Automation Magazine nr 219 (NL)

Page 1

THE LARGEST PROFESSIONAL COMMUNITY IN INDUSTRIAL AUTOMATION

219 MAART 2020

11.000 SUBSCRIBERS

Driemaandelijks tijdschrift van InduMotion vzw – 50e jaargang Maart - april - mei 2020. Afgiftekantoor Turnhout – P309959

DOSSIER

‘Veiligheid in aandrijftechnieken’ P19 - Accolade Wines: geen wijnverspilling dankzij machine learning P24 - 98% van de Belgische bedrijven heeft cybersecurity kwetsbaarheden P29 – Professor Sylvia Wenmackers over de verborgen wetenschap achter ons dagelijks leven


Snellere en eenvoudigere weg naar een betere machine: met XTS Voordelen van XTS: Circulaire beweging Flexibel modulair systeem Individueel bewegende movers

Gebruikersvoordelen: Geminimaliseerde voetafdruk Software-matig configureerbaar Verbeterde beschikbaarheid Verhoogde productie Kortere doorlooptijd tot afgewerkt product

www.beckhoff.be/xts Overal ter wereld moeten fabrikanten steeds meer geïndividualiseerde producten aanbieden – met machines die de voetafdruk verkleinen en tegelijkertijd de productiviteit verbeteren. Dit wordt mogelijk gemaakt door het XTS eXtended Transport System in combinatie met PC- en EtherCAT-gebaseerde besturingstechnologie. De hoge mate van ontwerpvrijheid maakt nieuwe machineconcepten voor transport, handling en montage mogelijk. In de roestvrijstalen hygiënische versie is de XTS ideaal voor gebruik in de farmaceutische en voedingsmiddelenindustrie. Vrije installatiepositie Compacte constructie Vrij te kiezen geometrie Weinig mechanische onderdelen en systeemcomponenten


EDITO DOOR HUGUES MAES / VOORZITTER INDUMOTION

‘ALLES IS IN BEWEGING’ U leest een vernieuwd Automation Magazine en u zal opgemerkt hebben dat het magazine zelfs anders aanvoelt. De raad van bestuur van de beroepsfederatie InduMotion en de redactieraad van Automation Magazine hebben beslist om dit blad voortaan op een 100 procent duurzame manier te laten drukken. Het papier dat we (her)gebruiken is volledig recycleerbaar.

Automation Magazine is in België het grootste vakblad over industriële automatisering. Als marktleider rusten we echter niet op onze lauweren. Integendeel, een marktonderzoek tijdens de INDUMATION-beurs noteerde dat van alle vakbladen (in totaal 18 titels) Automation Magazine het meest werd gelezen en gewaardeerd. Een eigen onderzoek, recent uitgevoerd op vraag van InduMotion, bevestigde die hoge waardering. Automation Magazine heeft veel trouwe lezers. Automation Magazine werd opgericht in mei 1970 – toen nog onder de naam ‘Hydropneuma’ – en onderging doorheen de jaren enkele gedaantewisselingen. Doel hiervan was nog meer abonnees werven – inmiddels staat de teller op 11.000 – en de lezers te blijven inspireren. Wij gebruiken vanaf nu dan ook trots de nieuwe slagzin ‘The Largest Professional Community in Industrial Automation.’ Automation Magazine blaast dit jaar vijftig kaarsjes uit en die mijlpaal is de aanleiding om dit blad te ‘herdenken.’ Marketeer Greet Santy en haar team, alsook het grafische bureau Brontosaurus kregen de opdracht om deze vernieuwing te begeleiden. Daarom is dit eerste nummer van 2020 volledig milieuvriendelijk en duurzaam, is er een nieuwe slagzin, een nieuwe hoofding, een frisse layout en een andere look & feel. Voortaan bezorgt De Post dit magazine ook netjes in een bio-seal, en die is honderd procent biologisch afbreekbaar. Vanzelfsprekend staan onze redactieraad en journalisten ook in 2020 garant voor een interessante inhoud.

‘Panta rhei’, zei de Griekse filosoof Heraclitus, vrij vertaald: ‘alles stroomt of alles is in beweging’, zo dus ook Automation Magazine. Net zoals bij onze fabrieken. De leden van InduMotion en vele lezers van dit magazine zorgen er immers voor dat onze fabrieken (letterlijk) blijven draaien. Op een veilige manier, daarom is het thema van dit nummer van Automation Magazine: ‘Veiligheid bij aandrijftechnieken.’ We kunnen het niet genoeg benadrukken: iedereen moet er zich van bewust zijn dat routine en nonchalant gedrag ieders veiligheid in het gedrang kunnen brengen. Voor veiligheid zijn we allemaal zélf verantwoordelijk, elke dag opnieuw. Je kan dit niet afwentelen op procedures, wetten, comités, de machinefabrikant, de werkgever of de overheid. InduMotion en Automation Magazine wensen u dit jaar een veilige productie!

‘Panta rhei’, zei de Griekse filosoof Heraclitus, vrij vertaald: ‘alles stroomt of alles is in beweging’, zo dus ook Automation Magazine.’

AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 3


4


COLOFON & INHOUD P3 EDITO ‘Alles is in beweging’ P5 INHOUD INDUMOTION InduMotion vzw is de beroepsfederatie voor bedrijven gespecialiseerd in industriële automatisering en aandrijftechnieken (elektrisch, hydraulisch, mechanisch en pneumatisch), die als producent, officiële invoerder of verdeler op de Belgische markt actief zijn. Lid van het Europees comité CETOP.

P6 DOSSIER ‘Veiligheid is nooit een afgewerkt

product’

P9 Hydraulica: vakkennis leidt tot 100% veiligheid P11 Veilige uitschakeling van aandrijving

vzw InduMotion Provinciesteenweg 9 – 3150 Haacht BTW BE0431 258 733 Secretariaat: Gerda Van Keer, tel. +32 471 20 96 73 gerda.vankeer@indumotion.be info@indumotion.be

kan vandaag op diverse manieren

P15 Risico-analyse voor praktische pneumatische

RAAD VAN BESTUUR Hugues Maes (SMC): Voorzitter Bart Vanhaverbeke (Voith Turbo) : Ondervoorzitter Marcel De Winter (Service-Hydro): Secretaris-generaal Guy Mertens (Act in Time): Penningmeester Vincent De Cooman (WITTENSTEIN): Bestuurder Luc Roelandt (Stromag): Bestuurder Jo Verstraeten (Festo): Bestuurder

veiligheid vereist grondige componentkennis

P18 25 jaar HANSA-FLEX België P19 CASE STUDY: Accolade Wines:

geen wijnverspilling dankzij machine learning

P23 NIEUW LID INDUMOTION:

TOEZICHTHOUDERS Adriaan De Potter (Protec) Maciej Szygowski (Doedijns Fluid Industry)

Hydroflex Hydraulics

P24 INTERVIEW Kurt Callewaert:

LEDEN 2020 ABFlex Group – Act in Time – Asco – ATB Automation – Atelier Du Nord – Atlas Copco Compressors – AVD Belgium – Aventics – Bauer Gear Motor – BCI Elektromotoren – Beckhoff – Boekholt Transmissions – Brammer – CC Jensen – Clippard Europe – CQS Technologies – Dana SAC Benelux – Doedijns Fluid Industry – Eriks – Euregio Hydraulics – Esco Drives – Festo Belgium – Focquet – Gearcraft – Habasit – HANSA-FLEX – Hupico – Hydac – Hydraumec International – Hydrauvision – igus – KTR Benelux – LDA – LM Systems/Linmotion – Luteijn Hydraulics – Metal Work België – MGH – Motix – NORD Drivesystems – Norgren/IMI-Precision – Optibelt – Pall Belgium – Parker Hannifin Benelux – Pirtek – Protec – REM-B – Renold PLC – Rexroth – Rittal – Rotero Belgium – Service Hydro – SEW-Eurodrive Belux – Siemens – SKF Belgium – SMC Belgium – Stäubli – Stromag – Sumitomo (Hansen Industrial Transmissions) – Tas L & Co – Testo – Vameco – Van de Calseyde – Vansichen – VB Parts Hydraulic – VDP Automation – Vialec – Voith Turbo – WEG Benelux – WITTENSTEIN – WTS Hydraulics – YASKAWA Benelux

‘98% van de Belgische bedrijven heeft

cybersecurity kwetsbaarheden’

P29 NIEUW LID INDUMOTION: VDP Automation P30 INTERVIEW Sylvia Wenmackers

over de verborgen wetenschap achter

ons dagelijks leven

P37 50 jaar Automation Magazine P39 Siemens Industry Academy:

AUTOMATION MAGAZINE Automation Magazine is een driemaandelijkse uitgave van de beroepsfederatie InduMotion vzw. Het verschijnt in maart, juni, september en december. REDACTIE redactie@automation-magazine.be www.automation-magazine.be ADVERTEREN Jean-Charles Verwaest, tel. +32 475 44 57 91 publiservice@automation-magazine.be VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Hugues Maes vzw InduMotion Provinciesteenweg 9 – 3150 Haacht info@indumotion.be www.indumotion.be REDACTIECOMITE René Decleer, Ludo De Groef, Marcel De Winter, Hugues Maes, Guy Mertens, Patrick Polspoel, Roger Stas, Maxime Vansichen. SECRETARIAAT Gerda Van Keer, tel. +32 471 20 96 73 gerda.vankeer@indumotion.be info@automation-magazine.be REALISATIE Magenta Uitgeverij Designcenter De Winkelhaak Lange Winkelhaakstraat 26 2060 Antwerpen info@magenta-uitgeverij.be

LAY-OUT Ruth Vanvelthoven / Caroline van Dam www.brontosaurus-graphics.be OPLAGE 8.300 ex. NL + 2.700 ex. FR De advertenties en artikelen in Automation Magazine worden ter goedkeuring voorgelegd aan het redactiecomité. Alle advertenties die betrekking hebben op technieken en producten voor industriële automatisering komen in aanmerking voor publicatie.

‘We slaan een duurzame brug tussen

industrie en universiteit’

P41 AGORIA Lichte daling barometer

technologische industrie

P44 PRODUCTEN P48 TECHTELEX P50 AFSLUITER

De artikelen en nieuwsberichten zijn door de redactie geselecteerd. Zij verschijnen gratis en bevatten geen publiciteit. De auteurs zijn verantwoordelijk voor hun teksten. Automation Magazine wordt uitgegeven door InduMotion vzw. Een abonnement op dit vaktijdschrift is gratis en u kan dit aanvragen via het InduMotion secretariaat: gerda.vankeer@indumotion.be. Conform de Europese GDPR-wetgeving stellen wij u in kennis dat Automation Magazine hiervoor uw naam, bedrijf (optioneel) en adres bewaart. Deze informatie wordt nooit met derden gedeeld. U kan uw gegevens altijd via Gerda Van Keer opvragen en laten aanpassen of verwijderen. Automation Magazine paraît aussi en français. © InduMotion 2020 Coverfoto © www.werma.com

AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 5


VEILIGHEID IS NOOIT EEN AFGEWERKT PRODUCT Temidden van populaire evoluties zoals Industrie 4.0, dataanalyse en artificiÍle intelligentie durven we weleens het allerbelangrijkste over het hoofd zien: de veiligheid van u en uw collega’s. In wat volgt geeft Automation Magazine u een overzicht van het complete controleproces: van risicobeoordeling tot op componentniveau, voor zowel pneumatische, hydraulische als elektro(mechanische) gevaren. Voorts vegen we ook nog enkele sterke misvattingen van tafel, te starten met het CE-certificaat. 6


DOSSIER DOOR SAMMY SOETAERT

‘Mijn machine draagt het CE-keurmerk, ik kan dus op mijn beide oren slapen.’ Een vaak gehoorde uitlating, maar we willen ze meteen met veel vuur bestrijden. Neen, een CEcertificaat garandeert géén veilige machine. Sterker nog, ons lijkt het dat de CE-certificatie vooral in het leven geroepen werd om de aansprakelijkheid van fabrikanten te bepérken. Om dat te staven volstaat het om de wetgeving even te fileren. Machinebouwers die hun machines met bouwjaar na 1/1/1995 in Europa willen verdelen moeten zorgen voor een CE certificatie. Die verplichting geldt ook voor het gebruik van oudere machines die een wezenlijke verandering ondergaan. Het aanbrengen van een CE-keurmerk vereist dat er als als eerste stap een risicobeoordeling moet uitgevoerd worden. De bijhorende documenten moet hij vervolgens gedurende 10 jaar verplicht bijhouden. Hier zit evenwel een belangrijk hiaat in de wetgeving: door de internationale aard van de machinebouw is het quasi onmogelijk om die verplichting ook effectief na te gaan. Het technisch constructiedossier moet door de fabrikant bijgehouden worden, maar deze is niet verplicht dit ter beschikking te stellen van de koper. Het doorgeven van de risicobeoordeling, mechanische berekeningen en validatietesten is geen verplichting, want dat zou de eindklant zoveel informatie geven dat deze de machine zou kunnen nabouwen. Helaas zet dit tegelijkertijd de deur open voor malafide aanbieders, want machinebouwers zijn ergens rechter en beklaagde tegelijk. Het volstaat dat machinebouwers verklaren dat hun CE de risicobeoordeling doorliep, maar of dat ook effectief gebeurde is een andere vraag. Het komt voor dat men de CE voorziet zonder risicobeoordeling, maar dat men hoopt dat de verplichte bijhoud-periode van 10 jaar zonder problemen gehaald wordt. Ook met andere verplichtingen uit de CE-wetgeving wordt weleens een loopje genomen.

Machines en systemen evolueren voortdurend. Daarom is veiligheid een continu proces.

Do it yourself! Bovenstaande kritiek op de CE markering leert ons vooral één ding. Het is als eindklant zaak om zelf zoveel als mogelijk veiligheidseisen te stellen aan de fabrikant. Dat kan bijvoorbeeld middels een kwalitatief uitgevoerde risicobeoordeling. In de industrie kunnen meerdere procedures gevolgd worden, zoals de HAZOP (Hazard and Operability Study, populair in de procesindustrie), de risicomatrix, de K&F methode of de populaire risicograaf waarbij het Performance Level wordt bepaald. Welke methode ook toegepast wordt, objctiviteit is een absolute voorwaarde om tot een kwalitatief eindresultaat te komen. Risicobeoordeling Om een risicobeoordeling correct uit te voeren zijn meerdere stappen vereist. De machine zelf wordt eerst afgebakend (waar begint het proces exact en waar stopt het ), het exacte doel en taken van de machine worden beschreven (wat produceert ze, hoe snel gaat dat, welke subtaken worden uitgevoerd,…) en de aanwezige technieken aangeduid (elektriciteit, perslucht, hydraulica, stoom,…). AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 7


Wie 2 aparte machines samenbouwt wordt zelf een officiële machinebouwer en moet dus onder bepaalde voorwaarden de CE voorzien.

Er zit vaak ook een geo-economisch addertje onder het gras. Zie bijvoorbeeld de aanduiding van Europese CE-regelgeving en diens Chinese variant.

Naast de ‘pure’ machineveiligheid moeten ook andere factoren tegen het licht gehouden worden: geluidsoverlast rond de machine, verlichtingsniveau, aanwezigheid van heftrucks, de netheid van de omgeving, de ergonomie, het onderhoudsniveau. Ook die risico’s moeten voorwerp uitmaken van de risicobeoordeling. Vervolgens worden alle risico’s ingeschat volgens de gekozen analysemethode.

brengt als de lascel klaar is met een stuk. In dit geval wordt de samenbouwer beschouwd als machinebouwer, want hij creëerde een nieuwe machine door de combinatie van beide machines. Daarom moet hij een CE voorzien voor het samengebouwde gedeelte. Het volstaat in dit geval dus NIET dat beide machines apart over een CE beschikken, want door ze te combineren ontstaan mogelijk nieuwe gevaren.

Bij de numerieke methode bijvoorbeeld zal elk risico een quotering krijgen op basis van een aantal factoren. Vervolgens zullen er maatregelen voorgesteld worden om de situatie veiliger te maken. Zo kan er ook een prioriteitenlijst geformuleerd worden waarin alle risico’s opgelijst worden met de betrokken veiligheidsnorm en de te nemen maatregelen om een bepaald veiligheidsniveau te bereiken.

Hiërarchie tussen veiligheidsnormen Als eindklant kan u eisen dat een machine voldoet aan een bepaalde veiligheidsnorm. Maar welke normen moeten nu exact toegepast worden? Vooreerst is het belangrijk om weten dat er een onderlinge hiërarchie is tussen veiligheidsnormen. We maken een onderscheid tussen A, B1/ B2 en C normen. Deze laatste zijn de meest specifieke normen, die toegespitst zijn op een bepaald type machine (persen of verpakkingsmachines bijvoorbeeld).

Als de risico reducerende maatregelen vast liggen, kan er dan een inschatting gebeuren van de kostprijs. Het is vervolgens aan de eindgebruiker om te beslissen welke maatregelen hij eerst wil invoeren. De impact op de veiligheid kan vervolgens terug geëvalueerd worden. Dit circulaire proces moet herhaald worden bij elke belangrijke verandering aan de machine. Iedereen machinebouwer Voor de wetgevende instanties dekt het begrip ‘machinebouwer’ een iets andere lading dan wat er in onze sector onder verstaan wordt. Een voorbeeld illustreert dit: bedrijf A beschikt over een lascel van fabrikant B en wil de aanvoer daarvan automatiseren. Men koopt bij fabrikant C een robot aan die de stukken automatisch in de machine

De risicobeoordeling is de ruggengraat van elk veiligheidsproject.

8

Is er geen specifieke norm van toepassing op de installatie, dan wordt overgeschakeld op de B-normen. Deze klasse is in 2 types opgedeeld, B1 en B2. B1 heeft betrekking op veiligheidsaspecten, waarvan de EN ISO 13849-1/-2 een goed voorbeeld is. B2 normen hebben veiligheidsvoorzieningen als onderwerp (De EN953 rond toegangsbeperkende verstelbare afschermingen handbedieningen bijvoorbeeld). Een voorbeeld van een specifieke C-norm is de EN 693 rond hydraulische persen. www.pilz.be

Er zijn meerdere werkwijzes om tot een goed resultaat te komen, hier bijvoorbeeld de populaire risicograaf uit de Machinerichtlijn.


DOSSIER

Goed onderhouden hydraulica houdt vandaag nog weinig risico in.

