23 januari 2014 37ste Jaargang • nr. 16
“ Zo goed trainen, dat je kunt doen wat je wil” Pagina 11
“Fuck you, hoeren! Hoeren!” Gamen op de LAN-party
Hoe kan een superzwaar zwart gat de kraamkamer van nieuwe sterren zijn?
Douwe Breimer recenseert boek van Rudi Westendorp. ‘Oud is niet out’
Pagina 3
Pagina 7
Pagina 9
Te mooi om niet na te vertellen Dat ze waar kunnen zijn, maakt moderne sagen zo aantrekkelijk
Zijn er echt katten opgeblazen door vuurwerkvandalen? En hoe zit het met jongeren die eerst zijn gedrogeerd en toen misbruikt? Peter Burger is specialist in broodjes aap. En wat blijkt: zowel journalisten als autoriteiten blijken ze te geloven. Om toegelaten te worden tot een Amerikaanse jeugdbende, rijden aspirant-leden in hun auto met gedoofde lichten rond. De eerste automobilist die met zijn koplampen knippert om hen daarop te wijzen, wordt vermoord. Na natuurrampen snijden plunderaars de gezwollen ringvingers van de doden af, om trouwringen te roven. Bij een vermoorde vrouw is een acht maanden oude baby uit haar buik gesneden. En in het buitenland is een toerist gedrogeerd en beroofd van een van zijn nieren. Het is slechts een greep uit de monsterlijke verhalen uit het proefschrift van Peter Burger, waarin hij de discussies rondom moderne Door Petra Meijer
misdaadsagen onderzoekt. ‘We kennen allemaal wel broodjeaapverhalen. Ze worden vaak op feestjes verteld of verspreiden zich via internet. Maar veel van die verhalen staan ook in de krant en beïnvloeden soms zelfs de politieke agenda.’ Volgens Burger is het dan ook beter om broodjeaapverhalen niet meteen als waar of als onwaar te zien, maar ze als onzeker te beschouwen. ‘Mijn onderzoek richt zich vooral op de discussies rondom deze urban legends. Daarbij zijn de sceptici, de debunkers, net zo interessant als de mensen die de verhalen geloven, de believers.’ In de jaren ’80 raakte Burger tijdens zijn studie Nederlands voor het eerst gefascineerd door broodjeaapverhalen. ‘Het oerboek der broodjeaapverhalen, geschreven door Ethel Portnoy, was voor mij een ware eye opener. Ik kende de verhalen uit het boek, ik kende er zelfs nog meer, maar had er nooit bij stilgestaan dat je daar onder-
zoek naar kon doen.’ Toen hij voor zijn scriptie de middeleeuwse literatuur indook, stuitte hij op een dierenencyclopedie uit de dertiende eeuw waarin de zeemeermin een plek inneemt naast de huiskat en beschrijvingen van draken op die van olifanten volgen. ‘Ik las toen ook een idioot verhaal waarin werd beweerd dat herten het beste horen als ze op hun kop op hun rechterhoorn zouden staan.’ Hij besloot het spoor terug te volgen, en ontdekte dat de persoon die het verhaal had opgetekend, het vertelde verkeerd had verstaan. ‘Herten konden het beste horen met opgerichte oren, in plaats van op de rechterhoorn.’ Als journalist vindt Burger het leuk om de herkomst van de verhalen te achterhalen, en op zijn website gestolengrootmoeder.nl onderzoekt hij ook of ze waar zijn. Voor wetenschappelijk onderzoek naar sagen is dit waarheidscriterium echter van ondergeschikt belang: in zijn proefschrift beschouw hij de
misdaadsagen als retorische constructies. Het boek is opgesplitst in twee delen. In het eerste deel onderzoekt Burger welke retorische middelen er door believers en debunkers worden ingezet om anderen van de (on)waarheid te overtuigen. Daarna bekijkt hij hoe de urban legends worden ingezet bij de constructie van sociale problemen. Dat doet hij aan de hand van twee casussen: ‘gedrogeerd en misbruikt’ en ‘de Smileybende’. ‘Die onderwerpen heb ik bewust gekozen. De Smileybende wordt gevormd door een groep allochtonen die hun vrouwelijke slachtoffers voor de keuze stelt: groepsverkrachting of een smiley - en dat verwijst dan niet naar een xtc-pil maar naar levenslange verminking. De mondhoeken van het meisje worden opengesneden, waarna ze een stomp in de maag krijgt en de wangen uitscheuren. Het is een typisch volksverhaal. Hoewel autoriteiten het verhaal niet ondersteunen, leidt het feit dat het verhaal waar zou kunnen zijn al tot veel onrust.’ > Verder lezen op pagina 6
Boete of uitsluiting De ophef over boetes late inschrijvers verbaast Rechten. Mogelijk is de regeling in strijd met de wet. Er is landelijk ophef ontstaan over de tarieven die de Leidse rechtenfaculteit bij late inschrijving voor tentamens hanteert. Aanleiding is een artikel in Sp!ts, waarin een studente zich beklaagt over het feit dat zij ruim tweehonderd euro boete moest betalen om nog deel te mogen nemen aan drie tentamens. Leidse studentenpartijen SGL en BeP noemden het bedrag ‘buitenproportioneel’ en PvdA-Kamerlid Mohammed Mohandis heeft Kamervragen gesteld. Volgens voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) Ruud Nauts is de regeling bovendien in strijd met de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek. Nauts: ‘Universiteiten mogen studenten niet verplichten om naast het collegegeld extra kosten te maken.’ Volgens woordvoerder van de onderwijsinspectie Hans van der Vlies ligt dat wat genuanceerder. ‘Het is nog niet duidelijk of de Leidse rechtenfaculteit de wet overtreedt. Het uitgangspunt van de wet is dat er naast collegegelden geen kosten verplicht mogen worden gesteld, maar daar zijn ongetwijfeld uitzonderingen op te bedenken die aantoonbaar in het belang van de student zijn. We zijn er nog over in beraad.’ Het faculteitsbestuur van de Leidse rechtenfaculteit is verbaasd over alle ophef. Volgens bestuurslid Pauline Schuyt is de regeling juist ingevoerd om studenten en docenten tegemoet te komen. ‘Vroeger werden studenten uitgesloten van deelname als ze te laat waren met inschrijven. Dat leverde vervelende situaties op. De faculteitsraad stelde voor een hoge boete in te voeren. Op die manier hoef je niemand weg te sturen, maar worden studenten wel ontmoedigd zich zo laat op te geven.’ De studente uit Sp!ts moest ruim tweehonderd euro betalen omdat zij in registratiesysteem uSis een laatste kruisje was vergeten aan te vinken. > Lees verder op pagina 4
Nieuwe wet Huur omhoog
Nieuwe online colleges
Brand in Quintushuis
Geen plagiaat Wel onzorgvuldig
Door een nieuwe Warmtewet, die sinds januari van kracht is, zijn studenten huisvesters mogelijk genoodzaakt om meer geld te vragen voor kamers.
De universiteit experimenteert verder met online onderwijs. Er zitten zes nieuwe moocs in de pijplijn. Studenten kunnen anti-valsspeelcertificaat halen.
‘De koelkast is verbrand, evenals mijn Xbox en tv. Mijn kamer is compleet onbewoonbaar. Op de andere kamers op mijn verdieping stinkt het naar rook.’
Criminoloog Patrick Van Calster plagieerde niet in zijn Leidse artikelen maar hij was soms wel onzorgvuldig. Ook had hij conflicten met collega’s.
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 5
Pagina 5
Bandirah Pagina 12
2 Mare · 23 januari 2014 Geen commentaar
Vuilniswagen
Colofon
Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272
Door Bart Braun Verleden jaar ontdekte de Vrije Universiteit Brussel dat de bij hun gepromoveerde criminoloog Patrick van Calster had geplagieerd in zijn proefschrift uit 2005. Van Calster was na een tussenstop in Leiden hoogleraar geworden in Groningen. De Rijksuniversiteit daar ontsloeg hem toen de fraude uitkwam, en ging samen met Leiden aan het spitten in het wetenschappelijke oevre van de hoogleraar. Bij fraude wordt een strenge quarantaine om iemands artikelen aangelegd, en gaat een speciale commissie uitzoeken hoe diep de rot precies zit. Wat bleek: Van Calster had soms wat slordig geciteerd, maar het plagiaat bleef beperkt tot zijn proefschrift. Dat was alles. Zijn ontslag blijft gehandhaafd, al was het maar omdat je nu eenmaal geen hoogleraar kunt worden zonder doctorstitel. Hoe nu verder? Dit is geen grootschalige fraude à la Bax of Stapel. In de onderzoeker bleek ondanks zijn valse start een verdienstelijk criminoloog te schuilen; zijn postdoctorale werk was immers goed genoeg om hem een hoogleraarstitel te bezorgen. Hij was ook een verdienstelijk docent; in Leiden werd hij ooit genomineerd voor de onderwijsprijs. Twee van zijn Leidse ex-collega’s herinneren zich hem als ‘oncollegiaal’ (Pagina 5), maar oncollegialiteit is helaas een eigenschap die wijd verspreid is aan universiteiten. De voormalig Leidse hoogleraar René Diekstra is na zijn plagiaatzaak ook weer aan de wetenschappelijke bak gekomen. Het zou, kortom, een tikje zonde zijn om Van Calster te veroordelen tot een carrière buiten de criminologie, enkel omdat hij tien jaar geleden een keer iets te gretig de CtrlV sneltoets hanteerde. Een student die ernstig plagieert wordt wel van zijn opleiding geschopt (en terecht) maar niet vervolgens uit het hele hoger onderwijs geweerd. Hoe zijn criminologische carrière er verder uit zal zien, is onduidelijk. Nog een keer hoogleraar worden zit er vermoedelijk niet in: er zijn genoeg werkloze criminologen zonder smet op hun blazoen. Als we echter iemand die zich zijn hele leven heeft gespecialiseerd in de criminologie op de vuilniswagen zetten, zou dat zonde zijn van het geld dat de samenleving in hem heeft geïnvesteerd. De eerste stap in het herstel is een proefschrift. Dit keer wel echt zelf geschreven, graag. Met de inmiddels opgedane kennis en ervaring zou het een eitje moeten zijn voor de voormalig hoogleraar. Maar waar? Nogmaals promoveren aan de VUB zal niet gaan. De Rijksuniversiteit Groningen, die hem ontsloeg, zal hij de tienduizenden euro’s die een promotie oplevert niet gunnen. Zou de Universiteit Leiden die rol niet op zich kunnen nemen? Onverbiddelijkheid en zero tolerance in het aangezicht van wetenschapsfraude is natuurlijk heel stoer, en je kan je er als universiteit mooi mee op de borst slaan. Vergevingsgezindheid en Realpolitik zijn echter ook belangrijke waarden. Je hoeft geen criminoloog te zijn om aan te voelen dat misdaad en straf zich wel enigszins tot elkaar horen te verhouden.
Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl
De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000
column
Hoofdredactie
Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie
Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Esha Metiary (stagiair) e.j.metiary@gmail.com Medewerkers
Emma Anbeek van der Meijden • Robbert van der Linde • Talitha Dehaene • Petra Meijer • Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving Marijke Hoogendoorn, richgirl-design.com • Marcel van den Berg Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Redactieraad
Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • Prof. dr. F. Israel (vicevoorzitter) • drs. B. Funnekotter • R. Donkersloot • G. Drijer • K. Innemee • D. Jacobs • mr. F.E. Jensma • S.K. Kerkhof • C. van Leeuwen • dr. S.J. van der Linde • prof. dr. N.J. Schrijver • dr. J.P. Vollaard • C. van der Woude Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare.leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
365 dagen ademen 2013 was een bewogen jaar voor Beautiful Existence. Van 1 januari tot en met 31 december at en dronk ze alleen wat bij Starbucks verkrijgbaar was. Ze raakte een paar kilo’s kwijt en ongeveer $7.000. Uiteraard onderging ze deze queeste niet als kluizenaar: B.E., of Beautiful voor vrienden, schreef er een blog over. De eerste dag van 2014 vierde ze met fish ’n chips. De media stonden kwijlend voor haar klaar: hoe was het en waarom deed je dit eigenlijk? Ze leek het zelf niet te weten. Op haar blog krijgt een van haar zwevende antwoorden een feministisch vleugje: ‘(W)here are the WOMEN challenging themselves in the world?’. Vrouwen hebben wel eens voor hetere vuren gestaan. Onze Starbucks serveert kleffe muffins en koude croissantjes als vast voedsel, maar Beautiful woont in Seattle en kon kiezen uit talloze gezonde broodjes, kokossapjes, salades, noten en gedroogd fruit. John Cisna, een leraar uit Iowa, beperkte zichzelf tot drie maanden McDonald’s – en viel ruwweg 20 kilo af. Details: hij vroeg zijn leerlingen menu’s samen te stellen van maximaal 2000 calorieën begon plotsklaps elke dag drie kwartier te wandelen. En een lokale bedrijfsleider was zo gecharmeerd door dit leerzame experiment dat hij de man gratis liet eten. Cisna sloot zijn lijdensweg af met de woorden: ‘We all have choices. It’s our choices that make us fat, not McDonald’s.’ Bedankt meneer Cisna, moeten we dit weten voor het tentamen? Zowel John als Beautiful hebben het concept ‘experiment’ belachelijk gemaakt. Wil je het effect van een bepaald middel of een bepaalde maatregel analyseren en jezelf als proefpersoon nemen, dan moet je de rest van je leven hetzelfde laten en open staan voor zowel een negatieve als positieve blik op datgene wat getest wordt. Zelfs de meest flutterige van de vrouwentijdschriften weten dit, waar elk jaar wel één redacteur een maand geen kleding mag kopen (erg!), ineens elke dag seks met haar geliefde heeft of zich alleen toelegt op rauw voedsel. Niet alles hoeft getest te worden in een wetenschappelijke omgeving om iets te leren over het effect van een beperking of toevoeging. Documentairemaker Morgan Spurlock liet in Super Size Me op leerzame en verma-
kelijke wijze zien wat drie keer per dag McDonalds met zijn lichaam deed. De eerste dag hing hij kotsend uit zijn auto. Na een paar weken schreeuwde zijn lichaam, een uur na een dubbeldekker van brood en vlees, om méér eten, en wel nu! Daar kunnen John en Beautiful wel een puntje aan zuigen. Maar vergeet niet wat de belangrijkste uitkomst van hun experiment was: aandacht. En soms: veel gratis dingen en niet meer werken. Het prachtige wezen uit Seattle wijdt 2014 aan het leren van tachtig recreatieve sporten, en wordt gesponsord door een sportmerk. Ongetwijfeld zullen velen roepen dat er zoveel mensen roepen een bepaalde tijdsduur iets wel of niet te doen, omdat we keuzestress hebben en willen onderzoeken wat het wegnemen of toevoegen van een bepaald iets in ons leven teweeg zal brengen. Wellicht. Ik denk dat het vooral een ode aan discipline is, een kans op veel Facebook-likes en in enkele gevallen oprechte nieuwsgierigheid. En soms een originele manier om aandacht te vragen voor iets belangrijks. Zoals Beyoncé en Jay Z die 22 dagen de wereld een beetje beter maakten door alleen veganistisch te eten. Wel jammer dat Beyoncé dacht dat bont ook veganistisch is. Hoe dan ook. Ik raad iedereen aan onschuldige experimenten aan te gaan met jezelf als proefpersoon. Wel streng zijn en volhouden, graag. Dus niet de onjuistheid van Kris Verbughs (arts, wetenschappelijk onderzoeker, flinterdunne Sonja Bakker 2.0) anti-brood-voedselzandloperdieet aantonen door een heel lekker stokbrood te eten. Of vier juist de sulligheid van een zoveeldaagse uitdaging door een week niet de letter a te gebruiken of een maand alleen blauwe dingen te eten. Leids alumnus Hans Klis ging ons voor door een maand elke dag een uur in z’n eentje te bowlen, waarvan hij verslag deed in Das Magazin. Zelf ga ik de uitdaging aan dit jaar elke dag te ademen. Hopelijk lukt dat ook dit jaar weer. Emma Anbeek van der Meijden is masterstudent taalbeheersing.n als Grote Vaderlandse Discussie.
