INHOUDSOPGAVE De deur van de linnenkamer staat altijd open Zoef, daar gaat Dalila ‘Met de app wil ik je werk iets lichter maken’ Het juiste doen op het juiste moment ‘Morgen kan alles anders zijn’ Een goed systeem ontwikkel je samen Niet te veel regelmaat a.u.b. Eerlijk de taal van getallen spreken Details die ertoe doen Cliënten hun eigenwaarde teruggeven ‘Ja hoor Piet en toch hou ik van je’ Samen voor de troepen uit Kwaliteit leveren alsof het om je eigen huis gaat Alles voor een veilig-thuisgevoel
2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28
VOORWOORD In de periode 2014-2016 werd door het CVD een reeks Successenboekjes gemaakt. De reeks bestaat uit vier delen die vertellen over grote en kleine maar altijd betekenisvolle successen die onze cliënten met onze hulp en ondersteuning wisten te boeken. Daarbij wordt in elk boekje een ander aspect uit het leven van de cliënten belicht, zoals het wonen, (buurt)participatie, bewegen en sport. De wijze waarop wij door de jaren heen vorm hebben gegegeven aan de geboden hulp en ondersteuning staat centraal in het vijfde deel van de boekjesreeks over het 45-jarig bestaan van het CVD. Nu is er dan als toegift een zesde boekje verschenen. Daarin wordt de CVD-medewerker centraal gesteld, onmisbaar als deze is in het leven van onze cliënten die een wenkend perspectief voor ogen hebben. Daarom zijn we -dwars door de organisatie heen- op zoek gegaan naar medewerkers die met elkaar het CVD representeren en die onze gedrevenheid in de ondersteuning van de cliënten zichtbaar maken. Met deze onmisbare factor achter de successen die in de boekjes worden belicht wordt de reeks dan definitief afgesloten. Ik wens de lezer ook nu weer veel leesplezier toe! mr Yvonne Frank bestuurder CVD
1
DE DEUR VAN DE
2
Al twintig jaar staat Francine Vanom bij het CVD aan de strijkplank, zoals ze zelf zegt. ‘Ik hoop dit werk tot m’n pensioen te blijven doen.’ Op de achtergrond klinkt vertrouwd het getuimel van de was- en droogmachines. Nog even en er is weer een nieuwe lading schoon goed: handdoeken en lakens, of kussens en dekens. Terwijl ze bezig is, laat Francine de deur van de linnenkamer lekker open staan. Elke donderdagochtend reikt de rij plunjetassen van cliënten bij De Hille tot ver in de gang. Dezelfde middag nog mag je je eigen kledingpakketje fris en gevouwen weer ophalen. Terwijl de warmte van de drogers naar buiten drijft, druppelen cliënten en collega’s om beurten eventjes binnen. De sfeer is vrolijk. ‘Francien heeft een hart van goud, wil je dat voor me opschrijven?’, benadrukt een van hen. ‘Maar ze wordt ook wel eens moe van ons hoor’, biecht hij op. ‘Soms komen we te vroeg vragen of de was al klaar is. Hé, rustig
LINNENKAMER STAAT ALTIJD OPEN aan, zegt ze dan, ik ben Speedy Gonzales niet. We kunnen er allemaal om lachen als ze zo tegen ons praat.’ ‘Toen ik begon, had ik eigenlijk geen idee van maatschappelijke opvang’, vertelt Francine. ‘Hier heb ik gezien dat ieder leven zo maar een keer om kan slaan. Zelfs als je professor bent.’ Stapeltjes handdoeken vouwend, ziet ze een cliënte aankomen die het even te kwaad heeft met haar persoonlijke situatie. In de hoek staat een stoel: ‘Ga zitten meid.’ Francine luistert en heeft een vriendelijk woordje klaar. Nee, de sfeer is niet altijd vredelievend, wil ze ook wel kwijt. Soms is er ruzie, komt iemand boos stoom afblazen. Zonder te veroordelen waarschuwt Francine dan zachtjes: ‘Pas nou toch op, strakjes kun je hier niet blijven.’ Die onpartijdige kalmte hoort bij haar charme, al zegt ze zelf liever: ‘Ach, zo zit ik in elkaar.’