HYDRAULICA: VAKKENNIS LEIDT TOT 100% VEILIGHEID Hydraulica heeft nogal eens de perceptie tegen. ‘Het is vuil en gevaarlijk’, klinkt het vaak. Meestal komen die opmerkingen voort uit onwetendheid, want wie weet waar hij mee bezig is, loopt weinig gevaar. Veilig werken met hydraulica is vooral een kwestie van weten waar je mee bezig bent. Kennis, vakmanschap en onderhoud vormen de pijlers. We hoeven u het grote voordeel van hydraulica niet meer uit te leggen: als aandrijftechniek is het dankzij de grote energiedichtheid uitermate geschikt om op een beperkte oppervlakte enorm veel kracht te leveren. Omdat de olie zeer dicht is en nauwelijks samendrukbaar is, kan de vloeistof hoge drukken overbrengen. Dat brengt ons meteen tot bij het grootste gevaar van deze energievorm. Drukken van enkele honderden bar zijn niet ongewoon in hydraulische toepassingen, waardoor het minste lek al voor een aanzienlijk gevaar zorgt. Tegelijkertijd zorgt de compactheid van de installatie in vergelijking met de kracht voor onderschattingsgevaar. Wie niet vertrouwd is met hydraulica, kan zich moeilijk inbeelden dat een cilinder van slechts enkele cm diameter toch zoveel kracht in zich kan dragen. Onderschatting van de problematiek is dan ook een groter gevaar dan de techniek op zich.

Alle onderdelen in topvorm houden Onwetendheid is ook de grootste verklaring waarom er wel eens slordig wordt omgegaan met hydraulische systemen. Blijven doorgaan met beschadigde slangen, koppelingen die niet correct gemonteerd worden of slecht uitgevoerde herstellingen komen nog te vaak aan de oppervlakte. Men vergeet daarbij dat de oliedruk zich in heel het systeem op een hoog peil bevindt, en dat het kleinste lek kan leiden tot een groot lichamelijk letsel. Hoe kunnen we dit nu voorkomen? Voor hydraulica geldt dezelfde werkwijze met risicobeoordeling, zoals beschreven in de EN ISO 12100. De specifieke vereisten voor hydraulische installaties worden verder opgelijst in de EN ISO 4413. Grosso modo zijn er daarin 3 prioriteiten vastgelegd: • Alle onderdelen van het systeem moeten bestand zijn tegen drukken die overeenkomen met de maximale bedrijfsdruk van het systeem of over andere veiligheidsmaatregelen beschikken om die maximale druk te weerstaan. • Veel gebruikte veiligheidsvoorzieningen tegen een te hoge druk zijn een of meerdere drukbegrenzingskleppen, die de druk in alle delen van het systeem begrenzen. • Systemen moeten zodanig worden ontworpen, gebouwd en ingesteld dat ze drukpieken en drukstijgingen minimaliseren. AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 9


Een drukpiek en een toegenomen druk mogen geen gevaren veroorzaken. Daarnaast moet elke systeem ook beschermd zijn tegen een onverwachte opstart. Slangenbeheer De kwaliteit van hydraulische slangen is een absolute prioriteit voor wie veilig wil werken. De gevaren van kapotte leidingen zijn even divers als gevaarlijk. Het lichamelijk letsel dat veroorzaakt wordt door een lek kan zeer ingrijpend zijn. De penetratie van een fijne oliestraal onder hoge druk kan diep onder de huidlaag afsterving tot gevolg hebben, terwijl aan de buitenkant nauwelijks iets te merken valt van de impact. Bovendien kan de contaminatie van de bloedbanen met hydraulische olie ook tot bloedvergiftiging leiden.

Hieronder een voorbeeld met met Performance Level b: Hier zijn de opgenoemde componenten aangeduid door resp. VDB, RF, T en N, in combinatie met de veiligheidsklep WV zorgt dit voor een standaard veiligheid. Willen we echter meer zekerheid, dan kan ook kan een systeem opgebouwd worden met diverse extra veiligheidscomponenten en/of een redundante opbouw om een hoger veiligheidsniveau te bereiken.

Daarnaast zijn er nog andere gevaren verbonden aan leidingen: bij het plots losraken kan de slang onder invloed van de druk hevig wegslingeren en schade toebrengen, er is het gevaar op contaminatie van de omgeving bij lekken en olie onder druk kan ook brandgevaar met zich meebrengen. Voorkomen is dus beter dan genezen. Een goed uitgekiend beheer voor uw hydraulische slangen kan hier soelaas bieden. Enkele tips: • Zorg voor een goed magazijnbeheer voor uw slangen zodat ze niet beschadigd raken tijdens de opslag. Slangen gebruiken waarvan u niet zeker weet of ze wel goed verwerkt werden, is vragen om problemen. • Gebruik slangen enkel voor de maximale druk waarvoor ze voorzien zijn, ook voor ‘voorlopige’ reparaties. • Vervang steeds leidingen en aansluitstukken samen. • Gebruik geen leidingen en aansluitingen door elkaar. • Zorg voor de correcte lengte. Zo voorkomt u beschadiging door schuren. • Voorkom draaiingen en bochten. • Respecteer de minimum buigradius. • Monteer de slangbescherming telkens opnieuw • Gebruik slangen met een slijtagebestendige buitenwand. •T est altijd uitvoerig op lekken, draag ook altijd alle nodige PBM’s. Is er toch ergens een lek, wacht dan tot de druk uit het systeem is om actie te ondernemen. • Hou de hydraulische olie in topconditie door adequate filtratie.

Een tweede voorbeeld illustreert dit, hierbij wordt PL e bereikt. Bemerk dat de veiligheid van de beweging hier gegarandeerd wordt door 2 kleppen. Omdat ze beide onafhankelijk werken van elkaar en ze elk op zich de beweging kunnen afschakelen wordt redundantie gecreëerd. Dat is evenwel nog niet voldoende om PL e te bereiken. Daarom zijn beide kleppen ook voorzien van een elektronische monitoring van de positie. Zo wordt elke mogelijke fout meteen gedetecteerd.

Veiligheidsvoorzieningen Ook bij hydraulische installaties gelden dezelfde veiligheidsnormen die eerder aan bod kwamen. Ook hier is het mogelijk om op basis van de Machinerichtlijn te werken, al zijn er voor bepaalde applicaties wel specifieke normen beschikbaar zoals voor hydraulsiche persen (de EN-ISO 16092-3). Ondanks de potentiële risico’s die gepaard gaan met hydraulische installaties kan het gevaar in de praktijk zeer goed ingeperkt worden. Er zijn vooreerst al enkele onderdelen die sowieso de veiligheid al verbeteren, hoewel ze niet meteen als veiligheidscomponent ervaren worden: druklimieten, oliefilters, temperatuurmeters en vulniveausensors bijvoorbeeld. Zo kan al een installatie met een zeker basisveiligheidsniveau gecreërd worden. 10

www.boschrexroth.com www.hydro.be www.pilz.be


DOSSIER

De noodstop is al lang niet meer het eenvoudige veiligheidscomponent van weleer. Met name wat nà de stop gebeurt kan vandaag nauw gestuurd worden.

VEILIGE UITSCHAKELING VAN AANDRIJVING KAN VANDAAG OP DIVERSE MANIEREN Veiligheid is een continu en cruciaal aandachtspunt in onze bedrijven. Zeker bij motoren, met roterende onderdelen, loert het gevaar altijd om de hoek. Een noodstop waarbij de stroom weggenomen wordt, is hierbij lang niet altijd de beste oplossing. Daarom worden in de IEC 61800 enkele specifieke veiligheidsprotocollen opgesteld die de gebruiker kan instellen en die gaan ondertussen veel verder dan de traditionele ‘Safe Torque Off.’ Noodstops zijn an sich ‘domme’ componenten, ze doen niks anders dan de spanning onderbreken, waardoor de machine stopt met draaien. Maar dergelijke kritieke stops doen soms

Bij Safe Torque Off (STO) wordt het koppel weggenomen zodat de drive geleidelijk zal stilvallen. Als de snelheid 0 is, voorkomt STO dat de drive terug opstart.

meer slecht dan goed. Posities worden niet bijgehouden, motoren kunnen nog onder een zekere belasting staan en een heropstart houdt altijd een risico in. Denk bijvoorbeeld aan een bewerkingsmachine waarin een stuk verkeerd aangevoerd wordt, waardoor de bewerking vastloopt en het stuk vast raakt. Een noodstop zal resulteren in het stoppen van de machine. Maar als de persoon die de herstelling uitvoert het vastgeraakte stuk lostrekt, is er altijd een zeker risico dat hij gekwetst raakt omdat het geblokkeerde stuk een beweging

SS1 (Safe Stop 1) gaat een stuk verder: het stilvallen gebeurt hier aan een gecontroleerde snelheid. Eens die snelheid gelijk is aan 0, wordt overgeschakeld op STO.

AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 11


Bij uitgebreidere installaties kan gewerkt worden met een safetyplc, terwijl randappatuur zoals encoders toelaten om bepaalde veiligheidsfuncties uit te voeren.

In dit voorbeeld wordt SLS gebruikt in combinatie met SS1. Als de lieraandrijving om één of andere reden te snel begint te draaien, wordt de snelheid gecontroleerd teruggebracht tot 0. Mocht men hier STO gebruiken in plaats van SS1, dan zou de last kunnen slingeren omdat de drive te abrupt afremt.

van de machine verhinderde. Een gecontroleerde stop, waarbij we exact kunnen instellen wat de machine moet uitvoeren bij een noodstop, is daarom in veel gevallen aangewezen.

onmiddellijk stopgezet. Er is wel een houdkoppel, waardoor de motor in de huidige positie blijft. Er wordt dus geen verdere schade meet toegebracht aan het stuk dat bewerkt wordt op dat moment. Dit type stop wordt vooral gebruikt in wikkel- en verpakkingsmachines. Het grote voordeel van SOS is dat als de veiligheidsfunctie opgeheven wordt er meteen weer kan doorgegaan worden vanaf het punt waarop de stop in voege trad.

IEC 61800 5-2 Om deze noodprotocollen te stroomlijnen, lijstte men in de IEC 61800 5-2 (‘Functional safety of variable speed drives’) meerdere veiligheidsfuncties op met een uitgebreide beschrijving van wat ze precies inhouden. Deze functies hebben soms een overeenstemmende status in de IEC 60204-1, die een meer technische definitie van de noodstopprocedures formuleert. In de IEC 61800 5-2 gaat het dan meer specifiek over hoe een protocol er exact uit moet zien. Dit zijn de meest voorkomende categorieën: Safe Torque off (STO) STO is de basisvorm van een veiligheidsfunctie. Bij een STOinstelling zal een noodstop resulteren in het wegnemen van het koppel. De motorsnelheid zal geleidelijk afnemen tot hij helemaal stil staat. STO is eigenlijk de uitvoering van een traditionele noodstop. Er wordt ook voorkomen dat de drive plots terug opstart. De toepassing van STO ligt vooral in applicaties waar weinig kans is op gevolgschade, transportbanden zijn hier een typisch voorbeeld. Deze veiligheidsfunctie komt overeen met stop categorie 0 in de IEC 60204-1. Safe Stop 1 (SS1) In bepaalde gevallen is het ongecontroleerd uitlopen van de motor ongewenst omdat de toepassing zo net extra schade kan toebrengen aan de omgeving. In dat geval kan beter SS1 gebruikt worden. Bij SS1 verloopt het stilvallen gecontroleerd tot de snelheid nul is. Vanaf een ingestelde vertraging schakelt het proces vervolgens over op STO, zodat de motor niet terug kan opstarten. Typische toepassing van SS1 zijn bijvoorbeeld zaagbladen, centrifuges en stapelkranen. Deze veiligheidsfunctie komt overeen met stop categorie 1 in de IEC 60204-1. Safe Operating Stop (SOS) Bij Safe Operating Stop is er geen sprake van een rembeweging, maar wordt de beweging van de machine 12

Safe Stop 2 (SS2) Ook bij deze functie vormt een gecontroleerde afremming de basis. In tegenstelling tot bij SS1 blijft bij SS2 wel de automatische snelheidscontrole actief. De aandrijving kan dus steeds een koppel blijven leveren, dit om te voorkomen dat de positie niet behouden blijft door externe krachten. De positie in stilstand wordt voortdurend gemonitord door de eerder beschreven SOS. Toepassing van deze methode vinden we onder meer in verticale assen, waar beweging onder invloed van de zwaartekracht moet voorkomen worden. Ook in horizontale toepassingen wordt SS2 ingezet, als er een risico bestaat dat de aandrijving zijn positie niet kan behouden. Ook hier geldt dat deze geïntegreerde functie leidt tot kortere reactietijden. De motoren kunnen dus sneller weer opstarten. De kortere reactietijden hebben overigens ook een invloed op de vereiste veiligheidsafstanden. Operatoren kunnen dus dichter bij de machine komen, waardoor hun ergonomie verbetert. Deze veiligheidsfunctie komt overeen met stop categorie 2 in de IEC 60204-1. Safe Brake Control (SBC) Deze functie wordt in combinatie met STO gebruikt, De Safe Brake Control zorgt voor een controle op de energieloze toestand, waardoor er extra veiligheid wordt gewaarborgd. Bij een probleem in de bekabeling bijvoorbeeld zal SBC er voor zorgen dat de rem actief blijft. Safely Limited Speed (SLS) In deze functie wordt de snelheid van de aandrijving voortdurend gemonitord. Eerst wordt de snelheid teruggebracht en zolang deze vervolgens onder een ingesteld maximum blijft, zijn er geen gevolgen. Als de snelheid toch het


Bij SLS (Safely Limited Speed) wordt de snelheid voortdurend gecontroleerd. Als de maximumdrempel overgeschreden wordt, wordt in dit voorbeeld overgegaan tot STO om de aandrijving stil te leggen.

Applicatievoorbeeld met diverse veiligheidsfuncties en hun werkingsgebied.

maximum overschrijdt, wordt er wel meteen ingegrepen. Deze veiligheidsfunctie wordt vooral gebruikt bij de inbedrijfsstelling van nieuwe machines of om onderhoudstaken uit te voeren waarbij de machine moet blijven werken om bepaalde taken te kunnen uitvoeren.

SLT wordt vaak toegepast bij collaboratieve robots. Bij een overschrijding van de vooraf ingestelde maximumwaarde wordt ingegrepen. Een vergelijkbare functie is Safely Torque Range (STR), waarbij het koppel zich binnen een boven- en ondergrens moet bevinden.

Safe Speed Monitor (SSM) Bij SSM wordt een waarschuwingssignaal gestuurd als de snelheid onder een vooraf ingestelde snelheid duikt. Dit laat toe om vanuit het bovenliggend systeem eerst een evaluatie te maken en vervolgens al dan niet over te gaan tot actie.

Safely Limited Increment (SLI) Hier is afstand de basis van de veiligheidsfunctie. De motor wordt toegestaan om nog een bepaalde afstand af te leggen voor de safe stop procedure begonnen wordt. Als de afstand overschreden wordt moet dit gedetecteerd worden, dus zijn voor deze functie extra incrementele encoders nodig. Typische toepassingen voor deze veiligheidsfunctie zijn rollenbanen.

Safe Direction (SDI) Safe Direction zorgt ervoor dat de motor niet kan bewegen in de verkeerde richting. Deze functie wordt meestal gebruikt in combinatie met SLS. Een operator die iets uit de machine moet halen is met deze functie ervan verzekerd dat ze niet plotseling in de andere richting zal draaien. Safe Brake Test (SBT) Deze functie zal de kwaliteit van rem testen door deze bloot te stellen aan een zeker koppel. Zowel de interne motorrem als een externe rem kunnen getest worden. Deze functie wordt vaak gecombineerd met SBC. Safely Limited Position (SLP) Bj kraantoepassingen wordt deze functie vaak toegepast. De motor mag hierbij niet de vooraf ingestelde limieten overschrijden. Als dat toch gebeurt, zal de motor remmen. Bij de functie is een voortdurende monitoring van de asposities van groot belang. Safe Speed Range (SSR) Niet enkel een overschrijding van een bepaalde snelheidslimiet kan schade veroorzaken, ook een te lage snelheid kan problematisch zijn. Een voorbeeld is een mixer, waarbij te weinig snelheid zou kunnen leiden tot schade aan het recipiënt. SSR zal dus de snelheid bewaken aan zowel de boven- als onderzijde. Safely Limited Torque (SLT) Een functie die vooral bij servodrives gebruikt wordt, want die laten toe om het koppel af te leiden uit de motorstroom.

Safe Cam (SCA) Hierbij wordt de positie van de drive gemonitord. Enkel als die zich binnen een vooraf ingestelde zone bevindt, wordt een safe output signaal gegenereerd. Het gaat hierbij om absolute posities, dus zijn er ook passende encoders nodig. Hoe implementeren? De opgesomde veiligheidsfuncties zijn an sich geen verplichting. Geen enkele instantie zal u verplichten om pakweg SCA te voorzien in uw machines. Wel is het zo dat de verplichte risico-analyse voor machines moet aanduiden welke noodstopcategorie volgens de IEC 60204-1 u moet voorzien. De overeenstemmende veiligheidsfuncties zijn hierbij STO en SS1. STO is meestal standaard voorzien. Fabrikanten kunnen hun veiligheidsplc, al dan niet vergezeld van de nodige periferie, aanbieden met één of meerdere veiligheidsfuncties als bijkomend argument. Het is dan aan u om te bepalen welke veiligheidsfunctie handig kan zijn binnen uw applicatie. Een weloverwogen keuze kan u veel tijd besparen, bijvoorbeeld als u frequent onderhoud moet laten uitvoeren. In andere gevallen zijn er extra encoders nodig om de veiligheidsfunctie uit te voeren, hierbij is het dan zaak om de meerkost af te wegen ten opzichte van het verwachte veiligheidsvoordeel en mogelijke tijdwinst.

AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 13


IPTE Factory Automation

Voorbeeld 1: Het TwinSAFE gamma van Beckhoff Automation Rudi Grouset van Beckhoff geeft ons een inkijk in hun benadering van veiligheid: ‘Wij zijn aanbieder van safetycomponenten voor ISO 13849 en IEC 62061. Ons TwinSAFE gamma behelst onder meer safe input verwerking, safe controller (Safe-PLC) en safe output aansturing. Met deze componenten kunnen we digitale safe signalen verwerken, denk bijvoorbeeld aan noodstoppen, deuren, lichtschermen en veiligheidsmatten. Alle enkelpolige en dubbelpolige digitale safe signalen met harde contacten en OSSD-signalen kunnen zo verwerkt werken. Daarnaast kunnen we ook niet-safe signalen verwerken met TwinSAFE-SC. Met deze technologie is het mogelijk analoge grootheden te meten met twee standaard sensoren van verschillende technologieën. In onderstaande voorbeeld komt dat mooi tot uiting. Hier zien we een snelheidsbewaking van een motor-drive. Eén snelheidsignaal komt van de drive, het 2de signaal komt van een externe encoder. Andere grootheden als temperatuur, druk, volume, enz... kunnen ook bewaakt worden.’ ‘Onlangs werkten we een mooi project af voor IPTE Factory Automation (zie foto), dat is een wereldwijde leverancier van automatiseringsoplossingen voor de elektrische en mechanische industrie. Onze TwinSAFE technologie wordt er ingezet om de complexe veiligheidsvraagstukken te beheren. Zo moet in hun Laser-Plastic-Weldingcel de laserlichtbron bijvoorbeeld steeds worden afgeschakeld wanneer een onveilige toestand zich voordoet. Dit is onder meer het geval als er een veiligheidsdeur open gaat of wanneer de laser shielding niet gedetecteerd wordt. Verder wordt TwinSAFE Distributed Control gebruikt om meerdere controllers te laten samenwerken om zodoende verschillende machines safe met elkaar te koppelen. TwinSAFE stelt ook alle data en diagnose ter beschikking van de PLC en HMI ter plaatse. Via TwinSAFE kan men allerlei signalen verwerken: TwinSAFE FSoE, ProfiNet PROFIsafe Device en ProfiNet PROFIsafe Controller.’

en safe sensoren van de hoofdbesturing, dit alles in een temperatuur bereik van -25°C tot +55°C.’ Voorbeeld 2: Veiligheidskaart in SE6 sturing van Stöber Via een optionele veiligheidskaart in deze sturing kan veiligheidsniveau SIL 3, PL e gehaald worden. Het systeem werkt onafhankelijk van encoders en kan ook remmanagement voor twee remmen op zich nemen. Naast de typische STO functie kan hiermee ook Safe stop 1 (SS1), Safe stop 2 (SS2), Safely-limited speed (SLS), Safe brake control (SBC), Safe direction (SDI), Safelylimited increment (SLI) en Safe brake test (SBT) gerealiseerd worden. Het remmanagement neemt ondertussen het monitoren van de remmen onder de loep, waardoor ze kunnen ingezet worden voor het bewaken van de verticale assen. Daarvoor is extra testen en een testcyclusmonitoring vereist. Voorbeeld 3: MB motoradapter met geïntegreerde rem In deze oplossing zijn er twee remmen aanwezig. Die worden beide onafhankelijk bediend, zodat er sprake is van een echt redundant systeem. Eerst en vooral is er de houdrem achteraan op de motor en anderzijds zit er een rem in de motoradapter tussen de motor en reductor. Zeker bij het beveiligen van verticale assen is dit een grote verbetering. Als de spanning wegvalt, werken beide remmen compleet onafhankelijk van elkaar www.beckhoff.be www.nord.com www.rotero.be www.siemens.be www.skf.com www.vdpautomation.com

‘Een tweede voorbeeld is bij een fabrikant van opslag- en stellingsystemen, waar ons TwinSAFE en TwinSAFE-SC gamma wordt ingezet voor de verwerking van complexe sensorverwerking en het aansturen van safe componenten in de shuttles (zie foto) . Behalve het aansturen van de shuttle is er ook safe draadloze communicatie met de andere shuttles De motoradapter met geïntegreerde rem. 14


DOSSIER

De gevaren van pneumatica beperken zich voornamelijk tot beknellingsgevaar door het in- en uitschuiven van cilinders.

RISICO-ANALYSE VOOR PRAKTISCHE PNEUMATISCHE VEILIGHEID VEREIST GRONDIGE COMPONENTKENNIS Machinebouwers en eindklanten mogen dan steeds meer aandacht hebben voor veiligheid, toch zijn er nog enkele blinde vlekken. Zeker bij technieken die wat minder aan bod komen in veiligheidscursussen en opleidingen. Pneumatica is daar een mooi voorbeeld van. Uit de bijdrage rond risicobeoordeling leerden we al dat de norm EN 13849 nog steeds niet overal toegepast wordt. Onwetendheid - naast meerprijs - is daar ĂŠĂŠn van de voornaamste oorzaken van. Als eindklant raden we u toch aan om op uw strepen te staan en zelf de nodige nadruk te leggen op de veiligheidsprestaties van uw machine. Het gebeurt al te vaak dat machinebouwers -uit vrees dat hun machines te duur worden- afzien van een bepaald Performance Level (PL). Het zelf opleggen van veiligheidseisen vereist evenwel een grondige kennis van alle gebruikte technieken. In wat volgt brengen we u per techniek (pneumatica, hydraulica en elektromechanica) een overzicht van de specifieke gevaren en de vandaag voor handen zijnde oplossingen. Beginnen doen we met pneumatica. Specifieke gevaren Als we deze techniek even van nabij bekijken, dan zien we dat risicoanalyses vaak op gevaren wijzen te wijten aan snel bewegende cilinders. Bij horizontale bewegingen is dit beperkt tot beknelling of gevaar om geraakt te worden door de bewegende cilinder, een risico dat vaak al ingedijkt kan worden door gebruik te maken van een centraal afblaasventiel.

Als de noodstop geactiveerd wordt, zal de perslucht ontlucht worden waardoor deze cilinders zullen stoppen. Bij cilinders die in verticale stand staan, is dat niet voldoende want de zwaartekracht en het eigengewicht kan er voor zorgen dat de cilinder meteen naar beneden komt als de lucht wegvalt. In dat geval wordt onder meer overgeschakeld op remcilinders en blokkeerventielen (zie verder). Naast beknellingsgevaar kan ook perslucht op zich een risico inhouden. Bijvoorbeeld bij het plots losraken van een leiding kan de plotse ontsnapping van perslucht gevaarlijk zijn bij rechtstreekse aanraking met het lichaam. Veiligheidsfuncties Uit de risico-analyse komt niet enkel het gewenste Performance Level naar voor, maar ook de benodigde pneumatische veiligheidsfuncties. In principe moeten die veiligheidsfuncties telkens vergezeld worden van een functie die bescherming biedt tegen onverwachte opstart. Na een storing mag een machine niet automatisch starten zonder een expliciete opdracht daartoe. Er is dus steeds nood aan detectie van primair verlies van druk, dat leidt dan tot een systeemblokkering. Afhankelijk van de risico-analyse zullen de componenten die instaan voor deze veiligheidsfunctie enkelof dubbelkanaalsuitvoering ingezet moeten worden. Bij PL d volstaan enkele uitvoeringen niet en wordt overgeschakeld naar een dubbelkanaalsuitvoering, maar ook dat is nog niet voldoende. Als de noodstop geactiveerd wordt, AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 15


Sommige onderhoudsfuncties zoals lekdetectie en bepaalde calibraties vergen toch nog perslucht. Voor dit geval werd Drukcontrole - of Safe Maintenance Mode - in het leven geroepen, waarbij een lagere veiligheidsdruk kan worden aangehouden om de nodige onderhoudstaken uit te voeren.

valt het ventiel in ‘exhaust positie’, waarbij de lucht wegvalt. Stel nu dat er slechts één van beide kanalen effectief goed werkt en dus de perslucht hierlangs wegvalt, dan kan er een probleem rijzen als de perslucht terugkeert. De gebruiker kan dan niet weten dat er slechts één van de kanalen effectief werkt. Daarom worden deze kleppen voorzien van ‘diagnostic coverage’, waarbij via testcycli wordt nagegegaan of ze effectief hun functie uitgevoerd hebben. Een architectuur met enkel een dubbelkanaalssysteem volstaat dus niet, diagnose is evenzeer nodig. Ook hier geldt dat een systeem slechts zo veilig is als de zwakste schakel. Het valt bijvoorbeeld wel eens voor dat noodstop, safetyrelais en de rest van de kring uitgevoerd worden volgens PL d, maar dat er dan wel een enkelkanaalsklep gebruikt wordt. Het gevolg is dat de machine NIET over PL d beschikt. Dit is toch een belangrijk aandachtspunt want er wordt vaak tegen gezondigd. VIER VAAK VOORKOMENDE FUNCTIES: Drukcontrole (schemavoorbeeld PLd) Veel machines zijn opgebouwd binnen een hekwerk. In veel gevallen zal de perslucht afgeblazen worden indien de deur van het hek wordt geopend. Sommige onderhoudsfuncties zoals lekdetectie en bepaalde calibraties vergen toch nog perslucht. Voor dit geval werd Drukcontrole -of Safe Maintenance Mode- in het leven geroepen, waarbij een lagere veiligheidsdruk kan worden aangehouden om de nodige onderhoudstaken uit te voeren. Stel dat het veiligheidssysteem faalt, dan kan er toch een incident optreden. Om in dit geval PLd te initiëren, kan worden gekozen om over te gaan tot afblazen. Dat sein wordt gegeven via dubbelkanaals drukschakelaars die op de safety input kaart zijn aangesloten. Eens de veiligheidsdruk (bijvoorbeeld 2 bar) overschreden wordt, geven zij het sein aan de veiligheidsPLC om de installatie drukvrij te maken.

16

Bij een veilige stop moet bij een noodstop de cilinder meteen geblokkeerd worden.

Veilige stop (schemavoorbeeld PL d) Verticale cilinders vormen zoals eerder aangegeven een bijkomend risico omdat ze kunnen vallen door het eigengewicht. Bij veilige stop moet bij een noodstop de cilinder meteen geblokkeerd worden. Voor een dubbelkanaalse oplossing volgens Pl d kan dit bijvoorbeeld -zie schema- met een gecombineerde oplossing van een 5/3-ventiel en gepiloteerde terugslagkleppen of een remcilinder, waarbij de bewegende cilinder zelf aangesloten is op een 5/3 ventiel. Het aansturen van de gepiloteerde terugslagklep of de remcilinder verloopt op zijn beurt met een 3/2 ventiel. Bij een noodstop komt het 5/3 ventiel in de middenstand, waardoor de cilinder door een gebrek aan toevoer en afvoer stilvalt. Het 3/2-ventiel komt in zijn ruststand zodat de rem mechanische door een inwendige veer geactiveerd wordt. In het geval van de gepiloteerde terugslagklep zal deze door gebrek aan perslucht op zijn pilootaansluiting pneumatisch blokkeren. Die laatste oplossing wordt vaak ingezet bij retrofit, omdat een remcilinder de inbouw van een nieuwe cilinder vereist. Een terugslagklep kan op de bestaande cilinder geplaatst worden en is een goedkopere manier. Een dubbelkanaalsuitvoering alleen is niet voldoende om PL d te bereiken, daarvoor zijn ook cyclische controletests nodig die zullen testen of beide kanalen nog effectief hun veiligheidsfunctie vervullen. Als die cyclische test niet mogelijk is, zoals in machines die volcontinu werken, dan kan bijvoorbeeld overgeschakeld worden naar componenten met geïntegreerde diagnosecontacten zoals gepiloteerde terugslagkleppen mét standmelder. Veilig ontluchten (schemavoorbeeld: PL e) In deze functie zorgt het openen van de deur van het veiligheidshek voor een veilige ontluchting van het pneumatisch systeem. Ook hier mag er geen onverwachte opstart plaatsvinden. Elementen in de retourleiding mogen ook een veilige ontluchting niet verhinderen of vertragen.


DOSSIER

In dit voorbeeld van veilig ontluchten wordt de ontluchting gerealiseerd door het veiligheidscomponent. Aan de diagnosevoorwaarde wordt voldaan door de controle van 1S1 en 1S2.

In het voorbeeld wordt de veilige ontluchting gerealiseerd door de veiligheidscomponent. Aan de diagnosevoorwaarde wordt voldaan door de controle van 1S1 en 1S2. De veiligheidsventielen moeten zelfs bij een energieuitval of verkeerde reactie ontlucht kunnen worden. Een 3-positie ventiel met gesloten middenstand mag bijvoorbeeld niet gebruikt worden. De veiligheidsfunctie ‘veilig ontluchten’ is evenwel niet altijd toepasbaar. Als de installatie -een robot in de auto-industrie bijvoorbeeld - op dat moment een stuk vastgrijpt, kan dit leiden tot een gevaarlijke situatie. Het kan dus wenselijk zijn dat de veiligheidsfunctie de klembeweging net aanhoudt. In dat geval wordt overgeschakeld naar bistabiele ventielen met extra mechanische veiligheid.

Bij tweehandbediening wordt voorkomen dat de operator met de hand in de machine kan grijpen tijdens de werking.

Er gebeuren 2 zaken in deze functie: de spanning wordt veilig afgekoppeld van de spoelen van de ventielen en de pilootlucht naar deze ventielen wordt extern afgeschakeld. Dat laatste leidt er toe dat de installatie niet meer geactiveerd kan worden, noch elektrisch noch manueel. Tweehandbediening (Schemavoorbeeld: PL c) Bij tweehandbediening worden de bedieningsknoppen zo geplaatst dat de operator niet anders kan dan beide handen gebruiken om de machine aan te zetten. Enkel als beide stuurluchten binnen 0,5 seconde ten opzichte van mekaar ontvangen worden, wordt ook de vermogenslucht geactiveerd. Zo wordt voorkomen dat de operator met de hand in de machine kan grijpen tijdens de werking. www.festo.be www.metalwork.nl www.smc.eu

Veiligheidsventiel met standaard Pl c. Bij overschakeling naar een dubbele uitvoering met extra monitoring kan PL e bereikt worden.

AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 17


25 JAAR HANSA-FLEX BELGIË

HANSA-FLEX BELGIË: EEN SNELLE EVOLUTIE TOT ‘YOUR PARTNER FOR HYDRAULICS’ De groep HANSA-FLEX is in meer dan 42 landen actief en heeft met zijn 430 filialen een wereldwijd netwerk uitgebouwd. Het verhaal van HANSA-FLEX België startte 25 jaar geleden, een jubileum waarbij Automation Magazine even wil stilstaan. De Belgische tak van HANSA-FLEX ontwikkelde zich in 25 jaar tot de toonaangevende ‘Partner for Hydraulics.’ In 1995 werd het eerste HANSA-FLEX filiaal in Gent geopend. Daarna volgden filialen in Antwerpen, Hasselt, Herstal & Fleurus en een ‘Industrieservice.’ Dat laatste bleek noodzakelijk om meer op maat van bepaalde klanten te kunnen werken. Die afdeling biedt een hydraulica service aan waarbij ervaren montageteams alle werkzaamheden inzake onderhoud en herstellingen van hydraulische installaties voor hun rekening nemen. De geografische spreiding is niet toevallig. Het laat HANSAFLEX toe om in heel het land snel een professionele oplossing te bieden zowel op gebied van producten als van diensten in de wereld van de hydraulica. Wie daarbij enkel denkt aan slangen en koppelingen, heeft het mis. Het gamma van HANSA-FLEX is uitgebreid tot ruim 90.000 artikelen: hydraulische slangen, lagedrukslangen, adapters, cilinders, flenzen, dichtingen, hydraulische componenten, offshore slangen, metaal- & PTFE-slangen, meetsystemen, … 18

In een complexe installatie is geen enkel hydraulisch component hetzelfde en is het noodzakelijk om snel te kunnen identificeren over welk product het gaat. Daarom ontwikkelde HANSA-FLEX het unieke identificatiesysteem ‘X-CODE.’ Dat is ondertussen verder geëvolueerd tot het klantenportaal MY.HANSA-FLEX, de perfecte tool om slangleidingen te beheren en wereldwijd te traceren. MY.HANSA-FLEX gebruikers kunnen in één oogopslag alle relevante gegevens raadplegen. Door de registratie van alle productkenmerken van hydraulische verbindingselementen kan preventief onderhoud eenvoudig ingepland worden. Hierdoor verhoogt de beschikbaarheid van de machines en installaties. ‘Het is maar één voorbeeld van de knowhow die in 25 jaar werd opgebouwd. Zo kunnen we elke dag op een efficiënte en persoonlijke manier op de noden van de klanten inspelen’, aldus Tessa De Vos, general manager van HANSA-FLEX België. Als ‘Partner for Hydraulics’ heeft HANSA-FLEX dus alles uit één hand, van toonbankverkoop in de 5 vestigingen (Gent – Hasselt – Antwerpen – Fleurus – Herstal) over technisch advies tot de uitvoering van grote projecten op locatie bij de klant. www.hansa-flex.com


CASE STUDY

GEEN WIJNVERSPILLING MEER DANKZIJ MACHINE LEARNING Tijdens dat proces is vermijden van verlies zeer belangrijk in de kostenbeheersing. Het Gentse bedrijf ML6 wist via machine learning het verlies sterk te reduceren.

Accolade Wines, één van de grootste wijnproducenten ter wereld, is voortdurend op zoek naar innoverende manieren om haar ecologische voetafdruk te verkleinen. Eén van de pijlers in dat streven is het vermijden van wijnverspilling. De Gentse machine learning technologie van ML6 geeft hen daarbij een duwtje in de rug. Liefst 200 miljoen liter wijn wordt er jaarlijks door de installaties van Accolade Wines verwerkt. Daarmee is het bedrijf de nummer één in thuisland UK, en de nummer vijf globaal. De godendrank wordt wereldwijd aangevoerd voor verwerking in Engeland, waar de wijn gefilterd en gebotteld wordt. Carl Cawsey, productieverantwoordelijke van het bedrijf, licht dat proces toe: ‘Wij zijn een echt verticaal geïntegreerd bedrijf, bij ons vindt u met andere woorden alle stappen in het wijnproductieproces. We hebben overal in de wereld eigen wijnmakerijen, die zelfstandig wijn produceren. Hun wijn komt bij ons aan via schip en vrachtwagen, in bulkcontainers van 24.000 liter. Bij aankomst krijgt de wijn een eerste controle en enkele kleine aanpassingen. Vervolgens wordt de wijn opgeslagen in tanks. Later volgt een filtratieproces, gevolgd door het bottelen en de opslag. Dat alles wordt door ons verwerkt via 6 productielijnen, 3 voor de bag-in-box verpakkingen en 3 voor het bottelen. Samen zijn die goed voor gemiddeld 1 miljoen flessen per dag. Van hieruit vertrekt de wijn dan verder naar onze klanten. In ons land gaat het om bekende ketens als Sainsbury’s en Tesco, maar ook de Europese Unie is goed voor 15% van onze omzet. De kans is dus groot dat ook u al één van onze wijnen geproefd hebt.’

