OK Operationeel 02 2017 (LVO)

Page 1

Magazine voor operatieassistenten en anesthesiemedewerkers NR. 2 / mei 2017 / JA ARGANG 12

ONZE OK Meekijken met Els van Eeuwijk-van Rooij van het Mรกxima Medisch Centrum > Verslag LVO-congres 2017 > Crew resource management onderzocht > Nieuwe apparatuur, en nu?


No two patients are the same

Personalized Pressure™ Technology A.T.S.® 2200 & A.T.S.® Tourniquet Systems The only tourniquet system on the market with a calculated response for Personalized Pressure Technology. No two patients are the same – that’s why our market-leading tourniquet system treats every patient with precise, Personalized Pressure Technology. •

Delivers minimum tourniquet pressure at a specific time, with a specific cuff for a specific patient limb

Lower tourniquet cuff pressure reduces post-operative wound complications after TKA1

Applying lower tourniquet pressure has been found to result in less post-operative pain2

Personalized Pressure Technology helps minimise the risk of nerve-related injuries3

www.zimmerbiomet.nl 1. Olivecrona C, Ponzer S, Hamberg P, Blomfeldt R. Lower Tourniquet Cuff Pressure Reduces Postoperative Wound Complications After Total Knee Arthroplasty. Journal of Bone & Joint Surgery; 94; 2216-21 2. Worland, RL; Arredondo, J; Angles, F; Lopez-Jimenez, F; Jessup, DE: Thigh pain following tourniquet application in simultaneous bilateral total knee replacement arthroplasty. J Arthroplasty. 12(8):848 – 52,1997. 3. Noordin S, McEwen JA, Kragh JF Jr, Eisen A, Masri BA. Surgical tourniquets in orthopaedics. J Bone Joint Surg Am. 2009 Dec;91(12):2958-67.


inhoud

colofon­ OK Operationeel is het vakblad voor operatie­ assistenten en anesthesiemedewerkers. Het wordt gemaakt door uitgeverij Y-Publicaties in samenwerking met de LVO (Landelijke ­Vereniging van Operatieassistenten) en verspreid onder alle LVO-leden. Verdere verspreiding vindt plaats onder alle OK-afdelingen in ­Nederlandse ziekenhuizen, particuliere klinieken en ­opleidingscentra. Redactie Hoofdredacteur: Menno Goosen, ­okoperationeel@y-publicaties.nl Redactiecoördinator LVO: Hennie Mulder, ­operationeel@lvo.nl Uitgeverij Y-Publicaties Postbus 10208 1001 EE Amsterdam 020-520 60 77 info@y-publicaties.nl www.y-publicaties.nl Kijk ook op onze website www.oknieuws.nl Uitgever: Ralf Beekveldt Eindredacteur: Marloes van Hoorn Beeldredacteur: Menno Goosen Tekstcorrector: Marijn Mostart Ontwerp: Annelies van Turnhout Opmaak: Thomson Digital Opmaakbegeleiding: impaginator.nl Druk: BalMedia Advertenties Cross Media Nederland BV 010-742 19 42 gezondheidszorg@crossadvertising.nl www.crossmedianederland.com Abonnementen SP Abonneeservice Postbus 105 2400 AC Alphen a/d Rijn 0172-476 085 info@spabonneeservice.nl Toezending van OK Operationeel is voor LVO-­ leden onderdeel van hun lidmaatschap. Voor niet-leden gelden de volgende abonnements­ prijzen: jaarabonnement € 65,50; los nummer € 8,50; abonnement buiten Nederland € 82,50. Alle prijzen zijn inclusief btw en ver­ zendkosten. Prijswijzigingen voorbehouden. Opzegging betaalde abonnementen: schriftelijk, uiterlijk twee maanden voor afloop van de abonnements­periode. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. © 2017 OK Operationeel Niets uit deze uitgave mag worden gerepro­ duceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich aanbevolen. ISSN 1872-6712

16

LVO-congres 2017: ‘on the move’

De vroegere operatiezuster en de modernste technieken: ze kwamen allemaal aan bod op het congres van de veertigjarige LVO, met als thema ‘on the move’.

22

Implementatie OK-technologie

Wat gaat goed en wat kan beter bij de implementatie van nieuwe OK-apparatuur? En wat vinden operatieassistenten belangrijk? Dit is middels een enquête onderzocht.

26

Crew resource management

Promotieonderzoek laat zien: crew resource management is veelbelovend, maar volledige integratie in de dagelijkse patiëntenzorg is nog een uitdaging.

en verder 4 Redactioneel

OK Operationeel wordt mede ­mogelijk ­gemaakt door:

4 Nieuws 12 Onze OK 30 LVO-nieuws

NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 3


Tekst: Menno Goosen

Beste lezer,

V

eertig jaar LVO en nog altijd ‘on the move’. Met deze titel op het bomvolle programmaboekje werd begin maart het 31ste LVO-congres gehouden in Ede. Voor studenten Jitte Valckx en Caroline Widdershoven was het congres helemaal bijzonder. Zij ontvingen de Young Professional Award voor hun afstudeerscriptie ‘We tellen weer mee!’ over het tellen van instrumenten en gazen op de OK. Een ander bijzonder moment was de presentatie van het tiende en tevens laatste deel van de Werken in de OK-serie. Hennie Mulder, penningmeester van de LVO en bestuurslid media, reikte het uit aan Paul Meijsen, docent operatieve zorg en technieken. Ook Ron op de Weegh van Van Straten Medical ontving een exemplaar voor zijn medewerking aan de serie. In dit nummer van OK Operationeel lees je een uitgebreid verslag van het congres. Verder in dit nummer: chirurg en vlieger dr. Marck Haerkens onderzocht of crew resource management het functioneren van hoogkritische teams verbetert. Conclusie: het is veelbelovend, maar volledige integratie in de dagelijkse patiëntenzorg is nog een uitdaging.

nieuws

Onderzoek naar aorta-aneurysma met levend weefsel Het VUmc doet tegenwoordig met levend aortaweefsel onderzoek naar aneurysma’s. Dit levert veel kennis op en dringt het gebruik van proefdieren terug. Vaatchirurg in opleiding en onderzoekscoördinator dr. Kak Khee Yeung van het VUmc en haar onderzoeksteam hebben een techniek ontwikkeld waarmee ze aortaweefsel in kweek meer dan drie maanden buiten het lichaam in leven kunnen houden. Daarnaast creëren ze uit huidbiopten binnen twee weken gladde spiercellen. Deze gladde spiercellen tonen grote gelijkenis met de cellen waaruit de aorta is opgebouwd. In deze spiercellen zoeken de onderzoekers naar nieuwe genetische mutaties die het aneurysma kunnen veroorzaken. Dit was eerder niet mogelijk, aangezien deze specifieke genetische mutaties alleen in de gladde spiercellen van de aorta kunnen worden aangetoond. Er wordt al jaren onderzoek gedaan naar de oorzaak van het aorta-aneurysma. Bloedonderzoek en onderzoek in dood aortaweefsel heeft echter niet tot een medicijn geleid om aneurysma’s te voorkomen. Om deze reden is onderzoek met levend aortaweefsel erg belangrijk. Momenteel worden er vooral proefdiermodellen gebruikt, zoals genetisch gemanipuleerde muismodellen met een aorta-aneurysma. Ongeveer 5 procent van de mensen boven de 65 jaar heeft een aneurysma in de buik zonder het te weten. Tot nu toe is een operatie de enige behandeling om te voorkomen dat het aneurysma scheurt.

We wensen je veel leesplezier! Menno Goosen Hoofdredacteur OK Operationeel okoperationeel@y-publicaties.nl

Illustratie: Shutterstock

Hennie Mulder Redactiecoördinator LVO operationeel@lvo.nl

4 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017


Hoogwaardigheid in moderne cementeringstechniek

De snelle en eenvoudige weg naar optimaal botcement

PAL

STAN DEN ÂŽ DA

www.heraeus-medical.com

ACOS

D AR

DE GO U

Bewezen PALACOSÂŽ R+G ready-to-mix voor standaard primaire gewrichtsvervangende ingrepen Veilige en contactvrije hantering van de cementbestanddelen Tijdsbesparend mengen


Heeft u nieuws?

@

okoperationeel@y-publicaties.nl

Het actueelste OK-nieuws: www.okvisie.nl

6 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

Borstreconstructie verkleint kans op lymfoedeem

Foto: Shutterstock

Een goede voorbereiding helpt kinderen minder bang te zijn voor een operatie. Het Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis start daarom een project waarin virtual reality (VR) wordt gebruikt om de kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden. Jaarlijks ondergaan ongeveer zesduizend kinderen een operatie onder algehele narcose in het Sophia Kinderziekenhuis. Circa 70 procent van de kinderen is angstig voor de ingreep. Ook voor de ouders is dat stressvol. Angstige kinderen zijn vaker onrustig, huilen meer en werken minder goed mee na de operatie dan kinderen die minder bang zijn. Meer angst leidt ook tot meer pijn na de operatie en mogelijk tot meer pijnstillers dan nodig. Daarnaast herstellen angstige kinderen minder snel van de operatie dan niet-angstige kinderen. Onderzoekers van het Erasmus MC willen VR inzetten om kinderen te laten wennen aan ruimtes van het operatiecomplex (wachtkamer, operatiekamer en uitslaapkamer) en aan de anesthesieprocedure. In de VRbril ziet het kind dan de ruimtes waar het komt. Ook leggen een virtuele verpleegkundige en een virtuele anesthesioloog uit wat er gaat gebeuren. De VR-omgeving is realistisch, interactief en kindvriendelijk. Het kind kan zelf de verschillende kamers bekijken en dingen ontdekken. De onderzoekers verwachten dat kinderen hierdoor meer ontspannen de operatie ingaan.