23 januari 2014 · Mare 3 Mensen
071 -527 …
Academisch leven is geen vetpot
Banken benadelen laagopgeleide
Onderzoeker opent restaurant
Promovendus Chen: ‘Ik wil een internationale keten als McDonald’s.’ Foto: Taco van der Eb
Bo Chen onderzoekt de institutionalisering van de buitenlandse politiek van de Europese Unie. Zijn passie, politiek en politieke filosofie, betekent niet automatische rijkdom, en daarom besloot hij zijn eigen allinclusive restaurant te openen. door Esha Metiary. Als gevraagd wordt waar zijn passie vandaan komt, moet de onderzoeker glim-
lachen. ‘Ik kom oorspronkelijk uit China. Economisch gezien is het land welvarend, alleen op politiek niveau loopt het heel erg achter op de transformatie die de rest van de wereld gezien heeft.’ Zijn onderzoek is een voortvloeisel uit interesse voor die tegenstelling. ‘De EU is eigenlijk een hele nieuwe organisatie. Binnen een natiestaat, Nederland bijvoorbeeld, organiseren en gedragen mensen zich anders dan dat ze doen in de overkoepe-
lende EU. Het is dan interessant om te kijken naar het buitenlandse beleid’, legt Chen uit. Om zijn academische carrière te ondersteunen, zocht Chen een manier om financieel wat sterker in zijn schoenen te komen te staan. ‘Het horecawezen heeft het in Nederland altijd al goed gedaan, kijk maar naar de variatie aan restaurants die hier te vinden is. Een restaurant openen was dus een logische keuze.’ Het restaurant Aroma wordt ge-
rund door Chen en zijn vrouw, waarvan de laatste al ervaring heeft met het managen van een horecabedrijf. Naast de slogan die op de voorgevel geplakt is (Happy, Healthy, Your Kitchen), heeft het restaurant een onderliggende filosofie die Chen zelf de ‘drie M’s’ noemt: memory, management en mission. Chen: ‘Zelf kwam ik in 2008 in Leiden, en ik ben van plan om na het afronden van mijn onderzoek weer naar China te gaan. Ik heb veel goede herinneringen aan deze plek, maar ik zou graag iets fysieks achterlaten wat tegelijkertijd andere mensen ook een mooie herinnering kan geven. Een restaurant leent zich daar perfect voor.’ Chen ziet geen probleem in het combineren van het runnen van een restaurant en het PhD onderzoek. ‘Daar komt de tweede M in beeld: management. Het is belangrijk dat je iedereen laat doen wat ze leuk vinden en waar ze goed in zijn. Natuurlijk ben ik manager, maar dat betekent niet dat ik me overal mee moet bemoeien. Delegeren is de sleutel’, legt hij uit. De derde M, mission, is tweeledig. Natuurlijk hoopt Chen een solide financiële basis te creëren, maar hij legt ook uit dat Nederland het perfecte klimaat heeft voor een variatie in restaurants. ‘Natuurlijk zijn we nu nog niet zo bekend, maar ik hoop over een aantal jaar Aroma uit te breiden tot een internationale keten zoals McDonald’s.’ Na het voltooien van zijn proefschrift wil Chen terug naar China om zich daar meer te richten op de politiek. Maar hoe dan verder? ‘Ach, ik ben niet bang om het achter te laten. Ik draag het restaurant gewoon over aan een andere manager.’
Frutti di Mare
Steun betuigen aan gamende nerds ‘Er is geen sprake van strategie, ze knallen op alles wat beweegt. Volgens mij weten ze niet eens wie er in hun eigen team zit’, zegt Viktor Haaksman (Life Science & Technology). In de borrelruimte van studentenzeilvereniging De Blauwe Schuit zit een vijftiental studenten met een grote koptelefoon op het hoofd onafgebroken naar computerschermen te staren. Ze spelen het spel Counterstrike, en al snel blijkt dat Haaksman gelijk heeft. ‘Godver, wie is speler nummer zeven? Ben jij dat? Kut-Bart!’ En even later: ‘Fuck you, hoeren! Hoeren!’ Op de jaarlijkse LAN-party van De Blauwe Schuit zijn opvallend veel mannen afgekomen. Gaelle Vermeij (22, psychologie) is ’s ochtends het enige meisje dat zich tussen de gamers waagt. ‘Eenmaal per jaar is het wel leuk om je steun te betuigen aan de nerds. Dan mogen ze zich even helemaal uitleven. Daarna gaan we weer zeilen’, aldus het bestuurslid. Er zijn overigens meer meiden aanwezig, maar zij lopen rond in grote overalls, dragen mondkapjes en houden zich bezig met onderhoud van de kajuitboot. Af en toe komen de dames naar boven om op te warmen, want in de loods is het koud. Dan verbazen ze zich over de geluiden die de gaming-jungle voortbrengt - ‘Aaaahh, niet in mijn rug! Gast, ik was er bijna. Ah neeee! Run Forrest, Run!’ – of ze manen de jongens wat te eten. ‘Viktor, neem een hapje van je soep. Inmiddels is het koud.’ Zelfs de kroketten en loempia’s worden alleen Door Petra Meijer.
gegeten als ze zich binnen handbereik bevinden. ‘Het is zo grappig om er van een afstandje naar te kijken en te horen wat ze allemaal schreeuwen,’ zegt Lisette Hemelaar (20, biologie). ‘We vroegen ons net al af wat er zou gebeuren als we de stekker van het netwerk er uit zouden trekken. Dan moeten we wel eerst even een camera opstellen om de reactie te filmen.’ Moeten de zeilers geen zeilgames spelen? ‘Ze bestaan wel, maar zijn behoorlijk suf’, zegt Haaksman. Eric van den Bandt is wel bezig met het monteren van zeilfilmpjes. ‘Ik heb een Mac, dus ik kan meestal niet meedoen.’ Volgens Rins de Zwart (22, psychologie) is het van grote meerwaarde om samen in een ruimte te gamen. ‘We kunnen natuurlijk ook allemaal thuis zitten en inloggen, maar op deze manier is er veel meer interactie.’ Twaalf uur later zitten de studenten nog steeds te gamen. Ze hebben tien minuten pauze genomen om pizza te eten, hoewel het gamen nog geen moment helemaal is gestopt. Inmiddels is Gaelle Vermeij niet meer de enige vrouwelijke gamer. Fleur Leijs (21, Economie, Bestuur en Management) speelt Age of Empires en Lisette Hemelaar waagt zich aan een schietspel. Een groot succes is het niet. ‘Lisette, je moet schieten!’ ‘Dat doe ik toch?’ ‘Nee, je moet blijven schieten.’ ‘Dat doe ik!’ ‘Nee, maar raak!’ De verbazing is dan ook groot als ze later iedereen afmaakt. ‘Mooie shit, Lisette’, klinkt het verbaasd. Maar als de
spelers eindelijk van hun scherm opkijken heeft Lisette plaatsgemaakt voor Niek van der Kooy (20, wiskunde). ‘Niek is echt zo’n vijand die gaat liggen’, zegt Johan van Veen (24, geschiedenis). Van der Kooy: ‘Ik lig niet, ik ben aan het crouchen.’ Voor de eerste keer die dag is het een
paar minuten stil en even lijkt het eindeloze gamen iedereen toch te hebben uitgeput. Dan barsten het geschiet en het geschreeuw weer los. Felix Jansen (21, economie): ‘Als we nu allemaal full yolo gaan, dan kunnen we ze misschien verslaan. Nu, nu! Pak hem, pak hem! Full yoloooo!’
Laagopgeleide slachtoffers van phishing of skimming kunnen veel vaker fluiten naar hun geld dan hoogopgeleide gedupeerden. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Leiden en de Vrije Universiteit dat onlangs is verschenen in het Tijdschrift voor Criminologie. Universitair hoofddocent criminologie, Johan van Wilsem, wat hebben jullie onderzocht?
‘Het gaat om mensen bij wie zonder toestemming geld van hun rekening is afgeschreven. We onderzochten welke stappen zij vervolgens namen om hun geld terug te krijgen. ‘We hebben een enquête gestuurd naar ruim 5000 respondenten. Van hen waren er 180 die door phishing, skimming of identiteitsdiefstal financiële schade hebben geleden. Van deze slachtoffers weten we ook of zij contact hebben opgenomen met hun bank en de politie.’ Wat bleek vervolgens?
‘Hoger opgeleide slachtoffers waren een stuk succesvoller in het terugkrijgen van hun geld. We hebben in eerste instantie naar zeven opleidingsniveau’s gekeken. Van alleen een basisschoolopleiding tot universitair niveau. Maar vervolgens bleek dat er een duidelijke tweedeling is te maken. ‘Slachtoffers die maximaal een vmboopleiding hebben, krijgen in dertig procent van de gevallen hun geld niet terug. De hoger opgeleide groep slaagt er een stuk vaker in om financiële restitutie te krijgen. Die kreeg slechts in tien procent van de gevallen hun geld niet terug.’ Hoe komt dat?
‘Dat hebben we nog niet onderzocht. We hebben over het waarom van het uitblijven van een vergoeding niet door kunnen vragen. Ik kan wel speculeren. Laag- en hoogopgeleide slachtoffers bellen even vaak de politie en hun bank als ze erachter komen dat ze bestolen zijn. Maar in de communicatie tussen bank en de laagopgeleide lijkt het vervolgens vaker mis te gaan.’ Zijn er nog andere problemen waar laagopgeleiden tegen aan lopen?
‘Ze zijn mogelijk minder goed in hun recht halen. Het kan zijn dat het voor hen moeilijker is om onder woorden te brengen wat hen is overkomen. Het zijn vaak complexe problemen die helder en gestructureerd uitgelegd moeten worden, wil je goede hulp van de bank krijgen. ‘Het zou trouwens geen slecht idee zijn als er een instantie komt waar je terecht kunt met vragen over dit soort lastige problematiek.’ De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) heeft gereageerd op jullie onderzoek. Zij ontkennen uiteraard dat medewerkers onderscheid maken in opleidingsniveau.
Foto: Taco van der Eb
‘Het zou natuurlijk vreemd zijn als ze zeggen dat ze dat onderscheid wel maken. Maar de woordvoerder van de NVB merkte wel op dat slachtoffers die hun geld niet terug krijgen een klacht in kunnen dienen of zelfs naar de rechter kunnen stappen. Ik heb het idee dat juist iemand die laagopgeleid is, minder goed weet waar hij zijn recht moet halen. Dus ook hier heb je waarschijnlijk een tweedeling. ‘Wat ik verder opvallend vind, is dat de NVB ook liet weten dat banken wellicht een bestolen oud vrouwtje eerder haar geld terug geven dan “een jonge student van wie je mag verwachten dat hij weet hoe je internet bankiert.” Uit ons onderzoek blijkt juist dat leeftijd geen bepalende rol speelt en dat juist hoger opgeleiden –en dus ook studenten– makkelijker hun schade vergoed krijgen.’ VB
4
Mare · 23 januari 2014
Nieuws
Kamerbemiddeling Leidse kamerbemiddelingsbureaus moeten een vergunning aanvragen bij de gemeente. Dat heeft het college van burgemeester en wethouders besloten. De verordening op de woning- en kamerbemiddelingsbureaus moet een einde maken aan de hoge kosten die de bemiddelingsbureaus rekenen onder de vage noemer van contractkosten, inschrijfkosten, bemiddelingskosten en sleutelgeld. De bemiddelingsbureaus krijgen de vergunning enkel als ze aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. Het voorstel is afkomstig van ChristenUnie Leiden. Zij presenteerden vorig jaar een ‘zwartboek huurleed’ aan de wethouder van Ruimtelijke Ordening Pieter van Woensel, en stelden dat schimmige kantoortjes bij invoering van een vergunningensysteem vanzelf zouden verdwijnen.
onderwijsprijs Het Leids Universitair Studentenplatform heeft dit jaar uit dertig voordrachten drie kandidaten voor de Leidse Onderwijsprijs geselecteerd. Jop Groeneweg (cognitieve psychologie), Beerend Hierck (anatomie en embryologie) en Karène Sanchez (Franse taal & cultuur) maken dit jaar kans op de prijs, die wordt uitgereikt tijdens de dies natalis. De jury motiveerde hun keuze door te vermelden dat de genomineerden uitblinken in enthousiasme waarmee ze doceren, ze hun studenten weten te motiveren en dat ze hun stof begrijpelijk weten te brengen. De uiteindelijke winnaar van de onderwijsprijs mag een geldbedrag van vijfduizend euro, te besteden aan onderwijs, in ontvangst nemen.
