Nieuwe Vormgeving
e No. 2 | 2013 | KHNS Endurancevereniging
DOORGROEIEN NAAR EEN HOGERE KLASSE: MARLY’S MANIER
ENDURANCERIJDEN IN BELGIË OF DUITSLAND FRISSE START VAN HET INTERNATIONALE ENDURANCESEIZOEN
HOE MOET JE EEN ENDURANCEPAARD BEOORDELEN? En meer...
1
2
INHOUDSOPGAVE De Her&DER is in een nieuw jasje gestoken. Redactie en vormgever wensen u veel leesplezier!
NIEUWS
Coverfoto - Fotograaf Anouk de Kok
04 Nieuws uit de endurance wereld
WEDSTRIJDVERSLAGEN
07 Frisse start van het internationale endurance seizoen 10 Siberische omstandigheden tijdens Kootwijkerbroek
FOCUS 12 17 22 25
Endurancerijden in België of Duitsland Junioren aan het woord Doorgroeien naar een hogere klasse: Marly’s Manier Groomen deel 1: De eigenschappen van de groom
INGEZONDEN 28 Verhaal van een zeer trotse eigenaar......
11 VRAGEN AAN..
29 11 vragen aan.. Myrthe Prinz
FOKKERIJ
33 Hoe moet je een goed endurancepaard beoordelen?
VOEDING
37 Voeren rondom en tijdens wedstrijden
UITSLAGEN 40
COLOFON 43
3
NIEUWS
PAARDENSPORTFEDERATIES UITTEN ZORGEN OVER ONTWIKKELINGEN IN DE ENDURANCE BIJ FEI Drie nationale paardensportfederaties hebben hun zorgen geuit bij de FEI over de ontwikkelingen binnen de internationale endurancesport. In oktober 2012 schreven zowel de Belgische als de Franse paardensportfederaties een brief aan het FEI waarin zij de internationale sportfederatie opriepen tot het ondernemen van acties om het imago van paardensport in het algemeen en de endurancesport in het bijzonder te beschermen. Onlangs kwam daar de Zwitserse federatie bij. De Belgische federatie (K.B.R.S.F/F.R.B.S.E) wees voornamelijk op het grote aantal sterfgevallen onder de paarden van ruiters uit het Midden-Oosten. Zowel op wedstrijden in landen als Qatar, Bahrein en de Verenigde Arabische Emirate (UAE), als op wedstrijden binnen europa zouden onvoorstelbaar veel paarden zijn komen te sterven door uitputting of spontane botbreuken. De federatie noemt het verschil met de Europese endurance frappant: maximaal 1 á 2 sterfgevallen per jaar, altijd veroorzaakt door ongelukken en nog nooit door spontane botbreuken. Deze federatie geeft aan gechoqueerd te zijn door deze ontwikkelingen welke niet enkel dieronvriendelijk zijn, maar ook grote schade kunnen berokkenen aan het imago van de sport.De Franse paardensportfederatie (FFE) wijst op drie zorgelijke sterfevallen van paarden tijdens wedstrijden in het jaar 2012, waarbij de dieren omvielen na goedgekeurd te zijn op de vetgate of de finish. Ook de Franse federatie maakt zich grote zorgen over het imago van de sport en wil graag dergelijke schandalen voorkomen op het WEG van 2014. De Zwitserse federatie (FNCH) wijst voornamelijk op het gebruik van doping in de endurance en de ongelijkheid tussen deelnemers tijdens sommige wedstrijden. Zij geven aan dat endurance, met 41 paarden die positief zijn bevonden op doping van 2010 t/m 2012, de duidelijke leider is binnen alle paardensportdisciplines wanneer het gaat om dopinggevallen. Van de 20 geschorste FEI ruiters in mei 2013 waren maar liefst 13 enduranceruiters (vs. 3x springen; 2x mennen; 1x dressuur en 1x voltige), waarbij het MiddenOosten duidelijke de grote boosdoener lijkt te zijn (UAE 7x; KSA 2x; BRN 2x; JOR 2x en POR 1x). Met betrekking tot doping benadrukt deze federatie in haar brief ook het feit dat in de afgelopen 8 jaar drie medaillewinnaars op Wereldkampioenschappen en Open Europese Kampioenschappen positief zijn bevonden op het gebruik van doping. Met betrekking tot ongelijkheid wijst de Zwitserse paardensportfederatie op het opzetten van gesloten tenten voor sommige deelnemers op het WK in Euston Park van 2012, terwijl de meeste ruiters het moesten doen met de open tenten die waren neergezet door de organisatie. Volgens de federatie zouden dergelijke praktijken leiden tot ongelijkheid (in comfort) tussen ruiters, en zou daarom niet moeten worden toegestaan omdat deelname hoort te berusten op gelijke omstandigheden voor alle deelnemers. De Zwitserse federatie roept het FEI op om een systeem goed te keuren dat het mogelijk zou maken om landen met veelvoorkomende dopingproblemen uit te sluiten voor deelname aan kampioenschappen. De FEI heeft tot dusver nog niet gereageerd.De brieven van de drie federaties zijn online beschikbaar. Bron: Endurance.net / Tekst: Rachel Marty
4
NIEUWS
Lee Pearce & Fire Mt. Malabar at the 2008 Pink Flamingo two-day Ride; Top Ten both days Photo: Steve Bradley
30 BEST CONDITION PRIJZEN VOOR FIRE MT MALABAR Het paard van Amerikaanse ruiter Lee Pearce ontving eind april 2013 zijn dertigste Best Condition Prijs. De 14-jarige ruin genaamd Fire MT Malabar is sinds het begin van zijn endurancecarrière gestart op 68 westrijden waarvan hij er 65 uitliep. In totaal liep hij 6112 wedstrijdkilometers en zes keer een 160km wedstrijd. Met deze dertigste prijs komt dit paard op de achtste plek van meeste Best Condition prijzen ranglijst van de Verenigde Staten. In 2011 ontving dit duo tevens de nationale Best Condition prijs. Fire MT Malabar is een zoon van de gerenommeerde hengst Sierra Fadwah die in zijn twaalf jaar durende carrière in totaal 11.648 wedstrijdkilometers aflegde zonder ooit te worden afgekeurd. Deze hengst liep op zijn 21e zijn laatste officiële wedstrijd over een afstand van 80km, waarbij hij zesde werd. Bron: AERC / Tekst: Rachel Marty
NIEUWS
16 PAARDEN BETROKKEN MET DOPING BIJ SHEIK MOHAMMED’S TRAININGSTAL IN DUBAI Meer dan twintig paarden afkomstig of in eigendom van Sheik Mohammed en overige leden van de familie Al Maktoum zijn betrokken geweest met dopingsrechtzaken van het FEI sinds het jaar 2005. Volgens openlijk beschikbare data zouden zestien paarden positief zijn bevonden tijdens wedstrijden op natuurlijke of gefabriceerde steroïden. Sinds 2009 zijn er vier paarden positief bevonden op het verboden middel stanozolol, dat ook gevonden werd in elf van Sheik Mohammed’s Godolphin racepaarden en leidde tot de acht-jarige schorsing door de Bristse Paardenrace Vereniging van trainer Mahmood Al Zarooni. Sheik Mohammed ‘schorste zichzelf’ in 2009 nadat zijn paard Tahhan positief werd bevonden op doping. Ondanks deze getuigenis van spijt organiseerde de Sheik een ‘prive-wedstrijd’ in Euston Park onder de titel ‘Riding With The Stars’, waarbij het prijzengeld 175.000 pond bedroeg. Aan dit evenement deden tevens drie andere geschorste ruiters mee: Sheikh Hamdan Jnr, Sultan Ahmed bin Sulayem and Abdullah Thani bin Huzaim. Doordat dit evenement als een privé-bijeenkomst werd georganiseerd, kon de FEI het niet tegenhouden. Bron: The Telegraph, 7 mei 2013 / Tekst: Rachel Marty
ALLE WEDSTRIJDEN IN EUSTON PARK AFGELAST DOOR TERUGTREKKEN SPONSOR
GROOT AANTAL PAARDEN VERHANDELD TIJDENS CEI FONTAINEBLEAU (FR) De CEI te Fontainebleau, welke plaatsvond op 29 en 30 maart, lijkt te zijn omgetoverd tot een ware goudmijn voor de paardenmarkt. Volgens contacten dicht bij de organisatie, zouden er ongeveer dertig Arabische volbloedpaarden zijn verkocht in dat weekend, onder andere Phedra Cabirat (van Kalhan), de winnaar van de CEI*** (160km). Deze merrie zou zijn verkocht aan investeerders uit de Emiraten, voor een bedrag van maar liefst zes cijfers. De hengst Kalhan is tevens de vader van Petra Cabirat, winnares op de CEI** (120 km) welke plaatsvond op zaterdag. Over de overige verkochte paarden, zo’n dertig stuks, worden verkoopprijzen van over de 30.000 euro genoemd. Sommige buitenlandse kopers, die de prestaties van de paarden live konden volgen via het internet, zouden telefonisch contact hebben onderhouden met hun aanwezige vertegenwoordigers, waarbij zij telefonische veilingen veroorzaakten waarin grootse bedragen ontstonden. Het totale bedrag van verkopen dat zich op de CEI van Fontainebleau hebben afgespeeld zou dus meer dan een miljoen euro zijn. Een bedrag dat als uitzonderlijk wordt bestempeld, omdat de markt voor endurancepaarden in de afgelopen jaren gezakt leek te zijn. “Het feit dat de verkoop van paarden heeft plaatsgevonden geeft erkenning en prestige aan de wedstrijd van Fontainebleau”, vind de organisator van het evenement Gilles Carbardos, zeer tevreden over de groeiende bekendheid van zijn wedstrijd. Bron: www.grandprix-replay.com / Vertaald door: Rachel Marty
Door het terugtrekken van zijn hoofdsponsor, de Dubai Equestrian Club, heeft de organisatie van Euston Park alle wedstrijden die gepland stonden voor het seizoen 2013 moeten annuleren. Maar liefst drie CEI*** vallen weg met deze aankondiging. Euston Park staat bekend als het centrum van de Engelse endurance, en het is dan ook een grote klap voor de Britse ruiters die internationaal starten dat deze wedstrijden wegvallen. Hiermee is het voor deze ruiters een stuk moeilijker geworden om zich dichtbij te kunnen kwalificeren voor grote internationale kampioenschappen. De Britse krant de Telegraph maakt in een online artikel een link tussen het terugtrekken van deze belangrijke sponsor uit de Arabische Emiraten en de dopingaffaires die momenteel spelen omtrent Sheik Mohammed Bin Rashid Al Maktoum en zijn paardenracestal Godolphin. Bron: www.grandprix-replay.com / Tekst: Rachel Marty
Julien Lafaure et Phedra Cabirat. FFE/PSV
5
NIEUWS
AVS ENDURANCE COMPETITIE 2013 Om de AVS commissie (en dus de competitie) ook in 2013 in stand te houden was dringend versterking nodig van de commissie, gelukkig is die versterking gevonden en hebben we nu naast oprichters Esther Groen en Marly van Ditzhuyzen de hulp van Nienke Klomp en Yannick Rademaker. Ook hebben we budget om een en ander te kunnen organiseren, dus ook in 2013 komt er weer de AVS endurance competitie, met een leerzame lezing bij de prijsuitreiking eind november! Lees goed door wat de voorwaarden voor deelname zijn. De sluitingstermijn om op te geven is 1 juli 2013 en de competitie is gratis voor alle leden van het AVS. Niet-leden kunnen meedoen, maar bij inschrijving wordt een bedrag van € 10,- gevraagd. Aanmelden op avsendoc@gmail.com Voor de paarden zelf zijn geen voorwaarden mits het paard een Arabisch Volbloed is. Van welk stamboek maakt dan niet uit. Voorwaarden voor deelname 2013: * De competitie staat open voor elke combinatie met een KNHS Endurance startkaart en een Arabisch Volbloedpaard, onafhankelijk van het WAHO stamboek waarin deze is geregistreerd * In vorige jaren mochten niet-leden/niet-donateurs van het AVS gratis meedoen aan de competitie. Dit jaar zal van niet-leden/niet-donateurs € 10,- inschrijfgeld worden gevraagd. AVS leden en AVS donateurs doen nog steeds gratis mee met de competitie. * De competitie wordt bijgehouden per paard en niet per combinatie, dus meerdere ruiters kunnen op één paard hun resultaten laten tellen. De eigenaar van het paard zal de prijzen ontvangen, tenzij er duidelijk met de commissie andere afspraken zijn gemaakt. * De volgende wedstrijden komen in aamerking: ∫ Nationale Federatie wedstrijden in Nederland (KNHS) of in het buitenland (onder de respectievelijke Nationale Federatie regels) ∫ Internationale Federatie wedstrijden (FEI) * Terugtrekking en afkeuring wordt meegenomen in de berekeningen * Het paard moet minimaal 3 wedstrijden gelopen hebben om in de uiteindelijke klassering te kunnen komen. (voor de internationale rubriek mogen dit minimaal 2 wedstrijden zijn) * Bij voldoende aanmeldingen zal de competitie worden gesplitst in een aantal klassen(bij te weinig deelnemers in één klasse behoudt de organisatie het recht om klassen samen te voegen): ∫ Klasse 1 ∫ Klasse 1/2 ∫ Klasse 2/3 ∫ Klasse 3/4 ∫ Speciale klasse voor paarden die internationaal FEI rijden, bij voldoende aanmeldingen. Internationale ruiters wordt dan ook speciaal gevraagd om mee te doen om een mooie Nationale- en Internationale competitie te krijgen. De puntentelling voor 2013: * Per uitgereden eendaagse Nationale wedstrijd worden de km's gedeeld door 10 * Per uitgereden meerdaagse Nationale wedstrijd worden de totale km's gedeeld door 15 * Per uitgereden eendaagse FEI wedstrijd worden de km's gedeeld door 8 * Per uitgereden meerdaagse FEI wedstrijd worden de totale km's gedeeld door 12 * Per wedstrijd wordt de gemiddelde snelheid gedeeld door 2 * Voor afkeuringen op nationale wedstrijd geldt dat men geen punten krijgt * Voor afkeuringen op FEI wedstrijd geldt dat men punten krijgt als de combinatie tot en met de 3e vetgate nog is goedgekeurd. Punten zijn dan het aantal kilometers tot laatste goedkeuring gedeeld door 8. * Bij vrijwillig terugtrekken tellen wèl de punten voor de goedgekeurde afgelegde kilometers en gemiddelde snelheid * Het totaal aantal behaalde punten wordt gedeeld door het aantal tellende wedstrijden. Esther Groen
6
Overzicht endurance trainers Vervolg op HeR& DER nr. 1- 2013 Naam: Suzanne Pen Grootste prestaties tot nu toe: 160 km met Noniusz en 2e op het NK 2011 met Depozit. Visie op trainingen: Het doel van de ruiter en de mogelijkheden van het paard zijn de uitgangspunten voor de training. Aan de hand daarvan werken we aan de conditie van het paard, maar ook aan alle andere aspecten van endurance. Zoals wedstrijdplanning, keuringen, door technisch terrein rijden, houding van ruiter en paard, kaartlezen, wedstrijden rijden etc. De ruiter gaat altijd naar huis met tips en een planning om zelfstandig verder te kunnen trainen. In mijn training neem ik de tijd om alles goed uit te leggen. Ik kijk samen met de ruiter goed naar het paard in z’n geheel en doe alles vanuit de mogelijkheden en sterke of zwakke kanten van het paard. Ik probeer ruiters te stimuleren en te helpen hun doelen op de beste manier te bereiken. Samen met Jarmila Lakeman help ik jonge ruiters met ambitie op weg naar internationale wedstrijden. Trainingsgebied: Noord-Veluwe Trainingsmogelijkheden: Deze lessen zijn bedoeld voor ruiters die met endurance willen beginnen, voor ruiters die klasse I wedstrijden rijden en voor beginnende klasse II ruiters.De lessen worden gegeven door de ervaren enduranceruiter Suzanne Pen (klasse IV) en vinden plaats in Epe. De instructie bestaat uit theorie- en praktijklessen. Het is mogelijk een van deze onderdelen te volgen of beide op één dag te volgen. Daarnaast kan ik (op locatie) groepstrainingen, workshops en lezingen verzorgen. De trainingen kunnen op afspraak door de week of in het weekend plaatsvinden in Epe. Ruiters trainen op hun eigen paard (ik heb geen paarden ter beschikking voor ruiters). Begeleiding over langere tijd of tijdens een wedstrijd is ook mogelijk in overleg. www.pendurance.nl
WEDSTRIJDVERSLAGEN
FRISSE START VAN HET INTERNATIONALE ENDURANCE SEIZOEN
7
WEDSTRIJDVERSLAGEN
Op 30 maart jl. om 7:45 was het zover, Yvonne Overes en haar Arabisch Volbloed Barq Madjied Star (ook bekend als Pietje) staan aan de start van de 90km CEI* voor hun eerste wedstrijd in 2013. Deze wedstrijd vindt plaats te Bierbeek in België, dus we hebben vrijdag 29 maart de auto en trailer volgeladen met voldoende spullen om een weekeinde de barre kou te kunnen trotseren. De weken ervoor had het fiks gesneeuwd en zelfs tijdens onze training in de Duitse Eifel werden we niet gespaard. Maar een beetje endurance ruiter is niet wars van wat zelf kastijding, dus vol goede moed werd op vrijdagmorgen de reis naar België aanvaard. In de loop van de middag kwamen we aan en werd het kampement in orde gemaakt. Paddock voor Pietje en het tentje voor ons. Luchtbedden opblazen, slaapzakken uitrollen en daarna Pietje en de honden aan de touwen om een eerste stuk van het parcours te voet te verkennen. En ja, dat witte spul was toch nog steeds op een aantal plekken aanwezig. ’s Avonds lekker gegeten met een aantal andere lotgenoten en daarna de slaapzak in, want om 4:45 ging de wekker. Helaas bleek bij het te bed gaan, dat mijn luchtbed zijn laatste adem had uitgeblazen en ik helaas een ietwat mindere nachtrust had. Maar dat is het lot van een endurance-groom (grooms victims of endurance is een gevleugelde uitspraak in de endurance wereld). Om 4:45 mocht ik gelukkig mijn minder comfortabele slaaphouding verlaten en mocht ik beginnen met het voederen der dieren en mensen. Thee zetten bij -8 is met een campinggassetje bleek een hele uitdaging, maar het is gelukt. Om 6:15 ging het secretariaat open en om 6:30 was de voorkeuring. De voorkeuring is altijd een spannend moment want om dan te worden afgekeurd is naast een afkeuring op de finish, toch wel een meest vreselijke wat kan gebeuren. Maar we mogen gelukkig aan het eerste koude rondje van 32km beginnen, samen met nog vier andere Nederlanders en nog een stuk of twintig andere ruiters uit België, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg. En het was KOUD, berekoud! Lang leve de stoelverwarming in de auto. Maar goed, wij grooms kennen onze plek en met een fikse voorraad aan koekjes, snoepjes, chocolade en drinken komen we de dag wel door. De eerste ronde had drie plaatsen waar we als grooms de paarden gingen koelen. Ja, zelfs met deze koude temperaturen wordt er gekoeld om te beperken dat de paarden hun eigen vocht gebruiken om zichzelf te koelen. En ach, we moeten als groom toch iets te doen hebben. Na de eerste ronde is eerst bij binnenkomst snel een deken op het paard, zadel en bit af, nog wat koelen, hartslag meten en zodra de hartslag onder de 64 is, aanbieden bij de veterinair. Pietje kwam netjes rustig in draf binnen, waardoor we met vijf minuten konden aanbieden voor de controle. Het voordraven is altijd weer spannend, maar in tegenstelling tot voorgaande jaren was het nu de groom die door Pietje werd voorgedraafd. SUPER dus. Alles was goed, op naar de korte verzorgingsstop en daarna door naar de volgende ronde van wederom 32km. In de verzorgingsstop wordt het paard voorzien van alles dat hij wil en denkt nodig te hebben. Een uitgebreide verzameling van ruwvoer, krachtvoer, water en appels ligt voor hem klaar. Maar negen van de tien keer ligt volgens hem het beste spul toch altijd bij de buren. Vandaar dat endurance ruiters vaak hun
8
paardenetenswaar uitwisselen. In dit geval waren onze buren het team van Jannet van Wijk en tevens reden de dames de hele wedstrijd met elkaar op. Jannet is een zeer ervaren amazone die inmiddels vele EK en WK’s heeft gereden en nu haar eigen fokproduct Tout de Lout bij zich had.