3
ZOEF, DAAR GAAT
4
Als een wervelwind, aanstekelijk energiek, zo spreekt en handelt Dalila Merouani. ‘Cliënten wil ik graag zo snel mogelijk vooruit helpen, want wachten maakt passief.’ Met lichte tegenzin geeft ze toe: ‘Alleen verbijstert het me soms dat procedures zoveel tijd vergen.’ Haar houding is ‘nooit opgeven en altijd het beste van een persoon bekijken’. Die combinatie komt Dalila volop van pas. ‘Ik begon zeventien jaar geleden als begeleider van jonge asielzoekers, ama’s. Daarna volgde de opvang van alcoholverslaafde mannen in Burgerhotel De Zon. Dat was nogal een verandering van doelgroep, maar ik heb goed leren biljarten en klaverjassen in die tijd’, lacht Dalila. Verder werkte ze mee aan het preventieproject Focus voor ‘bankslapers’, mensen zonder eigen woning die bij anderen overnachten. ‘Per jaar organiseerden we voor 200 bankslapers een postadres en, daaraan verbonden, een training om zelfstandig woon-, werk- en administratieve zaken te
DALILA regelen. Onder begeleiding vonden cliënten weer een geschikte huurwoning. Een heel geslaagd project, jammer dat het verdween.’
Dalila betrokken bij Skaeve Huse, een plek voor mensen die als overlastgevers uit hun huis geplaatst zijn. * LVB = licht verstandelijke beperking
Weer een andere taak, individuele begeleiding bij het aanpakken van schulden, paste minder goed bij Dalila’s karakter: ‘Misschien was ik er te jong voor. Het was alsof ik in mijn ontwikkeling bleef stilstaan.’ Enerverend was dan ineens de opdracht om in drie maanden tijd 39 ‘geadopteerde’ cliënten van een andere organisatie naar zelfstandige woningen te begeleiden. ‘Zo’n vraag vat ik letterlijk op, dus doe ik alles om de gestelde termijn te halen.’ Het bleek geen gemakkelijke groep, ontdekte Dalila, en een heel nieuwe ervaring doordat over de mogelijke LVB-omstandigheden* van de mensen niets bekend was. ‘Maar ik heb ook veel gelachen, heel belangrijk. Net als blijven kijken wat iemand zelf kan én elkaar als collega’s onderling in het oog blijven houden. Want, ja, collegialiteit is alles!!’ Ondertussen is
5
‘MET DE APP WIL IK JE WERK IETS
6
Mario Kreeft wist dat hij het kon ontwerpen: een handige app op je smartphone waarmee de 160 ambulante begeleiders van het CVD voortaan in een handomdraai cliëntgegevens kunnen verwerken. Inmiddels is het idee volwaardig uitgewerkt. Elke collega die cliënten thuis begeleidt, kan relevante cliëntinformatie voortaan ter plekke inzien, invoeren of wijzigen. De app heet dit uitgewerkte idee simpelweg. Maar achter die korte naam gaat een grote hoeveelheid denk- en testwerk schuil. Anderhalf jaar puzzelde Mario eraan, in zijn eentje. Vriendelijk legt hij uit: ‘Het programma moet natuurlijk passen op het bestaande administratiesysteem binnen het CVD. De gegevensopslag en -uitwisseling moeten bovendien goed beschermd zijn. En heel belangrijk is het gebruiksgemak. Dat laatste was voor mij precies de aanleiding om het programma te ontwikkelen. Ik
merkte dat begeleiders veel werkdruk hebben door de noodzakelijke administratie van hun werk. Vanuit mijn vak zag ik een glasheldere oplossing om die druk te helpen verlichten.’ De software-ontwerper voelt zich prima op z’n plaats binnen het CVD. ‘ICT-ontwikkeling is niet de centrale opdracht van het CVD. Met de kennis die ik heb, wil ik bijdragen aan de motivatie van mijn CVD-collega’s om het werk te kunnen doen dat wel hun kerntaak is. Je kunt daarom bijvoorbeeld ook informatie dicteren aan de app, in plaats van intikken.’ Voor de veiligheid van begeleiders onderweg heeft Mario nog een ‘alarmknop’ ingebouwd. In een moeilijke situatie kunnen collega’s daardoor snel ter plaatse zijn. Mario roept collega’s op om ook na de lancering kritische feedback te blijven geven: ‘Reacties uit de praktijk zijn
LICHTER MAKEN’ nodig om de app nog beter te kunnen maken.’ Zijn optimisme zorgt ervoor dat doemscenario’s op hem geen vat hebben: ‘Als je net iets anders naar een informatieof communicatiepuzzel kijkt, is er vaak niets ingewikkelds aan de hand. Ik geloof in oplossingen, daar ben ik echt wel trots op!’
Voor de veiligheid van begeleiders onderweg heeft Mario nog een ‘alarmknop’ ingebouwd.
