Magazine voor operatieassistenten en anesthesiemedewerkers
NR. 3 / september 2016 / JA ARGANG 11
ONZE OK MEEKIJKEN MET SYLVIA HEEMSKERK IN HET DIAKONESSENHUIS > WAT TE DOEN BIJ EEN BOMAANSLAG? 15 TIPS > ONTMOET DE LVO-RAAD VAN YOUNG PROFESSIONALS
OKO0316.indd 1
9/5/16 11:12 AM
Cool. Comfortable. Customizable.
The TotalShield ™ Surgical Helmet System
The TotalShield™ Surgical Helmet System from Zimmer Biomet is engineered to protect against contamination, infectious body fluids, and harmful organisms all while keeping you cool and comfortable. TotalShield is designed for comfort through its: • Balanced and stable helmet construction • 16 air flow ports • Six adjustable fan speeds • Expanded field of view • Optional bright LED light • Togas and Hoods with protection against infectious body fluids and microorganisms
©2015 Zimmer Biomet
OKO0316.indd 2
9/5/16 11:12 AM
inhoud
colofon OK Operationeel is het vakblad voor operatieassistenten en anesthesiemedewerkers. Het wordt gemaakt door uitgeverij Y-Publicaties in samenwerking met de LVO (Landelijke Vereniging van Operatieassistenten) en verspreid onder alle LVO-leden. Verdere verspreiding vindt plaats onder alle OK-afdelingen in Nederlandse ziekenhuizen, particuliere klinieken en opleidingscentra. Redactie Hoofdredacteur: Menno Goosen, okoperationeel@y-publicaties.nl Redactiecoördinator LVO: Hennie Mulder, operationeel@lvo.nl Uitgeverij Y-Publicaties Postbus 10208 1001 EE Amsterdam 020-520 60 77 info@y-publicaties.nl www.y-publicaties.nl Kijk ook op onze website www.oknieuws.nl Uitgever: Ralf Beekveldt Eindredacteur: Marloes van Hoorn Beeldredacteur: Menno Goosen Tekstcorrector: Marijn Mostart Ontwerp: Annelies van Turnhout Druk: BalMedia Advertenties Cross Media Nederland BV 010-742 19 42 gezondheidszorg@crossadvertising.nl www.crossmedianederland.com Abonnementen SP Abonneeservice Postbus 105 2400 AC Alphen a/d Rijn 0172-476 085 info@spabonneeservice.nl Toezending van OK Operationeel is voor LVOleden onderdeel van hun lidmaatschap. Voor niet-leden gelden de volgende abonnementsprijzen: jaarabonnement € 65,50; los nummer € 8,50; abonnement buiten Nederland € 82,50. Alle prijzen zijn inclusief btw en verzendkosten. Prijswijzigingen voorbehouden. Opzegging betaalde abonnementen: schriftelijk, uiterlijk twee maanden voor afloop van de abonnementsperiode. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. © 2016 OK Operationeel Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich aanbevolen.
12
ONZE OK: SYLVIA AGTERBERG
18
RAAD VAN YOUNG PROFESSIONALS
24
EEN BOMAANSLAG? VIJFTIEN TIPS
Operatieassistent Sylvia Agterberg vertelt enthousiast over het dagelijks werk in het Diakonessenhuis, waar vorig jaar een groot verbetertraject is gestart.
Ze zijn pas afgestudeerd en komen regelmatig bijeen om mee te denken met het LVO-bestuur. Ontmoet de operatieassistenten in de Raad van Young Professionals.
Je kunt er als medisch hulpverlener helaas maar beter op zijn voorbereid: letsel door explosieven. Deze vijftien tips kunnen helpen bij de opvang van slachtoffers .
en verder 4 REDACTIONEEL
OK OPERATIONEEL WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR:
4 NIEUWS 15 LVO-NIEUWS 31 COLUMN PAUL MEIJSEN
ISSN 1872-6712
NR 3, 2016 / OK OPERATIONEEL 3
OKO0316.indd 3
9/5/16 11:12 AM
Foto: ETZ Fotografie & Film/Marc van Geijn
VAN DE REDACTIE
W
e leven – helaas – in een tijd waarin Europa het doelwit is geworden van terroristische aanvallen. Het is niet te hopen, maar het zou kunnen dat je als operatieassistent, buiten het ziekenhuis, te maken krijgt met een dergelijke situatie. In dit nummer vertellen twee chirurgen, een anesthesist en een intensivist hoe je moet handelen. Na uitleg over het mechanisme van explosies en de uitwerking daarvan op het menselijk lichaam geven de auteurs vijftien tips met belangrijke behandelprincipes. Deze tips kunnen hulpverleners helpen bij de opvang van deze complexe slachtoffers. Verplicht leesvoer dus voor elke medische zorgverlener. Verder wil de redactie je attenderen op een aantal bijzondere evenementen. Op 3 en 4 november vinden de Traumadagen plaats, met voor het eerst een tweedaags programma voor operatieassistenten. Op 17 november organiseert de LVO een praktijk- en werkbegeleidersdag. En noteer ook maar vast 9 en 10 maart 2017 in je agenda. Dan vindt het LVO-congres plaats. Bovendien viert de LVO dan haar veertigjarig jubileum, dus het wordt extra feestelijk. Meer informatie vind je in dit nummer. We wensen je veel leesplezier. Menno Goosen Hoofdredacteur OK Operationeel okoperationeel@y-publicaties.nl Hennie Mulder Redactiecoördinator LVO operationeel@lvo.nl
De maag-darm-leverartsen Robert Laheij (l.) en Robbert Eichhorn (r.) volgen via een beeldscherm de ingreep. Ze werken daarbij onder supervisie van de ervaren dr. Luca Cirillo (midden).
MAAG-DARM-LEVERARTSEN HECHTEN OPENING IN SLOKDARM VIA ENDOSCOOP In het Tilburgse Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis hebben maag-darm-leverartsen endoscopisch een gaatje in de slokdarm van een patiënt gehecht. Het is voor het eerst in Nederland dat maag-darm-leverartsen deze minimaal invasieve techniek toepassen. De ingreep vond plaats onder supervisie van de Italiaanse specialist dr. Luca Cirillo. Samen met de maag-darm-leverartsen Robert Laheij en Robbert Eichhorn repareerde hij een gaatje in de slokdarm van een 51-jarige man. Deze was geopereerd aan slokdarmkanker, maar kreeg na enkele dagen last van een lekkage tussen de slokdarm en de longen. Omdat rust niet hielp, werd tijdelijk een grote stent geplaatst. Vanwege de zwakke conditie van de patiënt was een nieuwe operatie niet mogelijk, maar met de endoscopische hechttechniek is de opening ‘ontzettend mooi dichtgemaakt’, aldus Laheij. ‘We gaan hier meer patiënten mee helpen. Op deze manier kunnen we bijvoorbeeld openingen hechten die zijn ontstaan na het verwijderen van poliepen in maag of darm.’ De maag-darm-leverarts legt uit hoe de nieuwe techniek is toegepast: ‘We hebben een endoscoop via de mond naar de slokdarm gebracht. Aan het uiteinde van deze slang zitten camera, naald en draad, die we op afstand bedienen. Voor de navigatie maken we gebruik van een beeldscherm. Endoscopisch hechten is geen gemakkelijke techniek, maar we hebben die ons graag eigen gemaakt.’ De patiënt vond de ingreep heel spannend: ‘Allereerst gaat het om een nieuwe techniek, waarbij het afwachten was of die ook bij mij zou werken. En verder was het bijzonder om alle zorgverleners aan mijn bed voortdurend Engels te horen praten. Ik heb het daardoor ervaren als het lezen van een spannend boek.’
4 OK OPERATIONEEL / NR 3, 2016
OKO0316.indd 4
9/5/16 11:12 AM
Tekst: Menno Goosen
nieuws
Een facelift voor OKnieuws.nl OK Nieuws.nl heeft een metamorfose ondergaan. De vormgeving is frisser geworden, beter leesbaar en u vindt nog meer videomateriaal op de site. Uiteraard blijven wij het chirurgische nieuws en alle ontwikkelingen op de voet volgen. Nieuwsgierig? Surf snel naar www.oknieuws.nl. Geef u op oknieuws.nl op voor onze nieuwsbrief. Dan ontvangt u iedere week het recentste chirurgische
nieuws in uw mailbox. Zelf een bijdrage leveren? Wij zijn altijd op zoek naar vakgenoten die willen bloggen over het chirurgische vakgebied. Van operatieassistent tot chirurg en van anesthesioloog tot anesthesiemedewerker. Wij nodigen iedereen die de operatiekamer tot zijn vakgebied rekent uit. Interesse? Mail hoofdredacteur Menno Goosen op redactie@ oknieuws.nl.
OPERATIEASSISTENT KRIJGT DIGITALE HULP Door zorgprofessionals technologische hulp te bieden valt er nog veel te winnen bij de organisatie in operatiekamers. Dit blijkt uit promotieonderzoek van Annetje Guédon van de TU Delft. Daarmee zijn ook onnodige medische missers te voorkomen. ‘Technologie moet wel ondersteuning bieden op dezelfde manier als operatieassistenten dat doen, dus niet rigide, maar inspelend op veranderingen’, aldus Guédon. Ze wist concrete verbeteringen voor de OK door te voeren op het gebied van de apparaten, de levering van chirurgische instrumenten en de planning. Dit heeft ze gedaan in samenwerking met het Reinier de Graaf in Delft. ‘Eerst hebben we gekeken naar de apparaten in de OK’, vertelt Guédon. ‘Dat zijn er al snel een stuk of twintig. Die moeten uiteraard allemaal in orde zijn, getest en gecontroleerd. Nu gaat dat helaas nog vrij ouderwets, met een systeem van stickers. In de praktijk van de OK kun je je voorstellen dat niet altijd alle stickers worden gecheckt. Wij hebben daarom samen met het bedrijf DoubleSense een track-and-tracesysteem ontwikkeld dat in één oogopslag de status van alle OK-apparaten laat zien en up-to-date houdt. Dit werkt zo goed dat het al een commercieel product is en wordt toegepast in het ziekenhuis.’ Daarnaast heeft Guédon gekeken naar het leveringssysteem van chirurgische instrumenten, zoals scalpels. ‘Als er nu een probleem is met een instrument, wordt dat vaak ad hoc opgevangen door de operatieassistenten. Die regelen dan nog snel een ander instrument. Maar daar gaat voor hen een hoop tijd in zitten en het kan stresssituaties veroorzaken. Dat willen we liever vermijden. Wij hebben daarom een logistiek just-intimesysteem opgezet voor de levering van chirurgische instrumenten. Ook dat wordt nu met succes in de praktijk toegepast in het Reinier de Graaf.’
