26 november 2015 39ste Jaargang • nr. 12
‘Ik laat zien hoe ziekte ook kunst kan zijn’ Pagina 11
De Afrikaanse homoparadox: met emancipatie laait ook het geweld op
Sterrenkundigen blijven maar worstelen met het donkere materie-mysterie
Tuqa Jirmo Huqa liep weg van huis om naar school te gaan. Nu is hij doctor
Pagina 3
Pagina 7
Pagina 9
Waarom ik wegging uit Molenbeek
Politicologie pakt uittreksels aan
Hoe antropoloog en fotograaf Teun Voeten na tien jaar de wijk verliet
Het instituut Politieke Wetenschap gaat de strijd aan met betaalde college-uittreksels. En met succes. Een van de aanbieders, Stichting Intermediair Leiden (SIL), is gedwongen om politicologieverslagen terug te trekken. ‘Ze weten dat wat ze doen niet deugt.’
Foto Ivan Put
Vol goede bedoelingen verhuisde de Leidse antropoloog en oorlogsfotograaf Teun Voeten tien jaar geleden naar de Brusselse gemeente Molenbeek. Vorig jaar vertrok hij, volkomen gedesillusioneerd. ‘Ik wilde geen sociaal buitengesloten minderheid zijn in Jihad Central.’
DOOR TEUN VOETEN In 2005 verhuisde ik naar een loft in Molenbeek. Het was de enige nog betaalbare buurt van Brussel en ik behoorde tot de nouvelle vague van blanke, hoog opgeleide yuppies, bobo’s heten ze in België – bourgeois bohémiens – die met een gezonde mix van goede bedoelingen en pragmatisme in de beruchte probleembuurt ging wonen. We hadden een Marokkaanse aannemer, Hassan, wat we allemaal erg tof vonden, en hoopten dat onze kinderen met bruine kindjes en zwarte kindjes vrolijk op straat zouden spelen. We dachten dat de straat langzaam zou verbeteren: minder vuil, minder criminaliteit, hier en daar een hip galerietje en trendy cafeetje, zodat onze lofts in waarde gingen stijgen. We voelden ons trendsetters en frontlijnsoldaten op de bres voor de multiculturele samenleving. Maar snel begon het schitterende plaatje te verbleken. Hassan bleek een oplichter te zijn die er met de complete pot voor de gemeenschappelijke verbouwing, 95.000 euro, vandoor ging. Het multiculturele gehalte viel vies tegen: de buurt was 95 procent Marokkaans en was in feite een etnisch-religieuze enclave, bevolkt door een gesloten en bekrompen gemeenschap die ons als indringers beschouwde. Over de jaren zag ik dat de islamisering een steeds zichtbaardere greep op Molenbeek kreeg. Alcohol was nergens meer te krijgen. Bij het metrostation Graaf van Vlaanderen spoorden fanatici vrouwen aan zich kuis te kleden en hoofddoeken te dragen. In het straatbeeld doken meer en meer salafisten op in de typische jihad dress code: lange baarden, kufis, qamis en een keiharde blik in hun ogen. De islamitische boekhandels schoten als paddenstoelen uit de grond, terwijl het onmogelijk werd ergens nog een fatsoenlijke krant of boek te kopen. Met een werkloosheid van 30 procent waren de straten tot het
eind van de ochtend verlaten. Bewoners gooiden afgewerkte pleepotten en bankstellen op straat neer en verwachtten dat de gemeente die zou opruimen. Agressieve chauffeurs scheurden met 70 kilometer per uur door de straten. En nergens was een gezellig café waar blank, bruin en zwart samenkwamen. Wel veel kleine misdaad: op straathoeken voelde je de agressie. Jongeren bespuugden soms onze vriendinnen en scholden ze uit voor ‘sale pute’, vieze hoer. Als je er iets van zei, werd je uitgemaakt voor vuile racist. De druppel was een groepje salafisten dat heel uitdagend voor de ingang van ons gebouw stond en me probeerde te bekeren. In 2014 had ik het helemaal gehad en verhuisde ik. Ik had geen zin meer om een sociaal buitengesloten minderheid in een uitzichtloze buurt te zijn. Toen ik vroeg in de ochtend na de aanslagen in Parijs bij de Bataclan arriveerde, lagen de plassen bloed er nog. Aangeslagen Parijzenaren legden de eerste bloemen neer. Al snel viel de naam Molenbeek. België was natuurlijk geschokt dat er alweer – na de schietpartij in het Joodse Museum in Brussel, de Thalys-schutter en de verijdelde aanslagen in Verviers – een link was met de gemeente. Er zijn drie duidelijke redenen waarom Molenbeek tot Jihad Central is geworden: de fysieke infrastructuur, de versnipperde en zwakke staat België en de politiek correcte wegkijk- en ontkencultuur. Molenbeek is een rommelige, chaotische gemeente, met smalle straatjes, vol met theehuizen, winkeltjes en reguliere dan wel zeer schimmige moskeeën. Zoals de guerrilla zich verschuilt in de jungle, zo voelen jihadi’s zich als een vis in het water in de rommelig kashba van Molenbeek waarvan de bevolking een aanzienlijke ‘tacit support’ (stilzwijgende steun) geeft aan extremisten. > Verder lezen op pagina 6
DOOR VINCENT BONGERS ‘Er
zijn dertig slides van mijn powerpointpresentaties in een SIL-samenvatting gebruikt’, zegt hoogleraar empirische politicologie Rudy Andeweg. ‘Die zijn van Blackboard geplukt en zonder bronvermelding in het uittreksel verwerkt. Het balkje waarin mijn copyright stond, is van iedere slide afgeknipt. Nergens staat dat het mijn college is. Het is duidelijk dat het auteursrecht is geschonden. ‘Toen ik dat ontdekte, heb ik contact opgenomen met de juridische afdeling van de universiteit. Die deed niets. Vervolgens heb ik zelf juridisch advies ingewonnen en een brief gestuurd naar SIL. Ze hebben hun fout toegegeven. Ook zeggen ze toe voortaan alleen samenvattingen van politicologie te verspreiden als de docent daar toestemming voor geeft. Dat doe ik natuurlijk niet, en ik hoop dat geen van mijn collega’s zo stom is om dat wel te doen.’ Universitair hoofddocent politicologie Jan Erk ondernam ook met succes stappen tegen SIL. Veel wil hij er niet over kwijt. ‘Ik heb inmiddels een schikking getroffen.’ Rick Keereweer, bestuurslid van SIL, wil per telefoon niet ingaan op de kwestie. ‘Ik wil dit eerst bespreken met de andere leden van het bestuur.’ Een beloofde mail met uitleg, was bij het ter perse gaan van deze krant nog niet ontvangen. Het schenden van auteursrecht bood Andeweg een instrument om in te grijpen, maar er speelt meer. ‘Ik wil dit gewoon niet hebben. We leren bachelorstudenten om wetenschappelijke artikelen kritisch te lezen. Eerstejaars starten met onderwijsboeken en een paar artikelen. Het is essentieel dat ze het boek lezen en daar zelf een samenvatting van maken. Als je dat niet doet, dan krijg je later problemen met het lezen van artikelen.’ > Verder lezen op pagina 5
LITERAIR TALENT OPGELET! WIN € 250 MET MARE-KERSTVERHALENWEDSTRIJD Ook dit jaar weer: de Mare-kerstverhalenwedstrijd! Schrijf een verhaal van tussen de 1500 en 2000 woorden en win €250, €75 of €50. Oproep van auteurs en juryleden Christiaan Weijts en Arjen van Veelen: verras ons. Mail uiterlijk 10 december naar: redactie@mare.leidenuniv.nl Deelname alleen voor Leidse studenten.
Bandirah Pagina 12
2 Mare · 26 november 2015 Geen commentaar
Boobytrap Door Bart Braun Kijk, auteursrecht schenden mag natuurlijk niet. Als opleider van studenten, wier opvattingen over plagiaat en originaliteit vaak nog, laten we het aardig zeggen, aan het uitkristalliseren zijn, heeft de universiteit zelfs een voorbeeldfunctie. Dus als politicologie uittrekselverkoper SIL sommeert om de boekjes met politicologenmateriaal uit de schappen te halen, staat de studie volledig in haar recht. Wat echter verbaast, is de gretigheid waarmee de docenten de samenvatters de kop indrukt (z.o.z.). Het auteursrecht lijkt niet zozeer belangrijk omdat het zijn intellectueel eigendom beschermt, maar omdat het een stok geeft om de hond te slaan. Een verstandig docent is juist groot voorstander van samenvattingen. Hoe meer materiaal de student ter beschikking staat om zich de stof eigen te maken, hoe beter. Als de samenvatting zo goed is dat iemand met louter dat boekje in staat is om een voldoende te halen, dan is het toch geweldig dat die samenvatting gewoon te koop is? Als je al meent dat het juist belangrijk is dat de student zich door alle stof heen leert worstelen, maak dan gewoon je tentamens moeilijker. Dan is de samenvatting nog steeds een waardevol studie-instrument: als kapstok en inleiding voor het dikke boek. In het andere geval is de samenvatting slecht. Dat lijkt regelmatig voor te komen, bleek uit een rondgang die Mare vorig jaar maakte langs docenten. Een van hen klaagde: ‘Ik heb zeer matig werkjes voor me gehad, vol verkeerde redeneringen en foute conclusies. Er zwerft van alles rond waar jouw naam onder staat. Ik wil niet geassocieerd worden met rotzooi, en dat risico is nu heel reëel.’ Een begrijpelijk sentiment, maar met de SIL’s, Joho’s en studieverenigingen van Leiden moet toch af te spreken zijn dat er geen suggestie wordt gewekt dat de docent iets met het uittreksel te maken heeft. Zeker als in ruil daarvoor wat minder gretig naar verdere verboden wordt gegrepen? Want slechte samenvattingen, die zijn al helemaal een zegen voor de docent. Het brouwen van goede tentamenvragen is een van de moeilijkste aspecten van het onderwijs, maar een shit-samenvatting is daarbij een prachtige inspiratiebron. Een berenklem of boobytrap waarmee je perfect nepstudenten en uitvreters kan vangen. Haal zo’n boekje, en over elke fout die je erin aantreft, komt er een vraag op het tentamen. De overige vragen betreffen stof die de samenvatter wegliet. Alle luiwammesen en collegeskippers filter je er moeiteloos uit. Bindend studieadviesje er bovenop en klaar. Kortom: je gaat naar de SIL en je koopt een boekje dat je leven makkelijker maakt. Precies wat de bedoeling was.
