Mare 13

Page 1

13 december 2012 36ste Jaargang • nr. 13

Eerste hulp bij bevriezing Pagina 15

Lichtvoetige melancholie is dit jaar de winnaar van de Kerstverhalenwedstijd

Net zo lang naar je mooie dochter staren tot er kunst van komt

Geert van Istendael: 'Mijn land uit elkaar? Ik geloof er geen bal van.'

Pagina 8 en 9

Pagina 11

Pagina 13

Heeeeeeeeey Sexy Lady! Ineens was daar de zomerhitsurprise uit Zuid-Korea: Gangnam Style van rapper en zanger PSY. Hij geldt inmiddels als de koning van YouTube. Al bijna een miljard keer werd het nummer bekeken. Of PSY ook een voorbode van een Koreaanse invasie is, moet nog blij-

ken. Vrijwel heel Azië is al een tijdje geleden door de knieën gegaan voor de zogeheten K-pop. Oppa! Gangnam Style! Op! Op! Op! Op! Op! Historicus William Tuk studeerde af op de opkomst en productie van de Zuid-Koreaans populaire muziek. De Leidse student raakte in Australië verslingerd aan de K-pop. ‘Ik had daar Koreaanse huisgenoten. Die draaiden de hele dag die muziek en speelden constant de videoclips’, zegt hij aan de telefoon in Nieuw-Zeeland. ‘Ik vond het meteen te gek. Het is echt veel beter dan bijvoorbeeld een Justin Bieber. Het is kwalitatief ook hoogstaander dan de Chinese vari-

ant, J(apanse)-pop en muziek uit Mongolië.’ De scriptie van Tuk lijkt goed getimed. ‘Maar het is natuurlijk puur toeval dat Gangnam Style overal een hit werd, juist toen ik bezig was met het onderzoek.’ Het visuele aspect is heel belangrijk en televisie allesbepalend in de K-pop, aldus Tuk. ‘Groepen zijn vaak al sterren voordat ze een cd uit hebben. Concerten zijn uitverkocht zonder dat er ook maar een single is. Ze zijn eerst op de televisie te zien voordat ze op de radio komen.’ Het is een echte industrie. ‘Jonge kinderen doen auditie en krijgen als ze door de selectieprocedure heen komen een contract. Vaak zijn ze

dan een jaar of dertien. De audities hoeven niet in Korea te zijn. Ook in andere Aziatische landen zijn er bureaus. Zelfs in Los Angeles zijn er recruiters.’ Het gaat echt om grote aantallen. ‘Dit jaar werden er al 76 boy- en girlbands gelanceerd. PSY is wat dat betreft atypisch. Hij komt niet voort uit deze industrie, maar is al heel lang bezig als rapper en heeft zich omhoog gewerkt. Maar zijn performance springt er wel uit. Als je een nummer van hem hoort, weet je gelijk dat hij het is. Dat is lang niet bij alle acts zo. Vaak is alle zang zo met muziekprogramma auto-tune bewerkt dat je geen onderscheid meer kunt maken.’ Zelf is Tuk liefhebber van Big Bang. ‘Dat zijn vijf jongens die wel allemaal een goede stem hebben. Ze zijn wat rauwer en hebben meer persoonlijkheid dan bijvoorbeeld Amerikaanse tegenhangers als de Backstreet Boys en N’Sync.’ De kinderen krijgen een zware professionele dans en zangopleiding. ‘En als ze dan rond de 17 zijn worden ze echt als band gepresenteerd. Maar

Laatste Mare van dit kalenderjaar

Vertrek instituut nog even uitgesteld

Krakers moeten weg bij Sterrewacht

Naaktlopers krijgen strafvermindering

Dit is de laatste Mare van 2012. Mare 14 zal verschijnen op 17 januari 2013. De redactie wenst iedereen een goed uiteinde.

Het is nog niet duidelijk of het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde naar Amsterdam moet verhuizen. Het besluit is een paar maanden uitgesteld.

De krakers die sinds begin oktober twee universiteitspanden bij de Sterrewacht bewoonden, moeten weg. Zo besliste de rechtbank in kort geding.

Het Quintus-dispuut waarvan vier leden onlangs naakt door de Haarlemmerstraat renden, wordt niet vier maanden, maar zes weken geschorst.