Het derde onderdeel van het onderzoek gaat over de planning van het ziekenhuis voor de bezetting van de OK’s. Guédon: ‘Voor die planning is het belangrijk te weten hoe ver een operatie is gevorderd en dus hoe lang men nog ongeveer bezig zal zijn. Wij hebben gekeken of je aan de hand van de activiteit van chirurgische apparaten, die je met een gewone stroomsensor registreert, kunt afleiden hoe ver een operatie is gevorderd.’ Dit onderzoeksdeel is een van de onderwerpen die nog nader worden uitgewerkt in het overkoepelende en multidisciplinaire project DORA (Digital Operating Room Assistant). ‘In het Reinier de Graaf is voor het DORA-project inmiddels een realistische operatiekamer beschikbaar waar dit soort data kunnen worden gemeten. Dat is een heel grote stap in de goede richting. Cruciaal is dat we mensen van alle disciplines, technisch en medisch, bij het onderzoek blijven betrekken.’
De onderzoeks-OK van het Reinier de Graaf in Delft.
NR 3, 2016 / OK OPERATIONEEL 5
OKO0316.indd 5
9/5/16 11:12 AM
HET ACTUEELSTE OK-NIEUWS VIND JE OP WWW.OKNIEUWS.NL.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR ZZP’ERS
Op de foto de uitvinder van de blackbox, hoogleraar chirurgie Teodor Grantcharov (Universiteit van Toronto).
Je hebt er de afgelopen tijd vast al iets over gehoord of gelezen: de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) bestaat sinds 1 mei 2016 niet meer. Hiervoor in de plaats is er nu de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) gekomen. Je hebt met de Wet DBA te maken als je zelfstandige zonder personeel (zzp’er) bent (of als een zzp’er voor jou een opdracht verricht). Tot 1 mei 2017 heb je de mogelijkheid om met je opdrachtgever een overeenkomst aan te gaan die duidelijkheid verschaft over de aard van de arbeidsrelatie. Het gaat dan met name om de vraag of er wel of geen dienstbetrekking aanwezig is. Dat is van belang voor de inhouding en afdracht van loonheffingen en werknemersverzekeringen. Je kunt zelf een overeenkomst opstellen en deze voorleggen aan de Belastingdienst, of je kunt verwijzen naar een modelovereenkomst. De Belastingdienst heeft al diverse algemene modelovereenkomsten en voorbeeldovereenkomsten voor branches en beroepsgroepen opgesteld en beschikbaar gesteld op zijn website: http://tinyurl.com/zx34v6l.
HEB JE NIEUWS? MAIL NAAR
@
okoperationeel@y-publicaties.nl
AMC GEBRUIKT ALS EERSTE SURGICAL BLACK BOX Het Academisch Medisch Centrum (AMC) gaat operaties vastleggen in een medische variant van de zwarte doos. Hiervoor gebruikt het ziekenhuis Surgical Black Box, een computersysteem dat alle gegevens tijdens een operatie registreert, combineert en analyseert om gerichte feedback te kunnen geven aan het operatieteam. Het systeem is afkomstig uit Canada en wordt in het AMC voor het eerst in Europa beproefd. Het gebruik van de zwarte doos biedt de medewerkers meer inzicht in het eigen functioneren in teamverband op de operatiekamer en verhoogt daarmee de veiligheid voor patiënten in de OK. Op 8 juni voerde prof. dr. Marlies Schijven de eerste Black Box-geregistreerde operatie uit. Het idee van de Surgical Black Box is ontwikkeld door een hoogleraar chirurgie van de universiteit van Toronto, Teodor Grantcharov, in nauwe samenwerking met Air Canada. Alle data die tijdens een operatie worden gegenereerd door de apparatuur op de operatiekamer worden in samenhang geanalyseerd. Denk aan gegevens van de anesthesieapparatuur, de laparoscopische toren, de
temperatuur op de operatiekamer, de deurbewegingen en het geluidsniveau. Ook videobeelden en geluid worden tijdens de operatie meegenomen in de analyse. De software van de Black Box markeert momenten die als afwijkend kunnen worden beschouwd, waarna ervaren chirurgen van de universiteit van Toronto deze momenten analyseren. De analyse wordt in een rapportage teruggestuurd aan het operatieteam van het AMC en wordt binnen 24 uur nabesproken. ‘De enige manier om te leren en je te verbeteren, is om terug te kijken naar de manier waarop je iets hebt uitgevoerd. Dat doen topsporters, dat doen Formule 1-coureurs, dat doen piloten. Waarom chirurgen niet? Chirurgie is tenslotte mensenwerk’, betoogt Grantcharov. Ook het Radboudumc in Nijmegen begon vorig jaar met een blackboxsysteem waarbij audio- en video-opnames worden gebruikt. De Surgical Black Box is echter het eerste systeem dat alle data in de OK verbindt, en in samenhang met video- en audio-opnames geautomatiseerd analyseert. Het gebruik van de Black Box in Amsterdam start met een testfase.
6 OK OPERATIONEEL / NR 3, 2016
OKO0316.indd 6
9/5/16 11:12 AM
Tekst: Menno Goosen
nieuws
Orthopedisch chirurgen van het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht/Nieuwegein hebben voor het eerst 3Dgeprinte onderdelen van een knieprothese geplaatst. Het gaat om kegelvormige delen die worden gebruikt bij complexe knieoperaties en bij het vervangen van een prothese. Eenmaal ingebracht ondersteunen ze in het kniegewricht zowel het menselijke bot als de prothese. Voor de 3D-print wordt titanium gebruikt. Daarmee kan via de printer een botstructuur worden nagebootst, wat de ingroei van bot in het implantaat bevordert. Orthopedisch chirurgen Louis Marting en Martijn van Dijk maakten zich eind vorig jaar in Cambridge de 3D-implantatietechniek eigen. De eerste patiënt die in Utrecht werd behandeld, is een 71-jarige man. In zijn kniebot waren grote gaten ontstaan, die nu met de 3Dprints zijn opgevuld. De ingreep verliep zonder problemen en de patiënt loopt weer ‘als een kievit’. Een tweede patiënt die op dezelfde manier van 3D-implantaten is voorzien, herstelt eveneens naar wens. Volgens Marting en Van Dijk zullen in de nabije toekomst meer orthopedische implantaten uit de printer komen. Voor de patiënt heeft dat als voordeel dat de chirurg meer maatwerk kan leveren: op de persoon afgestemde implantaten in plaats van in de fabriek gemaakte standaardmaten. Die persoonlijke benadering in 3D is nu echter nog toekomstmuziek. Jaarlijks komen ongeveer 400 mensen naar het St. Antonius Ziekenhuis voor een kunstknie. In heel Nederland worden per jaar ruim 26.000 knieprotheses geplaatst.
Foto: Cryoballonkatheter (© Medtronic)
ORTHOPEDEN PLAATSEN EERSTE 3D-GEPRINTE ONDERDELEN KNIEPROTHESE
CRYOABLATIE BIJ BOEZEMFIBRILLEREN EFFICIËNT EN VEILIG Gerichte bevriezing van hartboezemweefsel rond de longaders blijkt een efficiënte en zeer veilige methode om patiënten van hun boezemfibrilleren af te helpen. Dat is de belangrijkste uitkomst van een internationaal klinisch onderzoek waaraan Isala Hartcentrum als onderzoekscentrum heeft deelgenomen. De procedure van bevriezing duurt bovendien korter en leidt tot minder complicaties tijdens en na de behandeling dan de standaardprocedure met radiofrequente energie (branden). In het zogenaamde Fire & Ice-onderzoek is voor het eerst een directe vergelijking gemaakt tussen ablatie door bevriezing (cryoablatie) en de huidige standaardmethode. In totaal namen 769 patiënten deel aan de studie. Ablatie is een minimaal invasieve ingreep via een katheter in de lies. Het weefsel in de hartboezems wordt hierbij gericht behandeld om de abnormale elektrische prikkelgeleiding te blokkeren die het boezemfibrilleren veroorzaakt. De longaders, vaak de bron van onregelmatige elektrische signalen, worden elektrisch geïsoleerd door het maken van kleine littekens rondom. ‘Volgens het onderzoek was 65 procent van alle patiënten na hun eerste ingreep verlost van boezemfibrilleren’, aldus hoofdonderzoeker dr. Arif Elvan, cardioloog in Isala Hartcentrum. ‘Deze succesratio was vergelijkbaar voor beide methodes. Dankzij een verbeterde, tweede generatie cryoablatietechnologie ligt onze succesratio momenteel zelfs op 80 procent na een eerste ingreep en 93 procent na twee ingrepen. Bijkomend voordeel voor Isala als opleidingsziekenhuis is dat de cryomethode ook door minder ervaren hartritmespecialisten eenvoudig is uit te voeren. Bovendien zijn ernstige complicaties (zoals een beroerte of bloedingen) bij deze methode zeer zeldzaam en zijn deze in ons ziekenhuis niet voorgekomen. Verder blijkt uit een nadere analyse dat cryoablatie een gunstiger effect heeft in de periode na de ablatie. Bij patiënten behandeld met cryoablatie komen na de behandeling 50 procent minder elektrische cardioversies voor (behandelingen met elektrische schokken om het hartritme te resetten), 33 procent minder re-ablaties en 21 procent minder ziekenhuisopnames vergeleken met de standaardmethode met radiofrequente energie.’ De resultaten van het onderzoek zijn gepresenteerd tijdens het internationale congres van het Amerikaanse College van Cardiologie en gelijktijdig gepubliceerd in het medisch-wetenschappelijke tijdschrift The New England Journal of Medicine.
NR 3, 2016 / OK OPERATIONEEL 7
OKO0316.indd 7
9/5/16 11:12 AM
Het UMCG introduceert een nieuwe techniek om tumoren uit de bijnier te verwijderen. Hierbij wordt de patiënt in buikligging geopereerd in plaats van zoals gebruikelijk in rugligging. Deze nieuwe operatietechniek vergt niet alleen minder tijd, maar blijkt ook veel minder belastend te zijn voor de patiënt. De techniek is ontwikkeld in een ziekenhuis in het Duitse Essen en wordt nu voor het eerst toegepast in het UMCG. De nieuwe buikliggingtechniek biedt een directere route naar de bijnier, zonder dat andere organen als lever, alvleesklier, pancreas en milt bij de operatie betrokken hoeven te worden. De operatie veroorzaakt hierdoor minder bloedverlies en minder postoperatieve pijnklachten. Ook duurt de operatie vaak een halfuur tot een uur korter. Het verwijderen van de bijnier gaat even goed als met de ‘traditionele’ techniek. Door de kortere operatietijd kunnen er meer patiënten in dezelfde tijd behandeld worden. Ook kunnen patiënten na deze nieuwe ingreep vaak veel sneller naar huis. De chirurgen, operatiemedewerkers en anesthesisten hadden een voorbereidingstijd van ongeveer een halfjaar nodig voordat
Illustratie: © Hospital das Clínicas da FMUSP (São Paulo). 2012
Bijnieroperaties: patiënt omgedraaid, operatie verbeterd
deze techniek in het UMCG kon worden toegepast. Ook moest het UMCG een nieuwe operatietafel aanschaffen om patiënten op een goede en veilige manier in buikligging te kunnen leggen voor deze operatie. Inmiddels zijn 24 patiënten succesvol via de nieuwe techniek geopereerd. Het UMCG blijft de patiënten volgen om ook de (middel)langetermijneffecten van deze ingreep te kunnen bepalen.