Colofon
Column
Redactie-adres Reuvensplaats 3, 2311 BE Leiden
Postbus 9500 2300 RA Leiden Telefoon 071–527 7272 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl
De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000 Hoofdredactie
Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie
Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Petra Meijer p.meijer@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Monica Preller (stagiaire) m.preller@outlook.com Medewerkers
Laura Kervezee • Tim Meijer • Esha Metiary • Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving Marcel van den Berg Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Redactieraad
Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • Prof. dr. F. Israel (vicevoorzitter) • drs. B. Funnekotter • J. Daemen • S. Grootveld • drs. M. van Hintum • mr. F.E. Jensma • M. Kuipers • prof. dr. N.J. Schrijver • dr. J.P. Vollaard • F. Vermeeren • C. van der Woude Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op IBAN NL68RABO0103257950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200092091) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare.leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
Kromme tenen Onlangs woonde ik een lezing bij van Peter Gøtzsche, een Deense arts en wetenschapper, die in ons land was om zijn nieuwe boek Dodelijke medicijnen en georganiseerde misdaad. Achter de schermen van de farmaceutische industrie te presenteren. De lezing vond plaats in het LUMC en was georganiseerd door het vakblad van de artsenfederatie KNMG, dus verwachtte ik iemand die op zijn minst zijn best zou doen om een betrouwbaar en genuanceerd verhaal te houden. Zoals ik aan de weinig subtiele titel had kunnen afleiden, had Gøtzsche weinig goeds te melden over de farmaceutische industrie. De industrie heeft minstens zoveel doden op haar geweten als de maffia omdat ernstige bijwerkingen stelselmatig worden verzwegen. Artsen laten zich op grote schaal omkopen, onderzoekers houden moedwillig data achter en wetenschappelijke bladen publiceren alleen positieve resultaten, aldus Gøtzsche. Deze kritiek is niet nieuw. Dat er dingen mis zijn in de farmaceutische industrie en dat dat moet veranderen zullen weinig mensen ontkennen. Wat mij frustreerde is dat Gøtzsche zelf ook feiten verdraaide en ze presenteerde op een manier die hem het beste uitkomt, net als wat hij de farmaceutische industrie verwijt. Hij zei bijvoorbeeld dat onderzoek heeft laten zien dat mensen die antidepressiva gebruiken allerlei klachten hebben die ze niet hebben in periodes dat ze die medicijnen niet gebruiken. Hij suggereert dat die klachten dus bijwerkingen zijn van de medicijnen (en deels zal hij daar gelijk in hebben),zonder rekening te houden met het feit dat die patiënten die pillen zijn gaan slikken omdat ze zieker zijn dan voorheen, en daarom misschien meer klachten hebben. Gøtzsche leek mij intelligent genoeg om dit zelf te kunnen bedenken en anders had hij het kunnen lezen in het
oorspronkelijke artikel waarin deze beperking wel wordt benoemd. Blijkbaar heeft hij besloten om dit achterwege te laten. Het enige wat zijn toehoorders, in dit geval een enkele arts maar vooral een grote groep geïnteresseerde buitenstaanders, meekrijgen is dat het slikken van antidepressiva leidt tot bijwerkingen, die er anders sowieso niet zouden zijn geweest, en dat je ze daarom maar beter niet kan innemen. Zo zat zijn lezing vol met meer beweringen die letterlijk genomen misschien wel waar zijn (of niet), maar die zo uit hun verband worden getrokken dat ze geen goed beeld meer geven van de onderliggende bevindingen. Misschien was het naïef van mij om een eerlijker – maar saaier – verhaal te verwachten. Dat is niet wat mensen willen horen en ik vermoed dat zijn boek dan een stuk minder goed zou verkopen. Niet alleen de farmaceutische industrie neemt het niet zo nauw met de werkelijkheid als er geld kan worden verdiend. Na afloop van de lezing verliet ik dus met kromme tenen de zaal. Ik worstelde vooral met de vraag hoe ik als sceptische burger en kritische wetenschapper mijn mening kan vormen als zelfs op het vertrouwde terrein van het LUMC alle redelijkheid uit het debat wordt weggevaagd. Het had al geholpen als er tijdens de lezing ook ruimte was geweest voor een tegengeluid. Het enige advies dat ik op dit moment kan geven: als je meer horrorverhalen wilt horen over de farmaceutische industrie: lees Het Proces van John Grisham, een fictieve roman over een grote rechtzaak die wordt aangespannen tegen een farmaceutisch bedrijf. Leest lekker weg en je hoeft je niet druk te maken over of het wel of niet waar is. Laura Kervezee promoveert bij het Leids Universitair Medisch Centrum
26 november 2015 · Mare 3 Mensen
071 -527 …
Afrika komt uit de kast Maar tegelijkertijd laait ook het geweld tegen homo’s op ‘Groeistuipen’, noemt Afrikades kundige Bart Luirink het geweld tegen opkomende Afrikaanse homobewegingen. ‘Hoewel je natuurlijk niks aan die analyse hebt, wanneer je zelf het slacht offer bent.’ ‘Bij de uitbraak van ebola zag je het weer. Direct waren er Afrikaanse politici en religieuze leiders die homo’s de schuld gaven’, zegt journalist en Afrikadeskundige Bart Luirink. Vandaag vertelt hij bij het Afrika-Studiecentrum over het boek dat hij met Madeleine Maurick schreef: Homoseksualiteit in Afrika: een gevaarlijke liefde. ‘Het gebeurde lang niet overal, maar je zag wel die reflex weer. Bij een verschrikkelijk drama is men in minder ontwikkelde gebieden nu eenmaal vatbaar voor samenzweringstheorieën, het idee dat er sprake zou zijn van een straf.’ In de vorm van een ziekte dus, of oorlog, een sprinkhanenplaag of ernstige droogte. Volgens andere tegenstanders in Afrika is homoseksualiteit een verschijnsel dat uit het westen is overgewaaid. ‘Dat hebben we willen ontkrachten. Er is wel bewijs dat de anti-homowetgeving juist in de koloniale tijd, vooral vanuit Engeland, naar Afrika is gebracht.’ Over de periode dáárvoor is weinig bekend. ‘Er zijn verschillende studies verricht, maar ik ontkom niet aan de indruk dat sommige antropologen specifiek zoeken naar bewijs voor homoseksualiteit in prekoloniaal Afrika. Over een rotstekening met twee mannen in kennelijke staat van opwinding kun je lang discussiëren, maar ik zou me niet aan uitspraken daarover willen wagen. We weten er te weinig van.’ In de periode na de koloniale tijd DOOR MARLEEN VAN WESEL
kwam de homorechtenbeweging in Zuid-Afrika op in het kielzog van de anti-apartheidsstrijd. ‘In de jaren tachtig kwamen in die strijd mensen naar voren die homoseksueel waren, zoals de activist Simon Nkoli. Hij kwam in de gevangenis uit de kast, wat direct tot discussies leidde met zijn medestrijders. Deels begrijpelijk: zij vreesden dat het door het apartheidsregime tegen hen zou worden gebruikt. Maar de gesprekken die toen tussen de gevangenismuren gevoerd werden, moeten later grote invloed gehad hebben op de invoering van de nieuwe grondwet in 1996.’ Die schreef gelijkheid en vrijheid voor alle Zuid-Afrikanen voor, ook homoseksuelen. Verschillende strijdmakkers van Nkoli bekleedden tegen die tijd belangrijke posities. In 2006 was Zuid-Afrika het eerste Afrikaanse land dat het homohuwelijk erkent. De praktijk beschrijft Luirink echter als ‘ironisch’. ‘Het is vergelijkbaar met de situatie in Brazilië en ook wel in Frankrijk. Aan de ene kant neemt de liberalisering een vlucht, maar er is ook een enorme tegenbeweging. Brazilië heeft de grootste Gay Pride ter wereld, maar nergens is het geweld tegen homo’s zo groot. Honderden worden er per jaar vermoord. In Zuid-Afrika heeft het niet die omvang, maar je ziet dat sinds de invoering van gelijke rechten voor homo’s het geweld toeneemt, vooral tegen zwarte lesbiennes.’ Hij spreekt van ‘groeistuipen’. ‘Hoewel je natuurlijk niks aan die analyse hebt, wanneer je zelf het slachtoffer bent.’ Voor hun onderzoek bezochten Luirink en Maurick nog ruim tien andere Afrikaanse landen. ‘Je moet ontzettend uitkijken met het toeschrijven van ontwikkelingen in een enkel land aan heel Afrika. Maar het is onmiskenbaar dat de homoacceptatie zich ontwikkelt in Sub-Sahara-
Anti-apartheidsstrijder Simon Nkoli kwam uit de kast in de gevangens. Afrika. De economische groei, de verstedelijking en de informatierevolutie doen daar hun werk.’ ‘Het gaat twee kanten op. In Mozambique is homoseksualiteit recent gedecriminaliseerd. Ook in Kenia staat dat op de agenda en in Botswana zijn homorechtenorganisaties sinds kort toegestaan. Maar het omgekeerde gebeurt ook. In Nigeria is het homohuwelijk juist in de grondwet uitgesloten, als tegenreactie. Ook in Congo circuleert zo’n voorstel. En in Oeganda was zelfs even sprake van de doodstraf voor homoseksualiteit. Dát is uit het
wetsvoorstel gehaald, maar er wordt wel gewerkt aan strengere regels.’ ‘Het is moeilijk om in de toekomst te kijken, maar ik zie de landen die hun hakken in het zand zetten toch als een soort Don Quichots, die strijden tegen de windmolens. Er zijn nu eenmaal grote geopolitieke ontwikkelingen gaande.’ Bart Luirink en Madeleine Maurick: Homoseksualiteit in Afrika. Een gevaarlijke liefde. Aspekt, 172 pgs. €16,95 Seminar: do 26 nov, 15.30, Pieter de la Courtgebouw, kamer 5A47
Niet al die fucking regels ‘Waar zitten je tepels?’, vraagt een meisje bij de bar. In haar ene hand houdt ze een penseel vast, in de andere een bakje fluorescerende verf. ‘Hierzo’, antwoordt de jongen tegenover haar, en wijst op de zijkanten van zijn borstkas. Zijn wit
oplichtende shirt is al helemaal ondergekliederd in roze, paars en geel. Nu komen er twee oranje stipjes bij. Niet alleen de feestgangers zijn versierd. Ook de muren van Odessa zijn uitgedost in neontinten. In dit café komt de Dinsdagavondclub elke week
‘We hebben nul hiërarchie, en heel veel vrijheid.’
Foto Taco van der Eb
Mark van Haaren vertrok naar Harvard voor zijn masteronderzoek voor biomedische wetenschappen en geneeskunde. Afgelopen week ontving hij de LISF-prijs voor zijn onderzoeksverslag. Wat heb je onderzocht? ‘Ik heb fundamenteel onderzoek gedaan naar de verouderingsmarkers van bètacellen. Die zitten in je alvleesklier en maken insuline aan. Bij diabetes worden die cellen aangevallen. Maar ook veroudering lijkt daarbij een rol te spelen. Het is belangrijk om in kaart te brengen wat de oude en wat de jonge cellen zijn. Als je oude cellen kunt identificeren, kun je er medicatie voor ontwikkelen, om die veroudering te vertragen. De bètacellen van muizen lijken op die van mensen. Door onderzoek met muizen heb ik uiteindelijk een marker voor veroudering en ook een marker voor jonge cellen gevonden.’
Frutti di Mare
DOOR MONICA PRELLER
Scriptie in Amerika
samen om te eten, te borrelen en eens in de maand te feesten. Met 2014 als oprichtingsjaar is het Leidens jongste studentenvereniging. De club trekt veel nieuwe leden: vorige El Cid kwamen er 230 eerstejaars bij, dit jaar 160. Daan Ekelschot (19, verpleegkunde) is een van hen. ‘Ik wilde eerst lid worden bij Quintus. Het leek me wel lijp, zo’n pakje aan en dan flink zuipen. Maar toen hoorde ik verhalen over al die fucking regels daar. Hier hoeft dat niet en kan ik heel erg mezelf zijn.’ Samen met vijf anderen maakt hij deel uit van de KookClub, één van de veertien subclubs van de vereniging. Het aanbod van clubs loopt sterk uiteen: er is een BierClub waarbij de leden bier gaan brouwen, maar ook een Dans-, Reis- en TheaterClub behoren tot de mogelijkheden. Voorzitter Emma Ruijgers: ‘Dat maakt de Dinsdagavondclub zo leuk: het is heel divers en de leden hebben veel vrijheid. We hebben nul hiërarchie en eigen initiatief wordt erg aangemoedigd. Als iemand zelf een subclub wil beginnen kan dat gewoon.’ Ruijgers is tijdens haar El Cid in 2014 lid geworden. ‘De vereniging bestond toen net een week, maar ik werd er gelijk verliefd op. De diversiteit is prachtig en iedereen kan zijn wie hij of zij is.’
Die vrijheid sprak ook Dirk-Jan Remmerswaal (20, informatica) aan. ‘Ik ben in een impuls lid geworden. Ik dacht nog aan Augustinus, maar ik ben afgeknapt op de mores. Hier kan ik gewoon doen wat ik wil, wanneer ik het wil.’ Doen waar je zin in hebt en jezelf zijn, dat kan toch ook bij Catena? Remmerswaal: ‘Misschien zijn ze daar weer iets te veel zichzelf.’ Hij lacht. ‘Ik kende ze eigenlijk niet zo goed. En ik heb toch liever één vaste borrelavond in de week. Doordat het alleen op dinsdag is leer je snel mensen kennen.’ Penningmeester Laurens Verhagen (22, fiscaal recht) beaamt dat. ‘Er is veel verbondenheid tussen de leden. Ik denk ook dat dat de Dinsdagavondclub zo bijzonder maakt: het is echt een gezelligheidsvereniging, maar je bent tot niets verplicht.’ Rond twaalven staan de eerste feestgangers op de dansvloer. Op Promiscuous van Nelly Furtado wordt er met heupen gedraaid en met armen gezwaaid. Een paar leden gooien met neonkleurige ballonnen. Ekelschot zit dan nog in het rokershok. ‘Ik moet morgen om kwart voor zeven op voor mijn stage. Maar ja, dat zie ik dan wel weer. Eerst nog een bier. En feesten natuurlijk.’
Waarom moest dat in de Verenigde Staten? ‘Het onderzoek zelf zou ook wel in het LUMC kunnen plaatsvinden, maar in Amerika heb ik daarnaast kennisgemaakt met een andere onderzoekscultuur, met meer geld, meer expertise en meer mogelijkheden. ‘Ik heb zeven maanden onderzoek gedaan aan Harvard Medical School in Boston. Vervolgens heb ik anderhalve maand rondgereisd en daarna heb ik nog een paar maanden klinische ervaring opgedaan bij Penn, de universiteit in Philadelphia. Vooral Harvard is vrij bekend, waardoor er veel sprekers naartoe komen, die nieuwe inzichten meebrengen. Ik werkte er aan het Joslin Diabetes Center. Elke willekeurige dokter kent dat, maar voor Amerikaanse begrippen was het eigenlijk superklein: zes verdiepingen. We vormden een soort familie met de onderzoeksgroepen. Telkens als er hotshots werden uitgenodigd, werd er ook even ruimte gemaakt voor een laagdrempelig praatje met ons.’ Wat houdt de LISF-prijs eigenlijk in? ‘Bij een jaar in Amerika verblijven komt best wat geld kijken. Het was mogelijk dankzij een beurs van het Leids Universiteits Fonds (LUF): uit het LUF Internationaal StudieFonds. De LISF-prijs is voor het beste verslag van een onderzoek met zo’n LISF-beurs. Behalve een geldbedrag houdt de prijs in dat ik donderdag een presentatie mag geven op de Cleveringabijeenkomst in Parijs. Dat wil ik graag doen, want ik vind het leuk om te vertellen wat ik heb kunnen doen dankzij die beurs.’ Over die Amerikaanse onderzoekscultuur, hoe verschilt die van de Nederlandse? ‘Publish or perish, dat geldt in Amerika nog meer dan hier. Als je na een bepaalde tijd als assistent professor niet doorstroomt, houdt het gewoon op. De druk heeft minder met geld te maken dan in Nederland, maar je moet wel tot goede resultaten komen en alleen in toptijdschriften publiceren.’ Woonde je op de campus? ‘Nee, die is vooral voor undergraduates. Ik woonde in Brookline, een voorstadje van Boston, ramvol studentenhuizen. We woonden met allemaal Europese Harvard- en MIT-studenten. We deelden onze onderzoekservaringen, maar we zijn ook veel weekends op pad geweest. Naar Canada, Maine en in New York hebben we oud en nieuw gevierd.’ En wat doe je nu, met een mastertitel op zak? ‘Ik ben internist in opleiding, momenteel op de afdeling endocrinologie. Mijn focus ligt op het worden van een goede dokter, maar uiteindelijk wil ik zeker ook onderzoek doen. Verder ben ik bezig met een rits lastige testen om misschien arts te kunnen worden in de Verenigde Staten.’ MvW
4 Mare · 26 november 2015 Nieuws
President Oekraïne geeft lezing 27 november wordt in het Academiegebouw de jaarlijkse Europalezing gehouden. Deze keer wordt deze gegeven door Petro Porosjenko, president van Oekraïne. Volgens hoogleraar en organisator Stefaan Van den Bogaert zal Porosjenko onder andere spreken over het associatieverdrag en de relatie tussen Oekraïne en de Europese Unie. Ook de oorlog met de pro-Russische separatisten en het MH17-conflict zullen waarschijnlijk aan de orde komen. De lezing is alleen toegankelijk voor genodigden. Andere belangstellenden kunnen de rede vanaf 12 uur live volgen op leidenuniv.nl.