“En het was KOUD, berekoud! Lang leve de stoelverwarming in de auto.” De tweede ronde was gelijk aan de eerste ronde, waardoor het tempo wat kon worden verhoogd. Alleen de bevroren bodem veranderde nu langzaam aan in een prutje van klei, zand en gravel. En daarbij de beroemde Belgische kasseien werd het een kwestie van goed opletten en met verstand blijven rijden. Hier kwam het kunststof Duplo beslag van Pietje goed uit de verf en hij kon lekker door marcheren. Wederom bij binnenkomst op de vetgate een herhaling van het ritueel en ook gelukkig een gelijk resultaat. Goedgekeurd en op naar de laatste ronde van 28km. Tout en Pietje startten fris en monter de laatste ronde en beide groom teams begaven zich richting het eerste groompunt van de laatste ronde. Tijdens deze ronde werden we zelfs kort bijgelicht door een vreemde grote bol aan de hemel, die zelfs voor de nodige warmte zorgde. Een ware traktatie om in plaats van -2 ineens +2 op de temperatuurmeter te zien staan.
WEDSTRIJDVERSLAGEN
Pietje vond het ook wat warmer en besloot tot ons plezier eindelijk die emmer water maar eens leeg te drinken, had ik die tenminste nu eens niet voor Jan met de korte achternaam meegenomen. Ook op het tweede en tevens laatste groompunt besloot hij dat de emmer nu toch wel wat leger mocht. Dit was wel prettig want vanaf dat laatste punt hadden de grooms twee opties: óf over het asfalt óf over een paar Paris Dakar waardige paden. Uiteraard werd voor het laatste gekozen, want we hebben tenslotte niet voor niets een 4x4 bakkie. Ruim op tijd en met mijn nieren tussen mijn oren, kwamen we aan om Pietje en Tout op te wachten bij de finish. Daar hebben we de gereedstaande jury warm ingepakt ( je moet die dekens toch ergens kwijt en fotograferen met een deken in je hand is lastig). Pietje en Tout kwamen in een mooi hand galopje over de finish, waarna de jury weer in de kou kon en de paarden een warme deken op kregen. Nu is het zaak om toch zo snel mogelijk het paard weer onder de 64 qua hartslag te krijgen, want anders gaan ze toch wat opstijven in de spieren. Maar zelfs na 90km was Pietje nog fris en monter en kregen we de duimen omhoog van de veterinairen. Missie volbracht, amazones tevreden en de grooms gesloopt. Onderstaand de hartslagen en snelheden per ronde:
Ronde Afstand Hartslag binnenkomst 1 2 3
32km 32 km 28 km
48 56 56
Gem. snelheid 13,69 km/h 13,92 km/h 16,01 km/h
Als afsluiting mag dan vervolgens de hele vieze drekkige bende weer in de auto en trailer worden geladen, zodat we om 19:00 weer huiswaarts konden keren. De laatste fit test is altijd de volgende ochtend thuis, maar Pietje had vier mooi strakke beentjes en wilde maar wat graag uitrennen in de wei. En op de dag van zijn verjaardag (1 april) liep hij ook weer fris en fruitig rond. En daarmee mag hij op 17 mei in Ermelo zijn opwachting maken voor de CEI** van 120km. Wie meer wil weten over de endurance of Pietje, mail me gerust op ruud_overes@hotmail.com Tekst & foto’s: Ruud Overes
Esther Groen Green Distance Akhdhar endurance Mobiel: 06-44274292 e-mail : info@greendistance.nl
www.greendistance.nl
Voor: zadels:, Gaston Mercier, Massimo, Trekker, Sommer en Malibaud. 4 merken rijbroeken: Stud One, Libramont, Saddlebums en Perfeq Caroussel. En uiteraard nog veel meer!
Uniek! Het endurance team van Green Distance, Akhdhar Endurance, biedt voor seizoen 2013 persoonlijke endurance begeleiding aan voor alle klassen endurance. Akhdhar Endurance heeft de afgelopen jaren diverse paarden in kl3 en 4 uitgebracht met zelden een afkeuring of blessures! Zie website voor details
9
WEDSTRIJDVERSLAGEN
SIBERISCHE OMSTANDIGHEDEN TIJDENS KOOTWIJKERBROEK
10
WEDSTRIJDVERSLAGEN
Heel de winter hebben we ons voorbereid op Kootwijkerbroek. Tactieken bedacht en uitgeprobeerd, gespeculeerd over het weer, ingelezen over endurance, getraind bij Esther Groen om toch wat zand en heuveltraining mee te pakken. Toen was het 24 maart dan zover: onze eerste officiële endurancewedstrijd in de korte klasse 1. De voorpret was leuk! Erika, Anne, Marjolein en ik zouden samen rijden in Kootwijkerbroek. Helaas raakte het paard van Anne geblesseerd en viel er sneeuw bij Erika de ochtend van vertrek naar Kootwijkerbroek. Uiteindelijk zijn Marjolein en ik dus aan de start gekomen. En wat was het koud! Lading dekens mee en geen koelwater, dat is toch ook redelijk apart te noemen. Maar vol goede moed op pad. Rond een uurtje of 8 vertrokken we uit Rhoon richting Kootwijkerbroek. In Kootwijkerbroek aangekomen vertrok de klasse 2 in een massastart, wat erg leuk was om te zien. Vanwege de kou hebben we de paarden Attitude en Jordy op de trailer laten staan en zijn we ons eerst gaan melden en de voorbespreking gevolgd. Daarna hebben we de paarden uitgeladen, zijn we gaan stappen en gezamenlijk naar de voorkeuring. Met nette waardes mochten we aan de start verschijnen. Nog even een broodje gegeten, wat gedronken en de paarden gezadeld. Op naar de start waar we ongeveer een kwartiertje zouden losstappen. Vorig jaar hebben we de kennismakingsklasse gereden dus Attitude wist precies de weg naar de start. In een rustig drafje reden we weg. Op de splitsing na het hek was Attitude er echt van overtuigd dat we rechts moesten, dat was immers vorig jaar ook zo… Uiteindelijk heb ik hem kunnen overtuigen dat we toch echt naar links moesten. De combinatie van ritselende blaadjes en kou resulteerde erin dat Attitude en Jordy zowat op hun kont gingen zitten. Wat was het spannend in het bos de eerste kilometers! Op de hei bleek fotografe Vanessa Teepe ook bijzonder spannend te zijn. Dus ja, we hadden onze handen vol tijdens het begin van de rit. Besloten om over de hei te galopperen vanwege de wind en de rest van de rit in draf te rijden. Al snel hadden we het lekker warm en voelde het niet meer zo Siberisch aan. Uiteindelijk kwam er wat meer rust in en hebben we vanaf de hei alles in een fijn draftempo kunnen rijden. In no-time waren we aangekomen bij het bordje ‘1 km tot finish’. We zijn toen gaan stappen en gefinisht met een tijd van 12,1 km p/u. Marjolein kon Jordy direct aanbieden met een hartslag van 40 en ik Attitude met een hartslag van 48. Beide paarden lekker verzorgd, zelf ook wat gegeten en gedronken en op naar de nakeuring. Een A op locomotie, hartslag 40. Kleine opmerking over de turgor. De huidplooi mocht wat sneller terug. Het was niet verontrustend, maar wel een aandachtspunt. Drinken doet hij nog niet op de wedstrijd. Dit nemen we mee voor de volgende keer. Verder mooie waardes, ook voor Jordy. Beide dus drie winstpunten in the pocket en bij het bekijken van de uitslagen bleken we ook nog op plaats 9 en 10 te zijn geëindigd. Ondanks de kou hebben we heel fijn gereden, blijkt deze tak van sport ons ontzettend goed te liggen en ben ik ontzettend trots op Attitude, ons zelf gefokte ‘dressuurpaard’ die bang is voor juryhokjes maar zich in het bos compleet in zijn element voelt. Op naar de volgende wedstrijd. Wij hebben de smaak te pakken! Lisette Lukas Marjolein Klein Vanessa Teepe Fotografie
11
FOCUS
ENDURANCE RIJDEN IN BELGIË OF DUITSLAND
12
Finishen mag een ruiter in Duitsland ook te voet
FOCUS
Na een aantal jaren meerijden bij Nederlandse endurancewedstrijden komt onherroepelijk het moment dat een ruiter voor de zoveelste keer het parcours in Zanderigbos of Kanaaldorp aflegt en zichzelf afvraagt of dat nog wel een echte uitdaging is... Heeft hij een getalenteerd, snel paard en voldoende financiële middelen komt de overstap naar het internationale FEI-circuit in beeld: het starten bij CEI's. Maar ook ruiters die dat niet willen of kunnen hoeven zich niet beperken tot het eigen land. In België of Duitsland zijn net als in ons land nationale wedstrijden, waaraan je als Nederlander zonder veel gedoe mee mag doen. Dit artikel duikt uitgebreid in louter dat nationale rijden, dus zonder FEI-paspoort.
grens zijn er binnen de Benelux sinds 2007 geen wettelijke gezondheidsverklaringen meer nodig, voor Duitsland formeel wel. Daarvoor kan men terecht bij de VWA in de eigen regio om een afspraak te maken – er komt dan kort voor vertrek een keuringsveterinair die tegenwoordig zelf ook de verklaring in orde maakt. Wie een vrachtwagen heeft zal ongetwijfeld bekend zijn met het fenomeen rijverboden, geldend onder bepaalde omstandigheden op bepaalde dagen, maar minder bekend is dat in Duitsland ook een trailertrekauto in de vorm van pickup met open laadbak als vrachtwagen geldt en die heeft zich ook aan de wettelijke voorschriften daaromtrent te houden.
KALENDERS
INSCHRIJVEN
Wedstrijdkalenders opvragen is via internet een peulenschil. Kijk bijvoorbeeld maar op <www.vlp.be> (Vlaams) of <www.lewb.be (Waals), <www.vlar.eu> en <www.equibel.be > voor België (endurance en dan kalenders) en <www.vdd-home.de>(Veranstaltungen en dan Termine) of <www.distanzcheck.de>(Hauptseite en dan Terminliste) voor Duitsland. Vooral in Duitsland is de keus enorm; er waren in 2012 zo'n 120 endurancewedstrijden met bijna 400 verschillende ritten. Het is verstandig om eerst in bijvoorbeeld Vlaanderen of het noorden van Duitsland te kijken, want anders komen al snel terrein-omstandigheden aan bod waar een Nederlands paard aan moet wennen: heuvels, maar vooral ook stenen en keiharde ondergrond. Hetzelfde geldt voor het aanreizen. De reistijd moet je niet opeens enorm veel langer maken dan je paard gewend was en kies ook voor een wedstrijdafstand die je paard met gemak aan kan, want je kunt niet al je aandacht aan hem wijden doordat je met andere regels en omstandigheden te maken krijgt dan thuis. In dit verhaal kunnen onmogelijk alle details aan de orde komen, dus wil je super goed voorbereid op pad lees dan ook de reglementen van het betreffende land door; die kun je eveneens op de genoemde websites vinden.
PAPIERWINKEL Als je voor jezelf een reisverzekering afsluit is de basisvorm daarvan vaak niet geldig voor de wedstrijd op zich – de kleine lettertjes met uitzonderingen goed bestuderen als je zeker wilt zijn. De voor elke Nederlander verplichte basisverzekering gezondheidszorg vergoedt al erg veel en daaraan gekoppeld zit meestal een EHIC, dat is een Europese gezondheidskaart oftewel een European Health Insurance Card. Deze EHIC geeft je tijdens een tijdelijk verblijf in het buitenland (EEG, dwz EU, Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland) recht op noodzakelijke medische zorg en is bedoeld om de procedures soepeler te laten verlopen. Tegenwoordig staat hij dikwijls achterop de zorgpas die de zorgverzekeraars aan hun klanten geven. Voor het paard is de Equidenpas, bij ons meestal Paardenpaspoort genoemd, noodzakelijk. Wie op zeker wil gaan laat daarin het diagram intekenen – soms controleren ook keurende wedstrijddierenartsen de identiteit van een paard en die hebben lang niet altijd een chiplezer bij zich. Dat intekenen mag alleen gedaan worden door een daartoe bevoegde dierenarts; de KNHS houdt een lijst bij. Zoek wel ruimschoots van te voren iemand op die het wil doen, want ze zijn er niet allemaal happig op, zeker niet als ze het druk hebben. Vooral bij een paard met veel gespikkelde aftekeningen en strepen op de hoeven is het namelijk erg veel werk en dus tijdrovend. Bij een eenkleurig paard (Fjord, draver, Fries) tekent men de haarwervels in. Voor transport van sportpaarden over de
"Wat voor Duitsers ‘vlak terrein’ is kan in onze polderogen al flink glooiend zijn, terwijl ‘leicht hügelig’ voor ons forse puisten zijn compleet met haarspeldbochten! " Om de KNHS te vriend te houden vraag je daar bijtijds een zogenaamde Riding Permission aan voor het land waar je naar toe wilt; je kunt het aanvraagformulier zoeken onder het kopje endurance van de nieuwe KNHS-site <www.knhs.nl>. In tegenstelling tot de overige, hier boven genoemde soms pittig geprijsde administratieve zaken is deze RP gratis en het hele jaar geldig. Er is zelfs een speciale versie van het aanvraagformulier voor niet-KNHS-leden; wie het betreffende aanvraagformulier invult krijgt een 'Letter of no objection' en kan daarmee op pad! Nadere uitleg over het hoe en wat van de Riding Permission staat in de begeleidende brief. Heb je een wedstrijd uitgekozen meld je tevoren aan de KNHS dat je daar naar toe gaat, ook dit formulier vind je op de site van de KNHS. De inschrijving voor de wedstrijd verzorg je zelf, net als in Nederland, dus bij het secretariaat van de wedstrijdorganisatie en met een standaard inschrijfformulier dat je op de website van de Belgische of Duitse club kunt vinden. Informatie over de wedstrijd haal je uit het vraagprogramma. Vooral in Duitsland is dat zeer informatief en daarom krijg je daar ook geen boekje als je eenmaal ingeschreven hebt. Je moet de informatie leren lezen en interpreteren. Wat voor Duitsers 'vlak terrein' is kan in onze polderogen al flink glooiend zijn, terwijl 'leicht hügelig' voor ons forse puisten zijn compleet met haarspeldbochten! Voor aanbevelingen omtrent hoefbeslag geldt hetzelfde. Duitsers zijn veel meer gewend dan wij om zonder hoefbescherming te rijden, ook op harde ondergrond, en als er dus in de uitschrijving staat dat 'hoefbeslag aanbevolen' wordt kun je er van uit gaan dat het voor al onze paarden echt noodzakelijk is vanwege bijvoorbeeld net vernieuwd 'Schotter' – een akelig soort bijzonder scherpe, gemalen stenen, die als verharding op bospaden wordt gestort. Het beslag wordt trouwens bij keuringen meestal gecontroleerd, net als de pezen, dus hoeven uitkrabben... Ook de Belgen zijn gewend aan stenen, en als er een zanderig parcours aangekondigd wordt kan er best eens een kilometertje stenig pad tussen zitten, zonder berm. Routekaarten krijg je te-
13
FOCUS
Markering met per ronde een afzonderlijke kleur verf - dit is rechtsaf.
In Duitsland rijden bij vrijwel elke endurancewedstrijd ook menners mee.
voren niet toegestuurd en staan ook maar zelden ergens op een website – ze zijn beschikbaar als je je meldt bij aankomst op het wedstrijdterrein.
STARTGERECHTIGDHEID In Duitsland kun je zelf bepalen welke afstand je wilt rijden, zelfs met een klasse 4 paard dat ook CEI's loopt of een debuterend paard dat zijn eerste wedstrijd gaat doen. Een combinatie paard/ruiter die al winstpunten heeft in onze klasse 3 mag echter in België niet meer voor klassering starten op kortere afstanden. Een ruiter die nog nooit een 80 of langer goed uitgereden heeft mag dat wel. Als Nederlander moet je naar België dan ook een kopie/scan van je Riding Permission meesturen met de inschrijving als bewijs van je startgerechtigdheid. In Duitsland wordt nooit naar je RP gevraagd omdat een deelnemende combinatie er helemaal nergens lid van hoeft te zijn en men evenmin een promotiesysteem kent – je kunt daar dus ook zonder meer terecht als nergens aangesloten recreatieruiter. Er zijn ook veel wedstrijden waar niet naar je paardenpaspoort gevraagd wordt en waar je paard géén entingen nodig heeft. Voor een wedstrijd waar een paard wèl geënt moet zijn in overeenstemming met de FN-reglementen (LPO) is dat echter twee maal per jaar! Dus als je een keer wilt proberen of het iets voor je is, zo'n Duitse wedstrijd, kies er dan eentje waar entingen niet verplicht zijn, want dan kun je ook met je één keer per jaar gevaccineerde paard meedoen. Soms hanteert de organisatie een tussenvorm die ook bij de FEI toegestaan is: dan mag een paard dat jaarlijks ingeënt wordt toch deelnemen als de laatste enting binnen een half jaar + 21 dagen voor de wedstrijd is geweest. Dus paard jaarlijkse enting op 1 april, dan mag hij starten in het half jaar daarna, en dus bv bij wedstrijd op 1 juli. De Belgische entingregels zijn identiek aan de Nederlandse. Let ook even op de leeftijdsgrenzen als je paard nog jong is. Voor de 20 – 30 – 40 km in België moet het paard minstens vier jaar zijn, voor de 60 km minstens vijf jaar en voor de 80 of langer minstens zes jaar. In Duitsland mag een vierjarige niet op wedstrijd en pas als vijfjarige meedoen aan EFR, dat zijn beginnerstochtjes t/m 40 km. Criterium is dat hij zijn volledige gebit gewisseld moet hebben, dus daar even attent op zijn bij (zeer) laat in het jaar geboren paarden. Een paard wisselt
14
normaliter zijn laatste tanden op 4 ½ jaar. Voor KDR en MDR, dat zijn afstanden van 41 t/m 80 km, moet hij zes jaar zijn en voor de lange afstanden vanaf 81 km minstens zeven jaar. Formeel moet je tevoren het inschrijfgeld overmaken, maar meestal kun je het wel ter plekke betalen tegelijk met je startgeld.
