21 november 2013 37ste Jaargang • nr. 10
‘Ff…ff…Fuck you! I have a ss…stutter’ Pagina 11
Rammen op een boksbal, spijkerbroekhangen en porno met frikadellen
Biologe reconstrueert de prehistorie met stuifmeelmonsters
Leidse studenten in Taiwan wachten op pepernotenpost
Pagina 3
Pagina 7
Pagina 9
De wijk van toen bestaat niet Bewoners van de Haagse Schilderwijk idealiseren het verleden
Bewoners van de Schilderswijk kijken hoe hun hindoestaanse buren het Holifeest vieren en met gekleurd poeder strooien. Foto Hollandse Hoogte
Was vroeger alles beter? Historicus Diederick Klein Kranenburg trok naar de Haagse Schilderswijk en zocht naar de waarheid achter de nostalgie. ‘Donder op. As ik mijn bijl heb geslepen, mot je terugkomme.’
Door Marleen van Wesel ‘Vroeger, als je ruzie had, kon je een glas in je gezicht krijgen, maar nou is het gelijk maar een mes of een pistool’, vertrouwde een dame die al ruim zestig jaar in de Haagse Schilderswijk woonde toe aan promovendus Diederick Klein Kranenburg (1983). Ze
is inmiddels een uitzondering, nog slechts acht procent van de bewoners is van autochtone afkomst. Tot 1980 was de Schilderswijk juist een beruchte Haagse volksbuurt. Klein Kranenburg onderzocht de historische realiteit achter de mythes en clichés uit die tijd. Dinsdag hoopt hij op het proefschrift Samen voor ons eigen te promoveren. ‘Nederlandse volksbuurten, zoals de Jordaan in Amsterdam en ook de Schilderswijk, zijn regelmatig geportretteerd in boeken en series. Daarin zijn de bewoners vaak tamelijk arm, maar helpen ze elkaar en hebben ze een groot saamhorigheidsgevoel. Wetenschappelijk tegengeluid klinkt er nauwelijks. Sommige onderzoekers gaan er zelfs in mee. Je kunt je afvragen wat er klopt van dat romantische beeld.’ Klein Kranenburg plaatste een oproep in een lokaal krantje dat gratis bij bejaardentehuizen wordt verspreid en ging op onderzoek uit. ‘Ik ben geneigd om te zeggen dat er weinig overbleef van het heersende beeld. Bewoners waren in elk geval aanzienlijk minder homogeen dan over het algemeen wordt geschetst. Er waren aardige verschillen in inkomen, mentaliteit en in hoe men tegen de buitenwereld aankeek.’ Zijn onderzoeksperiode begint rond 1920. ‘Mensen zetten niet zo snel iets op papier, laat staan dat ze memoires schreven, en de archieven van de voorlopers van de sociale dienst zijn vaak vernietigd. Dus ik moest op zoek naar bewoners met herinneringen aan de Schilderswijk in andere tijden.’ Hij interviewde tientallen postbodes, kapsters, winkeliers, melkboeren en stratenmakers die waren geboren tussen 1916 en 1965. Zij staken vaak meteen van wal over mythes en clichés die ze zelf eigenlijk niet hadden meegemaakt. Om de echte verhalen van onder de nostalgische laag te peuteren vroeg Klein Kranenburg zoveel mogelijk naar concrete voorvallen. ‘Hoe de huizen waren ingedeeld, wie de buren waren, of zij wel eens
over de vloer kwamen. Soms was dat verwarrend voor de vertellers. Hun nostalgische beeld van vroeger kon door die concrete herinneringen plotseling omslaan.’ Een van de weinige Schilderswijkbewoners die wél wat heeft opgeschreven, was de directeur van buurthuis De Mussen, die in de jaren twintig als buitenstaander aantrad. Hij kreeg een emmer water over zich heen van een moeder die hij aansprak over een diefstal door haar zoon. En in een soortgelijke situatie liet een vader, zelf een notoire inbreker, hem weten: ‘Donder nou maar gauw op. Morrege mot je terug komme as ik de bijl heb geslepen.’ Maar toen hij de buurt mededeelde dat hij het clubhuis vanwege geldgebrek moest sluiten, bood een buurtbewoner spontaan aan een ‘krakie te zetten’ en kwam een buurvrouw aanzetten met een schort vol centen. Zo werd hij, bij hoge uitzondering, alsnog door de gemeenschap opgenomen. De onderlinge verschillen uit die tijd werden na de Tweede Wereldoorlog nog groter. ‘Mensen die het al goed hadden, kregen het nog beter en trokken weg. De achterblijvers keerden zich met zijn allen steeds meer af van de buitenwereld. Uiteindelijk bleef er een wijk over met juist wat minder onderlinge diversiteit. Bovendien was er in elke straat wel een groep die de toon zette en afwijkend gedrag publiekelijk afstrafte. Iedereen kende elkaar en als je geen onderdeel uitmaakte van de groep, hield je je maar beter gedeisd.’ Ook voor werk of opleiding had je zo min mogelijk buiten de Schilderswijk te zoeken, anders werd je op z’n minst voor professor uitgemaakt. ‘Iemand uit de straat die zat op de hbs’, vertelde een geïnterviewde die in de jaren vijftig in de wijk opgroeide. ‘Dat was een familie waarvan je zegt die waren echt buitenbeentjes. Omdat ze doorleerden.’ Klein Kranenburg: ‘Als je verder wilde leren, ambtenaar werd, of anders praatte, kortom: als je afweek,
werd je in het lichtste geval genegeerd. Maar het kwam regelmatig tot conflicten, want alles werd gerust op straat uitgevochten. Er zijn ook mensen de wijk uitgejaagd. Er was een beruchte straat waarin een grote groep mensen bepaalde wie er in welk huis mocht komen wonen. Toen een van de geïnterviewden in een zogenaamd gereserveerde woning terechtkwam, werden er tomaten en eieren tegen haar ramen gegooid. Toen dat stenen werden, is zij met haar man maar vertrokken.’ De periode na de oorlog, waarop het heersende beeld over de Schilderswijk nog het meest van toepassing is, duurde niet lang. Eind jaren zestig kwamen de eerste migranten: vrijgezelle, hardwerkende mannen die je nog nauwelijks op straat zag. De grotere veranderingen kwamen een decennium later, toen hun gezinnen zich ook in de wijk vestigden. In diezelfde tijd vond er een grote sanering plaats. ‘Oftewel: een groot deel van de wijk werd gesloopt en opnieuw opgebouwd. Door die verschillende factoren veranderde de autochtone volksbuurt uiteindelijk in een migrantenwijk. Oude bewoners wisten soms met de hele straat tegelijk naar een flat in Zoetermeer te verhuizen.’ De enkeling die nog altijd in de wijk woont, laat over deze periode een ander geluid horen. ‘Zij vertelden veel genuanceerder over, zoals ze dat zelf noemen, de buitenlanders. Mensen die in de jaren zestig, zeventig vertrokken, idealiseerden het verleden meer en zijn negatiever.’ Dat idealiseren van het verleden hoort hij ook regelmatig bij politici terug. ‘Argumenten voor de participatiemaatschappij bijvoorbeeld, zijn deels gebaseerd op nostalgische gevoelens. Vroeger was het beter, toen hielp je elkaar nog, enzovoorts.’ Met zijn proefschrift wil hij daarvoor waarschuwen. ‘Maar voor individuen, die nu oud en soms ook eenzaam zijn, kan zo’n gouden blik op het verleden juist een nuttig en fijn mechanisme zijn.’
Literair talent opgelet! Win € 250 met Mare-kerstverhalenwedstrijd Ook dit jaar weer: de Mare-kerstverhalenwedstrijd! Schrijf een verhaal van tussen de 1500 en 2000 woorden en win €250, €75 of €50. Oproep van auteurs en juryleden Christiaan Weijts en Arjen van Veelen: verras ons. Mail uiterlijk 12 december naar: redactie@mare.leidenuniv.nl Deelname alleen voor Leidse studenten.
Bandirah Pagina 12
2 Mare · 21 november 2013 Geen commentaar
Bouncers Door Bart Braun Voor een politiek plan is Sander Dekkers visie op Open Access van een bewonderenswaardige helderheid. De staatssecretaris kwam met duidelijke deadlines, concrete afspraken, goede motivatie, een stok achter de deur. Namelijk: in 2024 moet alle Nederlandse wetenschap openbaar toegankelijk zijn. Jammer wel, dat hij geen extra geld uittrekt. Universiteiten moeten straks grof geld betalen om Open Access in Nature te publiceren, en vervolgens nog steeds een duur abonnement nemen op Nature om te kunnen lezen wat hun buitenlandse collega’s schrijven. Die doen namelijk niet per definitie mee. Dekker heeft de ambitie, en de universiteiten mogen betalen. Het probleem met Open Access publiceren is echter helemaal niet dat het zo moeilijk is. Het is juist veel te makkelijk. De afgelopen jaren verschenen honderden Open Access-tijdschriften die tegen vergoeding een .pdf ’je online ketsen. Sommige daarvan zijn voor wetenschappers, door wetenschappers. Andere bladen – vaak voorzien van een naam die bijna, maar net niet hetzelfde is als die van gezaghebbender titels – willen vooral geld binnen harken. Aan kostbare zaken als peer review of zelfs spellingscontrole besteden zulke predatory publishers geen tijd. Peer review heeft twee functies. Als eerste keuren de reviewers de aanpak: deugen proefopzet en statistiek? Helemaal vlekkeloos gaat dit overigens niet, zoals onlangs bleek toen een journalist van Science een fop-artikel vol fouten bij maar liefst 157 bladen geaccepteerd kreeg. Minstens zo belangrijk is dat reviewers fungeren als de bouncer of doorbitch van de wetenschap. Natuurlijk moet de methodologie deugen, net zoals disco-bezoekers allemaal mensen moeten zijn en geen vermomde circusdieren. Belangrijker is de vraag: ben je ook tof genoeg om naar binnen te mogen? In wetenschapstermen: is dit een belangrijke en relevante toevoeging aan het vakgebied? Die vraag was reuze belangrijk toen tijdschriften nog van papier waren, maar nu ze van pixels zijn, lijkt het minder een rol te spelen. PLoS One, het vlaggenschip van de open bladen, keurt uitsluitend op methodes. Zelfs die armzalige horde is overigens nog te hoog voor een derde van de indieners. De openheid lijkt op het eerste gezicht heel nobel: alles wat klopt, vindt een plekje. Als Dekker alle wetenschap Open Access wil in 2024, kan dat best. Het kan morgen, als hij een zak geld meeneemt. Er staat in zijn brief echter geen woord over hoe we die overstap gaan maken zonder dat de kwaliteit van de artikelen daalt. Als er voor alles en iedereen plek is, wordt dat plekje vanzelf het equivalent van de club vol ongewassen pubers en doorgesnoven gajes.