Lagere koopkracht Studenten gaan er het komende jaar financieel op achteruit. Dat blijkt uit onderzoek van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). De stichting berekende voor honderd verschillende voorbeeldhuishoudens hoe hun koopkracht zich – op basis van de voor 2014 gepresenteerde plannen – ontwikkelt. Studenten met een basisbeurs en een bijbaan waarmee ze jaarlijks vijfduizend euro verdienen gaan er gemiddeld vijf euro per maand op achteruit. Dat is opvallend, want van de meeste werkenden en bijstandsgerechtigden stijgt de koopkracht. De vooruitzichten voor ouderen, huishoudens met een kostwinner, en werkenden met hogere inkomens zijn minder gunstig.
Huur omhoog door nieuwe wet Beschermregeling huurders heeft ongewenste gevolgen Studentenhuisvesters zijn mogelijk genoodzaakt om de huur van studentenkamers te verhogen. Daarvoor waarschuwt directeur van brancheorganisatie voor studentenhuisvesters Kences, Vincent Buitenhuis. Door PetrA MeiJer. Oorzaak van de mogelijke huurverhoging is de nieuwe Warmtewet die sinds 1 januari 2014 van kracht is. ‘De Warmtewet werd eigenlijk ingevoerd om huurders te beschermen’, zegt Buitenhuis. ‘Afnemers van blok- of stadsverwarming
kunnen namelijk niet zomaar overstappen naar een andere leverancier, ook niet als de energieleverancier de prijzen ineens verhoogd.’ Maar volgens Buitenhuis heeft de wet niet de gewenste gevolgen. ‘Het probleem is dat gebouw gebonden verwarmingsinstallaties ook onder de wet vallen. Daarmee worden veel studentenhuisvesters ineens gezien als warmteleverancier, terwijl ze de energie eigenlijk alleen maar doorleveren.’ Volgens Buitenhuis heeft dat een aantal vervelende gevolgen. Zo moeten studentenhuisvesters een
ingewikkelde administratie bij gaan houden omdat ze met elke huurder een apart leveringscontract moeten afsluiten, en moeten er meters worden bijgeplaatst. Daarnaast zullen ze de huurders in geval van storing financieel moeten compenseren. ‘Dat geldt ook als de storing bij de eigenlijke leverancier ligt. Als die extra kosten en financiële risico’s worden doorberekend, zullen de huurprijzen stijgen. We streven er natuurlijk naar om deze zo laag mogelijk te houden, daarom trekken we nu aan de bel. Deze wet schiet zijn doel voorbij.’
De nieuwe wet bepaalt ook de maximumtarieven die de leveranciers mogen hanteren. Hierin schuilt volgens Buitenhuis nog een gevaar. ‘Als leveranciers de maximumtarieven mogen hanteren, dan is de kans natuurlijk groot dat ze dat ook zullen gaan doen. Zeker als ze worden geconfronteerd met extra kosten.’ In hoeverre de Warmtewet studentenhuisvester DUWO in Leiden beïnvloedt is nog niet bekend. Volgens Buitenhuis hebben veel studentenhuisvesters een onderzoek ingesteld.’
‘Social media zijn de tentakels’ Weggestopt in een van de hallen van het Matthias de Vrieshof staat een tafel met zes stoelen er omheen. Elke maand neemt het Interfacultaire Social Media Team op een andere plek plaats om studenten en werknemers te adviseren over het gebruik van social media, en deze maand zijn ze hier. Alleen bestaat het team nu even uit één persoon en heeft het evenveel belangstellenden. ‘Sorry hoor! De rest van het team komt er zo aan’, verontschuldigt Roelant Jonker, webmaster bij archeologie, zich. Behalve wat toevallige voorbijgangers, is er niemand te zien, en het duurt ook nog even voordat de rest van het team compleet is. Eenmaal binnengedruppeld pakken ze allemaal hun elektronica erbij om hun eigen social media te controleren. Voor veel studenten zijn de sociale media gesneden koek. Toch komen er regelmatig studenten langs die hulp zoeken bij het aan de man brengen van een onderzoek. Zo leerden pedagogiekstudenten hoe zij op Twitter en Facebook hun doelgroep konden vinden, vertelt Annegien Lucas, marketingadviseur voor masteropleidingen. Ben je geïnteresseerd in lagere scholen in Drenthe en je hebt er al één gevonden op Twitter, dan kun je kijken of deze school aangesloten is bij een lijst met meer Drentse basisscholen. Lucas: ‘Social media zijn echt de tentakels.’ Gemiddeld komen er zo’n vijf tot tien mensen langs, vertelt Mike Spaans, webredacteur voor Geesteswetenschappen. Op de eerste bijeenkomst kwam er professor emeritus langs die wilde weten wat het nut van social media was en of hij er ook aan moest beginnen. ‘Aan het eind van het gesprek begreep hij hoe social media bruikbaar waren voor onderzoekers, maar ik weet niet of hij zelf ook aan het twitteren geslagen is.’ Let’s get social, 6 februari 15.00u tot 17.00u – Pieter de la Courtgebouw
8 februari 2014 Domplein Utrecht
nWo-beurzen De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft aan twee Leidse wetenschappers financiering toegekend vanuit de Vrije competitie geesteswetenschappen. Raymond Fagel (geschiedenis) en Peter Akkermans (archeologie) mogen voor hun onderzoeken een beurs in ontvangst nemen die tussen de 500.000 en 700.000 euro ligt. Eline Slagboom (LUMC) heeft als medeaanvrager ook een beurs toegekend gekregen. Dit onderzoek kent echter het zwaartepunt aan de Radboud Universiteit en daar zal de financiering dan ook naar toe gaan. In totaal zijn er zes beurzen toegekend.
samenwerking Haifa-Leiden Het LUMC en de Wiskunde en Natuurwetenschappenfaculteit gaan nauwer samenwerken met de Israëlische Technion Universiteit. Op het gebied van medische beeldvormingstechnologie werken Leiden en de universiteit in Haifa al langer samen, maar de samenwerking zal zich nu uitbreiden naar het gebied van moleculaire genetica en stamcelonderzoek. Voor dit doel zullen onderzoekers uit Leiden en Haifa aan uitwisselingsprojecten kunnen deelnemen. Bovendien wordt het nu voor enkele studenten mogelijk hun wetenschapsstage in Israël uit te voeren, terwijl het LUMC op hun beurt Israëlische studenten ontvangt.
> Vervolg van de voorpagina Schuyt: ‘Ik geef onmiddellijk toe dat uSis een omslachtig systeem is, maar als student van een moderne generatie moet je in staat zijn om je aan te melden. De online winkelwagentjes zijn niet anders dan die van bol.com.’ Nauts begrijpt niet waarom de faculteit de studenten niet automatisch voor de tentamens inschrijft. Ook Mohandis stelt een dergelijke regeling voor. Volgens Schuyt is dat onhaalbaar. ‘Wij zijn een zeer grote opleiding waarbij het aantal aanmeldingen voor een vak en het aantal aanmeldingen voor het tentamen sterk uiteenlopen. Een extreem voorbeeld is een werkgroep waar dertien studenten zich voor inschreven, terwijl er honderddertig mensen deelnamen aan het tentamen. Sommige bachelorvakken worden door negenhonderd studenten gevolgd. Als tien procent zich op het laatste moment aanmeldt, is dat geen kwestie van een tafeltje bijschuiven. De 75 euro die late inschrijvers betalen zijn daarom niet enkel bedoeld om de kosten te dekken, we willen ook een drempel tegen laat inschrijven opwerpen.’ Schuyt weet niet zeker of de regeling rechtsgeldig is, maar noemt deze wel effectief. ‘Sinds september zijn er bij onze rechtenfaculteit ruim zevenduizend tentamens gemaakt. Slechts 0,5 procent van de studenten moest een boete betalen. Volgens Schuyt worden de studenten bovendien niet verplicht om het late inschrijfgeld te betalen. ‘Je kunt je ook gewoon op tijd aanmelden. Daarvoor hebben studenten ruim een maand de tijd. En anders kun je er nog voor kiezen om het tentamen in de herkansing te maken.’ Ondertussen buigen de diverse partijen zich over de rechtsgeldigheid van de regeling. Schuyt benadrukt dat de rechtenfaculteit de regeling af zal schaffen als deze in strijd met de wet blijkt te zijn. ‘Maar dan komt de oude regeling terug, en worden studenten uitgesloten van het tentamen als ze te laat zijn. Ik weet niet of ze daarmee beter af zijn.’
Wat is de toekomst van het kapitalisme? Hoe nu verder met Syrië?
Schrijf je nú in via www.astruggleforpeace.nl Een congres met oa Lilianne Ploumen, Mouaz al-Khatib, Jan Pronk, Ruud Lubbers, Saskia Sassen en Maarten van Rossem. Mede mogelijk door: vfonds, Democratie & Media, Universiteitsfonds, Van den Berch van Heemstede Stichting, Universiteit Utrecht, Hogeschool Utrecht, kfHeinfonds.
23 januari 2014 · Mare 5 Nieuws
Criminoloog onzorgvuldig in Leiden Maar Van Calster pleegde geen plagiaat De Belgische criminoloog Patrick Van Calster, die van 2007 tot 2012 universitair hoofddocent was bij de faculteit Rechten, pleegde geen plagiaat in zijn Leidse artikelen. Wel is hij onzorgvuldig geweest met het gebruik van een bron en had hij conflicten met twee Leidse collega’s. Dat blijkt uit het onderzoek van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit van de universiteit. De Leidse commis-
Door Vincent Bongers.
sie onderzocht veertig publicaties van Van Calster. Het geanonimiseerde rapport verscheen dinsdag. De Vrije Universiteit Brussel nam Van Calster vorig jaar zijn doctorstitel af nadat er plagiaat was geconstateerd in zijn proefschrift uit 2005. Zowel Leiden als de Rijksuniversiteit Groningen, waar Van Calster sinds 2010 hoogleraar was, besloten vervolgens de publicaties van de criminoloog te onderzoeken. Beide universiteiten constateerden dat hij geen plagiaat heeft gepleegd. Wel ontsloeg Groningen Van Calster omdat hij niet meer voldeed
aan de benoemingseisen voor het hoogleraarschap. Uit het Leidse onderzoek blijkt dat in zes publicaties één steeds dezelfde passage uit het proefschrift is hergebruikt. Deze passage is oorspronkelijk toe te schrijven aan een boek van een andere auteur dan Van Calster. Deze passage betreft de beschrijving van het werk van een onderzoeker waarin een theorie bijna letterlijk is overgenomen door Van Calster. De criminoloog schrijft wel dat hij de betreffende theorie niet zelf heeft ontwikkeld en verwijst naar de wetenschapper die dat wel deed. Maar
hij laat na te vermelden dat hij de verwoording van de auteurs van het boek heeft gebruikt. Dat had hij wel moeten doen. De commissie noemt dit ‘onzorgvuldig.’ Van Calster hergebruikte ‘omvangrijke passages’ uit zijn proefschrift in zijn artikelen. Hier zitten echter geen ‘als plagiaat gekenmerkte passages’ bij. De commissie sprak ook met zeven collega’s van Van Calster. Uit die gesprekken komt in het algemeen naar voren dat de criminoloog hard werkte, sterk gemotiveerd was en dat studenten hem waardeerden.
Maar conflicten waren er ook. Een collega vond dat Van Calster zich ‘autoritair gedroeg’ en ‘kleinerende opmerkingen’ maakte, toen ze samen een artikel schreven. Een andere collega wilde na een conflict niet langer samenwerken met Van Calster. De collega miste ‘verwachte collegialiteit’ en voelde zich ‘onvoldoende gesteund.’ De commissie is echter niet van mening dat Van Calster zich dermate intimiderend heeft gedragen of personen zodanig onder druk heeft gezet dat hij zich verwijtbaar heeft gedragen.
Vleermuisvriendelijke Emancipatie af? straatverlichting ‘Aanslagen, je familie verliezen en in een rolstoel belanden, dat is de derde feministische golf ’, aldus rechtenpromovendus Machteld Zee. Intussen betoogden collegapromovendi Diederik Boomsma en Jonathan Price in NRC Handelsblad afgelopen weekend: ‘De emancipatie is af.’
Het kan goed zijn dat u binnenkort in Leiden oranjerode straatlantaarns ziet. De gemeente wil ‘waar mogelijk’ deze vleermuisvriendelijke leds inzetten. Biologiestudent Tim Rietbergen, jij bent vleermuisfanaat? ‘Ik ben al heel lang geïnteresseerd in vleermuizen. Dat begon met onderzoek naar fossielen, maar sinds twee jaar ben ik ook met levende exemplaren aan de slag. Daar ben ik zo’n twee nachten per week mee bezig: ik vang ze, verzamel informatie over ze en ik adviseer bedrijven over vleermuizen.’