Kleine verspilling, grote gevolgen Het bedrijf is al langer een voorloper als het gaat om efficiënt produceren -getuige het binnenhalen van de landelijke Sustainable Manufacturer of the Year Award in 2017 en Manufacturer of the Year in 2018. Toch zat er nog een doorn in het oog van Cawsey: ‘Verspilling willen we hier met alle mogelijke middelen bestrijden. Gemiddeld schommelen bedrijven in onze sector rond de 2% verlies tussen aankomst en afwerking van het product. Wij zaten al rond de 0,8%, dus we scoorden al zeer goed. Maar we wilden nog beter doen. Het volstaat om te berekenen welk bedrag die kleine 0,8% vertegenwoordigt: 1 miljoen pond, omgerekend bijna 1,2 miljoen euro.’ ‘We gingen dus op zoek naar manieren om die 0,8% verder naar beneden te krijgen, maar we zaten intern al aan ons maximum. De voorbije jaren hadden we in het kader van onze voortdurende zoektocht naar efficiëntieverbetering al een echte Industry 4.0 productielijn uitgebouwd. We hadden wat het gevoel dat het verhaal daarrond al geschreven was, we vonden intern niet meteen nog aanknopingspunten om het verlies verder te verminderen. Maar toen kwam ML6 uit jullie thuisland op onze radar.’ Veel gerichter op zoek naar lekken Accolade Wines schakelde ML6 uit Gent in om efficiënter te produceren. In 2013 richtte Nicolas Deruytter ML6 op. In enkele jaren tijd werd een ambitieuze start-up van zes mensen uit de Arteveldestad, een scale-up met 60 medewerkers en vestigingen in Amsterdam, UK en Berlijn. ML6 is een pionier op het vlak van machine learning en behoort met een jaarlijkse

AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 19


groei tussen de 100 en 220% tot de 50 snelst groeiende techbedrijven van België. Voor ML6 schuift Rebecca Brooke mee aan tafel: ‘Onze focus ligt op technologie voor alle soorten bedrijven. We werken in allerlei sectoren, zoals de detailhandel, e-commerce, diensten, financiën, gezondheidszorg, nutsbedrijven, energie en productie.’ ‘We stelden vast dat het proces bij Accolade Wines heel veel data genereerde, die een schat aan informatie bevatten. Het was zaak om daar de juiste acties en prioriteiten aan te verbinden, zodat we een visualisatie konden ontwikkelen die de operatoren een overzicht in realtime geeft over de installatie. Daarom ontwikkelden we een proof-of-concept. Dat bestond uit een dashboard om de wijnstroom van opslagtank tot het vullen van de flessen op een van de zes productielijnen live te volgen. Het dashboard fungeert als waarschuwingssysteem en verwittigt de operator als er zich ongebruikelijk of suboptimaal gedrag op de lijn voordoet dat kan leiden tot wijnverlies. Om dat te realiseren hebben we een zeer gedetailleerd alarmsysteem geprogrammeerd, waarin een zekere opvolging van gebeurtenissen leidt tot een notificatie op het scherm van de operator. Als de wijn bijvoorbeeld te

snel van de filters richting de bottelinstallatie vloeit, zal de operator gewaarschuwd worden. Dat voorkomt verspilling bij de botteling.’ Carl Cawsey pikt in: ‘Voor ons was dat een grote vooruitgang, want tot dan maten we enkel het verschil tussen de aanvoer en de uitvoer om het verlies te bepalen. We wisten met andere woorden wel dat er verlies was en hoe groot het was, maar het was gissen naar de exacte locatie. Nu kunnen we veel gerichter zoeken als er zich een probleem voordoet.’ Gebrek aan openheid is hinderpaal Rebecca Brooke: ‘Het binnenhalen en weergeven van de data was geen sinecure, omdat er in de productielijnen componenten en sensoren van meerdere OEM’s gebruikt worden. Op zich werken die toestellen goed, maar de onderlinge communicatie is vaak een ramp.’ Cawsey: ‘Dat goed krijgen was dé uitdaging in dit project. Fabrikanten zijn zeer beschermend over hun eigen machinedata. Ze zien er het nut niet van in om hun data beschikbaar te maken. Het verzamelen en centraliseren van al die data in één platform was een belangrijke taak in dit project.’ Brooke: ‘Daarnaast was er nog een belangrijke hinderpaal, want er was geen data uit het verleden beschikbaar. Er was

Accolade Wines verwerkt in de fabriek in Zuid-West Engeland 1 miljoen flessen per dag.

20


CASE STUDY dus geen basis waarvan we konden vertrekken. Toch konden we hier machine learning toepassen, dankzij een techniek die ‘unsupervised clustering’ heet. In het begin werden we nog geconfronteerd met alarmen die te vlug afgingen, maar door gebruik te maken van die techniek was het ook mogelijk om gebeurtenissen of patronen die op wijnverlies kunnen wijzen uit historische data te distilleren.’ Carl Cawsey: ‘De resultaten zijn ondertussen zeer goed. Zo kan het systeem van ML6 bepaalde niveaus voorspellen. Toen dat op een bepaald punt volgens onze eigen berekeningen niet kon kloppen, gingen we verder op onderzoek uit. We dachten aanvankelijk aan een kalibratiefout, maar uiteindelijk bleek de waarde die de software van ML6 berekende wél helemaal juist te zijn. In een volgende fase is het de bedoeling om machine learning in het dashboard te integreren en ook op de andere productielijnen in te zetten. Het ultieme doel is uiteraard de efficiëntiemarges verder verhogen. De eindverwachting? In de proof-of-concept is het gelukt om van 0,8% richting 0,68% te gaan. Als we dat resultaat kunnen herhalen in al onze productielijnen zal ik een zeer gelukkig man zijn.’

Het systeem laat de operatoren ook toe om zeer gericht actie te ondernemen. Dat was vroeger niet mogelijk.

www.ml6.eu www.accoladewines.com

AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 21


De nieuwe generatie industrie-gasveren. Met een service die u volledig tevreden zal stellen.

Onze nieuwe gasveren familie NEWTONLINE staat voor langere levensduur, betere loopeigenschappen en meer toepassings mogelijkheden - omdat de Uitschuifkracht meteen ter beschikking staat.

MOTOREN FRANCOYS NEEMT PUMP FLEET SERVICES OVER Motoren Francoys uit Melle neemt Pump Fleet Services over. Beide bedrijven zijn gespecialiseerd inelektrische aandrijvingen en pompen en gaan voortaan als ‘The Rotating Company’ door het leven. ‘We willen elkaar versterken door kennis en expertise uit te wisselen, om zo onze klanten beter te bedienen. We verwachten een mooie groei, zowel in medewerkers als in omzet’, reageren Emmanuel Buyck van Motoren Françoys en Hans Van Der Eecken van Pump Fleet Services. Motoren Françoys ontstond in 1991 en levert producten en diensten op elektrische aandrijvingen en rotating equipment voor de industriële sector. Het bedrijf heeft vestigingen in België en Noord-Frankrijk en telt een groot netwerk van trouwe leveranciers. Sinds 2013 nam Emmanuel Buyck de operationele leiding over. Emmanuel Buyck: ‘Deze overname gaat in tegen de markttendens waarin internationale distributeurs servicebedrijven overnemen. Wij zijn er echter van overtuigd dat onze branche een specialiteit op zich is. We blijven een zelfstandig servicebedrijf met één doel voor ogen: het hoogste rendement halen uit elke machine die elektrisch aangedreven wordt. Het EASA-certificaat dat we dit jaar als één van de 18 bedrijven buiten de Verenigde Staten in ontvangst mochten nemen, is een bevestiging van de kwaliteit die we bieden. Samen sterker Eén van de activiteiten van Motoren Françoys is de revisie en verkoop van industriële pompen. Zo kwam het ook in contact met Hans Van Der Eecken, zaakvoerder van Pump Fleet Services, dat in 1998 werd opgericht en gespecialiseerd is in die activiteit. ‘We kennen elkaar al een tijdje en hebben allebei de ambitie om verder te groeien. Al snel werd duidelijk dat we complementair zijn’, klinkt het bij Emmanuel Buyck.

Dat hebben wij bereikt door het toepassen van nieuwe zuigertechnologie, nieuwe ventiel-techniek en - vooral door het nieuwe rolgroef-design. Meer weten? www.newtonline.ace-ace.com

Hans Van Der Eecken bevestigt: ‘Door samen te gaan geven we perspectief aan een versneld groeiscenario. Bovendien dienen zich diverse synergieën aan en kan ik me met m’n 40 jaar ervaring voortaan concentreren op het aanbieden van concrete oplossingen en services. Dat strookt ook volledig met het DNA van Pump Fleet Services.’

Alles. Altijd. Top. Meer informatie? +32 (0)11 - 960 736

www.ace-ace.com

E

by ACE

S E R VI

C

Vraag de gratis ACE catalogus aan via benelux@ace-int.eu

Voortaan zal de holding dus The Rotating Company heten, met een jaarlijkse geconsolideerde omzet van 10 miljoen euro. ‘We worden dan wel groter, beide entiteiten blijven naast elkaar bestaan. Hans blijft verantwoordelijk voor Pump Fleet Services en ik voor Motoren Francoys. Door intensief samen te werken en kennis uit te wisselen, zullen we meer opdrachten kunnen verwerken en de klanten een totaalpakket kunnen aanbieden. Het wordt voor hen nu een stuk duidelijker en makkelijker.’

www.therotating.company 22


NIEUW LID INDUMOTION

HYDROFLEX HYDRAULICS: INDRUKWEKKEND IN HYDRAULICA Het van oorsprong Belgische Hydroflex Hydraulics maakt deel uit van de beursgenoteerde Flowtech Fluidpower Group; een sterk groeiende internationale organisatie, bestaande uit 20 distributie bedrijven in Europa van technische producten en diensten. Hydraulische slangen, assemblages en overige componenten vormen het grootste deel van het assortiment, dat in totaal uit meer dan 400.000 artikelen bestaat. Hydroflex Hydraulics, kortweg Hydroflex, is een hydraulica bedrijf dat in 1968 is opgericht. Nu, ruim 50 jaar later, heeft Hydroflex haar hoofdkantoor, centrale werkplaats en distributiecentrum gevestigd in Oud Beijerland, circa 20 km ten zuiden van Rotterdam. In Rotterdam heeft Hydroflex een hydraulische slangenservice centrum en in Meise, enkele kilometers ten noorden van Brussel, is het Belgische verkoopkantoor van Hydroflex gevestigd. Sinds 2017 maakt Hydroflex deel uit van de beursgenoteerde Flowtech Fluidpower Group; waardoor continuïteit nog beter gewaarborgd is. Hydroflex levert hydraulische slangassemblages, koppelingen, machines, testapparatuur en vele andere componenten aan de OEM en MRO markt en uiteraard ook aan vele eindgebruikers in heel de Benelux.

Hydroflex is ISO 9001 – 2015 gecertificeerd en heeft duurzaamheid, kwaliteit, veiligheid en klanttevredenheid centraal staan in al haar overwegingen en beslissingen. Dit beleid spreekt vele klanten aan, vandaar dat wij duizenden bedrijven mogen bedienen op het gebied van slangassemblages en overige hydraulica componenten. Door de toenemende samenwerking met de overige bedrijven binnen de Flowtech Fluidpower Group nemen onze mogelijkheden met betrekking tot ‘one-stop-shopping’ steeds verder toe. Ook het enthousiaste team in Meise draagt bij aan de verdere groei van ons klantenbestand in België en Luxemburg. Onze focus is gericht op de markten scheepsbouw, algemene machinebouw, olie- en gasindustrie, reinigingsindustrie, offshore en de petrochemie. Hebben we u nieuwsgierig gemaakt? Neem gerust contact met ons op, we informeren u graag over onze mogelijkheden. U kunt ons bereiken via: Hydroflex Hydraulics Belgium NV Brusselsesteenweg 36 B-1860 Meise T: +32 2 267 41 14 F: +32 2 267 42 25 sales@hydroflex.be www.hydroflex.be

De leveringen vinden plaats vanuit het distributiecentrum in NL en de goederen worden de volgende dag geleverd op de plaats van bestemming in de Benelux. Naast deze service biedt Hydroflex nog veel meer, denk hierbij aan kennis & know-how, test- en spoelfaciliteiten voor hydraulische slangen, voorraad management diensten (VMI), opleidingsfaciliteiten, in- of opmeetservice voor slangen voor bijvoorbeeld prototypes en Just-In-Time leveringen (JIT) ten behoeve van voorraad reductie. AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 23


‘98% VAN DE BELGISCHE BEDRIJVEN HEEFT CYBERSECURITY KWETSBAARHEDEN IN HUN IT EN OT SYSTEMEN’ PROFESSOR SYLVIA WENMACKERS CYBERSECURITY EXPERT KURT CALLEWAERT IS GEFASCINEERD DOOR KANSREKENING (HOWEST) SLAAT ALARM OVER HET GEBREK EN HOE MENSEN TOEVALAAN ERVAREN KENNIS BIJ BELGISCHE BEDRIJVEN. In 2017 zorgde het Wannacry virus voor miljarden schade wereldwijd. Vorig jaar werden in eigen land kleppers als Nyrstar, Asco en Ranson het slachtoffer van een cyberaanval. En 2020 was nog niet goed en wel begonnen of Picanol lag dagenlang plat. Dat is geen toeval, want het aantal cyberaanvallen zit duidelijk in de lift. Helaas blijken onze bedrijven nog steeds niet goed beveiligd.

24


INTERVIEW Kurt Callewaert gooit meteen een markant cijfer op tafel: ‘Om de 11 seconden is er wereldwijd een ransomware aanval. Dat is een zeer makkelijke en goedkope manier om te hacken. Er bestaan eenvoudige programma’s die het internet scannen en zo openstaande poorten aangeven. Die grote toegankelijkheid verklaart veel van de populariteit bij criminelen. Vandaag kun je zelfs een aanval met ransomware op bestelling laten uitvoeren.’ ‘Maar let wel, het is niet omdat een aanval met ransomware achter de rug is dat alle gevaar geweken is. Een dergelijke aanval is uitermate geschikt om diefstal van gevoelige gegevens te maskeren. Getroffen bedrijven kunnen met andere woorden 2 keer getroffen worden: eerst door de cyberaanval en in tweede instantie als de bouwplannen van hun machines of componenten plots op straat blijken te liggen. Het probleem gaat dus verder dan de criminele bende die Bitcoins eist, het gaat vaak om regelrechte industriële spionage waarbij de aanval puur als dekmantel fungeert.’

Kurt Callewaert bij de proefopstelling van de proeftuin rond cybersecurity van Vlaio: ‘We tonen er hoe een installatie zowel vanuit het standpunt van de IT als dat van de OT kan geïmplementeerd worden.’

Blijven hameren op zelfde nagel ‘Beschermen is niet altijd even makkelijk. Ik stel tevreden vast dat bedrijven wel meer sensibilisering en opleiding voorzien rond deze materie. Er wordt al beter gelet op paswoordgebruik en quasi niemand zal nog klakkeloos op een vreemde link klikken. Maar we moeten ons niet te veel illusies maken: er zal altijd wel iémand zijn die net dat ene moment onoplettend is. Hackers zijn ook ongelooflijk vindingrijk, ze komen altijd met iets nieuws. Daarom ontwikkelen we bij Howest nu een andere benadering door de installaties beter te monitoren. We zetten daarvoor IDS/IPS oplossingen in, liefst op basis van AI. IDS staat voor Intrusion Detection System, het tweede voor Indtrusion Prevention System. Die zullen voortdurend het netwerkverkeer scannen, zodat automatisch wordt ingegrepen als er zich een anomalie voordoet. Een bestand dat op zaterdagnacht gedownload wordt zal bijvoorbeeld al de alarmklokken doen luiden. Artificiële intelligentie kan hier een grote hulp betekenen om die anomaliën in een vroeg stadium te onderscheppen, want aanvallen worden steeds complexer. We zien ook meer gecombineerde aanvallen opduiken, waarbij meerdere hackertechnieken gebruikt worden. Deze worden APT of Advanced Persistent Threat genoemd.’ Evenwicht tussen IT en OT Kurt Callewaert: ‘Eén van de moeilijke evenwichtoefeningen is die tussen de operationele wereld en de softwarewereld. Kort gezegd: IT’ers willen een veilige installatie. OT’ers een vlotte productie, maar onder invloed van Industry 4.0 en de toegenomen connectiviteit komen beide steeds meer in elkaars vaarwater. De proefopstelling die we in het kader van de proeftuin Industry 4.0 ontwikkelden (zie foto) is daar een mooi voorbeeld van. Daar lichten we toe hoe een installatie zowel vanuit het standpunt van de IT als dat van de OT kan geïmplementeerd worden . Twee belangrijke standaarden zijn hier de ISO27001 en de IEC 62443. De eerste behandelt de IT-kant, de tweede de OT-kant. Het is wel degelijk mogelijk om beide werelden te combineren, zodat een bedrijf voor AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 25


Eén van de wapens in de strijd is AI, die binnen een IDS of IPS programma snel een mogelijke aanval kan herkennen.

LAAT EENS EEN HACKER LOS OP UW BEDRIJF Bedrijven die doelbewust hackers loslaten op hun installaties leren veel bij over hun kwetsbaarheden. Dat kan binnen een gesloten kader door het aanstellen van een beveiligingsspecialist, maar evengoed kan u als bedrijf aangeven dat u open staat voor een zogenaamd bug bounty programma. Binnen een afgebakend kader kan iedereen die zich geroepen voelt proberen een gaatje te vinden in de beveiliging. In ruil krijgt de ontdekker van het lek een vooraf aangegeven bedrag. Deze werkwijze heet in het vakjargon responsible disclosure. Op https://www.intigriti.com/programs/brusselsairlines/ brusselsairlinesbookings/detail vindt u het voorbeeld van Brussels Airlines. Voorlopig zien we dat enkel grote bedrijven dit soort programma’s ondersteunen, maar misschien is dit wel een goed idee om het ook bij kleinere bedrijven te stimuleren. Meer informatie over de proeftuin rond Cybersecurity vindt u op https://www.industrie40vlaanderen.be/ proeftuinen/ici-40 En over de opleiding van Howest: https://www.howest.be/nl/opleidingen/bachelor/ toegepaste-informatica/computer-and-cyber-crimeprofessional

26

Naïef wachtwoordgebruik blijft een aandachtspunt . Als ook de fysieke beveiliging te wensen over laat, staat de cyberdeur wagenwijd open.

cybersecurity één consequent beleid kan uittekenen. Daar is opleiding en kennis cruciaal. Zo mag de architectuur enkel volgens vastgelegde procedures uitgebreid worden. De praktijk waarbij iedereen de installatie naar eigen goeddunken kan aanpassen is niet meer van deze tijd. Dat vergt wat meer installatietijd en dus ook budget, wat weleens op gemor onthaald wordt. Maar beter een kleine meerkost dan al je vestigingen plat.‘ Stappenplan klaarhouden ‘Denk niet dat uw bedrijf te klein of oninteressant is voor hackers. Elk bedrijf zou zich vandaag moeten voorbereiden op een mogelijke aanval. De wetgeving ter zake zal ook steeds strenger worden. Bedrijven die instaan voor kritieke diensten en infrastructuur van onze economie - banken, havens en nutsbedrijven- zijn bijvoorbeeld onderworpen aan de NIS directive van de EU. Die bedrijven zullen ook van hun toeleveranciers eisen om conform die regels te werken, want ze zijn verplicht om ook hun supplychain cyberveilig te houden.’ ‘Stel dat u het slachtoffer wordt van een aanval, zorg dan dat u voorbereid bent. Er bestaan uitgebreide templates met alle stappen die doorlopen moeten worden, maar ik geef alvast enkele vuistregels mee die een algemene paniek kunnen vermijden. Spreek op voorhand af wie de contacten met de klanten, levernaciers, politiediensten, verzekering en personeel verzorgt. Vergeet ook niet dat vandaag quasi alle communicatie via IP verloopt, ook telefonie. Bedenk dus hoe u gaat communiceren. Bekijk uw back-up situatie ook altijd. En maak nu al afspraken met de specialist die u wil inschakelen als het zover is, want als u pas na of tijdens een effectieve aanval iemand gaat zoeken, zullen de prijzen de pan uitrijzen.‘