Leids Werelderfgoed Het college van Burgemeester en Wethouders bereidt een aanvraag voor om de Leidse binnenstad in 2025 de UNESCO-Werelderfgoedstatus te geven. Daarbij moet de universiteit, opgericht in 1575 en daarmee de oudste van Nederland, een belangrijke rol spelen. Het initiatief kwam vorig jaar van de lokale VVD. Het college wilde toen eerst de voor- en nadelen uitzoeken. ‘Uit hun onderzoek bleek dat je enkel als historische binnenstad een relatief kleine kans hebt. Historische binnensteden zijn al redelijk oververtegenwoordigd op de Werelderfgoedlijst. In combinatie met een specifiek thema en in samenwerking met andere Europese steden is de kans groter’, vertelt VVD-raadslid Margreet van Wijk-Meijer. Een focus op Leiden als universiteitsstad lag voor de hand. ‘Het college gaat nu een draagvlakonderzoek doen. Dan zouden we samen een campagne moeten opzetten. Vervolgens kunnen we door het ministerie van OCW voorgedragen worden. Uiteindelijk buigt UNESCO zich over de shortlist.’
Toch maar leraar Duits Een nieuw tweejarig masterprogramma moet extra leraren Duits voortbrengen, die vooraf een andere bachelor dan Duitse Taal en Cultuur gevolgd hebben. Normaal moet je voor een eerstegraadsbevoegdheid een bachelor en een master Duits gevolgd hebben, en vervolgens nog de lerarenmaster, die in Leiden bij het ICLON wordt aangeboden. Het nieuwe traject is een pilot, die in september 2016 start, omdat het tekort aan leraren Duits te groot is. Voor toelating moet je wel minimaal taalniveau B2 hebben en beschikken over enige voorkennis, bijvoorbeeld door een relevante minor of specialisatie. Naast de Universiteit Leiden doen ook de Rijksuniversiteit Groningen, de Radboud Universiteit uit Nijmegen, de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam mee.
Blijvers zijn spekkers Internationale studenten die hier na hun studie blijven plakken, spekken de Nederlandse schatkist jaarlijks met zo’n 950 miljoen euro. Dat berekende het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in opdracht van EP-Nuffic. Voor het onderzoek volgde het CBS de internationale studenten die in 2008-2009 hun diploma haalden. Vijf jaar na het afronden van hun studie, woonde een kleine 40 procent van hen nog in Nederland, en had 70 procent van hen een betaalde baan. Uit een rekenmodel van het Centraal Planbureau bleken de internationale afgestudeerden Nederland per jaar 950 miljoen euro op te leveren, naast andere niet-financiële voordelen van internationalisering. Zouden ze nog langer hier blijven, dan zou dat bedrag alleen maar oplopen.
Rectificatie In het artikel ‘Ik mis het debat met de Kamer’ in de Mare van vorige week is in een uitspraak van Piet Hein Donner het woord ‘niet’ weggevallen. Er staat: ‘Terugkijkend denk ik dat ik het als minister anders had moeten aanpakken.’ Dat moet zijn: ‘Terugkijkend denk ik dat ik het als minister niet anders had moeten aanpakken.’
Eerste hulp bij integriteitsklachten Wat te doen bij vermoedens van gesjoemel? Het is voor leidinggevenden lastig om in te schatten hoe zij moeten omgaan met kwesties rond de wetenschappelijke integriteit. Om wetenschappelijke directeuren en andere bazen een handje te helpen heeft het college van bestuur een leidraad opgesteld. Door Vincent Bongers In het stuk staat
een stappenschema dat gevolgd dient te worden als ‘een medewerker of iemand buiten de universiteit een kwestie over een mogelijke inbreuk op de wetenschappelijke integriteit bij u meldt.’ De leidinggevende moet eerst in een gesprek met de aangever inschatten of het gaat om een ‘redelijk vermoeden van inbreuk op de wetenschappelijke integriteit’ of dat ‘andere, bijvoorbeeld personele, kwesties meespelen.’ Laat bij het inschatten ‘uw common sense meespelen’. Als de leidinggevende vermoedt dat er sprake is van gesjoemel, wordt de aangever naar de vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit, of naar de integriteitscommissie van de universiteit verwezen. Het college meldt verder dat ‘u in zeer ernstige gevallen de decaan in kennis dient te stellen.’ Het gaat dan om een kwestie ‘van een hoger belang’ waarbij de ‘integere wetenschapsbeoefening of de integriteit van de instelling ernstig in het geding is.’ Het college onderscheidt in het
stuk drie niveaus van inbreuk op de wetenschappelijke integriteit. Een ‘onachtzaamheid’: een slordigheidje of ongelukje, zoals het zonder opzet vergeten van een voetnoot. Er wordt in deze gevallen geen veroordeling door de leidinggevende verwacht. Het niveau ‘licht vergrijp’: een geval waar ‘min of meer sprake is van opzet’. Een voorbeeld kan zijn ‘het niet vermelden van een medeauteur terwijl dat wel zou moeten.’ Een waarschuwing ‘kan op zijn plaats zijn.’ En het niveau ‘zwaar vergrijp’. In
deze categorie is de commissie wetenschappelijke integriteit altijd aan zet en kan aangifte bij de politie volgen. Het gaat dan bijvoorbeeld om plagiaat of datamanipulatie. Tijdens de faculteitsraad Rechten vorige week werd het concept van de leidraad besproken. De faculteit twijfelt nog of het handig is om naast universitair vertrouwenspersoon Ingrid Tieken ook een facultair integriteitsaanspreekpunt te hebben. Het rechtenbestuur weet ook niet of er zaken spelen waar de faculteit
bij is betrokken. ‘We hebben een gesprek gehad met professor Tieken. Het was een onderhoud met enig James Bond-gehalte. Wij probeerden er achter te komen of er ook klachten waren binnengekomen van of over onze faculteit. Ze liet niets los over haar werkzaamheden, want die zijn vertrouwelijk. Tieken vertelde uiteindelijk dat medewerkers van praktisch alle faculteiten contact met haar hadden gezocht. Dat betekent overigens zeker niet dat het dan om klachten gaat.’
Bèta’s gooien plan om
Langebrug is eerder klaar
De plannen voor de tweede fase van de bètacampus worden aangepast vanwege de hoge studentenaantallen.
Een flink deel van de 216 studentenkamers die studentenhuisvester DUWO momenteel aan de Langebrug bouwt, zijn eerder klaar dan verwacht.
De Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen is sterk gegroeid, met name de instituten voor scheikunde en farmacologie. Dus gaat het plan voor de tweede fase van de facultaire nieuwbouw terug naar de architect. Een van de redenen om de bouw in fases te laten verlopen, was dat er zo ingespeeld kan worden op onvoorziene veranderingen, en dit is er zo eentje. Hoe het er precies uit moet komen te zien was bij de faculteitsraadvergadering van vorige week nog on-
duidelijk: dat is aan de architecten om in te vullen. Hoger dan de bomen mag de nieuwbouw in elk geval niet worden, maar verder is er speelruimte. Fase 2 behelst niet alleen het gebouw zelf, met de nieuwe hoofdingang, maar ook het voorliggende plein. Ook dat zou er wel eens anders uit kunnen gaan zien dan gepland. ‘Je moet eerst weten hoe het gebouw eruit ziet voor je naar het buitengebeuren kan kijken’, aldus FWNdirecteur Gert-Jan van Helden. In elk geval heeft de faculteit ambities om wat van dat plein te gaan maken: ‘Wat mij betreft wordt het een levend plein, met een Starbucks en een pizzeria’, vertelde decaan Geert
de Snoo de faculteitsraad. ‘Het is nu vreselijk toeven hier in de Leeuwenhoek. Er mag wel wat meer reuring komen.’ De eerste fase van de nieuwbouw wordt in januari opgeleverd door bouwbedrijf Heijmans. Vervolgens moet het nog ingericht, maar zo tegen september zouden de meeste verhuizende FWN’ers erin moeten zitten. In gerelateerd nieuws: het woord ‘bèta’ heeft in het Engels een wat andere connotatie dan in het Nederlands, en duidt daar zoiets als ‘tweederangs’ aan. De universiteit wil daarom afstappen van de term ‘bètacampus’, en wil dat u het science campus noemt. BB
De 136 kamers op het terrein naast de rechtenfaculteit zullen al aan het begin van collegejaar 2016-2017 gereed zijn, in plaats van pas eind 2016. Dan zullen ook de resterende kamers klaar zijn. Aanvankelijk waren er bezwaren van omwonenden tegen het aantal studentenwoningen en de hoogte van de nieuwbouw. Ook liep de bouw vertraging op door archeologische vondsten. Afgelopen maandag werd het hoogste punt bereikt. MvW
‘Zijn we echt in oorlog met IS?’ Studievereniging Grotius organiseerde een actualiteitencollege over de aanslagen in Parijs. Hamvraag: ‘Zijn deze terroristische acties oorlogsmisdaden?’ ‘We zijn in oorlog’, stelde premier Rutte na de aanslagen van IS in onder andere Parijs. ‘Maar voor ons rijst de vraag: Zijn we inderdaad in oorlog? En zijn deze terroristische acties oorlogsmisdaden?’, zei hoogleraar Internationaal Publiekrecht Nico Schrijver tijdens een speciaal ingelast actualiteitencollege in het KOG. Vijf sprekers lieten hun licht schijnen op de gevolgen van de terroristische aanslagen in relatie tot het recht. Schrijver: ‘Als zulke woorden niet alleen politieke praatjes zijn,
maar ook een wettelijke betekenis hebben, dan zouden we op de consequenties moeten reflecteren.’ Volgens Schrijver zou dan de oorlogswet in werking treden. Hij vond het woord ‘oorlog’ wettelijk gezien dan ook slecht gekozen. Wel van een ‘misdaad tegen de menselijkheid’, concludeerde hij. Hoogleraar Internationaal Institutioneel Recht Niels Blokker gaf uitleg over een resolutie die vrijdag door de VN Veiligheidsraad werd aangenomen, die een wettelijke basis geeft voor het gebruik van geweld tegen IS. De resolutie markeert volgens hem het begin van de betrokkenheid van de Verenigde Naties. ‘Wat drie jaar van lijden in Syrië, honderdduizenden doden, en miljoenen vluchtelingen niet heb-
ben weten te triggeren – eenheid in de Veiligheidsraad over het gebruik van geweld om deze humanitaire crisis te proberen te beëindigen – lijkt naar aanleiding van de terroristische aanvallen te gebeuren.’ Emeritus hoogleraar Internationale Betrekkingen Fred van Stade beargumenteerde dat Westerse militaire interventie geen verklaring is voor de radicalisering van de politieke Islam. ‘Het moet gezien worden als backlash van Arabische traditionalisten tegen Westerse modernisatie. En de wortel van het probleem, is het gat tussen de Arabische Islamitische pretentie van morele superioriteit en de harde realiteit van economische achterstand en stagnatie, overheersend in grote delen van de Arabische
wereld. Dit gat is aanleiding geweest tot gevoelens van rancune, een houding van slachtofferschap en vernedering.’ Universitair hoofddocent Jorrit Rijpma behandelde de rol van de Europese Unie, waaronder de solidareitsclausule die Frankrijk aangeroepen heeft. Hij ging ook in op de maatregelen die worden aangekondigd. ‘Na 9/11 drongen de VS bij Europa aan op het delen van personal name records van luchtpassagiers. De EU had toen haar bedenkingen, maar probeert nu anderen ervan te overtuigen om deze informatie te delen. Ook inlichtingendiensten zullen beter samenwerken, en Europa wil een entry-exit systeem waarmee geregistreerd wordt wie Europa in- en uitgaat.’ PM
26 november 2015 · Mare 5 Nieuws
‘Heeft er iemand nog tomaten?!’ Voorstel: leg de universitaire macht bij een senaat van hoogleraren Maagdenhuisbezetter en UvAdocent Rudolf Valkhoff en de Leidse hoogleraar rechtsfilosofie Andreas Kinneging waren het vooral vaak met elkaar eens over hoe de universiteit van de toekomst er uit moet zien. Dat bleek tijdens een debat dinsdag in het KOG over de ‘nieuwe universiteit’. ‘Onze generatie heeft het volkomen verkloot. Het is aan jullie om het beter te doen’, zei Rudolf Valkhoff (61), docent algemene cultuurwetenschappen aan de UvA. ‘Managers geschoold in pennenlikkerij bepalen nu wat er gebeurt op de universiteit. Er is een wildgroei aan studies die alleen bedacht zijn om zoveel Door Vincent Bongers
mogelijk studenten te trekken. Naar staf en studenten wordt niet geluisterd. Er wordt alleen gekeken naar rendementen en de kwaliteit neemt steeds verder af. Iedereen ziet dat het mis gaat, toch ben ik een van de weinige docenten die mee heeft gedaan aan de bezetting van het Maagdenhuis. Ik denk dat dat komt door de angstcultuur op de UvA.’ En die angst is niet geheel onterecht. Valkhoff is op non-actief gesteld. ‘Dit kan wel eens mijn ontslag worden. Toch snap ik niet dat jullie in Leiden niet in opstand komen.’ Valkhoff pleitte voor decentralisering van de macht op universiteiten. ‘Maak de leerstoelen weer het belangrijkste. De staf en de studenten praten dan wel mee over het beleid.’ Kinneging (53) was het deels met Valkhoff eens. ‘Een senaat van
hoogleraren moet de macht hebben.’ Minder blij is hij met de nadruk die Valkhoff legt op de democratisering. ‘Ik ben tegen studentleden in een benoemingscommissie. Een student is een ignoramus. Een onwetende laat je niet meebeslissen over wie de nieuwe hoogleraar filosofie wordt. ‘Ik heb aan de Radboud Universiteit Nijmegen gewerkt, daar mocht zelfs de koffiejuffrouw meebeslissen over academische kwesties. Dat is onzin.’ Valkhoff ergerde zich aan het beeld wat Kinneging van studenten schetste. ‘Ik vind het echt tenenkrommend dat u de student omschrijft als ignoramus.’ Hij richtte zich tot de zaal en zei tegen de studenten. ‘Ik zou dat niet pikken! Heeft er iemand tomaten bij zich?’
