. This is where sketches go from the intended to the unintended, from the seen to the unseen. Unlike language however sketches transfer figural and relational properties directly, simplifying memory, drawing conclusions and discovery. They turn internal thoughts into more permanent and public ideas. These public ideas allow it to be observed, commented on, revise ideas and enforce those revisions. It is clear that the activity of sketching cannot be detached from seeing and thinking about the subject being represented. An object cannot be drawn unless it has been seen before, whether in the real physical world, or in mind’s eye. Many times the sketches are created from adopting and adapting objects from memory or imagination. Therefore a designer who has a wide vision and broad interest, is able to access and extract a greater amount of knowledge and imagination for his or her memory. Sketching is considered to be a cornerstone of the designer’s profession. But looking at that profession one can discover another kind of sketching. There is something hidden inside the way these sketches and the ideas behind them come to being. For the sketch created, is fueled by the idea or vision . And that idea or vision is based on a sketch. A whole other kind of sketch, namely that of a mental image, created based on the insights, knowledge, aesthetics, constraints and personal preferences of the designer’s self, or from others. It is with these attributes that a designer does something more than just physically sketch an image. It shows his or hers ability to imagine the user and label it as such, a user who has a need in obtaining the idea. It is for this mental image that the designer is sketching and creates an idea. The solidified idea is brought into a market inhabited by potential users, whereas the imagined user, the perfect user, will prove hard to find.

ity. Sketches can incorporate the relevant information and drop the irrelevant, and are influenced by the designer’s aesthetic principles and formal expressions. As a designer looks at sketches, he or she examines, interprets, and perhaps reinterprets them. This inspection and reflection on sketches may inspire changes to the ideas. Although sketches are made with certain ideas and goals in mind, it may accidentally provide the designer with new insights and ideas. These discoveries can be made by manipu-

In essence, one could say that a designer creates a sketch based on a sketch. The sketch of a product idea based on a sketch of a user idea. Of course it can be given that this imagined user can come close to the actual real user. But for a designer these two types of sketching, these abilities to imagine, should be well known. Together they start a design process, and both can be considered as a cornerstone of this profession. Therefore, a designer could and should sometimes ask him or herself: who is he or she designing for?

OnOff 26 - Getekend // 17


De Visie van Don Norman Donald A. Norman is zowel academicus als consultant. Vanuit deze posities houdt hij zich bezig met de professionalisering van het vakgebied industrieel ontwerpen. Hij bepleit het gebruik van wetenschappelijke methoden, met human-centered design als uitgangspunt. Meerdere boeken heeft hij vanuit deze visie geschreven, waaronder ‘The Design of Everyday Things’. Zijn ideeën heeft hij ook in praktijk gebracht, onder andere als vicepresident bij Apple met de verantwoordelijkheid over de Advanced Technology Group. Producten pretenderen ons leven eenvoudiger te maken. In reclames laten de producenten het ongecompliceerde leven zien dat ook jij kunt leiden wanneer je hun product hebt aangeschaft. Het is daarom opvallend hoe lastig het is om sommige producten te gebruiken. De vroegere videorecorders zijn hier een goed voorbeeld van. Wanneer je een film wilde opnemen, kon je de begin- en eindtijd van de film invoeren in de videorecorder. Dit was echter zo gecompliceerd, dat je het al snel opgaf en besloot de film de volgende dag bij de videotheek te lenen. Don Norman houdt zich bezig met de vraag hoe je dit soort producten kunt ontwerpen zodat ze eenvoudiger te bedienen zijn. De kans is groot dat je al een keer van Don Norman hebt gehoord. Hij is namelijk een goeroe op het gebied van cognitief ontwerpen. Wanneer je deze naam nog nooit in een college of boek bent tegengekomen, ken je hem wellicht van de boekrecensie van zijn boek Emotional Design in de 24e uitgave van de OnOff. Het is echter een ander boek waarmee hij bekend is geworden: The Design of Everyday Things. In dit boek laat hij zien dat in elk product een mate van psychologie zit. Hierbij gaat het dus niet alleen over complexe interfaces, maar vooral over -zoals de titel al doet vermoeden- alledaagse producten. Een goed

18 \\ OnOff 26 - Getekend

voorbeeld is de deurklink. Wanneer er een handgreep aan een deur zit ben je geneigd tot opentrekken. Wanneer de deurklink moeilijker vast te grijpen is, duw je de deur eerder open. De vorm van de deurklink kan je zo gebruiken om gedrag uit te lokken. Deuren die verkeerde signalen geven worden door Norman’s analyse ook wel Norman doors genoemd.

“Hoe kunnen we voordeel uit dit soort producten halen, zonder dat deze producten ons beperken?” Omdat Norman kijkt naar deze hele alledaagse producten, is het boek voor industrieel ontwerpers erg interessant. Aan de hand van anekdotes legt hij uit hoe je bij het ontwerp van een product meer rekening met de gebruiker kunt houden. Hij noemt daarbij verschillende richtlijnen die je kunt gebruiken tijdens het ontwerpen. Eén richtlijn is het gebruik van natural signals. Je kunt op een koffiezetapparaat een lichtje installeren dat aangeeft dat er koffie gezet wordt. Het geluid van druppend water en het aanzicht van een kan die vol loopt, geven echter veel meer informatie. Deze informatievollere signalen noemt Norman natural signals.