AANDACHTSPUNTEN In België krijgen de ruiters net als in Nederland per afstand verschillend gekleurde nummerhesjes aan; die dienen ook meteen als zakje voor de dingen die je meekrijgt vanaf het secretariaat. In Duitsland krijg je hoogst zelden een hesje = Leibchen. Soms zit er een wegwerp hoofdstelnummer bij de spullen die je op het secretariaat in ontvangst neemt, soms verft men na de voorkeuring een nummer op je paard, soms moet je zelf voor het nummer zorgen. Dat kan middels een meegebracht nummerhoesje, of door het nummer met een veestift op de bil van het paard te schrijven. Als je vaker in Duitsland start is het praktisch zelf zo'n stift bij je te hebben, want als je je paard 's avonds laat voorkeuren en je doet hem daarna een deken op of het regent 's nachts pijpenstelen is het nummer soms 's morgens afgespoeld of zit de kleurstof in je deken gesmeerd. Met een eigen stift (te koop in meerdere kleuren voor ruim een euro bij agrawinkels als Welkoop of Agradi) kun je vlak voor de start je paard van een nummer voorzien. Is in België de kritieke hartslag net als bij ons 60, in Duitsland is dat 64 binnen 20 minuten, tenzij het een 'Radarfalle' betreft, dat wil zeggen een onaangekondigde tussendoorcontrole op hartslag. Zulke controleurs verstoppen zich handig en je loopt dus kans in volle galop tegen een grijnzende polsteller met stethoscoop aan te vliegen (enig leedvermaak is hen niet vreemd omdat het vaak ervaren wedstrijdruiters zijn die dit klusje op zich nemen). Het verrassingselement is essentieel, want een fit paard is binnen de gestelde 10 minuten makkelijk terug op de gewenste 72 slagen per minuut en als je een paard hebt waarvoor dat nooit zal lukken rijd je vanzelf rustiger, zo is de achterliggende gedachte. De markering gebeurt in zowel België als Duitsland met andere middelen dan in Nederland. Veelgebruikt is verf op de weg en op palen of bomen, voor elke lus een andere kleur en met haakjes naar de te volgen richting, maar ook bordjes, pijlen, band of lint komt veel voor. Meestal is het even wennen aan de parcoursuitzetter en heb
FOCUS
je eenmaal zijn systeem begrepen kun je het prima vinden als je vooruitkijkt. Zo simpel als bij ons, waar een blind paard nog de weg kan vinden, is het echter meestal niet. Heb je een hekel aan kaartlezen dan moet je in Duitsland opletten dat je geen 'Kartenritt' uitzoekt, want dan is het parcours niet gemarkeerd of alleen op moeilijke punten van een lintje voorzien en moet je dus kaartlezen.
DUITS TEMPO Daar is dan ook weer de minimale rijtijd op aangepast, want die ligt echt veel lager dan in de meeste andere landen gebruikelijk is. De terminologie is ook anders, want er wordt gerekend met aantal minuten per kilometer. Dus T5 is 12 km/u: elke vijf minuten doe je een kilometer. Veel gebruikt is T7 = 8,57 km/u als laagste snelheid ook voor de lange afstanden, maar voor de kortste ritten over 25 km komt zelfs T10 wel eens voor. Dan kun je onderweg ook nog picknicken...Klassering vindt dan plaats volgens een gecombineerd tijd+puntensysteem, dat in de uitschrijving toegelicht wordt. Voor het overige gaat alles op tijd, terwijl alleen de lange afstanden een massastart kennen. Na de finish is er op 20 minuten een hartslagtelling; de nakeuring inclusief transportkeuring is op 2 uur na de finish voor de korte en middellange afstanden. Vanaf 81 km is de nakeuring binnen een half uur, maar dan moet het paard tot de volgende dag blijven voor transportkeuring – daar wordt nooit de hand mee gelicht. Voor een Nederlandse combinatie is de Duitse 80 km nu ideaal: die geldt bij ons voor een klasse III winstpunt, is echter slechts een MDR, dus mag je dezelfde dag naar huis – hou wel rekening met die twee uur wachten op de nakeuring.Voor de rustperiodes tijdens Belgische en Duitse wedstrijden hoef je maar zelden in een verplicht vetgatehok zoals bij ons. Je mag naar je eigen kampeerplek/paddock of, als de vetgate in het veld is, op een plek gaan staan die je zint. Dat is fijn, want je kunt naar je groomauto, in de zon als het koud is en naar een schaduwplekje bij hitte, of met je paard gaan grazen.
PUNTENKLASSEMENT België kent voor de afstanden tot 80 km een klassering op punten. Vanaf 80 km is er massastart en wordt de wedstrijd op snelheid beslist: wie het eerst terug is en een vervolgens goedgekeurd paard aanbiedt is winnaar. Op de korte afstanden 20, 30, 40 of 60 km start een ruiter individueel of in kleine groepjes van maximaal 5 combinaties. De 20 en 30 km bestaat uit één lus zonder controles onderweg, de 40 en 60 hebben een pauze halverwege van een uur, gerekend vanaf aankomsttijd; daar gaat de tijd die je gebruikt om aan te bieden en de tijd die de keuring kost dus van af. Hou er rekening mee dat de genoemde standaardafstand niet beslist de afstand hoeft te zijn die je gaat rijden – de 40 kan bijvoorbeeld best bestaan uit twee keer een lus van 22 km. De snelheid is minimaal 10 km/u voor alle nationale afstanden. Voor de 20 km is de maximale snelheid 12 km/u, voor de 30 en 40 km is deze 13 km/u en voor de 60 is dat 15 km/u. De klassering gebeurt op strafpunten. In het vraag-programma staat een minimum en maximum tijd genoemd voor de afstanden t/m 60 km; kom je binnen op hooguit 10 minuten eerder dan de minimumtijd krijg je 2 strafpunten per minuut, kom je nog sneller binnen betekent dat uitsluiting. Als je de minimumtijd overschrijdt levert dat 1 strafpunt per minuut op, overschrijding van de maximumtijd is goed voor uitsluiting. Verder krijg je voor elke hartslagtik hoger dan 44 per minuut een strafpunt en bij afstanden met een vetgate ook
nog 2 strafpunten per minuut die je gebruikt tussen aankomst en aanbieden. De hartfrequentie mag bij aanbieden niet hoger dan 60 zijn en de ruiter bepaalt zelf wanneer hij aanbiedt binnen de 20 minuten na aankomst. België kent geen vaste starttijden behalve voor de 80 km, die om half tien vertrekt. Je kunt zelf kiezen wanneer je wilt vertrekken binnen reglementair vastliggende tijden. Zo kan de ruiter voor de 60 km starten tussen 9 en 11 uur, maar voor de 20 km van 9 uur tot 15 uur. Het is toegestaan aan een ruiter om meerdere paarden te starten zolang hij maar kans ziet binnen de daarvoor gestelde tijd te finishen. Een paard mag echter maar één proef lopen per wedstrijddag. Er geldt geen gewichtseis voor de ruiter en een zweepje van hooguit 75 cm lengte is toegestaan. De per klasse verschillend gekleurde vetkaart houdt de tijdwaarnemer in bewaring zolang de deelnemer in het parcours is – verliezen is dus uitgesloten.
UITRUSTING In Duitsland legt men dikwijls extra eisen op voor wat betreft de uitrusting; zo moet iemand die geen grooms (Tross) heeft vrijwel altijd een deken aan boord hebben en de mogelijkheid om het paard vast te binden – een halsterhoofdstel is dan handig. De meeste hulpteugels zijn verboden en ook neusriemen die de ademhaling belemmeren. Daaronder valt de Hannoveraanse neusriem, ook wel lage- of africhtingsneusriem genoemd. Het sperriempje van de gecombineerde neusriem mag evenmin. Het oraal geven van gebruikelijke voedermiddelen en ook suiker, zout, mineralen en vitaminen is toegestaan tijdens de wedstrijd, maar als toediening met een mondspuit gebeurt moet dat door één persoon gedaan worden, waarbij het paard geen verzet mag plegen. Elke organisatie kan nog eigen, verscherpte eisen toevoegen; die staan dan vermeld op de uitschrijving of in een toegevoegde bijlage.Verder is het goed te weten dat je voor klasse I standaard in plaats van de gebruikelijke drie slechts twee winstpunten kunt verdienen bij een goed uitgereden wedstrijd in het buitenland. Voor het overige: gewoon een keer de stap zetten, want zo moeilijk is het allemaal niet omdat de meeste dingen zichzelf wijzen! En doe je iets verkeerd is er vaak geen man overboord: je wordt in beide landen minder snel uitgesloten dan hier. Bijvoorbeeld als je verkeerd rijdt en een controlepost mist. Dat levert alleen maar een massa strafpunten op, waardoor je niet in de vooral in België leuke prijzen valt. Tekst & foto’s: Ineke Westers
15
Geïnteresseerd in een portrettekening van uw geliefde paard/pony of ander dier?
Hoefijzers Kado - Portrettekeningen - Aquarellen - Olieverfschilderijen - Verschillende formaten mogelijk
Kijk voor meer informatie op: www.majkennilsson.com info@majkennilsson.com 06-81791158
Geluk...
Leuk om te krijgen, maar nog leuker om te geven!
Hoefijzers staan al eeuwenlang en wereldwijd bekend als dé brengers van geluk en de beschermers tegen het kwaad. Er is dan ook geen origineler kado te bedenken dan één van deze fantastische geluks-pakketten. Een origineel gebruikt hoefijzer, omgetoverd tot een fraai geschenk. Een huwelijk, jubileum, geboorte, nieuwe woning of verjaardag, maar ook bij afscheid of ziekte. Voor iedere gelegenheid is er wel een passende uitvoering! Kijk voor een compleet overzicht op www.hoefijzers.nl. Nu voor Her&Der lezers 15% korting op een bestelling bij hoefijzers.nl. Zie de kortingscode hieronder om gebruik te maken van deze actie!
Volg ons op Facebook.com /Geluksmoment
16
Dit is uw kortingscode ( herder13 ) geldig tot: 12-08-2013
FOCUS
JUNIOREN AAN HET WOORD
17 Joyce met haar paard Bas tijdens CEI Bierbeek 2013.
FOCUS
Joyce van den Berg Naam: Joyce van den Berg Geboortedatum: 24 augustus 1992 Woonplaats: Leiden Studie: SPW Beroep: Pedagogisch werker Deelname kampioenschappen: Wereld Kampioenschap Young Riders Abu Dhabi 2011, Bas de Cardonne, 26e plaats met 18,2 km/u; Europees Kampioenschap Young Riders Mont Le Soie 2012, Nubie du Florival, 15e plaats met 17,9 km/u. Bijzondere prestaties: WK Abu Dhabi Paard: Naam: Bas de Cardonne Leeftijd: 13 jaar Ras: Arabisch Volbloed Geslacht: Ruin Eigenaar: Jos van den Berg Fokker: Mieke te Kloese Land van herkomst: Frankrijk Deelname kampioenschap: Wereld kampioenschap Young Riders 2011 Abu Dhabi, met 18,2 km/u 26e plaats. Bijzondere prestatie: Het WK in Abu Dhabi.
Marijke Visser Naam: Marijke Visser Geboorte datum: 24-02-1993 Woonplaats: Soest Studie: Paardenhouderij Groenhorst College Barneveld Kampioenschappen: WK Abu Dhabi 2011 / 18e plaats 19,7km/u EK Mont le Soie 2012 / 4e plaats 18,9 km/h Bijzondere prestaties: 1e plaats in Corlay op de CEIYR**120km 4e plaats op het EK Mont le Soie Goed uitrijden eerste 160km in Abu Dhabi tijdens de President Cup Paard: Naam: Eomer Leeftijd: 10 jaar Ras: Arabisch Volbloed Geslacht: Ruin Eigenaar: Emile Doquier Fokker: Krystyna Chmiel Land van herkomst: Polen Deelname kampioenschap: WK Young Riders Abu Dhabi 2011, 18e plaats met 19,7 km/u; EK Young Riders Mont le Soie 2012, 4e plaats met 18,9 km/u Bijzondere prestatie: 17e plaats WK Abu Dhabi; 1e plaats Corlay CEIYR**120km; 4e plaats EK Mont le Soie
18
Door: Rachel Marty Foto’s: Ruud Overes Marijke Visser en Joyce van den Berg zitten sinds 2011 in het A-kader endurance voor junioren en youngriders. Sinds die tijd hebben zij al twee grote internationale kampioenschappen gereden. Momenteel bereiden zij zich voor op de derde: het wereldkampioenschap voor junioren en youngriders 2013, in Tarbes, Frankrijk. In vrij korte tijd zijn zij doorgegroeid van nieuweling in de endurancesport naar topsporters die Nederland mochten vertegenwoordigen om Europese- en Wereldkampioenchappen. Door middel van enkele vragen proberen we er achter te komen hoe zij deze weg hebben afgelegd, wat er allemaal komt kijken bij het A-kader lidmaatschap en hoe zij met de sport bezig zijn. RM: Wanneer ben je begonnen met paardrijden? Marijke: In 2006 begonnen de eerste echte paardrijlessen op de manege in de buurt. Daarvoor had ik gek genoeg vrij weinig met paarden. Ik kan me daar nu niets meer bij voorstellen. Joyce: Mijn hele leven ben ik al gek van paarden, toen ik 6 jaar oud was begon ik met paardrijden op de manege. Niet alleen op de manege was ik wekelijks te vinden maar ik had het geluk dat ik naast een boerderij woonde waar ik verschillende verzorgpony’s had. Dressuur en springen was iets wat ik mee kreeg vanuit de manege, dus dat deed ik ook. RM: Hoe kwam je in aanraking met de endurance? Marijke: Ik heb het ooit ergens gelezen. Volgens mij een advertentie van de wedstrijd in Katwijk. Over het strand rijden in wedstrijd verband dat leek mij wel zo gaaf! Ik ben mij er toen verder in gaan verdiepen. Joyce: Ik had er wel eens over gelezen op internet en gehoord van enkele mensen om mij heen. Toen ik in 2006 Bas de Cardonne in mijn bezit kreeg, reed ik nog geen maand later mijn eerste kennismakingsrit en in 2008 startten we officieel. RM: Wanneer zijn je ambities voor de topsport begonnen? Marijke & Joyce: Beide zijn we naar de bijeenkomst van de toen nieuw opgezette ‘’Endurance Youngsters’’ geweest. Familie de Boer en familie Lamsma deden daar het woord en lieten ons zien wat we allemaal konden bereiken. Wij zijn samen dit traject ingegaan. Onze oude planning ging van tafel en de nieuwe planning werd gemaakt. In 2010 zouden wij onze eerste internationale 90km rijden. Marijke wist van het bestaan van internationaal rijden niets af. Joyce wist het wel maar was daar niet op die manier mee bezig. Nationaal iets over de grens starten was in eerste instantie het doel… Marijke: Nadat wij in 2010 onze eerste CEI*90km hebben gereden en de plannen voor de kwalificaties voor het WK in Abu Dhabi opeens heel serieus werd begonnen de dromen ambities te worden. Joyce: De ambities kwamen toen het project ‘Endurance Youngsters’ op werd gezet door familie de Boer en familie Lamsma. Zij lieten ons zien wat je allemaal kan bereiken en hielpen ons op weg naar de internationale wedstrijden. RM: Wat is de weg die je hebt afgelegd voordat je in het A-kader junioren kwam? Joyce begon in 2006 met haar eerste kennismaking klasse en in 2008 begon ze officieel. Marijke startte haar eerste klasse I ook
FOCUS
Joyce en Marijke met teamveterinair Frans Arts na afloop van het Europees Kampioenschap voor Young Riders & Junioren (Mont-le-Soie 2012)
in 2008. In 2009 hebben wij per toeval eens samen gereden tijdens een klasse II wedstrijd. Een leeftijdsgenootje in de endurance: dat kom je niet veel tegen! Allebei waren wij even ambitieus en doelgericht. Dat was het begin van een goede vriendschap. Marijke: Beginnen bij het begin. 30 km klasse I. Dan door groeien en steeds ambitieuzer worden. En dan in contact komen met de juiste mensen op de juiste plaatsenâ&#x20AC;Ś Joyce: Als eerst de klasse I goed doorlopen, daarna klasse II. Toen begon het echte werk, 80+. Dit waren de kwalificaties voor de FEI. Nadat we twee 80km goed hebben uitgereden kwamen we aan de start op onze eerste CEI*80km. De grenzen worden steeds meer verlegd en met de juiste mensen om je heen en een beetje geluk kom je uiteindelijk terecht in het A-kader junioren. RM: Wie zijn je leermeesters (geweest)? Marijke & Joyce: Iedereen die endurance rijdt is in wezen een leermeester. Of je het nu goed doet of slecht doet, je kan er altijd wat uithalen. Voor ons begon het bij de familie De Boer en de familie Lamsma. Daar hebben we veel van geleerd. Nu zijn Kristel van den Abele (winnares van meerdere grote wedstrijden, waaronder het Europese Kampioenschap 2005) en coach Emile Docquier degene waar we veel van leren en tegen opkijken. Marijke: Donna Oudshoorn heeft ons in het begin goed geholpen, daarna hebben wij veel geleerd van de familie Lamsma en de familie De Boer. Nu Kristel van den Aabele en Emile Docquier. Tijdens wedstrijden kijken we ook veel naar andere combinaties en hun groomteam. Van iedereen is wat te leren! Joyce: Familie Lamsma en Familie De Boer. Nu Kristel en Emile! RM: Welke eigenschappen moet je bezitten om zover te komen in de endurance?