Kinneging vond het dan weer ‘tenenkrommend’ dat Valkhoff suggereerde dat hij studenten als ‘dom’ omschreef. ‘Ik hoop alleen maar intelligente studenten tegen te komen. Maar een eerstejaars weet gewoon nog geen moer.’ Kinneging vond een kwalijk gevolg van democratisering dat iedereen maar moet studeren. ‘Dat vijftig procent van de bevolking hoog opgeleid moet zijn, is belachelijk. En het kost een vermogen. Als ik ooit nog eens dictator word, krijgen studenten vier jaar vakken als filosofie en de klassieke talen. Dan pas volgt specialisatie. Dat is alleen maar mogelijk met minder studenten.’ Valkhoff was het met Kinneging eens. Al koppelt hij de stormloop op de universiteiten niet aan demo-
cratisering. ‘Ouders denken dat een universitaire studie noodzakelijk is voor hun kinderen. Maar het is al lang niet meer zo dat een academische titel leidt tot een goede baan. Elk mens is een juweel dat opgepoetst moet worden om te glanzen. Maar dat hoeft helemaal niet op een universiteit te gebeuren. Als iemand een passie heeft voor hout hakken, is dat ook prima. ‘Ik heb twee maanden in het Maagdenhuis gezeten. Ik hoefde overigens niet op de grond te slapen, er was een matras voor mij geregeld. En het was het waard. Ik verwacht dat u als u net zo oud als ik ben, ook over gaat tot bezetten. Dan bent u het helemaal zat.’ Kinneging: ‘Dat zie ik nog niet gebeuren. Misschien alleen als ik een luchtbed krijg.’
Meer vrouwelijke hoogleraren Het aantal vrouwelijke hoogleraren is de afgelopen drie jaar toegenomen. De Universiteit Leiden doet het met meer dan 23 procent vrouwelijke hoogleraren relatief goed. Dat blijkt uit de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2015 die vorige week door het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) is gepubliceerd. Van de 3056 hoogleraren zijn er 516 vrouw. Dat is 16,9 procent. Bij de monitor uit 2012 was dat nog 14,8 procent. Naast deze gewone hoogleraren zijn er in 2014 nog 634 bijzonder hoogleraren, waarvan 17,5 procent vrouw. Van de universitair docenten is in 2014 ongeveer een derde vrouw; van de universitair hoofddocenten iets meer dan een kwart. Omgerekend naar voltijdbanen (fte) komt het aandeel vrouwelijke hoogleraren uit op 17,1 procent. Nederland bivakkeert daarmee in de
kelder van de EU. Alleen Litouwen, Tsjechië en Cyprus hebben nog minder vrouwelijke hoogleraren. Malta, Letland en Bulgarije doen het veel beter en voeren de EU-lijst aan. In 2014 wordt aan de Universiteit Leiden 23,3 procent van het totaal aantal fte aan hoogleraren ingevuld door vrouwen. Alleen de Open Universiteit doet het beter met 26,1 procent, maar die instelling is veel kleiner. Het percentage vrouwelijke hoogleraren is sinds 1990 verzesvoudigd. In de periode 2004-2014 is de gemiddelde groei 0,8 procent per jaar. Als deze groei gelijk blijft dan wordt in 2030 de dertig procent bereikt. Dat omschrijft het rapport als de ‘kritische massa’. Het is dan een groep die groot genoeg is om op een structurele manier de interne politieke cultuur en het beleid te kunnen veranderen. In 2055 komt pas de 50/50-verhouding in zicht. VB
‘Die zwarte stift moet nu weg!’ Vreemd dat niemand eerder in actie kwam Anatoom George Maat leest Mare met daarin het zwartgelakte MH17-rapport over hem.
CDA-Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt heeft woensdag minister Van der Steur van Justitie 24 uur de tijd gegeven om het ongecensureerde politierapport naar de MH17-lezing van de Leidse anatoom George Maat openbaar te maken. ‘Het is meer dan drie weken geleden dat we in Kamervragen om het ongecensureerde rapport hebben gevraagd’, zegt Omtzigt. ‘Die zwarte stift moet nu weg.’ In een tweet schrijft Omtzigt: ‘Het
bizarre spelletje zwartmaken door Van der Steur in het dossier Maat/ MH17 moet na een half jaar echt klaar zijn.’ ‘Ik heb al vier keer contact gehad met het ministerie van Justitie om te vragen waar de antwoorden blijven’, licht het Kamerlid toe. ‘Toen kreeg ik uiteindelijk het bericht dat de antwoorden ergens voor Kerst zouden moeten komen. Daar doe ik het niet voor. Ik wil dat het nu heel snel gaat gebeuren.’ Hij besloot de druk op te voeren.
Foto Laurens Eggen
‘Ik ben tijdens de regeling van werkzaamheden naar de Kamervoorzitter gestapt en ik heb gezegd dat ik de antwoorden binnen 24 uur wil hebben. Als dat niet lukt, dan vraag ik de voorzitter om met de minister te gaan praten en dan moet hij zich verantwoorden. Gebeurt er dan nog niets, dan vraag ik een debat aan. Dan moet Van der Steur maar in de Kamer uitleggen hoe het zit.’ Van der Steur had tot donderdag twaalf uur ’s middags de tijd om de antwoorden te publiceren. VB
Master met Erasmus gaat niet door De Leidse Rechtenfaculteit wilde samen met juristen van de Erasmus Universiteit een onderzoeksmaster opzetten. Dat gaat voorlopig niet door. De beoogde opleiding is niet kostendekkend. Sinds 2012 jaar werken de Universiteit Leiden, de TU Delft en de Erasmus Universiteit Rotterdam samen in het zogeheten LDE-verband. Even leek er zelfs sprake van een fusie van de drie universiteiten, maar dat idee verdween al snel naar de achtergrond. Nu wordt het een ‘strategische alliantie’ genoemd. Er is wel een aantal centra opgestart waarin
ook geld is gestopt. En er kwam een gezamenlijke profileringsnota. In die nota staat ook het voornemen van Leiden en Rotterdam om een gezamenlijke ‘research master’ rechten op te starten. En er is ook gepoogd om deze master op te zetten. Het Leidse college van bestuur stelde geld beschikbaar om de aanloopkosten te dekken. Maar de Leidse rechtendecaan Rick Lawson schrijft in een brief aan het college dat de verwezenlijking van de master ‘anders dan gedacht op korte termijn niet goed mogelijk lijkt.’ Volgens Lawson is de ‘beoogde opleiding, bij de gekozen opzet, niet
kostendekkend. Integendeel, de master zou een structurele kostenpost van aanzienlijke omvang vormen.’ Op dit moment kan de faculteit wel een financieel stootje hebben. Maar dat ‘beeld kan over enkele jaren heel anders zijn.’ Rechten wil het risico dan ook niet nemen. Lawson schrijft dat Rotterdam voor vergelijkbare dilemma’s staat. Daarnaast heeft de rechtenfaculteit daar ook nog met een reorganisatie te maken. De besluitvorming rond de master is in een ‘impasse’ geraakt. Beide faculteiten ‘besloten de voorstellen voorlopig niet verder uit te werken.’ VB
> Vervolg van de voorpagina
Andeweg: ‘Bij één tentamenvraag werd systematisch dezelfde fout gemaakt bij de beantwoording. Wij vroegen ons af: “Hoe kan dat?” We hebben zowel de werk- als hoorcolleges doorgelicht om te kijken of het daar was misgelopen. Dat was niet het geval. Toen kwamen we erachter dat de fout was te herleiden tot het SIL-verslag. We schrokken echt van de kwaliteit. Het kan niet zo zijn dat studenten terugvallen op dit soort slechte samenvattingen, terwijl de kwaliteit van ons onderwijs steeds verder omhoog moet.’ Over de schending van het auteursrecht zegt hij: ‘Als ik er achter kom wie de samenvatting heeft gemaakt, stap ik naar de politie om aangifte te doen. En ik dat doe ik ook bij de examencommissie. Onderwijsmateriaal is alleen voor eigen gebruik. Zo staat het in de onderwijs- en examenregelingen van de opleiding. Dus daar houdt SIL zich niet aan. Er zijn al twee studenten die werken voor SIL door de examencommissie op het matje geroepen. Maar die hebben geen sanctie gekregen omdat hun activiteiten niet konden worden gekoppeld aan mijn cursus. SIL wil niet zeggen wie de maker van de samenvatting van mijn college is. Dat
zegt mij genoeg. Het is geen naïviteit. Ze weten dat wat ze doen niet deugt.’ Andeweg vindt het vreemd dat andere opleidingen geen actie ondernemen tegen aanbieders van samenvattingen. ‘Bij Rechten pakken ze dit niet aan. Dat begrijp ik niet. Misschien zegt dit ook iets over de aard van die studie.’ ‘Dit college vormt een onderdeel van een boek dat nog moet verschijnen. Ik ben er niet blij mee dat er al een piratenkopie van delen van het boek in omloop is.’ Zijn mening wordt ‘binnen het instituut heel breed gedragen’, zegt Andeweg. ‘Collega’s zijn het er mee eens.’ Bijzonder hoogleraar kiezersonderzoek Joop van Holsteyn bevestigt dat. Docenten die grote eerste- en tweedejaars vakken geven, kregen een mail van SIL waarin om toestemming werd gevraagd om materiaal te gebruiken. ‘Ik geef geen toestemming en ik heb het niet geturfd maar ik heb de indruk dat veruit de meeste collega’s daar hetzelfde over denken.’ Van Holsteyn noemt de verslagen ‘een probleem dat al lang sluimert. Het is best vreemd dat er niet al eerder actie is ondernomen. Als je er langer over nadenkt, worden die samenvattingen eigenlijk alleen maar problematischer.’ VB
6 Mare · 26 november 2015 Achtergrond
Een vruchtbaar klimaat voor terroristen
Foto Teun Voeten
> Vervolg van de voorpagina Internationale treinstations en snelwegen om de hoek maken Molenbeek tot de perfecte logistieke uitvalsbasis. België is een versnipperde staat. De term ‘failed state’ is overdreven, maar een land met 5 regeringen, een stad met 19 burgemeesters is natuurlijk volkomen onbestuurbaar. Met incompetente regenten, politiediensten die elkaar niet kunnen verstaan en elkaar soms actief tegenwerken, het afschuiven van verantwoordelijkheden werden niet alleen schandalen als De Bende van Nijvel en Dutroux mogelijk, maar is ook een vruchtbaar klimaat geschapen voor potentiële terroristen. Ten slotte is er in België een cultuur van wegkijken en ontkennen en heerst er een politiek correct wensdenken. Wie wijst op hoge criminaliteitscijfers onder jeugdige migranten en extremistische tendensen wordt beschuldigd van racisme en islamofobie. Straatrovers en extremisten worden gezien als slachtoffers van sociale uitsluiting, een referentiekader dat de daders gretig omarmen.