Wat voor advies voor wat voor bedrijven? Zijn er professionele vleermuisfokkers in Leiden? ‘Van de Flora- en Faunawet mag je beschermde diersoorten niet zomaar verstoren. Als een bedrijf wil verbouwen of bomen wil kappen, kijk ik namens de Zoogdiervereniging of daar vleermuizen wonen. Verlichting is de afgelopen jaren ook een steeds belangrijker punt, met name in steden.’ Vandaar die amberlampen? ‘Dat licht stoort de vleermuizen het minst. Je wil verlichting waarbij mensen nog goed kunnen zien, maar die niet irritant is voor vleermuizen. De Zoogdiervereniging heeft daar onderzoek naar gedaan, en deze lampen maken echt een groot verschil.’ Maar hoezo hebben vleermuizen last van licht? Licht trekt motjes aan, dus dan kunnen ze gemakkelijk eten, toch? ‘Er zijn inderdaad soorten die dat doen. Andere soorten kunnen er niet goed tegen. Hun ogen zijn veel gevoeliger voor licht dan die van mensen; voor hen kan het licht zelfs pijnlijk zijn. Net als mensen kunnen ze gedesoriënteerd raken als ze vanuit fel licht het donker in gaan, en dan
De rosse vleermuis (Nyctalus noctula) is een van de vleermuissoorten die in Leiden voorkomt. zijn ze een makkelijker prooi voor roofdieren als katten of uilen. Zeker als het licht bij een verblijfplaats of op een vliegroute staat, kan het erg verstorend werken.’ Dus die lampen zijn goed nieuws? ‘Zeker.’ Welke vleermuizen zitten er eigenlijk in Leiden? ‘Vooral de gewone dwergvleermuis, de ruige dwergvleermuis, de rosse vleermuis, watervleermuis en de laatvlieger.’ Hoe houd je die als leek uit elkaar? ‘Dat is heel lastig. Wij hebben er een apparaatje voor, een batdetector waarmee we soorten kunnen herken-
nen aan de hand van hun ultrasone geluiden. Als je getraind bent, kun je het ook zien aan hoe ze vliegen: de rosse vleermuis vliegt hoger en in een rechte lijn, terwijl de gewone dwergvleermuis meer beweegt als een botsautootje. Die soort is overigens wel ongeveer 95% van wat je in Leiden ziet vliegen aan vleermuizen.’ Wat kan je zelf doen als je vleermuizen wilt helpen? ‘Je kan mensen ervan bewust maken dat ze niet eng zijn en maar zelden hondsdolheid overbrengen op mensen. Vleermuiskasten kunnen nestplaats opleveren. Het belangrijkste: niet je spouwmuren vullen, ’s winters. Daar kun je echt een complete kolonie mee opsluiten.’ BB
Fikse brand in Quintushuis In de nacht van maandag op dinsdag is een Quintushuis aan de Hooigracht ontruimd na het ontstaan van een kamerbrand op de bovenste verdieping. De bewoner van de kamer, Jasper Collette (20, geschiedenis), was op het moment van de brand niet thuis. Zijn huisgenoten zagen de rookontwikkeling en hebben vervolgens de brand-
weer gebeld en het huis ontruimd. Volgens de elektricien is de brand ontstaan door kortsluiting in de koelkast. ‘De koelkast is helemaal verbrand, evenals mijn Xbox en tv. Mijn kamer is compleet onbewoonbaar’, vertelt Collette. ‘Het is jammer van de schade, maar gelukkig dekt mijn verzekering alles. Op de andere kamers op mijn verdieping stinkt het naar rook, maar het is niks wat een
stomerij niet kan verhelpen.’ Toen de brandweer arriveerde, was het huis al ontruimd en zijn er geen slachtoffers gevallen. Alle deuren op de bovenste verdieping zijn door de brandweer ingetrapt en de gehele bovenverdieping is tijdelijk ongeschikt voor bewoning verklaard. Collette: ‘Ik slaap nu even bij een andere huisgenoot, totdat de verdieping weer op orde is.’ EM
Alle drie leverden een opmerkelijke bijdrage aan de emancipatiediscussie in de kranten afgelopen week. Price verduidelijkt zijn standpunt: ‘Als je kijkt naar de situatie in 1955 en een plan maakt met tien punten die je zou willen veranderen, dan kun je er inmiddels zeker negen afvinken. Als een vrouw echt wil, en bereid is een en ander op te offeren, kan ze gerust CEO worden. Geen man die haar in de weg staat.’ Zee vond het ‘een aardig stuk’. ‘Wij kunnen er inderdaad voor kiezen om professor te worden. Misschien hebben mannen soms een streepje voor, maar vrouwen óók, omdat aan al die diversiteitsnormen voldaan moet worden. Op mijn afdeling werken vooral oude blanke mannen, die mij alleen maar stimuleren. Slechts één vervelende collega maakt soms flauwe grapjes,
maar als dat alles is wat overblijft na ruim honderd jaar emancipatie…’ Toch schreef zij op haar beurt in de Volkskrant van afgelopen woensdag ook een vlammend betoog, vóór een derde feministische golf. ‘De situatie geldt namelijk níet voor veel migrantenvrouwen’, zegt ze. Noemde Price de tweede feministische golf ‘misschien wel de succesvolste ideologie en sociale revolutie uit de wereldgeschiedenis’; de derde verloopt volgens Zee minder vreedzaam. ‘Shirin Musa, van Femmes for Freedom, zegt: “Wij moslimvrouwen moeten bloeden”. Als je je wil opwerpen als feminist, gebruik de tijd en ruimte dan niet voor randverschijnselen als een Bart Smit-gids met al te traditionele rolpatronen of ladies nights in de bioscoop, terwijl religie elders vrij spel heeft.’ Zee wil de westerse wereld oproepen om een internationale vibe af te geven. ‘Zodat al die vrouwen weten dat ze gehoord worden.’ Price verwachtte van zijn eigen stuk juist ‘dat het snel uit de ether zou verdwijnen’. Dat was niet bepaald het geval: ‘De meest verrassende reactie was nog wel een lunchuitnodiging van de vice-rectormagnificus en de diversity officer. Ik ben benieuwd.’ MVW
Nieuwe online colleges Het Centre for Innovation van de Universiteit Leiden, dat zich onder meer bezig houdt met onderwijsvernieuwing, experimenteert verder met online onderwijs. De mooc (Massive Open Online Course) over contraterrorisme van Prof. Edwin Bakker, die vorig jaar 26.000 digitale studenten trok, ging deze maand opnieuw van start. Dinsdag was er een meet-up, waarbij belangstellenden Bakker en hun medestudenten in levende lijve konden ontmoeten. Nieuw is de mogelijkheid een Signature track te volgen: voor $ 49,kunnen deelnemers bij het moocplatform Coursera een verified certificate behalen, dat benadrukt dat zij zonder valsspelen de online cursus hebben afgerond. Coursera controleert dat met webcams en analyse van het typegedrag. Van de 14.000 studenten die zich hebben aangemeld, willen er 500 zo’n papiertje. Van die laatste groep krijgen 69 deelnemers deze kans betaald uit een speciaal potje van Coursera voor armlastige studenten. ‘Daar zitten bijvoorbeeld mensen bij die in Syrië in een vluchtelingenkamp zitten’, aldus online onderwijsexpert Marja Verstelle van het Centre for Innovation. Er zitten nog zes andere moocs in de pijplijn: in 2014 kunnen stu-
denten van over de hele wereld aanschuiven bij lessen Linguistiek, Area studies, Kinderrecht, Global Metals Challenge en Wetenschap en integriteit. Samen met de Universiteit van Genève werkt Leiden aan een gespecialiseerde set van moocs: een drietrapsraket van op elkaar aansluitende vakken, afgerond met een essay. De set heet Challenges in Global Affairs; Leiden wordt vertegenwoordigd door politicologe Madeleine Hosli en de historici Andre Gerrits en Richard Griffiths. ‘Het is de eerste Europese set van moocs van dit type’, vertelt directeur Gideon Shimshon van het Centre for Innovation. ‘Dit gaat in de richting van een wat zwaarder vak. Als we kunnen verifiëren dat jij, en jij alleen, het hebt gehaald, kun je gaan kijken hoeveel studiepunten het waard is.’ Het borgen van die diplomering zit nog wel in de testfase, benadrukt Shimshon. Behalve de moocs staat er ook een zogeheten ‘spoc’ op het programma; een Small Private Online Course. Islamoloog Maurits Berger geeft vanaf begin februari een vak Sharia in the West; met 25 reguliere Leidse studenten en 25 online deelnemers die geen ECTS maar wel een certificaat kunnen behalen. Die moeten wel uit het Westen komen, want ze moeten zelf onderzoek doen. BB
6 Mare · 23 januari 2014 Achtergrond
‘Ik trap er soms ook nog in’ > Vervolg van de voorpagina ‘Bij verhalen waarbij slachtoffers gedrogeerd worden met het doel ze te misbruiken, is het omgekeerde het geval. Officiële instanties waarschuwen voor drugs in je drankje, terwijl jongeren op internetfora sceptisch reageren. Ik ontdekte dat de verhalen over partydrugs overeenkomsten vertoonden met verhalen van honderd jaar geleden over onschuldige meisjes die werden gedrogeerd en verhandeld als blanke slavin.’ Volgens Burger werd ‘drugs in je drankje’ als sociaal probleem op de kaart gezet doordat journalisten de meest makkelijke bronnen zochten. ‘Hoewel de professionele retoriek van journalisten feiten checken hoog in het vaandel heeft, is hun dagelijkse routine er juist op gericht factchecken te vermijden’, luidt een van de stellingen van zijn proefschrift. Ook na zijn promotie blijft Burger doorgaan met het onderzoeken van moderne mythen. Als wetenschapper, journalist en docent bij de opleiding Journalistiek en Nieuwe Media probeert hij anderen meer inzicht te geven in de discussies rond opmerkelijke verhalen. ‘Inmiddels voel ik vrij snel aan of het om een broodje aap gaat, maar ook ik trap er nog wel eens in hoor. Zoals laatste met de vuurwerkkatten. Mijn collega zei: ‘Onzin, ik had meteen door dat het niet waar was.’ Terwijl ik zelf dacht: opgeblazen katten, wat erg!’ PM
Nadat vorig jaar oktober een blond meisje na een illegale adoptie uit een Griek Roma-gezin werd gehaald, verspreidde zich meteen het verhaal dat Roma blonde meisjes stelen omdat zij goed kunnen bedelen. Foto AFP photo / Greek police
Mijnheer de Professor
De lekkerste broodjes aap Op www.gestolengrootmoeder.nl neemt Peter Burger urban legends onder de loep. Dit is zijn top vijf. 1. Gestolen grootmoeder
‘Een gezin gaat met hun grootmoeder op vakantie, als de grootmoeder plotseling overlijdt. Ze kunnen naar de politie gaan, maar dat geeft een hoop gedoe. Daarom verbergen ze haar onder een plaid op de achterbank, in de caravan of zelfs in de skibox. Bij een wegrestaurant in Parijs besluiten ze een hapje te eten. Als ze terugkomen is de auto of de caravan – met daarin de dode grootmoeder – gestolen. Omdat het lijk ontbreekt kunnen ze geen aanspraak maken op de erfenis. Dit verhaal blijkt afkomstig uit de Tweede Wereldoorlog. In deze versie van het verhaal gaat het gezin niet op vakantie naar Frankrijk of Italië, maar zijn de gezinsleden op de vlucht voor de Duitsers.’
2. De verdwenen hortensia’s
‘Sinds 2004 worden verschillende hortensia’s in de winter ’s nachts illegaal gesnoeid. Er is echter nog nooit een dief opgepakt. Sommige tuinbezitters zijn ervan overtuigd dat de gedroogde knoppen een goedkoop alternatief zijn voor drugs. Dit geldt echter alleen voor de in Nederland zeldzame Aziatische hortensia. Hoewel ik evenmin weet wat er met de verdwenen knoppen gebeurt, lijkt het aannemelijker dat de verdwenen hortensia’s het werk zijn van knaagdieren. Toen ik dit op mijn website schreef, ontving ik een boze e-mail van een vrouw die “zeer geschokt was dat nota bene een onderzoeker van de Universiteit Leiden dit verhaal niet geloofde”. Haar hortensia’s waren al twee jaar op een rij ’s nachts verdwenen.’
3. Slenderman
‘Slenderman is een lang, dun en griezelig figuur met tentakels als armen. Hij is het onderwerp van een documentaire, enge computergames en verschillende YouTube-filmpjes. Ik krijg regelmatig e-mails van kinderen die Slenderman hebben gezien of willen weten of hij echt bestaat. Verbazingwekkend genoeg is Slenderman pas vier jaar geleden “ontstaan”, toen leden van het forum Something Awful elkaar uitdaagden om een zo eng mogelijk figuur te photoshoppen. De boeman is vervolgens in een hele korte tijd van het forum ontsnapt.’
4 Bargoense inbrekerstekens
‘Dit is een van de verhalen waarvan ik overtuigd ben dat het niet waar is, maar door politieagenten in stand wordt gehouden. Bijna elke week zie ik agenten nog twitterberichten verspreiden waarin gewaarschuwd wordt voor inbrekerstekens. Drie schuine strepen naast een deur zou bijvoorbeeld betekenen dat de eigenaren van het huis al bestolen zijn, en een driehoek zou wijzen op een alleenstaande vrouw.’
5. Zigeuners stelen blonde kinderen
‘In Griekenland werd een blond meisje uit een Roma-gezin gehaald, omdat ze met haar blonde haren totaal niet op haar ouders leek. Hoewel het om een illegale adoptie bleek te gaan, verspreidde het verhaal zich snel naar andere landen. De Roma zouden blonde meisjes stelen omdat zij goed zouden kunnen bedelen. In Ierland werd een blond meisje uit een Roma gezin gehaald. De politie moest haar later terugbrengen, omdat uit DNA-onderzoek bleek dat ze wel degelijk hun dochter was.’