Marijke: Passie voor de sport. Joyce: Doorzettingsvermogen en plezier. Endurance is hard trainen, heel veel uren maken en prioriteiten leren stellen. Het zijn levende dieren waar wij mee werken en je kan niet verwachten dat het altijd zonder slag of stoot gaat. Alle training, verzorging en tijd die je er in stopt krijg je dubbel en dwars terug, het is een geweldige sport! RM: Wat moet je allemaal doen en laten om topsporter in de endurance te kunnen zijn? Marijke: Ik laat er niets echt bewust voor. Alles wat ik doe is in het teken van de sport en als ik daar iets voor zou moeten laten is dat vanzelfsprekend. Topsport is duur, dus op de uitgaven wordt extra gelet. Zo spaar ik liever voor een zadel dan voor mijn rijbewijs! Hahaha. Joyce: Toen ik begon met de internationale wedstrijden deed ik de opleiding SPW4. Deze studie heb ik goed afgerond en hierna heb ik de keuze gemaakt om niet verder te studeren maar eerst tijd te maken voor de Endurance. RM: Wat zijn de goede en slechte kanten van A-kaderlid zijn? Marijke & Joyce: Slechte kanten? Daar moeten wij over nadenken. We vinden het gewoon zo onwijs leuk echt slechte kanten zijn er niet. Kaderlid zijn brengt we een bepaalde druk met zich mee: de wil om te presteren wordt groter en de stress dat er iets fout gaat dus ook. Een slechte kant is het niet, maar het brengt wel onzekerheden met zich mee. Goede kanten zijn er zat! Uit mogen komen voor Nederland op de kampioenschappen is het mooist wat er is! RM: Wat is de rol van je ouders in dit alles?
19
FOCUS
Marijke & Joyce: Onze ouders zijn net als wij inmiddels goede vrienden geworden. We zijn met z’n alle begonnen en samen zijn we gegroeid. Onze ouders staan 100% achter onze sport. Wij komen allebei niet uit een ‘’paardenfamilie’’. Paarden opzadelen en rijden laten onze ouders liever aan ons over, maar verder kan je ze bijna alles vragen! Naast support en ondersteuning zijn ze ook groom. Hartslag meten, water gooien, paarden verzorgen, trailer rijden: ze draaien er hun hand niet meer voor om! Lukt er iets niet, of gaat er iets nog niet zo soepel? Dan wordt er geoefend! Zo hebben onze ouders goed moeten oefenen om de deken op de juiste manier om de billen van de paarden te gooien! Dan is het koud, natte paarden billen… en dan staat de papa de klooien met die deken. Wat is nu de voorkant? Hahaha! Oefenen en ze verleren het nooit meer! En de mama’s gaan dan samen met onze paarden wandelen als wij de grooming gaan indelen. Zo nu en dan werpen wij dan een blik of het allemaal goed gaat. Regelmatig komt er dan even een kleine opmerking ‘’mam, je hoeft hem niet zo strak vast te houden aan een losse lijn loopt ie ook wel mee!’’ Hahaha! Maar ook hartslag meten hebben ze geleerd en paarden op de trailer zetten. We zijn echt een team geworden en iedereen weet wat er van hem of haar word verwacht. Marijke: Ook mijn ouders hebben grenzen verlegd en zijn steeds een stapje verder gegaan. 2 uur onderweg met de trailer was eerst ver. ‘’De volgende wedstrijd moet wel wat dichter bij zijn’’, werd mij dan gezegd. Nu rijden we naar Frankrijk, en er is niemand die je daar over hoort! Als je ouders achter je staan, maakt het de sport leuker en ook veel makkelijker! Joyce: Mijn ouders spelen een grote rol. Vanaf het begin gaan zij mee naar elke wedstrijd die ik rijd. Ze zijn net zoals mij erin gerold en hebben gezien hoeveel plezier je van de sport kan hebben. Ze zijn van leek tot super groom gegroeid en weten op de wedstrijden precies wat ze moeten doen. Het is belangrijk dat ouders er achter staan om hoog in de Endurance te komen, het kost veel tijd en geld en als je ouders je daarin kunnen steunen is dat super. RM: Wat voor paard moet je hebben om op hoog niveau te kunnen presteren? Marijke: Een paard met karakter en een wil om te lopen. Joyce: Om te beginnen met Endurance zijn er geen bijzondere eisen aan een paard, maar in het echte werk zie je toch dat paarden met veel Arabisch bloed er boven uit steken. Ze moeten voor je willen werken en plezier erin hebben. Dat is één van de belangrijkste dingen. RM: Waar moet je beginnen als je ambitie bij het A-kader junioren ligt? Marijke & Joyce: Contact op nemen met Jarmila Lakeman, zij is dé persoon waar je mee kan bespreken als je verder wilt als junior: gekoppeld worden aan een ervaren ruiter, of een inschatting maken van wat er mogelijk is. Hoe meer enthousiaste jonge ruiters hoe leuker! RM: Hoe kom je in het A-kader junioren/youngriders? Marijke: 14 jaar moet je zijn als je zonder begeleiding wilt deelnemen aan de wedstrijden. Joyce: Als eerst de klasse I, II en III goed volbrengen. Om FEI te mogen starten heb je 2x een wedstrijd tussen de 40 en 69 km nodig en 2x een 80km onder de 16 km/u en 1x 80 met vrije snel-
20
heid. Hierna beginnen de CEI wedstrijden, voor het A Kader junioren zijn 1x CEI* en 2x CEI**130km nodig. RM: Hoe is het om een kampioenschap te rijden? Marijke: Gaaf! De druk om goed te presteren is hoger. Je start er niet alleen onder je eigen naam maar je komt ook uit voor Nederland. Mee mogen rijden met de top van de junioren: allemaal heb je hetzelfde traject afgelegd en iedereen heeft toegewerkt naar het kampioenschap. Je voelt dezelfde spanning en de wil om te presteren. Starten met zo’n grote groep en ook nog allemaal leeftijdgenootjes maakt de sfeer bijzonder, fanatiek en leuk! Joyce: Een kampioenschap: dat is speciaal. Op elke wedstrijd probeer je het beste resultaat uit je paard te halen. Maar op een kampioenschap gaat het er echt om, je vertegenwoordigt je land en elke stap die je maakt telt. RM: Wat is je mooiste wedstrijd tot nu toe geweest? Marijke: Alle wedstrijden hebben iets moois. Vorig jaar heb ik een aantal wedstrijden mogen rijden waar we voor meer gingen dan alleen goed uitrijden. Als je de paarden zo hard voor je voelt werken en als ze na zo’n afstand nog zo veel power hebben… Die wedstrijden geven wel een extra kick! De wedstrijden met Eomer hebben altijd iets speciaals. Eomer is een maatje en dat is altijd leuk om mee op stap te gaan. Joyce: Dat is zeker het Wereld Kampioenschap in Abu Dhabi. Een ervaring om nooit te vergeten. We waren met een team aan de start. Het mooiste moment daar, was toen Bas na een lange reis, midden in de woestijn uit de vrachtwagen kwam. Mijn eigen Bas, vanaf 0 tot aan het Wereldkampioenschap, dat voelde geweldig! Dat gevoel werd nog sterker, toen we na 120km goed over de finish kwamen met 18 km/u gemiddeld. RM: Is er iets in je sportcarrière waar je spijt van hebt of graag anders had willen aanpakken? Marijke & Joyce: In elke wedstrijd zijn er dingen die je achteraf anders had willen doen. Maar daar leer je van en zo krijg je ervaring. Marijke: Als ik iets zou moeten kiezen, dan zou ik de laatste 500 meter van het EK nog wel eens over willen doen… Joyce: Ik denk dat ik tijdens het WK in Abu Dhabi meer uit Bas had kunnen halen. Ik heb geen risico durven nemen. Achteraf gezien had ik Bas met de andere paarden mee moeten laten gaan. Dat had hij makkelijk gekund ook al gingen zij wat harder. We waren dan waarschijnlijk hoger in het klassement geëindigd! RM: Welke wijze les nemen jullie altijd mee? Marijke & Joyce: Kijken en observeren, er valt altijd iets te leren! RM: Wat gebeurd er als je geen junior/young rider meer bent? Marijke: Dan takel je af en ben je oud. Hahaha! Nee, ik hoop dat we door kunnen stromen naar de senioren. Maar senioren is toch lastiger dan junioren. We zien het wel, ik hoop dat we nog lang mee kunnen draaien in de sport! Joyce: Ik hoop dat ik door kan stromen naar het senioren team. Daarvoor moet ik een 160km uitrijden. RM: Wat zijn je plannen voor je resterende jaren bij het A-kader junioren/youngriders? Marijke: Volgend jaar hoop ik nog een mooi EK te kunnen rijden helaas zonder Joyce. Tot 21 jaar ben je junior. Ik hoop dat er volgende jaar een juniorenteam is of in ieder geval een team in
FOCUS
opkomst is. Het is zo veel leuker om met een team op stap te gaan! Joyce: Jammer genoeg is dit mijn laatste jaar in het A-kader van de Young Riders. Junioren wedstrijden zijn leuk, de sfeer is goed en het gaat toch op een soort speelse manier maar iedereen is wel serieus en professioneel. Dit jaar hoop ik dat ik de kans krijg om voor de laatste keer uit te komen op het Wereld Kampioenschap Junioren en Young Riders in Tarbes. Dat zou ik als een mooie afsluiting zien van mijn Young Riders periode. RM: Wat is je droom voor de toekomst? Marijke & Joyce: Dromen zijn er zoveel, plannen zijn er niet. Een eigen endurancestal of een groot kampioenschap winnen…! Wij dromen wel, de tijd zal het leren. Als jij nog meer vragen hebt voor Joyce of Marijke, mail ze dan naar redactie.herender@gmail.com en wij zullen ervoor zorgen dat je vraag wordt beantwoord! Het is ook mogelijk om de Junioren te volgen via hun weblog op wkendurance.wordpress.com. Joyce en Marijke na afloop van het Europees Kampioenschap voor Young Riders & Junioren
Heb jij zelf ambities om verder te komen in de endurance, en ben (Mont-le-Soie 2012) je nog géén 21 jaar? Neem dan contact op met Jarmila Lakeman (door een mailtje te sturen naar endurancejeugd@gmail.com). Zij zal jou kunnen informeren over de mogelijkheden en zal je op weg helpen naar de top! Misschien kun jij wel de volgende Joyce of Marijke worden!
21
FOCUS
DOORGROEIEN NAAR EEN HOGERE KLASSE: MARLY’S MANIER Deel 2: Doorgroeien van klasse 2 naar klasse 3.
22
Marly van Ditzhuyzen met Dahman, Theo Heldens met Prody
FOCUS
In het vorige nummer van de Her&Der kwam de overgang van klasse 1 naar 2 aan de orde. Maar dan heb je de klasse 2 ook goed doorlopen en je hebt er nog steeds plezier in en je paard ook. Dan komt de overgang naar klasse 3! De meeste klasse 2 wedstrijden zijn rond de 60 km of minder, dan is 80 km ineens best veel meer. Hier moet je je paard echt wel op voorbereiden. Bovendien heb je nu twee keer een vetgate en ook dat is een grote overgang. Het echte werkt begint nu pas! Als je van plan bent om door te groeien naar CEI-wedstrijden, dan moet je eerst drie keer een wedstrijd tussen de 80 en 90 km hebben gereden waar bij je niet harder gegaan bent dan 16 km per uur, of twee keer een 60-er en twee keer een 80-er met 16 km per uur of minder. Dit geeft wel aan dat men ook op internationaal niveau wil zien dat je je paard niet overneemt maar het rustig optraint voor je internationaal van start gaat. Toch is 16 km per uur best een stevig tempo want dat is dus inclusief de tijd die je verliest bij de vetgates voor je aan kunt bieden en de tijd die je kwijt bent bij het groomen onderweg. Dit zijn vaak de punten waar ik zelf winst uit probeer te halen. Bij het groomen ga ik zo min mogelijk stilstaan en pak de flessen aan in draf of galop. Dit is iets dat je thuis goed kunt oefenen. Als je meerdere grooms op een punt hebt staan kun je hen vragen een eindje uit elkaar te gaan staan met de flessen koelwater. Dan kun je langer koelen en toch gewoon doorrijden. Voor water laten drinken moet je het paard natuurlijk wel de tijd geven maar dat hoeft niet op ieder groompunt. Als je veel gereden hebt en je je paard goed kent, weet je wel of hij behoefte heeft aan een slok water en dan kan je groom even een stukje meelopen met een wortel, appel, roggebrood of snoepje. Vaak geven we ook gras of takken. Berk en beuk gaat er graag in en dat is goed voor de darmgeluiden. Als je paard weinig drinkt, dan kun je hem ook gras aanbieden in water. Dan krijgt hij in ieder geval het aanhangende water. Als je in een groepje rijdt of met een ander, vind ik dat je op elkaar moet wachten als er één wil drinken. Als jouw paard drinkt en de anderen gaan je voorbij, dan stopt jouw paard met drinken. Hetzelfde geldt voor plassen. Eigenlijk is het niet meer dan fatsoenlijk om een paard dat plast niet voorbij te gaan. Op de langere afstanden is het zo belangrijk dat een paard drinkt en plast dat je daar met respect mee om moet gaan. Als je een vetgate binnenkomt, haal je ook kostbare tijdwinst uit snel aanbieden. Dit doe je door goed te weten hoe lang je paard erover doet om de hartslag nationaal onder de 60 en internationaal onder de 64 te krijgen. Ik ga bijvoorbeeld met Niké wat langer van te voren stappen en eraf dan met Dahman, omdat zij een iets langere herstelperiode heeft. Als je je paard heel goed kent weet je op een gegeven moment zelfs of hij goed is of niet zonder dat je de hartslag hoeft te tellen. Kun je zo doorlopen, hetgeen ik met Dahman meestal kan, dan is een snelle check vaak voldoende. Bij Niké ligt het wat anders. Die kan zich over iets dat in de verte gebeurt enorm opwinden en dan vliegt haar hartslag maar zo een eind de lucht in. Ze laat dan verder nauwelijks iets zien, alleen haar hartslag gaat vanuit het niets omhoog. Als een hartslag niet wil zakken, kan het zijn dat je paard moet plassen, maar daar de rust niet voor neemt. Probeer een plek te vinden waar hij/zij wel kan plassen of zorg dat je stro hebt in je groom-area. Soms is het nodig om te vragen of je even met je paard naar de stal mag, maar dat moet je wel vragen! Soms mag
het niet, soms gaat er een steward met je mee. Dit zijn dingen die vooral internationaal spelen, maar kan nationaal in een klasse 3 ook best een rol spelen. In principe mag je de vetgate niet uit, maar als je het vraagt kan het vaak wel. Als de hartslag na het plassen nog niet snel genoeg zakt, is er meer aan de hand en zal je paard worden afgekeurd, als hij na 20 minuten na binnenkomst nog te hoog is. Belangrijk dus om dit stukje goed te kennen van je paard. Als je paard vaker problemen heeft met een te hoge hartslag, zul je het laatste stuk voor de vetgate moeten gaan stappen en er naast gaan lopen, de singel losser maken en eventueel een paar flessen water over de hals gooien. Groomen binnen 2 km voor de vetgate mag in Nederland niet, maar internationaal vaak wel! Je kunt je grooms dus vragen je met water tegemoet te lopen, ook voor de ingang van de vetgate. Vaak moet je wel vragen of het mag, omdat het op
“Overtrainde paarden krijgen vaak een moment van staken en het is zeer moeilijk om ze daar weer uit te krijgen.” sommige wedstrijden niet is toegestaan. Als jou plek in de grooming area ver van de ingang zit, kun je wel altijd al bij de ingang van de grooming area beginnen met koelen! Dit zijn dingen die je gaandeweg ontdekt. Wat betreft de training voor de hogere klassen, wordt dat natuurlijk meer, langer en sneller. Maar vooral: nog consequenter. Ik train voor de klasse 3 en 4 altijd twee keer per week en dan meestal één keer zo’n 30 kilometer en de tweede keer rond de 40 km. Het tempo ligt hoger, ik bouw de galopstukken uit tot wel 60 of zelfs 90 minuten. Aanvankelijk wissel ik iedere 10 minuten van galop. Ook de stukken in dezelfde galop worden langer, maar nooit meer dan 20 minuten aan een stuk. Ik zoek afwisselend terrein, stukken harde ondergrond en stukken klapzand. Als het even kan pakken we wat heuvels mee. Wat dat betreft heb ik aan de Veluwezoom een schitterend trainingsgebied. Ik probeer ook wel stukken asfalt mee te pakken maar daar galoppeer ik nooit. Ik wil de gewrichten wel harden, maar niet kapot rijden. Met het lichtrijden is het ook belangrijk, dat je in de gaten houdt op welk been je zit en dat je rechts en links gelijk belast. De dagen dat ik niet naar het bos kan, rijd ik mijn paard in de bak of longeer hem. Ze worden altijd minimaal vijf keer maar meestal zes keer per week gereden of gelongeerd. Soms longeer ik ze ook op hun zogenaamde rustdag. Met name Dahman is niet blij als hij helemaal niets mag doen! Verder lopen mijn paarden 24 uur per dag, zeven dagen per week het hele jaar rond buiten. Ze hebben een afdak om droog te eten en verder kennen ze alleen een stal op de wedstrijden. Ook daar probeer ik ze zoveel mogelijk in een paddock te hebben. Mijn vroegere militarypaard gaf ik twee keer per dag beweging. ’s Morgens voor mijn werk longeerde ik haar en mestte ik haar stal uit, dan ging ze van een uur of 11 tot 5 uur de wei op en ’s avonds reed ik haar. Buiten trainen kon ik haar alleen in de weekends en dat deed ik dan ook. Ook met dit paard reed ik buitenritten van vier uur, met galopstukken van één uur of meer en stuk-
23
FOCUS
ken intervaltraining waar het kon. Wat dat betreft is trainen voor endurance of eventing niet zo verschillend! Alleen het springen doe ik nu veel minder tot bijna niet maar dat deed ik vroeger ook maar één keer per week. Als je paard eenmaal in topvorm is, kun je wat minder vaak trainen om hem in die vorm te houden. Je kunt je paard ook overtrainen en dat wil je koste wat kost vermijden. Overtrainde paarden krijgen vaak een moment van staken en het is zeer moeilijk om ze daar weer uit te krijgen. Hun hele lijf zegt dan: “Ik doe het niet meer en ga zelf maar lopen.” Als je dat in een wedstrijd hebt, is een eind zelf gaan lopen wel een manier en dan maar hopen dat iemand je inhaalt waar je bij aan kunt haken. Soms werkt dat. Ik heb al heel wat mensen zo aan de finish geholpen! Als je in de training merkt dat je paard er geen plezier meer in heeft, las dan maar een paar keer een staptraining in. Ook vlak voor een grote wedstrijd is het goed om de training wat terug te nemen in snelheid en duur. In de laatste trainingsrit voor de wedstrijd maak ik altijd een staprit van twee uur. Voor onze Nederlandse paarden is het ook goed om af en toe eens naar de Ardennen of de Eifel te gaan en dan de bergen in te stappen. Van heuvels stappen krijgen ze echt spieren. Het lastige is voor mij dat ik dit niet te vaak kan doen. Als ik het kan organiseren dan ga ik meestal een aantal dagen achter elkaar. Na twee dagen stappen in de heuvels kunnen ze wellicht spierpijn hebben en zou je misschien eerst een dag rust moeten inbouwen, maar dan moet je vaak weer naar huis. Je wilt de dagen dat je er bent ook uitbuiten, maar houdt je paard in de gaten, dat hij het ook leuk blijft vinden. Trainen is steeds de grens opzoeken en verleggen en dat betekent, dat het paard ook moet herstellen. Daar moet je dus de tijd voor geven en niet door hem helemaal op rust te zetten, maar aangepast te rijden of te longeren.