an Op The Design of Everyday Things kreeg Norman de kritiek dat hij vormgeving ondergeschikt maakte aan gebruiksvriendelijkheid. Om te laten zien dat gebruiksvriendelijkheid en betekenisgeving niet ten koste van elkaar hoeven te gaan heeft Norman Emotional Design geschreven. In dit boek legt Norman de link tussen emoties en bruikbaarheid. Wanneer een product lastig te gebruiken is, wekt het product frustratie op en daarmee negatieve emoties. Aan de andere kant worden mooie producten als gebruiksvriendelijker beoordeeld. In The Design of Future Things gaat Norman in op de automatisering van alledaagse producten. Een goed voorbeeld is een auto die zelf de belijning op de weg volgt. Wanneer je niet netjes tussen de lijnen van jouw rijbaan rijdt, corrigeert de auto je door terug te sturen naar de eigen rijbaan. De vraag die Norman in het boek probeert te beantwoorden is: “hoe kunnen we voordeel uit dit soort producten halen, zonder dat deze producten ons beperken?” Hoe kunnen we het voordeel halen uit een auto die zelf de belijning volgt, zonder dat dit ons belet in te halen? De manier waarop dit soort producten behoren te werken, vindt hij in de manier waarop paard en ruiter samenwerken. Wanneer de ruiter de teugels los houdt heeft het paard controle en ontwijkt deze de obstakels. Wanneer de teugels aangespannen worden heeft de ruiter de gehele controle. Hoewel human-centered design producten kan verbeteren ziet Norman in dat de producten die de samenleving het meest veranderen nooit vanuit de behoefte van de consument zijn ontworpen. Veel belangrijke uitvindingen zijn gedaan omdat de technologie ze mogelijk maakt en niet vanuit het idee dat mensen er behoefte aan hebben. In het begin was er geen noodzaak voor producten als mobiele telefoons, maar tegenwoordig worden ze als onontbeerlijk gezien. Deze visie sluit goed aan op de mastertrack Emerging Technology Design, waarbij niet de behoefte, maar nieuwe ontwikkelingen in de techniek worden gebruikt als drijfveer voor nieuwe ontwerpen.

In zijn laatste column levert Norman kritiek op het designonderwijs. Vroeger werden simpele fysieke producten ontworpen. Tegenwoordig zijn producten meer. Ze hangen in een net van sociale problemen, complexe interacties, ervaringen et cetera. De ontwerpers worden niet goed onderwezen om zich met deze problemen bezig te houden; de kennis over wetenschappelijke bewijsvoering schiet bij studenten te kort. Het idee dat je met een frisse kijk problemen op kunt lossen weerlegt hij. Dit gebrek aan kennis ziet hij bijvoorbeeld in de claims van zijn studenten. In het vakgebied industrieel ontwerpen worden vaak conclusies getrokken uit testen met 5 á 10 proefpersonen. Dit is volgens Norman geen probleem, maar je moet wel kennis hebben van statistiek om hier juiste conclusies uit te kunnen trekken. Volgens Norman moet er een methode gevonden worden, waarmee op een snelle manier goede onderzoeken tot stand kunnen worden gebracht. Snelle onderzoeken met een klein aantal poefpersonen, want dit past bij de praktische aard van de industrieel ontwerper. Hiervoor heeft de industrieel ontwerper echter wel meer verstand van wetenschappelijke bewijsvoering nodig. Het is tegenstrijdig dat het in Norman’s boeken niet altijd duidelijk is waar hij zijn informatie vandaan haalt. Waarschijnlijk laat hij de referenties weg om zijn boeken leesbaar te houden. In plaats van referenties maakt hij vaak gebruik van anekdotes. Deze anekdotische manier van schrijven maken de boeken van Norman eenvoudig te lezen. Zowel zijn columns als zijn boeken geven inzichten in de manier waarop je producten kan ontwerpen die eenvoudig te gebruiken, eenvoudig te leren en eenvoudig te begrijpen zijn, zonder dat ze hun complexiteit verliezen.

Laurens van den Broek

OnOff 26 - Getekend // 19


de toekomst van tekenen

20 \\ OnOff 26 - Getekend


door Joska Sesink Tekenen. Als Industrieel Ontwerpers in wording ontkomen we er niet aan. Volgens de docenten zullen we het allemaal leren, maar in de praktijk is dit voor velen helaas iets lastiger. Zullen we dan altijd jaloers naar het blaadje van onze buren moeten blijven kijken, of zal het in de toekomst nog eens iets makkelijker worden? Als je er zo over nadenkt is het eigenlijk wel een beetje gek, al die stapels papier en de fine-liners die maar leeg blijven gaan. Waar blijft de pen die je maar in je hand hoeft te nemen en precíes tekent wat je in je hoofd hebt? Waar blijven onze laserogen die zó iets in 3D in de lucht kunnen projecteren? Kortom, waar blijft de technologie? Natuurlijk zijn er de talentvolle tekenaars, maar niet iedereen is gezegend met een vaste hand. Zo gemakkelijk als het hier boven staat beschreven zal het waarschijnlijk nooit worden, maar er moeten toch technieken zijn die het een en ander wat eenvoudiger kunnen maken. De laatste jaren zijn er gelukkig een aantal ontwikkelingen geweest op dit vlak. Veel studenten hebben al een tekentablet. De mogelijkheden hiervan worden echter vaak nog niet ten volle benut. Er is namelijk veel meer mogelijk met dit toch al handige attribuut. Neem bijvoorbeeld het programma I Love Sketch. De naam zegt het eigenlijk al: met de nodige oefening kan écht iedereen dit. Het programma is in 2008 ontworpen door een paar studenten van de universiteit van Toronto. Dit programma suggereert dat je met pen en papier aan het tekenen bent, alleen zijn hier dan wel een aantal extra dimensies aan toegevoegd. Met een paar lijnen van de pen wordt automatisch een 3Dmodel gemaakt, die vervolgens weer eenvoudig aan te passen is. Doordat je het ‘papier’ makkelijk kan draaien en je de schets uit verschillende hoeken kan bekijken, krijg je een goed inzicht van de tekening. Door bijvoorbeeld gebruik te maken van een symmetrielijn, makkelijk draaien, in- en uitzoomen en snel te wisselen tussen de verschillende tekentechnieken krijg je in rap tempo een indrukwekkend resultaat. Het programma heeft nog wat ontwikkeling nodig, maar toch zijn de makers al een eind op weg met hun revolutionaire programma. Het is een makkelijke manier om snel en duidelijk je ideeën aan anderen weer te geven. Zo kan er nog eens goed naar een ontwerp worden gekeken voordat er met een programma als Solid Works aan de slag wordt gegaan. De meeste interfaces gaan richting multi-touch en daar-