Pagina 4

Pagina 5

Pagina 5

Hij is niet de enige Koreaanse pop is beter dan Bieber, aldus historicus Wat is het geheim achter Gangnam Style? Geschiedenisstudent William Tuk schreef een masterscriptie over de zogeheten K-pop. ‘Alleen al dit jaar zijn er al 76 boy- en girlbands gelanceerd.’ DOOR VINCENT BONGERS

dan zijn ze vaak al beroemd omdat er op televisie reality soaps of documentaires over hun training zijn vertoond. Als bandleden daarin door de sneeuw ploegen om hun conditie te verbeteren, lijdt de kijker als het ware met hen mee.’ Is dat geen kinderarbeid? ‘Zo zien de Koreanen dat zelf beslist niet. Het is een hele eer om de kans te krijgen een ster te worden. En ze weten waarvoor ze tekenen. De Koreaanse maatschappij is prestatiegericht en hard werken hoort daarbij.’ Al geeft Tuk toe: het gaat uiteindelijk vooral om het uiterlijk. ‘De meeste groepen hebben maar een iemand die echt kan zingen. De rest is eigenlijk filler.’ ‘Ik heb een Koreaanse vriendin en zij vindt SS501 te gek. Er zijn veel meisjes verliefd op deze jongens. Waarom? Moment, ik vraag het haar even. (Kort gesprek op de achtergrond). Oké, het zijn boys next door die goed kunnen zingen. Je kon ze ook volgen in een documentaire over de periode van hun debuut in 2005. Dat schept een band.’ Het succes van PSY in het Westen is betrekkelijk toevallig, aldus Tuk. ‘De platenmaatschappijen in Korea richten zich vooral op andere Aziatische landen. Het land ligt ook ideaal gesitueerd tussen Japan en groeimarkt China. Westers succes is niet per se nodig. In Azië is met minder investeringen veel meer te verdienen. Het is lucratiever om een uitverkochte tour in Japan te boeken dan om voor een paar shows naar Europa of Amerika te vertrekken. De taal is vaak een barrière en sommige acts zijn net iets te ontoegankelijk voor het Westen.’ Er zijn wel pogingen. ‘Girls Generation is bij de late show van David Letterman geweest. En de meiden hiphopgroep 2NE1 neemt een Engelstalige plaat op met producer Will.i.am. Maar er zijn ook platenmaatschappijen die hun acts terughalen uit Europa en Amerika en zich nog meer op Azië richten.’ In Zuid-Korea valt het met de overkill aan K-pop nog mee, zegt Tuk. ‘Daar word je zo overstelpt met reclames voor van alles en nog wat, dan vallen de bands niet meer op. Ik zag een gebouw met onwijs veel neon en billboards. Ik dacht dat is een winkelcentrum. Een vriend vertelde me dat het een ziekenhuis was. Ik heb ook in Thailand en Cambodja gereisd en daar valt de muziek veel meer op.’

Bandirah Pagina 16


2

Mare · 13 december 2012 Geen commentaar

Moeder aller paybacks DOOR BART BRAUN Je zal maar in een universiteitsraad

zitten. Negentig procent van de mensen weet niet wat je doet, de overige tien procent beschouwt je als een tegen de macht aan schurkende cv-poetser, en is nog steeds niet geïnteresseerd in wat je doet. Je moet verplicht beleefd blijven tegen de morsige journalisten van universiteitskrantjes en het Hoger Onderwijs Persbureau, je moet naar recepties met te weinig bier, en het ergste is dat je elk jaar weer moet flyeren voor de universiteitsraadsverkiezingen. Dan slaat alle onwetendheid en desinteresse van je universiteit je om de oren. En dan, ineens, komt er uit Den Haag een geluid van hoop: instemmingsrecht over de begroting (zie pagina 4). Nu heeft de universiteitsraad alleen adviesrecht, maar het staat colleges van bestuur vrij om al die adviezen in de wind te slaan. De recente misstanden in het mbo – graaiende bestuurders, prestigieuze nieuwbouw op A-locaties, voor een prikkie verpatste kunst – onderstreepten dat onderwijsbestuurders niet altijd dezelfde kijk hebben op wat er moet gebeuren als het onderwijs zelf. Misschien komt dat recht er inderdaad!