niet kan geven aan degene die ik begeleid. Wat betreft het weiden van de paarden: in de zomer lopen de wedstrijdpaarden zo’n twee à drie uur per dag in het gras. Verder in de paddock en ’s nachts krijgen ze gewoon hooi. In het trainings- en wedstrijdseizoen krijgen ze tot drie keer meer krachtvoer. ’s Winters krijgen ze dus heel weinig krachtvoer, volop hooi en ik rijd ze minder. Momenteel, januari, rijd ik ze om de andere dag ongeveer een uur en de andere dagen longeer ik ze ongeveer 30 minuten. Dahman vindt het niet leuk als hij een dag helemaal geen aandacht krijg, dus die pak ik wel praktisch elke dag even. Niké heeft nu twee dagen rust per week. Ik denk dat ik de meeste dingen zo wel heb gehad, maar als er vragen zijn kun je me natuurlijk mailen: info@de-eenhoorn. com of bellen: 0575-525939. Marly van Ditzhuyzen
Ook is het heel belangrijk, nu je zoveel van je paard vraagt, dat je paard een heel goed passend zadel en goed hoefbeslag hebt. Er zijn veel smeden maar weinig goede! Vooral smeden die kennis en ervaring hebben van endurance-specifiek zijn er niet veel, dus wees daar alert op! Als je paard last heeft van zijn rug, laat dan eens naar je zadel kijken of naar je eigen houding. Misschien moet het zadel opnieuw opgevuld worden of moet het aangepast worden. Misschien zit jij wel net iets scheef, waardoor je paard in de problemen komt. Alleen laten masseren heeft geen zin, als je niet weet wat de oorzaak is. Eigenlijk is doorstromen van de klasse 3 naar 4 en internationaal een logisch gevolg goed uitrijden en samen doortrainen. Na een wedstrijd krijgen mijn paarden altijd rust en mogen ze langer op de grasweides. Ik reken minimaal één dag per tien wedstrijdkilometers. Dus na een 120-er volgt minimaal twaalf dagen rust maar meestal meer. Dit ook afhankelijk van de volgende wedstrijd en van de zwaarte van de gereden wedstrijd. Tussen een 120kilometer wedstrijd en een volgende wedstrijd wil ik minimaal vier weken. Na een 160-kilometer wedstrijd zit er meer tijd tussen. Eigenlijk vind ik één keer een 160 km per jaar voldoende. Nu mijn paarden er helemaal klaar voor zijn rijd ik in principe één keer 120 en één keer 160 per jaar. Daarnaast rijd ik wel nationaal om wat wedstrijdritme te houden. Tevens begeleid ik onze jonge paarden, meestal met Niké en zie zo’n klasse 1 of 2 wedstrijd voor haar als training. Begeleiden met Dahman vind ik lastig, omdat hij als hengst toch meer aandacht van mij nodig heeft en ik dat dan
24 Marly van Ditzhuyzen met Eenhoorn's Dahman
Voor de grooms is het handig als er een groomroute beschikbaar is
FOCUS
GROOMEN DEEL 1:
DE EIGENSCHAPPEN VAN DE GROOM EN DE EERSTE VOORBEREIDINGEN
Als buitenstaanders mij vragen wat groomen precies inhoudt, dan begint mijn antwoord vaak met “uuuuhhh”, zelfs nog na zeven jaar. Vaak vul ik mijn antwoord vervolgens aan met iets als “support team van de ruiter”, “flessen aangeven onderweg om het paard te koelen en drinken geven aan paard en ruiter” en “het paard verzorgen op de rustpauzes”. Vaak vinden ze deze antwoorden al vaag genoeg en besluiten ze om niet verder te vragen. Dat ik hier alleen maar plezier uit haal en er zelfs voor in een koude en natte tent ga slapen zorgt voor verder ongeloof. En als ik echt grote verwarde ogen wil zien, dan zeg ik ook nog dat ik regelmatig met koelflessen in de regen heb gestaan om een paard nat te maken.
“Rust is de tweede fundamentele eigenschap van een groom.” Maar wij weten natuurlijk dat er bij groomen veel meer komt kijken dan alleen maar flessen water aanreiken, paarden knuffelen in rustpauzes en emmers rondsjouwen. Echter mogen we natuurlijk niet ontkennen dat dit wezenlijk belangrijke aspecten zijn van ons werk als groom. In dit stuk zal ik proberen wat tips en trucs te geven over de rol van een groom en over de voorbereidingen van een wedstrijd. In het volgende nummer zal ik verder gaan met tips en trucs voor het groomen (in zijn werkwoordelijke vorm). Natuurlijk ben ik niet alwetend en verschilt groomen per ruiter, per paard en natuurlijk ook per groom. Wat ik dus vertel is dus geen gegeven, eerder een samenvatting van hetgeen dat ik in de afgelopen jaren heb geleerd. Mijn ervaring op het gebied van groomen heb ik opgedaan door te kijken, te luisteren en te doen. Nog steeds, zelfs na al die jaren, kijk ik graag op wedstrijden hoe andere grooms te werk gaan en probeer ik van iedereen te leren. Nieuwe trucjes zijn altijd handig en kunnen soms een hele goede aanvulling of zelfs afwisseling zijn van hetgeen je gewend bent te doen. Mijn allereerste tip is dan ook: kijk altijd om je heen en let op hoe anderen het doen. Er zijn
heel veel heel ervaren grooms waar je veel van kunt leren en je hoeft het wiel niet zelf constant opnieuw uit te vinden! Naar mijn mening zijn er twee basiseigenschappen die een goede groom dient te hebben, namelijk efficiëntie in het werk en rust. Het eerste is heel belangrijk omdat er bepaalde momenten zijn, bijvoorbeeld wanneer een paard de vetgate binnenkomt, waarop je zeer veel handelingen moet kunnen uitvoeren in heel weinig tijd: hoofdstel/bit uitdoen, touw omhangen, paard naar koelstraat leiden, zadel afhalen, deken opgooien, water gieten, etc, etc. Soms ben je met meerdere mensen en kun je deze taken onderling verdelen, maar wanneer dit niet het geval is, zul je als groom bijna alles zelf moeten doen, en dan moet je zeer effectief te werk gaan! En zelfs wanneer je met een team bent is efficiëntie belangrijk, het bespaart namelijk kostbare tijd en energie. Rust is de tweede fundamentele eigenschap van een groom. Omdat je als persoon invloed hebt op de rust van het paard, en het van cruciaal belang is dat het paard zo rustig mogelijk blijft zowel voor de hoogte van de hartslag als voor het bewaren van de energie, zal de groom ten alle tijden van stress zijn of haar rust moeten kunnen bewaren. Een groom die zichzelf erg opwind zal dit uitstralen naar het paard, en gevoelige paarden kunnen hierop reageren door zelf (nog) onrustig(er) te worden. Naast deze twee belangrijke eigenschappen is natuurlijk het allerbelangrijkste dat je als groom plezier hebt. Óók als je wekker om half vier ’s ochtends af gaat, als het pijpenstelen regent of als je urenlang alleen op groompunten staat te wachten omdat je ruiter de weg kwijt is. Men roept altijd de prachtige zin “lol met je knol” voor de ruiter; ik zeg dan “met lol hou je het vol” voor de groom! Het kan wel eens hard werken zijn, maar realiseer je altijd dat je het doet omdat je het leuk vindt, en vaak is dat al genoeg om weer een glimlach op je gezicht te toveren. Het is eigenlijk altijd leuker om niet alleen te groomen, dus probeer iemand mee te nemen als gezelschap!
25
FOCUS
Voor nationale wedstrijden op de kortere klassen hoef je vaak niet dag(en) voor de wedstrijd al te vertrekken. Immers, we wonen in een klein landje en elke afstand is te overbruggen in de vroege ochtend. Maar als er een lange wedstrijd voor de boeg is of er moet lang gereisd worden naar de plaats van bestemming, dan is het vaak handig om eerder te vertrekken. Voor de groom kan het ook zeer voordelig zijn om vroeg op de locatie aan te komen. De groomroutes kunnen dan worden nagereden, spullen kunnen op tijd worden klaargezet (zeker op CEI wedstrijden is het vaak op ‘first come, first serve’-basis en krijg je de beste plek als je als eerste je spullen neerzet. Het is tevens een leuk schouwspel om te zien hoe de grooms rennen om het beste plekje op soms immense velden te bemachtigen!) en er is nog tijd om eventuele verassingen een aanpassingen in programma en/of route te verwerken. Bovendien is het gewoon gezellig om te verblijven op het wedstrijdterrein samen met andere grooms en ruiters. De sfeer is er altijd leuk en gemoedelijk en je leert er leuke mensen kennen! Het voorbereiden van de wedstrijd begint voor een groom vaak op de computer en op papier. Het uitpluizen van de informatie die je van de wedstrijdorganisatie krijgt is een belangrijke taak die niet over het hoofd gezien dient te worden. De hoeveelheid en de kwaliteit van de beschikbare informatie verschilt heel erg per wedstrijd. Bovendien is de tijdsspanne waarin je de informatie krijgt erg afwisselend: soms staat de informatie het hele jaar door tot je beschikking, en soms moet je er zelf achteraan omdat je een week voor een grote wedstrijd nog belangrijke onderdelen mist. Nederlandse wedstrijden worden over het algemeen zeer goed georganiseerd en verwennen ruiters en grooms door een grote hoeveelheid aan informatie: groomroutes zijn al uitgeplozen en goed opgeschreven, snelheidstabellen zijn beschikbaar, kwalitatief goede kaarten worden aangeleverd, etc. Helaas is dit niet altijd het geval, en moet je soms zelf wat meer werk verrichten. Belangrijk is om goed voorbereid te zijn op de route die je als groom moet gaan rijden naar de groompunten, en te weten hoeveel tijd je daarvoor nodig hebt. Een mooie lijst met op welke tijden de ruiter ongeveer langs een groompunt zal rijden of op de vetgate zal aankomen, is daarbij geen overbodige luxe. In ons team houdt Fred zich altijd met deze zaken bezig. Over de jaren heeft hij het systeem zo geperfectioneerd dat onze groomplannen er voor buitenstaander vaak zeer ingewikkeld uitzien, maar voor onszelf zeer nuttig zijn. Deze groomplannen maakt hij in de computer, waardoor hij steeds dezelfde template kan gebruiken voor verschillende wedstrijden en dus alleen de nieuwe afstanden hoeft op te schrijven. Op de groomplannen die wij gebruiken staan alle groompunten beschreven per ronde. De afstand voor ruiter en paard van groompunt naar groompunt wordt zo nauwkeurig mogelijk opgemeten en gebruikt, samen de hand van de geplande snelheid die van tevoren door de ruiter is gekozen, om te bepalen wanneer de ruiter ongeveer waar zal zijn. Tevens staat er aangegeven wanneer de ruiter op dat punt zou zijn als hij een stuk snel gereden heeft (max snelheid, galop) en wanneer de ruiter op dat punt zou zijn als hij langzaam gereden heeft (min snelheid, stap). Door deze marges te gebruiken weet je wanneer het tijd is om je zorgen te gaan maken. Is de ruiter er veel te snel, dan kan het zijn dat hij of zij per ongeluk een stuk heeft afgesneden van de route. Als je
26
ruiter er veel te lang over doet, dan kan het zijn dat er wat aan de hand is. Ten slotte staat er op datzelfde groomplan een rooster voor de groomauto. Deze wordt op dezelfde manier berekend als het rooster voor het paard. Ook hiervoor gebruiken we vaak een gemiddelde snelheid voor de auto van 50 km/u, afhankelijk van het gebied waarin gereden wordt, die de leidraad vormt van het rooster. Aan de hand van beide roosters (paard en auto) kan er vervolgens worden gekeken naar de tijd die de (auto)grooms over hebben tussen de punten. Is dit zeer weinig, dan moet je zorgen dat je snel vertrekt van het eerste punt en dat je snel klaar staat op het tweede punt. Is dat veel, dan heb je tijd voor het bijvullen van je koelflessen en voor een kopje koffie. Soms zijn groompunten gewoon niet haalbaar omdat ze te ver weg liggen of te dicht achter elkaar. Er zijn dan meerdere opties. Je kunt ervoor kiezen om met 2 auto’s te groomen. Je kunt er ook voor kiezen om één groom af te zetten (als je met meerderen bent) en later op te halen. Wij hebben het zelf wel eens zo gedaan dat er iemand op de fiets naar een bepaald punt ging. Je kunt natuurlijk ook kiezen om zo’n punt over te slaan. Kijk dan goed welk punt het beste is voor paard en ruiter. Als een groompunt vlak na een steile klim is of na een zwaar stuk zand komt, kan deze meer nut hebben dan een groompunt na een afdaling. Ook de afgelegde afstand is natuurlijk belangrijk. Beter om het punt 2km na een eerder groompunt over te slaan om er eentje 8km verderop te kunnen halen! Het voorbereiden van dit soort details kan zeer handig zijn voor de grooms die snel te werk willen gaan en niet voor onwenselijke verrassingen willen komen te staan. Een groompunt missen is nooit leuk, en een half uur wachten op een groompunt waar je ruiter al langs is geweest zorgt ervoor dat je achter de feiten aan gaat lopen. Voorbereiding is hier dus de clue! Een andere voorbereiding die je thuis op papier kan doen is het overzetten van slechte routekaarten op duidelijkere kaarten. Soms is de kwaliteit van het door de organisatie geleverde materiaal niet geweldig en kun je eigenlijk niks op de kaart zien behalve de route die je dient te rijden (als ruiter of als groom). Het kan dan zeer nuttig zijn om de routes over te zetten op een goede kaart die je wel kunt aflezen. Voor de grooms in de auto is het handig om zich onderweg te kunnen oriënteren, en voor een ruiter die verkeerd is gereden om te zien waar hij of zij is! Deze voorbereidingen, al lijken ze voor velen waarschijnlijk overdreven, maken het werk van een groom tijdens de wedstrijd makkelijker. Op het moment dat je snel moet handelen en eigenlijk geen tijd hebt om na te denken of te puzzelen, is het ideaal om alles al bij de hand te hebben. Natuurlijk verschilt de hoeveelheid werk die je in deze voorbereiding stopt per wedstrijd. Voor het klaar maken van een 20km wedstrijd met 2 groompunten en een ruiter die ongeveer 10 km/u wil rijden, kan dit wat veel van het goede zijn. Maar ook dan is kan het heel handig zijn om te weten wanneer de ruiter ongeveer op de twee genoemde groompunten aan zal komen en hoe je met je auto op de groompunten komt.
FOCUS
Mensen die net komen kijken in deze bizarre sport genaamd groomen moeten zich geen zorgen gaan maken! Vaak zijn grooms familieleden, vrienden, partners of kinderen van de ruiter en worden ze door laatstgenoemde meegesleurd op wedstrijd. Gelukkig is groomen net zo verslavend als endurance rijden zelf, en is een eerste keer bijna nooit een laatste. Zeker op eerste wedstrijden is het voornamelijk de taak van de ruiter om te zorgen dat alle nodig informatie tot de beschikking van de groom is. Korte afstanden met weinig groompunten vragen niet om heel veel gepuzzel, het kan echter wel nuttig zijn en het werk makkelijker en aangenamer maken. Bedenk ook dat het altijd leuk en leerzaam om eens met anderen mee te gaan groomen om ervaring en kennis op te doen, en dat altijd wel ruiters op zoek zijn naar grooms. Benut eens zoâ&#x20AC;&#x2122;n gelegenheid en kijk bij een ander in het team hoe zij te werk gaan. Je kunt er alleen een leuke dag aan over houden! Dergelijke voorbereidingen op papier kun je dagen, of zelfs weken, voor de wedstrijd al treffen. Als de wedstrijd echter dichterbij komt, moet je ook nog aan het inpakken. Wat zijn zaken om rekening mee te houden tijdens het inpakken? Hoe vermijd je het vergeten van spullen? Hoeveel moet er mee op wedstrijd? Dit zijn allemaal zaken waar ik in de volgende editie van de Her&Der op verder zal gaan. Tot die tijd: mochten jullie nog vragen hebben, schroom dan niet om deze te stellen! Tekst: Rachel Marty (redactie.herender@gmail.com) Fotoâ&#x20AC;&#x2122;s: Ineke Westers
Groomen betekent meestal improviseren onder zware omstandigheden
Majken Nilsson Graphic Design Geinteresseerd geraakt in de vormgeving van de HER&DER?? Kijk dan snel op mijn website: www.majkennilsson.nl Tot mijn werkzaamheden behoren zowel huisstijlen, logo's, publicaties, jaarverslagen, flyers en ander grafisch drukwerk. Daarnaast verricht ik ook werkzaamheden voor websites. Bent u op zoek naar een verrassend idee voor uw bedrijf, organisatie of product? Daar kan ik bij helpen door samen met u rond de tafel te gaan zitten en een heldere grafische oplossing te vinden.
27
INGEZONDEN
VERHAAL VAN EEN ZEER TROTSE EIGENAAR...... In november 2010 gebeurde er iets wat ik niemand toewens: een zeer ernstig auto-ongeluk tijdens een vakantie in Namibië – jeep over de kop die vervolgens in brand vloog. Mijn man en ik waren beide buiten bewustzijn, dus ons van geen onheil bewust. Het ongeluk gebeurde een uur van de bewoonde wereld verwijderd maar het toeval wilde dat iemand bij ons uitkwam en uit de brandende auto heeft getrokken. Na drie weken in een privé-kliniek te hebben gelegen, heeft de ANWB Alarmcentrale ons onder begeleiding van een arts gerepatriërd. Dat het uiteindelijke weerzien met mijn lieve bruine beer een zeer emotionele happening was, behoeft eigenlijk geen uitleg. Wat had ik mijn maatje gemist! Na thuiskomst ben ik nog maanden lang uit de running geweest waarbij ik zelfs hulp nodig had bij het hoeven uitkrabben. Via via ben ik in contact gekomen met een Zuid-Afrikaanse paralympische amazone. Dankzij haar en haar paralympische paard heb ik toch genoeg vertrouwen opgebouwd om uiteindelijk mijn eigen Twiger weer te durven rijden; ondanks weinig kracht rechts en een rechterhand waar maar twee vingers van functioneren.