Illustratie: Shutterstock

Voorbereiding op operatie met virtual reality

Er zijn sterke aanwijzingen dat een borstreconstructie na borstkanker de kans op lymfoedeem van de arm verkleint. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van plastisch chirurg in opleiding Tiara Lopez Penha. Jaarlijks worden ongeveer dertienduizend vrouwen gediagnosticeerd met borstkanker. Van hen ontwikkelt 6 tot 43 procent lymfoedeem. Het onderzoek van Lopez Penha laat zien dat lymfoedeem grote impact heeft op de kwaliteit van leven van patiënten, zowel op fysiek als sociaal en psychisch vlak. Veel medische professionals blijken echter lichtvoetig met deze complicatie om te gaan. Een borstreconstructie na borstkanker kan naar verwachting bijdragen aan het voorkomen van deze complicatie. Lopez Penha laat namelijk zien dat bij vrouwen die een borstre-

constructie ondergaan lymfoedeem minder vaak voorkomt. Daarnaast toont zij aan dat nieuwe chirurgische behandelingen het beschadigde lymfesysteem wellicht kunnen herstellen. Dat zou bijvoorbeeld kunnen met supramicrochirurgie. Deze techniek zou betere aansluitingen kunnen maken van het veneuze systeem op het systeem van lymfevaten. Lopez Penha pleit voor verder onderzoek naar lymfoedeem van de arm na de behandeling van borstkanker. ‘Op dit moment wordt lymfoedeem na de behandeling van borstkanker behandeld met het masseren van de arm en het dragen van een kous, wat voor de patiënt sterk invaliderend is. Hoewel de patiënt is genezen van borstkanker ondervindt zij nog steeds hinder van de behandeling.’


Tekst: Menno Goosen

nieuws

Foto: Shutterstock

De multitraumapatiënt vergrijst

Bijna de helft van de multitraumapatiënten is tegenwoordig een oudere patiënt. De grootste groep patiënten is tussen de 75 en 90 jaar. Dat is een belangrijke bevinding van traumachirurg Koen Lansink, die promoveerde aan de Universiteit van Utrecht. Ouderen hebben bovendien andere verwondingen dan jongeren; zij hebben vaker letsel aan het hoofd, de borstkas en de wervelkolom, terwijl buikletsel veel minder vaak voorkomt. Voor zijn proefschrift Trauma Systems, An Era of Development heeft Lansink de gegevens van bijna zestigduizend patiënten in de periode 2010-2014 geanalyseerd. Hij maakt inzichtelijk hoe de verbetering van het traumasysteem de uitkomst van zorg positief heeft beïnvloed. Zo is de kans op sterfte voor traumapatiënten in een level 1-traumacentrum met 26 procent gedaald. Momenteel overleeft 98 procent van de patiënten een trauma. ‘Dat maakt dat wij onze focus deels moeten verleggen naar hoe de patiënt

overleeft’, stelt Lansink. Via een vervolgstudie wil hij beter inzicht krijgen in de gevolgen van een trauma. Met zijn proefschrift toont Lansink aan dat de zorg voor de oudere patiënt steeds belangrijker wordt. ‘Het aantal oudere traumapatiënten neemt sneller toe dan de trend van de vergrijzende bevolking.’ Lansink heeft hiervoor een verklaring: ‘Mensen zijn langer actief, hebben meer vrije tijd dan vroeger en verkeren in een betere conditie. Echter, de jaren tellen wel. Daardoor hebben incidenten bij ouderen grotere consequenties dan bij jongeren. Gevolg is dat de komende jaren de behoefte groeit naar ziekenhuisbedden op de afdeling Traumatologie. De trend dat er minder bedden nodig zijn in ziekenhuizen geldt dus niet voor de oudere traumapatiënt.’ Lansink vergeleek patiënten die rechtstreeks naar een level 1-centrum werden gebracht met patiënten die eerst in een level 2- of 3-ziekenhuis werden opgevan-

gen en daarna toch werden overgeplaatst naar een level 1-centrum. Uitkomst is dat de kans op overlijden voor de overgeplaatste groep hoger is dan voor patiënten die direct in een level 1-centrum werden behandeld. ‘Op dit gebied is dus nog veel winst te boeken’, aldus Lansink. Hij heeft becijferd dat circa 40 procent van de traumapatiënten niet op de goede plek terechtkomt. ‘Dat kan worden verbeterd door de traumazorg verder te concentreren. Door bijvoorbeeld in Nederland één plek aan te wijzen voor de behandeling van levensgevaarlijk gewonde patiënten. Die moeten dan met een helikopter worden vervoerd.’ Lansink heeft ook onderzocht wat de meest voorkomende doodsoorzaken bij traumapatiënten zijn. Dat zijn neurotrauma (59,9 procent) en verbloeding (12,9 procent). Lansink: ‘Door de jaren heen zien we een afname van de sterfgevallen door verbloeding en een toename door neurotrauma.’

NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 7


Steeds meer oudere patiënten ondergaan een operatie. Ook het aantal operaties bij oudere patiënten wegens dikkedarmkanker of vaatlijden groeit snel. Chirurg in opleiding Jelle Raats bestudeerde delier na deze operaties voor zijn promotieonderzoek in het Amphia. Uit het onderzoek van Raats is gebleken dat een delier in 15 procent van de gevallen voorkomt bij 65-plussers die een operatie ondergaan voor vaatlijden of dikkedarmkanker. De kans op overlijden na een delier is groot: 20 procent van de patiënten die een delier krijgen overlijdt binnen een halfjaar, tegen 3 procent zonder delier. Opvallend is ook dat de gekozen operatietechniek belangrijk is voor het risico op een delier. Een delier komt minder vaak voor bij patiënten die een laparoscopie bij dikkedarmkanker ondergaan: 8 procent. Bij de open operaties ontstaat bij 20 procent van de patiënten een delier. Uit het onderzoek kwamen ook factoren naar voren die de kwetsbaarheid van de oudere patiënt beïnvloeden. Dit zijn bijvoorbeeld voeding en diens geestelijke en fysieke conditie. Naar aanleiding van de onderzoeksuitkomsten heeft het Amphia een speciale polikliniek geopend op de afdeling Chirurgie:

Foto: Amphia

Amphia onderzoekt delier bij vaatchirurgie en dikkedarmkanker

Op de foto: Chirurg in opleiding Jelle Raats.

de 70-PLUS poli. Mensen die een dikkedarm- of vaatoperatie moeten ondergaan krijgen ruim van tevoren een compleet programma om fysiek en mentaal fitter te worden. Het team bestaat uit chirurgen, maag-darm-leverartsen, fysiotherapeuten, diëtisten en geriaters.

ZGT introduceert hyperbare zuurstoftherapie voor wondbehandeling Vanaf 2018 biedt ziekenhuis ZGT hyperbare zuurstoftherapie aan in een zogenaamde ‘hyperbare zuurstofkamer’. Deze kamer is bedoeld voor het behandelen van complexe wonden. Door een combinatie van hoge luchtdruk en een hoog zuurstofgehalte groeien moeilijk te genezen wonden sneller dicht. Patiënten nemen plaats in een speciaal ontworpen drukkamer. Gedurende het proces wordt de luchtdruk in de kamer verhoogd. Door een kapje ademen ze zuurstof in. ‘Dit versterkt het weefsel van binnenuit’, aldus vaatchirurg en medisch leider dr. J.G. van Baal. ‘Dat bevordert het genezingsproces van verschillende soorten wonden sterk.’ De hyperbare zuurstoftherapie biedt uitkomst voor specifieke gevallen van een diabetische voetwond (ulcus), letsel na ernstige infecties of vergiftigingen, huidbeschadigingen na radiotherapie en traumaletsels. Meerdere specialismen binnen het ZGT zullen gebruikmaken van de hyperbare zuurstofkamer. Momenteel zijn de voorbereidingen in volle gang. Van Baal: ‘Ons centrum voor hyperbare zuurstoftherapie, onderdeel van het centrum voor complexe wondzorg, wordt opgezet in nauwe samenwerking met de collega’s van het 8 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

Admiraal De Ruyter Ziekenhuis in Goes. Zij hebben door jarenlange ervaring grote expertise opgebouwd met hyperbare zuurstoftherapie. Wij lopen landelijk voorop met kennis en kunde over de behandeling van de diabetische voetwond. Door uitwisseling van expertise gaan wij de complexe wondzorg voor onze patiënten nog verder verbeteren.’ Op de foto: Binnenzijde van de IHC Hytech hyperbare zuurstofkamer, gesitueerd in het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis, Goes.


nieuws

Tekst: Menno Goosen

Dagchirurgie valt patiënten vaak tegen

Een operatie waarbij de patiënt dezelfde dag naar huis kan, blijkt veel mensen zwaarder te vallen dan ze vooraf verwachtten. Dat concludeert anesthesioloog Björn Stessel in zijn proefschrift Patient centered care after day surgery: scope for improvement. Uit zijn studie blijkt onder meer dat slechts 17 procent van de patiënten vier dagen na een dagbehandeling goed hersteld is. Een derde van de patiënten met matige tot ernstige pijn verzuimt daarnaast geheel of gedeeltelijk pijnstillende medicatie te nemen. ‘Die zorg kan dan ook veel beter’, aldus Stessel. ‘Goede voorlichting is daarbij van essentieel belang.’ Meer dan de helft van alle operaties vindt tegenwoordig plaats in een dagbehandeling. Stessel verrichtte zijn onderzoek bij meer dan duizend patiënten die verschillende chirurgische ingrepen in dagbehandeling ondergingen. Vier dagen na de operatie werden de kwaliteit van herstel en de mate van pijn vastgesteld.