WELKE VERBORGEN HINDERPALEN? Software niet langer ondersteund ‘Softwareprogramma’s worden snel afgeschreven. Dat is niet alleen het geval voor systemen als Windows 7, maar gaat ook op voor PLC-programma’s. Daarom zijn we vragende partij om de termijnen waarin besturingssoftware ondersteund door de fabrikant te laten verlengen. Maar ook de gebruiker moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Updates worden vaak niet uitgevoerd omdat stilstand van de installatie te veel geld kost. Dat is rampzalig.’ ‘We zien bovendien dat de IT-hardware in de productieomgevingen soms wat stiefmoederlijk behandeld wordt. Toestellen die in de administratie niet meer gebruikt kunnen worden, krijgen een tweede leven in de productie. Of machines die op een verouderde Windows draaien, omdat het om een eenvoudige toepassing gaat ‘die al jaren probleemloos draait’. Op zich kan je die toestellen wel gebruiken, maar dan mogen ze onder geen enkel beding gekoppeld worden met het netwerk en zeker niet met het internet.’ Gebrek aan segmentatie ‘Wat ik vaststel is dat er geen security-by-design is. Ik zie bijvoorbeeld dat bij een aanval veel bedrijven compleet stilvallen. Als één plant getroffen wordt, worden meteen ook alle andere plants in het buitenland platgelegd. Maar ook intern zie je dat gebeuren, waarbij een aanval resulteert in complete stilstand. Bedrijven moeten zich echt de vraag stellen of ze de bruggen tussen de afdelingen en vestigingen niet strikter moeten afbakenen. Moet de verkoop aan alle bestanden van de logistieke diensten kunnen? Moet de Japanse afdeling echt àlle Belgische gegevens kunnen inkijken?‘

‘Zo’n scan neemt niet alleen de technische opbouw van een installatie onder de loep, maar kijkt ook naar de procedures en het beleid. Wat zijn bijvoorbeeld de procedures om een bedrijfslaptop extern te gebruiken? Hoe wordt het USBgebruik geregeld? Wie krijgt er fysiek toegang tot het bedrijf? Zo zie je vandaag nog bedrijven waar de pakjesleverancier moeiteloos het hele bedrijf kan doorlopen om zijn pakket af te leveren. Dat is vandaag niet meer verdedigbaar. Cyberveiligheid speelt op alle fronten.’ Conclusie 1. Kijk kritisch naar uw netwerken IT en OT , installaties,firewalls en antivirussoftware. Gebruik IDS/IPS oplossingen. 2. Laat IT en OT dezelfde procedures doorlopen voor uitbreidingen van de installatie 3. Blijf investeren in bewustmaking van personeel mbt wachtwoorden, e-mail en USB gebruik. 4. Zorg voor segmentatie, zowel bij interne afdelingen als geografisch 5. Beperk de toegang tot het netwerk, volg adminrechten nauwgezet op 6. Herbekijk de fysieke toegang tot uw gebouwen 7. Zorg dat alle software-updates tijdig uitgevoerd worden 8. Zorg dat u een noodplan heeft voor mocht het tot een aanval komen 9. Externe partijen uw systeem laten doorlichten leert veel over de installatie 10. Zorg voor back-ups (niet gekoppeld aan het netwerk)

Administrator rechten ‘Dat brengt ons naadloos tot bij de administrator rechten. Externe leveranciers die rechten krijgen om werken uit te voeren, maar jaren later nog altijd over diezelfde rechten blijken te beschikken bijvoorbeeld. Hetzelfde met ontslagen werknemers die nog kunnen inloggen. Elk bedrijf zou dringend zijn lijst met administrators moeten doorlichten, schrappen waar nodig en vooral geregeld updaten. Ook dit kost tijd, maar het is broodnodig.’ Kritiekloos installatie bekijken Bedrijfsleiders moeten ook kritisch durven kijken naar de eigen installatie. Wie aan zijn IT’er of de IT-partner vraagt of zijn installatie veilig is, zal uiteraard altijd een positief antwoord krijgen. De eerste IT’er die toegeeft dat hij een onveilige installatie creëerde moet nog geboren worden.’ ‘Een externe doorlichting kan daarom veel ogen doen openvallen. Wij voeren hier ook dergelijke scans uit in het kader van ons academisch onderzoek en ik kan u vertellen dat we in 98% van de gevallen toch een kwetsbaarheid vinden.’

De cybervijand heeft veel gezichten. Dat impliceert dat ook de verdediging van hetzelfde peil moet zijn. AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 27


GEOPTIMALISEERD ONTWERP VOOR IE3 ASYNCHROONMOTOREN NORD heeft het ontwerp van zijn beproefde IE3 asynchroonmotoren geoptimaliseerd. De modelaanpassing betreft talrijke details die de functionaliteit, montage en werking van de elektromotoren verder verbeteren. NORD heeft het ontwerp van zijn beproefde IE3 asynchroonmotoren geoptimaliseerd met talrijke details die voor een betere montage en koeling zorgen. De facelift van de IE3 asynchroonmotoren van NORD DRIVESYSTEMS betreft niet de elektrische data en de buitenmaten. De motoren kunnen naadloos en zonder aanpassingen in alle bestaande toepassingen worden ingezet. De geoptimaliseerde vorm van de koelribben, een voor de montage geoptimaliseerde ventilator en een nieuwe moderne ventilatorbehuizing zorgen voor een betere warmteafvoer en montage. De ventilatorbehuizing kan in het geval van een op de motor gemonteerde frequentieregelaar eenvoudig worden aangebracht. Het nieuwe ontwerp van de koelribben maakt een ongehinderde luchtstroom rond de klemmenkast mogelijk. De aangepaste klemmenkast heeft geen scherpe randen en hoeken en is uitgerust met versterkte voeten voor een betere motorstabiliteit. Een ander belangrijk detail is de geoptimaliseerde montage van de incrementele encoder. Dankzij de ventilatorbehuizing is de encoder volledig schokbestendig en ligt buiten de luchtstroom, wat het koelvermogen verder verbetert. Montage achteraf is ook mogelijk dankzij een steekas. www.nord.com

NORD heeft het ontwerp van zijn beproefde IE3 asynchroonmotoren geoptimaliseerd met talrijke details die een betere montage en koeling mogelijk maken.

28


NIEUW LID INDUMOTION

VDP AUTOMATION – PRECISION IN MOTION VDP AUTOMATION bv uit het Oost-Vlaamse Nazareth is reeds meer dan 25 jaar actief in de wereld van precisie- en servoaandrijvingen. Met drie Duitse topmerken (STÖBER, R+W en HEINZ) in het gamma werd expliciet gekozen voor kwaliteit en expertise. Mee denken, mee zoeken naar de juiste oplossingen, berekeningen maken, de juiste aandrijftrein selecteren, daar is VDP AUTOMATION sterk in. Hierin wordt het bedrijf honderd procent ondersteund door de drie leveranciers STÖBER, R+W en HEINZ voor wie VDP AUTOMATION het rechtstreekse verlengstuk is op de Belgische markt. Deze vlotte samenwerking maakt van VDP AUTOMATION een sterke partner voor zijn klanten. STÖBER: De juiste partner voor de perfecte beweging De perfecte beweging is soepel, snel, precies en betrouwbaar. Hiervoor zijn topproducten nodig die ontwikkeld zijn om topprestaties af te leveren. Dit is de habitat van STÖBER waarvoor zij complete systeemoplossingen, gaande van de reductor, over de servomotor tot de drive en motion controller, ontwikkeld hebben. STÖBER heeft een zeer uitgebreid gamma tandwielkasten met nauwkeurigheden van 1 tot 25 boogminuten. Met de uiterst nauwkeurige en zeer energiedichte planetaire aandrijvingen speelt STÖBER al vele jaren mee in de hoogste klasse. Daarnaast heeft STÖBER ook een zeer uitgebreid gamma kwaliteitsvolle tandwielkasten waarmee we ook andere randvoorwaarden zoals grote overbrengingsverhoudingen kunnen coveren. Met de STÖBER servomotoren en LEAN-motoren als systeemmotor valt de motoradaptor weg waardoor we heel compacte en torsiestijve combinaties kunnen aanbieden. Voor servotoepassingen waar we op het niveau van de servomotor voldoende hebben aan een positioneernauwkeurigheid van één graad en een snelheidsnauwkeurigheid van 1 procent, is de LEAN-motor de juiste oplossing. De LEAN-

motor wordt ingezet in toepassingen waar die uiterste servonauwkeurigheid niet nodig is. Met de nieuwe zesde generatie servoregelaars heeft STÖBER altijd een krachtige en efficiënte oplossing voor zowel meerassige motion control toepassingen als voor éénassige bewegingen. De zeer dynamische reeksen hebben uiterst korte reactietijden, ideaal voor toepassingen met snelle setpointveranderingen en belastingssprongen. De STO-veilgheidsfunctie (Safe Torque Off ) is gecertificeerd volgens EN 13849-1 op het hoogste prestatieniveau e (cat. 4) en kan zonder cyclische functietests worden gebruikt. R+W: Precisiekoppelingen van 0,1 Nm tot meer dan 1.000.000 Nm De DRIVE strategie bij R+W staat voor Dynamisch, Richtinggevend, Innovatief, Veelzijdig en Efficiënt. R+W heeft een uitgebreid gamma kwaliteitskoppelingen: het grootste deel bestaat uit compleet spelingvrije koppelingen en veiligheidskoppelingen voor al uw toepassingen waar nauwkeurigheid, torsiestijfheid en levensduur belangrijke parameters zijn. HEINZ: Nokkenaandrijvingen met de hoogste nauwkeurigheid Bedrukte producten, verpakte producten, cosmeticaproducten, zuivelproducten, huishoudproducten, eetwaren, … het aantal producten dat tijdens het productieproces via nokkenaandrijvingen passeert is bijna eindeloos. Waar positioneer- en herhalingsnauwkeurigheid belangrijke punten zijn, daar komt HEINZ in de picture. HEINZ heeft een prachtig gamma door nokken aangedreven mechanismen waarmee zowel lineaire transportsystemen als draaitafels perfect gepositioneerd worden. De combinatie nokkenmechanisme – servoaandrijving zit al enkele jaren in de lift. Het laat toe om bewegingen perfect met elkaar te synchroniseren en toch flexibiliteit in te bouwen. www.vdpautomation.com AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 29


DE VERBORGEN WETENSCHAP ACHTER ONS DAGELIJKS LEVEN PROFESSOR SYLVIA WENMACKERS IS GEFASCINEERD DOOR KANSREKENING EN HOE MENSEN TOEVAL ERVAREN

Professor Sylvia Wenmackers is wetenschapsfilosofe en covoorzitster van de Jonge Academie. Vanuit simpele vaststellingen in het alledaagse leven leidt ze haar studenten en het publiek naar de verborgen wereld van de wetenschap, dit met vragen uit de fysica, wiskunde of filosofie. Sommigen zien haar als de vrouwelijke versie van Lieven Scheire, want ze communiceert graag over wetenschap naar een breed publiek. Sylvia Wenmackers stelt hierbij altijd de verwondering centraal. 30


INTERVIEW DOOR JEAN-CHARLES VERWAEST • FOTO © KU LEUVEN / ROB STEVENS

Sylvia Wenmackers studeerde theoretische fysica en haalde doctoraten in de fysica (2008) en filosofie (2011). In haar onderzoek verkent ze de grondslagen van fysica en kansrekening. Ze is sinds 2014 onderzoeksprofessor aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, Centrum voor Logica en Filosofie van de Wetenschappen (KU Leuven) Ze koos voor de studierichting fysica omdat ze als klein meisje heel graag sciencefiction-verhalen las. ‘Mijn interesse in fysica ontstond door te lezen en dan vooral sciencefiction, waarbij ik geleidelijk steeds meer interesse kreeg in de wetenschap achter de fictie’, vertelt Sylvia Wenmackers. ‘Zo ging ik populair wetenschappelijke boeken lezen, zoals Chaos van James Gleick, dat me ook een beeld gaf van hoe het leven als wetenschapper zou kunnen zijn.’ ‘Ik ging fysica studeren uit interesse, maar vooral om erover te kunnen schrijven. Mijn ouders hadden niet de kans gehad om te studeren en als eerste-generatiestudent wist ik - zelf na vier jaar aan de universiteit! - niet hoe je later onderzoeker kon worden en welke strategische keuzes daarbij kunnen helpen. Dat heeft me meer gehinderd dan vrouw zijn.’ U breekt ook een lans voor meer meisjes in wetenschapsrichtingen. Waarom kiezen zo weinig meisjes voor techniek en wetenschappen? ‘Ik ben eigenlijk niet de ideale persoon om dat aan te vragen! Er zijn helaas geen goede gegevens over: er worden wel aantallen bijgehouden en STEM-campagnes gelanceerd, maar er is nauwelijks onderzoek naar de motivaties achter die keuzes. Er zijn brede culturele stereotypen en verwachtingspatronen die al van heel jonge leeftijd een impact hebben. Sommige studies lijken aan te tonen dat meisjes op de middelbare school weliswaar niet onderdoen voor jongens als het over wiskunde gaat, maar dat ze bovendien gemiddeld beter zijn in talen dan in wiskunde en dat ze dus opleidingen kiezen met een belangrijke talige component omdat ze daar (nog) beter in zijn. Juist daarom denk ik dat ‘mijn’ weg naar de fysica, via de bibliotheek, misschien meer is dan een anekdote.’ ‘Ik kreeg destijds als kind toevallig ook het boek ‘Prinses Papierzak’ cadeau, waarin de prinses een draak te slim af is, de prins redt en niet met hem trouwt. Dat verhaal heeft op zich niets met wetenschap te maken, maar wel met zelfredzaamheid - een houding die je als wetenschapper zeker nodig hebt. Veel later leerde ik dat de Amerikaanse sterrenkundige Vera Rubin het ook graag cadeau deed aan meisjes en dat het daardoor nog steeds een populair geboortegeschenk is onder sterrenkundigen.’ Haar werk als wetenschapsfilosoof is heel divers. Alles vertrekt vanuit de verwondering. Wiskunde biedt bij haar analyses een houvast. In de ideale wereld van Sylvia Wenmackers volgen volwassenen massaal avondles wiskunde en zijn die lessen net zo populair als Engels, Italiaans of leren koken. ‘Ik ben onder andere geïnteresseerd in welke wiskundige theorieën gebruikt worden in de fysica en of dat ook anders had kunnen zijn’, vertelt Sylvia Wenmackers. ‘Dit kan ik uitleggen met een

analogie uit de experimentele fysica: als je enkel metingen doet met één methode is het moeilijk om onderscheid te maken tussen de nuttige resultaten en artefacten (vertekeningen) die eigen zijn aan de gebruikte techniek. Daarom worden er meestal meerdere meetmethodes gebruikt, om zo een beter beeld te krijgen van de werkelijkheid.’ ‘Volgens mij geldt dat ook voor wiskundige technieken. Daarom heb ik bijvoorbeeld gewerkt aan een alternatieve axiomatisatie van de kansrekening, zodat je een tweede methode hebt waarmee je de standaardresultaten kan aanvullen en vergelijken.’ Sylvia heeft een blog en geeft ook lezingen. ‘Schrijven is inderdaad iets dat ik heel graag doe: het helpt me om mijn gedachten te ordenen en nieuwe verbanden te vinden. Met mijn blog ben ik begonnen om mijn enthousiasme over mijn onderzoek met meer mensen te kunnen delen. Voor mijn werk schrijf ik bijna uitsluitend in het Engels. Ik vond het belangrijk om ook in het Nederlands te delen wat ik doe. Uit mijn blog is een maandelijkse column bij wetenschapsmagazine Eos gevolgd. Die columns en andere teksten heb ik vorig jaar gebundeld in het boek Kans op Chocoladetaart – Proeven van Wetenschap.’

‘Mijn interesse in fysica ontstond door te lezen en dan vooral sciencefiction, waarbij ik geleidelijk steeds meer interesse kreeg in de wetenschap achter de fictie.’

In dat boek neemt Sylvia Wenmackers de lezer mee naar de verborgen wetenschap achter ons dagelijks leven. ‘Ik vind het heel fijn dat dit boek nu ook in veel openbare bibliotheken staat, omdat het daar voor mij ook is begonnen. Ook met de lezingen die ik geef probeer ik vooral mijn enthousiasme te delen. De videocolleges (zie ook YouTube, nvdr) van de Universiteit van Vlaanderen bereiken ook jonge mensen en worden op scholen gebruikt. Dat vind ik een heel goed initiatief.’ Welke zijn volgens u in onze wereld de grote technische uitdagingen / wetenschappelijke filosofische vragen? ‘We leven in een tijd waarin algoritmes een steeds grotere impact hebben op onze levens. De algoritmes worden toegepast door technologische giganten, maar ook door kleinere bedrijven en overheden. De giganten hebben een quasi-monopolie op de technische kennis en zijn ook vermogend genoeg om AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 31


INTERVIEW Kansrekening is één van de favoriete studiedomeinen van Sylvia Wenmackers. Is niet alles toeval in het leven? ‘Ik geloof niet dat we iets met zekerheid weten, maar alles met enige mate van waarschijnlijkheid.’ Dat schreef de 17de eeuwse wis-, natuur- en sterrenkundige Christiaan Huygens, uitvinder van onder meer het slingeruurwerk en de buskruitmotor en vanwege zijn speculaties over buitenaards leven wordt Huygens ook beschouwd als een vroege sciencefictionauteur. Ik denk dat Christiaan Huygens gelijk had. Kansrekening is fascinerend omdat het zoveel toepassingen heeft: zowel in de natuur- en menswetenschappen, als in het dagelijks leven. Daarnaast zijn de begrippen kans en toeval heel verwarrend, dus ideaal als uitgangspunt voor een filosofische analyse. Als ik een lezing geef over toeval zijn er vaak mensen die eigen voorbeelden kunnen aandragen. Het is dus een ideaal onderwerp om een dialoog over te starten, wat de basis is van goede communicatie.’ In een internetfilmpje beantwoordt Sylvia Wenmackers de vraag: ‘Is het toeval dat je moeder je opbelt net wanneer je aan haar denkt?’ Haar conclusie: ‘Toeval bestaat, maar toeval betekent niet dat er iets magisch is gebeurd in de buitenwereld, want wij zijn het zelf die extra verbanden leggen en een betekenis of zin daaraan geven. Het ligt immers in onze menselijke aard om naar verbanden te zoeken. Toeval bestaat op dezelfde manier zoals sprookjes bestaan. Wat er in de verhalen verteld wordt, is niet waar, maar het is wel waar dat het verhaal bestaat en het een reële invloed op ons heeft.’

grote initiatieven te starten. Daardoor gaat de technologische ontwikkeling momenteel een veelvoud sneller dan het democratische debat over de gevolgen op onze privacy en autonomie. Daarnaast zijn er fantastische ontwikkelingen op vlak van hernieuwbare energie, maar neemt onze honger naar energie sneller toe. Ook daar lijkt de maatschappelijkethische uitdaging me nog groter dan de technischnatuurwetenschappelijke.’