7
HET JUISTE DOEN
8
Jelena Grmas is een ‘stille kracht’ voor vrijwilligers organisaties en mantelzorgers in de wijk Overschie. Ze luistert naar vragen, kijkt goed om zich heen, geeft advies, brengt partijen bij elkaar en helpt zelfs terloops mee de koffie inschenken tijdens netwerkbijeenkomsten. Ogenschijnlijk gewoon zet ze op die manier raderen binnen de wijk en het vrijwilligerswerk in beweging. ‘Je denkt dat iedereen elkaar al kent, maar dat blijkt helemaal niet zo te zijn.’ Eerder maakte Jelena negen jaar lang matches tussen vrijwilligers en organisaties. In haar nieuwe rol, versterker van vrijwilligers- en wijkorganisaties en mantelzorgers, begon ze als pionier. ‘Ik wilde graag eerst goede relaties opbouwen. Daarom heb ik gewoon de telefoon gepakt of ging persoonlijk bij anderen in de wijk langs met de vraag: wat heb jij nodig en waar kan ik je mee helpen? Wat ik niet weet, zoek ik uit en dan kom ik erop terug. Ik vind het
OP HET JUISTE MOMENT belangrijk om altijd antwoord te geven. Dat geeft vertrouwen, de voorwaarde voor samenwerking. Die brengt je verder dan elkaar beconcurreren.’ ‘Anderen vooruit helpen geeft mij energie. Of als ik antwoorden op vragen kan helpen uitvoeren. Steeds vanuit de gedachte: hebben wijkbewoners profijt van wat we doen? Wat daar precies voor nodig is, kan verschillend zijn. Soms is het gewoon meehelpen met opruimen na een bijeenkomst. Het gaat me erom dat het lukt samen een geheel te vormen.’ Jelena kiest haar woorden met zorg. ‘Ik wil recht doen aan iedereen in een samenwerking. Soms stuit je op onverwachte wrevel. Dan voel ik wel goed aan wat het moment is om me ergens mee te bemoeien, een scherpe toon te verzachten en zaken te verhelderen. Dat doe ik dan. Maar op de achtergrond blijven, kan ik ook goed.’
Laatst gaf iemand haar het compliment: op jou kunnen we rekenen, je bent er altijd! Jelena’s antwoord daarop: ‘Ik ben graag een radertje dat andere radertjes helpt draaien.’
9
‘MORGEN KAN ALLES ANDERS ZIJN’
10
Chef-kok George Weterings weet uit eigen ervaring hoe het is om tijdelijk geen eigen dak meer boven je hoofd te hebben. Zijn levenshouding: ‘Blijven knokken en je niet laten afleiden van je doel om erbovenop te komen. Vandaag heb je niets, maar morgen kan toch alles anders zijn!’ De zwaarste periode ligt nu gelukkig bijna vier jaar achter hem. ‘De ene dag stond ik nog in mijn eigen restaurant te koken voor anderen, kort daarop stond ik bij de nachtopvang in de rij voor een boterham. Totale afhankelijkheid is het allermoeilijkst. Al valt het ook zwaar dat er mensen zijn die je als dak- of thuisloze niet meer als mens behandelen, bevooroordeeld en respectloos zijn. Als je je echt in elkaar verdiept, ontdek je dat we allemaal dezelfde behoeftes hebben.’ Door zich als vrijwilliger in te zetten hield George zijn
actieve dagritme vast. In de Stelle, waar hij enkele maanden woonde, kon hij zijn vak weer uitoefenen. ‘We nodigden wekelijks vier bewoners van een verzorgingshuis in de buurt uit om te komen eten. Ik kookte meteen vier maaltijden extra voor de Voedselbank. Ik nam cliënten als keukenhulp onder mijn hoede. Op vrijdag stond ik in de keuken van Havenzicht.’ Nog steeds organiseert George graag leuke eetmomenten samen met anderen. Inmiddels is hij al bijna twee jaar aangesteld als vaste kok op CVD de Heemraad. Vanavond staan pasta carbonara en bolognese op het menu. ‘Bewoners moeten niks hebben van tierelantijnen en schuimpjes, heb ik geleerd. Maar van stampot, roti, curry of een tajine kan ik ook prima een feestje maken. Altijd vers.’ Laatst waren de rollen ineens omgekeerd, toen George jarig was: ‘Collin, een van de bewoners, had
als verrassing muffins gebakken. Er was ook een cadeau van de begeleiding. Als dat geen blijk van waardering is! Ik haal meer voldoening uit deze contacten dan uit een dikke bankrekening.’