De resultaten bleken weinig positief. Bij het verwijderen van de galblaas bleek bijvoorbeeld geen enkele patiënt goed hersteld te zijn; bij 65 procent was zelfs sprake van een slecht herstel. En ook een schouderoperatie of een op het eerste gezicht eenvoudige ingreep zoals het verwijderen van schroeven en plaatjes liet vaak een slecht herstel zien. Een laryngoscopie of hysteroscopie bleek patiënten dan wel weer mee te vallen. Veel patiënten rapporteerden vier dagen na de dagbehandeling tevens matige of hevige pijn. Schouder-, bot- of tandoperaties vielen in negatieve zin op, evenals weer het verwijderen van schroefjes. Stessel onderzocht hoe trouw deze patiënten hun voorgeschreven medicatie namen. Bijna één van de drie mensen neemt de pijnstillers niet volgens voorschrift; een gedeelte verzuimt de medicatie volledig te nemen. ‘Reden te meer om de kwaliteit van herstel en pijnbestrijding na dagchirurgie te verbeteren’, zegt Stessel. De promovendus werkte aan een model om te voorspellen welke patiënten de grootste kans lopen op matige tot hevige pijn. ‘Bij deze mensen kun je extra maatregelen nemen’, zegt Stessel. ‘Zo kun je ze beter opvolgen door meer contactmomenten in te plannen of hun hulpmiddelen bieden om het slikken van pijnmedicatie te verbeteren.’ De promovendus werkt momenteel ook aan het verbeteren van de pijnmedicatie zelf: ‘De gouden standaard is nu een combinatie van paracetamol en ontstekingsremmers, zoals ibuprofen. Vanwege eventuele bijwerkingen van laatstgenoemde middel is dit niet de meest ideale combinatie. We zoeken nu naar betere alternatieven. Alles met als doel om de zorg na dagchirurgie te verbeteren.’

Een gebroken scafoïd, een botje net onder de duim, is moeilijk te behandelen. Tweedimensionale beelden van de breuk zijn namelijk onbetrouwbaar. Daarom ontwikkelde onderzoeker in het AMC Paul ten Berg een 3D-techniek gebaseerd op CT-beelden. Dat heeft geleid tot nieuwe inzichten over scafoïdfracturen. Een gebroken scafoïd is een van de meest voorkomende botbreuken in de pols. Vaak geneest een dergelijke breuk niet goed, wat kan leiden tot een chronische fractuur waarbij het bot vervormt. Voor een handchirurg is de ernst hiervan vaak moeilijk te beoordelen

op basis van tweedimensionale beelden. Het is onduidelijk hoe deze gecorrigeerd moeten worden om bruikbaar te zijn bij een operatie. Ten Berg ontwikkelde samen met de afdelingen Biomedical Engineering and Physics en Plastische, Reconstructieve en Handchirurgie een nieuwe 3D-techniek gebaseerd op CT-beelden. Hiermee is de vervorming beter te bekijken en te meten. Ten Berg ontdekte ook dat de botfragmenten in een chronische scafoïdbreuk in een vast patroon vervormen. Er ontstaan extra botuitsteeksels: osteofyten. Om het bot in de oude staat te krijgen, moet de chirurg de

Illustratie: Shutterstock

3D-beelden helpen bij herstel polsbotje

botfragmenten op de goede plaats zetten en de osteofyten geheel of gedeeltelijk verwijderen. Hoe langer het duurt voordat hij opereert, hoe erger de vervorming is en hoe groter de kans op artrose in de pols. NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 9


Illustratie: Shutterstock

Herstel na slokdarmkankeroperatie kan sneller

Het UMC Utrecht is gestart met een nieuwe behandeling na een operatie vanwege slokdarmkanker. Patiënten worden gestimuleerd om dezelfde avond nog te starten met oefeningen in

bed en iets te eten. De dag na de operatie worden patiënten al daadwerkelijk uit bed gehaald. Uit onderzoek blijkt dat patiënten dan sneller herstellen en tot 30 procent minder kans hebben op complicaties. Patiënten die een operatie ondergaan vanwege slokdarmkanker worden normaal gesproken tijdens en na de operatie beademd, krijgen een voedingssonde en verblijven enkele dagen op de intensive care. Vaak blijven deze patiënten ongeveer twee weken in het ziekenhuis, waarna zij verder thuis herstellen. Door de nieuwe manier van behandelen kunnen patiënten vijf tot zeven dagen eerder naar huis. Juist de behandelingen uit voorzorg, zoals het beademen van een patiënt, zorgden nogal eens voor complicaties, zoals een longontsteking. Oncologisch chirurg professor Richard van Hillegersberg: ‘In een aantal buitenlandse ziekenhuizen hebben ze veel ervaring met het achterwege laten van behandelingen “uit voorzorg”. Dat leverde een sterke daling van het aantal complicaties op.’ Inmiddels zijn in het UMC Utrecht enkele patiënten op deze manier geopereerd. Ze worden bijvoorbeeld al op de operatiekamer van de beademingsappa-

ratuur gehaald. Ook krijgen patiënten dezelfde dag nog iets te eten aangeboden in de vorm van een ijsje in plaats van sondevoeding. Verpleegkundig specialist Carlo Schippers: ‘Dat was twee jaar geleden ondenkbaar. We doen van alles om patiënten na zo’n lange operatie rustig te laten herstellen. Nu blijkt dat het lichaam prima in staat is om te herstellen zonder al die “onnodige ingrepen”. De belangrijkste winst voor patiënten is minder complicaties en sneller herstel.’ Patiënten volgden al een programma waardoor ze zo fit mogelijk startten met de operatie. Schippers vindt dit een waardevolle aanvulling. ‘Patiënten kunnen vijf tot zeven dagen eerder naar huis, om daar verder te herstellen. Hoewel het zwaar is om direct na een operatie uit bed te moeten komen en oefeningen te doen, horen we van patiënten terug dat ze het als prettig ervaren zelf ook een bijdrage te kunnen leveren aan een optimale behandeling en optimaal herstel.’ Jaarlijks krijgen ongeveer 2500 patiënten de diagnose slokdarmkanker. Dit aantal neemt nog steeds toe. Van deze groep patiënten komt ongeveer een derde in aanmerking voor een operatie gericht op genezing.

OK Nieuws en OKBlog fuseren tot OK Visie OK Nieuws en OKBlog gaan als naam verdwijnen, maar blijven qua inhoud bestaan. Beide websites fuseren tot het nieuwe platform. De nieuwe website is te vinden op www.okvisie.nl.

10 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017


Tekst: Menno Goosen

Onderzoek verbetert prognose darmkanker

Cognitieve achteruitgang na ­hersenoperatie te ­voorspellen

Foto: Shutterstock

Foto: Shutterstock

Chirurg-oncoloog Jeroen Vogelaar identificeerde voor zijn promotieonderzoek welke risicofactoren een mogelijke terugkeer van darmkanker beter kunnen voorspellen. Hij baseert zijn proefschrift op jarenlang onderzoek onder honderden darmkankerpatiënten met stadium 2-darmkanker bij wie geen uitzaaiingen in de lymfeklieren waren vastgesteld. Momenteel bepalen voornamelijk uitzaaiingen in de lymfeklieren of er na een darmkankeroperatie nabehandeling met chemotherapie volgt. In de praktijk blijkt echter dat bij 15 tot 30 procent van de patiënten de ziekte binnen vijf jaar terugkeert, terwijl er in eerste instantie geen sprake was van uitzaaiingen in de verwijderde lymfeklieren. Vogelaar richtte zich in zijn onderzoek daarom op het identificeren van risicofactoren die een mogelijke terugkeer van de ziekte kunnen voorspellen. Hij keek naar klinische, pathologische en moleculaire factoren van tumoren in de dikke darm, bijvoorbeeld het aantal lagen van de darmwand waarin de tumor groeit en de aanwezigheid van een perforatie. Het blijkt dat de kans op terugkeer van darmkanker bij de aanwezigheid van twee of meer risicofactoren net zo groot is als de kans op terugkeer bij uitzaaiingen. ‘Het aantal risicofactoren is daarom iets voor de behandelaar om mee te wegen in de besluitvorming’, concludeert Vogelaar. ‘Mogelijk is het in sommige gevallen toch verstandig om na te behandelen met chemotherapie, ook al zijn er geen uitzaaiingen.’ Vogelaar deed in zijn proefschrift eveneens onderzoek naar een nieuwe methode om lymfeklieren te onderzoeken. De eerste uitkomsten hiervan zijn hoopgevend. Daarnaast onderzocht hij de rol van anesthesie bij een operatie op een tumor in de dikke darm. Op beide gebieden is nog aanvullend onderzoek nodig.

