Machina Slaaf of vriendje?
proefnummer
EGG T H E U LT I M AT E A L L RO U N D E R Pure, heldere KEF weergave kwaliteit voor uw TV en Mac, met wireless streaming
Leverbaar in:
Frosted Blue
Pure White
Gloss Black
GP Acoustics GmbH Kruppstrasse 82-100 | 45145 Essen | Germany
Tel: +49-201-17039-0
w w w.kef.com Het Bluetooth® woord, merk en logo zijn geregistreerde handelsmerken en eigendom van Bluetooth SIG, Inc. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn van hun respectieve eigenaren. © 2013 CSR plc en haar groepsmaatschappijen. Het aptX® merk en aptX logo zijn handelsmerken van CSR plc of een van haar groepsmaatschappijen en kunnen in één of meerdere rechtsgebieden zijn geregistreerd.
OBSESSED WITH HIGH RESOLUTION
Dit is geen computerblad
‘Een computerblad, da’s niks voor mij’, zei een goede vriendin. Ik keek naar haar eettafel, en zag daar een MacBook en een iPad mini op liggen. ‘Doelgroep’, schoot door mijn hoofd. Haar opmerking bevreemde me dan ook. Terwijl ik mijn wenkbrauwen fronste, trilde er iets in haar kontzak en haalde ze haar iPhone tevoorschijn, waar direct iets op gedaan moest worden. ‘En dit artikel dan, over fotografie?’, vroeg ik, onderwijl een opengeslagen Machina omhoog houdend. ‘Oja, da’s wel leuk’, zei ze. ‘En dit stuk, over de iPad in de keuken?’ ‘Hee? Dat wil ik even lezen!’, zei ze. ‘En hier een artikel waarin staat wat je oude MacBook nog waard is.’ ‘Handig, ik wil al een tijdje een nieuwe!’, antwoordde ze.
Colofon
Ik vervloekte de computerbladen uit het verleden die hun best hadden gedaan om zo nerdy en geeky mogelijk te zijn. Waardoor mensen massaal denken dat een computerblad alleen bedoeld is voor contactgestoorde, onmodieuze mannen die de hele dag met een soldeerbout in de hand bezig zijn om
Machina redactie@machinamagazine.nl, www.machinamagazine.nl Hoofdredacteur Ferry Piekart Vormgeving Zest Pictures Redactie-assistent Paulien van de Kamp Medewerkers Daleen Bloemers, Laurens Collee, Maikel Dijkhuizen, Renske de Greef, Dimitri Hakke, Albo Helm, Harry Hol, Erik Kersten, Natasja van Loon, Frank Noë, Jack Nouws, Nadia Poeschmann, Pim Top, Michel van der Ven, Gerard Voshaar, Tonio van Vugt, Marijn van der Waa, Robin de Wever Uitgever Paul Bloemers voor Void Media, Rotterdam tel 010 820 87 61, info@voidmedia.nl Abonnementen Kees Slagter 0348 431 393, administratie@machinamagazine.nl
Redactioneel
tekst & beeld Ferry Piekart
een printplaat te repareren. Alsof een computerblad alleen maar nuttig is als je een grijze pc-kast wil openschroeven om eigenhandig de processor te overklokken. Onzin. Machina is voor iedereen die een Mac, een iPad, een iPhone of een ander mooi Apple-apparaat gebruikt, en daar het meeste uit wil halen. Juist niet voor die solderende nerds. Het liefst zou ik dan ook ‘Dit is geen computerblad’ op de cover zetten. Want Machina is geen computerblad. Machina gaat over fotograferen, over films kijken en films maken, over spelletjes spelen en werk voor elkaar krijgen. Machina gaat niet over computers – maar wel over bijna alles waar een computer bij komt kijken. Dat is tegenwoordig bijna alles, want mens en machine groeien steeds meer naar elkaar toe. En iedereen herkent de vragen die daarbij opdoemen, over privacy, veiligheid en sociale omgangsvormen. Over de momenten waarop je je schuldig voelt als je temidden van vrienden voor de zoveelste keer op je telefoon kijkt, of dat moment waarop je een mailtje van je bank krijgt en twijfelt of het nou écht is of een scam. En daar gaat Machina óók over. Slimme technologie sijpelt in ons leven – in je huis, in je auto, in je kleding. Dat is geen onderwerp voor nerds... dat is een onderwerp voor iedereen.
Abonnementen kunnen elk nummer ingaan en worden automatisch verlengd. Opzeggingen moeten twee maanden vóór het verstrijken van de abonnementsperiode in ons bezit zijn. Je ontvangt hiervan altijd een bevestiging. Marketing en sales Peter de Visser 06 50 433 790, peter@machinamagazine.nl Druk Senefelder Misset, Doetinchem Verspreiding Nederland Betapress, Gilze 0161 45 78 00 Verspreiding België AMP/PVD, Brussel 02 525 14 11 Het copyright op alle artikelen in dit blad berust bij Void Media. Niets uit deze uitgave mag geheel of gedeeltelijk worden overgenomen of vermenigvuldigd, in welke vorm dan ook, dan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
ISSN 1383-2271
| 03
Inhoud
Filmen met je zonnebril
R
De Google Glass was overduidelijk te nerdy. Maar zijn de Spectacles van Snap dat ook? We testen de zonnebril-met-ingebouwdecamera.
14 18
Dat had-ie dus beter niet kunnen doen Gerard Voshaar dacht wel even de iPhone van zijn dochter te repareren. Niet dus. Hij hield er wel een goede verzekeringstip aan over.
22
Mens versus machine: Een culinaire krachtmeting ‘Computerkok’ Chef Watson is na een lange periode van testen en finetunen toegankelijk voor iedereen. Maar is de superchef van IBM echt het culinaire wondermiddel dat iedereen omtovert tot een keukenprins(es)? Machina wilde dat ook wel eens weten en daagde topkok Pierre Wind uit tot een culinaire krachtmeting.
34
Interview
Striptekenaar én dj Robert van der Kroft De iPad Pro met Apple Pencil is al bijna perfect voor hem. Alleen is dat glas zo glad. ‘Ik mis de weerbarstigheid van papier.’ Of hebben we zelfs daar al een oplossing voor?
04 |
Renske de Greef blockt vrijwillig haar iPhone Ze zegt het zelf: Renske de Greef heeft een telefoonverslaving. En ze is bepaald niet de enige. Onder een bepaalde leeftijd hebben we het bijna allemaal. Renske test een ontwenningsmiddel: de Block. Samen met haar vrienden. Werkt het?
42
Machina
54
Proefnummer
Beperk jezelf tot 36 foto’s Fabian Sapthu weet het zeker: je kijkt beter, herinnert je meer en maakt mooiere foto’s als je niet in het wilde weg foto’s maakt. In beperking zit de kracht. En daarom pleit hij voor een SD-kaartje waar maar 36 foto’s op kunnen – net zoals vroeger bij fotorolletjes. Cameramaker Olympus voelt er wel wat voor.
Lepeltje-lepeltje met een robot Een paar jonge TU-studenten wonnen een James Dyson Award voor hun uitvinding: een robotkussen dat je helpt in slaap te vallen. Onder andere door nèt iets langzamer te ademen dan jij.
58
Doorgeslagen baby-tech Kersverse vader Robin de Wever verdiepte zich voor een eerdere editie in intelligente babyfoons. Terwijl hij diverse slimme ‘babywatchers’ op zijn eigen nakomeling uittestte, stuitte hij ook meteen op talloze andere gadgets voor jonge ouders. De één nog gekker dan de ander.
66
ACHTERGROND Maak zelf je iPhone (kapot) ...................................................14 Schrijf je wachtwoorden wél op ..............................................17 Mens versus machine: Een culinaire krachtmeting ..................22 Virtual reality met vrije uitloop ...............................................30 Volledig geblockt ..................................................................42 VR als empathiemachine .......................................................45 In de beperking toont zich de meester ....................................54 Doorgeslagen baby-tech ........................................................66 INTERVIEWS Striptekenaar én dj Robert van der Kroft .................................34 Annegien Schilling, Instragram-fenomeen ..............................62 TESTS Snap Spectacles: Filmen met je zonnebril ...............................18 Bumblebee: Een microfoon zonder hommeles ........................41 Een lastige keuze: iPhone versus ‘Leica-phone’ .......................48 Somnox: Lepeltje-lepeltje met een robot ................................58 Bamboo Fineline 3: De evolutie van de ganzenveer .................70 RUBRIEKEN Redactioneel ..........................................................................3 Post: brieven van lezers ...........................................................6 Update: Nieuwe ontwikkelingen ..............................................8 Moois & meer: Trends en gadgets .........................................10 Machina Boekwinkel .............................................................32 Column Ferry Piekart: Mañana, mañana ................................33 Feuilleton: Citizen K (aflevering 1) ..........................................38 Uitgelicht: Fototrucjes in Voorvertoning ..................................68 Social: Spookvolgers .............................................................71 Apps voor de Mac .................................................................72 Apps voor iOS .......................................................................74 Apps voor je TV .....................................................................76 Apps voor je Watch ...............................................................77 Boeken .................................................................................78 Muziek .................................................................................79 Games ..................................................................................80 Films ....................................................................................81 Column Renske de Greef: Geanimeerde eenhoorns .................82
| 05
Post
Reageren op Machina? Stuur een e-mail naar: post@machinamagazine.nl
Pringles-drums
www.macstrategy.com/article.php?87
Leuk artikel en idee over het drummen op Pringlesdozen met een Arduino als verwerker! Maar, het genoemde ‘Piëzo-element’ stelt me dan toch weer voor vraagtekens. Alle elementen die ik als zoekresultaat krijg zijn signaalgévers (behalve de gitaar en goedkope pick-up elementen) met een vastgelegde frequentie. Kunnen jullie een suggestie doen over waar ik ze kan aanschaffen?
Misschien een reden om hier nu wat extra aandacht op voorhand aan te besteden? Met wellicht wat tips, zoals het uitschakelen van al de plug-ins en extensies in elke browser die niet meer onder 10.9 draait. In mijn directe omgeving draaien diverse mensen deze oudere software nog omdat hun Macje ouder is dan 2009. En deze mail is verstuurd vanaf een Mac Pro 1.1 uit 2006, die nog steeds als een dagelijkse snelle ‘werkmachine’ onder 10.6.8 met onder andere ‘licentievrij’ CS2 en zonder browser wordt gebruikt.
Herman Hol
Gert-Jan Kuijpers Veiligheid op oudere Macs is zeker iets om rekening mee te houden. Draai je Yosemite, El Capitan of Sierra op je Mac, dan krijg je veiligheidsupdates van Apple. Alle OS X-varianten van daarvoor krijgen geen updates meer. Dat betekent niet dat je die systemen niet meer kunt gebruiken – je moet alleen voorzichtiger zijn. We duiken erin!
Nieuwe naam MacFan Ik heb gelezen dat het tijdschrift van naam wil veranderen. Laten jullie de lezers die jullie via mail kunnen bereiken weten wat de naam is, voordat het in de winkel ligt? Zodat we weten wat daar te zoeken. Of gebruik op het eerste nummer beide namen.
Luc Bressinck In het artikel hebben we de meest simpele piëzoelementjes gebruikt die je voor een habbekrats bij de electrozaak kunt kopen. De kwaliteit maakt voor deze toepassing niet zo heel veel uit omdat het puur als trigger-signaal wordt gebruikt. Concreet hebben wij in het artikel deze elementen gebruikt: ‘Piëzokeramisch element EPZ-serie 6400 Hz’ en ‘Piëzokeramisch element EPZ-serie 4400 Hz’, beide verkrijgbaar bij onder andere Conrad.nl. Een handig artikel (in het Engels) over piëzo-elementen vind je hier: drummagazine.com/do-it-yourself-drum-triggers
Succes ermee!
Security op oudere Macs Misschien al bekend bij jullie, maar ik kwam volgend artikel tegen met betrekking tot oudere systemen (tot en met 10.8) in een redelijk goed overzicht en bijgewerkt tot eind januari 2017. Vooral omdat ondersteuning voor diverse oudere software (incl Office 2011, Java en Flash) per 1 juli 2017 geheel stopt.
06 |
Dat doen we zeker! Zoals je hebt gemerkt laat de nieuwe naam nog even op zich wachten – er zitten meer juridische haken en ogen aan zoiets dan je zou denken. Maar zodra we overgaan, laten we het luid en duidelijk horen!
Word abonnee
Plastic Fantastic Wat ooit science fiction was, wordt langzaam werkelijkheid. Ons leven versmelt met technologie. We gebruiken apps bij het koken, we hebben een rookmelder die tegen ons praat en sensoren die ons slaapritme meten. Auto’s worden slimmer, net als horloges en zelfs koelkasten. We dragen zonnebrillen waarmee we kunnen filmen en je fietsslot gaat vanzelf open als je in de buurt komt. En dat is allemaal nog maar het begin. Robots komen, nu echt. Virtual reality en augmented reality gaan nieuwe werelden voor ons openen. Machine learning maakt apparaten zo slim dat ze zelf beslissingen nemen. Onze levens worden er prettiger door – al zitten er ook rafelranden aan die nieuwe technologieën. Cybercrime wordt een groter probleem, en hoe zit het met je privacy? En hoe moet je omgaan met een apparaat met artificieel bewustzijn – mag je die nog wel uitzetten? Over al die onderwerpen gaat Machina. Over de toekomst die nu al begonnen is. Te beginnen met die razendknappe iPhone in je hand, die Apple Watch om je pols en die Mac op je bureau. Want daar begon de revolutie ooit voor ons, de makers van het voormalige MacFan. Met de onweerstaanbare drang van één bedrijf, geleid door één bijzondere man, om de wereld te veranderen. Wie die veranderingen wil blijven volgen, leest Machina. Neem nu een abonnement en ontvang zes keer per jaar Machina in je brievenbus. Bij een abonnement heb je ook meteen gratis toegang tot alle eerder verschenen nummers - ook van MacFan - in de iOS-app van Machina.
Een abonnement op Machina kost € 49 (6 nummers) of € 94 (12 nummers). Meld je aan op www.machinamagazine.nl Vragen of problemen? Mail lezersservice@machinamagazine.nl of bel 0348 431 393 | 07
Update
tekst Ferry Piekart
Vaarwel, iPod Het is gebeurd. Opeens. We wisten allemaal dat het moment een keer zou komen – maar toen het er was, schrokken we er toch van. Apple heeft de stekker uit de iPod getrokken. De iPod nano is niet meer. En de iPod shuffle evenmin. ‘Ho, wacht even’, roep je nu misschien, ‘voor we allemaal massaal tranen in onze ogen krijgen: de iPod touch is er toch nog gewoon?’. Jawel, dat is ook zo. Maar een iPod touch is eigenlijk gewoon een iPhone light, of een iPad
nano, of hoe je het maar wilt noemen. Met het verdwijnen van de iPod nano en de iPod shuffle, is er een einde gekomen aan het tijdperk van Appleapparaatjes die primair als muziekspeler waren bedoeld. Apple ziet daar geen markt meer voor – al zijn er nog altijd veel enthousiaste iPod-gebruikers. Met het verdwijnen van de nano verkoopt Apple overigens ook geen enkel apparaat meer dat FMradio kan ontvangen.
De laatst overgebleven iPod Je zou kunnen beargumenteren dat een iPod touch geen echte iPod is, omdat het niet puur een muziekspeler is, maar een compleet iOS-apparaat. In ieder geval is de touch het laatst overgebleven apparaat dat de naam ‘iPod’ draagt. Apple heeft het aanbod wat versimpeld: de varianten met 16 en 64 GB zijn verdwenen. Er is nu alleen nog een ‘instapmodel’ met 32 GB voor de verlaagde prijs van € 229 en een opgevoerde versie met 128 GB voor € 339. Allebei nog steeds beschikbaar in de kleuren zilver, goud, spacegrijs, roze, blauw en rood. Apple houdt de iPod touch vermoedelijk in leven omdat het met name voor kinderen een voordelige eerste ervaring met iOS is. Veel ouders wachten met een iPhone tot kinderen naar de middelbare school gaan, en een iPad is toch een stuk prijziger.
Regenboog-editie Ook wij zeggen wel eens iets wat niet klopt – ‘Fake news!’ zou Donald Trump roepen – en als dat zo is, geven we het ook ruiterlijk toe. In de vorige MacFan schreven we in deze rubriek over het nieuwe Pride Edition horlogebandje voor de Apple Watch. Een bandje van geweven nylon in de regenboogkleuren. Niet zomaar een bandje natuurlijk, maar eentje die een hart onder de riem steekt van de lgbtq-gemeenschap. ‘Puur symbolisch’, schreven we erbij, ‘want er gaat geen geld naar een goed doel’. Maar dat laatste is onjuist. De dag voor de vorige MacFan naar de drukker ging, konden wij die informatie nog niet vinden, maar inmiddels schrijft Apple in de online Apple Store over de Pride Edition: ‘Apple ondersteunt het werk van organisaties die de belangen van de LGBTQ-gemeenschap behartigen. Deze organisaties, zoals GLSEN, PFLAG en The Trevor Project in de VS en ILGA wereldwijd, zetten zich in om een positieve verandering teweeg te brengen. Een deel van de opbrengst van de Pride Edition-bandjes gaat naar deze organisaties, om bij te dragen aan hun belangrijke werk.’ Bij deze gecorrigeerd!
08 |
Planet of the Apps ‘This is the search for the next great idea’, zegt een voice-over aan het begin van de reality-serie Planet of the Apps. Jawel, dit was in juni de eerste tv-serie van Apple zelf. Over app-ontwikkelaars – het klinkt niet zo sexy. Kandidaten moeten via een elevator pitch één van de vier adviseurs (waaronder Jessica Alba, Gwyneth Paltrow en will.i.am) aan zich weten te binden. Een soort The Voice en Dragons’ Den in één, maar dan niet met zangers of entrepreneurs, maar eh... app-ontwikkelaars. Wij vroegen ons al meteen af wie ernaar wilde kijken. Om het kijken nog ingewikkelder te maken, heeft Apple Planet of the Apps onderdeel van Apple Music gemaakt. Omdat het niets met muziek heeft te maken. Is er een app om Planet of the Apps op je Apple TV te bekijken? Nee, dat zou te voor de hand liggend zijn. De serie staat wel in ‘TV Shows’, maar eh... die service hebben we in Nederland niet gekregen van Apple. In iTunes op je Mac kon je de eerste aflevering zien – een tijdje. Nu niet meer. En er is wel een website, waar je de eerste aflevering ook zonder Apple Music-abonnement kunt bekijken. Vooralsnog hoeft Netflix zich niet zo’n zorgen te maken, concludeerden wij. Heel internet viel over Apple heen, met slechte reviews en veel kritiek op hoe de serie beschikbaar was gemaakt. Of Apple ervan leert? In Cupertino huurden ze snel Jamie Erlicht en Zack Van Amburg in, twee hotshots uit de televisiewereld die zich bij Apple gaan bemoeien met videoprogrammering. Direct resultaat heeft het nog niet. Apples tweede serie, Carpool Karaoke, ging begin augustus live. Alleen op Apple Music. www.planetoftheapps.com
Apple op Instagram Apple zit op Instagram, met de voor de hand liggende naam @ Apple. Het is zo’n bericht waarvan je denkt: o, zaten ze dat nog niet dan? Nee dus. Nu ja, @AppleMusic wel, maar een algemeen Apple-account was er nog niet. Ooit zat Apple-marketeer Phil Schiller als enthousiasteling op Instagram – totdat Instagram ook beschikbaar werd voor Android-gebruikers. Toen verliet hij het platform met veel bombarie. Kennelijk ligt dat nu allemaal veel minder gevoelig. Apple zit op Instragram, en deelt op haar account foto’s die gebruikers met hun iPhone hebben gemaakt. Wil je ook kans maken om door Apple gedeeld te worden, tag je foto dan met #ShotoniPhone.
Zo ver is het gekomen Kennelijk zijn er mensen die met elkaar naar bed gaan en na afloop even de statistieken van hun bedprestaties willen bekijken. Zaken als ‘hoelang duurde het nou precies’ en ‘hoeveel calorieën heb ik eigenlijk verbrand’. Maar ook: ‘wat was mijn stootsnelheid’ en ‘hoeveel standjes hebben we gedaan’. Aangezien een notitieboekje naast het bed uitermate onsexy is, is er nu de i.Con. Volgens de makers de world’s first smart condom. Dat is al meteen een leugentje, want het is niet echt een condoom, maar een losse ring die je over een condoom heen schuift, tot aan de onderkant. (Je kunt hem uiteraard ook zonder condoom gebruiken.) Het ding is volgens het persbericht een nano-chip, een aantal sensoren en een micro-usbpoort om op te laden. Verder zou het ding comfortabel zitten en honderd procent waterdicht zijn. Via bluetooth haal je je bed-statistieken op in een app, en vanuit daar kun je je prestaties zelfs delen met vrienden of als je wilt met de hele wereld. Deze informatie komt allemaal uit het persbericht – we vroegen onze mannelijke medewerkers uiteraard meteen of ze de i.Con zouden willen recenseren. Na wat voor de hand liggende grapjes als ‘komt-ie ook in XL?’ bleeft het vervolgens angstwekkend stil. britishcondoms.uk/icon-smart-condom.html
| 09
Moois & meer
tekst Gerard Voshaar
Semi-draadloos Hoe draadloos moeten draadloze oordopjes zijn? Eigenlijk hebben we het niet zo op die pietepeuterige draadloze dingen: wie ook maar een beetje chaotisch is, raakt er vroeg of laat één kwijt. Niet? Nou ja, het komt erop neer dat het idee achter deze Rozebuds erg bij ons in de smaak valt. En anders wel de dame op de foto die demonstreert hoe je de semi-draadloze oordopjes dankzij hun magnetische sluiting als een ketting om je nek kunt dragen. Die sluiting is niet alleen handig om je oordoppen nooit meer te vergeten; hij blijkt ook bijzondere functies te herbergen. Door het open- of dichtklikken van de sluiting kun je bijvoorbeeld de muziek starten en stoppen, en de telefoon opnemen of een telefoongesprek beëindigen. De Rozebuds gaan circa 157 euro kosten en komen waarschijnlijk pas begin 2018 op de markt. rozebuds.com
Dag Siri, hallo O6? Handig, al die apps, maar in onze no-nonsense omgeving oogsten we vooral gefronste wenkbrauwen als we eerst de iPhone uit onze zak moeten vissen om een lamp aan te zetten. Kan ook met een Siri-commando, al vergeet onze waarde butler met enige regelmaat dat hij via HomeKit onze slimme lampen kan bedienen. Een soort HomeKit-alzheimer. Ik kan je vertellen dat er thuis vaak iemand onder de tafel ligt van het lachen als ze mij tot drie keer toe ‘Hé Siri’, vervolgens vijf keer ‘lampen uit’ en twee keer ‘godver’ horen roepen. En dat er vervolgens niets gebeurt. Enfin, om een lang verhaal kort te maken: het idee om te praten met apps is fantastisch, maar dan moet het wel werken. Misschien dat er hoop aan de horizon gloort met O6, een bluetooth-controller met een soort iPod-klikwiel waarmee je apps kunt bedienen met je stem. Behalve het oplezen van nieuws, e-mails, tweets, routes en wat al niet meer, kun je ook berichten beantwoorden, muziek uitkiezen en routes invoeren zonder je iPhone aan te raken. Ideaal voor in de auto dus, al kun je je afvragen wat de afleidingsfactor is van deze gadget. o6app.com
10 |
Ergonomie in marmer Wie een beetje ergonomisch achter zijn MacBook wil werken, zet ’m op een schuine standaard. We hebben het idee dat de mensen van het bedrijf met de sjieke naam ‘de Dolomieu’ wel een beetje klaar waren met dat ecologische getrut met bamboe. Gezien hun Berlijnse roots zou je kunnen verwachten dat de makers met industrieel DDR-ijzer op de proppen zouden komen, maar nee: het werd Statuario-marmer uit een steengroeve in de buurt van Carrara. Ach. Het resultaat is BLOCK, een massief marmeren standaard die afhankelijk van het type MacBook waarvoor hij is gemaakt, zes tot tien kilo weegt en dus letterlijk een solide basis vormt voor je laptop. Elke BLOCK wordt op bestelling gemaakt, dus je moet sowieso vier tot zes weken geduld hebben én een rijkelijk gevulde beurs: de instapprijs is 3.200 euro... dedolomieu.com
Digitaal canvas Kunst aan de muur of op de cover van MacFan: het is iets waar je blij van kan worden. Wij zorgen elk nummer voor een nieuwe kunstcover, maar de (poster) kunst boven je bank verandert waarschijnlijk niet zo snel. Of je moet lid zijn van de kunstuitleen. Met het Depict Frame kun je (als je dat wilt) elke dag een ander kunstwerk kiezen, al gaat het dan natuurlijk om een digitale weergave. Klodders verf in het strijklicht van je muurlamp zul je niet zien, maar de makers hebben hun best gedaan om het ‘schermgevoel’ te verminderen door het 49 inch 4K-scherm te omkaderen met een wit passe-partout en een échte houten lijst. Met de bijbehorende iPhone-app kun je kiezen welk kunstwerk je op het ‘digitale canvas’ wilt weergeven en ja, dat kan zomaar een oude meester zijn als Manet, Van Gogh of Jeroen Bosch. Ook uitstapjes buiten de kunst zijn mogelijk, zoals historische (reis)foto’s of satellietbeelden. De beelden hoeven ook niet per se horizontaal te zijn; het ophangsysteem is zo vernuftig dat je het scherm met een snelle zwier in verticale stand draait. Natuurlijk kun je ook je eigen creaties op het Depict Frame vertonen, alleen heb je dan wel een premium-abonnement nodig à 18 euro per maand. Omgerekend kost het scherm iets minder dan 800 euro, wat nog altijd stukken goedkoper is dan de goedkoopste Manet. depict.com
Houten stekkerdoos ‘We zitten nu echt in het draadloze tijdperk’, hoorden we iemand in de trein zeggen. Hij belde inderdaad draadloos, al was hij even vergeten dat elk apparaat vroeg of laat aan het stopcontact moet. In de huiskamer is er (bijna) altijd wel een stopcontact op navelhoogte vrij, maar op een thuiswerkplek moet je al snel onder het bureau duiken, want wie wil er nou zo’n lelijke stekkerdoos van de bouwmarkt op zijn tafel? Wij niet in ieder geval, of het moet dit houten exemplaar zijn van Timbies die op z’n Holland-nuchters gewoon ‘Houten Stekkerdoos’ heet. Heerlijk vinden we dat. Het siert de Nederlandse makers ook dat ze zo veel energie hebben gestoken in de fraai vormgegeven onderzijde. Prachtig! Voor een stekkerdoos in esdoorn betaal je 109 euro. Er is ook een walnootversie die een tientje meer kost. timbies-elements.com
| 11
Groter dan een lolly Na het lezen van Dave Eggers’ boek De Cirkel kijk je toch met een iets ander oog naar webcams. Waarschijnlijk hebben ze bij Logitech ook ‘iets’ met het boek, want de tweede incarnatie van Logitechs beveiligingscamera heet ook weer ‘Circle’, al is hij een stuk groter dan de lolly-vormige camera die Eggers beschrijft. In tegenstelling tot zijn voorganger is Circle 2 geschikt voor buitengebruik en gaat de batterij drie maanden mee in plaats van twaalf uur. Nogal een verbetering! Logitech heeft ook leuke extra’s voor de Circle 2 ontwikkeld, zoals een Window Mount waarmee je de camera op een raam kunt plakken om de ruimte om je huis in de smiezen te houden. Ook handig is de extra oplaadbare batterij zodat de camera geen ‘downtime’ heeft omdat de meegeleverde batterij aan de oplader ligt (en de onverlaat toeslaat). De Circle 2 kost 229 euro. Voor mensen die een broertje dood hebben aan alles wat opgeladen moet worden, heeft Logitech ook een bekabelde versie gemaakt waarvoor je 199 euro betaalt. Verlengsnoer zelf regelen. logitech.com/nl
Klimaatvoeler Eve Degree is een thermo- en vochtigheidsmeter met digitaal display, en het aardige van deze Elgatouitvinding is dat je de gegevens ervan kunt uitlezen via Apples Woning-app en er vervolgens automatiseringsregels op kunt loslaten. Ideaal voor – pak ‘m beet – je wijnkelder, maar dan is het wel handig als HomeKit kan praten met je klimaatregelaar, ventilator of luchtbevochtiger. De spatwaterdichte behuizing maakt het mogelijk om Eve Degree ook buiten op te hangen. Mooi, maar zolang HomeKit geen connectie heeft met de weergoden valt er wat dat betreft weinig te automatiseren... Voor een pittige 70 euro hangt Eve Degree bij jou aan de (buiten)muur. elgato.com
Sturen op cijfers Een toetsenbord zonder numeriek toetsenblok: een gruwel vinden we het. Het pietepeuterige bluetooth-toetsenbordje dat ooit bij onze iMac werd geleverd, hebben we subiet vervangen door een volwaardig exemplaar mét cijferblok. Maar ja, wat doe je met een MacBook? Je zou er bijna een los blokje voor kopen, maar er is nu een veel beter alternatief. Het Chinese Luckey Inc. (ja, zo heet het bedrijf echt) heeft een oplossing bedacht om een cijferblok snel toegankelijk te maken: een flinterdun (0,26 mm) glasplaatje dat je op het touchpad van je MacBook legt. Met een simpele veeg activeer je de cijfers op het Nums-plaatje maar je kunt hem ook inzetten als snelle launcher van apps en websites. De cijfers op de het glasplaatje zijn bedrukt met een akelig dunne inktlaag van 0,001 mm. Wel aan de onderzijde natuurlijk, anders zijn ze na een paar honderd swipes weggevaagd. Nums kost rond de 50 euro. De exacte prijs is afhankelijk van het MacBook-model. luckey.cn
12 |
Onderbroeken en rum Elk jaar in september gaat het er weer over, want er is altijd een oom, nicht of zwager die op de verjaardag van neef Frank een verhaal opdist over de koffer met rum en onderbroeken die maar niet op de transportband van Málaga Airport verscheen. Waarop de familie steevast dieper ingaat op wat nu erger is: het gemis van de onderbroeken of de rum. Een vrolijk napraatonderwerp, dat zeker, maar niet op het moment dat het je overkomt. En dat terwijl een oplossing zo simpel is: prop een netwerkdingetje met gps in die koffer, en je weet waar hij uithangt. De TUMI Global Locator is zo’n dingetje. Op de foto lijkt het een bakbeest, maar het kastje is in werkelijkheid kleiner (vooruit, misschien iets dikker) dan een iPhone SE. De Global Locator peilt elke 20 à 30 minuten via bluetooth, wifi, GPS en 3G waar je tas of koffer uithangt en houdt daar een mooi verslagje van bij. Handig van de Global Locator is dat je je hotelkamer als thuishaven kunt aanmerken. Zodra je koffer die locatie verlaat, ontvang je een melding op je iPhone. Het apparaatje is vooralsnog alleen verkrijgbaar in de VS en Canada en gaat daar 150 dollar kosten. Daarbovenop komt nog een gsm-abonnementje van 50 dollar per jaar. Veelzeggend vinden we dat de informatie over de batterijduur van het apparaatje is weggestopt in de laatste vraag van de FAQ. Na 72 uur is de batterij leeg en valt je koffer – die dan misschien in Kopenhagen staat in plaats van Kuala Lumpur – van de radar. tumi.com
Een stuk veelbelovender (maar wel een Kickstarterproject, dus je weet het maar nooit) is Magpie. Het idee komt overeen met de TUMI Global Locator, maar de makers positioneren het kleine vierkantje apparaatje niet alleen op koffers, maar eigenlijk op alles wat beweegt; tot drones, fietsen, kinderen en huisdieren aan toe. Hoe lang de batterij van Magpie meegaat, is afhankelijk van de trackingfrequentie die je hebt ingesteld: elke minuut, elk uur of elke dag. De batterijduur varieert daardoor tussen één dag tot drie maanden. Tikje onbestemd dus, maar je kunt de batterijlading wel checken in de app. Eén Magpie met éénjarig gsm-abonnement kost ongeveer 55 euro, akelig veel goedkoper dus dan de Global Locator. Of het ook net zo goed werkt, zal een test moet uitwijzen. Magpie is vanaf februari 2018 verkrijgbaar. findmagpie.com findmagpie.com
Wegwerpstroom Een wegwerpbatterij die je iPhone tot vier uur extra batterijcapaciteit geeft: het zijn van die producten waarvan je even achter je oor moet krabben. De Powrtab scoort laag op de schaal van duurzaamheid, maar kan een flinke partij van pas komen als je op reis bent, op een festival staat of een andere plek waar je verstoken bent van stopcontacten en ander oplaadgenot. Maar vooruit, de behuizing is gelukkig wel biologisch afbreekbaar. De Powrtabs zijn te bestellen in setjes van drie, zes of twaalf exemplaren die respectievelijk 14, 23 en 46 euro kosten. En die verpakking; waar doet die ons toch aan denken? powrtabs.com
| 13
Maak zelf je iPhone (kapot) Als een onderdeel van je iPhone kapot is, kun je prima bij een officiële iPhone-reparateur of een onofficieel ‘mannetje’ terecht om hem te laten maken. Best veilig, maar ook vaak prijzig. Waarom doe ik het gewoon niet zelf, dacht MacFan-redacteur Gerard Voshaar. Veel goedkoper en zo gepiept. Of toch niet? tekst Gerard Voshaar beeld Daleen Bloemers
14 |
Even indekken Even for the record: ik ben een echte knutselaar. Ik speelde als kind met de befaamde experimenteerdozen van Philips, waaruit schakelingen kwamen als de ‘monostabiele multivibrator of flipflop’ (geen idee meer wat het precies was), maar die ook leidden tot heuse radio’s waarvan ik de ontvangst opvoerde door een antenne van gekrulde koperdraad te spannen van mijn kamer tot de boom in de tuin. Wat voor apparaat ik ook voor mijn neus kreeg: het móest open en dat gold ook voor de Macintoshes en Power Macs die ik later in huis kreeg. Soms ontkwam je er zelfs niet aan. Als je extra geheugen wilde prikken in een Power Mac 8500, dan moest die werkelijk volledig uit elkaar, zodat je op een gegeven moment peentjes zwetend met een kaal moederbord op schoot zat. En dat voor een machine die me een fortuin had gekost. Achteraf geen slimme actie misschien, maar als zoiets je lukt, dan durf je steeds meer en draai je je hand niet om voor het vervangen van een lcd-scherm van een iBook of een harde schijf in de iMac G5.