Welke raad zou u geven aan meisjes die ingenieur/ wetenschapster willen worden? Professor Wenmackers: ‘Absoluut niet twijfelen! Het zal je helpen om zelfstandig en kritisch te denken en je kan er later nog alle kanten mee op.’ www.universiteitvanvlaanderen.be

Dynamische energietoevoer eenvoudig gemaakt ... ... voor bewegingen in alle richtingen Eenvoudig ontwerp met e-chains , chainflex kabels en componenten van igus . Kies, bereken en bestel online. igus.be/the-chain ®

®

®

Bezoek ons: TechniShow, Utrecht – Stand 10 E027

igus B.V.B.A. Tel. 03-330 13 60 info@igus.be ®

B(NL)-1259-ECS 190x60M.indd 1

32

06.02.20 13:31


TUBUS-DEMPERS VAN ACE HOUDEN 4.000 KG METAAL IN TOOM Wanneer metaal en staal op elkaar botsen, kunnen zelfs de stevigste vultrechters kapotgaan. Dat heeft ook het Duitse bedrijf Wieland-Werke AG aan den lijve ondervonden. Omdat de constructie van een sorteerinstallatie voor metaalafval erger werd beschadigd dan van tevoren gedacht, installeerde de toonaangevende specialist in koperverwerking machineonderdelen van ACE Stoßdämfper GmbH. Koper is een van de oudste door de mens gebruikte metalen en niet meer weg te denken uit bijvoorbeeld elektroinstallaties of als bestanddeel van munten. De positieve eigenschappen van dit zware metaal zijn een goede vormbaarheid, stevigheid, bestendigheid en een uitstekende warmte- en stroomgeleiding. Wieland-Werke AG uit het Duitse Ulm is uitgegroeid tot wereldwijd toonaangevende producent van halffabricaten uit koperlegeringen. Het bedrijf heeft bijzondere aandacht voor de ontwikkeling van ruwe materialen waarbij natuurlijke bronnen zo efficiënt mogelijk worden gebruikt en het milieu en de gezondheid worden ontzien. Het doel: duurzaam sorteren en 4.000 kg metaal in toom houden Een sorteerinstallatie voor metaalafval vormt een belangrijke schakel in de duurzame omgang met natuurlijke bronnen. ‘De sorteerinstallatie scheidt metaalschraapsel en zorgt ervoor dat een zo groot mogelijk deel kan worden hergebruikt’, vertelt Felix Scherb, project engineer op de hoofdvestiging van Wieland in Ulm. ‘Wanneer er dan regelmatig ongepland onderhoud aan de installatie gepleegd moet worden, druist dit in tegen onze inspanningen om zo effectief en duurzaam mogelijk te werken.’ En juist dat was het geval in de eerste maanden dat de installatie in bedrijf was. De reden hiervoor was snel duidelijk: nadat de metaaldeeltjes via zeefgoten in diverse korrelgroottes zijn opgedeeld, belanden de restanten met een massa tot wel 4.000 kg in een vultrechter. Van hieruit komen ze na een vrije val van 2,3 m terecht in een massiefstalen opvangconstructie, die lijkt op een reusachtige lade. Bij een valhoogte van 2,3 m zorgt de metaalmassa voor een te sterke belasting van zowel de la als de onderliggende constructie. Als gevolg daarvan ging de vultrechter regelmatig kapot. Daarom nam Felix Scherb contact op met ACE Stoßdämpfer, specialist in dempingsoplossingen. De oplossing: een zacht bedje voor de reuzenlade Op basis van het gewicht, de valhoogte en het ritme van acht botsingen tussen het metaal en staal per uur, viel de keuze op de TUBUS-dempers van het type TC137-90 van

ACE. In totaal werden 20 van deze veiligheidsdempers gemonteerd. De lade waarin de metalen brokken uit de vultrechter terechtkomen staat hier bovenop. Met name de veiligheidsdempers van het type TC-S en TC zijn geschikt voor het dempen van grote massa’s. Dit zijn voordelige oplossingen met een hoge energieabsorptie. De onderhoudsvrije moderne machineonderdelen zijn geschikt voor een energieopname van 450 Nm tot 17.810 Nm en worden vooral gebruikt in laaden hefinstallaties, hydraulische apparaten en kraaninstallaties. Het brede toepassingsgebied is te danken aan het unieke duale concept van de TC-S familie, maar ook de krachtabsorptie van de afzonderlijke TC-types van 1.210 Nm tot 14.140 Nm zijn voor veel constructies voldoende – vooral omdat ze, zoals in Ulm, dankzij hun compacte afmetingen in vijf rijen met elk vier stuks probleemloos in staalprofielen kunnen worden geschroefd. Het gebruikte type TC13790 behoort tot één van de grootste veiligheidsdempers met een diameter van 64mm tot 176 mm. Sinds de inbouw in de sorteerinstallatie van Wieland zijn nu langere onderhoudsintervallen mogelijk, en van uitval is geen sprake meer geweest. benelux@ace-int.eu www.ace-ace.nl AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 33


AUTOMATICA 2020 MET NIEUWSTE ROBOTICSTRENDS Exclusief dealer RADICON BENZLERS® reduktoren Dealer DAVID BROWN® reduktoren

Het beursgebouw van de Beierse stad München wordt van 16 tot en met 19 juni 2020 opnieuw ingepalmd door het tweejaarlijkse Automatica. Hier zie je de nieuwste trends in robotica en automatisering. ‘The Leading Exhibition for Smart Automation and Robotics’, zo omschrijft organisator Messe München de Automaticabeurs. Deze beurs heeft een sterke focus op robotica, machine vision en handling en is door een grote vertegenwoordiging van de automobielindustrie bekend geworden om haar grote robotica-aanbod. De cijfers van Automatica – met een eerste editie in 2004 – zijn indrukwekkend. Zo waren er in 2014 bijna 34.500 bezoekers, afkomstig uit meer dan honderd landen. Er waren toen 724 deelnemers uit 42 landen en de beursoppervlakte bedroeg 55.000 vierkante meter. In 2016 steeg het aantal exposanten naar 839 en vergrootte de beurs naar 66.000 vierkante meter. In 2018 werd qua bezoekersaantal een nieuw record gebroken: dit met 890 deelnemers en in totaal 45.584 mensen die de beurs bezochten. Tijdens Automatica 2020 zijn er tal van events en heel wat fabrikanten stellen in primeur hun nieuwste ontwikkelingen voor op robotics-gebied. Robots vormen de kern van de vierde industriële revolutie. Er is in de sector een enorme drive naar innovatie. De visie van Automatica is aan de bezoekers laten zien dat je door automatisering goedkoper, sneller en aan een hogere kwaliteit kan produceren.

þ

Alle motoren - reduktoren - ven�latoren

þ

OMRON® Servomotoren - Drives

þ

OMRON® Frequen�esturingen

þ

Alle herstellingen

þ

Speciale wijzigingen in eigen werkplaats

þ

Grote voorraad, snelle service

þ

Motoranalyse - uitlijnen - uitbalanceren

Gentstraat 187

B-8770 INGELMUNSTER

Tel: +32 (0) 51 30 49 73

34

+32 (0) 51 30 98 63

www.bci.be info@bci.be

Door de opmars van low-cost automatiserings-oplossingen lanceert igus een nieuwe ROIbot Award, waarbij deelnemers ‘slimme low cost robotica-toepassingen’ kunnen inzenden die leiden tot een snelle terugverdientijd van de investering (ROI). De robolink scharnierarm robots, drylin delta robots en cartesische robots (lineaire robots) van igus kunnen hiervoor worden gebruikt. Een gespecialiseerde jury bepaalt de winnaar. Deze krijgt tijdens Automatica de eerste prijs van 5.000 euro. De sluitingsdatum voor de inzendingen is 15 maart 2020. www.automatica-munich.com


EVOSIGNAL: DE NIEUWSTE EVOLUTIE IN SIGNAALTECHNOLOGIE Tot nu toe was het kiezen van het juiste signaaltoestel vaak een uitdaging en complex vanwege het groot aantal beschikbare varianten. EvoSIGNAL biedt een pasklaar antwoord op dit probleem. Een duidelijk, modulair systeem dekt optimaal alle toepassingsgebieden. In slechts enkele stappen worden klanten naar het juiste product geleid. EvoSIGNAL wordt de nieuwe standaardoplossing op het gebied van signalisatie. Snel en eenvoudig de juiste signaaloplossing vinden Het doel van signalisatie is te waarschuwen, te begeleiden en te beschermen. Of ze nu optisch of akoestisch zijn, het type signalisatie hangt af van het gebruik en de omgeving. Omdat er vandaag enorm veel varianten op de markt zijn, is het niet altijd evident de juiste keuze te maken. Met WERMA’s EvoSIGNAL is het vinden van de ideale signalisatie eenvoudiger dan ooit. Dankzij EvoSIGNAL worden onjuiste aankopen en tijdrovende retourprocedures nu verleden tijd. Less is more EvoSIGNAL producten zijn verkrijgbaar in 3 maten - mini/midi/ maxi – zowel akoestisch als optisch en combineerbaar met een

uitgebreid gamma aan montagebeugels. Door het aantal varianten terug te brengen tot 20% vermindert het aantal artikelnummers. Ondanks deze vermindering dekt EvoSIGNAL een breed scala aan toepassingen en garanderen ze volledige compatibiliteit met voorgaande producten, bijvoorbeeld in het geval dat vervanging noodzakelijk is. In slechts drie stappen kan het ideale product worden gevonden met behulp van onze Quickfinder of onze online configurator. Selecteer de grootte - kies het type signalering selecteer de installatieoptie - en u bent klaar! Dit vergemakkelijkt het selectieproces en elimineert onjuiste aankopen bij de keuze van het juiste product. Bovendien profiteren onze EvoSIGNAL-klanten natuurlijk ook van onze ‘Best-in-class-filosofie’. Onze klanten hoeven op geen enkele manier compromissen te sluiten in termen van intuïtieve installatie, duurzaamheid, geluidssignalen en lichteffecten met dubbele functies. www.werma.com AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 35


‘PUMP & VALVES IS LIKE A BOX OF CHOCOLATES’ Op 25 en 26 maart 2020 wordt in Antwerp Expo de beurs Pumps & Valves, met gelijktijdig Maintenance 2020, georganiseerd. Pumps & Valves is hét belangrijkste Belgische trefpunt voor pompinstallaties en uitrusting voor industriële processing van vloeistoffen en gassen. Bezoekers ontdekken de nieuwste ontwikkelingen in deze sector. Op hetzelfde moment gaat ook het event Maintenance door. Op één beursvloer, op twee beursdagen ontmoet u professionals uit sectoren als (petro)chemie, waterbehandeling, procesindustrie, energie en metaal. Zien maar ook gezien worden. Bij de vorige editie van dit tweejaarlijks event bezochten meer dan 5.000 professionals deze tweedaagse duobeurs. ‘Maintenance en Pump & Valves is like a box of chocolates, er is immers een enorm gediversifieerd aanbod’, aldus bezoeker Marc De Locht (BASF) in een reactie op de website van de beursorganisator. Tijdens de tweedaagse zijn er tien masterclasses over algemene onderhoudsstrategie, voorbereiden van shut-downs, Maintenance 4.0, veiligheid en veel cases waarbij eindgebruikers en contractors praktische voorbeelden geven. Maintenance 2020 is het grootste event rond productiegericht onderhoud. Bezoekers vernemen de nieuwste

Professional Advice

onderhoudtrends en laten zich inspireren om zo de efficiëntie van onderhoudsprocessen te verhogen en zich te verzekeren van de betrouwbaarheid, levensduur en rentabiliteit van het eigen machinepark. De bezoekers kunnen terecht bij meer dan 300 exposanten met expertise in industrieel onderhoud, asset management, productiebetrouwbaarheid, procesapparatuur en industriële pompen & kleppen. De Smart Maintenance zone toont de bezoeker hoe men van de kracht van virtual en augmented reality een troef kan maken. De Robot Demo zone verzamelt slimme robots die gevaarlijke onderhoudstaken overnemen. Actief in het watersegment? Dan mag u Aqua Plaza niet missen. En Process Plaza biedt een compleet overzicht van wat er gaande is in de procesinstrumentatie. Maintenance en Pumps & Valves vindt plaats op 25 en 26 maart 2020 van 10 tot 18 uur. Op 25 maart is er een Afterwork Drink vanaf 18 uur. Locatie: Antwerp Expo - Jan van Rijswijcklaan 191 in Antwerpen.

Registratie gratis toegang met code 2509 via: www.pumps-valves.be www.maintenance-expo.be

Risk Reduction CR04

XSHC04

Functional Safety Experts See more of our thinking and the advantages it delivers Call +32 (0) 2-333 44 11 or email sales.be@imi-precision.com Visit www.imi-precision.com

36

Engineering GREAT Solutions


50 JAAR AUTOMATION MAGAZINE VIJFTIG KAARSJES VOOR AUTOMATION MAGAZINE Automation Magazine bestaat 50 jaar en startte in mei 1970 onder de naam ‘Hydropneuma.’ ‘Driemaandelijks technisch tijdschrift voor hydraulica, pneumatik, perslucht en industriële afsluiters, uitgegeven door de federatie FIMOP’, zo stond vijftig jaar geleden te lezen als ondertitel van het pas gelanceerde nieuwe vakblad ‘Hydropneuma.’ In maart 1970 startte de toen nog jonge FIMOP vzw – opgericht in 1968 – met de voorbereiding van een eigen vakblad, dit onder impuls van de heer Huysse, toen de Belgische invoerder van Danfoss. In mei van dat jaar verscheen het eerste nummer dat 30 frank kostte. Voor het eerste edito tekende de heer Willers, voorzitter van FIMOP. In de volgende jaren zal het tijdschrift een bijlage van 24 pagina’s zijn bij ‘Technisch Management’ en vanaf 1982 is het een zelfstandig vakblad, en zal het onder impuls van Tony Maskens en Raoul Hubert (beiden LDA, La Dynamique Appliquée) uitgroeien tot een vaste waarde voor technische informatie. In 2002 wordt ‘Automation Magazine’ in de titel geïntroduceerd en verdwijnt ‘Hydropneuma’ naar de achtergrond, dit om FIMOP toe te laten samen te smelten met Belgitrans, de vakvereniging van alle aandrijfspecialisten. Realisator van het blad is dan CxO Europe van uitgever Dirk Vermant. In 2015 wordt de realisatie overgenomen door Magenta Uitgeverij met uitgever Jean-Charles Verwaest. FIMOP en Belgitrans worden vervolgens InduMotion. Al 25 jaar lang zijn er drie redactieleden die zich blijven inzetten om telkens een inhoudelijk kwalitatief magazine uit te brengen, met name: René Decleer, Marcel De Winter en

Roger Stas. Inmiddels zijn de onderwerpen in Automation Magazine veel breder dan hydraulica, pneumatica en aandrijvingen, en is het vakblad ook opengetrokken naar de wereld van de industriële automatisering. Automation Magazine blijft groeien en bereikte de kaap van de 11.000 abonnees en is daarmee het grootste en meestgelezen vakblad in België over industriële automatisering. Het blad is ondertussen ook kind aan huis in de meeste technische hogescholen en universiteiten. Het tweetalige Automation Magazine is voortaan iets dikker – het blad telt nu 52 pagina’s – en volledig duurzaam gedrukt en recycleerbaar. De kernwoorden voor de samenstelling van het vakblad (het merk-DNA) zijn: no-nonsense, dynamisch, inspiratievol, gedurfd, collaboratief en betrouwbaar. Als boventitel is gekozen voor ‘The Largest Professional Community in Industrial Automation’, om de positie als marktleider te benadrukken. www.automation-magazine.be

IN MEMORIAM De redactieraad van Automation Magazine vernam het overlijden van de heer Marc Govaerts en de heer Philippe Vansevenant, beiden gewaardeerde collega’s actief in de hydraulicawereld. Philippe Vansevenant werkte voor Parker Hannifin als manager Industrial Hydraulics en overleed op 60-jarige leeftijd. Marc Govaerts

Philippe Vansevenant

Marc Govaerts was jarenlang lid van de raad van bestuur van FIMOP vzw, de voorloper van InduMotion vzw, uitgever van dit blad. Hij werd 66 jaar. Marc Govaerts was destijds Managing Director bij Sempress en clustermanager bij Legris Northern Europe. Hij was eigenaar-zaakvoerder van DMGS, waar zijn werk nu wordt verdergezet door zijn zoon Kris Govaerts. Wij bieden aan de getroffen families onze oprechte deelneming aan. AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 37


Digital Enterprise – Implement now! Make the most of your journey towards digitalization and Industrie 4.0 today to ensure your competitive edge, with scalable solutions from Siemens. Now is the right time! Become a digital enterprise and stay ahead of your competition.

www.siemens.be


SIEMENS

‘WE SLAAN EEN DUURZAME BRUG TUSSEN INDUSTRIE EN UNIVERSITEIT’ Siemens kondigt de oprichting aan van de Siemens Industry Academy, een structureel samenwerkingsverband tussen de academische wereld en tien industriële spelers in Vlaanderen. In een eerste fase worden vierentwintig studenten van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven gelinkt aan bedrijven voor een unieke Stage+ervaring, waarin ze meewerken aan de automatisering en digitalisering van de industrie. ‘We stelden al langer vast dat de overbrenging tussen technologie en innovaties -van onszelf én van onze klantenrichting de opleidingswereld niet altijd even vlot verliep’ aldus Thierry Van Eeckhout van Siemens. Er bestonden goede initiatieven, maar die waren eerder versnipperd en te weinig repetitief. We worstelden ook met de schaalbaarheid.’ ‘Daarom zijn we een tijd terug naar de KU Leuven gestapt. Het resultaat was een samenwerking met de opleiding industrieel ingenieur, met demonstraties en proof-of-concepts in een labo-omgeving.’ ‘Toen we merkten dat ook onze klanten vergaande interesse toonden in meer samenwerking met de academische wereld, zagen we potentieel in een uitdieping. Het resultaat is de Siemens Industry Academy. Daarin is naast Siemens en de KU Leuven een mooie staalkaart van de huidige industrie vertegenwoordigd: systeemintegratoren, solutions partners, machinebouwers en eindklanten, met zowel vertegenwoordigers uit de maak- als uit de procesindustrie. De namen? In deze eerste fase Actemium, Agidens, Cloostermans, Kaneka, Lapauw, Merco, Soleras, Vandemoortele, VolvoCars en Wienerberger. Ook andere bedrijven hebben zich aangemeld om in een tweede fase in te stappen.’ Stage+, een stage met toegevoegde waarde ‘Een belangrijke pijler in de samenwerking is de Stage+. Daarin gaat 50% van de invulling naar een stage bij één van de opgenoemde bedrijven, waarin ze vertrouwd raken met de innovatieve technologie. In de andere 50% voegen we de ‘+’ toe. In dat deel leren we de essentiële professionele

competenties aan die een ingenieur nodig heeft om in een hedendaags bedrijf succesvol te zijn. We leren ze bijvoorbeeld in teams werken, hoe om te gaan met multiculturaliteit en tonen hoe ze feedback kunnen geven en ontvangen. Dat klinkt eenvoudig, maar een ingenieur is daar normaliter niet voor opgeleid.’ Centrale rol voor Siemens ‘Siemens bekleedt een centrale rol in het geheel. We zijn niet enkel de technologiepartner, we doen ook de intakegesprekken met de bedrijven voor de Stage+ en we scheppen het kader voor de ontwikkeling van de opgesomde competenties. Want naast de stages staan er in een latere fase ook workshops. gastcolleges, job shadowing en bedrijfsbezoeken in binnen-en buitenland op het programma. We bekijken ook hoe en waar we het concept nog kunnen uitbreiden, zowel met andere spelers uit de industrie als uit de academische wereld. Ook een uitbreiding naar andere richtingen zoals ICT sluit ik op termijn niet uit.’ ‘Leren en werken gaan naadloos in elkaar over’ Ook voor de studenten van KU Leuven vormt de samenwerking een meerwaarde. Van Eeckhout: ‘Dankzij de samenwerking met een breed scala aan bedrijven en sectoren krijgen de studenten toegang tot innovatieve technologie, die ze bovendien buiten de labo-omgeving kunnen aanleren. Tegelijkertijd maken ze ook kennis met het verwachtingspatroon waaraan de industrieel ingenieurs van morgen moeten voldoen.’ Greet Langie, vicedecaan Onderwijs van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen aan KU Leuven beaamt: ‘Voor ons is dit een logische stap in ons streven naar academische excellentie in nauwe coöperatie met het werkveld. We delen dezelfde ambitie om een nieuwe generatie industrieel ingenieurs op de markt te zetten voor wie leren en werken naadloos in elkaar overgaan.’ www.siemens.com AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 39