De terugkeer van D.M. Sanders ‘Ik bel met een verzoek.’ Hm. Bij mijn onfortuinlijke afscheid anderhalf jaar geleden had de decaan niet alleen mijn baan, maar ook mijn onmogelijke liefde van mij afgepakt. Voor het laatst had ik hem gezien toen hij in een kroeg zat te vozen met - nee, haar naam zal ik niet meer noemen. En nu, me doodleuk even opbellen? Met een ‘verzoek’? Ik was boos over de brutaliteit - maar ik voelde ook genoegdoening. Hij had me nodig. Hij kwam met hangende pootjes bij me terug. Het decaantje. De carrièrebureaucraat. Een collega was vertrokken met onbepaald zwangerschapsverlof. De tiende dit jaar. Decaantje wist zich geen raad. ‘De loden last van de emancipatie’ - ik had hem nog nooit zo gehoord. Er moest vervanging komen, in godsnaam geen vrouw. De vraag was: had ik al een nieuwe baan? Dat was november. Zojuist had ik nog wat schorseneren geoogst in mijn biologisch-dynamische volkstuintje. Gehecht was ik geraakt aan mijn herwonnen vrijheid. Sinds mijn vlegeljaren kende ik niets anders dan werk: succesvolle boeken, minder succesvolle bundels, papers, ronkende projectvoorstellen, uit de duim gezogen valorisatieparagrafen, huilende studenten. Ik was wel toe aan wat verstrooiing. Mijn moestuin floreerde; in de avonduren hertaalde ik Javaanse Capita Selecta van de oude meester Couperus. Juist was ik begonnen aan Oostwaarts, een werk waarin
ik mijn postkoloniale teleurstelling een plaatsje kon geven. Ik maakte lange strandwandelingen. Steelse gedachten over een mevrouw Sanders, ooit in een verre toekomst, liet ik bij vlagen toe. Maar toch, het idee terug te keren in het onderwijsgedruis lonkte. Mijn hart ligt bij de universiteit. Puistenkoppies - ik verachtte ze en hield van ze. Ik besloot de handschoen op te nemen. En zo kwam het, dat ik na anderhalf jaar relatieve beslotenheid, vorige week weer met mijn aktetas het Rapenburg op stiefelde. Het was vroeg en nog donker, mistflarden dreven over het water. De hele academie lag op één oor, slechts een verdwaalde arbeider haastte zich naar de fabriek. In het beruchte kippenhok op nummer 120 hapten studentes in hun kussens. In het Gravensteen was één venster verlicht. Die mooie traditie van disciplinering en tucht, voortgezet door de hoofdredacteur van Mare. Een ferme klop op het raam. Trouwe hondenogen. ‘Dé-si-derius!!!’ De koffie was lauw en smaakte naar cichorei. Ik vertelde over mijn comeback als gastdocent. Natuurlijk, hij wist het allang. ‘Weet je nog? Die column van jou… We krijgen nog steeds brieven binnen. Waar je gebleven bent. Dus. Wat zeg je ervan… Om de week?’ D.M. Sanders is terug. Als gastdocent en als columnist van Mare. Hij verhaalt elke twee weken over zijn ervaringen. Contact? d.m.sanders@mail.com
23 januari 2014 · Mare 7 Wetenschap
Zwart gat kneedt nieuwe sterren Leidse in elkaar gesoldeerde supercomputer verklaart hoe Artist impression van een zwart gat. In het midden van de Melkweg zit een reusachtig zwart dat veertig miljoen keer zo zwaar is als de zon.
Het superzware zwarte gat in het midden van de Melkweg zou alles in zijn buurt aan stukken moeten scheuren. Toch vormen zich daar sterren. Leidse sterrenkundigen hielpen uitzoeken hoe dat kan. Door Bart Braun De zon is, samen met zo’n honderd miljard andere sterren, onderdeel van een sterrenstelsel: de Melkweg. De Melkweg is een spiraalvormig stelsel, en zoals je zou verwachten van een spiraal draait ze ook rondjes. De zon staat ten opzichte van de aarde zo goed als stil, maar ten opzichte van het centrum van de Melkweg zoeft zij, met planeten en al, door de ruimte met een vaart van honderden kilometers per seconde. Waar draait alles precies omheen? Hoe dichter je bij het midden van de Melkweg komt, hoe meer sterren en stofwolken er zijn, en daar kijk je moeilijk doorheen. Het heeft sterrenkundigen een tijdje gekost om daarachter te komen, maar sinds 2008 zijn ze zo goed als zeker dat er een superzwaar zwart gat moet zitten. De Duitser Reinhard Genzel en de Amerikaanse Andrea Ghez kwamen vrijwel tegelijk tot die conclusie. Genzel kreeg onder meer een eredoctoraat van de Universiteit Leiden voor zijn werk. De term ‘superzwaar zwart gat’ is een beetje ongelukkig gekozen. Het is alsof je een paar soorten muizen hebt gezien. Vervolgens kom je een blauwe vinvis tegen, het grootste dier dat ooit heeft bestaan, en dat noem je een ‘superzware muis’. Het is niet onbegrijpelijk, maar gaat voorbij aan de toch behoorlijk in het
oog springende verschillen. Een typisch zwart gat dat ontstaat door een supernova (zie kader) is enkele tientallen kilometers in diameter, en weegt ongeveer tien keer zoveel als de zon. Het superzware zwarte gat in het centrum van de Melkweg weegt vier miljoen keer zoveel als de zon. ‘Dat betekent overigens niet dat de hele Melkweg eromheen draait omdàt het zwaar is’, verduidelijkt prof. Simon Portegies Zwart. ‘Dat de aarde om de zon draait, heeft alles te maken met de massa van de zon, maar het gat heeft geen invloed op de beweging van de zon. Je kunt je zelfs afvragen waarom er nou net daar een reusachtig zwart gat zit. Er is vast een verband, een reden dat hij in het midden zit, maar we weten niet wat die reden is.’ Portegies Zwart en zijn postdoc Inti Pelupessy hebben de afgelopen drie jaar met een internationaal team van sterrenkundigen gerekend aan het reuzengat, dat kortweg Sgr A* (‘Sagittarius A ster’) heet. In de buurt van dat zwarte gat blijken zich namelijk sterren te vormen. Dat is niet wat je zou verwachten. Sterren ontstaan doordat in grote ruimtewolken zich langzaam maar zeker klontjes vormen, die dan steeds groter worden. Met zo’n monstergat in de buurt is dat lastig voor te stellen, want zodra je een klontje hebt, heeft dat klontje een kant die dichter bij het gat zit dan zijn andere kant. Die kant wordt harder aangetrokken tot het gat, en zo zou Sgr A* alles dat maar in de buurt komt aan stukken moeten scheuren, zeker zoiets fragiels als dichter wordende gaswolken. Portegies Zwart: ‘Het werkt in wezen net zoals je op aarde
eb en vloed hebt dankzij de zwaartekracht van zon en maan, maar dan veel krachtiger. Je kan met pen en papier uitrekenen dat je daar geen sterren kunt maken zoals dat in de buurt van de zon gebeurt. De vraag is nu: wat is er anders?’ Het team ging aan de slag met het mede door Portegies Zwart gebouwde softwarepakket AMUSE, dat in staat is om de verschillende natuurkundige aspecten van stervorming – zwaartekracht en de bewegingen van het gas – zowel apart als tezamen te simuleren. Deze software draaide op de Leidse supercomputer Little Green Machine, die de hoogleraar beschrijft als ‘een cluster van aan elkaar gesoldeerde personal computers met krachtige grafische kaarten’, maar die wel 20.000 keer zo snel rekent als een normale computer. De eerste resultaten van hun simulaties zijn inmiddels op de bus gedaan naar de Monthly Notices of the Royal Astronomical Society. Het model verklaart wat er gebeurt. Portegies Zwart: ‘Als een gaswolk in de richting van het gat reist, wordt de wolk juist samengedrukt door de getijdenwerking, en gaat hij sterren vormen.’ Hoe kan dezelfde kracht zowel stervorming blokkeren als forceren? De hoogleraar gebruikt als analogie een tafel die kan draaien, met twee knikkers erop. ‘Geef je een slinger aan de tafel, dan zullen die knikkers verder uit elkaar gaan. Maar als ik de tafel dusdanig vervorm dat hij op een trechter lijkt, dan kan die slinger er ook voor zorgen dat de knikkers dichter bij elkaar komen te liggen. Hetzelfde effect kan een heel verschillend resultaat hebben.’
Hij vervolgt: ‘Je hebt bepaalde condities nodig om stervoming te krijgen in een ruimtewolk, net zoals een waterdampwolk op aarde aan bepaalde voorwaarden moet voldoen voordat het regent. Een van de belangrijkste voorwaarden is dat de dichtheid van het gas goed moet zijn, en daar zorgt het zwarte gat voor.’ Tenminste, dat doet het zwarte gat volgens het model. Hoe kom je erachter of dat ook de werkelijkheid beschrijft? ‘Dat is sowieso
een probleem in de computationele astrofysica’, aldus Portegies Zwart. ‘AMUSE is relatief flexibel, zodat je verschillende elementen van de software los van elkaar kunt controleren. Op bugs, maar bijvoorbeeld ook door het te laten rekenen aan problemen waarvan je de oplossing al kent. Op een gegeven moment moet je de resultaten geloven of niet geloven. Uiteindelijk wil je met behulp van je model een toetsbare voorspelling doen; dat is wel het doel.’
Gaan met een knal ‘Gewone’ zwarte gaten zijn ukkies vergeleken met het reusachtige gat in het midden van de Melkweg, maar toch al best indrukwekkend. Er is bar weinig normaals aan een ‘normaal’ zwart gat, maar voor de uitleg van nu is dat wel de term die we gebruiken. Een normaal zwart gat ontstaat als een ster aan het eind van zijn Latijn is. Een ster is zo verschrikkelijk zwaar en heet dat de atomen waar de ster van gemaakt is samen worden geperst tot andere atomen: kernfusie. Dat is hetzelfde proces als bij een waterstofbom. En net zoals een bom druk naar buiten uitoefent, doet de fusie dat ook. Die druk naar buiten houdt de druk naar binnen door de zwaartekracht in balans, en zodoende blijft een ster grofweg even groot. Tot de brandstof op is. Wat er vervolgens gebeurt, hangt af van de massa van de ster. Onze zon is niet bijster zwaar, en zal uitlubberen tot een zogeheten rode reus, die veel groter is maar weinig meer doet – de Elvis Presleys onder de sterren. Hij wordt wel zo groot dat hij de aarde opslokt, dus ergens tussen nu en acht miljard jaar moet de mensheid een ander heenkomen zien te vinden. Andere sterren doen meer als de rockers die 27 worden, en gaan met een knal. Na het ophouden van de kernfusie storten ze met veel geweld in, om vervolgens uit elkaar te spatten in een supernova. Bij de allerzwaarsten – sterren die tientallen keren zwaarder waren dan de zon - is dat zo’n krachtig proces dat er vervolgens een zwart gat achterblijft als permanent litteken in de ruimte zelf. Het is geen ‘materie’ in de zin dat deze krant of de zon dat zijn, maar het heeft wel massa. Zoveel zelfs, dat zelfs licht – het snelste dat er maar kan zijn – niet snel genoeg gaat om eruit te kunnen ontsnappen. Dat zorgt ervoor dat een zwart gat een zogeheten gebeurtenissenhorizon heeft. Vanaf die rand kan alles alleen maar naar binnen, maar niet meer naar buiten. Wat er achter die horizon precies gebeurt, is met de huidige natuurkunde eigenlijk niet te beschrijven.
8 Mare · 23 januari 2014 Maretjes De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Nieuwe begeleiders gezocht voor bijles/huiswerkbegeleiding Buurthuis Vogelvlucht Leiden-Zuid. Acht leerlingen basisonderwijs groep 7 en drie leerlingen groep 4 en 5 helpen met begrijpend lezen, spelling en rekenen. Zes leerlingen uit groep 6 hulp bij lezen, woordenschat en rekenen. Drie leerlingen met vergoeding van €5,- en €7,- per les. Voortgezet onderwijs: Marokkaanse jongen, wiskunde, 2havo, tot €10,- per les. Leiden-Noord zoekt begeleiders voor 18 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 7, waarvan vijf met vergoeding.
Voortgezet onderwijs, hulp voor: Iraaks meisje, Engels, 4vmbo. Marokkaanse jongen, Nederlands, studievaardigheid bij leervakken, 2havo. Somalisch meisje, wiskunde, 3vmbo. Marokkaanse jongen, Nederlands, Engels, brugklas. Marokkaans meisje, natuurkunde, 2vwo. Marokkaanse jongen, wiskunde, biologie, brugklas. Marokkaans meisje, Nederlands, brugklas vmbo-TL. Marokkaans meisje, Engels, 3havo. Marokkaans meisje, wiskunde, scheikunde, 3vwo. Ethiopisch meisje, wiskunde, 3vwo, €5,- per les. Marokkaans meisje, Engels, 3vmbo. Marokkaanse jongen, Nederlands, 2vmbo. Marokkaans meisje, Nederlands, brugklas vmbo. Marokkaanse jongen, Engels, brugklas havo. Turkse jongen, bedrijfscalculatie, 3mbo-financiële opleiding. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do, 15-17u. Tel: 071-5214256. E-mail: hdekoomen@owwleiden.nl.