mee is I Love Sketch een welkome uitbreiding op onze huidige programma’s. Zeer geschikt voor industrieel ontwerpers dus, en al helemaal voor de mensen die de uitzonderlijke tekenvaardigheden missen. Behalve het werken met een tablet zijn er ook andere manieren om een beeld voor anderen te vormen. Ditmaal misschien iets minder exact, maar minstens zo spectaculair. Het is namelijk mogelijk om met een pen beelden in de lucht te maken. Met het blote oog is dit natuurlijk niet zichtbaar, maar met een paar camera’s die de bewegingen van de pen volgen kom je al een heel eind. De bewegingen worden door middel van het programma Motion Capture, dat vaak wordt gebruikt voor animaties in films en games, omgezet tot 3D-modellen. Deze bestanden kunnen vervolgens, na een eventuele bewerking, worden uitgeprint met een 3D-printer. Ondanks dat dit niet zo geschikt is voor het maken van precieze modellen van producten, krijg je toch bijzonder interessante en kunstige beelden. Zo heeft een aantal jaar geleden het Zweedse ontwerpteam ‘FRONT design’ een project gedaan met deze techniek. Zonder te zien wat ze deden gingen ze met hun pennen in de weer en zo werden hun eerste schetsen gelijk heuze stoelen en tafels. Deze werden vervolgens zonder verdere bewerking uitgeprint en tentoongesteld in onder andere Milaan en Tokyo. Het is echt bizar dat er zo een bijzondere reeks aan kunstig meubilair tevoorschijn komt, terwijl de makers alleen maar met hun pen in de lucht krabbelen. Als een reactie op dit project heeft de Berlijnse Christian Zöllner in 2009 een soort gelijke actie ondernomen, maar met één groot verschil. Dit keer hadden de gebruikers speciale brillen op, zodat ze ook echt konden zien wat ze deden en niet zomaar door de losse ruimte bewogen. Eveneens gaf dit bewonderenswaardige resultaten die de kijker nieuwsgierig maken naar de verdere mogelijkheden. Dit is natuurlijk maar een greep uit de mogelijkheden die de toekomst zal bieden, maar er kan wel degelijk worden gezegd dat deze er rooskleurig uitziet. Na de nodige ontwikkelingen zullen we over een aantal jaar moeiteloos duidelijke tekeningen kunnen maken én op een boeiende manier 3D-modellen vervaardigen. De techniek die het leven nu al op zoveel vlakken makkelijker maakt zal hopelijk binnen niet al te lange tijd haar definitieve intrede in de tekenwereld maken. OnOff 26 - Getekend // 21


n e d e h ig rd a a V n e k e T te s Toegepa aimachine a n n e e n a v n e rp 2011: Het onwe

Naaimachine ontwerpschetsen in grijs, Noor Reigersman

Naaimachine presentatie in 2D, Lex van der Meer

22 \\ OnOff 26 - Getekend


n

sentatie in 2D, van der Meer

Vrije Opdracht

hetsen in grijs, or Reigersman

Iedereen heeft het wel eens. Je ziet iets supergaafs en je wilt het heel graag hebben, maar... Het is te duur, net niet helemaal wat je zoekt of het zit vast aan iets wat je er helemaal niet bij wil hebben. Dat probleem had ik met Ambilight. De verlichting die meekleurt met je beeld. Het is duur, heeft te weinig verschillende lampen en je zit vast aan een Philips TV. Door Daniël Kunst Wat doe je dan, IO’er zijnde? Je gaat proberen of je dat zelf kan niet maken. Als eerste ga je natuurlijk op internet zoeken of er niet al anderen mee bezig zijn geweest. Gelukkig was er genoeg te vinden en had ik de keuze uit meerdere systemen. Met wat elektronicakennis in de achterzak ging ik vol goede moed aan de slag. Allereerst een prototype in elkaar geknutseld om te kijken hoe het hele systeem werkt. Dit kwam neer op wat losse onderdelen aan elkaar solderen. Het eindresultaat was dan ook niet meer dan een klompje elektronica met wat LEDjes eraan. Het werkte echter wel perfect! Toen besloot ik om het allemaal wat netter te maken. Het prototype werd nog wat aangepast zodat deze twee verschillende kleuren tegelijk kon laten zien. Vervolgens was het tijd om een printplaatje te gaan ontwerpen. Dit had ik nog nooit eerder gedaan. Maar goed, eens moet de eerste keer zijn. Na een aantal avonden prutsen en opnieuw beginnen was het ontwerp af. Door naar het volgende probleem: waar laat je ze maken? Na wat zoeken kwam ik uit bij een bedrijf in China. Daar helemaal? Ja, in Nederland vragen ze er tien keer zo veel voor. Net als voor alle onderdelen die erop zitten, alles komt uit Azië. Lang leve eBay.