Net als in de film Enfin: die iPhone 5s van mijn dochter zou ik dus ook wel even fixen. Groot licht erop, alle spullen bij de hand, magneetmat erbij voor de schroefjes en een
iPad met het voorbeeldfilmpje van alle te nemen stappen. Na het verwijderen van de onderste twee schroefjes was het tijd om het scherm los te wippen. Dat moest volgens het voorbeeldfilmpje niet met een zuignap, maar uitsluitend met een speciaal spateltje dat je voorzichtig tussen frame en het scherm steekt. Het schermpje kwam wel iets los, maar zat muurvast in het frame. Wat ik ook probeerde: het scherm schoot steeds terug. Irritant, want de man in het filmpje had ’m met een kort wrikje al open. Achteraf is het makkelijk praten over wat ik wel en niet had moeten doen (gebruik die zuignap, sukkel!), maar ik besloot om de plastic clipjes uit het setje te gebruiken om het scherm ‘open te houden’ en hem zo stukje bij beetje te openen. Dat was dus een macaber slecht idee, want opeens klonk er een lichte crunch: het glas brak... Ik geloof dat ik een tijdje roerloos naar het scherm staarde en toen pas HOLY FUCK! riep.
Experiment
Een iPhone is net een wasmachine: als-ie het doet, dan vind je dat vanzelfsprekend. Is hij kapot, dan besef je pas hoe vaak je het ding gebruikt. Mijn 15-jarige dochter klaagde al weken over de batterij die bij 50 procent lading opeens uitviel en een thuisknop die echt helemaal niets meer deed. Ze had noodgedwongen AssistiveTouch geactiveerd en sleepte elke dag mijn batterypack mee naar school. Reparatiekosten aan de keukentafel van mijn vaste iPhone-reparateur zouden uitkomen op 80 euro. En dat terwijl een nieuwe batterij en homebutton samen nog geen 20 euro kosten. ‘Weet je wat’, hoorde ik mijzelf tegen dochterlief zeggen: ‘Ik maak hem zelf wel en dan koop ik meteen zo’n reparatiesetje’. Altijd handig en dan leer ik ook nog wat.’
Toch maar door Met een wilde hefboombeweging – het glas was toch al kapot – kwam het scherm uiteindelijk los. Net iets te hard, want het beschermplaatje dat de connector van de thuisknop op zijn plek houdt, zwierde door de kamer. Nee, dit was kennelijk niet mijn dag, en met de batterij ging het al net zo soepel als met de rest. De man in het voorbeeldfilmpje trekt de lijmlaag onder de batterij in één soepele beweging weg. Briljant. Bij mij knapte hij op een derde deel al af. Met de lijmlaag aan de andere kant ging het al niet veel beter, dus er zat niets anders dan het ding voorzichtig eruit te wrikken zonder hem te beschadigen. Met een flinke portie geduld – de belangrijkste eigenschap voor reparaties – lukte dat ook nog. Verbazingwekkend, die enorme kleefkracht van die lijm. De vloerbedekking op onze trap liet sneller los, kan ik je vertellen. Hoewel ik de homebutton niet kon vervangen (het scherm was immers stuk) heb ik nog even gekeken naar de procedure. Gek genoeg ontbrak een schroefje op het afdekplaatje dat de
iPhone-schade? Check je inboedelverzekering Als je een iPhone thuis op de harde badkamer- of keukenvloer laat kletteren met een kapot scherm als gevolg, dan is de kans groot dat je daarvoor verzekerd bent via je inboedelverzekering. Let daarbij op dat verzekeringsmaatschappijen vaak onderscheid maken tussen valschade binnenshuis en buitenshuis. Voor buitenshuis geldt een andere dekking en daar betaal je ook meer premie voor, al vragen wij
ons dan weer af hoe een verzekeringsmaatschappij kan zien waar een iPhone is gevallen. Check ook je (doorlopende) reisverzekering wat betreft schade aan je telefoon. Maak niet de fout je iPhone alvast te laten maken bij je lokale reparateur. In dat geval geldt er vaak een hoger eigen risico dan dat je je iPhone laat repareren bij het bedrijf dat je verzekeraar aanwijst.
| 15
Eerst was alleen de thuisknop stuk en de batterij wat brak. Na Gerards poging tot reparatie was ook het scherm gehavend.
schermconnectoren op hun plaats houdt. Zou de iPhone, een tweedehands exemplaar, al eerder open zijn geweest?
Nieuw scherm? Er bestaan leukere dingen dan een 15-jarige dochter vertellen dat ze de komende dagen zonder iPhone moet stellen. Kennelijk was mijn baalfactor oprecht en hoog genoeg, want ze nam het sportief op. Maar wat nu? ‘Doe dan maar meteen een tweedehands iPhone 6’, zei mijn dochter. We maakten een deal: meteen een
iPhone 6 kopen, en voor de 5s een nieuw scherm aanschaffen en verkopen op Marktplaats. Ik had al bijna op de bestelknop voor een nieuw scherm geklikt, toen ik een brainwave kreeg: zit zo’n kapot scherm niet in de inboedelverzekering? Nou, dat zit-ie dus. Sterker nog: ik kon het hele zwikje opsturen naar het reparatiebedrijf dat aan de verzekeringsmaatschappij is gekoppeld. Als je dat doet, en je het psychisch aankunt om je iPhone een aantal dagen kwijt te zijn, betaal je zelfs geen eigen risico. Een koerier kwam in mijn geval de iPhone thuis ophalen. Uiteraard stuurde ik ook de nieuwe home-button mee.
Moraal van het verhaal Waarom wordt er in het voorbeeldfilmpje van het bedrijf dat reparatie-onderdelen verkoopt, geen zuignap gebruikt? De reden laat zich raden: je hoeft maar iets te hard aan de zuignap te trekken om de kabel van de homebutton te beschadigen. De iPhone mag maar een paar graden openstaan. Toch had ik verder moeten kijken dan mijn neus lang was en naar de vertrouwde en ijzersterke tutorials van iFixIt moeten gaan. Zij adviseren een speciale tang met twee zuignappen te gebruiken waartussen je de iPhone plaatst. De tang maakt het openen supersimpel (ogenschijnlijk dan, je weet het nooit met die filmpjes) en voorkomt dat je het scherm te ver openklapt. Eenmaal open is reparatie niet echt moeilijk meer: het is vooral schroeven en afdekplaatjes los en vastdraaien en connectoren open- en dichtklikken. Een magnetische mat voor de schroefjes is geen bittere noodzaak, maar wel handig, want alle schroefjes lijken op elkaar. Voorlopig houd ik me even verre van iPhone-reparaties. Alhoewel: mijn vader klaagt over de brakke homebutton van zijn iPhone 4. Zal ik die toch maar even vervangen?
16 |
Schrijf je wachtwoorden wél op Opeens komt er een foto voorbij in mijn Twitter-tijdlijn met een schamper onderschrift: ‘Schokkend! Niet kopen!’ De foto toont een boekje met als opschrift ‘Wachtwoorden notitieboek’. De twitteraar vindt dat maar dom, want ‘wachtwoorden mag je nóóit opschrijven!’ De tweet doet me bijna fysiek zeer. Wachtwoorden moet je júist opschrijven. In een handig boekje.
De mythe dat je wachtwoorden niet moet opschrijven is enorm hardnekkig. Om de haverklap hoor je het weer: ‘Dan kunnen ze je wachtwoord stelen!’. Al die papegaaien beseffen helaas niet dat dit steeds herhaalde advies (‘schrijf nooit je wachtwoorden op’) je juist extra kwetsbaar maakt voor hackers. Want dit is hoe het gaat: we maken allemaal dagelijks gebruik van tientallen online diensten: e-mail, Twitter, Facebook, Instagram, telebankieren, Bol. com, webfora, Reddit en noem ze allemaal maar op. Al die diensten zeggen wel dat je steeds een nieuw wachtwoord moet gebruiken, maar het is gekkenwerk om dat allemaal te onthouden. De meesten onder ons hebben al moeite om zich ’s ochtends te herinneren waar ze ‘s avonds hun sleutels hebben neergelegd. En omdat wachtwoorden noteren taboe is, besluiten we om dan maar steeds hetzelfde wachtwoord te gebruiken, met hier en daar een kleine variatie (‘Deze keer gebruik de naam van mijn kat met een hoofdletter! Onkraakbaar!’). Het gevolg is dat een hacker die één van je accounts weet te kraken, vaak ook moeiteloos toegang heeft tot talloze andere accounts.
Hackers hacken Constant hetzelfde wachtwoord gebruiken, dát is het werkelijke gevaar. Niet het noteren van wachtwoorden in een boekje. Want hackers komen niet fysiek je woning binnen om bureaulaatjes te doorzoeken. Hackers hacken. De meest gebruikte manier om wachtwoorden te ontfutselen, is inbreken op sites met minder dan gemiddelde beveiliging, zoals hobbyforums en weblogs. Hier maken hackers gebruikersnamen en wachtwoorden buit en gebruiken deze om op beter beveiligde sites toegang te verkrijgen. Want als je hetzelfde wachtwoord gebruikt voor een webforum als voor online shoppen en je Facebook-account, betekent zo’n inbraak op een webforum de jackpot. Digitale inbrekers maken ook gebruik van zogenaamde ‘keyloggers’. Dit zijn heimelijk geïnstalleerde programmaatjes die op de achtergrond alles wat je intypt doorsluizen naar de dader – inclusief gebruikersnamen en wachtwoorden. Een andere populaire manier om je om de tuin te leiden is door middel van ‘phishing’, dus dat je via een mailtje wordt gevraagd om in te loggen bij bijvoorbeeld je bank. Maar hoewel die site lijkt op die van je bank, wordt hij beheerd door criminelen, die zo nietsvermoedend je inloggegevens verzamelen.
De beste manier om je tegen dergelijke fraude te beschermen is dat je werkelijk voor elke dienst een ander wachtwoord gebruikt. Er zijn diverse apps (zoals ook Apples eigen Safari-browser) die per dienst heel complexe wachtwoorden genereren en die automatisch voor je invullen. Zo heeft elk account een ander wachtwoord, dat niet te raden is omdat het niets te maken heeft met de naam van je kat, en die keyloggers nooit vinden omdat je ze niet hoeft in te typen. Nadeel is dat deze diensten niet altijd op al je apparaten werken. Safari draait niet op de Windows-pc op je werk, bijvoorbeeld.
Betoog
tekst Harry Hol
Gewoon opschrijven Wat leidt tot de voorheen verfoeide low tech-oplossing voor ons high tech-probleem: een notitieboekje. Nu is het wellicht voor de gemoedsrust beter dat een dergelijk boekje een wat minder opvallende opdruk op de kaft heeft dan ‘Wachtwoorden notitieboek’ – wij zouden persoonlijk een boekje met een neutrale kaft kiezen. Want nieuwsgierige huisgenoten zijn misschien ook een ding. Maar die zijn ook op andere manieren om te tuin te leiden. Bijvoorbeeld door je wachtwoorden zo op te schrijven dat alleen jij ze echt weet. Door bij elke cijfertje 3 op te tellen, of door alles achterstevoren te noteren... nu ja, je kunt van alles verzinnen. Nieuwsgierige huisgenoten zijn makkelijker om de tuin te leiden dan geslepen hackers. Wachtwoorden notitieboek | € 12,99 | bol.com
| 17
Filmen met je zonnebril
Over Google Glass waren we het allemaal snel eens: super-nerdy om mee rond te lopen. De Spectacles van Snap ogen wat vriendelijker. Ferry Piekart draagt ze tijdens een vakantie, en vraagt zich af of hij nu uiterst fashionable is, of toch über-geeky. Ofwel: is dit iets voor de grote massa, of blijven brillen-met-ingebouwde-camera’s toch altijd een beetje suf?
Test
tekst Ferry Piekart
18 |
Twee ruziënde zwanen komen met veel kabaal mijn kant op. Hun vleugels slaan op het water, terwijl de voorste van de twee uit alle macht weg probeert te komen van zijn belager. Spektakel! Het gebeurt op zo’n twintig meter afstand, terwijl ik op een bruggetje over het water sta. Normaal gesproken ben je te laat om dit te filmen; voor je je iPhone uit je broekzak hebt gevist, is het moment al voorbij. Maar nu draag ik voor het eerst mijn Spectacles: de zonnebril van Snap met ingebouwde camera. Ik tap op het knopje aan de linkerkant van mijn bril, en de opname start meteen. In mijn ooghoek zie ik een ledje branden, als indicatie dat mijn zonnebril filmt. Verder hoef ik niets te doen... alleen kijken naar wat ik wil filmen. Het wordt nog mooier. De twee zwanen in achtervolgingsmodus komen niet alleen mijn kant op, het heeft er alle schijn van dat ze zometeen, half over het water lopend, half vliegend, onder mijn voeten door zullen gaan! Ik hoef alleen maar een beetje over de ballustrade van de brug te leunen om de indruk-
wekkende spanwijdte van hun vleugels over enkele seconden onder mij door te zien bewegen. Helaas. Op het moment suprême, is het ledje in mijn linker ooghoek gedoofd. Vergeten: Spectacles filmen 10 seconden. Was ik met mijn iPhone te laat geweest, nu was ik te vroeg. Ik druk snel nog een keer op de knop, maar mijn bril is nog bezig de vorige video weg te schrijven. Niet dat dat zo lang duurt, maar een halve seconde is al te lang. Ik mis het money shot.
10, 20, 30 seconden Het is mijn onervarenheid met de bril. Ik ben gewend aan camera’s die filmen tot ik stop zeg. Maar de Spectacles zijn gemaakt voor de Snapchat-generatie. Ofwel voor de generatie die filmpjes van 10 seconden plaatst op Snapchat of Instagram. Druk op de knop, en het ding filmt 10 seconden. Tekstje erbij, smiley erop plakken, en bam: klaar voor verzending. Dat is het idee. Natuurlijk heb je wel enige controle over de camera in de bril. Je kunt een opname eerder afbreken door
nog eens op de knop te drukken. En je kunt je opname ook twee keer verlengen. In de laatste twee seconden van de opname, gaat het ledje in je ooghoek knipperen. Druk je dan op het knopje, dan wordt de opname met 10 seconden verlengd. Dat kun je twee keer doen, tot maximaal 30 seconden dus. Je kunt ook meteen besluiten 20 of 30 seconden te filmen: dan druk je aan het begin respectievelijk twee keer of drie op de opnameknop. Nee, een concert van U2 ga je niet vastleggen met deze bril. Maar daar is-ie ook niet voor gemaakt. De Spectacles zijn bedoeld voor die kleine momentjes die je snel even wilt delen met je vrienden. Even laten zien waar je bent, even de sfeer delen. Het is een bril voor videoberichtjes; niet voor het maken van een natuurfilm of concertregistratie.
Close-up met een groothoek Ik moet aan meer dingen wennen. Bijvoorbeeld aan de plek van de camera. De Spectacles hebben twee opvallende gele cirkeltjes aan de voorzijde. Het rondje bij het rechteroog bevat de camera. Aan de linkerkant zit de led-indicator die aangeeft dat je filmt, en aan die zijde zit ook de opnameknop (aan de bovenzijde van het montuur). Na het gemiste-zwanen-shot kom ik bij een bloeiende struik waar hommels af en aan vliegen. Ik besluit een close-up te proberen van een hommel die uit een bloem komt. Gelukkig is er niemand in de buurt, want het moet er idioot uitzien hoe ik mijn gezicht bijkans in de plant duw. Ik zou de bil ook even af kunnen doen en voor me houden, maar dat is natuurlijk niet de bedoeling. Als ik de beelden terugkijk via de Snapchat-app op mijn iPhone, zie ik dat ik geen enkele hommel heb opgenomen. Het duurt even voor ik mijn denkfout doorheb: doordat de opnameknop aan de linkerzijde van de bril zit, en ook het ledje aan de linkerzijde aangeeft dat je filmt, krijg je al snel het gevoel dat de camera ook aan die kant zit. Maar die zit juist rechts. Dat is zelden een probleem, want de cameralens heeft een groothoek die nog net niet je kontzak filmt. Pas als je op een paar centimeter afstand van je onderwerp gaat hangen, wordt het belangrijk om te beseffen aan welke kant de camera zit. Ik probeer het nog een keer, en prent mezelf in dat de camera rechts zit... en ik heb al snel een mooi shot van een hommel gemaakt.
Ronde filmpjes Ik besef dat ik allemaal dingen doe die je niet hoort te doen met Spectacles. Het idee is: je bent op een verjaardagsfeestje, je filmt het moment waarop iedereen het glas heft en ‘Hoera!’ roept, je plakt er wat stickers van taarten met kaarsjes, emoji van toeters en slingers en felicitaties-met-heel-veel-uitroeptekens overheen en je deelt het met je vrienden. Of je een hommel op een paar centimenter afstand haarscherp kunt filmen, is eigenlijk niet waar de Snapchat-doelgroep mee bezig is. Het draait bij de Spectacles om eenvoud. De camera
Spectacles-filmpjes zijn het leukst als je duidelijk laat merken dat het jouw point-of-view is. Let er wel op dat er geen haren in beeld gaan hangen... zoals hierboven.
Spectacles zijn niet bedoeld voor macro-opnamen. Dichter bij een hommel kom je niet.
is zo afgesteld dat je precies filmt wat je door je bril ziet. Daar heeft Snap iets ingenieus voor bedacht. Het menselijk oog ziet geen rechthoekig beeld; onze blik op de wereld is rond. Daarom hebben de Spectacles ronde glazen (het design van de bril verhult dat enigszins, maar ze zijn echt rond) en de camera legt precies vast wat je door zo’n rond venster ziet. Dat levert dus ronde filmpjes op. Dat merk je niet in Snapchat – de app die je wel móet gebruiken om de filmpjes van je bril te halen. Snapchat doet iets leuks met dat beeld: open een filmpje en het wordt beeldvullend weergegeven. Heb je je iPhone rechtop, dan
| 19
Omdat Spectacles ronde videobeelden maakt, kun je in Snapchat je iPhone draaien terwijl je een filmpje bekijkt. Een magisch effect dat je haast het gevoel geeft alsof je nog aan het filmen bent.
zie een portret-uitsnede uit dat ronde beeld. Maar zodra je je telefoon kantelt, zie je dat de uitsnede meeverandert. Het heeft iets magisch: tijdens het kijken van een filmpje kun je je telefoon draaien, en te allen tijde blijft de bovenkant boven en zie je alleen een ander deel van de opname.
Filmen voor Instagram Superleuk, maar het werkt alleen in Snapchat. Ik ben niet zo’n snapchatter; simpelweg omdat mijn vrienden er niet op zitten. Ik deel de beelden van mijn Spectacles liever via Instagram. Dat kan ook, al kost het wat extra stappen – en het magische ‘draai-effect’ ben je dan kwijt. Geëxporteerde Spectacles-filmpjes zijn rond. Of beter gezegd: zodra je het exporteert, is het een rond beeld op een witte achtergrond. Ziet er best leuk uit, maar soms wil je gewoon beeldvullende video posten. In Instagram kun je niet inzoomen op een video, dus dan moet je eerst met iMovie aan de slag om je filmpje uit te snijden. Uiteraard kun je de beelden ook overzetten naar je Mac, waar je helemaal los kunt gaan met de ronde videobeelden. In Final Cut Pro X is het relatief simpel om met maskerfunctie de video’s te ontdoen van hun witte achtergrond. Zo kun je prachtige compilaties maken waarin allemaal ronde beelden als een soort bubbels in beeld verschijnen. Maar dan moet je dus wel eerst de beelden van je zonnebril in een andere app zien te krijgen. Elke video die je maakt met de Spectacles, kun je via bluetooth meteen in Snapchat op je telefoon bekijken. Dat is dan een versie in lage resolutie. Voor delen via Snapchat misschien wel best, zeker als je de video overstelpt met stickers. Spectacles filmt echter in ‘HD’ (ik zet het tussen aanhalingstekens omdat het om beelden in 720p gaat; het absolute
20 |
minimum van wat je HD mag noemen), maar het vergt op een iPhone nogal wat handelingen om die beelden in je filmrol te krijgen. Het begint ermee dat Snapchat de HD-versie van de beelden niet via bluetooth binnenhaalt. Althans, niet op iOS-apparaten. Op Android-toestellen doet Snapchat dat vreemd genoeg wél. Om op je iPhone HD-beelden binnen te halen, moet je eerst verbinden met het wifi-netwerkje dat de bril speciaal daarvoor de lucht in slingert. Dus ja, dat betekent dat je eerst in Snapchat moet kiezen om HD-beelden op te halen, dat je vervolgens naar de Instellingen van je iPhone moet gaan om een ander wifi-netwerk te selecteren, en dat je dan weer terug moet gaan naar Snapchat om het overtanken te starten. Dat is vreselijk onhandig. De HD-beelden staan vervolgens in Snapchat – om ze in een andere app te krijgen, zul je ze naar je filmrol moeten exporteren. En dat kan alleen één voor één. Dus heb je tóch geprobeerd dat U2-concert vast te leggen in een paar honderd shots van 30 seconden, dan ben je een uurtje zoet om die één voor één naar je filmrol te kopiëren. Het is wel duidelijk: Snap heeft liever dat je dit niet doet. Ze willen dat je Snapchat gebruikt. En dat is jammer, want daar zal niet elke gebruiker hetzelfde over denken.
Geen foto’s Als ik dan toch aan het mopperen ben: er is nog één groot minpunt aan de Spectacles. En dat is dat je geen foto’s kunt maken. Je kunt alleen video opnemen. Hoe langer je de Spectacles draagt, hoe vaker je zult merken dat er véél momenten zijn waarop je liever een foto had gemaakt. Omdat het zo lekker snel zou kunnen met zo’n bril – en omdat je niet altijd van alles een video hoeft te hebben. Daar staat tegenover dat je ook zult ontdekken dat je met de Spectacles opeens dingen filmt die je normaal niet opneemt, omdat je geen handen vrij hebt voor een camera. Zo maakte ik een prachtig shot terwijl ik met de auto door het Friese landschap reed, met een mooi avondzonnetje. Je ziet mijn handen aan het stuur, en je ziet zelfs mijzelf in de achteruitkijkspiegel. Voor mij de weg door het groene landschap, en een prachtig gekleurde avondlucht. Een echt POV-filmje: je ziet mijn point of view. De dag erop maak ik een filmpje terwijl ik met mijn neefje een balspelletje doe. Ik film dat we de bal overgooien, en het is een fantastisch shot als de bal op mij afkomt, ik mijn handen uitsteek, de bal vang en weer teruggooi. Spectacles-filmpjes worden vooral leuk als je gaat spelen met het idee dat het jóuw blik op de wereld is. Dat je iemand laat meekijken door jouw ogen. Dat wordt vooral duidelijk zodra af en toe ook je eigen handen in beeld verschijnen. Of je voeten, of wat dan ook. (Irritant genoeg komt je haar ook geregeld voor de lens, als je wat langer haar hebt tenminste, en aangezien je dat zelf niet ziet, eindigt menig filmpje onbedoeld als een soort onscherp beeld van een bamboebos.)
Sociale acceptatie Behalve je eigen handen, voeten en haar fotograferen, is het natuurlijk ook onvermijdelijk dat je andere mensen vastlegt. Ik moet eerlijk toegeven dat ik voor mijn eerste wandelingetje-met-Spectacles voor een rustig stukje bos koos. Niet meteen een drukke winkelstraat of een terras vol mensen. Ik voelde me in eerste instantie licht opgelaten als mensen mij passeerden. Dat komt vooral omdat ik de Google Glass nog in mijn hoofd had zitten. Dat apparaat werd door veel mensen ervaren als een ding dat inbreuk maakte op de privacy van anderen. En ergens begreep ik dat wel. Het is niet prettig als je het gevoel hebt dat iemand die naar je kijkt je ook meteen heimelijk filmt. Maar met de Spectacles lijkt alles anders. Voor mijn gevoel loop ik weliswaar rond met een zonnebril die uitschreeuwt ‘ik ben een camera!’, maar niemand lijkt er acht op te slaan. Ook niet als ik hem draag op plekken met wat meer mensen. Het wordt me niet duidelijk of mensen simpelweg niet in de gaten hebben dat ik een bril-met-camera op heb of dat we in een paar jaar tijd dusdanig gewend zijn geraakt aan de aanwezigheid van camera’s in zo’n beetje elk apparaat, dat niemand zich er nog om bekommert. Vrienden en familieleden die ik tegenkom, hebben in ieder geval nog nooit van Spectacles gehoord, en vragen hooguit: ‘Wat heb jij nou voor zonnebril op?’. Als ik ze wijs op de camera, vinden ze het alleen maar leuk en aardig. Het moet gezegd dat Snap iets slims heeft gedaan aan de buitenkant van de bril: zodra de camera loopt, gaat er aan de linkerkant van de bril een cir-
keltje van ledlampjes draaien. Daardoor zie je héél duidelijk dat het ding opneemt. Vrienden en familieleden die dat één keer hebben gezien, weten in het vervolg dat ik ze niet constant heimelijk zit te filmen, maar dat een opname duidelijk merkbaar is. Dat maakt de Spectacles vriendelijk voor je omgeving. Van onbekenden op straat krijg ik geen reacties. Geen rare blikken, geen besmuikt gegrinnik achter mijn rug om, geen verbolgen geschud met hoofden. Het zijn eigenlijk alleen 16-jarige meisjes die mijn bril herkennen, en die ik in het voorbijgaan hoor fluisteren: ‘Kijk, Spectacles!’. Dat geeft me enigszins het gevoel dat ik te oud ben voor deze gadget. Het maakt me ook bezorgd dat Snap de doelgroep niet helemaal goed heeft ingeschat. Want of een 16-jarige een zonnebril van 150 euro gaat kopen...?