Lezing: ‘Reïncarnatie, een keuze? Anders kiezen rondom leven en dood’ Door Stichting I.S.I.S. Toegang gratis. Woensdag 29 januari, 20.00 uur. Plaats: Leiden, Lorentzkade 15a (vlakbij Lammenschansweg). Inlichtingen: 0713617417. Zie www.stichtingisis.org voor meer info. Leer in drie avonden (dinsdag 11, 18 en 25 februari) bridgen en win een prijs op het afsluitende toernooi (500 euro prijzengeld ). Schrijf je in op www.studentenbrigdeleiden.nl of stuur een e-mail naar info@studentenbridgeleiden.nl. Gratis kickstart cursus bridge van drie lessen (dinsdag 11, 18 en 25 februari), inclusief deelname aan tweede Leids Studenten Bridgekampioenschap op 28 maart, met 500 euro prijzengeld: www.studentenbrigdeleiden.nl
Academische Agenda Prof.mr. L.F.M. Verhey zal op vrijdag 24 januari een oratie houden bij de benoeming tot hoogleraar aan de faculteit der Rechtsgeleerdheid met als leeropdracht Democratie, Instituties en de burger. Mw. R.A.G. Emmen hoopt op dinsdag 28 januari om 10.00 uur te promoberen tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Positive parenting in ethnic minority families’. Promotoren zijn Prof.dr. J. Mesman en Prof. dr. M.H. van IJzendoorn. Dhr. J.P. Burger hoopt op dinsdag 28 januari om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Monsterlijke verhalen’. Promotoren zijn Prof.dr. T. van
Haaften en Prof.dr. K.L.K. Brants. Dhr. R. Bijkerk hoopt op woensdag 29 januari om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘MicroRNAs in Kidney Health and Disease’. Promotoren zijn Prof.dr. A.J. van Zonneveld en Prof.dr. T.J. Rabelink. Mw. G.A. Gooiker hoopt op woensdag 29 januari om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is Evaluating outcomes in surgical oncology: Volume,quality indicators and the influence of comorbidity’. Promotor is Prof.dr. R.A.E.M. Tollenaar. Dhr. A.C.G.M. van Es hoopt op donderdag 30 januari om 13.45 uur
te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘On aging and dementia’. Promotor is Prof.dr. M.A. van Buchem. Dhr. J.B. van Rees hoopt op donderdag 30 januari om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Implantable cardioverter defibrillators’. Promotoren zijn Prof. dr. M.J. Schalij en Prof.dr. J.J. Bax. Mw. R. Knevel hoopt op donderdag 30 januari om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Unraveling joint destruction in Rheumatoid Arthritis’. Promotor is Prof.dr. T.W.J. Huizinga.
Focus group discussion on gender identity and expression Leiden University is inviting its students and alumni who have gender identities or gender expressions that do not conform to their sex assignment at birth to two focus group discussion meetings. These meetings will be a forum for trans and gender variant students to share their experiences and explore ideas on how to make Leiden University more responsive to the needs of people of diverse gender identities and expressions. The meetings will be held on the 5th and 10th of February from 19.00 to 21.00 at the Plexus Student Centre (Kaiserstraat 25 2311 GN Leiden). The outcome of these meetings would be valuable inputs to future policies of Leiden University on gender identity and expression. The meeting will be facilitated by the workgroup Trans*-initiative of COC Leiden and Ms Sass Rogando Sasot, a student of Leiden University College-The Hague. She is a Filipina transgender rights activist and the recipient of the 2013 Echo Award. If you would like to participate in this initiative, please contact Ms Sasot at srsasot@gmail.com. In your email, please indicate your preferred meeting day (5 or 10 February). The meetings will observe the highest standard of confidentiality; and they will be conducted in both English and Dutch.
PROGRAMMA Studium Generale Feb./maa. 2014 www.studiumgenerale.leidenuniv.nl
Studium Generale organiseert brede activiteiten voor studenten, medewerkers, alumni en andere geïnteresseerden die graag over de grenzen van hun vakgebied heen kijken. Indien niet anders vermeld geldt:TOEGANG IS GRATIS! GEEN AANMELDING NODIG. IEDEREEN IS WELKOM! (Kom wel op tijd, want vol = vol!) Voor een uitgebreid programma zie: www.studiumgenerale.leidenuniv.nl
Serie: Kunst voor the happy many Dinsdag 4 februari 2014 Het spanningsveld tussen kunst en beeldcultuur Helen Westgeest
Woensdagmiddag 12 februari 2014 Communicatie met de oost. Opkomst en ondergang van Radio Kootwijk Janneke Hermans Woensdagmiddag 19 februari 2014 Sleutelen aan het technisch paradijs. Ruth Oldenziel
Dinsdag 11 februari 2014 Macht en commercie Anna Tilroe
Woensdagmiddag 26 februari 2014 Philips en computers Gerard Alberts
Dinsdag 18 februari 2014 De waarde van kunstkritiek Janneke Wesseling
Woensdagmiddag 5 maart 2014 De cassetterecorder. Een verstrekkende innovatie in de 20e eeuw Timo de Rijk
Donderdag 20 februari 2014 Laveren in het huidige kunstklimaat Kunstenaars in gesprek o.l.v. Chris Keulemans Tijd & locatie 19.30 uur – 21.00 uur zaal 011, Lipsiusgebouw (1175), Cleveringaplaats 1, Leiden NB: 20 februari om 19.30 uur, Galerie LUMC, Albinusdreef 2, Leiden.
Serie: Onder spanning: Nederlanders en elektriciteit in de 20e eeuw Woensdagmiddag 5 februari 2014 Op de drempel van schoonheid. Philips en de oorsprong van elektronische muziek in Nederland 1925-1965 Kees Tazelaar
Woensdagmiddag 12 maart 2014 Over psyche en elektriciteit in de 20e eeuw Joost Vijselaar Tijd & locatie 15.30 uur – 17.00 uur Museum Boerhaave, Lange Sint Agnietenstraat 10, Leiden, NB: Reserveren via www.studiumgenerale. leidenuniv.nl . Toegankelijk met een geldig entreebewijs voor het museum
Serie: Van spijkerschrift tot bytes: Schrift en schriftdragers Woensdag 5 februari 2014 Waarom is men gaan schrijven? Wilfred van Soldt
Woensdag 12 februari 2014 Monumentaal en cursief: werelden apart? Ben Haring
Serie: Wetenschap van cultuur.
Woensdag 12 februari 2014 Schriftcultuur in Grieks-Romeins Egypte Janneke de Jong
Donderdag 6 februari 2014 Van cellen tot menselijke samenlevingen. Tinbergens vragen en de verklaring van menselijk gedrag Arie Verhagen
Woensdag 19 februari 2014 Chinese karakters: van bamboe tot billboard Jeroen Wiedenhof Woensdag 26 februari 2014 Stemmen op berkenbast Jos Schaeken Woensdag 5 maart 2014 Schrift en zelfbeeld in Japan Ivo Smits Woensdag 12 maart 2014 Variabiliteit in de vorm van het Middeleeuwse boek Erik Kwakkel Woensdag 12 maart 2014 Teksten en varianten Wim van Anrooij Woensdag 19 maart 2014 Schrijven#alseenbaas. Over digitale communicatie, spreektaal en authenticiteit Tom Van Hout Tijd & locatie 19.30 uur – 21.00 uur zaal 028, Lipsiusgebouw (1175), Cleveringaplaats 1, Leiden NB: 12 februari en 12 maart tot 22.00 uur
Donderdag 13 februari 2014 De culturele evolutie van sociale normen Bruno Verbeek Donderdag 20 februari 2014 Lagen van (on)conventionaliteit in taal en taalgebruik Arie Verhagen Donderdag 27 februari 2014 Wetenschap als cultureel proces Arie Verhagen Donderdag 6 maart 2014 Kunst en Evolutie. Normdoorbreking als norm Anthonya Visser Donderdag 13 maart 2014 Individuele of culturele cognitie? De complexiteit van interactie in coöperatieve groepen en de ‘social brain hypothesis’ Arie Verhagen Tijd & locatie 19.30 uur – 21.00 uur zaal 028, Lipsiusgebouw (1175), Cleveringaplaats 1, Leiden
ORGANISATIE & INFORMATIE Studium Generale Universiteit Leiden •Postbus 9500, 2300 RA Leiden • 071 527 7283/7295/7296/1964 studiumgenerale@sea.leidenuniv.nl • www.studiumgenerale.leidenuniv.nl
23 januari 2014 · Mare 9 Achtergrond
Wij zijn net wasmachines Gastrecensent Douwe Breimer bespreekt Oud worden zonder het te zijn Oud worden? De agenda van Douwe Breimer (70) verzet zich ertegen. Tussen alle drukke werkzaamheden door was de oudrector bereid om voor Mare het nieuwe boek van Rudi Westendorp te recenseren. ‘Oud is niet out.’ Op het moment dat het verzoek van Mare dit boek te bespreken op mijn e-mail binnenkwam, zat ik bij de presentatie ervan in Museum Boerhaave. Niet zozeer omdat ik een primaire interesse in dit onderwerp heb, maar veeleer omdat ik voorzitter ben van de raad van toezicht van dit prachtige museum en probeer zoveel mogelijk interessante evenementen bij te wonen. Op mijn leeftijd (70) zou het wellicht wel passend zijn echte interesse in “oud worden” te hebben, maar mijn nog volle agenda verzet zich daartegen. Bij de boekpresentatie op 9 januari waren honderden belangstellenden, mede omdat de televisieserie Eeuwig Jong van Omroep MAX daar ook werd gelanceerd. Professor Rudi Westendorp werd geïnterviewd door Ciska Dresselhuys en meteen al werd duidelijk dat we hier met een serieus boek te maken hebben, niet gebaseerd op allerlei meningen over dit onderwerp, maar op feiten en wetenschappelijke analyses. Westendorp heeft een ietwat parmantige wijze van optreden (altijd met vlinderstrik!), maar dat past goed bij zijn heldere, assertieve en inhoudelijk overtuigende antwoorden op gestelde vragen. Hij bood het eerste exemplaar aan burgemeester Lenferink aan, omdat het boek– zoals hij zei – bedoeld is voor het grote publiek, oftewel alle burgers en de burgemeester nu eenmaal de “meester van alle burgers” is. Zijn inhoudelijke overtuigingskracht bleek ook diezelfde avond toen hij bij DWDD zat met een serieus betoog, met humor, niet van de wijs te brengen en tevens een groot publiek aansprekend. Heel anders is dat met die televisieserie Eeuwig Jong, waarvan de afgelopen week een paar uitzendingen te zien waren, en waarin allerlei bizarre gedragingen van mensen worden getoond zoals het zich op moment van overlijden laten invriezen tot minus 200 graden in de hoop ooit weer tot leven te kunnen komen. Of mensen die zichzelf de hele dag vitamines en specifieke voedingsbestanddelen toedienen en zich injecteren met testosteron, teneinde de veroudering van hun lichaam (en geest!) zo lang mogelijk uit te stellen. In het boek van Westendorp is geen enkele grond voor dergelijk gedrag te vinden, integendeel, het bevat geen ‘recepten’ om veroudering tegen te gaan, maar het bespreekt en analyseert op een heldere manier waarom wij mensen steeds ouder worden en de implicaties daarvan. Dát we steeds ouder worden, weten we al heel Door Douwe Breimer
lang; in nog geen honderd jaar steeg de gemiddelde levensverwachting van 40 naar 80 jaar en als iemand tegenwoordig 65 wordt, komen daar gemiddeld nog eens 20 jaar bij. En iemand die in het jaar 2000 is geboren maakt een gerede kans 100 jaar te worden: de huidige jonge generatie wordt ‘eeuweling’ stelt Westendorp. Hoe dat komt, legt hij uit met het uitgangspunt dat alle biologische systemen van lijf en hersenen primair gericht zijn op voortplanting en overleving. Bij vroegere, slechtere levensomstandigheden en gebrek aan medische zorg leverde dat een piramidale opbouw van de bevolking op: veel nakomelingen met relatief vroege sterfte. Tegenwoordig heeft de bevolkingsopbouw veel meer de vorm van een wolkenkrabber: minder geboortes, zeer geringe kindersterfte en van alle leeftijden bijna evenveel, met een topje van de ‘zeer sterken’. Natuurlijk treden er haperingen op in ons lichaam naarmate de leeftijd vordert ‘net zoals bij een wasmachine’, schrijft Westendorp - maar vaak zijn die te verhelpen door het repareren of vervangen van onderdelen. Bovendien beschikken wij over een sterk herstelvermogen in ons DNA en pas als er combinaties van functiestoornissen optreden die onvoldoende kunnen worden hersteld, gaat het net als bij een complex systeem als een was-
machine, definitief mis. Dan zijn we in de fase van de kwetsbaarheid van het leven aangekomen – die je zo lang mogelijk kunt proberen uit te stellen door gezond te leven en door te gaan met werken of actief te blijven - en kan er vaak niet meer worden gerepareerd of vervangen en moet er veeleer naar het totaal functioneren, de gehele mens, worden gekeken. Daarom zou volgens Westendorp de huidige geneeskunde, ingericht voor afzonderlijke organen en ziektes, goeddeels moeten verdwijnen om plaats te maken voor die met algemene, geïntegreerde kennis om zo verscheidene tegelijkertijd optredende aandoeningen het hoofd te kunnen bieden. Tevens hoort de zorg er veel meer rekening mee te houden dat mensen heel verschillend oud worden en kalenderleeftijd daar niet de
juiste maat voor is. Het bijbehorende uitgangspunt: probeer iedereen zo lang mogelijk de regie voor de eigen levensinrichting te laten houden. Je kunt blijven leven met een lijf vol onvolkomenheden en gebreken, met voldoende vitaliteit (levenslust), goede zorg en een motiverende sociale omgeving (‘oud is niet out’) kan het leven tot op hoge leeftijd nog heel plezierig zijn. Dat ‘welbevinden’ wordt in het laatste deel van het boek treffend beschreven door 90-plussers te citeren. Al lezende is het bijna vanzelfsprekend dat ook Westendorp tot de conclusie komt dat we nu zeker tot ons 70e en bij voorkeur 72e jaar moeten blijven werken, enerzijds omdat dat voor de meeste mensen gemiddeld fysiek en geestelijk mogelijk en wenselijk is, maar ook omdat het maatschappelijk moet om ons pensi-
oen- en zorgstelsel betaalbaar te houden. Ik kan mijzelf nog goed herinneren hoe wij jaren geleden binnen de universiteit probeerden oudere wetenschappers vervroegd te doen uittreden om plaats te maken voor jongere. Feitelijk is dat nog steeds actueel, want wat mij betreft mag het niet zo zijn dat door ouderen langer te laten werken jongeren moeilijker een baan vinden. Het uitgangspunt ‘voor iedereen een baan’ telt voor mij zwaarder dan ‘iedereen met een baan zo lang mogelijk doorwerken’. Is het boek alleen interessant voor oudere mensen of ook voor jongere? Ik denk voor beiden. Voor de oudere om beter te begrijpen wat er met hen op kortere of langere termijn zal gebeuren, hoe dat komt en hoe daar mee om te gaan. Voor de jongere om hen het besef bij te brengen dat ze ‘eeuweling’ worden en ze zich daarom moeten voorbereiden hun eigen levensloop daarop in te richten. Dat betekent dat er andere bagage nodig is dan nu, een eenmalige professionele of wetenschappelijke opleiding zal hoogstwaarschijnlijk volstrekt onvoldoende zijn om een leven lang op te teren. ‘Een leven lang leren’ is nog altijd een wat inhoudsloze frase in ons land, maar de jongere van nu zal het daar toch van moeten hebben om zich voortdurend aan te kunnen passen aan veranderende omstandigheden en een leven lang inspirerend werk te hebben of actief bezig te zijn. Westendorp (1959) is sinds 2000 hoogleraar ouderengeneeskunde in Leiden en directeur van de Leyden Academy on Vitality and Aging. Hij is niet de eerste die vanuit Leiden grote publieke belangstelling wekt met dit onderwerp. In 2006 hield de hoogleraar gerontologie Dick Knook, die bijna 40 jaar verouderingsonderzoek had gedaan - met name bij TNO - zijn afscheidscollege getiteld Het Methusalem Mysterie, dat in 2008 bij Prometheus in boekvorm verscheen met als ondertitel: Vergrijzing: zegen of bedreiging? En hoewel ook hij geen recepten levert voor gezond ouder worden heb ik van Knook al lang geleden het motto ‘Use it or lose it’ onthouden: probeer alle lichaamsfuncties zo lang mogelijk aan te spreken, te oefenen, in de veronderstelling dat dan ook de betreffende functies lang intact blijven. De mensen die na afloop van de boekpresentatie het boek van Westendorp kochten, troffen daarin een persoonlijk ondertekende boodschap van hem aan: ‘Oud worden is de enige manier om lang te leven. VITALITEIT is het middel om daar iets van te maken. Ik wens u veel succes met het geven van invulling daaraan.’ Rudi Westendorp, Oud worden zonder het te zijn. Uitgeverij Atlas Contact, 302 pgs. Douwe D. Breimer is emeritus hoogleraar farmacologie en oud-rector magnificus/ voorzitter van het college van bestuur