Dankzij slimme software, navigatieapparatuur en 3Dprinters is het resultaat van een oogkasreconstructie beter te voorspellen. Dit stelt Leander Dubois, mond-, kaak- en aangezichtschirurg verbonden aan het AMC/ ACTA en het St. Antonius ziekenhuis, in zijn proefschrift Predictability in orbital reconstruction. Bij een aangezichtstrauma komen breuken van de oogkas regelmatig voor. Met een oogkasreconstructie wordt geprobeerd de verstoorde anatomie zo goed mogelijk te herstellen door het plaatsen van een implantaat, een soort matje dat de verbrijzelde wanden van de oogkas overbrugt. Een dergelijke operatie is echter zeer complex. Het is lastig om tijdens de operatie overzicht te houden over de gehele oogkas. Het komt dan ook regelmatig voor dat een implantaat niet optimaal wordt geplaatst, waardoor de patiënt diverse problemen kan krijgen, zoals dubbelzien of een oog dat gaat ‘terugliggen’, wat weer kan zorgen voor esthetische en/of functionele problemen. Dubois vergelijkt in zijn proefschrift de kwaliteit van traditionele, endoscopisch geassisteerde en navigatiegeassisteerde reconstructies. Daarnaast beschrijft hij hoe kleine aanpassingen in het ontwerp van het implantaat of geper-
Illustratie Shutterstock
OOGKASRECONSTRUCTIES BETER VOORSPELBAAR DANKZIJ NIEUWE TECHNOLOGIE
sonaliseerde 3D-geprinte implantaten de voorspelbaarheid van het resultaat kunnen vergroten. Met name een nieuw ontwikkelde navigatietechniek is volgens Dubois veelbelovend. De huidige navigatietechnieken zijn te vergelijken met gps, terwijl de nieuwe techniek een belangrijke stap is richting een techniek vergelijkbaar met autonavigatie.
8 OK OPERATIONEEL / NR 3, 2016
OKO0316.indd 8
9/5/16 11:12 AM
Tekst: Menno Goosen
INNOVATIEVE POLSOPERATIE SUCCESVOL UITGEVOERD IN ZUYDERLAND
Patiënten die in het Catharina Ziekenhuis een slokdarmkankeroperatie ondergaan worden uitgedaagd om direct na de operatie te eten. Uit onderzoek van het ziekenhuis blijkt dat patiënten dan sneller genezen. Tot nu toe werd aangenomen dat het beter is om het eten na een slokdarmkankeroperatie even uit te stellen. Chirurg dr. Misha Luyer van het Catharina Ziekenhuis: ‘Uit ons onderzoek blijkt nu dat direct beginnen met eten niet slechter is. Patiënten liggen bovendien minder lang op de intensive care, en ook het totaal aantal ligdagen in het ziekenhuis is lager dan bij de groep patiënten die niet direct na de operatie eten.’ In de meeste ziekenhuizen mogen patiënten die geopereerd zijn vanwege slokdarmkanker de eerste vijf tot zeven dagen na de operatie niet zelf eten. Er wordt meestal voorzichtig gestart met sondevoeding via een slangetje dat tijdens de operatie direct in de dunne darm is ingebracht. Onderzoek bij andere buikoperaties heeft echter eerder al aangetoond dat mensen sneller herstellen als ze direct na de operatie zelf gaan eten. Het Catharina Ziekenhuis heeft hiermee veel ervaring opgedaan bij patiënten die vanwege overgewicht een maagverkleining ondergaan. Het obesitascentrum van het Catharina Ziekenhuis is met 1100 operaties per jaar het op één na grootste centrum van Nederland. Al die patiënten moeten volgens protocol op de dag van de operatie al gaan eten. Bij een slokdarmoperatie bestond de angst dat patiënten zich kunnen verslikken, met ernstige longontsteking tot gevolg. Ook werd gevreesd dat bij een mogelijke lekkage van de nieuwe aansluiting tussen slokdarm en maag de gevolgen voor de patiënt die voedsel tot zich heeft genomen veel ernstiger zijn. Eerder onderzoek gaf al aan dat deze aannames mogelijk onterecht zijn. Het Catharina Ziekenhuis heeft daarom onderzocht of het veilig is om mensen direct na een slokdarmkankeroperatie te laten eten. Uit dit onderzoek, waarbij vijftig mensen direct na de operatie een vloeibaar dieet kregen, blijkt dat er niet meer complicaties voorkomen in vergelijking met een historische groep die na de ingreep gedurende een week niets mocht eten. Met name het aantal ernstige gevolgen na naadlekkage en complicaties aan de longen was vergelijkbaar met wat er eerder is gerapporteerd.
Foto: Shutterstock
da FMUSP (São Paulo). 2012
DIRECT ETEN NA SLOKDARMKANKEROPERATIE MOGELIJK
nieuws
In het Zuyderland Medisch Centrum Heerlen is afgelopen week de eerste patiënt met een polsbreuk geholpen via een artroscopisch geassisteerde operatie. Orthopedisch chirurgen prof. dr. Samijo en dr. Walbeehm, die de operatie samen uitvoerden, zijn erg verheugd over de nieuwe techniek en zijn van plan nu veel meer patiënten met dit soort operaties te helpen. De aanpak is uniek in de regio. Bijzonder is dat de gebroken pols met een artroscopie zo anatomisch mogelijk wordt hersteld, waarna de breuk op de gebruikelijke manier wordt vastgezet met plaat en schroeven. Belangrijke voordelen zijn onder meer dat het kapsel rondom de pols minder beschadigd raakt tijdens het opereren. Bovendien is de genezing beter, zo wijzen ook voorlopige studies uit. ‘Het geeft de mogelijkheid om het gewrichtsvlak van de pols zo goed mogelijk te laten herstellen, met daardoor minder kans op slijtage in de toekomst’, geeft Samijo aan. NR 3, 2016 / OK OPERATIONEEL 9
OKO0316.indd 9
9/5/16 11:12 AM
nieuws
Tekst: Menno Goosen
HYBRIDE ALTERNATIEF VOOR OPENHARTCHIRURGIE
Illustratie: Shutterstock
Bij zorgvuldig geselecteerde patiënten met problemen aan de kransslagader lijkt een combinatie van dotteren en een bypassoperatie een mogelijk alternatief voor conventionele openhartchirurgie. Dit concludeert Ralf Harskamp van het Academisch Medisch Centrum in zijn proefschrift Hybrid coronary revascularization: At the crossroads of surgical and percutaneous interventions. Harskamp baseert zich op informatie van een aantal ervaren hartcentra in de Verenigde Staten. Zijn bevindingen zijn dus niet direct van toepassing op de Nederlandse praktijk. Meer onderzoek is nodig om deze mogelijkheden verder te exploreren, stelt Harskamp. Hij hoopt dat zijn onderzoek de discussie over hybride oplossingen bij hartproblemen aanwakkert.
Gezonde patiënten met artrose die in aanmerking komen voor een heupprothese kunnen die ingreep heel goed in dagbehandeling ondergaan. Sinds 2014 zijn in het Reinier de Graaf 160 mensen op deze manier behandeld. Orthopedisch chirurg en onderzoeker Yvon den Hartog volgde de eerste patiënten uit deze groep op de voet en promoveert aan het Erasmus MC op haar onderzoek. Op dit moment worden de meeste artrosepatiënten enkele dagen opgenomen als ze een totale heupprothese moeten ondergaan. Voor haar studie onderzocht Den Hartog aanvankelijk hoe de zorg rond deze ingreep zo kan worden georganiseerd dat de resultaten voor de patiënt optimaal zijn. ‘De ligduur na de ingreep werd daardoor al zo verkort, dat we dachten: zou het niet zelfs in dagbehandeling kunnen?’, vertelt Den Hartog. Patiënten oefenden al voor de operatie met het lopen op krukken. Er werd verder gelet op goede voorlichting, pijnbestrijding op maat, een maaltijd snel na de operatie, en het vermijden van onnodige wonddrains, urinekatheters
en drukverbanden. De patiënt kwam ook snel na de operatie uit bed. In april 2014 startte onder leiding van orthopedisch chirurg Stephan Vehmeijer een pilot met een poliklinische totale heupprothese in het Reinier de Graaf, een Europese primeur. Yvon den Hartog volgde de orthopedische patiënten van de dagbehandeling bij Reinier de Graaf enkele maanden lang. Ze kwam tot de conclusie dat zij het minstens even goed doen als patiënten die enkele dagen werden opgenomen na de operatie. Ze bracht de tevredenheid van de groep in kaart aan de hand van patient reported outcome measures (PROMs), een internationaal erkende methode om patiënttevredenheid te meten. De patiënten uit de dagbehandelingsgroep werden door Vehmeijer allemaal geopereerd volgens de voorste benadering, een techniek waarbij geen spieraanhechtingen worden losgemaakt. Den Hartog: ‘Patiënten die met deze techniek worden geopereerd, zijn wat sneller mobiel dan patiënten die met andere technieken worden geopereerd.
Foto: Shutterstock
INGREEP HEUPPROTHESE KAN GOED EN VEILIG POLIKLINISCH
De voorste benadering is in anatomisch opzicht ingewikkelder. Maar patiënten kunnen, doordat de spieren intact blijven, sneller weer zonder krukken lopen en een trap op.’ In Nederland worden jaarlijks meer dan 25.000 heupprothesen geplaatst. Dit aantal neemt toe door de vergrijzing. Om in dagbehandeling te kunnen worden behandeld, dienen patiënten goed gezond te zijn. Hart- en vaatziekten en het slikken van bloedverdunners zijn taboe. ‘En ze moeten het natuurlijk zelf willen. Ook is er – zeker de eerste nacht – iemand nodig die hen thuis goed kan verzorgen.’ Vervolgonderzoek is nog wel nodig.
10 OK OPERATIONEEL / NR 3, 2016
OKO0316.indd 10
9/5/16 11:12 AM
1412_3091_
Het origineel. Made in Germany. Gouden standaard binnen de arthroplastiek VerkrĂłgbaar in drie viscositeiten: Geschikt voor grote, middelgrote en kleine gewrichten Betrouwbare verwerkingseigenschappen door de bewezen samenstelling
PAL
STAN DEN ÂŽ DA ACOS
D AR
DE GO U
Laag infectierisico door toevoeging van gentamicine
www.heraeus-medical.com
1412_3091_AZ_PALACOS_Image_OK_Operationeel_215x285_NL.indd 1 OKO0316.indd 11
11.12.14 10:41 9/5/16 11:12 AM
OKO0316.indd 12
9/5/16 11:12 AM
ONZE
OK
Meekijken met Sylvia Heemskerk van het Diakonessenhuis Utrecht en Zeist
Tekst: Marloes van Hoorn
Foto’s (inclusief cover): Cor Mooij
Wij zijn trots op …. … ons nieuwe OK-complex in Utrecht. Met daglicht in alle negen OK’s en de Ferrari onder de luchtbeheersystemen. Die is onderdeel van een enorm verbetertraject waarmee we vorig jaar zijn begonnen. Dat heeft veel tijd gekost, maar iedereen is nu up-to-date en gemotiveerd. We hebben geïnvesteerd in extra patiëntveiligheid en in de kwaliteit van de OK-professionals, met onder meer een nieuwe opdekprocedure en crew resource management. Daarnaast zijn we gestart met een nieuwe dienstenstructuur.