Conclusie Spectacles zitten goed (ook al is het one-sizefits-most), ogen apart, en zijn leuk om mee te filmen. De bril zelf werkt prima, en met een bril-met-camera hoe je je niet eens meer een enorme nerd te voelen. De verplichte combi met Snapchat is vervelend als je geen Snapchat gebruikt; de filmpjes overzetten naar andere apps is omslachtig. Het is ook een beetje de vraag of de kopers van zo’n bril wel van de Snapchat-generatie zijn. Dat pleit voor een aparte Spectacles-app, waarmee je de filmpjes kunt bekijken en makkelijk kunt delen met andere applicaties, op je telefoon maar ook op je Mac. Maar vermoedelijk gaat dat er niet van komen – Snap hoopt natuurlijk juist dat je Snapchat gaat gebruiken. Hopelijk overweegt Snap wél om een foto-optie te lanceren via een softwareupdate. Dat zou de bril nog veel interessanter maken. Spectacles | € 149,99 | www.spectacles.com/nl Makkelijk en snel onverwachte momenten filmen Filmpjes bekijken in Snapchat voelt magisch Trendy design in meerdere kleuren Komt met handige oplaad-koker HD-kwaliteit is slechts 720p Foto’s maken niet mogelijk HD-filmpjes overzetten werkt omslachtig
MachinaScore
i
Acties waarbij je als Spectacles-drager zelf betrokken bent, leveren de leukste beelden op... al was het maar omdat je doorgaans geen bal kunt vangen met een iPhone of een andere camera in je handen.
| 21
Experiment
Mens versus machine
Een culinaire krachtmeting De site van ‘computerkok’ Chef Watson is na een lange periode van testen en finetunen toegankelijk voor iedereen. Maar is de superchef van IBM echt het culinaire wondermiddel dat iedereen omtovert tot een keukenprins(es)? MacFan wilde dat ook wel eens weten en daagde topkok Pierre Wind uit tot een culinaire krachtmeting. tekst & beeld Dimitri Hakke
22 |
Topkok Pierre Wind neemt het op tegen digikok Chef Watson Pierre Wind Kok, presentator, schrijver van kookboeken, fotograaf, gadgetfreak, sidekick, tv-personality, columnist, afvalgoeroe en voorvechter van duurzaam eten en smaaklessen op basisscholen. Wat is Pierre Wind eigenlijk niet? Hij is de man bij uitstek van verrassende combinaties en innovaties in de keuken. Dropsoep, garnalen met vla, mosterd-sambalijs of erwtensoep met marsepein. De hyperactieve kok draait er zijn hand niet voor om. Met 28 jaar ervaring in de keuken en een experimenteerdrang waar de honden geen brood van lusten – hoewel als deze kok ze dat voorschotelt, gaat het er waarschijnlijk in als koek – weet Wind als geen ander welke combinaties werken en welke vooral niet. Wind is auteur van verschillende kookboeken, waaronder graphic kooknovel Kokologico, afvalboek WAM, Wind aan de kook en mede-auteur van gratis e-book De Flexitariër van Natuur & Milieu, over de vleesloze keuken. www.pierrewind.nl
Chef Watson Chef Watson is een digitale keukenprins die helpt om gerechten te maken op basis van door de gebruiker ingevoerde ingrediënten. Het door IBM ontwikkelde programma is afgeleid van Watson, de supercomputer die in 2011 de populaire Amerikaanse tv-quiz Jeopardy wist te winnen. De Chef-versie specialiseert zich in het samenstellen van gerechten op basis van de chemische samenstelling van de ingrediënten. De database van Watson is gevuld met moleculaire analyses van tienduizenden recepten en 35.000 ingrediënten. Daarnaast is het programma gevoed met menselijke smaakvoorkeuren, kennis van specifieke eigenschappen en gerechten van het land plus ervaringen van bèta-testers. De werkwijze is als volgt: voer maximaal 4 ingrediënten in, het type gerecht, het soort keuken en de chef schotelt je een aantal gerechten voor die je kunt maken. Heb je iets niet in huis dan zijn ingrediënten eenvoudig te vervangen door vergelijkbare bestanddelen. www.ibmchefwatson.com
De mens versus machine. Het is een boeiende tweestrijd. Feit is dat een computer beter kan rekenen dan welk levend wezen dan ook. Maar op het gebied van denken, intelligentie en creativiteit, zal de computer daar ooit de mens voorbijstreven of blijft het mensenbrein onontbeerlijk bij creatieve processen? Het is al bijna twintig jaar geleden dat schaakcomputer Deep Blue 2 grootmeester Garry Kasparov in een onderling duel versloeg. Hoogste tijd dus voor een nieuwe tweestrijd, een culinaire ditmaal met Chef Watson. En wie anders vraag je voor een wedstrijd creatief koken dan gerechtentovenaar Pierre Wind? Dus helpers weg… let’s get ready to rumble!
Ronde 1: de kennismaking Pats, pats, pats! Als Mohammed Ali in zijn beste dagen deelt Pierre Wind door de telefoon al de eerste verbale slagen uit. ‘Het is gewoon een leuke recepten-
machine!’ Float like a butterfly, sting like a bee, moet de goedlachse Hagenaar denken. In de week hiervoor heeft Wind kennisgemaakt met zijn tegenstander en is overtuigd van een overwinning. Dat moet hard aankomen bij Chef Watson, die zichzelf verbaal niet kan verdedigen. Maar het is toch een mooie uitgebreide site? ‘Een site ja, niet eens een app!’ Het lijkt een kansloze strijd. Chef Watson hangt al in de touwen, voordat de strijd goed en wel begonnen is. ‘Maar, moet ik zeggen. Het is een fantastisch speeltje. Een mooi hulpstuk in de keuken. Je kunt er een hoop inspiratie uit halen’, verdedigt Wind zijn tegenstander. ‘Als je ergens allergisch voor bent, dan kun je dat aangeven en dan neemt-ie dat mee in de bereidingswijze. Of je kunt ingrediënten vervangen door andere en dan past het programma het recept aan. Stel je neemt ansjovis in plaats van zalm. Ansjovis is een veel zoutere vis. De hoeveelhe-
| 23
Deze 4 ingrediënten vormen de basis waarmee Chef Watson en Pierre Wind aan de slag moeten.
Even de tomaat insnijden, dan wordt de colasmaak goed opgenomen in de tomaat.
den van de ingrediënten worden automatisch aangeDe spelregels van vandaag: Chef Watson en Pierre past zodat de smaakt weer klopt. Dat is uniek!’ Wind krijgen vier dezelfde vaste ingrediënten (het ‘No idea for this combination’, herhaalt Wind de dropachtige kruid dragon, een blikje cola, een kalkoenfilet en een appel) plus de inhoud van een schawoorden die op zijn Mac-beeldscherm verschijnen. mel gevuld keukenkastje waaruit vrij mag worden ‘Hoezo ‘no idea’? Ik kan gewoon wat maken met gekozen. Beide chefs maken daargarnalen en vla, maar Watson kent geen vla. En met koffie en ‘Ik kan gewoon wat maken met mee een gerecht. ‘Leuke keuze! tomaat is veel meer te maken garnalen en vla, maar Watson Ik hou van appel! Er zit zelfs een appeltje in mijn handtekening’, dan hier in staat en amandelkent geen vla!’ zegt Wind wijzend op zijn boek citroensoep is ook nergens te Kokologico. De spullen op tafel bekennen!’ Wind komt weer op worden aandachtig bestudeerd. Dan ineens: ‘Heb je stoom en deelt rake klappen uit: ‘Vier ingrediënten ook suiker?’ Suiker is er niet, wel een blikje ananas. kunnen invoeren is echt veel te beperkt. Zeven of ‘Kijk, als iets er niet is, dan moet je iets nemen dat acht is ideaal. Dat je gewoon alles kunt invoeren wat erop lijkt’, doceert de tv-kok. je in je koelkast hebt, en dat de computer daar dan een gerecht van samenstelt.’
Ronde 2: Pierre Wind kookt Match day! Een week is voorbij sinds Pierre Wind telefonisch zijn eerste rake tikken uitdeelde. Zou de storm zijn gaan liggen bij de watervlugge Hagenaar? Het antwoord is snel gegeven. Bij aankomst in de keuken van De Tafelkamer te Den Haag, de boksring van vandaag, staat Wind ter begroeting te rammelen met een doosje gedroogde maden. ‘Bugs! Staat er óók niet in. Hét voedsel van de toekomst!’ De toon is gezet, Wind is vastbesloten als winnaar uit de bus te komen...
24 |
Valsspelen
In dit geval wil Wind zo min mogelijk extra ingrediënten toevoegen in zijn eigen creatie. ‘Anders is het valsspelen. Chef Watson kan natuurlijk ook niet in je voorraadkast kijken. Dan stelt-ie iets voor, maar dan moet je dat maar net in huis hebben. Hij geeft wel alternatieven, maar die moet je ook maar hebben.’ Het is alsof Pierre ‘Hurricane’ Wind snel de knockout wil toebrengen en het niet op een lange strijd wil laten aankomen tegen Chef ‘Le professeur’ Watson. Binnen een minuut verdwijnt de cola en het ananas sap samen met chilipoeder en een ingesneden to-
| 00
Pierre Wind, de Apple-fan ‘Ik ben echt een enorme Apple-fan! Mijn hele huis staat vol met Macs en iPads. Mijn eerste Apple was de iMac G3, de eerste Mac die na de terugkeer van Steve Jobs werd gemaakt. Ik doe al heel lang vormgeving en fotografie. Als je iets in de grafische industrie wilde, moest je wel ‘aan de Mac’. Er was geen andere optie want de meeste programma’s waren alleen maar beschikbaar voor de Apple. Na de G3 heb ik de G4 gehad en de G5. Ik heb ze ook allemaal nog. Ik kan zo een museum beginnen! Er staat nog allemaal informatie op die ik eigenlijk moet overzetten, maar veel software is niet eens meer beschikbaar voor de nieuwere Macs. Dus laat ik het er maar op staan. Steve Jobs is een van mijn helden. Hij was echt een vernieuwer. Dat is waarom ik mensen als Jobs en Madonna bewonder. Ze gaan hun eigen weg en hebben hun eigen ideeën. Dat probeer ik ook te doen bij alles waarmee ik me bezighoud. Bij tramrestaurant Hoftrammm werken we bijvoorbeeld ook met digitale vernieuwingen. Via een QR-code op de menukaart kun je tijdens het eten exact zien wat de ingrediënten van het gerecht zijn en hoe het gemaakt wordt. Hoewel ik heel veel van Apple heb, is het merk voor mij niet heilig. Ik ben iemand die naar perfectie streeft. Dus als iemand anders een beter product heeft, dan koop ik dat. Ik wil de troepen vooruit zijn. Dat geldt voor koken, digitale snufjes, maar ook bij muziek. Een goed voorbeeld is deze telefoon. De Yo-
26 |
taphone, zeg maar het Apple van Rusland. Het is een telefoon met twee schermen. Een normaal scherm en een e-ink-scherm. Dit is echt de toekomst! Het monochrome e-ink-scherm is een always-on-scherm. Je kunt zo altijd zien hoe laat het is, je berichten checken, een e-book lezen of er een e-vliegticket opzetten. Ik ben echt een enorme digi-nerd. Voordat iemand er vanaf weet, wil ik de nieuwste gadgets al hebben. Zodra ik het dan in handen heb, giert de adrenaline door mijn lijf. Geweldig! Ik geloof ook heilig in smartwatches. Mijn eerste exemplaar kocht ik al in 2000. Het was in een vliegtuig. Hij was duur, maar ik moest ‘m per se hebben. Je kon er mee bellen en luisteren via een oortje, meer kon er niet mee, geloof ik. Hij is helaas stuk omdat ik er een keer per ongeluk mee onder de douche ging. Nu heb ik een Pebble. De Apple Watch is mooier om te zien, maar echt veel te traag. Ik wacht wel op de volgende generatie. Mijn eerstvolgende aanschaf is een Surface Pro of een iPad Pro. Daar zit nu ook eindelijk een stylus bij. Ik schets nu al mijn gerechten met een Wacom, maar het is erg prettig als ik die schetsen overal kan maken en bewaren. Ik twijfel nog omdat je op de Surface Pro alles van Windows 10 kunt draaien en de iPad alleen met apps werkt. Dat zijn toch vaak mindere versies van de echte programma’s. Maar ik heb toch liever Apple. Ik ben er nog niet uit…’
maat in een steelpannetje. ‘Dat wordt een colatomaat. iets eetbaars van te maken is. Een flinke klont boter De rest ga ik lekker laten indikken tot een saus.’ doet echter wonderen. ‘Langzaam erbij roeren, dan Ondertussen is Wind begonnen met het in plakken wordt het weer een prima saus.’ En verrek, het is een snijden van een halve aubergine en laat deze vervolsaus om je vingers bij af te likken. Wind: ‘De cola en gens met een beetje kerrie een minuutje koken in de ananas zorgen voor een zoete en een zure smaak, groentebouillon. ‘Het gaat allemaal op gevoel, voordat terwijl de peper voor wat pit zorgt. Die roomboter zorgt ik begin, maak ik eerst een weer voor een zacht romig gevoel.’ plaatje in mijn hoofd. Dan ‘Volgens mij is dit recept door een Een half uur nadat het plaatje zie ik al hoe het gerecht nog in Winds hoofd zat, staat het Windows-pc bedacht’ eruit ziet als het klaar is.’ gerecht op tafel. En het ís een Dat plaatje bevat ook oesplaatje, want presentatie is een terzwammen, rode ui en mint die hij lichtjes bakt in essentieel onderdeel van een gerecht, vindt de tv-kok. wat boter. In een andere pan verdwijnen appelplakjes De kalkoenfilets met daartussen een laag fijngehakte die gekruid zijn met zwarte peper en dragon met oesterzwammen, een toren van aubergine en appel, en daarbovenop de eerder gebakken plakken aubergine. een zoetzure cola-ananassaus combineren prima met ‘Eigenlijk zou ik de appel eerst door wat bloem willen de colatomaat. Een ware prikkeling voor de zintuigen. halen, maar dat hebben we niet, dus doen we het zo.’ De meester zelf oogt tevreden, maar ook ineens bescheiden: ‘Het is geen haute-cuisine, maar gewoon een Teersmurrie lekker hapje voor thuis.’ ‘Dit is wel veel vlees hoor’, moppert Wind als hij de kalkoenfilet uit de verpakking haalt en in twee dunne Ronde 3: Watson kookt Tijd voor Chef Watson om zijn kunsten te tonen. Na het plakken snijdt om de bereidingstijd te verkorten. ‘Zelf intikken van de vaste ingrediënten, ‘main course’ en zou ik normaalgesproken gewoon de helft nemen.’ tenslotte ‘Christmas’ als kookstijl, tovert Chef Watson Een beetje peper en zout erop en hup in de pan met enkele suggesties op het scherm. De keuze valt op het een flinke klont boter en bakken maar. ‘Wel af en toe gerecht ‘Christmas Coca-Cola Grilled’. Een eenvoudige wat hete boter uit de pan met een lepel over de filets doch voedzame maaltijd, zou Ollie B. Bommel zeggen. laten lopen.’ ‘Een gerechtje’, corrigeert Wind. ‘Een maaltijd kun je De cola met ananassap oogt inmiddels als een dikke het nauwelijks noemen.’ teersmurrie. Het is nauwelijks voor te stellen dat hier
Appel met aubergine, het ruikt heerlijk.
De boter tovert een plakkerige colamassa om tot een romige saus.
| 27
Een mooie presentatie is een essentieel onderdeel van koken. Dit is het gerecht van Pierre.
Eens kijken wat Chef Watson ons wil voorschotelen.
28 |
De presentatie van Chef Watsons gerecht laat te wensen over.
‘Het is een beetje vergelijkbaar met hoe ik het heb gedaan. Omdat Chef Watson zelf niet kan koken, neemt Wind Je moet hier wel mee oppassen. Het is geen techniek voor zelf de kookhonneurs waar. ‘Ik ga gewoon opvolgen beginners. De saus kan zo gaan schiften. Als je nog niet wat er op het scherm staat, hè. Op basis van de ingrediënten tomaat, aubergine, dragon, zwarte peper, veel ervaring hebt, zou ik eerder voor maïzena kiezen om zout, nootmuskaat, munt, kaneel, balsamico azijn, de saus dikker te maken.’ oogt dit als een goed gerecht. Ik heb er wel vertrouWaar het gerecht van Wind oogde als een feestje op je wen in. Dit is goed bij elkaar verzonnen.’ Nog geen bord, is Watsons creatie een visuele teleurstelling. ‘De twee tellen later spot hij het saus over de kalkoen, zou ik nooit eerste probleem. ‘Hier staat ‘Chef Watson is een kok met potentie. doen. Gewoon naast het vlees is dat je alles bij elkaar moet beter. Bovenop het vlees is echt Ik zou ‘m aannemen!’ gooien en 20 minuten in de Amerikaans.’ Gelukkig is de smaak cola met groentebouillon prima. ‘Helemaal niet verkeerd moet koken. Tja, daar staat dus niet bij of je de auhoor! De smaken passen goed bij elkaar. De bite van deze is bergine en tomaat in stukken moet snijden. En dan iets anders dan van mijn saus, maar cola en boter is altijd staat er ‘discard solids’ na 20 minuten. Moet je dat prima. En het is wat veel van hetzelfde. Misschien hadden dan weggooien? Maar verderop in het recept staat we toch iets met die appel moeten doen ter afwisseling, wel auberginepuree. Dus ik denk dan dat je vaste haha.’ stukken moet bewaren.’ De uitslag Terwijl de saus staat te pruttelen krijgt de kalkoen een laagje olijfolie over zich heen gesmeerd. ‘Een heel Chef Watson heeft de nodige klappen te verduren goeie methode, beter dan in de pan, maar ik zou het gehad, maar staat nog fier overeind. De kookcomzelf in een bakje doen en dan daar de kalkoen doorputer mag trots zijn, vindt Wind. ‘Chef Watson is een heen halen. Nu zit ik helemaal onder de olie. Maar kok met potentie. Om nieuwe ideeën op te doen isdit is eigenlijk het recept voor een hele kalkoen aan ie fantastisch. En wat-ie doet, doet-ie goed. Hij is net het spit, dus we gaan de filet maar grillen in een pan. van de koksschool en moet nog heel wat jaren bufHet is zeker geen copy-pasterecept. Eigen inbreng en creativiteit is goed, maar dat zegt Watson zelf ook.’ felen in de keuken om echt goed te worden. Ik zou
Apple De volgende verrassing kondigt zich al aan: de appel die bij de ingrediënten staat vermeld, wordt nergens in het recept daadwerkelijk gebruikt. ‘Volgens mij is dit recept door een Windows-pc bedacht die alles van Apple boycot’, grapt Wind, terwijl hij op de kalkoen drukt om te kijken of die al gaar is. ‘Nog vijf minuutjes.’ Het klaarmaken van dit gerecht duurt duidelijk langer dan Winds creatie. De ingedikte colamix wordt door een zeef geduwd om het vocht en puree van elkaar te scheiden. De puree gaat op het bord, de gegrilde kalkoen ernaast. Als laatste wordt boter toegevoegd aan de colasaus om deze wat dikker te maken.
‘m zeker aannemen, mits-ie naar me luistert, haha!’ Na de schouderklopjes, heeft Wind tot slot nog wat aanbevelingen voor zijn tegenstander van vandaag. ‘Als alle kinderziekten eruit zijn, dan heb je echt iets moois. Het is nog niet het ei van Columbus. Er zitten nog flink wat haken en ogen aan. Watson doet niet aan duurzaam, zegt niets over calorieën, hij werkt met Amerikaanse maten en ingrediënten, ze vergeten basis kooktechnieken te vermelden. Een filmpje erbij met uitleg zou niet verkeerd zijn. Ik zou zeggen tegen Chef Watson: bel me maar, dan help ik je wel!’ Met dank aan De Tafelkamer in Den Haag.
| 29
Virtual reality met vrije uitloop Heeft ‘gewoon’ lasergamen zijn langste tijd gehad? In Amsterdam is er nu de VR Arcade, een bunker waarin je met een virtual reality-bril en een machinegeweer jaagt op zombies. Klinkt spectaculair. En dat is het ook.
Reportage
tekst Robin de Wever beeld Nienke Cusell
30 |
Bij het derde level begin ik er handigheid in te krijgen. Zombies afschieten, dat doe je dus niet door samen met je medespeler op dezelfde plek te blijven staan. We moeten splitsen. Medespeler Veri blijft onderaan de grote trap staan, met goed zicht op de overloop. Ik sta een paar meter verderop en houd een openstaande deur in de gaten. Drie, twee, één, en daar komen ze. Eerst een groepje dat de trap af komt gestommeld - Veri knalt ze behendig af. Dan verschijnt er één bij mijn deurpost. En nog één. Binnen een minuut komen ze van alle kanten. Het is een topmiddag hier in de VR Arcade, een betonnen hal op een klein kwartier van het Centraal Station. Sinds dit voorjaar speel je hier spellen in virtual reality, en dan vooral het spel dat ik nu doe. Op mijn neus hangt een Oculus Rift, zo’n VR-bril, en in mijn handen ligt een geweer. Allebei zijn ze verbonden met het pakketje dat over mijn schouders hangt, een rugzak met een gaming-pc. De VR Arcade lost het probleem op dat virtual reality thuis doorgaans met zich meebrengt: hoe weet je zeker dat je nergens tegenaan loopt? Dat je geen planten en fotolijstjes van de kast mept? De meeste VR-spellen die je thuis kunt spelen met een bril van Oculus of HTC passen daar een mouw aan door te werken met teleportatie. Tik op een punt in de verte en – zap – van het ene op het andere moment sta je daar. Je hoeft niet te lopen. Creatieve oplossing, maar het probleem blijft bestaan: je omdraaien, schielijk om een hoekje kijken, dat blijft allemaal riskante boel tussen de servieskast en de plasma-tv. In de VR Arcade kan het dus wel. Want hier is niks. Dit is virtual reality met vrije uitloop, VR zoals het eigenlijk zou moeten. Iedere stap die ik in de echte
wereld zet, zet ik ook in het spel. En ja, dat ziet er voor iedereen die toekijkt en zelf geen bril op heeft vrij hilarisch uit. Ik ren door de hal, schiet, kijk om me heen en ga door mijn knieën, allemaal om redenen die voor een buitenstaander onduidelijk blijven. Voor de trap, de overloop en de deurpost waarover ik het zojuist had, geldt hetzelfde. Die bestaan natuurlijk alleen in VR. Eigenlijk hoor je dit spel met een man of vijf te doen. Ideaal voor een avondje uit met vrienden, of een vrijgezellenfeestje. Op deze donderdagmiddag is het rustig, en houden medewerker Veri en ik met zijn tweeën het gevaar op afstand. Dapper, al worden we gematst. ‘Mijn collega zet het aantal zombies wel een beetje lager’, beloofde Veri voordat we begonnen.
Freeroaming VR Er zijn wereldwijd niet zo veel plekken waar je dit soort ‘freeroaming VR’ kunt doen, vertelt VR Arcade’s game-ontwikkelaar Wilco Vos later. Er is er één in Australië, en sinds kort ook eentje in Madrid. ‘Eigenlijk ook wel logisch, als je ziet hoeveel werk er de afgelopen jaren nog in ging zitten om zoiets te bouwen.’ Dat ik het zombiespel niet alleen in 360 graden kan bekijken maar er ook doorheen kan lopen, is te danken aan een complex pakket van software en hardware dat Vos en zijn collega’s bovenop de bestaande VR-software bouwden. ‘De zaal is volgehangen met camera’s, die registreren voortdurend waar jij en de andere spelers zich bevinden’, zegt Vos. ‘Dat geven ze door aan de computer in je rugzak, en die combineert al die data met wat hij binnenkrijgt van de sensors van de Oculus.’ Het kostte zijn team zo’n drie maanden om het basisspel te bouwen, en nog eens een paar maanden om de boel te finetunen. Vos: ‘De camera’s scherper afstellen, bugs uit de levels halen, dat soort dingen. We werken nog aan een level met een eindbaas. Die kun je alleen verslaan als je samenwerkt.’ Vos en zijn collega’s zijn inmiddels onafhankelijk van de VR Arcade. ‘Zodat we onze techniek ook kunnen verkopen aan mensen op andere plekken in het land die ook een VR-ruimte willen beginnen. Zij regelen dan de ruimte, en wij de hard- en software.’ Het fenomeen VR-ruimte kan best groot worden, verwacht hij. ‘Als je eenmaal weet hoe je het moet bouwen, kun je het relatief makkelijk opnieuw doen.’ En dan huur je dus straks een VR-pakket en kun je met je vrienden een spel in de achtertuin spelen? ‘Nee, zo makkelijk is het nou ook weer niet. Dat ophangen en kalibreren van die camera’s kost zeker een week. Dus voorlopig gaan we dat alleen doen op vaste locaties.’
VR escape room Ondertussen wordt de techniek wat hem betreft alleen maar interessanter. ‘Die gaat echt zo hard vooruit. Het gaat niet zo lang meer duren tot we in het spel ook de beweging van je handen kunnen laten zien, om maar wat te noemen. En we willen de komende jaren meerdere spellen aanbieden. Een escape
room ligt natuurlijk voor de hand, met puzzels die in het echt nooit zouden kunnen. Met deuren die pas verschijnen als je ernaar kijkt bijvoorbeeld. En dat je als team moet samenwerken, dat je allemaal één deel van een puzzel ziet. Of dat één van de deelnemers de hele tijd een eng klein meisje ziet, en de rest niet. En dat je dat meisje nodig hebt om de puzzel op te lossen.’
Met iedere uithaal wordt mijn blikveld donkerder rood, en na een paar seconden is het voorbij. Ik ben morsdood. Terug naar het spel. Ik maak me voorlopig nog geen zorgen over enge meisjes – eerst maar eens die zombies opruimen. Zouden ze op de gang lopen? Ik been die richting uit; de kust is veilig. Totdat ik langs een andere openstaande deur loop en een blik naar binnen werp. O shit, daar zul je ze hebben, strompelend maar vastberaden. Ik knal ze af en stap over hun kadavers heen, maar mijn blikveld krijgt langzaam een rode waas – een teken dat er toch zombies zijn die me te pakken hebben. Met een ruk draai ik me om. Daar staan ze, de schepsels die me van achter hebben beslopen. Met een stuk of zes tegelijk hakken ze op me in. Ik herlaad mijn geweer, maar het richt weinig uit. Met iedere uithaal wordt mijn blikveld donkerder rood, en na een paar seconden is het voorbij. Ik ben morsdood. Het zou me niet verbazen als VR-hallen over een paar jaar net zo bekend en populair zijn als lasergamen en paintballen, zeg ik tegen Vos. Tenzij die VR-brillen natuurlijk zo goed worden dat je dit soort spektakel ook thuis kan beleven. Hij begint te grijnzen. ‘Dat gaat op de lange termijn natuurlijk gebeuren. Maar tegen die tijd hebben wij zo veel ervaring opgedaan. Dan is onze hal zó veel toffer dat je hier alsnog naartoe wil komen.’
| 31
De Machina Boekwinkel De grip kwijt
4 verhalen over doorgeslagen technologie door Harry Hol, Quirijn Metz, JJC Nouws en Ferry Piekart Speciaal voor de nazomer: de Machina-bundel De grip kwijt. Ideaal voor verloren momentjes in de trein, in de wachtkamer of gewoon thuis op de bank. Met vier verhalen die elk op een heel eigen wijze laten zien wat er kan gebeuren als mensen de grip op technologie verliezen. Bevat deze vier verhalen: De telefoonafspraak Bas regelt afspraakjes door ongemerkt iPhones van vrouwen mee te nemen en vervolgens als ‘eerlijke vinder’ terug te brengen. Maar dat kan niet eindeloos goed blijven gaan. Lifehack Ergens ver in de toekomst heeft Thomas mInd-software in zijn schedel, net als bijna iedereen. Heel normaal, totdat er een felle pijnscheut door zijn hoofd trekt, en hij een vreemd bericht krijgt. Random opponent Over een man die Wordfeud installeert op zijn iPhone – om daadwerkelijk het letterspelletje te spelen. Totdat hij ontdekte dat het virtuele scrabblebord ook een plek is voor iets heel anders. Een teraburger met gigasaus In dit dystopische verhaal heeft Mischa wel een heel vreemde baan in een hamburgerrestaurant. Hij eet. En eet. En eet. Hij zal zichzelf dood eten. Een krankzinnige baan, maar door de invloed van het Verenigd Netwerk der Computers heeft Mischa dat zelf nauwelijks in de gaten.
€ 4,99 Happen
MacFundamentalist
Gemekker
Ferry Piekart | met illustraties van Albo Helm
Ferry Piekart | met illustraties van Marijn van der Waa
Mark is op de vlucht voor de politie. Hij vindt een flatje om onder te duiken en zondert zich compleet af, maar blijft wel de dating-app Happn gebruiken. Doelbewust slaat hij Marieke, een eenzame, niet zo charmante vrouw aan de haak. Hij is ervan overtuigd dat zij zijn ticket naar de vrijheid is.
Jack Nouws | met illustraties van Albo Helm Precies honderd keer schreef Jack Nouws een column in MacFan. Over Apple en de Mac. Elke twee maanden een nieuw, scherp verhaal. In honderd columns tijd veranderde nagenoeg alles. MacFunda mentalist vormt vormen een mooi tijdsbeeld van de afgelopen 17 jaar, zeker voor de toegewijde Apple-fanaat.
€ 1,99
€ 3,99
€ 3,99
Op de vlucht met een dating-app
Meer dan honderd Apple columns
De columns over Mac-verdwazing
Ferry Piekart beschrijft in 27 hilarische columns hoe hij verandert van een gewone computergebruiker in een verdwaasde Apple-fan. De liefde voor zijn Mac en iPhone gaat soms erg ver, maar is stiekem herkenbaar voor iedereen die mooie spullen koestert.
Column
tekst Ferry Piekart beeld Marijn van der Waa
Mañana, mañana Reisde je wel eens met het ov toen je nog geen iPhone had? Gedoe was dat. Moest je thuis eerst uitzoeken welke trein of bus je moest hebben, waar je moest uitstappen, en hoe je het laatste stukje moest lopen. Dat schreef je dan allemaal op, of printte je uit, voor onderweg. Bereidde je je goed voor, dan zorgde je ook nog voor één of twee alternatieve verbindingen, voor het geval je een aansluiting miste. Het was vreselijk. In het buitenland begon ik er niet eens aan. Bustijden opzoeken op een Bulgaarse website met cyrillisch alfabet? Ik kijk wel uit. Voor je het weet heb ik het asterisksje met daarachter de opmerking ‘Hypothetische busroute’ in een negatieve fontgrootte gemist. Aan een Portugees loketje proberen uit te vissen bij een chagrijn-dathet-ook-warm-heeft-engeen-Engels-spreekt hoe laat de laatste bus teruggaat uit dat dorpje waar je zo graag heen wilt? Om er later achter te komen dat ze heeft verzwegen dat de betreffende bus er 87 uur over doet? Mij niet gezien. Ik neem wel een taxi. Dat is ook wat ik elk jaar deed als ik naar vrienden in Spanje ging. Hun huis ligt op een uur rijden van Alicante Airport. Er gaat wel een bus, maar ik zag er altijd als een berg tegenop om helemaal uit te zoeken hoe ik dan moest reizen en waar ik een kaartje kon kopen. Een taxi bellen was zoveel makkelijker. Tot ik vorig jaar bij de terugreis op een onchristelijk vroeg tijdstip in een zwarte Mercedes stapte en na tien minuten ontdekte dat de taxi-chauffeur zijn ogen nauwelijks open kon houden. In de achteruitkijkspiegel zag ik zijn ogen zwaarder worden, en soms slingerde hij vervaarlijk over de goddank lege tolweg. Engels sprak hij niet, dus ik kon hem niet aan de praat houden. Ik hoestte maar heel hard, als ik hem zag inkakken, waardoor hij weer even overeind veerde. Het werd een hachelijke rit met belachelijk veel gehoest.