11 ‘ Bewoners moeten niks hebben van tierelantijnen en schuimpjes, heb ik geleerd.’
EEN GOED SYSTEEM ONTWIKKEL JE
12
Pia Muller glimt als ze praat over Afas, het softwarepakket waarmee ze het administratiesysteem binnen het CVD inricht. In 2016 won ze zelfs de Afas-award, die jaarlijks wordt uitgereikt aan ‘de organisatie die het meest creatief en innovatief met de software omgaat. Ik hou niet zo van het podium, maar ik ben wel blij met die prijs!’
analyseren en rubriceren van te verwerken gegevens; relevantie van informatie beoordelen. En ook: in het hoofd van de gebruiker kunnen kruipen. Veel overleggen. Tevreden is ze namelijk pas als het systeem ‘voor elke gebruiker intuïtief goed te begrijpen is. Je moet de structuur direct herkennen. Snel op de juiste pagina komen. Een uitnodigende lay-out op het scherm zien. Makkelijk iets kunnen invullen en gemakkelijk informatie kunnen vinden.’
Waar Pia overduidelijk van houdt, is iets opbouwen voor de hele organisatie. Ze vergelijkt haar ontwerpwerk voor een customized administratiesysteem binnen het CVD graag met onderdelen kiezen uit een LEGO-doos. ‘Je probeert steeds wat uit en als het niet goed genoeg is, breek je het bouwwerkje af en begin je opnieuw. Net zo lang tot het wel goed in elkaar zit.’
Net als haar collega Mario – bouwer van de app – moedigt Pia collega’s aan om altijd kritische feedback te geven. Testpanels laat ze nieuwe systeemonderdelen stevig op de proef te stellen. ‘Iets maken dat helemaal goed is voor iedereen kan ik niet alleen!’
Aan dit bouwen gaat een grondige voorbereiding vooraf, legt Pia uit. Wensen binnen het CVD inventariseren;
Toch wordt de voortgaande automatisering van de administratie door anderen wel eens met tegenzin
SAMEN aanvaard. Of het vroeger beter was? Pia lacht innemend en geeft opgewekt een eenvoudig voorbeeld: ‘Het is ook een kwestie van mindset. Ooit kon je pas in april-mei je zomervakantie aangeven op een met de hand in te vullen verlofkaart. Nu kun je, als je dat wilt, in een paar tellen al een jaar van tevoren je vakantie online inplannen.’
Testpanels laat ze nieuwe systeemonderdelen stevig op de proef stellen. ‘Iets maken dat goed is voor iedereen kan ik niet alleen!’
13
NIET TE VEEL
14
Geef Rio van Santen gerust verrassingen om op te lossen, dan is hij in z’n element. Rechtdoorzee noemt hij zichzelf ‘net een kliko: gooi je vraag er maar in.’ De doortastende gebouwenbeheerder doorkruist heel Rotterdam om op CVD-locaties te doen wat gedaan moet worden. Met raad en daad stuurt hij ook de dames van de schoonmaakploeg aan. ‘We werken dan wel op verschillende plekken, maar we zijn één CVD.’ Toen Rio in 2008 binnenkwam als de nieuwe facilitair coördinator op CVD de Hille, viel hij met zijn neus in de boter: ‘De locatie was net hard aan een onderhoudsverbouwing toe. Douches, toiletten, vloeren, alles moest worden vervangen. Ondertussen verbleven er ook gewoon bewoners. Een uitdaging om alles goed te organiseren, heel leuk!’ Later volgden meer grote verbouwingen: ‘Elf extra pensionkamers op de voormalige activiteitenzolder, een woonkeuken in de oude kloosterkapel … elke dag was ik aanspreekpunt voor
REGELMAAT A.U.B. alles wat onverwacht in het werk boven kwam. Samen met Jinze (Wagenaar, teamleider De Hille, red.) heb ik op zolder nog de sloophamer in handen gehad en in de oude kapel hebben we originele details juist weten te behouden.’ Hectiek past goed bij Rio: ‘Druk op de ketel, dat er ad hoc iets geregeld moet worden, daar krijg ik een kick van.’ Sinds 2015 voert hij een nieuwe ‘drie-in-een’ functie uit. Als beheerder van een aantal CVD-gebouwen coördineert hij ook de calamiteitendienst en de interne schoonmaakdienst. Uitgesproken blij wordt Rio van de eigen CVD-ploeg van schoonmakers, die hij mocht aanstellen: ‘Professionals, een voor een geschikt voor de schoonmaak op alle tien de CVD-locaties. Vaak denken anderen veel te gemakkelijk over schoonmaak, maar ’t is het zwaarste werk dat er is. Petje af voor de meiden!’ Diezelfde meiden drukt Rio geregeld op het hart om tijdens hun werk ook tijd te nemen voor een koffiemomentje met de bewoners: ‘Maak gerust
een praatje. Daar krijg je begrip voor jouw werk voor terug.’