We blijven bij door … … regelmatig scholingen en trainingen te organiseren en congressen te bezoeken. Na een werkdag volgt iedereen bij ons nog enthousiast een training. Het geheim? We zorgen voor een goede mix van theorie en praktijk door onze eigen artsen en de firma’s in de scholingen te betrekken. En voor alle deelnemers is er warm eten! De sfeer zit er met lasagne of een oosters buffet meteen goed in.
We zijn ook bezig de kwaliteit te verhogen van onze toetsing van de voorbehouden handelingen. Zo hebben we tijdens de Anesthesisten-/Chirurgendagen een ‘Diak BIG-markt’ georganiseerd, waar 52 operatieassistenten, anesthesieassistenten en recoveryverpleegkundigen in ons skillslab zijn getraind en getoetst op vier voorbehouden handelingen.
In de pauze … ... dán eten we iets wat we van huis hebben meegenomen.
Extra taken … … heeft iedereen bij ons. Bijvoorbeeld als lid van de VIM-commissie, specialismedeskundige, werkbegeleider of beheerder van het protocollensysteem. Binnenkort is de rol van assessor voor de toetsing van voorbehouden handelingen ook een mogelijkheid. Ik ben zelf scholingscoördinator. Deze rol heb ik de laatste jaren in overleg met het management uitgebouwd. Ik organiseer nu bijvoorbeeld scholingsdagen. En ik heb me met een heel team op de trainingen voor de luchtbeheersing gestort.
Deze trainingen voor de luchtbeheersing … … zijn enthousiast ontvangen, mede dankzij de samenwerking met Stichting Trainingen Infectie Preventie. Honderd operatieassistenten en anesthesiemedewerkers hebben een training gehad. Ze kregen eerst warm eten natuurlijk, en daarna theorie over het
Altijd al willen meekijken op een collega-OK-complex? In deze nieuwe rubriek gluren we vast door het raam. Deze keer bij de OK’s van het Diakonessenhuis in Utrecht en Zeist WIE: Sylvia Agterberg WAT: operatieassistent en scholingscoördinator WAAR: Diakonessenhuis Utrecht en Zeist
belang van luchtbeheersing. Met rookproeven werden ze bewust gemaakt van de luchtstromen op de OK: wat gebeurt er als je snel loopt, langzaam loopt, de deur dichtdoet of de operatielamp niet schuin zet? Ook bezochten ze de technische ruimte boven het plenum, die net zo groot bleek als de OK zelf. Daardoor beklijfde de theorie beter, kregen ze meer begrip voor het NR 3, 2016 / OK OPERATIONEEL 13
OKO0316.indd 13
9/5/16 11:12 AM
MEEKIJKEN OP DE OPERATIEKAMERS VAN SYLVIA AGTERBERG IN HET DIAKONESSENHUIS soms lastige werk van de technici en andersom. Dat heeft de interdisciplinaire samenwerking enorm bevorderd. Na afloop was er ruimte om te bespreken hoe operatieassistenten en anesthesiemedewerkers zélf de luchtstroom positief kunnen beïnvloeden. Daaruit zijn goede ideeën voortgekomen, die op dit moment worden geïmplementeerd.
Zoals … … het verlagen van het aantal loopbewegingen door op meer plaatsen handschoenen en een alcoholdispenser te hangen. Ook is er een goed alternatief gekomen voor de WIP-richtlijn dat je de instrumententafel met een doek moet afdekken als je naar de OK loopt. We dekken nu een extra tafeltje op, met afdekmateriaal, diathermiesnoer, lampendoppen, jodiumkwast, steriele jassen en handschoenen. Dat zetten we onder het plenum op de OK. Na het desinfecteren brengen we het opdektafeltje leeg terug naar de opdekruimte en halen we de instrumententafels op. Hiermee voldoen we compleet aan de nieuwe richtlijnen en hebben we een werkbare situatie gecreëerd.
Voor de aflos … … hebben we vier aflosdiensten. Het overdragen doen we bij de computer.
ment-training die we met alle disciplines samen hebben gevolgd.
Specialiseren … … doen we deels. Iedereen is overal inzetbaar en voor specifieke operaties zijn er dedicated teams. We hebben één dienstteam.
Onze werkoverleggen … … worden momenteel anders ingericht zodat alle OKC-professionals meer kunnen meedenken bij veranderingen en projecten. Het afgelopen jaar zijn er lunchbijeenkomsten geweest met alle OKC-disciplines. In een klankbordgroep komen elke vergadering thema’s uit deze bijeenkomsten naar voren en worden oplossingen besproken voor de ingebrachte discussiepunten. Ook wordt hier bijvoorbeeld het jaarplan besproken. De klankbordgroep bestaat uit de zorgmanager, een beleidsmedewerker en vertegenwoordigers van alle disciplines. Elke discipline heeft vier keer per jaar een werkoverleg. Daarnaast hebben we medewerkersbijeenkomsten over het verandertraject en de vraag hoe we ‘verder gaan vliegen’ naar 2018.
Doorlichten … De personele planning … … wordt gemaakt door de centrale planner. We hebben een cyclisch dienstenrooster van acht weken. Iedereen werkt zowel in Utrecht als in Zeist. De programmacoördinator – lid van een vast team dat bestaat uit twee operatieassistenten en twee anesthesiemedewerkers – maakt de weekplanning.
Briefings en debriefings … … hebben we dagelijks om kwart voor acht in de koffiekamer. Alle OK-medewerkers zijn dan aanwezig voor algemene mededelingen. Vijf minuten later houdt elk voltallig team een briefing op de eigen OK onder leiding van de operateur en in aanwezigheid van de anesthesioloog: is het luchtbeheersysteem akkoord, heeft iedereen zijn naam op het bord geschreven, welke materialen zijn nodig voor welke patiënt et cetera. Dat werkt fijn. Het duurt maar drie minuten en we weten de hele dag wat we nodig hebben. We houden aan het eind van de dag een debriefing met het hele team, en rondom elke operatie een time-out en een sign-out. Dit is allemaal ingevoerd na de crew resource manage-
… is voorbehouden aan röntgenlaboranten die OK-diensten draaien.
Onze sfeer … … is goed. Tijdens de debriefing geven we elkaar feedback, zowel op wat goed ging als op wat beter kan. De snelheid waarmee alle veranderingen bij ons op het OKC verlopen vraagt veel van ons team, maar maakt ons ook sterker.
In de toekomst … … is ook het OK-complex in Zeist verbouwd. Daar zijn ze nu mee bezig. Alles wat we geleerd hebben van het nieuwbouwproject in Utrecht nemen we mee naar het nieuwbouwproject in Zeist. Straks hebben we veertien prachtige OK’s op twee locaties waarin het een feest is om te werken. ■
14 OK OPERATIONEEL / NR 3, 2016
OKO0316.indd 14
9/5/16 11:12 AM
lvo-nieuws
Foto: Jan Kranendonk / Shutterstock.com
TWEEDAAGS PROGRAMMA LVO BIJ DE TRAUMADAGEN 2016 Wanneer: 3 en 4 november 2016 Waar: RAI, Amsterdam Op 3 en 4 november vinden weer de Traumadagen plaats. Dit landelijke traumacongres voor traumachirurgen, orthopeden en operatieassistenten is dé plek om up-to-date te blijven en op een informele manier met elkaar te discussiëren. Dit jaar heeft de LVO een tweedaags programma in petto. Voor meer informatie en inschrijven: www.trauma.nl/traumadagen-2016-0.
FOTO’S GEZOCHT
31ste LVO-congres
Wat is er allemaal veranderd in veertig jaar LVO? Alles! OK-kleren, operatietechnieken, apparaten, instrumenten en salarissen. Daarnaast zijn er inspectiebezoeken bij gekomen, fusieperikelen, specialismen, dedicated teams, proceduretrays en protocollen. En er is schaarste ontstaan. Kortom: ons werk is aan veranderingen onderhevig. Voor de opening van het LVO-congres zijn we op zoek naar foto’s van oude en nieuwe artikelen en thema’s die te maken hebben met ons vakgebied en wat daarin de afgelopen jaren is gebeurd en veranderd. Mail ze naar: beroepsbelang@lvo.nl.
Op donderdag 9 en vrijdag 10 maart 2017 zal het 31ste LVO-congres plaatsvinden in De ReeHorst te Ede. Een jubileum: de LVO bestaat in 2017 veertig jaar! Het congresthema is: On the move. Hiermee laten we zien dat de LVO met alle operatieassistenten in Nederland in beweging is. Daarnaast betekent ‘on the move’ vooruitgaan en actief zijn. Ook dit past bij het beroep operatieassistent. Net als in 2016 zijn de young professionals bij het voorbereidingstraject van het congres betrokken. Zij maken deel uit van de congrescommissie van de LVO. Er zijn diverse sessies, met de volgende thema’s: thoraxchirurgie, oogchirurgie, neurochirurgie, kinderchirurgie en plastische-reconstructieve chirurgie. Er is een sessie voor praktijkopleiders en natuurlijk de uitreiking van de Young Professionals Award. De Nederlandse Vereniging voor Endoscopische Chirurgie en de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie vullen een eigen sessie. Naast dit alles is er een plenair programma van de Nederlandse Vereniging Leidinggevenden Operatieafdeling. Voor dit jubileumcongres hebben we een aantal topsprekers vastgelegd. Onze openingsspreker van de eerste dag is topsporter en zal het congresthema alle eer aandoen. De tweede dag zullen we het congres beginnen met een interessante lezing over het dramatische gebeuren rond de MH17. En zoals we de laatste jaren gewend zijn sluiten we het congres op een speciale manier af, met ook hier een bijdrage van BN’ers. De voorbereidingen voor het brede programma, met diverse parallelsessies, bijzondere onderwerpen en inspirerende sprekers zijn afgerond. Voor de openingsbijdrage hebben we echter nog jullie hulp nodig (zie de oproep hiernaast). Het bestuur en de commissies van de LVO hebben er het volste vertrouwen in dat het een feestelijk jubileumcongres zal worden. Wij verwelkomen je graag op 9 en 10 maart 2017 in De ReeHorst. Zet de datum vast in je agenda, hang hem op je prikbord en zet hem vooral ook in de agenda van je planner op het werk. Je mag het niet missen. Be on the move!