In 2006 en 2008 schreven journalisten Hind Fraihi en Arthur van Amerongen over moslimextremisten in Molenbeek. Ze werden weggehoond en ervan beschuldigd extreme-rechtse sensatiezoekers en zelfs fascisten te zijn. België is een land dat klare taal en duidelijke stellingnames probeert te vermijden en liever het compromis dan de confrontatie zoekt. Maandag na de aanslagen liep ik weer rond in mijn oude buurt, de Ransfortstraat, en werd hartelijk begroet door de Marokkaanse snackbarhouder, de groenteboer, de bakker en de kapper die me jarenlang voortreffelijk knipte voor 5 euro. Ditmaal leidde ik een Nederlandse filmploeg rond, een van de vele dozijnen tv-crews die op het plein voor het stadhuis waren neergestreken. Een hallucinant gezicht, zoveel buitenlandse busjes met straalzenders. De Molenbekenaren lachten en zwaaiden naar me en waren allervriendelijkst. Ja, iedereen vond het natuurlijk verschrikkelijk. Maar voor de camera wou niemand dat zeggen. Een vrouw in hijab die net een paar kilo tomaten stond in te pakken werd kwaad en riep dat het
Doe meer met je kennis! Vrijwilligers gezocht voor één uur per week bijles en huiswerkbegeleiding op verschillende locaties of bij de leerling thuis. Leiden-Noord, 33 leerlingen, basisonderwijs, groep 4 t/m 8, waarvan 2 met vergoeding van €4 per les. Voortgezet onderwijs: *Duits, 3gymnasium. Economie, 5vwo, €5,- per les. Nederlands, Engels, brugklas vwo.. *Duits, 2vmbo-tl. *Economie, scheikunde, 3vmbo-t. *Wiskunde, 4havo. *Nederlands, Engels, brugklas havo-vwo. *Wiskunde, 4vmbo-t, €7,50 per les. *Geschiedenis, wis- en natuurkunde, 3havo, €5,- per les. *Wiskunde, Nederlands, 2vmbokader. *Biologie, geschiedenis, 3mavo. *Rekenen, brugklas, havo-vwo. *Nederlands, brugklas havo. Leiden-Zuid, 16 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 8. Voortgezet onderwijs: *Engels, brugklas vwo. *Engels, biologie, 2mavo. *Wiskunde, 3havo. Huiswerkbegeleiding, 2vmbo-basis. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do 15-17u. Tel. 071-5214256. E-mail: hdekoomen@owwleiden.nl.
allemaal – alweer – de schuld was van het Westen omdat het Syrië bombardeerde. De bekende reactie in Molenbeek. In feite vonden de meesten zichzelf het grootste slachtoffer. ‘Ici, nous sommes de bon gens’, was een vaak gehoorde quote. De woensdag daarop was ik er weer, ditmaal met Djamila, een Alge-
‘België heeft een cultuur van wegkijken en ontkennen, en politiek correct wensdenken’ rijns-Franse journaliste. Ze had me twee weken eerder benaderd omdat ik volgens haar de enige was die kritisch over Molenbeek wilde praten. Djamila was overigens niet haar echte naam – na reportages over extremisten in Parijs en Syrië had ze zoveel bedreigingen gehad, dat ze een schuilnaam gebruikte. Ze bleek ooggetuige te zijn geweest in Parijs. Ze zat voetbal te kijken met vrienden op een etage boven La Belle Equipe,
in Rue de Charonne, waar 19 mensen werden afgeslacht. Op het stadhuisplein van Molenbeek was een grote vredesdemonstratie gaande. Het waren voornamelijk blanke hoogopgeleide mensen die vanuit heel Brussel hierheen waren getrokken. Die paar zeldzame meisjes met hoofddoeken werden belaagd door cameramensen op zoek naar het ideale shot. Honderden kaarsje werden aangestoken, overal viel het woord ‘vrede’ te lezen, iedereen voelde zich met elkaar verbonden. Nergens een referentie naar islamitisch extremisme. Opgeschoten kids stonden de politie te jennen. De Nederlands cameraploeg werd de volgende dag met bakstenen bekogeld. Business as usual in Molenbeek. Zondag stond ik TV Brussel te woord. De straten van de hoofdstad waren grim, verlaten en nat van de eeuwige regen die Brussel in vijftig tinten van het allertriestste grijs kan dompelen. Business as usual. Alleen gold nu alarmfase 4 en stond ik te kijken van de enorme militaire macht die door de straten liepen. Ik vertelde de ploeg dat meer aanslagen zouden volgen. Dat er sprake
was van een hybride en gedemocratiseerde oorlog, waar iedereen met wat diesel en kunstmest een bom in elkaar kon flansen en een lullig videootje op YouTube kon zetten. Dat de tijden voorbij waren dat oorlog in andere landen plaatsvond. Dat we zo snel mogelijk moesten leren leven met een samenleving waarvan geweld een onlosmakelijk deel is geworden. Na Parijs, straks ook Brussel, Antwerpen en Amsterdam. De filmploeg keek bezorgd. Of ik niet wou afsluiten met iets positiefs. Ik moest lang nadenken, maar ik ben de flauwste niet en weet wat journalisten willen horen. ‘Er zijn ook veel goede mensen in Molenbeek’, besloot ik met een glimlach. Business as usual in Molenbeek. studeerde filosofie en culturele antropologie in Leiden en is werkzaam als oorlogsfotograaf. Hij maakte boeken over de ondergrondse daklozen in New York (New York, New York), de oorlog in Sierra Leone (How de Body?) en het drugsgeweld in Mexico (Narco Estado). Momenteel werkt hij aan een proefschrift over Mexicaanse drugskartels.
Teun Voeten
Academische Agenda
Maretjes De prijs voor een Maretje bedraagt €9,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan.
‘Ici, nous sommes de bon gens, is een vaak gehoorde gehoorde quote.’ Foto Ivan Put
Maretjes extra
Maretjes-extra zijn bedoeld voor semi-commerciële instanties. De prijs voor een Maretjeextra is €23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail: Zandvoort@bureauvanvliet.com Bij Incassopartners zoeken we enthousiaste Call Agents Incasso. Je hebt telefonisch contact met debiteuren en je uitdaging is om de beste oplossing te vinden. Je wordt opgenomen in een leuk en hecht team van jonge mensen. We zoeken iemand die bijbaantjes heeft gehad en weet hoe het is om te werken. Je vindt het leuk om in een team te werken en bent niet bang om contact te leggen. Je spreekt goed Engels (meertalige studenten hebben een pré). Dit is dé kans om tijdens je studie ervaring op te doen. Ben jij enthousiast? Mail dan je CV en brief naar info@incassopartners.nl.
Prof. dr. E. de Beurs zal op vrijdag 27 november een oratie houden bij benoeming tot hoogleraar bij de faculteit der Sociale Wetenschappen met als leeropdracht Routine Outcome Monitoring en Benchmarken in de Geestelijke Gezondheidszorg. Dhr. J. Brau Avila hoopt op dinsdag 1 december om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Galois representations of elliptic curves and abelian entanglements’. Promotoren zijn Prof.dr. P. Stevenhagen en Prof.dr. K. Belabas (Universite Bordeaux I). Mw. M.E. Zee hoopt op dinsdag 1 december om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘Choosing Sharia?’. Promotor is Prof.dr. P.B. Cliteur. Mw. E.M.G. van Esch hoopt op dinsdag 1 december om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Clinical implications of immune cell infiltration in vulvar intraepithelial neoplasia’. Promotoren zijn Prof.dr. S.H. van der Burg en Prof.dr. J.B.M.Z. Trimbos. Mw. S. Sniekers hoopt op dinsdag 1 december om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Credible sets in nonparametric regression’. Promotor is Prof.dr. A.W. van der Vaart. Mw. C.A. Boonen hoopt op woensdag 2 december om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is
‘Borders in Dispute: The Construction of State and Nation in International Diplomacy’. Promotor is Prof.dr. D.C. Thomas. Dhr. J. Gard hoopt op woensdag 2 december om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Corporate venture management in smes’. Promotoren zijn Prof.dr. B.R. Katzy, Prof.dr. H.J. van den Herik en Prof.dr. G.H. Baltes (University of Applied Sciences Konstanz). Mw. M.C. Boer hoopt op woensdag 2 december om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Regulatory, pro-inflammatory and inhibitory human T-cell responses to M. bovis BCG’. Promotor is Prof. dr. T.H.M. Ottenhoff. Dhr. J. Gooskens hoopt op woensdag 2 december om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘New molecular and clinical insights into seasonal and pandemic influenza’. Promotor is Prof.dr. A.C.M. Kroes. Dhr. F.F. Mansvelt Beck hoopt op woensdag 2 december om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘How we do things here’. Promotoren zijn Prof.dr. R.A. Koole en Prof.dr. P. Nieuwenburg. Mw. W. Zhuang hoopt op donderdag 3 december om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het
proefschrift is ‘Symmetric Diophantine approximation over function fields’. Promotor is Prof.dr. P. Stevenhagen. Mw. S.K. Rosendahl Huber hoopt op donderdag 3 december om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Immune responses against conserved influenza epitopes: Lessons for peptide vaccination strategies’. Promotor is Prof.dr. F.A. Ossendorp. Dhr. E. van Genderen hoopt op donderdag 3 december om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Novel detectors and algorithms for electron nano-crystallography’. Promotoren zijn Prof.dr. J.P. Abrahams en Prof.dr. M. van Heel. Mw. M.J.E. Brill hoopt op donderdag 3 december om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Concepts and applications for evidence-based dosing in morbidly obese patients before and after weight loss surgery’. Promotor is Prof.dr. C.A.J. Knibbe. Mw. M.V. Navarro Compán hoopt op donderdag 3 december om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Aspects of methodology in assessing inflammation and damage in rheumatoid arthritis and axial spondyloarthritis’. Promotoren zijn Prof.dr. D.M.F.M. van der Heijde en Prof.dr. R.B.M. Landewé (UvA).
26 november 2015 · Mare
7
Wetenschap
Waar kijken we hier naar? Veronderstelde donkere materie kan ook ladingsoverdracht zijn. Of toch niet? Leidse wetenschappers dachten een spoor te hebben gevonden van donkere materie, het mysterieuze spul waar het merendeel van het heelal uit bestaat. Alleen lijkt hun vondst nu toch iets anders te zijn. Sterrenkundigen kunnen zo’n tachtig procent van hun onderzoeksgebied niet vinden. Er zijn allerlei manieren waarop je kunt bepalen hoe zwaar een sterrenstelsel of een cluster van sterrenstelsels zou moeten zijn; de mate waarin ze licht afbuigen en de snelheid waarmee ze om hun as draaien, hangen bijvoorbeeld af van de massa. Dan blijkt keer op keer dat er veel meer spul moet zijn dan de sterrenkundigen daadwerkelijk zien. De grote vraag is: wat voor spul? Sterrenkundigen spreken van ‘donkere materie’, maar het is in elk geval niet de bekende materie waar mensen en planeten en tandpasta van gemaakt zijn. Sinds de Leidse astronoom Jan Hendrik Oort in de jaren dertig van de vorige eeuw postuleerde dat er donkere materie moest zijn, hebben sterrenkundigen en fysici zich kapot gezocht naar de aard van het goedje. De ontdekker staat eeuwige roem te wachten, en een Nobelprijs. Dus toen vorig jaar een raar signaal gevonden werd, keek de hele wereld op. Twee teams van wetenschappers, waarvan eentje met de Leidenaren Alexey Boyarsky en Jeroen Franse erin, kwamen tegelijkertijd met dezelfde vondst. In de röntgenstraling van sterrenstelsel Andromeda en dat van het Per-
DOOR BART BRAUN
seusSterrenstelsels bestaan grotendeels uit donkere materie. cluster ‘LadingsDuidelijkheid over wat dat is, lijkt nu weer een stukje verder. zat een piek overdracht op een plek die is al heel lang niemand kon verklabekend uit het laboren. Maar het zóu kunnen dat er zoeksstichting SRON en de Uni- ratorium, en ook in de sterrenröntgenstraling van precies die versity of Georgia vorige week met kunde kennen sommige mensen frequentie vrijkwam bij het uiteen een alternatieve verklaring. Die het wel. Kometen of koud gas in vallen van zogeheten steriele neu- behelst ladingoverdracht tussen ons zonnestelsel zenden röntgentrino’s, vooralsnog hypothetische heet en koud gas. In dit hete gas zit- straling uit als er een zonnewind donkere-materie-kandidaten. ten atomen die geïoniseerd zijn: ze is’, vertelt prof. Jelle Kaastra, beVervolgens was het zaak om het zijn een aantal van hun elektronen halve SRON’er ook hoogleraar bewijs te versterken. Franse en kwijt. Als het hete gas dan botst in Leiden. ‘Die straling vinden Boyarsky vonden hun piekje te- op koud gas (vooral waterstof), we vervelend als we proberen te rug in het centrum van onze eigen dan springen er elektronen over. kijken naar dingen die ver weg Melkweg, al waren er ook sterren- Bij die overdracht komt een beetje liggen. Volgend jaar lanceren we kundigen die de piek niet terug- straling vrij. Bij één specifieke een nieuwe satelliet en om daar zagen in hun data. En als die piek overdracht, waarbij de elektronen de best mogelijke data uit te trekecht bestaat, is het dan ook echt de naar een zwavel-ion overspringen, ken, bouwden we een computergeurvlag van donkere materie? zit die straling precies op het piekje model dat die voorgrondstraling In een stuk in het vaktijdschrift van Boyarsky, Franse en co. kon voorspellen. En toen bleek Astronomy & Astrophysics kwam Tenminste, volgens het theo- dat zwavel precies op die piek een team van de ruimteonder- retische model uit het artikel. uitstraalt.’