Colofon
Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl
De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000
Column
Hoofdredactie
Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie
Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Sybren Eppinga (stagiair) sybreneppinga@gmail.com Medewerkers
Emma Anbeek van der Meijden • Robbert van der Linde • Talitha Dehaene • Petra Meijer • Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving Marijke Hoogendoorn, richgirl-design.com • Marcel van den Berg Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Redactieraad
Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • prof. dr. A.J.W. van der Does • drs. B. Funnekotter • dr. H. Heestermans • L. ten Hove • D. Jacobs • prof. dr. J.J.M. van Holsteyn • Prof. dr. F. Israel • mr. F.E. Jensma • E. Kastelein • S. Kerkhof • E. Merkx • C. Regoor • prof. dr. N.J. Schrijver • R. van Wijk • C. van der Woude Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare.leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
Bronstige verbroederpoëzie Jaren geleden stond ik in een tochtige tent te schreeuwzingen met tientallen meisjes: ‘Wij zijn de meisjes van het naaiwerkatelier, we willuh naaaaiuh’ – dit gericht aan tientallen jongens die daarop terug brulden: ‘Wij zijn de jongens van het landbouwcomité, we willuh zaaaaiuh’. Bronstige poëzie voor de verbroedering. Ik was op het kennismakingskamp van Augustinus. Eigenlijk moet ik zeggen KMK, want studentenverenigingen hebben vaak, net als het leger, allerlei schijnbaar imponerende afkortingen in hun vocabulaire. Iedereen moest een groot wit T-shirt aan, en op de mouw met een plusje of minnetje aangeven of de drager in kwestie vrijgezel was, respectievelijk een relatie had. Aanvankelijk had ik me bij Minerva willen aanmelden. Toen ik daar tijdens de El Cid een joint opstak - jaren geleden, nogmaals - werd ik zowel het pand uitgestuurd als door een Minervaan uitgenodigd voor een feestje bij haar thuis met andere Minervanen én aspirant-Minervanen. Het waren vriendelijke mensen en de meisjes waren opvallend mooi. Maar er schemerden allerlei vreemde regels door, zoals het verbod op blote schouders en noodzaak van een baard, waardoor ik werd afgeschrikt. Terugkijkend denk ik: ik had de eerste Minervaan moeten worden die altijd een mouwloos T-shirt aan had en een opplakbaard. Hoewel ik maar 24 uur bijna-Augustijn ben geweest moet ik er nog wel eens aan denken. Mijn dag als naaister. Bijvoorbeeld toen ik deze week Sletvrees zag, de nieuwe film van documentairemaker Sunny Bergman. Een teleurstellend en warrig mengelmoesje van matige beelden, bijeen geplakt door de vragen wat een slet is (een ontuchtige vrouw, volgens Van Dale) en waarom het erg is dat sommige vrouwen zo worden genoemd. Hoe zit het met de studentenverenigingen van onze stad? Ik ben nooit lid geweest en heb alleen knorren als vrienden. Van een televisieserie als Feuten kan ik niet goed inschatten hoe waarheidsgetrouw deze is. Aangezien er vanuit verenigingen en de overkoepelende LKVV (Landelijke Kamer van Verenigingen) hysterisch gerea-
geerd wordt op enige associatie, vermoed ik echter dat er wel enige overeenkomsten zijn. Ik sta voor allerlei dringende vragen. Zijn er nog steeds disputen die bekend staan als sletrijk en worden ‘sjaars’ nog steeds gezien als vers slettenvlees? En zijn dat alleen maar vrouwen of wordt er ook over een promiscue jongen door zijn dispuutgenoten gefluisterd dat hij wel erg makkelijk zijn broek laat zakken? Roepen alleen vrouwen – al dan niet gekscherend – dat ze vanavond gaan sletten, of doen mannen dat ook? En dan niet alleen de ironische valse nichten, ook de hetero mannen. Wordt er eigenlijk geslet door lesbo’s en homo’s binnen de grootste verenigingen, of moeten zij naar verenigingen die speciaal voor hun seksuele voorkeur zijn opgericht? Ik vermoed dat het er bij Minerva, Quintus e.d. een stuk genderconservatiever aan toe gaat dan bijvoorbeeld Catena. Maar, zei de toenmalige voorzitter van Catena niet een keer in Mare, reagerend op de misverstanden die men heeft over zijn gedreadlockte, wijdgebroekte, ondergetatoeëerde, gothic-vriendelijke altovereniging: ‘Dat hier alleen in het zwart geklede, naar metal luisterende, suïcidale blowers zitten die zichzelf snijden [is een misverstand]. We hebben hier ook gewoon Breezersletjes.’ Wellicht duidde hij met die term losbandige jongens aan die alles doen wat God verboden heeft voor een fluorescerend tienerdrankje. Maar ik denk het niet. Ik hoop van harte dat studenten zich sletterig gedragen als ze daar zin in hebben - want dit zijn uitgekiende jaren om je in sletland te begeven - en de beste biotoop is dan een vereniging, lijkt me. Ten tweede hoop ik dat het woord slet voortaan gebruikt zal worden als anachronistische grap, verwijzend naar de tijd dat we iemand veroordeelden die volgens onze standaard seks heeft gehad met een te groot aantal mannen/vrouwen/ shemales. Volgende keer het woord sloerie. Emma Anbeek van der Meijden is masterstudent taalbeheersing
21 november 2013 · Mare 3 Mensen
071 -527 …
Geen prijs voor vrouw-zijn
Prijswaarheid
Archeologieprofessor ziet onderscheiding als kroon op carrière
‘Ik spot andere talentvolle vrouwen die mee kunnen doen aan mijn onderzoek.’ Foto Marc de Haan
Vandaag krijgt archeologe Corinne Hofman de Merianprijs voor vrouwelijke wetenschappers. ‘Ik ben geen Boulevard-professor’ Door Sybren Eppinga ‘Ik zie het zelf niet zozeer als een prijs voor mijn vrouw zijn, maar één als kroon op mijn carrière’, zegt Corinne Hofman, hoogleraar Caribische archeologie. ‘Maar ergens ben ik wel benieuwd of ik de prijs had gekregen als mannen en vrouwen mochten meedingen.’ Vandaag neemt ze bij de Koninklijke Akademie van Wetenschappen (KNAW) de Merianprijs voor vrouwelijke wetenschappers in ont-
vangst. Met de prijs is een bedrag van 50 duizend euro gemoeid. Dat geld wil ze inzetten voor vrouwelijke wetenschappers in de Cariben. ‘Op de Dominicaanse Republiek ken ik een vrouwelijke directeur van een privémuseum. Voor haar is het belangrijk om doctor te worden en haar mogelijkheden te vergroten. Verder spot ik andere talentvolle vrouwen die mee kunnen doen aan mijn onderzoek.’ Vanaf de jaren ‘80 houdt Hofman zich al bezig met het gebied en heeft zij een onderzoeksgroep opgebouwd. ‘Het onderzoek aan de universiteit Leiden staat wereldwijd op nummer één, zeker als het gaat
om de inheemse geschiedenis van de Amerika’s.’ Vorig jaar ontving ze een beurs van 15 miljoen euro om onderzoek te doen naar de oorspronkelijke indiaanse bevolking op de Cariben, het Nexus 1492-project. De Caribische geschiedenis begint vaak bij de komst van Columbus in 1492. ‘Maar er is nog zoveel te vertellen. De geschiedenis van het gebied werd overschaduwd door de ontdekkingen van de Maya’s, Azteken en Inca’s.’ De huidige bevolking kent nog steeds tradities die voortkomen uit de oorspronkelijke indiaanse bevolking. ‘Zo bouwen enkele gemeenschappen in de Dominicaanse
Republiek hun huizen nog op traditionele indiaanse wijze, maar zonder dat te weten. Voor velen begint de geschiedenis pas in 1492.’ Voor haar onderzoek is veel belangstelling op de eilanden, zegt ze. ‘Er komen veel mensen op ons af. Wij graven op publieke plekken zoals het strand. Ik hoor bijvoorbeeld van taxichauffeurs dat zij nu nieuwe verhalen te vertellen hebben.’ In januari vertrekt de eerste groep Nexus-onderzoekers naar de Cariben. ‘Naast het graven is er ook altijd vertier, zoals feestjes. Vaak plakken studenten er ook nog een paar weken vakantie aan vast.’ Maar het verhaal dat Amy Winehouse tijdens een veldcampagne op haar verzoek een optreden heeft verzorgd wil zij niet bevestigen. ‘RTL Boulevard heeft destijds ook gebeld. Ik wil best wat over mijn onderzoek vertellen, maar over de bezoekers zeg ik niets. Ik ben geen Boulevard-professor.’ Naast professor is zij decaan van de Faculteit der Archeologie en lid van de Nederlandse UNESCOcommissie. ‘Ik sta vroeg op. Als ik om zeven uur aan de koffie zit, heb ik nog anderhalf uur om mijn mails te beantwoorden. In het Nexusproject heb ik een persoonlijke assistent die mijn agenda’s bijhoudt. Daarnaast moet je weten aan wie je wat kan delegeren.’ Bij de uitreiking van de Merianprijs zal de laureate nog ingaan op de positie van de vrouw, verklapt ze. ‘Ik kijk als eerste naar talent, maar het is belangrijk om rekening te houden met gelijkheid en de mogelijkheden voor vrouwen.’ Op landelijk niveau is het volgens Hofman nogal bedroevend gesteld met vrouwen op hoge posities. ‘Nederland stond vorig jaar in Europa vierde van onder. Daarom vind ik het goed dat dit soort prijzen bestaan.’
Frutti di Mare
De meesten slaan keihard ‘Lekker rammen op niveau’, zegt Daan Postma (22, student psychologie) over de boksbal midden in de grote zaal van de Augustinussociëteit. Dit is de Krachtnacht, die hij samen met zijn gezelschap, de Orde der Tempeliers, jaarlijks organiseert. Hij wijkt even uit voor passerende bakken vol frikadellen. Een deel van de Augustijnen is vanavond jasje-dasje gekleed, of in polo, zoals Postma, de rest loopt in tot hun middel vastgeknoopte overals, met Rambo-hoofdbanden en Braveheartschmink. Dat zijn de vrouwen. ‘Dit is nou positieve discriminatie’, vindt Joeri Mooij (22, fiscaal recht). ‘Wij brengen vrouwen naar een hoger level. Eigenlijk zijn de Tempeliers een platform dat vrouwen eens een kans biedt.’ Alle vrouwelijke Augustinusgezelschappen zijn uitgenodigd, evenals twee uitverkoren eerstejaarscordialen én een extern dispuut. Postma: ‘Meestal zijn dat meiden van Quintus, maar dit jaar heb ik het dispuut van mijn vriendin uitgenodigd, uit Amsterdam. Kan ze ook eens zien hoe het er hier aan toegaat: behoorlijk competitief.’ In de hal klinkt een luide knal, gevolgd door gejoel. De veroorzaker, een meisje dat het als eerste met een fietspomp voor elkaar kreeg om een band te laten klappen, zoent haar eigen armspieren. Door Marleen van Wesel
Met een swagger-loopje en wilde hadje-wat-armgebaren loopt het gezelschap naar het volgende onderdeel. Even verderop botst een meisje in Medusa-shirt tegen Postma aan. ‘Waar the fuck kan ik spijkerbroekhangen?’ vraagt ze woest. ‘Ik heb verdomme geoefend tot ik 45 minuten aan mijn hoogslaper kon hangen.’ ‘Dat onderdeel hebben we dit jaar dus niet’, vertelt Postma. Een kop van jut en een frikadelleneetwedstrijd maken veel goed. Postma: ‘Het principe is: porno kijken en intussen zoveel mogelijk frikadellen eten.’ Augustinusvoorzitter Rex van der Plas (22, politicologie) licht toe: ‘Kijk, frikadellen eten, dat is best gemakkelijk. Maar als je dat combineert met het kijken van porno, dan denk je toch even: potverdikkeme, wat ben ik aan het doen? Tot kotsneigingen aan toe.’ In de Tuinzaal hangt een bedwelmende haarlaklucht. ‘Dat spul spuiten we in het ene uiteinde van een pvc-buis’, vertelt Postma. ‘Aan de andere kant steken we er een aardappel in. Vervolgens houden we er een aansteker bij en dan…’ Na een loeiharde knal is het even héél stil. Tientallen meiden kijken beduusd naar het plafond, waarin een flink gat zit, vlak naast de kroonluchter. ‘Hij heeft dat gedaan!’ gilt een meisje, wijzend op een van de Tempeliers. De
Vrijdag is de tweede Leidse Tedx, een conferentie waar allerlei sprekers korte praatjes houden om burgers te inspireren. Socioloog Michel Scholte, jij komt ook spreken. Waar ga jij het over hebben? ‘Over het berekenen en verbeteren van de echte prijs van producten, en het zichtbaar maken van verborgen kosten als CO2-uitstoot, waterverbruik of verlies van biodiversiteit. Zo kunnen bedrijven hun producten verbeteren, en consumenten betere keuzes maken.’ Je werkt voor True Price, wat is dat precies? ‘Een sociale onderneming die de echte kostprijs van producten berekent, en het echte rendement van portfolio’s. Zo kunnen we de sociale en ecologische kosten zichtbaar maken. Volgend jaar gaan we dat voor het eerst laten zien, met een reep van Tony’s Chocolonely.’ Wat zou een chocoladereep dan ècht moeten kosten, als je alle kosten die hij met zich meebrengt ook echt betaalt in de winkel? ‘Dat houden we nog heel even onder ons, maar de technologie hebben we wel. Die methode maken we volgend jaar openbaar.’ Maar hoe zet je alles om in geld? De kosten die alcohol met zich meebrengt door verkeersdoden en volksgezondheid kan je uitrekenen, maar hoeveel zijn kapot gezopen IQ-puntjes waard? ‘Dat laatste zit nu nog niet in onze prijsberekeningen, maar voor bijvoorbeeld CO2-uitstoot en onderbetaling bestaan standaarden en overeenstemmingen over hoe je moet rekenen.’ Wat zijn nou de producten waar we als maatschappij het meeste op toeleggen, omdat de echte kosten en de winkelprijs ver uit elkaar liggen? ‘Onze eerste studies laten zien dat het eigenlijk wel meevalt. Voor veel sectoren worden de producten niet eens zoveel duurder. Voor een kop koffie scheelt het bijvoorbeeld maar een zeer klein bedrag. Bij andere is het meer, maar het gaat niet om onoverbrugbare zaken.’ Het probleem dat niet alle kosten in de winkelprijs zitten, werd al in de jaren ’20 beschreven door econoom Arthur Pigou. Hij pleitte ervoor om dat met belastingen recht te zetten, maar jij werkt juist met bedrijven. ‘Wij werken met drie ministeries. De overheid ziet haar rol vooral als begeleider, die de partijen bij elkaar brengt. Wij werken bijvoorbeeld met DSM en AkzoNobel.’ En? Maakt Akzo haar plastics nu duurder dankzij jullie? ‘Nee! Het is geen proces waarbij we de economie op slot willen gooien door iedereen meer te laten betalen. We werken aan de innovatiekant, om uitstoot en vervuiling te voorkomen. We willen bedrijven juist laten zien dat transparantie over echte prijzen ook in hun eigen belang is, zodat ze daarmee risico’s en dus kosten kunnen besparen. Investeren in het voorkomen van olierampen is bijvoorbeeld veel goedkoper dan het opruimen van olie.’
‘Waar the fuck kan ik spijkerbroekhangen?’ Foto Taco van der Eb
rest valt haar bij. Ze zingen net zo hard tot hun stemmen vanzelf lager worden. Postma komt intussen zijn vriendin, Marlene, tegen. ‘Het is súperleuk’, vindt ze. ‘Ik kom uit Amsterdam, snap je, wij kijken altijd graag hoe het ergens anders gaat.’ Met oerkreten worden even verderop aan de bar biertjes overmeesterd door blonde meisjes. ‘Nou ja, ik woonde zelf eerst ook in Leiden, ik weet wel dat het hier gewoon leuk is hoor’, zegt ze
snel. Haar favoriete onderdeel was het boomzagen. ‘Daar begonnen we mee. Meteen lekker effectief.’ ‘Aaaah, de boksbal’, roept Mooij. Die vindt hij dan weer het allermooist. ‘Dat is de enige echte krachtmeter.’ Vrouwen doen daarbij heus niet onder voor mannen. ‘Kijk dan, er gaat er net eentje slaan. Ze haalt uit en ze sláát… nul punten. Maar de meeste vrouwen slaan echt heel hard.’