10 Mare · 23 januari 2014 English page
You can still see the skulls The legal reconstruction of Rwanda, twenty years after the genocide How to rebuild a state based on the rule of law in a country where people murdered their neighbours in broad daylight and without warning? Twenty years after the Rwandan genocide, legal sociologist Nick Huls is helping to educate legal specialists. BY Vincent Bongers “The horrendous past can suddenly come back and hit you unexpectedly’, remarks Nick Huls (1949), a professor of socio-legal studies at Leiden University and Erasmus University in Rotterdam. For the past two and a half years, he trained legal specialists in Rwanda, a former Belgian colony in Central Africa. “My wife and I were talking to our landlady in Butare when her eldest daughter came to visit. When we said: ‘It must be lovely to see her’, our landlady burst into tears. ‘This is my third daughter’, she explained, ‘the two eldest were murdered and so was my husband.’” In 1994, within the space of one hundred days, approximately one million Tutsis were slaughtered by Hutus, Rwanda’s ethnic majority. The massacre, which left deep scars, is remembered each year in April. “Then there are times when you pass places where great numbers of people were killed. The church in Nyamata is well-known because that’s where thousands of Tutsis were butchered – you can still see the skulls. In 1994, the priest said to the desperate Tutsis: ‘Come into the church, you’ll be safe there.’ The building was absolutely packed when the Hutus arrived and slaughtered them.” The genocide’s legacy is a struggle for the survivors, says Huls. “How can you cope with the fact that people killed their neighbours in broad daylight?” Nonetheless, he did not find a defeated population when he arrived in the town of Nyanza in 2011. “In some ways, this country has made a miraculous recovery from the genocide: it’s safe and that’s a huge achievement in this region. It’s clean and there aren’t any potholes in the main roads. This country is developing at a rapid pace, even though the greater majority of the population are destitute. The Rwandans are convinced that they can solve the most impossible problems. Peace reigns now and that’s something almost nobody thought possible in 1994.” In Nyanza, Huls worked for the Institute of Legal Practice and Development. “I was there mainly for the academic aspects, like supervising dissertations. They need to raise the standards of legal practitioners. In 1994, the state was no longer based on justice, but started to revive gradually after the massacre. The Minister of Justice even appointed a dancer as a judge. The legal system must progress towards a professional organisation.” Little is said about the genocide, Huls noticed: “My students did not speak in terms of Hutus and Tutsis. Obviously, they know each other’s background, but they are too afraid to speak of the past.” However, some victims have an active part in the reconciliation process. “I attended a reconciliation meeting in a prison where a Tutsi woman, Mama Lambert, forgave
“In 1994, the priest in Nyamata said to the desperate Tutsis: ‘Come into the church, you’ll be safe there.’ The building was absolutely packed when the Hutus arrived and slaughtered them.” Foto Hollandse Hoogte the murderers of her husband and children. Five of her eight children had been killed and despite that, she supervises reconciliation processes for others; she believes in honest expressions of regret and forgiveness. The men were called and sat opposite the woman. They admitted to killing her husband and children. However, they also said they had protected the woman’s family during previous bouts of violence but in 1994 there was no stopping it. They explained: ‘I’m not a hero and I didn’t refuse to murder my neighbour in broad daylight. I regret that but there were members of the militia behind me with a gun and machetes. They forced me to kill. If I hadn’t killed the Tutsis, I would have been killed.’” “We can’t imagine what those widows must have been through. Women were raped twenty times and infected with HIV while their families were murdered. Then, after ten years, the rapist is released and
returns to his home on the opposite side of the street. How do you deal with that? These women are strong and say: ‘We have to carry on. We can’t get caught up in hatred.’ It’s hard to understand for anyone who wasn’t involved.”
They forced me to kill. If I hadn’t killed the Tutsis, I would have been killed. A Hutu government was in place prior to the genocide; now there is a Tutsi regime and many Hutus have fled to camps outside Rwanda. “There are still tens of thousands in the camps. From the start, President Paul Kagame said that he runs a government based on national unity. But there is only one large party: Kagame’s Front Patriotique Rwan-
dais (FPR) which attracts three quarters of the voters. They call it a ‘managed democracy’. There are elections and other parties are represented in the government but there isn’t a real opposition party. No one can play the tribal card as there is a prohibition on ‘divisionism’, an explosive mix – they are terrified of a new eruption of violence.” No one ever mentions the crimes perpetrated by the Rwandan army against the Hutus after the massacre. “Children who lost their parents want to know what happened in the refugee camps in Congo, the next country. UN reports reveal that Tutsis went on the rampage in the camps and it’s possible that the parents of those young people were killed by the Rwandan army. But any surviving relatives who want to press charges against the perpetrators can’t openly institute proceedings. It’s a real issue and almost no one talks about it. It will be some
time before there is any open debate on this matter. You could compare it to the Dutch actions in Indonesia during the ‘police actions’: the FPR won’t tolerate dissent.” “Victoire Ingabire, who was living in the Netherlands at the time of the genocide but who returned to Rwanda in 2010, took on Kagame with her party, endeavouring to give Hutus the chance to have their say. The party has a Hutu majority – around 85 per cent of supporters are Hutus, the remainder are Tutsis. Ingabire was marked as a danger to the state, arrested and sentenced to fifteen years in prison. That’s no way to treat a presidential candidate.” He illustrates his point with another example of Kagame’s power: “A president may only serve two terms, but Kagame is considering amending the constitution to allow him to serve a third term. When the Minister of Justice opposed the idea, he was immediately dismissed due to incompetence.” Nevertheless, Huls assures me it’s not all doom and gloom. “To the Kagame government’s credit, all children can attend school. Basic healthcare is available everywhere. It’s a safe country, although no one is at liberty to criticise the president.” As a legal sociologist, Huls is interested in how the Rwandans attempted to make a clean sweep of things. “In 1994, the gaols were overcrowded; there hundreds of thousands of suspects suffering in abominable conditions. Everyone who was accused of something was locked up. Then they set up people’s tribunals, the gacaca, and very rapidly, lay judges were trained and appointed. However, it’s hard to tell who is a culprit and who is a victim. Confessing meant a lower penalty. Even innocent people confessed, choosing an unfair but milder punishment, because if you didn’t confess, you could receive a very severe sentence indeed. Around two million cases were settled that way, by village people on their own ground.” The gacaca finished two years ago. “Their merits are questionable, and human rights organisations did not really approve of them. Some people were jailed unfairly while others walked free after committing the most horrendous crimes. What can you do, in either case? Scholars must unearth the truth. One of my projects is to encourage Rwandans to obtain their doctorates on the people’s tribunals. I want to start an academic debate, but that’s not easy as they don’t appreciate anyone criticising the gacaca. Nonetheless, it’s important that a new generation of Rwandan legal experts search for the truth.” The Rwandans are not particularly happy with the international Rwanda tribunal in Tanzania: “Fifteen people have been sentenced in fifteen years – it’s a moneymaking machine for lawyers. The Rwandans would have preferred to spend that money on trying the thousands of suspects in their own country. The tribunal is not hearing any more new cases and is to be discontinued. “Rwanda will try suspects from now on. The tribunal has a list of nine suspects who are on the run. If they are found and extradited, they will be brought to trial in Rwanda. That will really put the independence of the country’s judicial system to the test.”
23 januari 2014 · Mare 11 Cultuur
Agenda
Vrijheid begint bij je shit kennen
FILM
Leidse zangeres treedt op met jazzlegendes Vivienne Aerts (27), jazztalent én alumna van de Universiteit Leiden, is voor een optreden tijdens de Leidse Jazzweek weer even terug uit Boston, waar ze studeert aan het prestigieuze Berklee College of Music. Door Marleen van Wesel. Het begon met een muziekworkshop die ze volgde in Italië. ‘Die werd verzorgd door Berklee, maar wist ik veel dat er een studiebeurs aan vastzat. Na twee weken kreeg ik ineens achtdui zend euro en een uitnodiging om te komen studeren’, vertelt ze. ‘Ik heb eerst braaf het Conservatorium en mijn studie psychologie aan de Uni versiteit Leiden afgemaakt. Daarna had ik het aanvankelijk druk genoeg met optredens, zangleerlingen, di rigeren en festivals organiseren. Ik hield mijn stem dus wel warm, maar als je echt met jazz aan de slag wil, moet je niet in Nederland zijn.’ Berklee lonkte, maar daar was nog wel wat meer voor nodig dan de beurs die ze al op zak had. ‘Ik heb verschillende beurzen en bedrijven aangeschreven. Zo kwam mijn cd in duizenden kerstpakketten terecht.’ Verder verlootte ze huiskamercon certen. En met 3 October zette ze talloze Leidenaren met een polaroid camera op de foto met twee vrienden, verkleed als Rembrandt van Rijn en zijn vrouw Saskia van Uylenburgh. Inmiddels heeft ze 90.000 euro ver zameld en daarmee is de financiering rond. Eind mei studeert ze af. Van heel dichtbij maakte ze de afgelopen twee jaar de bomaanslag tijdens de Boston Marathon, orkaan Sandy en sneeuwstorm Nemo mee. ‘Maar ik heb ook veel opgetreden en we heb ben de beste docenten. Bijvoorbeeld
Vivienne Aerts, ging in Amerika met jazz aan de slag. Foto Joanne Wallfisch pianist Danilo Perez, die het Global Jazz Program runt. Dat houdt in dat we met dertig studenten extra reizen en concerten kunnen ondernemen. Mijn klasgenoten zitten momenteel in Panama.’ Zelf is ze dus in Leiden, voor een optreden tijdens de Jazzweek met Lee Konitz. ‘Hij is een levende jazzlegende, inmiddels is hij 86. In de jaren zestig, toen je swing, blues en bebop had, onderzocht Miles Da vis met andere muzikanten wat er nog meer mogelijk was. Dat leidde tot wat Davis noemde “The birth of the cool”. Het groeide uit tot een en semble, met Lee Konitz als saxofo nist. Intussen schopte iedereen van
alle kanten tegen deze cooljazz aan, want men vond het geen jazz meer.’ Aerts kwam in contact met Konitz via pianist Florian Weber, die ze van optredens in New York kende. ‘Flo rian kwam eens langs in Boston, waar we drie uur hebben gejamd. Dat was niet de bedoeling, we zou den gewoon koffie drinken.’ Toen ze hem vroeg voor een optreden tij dens de Leidse Jazzweek, stelde ze meteen voor om Lee Konitz ook te vragen. ‘Ze wilden allebei, al werd ik meteen gewaarschuwd dat Lee een ingewikkelde man is. In welke vorm we optreden, dat gaan we nog zien. Alles ontstaat bij Lee en Florian in het moment. Slechts hier en daar
staat een nummer of een toonsoort vooraf vast. Niet dat we experimen teel gaan piepen en knorren. Het fundament is er namelijk wel: de kennis in mijn hoofd van wat Char lie Parker in de jaren veertig deed, de voicings van Herbie Hancock of waarom Louis Armstrong juist zo’n showman was. We repeteren ook niet, je moet gewoon je shit ken nen. Zó goed trainen, dat je alles kunt doen wat je wil, dat is ultiem. Daar begint vrijheid.’ Leidse Jazzweek: o.a. Lee Konitz, Florian Weber & Vivienne Aerts Hooglandse Kerk, zaterdag 25 januari 14.00 uur, entree €18,-
Vrede door broek met drie pijpen Komedie met rafelranden over het Midden-Oosten Rosencrantz en Guildenstern, vrienden van het hoofdpersonage. In deze uitvoering bewogen deze twee zich voort in één broek met drie pijpen. Het vereiste de nodige coördinatie en concentratie om dat goed te krijgen. Als een Jood en een Arabier dit samen voor elkaar kunnen krijgen dan moeten onze moederlanden er toch ook in kun nen slagen om hun conflicten op te lossen. Zo is het stuk ontstaan. We wilden een voorstelling maken waar onze ervaringen en die van onze fa milie verwerkt zijn.’