Franse is blij dat er kritisch naar de mysterieuze röntgenpiek wordt gekeken. ‘Hoe meer mensen zich hier het hoofd over breken, hoe sterker onze argumenten zijn.’ Hij is echter nog niet overtuigd. ‘Het model van Kaastra en co gaat uit van aannames over de hoeveelheid koud gas die zij “plausibel” noemen, maar ze hebben niet gemeten of dat koude gas er ook echt zit. Ik zou nu niet durven zeggen hoe waarschijnlijk het is dat het hier om ladingsoverdracht gaat; ook dat is geen standaardverklaring.’ ‘Ladingsoverdracht is een proces dat minder bekend is in de sterrenkunde, en soms over het hoofd wordt gezien’, reageert Kaastra. ‘Met dit soort modellen kun je tot zes à zeven cijfers achter de komma nauwkeurig voorspellen waar die piek zit, en de mensen in Georgia hebben daar al jaren ervaring in. Het is eigenlijk onvermijdelijk dat er op die frequentie een piek zou zitten als je warm en koud gas hebt.’ Franse: ‘Op dit moment kunnen we er eigenlijk nog niet zoveel over zeggen. Nieuwe data uit zogeheten dwergstelsels is nu aan het binnenstromen, en die zouden hopelijk uitsluitsel kunnen geven. Voor we echt zeker weten wat die piek is, is er nog een hoop werk nodig.’ Kaastra: ‘Over een jaartje kunnen we het controleren met behulp van onze nieuwe satelliet, die een veel scherper plaatje van de straling oplevert. Er zitten duidelijke verschillen in onze modellen. Steriele neutrino’s zouden een brede piek in het spectrum moeten geven, en ladingoverdracht een aantal smalle pieken.’ Oftewel: To be continued.
Positief puntje aan piekeren Mensen die lang stilstaan bij dingen die gebeurd zijn, zijn niet alleen maar sombere piekeraars. Aan leuke dingen beleven ze ook meer plezier, vermoedt psychologe Marijke van Putten. DOOR BART BRAUN ‘Ik kan alle pasta’s in
de supermarkt vergelijken, omdat ik weet dat ik spijt krijg als ik de verkeerde kies. Ik weet best dat het niet belangrijk is, maar ik doe het toch. Ik ken ook mensen die nog erger zijn dan ik. Die kunnen zo blij zijn met iets dat wel goed gaat! Daar kwam eigenlijk mijn inspiratie vandaan.’ ‘Voor mijn promotie-onderzoek bestudeerde ik de invloed van spijt op koopgedrag. Als mensen een aanbieding hebben gemist, kan dat ervoor zorgen dat ze volgende aanbiedingen afslaan, omdat die ze doen herinneren aan de spijt van de eerste kans. Dat effect treedt vooral op bij piekeraars. ‘Om vast te stellen of iemand een piekeraar is, gebruiken psychologen een vaste vragenlijst. Daar staan vragen op als “Als ik iets kostbaars kwijt ben, en het nergens meer kan vinden, dan (1) is het moeilijk voor mij om me op iets anders te concentreren. Of (2): dan kan ik het na een
korte tijd wel van me afzetten.” Het zijn allemaal vrij negatieve vragen; er zit ook een “faalschaal” in, om te kijken hoe lang mensen stil staan bij dingen die mislukt zijn. Er is geen succes-schaal. Dat vond ik raar. ‘Het woord “piekeren” is sowieso vrij negatief. Ik zeg liever dat je ergens bij stil staat. In het wetenschappelijke artikel over mijn onderzoek heb ik het ook niet over “worry”; het heet “The bright side of brooding.” (Het staat in vakblad Cognition and Emotion, red.) De psychologische vakterm is niet “piekeraar”; we zeggen dat mensen meer toestand-georiënteerd zijn. ‘Het onderzoek naar piekeraars loopt nu al zo’n dertig jaar. Toestand-geörienteerde mensen voelen zich gemiddeld gesproken minder goed dan mensen die meer op actie georiënteerd zijn, worden sterker aangegrepen door negatieve gebeurtenissen, en zijn minder goed in het bereiken van hun doelen. Het is overigens niet zo dat je de mensheid glashard op kan delen in broeders en knoopdoorhakkers: de meeste mensen die die pieker-enquête invullen, komen ergens in het midden uit. Er is wel een relatie tussen je score op die test en allerlei uitkomsten. Ik
vroeg me af of er niet ook een positieve uitkomst kon zijn: als je overal gedachteloos overheen stapt, mis je misschien ook wel momentjes van geluk. ‘In één van mijn experimenten kregen de proefpersonen terloops te horen dat de beloning die ze kregen hoger uitviel: drie euro in plaats van één euro vijftig. De toestand-georienteerde mensen werden daar blijer van, de actie-georiënteerden niet. ‘Bij een andere proef moesten de proefpersonen zich inbeelden dat ze een mogelijkheid gemist hadden, bijvoorbeeld een aanbieding of een vliegtuig. Dan hebben de piekeraars meer spijt. Maar als je ze een scenario geeft waarin ze de juiste beslissingen namen, en daardoor juist succes hadden – ze waren te laat maar haastten zich toch, en toen bleek het vliegtuig ook vertraagd en waren ze nèt op tijd aan boord – voelen ze zich gelukkiger dan de actie-georiënteerden. Dat is interessant, omdat piekeraars vaak gezien worden als negatieve mensen die lang stilstaan bij slechte situaties. Er blijkt echter ook een zonnige zijde aan te zitten. ‘De volgende vraag is nu of je dit effect ook ziet in andere populaties,
‘Maar stel dat ik die ene smaak koop, krijg ik dan later geen spijt?’ en wat er precies nodig is voor die positieve reactie. Moet je echt van die specifieke wat/als-scenario’s hebben? Gewoon een leuke film zien, werkt dat ook? En hoe kan je mensen leren schakelen tussen staat en actie? De context maakt in elk ge-
val uit: over die pastasoorten kan ik lang doen, maar toen ik een bank ging kopen, besloten mijn vriend en ik om gewoon maar één winkel te bezoeken. Misschien maakt dat vermogen om de knop om te gooien mensen wel het gelukkigst.’
8  Mare ¡ 26 november 2015 Advertentie
Als je dit jaar wilt overstappen naar een andere zorgverzekeraar, maak dan een bewuste keuze. Steeds meer zorgverzekeraars bieden zogenaamde budgetpolissen aan, waarbij zorgkeuzevrijheid niet gegarandeerd is. Het gaat echter om jouw gezondheid, waar je zelf over wilt kunnen beslissen. Zorg en Zekerheid is een regionale zorgverzekeraar die het anders doet. Met onze verzekeringen kun je altijd zelf je arts en ziekenhuis kiezen. Zo maken we in deze regio de allerAls je dit jaar wilt overstappen naar een andere zorgverzekeraar, maak dan een bewuste beste zorg toegankelijk. Voor iedereen. Daarnaast hebben we met Universiteit Leiden keuze. Steeds meer zorgverzekeraars bieden zogenaamde budgetpolissen aan, waarbij zorgkeuzevrijheid niet gegarandeerd is. Het gaat echter om jouw gezondheid, waar je zelf goede afspraken gemaakt. Hierdoor ontvang je 10% korting op je basis- en 15% korting op over wilt kunnen beslissen. je aanvullende verzekering. Bovendien krijg je nog 10% introductiekorting als je dit jaar Zorg en Zekerheid is een regionale zorgverzekeraar die het anders doet. Met onze overstapt. Alle gelden ook voor eventuele verzekeringen kun je altijdkorting zelf je arts en ziekenhuis kiezen. Zo maken we in deze gezinsleden. regio de allerbeste zorg toegankelijk. Voor iedereen. Daarnaast hebben we met Universiteit Leiden goede afspraken gemaakt. Hierdoor ontvang je 10% korting op je basis- en 15% korting op je aanvullende verzekering. Bovendien krijg je nog 10% introductiekorting als je dit jaar overstapt. Alle korting gelden ook voor eventuele gezinsleden.
Kies bewust. Vraag een offerte aan op zorgenzekerheid.nl/universiteitleiden
26 november 2015 · Mare 9 Achtergrond
‘Om ze te kunnen volgen hebben we drie mannetjes en zeven vrouwtjes verdoofd en een halsband omgedaan met daarin gps-apparatuur.’ Foto Ben Curtis/AP/Hollandse Hoogte
Ik dacht: ik ga gewoon lopen Leeuwenonderzoeker Tuqa Jirmo Huqa liep thuis weg om naar school te kunnen
Foto Pim Rusch
Als negenjarig jongetje liep Tuqa Jirmo Huqa (38) weg van huis. De reden: hij wilde naar school, honderd kilometer verderop. Vorige week promoveerde hij in Leiden op het gedrag van leeuwen. ‘Ik wil de hele wereld aanmoedigen: blijf geloven in een beter bestaan.’ Door Frank Provoost ‘Ik ben de jong-
ste van negen kinderen. We woonden we in een afgelegen gebied in het noorden van Kenia, hielden vee en leefden als nomaden: altijd weer op zoek naar water en nieuwe stuk-
ken voor onze koeien om te grazen. Dat was mijn jeugd: van plek naar plek trekken, achter de kudde aan. ‘Rond mijn negende kwamen we in een nieuwe streek terecht, zo’n honderd kilometer van onze geboortegrond. Daar bleek een schooltje te staan. Nazareth School was gesticht door missionarissen. Toen zij aankondigden dat alle kinderen er les konden krijgen, dacht ik: dat is mijn kans. ‘Opeens zat ik tussen kinderen die even oud waren als ik. Samen je best doen, tekenen, leren lezen, maar ook lachen en vrienden maken: dat was volkomen anders dan elke dag alleen op het vee letten. En veel leuker. ‘Totdat mijn ouders besloten dat we weer teruggingen naar onze geboortegrond. Ik protesteerde, maar moest natuurlijk mee. Vanaf het moment dat we weer thuis waren, wilde ik terug. Als ik me nu probeer in te beelden wat me toen heeft bezield, durf ik dat eigenlijk niet te zeggen. Ik dacht totaal niet aan mijn familie en wilde per se terug naar school. Ook al stond die honderd kilometer verderop. ‘Op een ochtend dacht ik: ik ga gewoon lopen. En ook al was ik gewend om lange afstanden af te leggen met de kudde, dit was wel heel erg ver. Het had misschien in één dag gekund, maar ik heb er twee over gedaan. ‘Toen de avond viel, werd ik bang. In het donker zou ik natuurlijk een makkelijke prooi zijn. Om de nacht door te brengen klom ik daarom in een boom. En zodra ik roofdieren hoorde, klom ik nog hoger, tot helemaal in de top, waar ze niet konden komen. Daar heb ik gewacht tot het licht werd. ‘Ik denk dat geluk me de weg heeft
gewezen. De leraar wist niet wat hij zag. Hij verwelkomde me, maar bleef wel benadrukken welke gevaren ik allemaal had gelopen. En ik had natuurlijk een probleem: behalve hem kende ik alleen de kinderen uit mijn klas. Het was geen kostschool vol voorzieningen ofzo, waar je kon verblijven. Helemaal niet zelfs. Het was gewoon een eenvoudig gebouwtje met muren van klei. ‘De eerste drie weken kon ik blijven slapen bij een familie die zich over me had ontfermd. Daarna hielp een missionaris me verder. Hij bracht me in contact met een Nederlands gezin. Daar heb ik vier jaar gewoond, totdat ik naar de middelbare school ging.