‘ Net een kliko, gooi je vraag er maar in.’
15
EERLIJK DE TAAL
16
‘Van thuis zitten word ik niet gelukkig’, vertelt Hanan Dawood. Iedere kans om, net als vroeger, haar kwaliteiten te benutten, grijpt ze dan ook met hart en ziel aan. Met plezier stelt Hanan haar stiptheid en kennis van getallen in dienst van anderen. ‘Collega’s bij het CVD gaven mij hun vertrouwen, ik kon me weer ontwikkelen.’ Ruim tien jaar geleden ontvluchtte Hanan met haar baby Irak. Later volgden haar man en hun twee oudere kinderen. Toen het gezin voor de vierde keer verhuisd en gesetteld was, besloot Hanan dat ze weer iets met haar vak wilde doen. ‘In Irak was ik opgeleid als bedrijfswiskundige. Hier in Nederland heb ik eerst onze kinderen en mijn man in alles gesteund. Natuurlijk moest ik ook nog de taal leren en ik moest zorgen dat ik weer een erkend diploma had. Ik koos voor financiële administratie, want getallen en financiën zijn gelukkig in elke taal hetzelfde.’
VAN GETALLEN SPREKEN In 2012 meldde Hanan zich als stagiaire aan bij het CVD. ‘Mijn eerste opdracht werd het verwerken van mutaties voor cliënten die schulden aflossen, via de Kredietbank Rotterdam. Verder maakte ik gebiedsoverzichten van woningen en cliënten. En ik kon goed oefenen met Nederlands. Hierna kreeg ik de kans om op nog andere plekken voor het CVD administratie te doen.’ Collega’s waarderen Hanan, blijkt uit hun reactie. ‘Werken in Excel gaat me goed af. Als iemand ergens moeite mee heeft, help ik graag en ga ik door tot het is opgelost. Het is heel leuk om dan haar of zijn lachende gezicht te zien. Soms hoor ik dat je best mag zeggen dat je iets kunt, ook als je daar nog niet zeker van bent. Dat vind ik moeilijk. Ik wil eerlijk zijn, altijd en overal. Waar ik wel zeker van ben: ik ben accuraat! Wat ik doe, moet kloppen. Eerder stop ik niet.’
17
DETAILS DIE ERTOE DOEN
18
Marie-Lou Vos beheert de balie in CVD de Stelle, is conciërge en – volgens sommige cliënten – ‘ma’ tegelijkertijd. Wie dat laatste hardop zegt, kan als antwoord krijgen: ‘Da’s goed joh, heb ik er nog een kind bij.’ Ze heeft het dan ook geregeld over ‘de jongens’ als ze over bewoners praat. ‘Momentje, even een boodschap doorgeven. Neem gerust alvast koffie’, zegt Marie Lou opgewekt kordaat. Ze spreekt af dat een collega de balie waarneemt en maakt tijd voor een gesprek. ‘Hoe een dag verloopt? Die begint met de koffieautomaten schoonmaken en bijvullen, want iedereen houdt toch van een lekker bakkie?’ Verder: de was doen, bezoekers en bellers te woord staan, reserveringen verwerken, de afwasmachine leeg- en inruimen, interne post sorteren en rondbrengen, de keuken schoonmaken … en al staat dat natuurlijk nergens in haar taakomschrijving: tot de orde roepen wie tot de
orde geroepen moet worden. 27 jaar geleden werkte Marie Lou als schoonmaakster op het hoofdkantoor. Tot iemand op een dag vroeg: ‘Goh, wil jij even de telefoon aannemen?’ Het werd haar baan, jarenlang, soms met aangrijpende momenten. ‘Ineens krijg je echte problemen te horen, terwijl je die ander niet kunt zien. De eerste keer dat iemand in paniek belde weet ik nog wel. Ik voelde nog meer verantwoordelijkheid dat ze de juiste persoon te spreken kreeg.’ Aandacht heeft Marie-Lou nog steeds voor iedereen die belt. ‘Als ik doorschakel naar een van de collega’s hier, zal ik nooit ophangen voordat ik weet dat die het telefoontje heeft overgenomen. Of ik kijk na wanneer iemand bereikbaar is.’ Elke dag maakt Marie-Lou wel praatjes met de bewoners die in en uit lopen op de Stelle. ‘En als ik jarig ben,
trakteer ik de jongens op cake en vlaaien. Ook al hebben ze niet veel, soms krijg ik spontaan een plantje of een doosje bonbons. Dat ontroert me wel.’