BEURS

HANNOVER MESSE TOONT POSITIEF EFFECT INDUSTRIËLE TRANSFORMATIE De belangrijkste vakbeurs voor industriële technologie ter wereld? Dat is HANNOVER MESSE. Van 20 tot en met 24 april 2020 opent deze wereldbeurs haar deuren voor zo’n 6.000 exposanten en meer dan 200.000 bezoekers. Digitalisatie, individualisatie en klimaatbescherming zijn de drijfveren van de huidige industriële transformatie. Deze tendensen brengen radicale veranderingen met zich mee op vlak van industriële communicatie, productontwikkeling, productie en logistiek. Bedrijven staan vandaag voor andere uitdagingen dan enkele jaren geleden. Maar zijn hier ook voordelen aan verbonden? Op deze vraag zal het hoofdonderwerp ‘Industrial Transformation’ tijdens de 2020-editie van HANNOVER MESSE een antwoord bieden. HANNOVER MESSE is het enige evenement dat alle aspecten van de industriële toeleveringsketen naadloos presenteert. De 6.000 exposanten tonen u hun nieuwste technologieën verspreid over de zes thema’s van de beurs: • Future Hub (hallen 24 – 25). Hier ontmoet u enthousiaste start-ups en komt u meer te weten over nieuwe technologieën, innovatieve culturen en Work 4.0. • Engineered Parts & Solutions. In hallen 19 tot en met 23 40

verzamelen de industriële toeleveranciers en aanbieders van lichtgewichtbouw en additive manufacturing. • Logistics (hallen 2 – 5). Vanaf 2020 ontdekt u de logistieke thema’s van CEMAT op HANNOVER MESSE: vorkheftrucks, transport- en opslagtechnieken, logistieke automatisering, en meer. • Automation, Motion & Drives (hallen 3 – 9, 11 – 13) is het voormalige IAMD: de place-to-be voor alles over automatisatie van productie en processen – van logistieke technologie tot energie. • Energy Solutions (hallen 11 – 13, 27). Dit thema onthult de nieuwste klimaatneutrale energievoorzieningen van industriële gebouwen, installaties en mobiliteitsinfrastructuren. • Digital Ecosystems. Hoewel digitalisatie over de hele lijn aanwezig is op HANNOVER MESSE, zal u exclusief in hallen 14 tot en met 17 technische oplossingen vinden voor industriële IT zoals software, logistieke IT, 5G en beveiliging. HANNOVER MESSE 2020 bezoeken op een efficiënte manier op één dag? Tradefairs organiseert chartervluchten naar de beurs. U vertrekt ’s morgens vanaf Brussels Airport en komt hier ’s avonds terug aan. Surf naar www.tradefairs.be voor bijkomende informatie. www.global-fairs.com/messe/hannovermesse


AGORIA

LICHTE DALING BAROMETER TECHNOLOGISCHE INDUSTRIE IN JANUARI In januari heeft de NBB-barometer van de technologische industrie wat terrein verloren. Het gaat om een beperkte terugval die de stijging van de voorgaande drie maanden maar heel gedeeltelijk tenietdoet. De brutocurve van de barometer bevindt zich dan ook opnieuw enkele punten boven haar langetermijngemiddelde.

VRAAGVOORUITZICHTEN VOOR DE KOMENDE DRIE MAANDEN

De ondernemingen van onze sectoren blijven de conjunctuur over het geheel genomen als neutraal beschouwen, waarbij de positieve elementen iets nadrukkelijker aanwezig zijn dan de negatieve elementen.

NBB-BAROMETER VAN DE TECHNOLOGISCHE INDUSTRIE

In januari zijn drie van de vier individuele indicatoren teruggelopen. Wat de werkgelegenheids- en de vraagvooruitzichten betreft, ging het om een beperkte beweging, terwijl de indicator met betrekking tot de voorraden een sterkere ontwikkeling liet optekenen. Bovendien is de voorraadindicator voor de derde maand op rij verslechterd. Dit wijst erop dat de ondernemingen het moeilijker hebben om hun producten te verkopen. Het nog steeds heel hoge peil van de indicator van de vraag-vooruitzichten geeft daarentegen aan dat de verwachtingen positief blijven. De stabilisatie sinds het najaar van de beoordeling van het peil van de bestellingen wijst erop dat die verbetering nog niet heeft plaatsgevonden, maar dat de vraag die aan onze sectoren wordt gericht niet langer afneemt. In die context blijven de prognoses van het werkgelegenheidsverloop gunstig aangezien die indicator zich nog steeds boven zijn langetermijngemiddelde bevindt.

Op sectorniveau liet een meerderheid van de barometers in januari een stijging of een stabiel peil optekenen. De daling van de algemene curve is vooral te wijten aan de sectoren elektro en transportmiddelen. In beide gevallen gaat het vooral om gedeeltelijke correcties van de eerdere sterke stijgingen. De twee barometers blijven boven hun langetermijngemiddelde uitsteken en voor de transportmiddelen gaat het zelfs om een heel hoog peil. Wat de andere sectoren betreft, laten de non-ferro en de machinebouw een opleving zien. In vergelijking met de afgelopen jaren blijven die barometers echter op een heel laag peil, wat erop wijst dat een ruime meerderheid van de ondernemingen de conjunctuur als ongunstig beschouwt. In de metaalproducten en de ICT laten de barometers weinig verandering zien, wat duidt op een nog steeds lichtjes positieve conjunctuur.

WORKSHOP IO-LINK 4 LIFE, ONTDEK NU ALLE VOORDELEN OP ÉÉN NAMIDDAG IO-Link technologie maakt het mogelijk om sensoren en actuatoren op een slimme manier te koppelen aan een bovenliggend besturings- of datasysteem. Dit is de basistechnologie van IO-Link. Maar wat zijn nu de belangrijkste voordelen van IO-link en hoe helpen deze u om uw dagelijkse productie te optimaliseren, te rentabiliseren en nog efficiënter te maken? Verneem het tijdens een van onze volgende IO-Link 4 Life-workshops. Reserveer nu al 6 en 7 mei in uw agenda. Voor alle details: https://www.io-link.be/events

AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 41


BECKHOFF

Deze voorbeeldnetwerkarchitectuur bevat standard EtherCAT, EtherCAT G en EtherCAT G10 voor snellere communicatie en een grotere doorstroom van data. (fotocredit: Beckhoff Automation)

OFFICIËLE ONDERSTEUNING VAN DE ETHERCAT TECHNOLOGY GROUP VOOR ETHERCAT G Het Technisch Comité van de EtherCAT Technology Group (ETG) heeft EtherCAT G aanvaard als een uitbreiding op de EtherCAT-standaard. Voortaan zal EtherCAT G, dat de EtherCAT-technologie uitbreidt tot respectievelijk 1 en 10 GB/s, ondersteund en gepromoot worden door de ETG. Beckhoff Automation introduceerde EtherCAT G in 2018 als een uitbreiding van de EtherCAT-standaard. Onlangs legde het deze toevoeging van gigabittechnologie voor aan het ETG. Na rijp beraad, aanvaardde het Technisch Comité van de organisatie ze. Momenteel werkt ETG aan de integratie van EtherCAT G met de bijhorende technologiespecificaties. Dr. Guido Beckmann, voorzitter van het Technisch Comité van de ETG, legt uit waarom ETG de actieve integratie van EtherCAT G in ETG verwelkomt. ‘EtherCAT is nu al de snelste industriële Ethernet-veldbus en dat zal zo blijven dankzij zijn bijzondere werkingsprincipe. Dankzij EtherCAT G kunnen nu ook dataverslindende applicaties zoals machinevision en high-end meettechnologie geïntegreerd worden. Dit breidt de waaier aan toepassingen voor EtherCAT technologie gevoelig uit en maakt het nog relevanter in de toekomst.’ De 100 Mb/s EtherCAT-technologie zal voor de meeste toepassingen de bewezen technologie blijven. Niettemin biedt EtherCAT G bijkomende voordelen voor gebruikers, voornamelijk in toepassingen waar grote volumes aan procesdata per apparaat moeten getransporteerd worden. Dit kan bijvoorbeeld gaan om machinevision, high-end meettechnologie of complexe motiontoepassingen die

42

verder gaan dan het bereik van de klassieke driversturing. Als een uitbreiding van de standaard EtherCAT-technologie, is EtherCAT G volledig compatibel. Bestaande apparaten ontworpen voor 100 Mb/s, kunnen naadloos geïntegreerd worden in een EtherCAT G systeem. Omgekeerd zullen ook EtherCAT G apparaten zich in een 100 Mb/s systeem gedragen als klassieke EtherCAT-apparaten. Het hart van EtherCAT G technologie is het gebruik van de EtherCAT Branch Controllers. Ze vervullen twee essentiële taken. Enerzijds fungeren ze als knooppunt voor de integratie van segmenten van 100 Mb/s apparaten. Anderzijds maken ze een parallelle verwerking mogelijk van de geconnecteerde EtherCAT-segmenten. Dit reduceert de doorgeeftijd van het systeem aanzienlijk, waardoor de systeemperformantie enorm toeneemt ten opzichte van eerdere niveaus. Typisch voor EtherCAT, is de integratie van EtherCAT G is heel eenvoudig, omdat de extensie volledig compatibel is met de IEEE 802.3 standaard en er in de standaardmodus geen softwareaanpassingen nodig zijn in de controllers. ‘De voordelen van EtherCAT zijn goed bekend en omvatten directe verwerking, uitgebreide diagnose, eenvoudige configuratie en geïntegreerde synchronisatie’, vertelt Guido Beckmann. ‘Deze eigenschappen blijven natuurlijk volledig behouden bij het gebruik van EtherCAT G.’

www.ethercat.org/press


Connecting Global Competence

Does AI translate into more profit or just more IT?

FIND ALL ANSWERS HERE. AUTOMATICA 2020

The Leading Exhibition for Smart Automation and Robotics

Contact: van Ekeris Expo service b.v. Tel. +31 23 525 8500, info@vanekeris.nl

June 16 –19, 2020 | München automatica-munich.com

AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 43


STAPPENMOTOREN IN INDUSTRIËLE UITVOERING IP 65 EN DRIVES MET ETHERCAT COMMUNICATIE Esco Drives introduceert op de Belgische markt de stappenmotoren en drives van de firma RTA. Deze producten komen het aanbod van Esco in Motion control versterken. Ze zijn een mooie aanvulling aan de bestaande Mitsubishi en Jetter producten.

de bedrading te minimaliseren en zonder de schakelkast te belasten met vermogenselektronica. Stappenmotoren zijn ook verkrijgbaar met absolute encoder (werkend zonder batterij) of uitgerust met een mechanische rem. Onlangs heeft RTA ook een reeks motoren geïntroduceerd die geschikt zijn voor veeleisende omgevingen dankzij hun IP 65-bescherming. Kortom, Esco Drives biedt de markt nu een complete oplossing met een groot aantal opties voor machine- of procesaandrijving met stappenmotoren. www.esco.be

RTA is sinds 1976 actief op de Europese markt en is gespecialiseerd in het ontwerpen en produceren van drives en stappenmotoren. Onlangs zijn er verschillende nieuwe producten ontworpen die het aanbod op het gebied van motion control uitbreiden. Naast traditionele aansturingen zoals step & direction, microstep, analoge en interne programmering bieden de RTA drives ook een geïntegreerde Ethercat-interface. Dit maakt de integratie in een Motion controller zorgenloos en een meerassige besturing mogelijk die eenvoudig in de machine kan worden geïntegreerd en in een handomdraai kan worden geprogrammeerd. De integratie van de aandrijving in de motor, inclusief standaard Ethercat-communicatie, is een nieuwe stap in de snelle en efficiënte integratie van het besturingssysteem door

Automated Material Flow with Dematic – Just-in-time.

Sign up today for your free entry ticket Code: wkYpp

20. – 24.04.2020

HANOVER, GERMANY

HALL 6, BOOTH G25

BOOST YOUR FACTORY AUTOMATION with innovative Yamaha Robotics! Yamaha Motor Europe, IM Division info-ymeim@yamaha-motor.de • +49 2131 2013 520 • www.yamaha-motor-im.eu

44

Visit us at LogiMAT: Hall 1, Stand H61 10 - 12 March 2020

Typical issues of the discrete manufacturing business include the complexity of your product mix, small batch sizes, a variety of treatments per component and last but not least the cyclical fluctuations in the market demand. Transport of such products requires a flexible logistic solution. Dematic‘s automated guided vehicle systems provide a maximum of free space on your shop floor and are easily adoptable to changes in your plant layout and process equipment.

www.dematic.com

001434_RZ03_FA_Ad_Automation_Magazine_Belgium_HannoverMesse_2020_90x130mm_EN.indd 119.02.20 11:55


IMI PRECISION ENGINEERING DRUKSENSOREN MET IOLINK FUNCTIONALITEIT IMI Precision Engineering heeft zijn assortiment van oplossingen in druksensortechnologie uitgebreid met de introductie van twee nieuwe elektronische druksensoren met IO-Link. De nieuwe elektronische 54D en 34D drukschakelaars en -sensoren kunnen worden gebruikt voor het bewaken van het drukniveau in een pneumatisch systeem of voor complexere bewakingsfuncties in all fluid toepassingen. De recent gelanceerde producten zullen het bestaande assortiment van drie sensoren vervangen en bieden een aantal operationele voordelen, waaronder een eenvoudige installatie en snelle configuratietijden door middel van druktoetsen of op afstand via IO-Link, alsook ondersteuning bij het nauwkeurig registreren van prestatiegegevens van de toepassing en gebruiksgemak tijdens bedrijf. 54D De elektronische druksensor 54D van IMI Norgren biedt technici een eenvoudige configuratie en werking. Dankzij zijn robuuste en compacte ontwerp is de druksensor uitermate geschikt voor het bewaken van algemene vacuüm- of persluchttoepassingen tot 16 bar. Daarnaast biedt de sensor optioneel verschildrukmeting. Dat houdt bijvoorbeeld in dat het drukverschil tussen de inlaat en uitlaat van een filter kan worden bewaakt, waardoor technici tijdig worden geïnformeerd over benodigd onderhoud. 34D De elektronische druksensor 34D van IMI Norgren kan drukbereiken aan van vacuüm tot 600 bar en heeft een behuizing van robuust roestvrij staal, waardoor hij zeer geschikt is voor toepassingen in veeleisende en agressieve procesregelomgevingen. Daarnaast biedt de 34D-versie standaard 18 varianten en IO-Link mogelijkheid, waardoor het de ideale oplossing is voor klanten die een flexibele, gegevens gestuurde oplossing zoeken. Het ontwerp bevat een schuin display voor betere zichtbaarheid en herkenning, terwijl de installatie eenvoudiger is geworden door de draaibare behuizing voor een eenvoudigere uitlijning van het display. Zowel de 54D- als 34D-druksensor worden ook aangevuld met een serie bevestigingsbeugels, een flensadapter en kabels. www.imi-precision.com

PRODUCTEN

SMC VELDBUSSYSTEMEN MET IO-LINK BESPAART KOSTEN De compacte veldbussystemen van de EX260 serie van SMC zijn nu ook leverbaar met IO-Link technologie. Dit maakt slimme communicatie mogelijk en ondersteunt de digitalisering van machine- en systeemtechnologie in Industrie 4.0 toepassingen. De lichte en kostenefficiënte modellen kunnen een willekeurig aantal parameters van de aangesloten ventielen ontvangen van én verzenden naar het besturingssysteem op het hogere niveau. Dit heeft bijvoorbeeld betrekking op de ventielstatus, gesignaleerde fouten of getelde cycli. Met deze informatie kunnen preventief storingen worden voorkomen en kan worden geanticipeerd op toekomstig onderhoud of vervanging van ventielen. IO-Link IO-Link met SMC zorgt voor meer beschikbare data, een betere productdiagnose, gebruik van standaard bekabeling en eenvoudige toegang van systemen op afstand. Dit betekent lagere kosten, efficiëntere processen en een verbeterde beschikbaarheid van machines. De EX260 veldbussystemen kunnen 32 monostabiele en 16 bistabiele ventielen aansturen. Door hun geringe breedte van slechts 28 mm per eenheid kunnen zeer lichte ventieleilanden worden samengesteld. Voor integratie met PLC-systemen op een hoger niveau is de EX260 module van SMC volledig inzetbaar voor de gebruikelijke veldbusen industriële Ethernet-protocollen. Naast IO-Link zijn dat PROFIBUS, PROFINET, DeviceNet™, EtherNet/IP™, EtherCAT® en POWERLINK. Optioneel is ook een uitvoering met Modbus, CanOpen of VARAN mogelijk. Flexibel installeren Voor het bouwen van ventieleilanden biedt de EX260 serie veel flexibiliteit bij het installeren op locatie. Ventielen kunnen op verschillende manieren worden gemonteerd, afhankelijk of de persluchtaansluiting aan de onder- of bovenzijde of aan de zijkant gewenst is. Een combinatie van deze varianten is ook mogelijk. De EX260 serie heeft IP-beschermingsklasse 67, waardoor deze ook onder zware omstandigheden kan worden toegepast. De veldbussystemen van de EX260 serie zijn eenvoudig te koppelen met veel gebruikte ventielseries van SMC. www.smc.be

AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 45


PRODUCTEN

Hoe kunststof granulaat wordt geproduceerd van oude kabelrupsen: 1. Reinig de kabelrupsen 2. Weeg ze 3. Registreer de hoeveelheid en neem contact met ons op 4. Stuur de kabelrupsen naar igus op.