Bij het aanmaken van de opdracht voor de printplaatjes ging het echter mis... Hoe meer je er liet maken, hoe minder ze per stuk kosten. “Mooi,” dacht ik. Na drie maanden waren er 25 printplaatjes binnen. Het idee was om er eerst een aantal van in elkaar te zetten en vervolgens ‘ooit’ eens de rest te doen. Uiteindelijk heb ik ze allemaal meteen opgebouwd. Twee weken later had ik mijn eigengemaakte full room Ambilight af.

Wat doe je dan, IO’er zijnde? Je gaat proberen of je dat zelf niet kan maken.

Toen was het tijd voor de vrije opdracht. Wat moest ik daar nou weer voor maken. Na wat denken, kwam ik tot de conclusie dat ik mijn vrije opdracht eigenlijk al af had! Nog wel even een apart prototype gemaakt, anders moesten de led-strips een jaar in de opslag. Nu door naar het volgende project: Full Room Wake-up light. Voor enkele filmpjes van de werking van de Ambilight kun je kijken op http://www.youtube.com/dpkunst.

OnOff 26 - Getekend // 23


THIS SIDE

UP

24 \\ OnOff 26 - Getekend


door Roy Stroek De dagen op de universiteit zijn gevuld met colleges. Ondanks dat iedereen zijn of haar best doet om ze nuttig te maken, zijn er altijd nog de welbekende “loze momentjes”. Zo ook bij mij, chillend in de werkplaats, tot de juiste machine vrij zou komen. Vervolgens loopt Eric Lutters –docent van het vorige jaar- de werkplaats binnen. Na zo’n titel zelf nog moeten klussen in de werkplaats? Vreemd. Dus ik vragen, dus hij antwoorden waar hij mee bezig was. Het klonk vet, dus ik bood aan om te helpen als dat nodig was. Het kon inderdaad zijn dat hij vakantiehulp kon gebruiken en in dat geval wist hij me te vinden. In een (mentor-)gesprek een tijdje later, kwam ik nog eens op dit korte gesprekje terug. Voor hetgeen waar hij toen mee bezig was geweest kon hij geen werk garanderen. Hij had echter wel een ander klusje: het creëren van een beursstand. Vandaar dat ik als studentje plotseling een stand voor de Macropack, een verpakkingsbeurs, stond te ontwerpen, te regelen en te bouwen. Ondanks dat ik na één jaar Industrieel Ontwerpen verre van een specialist was qua verpakkingen, was het toch een echte IO-taak: weinig opdrachtomschrijving, doe zelf een voorstel en je hoort wel wat wij ervan vinden. De missie: zorg dat de UT bekend wordt met haar mastertrack Packaging Design & Management. Budget: meer goedkoop is meer beter. Overige opmerkingen: succes! En bespreek het af en toe. Eigen interpretatie: iets vets maken met de spullen van de UT die enigszins te linken zijn met verpakkingen. Deze opvatting bleek wel prima, dus werd het VR-lab halfleeg geshopt: handschoenen die je hand- en vingerbewegingen in kaart brengen, het hologramscherm (toen de nieuwste aanwinst) en de Microsoft Surface om met multi-touch werk te presenteren. Drie eyecatchers om onze Twentse universiteit aan de man te brengen in verpakkingsland. Op de foto’s van twee jaar terug was duidelijk te zien dat het percentage mannen zo’n 99,95% was, (Winnie Dankers stond toen op de stand van de UT) dus technische hoogstandjes zouden vast aanslaan. Maar gelukkig heeft “onze uni” nog wel meer te bieden. Zo kon er met medewerking van tekendocente Maaike Nijkamp en modelopziener Noortje Naeff ook de nodige verpakkingsmodellen en een hele Heinz-vitrine worden geshowd.

Samen met een nog zelf te klussen uithangbord, enkele posters, tafelschotten en een statafel werd dit het voorstel. Enkele dingen werden nog iets bijgesteld, maar ik kon me vanaf nu gaan richten op het volgende: “Zorg maar dat het er komt te staan.” Zo werd er hout besteld, in de werkplaats geklust, Roy Damgrave aan het werk gezet en vele andere medewerkers benaderd, totdat alles binnen de universiteit was geregeld (of bewust juist niet). Er is namelijk iets dat niet goed werkt met bureaucratie: van het kastje naar de muur gestuurd worden en deadlines. Voor ik het wist was ik al een Mercedes Sprinter aan het huren en stond de opbouwdag voor de deur. Voor deze zondag had ik versterking geregeld in de vorm van twee goede vrienden. Met dit team van IOstudentjes kwamen we in Utrecht aan en werd de kale bende omgetoverd tot fancy beursstand. De dagen die daarop volgden stond ik met onder andere de docenten van de mastertrack, bezoekers te informeren over wat er in Twente mogelijk is. Groepen mensen bleven geboeid door de modellen en de apparaten staan en trokken zo nog meer mensen. Zij stelden vele vragen en waar ik eerst nog een groot gedeelte door moest verwijzen, kon ik aan het eind bijna alles zelf wel vertellen. Deze opdracht, die als een behoorlijke sprong in het diepe aanvoelde, was goed volbracht. De filmploeg van Consumenten24 opende het verslag van de beurs bij onze stand, de woordvoerster nodigde de Universiteit uit om bij de volgende editie groots bij de entree van de beurs te staan, de docenten waren zeer tevreden en ik heb me goed vermaakt. Van het chillen in de werkplaats naar een vakantieklus waarbij je overspoeld wordt met nieuwe ervaringen, mensen en kennis. Mij lijkt het dus duidelijk dat ook de loze momentjes op de universiteit voor iedere IO’er zeker van belang zijn!