19 ‘ De eerste keer dat iemand in paniek belde weet ik nog wel. Ik voelde nog meer verantwoordelijkheid dat ze de juiste persoon te spreken kreeg.’
CLIËNTEN HUN
20
‘Ik beweeg me graag tussen de regels’, zegt Frans Willemse over zijn manier van werken. ‘Ik wil cliënten hun gevoel van eigenwaarde teruggeven. Iedereen verdient de kans om zijn leven opnieuw in te richten en soms zijn tien kansen nodig.’ Hij is er trots op deel uit te maken van het CVD. En trots op verbeteringen die alle collega’s al jaren voor elkaar boksen. ‘Ik heb een wereldbaan in een wereldstad.’ In 1993 hielp Frans als ziekenverzorger mee de verpleeg afdeling in Havenzicht op te zetten. Later, als assistent van de straatdokter, werd hij veldwerker om de gezondheid van buitenslapers in de gaten te houden. ‘We troffen mensen aan die lichamelijk zwaar verwaarloosd waren, mensen met TBC, drugsverslaafden met infecties. Van 365 permanente buitenslapers wisten we hoe ze eraan toe waren, om de zorg te kunnen verlenen die ze nodig hadden.’
EIGENWAARDE TERUGGEVEN Nadat in enkele jaren het aantal buitenslapers fors was afgenomen, stopte de subsidie op het toezicht. Toch bleef voor Frans onverminderd werk te doen. ‘De laatste twaalf jaar bezochten ongeveer 7000 cliënten de straatdokter. Voor behandelingen begeleid ik cliënten naar ziekenhuizen en andere adressen. Soms begint dat met het in orde maken van een identiteitskaart, anders kun je nergens terecht. Vaak neem ik een cliënt letterlijk bij de hand. Bijvoorbeeld naar de straattandarts in het Erasmus. Voor het aanbrengen van een kunstgebit is dat al gauw vijf keer op een rij.’ Tijdens de autoritten komen vaak vanzelf gesprekken op gang. Frans kan Rotterdams nuchter en betrokken reageren: ‘Wil je echt vooruit? Denk je dat het gaat lukken als je op deze manier leeft? Wat heb jij nodig? Elke stap moet je echt zelf willen zetten, niet omdat het wordt opgedragen.’ Tegelijkertijd signaleert hij een bureaucratisch woud aan regels: ‘Ga er maar voor zitten zeg, juist voor
onze doelgroep is dat vaak niet te doen. Regels moeten je niet de kans ontnemen om je leven weer goed op de rit te krijgen. Maar vergis je niet hoor, ik ben heus wel directief als het nodig is.’
21
‘JA HOOR PIET EN
22
Met pensioen gaan? Welnee, daar was de verzorgende Willy van Dorp nog lang niet aan toe. ‘Ik ben toch zeker nog veel te goed om thuis te gaan zitten?’ Dus kwam ze terug als vrijwilliger bij CVD de Nok en Havenzicht. Een collega schreef opgelucht: Willy is back! ‘Dat doet je wel wat. Ik ben dankbaar dat ik weer meedoe.’ Willy heeft onder andere gewerkt in Burgerhotel de Zon, waar ze samen met haar collega’s een thuis bood voor veertig pensionbewoners en cliënten. ‘Bedden helpen verschonen, steunkousen aantrekken, wonden verzorgen, de mannen onder de douche krijgen. Ik heb ’t daar zo naar m’n zin gehad! Fijne collega’s, een goeie sfeer. Je sluit de mensen in je hart, hè. De Kapitein, bijvoorbeeld, zo werd hij genoemd. Hij kon niet schrijven en tekende nooit formulieren. Hij dronk wel veel jenever, maar dat deed-ie buiten de deur zodat we het niet zagen. Toen hij dood ging, deed me dat wel wat. Ook bij andere bewoners heb ik dat.’