28
Vanessa Teepe Fotografie
Ik kan me mijn eerste buitenritje na dat bijna fatale ongeluk nog als de dag van gister herinneren. Als een klein kind heeft een stalgenote Twiger aan een longeerlijn mee uit wandelen genomen met mij op zijn rug. Tranen in mijn ogen had ik, dat ik dankzij mijn vertrouwde viervoeter en de hulp & steun van een stalgenote weer kon doen waar mijn hart ligt: buiten-rijden. In 2012 waren Twiger en ik zover dat we de draad van endurancewedstrijden weer hebben kunnen oppakken; vijf hebben we er met goed gevolg uitgereden. En dat dankzij het vertrouwen dat mijn zeer wakkere maar oh zo betrouwbare bruine me geeft als ik op zijn rug zit. Wat ben ik trots op hem! Marianne van Iersel, Posterholt
11 vragen aan: Myrthe Prinz
11 VRAGEN AAN
1. WIE IS MYRTHE? Ik ben twintig jaar, blond(ok, meestal dan), en cross rond op de wedstrijden met een turbo welsh met hoog penny gehalte, meestal in het blauw! 2. WAT WILDE JE WORDEN TOEN JE 10 JAAR OUD WAS? Dierenarts 3. WANNEER EN HOE BEN JE MET PAARDEN BEGONNEN? Ik was 7 jaar oud toen ik op de manege begon met paardrijden. 4. WAT MAAKT JOUW PAARD(EN) BIJZONDER? Ik rij endurance met Judy, een palomino welsh merrie van 1.25m schofthoogte. Ze is 20 jaar oud. Sinds april 2002 is ze mijn verzorgpony. In januari 2009 is ze van mij geworden. Judy was op dat moment zwaar hoefbevangen. De boer waar ze stond kon de zorg niet meer betalen, en ik mocht haar meenemen, omdat ik al die jaren al goed voor haar had gezorgd. Ik heb haar eigenlijk meegenomen om in te laten slapen, want ze had ontzettend veel pijn. De afspraak met de dierenarts was al gemaakt, echter ging Judy de dag ervoor opeens weer lopen… Ik heb de afspraak afgezegd, en besloten dat Judy bij mij mocht blijven “zolang ze zou blijven lopen” en tsja, dat heeft ze wel waargemaakt! Een paar jaar later zijn we klasse 3 startgerechtigd en still going strong!
7. WAT ZIJN JE PLANNEN VOOR DE TOEKOMST? Ergens komt er een grens, met Judy’s leeftijd of qua afstand/snelheid. Ik heb echter nog niet het gevoel dat Judy toe is aan haar pensioen, of op haar top zit. Ik wil haar dus in ieder geval in de klasse 3 gaan uitbrengen, misschien dit seizoen nog en anders in het volgende seizoen. Eerst maar eens zien hoe dat gaat voordat ik nog grotere plannen durf te maken. Ooit hoop ik wel klasse 4 te gaan starten, maar ik denk dat ik dat doel bewaar voor een eventuele opvolger van Judy. 8. WAT IS VOLGENS JOU HET MOEILIJKSTE AAN ENDURANCE? Het is erg belangrijk om je paard te kennen, en vooral de grenzen te (h)erkennen en hier niet overheen te gaan. Iedere wedstrijd is anders, met andere omstandigheden, dus de grenzen liggen ook iedere keer anders. De kunst is om niet te snel en niet te veel te willen doen. Daarnaast kost het trainen meer tijd naarmate de wedstrijdafstanden langer worden, dat is nog wel eens moeilijk te combineren met mijn studie.
5. WAAROM ENDURANCE? Ik wilde al jaren endurance gaan rijden met Judy, ook voordat ze ziek werd. Judy is super verkeersmak, wil altijd voor je werken en vind het heerlijk om te lopen. Daarnaast vind ik het heerlijk om door de natuur te rijden en kilometers te maken, dus een ideale combinatie!
9. WIE IS JOUW IDOOL EN WAAROM? Ik heb niet echt een idool, maar wel al veel geleerd van diverse endurance ruiters, zoals Esther Groen(de planningshulp is een aanrader!) en Donna Roest-Oudshoorn. Verder ook veel respect voor diverse andere ruiters die hun paarden in de hogere klassen uitbrengen.
6. WAT WAS JOUW HOOGTEPUNT IN HET AFGELOPEN JAAR? Mijn hoogtepunt was in september, op de Sallandse Heuvel-rugrit. Hier liep Judy haar derde klasse 2 feilloos uit en daardoor werden we klasse 3 startgerechtigd. Onverwachts werden we ook nog 5e van de 25. Een fantastische afsluiting van een seizoen zonder afkeuringen.
10. WAT IS HET BESTE ADVIES DAT JE OOIT KREEG? Judy bij me houden :) … en altijd blijven luisteren naar je paard. 11. WELK LID MOETEN WE VOOR HET VOLGENDE NUMMER VAN DE HER&DER INTERVIEWEN? Kristel Hans met superfjord Beer!
29
Fotograaf MuriĂŤlle Mulder - Endurance Ommen - 28 april '13
Fotograaf Letizia Fioratti - Endu
Fotograaf Letizia Fioratti - Endurance Zeeland - 20 april '13 Fotograaf Evelyn Bruinsma - Endurance Ommen - 28 april '13 Fotograaf Ruud Overes - Endurance Ermelo - 12 mei '13
Fotograaf MuriĂŤlle Mulder - Endurance Ommen - 28 april '13
30
urance Zeeland - 20 april '13
Fotograaf Ruud Overes - Endurance Ermelo - 12 mei '13
Fotograaf MuriĂŤlle Mulder - Endurance Ommen - 28 april '13
Fotograaf Letizia Fioratti - Endurance Zeeland - 20 april '13
31 Fotograaf Ruud Overes - Endurance Ermelo - 12 mei '13
Fotograaf Evelyn Bruinsma - Endurance Ommen - 28 april '13
Eenhoorn Kinderrit 2012
Eenhoorn Kinderrit 2013
Aan het begin van 2012 nam Marly deel aan een CEI wedstrijd in Nörten-Hardenberg, Duitsland. De dag na de CEI werd op hetzelfde terrein een kinderendurance georganiseerd. Het beeld van de blije kindergezichten op kleine en grote pony’s, begeleid door rijdende, fietsende of lopende begeleiders was erg aandoenlijk. Nog leuker was het nog toen deze zelfde kinderen in de namiddag, tijdens de prijsuitreiking, een ereronde mochten rijden tussen de grote CEI paarden die de dag ervoor hun wedstrijd hadden gelopen.
Op 6 oktober 2013 zal de tweede editie van de Eenhoorn Kinderrit worden georganiseerd vanaf Camping Boszicht te Laag Soeren. Door het grote succes van de eerste editie in het afgelopen jaar is besloten om dit evenement doorgang te laten vinden. De kinderrit wordt georganiseerd door het enduranceteam van de Eenhoorn met als doel om kinderen de mogelijkheid te geven om op een leuke en speelse manier kennis te maken met de endurancesport.
De trots die van deze kinderen afstraalde was geweldig om te zien, en zodoende begonnen wij op de terugweg van deze wedstrijd te praten over de mogelijkheid om een soortgelijk evenement te organiseren in Nederland. Enkele keren eerder was er een kinderendurance georganiseerd in Nederland, maar helaas niet meer in een lange tijd. Aangemoedigd werden we nog meer door het feit dat enkelen van Marly’s kleinkinderen de leeftijd hadden bereikt om aan zoiets deel te nemen, wat het natuurlijk extra leuk zou maken.
Kinderen van 5 t/m 11 jaar kunnen onder begeleiding een uitgezette route rijden van 9 of 15 kilometer. Zoveel mogelijk proberen wij een echte wedstrijd na te bootsen met veterinaire keuringen, uitgezette routes, een groompunt, etc. Het verschil met een echte wedstrijd is dat er géén klassement wordt opgemaakt, en dat iedereen naar huis gaat met een mooie prijs!
Kort na onze terugkomst in Nederland werd dan ook bepaald: wij zouden, met het gehele enduranceteam van de Eenhoorn, een kinderrit organiseren. Géén officiële wedstrijd, maar een kleinschalige rit, voor een beperkt aantal deelnemers en vooral bedoeld als leuke introductie van de endurance voor de kleinste paardenliefhebbers. Als aanvulling stelde Paardencentrum de Eenhoorn enkele pony’s beschikbaar voor ruitertjes zonder eigen paard, om zo meer kinderen de mogelijkheid te geven om zich bekend te maken met Endurance. Het was een prachtige, zonnige dag. Negen deelnemers verschenen aan de start vanaf Camping Boszicht te Laag Soeren, met een leeftijd variërend tussen de 5 en 12 jaar. Elk kind werd begeleid door een ouder, grootouder, nicht of anders gerelateerde te paard, te fiets of te voet. Voordat zij mochten vertrekken moesten zij eerst hun pony of paard ter keuring aanbieden bij onze dierenarts, die van tevoren tijden de voorbespreking op speelse wijze de kinderen had uitgelegd wat een keuring inhield en waar deze voor nodig was. Na de keuring en het voordraven mochten de deelnemers zich gereed maken voor vertrek. Vanaf 11 uur vertrok er om de paar minuten een combinatie het bos in. De route was volledig uitgezet, en zo hoefden de deelnemers enkel de lintjes te volgen tot zij aankwamen bij het groompunt, waar onze vrijwilligers klaar stonden met een drinkbak en koelflessen voor pony’s en paarden. Tevens konden hier familieleden en andere toeschouwers komen om de combinaties te groomen, te fotograferen of gewoon aan te moedigen. Na een route van 9 kilometers door de bossen van de Hoge Veluwe druppelden de deelnemers langzaam aan weer binnen op de startlocatie. Natuurlijk moest er na de rit nog worden nagekeurd en werden kinderen en hun pony’s en paarden allemaal getrakteerd op wat lekkers. Tijdens de prijsuitreiking die later volgde, kregen alle kinderen een mooie prijs en een diploma ter bewijs van hun succesvolle deelname aan de Eenhoorn Kinderrit 2012. Gelukkig was iedereen zeer tevreden over deze dag, zowel van kinderen als van ouders en verzorgers hoorden we nog vele positieve reacties. Nog een paar leuke feitjes: - de oudst deelnemende pony, genaamd Dynamite, op deze dag was 38 jaar oud!! - Marly reed op Nefisa als begeleider van haar kleindochter Raeza, en die reed weer op Nefisa’s kleindochter Kamiké!! - onze jongste deelneemster was net 3 maanden daarvoor 5 jaar geworden!! - Camping Boszicht is een prachtige locatie is voor deze rit!!
32
Voor kinderen die graag mee willen doen, rijervaring hebben maar geen eigen pony, stelt Paardencentrum De Eenhoorn enkele pony’s beschikbaar
FOKKERIJ
HOE MOET JE EEN ENDURANCEPAARD BEKIJKEN EN BEOORDELEN?
Herinner je de oude opmerking van de militairen: “geen voeten, geen paard”
Geschreven door: Yves Richardier Technisch adviseur in de sector paardenfokkerij Internationaal jurylid voor Arabische paarden Vertaald door: Odile van Ditzhuijzen Vertaalbureau Traditz, www.traditz.eu Redactie: Rachel Marty In Frankrijk worden er regelmatig fokkerijwedstrijden georganiseerd voor endurancepaarden, veelal tijdens grote internationale endurancewedstrijden. Bij dergelijke evenementen worden paarden gekeurd door een vakkundig jury op hun bouw en gangen, om zo de geschiktheid van deze paarden voor de endurance te kunnen bepalen. Yves Richardier, grondlegger van de Franse endurancefokkerij en oprichter van Persikland, jureert regelmatig op dergelijke wedstrijden. In dit artikel beschrijft hij waar hij naar kijkt wanneer hij een paard keurt voor de endurancesport. Welke morfologie verwachten we bij een goed endurancepaard? Wat zijn de lichaamsdelen van het paard die voor de endurance belangrijk zijn en wat maakt een onderdeel sterk of zwak? Op het moment dat je een paard gaat beoordelen op zijn morfologie dienen de prestaties en de afstamming (voor zover bekend) maar ook de fysiologische cardiovasculaire kwaliteiten en het herstelvermogen op dat moment niet mee te tellen, alsook de uitstraling van het paard. Deze zaken komen aan het einde van de analyse en de beoordeling, en kunnen op dat moment de lijst aanvullen. Je moet jezelf ertoe dwingen om het
paard zo objectief mogelijk te bekijken. Ten slotte zul je, om te weten of je wel of geen goed paard voor je hebt staan, goed moeten bedenken dat: “de kwaliteiten altijd de gebreken moeten compenseren”. Bij het keuren van endurancepaarden (in FR, red.) geven we in aflopende volgorde een beoordelingscijfer aan de sterke punten die we zoeken bij een endurancepaard, waarbij we een opsomming maken van de verschillende te analyseren en te vergelijken lichaamsdelen. Ten eerste kijken we naar de achterhand en de bovenlijn, dan naar de benen, vervolgens naar de gangen en ten slotte naar de algehele indruk die het paard geeft. Dit doen we als volgt. 1. | DE ACHTERHAND EN DE BOVENLIJN: DE STUWING EN DE OVERDRACHT NAAR VOREN - De lengte van de kroep: dat is de lengte van het bekken en wordt gemeten vanaf de punt van de heup tot de punt van de bil (van de heupknobbel tot de zitbeensknobbel). Deze moet zo lang mogelijk zijn; - De helling van de kroep: deze moet noch "ingeslikt" zijn zoals bij de Engels Volbloed, noch te plat zoals we zien bij bepaalde Arabische paarden; - Het volume en de helling van het dijbeen op de lijn van het spronggewricht: het dijbeen dient sterk, krachtig en lang te zijn. Het is dankzij de lengte van het dijbeen dat het paard de achterbenen zo ver mogelijk naar voren onder het lichaam kan zetten om een steunpunt te vinden voor de pas in galop, alvorens naar achteren te duwen. Dit zorgt voor de amplitude van de galop alsook voor een beter evenwichts- en zwaartepunt voor het hele lichaam;
33
FOKKERIJ
- "De stralen”: de lengtes van het bekken en het dijbeen die op het heupgewricht draaien, wat wij ook wel ‘de stralen’ noemen, moeten zo lang mogelijk zijn; - De breedte van het bekken: dit wordt gemeten tussen de twee punten van de heupgewrichten. Een endurancepaard is geen trekpaard, maar de kroep moet wel sterk en goed geproportioneerd zijn t.o.v. de gehele achterhand; - De kracht van de lendenen en de aanhechting aan de rug en de kroep: deze moeten sterk en goed aangehecht zijn. Wat wij de lendenen noemen, zijn de aan de lendenwervels gehechte spieren. Zij spelen de rol van demper of zuiger en de sterkte en de aanhechting met de kroep zorgen voor de kracht om naar achteren te duwen en dit voor het gedurende lange tijd herhalen van de beweging; - De spanning van de rug achter de schoft tot de lendenen: de rug dient zo gespannen mogelijk te zijn, omdat het de verbinding is met de kracht van de lendenen. Wat wij de rug noemen zijn de ruggenwervels en de daaraan aan weerszijden gehechte spieren. Dit zorgt voor stuwing naar voren. Een gespannen en goed aan de lendenen gehechte rug verhindert dat er kracht vanuit de kroep verloren gaat. Het is ook een balk die het hele lichaam en het gewicht van de ruiter ondersteund en ervoor zorgt dat het zwaartepunt niet inzakt al naargelang de afgelegde kilometers. Het stelt het paard dus in staat om het evenwicht te bewaren, minder energie te verbruiken en door te gaan in eenzelfde tempo; - Als je een krachtige motor hebt (kroep) maar een gebrekkige overdracht (lendenen) dan dient deze kracht nergens voor. Daarom bekijk ik persoonlijk het geheel van voortstuwing en overdracht. De oude "Bedoeïene" zei: "Als de lengte van de kroep gelijk of langer is dan de lengte van de rug en de lendenen samen, dan kun je het paard blind kopen."
2. | HET ONDERSTEL: VOETEN, GEWRICHTEN EN BENEN - De voeten/hoeven: deze bestaan uit het hoefbeen en het kroonbeen. Van buiten gezien moeten die sterk zijn en in overeenstemming of zelfs iets groter t.o.v. de algehele massa van het paard. Zij moeten de herhaalde schokken van het gewicht goed kunnen ondersteunen, een goed open hiel hebben en een hoek t.o.v. de grond van ongeveer 45°. Het is net als met schoenen; als je lang moet lopen, kun je beter een maatje groter nemen. Een klompvoet, wat vaak erfelijk is, moet worden uitgesloten. In mindere mate moet je ook erg oppassen voor volvoetigheid en platte voeten; - De gewrichten: dit zijn de knieën (carpus), de spronggewrichten (tarsus, hak) en de kogelgewrichten. Zij moeten goed gevormd en droog zijn, wat belangrijk is om sterk te zijn, want ze moeten de alsmaar repeterende schokken goed kunnen dempen; - De standen: met vier benen is het heel gemakkelijk om meerdere afwijkingen te vinden. Je moet op de eerste plaats goed kijken naar de standen en de verschillende bewegingen van het paard die bij bepaalde afwijkingen tijdens een wedstrijd kunnen leiden tot extra (vroegtijdige) vermoeidheid of kreupelheden. Een paard met vier perfecte benen, waar wij naar zoeken, is heel moeilijk te vinden. Daarom, in het geval dat wij in de endurance al een voorkeur moeten geven aan een lichte afwijking van de stand van de voorbenen, zien we liever een lichte bodemnauwe stand,
34
dan een lichte x-benige stand, en dan uitsluitend van de voet tot de kogel. Deze afwijking belemmert een goed functioneren van de benen niet vanaf het moment dat: 1) de benen aan dezelfde zijde zich voortbewegen op dezelfde as en dat 2) de twee laterale assen goed parallel lopen (wij zeggen op twee banen) met een normale tussenafstand t.o.v. de opening van de borstspieren en de heupen; - Het belangrijkste is in ieder geval dat de vier hoeven goed vlak neergezet worden! Vb: Een paard dat een lichte koehakkige stand vertoond, maar goed recht, vlak en soepel draaft op twee banen, is energiezuiniger dan een paard dat goed vierkant staat maar draaft met wijde hakken en op vier banen loopt. Hoewel het neerzetten van de achterbenen buiten de lijnen van de voorbenen, zoals dat bij veel dravers het geval is, een bepaalde kracht van de voorwaartse beweging aantoont, kost dit enorm veel energie, wat rampzalig in een endurancerit van 160 km. Deze manier van draven laat ook een bepaalde bouw van het paard zien dat zijn weerslag heeft op de beweging in galop, het paard heeft dan meer moeite met het vinden van evenwicht, symmetrie, lichtheid en een energiezuinige beweging, waar wij toch vóór alles naar op zoek zijn. Herinner je de oude opmerking van de militairen: "geen voeten, geen paard", voor de endurance denken wij dat je nog veel veeleisender moet zijn en wij geven de voorkeur aan "geen benen inclusief voeten, geen paard". 3. | GANGEN: ENERGIEZUINIG MET AMPLITUDE In het algemeen is het geen probleem om een paard en zijn gangen in vrijheid te beoordelen bij de fokker. Dit is veel moeilijker wanneer je het paard moet beoordelen tijdens een fokkerij-wedstrijd. Het is het beste om ervoor te zorgen dat je een cijfer kunt geven voor de gangen van een paard in vrijheid. Aan de hand wordt het paard gehinderd, vaak slecht voorgedraafd en geeft het zich niet op natuurlijke wijze. Iedereen moet onder de beste omstandigheden de gangen kunnen beoordelen op zo natuurlijk mogelijke wijze zodat je een goed beeld krijgt van evenwicht, souplesse en lichtheid en de manier waarop hij overgangen maakt en in galop aanspringt. - De stap: hoe ruimer en hoe verder het paard zijn achterbenen voorbij de afdruk van de voorbenen zet, hoe interessanter de galop zal zijn; - De draf: moet vlak bij de grond en zo evenwichtig mogelijk zijn en een zekere kracht en doeltreffendheid vertonen. Maar een endurancepaard is geen "Franse draver": Wij moeten er aan denken dat tijdens een endurancewedstrijd de draf net moet zijn als bij een paard in de natuur. Een wild paard, of één die in het wild teruggekeerd is, zoals het przewalskipaard, de mustang of de brumby, gebruikt de draf slechts als een overgang voor hij in galop aanspringt. Trainen in draf dient slechts om de spieren van het paard te trainen en om de pezen hard en de gewrichten sterker te maken; - De galop: moet ruim zijn met achterbenen die op natuurlijke wijze ver onder de lichaamsmassa komen, maar moet vooral krachtig, licht, symmetrisch en goed gebalanceerd zijn; - Globaal gezien zijn de gangen een manier van aanwezigheid en voortbeweging (balans, symmetrie, lichtheid en tegelijkertijd krachtig). Je kunt tijdens de beweging ook de standen van de benen beoordelen.