OnOff 26 - Getekend // 25


Studytour! Wat doen Anton, Bella en Cleo? Door Maaike van den Ende

In mei 2012 organiseert S.G. Daedalus voor het eerst een intercontinentale studiereis. In 2008 gingen twintig dappere IO-ers naar het koude Zweden. Dit keer wordt het warmer, groter en verder weg! Als je op studiereis gaat, ga je 3 weken lang op alle werkdagen bedrijven en universiteiten bezoeken die IO-gerelateerd zijn. Voor- en achteraf wordt er een onderzoek gedaan en alle deelnemers doen op voorhand een case om geld binnen te halen. Het onderzoek is zowel aan het land van bestemming als aan IO gerelateerd. Zo kan er gekeken worden naar cultuurverschillen en hoe dit tot verschillen leidt op het vakgebied van IO. Bij de vorige reis zijn de uitkomsten van het onderzoek gepubliceerd in twee magazines. Deze liggen ter inzage in de StudIO en geven je wellicht een beetje een idee waar het onderzoek zoal over kan gaan. Een case doet elke deelnemer bij een bedrijf. Dit is een opdracht van circa 100-120 uur die je meestal thuis kunt uitvoeren. De opdrachten zullen erg variëren; we zullen een passende opdracht bij elke deelnemer proberen te vinden. Vanaf september 2011 zal het onderzoek en de case starten. In februari 2011 is het de tijd om je voor de reis op te geven. Er zijn tal van redenen om mee te gaan. Wij als commissie hebben drie persona’s opgesteld om jezelf te kunnen identificeren. Doe de test en kijk bij wie jij het beste past: Anton, Bella of Cleo. En ontdek waarom ook jij mee moet gaan! Anton is 21 jaar en komt uit Almelo. Daar woont hij bij zijn ouders Henk en Ingrid. Ook Anton wilde de wereld ontdekken en ging drie jaar geleden Industrieel Ontwerpen studeren in Enschede. Thuis staat er elke dag om 6 uur een oerhollandse maaltijd voor hem klaar. Over huishoudelijke taken hoeft hij zich geen zorgen te maken. Doordeweeks reist hij op en neer naar Enschede. Elke zaterdag voetbalt hij nog bij zijn cluppie in Almelo, waarna hij een patatje joppiesaus eet met zijn voetbalmaten. Afgelopen zomer is hij nog met zijn elftal op voetbalkamp geweest in de Ardennen. Anton vond de Belgen toch een beetje raar. Ze hadden wel lekkere patat, maar volgend jaar blijft Anton toch wel in Nederland.

26 \\ OnOff 26 - Getekend

Bella komt uit Breda, 22 lentes jong. Een aantal jaar geleden is ze in Enschede begonnen met haar studie Industrieel Ontwerpen. Ze woont op de Oude Markt in een meisjeshuis. Ze zat bij een Taste-doegroepje en is dan ook al vanaf dag 1 lid geworden. Het is heel gezellig: elke dinsdag gaat ze met haar jaarclubje eten en elke donderdag gaat ze naar de Pakkerij. Afgelopen zomer is ze samen met haar jaarclubje naar Sziget geweest. Daarnaast gaat Bella elk jaar op wintersport met haar huis. Dit is wel allemaal heel duur, maar daarom werkt Bella ook bij De Kater. Ze heeft nu ook weer meer geld nodig, want ze wil in de voorjaarsvakantie ook nog weg met haar vriendje. Cleo komt uit Curaçao. Zij is op 17-jarige leeftijd alleen naar het koude Nederland gekomen. Ze is Industrieel Ontwer-

pen gaan studeren in Enschede. Ze woont op de campus met twaalf huisgenoten. Het was wel even wennen voor haar. Haar huisgenoten maken altijd raar eten klaar. Maar na twee jaar is hutspot inmiddels haar lievelingseten geworden. Via een huisgenoot is ze in contact gekomen met de zweefvliegvereniging Vleugellam. Na een paar proefvluchten was ze helemaal verkocht. Cleo is nu actief binnen de vereniging en gaat met alle weekendjes en weekjes mee. Laatst zijn ze nog wezen zweefvliegen in Frankrijk. Haar droom is om naar Curaçao te zweefvliegen. Alleen met kerst gaat ze nog terug naar haar ouders, in de zomer gaat ze altijd zweefvliegen. Naast zweefvliegen doet Cleo ook aan breakdancen bij Break-Even. Door haar roots is ze een van de beste van de vereniging, ze doet het dan ook al vanaf haar zesde.


Vraag 1

Test Wat is je lievelingeten? a. Gehaktbal van mama. b. Sate van Conimex. c. Hutspot van mijn huisgenoten of Antiliaanse bonenschotel van mijn moeder

Meeste A(nton)’tjes?

Je bent een echte huismus. Tot nu toe heb je nog niet veel van de wereld gezien. Dan is het tijd om je blik te verbreden. Een echte Anton lijkt het heel leerzaam om mee te gaan met de studiereis. Hij wil graag werkervaring opdoen en een kijkje nemen in het bedrijfsleven. Drie weken lijkt hem een beetje lang, maar met een leuke groep mensen is het ook in Verweggistan goed vertoeven.

Vraag 5

Vraag 4

Vraag 3

Vraag 2

Meeste B(ella)’tjes? Wat is je favoriete IO-vak? a. Constructietechniek b. Een vrije minor: je eigen vakkenpakket samenstellen! c. Vormologie

Hoe ziet je ideale zondagmiddag eruit? a. Slapen b. Shoppen op koopzondag c. Zweefvliegen, breakdance, zwemmen etc. Kortom iets actiefs.