nieuws

Communicatiepatronen in de hersenen kunnen cognitieve problemen één jaar na een hersenoperatie voorspellen. Dit blijk uit onderzoek van het VUmc CCA/Hersentumorcentrum, Amsterdam Neuroscience en het VUmc MEG-centrum. Bij primaire hersentumoren of (andere) hersenbeschadigingen die epilepsie veroorzaken wordt vaak gekozen voor resectie. Soms ontstaan na deze operatie cognitieve problemen, bijvoorbeeld geheugenverlies, die voorafgaand aan de operatie nog moeilijk te voorspellen zijn. Het onderzoek liet zien dat een abnormale toename van communicatie in de hersenen wijst op toekomstige cognitieve achteruitgang. Vooral die tussen de hubs, de meest verbonden gebieden. Als er een beschadiging ontstaat in de hersenen, wordt de communicatie omgeleid en kan een te grote druk op de hubgebieden ontstaan. Die veroorzaakt uiteindelijk cognitieve problemen. Het Nederlandse spoorwegnet biedt een mooi voorbeeld van deze theorie. Stel je een defecte trein tussen Apeldoorn en Deventer voor, waardoor andere treinen tussen deze stations worden omgeleid. Dit veroorzaakt een toename van treinverkeer naar omliggende treinstations als Arnhem, die mogelijk tot vertraging van de regulier geplande treinen in allerlei richtingen leidt. Als de defecte trein nu was gestrand tussen bijvoorbeeld Amsterdam Centraal en Utrecht Centraal, kan zich nog een veel groter, sneller patroon van vertraging en uitvallende treinen ontwikkelen. Voor de studie ondergingen 28 patiënten met een hersenbeschadiging voorafgaand aan hun operatie magneet-encefalografische opnames. Daarmee werd een unieke registratie van de hersenactiviteit gemaakt. Hun cognitief functioneren werd getest met een neuropsychologisch onderzoek preoperatief en één jaar postoperatief. Een toenemende communicatiedruk op de hubs bleek te kunnen voorspellen welke patiënten cognitieve problemen ontwikkelden na de operatie. Deze resultaten moeten nog worden bevestigd in groter onderzoek dat het VUmc Hersentumorcentrum reeds heeft opgezet. Mogelijk wordt in de toekomst hersenactiviteit als voorspeller meegenomen in de beslissing om wel of niet te opereren, of wordt bijvoorbeeld geprobeerd de hubregio’s te sparen bij een operatie.

NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 11



onze

ok

Meekijken met Els van ­Eeuwijk-van Rooij van het Máxima Medisch Centrum

Tekst: Marloes van Hoorn

Foto’s (inclusief cover): Ivonne Zijp

Wij zijn trots … … dat ons ziekenhuis nieuwe ontwikkelingen snel oppikt. Als personeel worden we daar nauw bij betrokken en samen proberen we ze vorm te geven. In het begin is er regelmatig wat tegengas, maar dat werkt stimulerend en uiteindelijk zet iedereen zijn schouders eronder. De fusieperiode – het Diaconessenhuis en Sint-Josephziekenhuis fuseerden in 2002 tot het Máxima Medisch Centrum – was een zware tijd, vooral vanwege het enorme cultuurverschil. Maar inmiddels hebben de meesten van ons hun draai gevonden en werken we met veel plezier op beide locaties. De samenwerking met de collega’s van de anesthesie is ook iets om trots op te zijn.

ontwikkelingen, de afwisseling, de mensen en het teamgebeuren blijft het een uitdaging. Mijn belangrijkste doel is een leerzame en gezellige samenwerking, want een operatieassistent doet veel meer dan instrumenteren, assisteren en omlopen. Samen met je collega’s iets neerzetten waar je trots op bent geeft enorm veel energie.

LVO-lid … … ben ik al sinds de oprichting van de vereniging in 1977. Ik vind het belangrijk om georganiseerd te zijn, omdat een beroepsvereniging zitting heeft in landelijke besprekingen. We hebben pas een beroepsprofiel sinds 2012 en er moet nog heel veel gebeuren.

We beginnen ’s morgens ...

… met een kopje koffie en een gezamenlijke briefing. Die betreft vooral wijzigingen in het programma, bijzonderheden, zieken en knelpunten. Op alle OK’s wordt voorafgaand aan elke sessie het programma even kort doorgesproken. Dit om verrassingen en onnodig oponthoud te voorkomen. Het gehele team is hierNa 43 jaar op de OK … … werk ik nog steeds met veel plezier. We bij aanwezig. Ik moet eerlijk zeggen dat de anesthesie dit goed hebben een prachtig vak. Door alle nieuwe voorbereidt. Helaas denken sommige operateurs nog te veel per ingreep, terwijl wij juist wat zaken vooruit willen regelen. Het begint natuurlijk al met een goede omschrijving van de geplande ingreep. Dat vraagt wat extra aanWie: Els van Eeuwijk-van Rooij. dacht van de operateur, want ingrepen Wat: Allround operatieassistent en langst zittend LVO-lid. zijn standaard gekoppeld aan coderingen. Waar: Máxima Medisch Centrum, een groot perifeer ziekenhuis De briefing aan het einde van een sessie waar 23.000 ingrepen per jaar plaatsvinden op locaties Veldhoven en schiet er nog wel eens bij in, maar als er daarnaast Eindhoven, met voornamelijk electieve ingrepen en in het iets is voorgevallen wordt daar zeker tijd weekend gesloten. en ruimte voor gemaakt. NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 13


Iedereen neemt de stopmomenten heel serieus De stopmomenten … … worden bij elke ingreep consequent gehanteerd. Ook hierin neemt de anesthesie het voortouw. Het gehele operatieteam is hierbij aanwezig. Sommige operateurs moeten we nog steeds aan hun jas trekken, maar iedereen neemt de stopmomenten heel serieus. De patiëntveiligheid staat hierbij centraal, maar een goede communicatie op deze momenten kan onnodige deurbewegingen voorkomen. De grote programma’s met de kortdurende ingrepen vragen extra aandacht.

Elk specialisme … … heeft vaste vakcoördinatoren. Zij zorgen voor de zichtzendingen, de speciale bestellingen en het opleiden van de leerlingen. Ook controleren zij ruim van tevoren de programma’s. Slechts een paar mensen zijn geclusterd. De rest is allround. Zelf heb ik heel bewust altijd gerouleerd, ook als vakcoördinator. Dat heeft me een goede basis opgeleverd, die ik nu als parttimer goed kan gebruiken.

Ondanks onze zelfsturende teams … … is er wel iemand nodig die het overzicht houdt. Helaas is de leiding van de OK steeds meer belast met ziekenhuisbrede taken, waardoor zij steeds verder van de werkvloer af komt te staan. De operatieassistent krijgt ook steeds meer neventaken zoals de personele planning, het dienstrooster en allerlei commissies.

Werkbesprekingen … … waren niet verplicht, maar dat is veranderd omdat vaak dezelfde mensen aanwezig zijn. We moeten voortaan drie van de vier besprekingen aanwezig zijn.

Aflossen … … gebeurt in overleg. Vanwege de deurbewegingen streven we naar aflosvrij werken. De formatie is daarop aangepast. Op dit moment worden er in Eindhoven drie operatieassistenten per kamer ingedeeld en wordt er alleen tussen de ingrepen door afgelost of gewisseld van team. Degene die buitenomloop is zorgt dat alle bijkomende zaken geregeld worden en zet klaar voor de volgende dag. Hier kunnen we nog wel in groeien, want even helpen op een andere kamer kan soms handig zijn. Overzicht houden en met elkaar communiceren blijft belangrijk. Op locatie Veldhoven is aflosvrij werken gezien de duur van de ingrepen niet altijd haalbaar, maar een goede afstemming met de anesthesie scheelt zeker deurbewegingen. 14 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

We blijven bij door … ... congressen, symposia en zelfstudie. Ook worden er tijdens de anesthesistendagen bijscholingen georganiseerd. Het registreren van bevoegdheden en het bekwaam zijn wordt steeds belangrijker. Het ziekenhuis hanteert daarvoor een kwaliteitspaspoort. Momenteel ben ik samen met een paar collega’s als assessor bezig om de handelingen van bekwaamheid vast te leggen. We nemen ook praktijktoetsen af. Voor ons vak ligt daar nog heel veel werk, want het betreft nu BIGgeregistreerde handelingen, die voor de operatieassistent nog niet zijn uitgewerkt. Momenteel doorlopen we ook een traject van Medsim, met multidisciplinaire teamtrainingen gericht op menselijke factoren als vaardigheid, gedrag en communicatie.

Doorlichten … ... doen wij als operatieassistenten in principe niet. Het komt soms voor dat twee kamers tegelijk röntgen nodig hebben terwijl er geen extra laborant beschikbaar is. Er zijn operateurs met een speciale röntgen­ aantekening, en onder hun verantwoordelijkheid wordt er dan wel eens op de knop gedrukt. De röntgenlaborant zorgt tussendoor wel voor de juiste instelling.

In de toekomst … …. blijft het allroundschap hopelijk bestaan en gaan ook de vakcoördinatoren rouleren. Om ieders vaardigheden op peil te houden is een goede personele planning natuurlijk wel van belang. Als iedereen in beweging blijft, creëer je een vorm van gelijkwaardigheid die de motivatie en de samenwerking op de afdeling ten goede komt. De mensen zijn dan flexibeler en worden steeds opnieuw uitgedaagd. Dat leidt uiteindelijk tot meer kwaliteit. Toch wordt specialisatie steeds vaker besproken. De operatieassistent krijgt in zo’n situatie echter steeds meer taken toebedeeld. Ik vraag me af: in hoeverre gaan wij daarin mee? We worden nog steeds breed opgeleid, hebben nog steeds te maken met algemene ziekenhuizen en bijna overal draaien we dienst voor alle specialismen. Volgens mij is het antwoord hiermee gegeven.  ■


EfÀciënt

Veilig en

PersoonlŪke polsbandjes en labels printen op elke gewenste locatie -

OK Visie: dé portal

Dat is efÁciënt ! Medische fouten voorkomen dankzŪ het printen van barcodes -

voor de OK

Het platform voor iedereen die op de OK werkt! Met het laatste nationale - en internationale OK nieuws, blogs, vacatures en evenementen. Kom in contact met je collega's in binnen - en buitenland. OK Visie: het nieuwe OK-platform, de fusie van OK Nieuws en OKBlog. Meld je nu aan voor de nieuwsbrief!

www.okvisie.nl

Dat is veilig !