Je hebt eerder de StudentenhaverFestivals georganiseerd, om studenten bij sociale thema’s te betrekken. Lukt dat ook met zoiets abstracts als een True Price? ‘Ja, heel goed zelfs. Het spreekt aan, omdat het een constructieve manier is om met grote vraagstukken om te gaan. Iedereen snapt het, en je kan het heel concreet maken in je dagelijkse bestedingen.’ BB Tedx Leiden Meelfabriek vrijdag 22 november, 13.00-22.00 toegang € 75 (€ 25 voor studenten) www.tedxleiden.nl
4 Mare · 21 november 2013 Nieuws
Gestolen fietsen Een dropping in het Westland is drie Leidse studenten duur komen te staan. Voor hun ontgroening van een studentenvereniging moesten zij in de nacht van vorige week woensdag op donderdag vanuit De Lier terug zien te komen naar Leiden, een tocht van ruim dertig kilometer. Het trio besloot fietsen uit een schuurtje in het dorp te stelen. Toen omstanders inbraakgeluiden hoorden, waarschuwden zij de politie. Agenten zagen de studenten fietsen en hielden ze aan. Uiteindelijk werd het drietal ingesloten. De politie wil niet zeggen om welke vereniging het gaat.
Koffiebekers ‘Biologisch afbreekbaar’ staat er in blauwe letters op de witte koffiebekers die overal aan de universiteit worden gebruikt. ‘Maar dat biologisch afbreekbare werkt pas als je ze los inzamelt, wat bij de faculteit Geesteswetenschappen momenteel nog niet gebeurt’, merkte Sander van Diepen van studentenpartij BeP op tijdens de afgelopen faculteitsraad. ‘Ik volg een minor bij sociale wetenschappen en daar zag ik dat er aparte gaten naast de afvalbakken zitten voor de bekers.’ Jolanda Riel, portefeuillehouder bedrijfsvoering, beloofde op de opmerking terug te komen.
Leidse eredoctoraten De Oostenrijkse reumataloog Josef Smolen en de Duitse chemisch bioloog Herbert Waldmann ontvangen een eredoctoraat van de Universiteit Leiden. Smolen heeft onder andere een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de behandeling en prognose van auto-immuunziekte reumatoïde artritis. Zij krijgen de onderscheiding bij de volgende dies natalis van de universiteit op 7 februari 2014. Bij de uitreiking van de eredoctoraten zijn professoren Tom Huizinga en Hermen Overkleeft de erepromotoren.
Wielrennen tegen suiker Profwielrenner Martijn Verschoor (28) heeft 15 duizend euro gedoneerd aan het Leids Universitair Medisch Centrum voor onderzoek naar suikerziekte. Verschoor heeft in totaal 16 duizend euro binnengehaald door met zijn ‘Stichting Diabetes Type 1 en Topsport’ in Drenthe de Diabetes Classic te organiseren. De duizend euro die niet naar het LUMC gaat, wordt gebruikt om ook in 2014 de Classic te kunnen houden. Verschoor heeft zelf diabetes type 1 en is wielrenner op topniveau. Hij rijdt voor de Amerikaanse wielerploeg Novo Nordisk. Alle coureurs in dit team hebben suikerziekte.
Lege koopwoningen D66 Tweede Kamerlid Kees Verhoeven wil graag dat woningcorporaties leegstaande koophuizen tijdelijk verhuren aan studenten. ‘Heel veel studenten wachten nog op een woning’, zei Verhoeven dinsdag tegen minister Blok van Wonen, tijdens het debat over de begroting van het ministerie. ‘Kan de minister bekijken of het mogelijk is de wet- en regelgeving zodanig aan te passen dat ook te koop staande corporatiehuizen beter en makkelijker te verhuren zijn aan studenten, zodat zij in de tussentijd die huizen kunnen gebruiken?’ Blok heeft nog niet op het voorstel van Verhoeven gereageerd.
Erasmusprogramma Voor het Erasmus+-programma heeft het Europees Parlement dinsdag 14,7 miljard euro beschikbaar gesteld om studeren in het buitenland te stimuleren. Het nieuwe programma is een verzamelnaam voor bestaande onderwijsfondsen en opleidingen binnen de EU, waaronder ook de populaire Erasmusbeurzen vallen. Ook vrijwilligers en jonge sporters moeten nu de mogelijkheid krijgen een studie te volgen of stage te lopen. Daarnaast wil Brussel dat studenten een lening aan kunnen vragen voor een masteropleiding in een ander EU-land. Het totale budget van het Erasmus+-programma geldt voor de periode van 2014 tot en met 2020.
Alles in tien jaar Open Access Wetenschappelijke artikelen moeten openbaar, zegt staatssecretaris Staatssecretaris Sander Dekker wil dat over tien jaar alle wetenschappelijke publicaties via Open Access beschikbaar zijn. Wie buiten de universiteitsmuren googlet op wetenschappelijke artikelen, loopt al snel tegen digitale betaalmuren op. Onderzoek dat gedaan is van gemeenschappelijk geld, is lang niet altijd voor de gemeenschap beschikbaar. Dat is altijd zo geweest, maar vroeger, toen wetenschappelijke tijdDoor Bart Braun
schriften van papier waren en ergens opgeslagen moesten worden, was er geen keus. In het internet-tijdperk is die keus er wel, en verschijnt er ook wetenschap in zogeheten Open Access-tijdschriften, die wel gratis toegankelijk zijn voor iedereen. Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wil dat per 2024 alle Nederlandse onderzoek via Open Acces toegankelijk is. Om die deadline te halen moet in 2019 zestig procent al zover zijn. ‘Voor sommige disciplines is dat
nog niet of nauwelijks gebruikelijk; in een aantal disciplines zijn er weinig Open Access-tijdschriften beschikbaar. Ook zijn er disciplines waar boeken de gebruikelijke manier van publiceren zijn. Dat maakt de gestelde doelen ambitieus’, geeft Dekker toe in zijn brief. Wat het ook ambitieus maakt, is dat publiceren op deze manier duurder is. Wie in het topblad Nature wil publiceren onder Open Accessvoorwaarden, betaalt zo’n drie en een half duizend euro extra. Dekker trekt in zijn brief geen extra geld uit
voor die kosten. Dat had de Britse overheid wel gedaan, echter: ‘Dit leidde niet tot een versnelde transitie, maar tot een continuering van de overgangsfase.’ Als de Nederlandse overstap niet vanzelf gaat, zullen Dekker en zijn minister een wetswijziging opstellen die het verplicht maakt. Over het openbaar maken van onderzoeksgegevens, voor subsidieverstrekker NWO een belangrijke eis, staat niets in de brief. Dekker beschouwt dat als een ‘verschillend onderwerp, met andere belangen.’
Trage computers, verdwenen documenten Docenten van de rechtenfaculteit klagen over computerproblemen. Het bestuur kan geen garantie geven dat het haperende netwerk snel weer soepel loopt. Het is onduidelijk wat er nu precies misgaat, bleek tijdens de faculteitsraad rechten van maandag. Personeelslid en promovenda Judit Altena kaartte de trage computers aan. De problemen duren al maanden en worden maar niet opgelost. Medewerkers hebben last van ‘permanente traagheid in alle programma’s, maar vooral mensen die in lange Word-documenten werken hebben problemen. Een eenvoudige bewerking duurt minuten’, zei Altena. ‘Soms vraag ik me af of er wel genoeg sense of urgency is bij het bestuur om het probleem op te lossen. We horen er zo weinig over. Is er zicht op een oplossing? Het zal ongetwijfeld zijn dat mensen er hard mee bezig zijn maar we merken er niets van. Het voelt als eeuwige ellende.’ ‘Het is helaas een bekend probleem dat een maand of drie geleden begonnen is’, zei Kees Pafort van het rechtenbestuur. ‘Computers starten traag op. Documenten raken kwijt. Er zijn veel calls afgegeven aan het ICT Shared Service Centre (ISSC) van de universiteit. Ik ben er 100 procent van overtuigd dat de ISSC-medewerkers er heel hard aan werken om het probleem te tackelen.’ Pafort gaf toe dat de ‘oplossingen tot nu toe geen lange houdbaarheid hebben’. ‘Telkens duikt het probleem opnieuw op. Het heeft mogelijk te maken met de invoering van de
nieuwe universitaire werkplek. En het aanhaken van andere faculteiten aan een centraal systeem. Ik kan geen enkele garantie geven over een oplossing. We kaarten het steeds aan bij het ISSC. Het is blijkbaar moeilijk om de vinger op de zere plek te leggen. Het is onduidelijk wat er precies mis is.’
Rechtendecaan Rick Lawson: ‘Het rechtenbestuur staat hier even machteloos in als de andere medewerkers van de faculteit. Het is niet iets dat we kunnen oplossen door extra geld te investeren of snoertjes goed in stekkertjes te doen. We zijn leken aan de zijlijn op dit punt. Het is niet anders.’ VB
‘Gemeenten kaasschaven te vaak’ Welke partij het grootst is in de gemeenteraad, heeft geen invloed op lokale bezuinigingskeuzes. Dat blijkt uit onderzoek van The Hague Governance Quarterly, een nieuw online platform van Bestuurskunde en The Centre For Innovation van Campus Den Haag, dat vrijdag wordt gepresenteerd. Wat zijn de resultaten? Universitair docent bestuurskunde Joery Matthys: ‘Op een aantal gebieden, zoals jeugd en veiligheid, wil men overal liever niet bezuinigen; bij een aantal andere zaken vindt men nog wel wat ruimte. Dat bleek niet afhankelijk te zijn van de
politieke partij die het grootst is. Dat is niet vreemd, maar we hadden iets anders verwacht. We constateerden ook dat de kaasschaafmethode niet erg geliefd is, maar wel veel wordt gebruikt. Daarbij hoeven namelijk geen echte keuzes gemaakt te worden. ‘Verder zou je zeggen dat men op bepaalde gebieden waarop al flink bezuinigd is, zoals cultuur en verkeer, nu wat terughoudender zal zijn. Maar dat is juist niet het geval.’ Hebben jullie ook ontdekt welke bezuinigingen het best werkten? ‘Nog niet echt. We hebben burgemeesters en gemeentesecretarissen namelijk gevraagd waarop
al bezuinigd is, waarop dat naar verwachting nog gaat gebeuren en voor welke gebieden ze zelf zouden kiezen. De effectiviteit is niet specifiek bevraagd, maar veelgebruikte methodes, zullen wellicht het beste werken. Hoewel juist de kaasschaafmethode eerder nefast is.’ De volgende editie gaat over extra inkomstenbronnen voor gemeenten. Waar kunnen we aan denken? ‘Er zijn natuurlijk de klassiekers, zoals vergunningen. Maar er zijn ook innoverende ideeën, met groene projecten, die op langere termijn wat kunnen opleveren. Binnenkort gaat de nieuw survey de deur uit.’ MVW
Meer academici voor de klas Promovendi moeten al tijdens hun promotie een gedeelte van de lerarenopleiding kunnen volgen, vindt universiteitskoepel VSNU. Er is een lerarentekort in Nederland, en er is vooral een tekort aan universitair geschoolde docenten. In 2016 zullen er zo’n 2200 voltijdbanen tekort zijn. De Nederlandse universiteiten presenteerden een gezamenlijk actieplan om meer academici voor de klas te krijgen. De instroom van universitaire lerarenopleidingen is de afgelopen jaren wel gestegen, maar niet genoeg om de dreigende tekorten op te vangen. Universiteitskoepel VSNU presenteerde daarom een actieplan. Er komt meer voorlichting over en werving voor de lerarenopleidingen, maar wel gecombineerd met een selectie om ongeschikte kandidaten buiten te houden. Die opleidingen krijgen meer startmomenten, stoomcursussen en moeten flexibeler worden. Dat laatste zou er onder meer toe moeten leiden dat promovendi al tijdens hun promotie onderdelen van de lerarenopleiding kunnen volgen. BB
21 november 2013 · Mare 5 Nieuws
Rechten: toch vierjaarstermijn Faculteit wil omstreden regeling niet schrappen De faculteit Rechten wil vasthouden aan het vervallen van tentamencijfers van studenten die langer dan vier jaar over hun bachelor doen. De universiteitsraad, de Tweede Kamer en de Minister van onderwijs hebben zich inmiddels al met de vierjaarstermijn bemoeit. De universiteitsraad vindt dat faculteit zich aan het model Onderwijs en ExamenDoor Vincent Bongers
regelingen (OERen) moet houden. Dit om te voorkomen dat faculteiten teveel hun eigen plan trekken. De regeling bij rechten is een stap te ver, blijkt uit een advies onlangs van de universiteitsraad aan het college van bestuur: ‘Deze regeling is in strijd met het model-OER en kent nadelige ethische en praktische elementen. Het model geeft aan dat elk individueel tentamen een geldigheidsduur van tenminste vier jaar moet hebben. En dat geldt voor alle opleidingen, vindt de raad. Dus het vervallen van alle cijfers behalve
die van de propedeuse na vier jaar bachelor, is gewoon niet toegestaan. En dat moet zo blijven.’ Minister Bussemaker verplichtte de faculteit zelfs om de 25 weggestuurde studenten alsnog de kans te geven hun studie te redden. Een deel van de vastgelopen studenten gaat dat ook doen. Het rechtenbestuur houdt echter haar poot stijf en is niet van plan om de regeling aan te passen, bleek tijdens de faculteitsvergadering maandag. ‘We zijn in gesprek met het college over de geldigheidsduur van tenta-
mens’, zei Alex Geert Castermans van het rechtenbestuur. ‘Wij vinden dat het aan het faculteitsbestuur met instemming van de faculteitsraad is om dit te bepalen. En zo is dat ook vastgesteld in de Wet Hoger Onderwijs. Het is een hele goede regeling die zijn vruchten afwerpt. ‘Er is een enorme sprong gemaakt in het aantal studenten dat in vier jaar zijn bachelor afrondt. Van het 2007 cohort redde 38 procent het in vier jaar. Van het 2009 cohort is dat 59 procent. Dat sterkt ons idee dat het een juist besluit is geweest. We heb-
ben de studenten die met de maatregel te maken kregen, steeds geïnformeerd. Brieven gestuurd met daarin: “Pas op, Pas op.” En dat hielp.’ De faculteitsraad wilde weten of de studenten die nu met de bsa in het tweede jaar te maken krijgen ook de vierjaarstermijn krijgen opgelegd. Castermans: ‘Wat ons betreft blijft de regeling gelden voor studenten met en zonder bsa in het tweede jaar.’ Pas als blijkt dat de studenten met bsa in het tweede jaar snel door de studie rollen, wordt mogelijk voor hen de vierjaarstermijn afgeschaft.