Wat zou je doen met een miljoen? a. Een groot landhuis kopen in Ootmarsum. b. Een wereldreis maken en heel veel vrienden meenemen. c. Een yacht kopen en de Atlantische oceaan over varen. Wat moet je echt nog doen voordat je dood gaat? a. Streaken tijdens een wedstrijd van Heracles. b. Sprinkhanen eten. c. Bungeejumpen in Zuid-Afrika.

Je bent een echt levensgenieter. Je bent niet vies van een gezellige avond loungen of stappen. Cultuurproeven doe je immers onder de mensen! Je hebt al best wel veel gezien van Europa, maar je wilt meer en verder weg. Een cultuurshock durf je wel aan en je bent van plan om helemaal in de cultuur op te gaan. Een echte Bella lijkt het dan ook leuk om door middel van een klein onderzoek zich eerst te verdiepen in het land. En heeft hun cultuur (andere) effecten op het productontwerp? Tegelijkertijd krijgt ze voor het onderzoek nog 5 EC aan studiepunten die ze mag gebruiken voor haar vrije minor.

Meeste C(leo)’tjes?

Je bent een echte avonturier. Je hebt altijd zin om nieuwe dingen te ontdekken. Voor niks ben je bang. Het liefst wil je alles minimaal één keer proberen voordat je dood gaat. Een echte Cleo zit het wel zitten om relatief goedkoop naar de andere kant van de wereld te vertrekken met een gezellige groep studiegenootjes. Na de studiereis gaat ze nog minstens vier weken backpacken in het land met een goede vriendin, die uiteraard ook mee was op de reis: vier weken langs alle toeristische trekpleisters met niet meer dan een fotocamera en een pinpas op zak.

Conclusie

Ook jij bent geschikt voor de studiereis! Schrijf je dus zo snel mogelijk in. Voor vragen kun je altijd bij ons terecht: src@daedalus. utwente.nl of www.studytour-mosaic.com.

Maaike van den Ende (voorzitter), Matthis de Wit (secretaris/PR), Rosanne Andriessen (penningmeester), David Young (reiscommissaris), Minke Dijkstra (Reis/extern-commissaris), Luuk Jansen (extern), Liza Boon (commissaris onderwijs en onderzoek). OnOff 26 - Getekend // 27


A

ls er iets buiten kijf staat, is het wel dat wetenschap en vernuftige uitvindingen hand in hand gaan. Willie Wortel, uitvinder pur sang, deed niet anders dan natuur- en scheikundige principes toepassen om slimme antwoorden te cre´ren op lastige vraagstukken (of om simpelweg vervelende huishoudelijke klusjes te ontlopen). De wetenschap staat al sinds mensenheugenis in dienst van onze uitvinderitis, in moderne termen ook wel productontwerpen genoemd. De nieuwsgierigheid van de Homo sapiens is ontembaar, zo blijkt maar weer uit de afgelopen duizenden jaren. En de mens doet wat hij kan om uniek te zijn, om gelauwerd te worden voor en door zijn excellentie. Wil je als industrieel ontwerper uniek zijn dan is het slim om een kijkje in het verleden te nemen. Welke grote uitvinders gingen jou voor en wat hebben zij eigenlijk bewerkstelligd? Zie hier de reden om een historische canon op te stellen in de OnOff. In dit eerste deel behandelen we een grote Griekse geest, eentje die ons meer bruikbaars gebracht heeft dan je zou verwachten: Archimedes.

Historische canon der productontwerpen

Archimedes Zoals bijna alle grote uitvinders uit het verleden hield Archimedes van Syracuse (287-212 v. Chr.) zich bezig met verschillende takken van de wetenschap: wiskunde, natuurkunde, astronomie... you name it. Dat Archimedes een briljante geest was moge duidelijk zijn. Hij wordt nog steeds geroemd als de grootste wiskundige van de antieke oudheid en in het algemeen één van de grootste wiskundigen aller tijden. Zo wist hij de exhaustietechniek, een voorloper van integraalrekenen, zeer succesvol toe te passen op de oppervlakte onder een parabool en kon hij een accurate benadering van π geven. Daarnaast heeft hij de relatie tussen het volume en oppervlak van een bol en zijn omschrijvende cilinder ontdekt: voor beide geldt dat deze 2/3e is van die van de omschrijvende cilinder. Archimedes beschouwde dat als zijn grootste wiskundige verrichting. Op zijn verzoek werd er dan ook een bol en cilinder op zijn tombe geplaatst.

Er doet een grappige anekdote over Archimedes de ronde. Toen Archimedes gevraagd werd een methode te bedenken om te testen of een gouden kroon van de koning ook werkelijk uit puur goud bestond, deed hij beroep op de eigenschappen van water. Door de kroon en een klomp puur goud van hetzelfde gewicht onder te dompelen in een bad water kon hij door het hoogteverschil van het water aantonen dat de kroon niet uit puur goud bestond zoals de koning bevolen had en de smid dus oneerlijk was geweest. Hiermee vond hij dus een manier uit om het volume van een onregelmatig gevormd voorwerp te bepalen. Hij zou van geluk zijn vergeten zich aan te kleden en de straat op zijn gerend terwijl hij “Eureka!” riep.

Als uitvinder heeft Archimedes ontzettend veel betekend voor de rest van de wereld. Zijn meest bekende uitvinding is de schroef van Archimedes, ook wel de tonmolen of worm genoemd. Een spiraalvormige schroef zit om een buis gemonteerd. Deze buis met schroef zit weer in een andere buis. Met de schroef van Archimedes kon men op een efficiënte manier water en andere vloeistoffen verplaatsen. De schroef wordt tegenwoordig nog in aangepaste vorm gebruikt in poldermolens en -gemalen (dan noemt men ze vijzels) en als meest gebruikte voortstuwingsmethode voor schepen: de scheepsschroef.