Verbeter de patiëntveiligheid met persoonlijke polsbandjes AÂeiding, onderbrekingen en hoge werkdruk zŪn risicofactoren die kunnen leiden tot identiÁcatie problemen en medische fouten. Door snel en zonder veel omslag belangrŪke informatie vast te leggen op polsbandjes en medische labels, kan de TD-2130NHC de werkdruk van medisch personeel verlagen en de patiëntveiligheid verbeteren. Het biedt ziekenhuizen en zorgorganisaties tevens de mogelŪkheid om kosten te besparen, omdat er in tegenstelling tot de meeste concurrerende producten, zowel polsbandjes als labels afgedrukt kunnen worden met dezelfde machine.

Volledig mobiel inzetbaar De machine kan als een mobiele printer op een verplaatsbare trolley gebruikt worden, of eenvoudig gekoppeld worden aan een vast werkstation.

Compatibel met TrustSense ™

VISIE

De TD-2130NHC kan gebruikt worden in combinatie met gespecialiseerde TrustSense ™ materialen van PDC, speciaal ontwikkeld voor de zorgsector. Binnen het assortiment is een ruime keuze aan diverse polsbanden en verschillende label formaten.

Meer info:brother.nl


Jaarcongres 2017

LVO veertig jaar ‘on the move’ Veertig jaar LVO en nog altijd ‘on the move’. Met deze titel op het bomvolle programmaboekje werd begin maart het 31ste LVOcongres gehouden in Ede. Er is de afgelopen veertig jaar veel in de vereniging gebeurd, zo blijkt al bij de opening. Maar ook de toekomst zal bruisend zijn.

16 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017


H

et congres van de veertigjarige LVO wordt afgetrapt door Els Eeuwijk-van Rooij (zie ook de rubriek ‘Onze OK’ op pagina 12). Zij is het langst zittende lid van de vereniging. Aan de hand van geprojecteerde foto’s vertelt zij over de ontwikkelingen die de LVO en het vak van operatieassistent sinds het begin hebben doorgemaakt. Vaak tot hilariteit van de honderden operatieassistenten in de grote zaal. Eind jaren zestig ontstond er een grote behoefte aan vakbekwaam assisterend OK-personeel, doordat ziekenhuizen zich steeds verder specialiseerden. Er werkten toen nog reguliere verpleegkundigen op de OK. De schaarste aan goed getraind OK-personeel leidde in 1969 tot de eerste opleiding voor operatieassistenten.

Dokter en zuster Rond 1974 kreeg het beroep operatieassistent zijn eigen status. Het had destijds betrekking op zowel chirurgie als anesthesie. ‘De contacten waren zeer formeel’, verhaalt Els. ‘De operateur werd aangesproken met “dokter” en de operatieverpleegkundige met “zuster”.’ Gelach in de zaal. Net als bij de foto’s van katoenen lakens, operatieschorten en dito mondkapjes. De ontwikkelingen in het vak namen een hoge vlucht. Om de belangen van operatieassistenten te behartigen richtten drie net afgestudeerde operatieassistenten in 1977 de LVO op. De eerste jaarvergadering van de vereniging – die op dat moment 150 leden telde – vond plaats op 10 december 1977. Els vertelt over haar werk in die tijd, toen ook zij LVO-lid werd: ‘Er werd gewerkt met een anesthesieapparaat met weinig extra bewaking. Doeken klemden we vast in de huid. We moesten veel meer zelf doen, zoals naaldendozen schoonmaken en tubes uitkoken. Instrumenten die niet gesteriliseerd konden worden gingen in de Cidex voor ontsmetting. Gevallen instrumenten werden geflambeerd. Alle OK-verslagen werkten we zelf uit op de typemachine. Wel raar, als je bedenkt dat we nu een papierloze OK hebben.’

Geen structurele telling Els vliegt door de decennia heen. Ze vertelt over de verbanning van katoen uit de OK, de komst van disposables en de verbetering van kennis, diagnostiek en instrumentarium. Maar ook over de toenemende aandacht voor veiligheid. ‘Toen ik begon telde alleen de instrumenterende – op haar eigen manier – de instrumenten en gazen. Later moest er standaard volgens protocol worden geteld en gewogen.’ Vooral sinds de jaren negentig is veiligheid een belangrijk onderdeel van het werken op de OK, met als resultaat dat er nu protocollen zijn, stopmomenten, briefings en het Veilig Incident Melden. Els denkt dat de operatieassistent zal blijven zolang er patiënten zijn. ‘Maar het vak zal wel technischer worden.’

Na de voordracht van Els volgt een film over veertig jaar LVO. Dan roept Ger Creemers, die de volgende dag tot voorzitter van de vereniging zal worden gekozen, alle leden van het bestuur en van de LVO-commissies op het podium. Nu weten de honderden aanwezigen in de zaal wie het werk in de vereniging verzetten.

Tekst: Ingrid Lutke Schipholt Foto’s: Guus Pauka

Omgaan met druk Daarna is er de voordracht van ex-rolstoeltennisster Esther Vergeer. Zij vertelt hoe ze dealt met kracht en kwetsbaarheid. Op haar zesde bleek ze een aangeboren bloedvatenafwijking bij haar ruggenmerg te hebben. Tijdens een operatie brak een hechtnaald af, waarna een stuk in haar rug bleef zitten. Ze kwam in een rolstoel terecht. Door het metaaldeeltje in haar rug kon ze niet gebruikmaken van beeldvormende technieken zoals MRI. Dit bemoeilijkte de diagnostiek en het beloop van haar ziekte. Om zich heen ziet Esther vaak dat gehandicapte kinderen worden gepamperd. ‘Hun jas wordt voor hen opgehangen, terwijl ze

Werken volgens telprotocol Meer ziekenhuizen dan voorheen werken met een geaccordeerd telprotocol, ontdekten winnaars van de Young Professional Award 2017 Jitte Valckx en Caroline Widdershoven. Kijk zelf maar: Jaartal

Percentage OK’s in Nederlandse ziekenhuizen

Gazen 2016

98%

2006

93%

Instrumenten 2016

53%

2006

47%

Hechtnaalden 2016

89%

2006

25%

NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 17


dat best zelf kunnen.’ Esthers ouders probeerden haar zo gewoon mogelijk te laten opgroeien. Ze ging op rolstoeltennis en bleek daar goed in te zijn. Over topsporters vertelt ze: ‘Wij presteren 10 procent van de tijd en zijn de rest van de tijd bezig ons te ontwikkelen. Dat is bij jullie net andersom.’ Dan trekt ze de vergelijking met werken op de OK en topsport. ‘Jullie moeten ook dagelijks omgaan 18 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

met stress, topprestaties leveren en alert zijn’, zegt ze. Ze vraagt wie daarbij mentaal geholpen wordt. Een handvol mensen in de zaal blijkt coaching te krijgen. ‘Ik heb tijdens mijn tennisloopbaan coaching gehad. En nu nog spar ik met iemand. Dat heb ik zelf geïnitieerd. Raar eigenlijk dat wij – jullie en ik – niet standaard mentale ondersteuning krijgen.’ Na nog een pleidooi voor het belang van sporten – ook erg goed voor operatieassistenten – beëindigt Esther haar voordracht. Ze hoopt dat de congresbezoekers erbij stilstaan dat ze het leven van patiënten in hun handen gelegd krijgen.


Young Professional Award Ron op de Weegh, manager Sales bij van Straten Medical, reikte de Young Professional Award 2017 uit aan Jitte Valckx en Caroline Widdershoven, studenten aan de Fontys Hogeschool Mens en gezondheid. Zij ontvingen de award voor hun afstudeerscriptie ‘We tellen weer mee!’ over het tellen van instrumenten en gazen op de OK. Benieuwd naar de scriptie? Stuur een mailtje naar: carolinewiddershoven@gmail.com. De andere genomineerde was Eline van Vliet met haar ‘Troubleshooting bij het gebruik van medische apparatuur door het gebruik van de app Aurasma op het operatiekamercomplex van het OLVG Oost’. De app is ook te gebruiken voor scholing in het kader van het Convenant Medische Technologie. Je kunt de scriptie bij haar opvragen: e.m.s.vanvliet@olvg.nl. De organisatie van de Award roept nu al studenten op om hun scriptie in te sturen voor de Van Straten Medical Young Professional Award 2018. Insturen kan via een mail naar onderwijs@lvo.nl.

Duidelijkheid over C-boog Na het persoonlijke en motiverende relaas van Esther Vergeer is het woord aan Belinda van de Lagemaat. Zij is senior adviseur van de Federatie Medisch Specialisten (FMS), waarbij 32 wetenschappelijke verenigingen van artsen zijn aangesloten. Samen met de LVO en nog enkele andere organisaties werkt de FMS aan bekwaamheidseisen voor het bedienen van de C-boog op de OK. Nu is het namelijk nog onduidelijk wie bevoegd en bekwaam is om het apparaat te bedienen. Een document hierover wordt een dezer dagen afgerond. Alle partijen – onder wie de operatieassistenten – moeten zich dan aan de richtlijn houden. Met de voordracht van Belinda van de Lagemaat eindigt het plenaire gedeelte van de ochtend. Er zijn twee parallelsessies gepland: één over de Young Professional Award en één over innovatie. Wie een zaal binnenkomt of verlaat moet zijn barcode – die op de toegangskaart staat vermeld – laten scannen. Zo wordt geregistreerd wie de sessie bijwoont en daarmee accreditatiepunten krijgt.