Colofon Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden

In gedachten speel je wat met het idee. Je blijft niet langer onopgemerkt, dat spreekt aan, natuurlijk. Misschien wel handig om eens een cursusje begrotingslezen te volgen, nu die verantwoordelijkheid op je schouders komt. Maar dezelfde dag dat het proefballonnetje de lucht ingaat, reageren de universiteitsbestuurders alsof dat ballonnetje gevuld is met mosterdgas. Bij monde van hun koepel, de VSNU, klagen ze over extra regeldruk, en dat er zo niet te besturen valt. Het zal je maar gezegd worden. Die universiteitsbazen waar je bij aanschuift vinden het allemaal heel gezellig en schattig, zo’n universiteitsraadje. Reuze belangrijk, die klankbordfunctie. Dat adviesrecht is toch ook hartstikke mooi, joh? En het is me toch zo goed voor je cv. Een aai over je bol is soms vernederender dan een rochel in je gezicht. Door het via de VSNU te spelen, hoefden de rectores magnifici het hun universiteitsraden niet eens in het gezicht te zeggen. Je zal maar in een universiteitsraad zitten. Dan moet je binnenkort weer aanschuiven met diezelfde bestuurders die je zo lafjes die motie van wantrouwen je in broek fietsten. En volgend jaar gezellig namaakchampagne met ze drinken op de nieuwjaarsreceptie, alsof je allemaal dikke vrienden bent. Ik zou twijfelen, als ik in de universiteitsraad zat. Demonstratief opstappen met zijn allen, om te laten zien dat je je zo niet laat behandelen door de bazen? Of juist blijven zitten waar je zit, en op de kalender de dagen afstrepen tot je dat instemmingsrecht hebt? En, dan, oh zoete dan, de boekhoudkundige messen slijpen voor de moeder aller paybacks. Staat misschien niet goed op je cv, maar het zou het waard zijn.

Telefoon 071–527 7272 Fax 071–527 7288 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl

De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000

Column

Hoofdredactie

Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie

Thomas Blondeau redactieleiden@gmail.com Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Ilkiz Erdogan (stagiaire) ilkiz_erdogan@hotmail.com Medewerkers

Maaike Lommerse • Petra Meijer • Benjamin Sprecher • Key Tengeler • Geerten Waling • Anne van de Wijdeven Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving Marijke Hoogendoorn • richgirl-design.com Drukwerk Dijkman Offset Amsterdam Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Fax 023 - 571 76 80 Redactieraad

Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • prof. dr. A.J.W. van der Does • drs. B. Funnekotter • dr. H. Heestermans • L. ten Hove • D. Jacobs • prof. dr. J.J.M. van Holsteyn • Prof. dr. F. Israel • mr. F.E. Jensma • E. Kastelein • S. Kerkhof • E. Merkx • C. Regoor • prof. dr. N.J. Schrijver • R.van Wijk • C. van der Woude Jaarabonnementen

Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare. leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen

Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690

Eerste hulp bij archiefbezoek Zoals een scheikundige het laboratorium induikt, zo heeft de historicus het archief. In plaats van erlenmeyers en witte jassen, zijn er loodveters en stoffen handschoentjes. De regels en veiligheidsvoorschriften zijn bijna even streng. Een groot verschil is wel, dat waar de gemiddelde laborant scheikundigen vooral ten dienste is, de gemiddelde archivaris historici juist argwanend tegemoet treedt. Het is immers zijn primaire taak om de paperassen te beschermen: tegen de elementen en de tand des tijds allereerst, met zuurvrije archiefmappen, klimaatbeheersing en brandkasten. Maar ook tegen grijpgrage vingertjes die met plezier een mooie prent uit een boek snijden of een historische brief het gebouw uit smokkelen. Noodzakelijkerwijs houdt een archivaris zichzelf voor de gek. Elke gestelde termijn – of het nu 10, 100 of 1000 jaar zijn – is te kort. Tegen beter weten in, ambieert hij niets minder dan conservatie tot in de eeuwigheid. Pas na die fundamentele worsteling met de tijd komt de dienstverlening aan de reguliere archiefbezoekers. Veelal zijn dat hulpeloos ronddolende gepensioneerden, die een nieuw levensdoel hebben gevonden in de genealogie. Deze geriatrische detectives kunnen pas vredig sterven als zij de balans hebben opgemaakt van hun familielijn, en weten in welke stamboom zij nu precies een plaatsje in zullen nemen. En dan moet de archivaris ook nog omgaan met die vervelende historici, met hun vette vingers, hun ongecontroleerde gegraaf in de archiefdoos, hun rare wensen. Kopiëren? – Uitgesloten. Scannen? – Onder geen beding. Foto’s maken? – Nou, vooruit: alleen van archieven ouder dan 90 jaar en na het invullen van dit formulier in viervoud. En geen flits! Een belangrijke les van de geschiedenisopleiding leert een historicus niet in de collegebankjes, maar in de praktijk: hoe om te gaan met archivarissen. Het Regionaal Archief Leiden (een merkwaardig bouwsel op de Boisotkade) is een goed oefenterrein. Het personeel doet weliswaar streng, maar