TOCH HOU IK VAN JE’ Door haar onverbloemde stijl kreeg én krijgt Willy veel gedaan van onwillige cliënten. ‘Maar de mannen onder de douche krijgen, is niet altijd gemakkelijk. Je ziet er niet uit, zeg ik dan. Bij de Zon kon Piet echt vreselijk mopperen: jij altijd met je schone kleren! Ja, hij deed ook wel lelijker. Dan liet ik hem eventjes begaan en zei alleen: ja hoor Piet en toch hou ik van je. Toen hij naar een andere locatie ging, werd het wel stil zonder hem.’ Nu Willy weer terug is, wordt ze regelmatig gevraagd als chauffeur en begeleider bij uitstapjes. ‘Leuk is dat. Pas nog heb ik het busje gereden voor een lang weekend naar Zeeland. Lekker zingen in de auto. Ik doe wel mee. Samen naar de midgetgolf. Een andere keer karten of naar de dierentuin. Als die mannen ’t maar naar hun zin hebben.’
23
SAMEN VOOR DE
24
Samen inspelen op wat de toekomst brengen zal? Pauline Wapenaar bloeit ervan op als ze kan zeggen: ‘Daar hebben wij met elkaar al over nagedacht.’ Als ze vanuit visie en een positieve kijk mensen bij elkaar kan brengen, is ze helemaal in haar element. Sinds 2017 vormen het CVD, DOCK en WMO Radar het samenwerkingsverband Sociaal Werk Rotterdam (SWR). Pauline werkte eraan mee om, als kersverse geïnteresseerde teamleider dit partnerschap op te zetten en een deel van de dienstverlening in Rotterdamse wijkteams vorm te geven. Vanaf 2018 mag SWR zich in de praktijk bewijzen. Pauline: ‘Het allerleukste vind ik dat we hierin echt de cliënt centraal kunnen stellen, in plaats van elkaar te moeten beconcurreren. Dat je je met alle ervaring bij elkaar afvraagt: wie van ons is het best in welk onderdeel, zodat een cliënt zo zelfstandig mogelijk verder komt.’
TROEPEN UIT Omdat Pauline van oorsprong maatschappelijk werker is, weet ze uit eigen ervaring dat je als uitvoerende soms obstakels kunt tegenkomen die op kaderniveau nog niet zijn opgemerkt. ‘Ik wil als teamleider goed kunnen opvangen wat er in het werk en in de wijk speelt en dat op de juiste plek bespreken. Soms kan ik, omgekeerd, verhelderen waarom bepaalde keuzes zijn gemaakt. Nee, dat voelt niet als een spagaat. Als optimist verwacht ik van elkaar te leren.’ Pauline is verder betrokken bij het schoolmaatschappelijk werk en het maken van afspraken rondom hulp aan kinderen en ouders in de wijk. ‘Ik onderzoek het liefst wat er al erg goed gaat in de ondersteuning en waar we samen naar toe willen. Voor mij is het ’t meest inspirerend om kansen en mogelijkheden van concrete situaties te bekijken. Zo kun je visie ontwikkelen. Meedenken over de toekomst, actief plannen maken voor de troepen uit en daarvoor kunnen staan, geeft me een goed gevoel.’
25
KWALITEIT LEVEREN ALSOF HET OM
26
‘Nee hoor, ik neem mijn werk niet mee naar huis’, verzekert de goedlachse Jimmy Esajas. ‘Maar het CVD voelt voor mij wel als familie. Je bent er voor elkaar.’ Dertig jaar, and still counting, is Jimmy in dienst. Ruim twintig jaar was hij de onafscheidelijke collega van Mussie. Sinds kort is John zijn nieuwe werk assistent. Jimmy heeft zijn dagelijkse uitvalsbasis in Noord. De voormalige CVD-klusruimte heeft vorig jaar een metamorfose ondergaan. Hier staan ordelijk de administratiebakjes met bonnen voor inkomende en geklaarde klussen. Daar hangen de sleutels. In het opslaggedeelte staan de basismeubels, eenvoudige huishoudpakketten en onmisbare klusmaterialen. Komt er een vraag binnen, dan weet werkmeester Jimmy direct waar hij de juiste spullen kan vinden.
De inrichting weerspiegelt Jimmy’s karakter: opgeruimd, betrouwbaar, spaarzaam en met oog voor huiselijkheid. Samen met z’n vorige collega plaatste hij zelf het keukenblok. Ze schilderden de muren. Hingen voor iets meer sfeer schilderijen op. ‘En herken je dit?’, wijst Jimmy tevreden, ‘het zijn oude tafels uit Havenzicht. Ze moesten worden weggegooid, maar hier zijn ze nog heel goed bruikbaar. En ze staan leuk.’ Elke dag is anders in Jimmy’s werk. ‘Ik wou dat ik het in me had gehad om een dagboek bij te houden, zoveel verhalen kom je tegen. Alles heeft ook een menselijke kant.’ Soms komt er een creatieve opdracht binnen om zelf iets in elkaar te zetten. ‘Kijk, dit is de bewegwijzering voor het hoofdkantoor die we pas gemaakt hebben. Om iets helemaal goed te doen, werken we soms nog wat langer door. En het is pas goed als ik het thuis ook zo zou willen hebben. Het leuke van dit werk is dat je blijft leren.