Hoger collegegeld voor excellentie Het ministerie van Onderwijs geeft universiteiten toestemming om voor excellentietrajecten meer geld te vragen. Deze topopleidingen mogen maximaal twee keer het wettelijk vastgesteld collegegeld heffen. Het gaat om een experiment dat duurt van september 2014 tot september 2019. Het Leidse college van bestuur heeft nog geen besluit genomen over deelname aan het experiment. Minister van Onderwijs, Jet Bussemaker, heeft het hogere collegegeld vastgelegd in een Algemene Maatregel van Bestuur. De Wet op het Hoger Onderwijs hoeft voor de maatregel niet aangepast, want deze biedt ruimte voor experimenten. Voor studiejaar 2014-2015 is het collegegeld vastgesteld op 1906 euro. De topopleidingen mogen dus maximaal 3812 euro kosten. ‘De trajecten worden aangeboden aan studenten, die meer uitdaging willen en qua talent ook en ambitie meer aankunnen’, schrijft Bussemaker als toelichting op de wetswijziging. ‘De trajecten maken deel uit van een opleiding.’ De toegankelijkheid van opleidingen komt niet gevaar, benadrukt de minister. ‘De student kan altijd nog de “gewone” opleiding volgen.’ Bussemaker noemde zondag in het televisieprogramma Buitenhof de duurdere opleiding een ‘heel voorzichtig experiment’ in uitda-
gend onderwijs. En excellentie ‘kost meer geld omdat er bijvoorbeeld meer beroemde tophoogleraren uit het buitenland binnengehaald moeten worden’. De minister wil wel dat er door de deelnemende universiteiten ‘voorzieningen worden getroffen voor studenten die toptrajecten niet kunnen betalen. Ook moet de medezeggenschap de excellente opleiding steunen.’ Bussemaker legde uit dat een kwaliteitsimpuls in het onderwijs nodig is. ‘Het niveau is nog goed maar we moeten wel iets doen aan het onderwijs op universiteiten. Dat is wat verwaarloosd. Dat komt door de nadruk op onderzoek. Er is sprake van achterstallig onderhoud. Dat wordt nu aangepakt: Er komen meer contacturen, de grote uitval wordt bestreden en de docenten beter opgeleid.’ Voor uitstekende docenten mag ook wel meer aandacht komen. ‘Misschien is het interessant een prijs voor onderwijs in te stellen die vergelijkbaar is met de Spinozaprijs voor onderzoek.’ Opvallend is ook dat de minister afstand neemt van de ambitie van de EU om te streven naar een bevolking waarvan de helft opgeleid is. In Nederland is dat nu 41 procent en dat hoeft niet naar 50. ‘Dat mag geen doel op zichzelf zijn. We moeten niet alles in rendement vormgeven. Ik wil redeneren vanuit kwaliteit.’ VB
Leiden licht het best voor De Universiteit Leiden is het best in juist informeren van aankomend studenten. Dat blijkt uit onderzoek van de Landelijke Studenten Vakbbond (LSVb). Leiden is volgens de vakbond een uitzondering. Veel toekomstige eerstejaars krijgen namelijk te weinig adequate informatie over het onderwijs op hogescholen en universiteiten. Goede voorlichting is noodzaak volgens LSVb-voorzitter Jorien Janssen. ‘Er komt veel druk bij studenten te liggen om snel af te studeren. Dan is het maken van een goede keuze heel belangrijk. Daar hoort volledige informatie bij.’ In het totaal is naar 141 brochures gekeken van zeven verschillende bacheloropleidingen van elf universiteiten en zes verschillende hbo-bachelors van 26 hogescholen gekeken. De Leidse informatiefolders van psychologie en rechten staan boven aan
in de top-15. ‘Leiden is vrij volledig in haar informatie. Zo meldt tweederde van de onderzochte opleidingen hoe groot de werkgroepen zijn. Bij anderen gebeurt dat niet.’ De vakbond vergeleek enkele claims van opleidingen met de uitkomsten van de Nationale Studenten Enquête en oordelen van accreditatieorganisatie NVAO. Deze komen vaak niet overeen. ‘Veel informatie ontbreekt en is niet objectief. Toekomstige studenten hebben zo geen goed zicht op de inhoud van een opleiding.’ Minister van Onderwijs Jet Bussemaker wil onder andere dat jongeren zich voor 1 mei 2014 inschrijven voor hun nieuwe opleiding. Op dezelfde datum zijn opleidingen verplicht om objectieve en vergelijkbare informatie in hun voorlichtingsfolders te zetten. Janssen: ‘Het is eigenlijk te laat. Maar hopelijk doet het goede voorbeeld van Leiden volgen.’ SE
Elvis leeft! En danst bij Labyrint De BeFcie (Borrel- en Feestcommissie) van psychologenclub Labyrint organiseerde donderdag een Las Vegasfeest. Studenten konden zich verkleden als Elvis of als showgirl, en een heus Las Vegas-huwelijk afsluiten in een trouwkapelletje.
Leiden vier keer ‘top’ in Keuzegids Volgens de nieuwe Keuzegids Universiteiten heeft Leiden vier topopleidingen. Klassieke talen scoort het hoogst. Ook de studies biologie, biomedische wetenschappen en sterrenkunde verdienen het predicaat topopleiding. De Keuzegids heeft de opleidingen op diverse criteria gewaardeerd op een schaal van 1 tot 100. Opleidingen met meer dan 75 punten mogen zich een ‘topopleiding’ noemen. In Leiden zijn 42 opleidingen onder de loep genomen. De opleiding
Grieks en Latijn is ook de beste van Nederland. Naast de vier topopleidingen worden er in de Keuzegids ook enkele kritische noten geslagen over Leiden. Het university college in Den Haag de hoge verwachtingen op dit moment niet waar. Experts zijn niet overtuigd dat de opleiding in Den Haag voldoet aan de eisen die aan het wetenschappelijk onderwijs worden gesteld. Ook voor studenten met een beperking komt de universiteit niet als beste uit de bus. Leiden staat lager in de ranking. Vooral op het gebied van
communicatie over regels en mogelijkheden blijft de universiteit achter. Bij twaalf opleidingen komt de universiteit Leiden als beste uit de bus in vergelijking met andere universiteiten die een zelfde studie aanbieden. Het gaat onder andere om natuurkunde, criminologie en wijsbegeerte. In vergelijking met andere brede universiteiten staat Leiden op de tweede plaats achter de Radboud universiteit van Nijmegen. De universiteit blijft Groningen en Utrecht net voor, daaronder staat Vrije Universiteit van Amsterdam. SE
Nieuw: genderneutraal plassen
Vorige week vrijdag openden de Jonge Democraten (D66) een genderneutraal toilet op Leiden Centraal. Aanleiding die sinds 1 van kracht dat ouders
voor de actie is de wet november in Duitsland is, waarin is vastgelegd van kinderen die wor-
den geboren als man noch vrouw niet meer hoeven te kiezen tussen beide geslachten maar een derde mogelijkheid kunnen aankruisen. De Jonge Democraten hopen dat Nederland de wet uit Duitsland overneemt. Tessa Lansbergen (19, rechten en bestuurskunde): ‘In Nederland moet je aangeven of je man of vrouw bent. Maar er zijn ook transgenders die zich man noch vrouw voelen, en interseksuelen - één op de tweeduizend - die geen mannelijk of vrouwelijk geslacht hebben. Wij staan voor diversiteit en keuzevrijheid en vinden dat je door de overheid niet in een hokje gestopt moet worden.’ Luck van Leeuwen (19, Nederlands), die onder onder toeziend
oog van NS-personeel de het speciale wc-bordje aan de muur hing: ‘Wij willen ouders van interseksuele baby’s de kans geven hun kind een genderneutraal geslacht toe te kennen. Scheiden in de samenleving gebeurt ook op het toilet. Maar wat als je je geen man of vrouw voelt? Nu worden baby’s mishandeld door artsen om er maar een man of vrouw van te maken, terwijl deze mensen zich op latere leeftijd een lappendeken vol littekens voelen. Kies zelf wie je bent!’ Inmiddels is ook in Nijmegen, Den Haag en Breda een genderneutrale wc geopend. Volgens Van Leeuwen is de doelgroep blij. ‘Ik heb bericht gehad van transgenders en ze vinden het fantastisch.’ SVL
6 Mare · 21 november 2013 Achtergrond
Ingrijpen waar nodig Canadese Cleveringa-hoogleraar is vurig voorstander van interventies en civic courage ‘Het is niet gemakkelijk om van academicus politicus te worden’, weet historicus Michael Ignatieff. Dinsdag pleit hij in zijn Cleveringaoratie voor burgermoed. ‘There is no them. Just us.’ ‘Ik ben voorstander van interventies’, zegt Michael Ignatieff (66). ‘Zeker als je een einde aan een oorlog kunt maken. Uiteraard is het van belang om een zo breed mogelijk coalitie te formeren voordat er wordt ingegrepen. Je kunt zo anti-Amerikaans zijn als je wilt, ze leuk vinden of juist van ze walgen, maar dat maakt niets uit: we hebben ze wel nodig. Het is ondenkbaar dat zo’n coalitie gesmeed wordt zonder de VS. Mijn land, Canada, en bijvoorbeeld ook Nederland zijn gewoon te zwak om op eigen houtje in te grijpen. Zelfs de Fransen in Mali hadden technische en communicatieondersteuning van de Amerikanen nodig.’ Ignatieff is historicus, romancier, geflopt politicus en dit jaar Cleveringa-hoogleraar in Leiden (zie kader). Hij geldt als een vurig pleitbezorger van interventies, diplomatiek of desnoods militair. Want ook al loopt het ingrijpen in wereldwijde brandhaarden regelDoor Vincent Bongers
‘Als politicus ben ik echt naïef geweest’ matig verkeerd af, dat is geen reden om de bevolking in oorlogsgebieden maar aan hun lot over te laten, betoogt hij. ‘Kijk maar naar voormalig Joegoslavië. Het bloeden op de Balkan is gestopt. Er vallen geen doden meer in Kosovo en Bosnië. Dat komt door de inzet van president Clinton en diplomaat Richard Holbrooke. Zonder deze Amerikanen zouden er nu wellicht nog steeds oorlogsslachtoffers vallen.’ Ignatieff was in eerste instantie ook voorstander van de inval in Irak in 2003. ‘De beelden van Koerden in Halabja die in 1988 door Saddam met gifgas om het leven zijn gebracht, staan nog altijd op mijn netvlies gebrand. Als een dictator daartoe in staat is, vind ik dat de internationale gemeenschap moet ingrijpen.’ Hij sprak ook intensief met Koerden en sjiieten en kwam tot de conclusie dat het verwijderen van Saddam de enige manier was waarop zij in vrijheid konden leven. ‘Ik steunde de militaire interventie van Bush, maar ik ben daar op teruggekomen. Het was niet de juiste manier. Ach, je leert van dat soort inschattingsfouten.’ Met betrekking tot Syrië is hij een stuk voorzichtiger. ‘Assad is niet enige partij. We weten niet wie wel te steunen. De situatie leent zich niet voor militair ingrijpen, dus de enige mogelijkheid is er een staakhet-vuren uitslepen. Als dat lukt dan is dat een grote overwinning voor de mensenrechten.’ Maar het is alleen haalbaar als er geen olie op het vuur wordt gegooid. ‘De uitdaging is juist het verstikken van de vlammen door er een deken over heen te gooien. Anders gaat het bloeden door. Dus moeten we afspraken maken met Rusland, Saoedi-Arabië en andere grote spelers en zorgen dat zij stoppen met het
leveren van wapens.’ Hij vindt dat er de nodige overwinningen te noteren zijn. ‘De vernietiging van chemische wapens in Syrië bijvoorbeeld. Nu is de uitdaging om ook het verrijken van nucleair materiaal in Iran te stoppen. En dat zonder het gebruik van geweld.’ In zijn Cleveringa-rede gaat Ignatieff in op het tonen van civic courage. Het is van belang om autoriteiten aan te spreken op hun gedrag en beleid, ook al brengt dat risico’s met zich mee. ‘Cleveringa had die moed. (zie kader) Hij nam het niet alleen voor Meijers op omdat het zijn collega of zelfs een vriend was. Ook niet alleen omdat hij net als Cleveringa een mens was. Hij nam het voor hem op omdat Meijers een medeburger was. Dat is belangrijk, zeker nu nationalisme en extremisme de kop op steken in Europa. Rechtse maar ook linkse populisten wakkeren het wijen-zij-denken aan. Daar moeten we juist vanaf. There is no them. Just us.’ Ignatieff koos er zelf voor om niet in zijn luie stoel te blijven zitten en vanaf de zijlijn te roepen hoe het allemaal moet. Hij stapte de politiek in en werd uiteindelijk leider van The Liberal Party, een van de grootste partijen in Canada. ‘Het begin was uiterst succesvol. Maar uiteindelijk ging het toch mis. Ik kreeg hevige aanvallen te verduren van mijn politieke tegenstanders. Ik had dertig jaar met veel succes gewerkt in het buitenland. En dat werd als wapen tegen mij gebruikt. Ik was geen echte Canadees, vonden mijn vijanden. Niet wat ik te vertellen had was belangrijk, maar of ik wel Canadees genoeg was. Dat vond ik merkwaardig. En ik had moeite om daar mee te leven. Ik ben op dat punt ook echt naïef geweest. Het is niet gemakkelijk om van academicus politicus te worden.’ De verkiezingen van 2011 verliepen desastreus. The Liberal Party verloor een groot aantal zetels en Ignatieff vertrok uit de politiek. ‘Ik ben toch blij dat ik het heb gedaan. Je leert elke millimeter van het land kennen. Je ziet hoe arme mensen leven en rijke mensen wonen. Je gaat naar nederzettingen boven de poolcirkel en krijgt te zien hoe de oorspronkelijke bewoners van Canada leven. Ik vond dat geweldig.’ Een terugkeer in de politiek zit er niet in. ‘Ik kan me weer helemaal richten op schrijven en doceren. Dat doe ik toch het liefst. Maar ik juich het wel toe als meer wetenschappers de overstap maken. Dat kan de politiek goed gebruiken.’ Michael Ignatieff, Civic courage and the moral imagination Academiegebouw, dinsdag 26 nov, 16u
Michael Ignatieff tijdens zijn verkiezingscampagne in 2011. Foto Hollandse Hoogte
Wie was Cleveringa?