LVO-INFORMATIE Hennie Mulder, vice-voorzitter, penningmeester en bestuurslid Media operationeel@lvo.nl en penningmeester@lvo.nl Jeanine Stuart, secretaris en bestuurslid Onderwijs secretaris@lvo.nl en onderwijs@lvo.nl Nicole Dreessen, bestuurslid Beroepsbelangen beroepsbelang@lvo.nl Monique de Kort, bestuurslid Congres, congres@lvo.nl Jurrien Jongbloed, projectleider communicatie, prvoorlichting@lvo.nl Lid worden van de LVO? Surf naar www.lvo.nl. Lidmaatschap opzeggen Dit dient voor 1 oktober te gebeuren – het lidmaatschap wordt dan per 1 januari van het jaar daarop beëindigd. Opzeggen kan via het opzeggingsformulier op www.lvo.nl
of schriftelijk via: Secretariaat LVO Postbus 9058 1006 AB Amsterdam Ledenadministratie ledenadministratie@lvo.nl
NR 3, 2016 / OK OPERATIONEEL 15
OKO0316.indd 15
9/5/16 12:00 PM
OKO0316.indd 16
9/5/16 11:12 AM
LVO Congres 2017
Donderdag 9 maart en vrijdag 10 maart
Congrescentrum De ReeHorst, Ede
’On the move’
In samenwerking met:
Congressecretariaat
Voor meer informatie: www.lvocongres.org
OKO0316.indd 17
Postbus 2428 5202 CK ’s-Hertogenbosch Tel 073 - 700 35 00 www.congresscompany.com info@congresscompany.com
9/5/16 11:12 AM
EVEN VOORSTELLEN: DE RAAD VAN YOUNG PROFESSIONALS Sinds januari heeft de LVO een Raad van Young Professionals. Vijf pas – of bijna – afgestudeerde operatieassistenten komen eens in de twee maanden bijeen om mee te denken met het LVO-bestuur en nieuwe projecten op te zetten. Wie zijn deze jonge operatieassistenten en wat willen ze bereiken?
YVON TRINES: ‘DUIDELIJK MAKEN WAT DE LVO DOET’ Ik ben Yvon Trines, 27 jaar en operatieassistent in het Máxima Medisch Centrum. In 2012 ben ik gestart met de inserviceopleiding tot operatieassistent en in september 2015 heb ik mijn diploma behaald. Het was voor mij altijd al duidelijk dat ik graag met mensen wilde werken. Toch was het zoeken naar het juiste beroep. Na de middelbare school ben ik eerst schoonheidsspecialiste en pedicure geworden, maar dit vond ik niet uitdagend genoeg. Ik wilde graag verder studeren en heb toen de opleiding tot podotherapeut gevolgd. Helaas vond ik dit beroep in de praktijk erg eenzaam. Ik hoor in een team thuis! Toen ik met het beroep operatieassistent in aanraking kwam dacht ik: dit is het! Ik ben nog steeds blij dat ik deze keuze heb gemaakt. Sinds mijn diplomering ben ik allround operatieassistent en vervang ik een collega voor langere tijd bij het specialisme orthopedie/trauma. Ik vind het belangrijk dat ons beroep een beroepsvereniging heeft, de LVO dus. Hoe meer mensen zich hierbij aansluiten, hoe sterker de beroepsgroep staat en hoe meer veranderingen er kunnen plaatsvinden wanneer dit nodig is (bijvoorbeeld via cao-onderhandelingen). De LVO kan ook individuele hulp bieden, omdat zij veel connecties heeft. Graag wil ik mijn gedachten met de LVO delen om te zorgen dat het voor onze collega’s duidelijk is wat de vereniging doet en dat het belangrijk is om er lid van te zijn. En ik vind het natuurlijk ook nog ontzettend leuk en leerzaam om van gedachten te wisselen met operatieassistenten uit andere ziekenhuizen! 18 OK OPERATIONEEL / NR 3, 2016
OKO0316.indd 18
9/5/16 11:12 AM
JOËLLE GIESBERS: ‘DISCUSSIËREN MET HET BESTUUR’
Mijn naam is Joëlle Giesbers. De keuze om operatieassistent te worden heb ik gemaakt op de middelbare school. Ik zocht een beroep in de zorg dat ook een connectie heeft met techniek. De Hogeschool Zuyd was net gestart met de opleiding hbo-verpleegkunde technisch (hbo-vt), de juiste opleiding voor mij. In 2013 was het dan zover en kreeg ik twee diploma’s overhandigd: dat van de hbo-v en het CZO-diploma operatieassistent. De stages en het duale traject heb ik in het St. Jans Gasthuis doorlopen. In dit ziekenhuis heb ik nadien nog een jaar gewerkt, als allrounder en als specialismeoudste van de vaatchirurgie. Vervolgens ben ik in het Zuyderland MC gaan werken, omdat ik meer uitdaging in mijn beroep zocht. In dit ziekenhuis werk ik inmiddels twee jaar en ben ik specialismeoudste van de orthopedie en de kaakchirurgie. De orthopedie heeft mijn interesse altijd al weten te wekken door de wisselende ingrepen, de materialen, de implantaten en de vele innovaties. Creatief meedenken en patiënten in alle leeftijdscategorieën. De kaakchirurgie trekt mij aan door de wisselende patiënten en gevarieerde ingrepen. In de diensten dien je
bij alle specialismen te instrumenteren, assisteren en omlopen. Het beroep van operatieassistent is altijd in beweging, waardoor het niet saai wordt. In mijn vrije tijd houd ik ervan om te hardlopen, te tennissen, dwarsfluit te spelen en te lezen. Ik heb ook een jaar geparticipeerd in de congrescommissie. Het is heel leuk om indelingen te maken, contacten te leggen met mogelijke sprekers en zo meer. Toen kwam de oproep voor de Raad van Young Professionals. Het leek mij een uitdaging om mee te denken over zaken waar het bestuur ook tegenaan loopt. Als young professionals denken we toch vaak anders over onderwerpen dan het bestuur. Daardoor ontstaat discussie en ook meer diepgang. Het gaat natuurlijk niet alleen over onze eigen mening. Wij vertegenwoordigen die van álle jonge operatieassistenten. Het is voor elke operatieassistent een meerwaarde om lid te zijn van de beroepsvereniging, de LVO. Zij kan jou op heel veel manieren ondersteunen en heeft al veel voor ons betekend. Een grote groep leden heeft veel invloed! NR 3, 2016 / OK OPERATIONEEL 19
OKO0316.indd 19
9/5/16 11:12 AM
JASMIJN VAN TILBURG: ‘NIEUW JASJE VOOR DE LVO’
Mijn naam is Jasmijn van Tilburg en ik ben 24 jaar. In 2010 ben ik begonnen met de opleiding tot operatieassistent. Die deed ik in het UMC Groningen (UMCG). Een hele cultuurshock: als 18-jarige, net afgestudeerde havoscholier naar de OK, een grotemensenwereld waarmee maar weinig mensen bekend zijn. De keuze om iets te doen binnen de gezondheidszorg was eigenlijk al vroeg gemaakt; mijn vader werkt als ambulance- en SEH-verpleegkundige. De ambulance kwam wel eens mee naar huis, en ik vond die spuitjes en stethoscopen als jong kind al mega-interessant. Op oudere leeftijd mocht ik meekijken in het ziekenhuis en op de SEH en werd mijn interesse nog groter. Pas tijdens mijn examenjaar attendeerde iemand mij op de voorlichting over de opleiding tot operatieassistent. Toen ik hier was geweest, wist ik het zeker: ik word operatieassistent. Inmiddels ben ik drie jaar gediplomeerd. Na de diplomering heb ik eerst de reis van mijn leven gemaakt. Daarna viel mijn keuze op neurochirurgie in het UMCG. Er waren daar weinig assistenten, waardoor ik vaak assisteerde. Intussen werk ik anderhalf jaar in de Isala Klinieken
te Zwolle, het grootste perifere ziekenhuis in Nederland. Heel anders dan een academisch ziekenhuis. Vooral de snellere wissels en de grotere aantallen operaties per dag zijn een groot verschil. Sinds februari 2016 werk ik voor 100 procent op de cardiothoracale chirurgie. Ik leer ontzettend veel op theoretisch en praktisch gebied. Ook vind ik de samenwerking binnen dit specialisme erg indrukwekkend, mede doordat het team zo goed op elkaar is ingespeeld. Daarnaast heeft mijn werkgever mij een extra theorieopleiding aangeboden voor de cardiothoracale chirurgie, waarmee ik nu bezig ben. Deze wordt aan de VUmc Academie gegeven. Een bezig bijtje, leergierig, sportief, wil veel te veel tegelijkertijd aanpakken en stroomt over van de energie: ja, dat ben ik! Daarom denk ik dat mijn leidinggevende mij benaderd heeft voor de Raad van Young Professionals. Ik hoop dat we met dit platform het ietwat stoffige imago van de LVO in een nieuw, fris jasje kunnen steken, dat men inziet wat de LVO doet en hoe belangrijk het is om samen een beroepsvereniging te vormen waarvan iedere operatieassistent lid is. Want samen staan we sterk!