Foto Jean van Lingen
Eran Ben-Michaël (rechts): ‘Als een Jood en een Arabier dit kunnen.
Een Nederlandse Israëliër en een uit Syrië gevluchte Arabier proberen in het cabareteske toneelstuk George & Eran lossen wereldvrede op beweging te krijgen in muurvaste conflicten. Wat is jullie achtergrond, Eran Ben-Michaël? ‘Ik ben een Nederlander maar heb ook een Israëlisch paspoort. Een groot deel van mijn familie woont in Israël. Ik speel het stuk samen met George Elias Tobal. Hij is op
zijn dertiende vanuit Syrië met zijn ouders naar Nederland gevlucht. Hij woont hier nu al veertien jaar maar hij heeft pas twee jaar een verblijfs vergunning. Hij heeft dus heel lang met de angst geleefd teruggestuurd te worden. ‘Zijn zus woont in een dorpje in Syrië dat wordt beschermd door de regering maar is omsingeld door re bellen. Een uiterst gevaarlijke situ atie uiteraard.’ Hoe hebben jullie elkaar ontmoet? ‘We speelden allebei in een uit voering van Hamlet. We vertolkten
Klinkt niet echt als een komedie. ‘Het begint juist heel licht. Het is een luchtig cabaretesk stuk met een donkere ondertoon. Er zitten ra felrandjes aan, maar die zie je pas gaandeweg de voorstelling.’ Hoe reageert je familie in Israël? ‘Toen ik mijn oma van 94 vertelde dat we deze voorstelling gingen spelen zei ze: “Je moet niet denken dat dat iets aan de situatie in het Midden-Oosten gaat veranderen.” En dat is natuurlijk ook zo. Maar ik antwoordde haar: “Als we niets doen, verandert er zeker niets.” ‘We hebben het stuk nu best vaak gespeeld en de situatie in Israël is inderdaad niet veranderd. Maar mensen die na de voorstelling naar huis gaan, praten wel over de onder werpen die we aansnijden. Dan heb je toch al iets bereikt.
‘Ik weet maar al te goed dat het makkelijk praten is vanuit de luie stoel in Nederland. Mijn nichtje woont in Israël en zij haat Arabie ren. Ze wil ze het liefst allemaal ka pot schieten. Dan zeg ik: “Dat moet je niet denken. Je kunt ze niet alle maal over een kam scheren.” Maar zij heeft vreselijke dingen meege maakt. Toen ze in het leger zat, wilde ze een bus nemen die vertrok van haar basis. Ze was iets vergeten en ze ging terug om het te halen. De bus vertrok zonder haar en werd opge blazen. Vriendinnen kwamen daar bij om. Dan begrijp ik die haat wel.’ Maar hoe zorgen we nou voor die wereldvrede? ‘Wist ik het maar. Ik denk in ieder geval dat het heel belangrijk is dat we elkaar als gelijken zien. Dat is een goed begin. ‘Neem nu die muur in de Wes telijke Jordaanoever in Israël. Een generatie groeit op zonder ooit te weten wie de mensen zijn die aan de andere kant van die afscheiding leven. Als je de ander nooit ziet of spreekt dan kan je ook niet vaststel len of deze misschien wel een vriend is en geen vijand.’ Door Vincent Bongers
George & Eran lossen wereldvrede op Theater Rast Maandag 27 januari Theater Ins Blau € 12,50
TRIANON The Wolf of Wall Street dagelijks 20.30 Philomena dagelijs 19.00, za. zo. + wo 14.30 Hemel op Aarde do. vr. za. zo. ma 19.00 The Hunger Games : Catching Fire dagelijks 21.30, za. zo. + wo 14.00 Avant l’hiver dagelijks 19.00 The Butler dagelijks 21.30 47 Ronin 3D dagelijks 18.45, za. zo. + wo 14.30 Toscaanse bruiloft di. wo. 18.45 KIJKHUIS La grande bellezza dagelijks 21.00, zo. 14.00 Philomena dagelijks 21.30 Venus in fur Dagelijks 18.45, Zo. 14.30 Dallas Buyers Club Dagelijks 19.00 LIDO The Wolf of Wall Street za. zo. + wo 14.30 The Hobbit: The Desolation of Smaug dagelijks 20.30, za. zo. +wo. 14.30 Jack Ryan: Shadow Recruit dagelijks 21.30 Bro’s Before Ho’s Dagelijks 18.45 Mannenharten dagelijks 18.45 Last Vegas dagelijks 21.30 Soof za. zo. 15.30, dagelijks 18.45 + 21.30 Devil’s Due dagelijks 21.30 Ender’s Game dagelijks 18.45, za. zo. 15.30 + wo 14.30
MUZIEK
QBUS Leidse Jazzweek: Kris Berry & Perquisite Vr 24 januari 20.30 €12,50 DE TWEE SPIEGHELS Zosja! Vr 24 januari 21.00 Bernard Berkhout and friends Za 25 januari 16.00 Robin Koerts and friends Za 25 januari 16.00 Martijn van Iterson quartet Zo 26 januari 16.00 Vernon Chatlein - Elements Zo 26 januari 16.00 Jamsessie o.lv. Martijn Groen Ma 28 januari 21.00 STADSGEHOORZAAL PopUp JazzClub – DJ Rafiki Do 23 januari 01.00 PopUp JazzClub – Swamptown Ball Vr 24 januari 21.00 €5 PopUp JazzClub – Tenzers Oldschool & Sons Vr 24 januari 01.00 €5 PopUp JazzClub – Typhoon Za 25 januari 20.00 €10 PopUp JazzClub – Erik Lourenssen & Jeroen Kok Za 25 januari 23.30 €5 PopUp JazzClub – Sabrina Starke PopUp JazzClub – Jamsessie Zo 26 januari 18.00 Julliard String Quartet Zo 26 januari 14.30 vanaf €20 Nederland Musicalland Do 30-1 januari 20.15 vanaf €22
THEATER
THEATER INS BLAU Nachtgasten: De Activist Vr 24 januari 20.30 €16 Club Guy & Roni / Slagwerk Den Haag / VOCAALLAB Za 25 januari 20.30 €19 Blue Monday: Theater Rast Ma 27 januari 20.30 €12,50 Pips:Lab / Daan van West - Yvonne Wo 29 januari 20.30 €17 LEIDSE SCHOUWBURG Dames voor na vieren - Bruids- en Grafwerk Do 23 januari 20.15 vanaf €10 Loud! - Urban Dans Vr 24 januari 20.15 vanaf €9 Waarom mannen seks willen en vrouwen liefde nodig hebben Za 25 januari 20.15 vanaf €10
12 Mare · 23 januari 2014 Het Clubje
Bolwerkers
Laatste buiging
Foto Taco van der Eb
‘Lekker snel doorvegen’ Vier voor half jazz Jelmer Jelsma (21, geschiedenis, pianist): ‘Er bestaat een oud cliché: een popartiest speelt drie akkoorden voor drieduizend mensen en een jazzartiest speelt drieduizend akkoorden voor drie mensen.’ Rogier Verlinden (21, bio-farmaceutische wetenschappen, gitarist): ‘Dat is ook de kwalijke kant aan jazz. Er zijn altijd mensen die het kunnen waarderen, maar vaak horen ze geen verschil tussen leuke muziek en heel goed spelen.’ Karst van Hameren (22, geschiedenis, tenorsaxofoon): ‘Als je het niet kent dan kan je echt denken: “Waar gaat dit over!?” Frans Bauer lijkt dan echt veel beter.’ Gilles Becker (20, rechten, basgitaar): ‘We willen jazz meer op de voorgrond
Bandirah
krijgen. Qua studentenbandjes loopt Leiden eeuwen achter op de rest van Nederland. In Wageningen bestaan er drie studentenbands die ouder dan honderd jaar zijn. Het zou gaaf zijn als we over twintig jaar terugkomen en er staat een jazzbandje op Minerva te spelen.’ Verlinden: ‘Onze naam slaat ook op de Tent. Vier voor half zes is de traditionele borreltijd op Minerva. Jazz is heerlijke achtergrondmuziek voor bij de borrel.’ Van Hameren: ‘De naam is een proces. We hebben de meest belachelijke namen gehad…’ Jim Dwinger (21, japans, drums): ‘… Baard en de Billengezichten, Gillette en de Scheermesjes. We hebben ook een tijdje Jazzje Dazzje geheten.’ Verlinden: ‘Het idee voor een band
is bij Gilles en mij ontstaan, maar Karst leent zich als saxofonist het best als frontman.’ Van Hameren: ‘De sax en de baard zijn de leidraad van de band.’ Dwinger: ‘Natuurlijk moet je elkaar als groep goed kunnen aanvoelen. We zijn het afgelopen jaar zeker gegroeid .’ Jelsma: ‘Jazz heeft veel nummers die voor de muzikant leuk zijn om te spelen. Ik wil nog wel eens vervelend doen door af en toe aritmisch te spelen en te kijken hoe de drummer en bassist reageren.’ Becker: ‘Jazz is heel dynamisch.’ Verlinde: ‘Het is een spelletje waarvan de regels constant veranderen. Dat houdt het spannend en uitdagend. Je moet je aanpassen aan wat de anderen doen.’ Van Hameren: ‘Er is ook geen vaste
tempoaanduiding. Er zijn nummers die ontzettend traag gespeeld worden waarvan wij denken dat het sneller kan.’ Jelsma: ‘Omdat we niet goed traag kunnen spelen. Als je sneller speelt, is het niet zo erg als je iets verkeerd doet. Het volgende nootje komt al snel erna, dus kan je lekker doorvegen.’ Becker: ‘Zo pakt iedere band elk nummer totaal anders aan. Bij optredens met verschillende bandjes hoor je sommige nummers wel drie of vier keer voorbij komen, maar bij iedereen geeft er een andere draai aan.’ Dwinger: ‘Iedereen heeft zijn eigen inbreng. Er bestaan geen vaste versies. Jazz is een muziek voor muzikanten.’ Door Esha Metiary
Alles met een begin, heeft tevens een einde. Boeddha wist dat, William Shakespeare wist dat, het Orakel uit de Matrix-trilogie wist het, zelfs Peter Blanker weet het. En ergens wist ik het zelf ook wel toen ik in januari 2013 begon met deze columnreeks. Een run die nu helaas beëindigd wordt. Ik ruim het veld. Deze vedette neemt zijn laatste buiging voordat hij van dit toneel verdwijnt. Het afgelopen jaar heb ik deze plek gebruikt om schaamteloos mijn eigen blik op de wereld naar een behoorlijk grootschalig publiek te katapulteren, maar altijd met als hoofddoel vooral te vermaken. Ik heb in ieder geval zeer genoten van mijn tijd in de spotlights van de Leidse journalistiek, los van de vraag of u ervan genoten hebt. Over smaak valt wel degelijk te twisten en het is zelfs een interessant twistobject, maar ik zal altijd mijn meningen, observaties en flauwe grapjes verdedigen. Zou toch gek zijn als ik het afgelopen jaar de achterpagina van Mare had gevuld, terwijl ik het niet steeds roerend met mezelf eens was geweest. Ben ik een onhandelbaar projectiel geworden? Ben ik verzadigd geraakt? Heb ik er geen zin meer in? Druk ik te zwaar op de begroting? Wordt mij het zwijgen opgelegd door de bobo’s van de universiteit? Word ik vervangen door een jonger, strakker stuk oogsnoep? Niks van dat alles, hoewel ik over dat laatste nog niet kan oordelen. Er is, zoals dat zo clichématig gesteld moet worden, simpelweg een tijd van komen en een tijd van gaan en mijn tijd om te gaan is nu gekomen. Fysiek laat ik een behoorlijke ruimte achter om op te vullen, hopelijk bent u grotendeels van mening dat ook mijn spreekwoordelijke schoenen niet gauw gevuld zullen zijn. Het is tijd voor een andere stem, een ander gezicht. Dat is het aan vervelend grenzende noodzakelijke doel van een democratie: er moet ruimte zijn voor iedereen om zijn zegje te doen. In een puur theoretische democratie is ieders mening evenveel waard. Zwaar idealistisch gelul natuurlijk, maar wel zo eerlijk. Het recht voor iedereen om zich te laten horen is grondwettelijk vastgelegd en daardoor onvermijdelijk. De universiteit en alle instanties die daaronder vallen zijn geen uitzondering. De academische wereld is bij uitstek het podium waar meningen frontaal met elkaar kunnen en zelfs moeten botsen. Ik kan slechts de hoop uitspreken dat mijn schrijfsels het afgelopen jaar vooral tot glimlachjes en stiekem een vertrapt teentje of gestuite borstkas hier en daar hebben geleid. Dames en heren, onwijs doei en we schrijven! Robbert van der Linde