Dit jaar koos ik toch maar de bus. En natuurlijk: de tijden zijn veranderd. ALSA, de Spaanse busmaatschappij, heeft gewoon een app. In het Engels. En daarin kun je niet alleen uitvogelen welke bus je moet hebben, maar ook een kaartje kopen. Met je creditcard. En jawel: ALSA is helemaal Apple-minded, want na de aankoop verscheen mijn virtuele buskaartje keurig in de Apple Wallet-app, met een handige QR-code. Terwijl ik bedacht of ik in de bus zou inchecken met mijn iPhone of Apple Watch, stond de in Spanje woonachtige vriendin verbaasd te kijken. ‘Een QR-code? Echt?’, zei ze. ‘Ik kan me bijna niet voorstellen dat ze hier al zo ver zijn.’ Typische Hollandse arrogantie, dacht ik nog. Waarom zouden ze in Spanje nog niet zo ver zijn? Altijd weer dat stereotype mañana-beeld dat wij van Spanjaarden hebben. De volgende dag liep ik tevreden naar de bus, met mijn iPhone in de hand. Toen ik instapte, was er echter nergens een scanapparaat te bekennen. In plaats daarvan keek de chauffeuse me lichtverwilderd aan. Dit gaat niet goed, dacht ik heel even, maar met een diepe zucht griste ze mijn iPhone uit mijn handen en pakte er vervolgens een soort lange kassabon met een eindeloze rij nummers bij. Uit haar borstzakje viste ze een afgekloven pen, en na eindeloos gespeur streepte ze op haar kassabon een nummer weg dat ze op mijn virtuele kaartje had zien staan. Terwijl ik verbaasd een plekje in de bus zocht, me afvragend waarom ik een QR-code had gekregen als er geen leesapparaat is, zette de bus zich hortend en stotend in beweging. Mijn zitting zat los, de airco was stuk en de motor klonk alsof de handrem er nooit meer vanaf kon. Ik begreep meteen waarom de aanschaf van een QRapparaat tot nu toe geen hoge prioriteit had gekregen. Volgend jaar toch maar weer een taxi.
| 33
00 |
Interview
Robert van der Kroft, striptekenaar & dj
De weerbarstigheid van papier Robert van der Kroft is bij een generatie van veertigers en vijftigers vooral bekend als tekenaar van Sjors en Sjimmie, en bij een jongere, vooral vrouwelijke generatie van de strip Claire. Maar de laatste jaren maakt hij ook furore als dj. Dat doet hij, als fervent Apple-gebruiker, niet met draaitafels en vinyl, maar met de iPad.
tekst Tonio van Vugt beeld Pim Top
Robert van der Kroft (1952) mag dan in Haarlem ter wereld zijn gekomen, hij staat bekend als rasechte Rotterdammer. In die hoedanigheid is hij sterk betrokken bij de serie portretten van Rotterdamse jazzmusici door striptekenaars, die in het centrum van de stad hangen. Er staan drie nieuwe portretten op stapel door Joost Swarte, Erik Kriek en Wilbert Pijnaar; die laatste vereeuwigde zijn tante Rita Reijs. Ook is Van der Kroft met drie collega’s genomineerd voor de erebaan van Stripmaker des Vaderlands (de bekendmaking is op 14 oktober). Hij wil een ambassadeur voor de strip zijn, ervoor zorgen dat de strip als begrip ook bij de nietstripliefhebbers bekend wordt, en dat strips weer een groter podium krijgen in tijdschriften en kranten. Ten slotte is hij ook betrokken bij de organisatie van het Cross Comix Festival, een discipline-overschrijdend stripevenement dat in oktober in Rotterdam plaatsvindt. Tussen alle drukte door ontvangt hij ons in zijn woning in het centrum van Rotterdam, waar hij zojuist bezig is met het schetsen van pagina’s van Droppie Water. Van der Kroft: ‘Dat is eigenlijk mijn grootste succes. Er zijn inmiddels vijf delen verschenen en drie miljoen albums gedrukt. De strip gaat over de waterhuishouding in Nederland, in opdracht van de Unie van Waterschappen. Er zijn T-shirts van, maar ook strandballen, knuffels, sleutelhangers en schuifpuzzels, je kan het zo gek niet bedenken. Laatst is er zelfs een fontein onthuld waar Droppie op één been in staat terwijl er water uit zijn mond spuit. Droppie is wel moeilijk om te tekenen. Hij oogt eenvoudig, maar hem iets laten doen is lastig: hij kan bijvoorbeeld niet echt fietsen met die korte beentjes, en als hij iets met beide handen moet beetpakken zitten zijn armen voor zijn gezicht. Maar dat is ook weer een uitdaging.’
scenarist van Sjors en Sjimmie en Claire. ‘Mijn vader had een reclamebureau, en die had ook een Apple; een Color Classic. Die kostte 10.000 gulden en had 64K geheugen, maar Photoshop werkte gewoon. Je kon er natuurlijk minder mee dan nu, maar ik heb er wel pagina’s van Claire mee ingekleurd. En een beetje vormgeven ging ook, in Quark 3. Een klein boekje van Claire dat je bij het tijdschrift Flair kreeg, heb ik op die Classic gemaakt. Maar omdat het scherm zo klein was, zag ik niet dat op het schutvel de plaatjes ondersteboven stonden. Dus in druk staan die nu allemaal op zijn kop, haha! Daarom kocht ik al vrij snel een G3, én een grote A3-scanner. Ik dacht dat dat nodig was, maar dat bleek niet zo te zijn: ik teken mijn strippagina’s gewoon op twee A4’tjes!’
Kleuren op een Apple Classic Sinds 1995 doet Van der Kroft alles op Apple-apparaten – behalve tekenen, dat doet hij nog met de hand. Zijn eerste Apple Classic had een schermpje ter grootte van een iPad, maar ook alles in één, wat hij reuze handig vond. Hij kwam op het spoor van Apple door Jan van Die, die zowel oprichter van MacFan is als co-
| 35
Vast camerastandpunt
36 |
Te gladde iPad
The Plastic Fantastic Timemachine
‘Ik wacht nu eigenlijk op de volgende iPad Pro, daar verwacht ik heel veel van’, vervolgt de tekenaar. ‘Daar wil ik op gaan inkten. De huidige versie, en dat geldt ook voor de Cintiq die ik nu bij mijn Mac gebruik, vind ik te glad. Je glibbert een beetje uit de bocht. Een pennetje en papier geven een bepaalde weerbarstigheid die bij mijn stijl hoort. Een iPad heeft vergeleken met een Cintiq als voordeel dat je hem kunt draaien tijdens het tekenen, net als een vel papier.’ De populaire strip Claire, over de belevenissen van drie hartsvriendinnen, is wegens bezuinigingen gestopt in het tijdschrift Flair. Van der Kroft: ‘Iedereen vond het jammer, maar ja, we hebben het bijna dertig jaar gedaan. We hebben Claire en Ricky laten trouwen, dus het is mooi afgerond. En er komen nog twee of drie albums aan.’ Ook de roep om de terugkeer van Sjors en Sjimmie blijft. Zeker nu het stripblad Eppo, dat ooit de bakermat was van de twee belhamels, sinds een paar jaar weer terug is in de schappen. Maar zo eenvoudig gaat dat niet: ‘We zijn bezig met Sanoma, dat een deel van de rechten op de personages bezit, om de strip weer nieuw leven in te blazen. Soms lukt dat bijna, maar om de twee jaar zitten daar nieuwe mensen en begint alles weer van voren af aan. Ondertussen kunnen wij niets doen met de personages van Sjors en Sjimmie. Ik heb wel ideeën voor een spin-off in Eppo. Daarin zijn Sjors en Sjimmie inmiddels vijf tot tien jaar ouder, en ze willen niet meer Sjors en Sjimmie genoemd worden maar George en Jim – of Jimi, als in Jimi Hendrix. Dat moet zich afspelen in het nu, met hipsters, tatoeages, shops en scootertjes. Het wordt dan ook voor een ouder publiek, maar wel in dezelfde herkenbare vorm als de oude strips.’
Sinds een aantal jaren heeft Van der Kroft er een carrière bij: als dj The Plastic Fantastic Timemachine draait hij in cafés, maar ook op festivals en andere grote evenementen. Dat doet hij op de M1X-DJ van Philips; een draagbare speler met boxen en een mengpaneel. ‘Speciaal door Armin van Buuren uitgevonden voor hippe dj’s, en daar schuif je een iPad in. Een iPhone kan ook, maar dat schermpje is wat
foto: Adrie Kweekel
Wanneer besloot Van der Kroft dat die herkenbare vorm, met een vast camerastandpunt en altijd exact elf plaatjes waarin de grap wordt verteld, zijn definitieve stijl werd? ‘Voordat ik in 1975 – ik was 23 – werd gevraagd om Sjors en Sjimmie te tekenen, had ik al voor Donald Duck getekend en met veel verschillende stijlen geëxperimenteerd. Ik keek naar Flash Gordon van Alex Raymond voor het realisme, en voor een karikaturale stijl naar Flippie Flink van Mort Walker. Ik wilde het allemaal proberen. Voor Sjors en Sjimmie hield ik vast aan de stijl van de allereerste Sjorstekenaar, Martin Branner. Zijn strips stammen uit de jaren 30 van de vorige eeuw, toen mensen meer naar het theater gingen dan naar de film. Daarom lijkt het in mijn strips dus ook alsof je in het theater zit, op een afstand, ik gebruik nooit close-ups of longshots. En omdat de verhaaltjes soms heel ingewikkeld kunnen zijn, geeft dat een rustig beeld tijdens het lezen. Weet je, vóór mij had Jan Kruis eerst anderhalf jaar Sjors en Sjimmie getekend, en daarna Jan Steeman een paar jaar. Toen ze mij vroegen dacht ik ook: dat doe ik één of twee jaar en daarna doe ik mijn eigen ding weer. Maar ja, het was te leuk om te tekenen en het werd ook goed ontvangen door de lezers en de redactie. Dus nu ben ik al bijna vijfenveertig jaar de tekenaar van Sjors en Sjimmie.’
klein. Je kunt hem ook aansluiten op grote boxen voor festivals én hij kan op batterijen, dus je kunt hem ook in het park gebruiken. Ik heb speciaal voor de M1X-DJ de grootste iPad gekocht die er op dat moment was, met 128GB opslagruimte, en daar staan nu 25.000 nummers op. Daardoor kan ik heel intuïtief draaien, afhankelijk van welke kant de sfeer op gaat. Het is wel harder werken, want je moet al die 25.000 nummers onthouden. Je kunt ze weliswaar snel vinden met het zoeksysteem, maar dan moet je wel weten dat ze erop staan. De software die ik gebruik is djay 2 van Algorithm: het ziet eruit als een ouderwetse dj-set met twee draaitafels. Je kunt ze net als echte draaitafels scherpstellen, en je kunt zelfs scratchen! Ik draai graag thematisch, zo word ik bijvoorbeeld veel gevraagd voor oldschool jaren-80-hiphop – Sjors en Sjimmie waren ook hiphoppers met skateboards. Soms draai ik weleens een hele avond ska of punk. Dan wel de meer toegankelijke punk, niet die hele fundamentalistische.’ Voor inspiratie voor nieuwe muziek luistert hij via internet graag naar de Engelse radio. BBC1, waar hij altijd trouw naar luisterde, is helaas een aantal jaren terug (net als veel andere zenders) overgeschakeld op een computer die de playlist bepaalt, maar BBC6 is voor hem nog steeds onmisbaar. ‘Soms luister ik ook naar Radio Mexico of Brazilië. Dat is wel interessant, maar dat hou ik meestal niet langer dan een half uur, drie kwartier vol, al die gitaartjes en samba’s. Maar soms gebruik ik er weleens wat van.’ Dat Van der Kroft, die vroeger veel in bandjes speelde, naast al die activiteiten nog tijd heeft voor een hobby, is bijna onvoorstelbaar: ‘Ik zing tegenwoordig in een popkoor van allerlei ex-muzikanten, die geen zin meer hebben in het sjouwen met gitaarversterkers, maar wel in lekker zingen. Het heet het WOW Popkoor, want het wordt gesubsidieerd door het Werelds Oude Westen. Maar we ontdekten dat WOW ook een Belgische politieke partij is geweest: Waardig Ouder Worden, en die vinden we ook leuk, want we zijn allemaal rond de vijftig. En sommigen ietsje ouder, haha!’
Tip voor Robert Striptekenaar Robert van der Kroft vertelt dat hij tekenen met een Apple Pencil op een iPad Pro fantastisch vindt – maar dat het scherm van de iPad toch iets te glad is. Hij mist het gevoel van papier; de ‘weerbarstigheid’, zoals hij dat noemt. Als we bij MacFan zoiets lezen, dan denken we altijd: daar moet iemand al iets op hebben verzonnen. En jawel: PaperLike is een uitvinding van iemand die precies hetzelfde probleem had. Een dunne transparante film die je over het scherm van je iPad plakt (als een screenprotector) en die de textuur van papier heeft. Het project werd succesvol gefinancierd via Kickstarter, en inmiddels kun je PaperLike hier bestellen voor 29 euro: getpaperlike.com
| 37
Feuilleton
Citizen K
Schrijver Frank Noë (in 2001 met Het gemaal genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs) ging een paar jaar geleden naar een uitwedstrijd van Ajax in Spanje. Het viel hem op dat veel supporters in het vliegtuig heel brave kerels waren, maar dat ze in het stadion helemaal los gingen. Die herinnering kwam weer naar boven toen vorig jaar PSV-supporters negatief in het nieuws kwamen omdat ze muntjes gooiden naar bedelaars. Het inspireerde Frank tot het feuilleton Citizen K, dat hij exclusief voor Machina schreef. Hieronder aflevering 1.
tekst Frank Noë beeld Albo Helm
Aflevering 1 – Academie voor Drama ‘Eindhoven!’, schreeuwde ik en ik sloeg met mijn hand op de glazen schuifdeur. De vochtige afdruk verdampte in de Madrileense avondlucht. Naast me keek mijn vriend Twan op zijn telefoon. ‘PSV! PSV! PSV!’ mijn stem was hees, als op woensdag na carnaval. In de hal van het hotel zag ik alleen de grote beeldschermen waarmee gasten zelf konden inchecken. Een Zwitserse stationsklok. ‘Waarom is er niemand?’, vroeg ik aan Twan. ‘Het is pas tien uur.’ Ik trapte met de punt van mijn schoen hard tegen het glas. ‘Shit.’ ‘Wat?’ ‘Niets.’ Ik hield mijn keycard nog een keer voor de muursensor maar de deur bleef gesloten. ‘Strafschoppen,’ mompelde Twan. ‘Niet echt ons ding.’ ‘We speelden ze van de mat. We speelden ze helemaal zoek. Het grote Atlético. In eigen huis.’ Ik voelde de spanning nog steeds. In mijn maag. In mijn darmen. Dieper dan dat kon spanning niet zitten. ‘Man wat een wedstrijd.’ ‘Een prachtige avond. Een avond om nooit te vergeten.’ ‘We hebben verloren, Twan. Verloren. Stomme accountant die je bent. Beleef je dan nooit iets met je hart?’ ‘Ik ben geen accountant. Ik ben een M&A-consultant. Geen accountant.’ ‘Wat jij wil.’ Hij keek op van zijn telefoon en zei: ‘De wedstrijd had alles: drama, blunders, strijd. En de onvermijdelijke nederlaag.’ ‘Onvermijdelijk? Onvermijdelijk? Je kletst. 8-7 verliezen met strafschoppen. Daar is niets onvermijdelijks aan. Jezus man. Narsingh. Waar zat je met je hoofd? Loser.’ ‘Beter dit dan weggetikt worden door Barcelona. Kom op Chris. We kunnen met opgeheven hoofd Madrid verlaten.’ Morgen zou ik toegeven dat hij gelijk had. Ik was denk ik een jaar of tien toen ik met mijn vader voor het eerst naar een wedstrijd van PSV ging. PSV-Willem II. Nog voor de aftrap was ik verkocht door het gezang en gejuich van de duizenden, tienduizenden supporters. De schittering in hun ogen, de opgezwollen aders in hun hals tijdens het zingen. Dat wilde ik ook. Wat een sfeer, wat een intensiteit. Morgen zou ik toegeven dat we een historische nederlaag hadden geleden, dat we het ijzersterke Atlético bijna op de knieën hadden gekregen, dat de nederlaag de band tussen de supporters alleen maar sterker had gemaakt. Morgen. Niet nu.
38 |
De hal van het Citizen K-hotel was nog steeds verlaten. Twan appte naar Daniëlle en Barbara die binnen zaten. Ik wikkelde mijn rood-met-witte sjaal los en zwaaide ermee naar voorbij rijdende auto’s. Het gevoel echt verbonden te zijn met de andere supporters was twintig jaar gebleven. Je leeft tijdens de wedstrijd en voor de rest is het sudderen. Ik had drie, redelijk goed ontvangen romans geschreven – geen enkele ging over voetbal – maar nooit had ik iets dat ook maar in de buurt kwam van het gevoel tijdens een grote wedstrijd. Een auto met een Atlético-vlaggetje aan de antenne toeterde provocerend terug. Toen ik me omdraaide zag ik in de hal eindelijk een teken van leven, in dit geval een portier in een ouderwets grijs uniform en een pet met gouden wapen en een rode bies, als in een Wes Andersonfilm. Hij hield zijn pasje voor een sensor en de deur schoof open. ‘Waarom duurde het zo verrekte lang?’, mompelde ik in het Nederlands. ‘Money please,’ zei Twan in het voorbij gaan terwijl hij zijn hand op hield alsof hij bedelde. ‘Money, please.’ ‘Stt,’ zei ik. ‘De meiden komen eraan.’ Als groet legde ik mijn hand op het haar van Barbara en samen met onze vriendinnen liepen we de Citizen K-lobby in. Hier geen Chesterfields en rood fluweel, maar Vitra-meubels en Barcelonabanken. In de boekenkasten rijen met Pinguïn-pockets, waarschijnlijk in een partij door de stylist opgekocht. Boeken als behang. Op ooghoogte werden de oranje boekenruggen afgewisseld met typemachines, bandrecorders en oude radio’s: analoge troost voor onze digitale generatie. ‘Leuk avondje gehad?’ vroeg Twans-vriendin Daniëlle spottend. Ze was Ajax-fan. Ik liet me in een Eames-leunstoel vallen. Barbara kwam naast me zitten en liet een bewerkt Spaans bord met rood-witte Moorse motieven zien. ‘Vanmiddag gekocht. Uit Talavera de la Reina.’ Ik knikte. Een bord. ‘Let ook even op de kleuren,’ zei ik. ‘De kleuren van PSV.’ Barbara en Daniëlle zuchtten simultaan. Op de salontafel trilde Twans iPhone. Hij boog voorover, zag wie er belde en zei: ‘Die moet ik even nemen.’ Hij stond op en zei: ‘Ja, Justin. Dank je voor het terugbellen.’ Daarna liep hij met de telefoon naar het hal. ‘Iets aan de hand?’ vroeg ik aan Daniëlle. ‘Nee,’ antwoordde ze. ‘Hij is bezig met een overname. Een merger. Twee hele, hele grote partijen. Voorpaginamateriaal. Hij krijgt het er spaans benauwd van. Iedereen kijkt over zijn schouder mee.
| 39
Alles in elkaar schuiven. Een compleet nieuwe organisatie. Boze mensen. Mensen die vertrekken. Maar eh…’ ‘Ja?’ ‘Jullie zijn toch de hele dag samen op stap geweest.’ ‘Ja.’ ‘Hebben jullie het er niet over gehad, dan?’ ‘Uh nee. Of misschien heel even.’ Wat niet waar was. Natuurlijk hadden we het er níet over gehad. Een ongeschreven supporterswet is: leave your shit at home. Ik haalde drankjes en tapas. Terwijl ik de wijn neerzette zei ik: ‘Daan, jij houdt niet van Chardonnay, toch?’ Ze schudde haar hoofd. ‘Dan had ik het goed. Dit is een Verdejo.’ Ik nam een slok van mijn bier vroeg me af wat Theo Maassen van de wedstrijd zou vinden. Als exstudent van de Academie voor Drama zou hij er vast een paar goeie one-liners over hebben. Wat een drama. Ik zuchtte. Narsingh, Narsingh. Mijn grote teen deed pijn van de trap tegen de glazen schuifdeur. Mijn schoen leek opeens te klein. Daniëlle pakte haar telefoon en veegde over het scherm. Na een tijdje kwam Twan de lobby in en zei in zijn telefoon: ‘Bel me terug zodra je meer weet.’ Daarna hing hij op. ‘Sorry.’ ‘De wereld draait door...’ zei Barbara. ‘Precies.’ Hij pakte een tapa en stopte die in zijn mond. Daniëlle keek op van haar telefoon. ‘Plaza Mayor. Daar waren jullie toch vanmiddag?’ Twan verslikte zich en spuugde een paar kruimels uit. Ik trok een wenkbrauw op. ‘Want?’ ‘Op Twitter. Iets met bedelaars.’ Ze veegde nog een keer over het scherm. ‘Waarschijnlijk niets.’ De ochtend voor de wedstrijd tegen Atlético Madrid verzamelden we in de vertrekhal. Vliegveld Eindhoven, waar anders? Op een teken van de beveiliger stapte ik de glazen cabine van de scanner binnen en zette mijn Nikes op de met gele verf aangegeven voetafdrukken. Ik dacht na over de wedstrijd. Wij waren het legioen, de supporters, en door de eeuwen heen droegen wij bij aan het resultaat. We waren niet zomaar toeschouwers, nee, wij maakten het verschil. Meer dan de individuele klasse van een enkele speler is de gebundelde energie van tienduizend toeschouwers de bepalende factor. Overdrijf ik? Ik dacht het niet. Ik heb nooit de cijfers doorgerekend, dat is meer iets voor mijn vriend Twan, maar als je dat zou doen, zou je het kunnen bewijzen. Het thuisvoordeel. Bij belangrijke uitwedstrijden ging Twan en ik daarom altijd mee. Het leek belachelijk – heen- en weer vliegen voor een avond in Madrid – en dat was ook precies wat onze vriendinnen Daniëlle en Barbara hadden gezegd. Waanzin. Ecologisch onverantwoord. En ze hadden helemaal gelijk. Alleen was het toevallig wel de enige keer dat PSV zicht had op de kwartfinale. Daarom waren we met zijn vieren gegaan en hadden we een extra nacht in Madrid geboekt, in Citizen K, een idee van Daniëlle. De beveiliger gebaarde dat ik mijn handen omhoog moest steken – alsof hij de sheriff was. Een sheriff in een driedelig grijs pak van een beveiligingsbedrijf. Met mijn handen omhoog wachtte ik tot de scanner om me heen was gedraaid. Ik schreeuwde: ‘Eindhoven’ tegen het gebogen glas van de scanner. En achter me hoorde ik uit de andere scanner hetzelfde. Mijn vriend Twan had zijn timing precies op orde. De sheriff gebaarde dat ik uit de scanner moest komen. Hij wees op twee voetafdrukken. Met strak sluitende plastic handschoenen tastte hij langs mijn sokken, broekspijpen, mijn zij en onder mijn oksels. Terwijl hij bezig was bekeek ik hem. Hij had gaatjes in zijn oren. Een ex-oorbellen-man met de grauwe huid van een roker. Als supporters waren we de enige legale manier van match fixing. We konden de uitslag beïnvloeden en we zouden ons uiterste best doen om dat vanavond te doen. We zouden onze stembanden rauw schreeuwen en ik voelde de opwinding die je altijd voelt de dag voor een grote wedstrijd. Spanning alsof je zelf moet spelen – en eigenlijk was dat ook zo.
De complete feuilleton Citizen K. is te koop In de app-store.
Over de auteur Frank Noë stond in 2001 met Het gemaal op de Libris shortlist en in 2017 met De vijfde dag op de Jan Wolkers-longlist.
40 |
Geen hommeles met de Bumblebee De lente is weer volop in het land en we verheugden ons dan ook toen de Bumblebee usb-microfoon op de redactie kwam aanvliegen. De Bumblebee is qua vormgeving een hommage aan de hommel. Laten we onderzoeken of de buzz rond de microfoon terecht is.
We moeten de bijen redden van de ondergang! Dat is meteen duidelijk als je de handleiding van de Neat Bumblebee opent. ‘Beefriend the bees!’ roept Neat en geeft je informatie over de huidige stand van zaken van bijenpopulaties in de VS en Europa. De verpakking van de microfoon is honderd procent recyclebaar en als je de microfoon eruit haalt, hou je een schattige doos over in honingraat-design waar je allerlei kabels en accessoires in kunt opbergen. En dan is er nog het uiterlijk van de zogenaamde cardioide condensator microfoon – in geel en zwart. Die microfoon is naast zijn opmerkelijke vormgeving overigens opmerkelijk solide. De metalen voet zorgt ervoor dat de Bumblebee te allen tijde stevig op je bureau blijft staan als je de microfoon draait of in hoogte verstelt.
gelukkig het blikkerige van je ingebouwde MacBook-microfoon. Met de eerste knop kun je het klankkarakter van de microfoon veranderen. Zo geef je aan of je bijvoorbeeld een instrument wilt opnemen of juist met een voiceover-opname aan de slag gaat. De handleiding geeft je bovendien een zwerm aan tips over hoe je bepaalde instrumenten het beste opneemt. Een plopfilter vind je ook nog ook in de doos, klik de Honeycomb op de microfoon voor minder plopjes, smakjes en klikjes.
Bombus aura nirvanus
Conclusie
Installatie is extreem simpel, je steekt de usb-kabel in je Mac en gaat naar Systeemvoorkeuren / Geluid en klikt op de Invoer-tab om de Bumblebee te selecteren. In GarageBand of een ander audioprogramma kun je nu meteen je vocalen opnemen. De Bumblebee, door Neat ook van de Latijnse naam Bombus aura nirvanus voorzien, heeft ook een ingebouwde koptelefoonversterker, dus je kunt de uitvoer van je audioprogramma ook naar de Bumblebee sturen en een koptelefoon aan de voorkant inprikken. Op de microfoonvoet vind je drie knoppen. De laatste is voor het volume van de koptelefoon, de middelste is een Gain-knop. Deze knop is erg belangrijk bij het praten over bloemetjes en bijtjes. Het oversturen van je geluidssignaal geeft namelijk hommeles: zodra het opnamekanaal rood wordt, is het inkomende signaal te hard. Haal de angel eruit door de Gain-knop naar links te draaien.
De Bumblebee is zeker geen wassen neus. De robuuste bouw en overtuigende klankkwaliteit maken van de Bumblebee een perfecte partner voor je Mac als je even snel een voiceover, een zangmelodie of een gitaarpartij wilt opnemen. Een enkele bij is meer waard dan honderd vliegen en dit geldt zeker in het geval van de Bumblebee. De adviesprijs is 219 euro, maar de straatprijs ligt zo tussen de 100 tot 150 euro. Het grootste pluspunt is echter de vormgeving, het apparaat is een echte eyecatcher.
Geen gezoem De klank van de microfoon is boven verwachting, niet verwonderlijk als je weet dat de makers van de Bumblebee dezelfde zijn als van de bekende Bluemicrofoons. Een mannelijke, diepe stem wordt prima weergegeven en bevat genoeg body en lage frequenties, een vrouwelijke stem klinkt rijk en mist
Test
tekst Richard Veenstra
Neat Bumblebee | € 219 | www.neatmic.com Robuuste bouw Unieke vormgeving Goede klankkwaliteit Ingebouwde koptelefoonversterker Handleiding vol informatie Het moet maar net bij je interieur passen
Score
o 133 | 41
Volledig geblockt Hoezeer we het onszelf ook voornemen, ‘wat minder op onze telefoon kijken’ lukt gewoon niet. Misschien hebben we er een beetje hulp bij nodig. Vijf Amsterdamse ondernemers introduceerden er een speciaal product voor: Block. MacFan-columnist Renske de Greef kreeg een prototype ter test, en schreef het onderstaande, uiterst persoonlijke verslag van haar ervaringen met Block. En haar telefoonverslaving. tekst Renske de Greef
Experiment
Stel dat het een quizvraag is, een multiple choiceopgave over je leven:
42 |
Wat is het laatste dat je in je handen houdt voor je gaat slapen? A. Een goed boek (laten we zeggen: The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy) B. De billen van mijn geliefde C. Een kop thee D. Mijn telefoon Ik zou wensen dat mijn antwoord A, B of C is. Of beter nog: eerst C, dan A, dan B. Het enige correcte antwoord is uiteraard D – net als een heleboel andere treurige stakkers is het laatste wat ik doe voordat ik het bedlampje uitknip en mijn ogen sluit, mijn telefoon bekijken. Met mijn gezicht badend in het witblauwe schermlicht check ik nog éven WhatsApp, kijk ik nog éven op Twitter, open ik nog heel even mijn mailbox. En de volgende ochtend herhaalt het ritueel zich in omgekeerde volgorde: mijn eerste handeling is als een blinde mol op het nachtkastje naast me tasten naar mijn mobieltje, dat me met frisse mededelingen, berichten en informatie uit mijn sluimerstand moet trekken. Ik hou van mijn telefoon. Ik haat mijn telefoon. Mijn telefoon ligt eigenlijk altijd binnen handbereik. Met zijn schermpje naar beneden, dat wel, alsof-ie
straf heeft – zo probeer ik te voorkomen dat ik afgeleid word door een oplichtend scherm. Terwijl ik dit schrijf, bevindt hij zich echter in Block: een soort stevige, crèmewitte beschuitbus, het artikel dat de wereld moet gaan voorzien in een naarstige behoefte, een ontbrekend element in onze sociale omgang: een smartphoneetiquette. Ik voel die behoefte, in ieder geval. Na tien jaar mobiele telefoon-bezit is mijn verslaving inmiddels aanzienlijk. Elk zuchtje vrije tijd wordt ingenomen door mijn telefoon – de minuten op de wc, een tramrit naar huis, wanneer je gesprekspartner even het café uitloopt voor een sigaret. Gesprekken worden verstoord, tijdens films check ik Twitter en in restaurants bekijk ik het schermpje stiekem in mijn tas. Het is zelfs fysiek: als ik een tijdje niet op mijn telefoon heb gekeken, voel ik een verlangen, een craving om hem er snel weer bij te pakken. Waar ik dan precies naar verlang – dat weet ik niet eens. Of tenminste, jawel, je hoopt op ‘iets’. Iets leuks: berichtjes, nieuwtjes. Toch zijn je appjes meestal niet opzienbarend, voelen social media als deprimerende tijdsverspillers en zijn de berichten in je mailbox doorgaans onder te verdelen in ‘reclame’ en ‘gezeik waar ik eigenlijk iets mee moet’. Rationeel weet ik dat er niet veel te halen valt, maar daar denkt mijn verslaafde brein anders over: prikkels, sidderen mijn hersenen, serotonine-shots, geef me meer, meer, meer, ververs nu.nl tot ik trillend en schuimbekkend out ga.