JE EIGEN HUIS GAAT Zelf initiatieven nemen is goed voor je ontwikkeling. En bovendien verzet je zo meer werk dan wanneer je maar gewoon een opdracht uitvoert.’
‘ Zelf initiatief nemen is goed voor je ontwikkeling.’
27
ALLES VOOR EEN
28
Vrijwel onzichtbaar voor de buitenwereld neemt Claudia Stekelenburg de woonbegeleiding op zich van alleenstaande moeders in de humanitaire opvang. Boven alles wil ze dat de kinderen van deze moeders kunnen opgroeien met een veilig-thuisgevoel. ‘Dat begint soms met de zekerheid dat hun moeder hier bij ze mag zijn.’ Kinderen hebben recht op hun moeder. Dat is Claudia’s drijfveer, elk moment dat ze zich inzet om praktische zaken voor moeders in moeilijke omstandigheden te organiseren. Geregeld treft ze vrouwen die uit een situatie van geweld komen. Voorheen vrouwen, inclusief slachtoffers van mensenhandel, die met hun kinderen illegaal in Nederland waren. ‘Gelukkig was daar binnen de gemeente ruimte voor. Voor deze vrouwen is eerst een verblijfsvergunning noodzakelijk. En ieder mens heeft een stabiele basis nodig. Ik kan een woning zoeken, een school waar de kinderen naar toe kunnen, contact leggen met een advocaat, bijzondere
VEILIG-THUISGEVOEL bijstand en verzekerde zorg organiseren ... ik bewandel alle wegen die mogelijk zijn.’ ‘Eigenlijk ben ik dit werk toevallig ingerold, in 2008’, bekent Claudia. ‘Een vriendin overtuigde me om asielzoekers te helpen inhuizen. Na die ontmoetingen wilde ik me verder verdiepen en kwam in deze wereld terecht. Ik wil concrete dingen kunnen doen. Als het nodig is, bluf ik eerst om iemand ergens mee verder te helpen. Maar ik weet waar ik voor sta en zoek vervolgens alles heel precies uit. Ook nieuwe regels, keer op keer.’ Als een kind (weer) kan zeggen: ‘Oh, ik mag lekker naar huis en mijn moeder komt ook thuis’, vindt Claudia haar werk geslaagd. ‘Kinderen krijgen te vaak volwassen problemen mee. Ik wil voor hen dat ze kind kunnen zijn. Maar soms lukt het niet om dat resultaat te bereiken. Dat
is moeilijk, ja. Voor mij is het belangrijk om te weten dat ik echt alles gedaan heb. Dan pas kan ik en moet ik loslaten.’
29
CENTRUM VOOR DIENSTVERLENING Het Centrum Voor Dienstverlening biedt al meer dan 45 jaar een breed, samenhangend pakket aan diensten op het gebied van Maatschappelijke Opvang, Maatschappelijke Dienstverlening en Vrijwilligerswerk. Wij bereiken daarmee jaarlijks ruim 15.000 Rotterdammers. We werken vanuit meer dan 20 locaties verspreid over heel Rotterdam.
30
Het CVD onderscheidt zich door laagdrempeligheid. Alle cliënten worden gezien en gehoord. De talenten van de cliënt en zijn volwaardige deelname aan de samenleving zijn ons uitgangspunt. We leveren individueel maatwerk. Essentieel daarbij zijn verbetering van het perspectief en de eigen regie van de cliënt. Het CVD weet de eigen kracht van Rotterdammers aan te spreken. Het CVD is besluitvaardig, praktisch ingesteld en heeft korte lijnen met zijn (samenwerkings) partners. Wij spelen in op maatschappelijke ontwikkelingen en blijven alert op de actualiteit. Dat is zichtbaar in het handelen van onze medewerkers.
COLOFON Dit boekje is een uitgave van het Centrum Voor Dienstverlening. Š 2018 Teksten De Loge Tekstontwerp Eindredactie CVD Communicatie & Voorlichting Yvonne Frank Remco Haneveld Sylvia Korpel Esther Prins Vormgeving Mangoa Ontwerp Fotografie Remco Haneveld Druk Tromp Drukkerij bv
31