Telgedrag op OK Jitte Valckx en Caroline Widdershoven trappen de parallelsessie met young professionals af. Zij presenteren hun afstudeerscriptie

voor de opleiding hbo-v-technische stroom over telgedrag op de OK. Daarvoor hebben ze het telgedrag op OK’s over de afgelopen tien jaar onderzocht. Het betrof een vervolg op het onderzoek ‘Uitgeteld’ van hun docent Paul Meijsen uit 2006. Een van de uitkomsten is dat OK’s in meer ziekenhuizen dan voorheen werken met geaccordeerde telprotocollen (zie het kader bij dit artikel). Verder hebben de studenten gekeken naar het gebruik van innovatieve telmethoden, waaronder RFID (radio-frequency identification ofwel identificatie met radiogolven). Met deze methode worden bijvoorbeeld gazen radiologisch getagd en op afstand geteld. Er zijn al ziekenhuizen die op deze innovatieve manieren tellen. Later op de dag zal blijken dat de twee – inmiddels afgestudeerde – operatieassistenten met hun afstudeerscriptie de Young NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 19


Professional Award hebben gewonnen. ‘We vonden het een eer dat wij dit onderzoek mochten doen’, zegt Jitte aan het eind van de dag. ‘We hebben het onderzoek van onze docent Paul Meijsen mogen voortzetten.’ Haar medewinnaar Caroline weet dat het telonderzoek destijds veel aandacht heeft gehad. ‘De LVO-richtlijn “Onbedoeld achterblijven operatiemateriaal” is naar aanleiding daarvan opgesteld. Het is goed dat we ons er allemaal van bewust zijn dat tellen op de OK nodig is’, zegt Caroline.

Zwarte doos Terwijl de young professionals hun onderzoeken presenteren is er in de andere zaal eveneens een reeks lezingen te volgen. Bijvoorbeeld van Martijn Kriens, directeur Business Development AHTI, die pleit voor een zwarte doos op de OK. Hij maakt een vergelijking met de zwarte doos in vliegtuigen. De zaal staat nogal wantrouwend tegenover de komst van een zwarte doos op de OK. Martijn Kriens benadrukt dat de opgeslagen informatie alleen voor onderzoek en veiligheid gebruikt mag worden. Een zeer select en onafhankelijk gezelschap heeft toegang tot die informatie. En relevante gegevens worden gebruikt voor lessen in de toekomst.

ten van gebruik. Probleem is echter dat niet alles internationaal en uniform is gecodeerd. Er lopen verschillende coderingen door elkaar heen. Het afsprakendocument moet voor eenduidigheid van de coderingen zorgen met de bedoeling dat de veiligheid wordt gewaarborgd. En dan staat de lunch klaar. In de lunchruimte staan ook allerlei bedrijven met hun producten voor de OK, waaronder apparatuur, ingenieuze disposables en instrumentarium.

Kruit moet eruit Op het middagprogramma staan vier parallelsessies, met als onderwerpen: thoraxchirurgie, het oog, neurochirurgie en kinderchirurgie. Bij de sessie over het oog houdt professor Jan Keunen, oogarts in het Radboudumc, een pleidooi voor het verbieden van vuurwerk dat afgestoken mag worden door leken. Hij heeft te veel door vuurwerk veroorzaakt letsel gezien. Zijn lezing heet dan ook ‘Kruit moet eruit’. Jaarlijks zijn er rond oud en nieuw ongeveer 250 vuurwerkslachtoffers, van wie de helft niet afsteker maar omstander was. De arts toont foto’s van getroffen ogen en legt uit hoe de

Uitreiking Werken in de OK deel 10

Afspraken over barcodes Daarna is het woord aan José Puiman, senior beleidsmedewerker van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zij vertelt over het document ‘Afspraken eenduidige codering medische hulpmiddelen’. Er zijn wel vijfhonderdduizend typen hulpmiddelen, en die moeten allemaal goed worden toegepast. Dus daarvoor moeten heldere regels bestaan. Regels voor sommige hulpmiddelen worden steeds strenger, zoals die voor PIP-borstimplantaten. Maar daarnaast moet er wel ruimte zijn voor innovatie. Barcodering zorgt ervoor dat een hulpmiddel gevolgd kan worden in de hele ke20 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

Hennie Mulder, penningmeester van de LVO en bestuurslid media, reikte het tiende en tevens laatste deeltje van Werken in de OK uit aan Paul Meijsen, docent operatieve zorg en technieken. Zonder zijn deskundige advies was deze serie niet tot stand gekomen. Ook Ron op de Weegh van Van Straten Medical ontving een exemplaar voor zijn medewerking aan de serie. In dit laatste deel wordt aandacht besteed aan ‘Innovatie op de operatiekamer.’


eerste hulp bij een trauma eruitziet. In de meeste gevallen moeten de ogen worden gespoeld. Zijn collega Frank Kerkhoff, oogarts in het Máxima Medisch Centrum Eindhoven, schotelt zijn publiek minder heftige beelden voor. Hij legt uit hoe de verschillende operaties bij cataract in hun werk gaan. Zelf verricht hij geregeld de operatie met laserchirurgie (FLACS). Voordeel hiervan is dat hij twee ogen na elkaar opereert zodat de patiënt tussentijds niet hoeft te wachten. Er zijn wel veel voorwaarden waaraan het OK-team moet voldoen bij twee ingrepen in één patiënt. Zo moet de tafel twee keer worden opgedekt.

Pas op voor tunnelvisie Na de parallelsessies volgt nog een boeiend plenair gedeelte. Forensisch patholoog Frank van de Goot neemt zijn gehoor mee in de forensische manier van kijken en redeneren. Hij spreekt over suggestie en praktijk in zijn verhaal ‘Hoe de tunnelvisie altijd op de loer ligt’. ‘Forensisch denken is in één zin uit te leggen: je beschrijft wat je ziet, niet wat je denkt en al helemaal niet wat ze je bij een lijk vertellen. Wij beoefenen de kunst van het terughoudend zijn. Tunnels zitten overal, maar wees je ervan be-

wust.’ Dan volgen er veel voorbeelden die laten zien dat de ware toedracht van een overlijden anders blijkt dan je in eerste instantie denkt.

Veiligheid, veiligheid, veiligheid Aan het eind van de dag blijkt maar weer dat veiligheid een belangrijke rol speelt in het vak van de operatieassistent. Door de verschillende presentaties heen wordt het belang van ouderwets tellen en wegen duidelijk: bij Els Eeuwijk-van Rooij hoorden we hoe deze handeling vroeger plaatsvond, bij Esther Vergeer waar een achtergebleven stuk hechtnaald toe kan leiden en bij twee studenten hoe tellen en wegen tegenwoordig wordt toegepast. Het vak is aan het veranderen en wordt technischer, maar sommige handelingen moeten blijven bestaan.  ■ NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 21


Enquêteresultaten ‘implementatie van apparatuur in de OK’

Technologie ­aangeschaft, en nu? Die mooie nieuwe 3D-camera is aangeschaft en in gebruik genomen. Maar de logistiek van aanvraag tot sterilisatie van scopen verloopt niet vlekkeloos. Herkenbaar? Eenduidig beleid voor de implementatie van medische technologie op de OK ontbreekt nog regelmatig, blijkt uit een enquête gehouden op het LVO-congres in 2016.

Tekst: Navin Sewberath Misser, promovendus, UMC Utrecht, en ­opleidingscoördinator Technische Bedrijfskunde, Hogeschool Utrecht; dr. ir. Joris ­Jaspers, associate ­professor arbeidsbesparende hulpmiddelen, UMC Utrecht.

V

eel operatieassistenten ervaren uitdagingen bij de implementatie van nieuwe technologie op de OK. Dit blijkt uit een exploratieve enquête die onderzoeker in opleiding Navin Sewberath Misser voorlegde aan de bezoekers van het LVOcongres in 2016. Iemand vertelde de onderzoeker bijvoorbeeld over een pilot waarin een nieuw apparaat werd getest terwijl de logistiek niet op orde was. Het gevolg was dat de geplande ingreep op de conventionele wijze plaatsvond. Dus zonder het te testen apparaat. Het doel van de enquête op het LVO-congres was activiteiten en protocollen in kaart te brengen die worden gehanteerd bij de implementatie van technologische innovaties op de OK. Het ging specifiek om hulpmiddelen en apparatuur die de werkzaamheden van operatieassistenten betreffen. Denk aan een epd, instrumententafel/-sets of robot. Voor de leesbaarheid wordt verder gesproken over ‘(medische) apparatuur’. De respondenten kregen ook de gelegenheid om positieve, gewenste en verbeterpunten te noemen. De resultaten van de enquête zullen door het UMC Utrecht worden gebruikt bij het construeren van een model voor de implementatie van (medische) apparatuur in de OK. In totaal hebben 92 congresbezoekers uit 42 ziekenhuizen de enquête ingevuld. De meesten hadden veel ervaring als operatieassistent. In dit artikel presenteren wij enkele resultaten.