Wat is Block? Block is een zeshoekige cilinder gemaakt uit één stuk aluminium en functioneert als een kooi van Faraday. Nadat de deksel op de cilinder is geplaatst, schermt de metalen huls van Block alle electromagnetische straling af. Alle connecties van en naar de telefoons in de Block worden verbroken, zodat de aandacht weer gericht kan worden op familie en vrienden, op het werk – of op ongestoord niets doen. Block is bedacht door vijf jonge ondernemers uit Amsterdam en werd in november vorig jaar geïntroduceerd op de site meetblock.com, maar is nog niet verkrijgbaar. Wel kun je op de website een exemplaar reserveren. MacFan kreeg de beschikking over een eerste prototype. Er wordt nog gewerkt aan de vormgeving, en ook de sluiting van de Block. Ook moet de cilinder iets hoger worden – in het prototype past elke maat iPhone, behalve de Plus. Block wordt straks niet alleen een consumentenproduct voor thuis – de makers praten bijvoorbeeld ook met restaurantketens. Het idee is dat er standaard een Block op tafel zou kunnen staan; als uitnodiging aan gasten om even niet alleen te genieten van lekker eten en goede wijn, maar ook van aandacht voor elkaar.
Een beetje gênant Dit is niet bepaald een nieuw inzicht: al jaren horen we wetenschappers over de valkuilen van ons smartphonegebruik. Over een verminderde aandachtsspanne en een falend geheugen, over energieslurpende apps en het verwaarlozen van ‘in real life’-relaties. Maar pas nu lijkt er in mijn omgeving een kentering gaande: het overheersende gevoel dat het een beetje gênant begint te worden, allemaal. Ook ik wil van mijn ziekelijke telefoongebruik af. Ik wil vaker onbereikbaar zijn, wil niet meer de beste uren van mijn werkdag verspillen aan hersenloos grazen op Twitter of Facebook en wil ophouden mijn telefoon te behandelen alsof het mijn minnaar/pacemaker/portie crystal meth is. En dat begint met nieuwe regels, met een nieuwe omgangsvorm: wanneer gebruik je je telefoon, en wanneer niet? En dat is precies waar Block ons bij zou kunnen helpen. Het is een opbergplek voor mobieltjes, en in Block (wit of vrolijk gekleurd aan de buitenkant, gitzwart aan de binnenkant) is geen bereik. Een Block neerzetten is in die zin dus vooral een uitnodiging, een wenk, een herinnering: wees even écht onbereikbaar. Ik probeer Block eerst thuis uit – ik zet de witte bus op mijn bureau en sluit mijn telefoon erin op (het is toch een soort telefoongevangenis, een beetje CelBlock H). Ik hou het ongeveer een uur vol – dan herinner ik me iets dat ik echt-echt-écht even moet regelen, een appje over een afspraak, en bevrijd ik snel mijn mobiel. Hoewel mijn brein me wijs probeert te maken dat dit een goede zet was, voel ik me meteen zwak – mijn hersenen voelen als een ongedurig kind in de schoolbanken, snakkend naar een ontsnapping. Daarna plaats ik mijn telefoon opnieuw in Block en zet hem in de huiskamer – een veel betere oplossing. Op deze manier ben ik mijn telefoon werkelijk een paar uur kwijt. Er schieten me nog steeds dingen te binnen die ik even zou willen doen, maar doordat hij uit het zicht en zo ver weg is, laat ik het. Mijn telefoon in Block stoppen, voelt alsof ik mezelf aan het trainen ben – nee, alsof ik aan het ontwennen ben. Ik probeer openingsuren voor mijn telefoon te bedenken: van negen tot tien ’s ochtends, een halfuur tijdens de lunch, en dan van acht tot negen ’s avonds. De rest van de tijd moet-ie in Block. Soms heb ik een terugval en haal ik hem er stiekem toch uit om ‘even iets te regelen’ (= hongerig WhatsApp bekijken), maar over het algemeen werkt het.
Verkleefd met je mobiel
Bij het maken van deze selfie-met-Block zat de iPhone van Renske er dus overduidelijk niet in.
Een paar avonden later neem ik Block mee naar een verjaardag. Als ik uitleg wat ik precies bij me heb, kijken de ouders van de jarige vriend me ronduit meewarig aan: ach gut! Deze generatie kan niet zonder hun mobieltje! Ze zijn er helemaal mee verkleefd! Wat zielig! En ik snap hen wel: ergens heeft het ook iets bijzonder treurigs dat er een heel nieuw product uitgevonden moet worden omdat wij simpelweg niet over genoeg wilskracht beschikken om gewoon te zeggen: hee, ik ga naar een feestje, ik laat mijn telefoon thuis. Maar de reacties van mijn vrienden bevestigen mijn eigen gevoel:
| 43
Renske maakte zelf een fraai opbergdoosje om haar telefoon in te verstoppen. Het fraai vormgegeven koffertje spreekt klare taal – maar mist de kooi van Faraday-constructie die de iPhone ook daadwerkelijk onbereikbaar maakt. Wat zou voor jou beter werken?
het is nou eenmaal de realiteit. De aanwezigheid van Block ontlokt zelfs een soort Anonieme Telefoonverslaafden-meeting: iedereen begint te vertellen over zijn ongezonde telefoonafhankelijkheid – over hoe raar je de dag begint als je direct na het ontwaken uit een droom jezelf meteen een zakelijke mailwisseling aandoet, hoe groot het gevoel van onrust is als je even niet weet waar je telefoon is, hoe vaak ze toch even een berichtje sturen op de fiets, ondanks het risico vermorzeld te worden door een tram, taxi of boze bakfietsouder. Vervolgens gaat het gesprek over eerder ondernomen pogingen om avonden telefoonvrij te houden, zoals de Telefoontoren in een café: iedereen levert zijn telefoon in, er wordt een stapel van gemaakt en de eerste die zijn telefoon weer pakt, moet een rondje geven. Maar het werkt niet zo lang de telefoon nog in zicht is – alleen al de aanblik wekt verlangen. Vrij snel grist iemand zijn of haar telefoon van de stapel, waarna de rest meteen volgt. Het bizarre is: hoewel iedereen het eens is met het nut van Block, voelen mensen toch weerzin om hun telefoon erin te doen. De oudere generatie weigert omdat zij het niet nodig zeggen te hebben, maar ook een van mijn vrienden geeft zijn telefoon niet af omdat hij naar eigen zeggen een belangrijk bericht verwacht. Dit levert direct een nieuwe situatie op: de rest van de groep vindt eigenlijk dat iederéén zijn mobiel moet inleveren – zolang je niet wacht op het telefoontje dat er een nieuwe nier voor je beschikbaar is, wordt je telefoon bij je houden opeens een asociale daad. Ik vraag me af hoe dat werkt wanneer Block een gangbaar artikel is geworden: wordt het verdacht om je mobiel niet te willen inleveren? Zullen je vrienden in zo’n geval affaires, geheime sollicitaties en stervende ouders vermoeden? Wordt het een controversiële keuze om tijdens sociale gebeurtenissen wél bereikbaar te willen zijn?
Groepsdruk werkt Het is bij ons in ieder geval duidelijk: groepsdruk werkt als een zonnetje. Zodra de telefoons in Block zitten en we gezamenlijk rond de tafel blijven zitten, schroeft niemand de bus open. En niemand voelt ook die behoefte – natuurlijk kan niet worden opgezocht hoe de depressieve robot uit The Hitchhiker’s Guide
44 |
to the Galaxy heet, kunnen we geen Snapchat-selfies maken en wordt er niet getinderd, maar het is wel minder onrustig en eigenlijk gezelliger. Zelf vraag ik me nog af wat de meerwaarde is van de onbereikbaarheid in Block – zou je niet ook gewoon zelf een sigarenkistje kunnen beschilderen met daarop de tekst ‘JE KIJKT TE VEEL OP JE TELEFOON, SUKKEL’, waar iedereen zijn telefoon (in stille modus) in moet stoppen? Het idee is immers vooral dat je je telefoon bewust weg doet, je berichten krijg je later toch wel binnen, ook als je even geen bereik hebt gehad (gemiste oproepen overigens niet). Maar de meerderheid vindt juist die onbereikbaarheid een goede toevoeging, vooral voor het psychologische effect. Een vriend merkt op dat hij het wel prettig zou vinden als je telefoon een automatisch antwoord kan versturen met de tekst: I’M IN THE BLOCK!, zodat niemand op een appje een snelle reactie verwacht. (Wel rijst daarop meteen de vraag of je dan ook door kan hebben dat al je vrienden gezellig met elkaar uit eten zijn zonder jou, omdat je op al je sms’jes een ‘I’m in the block’ terug krijgt, waardoor je heel de avond huilend paprikachips gaat eten en Friends gaat kijken onder een dekentje en wenst dat Block nooit was bedacht.) Over het uiterlijk van Block verschillen de smaken – van ‘chic’ tot ‘ik zou er eerder koffie in verwachten’ tot het meestgehoorde ‘waarom is het geen glimmende aluminiumkleurige science-fiction kubus’ (de Block die ik bij me had is nog een prototype dus, ik leg dit verzoek even bij jullie neer, mensen van Block). Aan het einde van de avond halen we allemaal onze telefoon uit de Block. Gretig, dat moet worden gezegd, als mensen die een vliegveld uitlopen en hun eerste sigaret tevoorschijn grabbelen. Maar als daarna de teleurstellende scores worden uitgewisseld (‘twee groepsappjes over linzensoep’, ‘drie voicemails van mijn moeder’), is iedereen het er nog steeds over eens: we zijn te verslaafd. Het is lekker om je telefoon even kwijt te zijn.
En ook mij hebben ze – ik ben voor een complete Block-tsunami. Een ommekeer. Een ABlock-alypse. Het is nog steeds lastig en ik heb regelmatig een terugval, maar iedere keer als ik mijn telefoon uit Block wil pakken, word ik eraan herinnerd dat ik probeer te minderen. Block moet voortaan in eetkamers staan en op tafels in alle horeca. Ik wil een nieuwe gedragscode, ik wil onvervalste telefoon-shaming. Ik wil meer boeken lezen, langer van mijn dromen nagenieten, geconcentreerder met vrienden praten en mijn shots voortaan alleen nog in tequila-vorm. Dag, telefoon. Vanaf nu moet je af en toe even in de isoleer. Block | prijs en beschikbaarheid nog onbekend | meetblock.com Geeft rust Grote behoefte aan Lijkt op een koffiebus Je verslaving/gebrek aan wilskracht is meteen zichtbaar
Score
i
VR als empathiemachine Hoe voelt het om een psychose te hebben? Of om autistisch te zijn? Hoe is het om je vast te klampen aan een te zwaar beladen vluchtelingenboot? Virtual reality laat ons dingen meemaken zoals nooit tevoren en laat je opeens in het lichaam van een ander kruipen.
Empathie is misschien wel de belangrijkste eigenschap die ons mensen van andere diersoorten onderscheidt. Dat zie je al aan de manier waarop we elkaar vermaken. Al duizenden jaren vertellen mensen elkaar verhalen. We reizen dankzij verhalenvertellers (of dat nu rond het kampvuur is of op Netflix) naar verre landen, verslaan mythische vijanden of vinden en verliezen de liefde van ons leven. Verhalen horen net zo zeer bij mensen als het wiel, vuur en klagen over de prijs van Starbucks-koffie. Maar zelfs het beste verhaal kan niet altijd laten voelen hoe het is om iemand anders te zijn. Of misschien vooral: hoe het is om anders te zijn.
Wees vandaag even iemand anders Virtual reality wordt ook wel de ‘empathiemachine’ genoemd, omdat VR ons brein ervan kan overtuigen dat we ergens anders zijn, of zelfs door de ogen van iemand anders kijken. De techniek doet denken aan de aloude View-Master: onze ogen zien twee nét even andere beelden, die door onze hersenen tot één 3Dbeeld worden gesmolten. Omdat de VR-headset onze bewegingen detecteert, en het scherm ons blikveld vult, kunnen we vrij rondkijken in een virtuele wereld. Daardoor lijkt het alsof gebeurtenissen ‘mij’ overkomen, in plaats van een personage op de bladzijde of op het filmscherm. Ik sta in de ervaring en kom dichter bij de belevingswereld van anderen dan ooit mogelijk was. Dat is ook het idee achter De verwarde man, een Nederlandse productie van KRO-NCRV, die via een iPhone-app (iPhone 6 of later) en een cardboard-
viewer (zie kader) laat zien hoe het is om een psychose te hebben. Deze korte VR-film is geïllustreerd als een levend stripboek waarin ik door de ogen van de hoofdpersoon kijk en luister naar zijn gedachtenwereld. Hij kijkt tv en op het scherm is een journaaluitzending over vluchtelingen te zien. Het grijpt de man enorm aan, en hij wordt overmand door het gevoel dat hij iets moet doen. Zijn brein maakt overuren, zijn gedachten worden onsamenhangend en al vrij snel raakt hij de grip op de werkelijkheid kwijt. Het is het gedeeltelijk waargebeurde verhaal van een ‘verwarde man’, die zo wil laten weten hoe het is om even in zijn hoofd te leven. Ik moet bekennen dat de ervaring daar slechts gedeeltelijk in slaagt. Dat komt natuurlijk omdat VR op een smartphone lang niet zo krachtig is als op een high-end pc. Maar vooral blijft er afstand tussen mij en de hoofdpersoon door de vormgeving en de toch wat statische beelden. Ik blijf toeschouwer in plaats van deelnemer. Dat De verwarde man toch indruk maakt, is te danken aan het sterke acteerwerk en de eenvoudige maar mooie illustraties.
Achtergrond
tekst Harry Hol
Voel je een autist Veel indringender is Autism Simulator, een ervaring voor Oculus Rift. Hiervoor heb je een behoorlijk krachtige pc nodig, en uiteraard de high-end Oculus Rift-bril. Als ik deze opzet, sta ik aan de bar in een koffietentje. De barman is bezig met opruimen. Er zit een andere klant op een kruk. Andere klanten zitten aan tafeltjes of op de bank tegen de muur. Er brandt een gezellig haardvuur. Dan wordt het don-
De verwarde man.
| 45
kerder. Opeens beginnen de patronen op het behang (of zijn het tegeltjes?) te pulseren en rond te draaien. Ik hoor harde geluiden die ik niet thuis kan brengen. Dan zie ik dat het water is dat uit een lekkende kraan in de wasbak druppelt. Achter me harde knallen. Een klant schopt gedachteloos tegen de houten balk van de bank. Het klinkt alsof er een monster achter me staat dat op een oorlogsdrum slaat. Een rinkelende telefoon snerpt door mijn oren. Lichtflitsen. Meer herrie. Pulserende patronen. Dan houdt het op. Een tekst verschijnt: ‘U heeft nu een minuut lang ervaren hoe het is om autistisch te zijn en om constant door de kleinste prikkels overladen te worden’. Waarna ik het programma beëindig en mijn Oculus Rift VR bril afzet. Dit was een minuut? Vreselijk... Het verschil tussen Autism Simulator en De verwarde man is levensgroot. Waar ik bij de eerste toch vooral naar een verhaal luister, zorgt Autism Simulator er voor dat ik werkelijk ervaar hoe het is als ‘kleine’ dingen door een autistisch brein heel groot worden gemaakt.
In een bootje met vluchtelingen Een andere indrukwekkende Oculus Rift-ervaring is We Wait. Dit is een project van de BBC, dat inmiddels ook investeert in VR-experimenten. We Wait gaat over de vluchtelingencrisis en toont hoe een Syrisch gezin probeert de oversteek te maken van de Turkse kust naar Griekenland. Het verhaal – over de levensgevaarlijke boottocht, mensensmokkelaars en de vele doden – ervaar ik alsof ik er zelf bij ben. Het begint als ik vlak bij de moeder en haar twee kinderen op het strand zit en de lichten van de Griekse kust kan zien aan de overkant van het water. Een moment later zit ik in een klein gammel bootje, terwijl de moeder vertelt dat dit een eerdere poging was om over te steken, en hoe ze getuige is van het zinken van een ander scheepje. Ik zie hoe de opvarenden van die andere boot voor mijn ogen verdrinken.
Cardboard viewer Met je iPhone kun je relatief goedkoop VR beleven. Wat je nodig hebt, is een ‘cardboard viewer’: een masker met twee lenzen, waar je je smartphone inschuift. De eerste cardboard viewers waren (zoals de naam al zegt) van karton. Maar voor een paar tientjes heb je heel solide plastic maskers met redelijk goede lenzen en een hoofdband om het ding op je gezicht te houden. YouTube heeft tegenwoordig ook een ‘cardboard modus’, dus als je het ‘bril-icoontje’ ziet staan bij een video kun je overschakelen naar VR en films zoals Clouds over Sidra met je iPhone beleven.
46 |
Autism simulator.
We wait.
Dit alles is niet fotorealistisch. Gezichten zijn blokkerig en tekenfilmachtig weergegeven. Een goede keuze, want ‘realistische’ computergezichten komen vaak een stuk minder echt over dan de makers bedoelen. Juist door de laag van abstractie blijft de ervaring geloofwaardig. En emotioneel.
In een vluchtelingenkamp Computergraphics zijn niet de enige manier waarop VR je midden in een wereld kan plaatsen. Flink in opkomst is 360-graden 3D-video. ‘Gewone’ 360-graden video en foto’s kennen we inmiddels wel. Er zijn diverse panorama-apps in de App Store te vinden,
waarmee je foto’s maakt van je hele omgeving, en waar je dan in rond kunt kijken. Videos in 360 graden zien we ook al op YouTube. De 3D-variant is speciaal voor virtual reality en zorgt ervoor dat we midden in de ervaring zitten en een veel indringender beeld te zien krijgen. Hoewel de resolutie van zelfs de beste 360 3D-beelden nog niet bijster hoog is, lukt het toch al om onze ogen en ons brein voldoende te overtuigen van het feit dat we naar iets ‘echts’ zitten te kijken. Persoonlijk ervaar ik dit zeer sterk bij de korte film Clouds over Sidra. Deze door de Verenigde Naties gefinancierde productie toont het leven van een twaalf jaar oud meisje. Ze is met haar gezin gevlucht uit Syrië en woont nu in een vluchtelingenkamp. Ik zie haar spelen, in de klas zitten en voetballen met vriendinnetjes. ‘Hier mag ik als meisje voetballen, thuis mocht dat niet’, hoor ik haar zeggen. En ja, dat is indringender dan op een plat scherm. Er gebeurt iets als je als mens dicht bij een ander komt. Als je iemands persoonlijke ruimte betreedt. Het moment dat ‘ik’ in een schoolbankje zit tussen kinderen die net zo oud zijn als mijn nichtje, komt het even hard binnen. Dit zijn kinderen die door deze ramp in het midden van nergens proberen te overleven. Toch is VR natuurlijk geen wondermiddel. De kracht van de ervaring hangt nog steeds heel sterk af van het talent van de makers, net zoals een film alleen sterk is door een sterk script en goed acteerwerk. En de techniek is op dit moment nog nét niet goed genoeg om te vergeten dat je een ding op je hoofd draagt. Toch is deze nieuwe manier van beleven veelbelovend, want heel even door iemand anders’ ogen kijken, verandert je eigen blik op de wereld. De verwarde man | demonitor.ncrv.nl/verwarde-mensen/vr Autism Simulator | www.sposa.sk/en/autism-simulator/ We Wait | www.bbc.co.uk/taster/projects/we-wait Clouds over Sidra | with.in/watch/clouds-over-sidra/
Clouds over Sidra.
| 47
00 |
Test iPhone vs ‘Leica-phone’
Een lastige keuze De beste camera is de camera die je bij je hebt. En niet zelden is dat je telefoon. Dat geldt óók voor fotografen. Als Apple-liefhebbers zijn we geneigd te denken dat de iPhone de beste telefoon is, met uiteraard ook de beste camera. Maar misschien moeten we het toch eens testen. MacFan laat fotograaf-in-opleiding Daleen Bloemers spelen met een iPhone 7 Plus en een Huawei Mate 9 (met Leica-lens). Allebei hebben ze een dubbele camera op de achterzijde. Hoe pakt de vergelijking uit? tekst & beeld Daleen Bloemers
Ik moet een keuze maken. Op dit moment heb ik nog een iPhone 5s, maar ik wil graag een nieuwe telefoon met een betere camera. Ik studeer fotografie aan de AKV|St.Joost in Breda. De camera op mijn telefoon gebruik ik váák. Voor mijn vrije werk is het vooral belangrijk dat ik op ieder moment foto’s en video’s kan maken. Dit zijn meestal beelden die ik gebruik als inspiratie of onderzoek. Maar het komt ook wel eens voor dat ik deze beelden gebruik om collages, zoals op de linkerpagina, mee te maken. Dan is het vooral belangrijk dat de bestanden groot zijn, zodat ik ze op een groot formaat kan printen.
Van jongs af aan ben ik een Apple-fan geweest; het is met de paplepel ingegoten. Kiezen voor een nieuwe iPhone lijkt dan ook logisch. De iPhone 7 Plus leek me de beste keuze. De camera aan de achterzijde van dit toestel maakt gebruik van twee lenzen: een standaard lens en een telelens. Prachtig, maar helaas hangt er ook een behoorlijk prijskaartje aan, zeker voor een student. Om die reden stelde ik mijn aankoopbeslissing uit, en ging ik eens kijken wat er nog meer te krijgen is. Ik stuitte op de Huawei Mate 9, met eveneens twee lenzen. En niet zomaar lenzen, want deze zijn ontwikkeld in samenwerking met Leica. Leica is
| 00
al jaren een begrip in de fotografie-wereld; het merk maakt de beste professionele camera’s ter wereld. Normaal hangt er aan een Leica ook een flink prijskaartje, maar de Huawei Mate 9 is in vergelijking met de iPhone 7plus dan weer best betaalbaar. De iPhone 7 Plus begint vanaf 909 euro, in een minimale variant met slechts 32 GB opslagruimte. Ik teste een Huawei Mate 9 met 64 GB, en die kost 699 euro. Overigens was Apple zo sympathiek me een iPhone 7 Plus in prachtig Jet Black én met 256 GB te lenen.
iPhone versus Mate De iPhone 7 Plus en de Mate 9 hebben allebei twee camera’s met goede specificaties en goede recensies. Na het lezen van de nodige reviews, was het mij nog steeds niet duidelijk welke telefoon het beste voor mij zou zijn. Leica haalde me over om Huawai een kans te geven. Het voelt wel als vreemdgaan, maar als ik het puur voor de camera doe, is het me hopelijk vergeven. Ik zou nooit volledig kunnen wennen
Eerste foto met de iPhone 7 Plus. De kleuren kloppen exact met de werkelijkheid. Ook het licht en de schaduwen zijn mooi in balans.
aan de uitstraling van een Android-telefoon, maar ik zou het zien als een gebruiksvoorwerp en niet als een nieuwe liefde.
We beginnen met de iPhone Wat een enorm ding is die iPhone 7 Plus. Het lijkt wel een iPad mini. Is het niet een iPad mini? Ik twijfel zowaar even als ik ‘m in mijn handen heb. De Plus is bijna twee keer zo groot als mijn 5s. Dit is even wennen, maar gek genoeg gaat dat heel snel en vind ik mijn 5s nu ineens superklein. Ik ben direct heel erg onder de indruk van deze camera. Hij is scherp en de witbalans is goed. Als ik het vergelijk met mijn iPhone 5s, is dit echt een wereld van verschil. Door de twee camera’s kan ik makkelijk switchen naar de telelens, die ik toch wel vaak gebruik. Een nadeel is dat deze lens geen stabilisator heeft ingebouwd, dus je krijgt wel sneller bewegingsonscherpte. De standaard lens die ernaast zit, heeft wel stabilisatie ingebouwd.
Door naar de Huawei Mate 9
Foto tegen de zon in. Normaal gesproken zou deze overbelicht zijn en was een groot deel van de details wegvallen. Op deze foto gemaakt met de iPhone 7 Plus zie je nog de details in de donkere en lichte partijen.
Panorama gemaakt met de 7 Plus. Deze is gemaakt in Tbilisi, Georgië. Bizarre kwaliteit van de panorama: je kunt heel ver inzoomen en dan zie je nog steeds detail. Het inzetje is een fragment uit de panorama!
50 |
De tweede iPhone-panoramafoto is genomen bij de Kralingse Plas in Rotterdam. Ik vind het zelf altijd leuk om te spelen met de techniek en te kijken hoe je het kan ‘misbruiken’.
Deze telefoon is net zo groot als de iPhone 7 Plus, daar schrik ik nu niet meer van. Wel schrok ik ervan dat er nog ene Max was ingelogd in de Gmail-app. Wie is Max en waarom heb ik zijn telefoon? Het is niet heel belangrijk, maar perfectie zit in details, en bij Apple is het ondenkbaar dat je een telefoon uitgeleend krijgt die niet aanvoelt alsof hij net uit de fabriek komt. Ik maak een mentale notitie dat ik deze telefoon zorgvuldig moet wissen voor ik hem terugstuur aan Huawei, en focus me verder op de camera-kwaliteiten van dit toestel. De specificaties zijn heel aantrekkelijk. De camera is, zoals gezegd, ontwikkeld in samenwerking met Leica. Twee camera’s, een monochroom lens en een standaard lens, met de ene sensor nog groter dan de ander. Je hebt ook nog de mogelijkheid om zelf je ISO, sluitertijd en diafragma in te stellen. Klinkt bijna als een echt professionele camera! Zou de Mate 9 het verlangen naar een échte Leica vervangen? Met een druk op de knop kun je ‘groot diafragma’
instellen. Met deze functie kun je achteraf het scherptepunt verleggen. Dit is natuurlijk heel leuk, omdat je dan achteraf je onderwerp kunt bepalen. Maar in werkelijkheid voelt het als een fotografisch trucje waar ik zelf niet veel gebruik van maak. Wat opvalt, is dat het scherm van de Huawei een hoog contrast heeft. Persoonlijk vind ik dit afleiden van de kwaliteit van de foto’s. Het oogt alsof de telefoon een standaard filter heeft ingebouwd. Als ik de beelden eenmaal op het scherm van mijn Mac zie, is het contrast een stuk minder. Als fotograaf weet ik dat je niet moet geloven wat je op je scherm ziet, omdat niet alle schermen gekalibreerd zijn, maar ik vind het verschil tussen de Huawei Mate 9 en mijn beeldscherm wel érg groot. In de instellingen op de telefoon kan ik alleen de kleurtemperatuur en de helderheid aanpassen, helaas niet het contrast. Over de kwaliteit van de foto’s op mijn computerscherm ben ik zeer tevreden. Ze zijn groot van formaat, scherp en de kleuren kloppen.
Vanaf het balkon spelen met scherpte-mogelijkheden van de Huawei Mate 9.
| 51
De kwaliteit van de Mate 9 is het beste te zien met de beelden die ik in de buitenruimte heb gemaakt. Ook deze foto is gemaakt in Tbilisi. Het licht en de scherpte zien er goed uit en je lijkt nauwelijks beweging te zien.
Nog een leuke functie van de Mate 9 is de nachtopname. Deze werkt met een lange sluitertijd en je ziet de foto opbouwen terwijl hij laadt. Met deze functie kun je prachtige beelden maken.
52 |
Als je van hoog contrast houdt, is de monochome lens van de Mate 9 ook een fijne toevoe ging. De scherpte van deze lens is ronduit indrukwekkend. Het maakt niet veel uit waar je een foto van maakt, het heeft al snel fotografische kwaliteit.
Selfie-panorama De camera aan de voorzijde van de Huawei Mate 9 heeft ook een panorama-functie. Leuk, omdat je hiermee het doel van de panorama kunt ontlopen. De camera zegt wat je moet doen en waar je je camera moet richten om de perfecte panorama te maken. Hoe kun je dit negeren en er iets anders van maken? Dat is de uitdaging. Beweeg je hoofd mee en kijk wat er gebeurt. Daarnaast is de beauty-functie ook een bizar filter. Hiermee kun je je ogen net iets groter maken, je gezicht iets slanker en je huid gladder. Maar dit kun je zo extreem aanpassen dat je er uit komt te zien als een Japans anime figuurtje.
Conclusie Uiteindelijk vind ik het belangrijk dat ik de camera kan gebruiken om snel een foto te maken. Dus is het fijn als de camera op automatische stand goed functioneert en zich goed aanpast als het bijvoorbeeld donker is. De extra instellingen die de Huawei biedt, namelijk het manueel instellen van je sluitertijd, ISO en diafragma, klinken heel aantrekkelijk en professioneel. Toch is dit niet wat ik wil van een telefooncamera. Als ik dat allemaal manueel wil doen, dan gebruik ik mijn professionele camera. Wat ik wel goed vond aan alle extra functies is dat je bijvoorbeeld met de nachtstand artistieke beelden kunt maken. Maar voor de meeste mensen is dit niet de fijnste stand, omdat je echt een statief nodig hebt om de scherpte te bewaren. Ik moet zeggen dat ik de extra telelens van de iPhone 7 Plus handiger vind. Hierdoor kan ik sneller schakelen en dichterbij mijn onderwerp komen. De scherpte van de iPhone verschilt naar mijn idee niet met die van de Huawei. Als je op
de computer heel erg inzoomt op de foto’s zie je mogelijk enig verschil, maar dat is eigenlijk toch niet de bedoeling. Wat dat betreft is de keuze tussen een iPhone of een Android-telefoon vergelijkbaar met de eeuwige Nikon/Canon-discussie: het fijnste is waar je aan gewend bent. En ik moet toegeven dat ik als Apple-gebruiker maar lastig kan wennen aan Android. iPhone 7 Plus | vanaf € 909 | apple.com Levensechte kleuren Goed met tegenlicht Telelens brengt je onderwerp dichterbij Telelens zonder stabilisatie Prijzig toestel
Score
o
Huawei Mate 9 | vanaf € 699 | huawei.com Net zo scherp als de iPhone Interessante opties voor nachtfoto’s Fraaie monochroom lens Manuele instellingen in standaard foto-app Scherm heeft te hoog contrast
Score
i | 53
In de beperking toont zich de meester Hoeveel foto’s maak jij op vakantie? Menige familie die twee weken naar de Ardennen of Spaanse costa is geweest, komt met honderden foto’s terug. We maken zo veel foto’s, dat we soms vergeten om zélf te kijken naar de wereld om ons heen, vindt Fabian Sapthu. En daarom werkt hij aan iets nieuws: een SD-kaartje waar maar 36 foto’s op kunnen.