de medewerkers ouwehoeren er in plat Leids over je hoofd heen op los en blijken in de praktijk erg toeschietelijk. Heftiger ondervond ik het tijdens mijn archiefonderzoek in Parijs. Met name de ambtenaren van de Archives Nationales zetten alles op alles om het archiefbezoek zo stroperig mogelijk te laten verlopen. Wie binnen een uur zijn bezoekerspas heeft geregeld, vestigt een record. Formulieren, kwitanties, getuigschriften – de Franse bureaucraat smult ervan. En dan de leeszaal. Controle aan de deur. De ‘Président de la Salle’ is heer en meester. Een looka-like van Angela Merkel stapt als een havik door de zaal of zit achter haar panoptisch opgestelde bureau. Boven elke rij leestafels hangt een bestuurbare camera, waarmee de controlekamer inzoomt op de bezoekers. Maak je foto’s zonder zichtbare vergunning op tafel, dan hoort een zaalwacht dat via zijn oortje en staat binnen tien tellen achter je. Kortom, het tegenwerken van historici lijkt eerste prioriteit, en een archiefbezoek zonder (wederzijdse) ergernis is zeldzaam. In Parijs helpt het daarbij niet dat de ambtenaren van de Franse heilstaat een zó gunstige cao hebben, dat zij tot aan hun vroegpensioen op hun plek zijn verankerd. Zij hebben er geen enkel belang bij zich vriendelijk of behulpzaam op te stellen. Bovendien maakt hun gewoonte copieus te lunchen het onmogelijk om stukken aan te vragen tussen 12 en 14 uur. Dat is lang, als je bedenkt dat het archief pas opent om 9.30 en alweer sluit om 16.45 uur. Tot overmaat van ramp hebben archiefstukken een aanlevertijd van minstens een half uur. Wat een historicus in de praktijk leert, in dat eigen laboratorium, is dus onbetaalbaar: geduld, nederigheid, een stalen glimlach en vooral het vermogen om vieze woorden in te slikken. Geerten Waling doceert en promoveert bij geschiedenis


13 december 2012 · Mare 3 Mensen

071 -527 …

Netwerk Onderzoeker Clara Calero Medina van het Centrum voor Wetenschaps- en Techniekstudies promoveerde dinsdag op haar netwerkanalyses van de wetenschap. Wat zijn dat? ‘Ik wil graag weten hoe wetenschap werkt. Als model daarvoor gebruik ik de databank Web of Knowledge, waarin miljoenen publicaties zitten. Vanwege de manier waarop die is opgebouwd, is het mogelijk om allerlei interessante verbanden te vinden.’ Verbanden tussen wetenschappers? ‘Bijvoorbeeld; zo krijg je een beeld van wetenschappers die niet op dezelfde afdeling werken, maar wel heel veel samen doen. Of van de verbanden tussen publicaties, of tussen tijdschriften.’

Ann Janssen (links) en Truus Kapaan: ‘We willen niemand op ideeën brengen.’ Foto Marc de Haan

Niet spieken! Liever bij tentamens dan achter de geraniums Een team van tachtig surveillanten, meestal 65-plussers, houdt de Leidse studenten tijdens tentamens nauwlettend in de gaten. ‘We vinden soms spiekbriefjes, of een heel dictaat in de stortbak van het toilet.’ Door Ilkiz Erdogan en Marleen van Wesel Surveilleren bij tentamens is hard

werken. De krant lezen is er niet bij, verduidelijkt surveillant Ann Janssen (73). ‘Nee, echt niet. Wij kijken voortdurend de zaal in.’ ‘Inderdaad’, vult collega Truus Kapaan (75) aan. ‘We kijken.’ Beide dames zijn ook coördinator van de surveillance bij grotere tentamens. Deze maandag zitten ze de hele dag in het Universitair Sport-