22 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

Er gaat veel goed … Gelukkig gaat er veel goed bij de implementatie van (medische) apparatuur in de OK. Het blijkt dat operatieassistenten bij aanschaf de gelegenheid krijgen om met het apparaat kennis te maken. Daarnaast worden ze vaak geïnformeerd over het nieuwe hulpmiddel en kunnen theoretische cursussen worden gevolgd (zie de figuur onderaan het artikel).

… maar er kunnen ook dingen beter Ziekenhuizen moeten beleid hebben geformuleerd inzake de invoering, het gebruik en het afstoten van medische apparatuur. Dit is opgenomen in het Convenant Medische Technologie, dat in alle ziekenhuizen zou moeten zijn geïmplementeerd per 1 januari 2016.1 Een derde van de invullers blijkt op de hoogte te zijn van dit convenant. Ook een derde van de respondenten geeft aan dat de implementatie van nieuwe appa-


Veel operatieassistenten ervaren uitdagingen bij de implementatie van nieuwe technologie op de OK.

ratuur niet eenduidig verloopt. Hier is dus ruimte voor verbetering. Bij het implementeren van nieuwe technologie behoren immers alle betrokken medewerkers hun werkzaamheden met het nieuwe apparaat naar behoren uit te voeren, aangezien de patiëntveiligheid moet worden geborgd. Invoering van nieuwe medische apparatuur vraagt vrijwel altijd om aanpassing van bestaande protocollen. In 47 procent van de gevallen blijkt de introductie van nieuwe apparatuur inderdaad tot protocolaanpassingen te hebben geleid. De geënquêteerde operatieassistenten gaven verder aan dat de informatievoorziening over de implementatie van een nieuw apparaat voor verbetering vatbaar is, evenals de gelegenheid om ermee te oefenen. Dit ondanks het feit dat deze stappen tijdens de implementatie niet zijn overgeslagen.

Wat vinden operatie­ assistenten belangrijk? Operatieassistenten blijken de veiligheid in de OK erg belangrijk te vinden. Ze hechten aan heldere procedures en (aangepaste) protocollen en aan oefenen met het apparaat vóór ingebruikname. Ook de informatievoorziening bij de implementatie van nieuwe apparatuur vinden ze erg belangrijk. Daarnaast blijkt dat ze graag betrokken willen worden bij de implementatie van nieuwe medische apparatuur op de OK. Deze activiteiten vinden ze in de regel niet verstorend werken, mits ze gecoördineerd NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 23


5 4 Dank u voor

45 jaar Vertrouwen in de

artroplastiek!

PRODUCTEN EN OPLOSSINGEN VAN HERAEUS WAAROP U KUNT VERTROUWEN

www.heraeus-medical.com


plaatsvinden en de informatievoorziening over de implementatie optimaal verloopt. Ook training en toetsing vinden de respondenten belangrijk. Het volgen van trainingen bij de implementatie van een nieuw apparaat kan volgens hen op verschillende manieren gebeuren. Vier trainingsonderdelen worden het vaakst genoemd: kennisdeling door een expert, kennismaking met het hulpmiddel, een video bekijken en oefenen met het apparaat. De meeste invullers vinden ook dat zij zelf kunnen toetsen hoe goed ze met het nieuwe apparaat kunnen omgaan. Het heeft hun voorkeur om de vaardigheid met het nieuwe apparaat te demonstreren aan een collega-operatieassistent. Toch geven de meesten aan dat de leidinggevende van het OK-complex verantwoordelijk is voor de trainingen.

Discussie en conclusie Er gaat veel goed bij de implementatie van (medische) apparatuur in de OK. Veiligheid in de OK vinden operatieassistenten belangrijk, evenals goede informatievoorziening bij de implementatie. Leveranciers of experts vervullen een belangrijke rol bij het verstrekken van informatie over het apparaat en het verzorgen van de trainingen of onderdelen daarvan. Het integreren van nieuwe (medische) apparatuur in de bestaande werkprocessen is een uitdaging en verdient aandacht in de diverse ziekenhuizen. Deze integratie is noodzakelijk om implementatie geheel volgens het Convenant Medische Technologie te kunnen uitvoeren. In het convenant is geen specifieke werkwijze vastgelegd voor het implementeren van (medische) apparatuur. Dit leidt logischerwijs tot een variëteit van implementatiemogelijkheden. Ook binnen ziekenhuizen is er variatie, zo laat de enquête zien. Een eenduidige werkwijze binnen en tussen ziekenhuizen zou de efficiëntie van werkzaamheden, de snelheid van implementaties

Foto: Inter Visual Systems

Foto: www.mofixx.com

5

Camerahouder Mofixx, een voorbeeld van een nieuwe device.

Pilotimplementatie van de ORflow in het nieuwe OK-complex van het UMC Utrecht: een intelligente elektronische presentatie van data voor fasespecifieke teamsupport. Kennismaking hulpmiddel

82

Theoretische cursus

54

Droog oefenen

70

Toetsing

18

Informeren betrokkenen

60

Collega kijkt mee

48

Vastleggen en evalueren

23

Protocol aanpassen

3

Overig

3

en de veiligheid op de OK positief beïnvloeden. Daarom werkt het UMC Utrecht aan het construeren van een model voor de implementatie van (medische) apparatuur in de OK. Dit model kan bijdragen aan eenduidige implementaties van technologie in ziekenhuizen en aan de integratie van de apparatuur in bestaande protocollen. De resultaten uit de enquête en wetenschappelijke literatuur vormen hiervoor de basis.

Voetnoot 1. Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ, 15 juni 2015). Brief aan de ziekenhuizen, te downloaden via de IGZ-website: http:// bit.ly/2pQAVcT.  ■ Met dank aan alle respondenten en aan student-assistent Arne van Tilburg. NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 25


Promotieonderzoek naar crew resource management (CRM)

CRM moet beter worden geïntegreerd in de zorg Chirurg en vlieger dr. Marck Haerkens onderzocht of crew resource management het functioneren van hoogkritische teams verbetert. Conclusie: het is veelbelovend, maar volledige integratie in de dagelijkse patiëntenzorg is nog een uitdaging.

Tekst: Menno Goosen

M

edische zorg resulteert nog te vaak in onbedoelde schade voor de patiënt. Dit ondanks moderne apparatuur, evidence-based werkwijzen, veiligheidsinstrumenten, kwaliteitsindicatoren, veiligheidsmanagementsystemen, certificeringen en audits. Betrouwbare studies over medische fouten zijn schaars. De studies díé er zijn maken bovendien gebruik van data afkomstig uit medische statussen, wat het identificeren van leermomenten lastig maakt. Bij incidenten in hoog-risicoprocessen spelen human factors (menselijke factoren) altijd een belangrijke rol. Binnen de zorg gaat het dan vooral om afdelingen zoals de OK, waar risicovolle, tijdskritische procedures worden verricht door multidisciplinaire teams op kwetsbare patiënten. Crew resource management (CRM, zie kader) beoogt professionals inzicht te geven in de invloed van menselijke factoren op het proces en tracht door het tijdig identificeren van menselijke fouten de kans op calamitei-

26 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

ten te verkleinen. Het samenwerkingsconcept heeft zich inmiddels wel bewezen bij hoogkritische processen in de luchtvaart, waar het eind jaren zeventig is geïntroduceerd om vliegrampen te voorkomen. Uit onderzoek bleek toen dat incidenten meestal optraden door falende communicatie en/of samenwerking in de cockpit. CRM is in de decennia erna voortdurend doorontwikkeld. De parallellen tussen de hoogkritische processen binnen zorg en luchtvaart duiden op mogelijk nut van een goed op de (intensieve) zorg toegesneden medische CRM-variant. Toch is het beschikbare wetenschappelijke bewijs voor het effect van CRM op patiëntenzorg nog beperkt.

Proefschrift Er bestaat inmiddels een verplichte, wereldwijd erkende standaard voor teamfunctioneren in de professionele luchtvaart. Helaas ontbreekt op dit moment nog een nationale trainings- en toetsingsstandaard voor een medische CRM-variant. Chirurg en vlieger Marck Haerkens wilde hier een aanzet toe geven en onderzocht of menselijke factoren het functioneren van hoogkritische teams binnen de klinische patiëntenzorg beïnvloeden en wat de succes- en faalfactoren daarbij zijn. Dit resulteerde in zijn proefschrift Human Factors and Team Performance. In het kader hiervan ontwikkelde Haerkens een CRM-training voor de ziekenhuisomgeving. CRM werd over een periode van ruim zeven jaar toegepast in tientallen ziekenhuisafdelingen, waarbij de invloed op patiëntveiligheid werd onderzocht.


Marck Haerkens als chirurg.

Vragenlijst veiligheidsklimaat Haerkens gebruikte voor het bepalen van het veiligheidsklimaat op verschillende ziekenhuisafdelingen de voor Nederland aangepaste Safety Attitudes Questionnaire (SAQ-NL). Dit meetinstrument heeft hij voor zijn proefschrift ook gevalideerd. Het is voor iedereen beschikbaar. In het proefschrift zijn de gegevens van verschillende afdelingen en beroepsgroepen in meerdere ziekenhuizen te vinden.