Achtergrond
tekst Ferry Piekart foto’s Ivo de Bruijn Toen ik eind jaren 90 in New York was, maakte ik een foto van de achterkant van het Vrijheidsbeeld. Vrienden vonden het bijzonder: dat zag je niet vaak. Mensen fotografeerden nog met rolletjes, en op een rolletje konden maar 24 of 36 foto’s, dus als toerist moest je zuinig zijn en nam je alleen de mooiste hoek. De voorkant dus. Mijn keuze voor de achterkant was een wonderlijke. Vandaag de dag kun je digitaal kiekjes schieten tot je een ons weegt, en met de foto’s van één gemiddelde toerist in New York zou je de stad bijkans in 3D na kunnen bouwen. Zo veel foto’s maken we. Het is een enorme luxe die we hebben: met een flinke geheugenkaart en een opgeladen batterij kun je zo veel foto’s schieten als je maar wil.
maken. En elke opname kostte geld; de foto moest immers worden afgedrukt. Elke foto was een bewuste beslissing. Ik zie het; het zijn goede foto’s. Laat ik de foto’s van mijn laatste vakantie erbij pakken. Dat gaat niet zo makkelijk; er is geen boek. Dat wil ik nog steeds maken, maar ik kom er niet toe. Ik vind een fotoboek maken leuk, maar door een paar duizend foto’s van één vakantie ploegen, is een enorme klus. Het komt er niet van; alles staat ergens op mijn harddisk. Als ik al een boek zou maken, zou ik doen wat ik beter op vakantie meteen had kunnen doen: kritisch zijn. Selecteren. Slechts een fractie van de foto’s zou in het boek belanden. De rest bekijk ik nooit meer.
Maar is het wel echt een luxe? Soms sla ik een fotoboek open van twee decennia geleden. Ik zie mijn foto’s, in Portugal, in Egypte, in Florida. Het zijn mooie foto’s. Allemaal met zorg genomen. Ik keek beter, want ik kon maar een beperkt aantal foto’s
We doen het allemaal, en creëren een stortvloed aan foto’s. Ontwerper en kunstenaar Erik Kessels bracht die stortvloed aan foto’s ooit dramatisch in beeld, bij het tienjarig jubileum van FOAM Amsterdam. Hij had het fotomuseum volgestort met een miljoen foto’s
Een 3D-model van de hele wereld
Erik Kessels stortte een miljoen gevonden foto’s – de vangst van één dag – in FOAM Amsterdam.
54 |
– en dat waren louter foto’s die in één etmaal waren geupload naar Flickr, Facebook en Google. Dat was in 2011. In de jaren die erop volgden, werden de camera’s (en de opslag!) in onze mobiele telefoons alleen maar beter, en is de overload aan beeldmateriaal alleen maar groter geworden. Is het dan zo erg dat we zó veel foto’s maken? Niet per se. Er gebeuren ook waanzinnige dingen mee. Aan de faculteit Computer Science van de Cornell University (New York, VS) zijn ze bezig om een 3Dcomputermodel van de hele wereld te maken – op basis van alle miljarden foto’s die online te vinden zijn. En dat 3D-model wordt geen collage van plaatjes, maar een puntenwolk waarin punt voor punt de eigenschappen zijn vastgesteld. Jaren geleden al lanceerden de wetenschappers een filmpje waarin het oude, kapotgeschoten centrum van Dubrovnik aan de hand van talloze foto’s van toeristen aan het regenereren waren. De filmpjes waren indrukwekkend – en dat nog maar op basis van een fractie van het fotomateriaal dat beschikbaar was.
Slecht voor je geheugen
Fabian Sapthu
Maar terwijl we op mondiale schaal wellicht een monsterlijk groot gedecentraliseerd beeldarchief aan het aanleggen zijn, is die stortvloed aan foto’s voor onszelf niet zo goed. De Amerikaanse psychologieprofessor Linda Henkel deed onderzoek naar het effect van al dat gefotografeer op ons eigen brein. In 2014 begon ze met een onderzoek waarbij ze mensen door een museum stuurde. De proefpersonen moesten de helft van de schilderijen in het museum fotograferen, en de andere helft alleen bekijken. Een dag later werden ze over alle schilderijen ondervraagd. Terwijl we altijd denken dat foto’s een goed geheugensteuntje zijn, bleek dat de proefpersonen zich een dag later minder details konden herinneren van de gefotografeerde werken. ‘Het brein ziet de camera als een soort extern geheugen’, legt Henkel uit. ‘En omdat we erop vertrouwen dat de camera het beeld heeft vastgelegd, doen we zelf geen moeite meer om goed te kijken en herinneringen aan te maken.’ Ik herken het verhaal van Henkel maar al te goed, want dit geldt niet alleen voor fotocamera’s. Denk aan een ritje in de auto naar een nieuwe bestemming: als je de navigatie aanzet, probeer dan maar eens zónder navigatie terug te rijden. Lastig; je brein is op de heenreis niet beziggeweest met het onthouden van de route. Je hebt niet gelet op bordjes, niet op visuele herkenninsgpunten. Je bent letterlijk blind afgegaan op wat het navigatieapparaat je vertelde te doen.
Terug naar minder Wetenschappers bouwen een 3D-model van het oude Dubrovnik, punt voor punt opgebouwd uit voornamelijk vakantiekiekjes die ze online vinden. Reconstructing the World from Internet Photos: http://www.cs.cornell.edu/projects/bigsfm/
Fabian Sapthu maakt zich zorgen om dat soort dingen. Hij voert op meerdere fronten een campagne om anders met technologie om te gaan – geconcentreerder, bewuster. Hij is ook één van de mannen achter Block; de box waar je je iPhone volledig in
| 55
kunt afsluiten van de buitenwereld (zie de vorige MacFan). Nu richt hij zich op de fotocamera. ‘Zelf heb ik een digitale camera met zo min mogelijk functies’, legt hij uit. ‘Ik wil niet afgeleid worden door talloze mogelijkheden. Want ik denk dat het daar misgaat: we krijgen keuzestress door alle mogelijkheden die we hebben, en daar lopen we helemaal in vast.’ Een gekke gedachte, eigenlijk, want je zou denken dat iemand die maar 36 foto’s kan maken met zijn fotorolletje, last heeft van keuzestress. Elke foto is een kritieke beslissing! Maar Fabian denkt dat die beperking komt met berusting. ‘Als je maar 36 foto’s kunt nemen, hoef je er verder ook niet meer over na te denken. Dat is wat het is. Als je eindeloos foto’s kunt blijven maken, dan leg je je camera nooit weg – dan blijf je je afvragen of je een foto moet maken.’
Fabian fotografeert zelf met een camera met zo min mogelijk opties.
56 |
Dat is waarom hij werkt aan een nieuw geheugenkaartje voor fotocamera’s. Een kaartje waar maar 36 foto’s op kunnen. ‘36max’ noemt hij het project. En gek genoeg is het een idee waar zelfs cameramerk Olympus warm voor loopt. ‘Het idee past bij onze boodschap dat fotografie méér is dan het maken van snapshots’, schrijft marketingmanager Mark Thackara van Olympus. ‘En het pas bij de release van de Olympus PEN-F camera.’ De nieuwe PEN-F is een reïncarnatie van de gelijknamige 35mm-camera van 53 jaar geleden – maar nu met een digitaal binnenwerk. ‘Met die camera willen we mensen stimuleren om meer tijd te nemen bij het maken van een foto – om te kijken, om bewuster op de ontspanknop te drukken’, vervolgt Thackara. ‘In de PEN-F zit bijvoorbeeld een Colour Creator Control-functie die tijd kost – hij laat je nadenken over hoe je wilt dat je foto
eruit ziet. 36max doet hetzelfde door je voor een beperking te stellen. Wij willen de 36max-kaartjes misschien wel leveren in combinatie met PEN-F, vooral om in gesprek te raken over dit onderwerp. Het is misschien geen commercieel product, maar ik zie het wel voor me als onderdeel van competities en social media campagnes. 36max is een gespreksstarter.’ Uiteindelijk wil Olympus dat zijn gebruikers betere foto’s maken – en dat zit hem niet alleen in betere technische specificaties.
En toen was de kaart vol Stop er een kaartje in waar maar 36 foto’s op kunnen, en mensen gaan vanzelf kritischer fotograferen. Dat is het simpele idee van Fabian. Maar het is nog niet zo simpel uit te voeren. ‘We leven in een wereld waarin het heel moeilijk is om technologie zo aan te passen dat er minder kan’, zegt hij. De meest simpele gedachte is om het SD-kaartje niet zo groot te maken. Als er maar 50 MB op kan, dan is het ding snel vol. Maar niet elke digitale foto is even groot. Bovendien kun je op je camera instellen op welke kwaliteit je je foto wilt opslaan. Dus hoe zorgen we ervoor dat er precies 36 foto’s op het kaartje passen, als elke foto een andere grootte heeft? ‘Slimmer is om te kijken naar het aantal bestanden dat een SD-kaartje toelaat’, legt Fabian uit. Het maximale aantal bestanden dat je weg kunt schrijven op zo’n kaartje, is 4.000. Als je dus 3.964 dummy-bestanden op dat ding zet, dan worden er daarna nog maar 36 toegelaten. Dat zou kunnen werken.’ Tot iemand de kaart formateert natuurlijk, en dan zijn alle dummybestanden weg. ‘Het lastige is dat die SD-kaart zelf niets te zeggen heeft’, zegt Fabian. ‘De software die alles aanstuurt, staat op de camera. Het kaartje is eigenlijk maar een dom ding. Er staat
Caffenol: een analoge foto, ontwikkeld in een mengsel van oploskoffie, soda en vitamine C. Foto: Ferry Piekart
alleen een File Allocation Table op – ik zit binnenkort met een expert om te kijken of ik daar iets mee kan.’ Er liggen nog veel vragen open. Is het de bedoeling dat het kaartje ook echt maar één keer beschreven kan worden, zoals een fotorolletje? En moet je daarna een nieuw kaartje gebruiken? Of kunnen mensen gewoon foto’s wissen, en vervolgens nieuwe foto’s maken? ‘Goeie vraag’, verzucht Fabian. ‘Maar ik ben al blij als ik het eerst voor elkaar krijg dat er maar 36 foto’s op kunnen.’
Wie wil dit? De belangrijkste vraag is misschien wel wie dit zichzelf zou willen aandoen. Wie koopt doelbewust een kaartje dat je beperkt in je mogelijkheden? De afgelopen weken heb ik meerdere mensen verteld over dit project, en het opvallende is: iedereen is ervan gecharmeerd. Iedereen vindt het tof. Maar zouden al die mensen zichzelf ook echt aan banden leggen – of vinden ze alleen het idee leuk? Mensen roepen ook massaal dat ze minder op hun telefoon willen kijken, maar ze doen het nooit. Fabian ziet wel mogelijkheden. Juist met fotoliefhebbers. Op festivals, of andere events. Of in de vorm van een fotowedstrijd: alle deelnemers krijgen een 36maxkaartje en mogen alleen daarmee werken. Hoe leren we onszelf om terug te gaan naar minder? We moeten weer kritisch leren kijken. Ik deed vorig jaar een caffenol-workshop in Amsterdam. Caffenol is een methode om analoge filmrolletjes te ontwikkelen in een mengsel van oploskoffie, soda en vitamine C. De dag begon ermee dat we met een analoge camera met een rolletje erin de straat op werden gestuurd. We hadden zes uur de tijd om het rolletje vol te schieten. En weet je wat zo verbijsterend is? Ik kreeg het rolletje niet vol. Ik kon in die zes uur geen 36 foto’s vinden die ik écht de moeite waard vond. Heb je (technische) suggesties voor Fabians 36max-project? Mail ze naar post@macfan.nl en wij zorgen dat het bij hem terecht komt!
| 57
Ondernemer
Lepeltje-lepeltje met een robot
Hardlopen, fietsen, niet te lang stilzitten: de Apple Watch wil niks liever dan je uit je luie stoel jagen. Bewegen zul je! De Delftse techneuten van Somnox gooien het over een andere boeg. Hun robotkussen (ja, dat lees je goed) helpt je juist zo snel mogelijk in te dutten. En lekker lang door te slapen. Gaap! tekst Robin de Wever
00 |
‘Ik doe het wel even voor’, zegt Julian Jagtenberg. Hij springt op van zijn stoel, klimt op het matrasje naast zijn bureau en gaat lepeltje-lepeltje liggen met een lichtgevend kussen. Stilte. ‘Ik zou zo kunnen slapen’, mompelt hij. ‘Echt hoor.’ Het is nog geen 11 uur ’s ochtends en de industrieel ontwerper van Somnox is klaar om een dag keihard te tukken. ‘Zet je oogmaskertje even op’, zegt zijn compagnon Stijn Antonisse. O ja! Dat zwarte maskertje met in roze letters ‘sleeping beauty’. Jagtenberg grijpt het ding beet. ‘Die maakt het wel af hè.’ Een robot die je meeneemt onder de lakens, je moet er maar opkomen. Jagtenberg, Antonisse en hun twee compagnons bedachten hem vorig jaar, toen een van hun docenten op de TU Delft hen bij elkaar zette met de opdracht een robot te bedenken met maatschappelijke relevantie. Een actuele casus, want robot-onderdelen worden steeds goedkoper. Robots die klusjes doen of onze levens aangenamer maken: ze zouden de komende jaren eindelijk kunnen doorbreken. ‘Maar het bedenken van een goede toepassing is nog niet zo makkelijk’, vertelt Antonisse. ‘Een van onze eerste ideeën was een robot die dingen oppakt als je ze laat vallen. Best oké natuurlijk, maar de maatschappij heeft er niet zo veel aan.’
Ademhaling nabootsen Zo gingen ze nog even door, tot Jagtenberg ineens dacht aan zijn eigen familie. ‘Een paar van mijn familieleden hebben last van slapeloosheid. Dat is echt vervelend: ze liggen de halve nacht wakker en voelen zich overdag heel rottig.’ Daar moest toch
iets aan te doen zijn. Jagtenberg: ‘Als ik vroeger als kind niet kon slapen, ging ik bij mijn ouders liggen. Dan hoorde ik hun ademhaling en werd ik vanzelf rustig.’ Hij vroeg zich af of die ademhaling ook na te bootsen zou zijn. Ja dus. Een paar maanden later leverden ze het bewijs: een kussen in de vorm van een opgezwollen pinda. Een robot waar je tegenaan kunt gaan liggen en die in het midden langzaam intrekt en weer uitzet, net als een menselijke buik. De universiteit was direct enthousiast en gaf hen een 9,5 voor hun vinding. Een paar maanden later, na hun afstuderen, mochten ze zich met een eigen kantoortje vestigen in Yes!Delft, een aan de universiteit gelieerd gebouw voor start-ups. Daar werken ze nu aan nieuwe prototypes en leggen ze contacten met testpersonen. Die kunnen een voorlopige versie van de Somnox lenen, om te ontdekken of het ding inderdaad helpt om beter in slaap te komen. Begin 2017 gaan ze enkele tientallen prototypes verspreiden onder testers. ‘Wil je hem ook proberen?’, zegt Jagtenberg. ‘Natuurlijk wil je dat. Ga maar liggen.’ Hij heeft gelijk: zo’n ademend kussen, daar ontspan je direct van. Minder relaxt is het monotone geronk van het motortje: de Somnox ademt hijgerig, alsof hij sinds zijn geboorte iedere dag een pakje sigaretten heeft gerookt. ‘Niet echt fijn inderdaad’, zegt Jagtenberg. ‘Wordt aan gewerkt. Het volgende prototype is bijna helemaal stil.’ Natuurlijk, als je slecht in slaap komt en niet single bent, kun je ook gewoon lepeltje-lepeltje met je partner gaan liggen en zijn of haar rustige ademhaling
| 59
voelen. Maar dat werkt niet zo goed, zegt Jagtenberg. ‘De meeste mensen ademen als ze net in bed liggen nog heel snel. We hebben de Somnox volgestopt met sensoren: hij houdt constant bij hoeveel je beweegt en hoe snel je ademhaalt. Daar past hij zich op aan: hij beweegt altijd net iets langzamer. Daar ga je onbewust in mee.’
Regelen met je iPhone Maar hoe werkt dat nou precies, zo’n nagebootste ademhaling? Antonisse begint te lachen. ‘Met een motortje hè. Meer kunnen we er niet over vertellen. Die techniek is wat het bijzonder maakt.’ Minder geheim zijn de batterij en de extra foefjes die het ding aan boord heeft: een bluetooth-speaker en een speciale lamp. De batterij gaat ruim één nacht mee. ‘Dus die leg je ’s ochtends gewoon aan de oplader. De speaker kan muziek van je telefoon afspelen. Een rustig muziekje of natuurgeluiden of zo. Dat kan natuurlijk ook helpen om rustiger te worden.’ Via de Somnox-app kun je een wekker instellen, met een licht dat geleidelijk feller gaat schijnen. ‘Die werkt net als de slaap-apps die je al een tijdje kunt kopen in de App Store’, zegt Jagtenberg. ‘De sensoren weten in welk deel van je slaapcyclus je je bevindt en maken je wakker op een goed moment, zodat je minder moe opstaat.’ Dat doet een slaap-app van een euro toch ook? ‘Klopt, maar wij hebben veel betere sensoren.’
Slaapproblemen Als we de statistieken mogen geloven, kunnen veel Nederlanders inderdaad wel wat hulp gebruiken om beter te slapen. In 2005 bleek uit een representatief onderzoek onder 400 Nederlanders dat 8,5 procent
60 |
van de bevolking leidt onder insomnia. Ze hebben iedere week minimaal drie keer moeite om in slaap te vallen, ze slapen niet goed door of worden tussendoor steeds wakker. En dan zijn er nog de mensen die geen chronische slaapproblemen hebben, maar wel regelmatig wakker liggen – plus iedereen die systematisch te weinig slaapt. Dokters adviseren acht uur slaap per nacht, maar dat haalt waarschijnlijk bijna niemand. Terwijl slaaptekort heel slecht voor je is: je hebt meer stress en wordt sneller ziek. Dat laatste kun je natuurlijk verbeteren door vroeger naar bed te gaan, maar als je in bed minder lang wakker ligt, is dat natuurlijk mooi meegenomen. ‘We kunnen nog geen harde claims doen, want we hebben de Somnox nog niet wetenschappelijk laten testen’, zegt Jagtenberg. ‘Maar er zijn wel al studies gedaan naar het effect van ademhaling op je stress en op de kwaliteit van je slaap. En daaruit bleek: een rustige ademhaling is inderdaad ontzettend belangrijk.’
James Dyson Award De vinding van Somnox is trouwens al opgemerkt: in september wonnen de heren een Nederlandse James Dyson Award: een prijs voor pas afgestudeerde uitvinders en industrieel ontwerpers die werken aan een maatschappelijk verantwoord product. Sindsdien zijn ze benaderd door een kennisnetwerk van productontwerpers. ‘Dat is echt heel tof. Ervaren ontwerpers geven ons nu tips over hoe we het product beter kunnen maken.’ Nu hoeven ze bij Somnox dus nog maar twee dingen te doen: hun ademhalende robot op de markt brengen en slechte slapers overtuigen dat Somnox
Het team van Somnox. Van links naar rechts: Julian Jagtenberg, Job Engel, Wouter Kooyman van Guldener en Stijn Antonisse.
hun ellende kan verzachten. De stap van prototype naar eindproduct dat je daadwerkelijk kunt kopen, zetten ze waarschijnlijk in de loop van 2017. Je gaat er waarschijnlijk een paar honderd euro voor betalen. Die prijs is misschien een drempel, geeft Jagtenberg toe. ‘Maar als je slapeloosheid hebt, is dat nog best goedkoop. Medicatie is heel duur. We hebben mensen gesproken die 5000 euro uitgeven aan middelen om in slaap te komen.’ Dan stap twee: mensen zover krijgen dat ze met een robot naar bed willen. We zijn gewend aan computers op ons bureau en in onze broekzak, maar komt het onder de lakens niet erg dichtbij? Jagtenberg: ‘Daar hebben we lang over nagedacht. Ik kan me voorstellen dat sommigen het een raar idee vinden. Maar het hangt ook af van hoe je het brengt: een ‘slaaprobot’ klinkt veel minder prettig dan ‘een kussen dat je helpt om in slaap te komen’.’ Al dat brainstormen over marketing, al dat gepuzzel met sensoren: liggen de makers van Somnox eigenlijk zelf weleens wakker van hun product? Ze beginnen te grijnzen. ‘Op die vraag zaten we al te wachten’, zegt Jagtenberg. ‘Het antwoord is nee. We werken elf tot twaalf uur per dag en slapen allebei meestal een uur of acht.’ Antonisse: ‘Die grapjes over slapeloze nachten horen we de hele tijd. Dat ons product slaapverwekkend is, en dat we slapend rijk willen worden. Geeft niks. We zijn eraan gewend.’
De James Dyson Award De James Dyson Award wordt elk jaar in een aantal landen uitgereikt aan nieuw, jong talent op het gebied van ontwerpen en technologie. Elke student aan een hogeschool of universiteit, die niet langer dan vier jaar is afgestudeerd in bijvoorbeeld productdesign, industrieel design of productontwikkeling, mag meedoen. De opdracht is elk jaar hetzelfde: ontwerp iets waarmee een probleem wordt opgelost. Dit jaar organiseren 22 landen de James Dyson Award. Elke nationale winnaar wint 2000 Britse pond. Nog eens 5.000 ponden gaan naar alle internationale finalisten. Uiteindelijk is er één internationale hoofdprijs van £ 30.000. De universiteit waaraan de internationale winnaar studeert, krijgt ook nog eens £ 5000. In Nederland bestond de jury uit Bright-hoofdredacteur Erwin van der Zande, oprichter van designlabel Orange Chris Koens en industrieel ontwerper Stanley Sie van designstudio Squidbone. Zij kozen Somnox unaniem als Nederlandse winnaar, omdat het de eerste non-medicinale oplossing tegen slaapproblemen is, in de vorm van een zachte robot. ‘In het decor van robotica – wat vaak dreigend over kan komen – is Somnox op een verrassend sympathieke manier ingezet’, zegt Erwin van der Zande. De internationale winnaar was dit jaar de EcoHelmet van de Amerikaanse Isis Shiffer. Een opvouwbare fietshelm.
| 61
Annegien Schilling, Instagram-fenomeen
‘Dat het nep is, maakt het heel echt’
62 |
tekst Ferry Piekart
Interview
Het is de droom van elke marketeer, elke wannabe beroemdheid, elk ster: een miljoen volgers op Instragram. Annegien Schilling heeft ze. Zonder marketingtrucs, zonder een Hollywood-ster te zijn. Wat is het geheim van deze 17-jarige?
De dag dat we Annegien Schilling (17) spreken, hobbelt ze net van het ene interview naar het andere. Tussen haar eindexamens door. Het NOS Journaal wilde haar spreken, want die dag was net naar buiten gekomen dat uit onderzoek blijkt dat Instagram van alle sociale media de meest negatieve invloed op de jeugd. Jongeren zouden het risico lopen zich eenzaam en depressief te gaan voelen, omdat de beelden die ze op Instagram zien, het idee wekken dat anderen een veel rijker, succesvoller en spannender leven hebben dan zijzelf. Op Instagram zie je tenslotte alleen de hoogtepunten uit andermans leven: de verre vakantie, het chique diner, het romantische ontbijt, die spannende parachutesprong. Het zijn allemaal bijzondere momenten – de saaie, alledaagse zaken worden zelden gepost. Als je dat niet beseft, en je zit in je uppie thuis Netflix te kijken met een zak chips op schoot, dan zou je wel eens kunnen denken dat de hele wereld een spannender leven heeft dan jij. Uiteraard doken alle media op het onderwerp – en wie anders dan het Nederlandse Instagram-fenomeen Annegien Schilling vraag je dan om er iets over te zeggen? Annegien heeft twee accounts op Instagram: fetching_tigerss (met 851.000 volgers) en annegienschilling (met nog eens 302.000 volgers). Annegien is duidelijk iemand die weet waarover het gaat. Zelf haalt ze haar schouders op. ‘Ik ben geen hele-
‘Ik dacht bij 200 volgers al: dat is wel zo’n beetje het maximale.’ maal geen social media-expert’, zegt ze lachend. Hoe ze aan die honderdduizenden volgers komt, kan ze ook niet echt zeggen. ‘Ik kan me niet eens voorstelling maken bij 800.000 volgers. Ik zie alleen maar een getalletje, maar ik kan nauwelijks bevatten hoeveel mensen dat daadwerkelijk zijn. Ik ben er nooit heel erg mee bezig geweest. Ik dacht bij 200 volgers al: dat is wel zo’n beetje het maximale. Ik vond 200 al heel veel.’ Wie concrete marketingtips zoekt voor het opbouwen van een grote schare Instagram-volgers, is bij Annegien dan ook aan het verkeerde adres. Ze heeft geen trucjes voor je om op sluwe wijze enorm snel te groeien. Annegien heeft maar één ding gedaan:
| 63
waanzinnig mooie plaatjes posten. En niet eens zo gek veel; door de jaren heen heeft ze op fetching_tigerss nog geen 500 foto’s geplaatst.
hoorlijk wat verdienen. Maar ze doet het niet. ‘Andere influencers doen dat wel, begrijp ik’, zegt ze. ‘Maar ik zou me er slecht onder voelen. Ik wil míjn werk laten zien – het zijn míjn beelden. Het zou goedSprookjesachtig koop voelen om daar commercie in te verwerken. Dat Het geheim zit hem in wát ze plaatst. Elke foto is een begrijpt niet iedereen. Mijn broertje vindt het gek, gelaagd kunstwerk; vaak een surrealistisch beeld. mijn vrienden ook.’ Soms duister, soms sprookjesachtig. Altijd een selfie, Annegien gebruikt haar enorme bereik ook niet om maar geen zelfbeeld van Annegien op vakantie of haar mening over allerlei zaken te ventileren. Ze Annegien in een restaurant, maar fantasievolle beelzal haar volgers niet lastigvallen met haar politieke den die een fictief verhaal vertellen. Elke afbeelding standpunt of haar mening over iets wat die dag in het is een briljante visuele vondst, een unieke gedachte nieuws is. ‘Toen bij de aanslagen in Parijs, toen heb ik in beeld. wel een foto geplaatst met een oog, een wereldkaart en ‘Verhalen vertellen met beeld, dat een traantje. Dat is dan een emotie die ‘Ik ben niet snel blij. vind ik tof ’, zegt Annegien. ‘Ik wil ik verwerk in mijn beeld. Maar politiek mensen verwonderen met mijn gezien zou ik mezelf nooit uiten. MenHet kan altijd beter.’ sen hoeven niet hetzelfde te denken als foto’s... en ze er langer naar laten ze naar mijn foto’s kijken.’ kijken dan naar een standaard selfie.’ De dromerige Dat wil allemaal niet zeggen dat fetching_tigerss An(of soms ook nachtmerrie-achtige) beelden die Annegien maakt, zijn duidelijk niet de realiteit. ‘Maar negien niets oplevert. Ze houdt haar eigen account juist daardoor misschien wel échter’, stelt ze. ‘Want schoon van commercie, maar wie haar wil inhuren als alles wat je ziet op social media, is niet echt. Mensen fotograaf of beeldmaker, is welkom. Binnenkort maakt scheppen een succesvol beeld van zichzelf dat maar ze een serie beelden voor een technologiebedrijf – een ten dele klopt. Het is niet helemaal een eerlijk beeld. betaalde klus. En op 4 juli verschijnt haar boek ImaMijn foto’s zijn anders. Dat het nep is, maakt het heel gine. Schoot Create. waarin ze andere mensen aan de hand van haar eigen foto’s inspireert om ook creatieve echt.’ afbeeldingen te maken. Commercie ‘Het boek gaat erover hoe je foto’s maakt... aan de Annegien is authentiek. Je ziet de beelden die in haar hand van de drie stappen die je moet zetten om een hoofd ontstaan. Haar fantasie. Een wereld door haar bijzonder beeld te maken’, vertelt ze. ‘Imagine gaat over ogen. En aan compromissen doet ze niet. Met een het concept, over goed leren kijken. Shoot gaat over het miljoen volgers op twee accounts, staat het bedrijfsschieten van de foto die je hebt bedacht. Niet zozeer leven in de rij om haar te sponsoren. Ze hoeft alleen over de techniek van je camera, maar hoe je met weinig middelen toch iets kunt maken. En Create is de stap maar wat producten in haar foto’s op te nemen en waarin je de ruwe beelden bewerkt tot iets nieuws.’ haar hand op te houden. Met zo’n bereik kun je be-
64 |
Tijd is een belangrijke factor in het werk van Annegien. Ze neemt de tijd om tot een goed idee te komen. ‘Ik post niet zo heel veel. Als ik het druk heb, maar één keer per week. Als het wat rustiger is, dan om de drie à vier dagen.’ Toch is het niet het fotograferen en bewerken wat haar het meeste tijd kost. ‘Met het fotograferen ben ik doorgaans een uurtje bezig. Bewerken varieert tussen de 5 minuten en een uur.’ De meeste tijd gaat zitten in het nadenken over een nieuw visueel idee.
Een handjevol apps Annegien laat keer op keer zien dat dat idee eigenlijk belangrijker is dan de technologie. Ze gebruikt geen Photoshop, en überhaupt geen computer. Toen ze jaren geleden begon met Instagram, had ze alleen maar een iPod touch met een paar apps. Tegenwoordig gebruikt ze haar telefoon. ‘Met echt maar een paar apps erop’, vertelt ze. ‘Instagram natuurlijk, en verder de camera-app VSCO en bewerkingsapp Superimpose. En dan nog de WeTransfer-app om mijn beelden aan anderen te sturen. Dat is alles.’ Ze maakt er waanzinnige kunstwerkjes mee – al is ze er zelf nooit tevreden mee. ‘Ik denk altijd: het kan beter. Ik ben niet snel blij. Wel op school hoor, dan ben ik hartstikke blij met een 6. Maar niet met mijn foto’s. Ik kan er eigenlijk niet één noemen die ik goed vind. Misschien heb ik meer lol in het maken dan in het resultaat. Want ook al ben ik nooit echt tevreden, ik vind het toch elke keer weer leuk om te doen.’ www.instagram.com/fetching_tigerss/ www.instagram.com/annegienschilling/
Imagine. Schoot. Create. Annegien Schilling € 20,-
| 65
Doorgeslagen baby-tech Kersverse vader Robin de Wever verdiepte zich voor de vorige MacFan in intelligente babyfoons. Terwijl hij diverse slimme ‘babywatchers’ op zijn eigen nakomeling uittestte, stuitte hij ook meteen op talloze andere gadgets voor jonge ouders. De één nog gekker dan de ander. tekst Robin de Wever
Gadgets
Mevrouw De Wever zag de bui al hangen. Je bent net bevallen van je eerste kind, je slaapritme is naar de gallemiezen, je lichaam zwaar gehavend, je moet je weg zien te vinden in een heel nieuwe wereld en uitgerekend dan vindt manlief het nodig om nieuwe gadgets te testen. Op de baby. Gaan we dus echt niet doen, zuchtte ze tijdens de zwangerschap. Laat MacFan maar weten dat het verhaal waarin je babyapparaatjes test niet doorgaat.
