3 minute read
IAMM springplank naar industrieel metaalprinten
Het doel van het IAMM (Industrial Additive Manufacturing in Metals) is maakbedrijven, met name bij het MKB, bewust te maken van wat met metaalprinten haalbaar is, net zo goed als waar het tekort schiet ten opzichte van alle bekende, conventionele oplossingen. “Metaalprinten heeft specifieke voordelen, maar niet alleen dat. Je moet de voordelen optellen en de nadelen aftrekken en onder aan de streep moet je beter uitkomen met de nieuwe oplossing. Bovendien dien je de volledige keten in ogenschouw nemen”, aldus de Fontys onderzoeksleider. Hij is initiatiefnemer van IAMM. De drie hogescholen worden ondersteund door meerdere universiteiten, brancheverenigingen, opleidingscentra en hightech bedrijven. De samenwerken moet het metaalprinten een impuls te geven. Gezien het potentieel, heeft de technologie immers nog niet de omvang die je zou mogen verwachten.
Advertisement
Omdat metaalprinters duur zijn, is het printen van één stuk niet goedkoop. “Dat hoeft helemaal niet onoverkomelijk te zijn; het hangt af van wat er tegenover staat. Maar het vinden van de voordelen is niet heel eenvoudig, want metaalprinten is complex en onderdeel van een keten met tal van onderlinge afhankelijkheden, meer nog dan bij de meeste conventionele vervaardigingstechnieken”, zegt Van der Mast. Denk aan complexe vormen die in één geheel kunnen worden geprint. Personalisatie van producten. Of lichtgewicht constructies. Daarom pleit hij voor samenwerking in de keten, een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle transitie. “Die ontbreekt. De ontwerper en de werkvoorbereider moeten elkaar makkelijk weten te vinden, of misschien liever nog: in een en dezelfde persoon verenigd zijn. Beslissingen die de ontwerper neemt, hebben namelijk grote gevolgen verderop in de keten, zoals bij de ‘support structures’.” De hoeveelheid die de werkvoorbereider ervan moet toevoegen, hangt af van de mate waarin de ontwerper erin is geslaagd zijn ontwerp af te stemmen op de karakteristieken van het printproces. Elke support structure kost materiaal, printtijd en extra werk in het post processen omdat alle supports verwijderd moeten worden.
Complementair aan verspanen
Daardoor hapert de marktpenetratie van het metaalprinten, aldus Van der Mast. Hij vindt net als andere deskundigen dat onnodig veel kansen onbenut blijven. “Wat het allemaal bemoeilijkt, is dat het metaalprinten niet alleen voordelen kent, maar ook nadelen. Zo zijn de prints niet erg glad en zijn ze lang niet zo nauwkeurig als draai- en freesdelen. Beide benaderingen - ‘additief’ en ‘subtractief’ - kunnen elkaar echter uitstekend aanvullen. Ze zijn dus complementair. Dit betekent dat soms verspanen het interessantst is en in andere gevallen printen. En in weer andere gevallen een combinatie van beide.”
IAMM
Al met al bestaan er legio mogelijkheden om van metaalprinten profijt te trekken, meent Van der Mast. Hij denkt dat de hogescholen de industrie kunnen helpen. “Zelfs moeten helpen.” Daarom heeft hij het initiatief genomen om de hogescholen Saxion (Enschede, Concept Laster MLab) en Windesheim (Zwolle, EOS M400) en Fontys (Renishaw RenAM 500S) samen te brengen. “Ze reageerden direct enthousiast en we zijn voorzichtig aan een gemeenschappelijk avontuur begonnen.” Inmiddels hebben ze een subsidie aangevraagd en partners erbij gezocht. De drie hogescholen treden als één entiteit op de voorgrond IAMM, Industrial Additive Manufacturing in Metals. fontys.nl/iamm