20 OK OPERATIONEEL / NR 3, 2016
OKO0316.indd 20
9/5/16 11:12 AM
SIMONE JONKER: ‘MEEPRATEN MET EEN FRISSE BLIK’
Mijn naam is Simone Jonker en ik ben operatieassistent bij het MC Slotervaart in Amsterdam. Ik heb mijn diploma operatieassistent in 2013 behaald. Binnen het Slotervaart ben ik, inclusief drie jaar opleidingstijd, nu zes jaar werkzaam. Sinds een paar maanden ben specialismeoudste van de algemene chirurgie en de vaatchirurgie. Hiervoor was ik gedurende drie jaar met veel plezier bij de KNO specialismeoudste. De diversiteit van het beroep trekt mij aan. Binnen het MC Slotervaart word je allround opgeleid en blijf je ook na je diplomering op elk specialisme werkzaam. Wij werken niet in clusters en staan dus in principe elke dag bij een ander specialisme. Er wordt ook van ons verwacht dat wij allround blijven omdat je in de dienst niet altijd een specialismeoudste in de buurt hebt. Via (digitale) nieuwsbrieven en werkoverleggen houden wij elkaar op de hoogte van veranderingen of nieuwe ontwikkelingen binnen de specialismen. Toen ik in OK Operationeel de oproep zag je aan te melden voor de Raad van Young Professionals werd ik direct nieuwsgierig en heb ik actie ondernomen. Met elkaar vormen wij een gezellige groep. Ik denk dat wij als young professionals nieuwe input kunnen geven doordat wij met een frisse blik over actuele onderwerpen binnen de LVO meedenken en -praten. In onze
vergaderingen merken wij vaak al dat wij als ‘jonge gediplomeerden’ zaken heel anders bekijken en willen aanpakken. Doordat onze vergadering altijd wordt geleid door iemand van het bestuur, zijn de lijnen kort en kunnen wij gemakkelijk informatie en ideeën naar elkaar terugkoppelen. Sinds kort zet ik mij naast mijn lidmaatschap van de Raad van Young Professionals in als LVO-ambassadeur binnen het MC Slotervaart. Ook ben ik binnen de LVO in de commissie PR en V gestapt. Hierbinnen houd ik mij bezig met leden voorlichten en leden werven voor de beroepsvereniging. Naast mijn werk en mijn bijdragen aan de LVO vind ik het heerlijk om tijd in de sportschool door te brengen of hard te lopen. Met collega’s van de OK spreken we regelmatig af om samen een rondje om de Sloterplas te rennen, erg gezellig! Ik heb mij in 2013 aangemeld als lid van de LVO omdat ik het belangrijk vind dat wij met z’n allen een groep vormen en op deze manier verbonden met elkaar blijven. Het is naar mijn mening voor de toekomst van ons beroep belangrijk om met zo veel mogelijk operatieassistenten onze beroepsvereniging te vertegenwoordigen, zodat wij ook met z’n allen ergens voor staan en dingen kunnen bereiken. Hoe meer leden, hoe sterker wij staan! NR 3, 2016 / OK OPERATIONEEL 21
OKO0316.indd 21
9/5/16 11:12 AM
MARLIE STERKEN: ‘DE LVO OP DE KAART ZETTEN’
Mijn naam is Marlie Sterken. Ik ben 25 jaar en nog bezig met de opleiding tot operatieassistent, maar het einde is in zicht. Ik volg mijn opleiding in het Máxima Medisch Centrum (MMC), waar ik met veel plezier werk. In het MMC word je allround opgeleid en is er een goede afwisseling tussen complexe en relatief eenvoudige ingrepen. Ik wil ook zeker de eerste paar jaar allround blijven om me verder te ontwikkelen en het werk zo uitdagend mogelijk te houden. Voordat ik met de opleiding begon heb ik drie jaar als doktersassistent gewerkt in hetzelfde ziekenhuis. Dit heb ik met veel plezier gedaan maar toch zocht ik meer uitdaging in mijn werk. Dat heb ik nu helemaal gevonden. Geen dag is hetzelfde. Ik heb de afgelopen jaren ontzettend veel geleerd en ik vind het mooi dat we zo veel mensen mogen helpen en er voor hen mogen zijn op een kwetsbaar moment. Aan het begin van de opleiding werden we door Hennie Mulder, penningmeester bij de LVO en werkzaam in het MMC, op de LVO geattendeerd. Ze gaf aan dat het heel
belangrijk is om daar lid van te zijn, als gediplomeerd operatieassistent maar ook als leerling. Eerlijk gezegd wist ik helemaal niet wat de LVO deed en ben ik alleen op verzoek van Hennie lid geworden. Naarmate de opleiding vorderde werd me echter steeds duidelijker wat de vereniging doet en wat je er als operatieassistent aan hebt. Ik heb me opgegeven voor de Raad van Young Professionals omdat ik meer bekendheid wil voor de LVO en wil overbrengen wat de vereniging allemaal doet. Dit is namelijk voor heel veel collega’s van ons onduidelijk. Tijdens de vergaderingen wordt niet alleen over serieuze zaken gesproken. Het is ook heel gezellig om met leeftijdsgenoten samen te komen en over ons mooie beroep te praten. Naast mijn werk heb ik heel veel hobby’s. Ik ga graag uit eten of lunchen met vriendinnen, houd van shoppen, festivals bezoeken en terrasjes pakken. Ik hoop dat ik dit werk nog heel lang mag doen, dat we als young professionals veel kunnen bereiken en ook nog veel gezellige vergaderingen mogen hebben.
22 OK OPERATIONEEL / NR 3, 2016
OKO0316.indd 22
9/5/16 11:12 AM
OKO0316.indd 23
9/5/16 11:12 AM
WAT TE DOEN BIJ EEN BOMAANSLAG? 15 TIPS Recente aanslagen in Europa maken het onderwerp ‘letsels door explosieven’, ook wel ‘blastletsels’ genoemd, ook voor Nederland actueel. Er is weinig ervaring in Nederland met terroristische aanslagen. Hierdoor hebben medische zorgverleners mogelijk onvoldoende kennis van blastletsel. Na uitleg over het mechanisme van explosies en de uitwerking daarvan op het menselijk lichaam geven wij vijftien tips met belangrijke behandelprincipes. Deze tips kunnen hulpverleners helpen bij de opvang van deze complexe slachtoffers.
Tekst: drs. M.H.T.M. Haerkens, chirurg, Wings of Care, Vught. Radboudumc, Nijmegen: Afd. Heelkunde: dr. E.C.T.H. Tan, traumachirurg. Afd. Anesthesiologie: drs. C. Bleeker, anesthesist. Afd. Intensive Care: prof. dr. J.H. van der Hoeven, intensivist. Contactpersoon: drs. M.H.T.M. Haerkens
U
loopt Utrecht CS binnen en zwaait uw ov-kaart langs het incheckpaaltje. Een halfuurtje eerder luisterde u nog naar een boeiend betoog over een nieuwe ontwikkeling in uw vakgebied. Plotseling ziet u even verderop een felle lichtflits en hoort u een harde explosie. Rook, gegil en rennende mensen; 10 seconden later volgt een nieuwe explosie. Zelf kunt u alles nog bewegen, en u bedenkt wat nu te doen. Vijf minuten later krijgen uw collega’s op de SEH de melding dat er een zelfmoordaanslag op Utrecht CS is geweest en dat de eerste gewonden binnen tien minuten aangevoerd zullen worden. Wat nu?
(info@wingsofcare. nl).
De zorg voor traumapatiënten is de laatste jaren sterk verbeterd. De inzet van mobiel medische teams als aanvulling op de goed georganiseerde ambulancehulpverlening, de verbeterde resuscitatie ter plaatse van het ongeval en gespecialiseerde traumacentra hebben ertoe geleid dat steeds meer patiënten een ernstig trauma overleven. Dit geldt niet automatisch voor de zorg
voor slachtoffers van terreuraanslagen. Bij dergelijke rampen zal gewondenspreiding over vele ziekenhuizen plaatsvinden, die niet allemaal even ervaren zijn in de behandeling van multitraumapatiënten. Bovendien is in het Nederlandse civiele domein de ervaring met explosies voornamelijk beperkt tot industriële incidenten, zoals vuurwerkletsels en gasexplosies. Vanwege de enorme hoeveelheid energie die vrijkomt bij een bomexplosie (zie kader ‘Explosieven’) en de mogelijke combinatie van letsels (zie kader ‘Soorten letsel’) verschilt de morbiditeit en mortaliteit van slachtoffers van terreuraanslagen van die in de ‘reguliere’ traumapopulatie. De verwondingen zijn over het algemeen ernstiger dan bij andere traumapatiënten (30% heeft een injury severity score > 16, tegen 10% van de ‘reguliere’ traumapatiënten; zie kader ‘Inschatten van de ernst’). Ook de ziekenhuissterfte is aanzienlijk hoger (6,2 vs. 3,0%),4 en er zijn veel frequenter operaties nodig, met een grotere ICbehoefte (vervijfvoudigd) en een langer verblijf in het ziekenhuis.3,5 In dit artikel geven wij vijftien praktische tips die kunnen bijdragen aan een betere overleving voor slachtoffers van een bomaanslag. We volgen hierbij de slachtoffers van de plaats van het ongeluk tot in het ziekenhuis.
EERSTE OPVANG OP DE RAMPPLEK Tip 1: Ken uw prioriteit Bewaak uw eigen veiligheid. Patiënten hebben niets aan hulpverleners die risico’s nemen. Voor hulpverleners brengt een terroris-
24 OK OPERATIONEEL / NR 3, 2016
OKO0316.indd 24
9/5/16 11:12 AM
Foto: Shutterstock / vchal
Tip 2: ‘Treat first what kills first’
Explosieven Explosies kunnen worden veroorzaakt door natuurrampen of industriële rampen, militaire explosieven en terroristische bomaanslagen. Zowel in de militaire operationele setting als bij terreuraanslagen in steden worden geïmproviseerde explosieve wapens (improvised explosive devices, IED’s) ingezet. Deze variëren van relatief eenvoudige constructies tot geavanceerde projectielen die de explosieve energie sterk richten. De kracht van een explosie is sterk afhankelijk van het type en de hoeveelheid van het gebruikte explosief. Chemische explosieven worden onderverdeeld in laaggradig (schokgolf minder dan 1000 m/s) of hooggradig (schokgolf meer dan 4500 m/s).1 De algemene tendens is dat IED’s steeds krachtiger worden. Tevens worden IED’s in toenemende mate gecombineerd met brandbare vloeistoffen, metalen fragmenten – schroeven, moeren, spijkers – en zelfs fecaliën teneinde maximale schade aan slachtoffers toe te brengen.
tische aanslag diverse persoonlijke risico’s met zich mee, waaronder de mogelijkheid van een tweede aanslag, instorting, brand en chaotisch verkeer.
De initiële opvang dient volgens de bekende principes van advanced trauma life support (ATLS) te geschieden. In het rampgebied heeft de eerste aanpak (primary survey) van levensbedreigende aandoeningen prioriteit.6 Hierbij is de volgorde: airway, breathing, circulation, disability (ABCD). Een uitzondering hierop is catastrofaal extern bloedverlies dat eerst gestelpt moet worden voordat met de klassieke ABCD wordt begonnen, zodat de volgorde wordt: c-ABCD. Technieken voor het stelpen van catastrofaal bloedverlies zijn het toepassen van lokale druk of het aanleggen van drukverband, hemostatisch verbandmateriaal of een tourniquet (zie tip 3). In een later stadium kan ter plaatse of in het ziekenhuis met uitgebreider klinisch onderzoek – de secondary en tertiary survey – worden gezorgd voor diagnostiek en behandeling van overige letsels.
Tip 3: Weet om te gaan met een tourniquet Ernstige extremiteitenletsels, tot traumatische amputatie van extremiteiten door de schokgolf van zeer krachtige explosies aan toe, kunnen leiden tot moeilijk te stelpen bloedingen. Voor het controleren van deze bloedingen is een tourniquet een uitstekend middel. Een broekriem kan als provisorisch tourniquet dienen, maar er zijn ook tourniquets commercieel verkrijgbaar. Al is de techniek relatief eenvoudig, het gebruik van dit hulpmiddel dient wel geoefend te worden.7 NR 3, 2016 / OK OPERATIONEEL 25
OKO0316.indd 25
9/5/16 11:13 AM
Foto: Marck Haerckens
Soorten letsel
Een van de auteurs van dit artikel, Marck Haerckens, tijdens een MMT-inzet. (Mobiel Medisch Team)
Tip 4: Zonder leiderschap werkt het niet Zowel in het rampgebied als op de SEH en de OK is eenhoofdige leiding essentieel. Weet wie ter plaatse de leiding heeft. Dit zal – onder de algemene leiding van de brandweercommandant – vaak de verpleegkundige van de eerste ambulance of de officier van de geneeskundige dienst zijn. Het is zeer uitdagend om na een terreuraanslag leiding te geven aan een multidisciplinair team van zorgprofessionals. U kunt zich hierop voorbereiden door regelmatig in multidisciplinair verband te oefenen op onderdelen van het proces, bijvoorbeeld triage, en op het functioneren als team, bijvoorbeeld door leiderschapstraining of crew resource management-training.8
Tip 5: Verzamel de gewonden Slachtoffers dienen zo snel mogelijk op een veilige locatie te worden verzameld. Een veilige, herkenbare verzamellocatie – ook wel ‘gewondennest’ genoemd – is van groot belang om triage, behandeling en afvoer van gewonden te faciliteren. Overigens, tip 14 is geheel gewijd aan triage.