centrum. Janssen: ‘Misschien zit er wel eens een surveillant te knikkebollen, maar we zien liever een wat actievere houding. Wij lopen voortdurend door het gangpad, om ook de achterste rijen in de gaten te houden.’ Kapaan: ‘Júíst die achterste rijen, vooral bij multiplechoicetentamens. Het liefst hebben we daar een vliegende keep staan.’ Er is ook altijd een docent aanwezig, voor inhoudelijke vragen. De surveillanten nemen na afloop al het werk weer in en leggen het desgewenst op alfabetische volgorde. ‘Sommige docenten willen dat graag. Daar zorgen we dan voor, al is het een hoop geblader’, vertelt Janssen. ‘En we controleren de collegekaarten. Voor zover ik weet is het één keer voorgekomen dat de foto op

de collegekaart niet klopte met het gezicht van de student.’ ‘Maar dat was niet bij ons hoor’, zegt Kapaan vlug. ‘De meeste studenten gedragen zich keurig. Er wordt wel eens wat uitgehaald. Dan vinden we na afloop een spiekbriefje op of onder een stoel. En bij rechten moeten we altijd in de wetboeken gluren of studenten er niets hebben in gekrabbeld. Het verschilt per studie. Maar rechtenstudenten zijn wat dat betreft wel wat minder serieus dan geneeskundestudenten.’ ‘En dan is er nog de toiletgang’, zegt Janssen. ‘Daarbij moeten we heel alert blijven. Bij grote tentamens, zit er een aparte surveillant bij het toilet. Bij hem moet je dan je telefoon inleveren. Vooral meisjes mogen niet met meer dan één tegelijk gaan.’

‘Een keer trok het toilet niet door’, vertelt Kapaan. ‘Er zat een heel dictaat in de stortbak verstopt.’ Meer incidenten weten de twee zo snel niet te noemen. ‘Bovendien willen we studenten niet op ideeën brengen.’ De surveillanten komen sinds 2005 uit de database van JobMotion, de afdeling van de Leidse universiteit die tijdelijke arbeidskrachten detacheert. Een enkele keer worden Janssen en Kapaan ingezet bij andere klussen, bijvoorbeeld als gastvrouw bij afstudeergelegenheden in het Academiegebouw. De meeste collega’s zijn ook 65plus. ‘Het zijn vooral oud-medewerkers van de universiteit. Maar dat is geen must hoor. Tegenwoordig hebben we ook wel wat 65-minners’, vertelt Janssen, die zelf heeft gewerkt als servicedeskmedewerkster op de Faculteit Sociale Wetenschappen. Kapaan werkte op de Hogeschool Leiden, als secretaresse bij het laboratoriumonderwijs. Met surveilleren verdient ze nu een mooie aanvulling op een klein pensioen. ‘Daardoor kan ik dingen doen die ik leuk vind, zoals autorijden en op vakantie gaan. Maar dit werk levert ook vriendschappen op. Ik zit liever hier dan achter de geraniums.’

Frutti di Mare

De G spel je alsof je een shotglaasje pakt ‘In eerste instantie leerde ik Amerikaanse gebarentaal’, vertelt Jamie Knecht (23, afgestudeerd criminologe). ‘Het leek me leuk om gebarenworkshops te geven, maar ik wist niet zo goed hoe ik dat aan moest pakken. Ik hoorde van vrienden dat Nina ook gebarentaal kan. Ik kende haar al via Ekklesia, maar wist toen nog niet dat zij slechthorend is. Ze kan uitstekend liplezen.’ Samen met Nina Kortekaas (24, kunstzinnige therapie) zit Knecht in het pand van Ekklesia op Rapenburg 100 aan de grote tafel snel wat lasagne te eten, voordat de workshop gebarentaal begint. Als ze praat bewegen haar handen automatisch mee, om het Kortekaas wat makkelijker te maken. ‘Zonder gebaren kan ik gewoon liplezen, maar daarvoor moet je je goed concentreren, dus het is erg vermoeiend.’ Kortekaas is haar hele leven al slechthorend. Pas toen ze naar een speciale middelbare school ging, leerde ze gebarentaal. Ze stopte toen ook een tijd lang met praten. ‘Ik had eindelijk het gevoel dat ik ergens bij hoorde, en vond praten onnodig. Daar waren mijn ouders het natuurlijk niet mee eens.’ Al snel verschijnen de eerste geïnteresseerden. Irene Kamphuis (20, psychologie) bijvoorbeeld, is met haar moeder