‘Als klein jongetje had ik hier nooit van durven dromen’ ‘Ondertussen had ik mijn ouders natuurlijk totaal overstuur gemaakt. Zij kwamen er pas op de avond van mijn vertrek achter dat ik er niet was. Eerst hebben ze nog proberen te zoeken, maar na een tijdje ontdekten ze dat ook mijn schoolboeken waren verdwenen. Toen snapten ze wat er aan de hand was. ‘Uiteindelijk hebben ze het geaccepteerd. Ze zijn nooit naar school geweest en kennen de rijkdom van onderwijs niet. Na een tijdje ben ik bij ze langs gegaan, om het proberen uit te leggen. Het koste moeite, maar uiteindelijk heb ik ze weten te overtuigen. Sindsdien steunen ze me. ‘Na de middelbare school kon ik aan de slag als ranger bij de Kenya Wildlife Service. Maar ik wilde ver-
der en kreeg verschillende beurzen, onder meer van het Wereldnatuurfonds, om te studeren aan de universiteit van Nairobi. Toen ik daar mijn master biological conservation had gehaald, kon ik dankzij een uitwisselingsprogramma van het Nuffic naar Leiden om te promoveren. ‘Tijdens het onderzoek heb ik een groep leeuwen zes jaar lang in de gaten gehouden, in het Amboseli National Park. Om ze te volgen hebben we drie mannetjes en zeven vrouwtjes verdoofd en een halsband omgedaan met daarin gps-apparatuur. ‘Uitgerekend in die periode ging het gebied gebukt onder een langdurige droogte. Ik kon dus precies zien hoe de leeuwen daarop reageerden. Volgens welke routes verplaatsten ze zich? Welke afstanden legden ze daarbij af? Hoe pasten ze hun dieet aan? En wat was het effect hiervan op de lokale bevolking? ‘Toen zebra’s en gnoes, de belangrijkste prooidieren, als gevolg van de droogte massaal stierven, moesten de leeuwen noodgedwongen overstappen op ander voedsel. Dat varieerde van grote beesten zoals giraffes en buffels tot kleine zwijnen en gazelles. ‘En niet te vergeten: vee. Mijn vader is ook koeien verloren door aanvallen van leeuwen. Het is voor de gemeenschap moeilijk om de waarde in te zien van de roofdieren die hen en hun kuddes bedreigen. Ik heb zelf ook nog steeds koeien. Als er eentje wordt gegrepen door een leeuw, doe ik niets. Maar voor de traditionele veehouders ligt dat vaak anders. ‘Bovendien maakt het doden van leeuwen bij de Masai onderdeel uit van een lange traditie. Vanwege hun klauwen en lange manen zijn vooral de mannetjes geliefd. Mijn
onderzoek bevestigt dat er meer mannetjes dan vrouwtjes zijn gedood. We zijn nu bezig met projecten om de bevolking het ecologische belang van leeuwen te laten inzien. Dat is soms lastig, maar het gaat vooruit. Behalve op onderwijs en voorlichting proberen we geld bij elkaar te krijgen. Zo kunnen boeren die vee verliezen een schadevergoeding krijgen. De regering en donoren helpen ons daarbij. ‘Morgen, twee dagen na mijn promotie, vlieg ik terug naar Kenia. Ik ben inmiddels senior park manager van Amboseli. Ik hou me nu weer met alle beesten bezig, in plaats van uitsluitend met leeuwen. Mijn positie is weer wat gunstiger dan toen ik in Leiden begon. De bagage en instrumenten zijn verbeterd: ik heb meer kennis en leidinggevende kwaliteiten. Misschien ga ik hierna wel door naar het hoogste niveau: de Keniaanse regering. ‘Ik wil de hele wereld aanmoedigen: blijf geloven in een beter bestaan. Ook al lijkt het soms dat je geen kansen krijgt, dat hoeft niet het einde te betekenen. Volg je dromen, ook als je een nomade bent die nog nooit naar school is geweest. Bovendien kun je hulp krijgen. Behalve beurzen heb ik heel veel steun gekregen van iedereen om me heen. ‘Als klein jongetje had ik hier nooit van durven dromen. Ik ben een dankbaar en tevreden mens. Ik heb nu zelf vier kinderen. Die gaan uiteraard naar school. Ik hoop dat ze later allemaal dokter of professor worden.’ Tuqa Jirmo Huqa, The impact of climate variability on the ecology of a lion (Panthera leo Linnaeus 1758), Population and lion-livestock conflicts in the Amboseli ecosystem in Kenya. Promotie was 19 november
10
Mare · 26 november 2015
English page
Bombs don’t help
Says a public administration expert in Syria while negotiating with IS “If they need a ‘pink face’, I join the talks”, says Jeffrey Jonkers, a public administration expert from Leiden. His job is to negotiate with IS in Syria: “The politicians say: don’t negotiate with terrorists, but it’s working.”
ra doesn’t necessarily want their own state; they want influence and we can work with that. But we can’t do that with IS: it has to be demolished, piece by piece. We’ll only succeed if we can improve living conditions in Syria. We need to weaken IS indirectly by supporting the Kurds. And Damascus needs a government that has the support of most of the population.”
Sometimes during negotiations, Jonkers is reminded of his student days: “It helps to have that typical Leiden gift of the gab: you needed sharp wits for the fierce debates and discussions at Augustinus”, he recalls. “I once thanked one of my most annoying opponents at the fraternity: “Thanks to you, I can stand my ground in discussions in the Middle East.”
Advertentie
“
Haal in deeltijd je master Kunst- en cultuurwetenschappen bij de Open Universiteit Cultuurgeschiedenis - Filosofie - Kunstgeschiedenis - Letterkunde in twee tot vier jaar - intensieve begeleiding - gestructureerd programma Vraag een persoonlijk studieadvies aan
www.ou.nl/master-cultuur
6215444
BY VINCENT BONGERS “Ronaldo or Messi? If, at a checkpoint, things take a turn for the worse, I’ll start to chat to a heavily armed guard about football. I couldn’t care less about it, but that question will break the ice. Everyone immediately recognises the names of those players and you can make contact – there’s a connection and after a lot of chat, they’ll let you pass.” Jeffrey Jonkers (36) read Public Administration in Leiden, was student fraternity Augustinus’s president and currently works for an NGO, the Peaceful Change Initiative. Last week, he returned to Leiden to give a talk on his job. He’s a negotiator. He talks to IS. He explains a matter he’s working on. “IS troops are situated some ten kilometres from the town of Salamiyah, which is full of Sunnis, opponents of both IS and Assad’s regime, so the government won’t help and the Free Syrian Army isn’t strong enough to stop IS. We set up negotiations with IS about a safe passage for the town’s inhabitants – and it’s working: refugees are heading to safer place, even as we speak.” He gives another example: “There are 50,000 displaced persons in Qah, a Syrian refugee camp. The Al Nusra Front, a militia with connections to Al Qaida, controls the area and as far as they’re concerned, the camp’s occupants do not necessarily need to survive. They surrounded the camp and cut off its facilities. We eventually managed to negotiate a treaty with Al Nusra and now the camp has power, food and water again.” But can you actually negotiate with IS? “Politicians are always saying: we don’t negotiate with terrorists – but we do. IS won’t send a commander to the talks, but they’ll look for representatives who have connections in the community. Near Raqqa, which IS have made the capital of their caliphate, there’s a small Christian village. We arranged that the residents were left alone. You have to be lucky, but you also have to grab every opportunity that comes along. In this case, one resident had rebelled against Assad, was sent to prison and while there, had met future IS members. He arranged to speak to a commander and that’s how it was agreed that the villagers didn’t need to flee; they could even sell their farm produce on Raqqa’s market.” Why is Jonkers invited to the talks? “Syrian activists who have fled to Turkey have set up a network for negotiations at a local level. The group is supported by the British Foreign Office. If they need a ‘pink face’ –
a Westerner – I join the talks. But I’m also teaching them negotiation strategies: what can we offer and what not?” Jonkers describes himself as “fairly downto-earth”: “I don’t scare easily and that’s why I can cope with this job. While I was doing research for my final dissertation in 2005, I had to dodge bullets when the Israeli army and Palestinians starting shooting at each other. Since then, I’ve been in a war zone somewhere almost constantly. ‘In Afghanistan, I was helping identify civilian victims when that mad pastor in Florida started burning Qurans. I was on a tiny compound in Kandahar and there were a couple of hundred demonstrators outside the gates every day, yelling and building bonfires. That was frightening. When you spend a lot a time in a bunker, you start to wonder whether you’ll ever get out.” “Sometimes, I take too many risks”, he admits. “It’s just silly to stroll through Aleppo at eleven o’clock at night.” And he’s aware that talks can always break down. “There’s a constant threat of escalation. Sometimes they’ll ring up and say: ‘We’re angry and we’re on our way’; sometimes armed groups turn up. It might seem dangerous but often it’s just a tactic.” Because loyalties between groups in Syria are forever changing, he faces very diverse challenges. “The Kurds now control the regions in the north of Syria, which were initially controlled by IS. They are good administrators and have introduced a reasonably successful democracy. The problem is the Kurds refuse to allow refugee Arabs to return home because they might be IS members. We helped the Kurds set up a fair screening test: when do you belong to IS? Does it count if you sold goods to that organisation? Or if you sent your kids to an IS school? At a meeting, we managed to convince the Kurds that the latter case shouldn’t be seen as a problem.” He doubts that the attacks in Paris will influence his work. “It’s tough, but of course we should have expected something along those lines. It will not really affect the way the Islamic State operates in Syria or the way they feel about us.” But what will happen in Syria? “It will take violence to make peace, although there’s too much emphasis on violence right now. The bombings are not making any difference. The French, Americans and Russians are treating IS like a state, but it isn’t – IS is more flexible. If anyone were to bomb the Dutch Ministry of Defence, we’d have a problem but to IS, a bomb wouldn’t matter because their ministry can be kept in two briefcases. “It all began as a conflict between Assad and the moderate opposition. There were lots of tiny groups at the time. They’re still building their networks, which makes it easier to negotiate with them. The big problem is how to deal with Al Nusra and IS. Al Nus-
26 november 2015 · Mare 11 Cultuur
Agenda
Maak geen slachtoffer van jezelf
FILM
Danser Duda Paiva verwerkte jeugdtrauma tot schoonheid Door een ziekte bracht danser Duda Paiva een deel van zijn jeugd blind door. Zijn ervaringen verwerkte hij in de voorstelling Blind. ‘Ik laat zien hoe ziekte een kunstvorm kan zijn.’ Er zit een man in de wachtkamer. Zijn lichaam bestaat uit bulten en bochels. Een toverdokter moet uitkomst bieden. De belangrijkste verhaallijn uit de voorstelling Blind, vertoont grote gelijkenissen met het levensverhaal van Duda Paiva. Als kind had hij last van cystes op zijn ogen, en tussen zijn tweede en zeventiende levensjaar werd hij er achttien keer aan geopereerd. ‘Het was een traumatische jeugd. Na elke operatie werden mijn ogen voor een maand bedekt. En ook als het verband af mocht, deed daglicht vaak nog pijn en bracht ik mijn tijd door in donkere ruimten. Die ervaring heeft de architectuur van mijn leven gekleurd. Ik moest een manier vinden om te overleven.’ Tien jaar geleden kwam de Braziliaanse danser naar Nederland, waar hij met grote namen uit de danswereld werkte. ‘Ik moest veel leren. In Nederland uiten mensen zich anders dan in Zuid-Amerika. Ik kreeg altijd te horen dat ik emoties te groot maakte. Dat het teveel was.’ Toen ontdekte hij de poppen. ‘Zij staan mij wel toe om die persoon te zijn. Ik maak ze met een blok schuimrubber en een schaar. Met één pop ben ik zo’n anderhalve maand bezig.’ In Blind komen uit de bochels van de hoofdpersoon allerlei wezens tevoorschijn. Sommigen de goedheid zelve, maar anderen ontzettend irritant en agressief. Van veraf lijken de Door Petra Meijer