Tip 6: Zorg voor patiëntenregistratie Belangrijk is dat ook de slachtoffers die niets mankeren en naar huis kunnen geregistreerd worden. Dit maakt het mogelijk om naasten te informeren, de slachtoffers desgewenst in contact te brengen
De fysiologische en anatomische gevolgen voor het menselijk lichaam in de zone waar een explosief zijn directe uitwerking heeft vallen onder de noemer ‘blastletsels’. Deze letsels zijn over het algemeen levensbedreigend en ernstig vervuild. De blastpatiënt wordt niet alleen bedreigd door de verwondingen zelf, maar ook door de metabole ontregelingen die daarop volgen.2 Blastletsel is onder te verdelen in vier categorieën.3 Slachtoffers van een bomaanslag kunnen alle vier de categorieën van blastletsel tegelijk hebben: • primair letsel: letsel ten gevolge van barotrauma door over- of onderdruk. De gevolgen van de schokgolf zijn het ernstigst op grensvlakken van weefsels met verschillende dichtheden waar drukverschillen ontstaan die het weefsel verscheuren. Verwondingen zijn vaak beperkt tot holle organen (met name longen en darm); • secundair letsel: ballistisch letsel door rondvliegende fragmenten van het explosief, van de zelfmoordterrorist (botfragmenten) en van de omgeving (debris). Vaak leidt dit tot meerdere penetrerende letsels; • tertiair letsel: letsel door verplaatsing of het vallen van slachtoffers door de schokgolf, of door vallende objecten; • quaternair letsel: alle andere soorten letsel, zoals brandwonden, inhalatieschade en latere gevolgen als infecties en posttraumatische stress.
met Slachtofferhulp Nederland en later optredende klachten te duiden.
TWEEDE OPVANG OP DE SEH OF HUISARTSENPOST Tip 7: Kijk in het oor Bij ieder slachtoffer van een explosie dienen de oren te worden onderzocht, bij voorkeur otoscopisch. Ruim 50% van de patiënten die blootgesteld zijn aan een explosie (blast) met een schokgolf van meer dan 345 kPa heeft een trommelvliesruptuur. Daarom vormt dit letsel een – aspecifieke – indicator voor blootstelling aan een schokgolf met kans op longschade.3,5
Tip 8: Denk altijd aan pulmonaal barotrauma Barotrauma van de long door een explosie, ook wel ‘longblast’ genoemd, is de belangrijkste oorzaak van vroege morbiditeit en sterfte van terreurslachtoffers. Dit letsel kan resulteren in acuut overlijden, maar kan ook gepaard gaan met alle denkbare complicaties van een longcontusie door stomp thoraxtrauma. Aanwijzingen voor longblast bij een bomslachtoffer zijn: • een dalende zuurstofsaturatie als enige symptoom; • penetrerende verwondingen aan vier of meer lichaamsregio’s;5 • op de thoraxfoto een van de volgende beelden: een schaduw rond longhili (butterfly-patroon), een volledig witte thorax of hemi-
26 OK OPERATIONEEL / NR 3, 2016
OKO0316.indd 26
9/5/16 11:13 AM
Tip 12: Sluit intra-abdominaal letsel uit
thorax (white-out), een gecollabeerde long door tracheobronchiaal letsel (fallen lung sign), emfyseem of een verbreed mediastinum. Van de mogelijke complicaties ten gevolge van longblast is met name de luchtembolie verraderlijk. Vooral de patiënt die veel bewogen heeft na de explosie, heeft een verhoogde kans op coronaire, retinale of cerebrale luchtembolieën.
Intra-abdominaal letsel is de meest voorkomende oorzaak van late morbiditeit en mortaliteit bij blastletsel. Intramurale hematomen zijn kenmerkend en variëren van oppervlakkig tot full-thickness. De explosie kan zorgen voor traumatische dissectie van anatomische vlakken, een ruptuur van holle organen – de ileocaecale hoek en het colon zijn het kwetsbaarst, en bij een hoge energieoverdracht is zelfs een ruptuur van solide organen mogelijk. Abdominaal blastletsel kan gemakkelijk over het hoofd worden gezien als de patiënt ook ander letsel heeft, en slechts 50% van de patiënten met een perforatie heeft in de vroege fase een pneumoperitoneum. Voor screening op abdominaal letsel is gerichte echografie (focused abdominal sonography for trauma, FAST) zeer geschikt. Bij verdenking op letsel is, indien beschikbaar, aanvullende CT-diagnostiek geïndiceerd. Wanneer geen CT beschikbaar is, dient men bij instabiele patiënten met abdominale verschijnselen zonder aanvullend onderzoek tot een laparotomie over te gaan om late peritonitis te voorkomen. Ook tip 10 geeft aanwijzingen om toepassing van radiodiagnostiek te beperken.
Tip 9: Schat de betekenis van brandwonden goed in Brandwonden ontstaan met name bij patiënten die zich zeer nabij de explosie bevonden. Patiënten met meer dan 10% verbrand lichaamsoppervlak hebben een grote kans op blastletsel.3 Deze patiëntencategorie heeft tevens een verhoogde kans op inhalatieletsel, met kans op een bedreigde luchtweg. Brandwonden moeten behandeld worden conform het brandwondenprotocol zoals gedoceerd in de emergency management of severe burns (EMSB).9
Tip 10: Beperk de inzet van radiodiagnostiek op de SEH Bij beeldvormende diagnostiek van bomslachtoffers is een CT van het hele lichaam aan te raden om geen letsels te missen en om bomfragmenten in kaart te brengen. Bij zeer grote aantallen slachtoffers zal de capaciteit van de röntgenafdeling naar verwachting overvraagd worden. In die situatie dient alleen radiodiagnostiek met directe consequenties voor de resuscitatie te worden uitgevoerd, dus geen röntgenfoto’s voor ‘reguliere’ evaluatie van een fractuur of een routinematige thoraxfoto. Ook onder tip 12 staan aanwijzingen om de radiodiagnostiek te beperken.
Tip 11: Overweeg traumatisch hartletsel De meest voorkomende explosie-geïnduceerde cardiale afwijkingen zijn een verminderd hartminuutvolume, bradycardie, premature ventriculaire contracties en asystolie. Deze stoornissen kunnen de fysiologische compensatoire tachycardie vanwege bloedverlies verhinderen, waardoor de patiënt snel in diepe shock raakt. Let op: er kan ook penetrerend cardiaal of pericardiaal letsel zijn.
Foto: Pieter Beens / Shutterstock.com
Tip 13: Verwacht het onverwachte
Utrecht CS is het belangrijkste knooppunt van de spoorlijnen in Nederland en is mede daardoor in oppervlakte en reizigersaantallen het grootste station.
Screen patiënten op hepatitis B en hiv, onder meer omdat botfragmenten die afkomstig zijn van de zelfmoordterrorist de patiënt besmet kunnen hebben. Late presentatie van symptomen na bomexplosies is zeer wel mogelijk. Uit het militaire domein is bekend dat het merendeel (88%) van de slachtoffers met hersenletsel aanvankelijk een score van 15 op de Glasgow-comaschaal heeft.2,10
ORGANISATIE EN SCHOLING Tip 14, voor alle artsen: Ken de triageprincipes Het grote aantal slachtoffers bij een bomaanslag zal een uitdaging zijn voor zowel de eerstelijnshulpverleners als het patiëntenvervoer – de juiste patiënt naar het juiste ziekenhuis – en de ziekenhuizen. De Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention hebben een app voor zorgprofessionals ontwikkeld om in de eerste NR 3, 2016 / OK OPERATIONEEL 27
OKO0316.indd 27
9/5/16 11:13 AM
Foto: Rob van Esch/ Shutterstock.com
Amsterdam CS is na Utrecht CS het drukste station van Nederland.
fase na een bomaanslag de juiste stappen te nemen (zie kader ‘CDC Blast Injury Mobile Application’).11 Bij een aanslag in verstedelijkte gebieden zorgt het te verwachten patiëntenvolume in de eerste uren van de opvang voor een piekbelasting.12 In het eerste uur na de aanslag arriveert 50% van de patiënten, aan het eind van het tweede uur is gewoonlijk circa 75% in het ziekenhuis aangekomen. In die eerste fase is goede besluitvorming essentieel; slechts een klein deel (10-20%) heeft echt een urgente operatie – binnen 1 à 2 uur – nodig. De meeste slachtoffers kunnen meerdere uren wachten zonder significante toename in morbiditeit en mortaliteit, terwijl bij andere patiënten ernstige en meerdere verwondingen tegelijkertijd (multidimensional injury) nopen tot acute behandeling. Dit vraagt om effectieve multidisciplinaire besluitvorming en samenwerking onder eenhoofdige leiding van de traumachirurg. Dit geldt ook voor de herbeoordeling na enkele uren van op het oog lichtgewonde zelfverwijzers; zij kunnen na een explosie toch ernstig letsel hebben. Als het patiëntenaanbod de zorgcapaciteit overstijgt – zowel in het rampgebied als in het ziekenhuis – kan de verantwoordelijke medicus voor de ingrijpende beslissing komen te staan om niet ieder slachtoffer meer alle mogelijke zorg te verlenen. Hierin zijn de volgende fasen te onderscheiden: • initieel: verminderd niveau van zorg voor niet-urgente slachtoffers; • later: verminderd niveau van zorg voor urgente patiënten;
Inschatten van de ernst De ernst van blastletsel is afhankelijk van de volgende factoren: • locatie van het slachtoffer: er is een directe correlatie tussen de locatie van de ontploffing en de overleving. In open ruimtes zal de kracht van de explosie kwadratisch afnemen met de afstand. Explosies in een gesloten ruimte geven meer en ernstiger letsels, waardoor een hoge belasting van de OK en de IC te verwachten is en de overlevingskans afneemt.4 De mortaliteit is het hoogst in zeer kleine ruimtes zoals een bus of metro, waar de schokgolf versterkt wordt door weerkaatsing van de schokgolf, het zogenoemde mach stem effect of de supercharged blast wave. Nagenoeg alle slachtoffers hebben dan primair blastletsel en daardoor een lage overlevingskans;5 • positie van het slachtoffer: staan geeft meer kans op letsel dan liggen. Door weerkaatsing van de blastenergie kan het staan nabij een muur het risico op ernstig letsel vergroten; • fysieke activiteit van het slachtoffer: fysieke inspanning na een explosie geeft een verhoogd risico op luchtembolie; • aantal explosies en de tijd ertussen: herhaalde explosies geven een cumulatief effect met daardoor een hoger letselrisico; • instorting gebouw: slachtoffers die bedolven zijn geweest zullen meer en ernstiger letsels en een lagere overlevingskans hebben.