IGUS INITIEERT HET EERSTE RECYCLING-PROGRAMMA TER WERELD VOOR KABELRUPSEN Wat gebeurt er wanneer een kunststof kabelrups haar maximale levensduur bereikt heeft? Meestal wordt deze gewoon afgevoerd en in de vuilverbranding verbrand samen met ander kunststof afval. Met haar “igus green chainge recycling programma”, doet motion plastics specialist igus nu iets geheel nieuws: gebruikers kunnen hun kunststof kabelrupsen naar igus opsturen voor recycling – ongeacht de fabrikant waarvan de kabelrups afkomstig is. Ze kunnen de kosten voor het afvoeren elimineren en ontvangen ook een voucher waarmee ze aankopen kunnen doen bij igus. Klanten en het milieu profiteren hier beide van. Volgens de Plastikatlas van 2019, wordt slechts ca. 16 procent van het kunststof afval geproduceerd in Duitsland hergebruikt voor nieuwe producten. Hoewel een kunststof kabelrups met een lange levensduur niet te vergelijken is met de dagelijkse wegwerpproducten zoals plastic verpakkingen, komt de vraag omtrent het afvoeren toch naar voren aan het einde van de levensduur. Normaal gesproken wordt de kabelrups samen met ander kunststof afval afgevoerd. Recycling komt zelden voor omdat de kosten van het scheiden van de verschillende materialen in een product en het recyclen door er een bruikbaar granulaat van te maken (vermalen) te hoog zijn. In de meeste fabrieken is de gangbare procedure daarom het verwijderen van de kabelrupsen van hun machines en ze in containers voor industrieel afval te gooien. In de meeste gevallen worden de kunststoffen vervolgens 46

verbrand. igus biedt nu een milieuvriendelijk alternatief in de vorm van het “igus green chainge recycling programma.” Recycling gemakkelijk gemaakt Het doel van het programma is het recyclen van het kunststof uit kabelrupsen en het hergebruiken hiervan voor nieuwe producten. Hiervoor kunnen de gebruikers hun niet langer in gebruik zijnde kunststof kabelrupsen naar igus opsturen nadat ze zijn schoongemaakt – ongeacht het merk van van de kabelrups. De kunststoffen worden vervolgens gesorteerd, gereinigd, vermalen en verpakt. Hierna kunnen ze worden hergebruikt door igus of door andere bedrijven voor de productie van technische producten van hoge kwaliteit. Als tegenprestatie ontvangt de gebruiker een voucher ter waarde van 0,78 Euro per kilogram. ’igus neemt haar verantwoordelijkheid en richt zich met haar igus chainge recycling programma op het leveren van een bijdrage aan de reductie van kunststofafval en een verbetering van het recycling proces’, reageert Frank Blase, CEO van igus GmbH, en voegt daar aan toe: ‚Dit is overigens niets nieuws voor ons. Als ‘s werelds grootste producent van kunststof kabelrupsen, recyclen we al 99% van het kunststof afval dat optreedt in de productie om het te gebruiken als re-granulaat. Het chainge programma is nu de volgende belangrijke stap in de richting van een duurzame bedrijfsvoering.’ Het igus green chainge recycling programma wordt nu wereldwijd uitgerold. Als eerste start igus het programma in Duitsland en het zal spoedig lokaal worden geïmplementeerd in vele andere markten, waaronder China, de VS, Japan, Taiwan en Korea.

www.igus.nl/recycling


PRODUCTEN

CANTILEVER ELEKTRISCHE AS MET TANDRIEM De ELCC cantilever elektrische as is een snelle jongen! Met zeer hoge versnellingen tot 30 m/s2 verkort hij cyclustijden tot 30%. Daarbij zorgt de speciale constructie voor een minimaal gehalveerd trillingsniveau ten opzichte van andere elektrische assen. De lichtgewicht en robuuste as is dan ook geschikt voor uiteenlopende toepassingen waar betrouwbare en snelle bewegingen in combinatie met lange slagen (in een willekeurige richting) centraal staan. Vooral in verticale richting. Hoge krachten en snelheden betekenen een expliciete focus op veiligheid. De elektrische as is dan ook uitgevoerd met verschillende veiligheidselementen zoals een klemunit voor het vasthouden van de lading (zonder hiervoor de as te moeten verlengen), een incrementele verplaatsingsencoder en naderingsschakelaars. Ook de optionele roestvaststalen afdekstrip, de mogelijkheid om de as luchtdicht af te dichten (handig in stoffige omgevingen) en de schokdemper leveren in dit kader hun eigen bijdrage. www.festo.be

DE NIEUWE GENERATIE MODULAIRE SIGNAALTORENS KOMBISIGN 40 EN 72 Signaaltorens van WERMA signaleren betrouwbaar verschillende omstandigheden. Ze zorgen voor een hoger niveau van veiligheid en professionaliteit. Bij de ontwikkeling van deze nieuwe generatie van modulaire signaaltorens accepteerden wij geen compromissen. Zo kunt u de lichteffecten en tonen naar wens aanpassen, de installatie is eenvoudig en intuïtief en bovendien zijn de zuilen 100% toekomstgericht vanwege hun netwerkmogelijkheden. Combineerbaar met IO-Link en onze slimme optimalisatiesystemen - SmartMONITOR et AndonSPEED zijn deze KombiSIGN 40 en 72 Industrie 4.0 klaar! Uw voordelen: • 2 in 1 lichteffecten • Eenvoudige montage • 40 of 70 mm diameter • Verschillende keuzes aan regelbare geluidselementen • 360° visibiliteit dankzij de OmniVIEW lens: geen blinde vlekken • Onderhoudsvriendelijk dankzij het SmoothDESIGN www.werma.com

DE STÖBER SERVOSTOP SERVOREDUCTOR Om te voldoen aan de veiligheidsnorm ISO 13849 is de integratie van de ServoStop rem in de motoradaptor van de STÖBER servoreductoren de perfecte oplossing. In combinatie met de rem van de servomotor bekomt men aldus een redundant mechanisch veilige oplossing waarmee performance level E kan gehaald worden. Aangezien de rem zich aan de ingaande zijde van de reductor bevindt, is het remkoppel ook een pak kleiner dan mocht deze aan de uitgaande as voorzien worden. De rem vermijdt het verder zakken van lasten in verticale toepassingen, zelfs als de servomotor zelf gedemonteerd wordt. De ServoStop kan ook als noodrem gebruikt worden, een functie waarvoor de meeste houdremmen op de servomotoren niet geschikt zijn. We vinden de ServoStop eveneens terug in robottoepassingen op de zevende of achtste as. Op die

manier wordt de robot perfect op zijn plaats gehouden, zelfs als de robot bijvoorbeeld zware krachten moet uitoefenen op een werkstuk. Servomotoren van alle merken kunnen op de ServoStop gemonteerd worden. www.vdpautomation.com

AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 47


TECHTELEX

FANUC is gestart met de bouw van een nieuw bedrijfspand in Mechelen. Vlnr: Dieter Debaillie, Technical Support Manager FANUC Benelux, Bruno Desmet, Customer Service & After Sales Manager FANUC Benelux, Francis Hendrickx, Resolve, Shinichi Tanzawa, President & CEO FANUC Europe, Paul Ribus, Managing Director FANUC Benelux, Thomas Kienle, Expert European Real Estate Projects FANUC Europe, Greta Jacobs, Finance, HR & Supply Chain Manager FANUC Benelux.

FANUC Benelux heeft het officiële startsein gegeven voor de constructie van zijn nieuwe bedrijfspand. In achttien maanden tijd zal er op de site aan de Oude Baan in Mechelen, ongeveer 500 m van de huidige locatie, een gebouw met een oppervlakte van 5.117 m² verrijzen. Managing director van FANUC Benelux Paul Ribus: ‘Fabrieksautomatisering en robotisering zijn meer dan ooit de sleutel om competitief te blijven in de maakindustrie en productie lokaal te verankeren. Dat we klanten hier uitstekend in kunnen bijstaan maakt dat we op vijf jaar tijd verdubbeld zijn in omzet en qua medewerkers. Ons huidige pand zit daarmee aan zijn limieten. Het nieuwe zal ons de vleugels geven om verder te groeien.’ Het meest in het oog springende kenmerk in het ontwerp is het FANUC geel dat het gebouw tot een baken moet maken. ‘Het Experience Center zal het hart van het gebouw worden’, geeft Shinichi Tanzawa, CEO en president van FANUC Europe aan. ‘Het is daar dat we de klant technisch zullen kunnen ondersteunen. Hem tonen welke toegevoegde waarde het FANUC portfolio voor hem kan realiseren. Hem trainen in het werken met onze producten. Robots kunnen misschien wel zelfstandig bewegen, maar het is pas in de toepassing dat hun meerwaarde echt concreet wordt.’ (www.fanuc.eu) In totaal 3.238 professionals uit de ontwerp-, maakndustrie en machinebouw en 217 studenten hoger technologisch onderwijs bezochten op 5 en 6 februari 2020 het combinetwerkevent Prototyping MNE 2020 in Kortrijk Xpo. Het event verenigde de vakbeurzen Prototyping Xpo en Machineering Network Event. De 186 exposanten uit de Benelux, ingedeeld in 10 technologieroutes, openden de ogen van algemene directies en industriële teams (uit zowel design, engineering, productie, prototyping, maintenance, planning, testing, assemblage, onderzoek als ontwikkeling) en linkten de relevantste technologische innovaties, oplossingen, materialen en machines voor het maken en het ontwerpen van producten doorheen de volledige waardeketen. De 2de editie van PROTOTYPING-MNE staat alvast ingepland op 9 en 10 februari 2022. (www. networkevent.be) De Vlaamse start-up IntuEdrive lanceert binnenkort de speedpedelec Ellio. Ingenieur Tomas Keppens legt uit dat Ellio een speedpedelec is die het rijgemak van een auto benadert. Ellio schakelt immers automatisch naar een andere versnelling. Het aandrijfsysteem van de fiets is geïnspireerd op de Toyota Prius. ‘Je geeft gewoon aan hoe snel je wil trappen. Vanaf dan houdt de fiets u constant op die trapfrequentie, zonder dat men nog op knoppen of hendels moet duwen’, aldus Keppens. Ellio remt ook elektrisch door met de pedalen achteruit te trappen. Alleen bij een noodstop moeten de remhandvatten worden gebruikt. In april 2020 komt speedpedelec Ellio op de markt, maar eerst is er nog een testperiode in elke provincie. (www.rideellio.com) 48


TECHTELEX De voorbereiding is gestart voor Machineering 2021 in Brussels Expo, de beurs voor maaktechnologie en machinebouw. Machineering 2021 zal plaatsvinden van woensdag 24 tot en vrijdag 26 maart 2021 in Paleis 5 van Brussels Expo. Machineering brengt het proces van ontwerpen tot maken op de beursvloer in kaart, en dit op 15.000 m² beursoppervlakte. Onderzoekers van de KU Leuven, TU Delft en TU Dublin hebben drie types ingenieurs gedefinieerd. Via een online test ontdekken studenten bij welk type ze aanleunen en zo kunnen ze op zoek naar een geschikte job. Dit PREFER-project (Professional Roles and Employability for Future Engineers) moet een mismatch voorkomen tussen pas afgestudeerde ingenieurs en hun toekomstige job. ‘We definieerden drie types ingenieurs’, legt Sofie Craps van de KU Leuven uit. ‘We maken een onderscheid tussen mensen die meer bezig zijn met product leadership (gericht op innovatie), operational excellence (gericht op optimalisatie) of customer intimacy (klantgericht). De studenten vullen een vragenlijst in waarbij ze moeten aangeven hoe ze zouden reageren in 23 verschillende situaties. Hun reactie bepaalt hoe sterk ze aanleunen bij een van de drie types.’ De studenten ontvangen een rapport over hun eigen profiel. Op die manier kunnen ze op de arbeidsmarkt beter voor de juiste job kiezen. (www.iiw.kuleuven.be/prefer) Thor Park in Genk wordt de eerste regelluwe zone voor energie in ons land. Thor Park is de uitvalsbasis van IncubaThor, opleidingscentrum T2-campus en de onderzoeksgebouwen van EnergyVille, de samenwerking tussen KU Leuven, VITO, imec en UHasselt die duurzame energieoplossingen onderzoekt. Door een regelluwe zone voor energie in te stellen kan men allerhande experimenten uitvoeren om het Belgische energienet klaar te stomen voor de toekomst. De experimentele onderzoeksactiviteiten kunnen worden ingedeeld in drie clusters: onderzoek voeren naar nieuwe energiediensten met het oog op een betere lokale integratie en uitwisseling van (hernieuwbare) energie, experimenteren met een innovatief thermisch netwerk om hernieuwbare bronnen optimaal te integreren, en het inzetten van innovatieve DC-netten of gelijkstroomverbindingen. (www.thorpark.be) De technologische sector in ons land kende tussen 2015 en vorig jaar een reële groei van 11,5 procent. Geen enkele andere sector doet beter. Bovendien is die groei zeer duurzaam: sinds 2015 steeg ook de werkgelegenheid met 5,1 procent en de reële productiviteit met 6,4 procent. ‘Deze groeicijfers tonen aan dat de digitale transformatie en de daling van de loonkost werken’, zegt Marc Lambotte, CEO van Agoria. De Belgische technologische sector hield in 2019 beter stand dan in de rest van Europa. De productiviteit stijgt, onze bedrijven moderniseren en gaan in een snel tempo door een digitale transformatie. Het is het vijfde opeenvolgende jaar dat de Belgische technologische industrie groeit, dit jaar met 1,7 procent tot een absolute recordomzet van 129,4 miljard euro. Ook de jobcreatie blijft sinds 2015 alleen maar stijgen. Volgens de laatste gegevens van de RSZ werken er precies 312.047 mensen in de technologiesector in België. Drie vijfde werkt in de maakindustrie, twee vijfde in de dienstensector (vooral IT-oplossingen). Tussen begin 2015 en begin dit jaar heeft de technologische industrie alles samen voor 19.641 extra banen gezorgd, waarvan 3.744 in de maakindustrie. De technologische industrie kan ertoe bijdragen om de werkgelegenheidsgraad in ons land te laten toenemen met 5 procent. ‘Tussen nu en 2024 zouden er dan zo’n 22.000 banen moeten bijkomen’, maakt Marc Lambotte zich sterk. (www.agoria.be)

series

16* assen aansturen met Fx 5 U Compact PLC dankzij de Ethernet communicatie CC-link IE Field Basic * : 32 assen met de module Fx5-ENET

Empowering Innovators

ontdek meer op : www.esco.be of bel naar : 02 717 64 60

AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020 / 49


AFSLUITER SPEAKERS’ CORNER VOOR EXPERTS UIT DE TECHNIEK

OPROEP TOT VERANTWOORDELIJKHEIDSZIN We merkten de afgelopen tien jaar enkele markante ontwikkelingen in machineveiligheid. Ik stel daarbij twee grote evoluties vast.

Het eerste aspect is de puur menselijk. Het opvolgen van strikte regels is vandaag bijvoorbeeld niet meer zo vanzelfsprekend. Er is ook het grotere gebrek aan technisch personeel, waardoor mensen uit allerlei kanalen instromen. Dat heeft repercussies op de veiligheidssystemen. Zij moeten veel meer geborgd zijn, waardoor machineveiligheid deel uitmaakt van de standaarduitrusting, niet langer als een add-on. Het tweede aspect dat veranderde is eerder technisch. Machineveiligheid is veel meer op de voorgrond gekomen, medewerkers moeten veel meer beschermd worden. De grote integratie van veiligheden rechtstreeks in de automatisering van de machines is daar het gevolg van. Veiligheidsfuncties maken nu deel uit van de machine. Draadloze safety Als we de toekomst bekijken, zien we op veiligheidsgebied grote uitdagingen opduiken. We stellen vast dat bijvoorbeeld connectiviteit in automatisering steeds meer ingang vindt en dat ook veiligheidscomponenten mee verbonden moeten worden. Het is dan maar een kleine stap richting - onder andere - draadloze safety, wat al in de designfase voorzien zal moeten worden. De verdere verstrengeling van de IT (Information Technology) -wereld met de OT-wereld (Operational Technology) zal ook een grote impact hebben. Monitoring van productie-installaties op afstand is nu al populair, het leidt geen twijfel dat ook besturing op afstand op termijn helemaal zal doorbreken, maar dat zet de deur open voor misbruiken.

50 / AUTOMATION MAGAZINE MAART 2020

Daar waar hackers zich nu voornamelijk beperken tot het gijzelen van data, zouden ze ook een productiesysteem in de war kunnen sturen. Dat levert - in tegenstelling tot datagijzeling - wel compleet nieuwe risico’s op voor werknemers en zelfs voor de samenleving. Rondrijden met ongekeurde wagen Veiligheidsnormen ijlen altijd wat na op de beschikbare technologie We moeten er over waken dat zij op tijd en stond aangepast worden aan nieuwe situaties. De schotten tussen IT en OT zullen hoe dan ook veel strikter moeten bewaakt worden. Veiligheidsnormen hoeven overigens geen commerciële hinderpaal te zijn. Ik roep daarom iedereen op tot verantwoordelijkheidszin. We kennen in Europa weliswaar de CE-wetgeving, maar dat systeem met zelfcertificering staat en valt met de intenties van de machineproducent. Dat een andere aanbieder een loopje neemt met die regels, zou geen reden mogen zijn om er zélf de kantjes vanaf te lopen. Vergeet niet dat u de eindverantwoordelijkheid draagt. Ik vergelijk dat graag met autogebruik. Je kan in ons land gerust rondrijden met een ongekeurde wagen, zonder gordel en zonder rijbewijs. Tot u betrokken raakt in een ongeluk, dan zijn de gevolgen niet te overzien…

Renaat Vandelanotte is CEO van veiligheidsspecialist Pilz Belgium, wereldwijd aanbieder van producten, systemen en diensten op het gebied van automatisering.


ATB Automation Mechanics Motion Control


Expertise – Passion – Automation

Een veilige machine met meer rendement Een veilige machine ontwikkelen, begint met inzicht in de risico’s. SMC adviseert u over het veilig toepassen van pneumatiek in machines en productielijnen. Wij beschikken over innovatieve gecertificeerde producten, zoals ventielen en sensoren, die veiligheid én het beste rendement leveren.

Expertise – Passion – Automation

Een veilige machine bespaart u ook geld. Als tijdens het ontwerp alle componenten optimaal samenwerken, bereikt u de hoogste productiviteit, zijn er minder risico’s en is het proces efficiënter. In onze trainingsruimte in Wommelgem verzorgen wij de hands-on workshop Machinerichtlijn en Pneumatiek. Meer informatie? Neem dan contact op met onze specialist Patrick Gijbels: p.gijbels@smc.be DIENSTBAARHEID

RESPECT

DESKUNDIGHEID

AANDACHT

CONTINUÏTEIT

EERGEVOEL

www.smcpneumatics.nl

www.smc.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.