Door Petra Meijer

langsgekomen omdat een meisje uit haar werkgroep altijd een gebarentolk bij zich heeft en ze de gebaren graag beter zou begrijpen. Hugo Nieuwpoort (21) en Joyce Halverhout (20) op hun beurt volgen in Utrecht zelf de opleiding tot tolk Nederlandse gebarentaal. Knecht en Kortekaas starten in februari of maart met een driedelige workshop. Deze avond is een voorproefje. ‘Nederlandse gebarentaal is een echte taal, het is niet zo dat we maar wat met onze handen wapperen’, legt Knecht uit. ‘Het heeft een eigen grammatica en een eigen woordvolgorde die verschilt van het Nederlands. In verschillende landen bestaan verschillende gebarentalen, en er zijn zelfs dialecten.’ De deelnemers krijgen een blaadje met daarop de letters van het alfabet. ‘Het alfabet gebruiken we als we onze naam spellen, of onze woonplaats. De meeste woonplaatsen hebben ook een eigen gebaar. Voor Amsterdam maak je bijvoorbeeld drie keer een kruisje, en voor Leiden doe je alsof je een sleutel omdraait, omdat het de sleutelstad is’, vertelt Kortekaas. Zelf komt ze oorspronkelijk uit Hippolytushoef, waar geen apart gebaar voor is. ‘Om het mezelf makkelijk te maken zeg ik altijd maar: uit de buurt van Den Helder.’

Nadat de groep het alfabet heeft doorgenomen, moet iedereen individueel zijn of haar naam spellen. Het spellen gaat aardig, maar om de letters die anderen maken te herkennen wordt veelvuldig op het blaadje gespiekt. Alleen de ‘G’ van Hugo wordt snel herkend. ‘Dat is die ene die lijkt alsof je een shotglaasje oppakt.’ Tijdens de workshop wordt er ook aandacht besteed aan dovencultuur en eigen

gebruiken. Zo stampen doven en slechthorenden op de grond als ze iemands aandacht willen, omdat ze de trillingen voelen. ‘Of zoals jullie op een glas tikken als iemand wat wil zeggen voor een groep, zo knipperen wij met de lichten’, vertelt Jan Plas. De workshop gaat langzaam over in het maandelijks georganiseerde gebarencafé waar iedereen de net geleerde gebaren in praktijk kan brengen.

De gebarenworkshop. Foto Taco van der Eb

Maar een wetenschapper weet zelf toch al welke collega’s ze citeert, en in welke bladen het relevante nieuws staat? ‘Dat kan inderdaad zo zijn voor een individuele wetenschapper, maar dat geldt alleen voor het gedeelte van het netwerk dat het dichtste bij hem of haar in de buurt zit. Een wetenschapper verliest al snel uit het oog wie het werk citeert van de wetenschappers die hem citeren. Een wetenschapper weet ook niet wat zijn of haar citatiescore betekent als hij het niet kan vergelijken met andere wetenschappers die hetzelfde soort werk doen.’ Hoe leert je dat dan iets over hoe wetenschap werkt? ‘Het analyseren van citatienetwerken maakt het mogelijk om onderzoekslijnen te identificeren en te volgen. Zo kan je je begrip van de groei en ondergang van onderzoeksvelden onderzoeken, inclusief verschijnselen als paradigmaverschuivingen in een vakgebied, of opkomende onderzoeksthema’s.’ Stel, ik ben de nieuwe rector magnificus. Heb ik dan iets aan dit soort werk? ‘Dat denk ik wel: we werken best vaak samen met bestuurders. Het kan voor hen erg nuttig zijn om een algemeen beeld te hebben van hoe de netwerken van hun onderzoekers eruit zien. Er kan bijvoorbeeld een groot verschil bestaan tussen de manier waarop wetenschappers samenwerken in hun dagelijks werk en hoe ze ingedeeld zijn binnen de organisatie. Als je een afdeling hebt waarin niemand met zijn directe collega’s samenwerkt, kun je je afvragen of het wel slim is om het instituut in die vorm te organiseren.’ Zijn wetenschappers meer gaan samenwerken, de afgelopen jaren? ‘Ja, heel duidelijk. Ze werken meer samen met de mensen uit hun eigen vakgebied, en ze werken meer interdisciplinair.’ Maar ze worden solo beoordeeld op hun prestaties. Ook wetenschapsprijzen gaan naar mensen, en niet naar teams. ‘Dat zou moeten veranderen. Zelfs de beste wetenschapper kan niet werken zonder een team. Sowieso moeten wetenschappers niet worden beoordeeld op één enkele indicator, zoals hun citatiescore of h-index. Om een beter beeld te krijgen – dat uiteraard nooit perfect zal zijn – moet je naar meerdere cijfers kijken, die de productie, citaties en samenwerking in kaart brengen.’ Web of Knowledge is geweldig voor sommige vakgebieden, maar er zijn hele takken van wetenschap die je daar nauwelijks in terugvindt. Weet je nou iets over hoe wetenschap werkt, of over hoe bepaalde disciplines die publiceren in de bladen uit die databank werken? ‘Publicaties geven een belangrijke informatie van welk onderzoek belangrijk is, waar het wordt uitgevoerd en door wie. Daarom zijn dit soort databases een fantastische platform om te onderzoeken hoe kennis zich verspreidt. Maar inderdaad, het is maar één onderdeel van de wetenschap, en andere onderzoekers analyseren weer andere maten van wetenschappelijke output.’ BB