Tekst Laurens van den Broek

28 \\ OnOff 26 - Getekend

Genieën zijn dan vaak vreemde vogels, maar vaker zijn hun bevindingen nog steeds verbluffend relevant.


Teken een lijn in het rulle zand, kerf een lijn in een stuk hout, kras een lijn in een glad gelakt oppervlak, trek een lijn door de sneeuw...scheur een tekening volledig aan flarden. Ruk het beest van de getekende verbeelding uit elkaar. Scheur je angst en onvermogen van je af, tekenen is aangeleerd en met een beetje talent lijkt alles wat je tekent al heel snel wat. Wat is in de ogen van de tekenaar de verbeelding getekend , de beschouwer doet er vrij luchtigjes over en ‘ontdekt’ al snel wat het ‘wat’ voorstelt. Althans, enige uitleg en fantasie komen er vaker aan te pas dan je als tekenaar zou mogen wensen (diep in je hart) maar voorstellingen uit iemands geest uitgedrukt op papier of welk oppervlak dan ook zijn niet zomaar evident. Sterker nog, vaak worden ongelooflijk hoge eisen aan je voorstellingsvermogen gesteld. De onhandige tekenaar verlangt een haast onmogelijke kundigheid, de handige tekenaar laat in vloeiende composities zien waar het in essentie om gaat. In een tekening mag en kan alles, vertekend, vervormd of overdreven perspectivisch, het is allemaal prima. Niemand bekommer t zich erom, aanvaarding van de tekening is probleemloos. Eigenlijk is dat hele tekenen een kunstje, een foefje om je bij te staan in de communicatie naar de wereld buiten je geest. Innerlijk broeit, krioelt en leeft het van de “beeldenstorm”, een niet aflatende stroom van ervaringen of dromen die getekend dienen te worden op het moment dat je iets gevraagd wordt

of noopt om uit te leggen. Het beeld door een tekening ondersteund leidt de ander in de wereld van de tekenaar. De fantast maakt aldus tekenend inzichtelijk hoe de dingen ook gezien kunnen worden. Ze dienen als direct voorbeeld van deze fantasiewereld . Vanzelfsprekend is het niet, een representatie voortkomend uit het brein van de tekenaar te accepteren, daarbij hoeft het niet direct echt volledig te zijn in de vertaling van bijvoorbeeld een bestaand ding. Daar worden dan afspraken over gemaakt, begrenzingen aangebracht of een discussie ontstaat aan de hand van de tekening. Getekend naar realiteit of getekend naar verbeelding, dat zijn twee wezenlijk los van elkaar staande activiteiten. Maar ook twee losstaande vertalingen van het zien. Op het moment dat er een object ontsproten aan de fantasie of verbeelding opdoemt, dan is alles ineens geoorloofd. Alles kan en niets is vreemd. ‘Het is toch fantasie?!’ Er is geen persoon die je daarin tegen kan houden of kan beperken, het is een vrijheid van beeltenis die universeel is en door vele mensen wordt ingezet. De aanvaarding van dit fenomeen is ook universeel. Het kan een demonstratie zijn, een ode, een presentatie of een protest, een karikatuur of spotprent getekend uit afgunst, woede of haat. Tekeningen zijn deel van het leven ; ze bepalen grote delen van betekenis in het leven. Eenmaal op tekening (tegel) vastgelegd wordt de betekenis nog meer gegrond. Tekeningen kunnen bijvoorbeeld satire bij de kijk op leven versterken of ironie waarborgen. Vaak wordt de tekening de dupe van moraal, slechte intentie of verwaarloosde cultuurbelangen. In het recente verleden hebben we al enige voorboden van hetze tegen tekenaars meegemaakt. Idiotie, uit de hand gelopen bekrompenheid, geloofsenthousiasme en valse angstvoorwendselen druisten direct tegen de tekenaar in. Gevolg : in hechtenis neming, onvrijwillig huisarrest, excuus maken, bedreigingen van velerlei aard incasseren. Kortom, de tekenaar als symbool van vrijheid in uiting werd behoorlijk klem gezet. Het liefst hadden ‘ze’ de tekenaar verbannen of voor

Voor Bij Door Uit GETEKEND GETEKEND GETEKEND Na Aan Tussen Op Onder OnOff 26 - Getekend // 29


altijd de tekenstift gesnoerd, ware het niet dat er op tijd werd ingezien dat het slechts een eenvoudige tekenaar betrof. Uiteindelijk gaat het toch om een idee-fixe van de beschouwer, een beeldfictie die alleen ontpopte in het hoofd van de bekijker van deze beelden. Het stemt tot nadenken als je zou inbeelden hoe iemand, een willekeurig persoon, eigenlijk kijkt of waarneemt. Wat ziet die persoon, hoe ziet deze het, wat verbeeldt deze zich? Ja, wat verbeeldt deze zich eigenlijk wel? Waarom gaan we daar niet eens wat dieper op in, leggen feilloos zijn of haar onvermogen bloot en tonen haarscherp aan dat wat zij zien niet klopt met wat anderen zien? Komisch eigenlijk, om van te genieten, illusies toveren in tekeningen, getekende satire, die bol staat van de ironie en scherpzinnigheid. Feilloos opgetekend met lijnen, vlakken, arceringen en soms enkele woorden ter ondersteuning. Het beeld als uitdrukking van verzet, van tegenstand en actie. Wat een paar vierkante centimeters al niet kunnen doen met de beleving en hoe dit niet kan leiden tot een golf van protest. Prachtig dit representatiemiddel , hoe simpel, hoeveel