Wie is Michael Ignatieff?
Professor Rudolph Pabus Cleveringa (1894-1980) hield als decaan van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid op 26 november 1940 een bijzondere rede. Hij verving die dag zijn Joodse collega hoogleraar Eduard Meijers (1880-1954), die eigenlijk een college burgerlijk recht had moeten geven. De Duitse bezetter had Meijers en andere Joodse medewerkers echter de toegang tot de universiteit ontzegd en hen ontslagen. Cleveringa gaf geen college maar hield een protestrede. De Sicherheitspolizei pakte de decaan de dag na zijn verzetsdaad op en hij zat tot zomer 1941 vast in de gevangenis van Scheveningen, het beruchte Oranjehotel. Hij overleefde net als Meijers de oorlog. In 1970 werd er ter ere van Cleveringa een leerstoel ingesteld. Elk jaar is er een nieuwe Cleveringa-hoogleraar, die rond 26 november zijn rede uitspreekt. Over de hele wereld worden rond die datum lezingen gegeven door Leidse hoogleraren en (oud-)studenten. Zie www.luf.nl/cleveringa
Michael Ignatieff wordt in 1947 geboren in Toronto, Canada. Hij studeert geschiedenis in Toronto en Oxford en promoveert aan Harvard. In 1978 verhuist hij naar Groot-Brittannië en gaat aan de universiteit van Cambridge werken. Hij wordt bekend als radio- en televisiemaker. Ook publiceert hij de roman Scar Tissue die op de shortlist van de prestigieuze Booker Prize komt te staan. In 2000 vertrekt hij naar Harvard en mengt zich intensief in het debat over de inval van Amerika in Irak en Afghanistan. Hij verhuist in 2005 naar Canada en gaat werken aan de University of Toronto. Ook start hij een politieke carrière die in eerste instantie zeer succesvol is. Hij groeit uit tot de leider van The Liberal Party, een van de grootste partijen in het land. Bij de verkiezingen in 2011 gaat het mis. Onder zijn leiding lijdt The Liberal Party haar grootste verlies ooit. Hij stapt vervolgens uit de politiek. In het boek Vuur en as, succes en falen in de politiek beschrijft hij deze periode.
21 november 2013 · Mare 7 Wetenschap
Foto Bart Braun
Tijdreizen met stuifmeel Promovenda reconstrueert prehistorisch landschap In Nederland liggen nog zo’n drieduizend grafheuvels uit de prehistorie. Met grondmonsters onderzocht biologe Marieke Doorenbosch hoe het landschap er toen moet hebben uitgezien. Door Bart Braun In het heideveld bij Hilversum liggen een paar bobbels in het landschap. In de volksmond heten ze de Zeven Bergjes, volgens de schattige Hollandse gewoonte om alles hoger dan een verkeersdrempel tot ‘berg’ te bestempelen. Als berg stellen ze niet veel voor, maar als monument des te meer: ze zijn door mensen aangelegd, en ze liggen er al meer dan vierduizend jaar. Het zijn grafheuvels, maar wie hoopt op een succesvolle plundertocht hoeft hier niet meer te graven: dat hebben archeologen al gedaan. Meestal vinden ze aardewerk in zulke heuvels, en af en toe wat bijzonders, zoals in het drie meter hoge vorstengraf bij Oss, waar een met goud versierd zwaard opdook. Wie er in zulke heuvels begraven lag, is niet te achterhalen: ze zijn ouder dan het schrift. Van eventuele botten (een gedeelte van de mensen werd gecremeerd) is dankzij de zure Nederlandse bodem vaak alleen een afdruk bewaard gebleven. Eenmaal bovenop de glibberige heuveltjes wordt duidelijk dat de Bergjes op hun eigen manier best groot zijn. ‘Deze bult is zo’n twee meter hoog, en heeft een doorsnee van tien meter. Het aanleggen van zo’n heuvel moet behoorlijk veel werk geweest zijn, met de werktuigen uit de Bronstijd’, aldus promovenda Marieke Doorenbosch. ‘Dat zegt ook iets over hoe de mensen het toen zagen. Dit was voor hen waarschijnlijk een belangrijk monument.’ De wandelaars over de Zuiderheide keuren de grafheuvels geen blik waardig. Dat is ook niet zo raar,
want er is geen bordje of wat dan ook dat erop wijst dat het hier gaat om erfgoed van duizenden jaren oud. Op het oog zijn het gewoon bulten in het landschap. Doorenbosch: ‘Soms staat er een paaltje bij zo’n heuvel met de woorden “archeologisch monument” erop, maar dat is het dan ook. Er is ook niet veel meer informatie om met bezoekers te delen, dat was een van de redenen dat er geld kwam voor mijn onderzoek.’ De begeleider van Doorenbosch, archeoloog David Fontijn, kreeg een subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) om de grafheuvels eens beter te bekijken. Van dat geld kon hij een drietal promovendi aanstellen, en Doorenbosch is er daar een van. Van huis uit is ze bioloog. Dat kwam echter goed uit, want ze kreeg een biologische opdracht mee. Er zijn nu nog drieduizend van die grafheuvels over in Nederland, maar het moeten er ooit veel meer zijn geweest: een grafheuvellandschap. Hoe zag dat landschap eruit? Een van de methoden waarmee archeologen en biologen zo’n vraag te lijf kunnen gaan, is een stuifmeelanalyse. Dat is monnikenwerk: onder een krachtige microscoop kijk je naar pollenkorrels, en dan ga je tellen. Zoveel berk, zoveel weegbree, enzovoort. Elke plant heeft zijn eigen pollen, kleine bolletjes die eigenlijk best mooi zijn, maar na een paar dagen voor je ogen beginnen te tollen en ’s nachts weer opduiken in je dromen. ‘Het microscopisch werk is niet het allerleukste, maar het is bijzonder hoe mooi de korrels zijn’, vat Doorenbosch het samen. Tijdens het praten wiegt ze langzaam op en neer, om haar zes weken oude dochter in slaap te houden. ‘Wat er leuk aan is, is wat je er mee kan. Je neemt een grondmonster van een paar duizend jaar oud, en je kan iets zeggen over hoe het landschap er toen uitzag.’ In haar proefschrift berekent ze
bijvoorbeeld de afstand van de grafheuvels tot het bos. In theorie is dat simpel: hoe dichter bij het bos, hoe meer stuifmeel van bomen in je bodemmonster. In de praktijk kunnen stuifmeelkorrels kilometers ver zweven, en zitten er verschillen tussen soorten. Om haar inschatting te kunnen staven, nam Doorenbosch ook verse stuifmeelmonsters op verschillende afstanden van de bosrand. ‘Ik moest er speciaal voor naar de bossen bij Rheden, boven Arnhem, omdat daar nog hazelaar groeit. Dat was vierduizend jaar geleden een veel algemenere plant dan nu, en ik wilde weten hoe de korrels van die plant zich specifiek gedragen.’ Tot op de meter nauwkeurig bepalen waar de bomen stonden is er overigens niet bij. ‘Er lijkt enige relatie te zitten tussen je monster en de afstand.’ De heuvels stonden in elk geval niet in het bos, wat ook al blijkt uit het feit dat ze zijn aangelegd door plaggen op te stapelen. ‘Stukken grond afsteken gaat niet zo goed als er een boom op staat.’ Welke planten groeiden er dan wel? ‘Vooral heide.’ Dat is interessant, want heidevelden zijn eigenlijk best raar. In Nederland noemen we een heideveld ‘natuur’, maar ze vereisen continu menselijk ingrijpen om te blijven bestaan. Blijf er vanaf, en er ontstaat in een mum van tijd een bos. Je hebt iets nodig dat de jonge boompjes weghoudt. In Hilversum doet Staatsbosbeheer dat met maaimachines, maar door de millennia heen deden mensen het met beesten. De heidevelden op de Veluwe zijn het resultaat van begrazing, de zandverstuivingen ernaast ontstonden door overbegrazing. Oftewel: de mensen die die grafheuvels aanlegden, hielden beesten, en woonden dus dusdanig dichtbij hun grafheuvels dat ze hun beesten er konden laten grazen. ‘Van hun nederzettingen zelf weten we eigenlijk niks’, aldus Door-
enbosch. Omdat je dankzij het pollenmonster grofstoffelijk kan zeggen hoe groot de heidevelden waren, kan je ook een inschatting maken van hoe groot de veestapels waren. In haar proefschrift rekent ze voor hoe het grafheuvellandschap bij het Gelderse Ermelo minstens een kudde van honderden schapen, of zo’n zeventig runderen of – waarschijnlijker – een combinatie van de twee nodig had om heide te blijven. ‘De huishou-
dens moeten samengewerkt hebben als zogeheten heidegemeenschappen om de heide te kunnen onderhouden’, concludeert de promovenda. Niet gek, wat een paar stuifmeelkorrels je kunnen vertellen. Marieke Doorenbosch, Ancestral Heaths: reconstructing the barrow landscape in the Central and Southern Netherlands, promotie is donderdag 21 november
Neanderthalers in Den Bosch Bij het aanleggen van een parkeergarage in Den Bosch doken resten op van een Neanderthalerkamp. Archeoloog Alexander Verpoorte, ligt de bouw nu stil? ‘Dit is geen normale opgraving. Om die garage aan te leggen, wordt er zand opgezogen vanaf zeven tot negen meter onder NAP. Dat zand gaat over een zeefinstallatie, en daar staan stadsarcheologen bij. Op die zeef troffen ze mammoetbotten aan, en vuurstenen werktuigen.’ Maar geen botten van Neanderthalers. Hoe weet je dan dat het een Neanderthalerkamp is? ‘Dat kan je zien aan het soort werktuigen. Zij bewerkten hun stenen op een andere manier dan Homo sapiens dat deed.’ Die stadsarcheologen halen de Universiteit Leiden erbij. Wat voor meerwaarde bieden jullie? ‘Het is een heel gespecialiseerde onderzoeksperiode, waarin maar weinig mensen echt deskundig zijn. Het botmateriaal omvat soorten als reuzenhert en wolharige neushoorn; niet elke archeoloog herkent die.’
Wat is de mooiste vondst? ‘Dat gaat niet zozeer over één object, maar over de samenstelling en de gaafheid van het geheel. De werktuigen zijn scherp, en goed bewaard gebleven voor iets dat daar minstens vijftig- tot zestigduizend jaar ligt. En er zitten interessante details aan, al gaat dat voor een leek misschien wat ver.’ Doe eens gek. ‘Bijvoorbeeld de afslag van het aanscherpen van een vuistbijl. We hebben een aantal steensplinters gevonden die laten zien dat zo’n werktuig is bijgewerkt op die plaats. De vuistbijl zelf hebben we niet gevonden, dus die is waarschijnlijk meegenomen.’ Wat leren we dankzij deze vondst? ‘We hebben nog weinig onderzoek gedaan, dus het is nog wat vroeg om dat te kunnen zeggen, maar waarschijnlijk wel. We weten nog maar weinig over Neanderthalers, en zeker in onze gebieden. We hebben nu alleen nog de vondsten; we moeten bijvoorbeeld nog bepalen hoe oud ze zijn, en hoe het landschap er toen uit zag. Van dat vervolgonderzoek leren we zeker veel nieuws.’ BB
8 Mare · 21 november 2013 Maretjes De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Nieuwe begeleiders gezocht voor bijles/huiswerkbegeleiding Buurthuis Vogelvlucht Leiden-Zuid. Acht leerlingen basisonderwijs groep 7 en drie leerlingen groep 4 en 5 helpen met begrijpend lezen, spelling en rekenen. Zes leerlingen uit groep 6 hulp bij lezen, woordenschat en rekenen. Drie leerlingen met vergoeding van €5,- per les. Voortgezet onderwijs: één leerling MBO, rekenen en Engels. Leiden-Noord zoekt begeleiders voor 18 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 7, waarvan vijf met vergoeding. Voortgezet onderwijs, hulp voor: Afghaanse jongen, Nederlands, Spaans, brugklas; Irakese jongen, Engels, 2vmbo; Marokkaans meisje, Engels, brugklas. Marokkaans meisje, wiskunde, scheikunde, 4vmbo. Marokkaans meisje, Engels, brugklas mavo/havo. Marokkaanse jongen, Engels, 2vmbo. Iraaks meisje, Engels, 4vmbo. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do, 15-17u. Tel: 071-5214526. E-mail: hdekoomen@owwleiden.nl.
of het Cyrillisch schrift zijn geen vereisten. Stemtesten en repetities zullen in Leiden plaatsvinden. Info.06-41363875, aanmeldingen m.harveij@kpnplanet.nl
Maretjes extra Maretjes-extra zijn bedoeld voor semicommerciële instanties. De prijs voor een Maretje-extra is €23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail: Zandvoort@bureauvanvliet.com
De Japanse Tafeltjes Avond is een jaarlijks terugkerend evenement, georganiseerd door SIB leiden, waarbij studenten netwerken met diplomaten uit een grote verscheidenheid aan landen. Elk jaar komen er rond de 30 tot 35 ambassadeurs en vertegenwoordigers naar het evenement toe. Het evenement bied jaarlijks een prachtige en unieke mogelijkheid aan onze leden, en andere geïnteresseerde, om te netwerken met hoge diplomaten. Op die manier krijgen zij de kans hun academische kennis over verschillende landen te vergroten en kritische vragen te stellen die niet noodzakelijk in de media naar voren komen. Dit jaar organiseren wij de 16de JTA en hopen op net zulke goede ervaringen als vorig jaar. Inschrijven kan via de SIBLeiden website.