Scheetkussen tegen boze dromen
Owlet
MonBaby Smart Monitor
Lully Sleep Guardian
66 |
Ik dacht: het loopt wel los. En dus struinde ik het internet af, op zoek naar tech voor het wezentje dat we een paar maanden later J. zouden noemen. Ik vond een sok die de hartslag en het zuurstofniveau meet (de Owlet), en een button voor op zijn rompertje die niet alleen waarschuwde bij een te lage hartslag maar ook als J. tijdens zijn eerste weken per ongeluk op zijn buik zou belanden en risico zou lopen te stikken (de MonBaby Smart Button). En een soort scheetkussen dat ik in J’s bed moest leggen en dat zou gaan vibreren als hij een nare droom had. Lully Sleep Guardian heette die laatste. 115 euro voor het model waarbij je zelf via een app de trilstand aan- en uitzet, ruim 180 euro voor het model dat automatisch werkt. O, en de meest fascinerende: de Starling, een forse button in de vorm van een ster die J. op zijn kleding moet dragen en die bijhoudt
Starling
UrbanHello REMI
hoeveel woorden hij elke dag hoort, en hoeveel van die woorden nieuw zijn. Hoe zou dat werken? Hoe dan ook: hij kost je 133 euro. Niet goedkoop, maar, zo belooft de fabrikant, de Starling bezorgt je kind zo’n grote voorsprong in ontwikkeling dat-ie er zijn leven lang plezier van heeft. Zou het? En zou een apparaatje dat notificaties stuurt naar mijn iPhone als J. niet beweegt me echt een betere en alertere ouder maken?
Trillende Lully’s Ik googelde verder, en ontdekte dat techjournalisten van onder meer The Verge vonden wat ik zelf ook langzaamaan begon te vermoeden: de meeste babygadgets zijn oplossingen voor niet-bestaande problemen. Ze zijn overbodig of – erger nog: appelleren aan irreële angsten. De angst die je als ouder hebt dat je kind niet goed slaapt, eet, zich niet genoeg ontwikkelt of, in het geval van die bewegingssensoren, dat je kind ieder moment geruisloos het leven kan laten. Dingen die je als kiespijn kunt missen, en dingen die je met het blote oog en wat gezond verstand ook wel te lijf kunt. Eén product oogt wél interessant: de REMI van UrbanHello, een schattig lampje in de vorm van een
spookje dat, net als de Wake Up Light van Philips, geleidelijk feller gaat schijnen als het tijd is om op te staan en die rond bedtijd geleidelijk uitgaat. Een bijbehorende iPhone-app houdt de slaapritmes bij en laat je de lichtprogramma’s aanpassen. UrbanHello belooft op het moment van schrijven dat hij vanaf september 2017 verkrijgbaar is voor zo’n 89 euro. Verder krijgt mevrouw De Wever haar zin: ik ga baby J. niet onderwerpen aan hippe sensors en trillende Lully’s. Er zal vast handig spul tussen zitten, maar als we de ervaringsdeskundigen mogen geloven, missen we over de hele lijn weinig. Om nog maar te zwijgen over wat zulke techniek met ons doet. Een bewegingsmonitor die steeds vals alarm slaat, kost tijd en energie. Daar hebben we de laatste tijd niet zo veel van. Het geld dat we uitsparen gaat in een potje. Nog een paar jaar, en dan krijgt J. zijn eerste MacBook. Owlet | $ 300 | www.owletcare.com MonBaby Smart Monitor | $ 100 | www.monbaby.com Lully Sleep Guardian | $ 200 | www.lullysleep.com Starling | $ 150 | www.versame.com UrbanHello REMI | $ 89 | www.urbanhello.com
| 67
Uitgelicht
De apps van Apple die standaard in OS X zitten, kunnen vaak meer dan je denkt. In Uitgelicht nemen we steeds één app die iedere Mac-gebruiker heeft onder de loep. En bespreken we de meer verborgen features. Misschien kende je ze al lang; misschien had je nooit de tijd om er eens naar te kijken. Deze keer: Voorvertoning.
Fototrucjes in Voorvertoning Apple maakt er een sport van om allerlei slimmigheidjes in (op het oog) doodnormale apps te verwerken. Een goed voorbeeld hiervan is Voorvertoning. Uiteraard bekijk je hiermee afbeeldingen, maar wist je dat je hiermee ook pictogrammen uit apps kunt opslaan en een virtueel vergrootglas kunt activeren? Zo zitten er nog wel meer verborgen foefjes in deze veelzijdige app. Een overzicht! tekst Maikel Dijkhuizen
68 |
Afbeeldingen in apps
Spraakballonnetje
Stel je komt in een app een bepaalde afbeelding tegen die je wilt opslaan, bijvoorbeeld voor een presentatie of jaarverslag. Uiteraard kun je aan de slag met allerlei knipprogramma’s, maar erg efficiënt is dat niet. Voorvertoning is in staat om alle afbeeldingen rechtstreeks uit iedere app te plukken. Nieuwsgierig? Zorg er allereerst voor dat Voorvertoning in het Dock is gehuisvest, bijvoorbeeld door deze app vanuit Launchpad naar deze plek te slepen. Daarna sleep je de app waarvan je een afbeelding wilt bewaren naar het Voorvertoning-pictogram. Er verschijnt een venster waarin alle beschikbare plaatjes in het linkerdeelvenster zijn terug te vinden. Soms zijn dat er honderden! Heb je de gewenste afbeelding te pakken? Klik erop met de rechtermuisknop en kies ‘Exporteer als’. Op deze manier bewaar je een pictogram of foto als png-, jpeg- of tif-bestand.
Veel Mac-gebruikers grijpen voor eenvoudige aanpassingen al naar een specialistische fotobewerker. Vaak is dat onnodig, want met de standaard-apps Foto’s en Voorvertoning kun je ook al een heleboel doen. Zelfs voor komische aanpassingen kun je er met een beetje creativiteit mee uit de voeten. Zo voeg je makkelijk een spraakballonnetje toe. Ga in het hoofdmenu naar Extra’s, Annoteer en ‘Spraakballon’. Er verschijnt een wit spraakballonnetje die je een eigen plek binnen de afbeelding geeft. Gebruik de blauwe stippen om het formaat van dit object aan te passen. Overigens kun je ook via de werkbalk een spraakballon toevoegen door de optie ‘Toon markeringsknoppenbalk’ aan te klikken. Bij ‘Vormen’ heb je namelijk keuze uit meerdere objecten. Klik op het pictogram ‘Tekst’ om de spraakballon in te vullen met een vermakelijke zin.
Afzonderlijke vensters De tijd dat programma’s voor ieder plaatje een afzonderlijk venster openden, is wel zo ongeveer voorbij. Zo heeft Voorvertoning aan de linkerkant een handige navigatiekolom waarin je eenvoudig schakelt tussen meerdere afbeeldingen. Soms is het toch prettiger om afbeeldingen in een los venster op te roepen, bijvoorbeeld wanneer je twee plaatjes met elkaar wilt vergelijken. Klik in dat geval met de rechtermuisknop op een miniatuur in de navigatiekolom. Kies vervolgens ‘Open in nieuw venster’. Vind je het fijner wanneer Voorvertoning standaard afbeeldingen in afzonderlijke vensters opent? Navigeer bovenaan in de menubalk naar Voorvertoning en klik op ‘Voorkeuren’. Bij het onderdeel Algemeen vink je de optie ‘Open elk bestand in een afzonderlijk venster’ aan.
Aanpasbare knoppenbalk De functionaliteit van Voorvertoning lijkt ietwat beperkt, aangezien de knoppenbalk nauwelijks gereedschappen bevat. Een misverstand, want onderhuids zijn er nog veel meer functies beschikbaar. Die voeg je eenvoudig toe. Klik met de rechtermuisknop op een lege plek in de knoppenbalk en kies ‘Pas knoppenbalk aan’. Onderaan zie je welke functies er momenteel op de voorgrond actief zijn. Naar eigen inzicht voeg je daar bijvoorbeeld onderdelen als Passend, Werkelijke grootte, Diavoorstelling, Info en Selectie aan toe. Je regelt dat door het betreffende pictogram naar een plekje op de knoppenbalk te slepen. Achter Toon geef je desgewenst aan dat je naast een symbool ook een tekst bij iedere functie wilt tonen. Bevestig met ‘Gereed’.
Beveiligd pdf-bestand Een afbeelding transformeer je vanuit Voorvertoning gemakkelijk in een pdf-bestand. Deze functie is bijvoorbeeld handig wanneer je liever niet hebt dat de ontvanger fotocorrecties toepast. Dankzij het pdf-formaat is het lastiger om de afbeelding te manipuleren. Bovendien beveilig je het document zo nodig met een wachtwoord, zodat onbevoegden geen toegang hebben. Ga in de menubalk allereerst naar Archief, waarna je klikt op ‘Exporteer’. Achter Structuur selecteer je vervolgens ‘PDF’. Vinkt de optie ‘Codeer’ aan, wanneer je een wachtwoord wilt instellen. In dat geval typ je tweemaal een wachtwoord. Vervolgens bedenk je achter ‘Exporteer als’ een logische naam en stel je bij Locatie een opslagmap in. Sla het document ten slotte op via ‘Bewaar’. Een beveiligd pdf-bestand is herkenbaar aan een pictogram met een hangslot.
Virtueel vergrootglas Wie weleens een schadeclaim of garantieverzoek heeft ingediend, weet dat organisaties veelal vragen om duidelijke foto’s. Zeker bij kleine beschadigingen is dat niet altijd even gemakkelijk. Even een pijltje toevoegen maakt het voor de schade-experts al iets eenvoudiger. Voorvertoning heeft echter een fraaier alternatief in huis, namelijk het gebruik van een loep. Een virtueel vergrootglas zoomt in op de foto, zodat een bepaald object als het ware uit de foto springt. Klik in de menubalk achtereenvolgens op Extra’s, Annoteer en ‘Loep’. Sleep het virtuele vergrootglas daarna naar de juiste plek van de afbeelding. Je versleept de groene cirkel naar rechts om het gewenste zoomniveau te bepalen. Met de blauwe cirkel pas je het formaat van de loep aan. Naast afbeeldingen gebruik je Voorvertoning uiteraard net zo goed om pdf’jes te bekijken en te bewerken. Ook hiervoor bestaan allerlei handige trucs, die we in de volgende aflevering van Uitgelicht zullen bespreken!
| 69
De evolutie van de ganzenveer
Jarenlang dachten we dat Steve Jobs ons verboden had om een pennetje bij een iPad te gebruiken. Totdat Apple zelf de Apple Pencil lanceerde – niet om je iPad mee te bedienen, maar om secuur te kunnen tekenen op het scherm. Helaas werkt de Apple Pencil alleen op een iPad Pro. Voor de ‘gewone’ iPad is de Bamboo Fineline 3 wellicht een alternatief. tekst Paul Bloemers Er zijn veel ‘iPad-pennen’ verkrijgbaar, maar weinige komen qua look & feel zo dicht in de buurt van een echte pen als de Bamboo Fineline 3 van Wacom. De pen is heel slank en elegant en ligt lekker in de hand. Het gewicht is te vergelijken met een stevige vulpen en de Fineline is voorzien van een kleine punt. Heel wat anders dan de lompe dingen waar we voorheen mee hebben geëxperimenteerd. Koppeling tussen pen en device gaat via blue tooth en dat stelt niet gerust. Onze ervaring met bluetooth-verbindingen zijn wisselend: soms probleemloos en snel, echter vaak ook traag, haperend of helemaal niet werkend. In dit geval gaat de connectie direct goed, maar merken we wel een kleine vertraging tussen onze actie en de reactie van de iPad.
Geschikte apps
Test
De bruikbaarheid is uiteraard voor het grootste deel afhankelijk van de apps waarmee de pen samenwerkt. Op de site van Wacom staan een paar apps genoemd. Zo heeft Wacom zelf de app Bamboo Paper ontwikkeld. De app is bedoeld om handgeschreven notities en kleine schetsjes te maken. In principe zou Paper gebruik moeten maken van de drukgevoeligheid van de pen, dat wil zeggen een dunne lijn bij zacht duwen en een dikke lijn als je steviger op de punt drukt. In de praktijk blijkt dit maar beperkt bruikbaar. Er is maar één virtuele pen die zich daar-
voor leent en dat is een vrij dunne viltstift. Het verschil tussen dik en dun blijkt een tikkeltje te subtiel. Een ander belangrijke eigenschap van de pen is de zogeheten palm rejection. Hiermee wordt bedoeld dat, terwijl je tekent, je je hand op je iPad kan leggen zonder dat dat gevolgen heeft op je tekening of notities. Dat werkt goed. Je kan je hand rustig op het oppervlak van de iPad laten rusten terwijl je de pen gebruikt. Heel af en toe blijkt je hand een streepje of puntje te hebben achtergelaten, maar daar is mee te leven. De bottleneck bij het gebruik van je iPad als notitieblok is toch de bluetooth verbinding. Als je een rap schrijftempo hebt, kan de kleine vertraging al snel de nodige ergernis opleveren.
Kwasten Wil je de pen op een meer artistieke manier gebruiken, dan kun je je toevlucht nemen tot de app Sketchbook van Autodesk. Deze app bevat een uitgebreide tekendoos met allerlei kleurpotloden, kwasten en airbrushes. Sommige tools reageren op de drukgevoeligheid van de Wacom-pen, maar niet allemaal. Het blijft onduidelijk waarom de ene kwast zich hier wel voor leent en de andere niet. Ook hier geldt dat het lekker tekent zolang je het tempo laag houdt. Wil je een beetje wild krassen, dan kan de iPad het tempo niet bijhouden en gaat het natuurlijke pen-effect verloren.
Conclusie Zowel qua uiterlijk als in het gebruik komt de Bamboo Fineline bedrieglijk dicht bij een echte balpen. Voor mensen die niet houden van een papieren notitieblok, kan de pen een uitkomst zijn. Wij vonden de kleine vertraging in de reactie vrij irritant, maar als je een rustig schrijf- en tekentempo hanteert, valt dit probleem in het niet. Er zijn vrij veel apps beschikbaar die werken met de Fineline, waarvan een groot deel gratis. Let op dat de opsomming op de Wacom-site niet volledig is. Wacom Bamboo Fineline 3 | € 59,90 | wacom.com Voelt aan als een echte pen Nauwkeurig en accuraat Lichte vertraging door bluetooth
Score 70 |
u
Social
Volgers. Likes. Reacties. Je kunt er niet genoeg van hebben op Facebook, Twitter en Instagram. Niet iedereen vergaart ze op een ‘eerlijke’ manier. Nadia Poeschmann wil zelf een influencer worden en duikt in de wereld van social media. In deze nieuwe serie ontdekt ze de sluwe trucs om te ‘scoren’ op social media. tekst Nadia Poeschmann
Spookvolgers Fake it ‘til you make it, schreef ik in de vorige aflevering. Ik noemde een app waarmee je makkelijk volgers en likes kunt scoren op Instagram. Accounts met veel volgers zijn lucratief: niet alleen kun je jezelf in de schijnwerpers plaatsen, je kunt er ook geld mee verdienen. Bedrijven betalen grof geld aan zogenoemde influencers, als deze bijvoorbeeld bereid zijn een fotootje met hun product te plaatsen. Heb je nog niet zo veel volgers, dan zijn er allerlei manier om die snel te krijgen. Of zelfs gewoon te kopen. Maar uiteraard zijn er dan ook weer tools waarmee je kunt zien of iemand de boel nept. Hoeveel spookvolgers heb je? Hoeveel gekochte likes? Ik download de app Profile Analytics for Instagram – ProfileReport. Zoals alle soortgelijke apps, zit er een prijskaartje aan. Je kunt de app gratis downloaden en ook gratis je eigen account analyseren, maar wil je ook anderen bestuderen, dan zit je aan een abonnement vast. ProfileReport had me al bijna een abonnement voor € 52,99 aangesmeerd. Een gratis proefabonnement voor een week is gelukkig ook mogelijk.
Nepgehalte Met mijn proefabonnement begin ik eens met met de politicus Geert Wilders. Hij heeft 14.700 volgers op Instagram... maar hoe zit het nu echt? Volgens ProfileReport is 43 procent daarvan nep. En 39 procent van de likes die hij krijgt is ook niet echt. Ik ga door met influencer en onderneemster Annic van Wonderen. Zij heeft 60.600 volgers, daar kun je geld mee verdienen. Maar ook hier is 44 procent van de volgers en 47 procent van de likes fake. Carice van Houten dan? Zij heeft maar liefst 602.000 volgers op Instagram. En ze scoort beter dan Geert Wilders, maar nog altijd is 28 procent van haar volgers volgens ProfileReport niet echt. En 31 procent van de likes die ze ontvangt evenmin. We leven in een nepwereld, dat is wel duidelijk. Als deze app accuraat is tenminste. En als we ‘fake’ goed interpreteren – want wanneer is een volger eigenlijk ‘nep’? Ik check onze hoofdredacteur, Ferry Piekart. Hij is niet bezig influencer te worden, maar post eigenlijk alleen voor vrienden en familie. Van de 84 volgers (het klinkt uiterst schamel na Carice van Houten) is nog altijd vier procent nep. Weliswaar krijgt Ferry een beoordeling van 9,6 uit 10... maar helemaal schoon is het niet. Volgens hemzelf ziet hij wel eens een Oost-Europese volgster verschijnen die louter haar blote billen post, die zelf duizenden accounts volgt maar zelf geen volgers heeft en die een uiterst dubieuze link in haar bio heeft staan. Spamaccounts dus. Die worden uiteraard ook als fake bestempeld. Daar kun je zelf niets aan doen. En waarschijnlijk telt er nog veel meer als nep. Spookvolgers kunnen ook accounts zijn die niet meer gebruikt worden, of mensen die alleen maar kijken en nooit iets doen, of bedrijven die je wel volgen maar nooit interacteren met je.
Hoe herken je een spookvolger? Je kunt er ook zelf een oog voor ontwikkelen, zonder een app die accounts voor je scant. Dit zijn de dingen waar je op kunt letten: spookvolgers liken vaak niets en reageren meestal nooit. Ze hebben óf heel veel mensen die ze volgen óf juist bijna niemand. En ze hebben geen duidelijke bio en zijn dus moeilijk te identificeren. Wat moet je met deze nepfiguren? Ze zijn slecht voor je marktwaarde, ze hebben geen interactie met je, ze vertroebelen de boel en het is gewoon ‘uncool’. Toch heeft iedereen ze onder zijn volgers. Als veertig procent van je volgers ‘nep’ is, wil dat niet zeggen dat je die allemaal hebt gekocht. Het betekent wel dat je impact een stuk kleiner is dan de getalletjes bij je Instagram-account doen vermoeden.
| 71
tekst Maikel Dijkhuizen
OS X Apps
De ultieme samenwerkingstool
72 |
Slack | gratis | slack.com We kennen natuurlijk allemaal WhatsApp, Facebook Messenger en FaceTime, maar voor zakelijk gebruik zijn deze apps toch wat beperkt. Wie meer mogelijkheden zoekt om in projectvorm samen te werken op diverse (mobiele) platforms, kan daarvoor beter terecht bij het relatief nieuwe Slack. De makers hebben als doel om het grootste zakelijke platform te worden. Overigens is dat geen onrealistische gedachte, want het bedrijf wist de afgelopen twee jaar al tientallen miljoenen euro’s los te peuteren bij verschillende investeerders. Er is dus veel vertrouwen in dit veelbelovende initiatief. Slack is in zekere zin een virtueel kantoor en bevat verschillende manieren om met elkaar te communiceren. Een bedrijf, vereniging of onderwijsinstelling kan bijvoorbeeld een eigen Slack-account aanmaken en hiervoor alle medewerkers uitnodigen. Onder dit account vallen diverse openbare groepen en privékanalen waarin teams gezamenlijk aan projecten werken. Voor een openbare groep meldt iedere medewerker zich desgewenst vrijwillig aan, maar voor een privékanaal is er een uitnodiging vereist. Handig wanneer je met een groepje aan een vertrouwelijk onderwerp werkt dat niet iedereen mag weten. Onderling is het mogelijk om berichten, documenten en foto’s uit te wisselen. Besef wel dat er geen mogelijkheid bestaat om gelijktijdig aan een document te werken. Slack is namelijk uitsluitend geschikt om kant-en-klare bestanden te delen en met elkaar te communiceren. Naast groepsconversaties begin je ook eenvoudig privégesprekken. Hierbij doet deze app erg denken aan een klassieke IRC-messenger. Je geeft aan wat je huidige status is en ontvangt notificaties van inkomende berichten. Jammer is dat Slack zonder plug-ins geen VoIP-gesprekken ondersteunt, dus
de onderlinge communicatie blijft normaliter beperkt tot het versturen van tekstberichten. Hoewel de makers zich vooral richten op zakelijke gebruikers, beseffen ze maar al te goed dat er ook op de werkvloer ruimte is voor humor. Zo ondersteunt Slack het gebruik van emoticons en bewegende gif-afbeeldingen. De beheerder van het Slack-account heeft verder mogelijkheden om diverse diensten te koppelen, zoals Twitter, Skype en Google Agenda. Relevante informatie verschijnt hierdoor automatisch in het juiste kanaal. Ondanks bracht Slack een nieuwe versie van zijn samenwerkingsdienst uit voor de Mac. Uiteraard zijn er enkele verbeteringen toegepast. De belangrijkste vernieuwing is dat je nu eindelijk je favoriete downloadlocatie kiest zodra je een bestand uit een kanaal downloadt. Slack werkt erg prettig en heeft een gebruiksvriendelijke interface, al is het jammer dat er (nog) geen Nederlandse vertaling beschikbaar is.
Flexibele webbrowser Vivaldi | gratis | vivaldi.com De huidige trend onder browserontwikkelaars is om een minimalistisch design te creëren met ondersteuning voor plug-ins. Het oorspronkelijke brein achter de Noorse browser Opera gaat met zijn nieuwe project Vivaldi een stapje verder. Jon von Tetzchner heeft namelijk als doel om een zeer flexibele browser te creëren, waarin zo’n beetje alles aanpasbaar is. Hoewel het project nog in een bèta-stadium verkeert, is er al een versie voor de Mac beschikbaar. Het eerste dat opvalt, is dat Vivaldi een gelikte gebruikersomgeving kent waarbij de ontwikkelaars de broncode van Chromium als basis hebben gekozen. De kleur van de menubalk gedraagt zich als een ware kameleon. Surf je bijvoorbeeld naar Facebook, dan kleurt dit onderdeel blauw. De interface deel je geheel naar eigen smaak in, waar-
Handig in Vivaldi: kleine previews als je met je muis over een tabblad beweegt.
bij je bijvoorbeeld de posities van de bladwijzerwerkbalk, adresbalk en tabbladen wijzigt. Uiteraard zijn er ook functionele verschillen met klassieke browsers als Firefox, Chrome en Safari. Zo maakt deze browser gebruik van zogeheten webpanelen. Hierbij blijft het hoofdvenster beschikbaar voor surfsessies, terwijl je in het webpaneel continu toegang hebt tot inkomende e-mails, Facebook-berichten, tweets of nieuwsberichten van een willekeurige website. Ideaal voor het geval je wilt multitasken! Handige opties zijn verder dat je tabbladen gemakkelijk groepeert en afbeeldingen op webpagina’s verbergt. De makers voegen op termijn ook een synchronisatiefunctie toe, zodat je op ieder systeem over dezelfde bladwijzers, geschiedenis, wachtwoorden en persoonlijke instellingen beschikt. Vivaldi is zeer prettig in gebruik en biedt net dat beetje meer dan we van de reguliere browsers gewend zijn.
ke video’s en foto’s over naar je Mac. De omgekeerde route is ook mogelijk. Nuttig voor het geval je gedownloade muziek en e-books aan je iPhone wilt toevoegen. Verder gebruik je Syncios om back-ups op te slaan, zoals je contactenlijst, belgeschiedenis, berichten, aantekeningen en browserfavorieten. Ook voor het gebruik op je Mac heb je nog iets aan Syncios, want je kunt rechtstreeks foto’s bekijken en muziek afspelen. Het programma bevalt in de praktijk erg goed, al is het jammer dat er hier en daar koppelingen zichtbaar zijn naar betaalde functies.
Overtollige bestanden opruimen Movavi Mac Cleaner 2 | gratis - volledige versie € 29,95 |
Alternatief voor iTunes Syncios | gratis | syncios.com Niet iedereen is even blij met iTunes. Veel mensen vinden het programma log, schreeuwerig en niet gebruiksvriendelijk. Wie een alternatief zoekt om mediabestanden op Apple-apparaten te beheren, kan uit de voeten met Syncios. Het programma herkent probleemloos een iPhone of iPad, waarna de mediabestanden van het mobiele apparaat in beeld verschijnen. De mogelijkheden zijn vergelijkbaar met iTunes. Zo hevel je eenvoudig persoonlij-
movavi.com Zelfs op een Mac blijven er geregeld restbestanden van applicaties achter. Denk hierbij aan achtergebleven cache- en logbestanden, duplicaten, ongebruikte talen of ongeleegde prullenmanden. Zonde, want ze slurpen kostbare schijfruimte op. Als je regelmatig experimenteert met allerlei apps is het weleens goed om de bezem door het systeem te halen. Movavi heeft voor dit klusje Mac Cleaner ontwikkeld en belooft alle overbodige rommel voor je op te ruimen. Na de installatie voert de software op eigen houtje een scan uit. Het programma geeft nauwkeurig aan welke bestanden er voor verwijdering in aanmerking komen en hoeveel schijfruimte je daarmee vrijmaakt. Mocht Movavi per abuis een belangrijk bestand willen verwijderen, dan maak je deze actie simpel ongedaan. Toch kleeft er een zeker risico aan dergelijke opruimtools, omdat je niet de betekenis van ieder bestand precies kent. Je legt het lot van je Mac dus tot op zekere hoogte in handen van Movavi. Op ons testsysteem ondervonden we na de schoonmaakactie geen problemen – maar let altijd op!
| 73
tekst Laurens Collee
iOS Apps
Het spel is dat je moet ontdekken wat het spel is
74 |
Blackbox | gratis Tussen alle productiviteits-, socialemedia-, fotoen videoapps zouden we bijna vergeten dat je iPhone ook bijzonder geschikt is om af en toe wat tijd te doden met een spelletje. En er worden nogal wat spellen ontwikkeld. Soms is daar ineens een enorme hype, zoals Angry Birds of Flappy Bird, vaak zijn het varianten op hetzelfde idee. Blackbox is een spel dat moeilijk te vergelijken is met andere spellen en tilt het bestaande idee van puzzelen naar een hoger niveau. Het beginscherm is een grid met alle beschikbare puzzels, afgebeeld als gekleurde vierkantjes. Het grid breidt zich uit naarmate je meer puzzels oplost. Door op een vierkantje te klikken krijg je de betreffende puzzel te zien. Alleen, er zijn geen aanwijzingen, er is geen tekst en er zijn geen knoppen. Naast het oplossen van de puzzel, is het ook aan de speler om erachter te komen wat de puzzel ís. Alle puzzels zijn dingen die je met je telefoon kunt doen, in de ruimste zin. De enige aanwijzing die je bij een puzzel krijgt, is een grafische en zeer minimalistische hint. Soms is vrijwel meteen duidelijk in welke richting je de oplossing moet zoeken, soms kost het dagen. Zodra je een puzzel hebt opgelost, wordt het betreffende vierkantje ingekleurd. Voor sommige puzzels moet je de deur uit, sommige zijn in een handomdraai op te lossen, anderen vereisen vrienden, weer anderen tijd en
een klein beetje aardrijkskundige kennis. Veel meer kunnen we er eigenlijk niet over zeggen, dan zouden we oplossingen weg gaan geven. Wij hebben op enig moment onze iPhone van vier meter afstand in een kussen staan gooien, in de hoop dat dát de oplossing van een van de puzzels was. Het was niet wat Blackbox bedoelde – maar het is wel een indicatie hoe het spel je laat denken. De app is gratis, je krijgt twee gratis cryptische hints, wees er zuinig op. Je kunt hints bijkopen in de app, ook sommige ‘puzzle packs’ kun je kopen, in het geval je de rest allemaal hebt uitgespeeld. Geloof ons, dat gaat maanden duren.
Al het nieuws in één app Skoep | gratis De meeste nieuwsmedia hebben inmiddels wel hun eigen app. Handig voor de trouwe lezers; die hebben zo op hun iPad of iPhone toegang tot alle artikelen, ook die op de website achter een betaalmuur staan. En kranten kunnen hun lezers eventueel via een app extra, interactieve, multimediale content bieden. Heel begrijpelijk, kranten en nieuwswebsites zijn hard op zoek naar alternatieve verdienmodellen nu de oplagen van de papieren krant dalen. Maar als je niet zo geïnteresseerd bent in achtergrondartikelen, maar wel zo veel mogelijk nieuws in één app wilt kunnen lezen, is Skoep een interessante optie. Skoep is een gloednieuwe app die nieuwsartikelen
van meer dan honderd verschillende bronnen aanbiedt. De bronnen lopen uiteen van NOS, Elsevier en Telegraaf tot Girlscene, AutoWeek en RTL Boulevard, afhankelijk van de rubriek. Het klinkt veel, maar extreem divers is het aanbod toch ook weer niet. De grootste winst van Skoep is dat je het hele nieuwsoverzicht kun personaliseren. Je kunt zelf kiezen welke rubrieken je wilt lezen (nieuws, sport, weer, showbiz, tech, een rubriek genaamd ‘Alles over Trump’ en noem maar op) en per rubriek uit welke bronnen je wilt putten. Je bent in Skoep zo je eigen curator. Het design kan wat mooier en gebruiksvriendelijker, het bronnenaanbod wat diverser en we betwijfelen het nut te moeten aangeven of je man of vrouw bent. Leukste toevoeging is de rubriek ‘In de buurt’, die op basis van je locatie het nieuws uit je directe omgeving presenteert. De app is in juni gelanceerd, we gaan Skoep in de gaten houden!
bent. Dat leidt gaandeweg tot leuke statistieken over je leesgedrag. Hoe snel je leest, hoeveel uur en pagina’s in totaal en meer. Je kunt zelfs per boek een infographic openen met een samenvatting van je leesgedrag tijdens dat boek. Natuurlijk met een share-button, want wat is het nut van een boek lezen als je dat niet met de wereld kunt delen? Wie graag wat vaker zou willen lezen, kan een doel stellen, zeg 25 uur per maand en reminders instellen, bijvoorbeeld dagelijks om 10 uur ‘s avonds. Om er een beetje een spelletje van te maken en je het gevoel te geven dat je vooruitgang boekt, ontgrendel je al lezend allerlei mijlpalen. Wanneer je een bepaald aantal uur met de app hebt gelezen, als je je eerste boek uit hebt of bij een bepaald aantal gelezen pagina’s. Je kunt ook met terugwerkende kracht handmatig leessessies toevoegen, mocht je een keer vergeten de app te starten wanneer je verder leest in je boek. Wil je een leesarchief aanleggen, dan kun je zelfs per boek je favoriete quotes invoeren en notities maken. Leen je het boek aan iemand uit? Ook daar is een knopje voor, met tekstveld voor de naam van degene die jouw boek heeft. Bookout is gratis met advertenties, beperkte statistieken en een limiet van 10 boeken. De Pro-versie kost € 5,49.