eenvoud, waarlijk sierlijk en alleszeggend. Eén tekening van één tekenaar zegt vaak meer dan het eindeloos voortdurend gezwam van bijvoorbeeld een docent, een politicus, een rechter, een bankdirecteur, een politieagent, een ouwe hoer . Wat mij betreft vervolgen we onze wegen al tekenend ; al getekend zetten we dit leven voort. Alles mag van nu af aan, zolang je maar getekend uit de tekening tevoorschijn komt. Schertsend voorvertoond aan de bezoeker zag de pentekening noodzaak om zich terug te trekken uit de betekenis. De penlikkende tekenaar verwarde het beeld met een illusie en schetst zich in verbazing over de wereld die alsmaar meer getekend over hem heen wappert. Vroeg uit de veren, slaapdronken en blind gestaard door de hele nacht naar de binnenzijde van zijn oogleden te staren. Het slapende tafereel dat de nachtkaars deed doven en zijn dromen drongen zich getekend aan hem op. Zoveel tekenaars had hij niet verwacht nu dat iedereen zich op tekenwerk had gestort. Dit was het moment waarop de wereld gewacht had ; euforie maakte zich van hem meester. Nu zou de tekenaar de ware held worden, nu kon de tekening aantonen hoe kwaliteit en talent ontstaan. Eer zou eenvoudig tot stand komen, weinig was er nodig om de hogere lagen van de tekenmaatschappij te bereiken. Met talent, creativiteit, beeldend vermogen en vooral passie was de weg naar de top een schets, een snelle activiteit, ontegenzeggelijk dynamisch in proces. Spaanders, gumsporen, slijpsel, streken vuig en veeg, sporen smal en breed: alles is geoorloofd. Snelle bewegingen, korte staccatostreepjes , heftige halen, vette partijen volvlak, zwaar aangezette gevulde schaduwgebieden. Tekenen als levensstijl, als communicerende factor tussen de mensen, de wereld is er door veranderd. Een enorme

Over Ver Staand GETEKEND GETEKEND GETEKEND

Dicht

30 \\ OnOff 26 - Getekend

Liggend


verplaatsing, verschuiving en verwisseling van maatschappelijke lagen vindt er plaats. Niets is meer hetzelfde, de grote praters, het verheven volk, de gezellige keuvelaars, de onnozele bazelaars, weinig is er meer van over. De tekenaars hebben het voor het zeggen, al tekenend glijdend en omhoog vallend binnen de maatschappij. Het grote tekentalent eenzaam aan de top, de niet-getalenteerde n onderaan de tekenladder bungelend en zwetend kluivend aan hun tekengerei. Getekend meesterschap, de trots van de tekenende bovenklasse viert hoogtij, het verkreukelde blazoen flink opgepoetst, de getekende inborst fier naar voren. Kijk ons eens, wij zijn de tekenende stripfiguren van de bovenste plank. Lang leve de tekenaars, getekende illusie-illustratie. Wakker worden geschud is vervelend, een koude douche is ook niet bepaald fijn als je heerlijk onder de wol ligt, een schot hagel is lastig om eruit te peuteren. Überhaupt is ontnuchtering vanuit een illusie niet echt fijn; dat tekenaars de macht zullen krijgen is een heerlijke gedachte maar wel ver gegrepen. Heel even, de waan van de mogelijkheid is lachwekkend en stelt je gerust dat het

zo ver toch nooit zal komen. Ik wil het me niet eens voorstellen, alleen de gedachte al maakt me onpasselijk. Zoveel dominantie voor het tekenend vermogen van de natie, dat kan echt niet. Ik ben behoorlijk ruimdenkend, maar er zijn grenzen, duidelijke keiharde grenzen en die zijn er echt niet voor niets! Die staan ergens voor, die geven aan waar je mag gaan en staan. Die grenzen zijn getekend, die staan zwartop-wit, op kaart in dikke lijn aangegeven. Niet te missen! Maar is dat nu werkelijk zo? Mis ik de begrenzing als deze wegvalt? Of zie ik de begrenzing alleen door de ogen van mijn eigen beknotting bij de ander? Kijkend, spiedend, oplettend, nauwgezet probeer ik het gelaat van de ander samen te vatten in mijn geheugen. Ik kijk door mijn ogen in de ogen van een ander en een beeld van herinnering aan de ander doemt in mij op. Tergend langzaam lijkt het te gaan, wat ik zie in de poppetjes van andermans ogen zijn tekenen van verlies en winst. Van vreugde en leed, tekenen van verval en hoogmoed samengebald in een vurige wanhopige blik. Getekend door het leven, de diepe halen, de grote plooien, de enorme kloven, de rimpels van tijd zichtbaar op het gelaat. De gedoofde blik, die asgrauwe kleur van afscheid en weemoed over het bestaan. Teken van verdriet en teloorgang, kansen die voorbij zijn gegaan. Sprongen niet gewaagd, de mislukking altijd beschouwd als verlies. Treurig teken van spijt in tijd. In schril contrast met de blik in de ogen van een kind, zo volmaakt gelukkig, v ol vuur, geen teken van enige begrenzing te herkennen. Open voor alle mogelijkheden die zich aandienen, tot het moment dat de tekenaars de grenzen gaan tekenen. Dan moet het gaan oppassen voor wat er teloor kan gaan. ‘Let Op!’, roept het waarschuwingsteken. ‘STOP!’, waarschuwt het gebodsteken. ‘Één Richting’, wijst het teken. Betekenis getekend hoeft niet altijd te worden opgevat als bevestiging van de regels die we samen hebben bedacht. Het omgekeerde kan ook! Niet waar?! Achteloos neem ik de rotonde linksom… het beeld vertekend.

OnOff 26 - Getekend // 31



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.