Beste kinderdagverblijf Zuid-Holland*
Kom op dinsdagavond vrijblijvend en gratis kennismaken met ‘t Leidsch Schaakgenootschap in het Denksportcentrum aan het Diamantplein te Leiden. Aanmelden rond 19.30 en je kunt dezelfde avond een partij spelen! Vrijwilligerswerk in het buitenland? Wil je met straatkinderen werken in Azië, Afrika of Zuid-Amerika? Kom naar ons informatieweekend van 22-24 november 2013. Voor informatie en aanmelding: www.samen.org Oprichten van het Russische Kamerkoor Leiden e.o.: een Russisch Kamerkoor wordt gesticht onder muzikale leiding van Anna Azernikova ( www. hetrussischekamerkoor.nl ). Wij zoeken ervarene zangers van alle stemsoorten die een Russisch/ Oost-Europese repertoire willen zingen. Kennis van Russisch
Academische Agenda Prof.dr. A.M. Pereira Arias zal op vrijdag 22 november om 16:00 uur een oratie houden bij de benoeming tot hoogleraar bij de faculteit der Geneeskunde met als leeropdracht Interne Geneeskunde, in het bijzonder Endocriene Tumoren. Dhr. W.M. Liu hoopt op maandag 25 november om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Design and synthesis of paramagnetic probes for structural biology’. Promotor is Prof.dr. M. Ubbink. Mw. N.M. van der Lugt hoopt op dinsdag 26 november om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Neonatal Pearls - Safety and efficacy of medication use in fetus and neonate’. Promotor is Prof.dr. F.J. Walther. Dhr. D.I. Pikulin hoopt op dinsdag 26 november om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘On topological properties of superconducting nanowires’. Promotoren zijn Prof. dr. C.W.J. Beenakker en Prof.dr. Yu.V. Nazarov (TU Delft). Dhr. D.J. Klein Kranenburg hoopt op dinsdag 26 november om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘“Samen voor ons eigen”. De geschiedenis van een Nederlandse volksbuurt, de Haagse Schilderswijk 19201985‘. Promotoren zijn Prof.dr. W.H. Willems en Prof.dr. L.A.C.J. Lucassen. Dhr. K. Yan hoopt op woensdag 27 november om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetschappen. De titel van
het proefschrift is ‘Image Analysis and Platform Development for Automated Phenotyping in Cytomics‘. Promotor is Prof.dr. J.N. Kok. Mw. Y. Zha hoopt op woensdag 27 november om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Unravelling substrate dynamics and identifying inhibitors in hydrolysates of lignocellulosic biomass by exometabolomics’. Promotor is Prof.dr. P.J. Punt. Mw. K.A. Celler hoopt op woensdag 27 november om 12.30 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘A Multidimensional Study of Streptomyces Morphogenesis and Development’. Promotor is Prof. dr. G.P. van Wezel. Dhr. C. Linnemann hoopt op woensdag 27 november om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Engineering T cell immunity by TCR gene transfer’. Promotor Prof.dr. T.N.M. Schumacher. Dhr. M.P.M. Weiss hoopt op woensdag 27 november om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The Masses and the Muses: A History of Teylers Museum in the Nineteenth Century’. Promotor is Prof.dr. F.H. van Lunteren. Dhr. H.J.M. Messerschmidt hoopt op woensdag 27 november om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Positive representations on ordered Banach spaces’. Promotor is Prof.dr. A. Doelman.
Mw. S. Euser hoopt op donderdag 28 november om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Child maltreatment in numbers: a multimethod study of year prevalence rates and risk factors’. Promotoren zijn Prof.dr. L.R.A. Alink, Prof.dr. M.J. Bakermans-Kranenburg en Prof.dr. M.H. van IJzendoorn. Mw. H.M. Nyamnjoh hoopt op donderdag 28 november om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Bridging Mobilities: ICTs appropriation by Cameroonians in South Africa and The Netherlands’. Promotoren zijn Prof.dr. M.E. de Bruijn en Prof.dr. M. Rowlands (University College London). Mw. Y. Sirichamorn hoopt op donderdag 28 november om 12.30 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Systematics and Biogeography of Aganope, Brachypterum and Derris (incl. Paraderris) (Fabaceae) in Asia’. Promotor is Prof.dr. P.C. van Welzen. Dhr. C. Speksnijder hoopt op donderdag 28 november om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Determinants of psychosis susceptilibity: Focus on MEF- and GR-signaling’. Promotor is Prof.dr. E.R. de Kloet. Dhr. M. van Iterson hoopt op donderdag 28 november om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘The power of highdimensional data in genomics research’. Promotor is Prof.dr. G.J.B. van Ommen.
Brief In deze rubriek kunnen lezers in maximaal 300 woorden reageren op artikelen in Mare. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. Over weigering wordt niet gecorrespondeerd. Mail naar redactie@mare.leidenuniv.nl
Literair talent opgelet! Geromantiseerde hadj-advertentie 90013037_Adv. Mare NL.indd 1
15-10-13 17:16
Win € 250 met Mare-kerstverhalenwedstrijd
Schrijf een verhaal van tussen de 1500 en 2000 woorden en win €250, €75 of €50. Oproep van juryleden Christiaan Weijts en Arjen van Veelen: verras ons. Mail uiterlijk 12 december naar redactie@mare.leidenuniv.nl Deelname alleen voor Leidse studenten
In het Rijksmuseum Volkenkunde is tot maart volgend jaar de tentoonstelling “Verlangen naar Mekka” te zien (‘Made in Mekka’, Mare 3). Deze expositie maakt gebruik van een mooie combinatie tussen de ouderwetse tentoonspreiding van objecten en kaarten en moderne multimedia in de vorm van video’s en audio. Helaas heeft deze mooie tentoonstelling ook wat lelijke kanten. Al bij de binnenkomst in het museum komt men een bord tegen met de naam van de sponsoren. Bovenaan dit board staat ‘400 jaar Arabisch in Leiden’, onderin staan Universiteit Leiden en Rijsmuseum Volkenkunde. In het midden staat prominent uitgelicht “Saoedi Aramco”, en dan een lange alinea aan uitleg wat deze organisatie doet. Op het eerste gezicht lijkt ook dit onschuldig: iedere tentoonstelling heeft nou eenmaal sponsorgeld nodig. Maar bij het bekijken van de tentoonstelling kan er opgemerkt worden dat de invloed van het bedrijf groot is en helemaal niet positief. Deze tentoonstelling schetst namelijk geen reëel beeld van de hadj, de bedevaart naar Mekka. Op de eerste plaats zijn nergens de dodelijke incidenten, die tijdens deze bedevaartstochten gebeurd zijn te vinden. Om een paar van de vele voorbeelden te noemen: het Mekka-
incident van 1987 waarbij meer dan 400 Iraniërs tijdens een opstand gedood werden, de 270 doden in 1997 en 251 doden in 2004 in Mina bij het stenigingsritueel, het dodelijke MERS-virus van 2013 dat zich in Saoedi Arabië verspreidde en het leven van 38 mensen kostte. Daarnaast kan men nergens in deze hele tentoonstelling een ander verhaal horen dan de orthodoxe versie van de hadj. Bij de kleine videoschermen waarop je een paar mensen kunt zien die hun ervaring met de bedevaart beschreven is er bewust gekozen voor soennieten. Geen enkele sjiiet of mysticus komt aan het woord. Ook in de “hadjzaal” waar op een groot scherm de rituelen uitgebreid zijn te zien, wordt nergens gesproken over de verschillende stromingen van de islam en hoe bijvoorbeeld de mystici of de sjiieten een eigen draai geven aan deze bedevaart. Er wordt net gedaan alsof er maar één islam bestaat waarbij iedereen op een en dezelfde manier de rituelen volbrengt. Natuurlijk zijn in de “ihram-zaal” van de tentoonstelling wel drie of vier soorten kledij te zien die men draagt tijdens de hadj maar ook hier heeft men heel bewust voor soennitische klederdrachten gekozen. Nog schokkender is de video imam Madarun aan het woord komt om de voorbereidingen van
een moslim uit te leggen. Hierin vertelt hij dat er moslims zijn die op muziek bepaalde rituelen uitvoeren die hij als een “dans” beschouwt, en geen manier om dichter bij God te komen. Hij heeft het natuurlijk over de mystici binnen de islam, die bij hun sema-rituelen om God te aanbidden gebruikmaken van muziek en dans. Hij sluit bij deze uitspraak hun rituelen dus uit. Een ander element dat er voor zorgt dat deze tentoonstelling irreëel wordt, zijn de beelden van de moslima’s die hun bedevaartservaringen met ons delen. Niet één komt zonder hoofddoek in beeld! Het enige beeld dat we van het Rijksmuseum te zien krijgen is de door de Saoedische overheid goedgekeurde beeld. Terwijl de hele hoofddoekkwestie heel omstreden is binnen de islam. Er zijn geleerden die het dragen van een hoofddoek niet als essentieel beschouwen voor een moslima. In plaats van het geven van een reëel beeld met alle positieve en negatieve kanten van het verhaal, geeft het museum een geromantiseerde advertentie van de hadj die door de Saoedische oliemaatschappij gesponsord wordt. Farinaz Aryanfar, bachelorstudente modern Midden-Oosten en minor International & Intercultural Management
21 november 2013 · Mare
9
Wetenschap Achtergrond
Iedereen wil met je op de foto Een jaar Azië: studenten over hun cultuurshock, heimwee en relatieperikelen niets meer op straat te beleven. Hier blijft alles veel langer open.’ De straten rond de Shilin Night Market zijn inderdaad volgepakt met mensen. Kleine winkels verkopen een veelvoud aan producten die soms niet meer dan een hoge schattigheidsfactor met elkaar gemeen hebben. De gele badeend is razend populair en overal zijn de gele ‘Minions’ uit de film Despicable me te vinden. De moderne cycloop staart je aan vanaf tassen, truien, sokken, pyjama’s en beddengoed. ‘Het is hier heel normaal om als veertigjarige met een Hello Kittytelefoon vol glitters rond te lopen’, zegt Grasdijk. ‘Dat vind ik ook zo leuk aan Taiwan. Je vindt er naast invloeden uit het Westen en het oude China ook invloeden uit Japan.’ Het is nog behoorlijk lastig om van de kraampjes met prullaria naar de kraampjes met eten te ko-
men, de mensenmassa geeft niet mee. ‘Ik heb zin in zhu xue gao’, zegt Grasdijk, terwijl ze de eetstalletjes van de foodcourt afspeurt. Eerder noemde ze zichzelf een ‘avontuurlijke eter’. Haighton trekt een vies gezicht. ‘Cake van varkensbloed op een lollystokje’, legt ze uit. Even later bestelt Grasdijk zonder blikken of blozen stinky tofu. Haighton houdt het bij gefrituurde zoete aardappel en geroosterde vleesrolletjes gevuld met paddenstoelen. ‘Zo scharrelen we regelmatig ons avondeten bij elkaar. De drukte went.’ Of ze dingen missen uit Nederland? Haighton hoeft niet lang na te denken: ‘Een ongezoete bruine boterham met kaas.’ Grasdijk: ‘De pepernoten worden opgestuurd.’ Ook een jaar in het buitenland studeren? Kijk op http://www.nuffic.com/studiebeurzen voor de mogelijkheden.
Niels Renard: ‘Werkelijk voor alles bestaat een club.’