• uiteindelijk: toenemend aantal slachtoffers onder patiënten die mogelijk wel te redden waren. De triageprincipes worden onder meer onderwezen in de major incident medical management and support training (MIMMS).
Tip 15, voor specialisten: Train vaardigheden, ken het rampenplan Zowel op de plek van het incident als op de SEH dient te worden besloten bij welke patiënt een urgente operatie geïndiceerd is, bij-
28 OK OPERATIONEEL / NR 3, 2016
OKO0316.indd 28
9/5/16 11:13 AM
/
CDC Blast Injury Mobile Application Een checklist is een nuttig instrument in spoedsituaties, maar heeft als nadeel dat dit document niet altijd op het juiste moment in de juiste, geüpdatete versie voorhanden is. Mede daarom hebben de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention de CDC Blast Injury Mobile Application voor smartphones uitgebracht. Deze app bevat nuttige informatie voor zorgprofessionals van diverse disciplines die worden geconfronteerd met een terreuraanslag. Deze gratis applicatie is een bruikbaar geheugensteuntje, ook al is de applicatie toegespitst op de Amerikaanse situatie.11 Bron: http://emergency.cdc.gov/masscasualties/ blastinjury-mobile-app.asp.
voorbeeld bij patiënten met een ernstige hypovolemische shock. Dit besluit dient onder eenhoofdige leiding, liefst van de meest ervaren traumachirurg, te worden genomen. Daarbij gelden de principes van ATLS, een training die iedere arts werkzaam in de traumazorgketen dient te hebben gevolgd. In aanvulling op ATLS bestaan voor chirurgen, anesthesiologen en intensivisten de cursussen definitive surgical trauma care (DSTC) en definitive anaesthetic trauma care (DATC), waar besluitvorming en levensreddende chirurgische procedures volgens de principes van damage control surgery (DCS) worden aangeleerd.12 De concrete dreiging van terroristische aanslagen in Engeland was een van de redenen voor het Royal College of Surgeons of England om DCS-training verplicht te stellen voor chirurgen. Dit heeft ertoe geleid dat er goed getrainde chirurgen beschikbaar waren ten tijde van de bomaanslagen in Londen (2005).13 Om in het ziekenhuis optimaal gebruik te maken van de beschikbare materialen en het beschikbare personeel dient triage op de SEH bij voorkeur door de meest ervaren medisch specialist te gebeuren. Regelmatige hertriage is noodzakelijk. Het is essentieel dat er een gevalideerd ziekenhuisrampenopvangplan (ZIROP) is, dat dit plan algemeen bekend is en dat het met enige regelmaat geoefend wordt. De principes van klinische triage worden onderwezen in de hospital major incident medical management and support training (HMIMMS).
CONCLUSIES Er is weinig ervaring in Nederland met terroristische aanslagen. Hierdoor is de kennis van blastletsel mogelijk onvoldoende. Wij gaven een overzicht van enkele belangrijke behandelprincipes die hulpverleners kunnen helpen bij de opvang van deze complexe slachtoffers. ■ Dit artikel is eerder gepubliceerd in Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2016, 160: D379.
LITERATUUR • Wolf SJ, Bebarta VS, Bonnett CJ, Pons PT, Cantrill SV. Blast injuries. Lancet 2009; 374:405-15. • Haerkens MHTM, Tan ECTH, Lely E. Gewonde militairen en hun kwaliteit van leven. Ned Tijdschr Geneeskd 2012; 155:A5360. • Yeh DD, Schecter WP. Primary blast injuries – an updated concise review. World J Surg 2012; 36:966-72. • Kluger Y. Bomb explosions in acts of terrorism – detonation, wound ballistics, triage and medical concerns. Isr Med Assoc J 2003; 5:235-40. • Kashuk JL, Halperin P, Caspi G, Colwell C, Moore EE. Bomb explosions in acts of terrorism: evil creativity challenges our trauma systems. J Am Coll Surg 2009; 209:134-40. • Handbook Advanced Trauma Life Support. 9e dr. Chicago: American College of Surgeons, 2012. • King DR, Larentzakis A, Ramly EP; Boston Trauma Collaborative. Tourniquet use at the Boston Marathon bombing: Lost in translation. J Trauma Acute Care Surg 2015; 78:594-9. • Haerkens MHTM, Jenkins DH, van der Hoeven JG. Crew resource management in the ICU: the need for culture change. Ann Intensive Care 2012; 2(1):39. • Emergency Management of Severe Burns Course Manual. NL versie. The Australian and New Zealand Burn Association Limited, 2012. • Mac Donald CL, Johnson AM, Cooper D, et al. Detection of blast-related traumatic brain injury in U.S. military personnel. N Engl J Med 2011; 364:2091-100. • CDC Blast Injury Mobile Application. Geraadpleegd op 11 april 2016, van http:// emergency.cdc.gov/masscasualties/blastinjury-mobile-app.asp. • Boffard KD. Manual of Definitive Surgical Trauma Care. 4e dr. Boca Raton: CRC press, 2016. • Andeweg CS, Vingerhoedt NM, van Vugt AB, Haerkens MHTM. ‘Damage control surgery’ bij polytraumapatiënten. Ned Tijdschr Geneeskd 2006; 150:1503-7. NR 3, 2016 / OK OPERATIONEEL 29
OKO0316.indd 29
9/5/16 11:13 AM
SEALING – BIJ ERBE HEB IK ALLE KEUS.
Uw VIO ® 300 D is al klaar voor Sealen Sealen met ERBE Veilig en betrouwbaar )TQQV UGCNXNCM URCCTV QRGTCVKGVĎF Door minimale laterale schade wordt omringend weefsel gespaard Naar keuze herbruikbare en disposable instrumenten AUTO-STOP meldt: seal is klaar 2NWI 2NC[ CNVĎF FG LWKUVG KPUVGNNKPI
Herbruikbaar: ERBE BiClamp 14 instrumenten voor laparoscopische en open chirurgie
Disposable: ERBE BiCision XGTUKGU UGCNGP GP UPĎFGP met één instrument
CON E T “HE
OM
A LT E H C IS
TIEF RNA
“
Meer informatie over het hele productassortiment vindt u op onze homepage.
ERBE Nederland b.v. | Werkendam | Nederland | Telefoon 0183-509755 | www.erbe-nederland.com
OKO0316.indd 30
9/5/16 11:13 AM
column
W
Met één druk op de knop
LABELS PRINTEN voor OK en anesthesie www.brother.nl
Stand-alone printoplossing De Brother TD-2130N thermische labelprinters zŪn speciaal ontworpen voor medische professionals en bieden de mogelŪkheid om vanuit het geheugen standalone een grote verscheidenheid aan labels te printen. Deze veelzŪdige en volledig mobiele modellen kunnen worden ingezet op elke gewenste plek of in elke situatie, waardoor deze bŪ uitstek geschikt zŪn voor het labelen van injectiespuiten en spuitpompen voor de OK en anesthesie afdeling.
Professionele labels op maat De labelprinters worden geleverd met professionele labelontwerp software waarmee op maat injectiedoseringslabels ontworpen kunnen worden, die later naar het geheugen van de printer worden overgedragen. Nieuwe labels of eventuele wŪzigingen zŪn snel en Âexibel door te voeren. Met ondersteuning van de meeste barcode protocollen zŪn deze labelprinters tevens zeer geschikt voor diverse andere labeltoepassing binnen de medische sector.
e hebben wel eens vreemde bezoekers op de operatieafdeling: lieveheersbeestjes die tussen steriele sets kruipen, fruitvliegjes in de koffiekamer, een zwerfkatje dat aan gebruikte instrumenten likt of zelfs een bloeddorstige vleermuis. Ook de OK is niet helemaal hermetisch af te sluiten. De diertjes hebben slechts een kleine opening nodig om binnen te komen, en eenmaal binnen hebben ze nauwelijks nog een escape. Het vermakelijkst vind ik een dikke vette bromvlieg op de OK. Je ziet foto’s van tropenziekenhuizen waar dat schering en inslag is en waar gewoon zo’n bruin kleefrolletje met zwarte stipjes in een hoekje hangt. Ook op Nederlandse OK’s worden regelmatig vliegen gesignaleerd tijdens de operatie. Sommige chirurgen opereren stoïcijns door en laten koelbloedig een extra shotje antibiotica geven. Anderen stoppen en laten het steriele veld afdekken. De omloop krijgt de hoofdrol en eindelijk de aandacht die zij verdient. Haar jachtinstinct wordt door het hele team aangewakkerd. De vliegenjacht is levensgevaarlijk, en niet alleen voor de vlieg zelf. Ik heb herinneringen aan dagen dat we de vlieg achterna moesten zitten met een spuitbus verbandspray. Een kleverig goedje, dat nog het meest op haarlak lijkt. De verbandspray sloeg op je luchtwegen, je moest op gammele draaikrukjes klimmen en naar onbereikbare hoekjes reiken. Het was letterlijk kunst- en vliegwerk. Net als je in positie was vertrok de vlieg naar een plekje aan de andere kant van het steriele veld. De spray hielp het beestje soms daarbij door het een beetje wind mee ‘in de poeperd’ te geven. Het was de kunst om de vlieg vol te raken, waardoor hij omhuld door een steriele plasticlaag bleef zitten waar hij zat. Soms wel een maand lang, als een soort jachttrofee aan muur of plafond, herinnerend aan de heldhaftige veldslag. Het is trouwens nog maar de vraag of de capriolen die wij uithalen om een vlieg te vangen niet veel meer bacteriën verspreiden dan een vlieg die rustig zijn gang kan gaan. Een mens in beweging verspreidt zo’n 2500 besmette huidschilfers per seconde. Daar kan volgens mij geen vlieg tegenop.
PAUL MEIJSEN Operatieassistent Docent operatieve zorg en technieken
www.eurosteriel-medical.nl
NR 3, 2016 / OK OPERATIONEEL 31
OKO0316.indd 31
9/5/16 11:13 AM
Hoogwaardigheid in moderne cementeringstechniek
De snelle en eenvoudige weg naar optimaal botcement
PAL
STAN DEN ÂŽ DA ACOS
D AR
DE GO U
Bewezen PALACOSÂŽ R+G ready-to-mix voor standaard primaire gewrichtsvervangende ingrepen Veilige en contactvrije hantering van de cementbestanddelen Tijdsbesparend mengen
www.heraeus-medical.com
1505_4335_AZ_PALACOS_Produkt_OK_Operationeel_215x285_NL.indd 1 OKO0316.indd 32
06.05.15 10:40 9/5/16 11:13 AM