FOKKERIJ
Wanneer je geen gepaste oplossing hebt gevonden om het paard in vrijheid te beoordelen, dan is het meestal niet mogelijk om hem te beoordelen in de voor de endurance belangrijkste beweging: de galop. In dat geval is de natuurlijke wijze en het gemak van de amplitude van de stap, op voorwaarde dat die zuiver en actief is en het paard de achterbenen neerzet voorbij de afdruk van de voorvoeten, de beste indicatie voor de amplitude van de galop. Ook daar is het de beweging van de bekende "straal" (bekken/dijbeen) die ervoor zorgt dat de stapbeweging uiterst belangrijk is bij de beoordeling vanwege "het onderbrengen van de achterbenen onder de lichtaamsmassa". 4. | DE VOORHAND: VORM EN AANZET - De lengte, de bespiering en de hoek van de schouder: zorgen ervoor dat het paard ver naar voren kan reiken, ook al is deze laatste amplitudeparameter niet zo ruim bij een endurancepaard als bij een renpaard. Het geniet zelfs de voorkeur dat de strekking van de voorbenen niet te groot is zodat het zwaartepunt en het balanspunt op hun plaats blijven en de rug horizontaal blijft en wordt voorkomen dat het paard "op de schouders valt". Vermogen en degelijkheid van de schouderspieren op de borstkas (het paard heeft immers geen sleutelbeen), die door de continue herhaling van de beweging gedurende lange tijd belast worden, zijn belangrijker dan de reikwijdte naar voren. - Aanhechting en richting van de hals: de hals moet zodanig aangezet zijn dat die goed gericht is en zorgt voor een boog naar boven, met sterke goed aan de schouderbladen (scapula) aangehechte spieren alsook aan weerszijden en bovenzijde van de (goed aangehechte) schoft (doornuitsteeksels). De lengte van de hals is minder belangrijk dan bij renpaarden, waar de centrifugale kracht die optreedt in de bochten van de renbaan gecompenseerd moet worden. Een endurancepaard moet niet op de schouders leunen en zijn neus volgen. In absolute zin moet hij in galop altijd in balans en symmetrisch zijn t.o.v. zijn zwaartepunt, terwijl hij ver naar voren, naar de lijn van de horizon kijkt. Voor deze manier van voortbewegen hoeft hij niet per se een lange hals te hebben. Maar als die wel lang is, goed aangezet en in de goede richting loopt met een hoofd dat in overeenstemming is met de voorhand en de rest van het lichaam, dan is dat geen nadeel, maar is hij daarentegen wel mooier om te zien en gemakkelijker te verhandelen; - De diepte van de borst en de onderborst (singelpassage): je moet kijken naar de diepte van de borstkas of "borst" (ware ribben). Of die nu ogivaal is zoals bij de Engels volbloed, of cilindrisch zoals vaak het geval is bij Arabische paarden, de borst moet goed aflopen en diep zijn met een grote borstkasinhoud. Het endurancepaard moet een goed vrijliggende singelpassage hebben achter de punt van de elleboog (olecranon); - De opening en kracht van de borstspieren: van voren gezien moet het paard open en gespierd zijn aan weerszijden van het borstbeen zodat hij zich met kracht en in balans over de grond kan voortbewegen. Hij moet niet nauw zijn en te weinig opening vertonen met aangeplakte schouders, maar ook niet als een met veel te veel spiermassa overontwikkelde quarter-horse. Alles moet in logische, homogene en harmonieuze verhoudingen blijven t.o.v. de rest van het lichaam.
5. | ALGEMENE EERSTE INDRUK: FUNCTIONELE HARMONIE EN GOEDE ‘WEEFSELS’ - De fijnheid van de weefsels: wat wij op deze manier aangeven is iets dat in wezen moeilijk te omschrijven is. Het is een heel fijn bloedvatennet aan de oppervlakte van een fijne huid, maar het is ook de droogheid van pezen, spieren en gewrichten. Het is wat wij ook "warmbloed" noemen; - Een zeker onderscheid met een indruk van beheerste kracht; - De homogeniteit, een optelsom van voor de endurance gezochte morfologische sterke punten in het skelet en in de spiermassa; - Een manier van bewegen, licht, soepel en in balans, ongeacht welke beweging, maar ook het op natuurlijk wijze vierkant gaan stilstaan. Dat is precies dit vermogen en deze kracht van het geheel, vermenigvuldigt met een langdurige basistraining, het verhogen van de kracht met de jaren zonder etappes over te slaan om te snel resultaten te willen boeken, wat maakt dat Franse paarden hun prestaties steeds weer kunnen herhalen in de tijd en in de hele wereld, ongeacht terrein of hoogteverschillen. Hoewel een chique en onderscheidend voorkomen in principe en mechanisch gesproken niet erg belangrijk is om goede prestaties te behalen in de endurance, moet echter niet vergeten worden dat dit wel het verschil kan maken bij een eventuele verkoop van het paard. Wij denken, en dat bepaald uiteraard ieder voor zich, dat door het tijdens fokkerijwedstrijden niet kunnen beoordelen van de galop alsook de verschillende gegevens met betrekking tot het metabolisme, minstens een derde van het paard niet op juiste waarde geschat kan worden, als het niet meer is. Ondanks dat lijkt het ons belangrijk om deze wedstrijden te blijven organiseren, omdat zij ons veel informatie verstrekken over de erfelijkheid en over een bepaalde nationale homogeniteit betreffende de gezochte morfologische kwaliteiten. Het doel van onze fokkerij is niet endurancepaarden te fokken die tussen de 2 en 5 jaar kampioen zijn in "model en gangen": deze zitten dan nog volop in een groeiperiode en zijn niet “af”. Te meer daar bepaalde paarden het hele jaar buiten lopen op hele grote vlakten en op grote hoogte (in FR worden veel endurancepaarden op deze manier grootgebracht, red.), wat gedeeltelijk hun ontwikkeling vertraagt. Deze manier van opgroeien is ook, door het vele lopen om eten en drinken te zoeken, zeer gunstig voor de ontwikkeling van de gewrichten (studie uitgevoerd in de VS), de opening van de borstspieren, de algemene spierontwikkeling en de dichtheid, droogte en hardheid van de pezen en van het hoorn van de hoeven. Tevens ontwikkelen deze paarden een bepaalde hardheid t.o.v. klimatologische elementen, alsook een betere mentale gezondheid. Het enige oordeel waar alles op neerkomt, is "de prestatie" tijdens een doorlopende inspanning op 120 km en meer. Die zal het genetisch werk van de fokker, en daardoor dus de afstamming van de paarden, afstraffen of juist valoriseren. D.m.v. fokkerijwedstrijden van endurancepaarden willen wij simpelweg dat fokkers in heel Frankrijk streven naar dezelfde punten van kracht en dezelfde kwaliteiten of zelfs nog beter: naar het elimineren van dezelfde gebreken, hetgeen het zoeken naar nieuwe bloed-
35
FOKKERIJ
stromen en nieuwe kruisingen niet in de weg moet staan. Het lijkt ons interessant om de ontwikkeling van de gemiddelde snelheden tijdens wedstrijden gedurende een winterseizoen in de Arabische Emiraten te volgen en tegelijkertijd de kracht en de duurzaamheid van de Franse paarden te behouden in deze tak van sport. Het doel is niet het zoeken naar "één" winnaar of "één" kampioen op een wedstrijd, maar het behouden van altijd sterke, goed voor de endurance gebouwde paarden met een homogeniteit in snelheid, energiezuinigheid en goed herstelvermogen om met enige regelmaat een podiumplaats te behalen of in de Top Five te komen, zodat wij een fokkerijbestand van mondiale klasse kunnen behouden. Tot slot, als de paarden een goede basistraining hebben gehad van tenminste twee jaar en vervolgens worden bereden door professionele ruiters vanaf 90 km om ze verder te trainen en uit te brengen op wedstrijden, dan zullen er op een gegeven moment "systematisch" winnaars en kampioenen ontstaan.
In het beoordelingsschema dat je op wedstrijden vindt komen de cijfers overeen met: 9 / 10 ……of……19 / 20…………. Voortreffelijk 8 / 17 ……of……18 / 20…………. Zeer goed 7 / 14 ……of……15 / 16………… Goed 6 / 12 ……of……13 / 16 ……. …..Matig 5 / 10 ……of……11 / 16…………. Onvoldoende 3 / 4…….. of…….8 / 9 …………..Gebrekkig 0 / 1 / 2… of…van 0 tot 7 …………dit hopen wij niet te zien
Geïnteresseerd in een portrettekening van uw geliefde paard/pony of ander dier? - Portrettekeningen - Aquarellen - Olieverfschilderijen - Verschillende formaten mogelijk
1
36
Kijk voor meer informatie op: www.majkennilsson.com info@majkennilsson.com 06-81791158
VOEDING
VOEREN RONDOM EN TIJDENS WEDSTRIJDEN
Dahman tijdens NK Leersum 2012. Foto gemaakt door Sara Bernard.
Als je op wedstrijd gaat komt er wat voeren betreft best een hoop bij kijken. Zeker als je ver moet reizen naar een wedstrijd en/of een meerdaagse rijdt en op lange wedstrijden met vetgates. Dit artikel gaat in op hoe je met voeding om kunt gaan rond en tijdens wedstrijden. BASIS Ruwvoer blijft de belangrijkste basis in het rantsoen en zeker ook in de dagen naar de wedstrijd toe. Het voeren van voldoende ruwvoer zorgt ervoor dat paarden voldoende energie hebben gedurende de wedstrijd omdat de energie daaruit langzaam vrijkomt. Ook drinken ze beter door voldoende ruwvoer en hierdoor houden ze een betere vochtbalans en komen beter door de wedstrijd. Dit is ook uit onderzoek gebleken: http://ker.equinews.com/article/feeding-endurance-horsesrace. Water is eenvoudigweg een noodzaak. Voor, tijdens en na de wedstrijd bied je dit natuurlijk zoveel en zo vaak mogelijk aan. VETGATES Voor de mensen die voornamelijk in Nederland rijden en hoogstens de dag van te voren naar een wedstrijd afreizen ga ik eerst in op het voeren in de vetgate vanaf klasse II en verder. Vooraf hoef je namelijk niet heel moeilijk te doen en kom je met voldoende hooi /voordroog en je standaard krachtvoer een heel eind. Sommige paarden eten alles wat je ze voorzet. Tel je zegeningen! Wat je namelijk vaak ziet in de vetgate is dat een paard ineens niet wil eten wat hij altijd thuis krijgt, maar liever dat van het paard dat naast je staat. Het is dus slim om verschillende soorten voer mee te nemen zodat als je paard inderdaad besloten heeft
zijn standaard voer niet te eten je een alternatief hebt. Wat ik zelf handig vind is om op beurzen en wedstrijden proefzakjes van verschillende fabrikanten te verzamelen die ik dan mee neem naar de wedstrijden. Zo geef je je paard de keuze. Ruilen met de buurman of vrouw is ook een optie, maar dan moet diegene dat wel willen. Zorg zelf dus ook altijd voor wat variatie. In de vetgate wil je het liefst dat je paard zowel krachtvoer eet als ruwvoer. Krachtvoer om de suikers (koolhydraten) snel weer aan te vullen, ruwvoer om de darmen gevuld te houden met zowel vezels als vocht. Als krachtvoer kies je het liefst een muesli, dit valt wat minder zwaar op de maag dan brok en daarnaast vinden veel paarden het toch wat smakelijker. Haver of een granenmix kan ook, let er wel op dat hele granen voor een paard minder goed te verteren zijn. Haver is het enige graan dat paarden onbewerkt, mits goed gekauwd, goed kunnen verteren. Heeft je paard toch echt graag brok, prima. Geef niet teveel krachtvoer, per vetgate tot ongeveer maximaal een kilo. Daarnaast ruwvoer in de vorm van hooi, voordroog of gras. Net wat je paard lekker vindt. Het valt je vast op dat ik het vaak over â&#x20AC;&#x2DC;lekkerâ&#x20AC;&#x2122; heb. Als je wilt dat je paard goed eet zul je hem echt moeten verwennen met dat wat hij graag wil eten. Anders kom je op een gegeven moment in de problemen als je een hele dag onderweg bent of meerdere dagen. Slobber doen sommige paarden ook een moord voor. Ook dit is geschikt, maar kan een knoeiboel geven en je wilt niet dat al je spullen er mee vol zitten in plaats van de slobber in je paard. Een mix van bietenpulp, grasbrok en muesli of haver kan ook. Dan heb je al een combinatieproduct met suikers, vezels en vocht. Ook een paar wortels of een appel kunnen prima als extraatje
37
VOEDING
SUIKERPIEK Sommige mensen zijn bang voor een suikerpiek en vooral de dip na het geven van krachtvoer. Dit is wel het geval als een paard vanuit een rustsituatie eet, maar niet tijdens of na inspanning. Omdat het lichaam dan in staat van inspanning is worden de suikerpiek en dip minder groot. Deze suikers (koolhydraten) worden dan ook meteen weer door het paard benut in de volgende ronde en hierdoor raken de spieren minder leeg. Krachtvoer blijft tussen de ongeveer 30 minuten en 2 uur in de dunne darm en daar worden de suikers uit het krachtvoer verteerd en in het bloed opgenomen. In dit artikel wordt verder ingegaan over het effect van krachtvoer direct na arbeid (de vetgate is direct na arbeid net als de finish) http://ker.equinews.com/article/feeding-afterexercise-effect-glucose-and-glycogen-responses-horses LANGER OP PAD Als je naar het buitenland gaat reis je vaak een dag of 2 van te voren naar de wedstrijd. De trailerrit is langer en er gaan dus meer factoren meespelen om je paard fit aan de start te krijgen en fit te houden. Tijdens een lange reis verliest een paard al aardig wat vocht en elektrolyten. Het kan handig zijn om de laatste 2 dagen voor vertrek tot de dag voor de start elektrolyten bij te geven om ervoor te zorgen dat je paard niet met een tekort van start gaat. Het is hierbij wel heel belangrijk dat je paard goed blijft drinken èn veel ruwvoer krijgt. Reserves opbouwen met elektrolyten kan niet, maar je kunt dus wel zorgen voor een optimale situatie. Tijdens de lange reis zorg je voor ruwvoer en als je onderweg stopt kijk je even of je paard dorst heeft. Eventueel wat natte slobber. Bij aankomst het liefst ook alleen ruwvoer en licht verteerbaar voer zoals een beetje muesli of slobber om te herstellen van de reis. Sommige paarden drinken op vreemde locaties minder goed, neem dan ook water van huis mee zodat je in ieder geval tot aan de wedstrijd ‘bekend’ water hebt. Het kan ook helpen door je paard te laten wennen aan water met een smaakje, bijvoorbeeld appelsap of limonadesiroop. Drinkt je paard nog slecht kun je natte bietenpulp geven zodat er alsnog vocht (en goed verteerbare vezels) binnenkomt. Wil je de ochtend van de start nog krachtvoer geven, let er dan op dat een paard ongeveer 2 tot 3 uur na het eten een suikerdip krijgt. Het kan daarom verstandiger zijn ’s avonds het laatste krachtvoer te geven en ruim voldoende ruwvoer om de nacht door te komen. Wat bietenpulp kan bijvoorbeeld weer wel omdat dit meer een energierijk ruwvoer is door de vezels dan een krachtvoer. Het is het verstandig om snel (binnen 1,5uur) na de finish van die dag nog krachtvoer te geven om de glycogeen in de spieren weer snel aan te vullen. Zeker voor meerdaagse rijders is dit van belang omdat die paarden de volgende ochtend weer van start gaan en weer fit moeten zijn. Ook nu geldt weer dat je veel ruwvoer geeft om de darmen weer optimaal gevuld te krijgen. Elektrolyten aanvullen is na de wedstrijddag belangrijker voor paarden die een meerdaagse lopen dan een eendaagse, maar kan zeker in verband met een eventuele lange reis naar huis verstandig zijn. SPECIFIEK MEERDAAGSE Bij meerdaagsen over 3 of meer dagen is het echt heel belangrijk dat het paard continu goed blijft eten en drinken. Anders haal je de eindstreep niet. Dus darmen goed aan de gang houden, koolhydraten voor de spieren en goede vocht- en elektrolytenbalans. Paarden die goed voor zichzelf zorgen komen zichtbaar makke-