Jaarlijks vindt er onder studenten van de opleiding China Studies een kleine volksverhuizing plaats. In het derde jaar van hun bachelor vertrekken de meesten voor een jaar naar China of Taiwan. Mare ging op bezoek in Taipei. ‘Mijn moeder kan nog steeds niet Skypen.’ DOOR PETRA MEIJER ‘Hier woon ik dus’, zegt Marit Haighton (24, National Taiwan Normal University) terwijl ze de deur naar haar slaapzaal opent. De kamer heeft het formaat van een gemiddelde studentenkamer, maar bevat vier smalle hoogslapers met onder elk bed een piepklein bureautje. ‘Het was wel even wennen. Je hebt totaal geen privacy en bent geen moment alleen.’ Maar, zo vervolgt ze optimistisch, ‘mijn Koreaanse kamergenootjes zijn de allerliefsten en we spreken van ’s
ochtends vroeg tot ’s avonds laat Chinees.’ ‘Ik ben toch wel blij dat ik een eigen appartementje heb’, zegt Sarah Somayah Grasdijk (23, National Chengchi University). ‘Ik was bang dat ik op de dorm te veel met buitenlanders zou omgaan. Nu deel ik mijn woning met twee oudere Taiwanezen, en mijn Taiwanese huisbaas neemt me overal mee naar toe.’ Ook Niels Renard (23, National Taiwan Normal University) heeft een eigen appartement geregeld. ‘Dat is dan wel iets duurder, maar het is toch fijn om af en toe de deur achter je dicht te kunnen doen. Omdat ik veel sport, vind ik het ook prettig om zelf te kunnen koken.’ Hoewel de studenten pas drie maanden in Taiwan zijn, voelen ze zich al helemaal thuis. Grasdijk: ‘Taiwanezen zijn open en bereikbaar. Ze zijn altijd bereid om je te helpen en zijn nieuwsgierig op een vriendelijke manier.’ Haighton: ‘In
Sarah Somayah Grasdijk (links): ‘De pepernoten worden opgestuurd.’
China word je continu aangestaard en wil iedereen met je op de foto. Dat is even goed voor je ego, maar blijft geen jaar lang leuk. Hier voel je je echt op je gemak.’ Volgens Renard is het ook gemakkelijk om buiten de schoolbanken met Taiwanezen in contact te komen. ‘Binnen de universiteit bestaat voor werkelijk alles een club. Zo is er een koffieclub, een anime-club en zelfs een mondharmonicaclub.’ Grasdijk doet aan fitness en zit als enige buitenlander in een Taiwanees basketbalteam. Haighton doet aan stijldansen. ‘Het is soms best lastig om de snelle aanwijzingen in het Chinees te volgen. Ik ben eerst maar eens begonnen met het leren van de Chinese woorden voor alle lichaamsdelen.’ Renard sport vier keer in de week en speelt synthesizer in de metalband van een Taiwanese vriend. ‘We hebben hier geen gebrek aan leuke dingen, hooguit aan tijd. Ik had in Nederland nooit voorzien dat ik het hier zo druk zou hebben.’ Natuurlijk missen ze hun familie af en toe. ‘Het is lastig om weinig contact te hebben met thuis. Mijn moeder heeft bijvoorbeeld nog steeds haar Skype niet aangekregen. Gelukkig begrijpt ze nu hoe Whatsapp werkt’, zegt Haighton. Ook Renard mist zijn vrienden en familie af en toe. ‘Maar mijn verblijf in Taipei maakt mijn relatie alleen maar makkelijker. Mijn vriendin woont in Tokyo, dus de vliegtickets zijn vanaf hier een stuk goedkoper.’ Maar niet iedereen is bestand tegen de lange afstanden, weten Grasdijk en Haighton. ‘In de aanloop naar ons buitenlandjaar zijn er al wel wat relaties gesneuveld. En er komt elk jaar wel iemand lesbisch terug.’ Terwijl het buiten donker wordt, nemen de meiden de metro naar de Shilin Night Market. Haighton: ‘In Nederland is er ’s avonds na zes uur
‘Het is lastig om de snelle aanwijzingen in het Chinees te volgen.’
Leven van 25 euro The Battle Gezocht Mare zoekt studenten die de uitdaging aan durven: vijf dagen rondkomen van vijfentwintig euro! Ben jij een ultieme cheapo of zou een gemiddeld bijstandsgezin juist verbleken bij het zien van jouw dagelijkse bonnetjes? Laat ons weten waarom jij mee zou moeten doen en wie weet komen wij bij je langs. Wat heb jij er bij te winnen? Los van het geld dat je bespaard hebt, mag de winnaar met drie vrienden een avondje onbeperkt spareribs eten bij Eterij & Drinkerij Eigenwijs. Voor de deelnemers Omdat we the battle eerlijk willen laten verlopen hieronder de regels op een rijtje. Het is niet toegestaan om dingen te gebruiken die je al in huis had. Als je maandagochtend wat wilt ontbijten, zal je eerst naar de winkel moeten. Bewaar alle bonnetjes. Een deskundige jury beoordeelt jullie op creativiteit, culinaire kwaliteiten, doorzettingsvermogen, hoe gezond het is en natuurlijk op de centen. Eet je een week lang diepvrieshamburgers? Dat scoort hoog op doorzettingsvermogen en is goed voor de portemonnee. Ga je de Leidse vissers langs om een verse karper te scoren, biets je zonder uitnodiging bitterballen op constitutieborrels, verdiep je je in eetbare planten of vang je je eigen duif? Dan scoor je juist punten op creativiteit. Succes! Hoe meld ik me aan? Mail je motivatie naar redactie@mare.leidenuniv.nl o.v.v. € 25 en vermeld ook je leeftijd, studie en wat je normaal gesproken in een week uitgeeft.
10 Mare · 21 november 2013 English page
“I cried my eyes out” Student is to organise a charity event for the Philippines Sheryl Lynn Baas, a student of Cultural Anthropology, has asked the university to help organise a disaster appeal for the Filipino victims of Typhoon Haiyan. By Sybren Eppinga “I cried my eyes out
all the weekend during the storm”, says Sheryl Lynn Baas. Though the father of this student and former beauty queen (Miss Netherlands 2006 and Miss Globe 2013) is Dutch, her mother is from the Philippines and many of her relatives live in the stricken area. Haiyan was one of the most powerful hurricanes ever recorded, tearing across the island of Leyte with wind speeds exceeding 300 kilometres per hour. The town of Tacloban, with a population of a quarter of a million, was devastated. According to the president of the Philippines Benigno Aquino, the number of casualties is somewhere around 4,000. The Filipino emergency aid agency reports that the majority of the victims fell in the provinces of Leyte and Samar, where huge waves flooded the towns and villages. Baas continues: “I have to rely on what I see on television, because there’s no other news. We were relieved to hear from my uncle on the Monday after the storm. He said: “We survived.” Her cousin has been trying to stay in touch with their relatives since the disaster, but Baas adds: “There’s still no power; it’s a waiting game.” Sheryl Lynn Baas wants to join forces with Leiden University to organise a charity evening to raise money for the disaster area. She has been travelling to the Philippines since she was three and visited the country only last summer. As she explains, the country is often hit by storms: “Leyte is not often affected, but this was the most powerful storm ever.” She has also visited her mother’s native country in connection with her university course a few times
Last Tuesday, the preliminary amount donated through giro 555 reached almost 25 million euros. Foto Care and she is planning to return to attend a winter course on water management. “It’s to be held in January, but I’m leaving early to help victims.” In 2007, the student set up her own “Sheryl Lynn Foundation” to provide aid and education to children in the Philippines. “We’re hoping to organise the event on the twentyfirst or twenty-second of December:
we want to do it properly, make it spectacular.” In a month’s time, more will be known about the situation in the Philippines and she will know more precisely where to send the money. “We want to give aid in remote areas; people have been badly affected there too.” The university is happy to help with the relief,
as Gerard Persoon, a professor of Anthropology, explains: “We have long-standing ties with the Philippines and feel committed to help after this disaster. The university’s partner is in Luzon, in the northern part of the country which was not affected. “We’re making plans for the charity event”, adds Persoon. “Perhaps we’ll have some Filipino
musicians, and we’ll be explaining to people where the Foundation’s money will be spent. The faculty will at least arrange a space for us.” Last Monday saw a Giro 555-fundraising event on national television and radio. The preliminary amount, donated reached alsmost 25 million euros announced the Cooperating Aid Agencies last Tuesday.
Every group will benefit
Isabel Hoving, University lecturer for Film and Literary Studies, has been appointed diversity officer by the Executive Committee. Hoving and Vice-Rector Simone Buitendijk want the university to be place where everyone can reach their full potential. Why do we need a diversity officer? Vice-Rector Simone Buitendijk: “Our policy on diversity was very fragmented: we couldn’t agree on the importance of diversity and inclusiveness. However, we want to attract as many gifted people as possible and if we don’t encourage diversity, we will miss out on that. We were looking for an academic with the force to implement this policy.” Isabel Hoving: “I’m interested in other views on culture and identity, and in studies into gender and sexuality. The question we must keep asking ourselves is: ‘What do people who are not in the centre of power
think?’ I’m currently researching that and lecturing on that topic. I thought: “this is great, but will it change anything?’ Now I’m involved in a more hands-on way.”
Women advance more slowly to higher positions. Why? Hoving: “Certain assumptions about men and women are deeply rooted in our culture, so deep that women stand less chance of getting a job and get unfair reviews of their research. A Swedish study reveals that when men and women both submit research proposals, the proposals are not reviewed on equal terms. Women’s research proposals have to be two and a half times as good to get the same evaluation. For both men and women, a woman’s name evokes all sorts of stereotypes. This is not a conscious exclusion policy; prejudice is very deeply rooted in all of us. We have to tackle this issue pragmatically, as an institute.”
Can you give an example of what we should be doing? Hoving: “Application procedures for jobs should be more transparent.” Buitendijk: “The more objective we can make the criteria, the smaller the chances that subconscious prejudice comes into play. And it would help if there were more women on the appointments committee. Nowadays, in Leiden, there has to be at least one female academic.” Hoving: “Formerly, the situation was: if there was a woman on the committee, it would often be a female student, just to comply with the rules. But that’s changed now.” Buitendijk: “People assume that the situation’s not all that bad, but if you look at the figures, you can see it’s not right.” Why do students from minorities get special attention? Hoving: “It has emerged that nonWestern students drop out more often than Dutch students and we
don’t want to lose them. As a university, we have to let them know that they belong here. I heard a Moroccan student say that she hadn’t seen a single student from the same background talking about the course at the open day. Only blond girls had been selected to do the talking. We can work on things like that.” But will more money and attention be needed for specific groups? Hoving: “Affirmative action is precisely what it is not. Affirmative action is saying; ‘this group has a problem.’ The group doesn’t have a problem – the university does. We are not sufficiently diverse and that’s why we can’t prepare our students for today’s inter-cultural world. We need to take a critical and systematic look at our policy for employment and careers and at how we deal with students; it will be better for every group.” Buitendijk: “It is a misconception that a policy to help one group
would be detrimental to another. Take the discussion about women and employment: it should include men. For instance, fathers only get two days’ leave when a child is born. We’re short-changing men in the Netherlands. A better balance will benefit everyone.”
The memorandum on diversity also mentions sexual orientation. Why? Buitendijk: “We don’t know how homosexuals, for example, in Leiden feel, although there one study reveals that British gay and transsexual students don’t feel quite as at home at their universities as heterosexuals and that affects their results. It is very important for everyone to be who they are – only then will they reach their full potential.” Hoving: “I’ve noticed that people’s work improves if there is room for their perspective.” By Vincent Bongers
21 november 2013 · Mare 11 Cultuur
Agenda
Dichter bij de derde rail
FILM
Grappen zijn maatschappelijke graadmeters
‘In de serie Curb your Enthusiasm lach en lijd je tegelijkertijd.’
Waarom is humor om te lachen? De New Yorkse professor Noël Carroll beantwoordt die vraag in een vierdelige lezingenreeks. Door Vincent Bongers ‘Ik vind humor die speelt met alledaagse conventies erg interessant’, zegt de Amerikaanse filosofieprofessor Noël Carroll. ‘En Larry David, een van de drijvende krachten achter Seinfeld, is daar een meester in.’
In de serie Curb your Enthusiasm speelt hij een overdreven versie van zichzelf die in allerlei gênante situaties terecht komt. ‘Het is cringe humor. Je lijdt mee met de personages maar lacht ook om ze.’ In een scene ziet David iemand parkeren op een gehandicaptenplek. Hij is stomverbaasd als de automobilist uitstapt en stevig weg beent en spreekt hem hierop aan. De zogenaamd gehandicapte reageert furieus: ‘Ff..ff..fuck you. I I I have a sttt..