4  Mare · 13 december 2012 Nieuws

Oorzaak storing onbekend De oorzaak van de computerstoring die een groot deel van de Universiteit Leiden vorige week trof is nog niet steeds niet bekend. ‘Na donderdag heeft zich geen storing meer voorgedaan, maar een team van experts zoekt nog steeds naar de oorzaak’, vertelt Rinke Betten, hoofd Architectuur en Dienstverlening van het ISSC. Vorige week maandag, dinsdag, woensdag en donderdag verloor het VUW-netwerk verbinding met de schijf waarop alle persoonlijke instellingen en tijdelijke bestanden van studenten en medewerkers staan. De storing werd elke keer na enige tijd opgelost maar verschillende gebruikers raakten data kwijt.

Hoogopgeleid zijn loont De arbeidspositie van mensen met een hoog opleidingsniveau is in de afgelopen vijftien jaar flink verbeterd. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Planbureau (CPB). De vraag naar hoogopgeleiden nam niet alleen sneller toe dan het toch al fors gegroeide aanbod, ook de relatieve lonen stegen. De werkgelegenheid voor mensen met een gemiddeld opleidingsniveau nam juist af. Om de groeiende loonongelijkheid het hoofd te bieden moet er volgens het CPB voldoende worden geïnvesteerd in onderwijs, en moet er een goede overgang van een gemiddeld naar een hoger opleidingsniveau komen.

Geschiedenisprijs Floris Keehnen, oud-student van de Universiteit Leiden, heeft met zijn scriptie de Volkskrant-IISG Scriptieprijs voor Geschiedenis gewonnen. De prijs wordt elk jaar uitgereikt aan studenten die over een historisch onderwerp een uitmuntende masterscriptie hebben geschreven. In zijn scriptie laat Keehnen aan de hand van archeologische opgravingen, theorievorming uit de archeologie, antropologie en globale geschiedenis zien met welke verwachtingen de Indianen en de Spanjaarden elkaar in de vroege kolonisatieperiode tegemoet traden. Met de prijs won hij ook een bedrag van 1500 euro.

Jonge EU-academie De Young Academy of Europe (YAE) is afgelopen weekend in Brussel gelanceerd. Dit samenwerkverband van jonge wetenschappers wil zich hard maken voor grensverleggend wetenschappelijk onderzoek. Petra Sijpesteijn, hoogleraar arabistiek is een van de Leidse leden. ‘De YAE hoopt de stem van jonge onderzoekers te vertegenwoordigen in allerhande debatten over de versterking van het onderzoeksklimaat in Europa. Daarin is alle hulp op dit moment nodig. Allerlei lidstaten dreigen sterk te gaan snijden in hun onderzoeksbudgetten.’ De academie wil tevens de aandacht richten op ondervertegenwoordigde groepen zoals wetenschappers uit Oost- en MiddenEuropa, vrouwen op wetenschappelijke topposities. Ook willen ze iets doen aan de onderwaardering van geestes- en sociale wetenschappen bij het uitreiken van grote onderzoeksbeurzen.

Rectificatie In het artikel ‘Gezocht: docenten bij opleiding Nederlands’ (Mare 12) staat dat universitair docent Eep Francken reeds met pensioen is. Dat klopt niet. Komend semester geeft hij zoals in de studiegids aangegeven het tweede- en derdejaars vak Inleiding (Zuid-) Afrikaanse literatuur. Studenten kunnen dus gewoon intekenen. In mei 2013 wordt Francken 65 jaar. Peter van Zonneveld gaat ook pas midden 2013 met pensioen. Wel heeft hij het tweede semester van dit collegejaar een sabbatical.