38
Montcuq 2011, Foto gemaakt door Odile van Ditzhuijzen
lijker een meerdaagse door dan paarden die door slecht eten en/ of drukdoenerij minder goed herstellen en meer energie verspillen zonder dat dit goed aangevuld wordt. En mochten ze overdag een keer wat minder hun best doen op het eten, dan is het wel zo fijn als ze dat ’s avonds en ’s nachts inhalen. VARIATIE In de praktijk komt het erop neer dat er behoorlijk wat soorten voer mee gaat naarmate je een kieskeuriger paard hebt. Ook als paarden vermoeid beginnen te raken zie je ze vaak kieskeuriger worden. Je hoeft ook zeker niet bang te zijn voor een muesli die wat meer suiker & zetmeel of melasse heeft dan je gewend bent. De hoeveelheid die je geeft is niet erg groot en suikers worden nog dezelfde dag verbrand. Niet alle mensen durven zomaar een ander voer te geven dan het paard gewend is. Dit wordt je ook zo verteld door je voerleverancier en voedingsdeskundige. En ergens is dit ook zeker zo, alleen voor de endurance geldt toch de regel dat het belangrijker is dát ze eten dan wat ze eten. Hooi is ook nog een aandachtspunt. Neem zelf hooi mee waarvan je weet dat het paard het wil eten. Of dat nou van stal is meegenomen of bij de voerhandelaar gehaald speciaal voor de wedstrijd maakt niet uit. Zorg er altijd voor dat je zelf wat mee hebt. Veel organisaties bieden de mogelijkheid tot aanschaf hooi ter plaatse, maar dit kan nogal wisselende kwaliteit zijn en dan is het prettig als je het in ieder geval kunt mengen met je eigen meegebrachte ruwvoer. Zeker als je langer weg bent dan 3 dagen is het niet altijd mogelijk zelf voldoende mee te nemen voor alle dagen, maar dan in ieder geval een deel. Mijn paard eet of drink slecht tijdens een wedstrijd Met een paard dat niet (goed) wil drinken en/of eten heb je feitelijk nog niets te zoeken op de langere afstanden. Dus boven de 80km en de meerdaagsen. Een paar paarden uitgezonderd die toch ineens besluiten dat ze best trek of dorst hebben. Maar er zit een risico in dat je metabool problemen krijgt door te weinig darmgeluiden, uitdroging en zo verder. Oefen dus met water geven en voeren. Ga een lange rit maken op een warme dag en kijk of je paard vanzelf dorst krijgt. Dit werkte voor mijn paard
VOEDING
en sindsdien kan ik er altijd op vertrouwen dat hij in of vanaf de 1e vetgate gaat drinken. Kijk of je paard liever uit een emmer of teil eet, liever van de grond of op neushoogte en geef de keuze. Wat neem je dus mee op wedstrijd? - voldoende water, evt met appelsap/limonade - ruwvoer - diverse soorten krachtvoer zoals muesliâ&#x20AC;&#x2122;s en slobber - eventueel bietenpulp - iets om het allemaal in te doen, emmers, teiltjes, enz
Djilan Boelen
Foodsupplement for the performance Horse 39
UITSLAGEN
UITSLAGEN WEDSTRIJDEN Zie voor volledige uitslagen van nationale wedstrijden: www.endurancevereniging.nl Zie voor volledige uitslagen van internationale wedstrijden: www.endurancesport.nl. Marly van Ditzhuijzen finisht als eerste tijdens het Nederlands Kampioenschap Endurance 2013. Foto: Ineke Westers
NATIONAAL Euregio Endurance – Ysselsteyn – 9/03/13 Klasse 1 (20km): 1. Annelies Pen / 12win Star / 12,01 km.u 2. Linda Veenings / Flame / 12,83 km.u 3. Carin Hemens / Knor / 12,39 km.u Klasse 1 (30km): 1. Esther Leenen / Black Breezer / 12,03 km.u 2. Erica Heldens / Gandor Van Het Keizer / 12,97 km.u 3. Theo Heldens / D-prodigy / 12,96 km.u Klasse 2 (41km), groep 1: 1. Annemarie Aerts / Beukenoord’s Kroonprins / 16,19 km.u 2. Maria Barthels / Niko / 16,18 km.u 3. Nina Barthels / Mandy / 16,18 km.u Klasse 2 (41km), groep 2): 1. Anthonie Kolen / Tongerveld’s Evelyn / 16,42 km.u 2. Veerle van der Ven / Ranger / 13,31 km.u 3. Ursula Damereau / Aroyon / 13,15 km.u Klasse 2 (61km): 1. Tanja Wolters / Gitana 202 / 17,44 km.u 2. Katrin Schulte / Double You / 15,27 km.u Klasse 3 (80km): 1. Willem Koet / Gagarin Khan / 14,30 km.u 2. Eva de Vries / Valaam Khan / 14,29 km.u 3. Kim van de Kloet / Upset Van De Zonnehoeve / 13,65 km.u Endurance Kootwijkerbroek – 24/03/13 Klasse 1 (22km): 1. Michelle Snel / Winnetou Teb / 12,92 km.u 2. Eelke van Drunen / Mir el Mahdi / 12,79 km.u 3. Alie van Enk / Accady / 12,70 km.u Klasse 1 (31km): 1. Silvia van der Veen / A.F. Thabay / 12,98 km.u 2. Tryntsje Leenstra / Lorenzo / 12,98 km.u 3. Heleen Hage / Mujannah Salam / 12,97 km.u Klasse 2 (44km): 1. Sigrid Hoogduin / Lexus F / 15,49 km.u
40
2. Claudia Speerstra / Zolita / 15,49 km.u 3. Wendy Metselaar / Kliko / 14,96 km.u Klasse 2 (62km): 1. Roxanne Katers / Wilvy Cocktail J / 17,94 km.u 2. Annemarie Aerts / Beukenoord’s Kroonprins / 17,06 km.u 3. Heidi Witjes / Magnus Opus One / 16,01 km.u Utrechtse Heuvelrugrit – Leersum – 13+14/04/13 Klasse 4 (2x80km): 1. Marly van Ditzhuijzen / Czarownica LB / 12,45 km.u Klasse 3 (2x50km): 1. Roos Roes / Amaryllis / 12,08 km/u 2. Marian Leijtens / Leah / 12,02 km/u 3. Wendy Metselaar / Kliko / 12,00 km.u Klasse 2 (2x40km): 1. Ilian Trichopoulos / Chivas / 12,72 km.u Klasse 2 (2x30km): 1. Marieke de Vos / Firuza Telloh / 13,14 km.u 2. Rianne Broekhoven / Katie / 12,88 km.u 3. Myrna Eindhoven / Is Est Beau / 11,02 km.u Utrechtse Heuvelrugrit – Leersum – 13/04/13 Klasse 1 (25km): 1. Anne van der Reest / Caliente / 12,53 km.u 2. Lisette Lukas / Attitude / 12,47 km.u 3. Masja Derks / Plakarna / 12,33 km.u Klasse 1 (33km): 1. Danielle van Egmond / Mazuna’s Marid / 12,84 km.u 2. Tara Vollebregt / Super Rouche / 12,83 km.u 3. Hans van Rossum / Lord / 12,74 km.u Klasse 2 (45km): 1. Linda van der Horst / Shakaan Al Jarra / 13,41 km.u 2. Ingrid Langen / Amorin Star / 13,41 km.u 3. Ad Exalto / Habib’s Bahira / 12,89 km.u Klasse 2 (60km): 1. Claudia Speerstra / Zolita / 11,80 km.u
UITSLAGEN Utrechtse Heuvelrugrit – Leersum – 14/04/13 Klasse 1 (25km): 1. Ruud Bolhuis / Burundi / 12,60 km.u 2. Savanja Frissen / Diamo / 12,51 km.u 3. Isla Muller / Boots / 10,99 km.u Klasse 1 (33km): 1. Sandy de Waard-Portiers / Zoe / 12,98 km.u 2. Sandra Band / Fadango / 10,93 km.u 3. Els Lip-Duinkerken / Uschie B / 9,56 km.u Klasse 2 (45km): 1. Anouk Nijssen / Pg’s Rachanoeka Star / 14,46 km.u 2. Debbie Steijns / Nelson / 13,78 km.u 3. Annika Bleeker / Alina / 13,21 km.u Klasse 2 (60km): 1. Jeroen Flipse / Voorwijk’s Jolie Coeur / 11,71 km.u 2. Harry Kronemeijer / Watch My Dust / 11,71 km.u Klasse 3 (85km): 1. Suzanne Pen / Noniusz / 14,69 km.u 2. Annelies Boer-Warmenhuizen / Jovanni / 13,13 km.u 3. Melissa Scholl / Walley Rodney / 13,13 km.u Klasse 3 (98km): 1. Jacqueline Grundeken / Psetter / 13,73 km.u Endurance Zeeland – Renesse – 20/04/13 Klasse 1 (25km): 1. Marjolein Klein / Jordy / 11,04 km.u 2. Erica Reedijk / Laurian / 11,10 km.u Klasse 1 (35km): 1. Lia van ’t Ende / S Meveline / 12,46 km.u 2. Madeleine Mulder van Lith / Appleking K / 11,60 km.u 3. Jet Duinmeijer / Gusar Khan / 12,78 km.u Klasse 2 (70km): 1. Tara Vollebregt / Super Rouche / 13,84 km.u 2. Janneke Schreuder / Tongerveld’s Evelyn / 13,36 km.u Endurance Vechtdalrit Ommen – 28/04/13 Klasse 1 (25km): 1. Yvonne Marskamp / Waikiki Joy / 12,89 km.u 2. Florien Hazemeyer / Kokopelli / 12,86 km.u 3. Wendy de Jong / Madera / 12,78 km.u Klasse 1 (35km): 1. Maaike Schaap / Princess / 12,92 km.u 2. Diana Boeser / Legend of Passion / 12,70 km.u 3. Jorrit Koopman / Annien Emelwerth / 12,20 km.u Klasse 2 (59km): 1. Joy kamerling / Set Me Free / 17,19 km.u 2. Michelle Schuijt / Gyshgun / 14,91 km.u 3. Anouk Spoelstra / Rakesh / 14,73 km.u Klasse 3 (83km): 1. Siska Schiphorst / Marathon / 12,28 km.u Endurance Ermelo – 12/05/13 Klasse 1 (20km): 1. Susanna Uelderink / Bandiet / 12,85 km.u 2. Lisette Lukas / Attitude / 12,51 km.u 3. Jennifer Leertouwer / Pluk / 12,22 km/u Klasse 1 (30km): 1. Marion Kouffeld / Khannon / 13,00 km.u 2. Silvia van der Veen / AF Thabay / 12,97 km.u 3. Tryntsje Leenstra / Lorenzo / 12,96 km.u Klasse 2 (40km): 1. Desiree Warmenhoven / Joker R / 14,04 km.u 2. Carmen Römer / Saladin / 14,03 km.u 3. Yvonne Overes / Oasis de Kerinec / 14,03 km.u Klasse 2 (60km): 1. Vicky Larsen / Carlee’s Fusion / 17,96 km.u 2. Debbie Steijns / Nelson / 17,90 km.u 3. Heidi Witjes / Magnum Opus One / 15,52 km.u Internationaal CEI*** President’s Cup Abu Dhabi (160km) – 16/02/13 45. Marijke Visser / Wamid / 17,4 km.u --. Joyce van den Berg / Castlebar Trueman / kreupel 4e vg CEI** Weissenhorn (120km) – 29/03/13 --. Carmen Römer-Theunissen / Prisma D’Havenne / kreupel 1e vetgate
CEI** Fontainebleau (120km) – 29-03-13 --. Helen de Vries / Trinity / kreupel finish --. Djilan Boelen / Lightning Rose QA / teruggetrokken 3e vg CEI* Bierbeek (90km) – 30/03/13 9. Onno Grund / Tea-Rosa / 15,62 km.u 13. Joyce van den Berg / Bas de Cardonne / 15,34 km.u 14. Melissa Huijsman / Lysander / 15,08 km.u 18. Jannet van Wijk / Tout D’Alou / 14,41 km.u 19. Yvonne Overes / Barq Majied Star / 14,41 km.u CEI*** Holzerode (160km) – 13/04/13 --. Yvonne van der Velde / Joy Escobar / kreupel 2e vetgate CEI* Holzerode (80km) – 14/04/13 4. Jan Buitenhuis / Najib Shah / 13,53 km.u 5. Jannet van Wijk / Venushka Khan / 13,53 km.u CEI* Saulnot (90km) – 4/05/13 8. Melissa Huijsman / Kabila / 13,30 km.u CEI** Rambouillet (120km) – 4/05/13 10. Jannet van Wijk / Ainhoa Rayon D’Or / 17,21 km.u CEI*** Ermelo (160km) – 18/05/13 1. Olaug Espeli Carstensen / Al Thaka Mellemgaard / 17,09 km.u 2. Marly van Ditzhuijzen / Eenhoorn’s Dahman / 17,07 km.u 3. Maritza Pereira / Ulysse de Suleiman / 16,78 km.u 4. Carmen Römer / Oceane d’Havenne / 16,75 km.u 5. Theo Heldens / D Prodigy / 16,60 km.u 6. Djilan Boelen / Lightning Rose QA / 16,42 km.u 7. Olivia Antione / Liame du Bosphore / 16,24 km.u 8. Pietro di Geronimo / Cappuncine d’Havenne / 16,24 km.u --. Angela Jonkman / Bayan Bin Bora / kreupel 4e vetgate --. Yvonne van der Velde / Joy Jochie / kreupel 4e vetgate --. Jannet van Wijk / Latino / kreupel 2e vetgate --. Jacqueline Grundeken / Psetter / kreupel 2e vetgate Uitslag Nederlands Kampioenschap Endurance (Ermelo CEI*** - 160km): 1. Marly van Ditzhuijzen / Eenhoorn’s Dahman / 17,07 km.u 2. Carmen Römer / Oceane d’Havenne / 16,75 km.u 3. Theo Heldens / D Prodigy / 16,60 km.u 4. Djilan Boelen / Lightning Rose QA / 16,42 km.u CEI** Ermelo (120km) – 18/05/13 4. Marijke Visser / Eomer / 16,90 km.u 6. Esther Groen / Zalcholy’s Shadiya / 16,36 km.u 7. Suzanne Pen / Piaf al Jarra / 16,07 km.u 8. Karin de Ruiter / Matuva de Salim / 15,81 km.u --. Yvonne Overes / Barq Madjied Star / kreupel 3e vetgate --. Geke Verhoog / Nibbles Ben Star / kreupel 3e vetgate --. Melissa Huijsman / Lysander / kreupel 1e vetgate --. Iris van der Horst / Benthe / kreupel 1e vetgate --. Famke Bos-Dortmund / Thalea Inanna / kreupel 2e vetgate CEIYJ** Ermelo (120km) – 18/05/13 --. Joyce van den Berg / Karel / kreupel 2e vetgate CEN Ermelo (120km) – 18/05/13 --. Suzan Jonk / Touch of Cayenne / kreupel 3e vetgate CEI* Ermelo (90km) – 18/05/13 6. Laura Houassin / Vatout des Sauvlons / 17,97 km.u 9. Anne Hermans / April Beauty / 15,45 km.u --. Nanke Stein / Shiva / kreupel 2e vetgate --. Eva de Vries / Valaam / kreupel 2e vetgate --. Kirsten van der Woord / Gazelle / kreupel 2e vetgate CEN Ermelo (90km) – 18/05/13 1. Anthonie Koden / Tongerveld’s Evelyn / 17,13 km.u 2. Veerle van de Ven / Ranger / 14,39 km.u 3. Tineke Hoogendijk / Khayr / 14,20 km.u 4. Annemarie Aerts / Beukenoord’s / 13,28 km.u --. Sandra Bruggink-Amptmeijer / June / kreupel finish --. Mandy Bertens / Kayros-D / kreupel 2e vetgate
41
Digitaal zadel aanmeten en testrijden in onze eigen rijhal! Aanpassingen zijn direct uitvoerbaar in eigen zadelmakerij. Dealer van oa: Massimo, Zaldi X Raid, Equiflex, Marylot, Zilco, HAFF, Cliff Barnsby.
Jan Plassensteeg 18A 3862 NL NIJKERK Tel 033 - 24 62 718
42
A MEMBER OF
www.countrymillhorsesupport.nl www.horsetackandtrailers.nl
Foto: cyberlokaal.nl | Design: LouwrinkDesign.nl
Ook het adres voor de Mendurance.
COLOFON
e Colofon Her&Der is het magazine van de KNHS Endurancevereniging en verschijnt vier maal per jaar in een oplage van ten minste 1000 exemplaren. CONTACTGEGEVENS: KNHS Endurancevereniging p/a Nieuwstraat 6a 3861 AJ Nijkerk http://www.endurancevereniging.nl BESTUUR: Aart Markies (voorzitter) voorzitter@deronline.nl Bernadette Kramer (ledenadministratie) ledenadministratie@deronline.nl Ilona van Roekel (penningmeester) penningmeester@deronline.nl WEDSTRIJDSECRETARIAAT KNHS: KNHS Endurance, tel.: 0577-408253 Vragen m.b.t. startkaarten, tel.: 0577 - 40 83 00 http://www.knhs.nl VORMGEVING: Majken Nilsson www.majkennilsson.nl REDACTIE: Djilan Boelen, Evelyn Bruinsma, Bernadette Kramer, Rachel Marty, Karin Onderwater, Marieke de Vos, Ineke Westers. FOTOGRAFIE: Bronvermelding bij de artikelen. ADVERTENTIES: Plaatsing en kosten van advertenties in overleg met de redactie. Email: redactie. herender@gmail.com KOPIJ: Artikelen, of ideeÍn voor artikelen, zijn altijd welkom. Plaatsing in overleg met de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden kopij, zonder opgaaf van redenen, in te korten of te weigeren. Het plaatsen van een artikel betekent niet dat de redactie en/of het bestuur de daarin gestelde meningen of standpunten deelt. Email: redactie.herender@gmail.com Deadlines aanleveren kopij: 1 februari, 1 mei, 1 augustus en 1 november. Š 2013 Her&Der Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of vermenigvuldigd zonder toestemming van de redactie, de auteur van het artikel en de fotograaf.
43
Pavo Care4Life Voor een gezond en vitaal paard in balans Structuurrijke blend met vitaminen en kruiden en een suiker + zetmeelgehalte van slechts 9% (het niveau van hooi)
Met collageen voor gewrichten Met pré- en probiotica Granen- en melassevrij Ideaal voor paarden met een slechte weerstand of overgewicht; paarden die gevoelig zijn voor hoefbevangenheid, EMS of insulineresistentie; en gewoon gezond voor álle paarden!
Voor al je vragen: Pavo GroomingTeam info@groomingteam.nl 0900 – 7227336
ende l l i h ersc en v 1 1 Met ruiden etzuren k 6-v & ga 3 ome
44 www.pavo.net
www.pavocare4life.net