poppen van Paiva op normale mensen, maar van dichtbij zijn het karikaturen: grote neuzen, bizarre oren, hangende buiken: ze ogen grotesk. De heksendokter die een grote rol speelt in de voorstelling is ook op zijn eigen ervaringen gebaseerd. ‘Het is een orakel. Een spirituele dokter, zoals ik ze zo vaak heb meegemaakt. In Brazilië, India, Israël, Nepal, Japan. Niemand wist wat ik had, dus moest ik de hele wereld over reizen. Ik zou er een boek mee kunnen vullen. Witch doctors die een soort X-ray vision hadden, en alles van mijn leven wisten. Een Nepalese dokter zei heel mooi dat mijn aandoening “een allergie in mijn energie” was. Dat betekende dat ik overal tijdelijk allergisch voor kon worden. At ik teveel wortels, dan werd ik allergisch voor wortels. Zat ik in een gevecht, dan werd ik allergisch voor dat gevecht. Mijn poppen zijn denk ik een voertuig geworden voor die dingen. Dat is ook het verhaal dat ik wil delen. Je moet jezelf niet tot slachtoffer maken. Ik laat zien hoe ziekte een kunstvorm kan zijn. Een traumatische ervaring heeft schoonheid gebracht.’ Als Paiva een pop echt tot leven mocht brengen, dan zou dat Porschia La Belle zijn, zijn eerste pop. ‘Ze is een echte diva, een personality extraordinaire. Maar daar heeft ze ook al het recht toe. Ze is succesvol zangeres, cover girl van het grootste poppenfestival ter wereld en prijkt volgend jaar zelfs op haar eigen kalender. Ze is scherp, altijd spot on. Als ik haar vastheb, wordt het mogelijk om dat deel van haar in mezelf te vinden.’ Duda Paiva, Blind Theater Ins Blau wo 2 dec, 20:30 u, € 17,50
MUZIEK
Duda Paiva: ‘Poppen staan me toe mijzelf te zijn.’ Foto PR
De mensheid blijft hardleers Toekomstroman vol vikingzombies, wolfmensen en maffiosi In 2099 trekt een vluchtelingenstroom dwars door het modderige, apocalyptische Europa. Althans, in de nieuwe fantasyroman van literatuurwetenschapper Isabel Hoving. ‘Op mijn leeftijd kun je geen hele dagen meer gamen, maar ik kan mezelf wel verslaafd noemen. Ik keek eerst met Door Marleen van Wesel
mijn zoon mee, begon toen zelf, en al snel was ik hooked’, vertelt Isabel Hoving (1955), universitair hoofddocent literatuurwetenschap. ‘Ik ben geïnteresseerd in nieuwe manieren om verhalen te vertellen.’ Hoving startte al de minor Game Studies, maar liet zich zo ook inspireren voor de filosofische fantasyromans die ze schrijft – zelf spreekt ze liever van magisch realisme. Afgelopen weekend tipte NRC Handelsblad haar vierde boek, De een na laatste dood van het meisje Capone, dat dit najaar verscheen bij Querido. Ewa Capone reist in het jaar 2099 samen met de jongen Ortiz door Europa, op geheime missies van het bedrijf Wreck BV. Europa is een modderige apocalyptische bende, op een paar decadente Alpenstaatjes na, waar het meisje Foxy zich bij het gezelschap aansluit. Verder treffen ze onderweg Vikingzombies, wolfmensen en maffiosi. ‘Opdonderen, er is hier niks meer te zien! Doorlopen! (…) WEG!’ eindigt een hoofdstuk waarin Ewa op het punt staat een traumatische ervaring te ondergaan. Hoving: ‘Het principe van opnieuw loaden, naar een andere fase, om weer verder te gaan, zit bijvoorbeeld ook in Prince of Persia: “No, no no, that’s not what happened.”’ De verhoudingen in de maat-
TRIANON Spectre Dagelijks 14.30 + 18.00 + 21.30 45 Years do t/m di 15.30 Son of Saul dagelijks 18.45 Er Ist Wieder Da vr + zo + di 18.45 do + za + ma + wo 21.30 The Program vr + zo + di 15.30 do + za + ma + wo 18.45 Burnt dagelijks 21.30 KIJKHUIS Youth – La Giovinezza dagelijks 16.00 + 21.00 El Club vr + zo + di 16.15 do + za + ma + wo 18.45 The Lobster dagelijks 19.00 Le Tout Nouveau Testament dagelijks 21.30 LIDO The Hunger Games Mockingjay part 2 3D dagelijks 18.00 +21.30 za zo + wo 14.30 The Intern vr + zo 18.30 The Martian 3D do + za + ma + wo 21.30 Sneak Preview di 21.30 Hotel Transsylvanië 2 3D za zo 13.00 + 15.30 wo 14.30 Bridge of Spies dagelijks 18.00 + 21.30
schappij van 2099 zijn dan weer weerspiegelingen of voortvloeisels van oude, hedendaagse systemen en instituten. ‘De vluchtelingenstroom in het boek gaat van noord naar zuid, naar die rottige Alpenstaatjes. Dat is onbedoeld een ironische omdraaiing van de actualiteit. De mensheid blijft nu eenmaal hardleers.’ Ook interessant, want haast afwezig, is de rol van religie in 2099. In het verhaal zitten wel allerlei Bijbelse verwijzingen, maar die zijn aan de meeste personages niet besteed. De plot van The Lord of the Rings wordt achteloos toegeschreven aan ‘de Bijbel of zo’. Hoving: ‘Ewa gelooft in engelen, maar de kennis van religie en verhalen is helemaal weggezakt. Shakespeare en de Bijbel zeggen nog vaag iets, maar bijna niemand weet nog wie John Lennon was, terwijl Ortiz zijn gitaar heeft.’ Als schrijver wil Hoving haar lezers vooral meesleuren. ‘Pas in een tweede stadium kijk ik terug als literatuurwetenschapper: wat heb ik eigenlijk gedaan? En dan herken ik ineens die elementen uit games, of uit de media.’ Behalve universitair docent is Hoving ook diversity officer van de Universiteit Leiden. ‘Ik heb de opdracht om de diversiteit en de inclusiviteit zo groot mogelijk te maken. We moeten stoppen met onszelf
klonen en met telkens weer voor hetzelfde gaan.’ Dat beleid is alleen niet doorgedrongen tot de toekomst die ze in haar boek schetst. Mensen die bij verschillende groepen horen, wantrouwen elkaar. Bovendien zijn de techneuten mannen, en zijn de meisjes kwetsbaar. Van feminisme resteert nog slechts dit: ‘Ben je geen feminist dan?’ vraagt Foxy aan Ewa, die het niet helemaal begrijpt. ‘Dat je je seks gebruikt! Vrouwen hebben supermacht. Vanwege hun seks. Da’s feminisme’, verklaart Foxy. ‘Foxy is heel stereotiep’, beaamt Hoving. ‘Maar dat hyperfeminiene tutje, een escort immers, kán de consequentie zijn als we hedendaagse ideeën over mannen en vrouwen doortrekken. Ortiz is inderdaad een techneut, die eigenlijk niets met mensen te maken wil hebben. Maar Ewa is niet heel stereotiep: een beetje een androgyn meisje. Heldinnen zijn vaak heel stoer en je kunt bij hun acties wegdromen. Ewa wordt echter aangerand. Niet om te choqueren, maar ik denk dat dat realistischer is. Ze is niet sterker dan alle mannen, maar ze kent door haar rotverleden juist wel de gevaren.’ Isabel Hoving, De een na laatste dood van het meisje Capone. Querido, 518 pgs. € 17,50
GEBR. DE NOBEL AA Nights: The Peterlees, The Real Danger, Destroy-Oh-Boy do 26 november 20.00 v.a. €5 Everybody Loves Disco za 28 november 23.00 €10 DE TWEE SPIEGHELS Azure Hiptronics vr 27 november 21.00 Joran ten Kroode trio za 28 november 16.00 Akki Haak band zo 29 november 16.00 Jamsessie o.l.v. Martijn Groen ma 30 november 21.00 AALMARKTZAAL Mondo Leone vr 27 november 20.15 v.a. €14,50 MAREKERK Orgelconcert Pieter van Dijk za 28 november 16.00, entree gratis DE BURCHT Footprints & Divaz za 28 november 20.00, entree gratis/ donatie VOLKSHUIS Lignum Jaarconcert ‘Scandinavische Sferen’ za 28 november 20.00 v.a. €10 QBUS Nazim Piskin Ensemble za 28 november 21.00 v.a. €12,50 STADSGEHOORZAAL Toonkunstorkest Leiden: Russische meesters zo 29 november 14.30 v.a. €12,50
THEATER
THEATER INS BLAU Sinaasappelstraat do 26 november 20.30 v.a. €15,50 Hollandse Luchten III, De Radicalisering van Sadettin K. za 28 november 20.30 v.a. €15 LEIDSE SCHOUWBURG Vrouwen van Later za 28 november 20.15 v.a. €11
DIVERSEN
LUF De avond van Cleveringa do 26 november 19.30, entree gratis LIPSIUS Opening tentoonstelling ‘Veronica’ vr 27 november 17.00 BCPLUS Slotmiddag Nederland Leest met Abdelkader Benali zo 29 november 14.00, entree gratis SCHELTEMA Sience Café met Leo Lucassen di 1 december 19.40, entree gratis
12 Mare · 26 november 2015 Het Clubje
Column
Vogels
Het Nederlandse Cricketteam, met in het kader v.l.n.r. Christine Erkelens, Miranda Veringmeier en Cher van Slobbe. Foto’s Maarten Hartman
‘Niet zeuren zoals voetballers’ Het Nederlands Dames Cricketelftal Cher van Slobbe (20, industrieel ontwerpen in Delft, batter en bowler): ‘In Nederland weten mensen totaal niet wat cricket is.’ Miranda Veringmeier (23, bewegingstechnologie aan de Haagse Hogeschool, batter en wicketkeeper), ‘Dat is toch iets met paarden? Denken ze aan polo.’ Christine Erkelens (23, archeologie in Leiden, batter): ‘Of: “Dat is toch het spel waar je met een hamer een balletje door poortjes slaat.” Neehee, dat is croquet.’ Veringmeier: ‘Zaterdag spelen we in Thailand tegen Ierland, bij de kwalificatie voor het WK Twenty20, dat is een relatief korte wedstrijdvorm. Andere tegenstanders in de poule zijn China en Zimbabwe.’ Erkelens: ‘We hebben een extreem jong team, met zelfs meiden van zestien. Die zitten nog op de middelbare school en
maken huiswerk tijdens het toernooi. Cricket is heel klein in Nederland: er zijn maar 350 vrouwen lid. We hebben zelf sponsoren voor deze trip geregeld, geld opgehaald bij de clubs, shirts en aardbeien verkocht. En we leggen zelf bij.’ Veringmeier: ‘Plaatsing voor de finale betekent dat we in maart het hoofdtoernooi spelen, in India. We gaan eerst een week naar Sri Lanka. Om te wennen aan het klimaat.’ Erkelens: ‘Miranda en ik zijn daar eerder geweest. Dat doe ik wel even, dacht ik toen. Als batsman draag je een helm, handschoenen en beenbeschermers. Je zweet je een ongeluk, en dan komt er een projectiel dat net zo hard is als een hockeybal, met honderd kilometer per uur op je af. Best heftig.’ Van Slobbe: ‘En pijnlijk. Als je een bal tegen je lichaam krijgt, heb je geheid
een blauwe plek. De bedoeling is om als bowler met de bal het wicket te raken. Dat zijn drie paaltjes waarop twee losse houtjes liggen. Bowlen is best zwaar, omdat je verplicht met een gestrekte arm moet gooien, heel onnatuurlijk.’ Veringmeier: ‘Ik heb flink wat vingers gebroken. Toen ik naar een bal dook, scheurde een van mijn biceps.’ Erkelens: Ik heb een teen gebroken, toen iemand de bowlingmachine steeds harder zette. Superdom. En ik ben in mijn gezicht geraakt. Toen miste ik een voortand.’ Van Slobbe: ‘Bij de mannen is het hard tegen hard. De bowlers zijn getraind om naar het hoofd te gooien. Wel met een stuit, dat moet volgens de regels.’ Veringmeier: ‘Dat mag één keer per zes ballen. Het moet wel een beetje veilig blijven.’
Erkelens: ‘Bij beladen wedstrijden, bijvoorbeeld tussen aartsvijanden Australië en Engeland, intimideren, treiteren en beledigen ze elkaar echt. Sledging heet dat. Dat doen wij minder.’ Veringmeier: ‘Het is vooral een psychologische strijd tussen batsman en bowler. Er wordt wel gebabbeld. Als je bijdehand staat te doen als batsman en je mist, krijg je een opmerking naar je hoofd.’ Erkelens: ‘Ik praat nooit terug en blijf in mijn eigen bubble. Als je reageert, hebben ze je te pakken.’ Veringmeier: ‘Je mag best wat zeggen, maar schelden kan echt niet. Het is een gentleman’s sport, zeker als het gaat om het respect voor de scheidsrechter. Uit is uit. Niet zeuren, zoals voetballers doen.’ Door Vincent Bongers
Ik zat in het Lipsius koffie te drinken in het ‘literair café’. Het was nog vroeg, dus ik was zo goed als alleen. Terwijl ik deed alsof ik in mijn krant verdiept was, luisterde ik stiekem mee met de twee mevrouwen die achter de bar stonden. ‘Mijn dochter’, begon de mevrouw met geblondeerde haren, die eruitzag alsof ze meer gerookt had in haar leven dan goed voor haar was. ‘Weet je wat ik met haar heb gedaan? Na mijn scheiding was ze heel erg verwend. Ze was alleen maar aan het klagen, dit wilde ze niet, dat wilde ze niet. Toen heb ik haar op vakantie in Frankrijk achtergelaten.’ Ik verslikte me in mijn koffie. Verschrikt keek haar collega op. Maar de blonde mevrouw, die over het koffiezetapparaat gebogen stond en met een doekje de melkschuimer aan het schoonmaken was, merkte het niet. Onverstoorbaar ging ze verder. ‘Toen moest ze voor het eerst voor zichzelf zorgen. Toen ze terug was gekomen was ze een vrouw geworden. Ik herkende haar bijna niet meer. Ze was me heel dankbaar. “Dankjewel mama”, zei ze.’ Ik vroeg me af hoe oud de dochter destijds was geweest en hoelang ze erover had gedaan om terug te komen. Kennelijk vroeg de andere vrouw zich dat ook af, want ze keek de blonde nog steeds aan alsof ze zojuist getuige was geweest van een vreselijk misdrijf. De melkschuimer was inmiddels schoon en de blonde mevrouw keek om. ‘Hoe oud was ze dan?’ vroeg haar collega. ‘Achttien.’ Haar collega leek gerustgesteld. ‘Dan moeten ze inderdaad leren om voor zichzelf te zorgen.’ De blonde mevrouw knikte instemmend. ‘Ze sprak geen eens Frans, hè? Ik ook niet, maar toen ik “je ne parle pas français” zei tegen de mensen van de camping, geloofden ze me niet. Ik spreek wel Engels hoor, en Duits, maar dat verstaan ze niet in Frankrijk.’ ‘Hallo, möchten Sie ein Kaffee?’, vroeg ze aan een man die binnen was gekomen. Hij keek haar verbaasd aan. ‘Of je koffie wilt’, legde ze uit. ‘Een cappuccino graag.’ Toen de man had afgerekend wende ze zich weer tot haar collega. ‘Ik was zo trots, hè. Ik zei haar: “Wij mensen zijn net vogels. Als je niet je vleugels uitslaat, stort je neer. Het leven is hard. Je moet voor jezelf kunnen zorgen, want als je dat niet kan, red je het niet.”’ Er was geen speld tussen te krijgen. Voor de belangrijkste levenslessen hoef je soms niet eens naar college te gaan. Tim Meijer
Bandirah