tt..uttter.’ Carroll is als verbonden aan City University New York en geeft binnenkort in Leiden vier lezingen geeft over humor en wijsbegeerte. ‘Natuurlijk is het bizar dat iemand die stottert een invalideparkeerplaats gebruikt’, zegt hij. ‘Maar het is natuurlijk wel een handicap. Ik heb grote belangstelling voor grappen die idiote denkwijzen op deze manier aanstippen, die de tekortkomingen in onze denkwijze in de verf te zetten en zaken die heel die logisch lijken belachelijk maken.’ Humor vervult verschillende rollen in het contact tussen mensen. ‘Het kan dienen als markering tussen groepen: “Jullie horen er wel bij, maar jullie niet.” En grappen kunnen natuurlijk ook ingezet worden om te verleiden.’ Maar grappen zijn ook maatschappelijke graadmeters. ‘In de metro in New York heb je tussen de sporen the third rail. Daar staat de spanning op. Als je er op belandt, word je geëlektrocuteerd. Veel comedians schurken graag zo dicht mogelijk tegen die rails, zonder deze te raken. Dit effect is sterker naarmate de drang van een maatschappij naar politieke correctheid toeneemt.’ Maar het spoor wordt steeds verlegd. ‘In Europa is er veel ophef over de Mohammed-cartoons, tot aan
aanslagen toe. In Amerika staat religie wat verder af van the third rail op dit moment.’ De Joodse comédienne Sarah Silverman maakte een grap over hoe ze God na een wilde avond tussen de lakens afwijst nadat Hij haar uitnodigt voor een date in de hemel: ‘Your pants are over there. I am not asking you to leave but...’ Carroll: ‘Deze grap zou een aantal jaar geleden voor veel reuring hebben gezorgd. Er zijn vast wel religieuze groepen die zich enorm ergeren aan deze humor, maar ze maken er nauwelijks een punt van. De meeste denken: laat maar. ‘Maar grappen over etnische stereotypen daar moet je mee uitkijken. Een zwarte en een blanke comedian kunnen precies dezelfde grap maken over bepaalde gesuggereerde kenmerken van zwarten. Bij de eerste ligt iedereen sowieso dubbel, terwijl de ander moet hopen dat de barkrukken niet door de lucht vliegen.’ Zelf heeft Carroll ook zijn grenzen, al wil hij geen voorbeeld geven. ‘Ik hou niet van grappen die zwakke groepen beschadigen en bij de toehoorder gevoel van onverschilligheid over deze groepen aanwakkert.’ Noël Carroll, The Philosophy of Humour Lipsius & Matthias de Vrieshof Lezingenreeks van 25-28 november toegang gratis
Een priegelige kunstenaar Frank Doolaard schildert digitaal, maar toch ouderwets Na zijn studie psychologie koos Frank Doolaard toch voor de kunst. Zijn werk hangt nu in de tijdelijke werkplek van OPEN|Makers, aan de Aalmarkt. ‘Als je goed bent, kom je er wel.’ Het pand staat op het punt gesloopt te worden. Wanneer precies weet niemand. In tussentijd zorgt het project OPEN|Makers ervoor dat de ruimtes gebruikt worden door een afwisselend collectief van kunstenaars. Een van hen is Frank Doolaard (23). Hij studeerde psychologie in Leiden en volgde vakken aan de kunstacademie in Den Haag. Tot eind november is zijn werk te zien op de Aalmarkt 15b. De muren zijn gedrapeerd met rood gordijn, een overblijfsel van het originele project waar hij met twee bevriende kunstenaars mee begonnen in oktober: de Openbaarmoeder. Doolaard: ‘Het doel was om een fictief personage te creëren aan de hand van verschillende levenstadia, zoals conceptie en geboorte.’ Ook de bezoekers konden hier input leveren, zo werd bijvoorbeeld geschaakt om het geslacht van dit personage. Een heel lang leven was het project echter niet beschoren. ‘Niet iedereen had genoeg tijd ervoor, en na de geboorte werd het verder uitwerken van het personage iets heel geforceerds. Toen hebben we besloten ermee op te houden.’ Nu is hij er iedere dag te vinden, tekenend en schilderend. Aan de muur hangen een aantal van zijn werken. ‘Momenteel ben ik bezig Door Arnout le Clercq
Question Reality van Frank Doolaard.
met digitaal tekenen met Mypaint, een soort vergevorderde versie van Paint. Ik gebruik een digitaal medium op een ouderwetse manier, ik ga net zo te werk als bij een acrylwerk. Het is lastig, maar het voordeel is dat je heel precies kunt werken: hiermee kan ik kleine details aanbrengen die zelfs met de meest scherpe potloodpunt niet lukken. Ik ben een heel priegelige kunstenaar.’ Een bul in de zak, en dan toch kiezen voor de kunst? ‘Kunstenaar zijn is altijd al moeilijk geweest en ik geloof dat als je goed bent, je er uiteindelijk ook wel komt. Bovendien is er voor afgestudeerde psychologen ook niet veel werk. Ik heb ook niet zoveel geld nodig om te leven, dus dat is het punt niet.’ Zijn achtergrond als psycholoog komt wel duidelijk naar voren in zijn kunst. ‘Mijn schilderijen gaan over een onderliggende realiteit, zoals dromen, fantasie of religie. Juist door deze onderliggende realiteit erg realistisch weer te geven probeer ik mensen hiervan bewust te maken.’ De boodschap komt niet altijd even duidelijk over, maar dat heeft vooral met het medium zelf te maken, zegt hij. ‘Mensen vinden het moeilijk om digitale kunst te verwerken, omdat ze het niet kunnen categoriseren: het heeft geen plekje in hun gedachten, zoals bijvoorbeeld verfschilderijen of tekeningen.’ Het atelier heeft vrije inloop, maar echt storm loopt het niet. ‘De kunst in Leiden is aan het groeien. De kunstroute een paar weken terug gaf hier een goed beeld van. Maar het blijft lastig om mensen erbij te betrekken: ze trappen niet zo maar de deur in.’
TRIANON The Hunger Games : Catching Fire dagelijks 18.00 + 21.30 za + zo 14.00 Het Diner dagelijks 19.00 + 21.30 za zo + wo. 14.30 Hoe duur was de suiker dagelijks 18.30 Gravity 3D dagelijks 21.30 KIJKHUIS Elle s’en va dagelijks 18.30 La grande bellezza dagelijks 21.00 Like Father, Like Son dagelijks 19.00 ( wo. niet) The Fifth Estate dagelijks 21.45 ( wo. niet) Studium Generale (lezing + film) wo 20.00 LIDO Captain Phillips dagelijks 18.30 + 21.30 About Time dagelijks 18.30 Carrie dagelijks 21.30 Jackass Presents: Bad Grandpa dagelijks 19.00 Feuten: Het feestje dagelijks 21.30 Thor: The Dark World 3D dagelijks 18.45 + 21.30 De nieuwe wildernis za. + wo. 14.30 zo. 13.00 + 15.30 dagelijks 19.00 The Counselor dagelijks 21.30
MUZIEK
QBUS J.P. den Tex: Storyteller Za 23 nov. 20.30 €10 The Bigley Zo 24 nov. 14.00 toegang gratis DE TWEE SPIEGHELS Jetset Vr 22 nov. 21.00 Bart-Jan Hogenhuis trio Za 23 nov. 16.00 Karel Boehlee en Simone Pormes Zo 24 nov. 16.00 Jamsessie o.l.v. Naomi Adriaansz Ma 25 nov. 21.00 STADSGEHOORZAAL Amsterdam Klezmer Band: Benja Za 23 nov. 2015 vanaf €14,50 Crescendo Muziektheater Za 23 nov. 20.15 + Zo 24 nov 14.15 €22 DE BURCHT Louis Scalvis Atlas Trio Za 23 nov. 21.00 €8 LOKHORSTKERK Kimiko Ishizaka: Twelve Tones Of Bach Za 23 nov. 20.15 €25 SCHELTEMA COMPLEX Funked Up Festival Za 23 nov. 20.00 €12 PETRUSKERK Amsterdam Staff Band Zo 24 nov. 14.30 toegang gratis
THEATER
THEATER INS BLAU Het universum van Schweigman& Do 21 + vr 22 + za 23 nov 20.30 €16 Servaes Nelissen: De Broekophouder & Dollywood Wo 27 nov. 20.30 €16 LEIDSE SCHOUWBURG Dolf Jansen: Topvorm Do 21 nov . 20.15 vanaf €10 Conny Janssen Danst Vr 22 nov. 20.15 vanaf €10 Haar naam was Sarah Za 23 nov. 20.15 ZEP: Feeks Di 26 nov. 20.15 vanaf €8,50 Eric & Beau Schneider: Levenslang Theater Wo 27 nov. 20.15 vanaf €10 RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN Veenfabriek & Asko Schönberg: Hyllos t/m 29 nov. 20.00 €25
12 Mare · 21 november 2013 Het Clubje
Bolwerkers
TYPHONE
Foto Marc de Haan
‘Meteen die tafels claimen’ Het Breakfast-at-the-Hema-gilde Cathy Schrijner (22, pedagogische wetenschappen): ‘De 1-euro-ontbijtjes van de Hema zijn makkelijk en goedkoop. Ik woon om de hoek, maar het is niet echt gezellig om hier in je eentje te gaan zitten. Daarom heb ik het Breakfast-atthe-Hema-gilde opgericht. Om de week gaan we samen ontbijten.’ Annemieke Stolk (19, Nederlands en Engels): ‘Gilden zijn clubjes studenten met een gedeelde interesse en staan los van de verenigingsactiviteiten en commissies. Zo hebben we bij Prometheus onder andere een blues- en jazzgilde, een theegilde, een cabaretgilde, een spelletjesgilde en een moeilijkeboekengilde. Het is heel vrijblijvend: je komt langs als je daar zin in hebt. Je hoeft je alleen aan te melden bij de voorzitter van het gilde.’ Fons van der Linden (27, promovendus rechten): ‘Het gildenlandschap is daarom
Bandirah
heel beweeglijk en verandert mee met de leden. Het oprichten is ook vrij gemakkelijk. Je hoeft bijvoorbeeld geen statuten te schrijven. Maar het is wel handig als andere mensen je interesse delen. ‘Zo was er ooit het Frank Zappa-gilde, dat uit één jongen bestond die regelmatig naar Frank Zappa luisterde op zijn studentenkamer. Dat is niet helemaal de bedoeling.’ Schrijner: ‘Maar het ontbijten bij de Hema is gelukkig best populair.’ Daniëlle Evenblij (20, psychologie): ‘En niet alleen bij studenten. Eén van de eerste keren kwamen we hier om iets voor tienen binnen. Toen konden we nergens meer zitten. Een beginnersfout.’ Schrijner: ‘Tegenwoordig verzamelen we om negen uur en lopen we in een keer door naar boven om tafels te claimen.’
Van der Linden: ‘Het ontbijt is best lekker en kost natuurlijk maar een euro, dus met de prijskwaliteitverhouding zit het in ieder geval goed. Het croissantje is mijn favoriet.’ Anna Visser (25, afgestudeerd in geschiedenis): ‘En je krijgt een ei.’ Van der Linden: ‘Het is niet echt gezond, maar ik neem er altijd sinaasappelsap bij voor de vezels.’ Schrijner: ‘Vroeger kreeg je er ook spek bij, maar dat hebben ze eruit gehaald. Voor sommigen was dat wel een harde klap.’ Freek van Vliet (19, Nederlands): ‘Volgens mij zijn er ook mensen die hier elke dag ontbijten. Ik kwam hier vaak tijdens de El Cid en zag elke dag dezelfde gezichten.’ Gerard Spaans (18, wiskunde): ‘Ik hoorde gisteravond pas over dit gilde en be-
sloot spontaan aan te haken. Normaal gesproken heb ik elke dag om negen uur college, dus ik kan eigenlijk nooit mee. Maar vandaag heb ik collegevrij. Afgelopen weekend heb ik net een nieuw gilde opgericht: College-met-eenPromethaan. Als je vrij bent van college kan je een oproepje plaatsen om met iemand anders mee naar college te gaan.’ Marianne de Heer Kloots (19, taalwetenschap): ‘Zo gaat Gerard straks als wiskundige mee naar mijn college “Klanken van de wereld”.’ Schrijner: ‘Het gilde is geïnspireerd op Breakfast at Tiffany’s. Daarom willen we nog een keer in galakleding gaan ontbijten. In een little black dress en met zonnebril op ontbijten in de Hema, dat moet een leuke ervaring zijn.’ Door Petra Meijer
Dus we hebben met zijn allen besloten dat de tyfoon in de Filippijnen de ideale afleiding is om het totaal uit de klauw gegierde debat over Zwarte Pieten een dagje of wat van de voorpagina’s te houden. Een mooie manier om aan de wereld te laten zien wat voor goedhartig volk we wel niet zijn. Even op een positieve manier in het nieuws, nadat ons internationale imago een deukje had opgelopen. Uiteraard geen kwaad woord over de algemene intentie van zo’n hulpactie. Tyfoon Haiyan heeft een spoor van vernieling achtergelaten in een gebied dat daar zonder hulp niet bovenop komt. Ik plaats mijn vraagtekens echter bij de tv-actie van de Samenwerkende Hulporganisaties, waarin het zoveelste belpanel BN-ers tijd vrijmaakt om aandacht en geld te vragen voor deze ramp. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het daar vooral om eigenbelang gaat, aangezien er meer wordt bericht over de Giro 555-actie dan over de ramp zelf. De hulpactie krijgt meer aandacht dan de kwestie waar het aandacht voor vraagt. We mogen vooral niet te kritisch zijn op de Giro 555-actie. Hoewel het in het verleden is aangetoond en zelfs toegegeven dat de donaties ‘niet helemaal’ op de juiste plaats terecht zijn gekomen, moeten we vooral blijven bellen en doneren. Hoe meer geld, des te groter de kans dat er stomtoevallig een deel goed wordt besteed. Wat dat betreft is het jammer dat we blijkbaar een beetje hulpverleningsmoe zijn. Eerdere Giro 555-acties brachten namelijk beduidend meer op. Van alle tv-acties in het verleden zijn we voor de helft alweer vergeten voor welke kwesties ze aandacht vroegen en geld ophaalden. We weten alleen dat ze er waren, omdat vooral de zelfvoldane herinnering aan onze tijdelijke empathie blijft hangen. We kloppen onszelf op de schouder omdat we indertijd de moeite hebben genomen erg betrokken te zijn bij reeds vergeten kwesties. De ramp in de Filippijnen is verschrikkelijk, maar dit gebeurt nou eenmaal in de wereld. Als we voor elk door een zware natuurramp getroffen gebied zo’n tv-actie gaan houden, houden we in de zenderprogrammering geen tijd meer over voor opinieprogramma’s die ons vertellen waarom nou juist die gebieden hulp verdienen, terwijl slachtoffers van andere rampen vette pech hebben dat hun balletje niet werd getrokken in de hulpverleningstombola. Het zou beter zijn om voor elke ramp vooral stil te doneren. Dan kunnen echter we ons goede gedrag niet pontificaal op televisie laten zien. Maar daar gaat het natuurlijk niet om. Het gaat om de essentie, om de goede gedachte. Belangeloos onze welvaart delen met de allerarmsten die getroffen zijn door rampspoed, wat ons verbindt in een nationaal saamhorigheidsgevoel. Aan welke goede, heilige man doet dat me nou denken? Robbert van der Linde