Leesstatistieken Bookout | gratis Een tip voor de boekenlezers onder ons, en we hopen dat dat iedereen betreft, want boeken zijn fantastisch. Misschien heb je deze vakantie veel gelezen, of ben je dat van plan en wil je dat na de vakantie doorzetten. Bookout is een mooie app die je stimuleert te lezen, die je doelen laat stellen, en die statistieken bijhoudt en gaandeweg een archief van gelezen boeken aanlegt. Door het ISBN van een boek te scannen voeg je een boek toe aan je leeslijst. Lukt dat niet, dan kun je handmatig zoeken op titel of auteur. Vervolgens kun je iedere keer dat je in het boek leest een timer mee laten lopen. Als je stopt met lezen geef je aan hoeveel pagina’s je verder
| 75
TV Apps
tekst Ferry Piekart
Als je schilderijen wilt kijken op je Apple TV, dan zijn er meer dan genoeg apps die wat Rembrandts, een Vermeertje en de nodige Van Goghs op je scherm toveren. Maar is er ook kunst die bedoeld is voor op je tv? Het kan niet anders of kunstenaars spelen in op dit nieuwe platform. We willen digitale kunst kopen. En gaan op zoek!
Kunst kopen. Op tv.
Heel mooi blauw NightEnLight: Sky. An inspiration in blue | € 13,99 Het is tussen alle encyclopedische kunst-apps nog een kunst om nieuwe digitale kunst te vinden. Na wat zoeken stuiten we op een app die alleen al vanwege zijn prijskaartje (14 euro!) opvalt: NightEnLight: Sky. An inspiration in blue. Geïnspireerd door een zomerse blauwe hemel, doet deze app niets anders dan een constant morfend patroon van rechthoekige blauwe vormen laten verschijnen, op de elektronische tonen van een loungeachtig muziekje. De makers noemen het een generative artwork, omdat het nooit hetzelfde is; het patroon ontwikkelt zich elke keer weer anders. De prijs weerhoudt me er eerst van de app te kopen, tot ik bedenk dat 14 euro weliswaar duur is voor een app, maar goedkoop voor kunst. Na aanschaf is het even schrikken: de muziek hoor ik wel, maar het beeld blijft zwart. Het blijkt zo te horen: de app begint met een zwart scherm, en het morfende blauwe patroon fade héél langzaam in. Het is zondermeer mooi, zeker op een tv met Ambilight. Maar of het kunst is of een veredelde screensaver, blijft een puntje van discussie. Leuke gespreksstarter als je thuis een feestje geeft.
Gelimiteerd digitaal Sedition | gratis Er is een heuse kunstgalerie aanwezig op je Apple TV: Sedition. Hier koop je – geloof het of niet – digitale kunst in gelimiteerde oplage. Dat klinkt als een paradox: ‘digitaal’ betekent doorgaans juist ‘oneindig kopieerbaar’. En toch werkt het. Ik opende de app en hapte meteen naar adem bij het zien van een korte preview van het videowerk Joss van de Chinese kunstenaar Cheng
76 |
Ran en de Franse fashion-designer Cyril Duval. Ze maken luxe producten na van papier, en blazen die kopieën vervolgens op. Dat filmen ze in slow-motion, wat destructie van enorme schoonheid oplevert. In Joss worden papieren replica’s van design-tassen van Chanel vernietigd op de tonen van Frank Schuberts Avé Maria, en het is prachtig om te zien. De video duurt 3 minuten, en wordt in een gelimiteerde oplage van 300 stuks verkocht. Ofwel: maar 300 mensen mogen ‘m kopen. De prijs is nu 43 euro. Niet goedkoop voor een in-app aanschaf, maar dit is echte kunst! Je krijgt er een editie-nummer bij, zodat je weet welke van de 300 jij bent, en een certificaat met handtekening van de kunstenaar. Ook bijzonder: zodra het werk is uitverkocht, heb je als eigenaar het recht het door te verkopen. Hoe dat precies werkt, ontdek ik niet op de Apple TV. Maar misschien dat ik daarvoor Sedition ook moet installeren op mijn iPhone. Het kunstwerk blijft te allen tijde binnen de app. Dat is de truc waardoor een digitale aanschaf toch gelimiteerd kan zijn: je krijgt geen bestand dat je vrolijk rond kunt mailen of in Dropbox kunt zetten. Je kunt het werk alleen in de Vault van Sedition bekijken. Wat wel een beetje te denken geeft... wat als je een fortuin aan kunst uitgeeft, en Sedition houdt op te bestaan? Dan heb je geen toegang meer tot die Vault. Maar voorlopig kan mij dat niet schelen. Ik heb 43 euro neergeteld voor Joss. Zo mooi vond ik het. En als je te lang wacht, stijgt de prijs. Dat risico wilde ik niet nemen. Trots kijk ik nu elke dag even naar mijn gekochte kunstwerk. Prachtig. Als ik dat elke dag doe, dan is het elke cent waard.
We gaan de hond uitlaten, want hij wil zo graag uit mijn telefoon en op mijn pols. Dat moet, want het staat in mijn to-do-lijstje van vandaag. Misschien slim om meteen even boodschappen te doen, want mijn Bonuskaart past inmiddels ook in mijn horloge.
Watch Apps
tekst Harry Hol
Kattenman valt voor horlogehondje Toby | gratis Nu de herfst weer is begonnen en ik bij het raam sta terwijl de regen met bakken uit de hemel valt, denk ik zoals altijd: wat ben ik blij dat ik geen hond heb. Begrijp me niet verkeerd: honden zijn heel leuke, lieve dieren. Bij een ander. Waarom ik dan toch Toby op mijn Watch heb gezet? Misschien omdat deze Tamagotchi-variant mij een hondje geeft dat níet onze katten wegjaagt. En waar ik de poep niet van hoef op te rapen met een plastic zakje. Maar Toby moet wel wandelen. De app meet aan de hand van de stappenteller in mijn horloge of ik dat ook echt doe. En het virtuele diertje moet ook gevoed worden en de stok terugbrengen. Waarom is dit leuk? Omdat het er zo schattig uitziet? Of dat je Toby echt uit je iPhone ziet springen en in de Watch ziet verschijnen als je hem op je pols wilt meenemen? Ik weet het niet. Ik weet wel dat dit een heel originele gratis Watch-app is, die van deze kattenliefhebber een héél klein beetje een hondenmens maakt.
Een app voor hardcore lijstjesmakers Todoist | gratis, premium versie € 32,99 per jaar Er komt geen einde aan de lijst met to-do-apps voor iOS. En natuurlijk wordt ook de Apple Watch inmiddels overspoeld met deze productiviteitshulpjes. Meestal voegen ze niet zo veel toe aan de aloude Herinneringen-app in iOS. Todoist doet nét even wat meer, door heel eenvoudig herinneringen in projecten te plaatsen en door een intuïtieve Watch-app. De bulk van de functionaliteit bedien je met je telefoon, maar op het horloge kun je huidige en toekomstige taken zien, en via spraak taken toevoegen. Dat laatste is best geavanceerd. Als ik zeg ‘Vanavond om half negen naar het theater’ dan wordt de herinnering ook met de juiste datum en tijd opgeslagen. Taken afvinken gaat door op het scherm te tikken. Het enige wat jammer is, is dat notificaties alleen werken in de premium versie, en die kost € 32,99 per jaar. Je zult dus zelf je to-do’s constant moeten checken om geen deadlines te missen. Desondanks een heel prettige app voor hardcore lijstjesmakers.
Niet langer een bonk in je kontzak Stocard | gratis Een van de meest briljante ervaringen met mijn Apple Watch was tijdens mijn laatste vliegreis, waarbij ik via de Wallet-app mijn boardingpass op mijn horloge had staan. Welkom in de toekomst! Een ‘concurrent’ van Wallet is Stocard, waarmee je allerlei klantenkaarten in je telefoon en daarmee ook op je Watch kunt zetten. Denk aan Air Miles, Bonuskaart, IKEA Family en nog een aantal andere bekende Nederlandse klantenkaarten. Door Stocard in de dock van mijn horloge te plaatsen heb ik nu altijd mijn kaarten bij de hand en hoef ik ze niet meer allemaal in mijn portemonnee te stoppen. Ik weet niet hoe het bij jou zit, maar bij mij is dit het verschil tussen een enorme bonk in mijn broekzak of een comfortabeler, platte beurs. Nu alleen nog Apple Pay in Nederland en ik hoef helemaal geen portemonnee meer te hebben. Stocard is wat mij betreft ‘Watch App van de Maand’!
| 77
tekst Natasja van Loon
Pussy Album Stella Bergsma iBooks Store | € 12,99 Honderd pagina’s vergde Umberto Eco van je om je met zijn De naam van de roos in de belevingswereld van een middeleeuwse monnik te brengen. Stella Bergsma kan het met vijftig pagina’s af. Daarna ben je net zo afgesneden van de wereld als Eva, het hoofdpersonage van Bergsma’s debuut Pussy Album. Eva, die zichzelf een ‘oud meisje’ noemt, is een aan alcohol verslaafde lerares die wordt ontslagen als ze een affaire met een leerling begint. Bergsma koos voor een monologue intérieur en gebruikt taal daarbij als een mitrailleur. ‘Er zijn geen taboes bij schrijven, taal is de vrijheid van de geest,’ zegt Eva aan het begin van het boek, als ze nog voor de klas staat. Een sleutelzin die voor de auteur zelf een adagium lijkt. Bergsma schuwt geen enkel taboe. Eva’s neergang in seks en drank voltrekt zich in een meedogenloos ritme. Een rauw, gedurfd en provocatief verhaal dat voortdendert naar een noodlottig einde en enkel draaglijk blijft door Bergsma’s sprankelende taalvondsten en vaak absurdistische humor. Bergsma stelde bij het uitkomen van Pussy Album dat ze met Eva een vrouwelijk Bukowski-personage wilde creëren, omdat zoiets eigenlijk nog niet bestond in de literatuur. Missie geslaagd, wat mij betreft.
Boeken
De meisjes Emma Cline iBooks Store | € 6,99 De gevaarlijke wanhoop van meisjes is ook het onderwerp van Emma Cline’s debuutroman De meisjes, dat óók een stilistisch meesterwerk is, maar op een iets andere manier. Bij Cline zit alle virtuositeit in de observaties, die juist door de precisie waarmee ze geformuleerd zijn, onheilszwanger worden. Cline’s meisjes zijn bovendien nog echt meisjes: pubermeisjes in het Californië van de late jaren zestig, die snakken naar gezien worden. Zoals verteller Evie Boyd, die na de scheiding van haar ouders in een hippiecult terechtkomt. Het is onmogelijk om in cultleider Russell niet meteen Charles Manson te herkennen, en inderdaad, dit is een gefictionaliseerde hervertelling van de Manson-moorden. Een bekend verhaal dat in Cline’s handen echter zo veel meer wordt dan alleen een fraai tijdsbeeld. De Meisjes concentreert zich namelijk niet op de cultleider zelf, maar op zijn volgelingen. Voor de eenzame, naar liefde hongerende Evie is Russell een ver idool, het zijn de meisjes die haar behoefte vervullen en haar aan de groep binden. Cline beschrijft met weergaloos inlevingsvermogen hoe machteloos en kwetsbaar meisjes in de wereld staan en hoe dodelijk dat kan uitpakken in een omgeving van misbruik. En juist dat maakt haar bewerking een uitzonderlijke roman over een thema dat nooit aan urgentie inboet.
Fun Home, A Family Tragicomic Alison Bechdel iBooks Store | € 7,99 Alison Bechdel is vooral bekend van de Bechdel-test, gebaseerd op een scène in haar serie Dykes to Watch Out For, waarin de personages de vrouwvriendelijkheid van een film op een aantal kenmerken toetsen. Zo moet daar minstens één scene in zitten waarin vrouwen een gesprek hebben dat niét over mannen gaat. In Fun Home, Bechdels getekende memoires, overtreedt ze die regel noodzakelijkerwijs, het hele boek gaat over haar relatie met een man: haar vader. Die relatie is – uiteraard – complex. Terwijl Bechdel worstelt met haar seksuele oriëntatie, weigert haar vader om zijn eigen homoseksualiteit onder ogen te komen. Hun overeenkomsten openbaren zich in uitersten, met name op esthetisch gebied. ‘Ik was Sparta tegenover zijn Athene. Modern tegenover zijn Victoriaanse tijd.’ Terwijl Alison compenseert voor haar vaders ‘onmannelijkheid’, probeert hij haar meer vrouwelijkheid op te leggen. Fun Home snijdt niet de lichtste onderwerpen aan: genderrollen, emotioneel misbruik, zelfmoord. Het is ook een boek van ongekende rijkheid, zowel inhoudelijk als qua beeld. Elk plaatje is zorgvuldig gedetailleerd en oogstrelend uitgevoerd in zwarte lijnen en grijsgroene gewassen inkt. Fun Home is sinds de verschijning in 2006 veelvuldig bekroond en werd zelfs tot een toneelstuk verwerkt. Ook nu nog is het een van de belangrijkste graphic novels ooit gemaakt.
78 |
★ David Bowie iTunes | € 9,99 Als ik dit stukje schrijf, is het één dag nadat het nieuws van David Bowie’s overlijden de wereld overspoelde. Zo euforisch als pers en publiek waren bij het verschijnen van ★ (spreek uit: Blackstar), zo droevig is de muziekwereld nu gestemd. Het is duidelijk dat het album, dat uitkwam op Bowie’s 69ste verjaardag en twee dagen voor zijn dood, de zorgvuldig georkestreerde zwanenzang is van een van de grootste vernieuwers en performers uit de popmuziek – iemand die altijd het avontuur opzocht, maar evenzogoed carrièregewijs weinig aan het toeval overliet. Dus ook zijn dood niet. Een dergelijke zwanenzang (zoals achteraf blijkt vol omineuze teksten en vooruitverwijzingen naar zijn dood) zou slechts ’s mans allerlaatste performance hebben kunnen zijn, als die euforie niet zo ontzettend terecht was. Het is nu weliswaar lastiger om de plaat buiten zijn context te beluisteren, maar wie hem zoals ik hoorde vóór Bowie’s dood, kan redelijk onbevooroordeeld zeggen dat het zijn beste werk is sinds Scary Monsters (And Super Creeps) uit 1980 en zijn meest experimentele sinds Low uit 1977. Bowie nam ★ niet op met oudgedienden, maar met vijf jonge honden uit de New Yorkse jazz-scene. Die liet hij vervolgens stoeien met onder meer rock en breakbeat. Het resultaat is verrassend, speels, onorthodox, edgy en uiterst muzikaal. Het indrukwekkende, tien minuten durende titelnummer, dat in twee stukken uiteenvalt die op wonderlijke wijze weer bij elkaar komen, lijkt een muzikale samenvatting van zijn vijftigjarige carrière: breakbeats en elektronica worden gekoppeld aan vette saxofoons en een spookachtig mooie melodie. Het eerder in 2014 met een big band opgenomen Sue (Or In A Season Of Crime) heeft een rock-make-over gekregen, en in Girl Loves Me keert Bowie terug naar een oude liefde: de taal Nadsat die Anthony Burgess gebruikte in zijn A Clockwork Orange (‘Cheena so sound, so titi up this malcheck, say’). De plaat sluit af met twee ‘normalere’ nummers, waaronder het wonderschone Dollar Days: ‘If I’ll never see the English evergreens I’m running to /It’s nothing to me.’ Bowie leek zijn lot omarmd te hebben. Velen, onder wie ik, zullen nog wel een tijdje rouwen, maar het vervult me ook met grote bewondering dat je op deze manier afscheid kunt nemen. Out with a bang.
Good Music Beautiful People Protection Patrol Pinkerton iTunes | € 8,99 Je zult maar fan zijn van deze band en op een feestje hun naam willen uitspreken na tien biertjes. ‘Prut... Pra... eh, de Belgische Vampire Weekend!’ En daar kom je dan mooi mee weg, want
Muziek
tekst Tonio van Vugt
PPP is vrolijk en dansbaar met een enigszins melancholieke inslag, Afrikaanse ritmes en een Talking Heads-achtige artiness – vink alle vakjes maar af. Dat is niet héél erg, want de liedjes op hun eind vorig jaar verschenen tweede album zijn zeer aanstekelijk, zoals Backseat met zijn licht jankende gitaartje en het door electro beïnvloede Ruby’s Code (I Was A God). In eigen land gooien ze hoge ogen: de Belgische Metro noemde het de beste Belgische plaat van het jaar, en HUMO verkoos One Of These Days tot een van de beste songs van 2015, naast Bowie’s Blackstar.
Good Advice Basia Bulat iTunes | € 8,99 Meer aanstekelijke, dansbare indiepop komt van de Canadese singer-songwriter Basia Bulat, die voor de productie van haar vierde plaat Jim James van My Morning Jacket in de arm nam. James nam ook een groot deel van de instrumenten voor zijn rekening, met als gevolg een voller, traditioneler bandgeluid vergeleken met haar vorige platen. Opener La La Lie met zijn Motown-achtige beat zet de toon, maar gas wordt teruggenomen in songs als The Garden, dat bestaat uit alleen een reverbgitaar en ambient drones. Bulats licht hese stem is misschien niet ieders kopje thee, maar de lome, dromerige afsluiter Someday Soon, een prachtig staaltje Phil Spector-light, is een absolute aanrader.
| 79
Games
Puzzelen maar!
tekst Harry Hol
We gaan puzzelen deze keer. Puzzelen tot de wereld in één groot doolhof verandert. Ontsnappen is moeilijk, maar gelukkig ook heel plezierig. Welkom in de MacFan GameGids, hersenkraker-editie.
Monument Valley 2 iOS App Store | € 5,49 Dit is het vervolg op Monument Valley, een verrukkelijke puzzel-game in een wereld die doet denken aan het werk van M.C. Escher. En terwijl ik dit opschrijf, besef ik opeens hoe moeilijk het is om dit in woorden uit te drukken. Een poging: stel je de eeuwigdurende trap van Escher voor, die speelt met perspectief zodat de trap eindeloos omhoog lijkt te lopen. Stel je nu voor dat een deel van die trap beweegbaar is... ok, ik krijg al hoofdpijn. Monument Valley 2 speelt gelukkig heel intuïtief en dankzij de serene muziek en strakke vormgeving is het een lust voor het oog. Daar komt bij dat de hoofdpersoon en haar dochter perfect zijn geanimeerd en door hun gedrag en relatie onmiddellijk emoties oproepen. Dichter bij kunst komt een mobiel spelletje volgens mij niet. Het is overigens niet nodig om deel 1 eerst te spelen, maar het is wel aan te bevelen. Gewoon, omdat dat ook een fantastisch rustgevend puzzelspel is.
FRAMED 2 iOS App Store | € 5,49 Een ander vervolg is FRAMED 2, een ontzettend leuke puzzelgame met een unieke twist. In dit spionage-avontuur is het aan jou om een geheim agent te helpen tijdens zijn missie. Jaja, dat hebben we vaker gehoord. Maar dit is echt anders. Het spel wordt gepresenteerd als een stripverhaal, waarin de held per plaatje een actie uitvoert. Het is aan jou om de plaatjes in zo’n volgorde te zetten dat de held succes heeft in zijn missie. Hierbij moet je ook echt ‘om een hoekje denken’, want de volgorde van de plaatjes verandert de hele spelwereld. En weer vraag ik me af waarom ik een spel probeer te beschrijven dat eigenlijk niet te beschrijven is zonder dat je het ziet. In elk geval is het erg leuk vormgegeven, in een film noir stijl, met spannende spionagemuziek. En nog verdraaid moeilijk ook.
The Witness Mac App Store | € 43,99 Het beste bewaar ik deze keer voor het laatst. The Witness kwam vorig jaar al uit voor de pc, maar is inmiddels ook voor de Mac beschikbaar. Je speelt dit spel vanuit de eerste persoon (denk aan spellen als Doom of Call of Duty – maar nu zonder wapens of vijanden) en je verkent een mysterieus eiland vol met puzzels. Al deze puzzels zijn varianten op doolhoven, waarbij je een lijn van start naar eind moet tekenen. Gaandeweg bevatten doolhoven steeds meer vreemde symbolen, die de eigenschappen van het labyrint veranderen. Eigenlijk moet je door te spelen een heel nieuwe beeldtaal leren, wat veel boeiender is dan mijn omschrijving doet vermoeden. Het oplossen van puzzels vraagt ook goede observatie, want de omgeving bevat vaak cruciale hints voor de oplossing. De sfeer van deze game is meesterlijk, en zit vol met verwijzingen naar allerlei filosofen en stromingen. Wie zijn brein dus eens flink aan het werk wil zetten, is met The Witness tientallen uren zoek. Ikzelf begon ook in de ‘echte wereld’ opeens aanwijzingen te zien voor niet bestaande puzzels, zo zeer verdronk ik in deze beeldschone wereld.
80 |
Film
tekst Erik Kersten
Een geschilderde film In de documentaire China’s Van Goghs (2016) kijken Xiaoyong Zhao en zijn collega-schilders, tijdens een spaarzaam pauzemoment, naar Lust for Life (1956). In deze film van Vincente Minnelli kruipt Kirk Douglas in de huid van Vincent van Gogh. Ondanks de cultuur-, tijds- en oplageverschillen is het voor de Chinese schilders niet moeilijk mee te leven met hun getroebleerde collega. Voor de westerse markt kopiëren ze aan de lopende band werken van Van Gogh en andere grote meesters en verdienen daar een schamel loon mee. Ze hebben net opdracht gekregen om 800 ‘Van Goghs’ te maken in 40 dagen voor hun opdrachtgever in Amsterdam. Het zijn enorme aantallen. Maar het kan nog gekker. Op 26 oktober gaat Loving Vincent in première. Hierin wordt het tragische einde van de kunstenaar onderzocht in een fictief plot met personages uit Vincent van Goghs schilderijen. Maar dat plot is bijzaak, deze film kijk je om de vorm. Loving Vincent brengt het voorbeeld uit 1956 en de enorme productie van de Chinezen op bijzondere wijze samen. Het is namelijk een animatiefilm die op extreem arbeidsintensieve manier tot stand is gekomen. Elk frame is met de hand geschilderd.
Olieverfanimatie Het team achter de film heeft er vier jaar over gedaan om hiervoor een hanteerbare werkvorm te vinden en nog eens twee jaar om alle werken met 125 schilders in studio’s in Gdansk, Wroclaw en
Athene te schilderen. In de praktijk betekent dit dat er meer dan duizend verschillende olieverfschilderijen zijn gemaakt, die vervolgens voor elk filmbeeldje aangepast werden. Omdat er van elk schilderij een hele serie subtiel verschillende versies is gemaakt, komt het totaal op 65.000 schilderijen. Het is een duizelingwekkende hoeveelheid werk. Loving Vincent is de overtreffende trap van iets dat ooit is begonnen met handgetekende animaties van tekenaars als Winsor McCay, Max Fleischer, Ub Iwerks en Walt Disney. Op een bepaalde manier is de film zelfs een stap terug. Rond 1910 al werd het principe van de celanimatie gepatenteerd, waarbij alle elementen in de animatie op een transparant vel stonden. Elementen die in exact dezelfde vorm terugkeerden in het volgende frame, hoefden zo niet opnieuw getekend te worden. Dat scheelde veel tijd. Daarvóór werd elk frame, zoals in Winsor McCay’s vroege animatieklassieker Gertie the Dinosaur (1914), met de hand getekend. Maar een huzarenstuk als Loving Vincent, waarin élk frame met de hand is geschilderd, is nog nooit vertoond.
Rotoscoping De nieuwe Van Gogh-film valt onder de animatievorm rotoscoping. Bij deze techniek, al in 1915 door Max Fleischer uitgevonden, worden scènes die met echte acteurs en in echte sets zijn opgenomen overgetrokken op tekeningen. Mensen zien er met deze techniek veel realistischer uit dan in traditionele animatiefilms. Een van de bekendste rotoscope-films is de videoclip voor Take On Me (1985) van A-ha. Richard Linklater gebruikte een digitale vorm van rotoscoping in Waking Life (2001) en A Scanner Darkly (2006). Ook voor Loving Vincent zijn echte acteurs gecast. Maar waar ze in moderne rotoscope-films scènes spelen die in de computer overgetrokken worden, vormen de scènes hier de basis voor de honderden schilderijen. Zo’n 100 daarvan zijn nageschilderde werken van Van Gogh zelf. Die zijn allemaal in de film te zien en zitten dus in het plot verweven. Dat doet nogal geforceerd aan. Omdat de scènes al opgenomen waren en elke schilder er ‘slechts’ een Van Gogh-stijl overheen moest gooien, lijken deze kunstenaars toch vooral op die in China’s Van Goghs. In een tempo van 12 schilderijen per seconde raast de film zo aan je voorbij. Het resultaat is uitputtend en een extreme vorm van style over substance. Maar vooral ook schitterend om te zien.
| 81
Column 82 |
Geanimeerde eenhoorns tekst Renske de Greef beeld Pim Top Een van mijn eerste kennismakingen met emoticons moet ergens in 2002 zijn geweest: een e-mail van mijn toenmalige baas. ‘Na de vergadering gisteravond is de prullenbak wéér niet geleegd. :( .’ Ik vond dit misschien wel een van de grappigste berichten die ik ooit had gekregen – het ging hier namelijk om een serieuze mail. Deze sad smiley van leestekens was gemeend. Mijn baas – een man van middelbare leeftijd die graag bruine suède loafers droeg – had ‘s ochtends naar de prullenmand gekeken, was achter de computer gaan zitten en had vervolgens in alle oprechtheid zijn diepe, diepe teleurstelling geuit door een dubbele punt en een haakje-openen achter elkaar te zetten. Ik lachte smakelijk en zwoor vervolgens nooit zo’n ridicule emoticon te gebruiken. En ja, natuurlijk, zoals het wel vaker gaat met mijn meer boude uitspraken – het is inmiddels vijftien jaar later en ik kan niet meer zonder. Het is makkelijk om de emoticon belachelijk te maken: leestekengezichtjes die een trieste komma huilen of door het gebruik van een 8 grote ogen opzetten. Infantiel, zou je kunnen zeggen, alsof je kleuterberichten stuurt: IKKE BLIJ VANDAAG! Toch denk ik dat emoticons veel meer zijn (of kúnnen zijn) dan flauwe decoratie. In mijn vriendengroep is er één persoon die ze stelselmatig weigert te gebruiken
(misschien niet geheel toevallig een docent Nederlands). Hij noemt ze een zwaktebod en vindt dat zijn berichten voor zichzelf moeten spreken. Een standpunt waarmee hij eigenlijk het mijne onderstreept: emoticons voegen daadwerkelijk iets toe aan de hedendaagse communicatie. En natuurlijk, je kan ervoor kiezen om zo’n toevoeging te negeren, maar dat vind ik net zo’n zinnige onderneming als besluiten geen uitroeptekens of de letter k te gebruiken: je kán het doen, maar waarom zou je? De emoticon heeft ons ten slotte hét ontbrekende leesteken gegeven: het ironieteken. Nu is het verlangen naar een ironieteken niets nieuws – een Belgische lithograaf schijnt in 1841 al een versie van een ironieteken te hebben gebruikt. En in de loop der jaren zijn er allerlei voorstellen gedaan: een vraagteken dat de andere kant uit kijkt, een soort zwierig uitroepteken, maar geen enkele heeft ooit een plek veroverd in ons leestekenarsenaal. Onbegrijpelijk, denk ik nu, want zoals ik me wel vaker afvraag bij moderne gemakken (de Snuggie, wattenstaafjes, elkaar vinden op een festival): hoe dééd men dat vroeger? Hoe schreef je een brief zonder het risico te lopen dat je geliefde een grappig bedoelde opmerking verkeerd zou begrijpen? Hoe stuurde je kritiek naar een collega terwijl je het tegelijkertijd luchtig hield? Hoe uitte je zelfspot zonder over te komen als een zwartgallige zelfhater? Hoe?! De bevriende docent Nederlands zou zeggen: door precies te zijn. Door slim te schrijven. Door op je woorden te letten. Door onmiskenbaar grappig te zijn. En: ja, dat zal allemaal wel, maar veel mensen zijn onhandig en slordig en ongetalenteerd en MISVERSTANDEN WORDEN GESMOORD EN RELATIES WORDEN GERED DOOR DE KNIPOGENDE SMILEY, OKÉ? En na de emoticon kwamen de emoji: Japanse plaatjes die je meestuurde met je apps, en die leverden hier en daar wel wat meer vragen op (wat wil iemand vertellen als-ie een oogbal stuurt? Die twee handen op elkaar, zijn die aan het klappen of aan het bidden? Is er ooit, óóit een goede reden om de smiley met uitstekende tong te gebruiken?). Doordat ze multi-interpretabel zijn, wordt de context weer belangrijker – als het tenminste echt je intentie is om zo duidelijk mogelijk te communiceren. En nu heeft Apple de Animoji aangekondigd: geanimeerde emoji met gezichtsherkenning, het diertje op het scherm doet zo goed mogelijk jouw broeierige it’sbusiness-time-blik na. En: ik weet het nog niet zo goed met de Animoji. Doordat ze voor iedereen anders zijn, kunnen ze nooit een uniforme code vormen. Wellicht gaan ze op een manier een toevoeging bieden die ik nu niet kan voorspellen, maar ze voelen meer als ijdelheid, als vrolijke Snapchatfilters 2.0. De ;) is zoveel meer. Het is geen geintje, het is een gebruiksvoorwerp voor iedereen, een nuttig onderdeel van een wereldwijde taal. Dus ik vraag me af of ik de Animoji ooit echt ga gebruiken. Al weten we allemaal hoe dat afloopt. Geef het vijftien jaar en ik communiceer nog enkel via een paarse eenhoorn.
Zuivere vorm. Verfijnde functie. •Nieuwe USB-C aansluiting
•Inclusief USB 3.0-adapter
•Capaciteiten tot 8 TB
•Volledig aluminium behuizing
APPLE PREMIUM RESELLERS