CRM op IC Een ander onderdeel van het proefschrift betreft een studie naar de invloed van een CRMinterventie op een intensive care. De invoering van CRM bleek geassocieerd met een afname van ernstige complicaties en met verminderde sterfte bij ernstig zieke patiënten. Deze opmer-

Wat is CRM? De basis van het samenwerkingsconcept crew resource management (CRM) wordt gevormd door afspraken over omgangsvormen, samenwerking en effectieve communicatie. Juist in stressvolle situaties kan de samenwerking worden bedreigd door niet-standaard taalgebruik, een gebrek aan overzicht van de leider, heersende vooroordelen, ‘ruis’ op de werkvloer of gedrag dat wordt beïnvloed door hiërarchie. De nadruk bij CRM ligt tegenwoordig op threat and error management. Dit is het principe dat menselijke fouten onvermijdelijk blijven, maar dat de kans op calamiteiten – zelfs na opgetreden fouten – kan worden verminderd door het herkennen van de invloed van menselijke factoren en door optimaal teamwork. CRM is nog geen verplichte norm voor medisch teamfunctioneren. Om momenteel een klinisch team echt volgens het CRM-concept te kunnen laten werken is het dus van belang – naast het trainen van alle individuele professionals in CRM – dat íédereen erachter staat: de medische staf, de operatieassistenten, de anesthesiemedewerkers en het management (tot aan de raad van bestuur).

NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 27


Marck Haerkens als vlieger

kelijke effecten gingen gepaard met een verbetering van het veiligheidsklimaat op de afdeling.

CRM op SEH Ook werden de effecten van een CRM-interventie op de traumakamer van een level 1 Spoedeisende Hulp (SEH) onderzocht. Alhoewel de introductie van CRM hier een verband had met een verbeterd veiligheidsklimaat, nam de verblijfsduur van traumapatiënten op de SEH toe. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat het volgen van de nieuwe procedures en checklisten meer tijd in beslag nam. Een andere mogelijke verklaring kan te maken hebben met de verhuizing van de SEH tijdens de studieperiode. Daarbij werd tevens een tijdelijke opnameafdeling opgestart die voor veel logistieke uitdagingen – en vertragingen – heeft gezorgd.

CRM op hoogrisico klinische afdeling Verder werd de invloed van CRM op het veiligheidsklimaat van zeventien hoogrisico klinische afdelingen onderzocht, waaronder OK-complexen. Invoering van CRM bleek geassocieerd met een verbeterd veiligheidsklimaat. Ook werd gekeken welke factoren een rol speelden bij succes dan wel falen van CRM. Dit resulteerde in een korte lijst succes- en faalfactoren voor CRM-implementatie. Zo 28 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

Het proefschrift is kosteloos te downloaden via http://bit.ly/2ogjq8K (klik op ‘pdf’ linksboven).

correleerden klinisch leiderschap en het integreren van simulatietraining in de follow-up sterk met betere resultaten. Daarnaast werden tijdens alle CRM-trainingen actiepunten geformuleerd, evenals barrières voor het doorvoeren van de CRM-werkwijze op de werkvloer.

Conclusie Het CRM-concept is veelbelovend, concludeert Haerkens, mits goed op de zorg toegesneden. Het blijkt echter nog een uitdaging om de principes volledig te integreren in de dagelijkse patiëntenzorg. Er zijn operationele, opleidings-, inspectie- en juridische uitdagingen. Crew resource management kan rijpen tot een waardevol onderdeel van multidisciplinaire patiëntenzorg en opleidingen. Voorwaarde is wel dat er een nationale standaard komt. Haerkens proefschrift vormt hopelijk een basis waarop een dergelijke standaard zich zou kunnen ontwikkelen. ■



LVO-bijeenkomst voor opleidingsinstituten Op 21 maart heeft het LVO-bestuur een bijeenkomst georganiseerd voor alle opleidingsinstituten. Vele instituten gaven gehoor aan deze uitnodiging, evenals het CZO. Het doel hiervan was kennis maken met elkaar en kennis nemen van de verschillende opleidingen in Nederland. Waarom zijn er zo veel opleidingen die uiteindelijk resulteren in een diploma, uitgegeven door het CZO? Allereerst was er een korte inleiding door Nicole Dreessen, bestuurslid van de LVO. Zij vertelt waar de LVO mee bezig is. Kort geleden heeft het bestuur besloten dat alle studenten gratis lid kunnen worden van de LVO. Zij vraagt de medewerking van de opleidingsinstituten. Men geeft aan dat er inschrijfformulieren naar de instituten gestuurd kunnen worden, die vervolgens uitgedeeld zullen worden aan de nieuwe studenten. Hierna geeft elke vertegenwoordiger van een opleidingsinstituut een presentatie over de opleiding. Er volgt een discussie waarom er verschillende opleidingen zijn. Een van de redenen is dat men breed wil opleiden, zodat een student meerdere carrièrekansen heeft. Het vak moet toekomstbestendig zijn. Ook moet je je richten op de vraag vanuit het ziekenhuis.

LVO-informatie Ger Creemers, voorzitter, voorzitter@lvo.nl Hennie Mulder, penningmeester en redactie­coördinator OK Operationeel ­operationeel@lvo.nl en ­penningmeester@lvo.nl Jeanine Stuart, secretaris en bestuurslid Opleiding & Scholing ­secretaris@lvo.nl en onderwijs@lvo.nl Nicole Dreessen, bestuurslid Beroepsbelang Kwaliteit & Veiligheid beroepsbelang@lvo.nl Monique de Kort, bestuurslid Congres, congres@lvo.nl Jurrien Jongbloed projectleider communicatie prvoorlichting@lvo.nl Lid worden van de LVO? https://lvo.nl/lidmaatschap/ inschrijven Lidmaatschap opzeggen Dit dient voor 1 oktober te gebeuren. https://lvo.nl/lidmaatschap/ opzeggen

30 OK OPERATIONEEL / NR 2, 2017

Ledenadministratie ledenadministratie@lvo.nl

Momenteel onderzoeken we ook de mogelijkheid of een afgestudeerde operatieassistent met de aantekening NLQF 6 op het diploma, inderdaad een wetenschappelijke studie kan volgen. De in-serviceopleiding is een goede opleiding en moet zeker niet aan de kant worden geschoven. Maar er is wel vernieuwing nodig en men moet kijken waar behoefte aan is. Er is deze avond geen conclusie getrokken. Maar het was goed van gedachten te wisselen, elkaars standpunten te horen. Men vindt dat zo’n bijeenkomst herhaling verdient. We zullen de volgende keer zeker ook een lid van de NVLO uitnodigen en we hopen dat er dan ook een afgevaardigde van de NVZ en de NFU aanwezig kan zijn. Jeanine Stuart Secretaris LVO

Young Professional Award 2018 Heb je kort geleden je diploma behaald of krijg je dit in september? Dan heb je misschien een aanbeveling geschreven of een literatuurstudie verricht waarvan anderen kunnen leren. En dan kun je proberen de mooie Young Professional Award 2018 te winnen! Deze wordt beschikbaar gesteld door de firma Van Straten Medical in Nieuwegein. De inzenders van de drie beste studies mogen op het jaarlijkse LVO-congres in 2018 een presentatie geven over hun onderwerp. De winnaar gaat met een prachtige award en een geldprijs naar huis. Je hebt nog even de tijd, maar we willen je inzending graag begin november ontvangen. Stuur deze naar onderwijs@lvo.nl.


lvo-nieuws

Foto: Shutterstock

Traumadagen 2017: 30 november en 1 december

Op 30 november en 1 december vinden in de RAI te Amsterdam weer de Traumadagen plaats. Dit landelijke traumacongres voor traumachirurgen, orthopeden en operatieassistenten is dé plek voor een wetenschappelijke update en informele discussies. Deze keer worden de Traumadagen georganiseerd in samenwerking met de Amerikaanse Orthopaedic Trauma Association. Extra events zijn de ontbijtsessies en de workshops. Topics voor dit jaar zijn: acetabulumfracturen, rampen- en multitraumageneeskunde, heupfracturen en posttraumatische afwijkingen en defecten. In navolging van het succes van vorig jaar voor de LVO wederom een tweedaags programma. Op de vrijdag wordt casuïstiek gepresenteerd. Daarna kan in samenwerking met de industrie hands-on geoefend worden tijdens workshops. De thema’s zullen aansluiten bij de topics.

Ook zullen er plenaire en parallelle sessies zijn. De parallelle sessies voor de operatieassistenten worden samengesteld door Hennie Mulder, operatieassistent in het Máxima Medisch Centrum en LVO-bestuurslid. Noteer alvast de data in uw agenda en reserveer deze bij uw leidinggevende. U zult nergens zoveel trauma-informatie en hands-ontraining met traumasets kunnen krijgen in twee dagen. Wij hopen u allen in groten getale te mogen begroeten in de RAI op 30 november en 1 december 2017! Kijk voor meer informatie op www.trauma.nl/traumadagen-2017. Namens de Traumadagen-commissie, P.V. van Eerten, traumachirurg Máxima Medisch Centrum en voorzitter Traumadagen 2017

NR 2, 2017 / OK OPERATIONEEL 31


VIO®® 3 VIO 3 plug and operate

plug and operate

Elektrochirurgie met maximaal comfort Wij geloven, dat een chirurgisch team niet afgeleid moet worden door technische details. Keuzes dienen gemaakt te worden op basis van gewenst chirurgisch resultaat. Met dynamische pictogrammen die een indicatie geven, bieden wij de keuze voor een chirurgisch effect.

Overige voordelen: 1) overzicht van alle instrumenten en modi. All-in one View 2) instrumenten worden weergegeven door pictogrammen, overzichtelijk! 3) uniek universeel stekker concept, verkeerd aansluiten wordt voorkomen 4) advies bij aansluiten van instrumenten via StepGuide 5) geïntegreerde gebruikshandleiding, altijd overeenkomstig de software versie 6) chirurgisch gezien: onze beste dissector – coagulator ooit, ervaar het zelf!

ERBE Nederland B.V.

0183 509755

erbe-nederland.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.