‘We doen het niet om te pesten’ Studenten kritisch over impact studieplan op bètaverenigingen De studentenpartijen SGL en BeP in de universiteitsraad maken zich zorgen over de invulling die de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen (W&N) geeft aan het studieplan. In het collegejaar 20142015 zijn er mogelijk financiële gevolgen voor bestuurders van studieverenigingen die niet voldoen aan het studieplan. Door Vincent Bongers en Bart Braun

Volgens de faculteit staat de maatregel echter los van het universiteitsbrede studieplan en is er geen sprake van dat het wordt opgelegd door het bestuur. Het idee komt voort uit besprekingen tussen het bestuur en de verenigingen. Desondanks noemen de partijen het plan in een rondvraag een ‘uiterst ongewenste ontwikkeling’ en willen zij een reactie van het college op het voorstel. Vanaf 2013 moeten tweede- en derdejaars bachelorstudenten een studieplan indienen. Vakken, tentamens en scripties worden per semester of per jaar in overleg met de studieadviseur vastgelegd in het plan. Eventuele nevenactiviteiten, zoals bestuursfuncties, moeten daar ook in staan. Bestuurders van de bèta-studieverenigingen krijgen naast geld van de universiteit een extra bestuursbeurs van hun faculteit. De faculteit wil die extra beurzen koppelen aan de studieplannen: wie te weinig punten haalt, krijgt geen of minder geld. Zowel in de universiteitsraad als in de faculteitsraad van W&N klaagden de studentenpartijen over het plan. De studentenpartijen in de universiteitsraad vinden het betutteling dat ook goed presterende studenten zo’n plan moeten maken. Ook zorgt het plan mogelijk voor veel extra werk voor studieadviseurs. In de faculteitsraad leeft juist de angst dat zo teveel macht bij de stu-

dieadviseurs terecht komt: die kunnen in zekere zin gaan bepalen of iemand wel of niet mag gaan besturen. MST-student Mohamed Bahida: ‘Voor de mensen die wat langzamer gaan, wordt het nu uitgesloten dat ze bestuur doen.’ Vice-decaan Edgar Groenen: ‘Extra activiteiten zijn alleen aan de orde als je binnen vier jaar je bachelor haalt. Dat doen we niet om te pesten, dat is een noodzakelijk voor de organisatie, en voor de studenten zelf.’ Raadsvoorzitter en wiskundestudente Avalon van Binsbergen is oudbestuurslid van studievereniging De Leidsche Flesch en voorziet scheve verhoudingen binnen besturen: ‘De

Besluit over vertrek KITLV uitgesteld Het is nog niet duidelijk of het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) naar Amsterdam moet verhuizen. Het besluit is een paar maanden uitgesteld. Wetenschapskoepel Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) – waaronder het KITLV valt – wil al haar geesteswetenschappeninstituten naar Amsterdam halen. De decanen van Rechten, Geestes-, Sociale wetenschappen en Archeologie stuurden onlangs een brief naar het college van bestuur waarin ze de verhuizing ‘een dramatisch verlies’ voor de Leidse academische gemeenschap noemen. Volgens directeur Gert Oostindie kan het KITLV in Leiden blijven als de universiteit een flink deel van de huisvestingskosten betaalt. Toen Mare twee weken geleden over de verhuizing berichtte, wilde hij niet zeggen om welk bedrag het ging. ‘Het gaat om minder dan twee ton per jaar’, zegt hij nu. ‘Daar staat tegenover dat het instituut een omzet heeft van 4,5 miljoen per jaar en dat levert ook veel op voor de universi-

teit. Bovendien kunnen KITLV-onderzoekers dan nog meer bijdragen aan het Leidse onderwijs. De directeuren van de geesteswetenschapinstituten van de KNAW, ik dus ook, gaan nu eerst een rapportage opstellen over verdere samenwerking tussen onze instituten, inclusief mogelijke clustering. Daarin spelen de financiële verhoudingen ook een rol. De KNAW wacht dit advies af. Dus voorlopig ligt er nog geen besluit.’ Maar dat wil niet zeggen dat het college gaat wachten op het rapport. Oostindie: ‘Zij kan de besprekingen gewoon staken. Het college heeft niet naar buiten gebracht hoe zij hierin staat, ook niet na de brief van de decanen. Ik kan me ook wel voorstellen dat het college geen zin heeft om nog langer te wachten op de KNAW. Dit duurt immers al twee jaar. Ik hoop toch op een paar maanden respijt, dat kan net genoeg zijn.’ Het college wil niets zeggen over de besprekingen, maar lijkt niet van plan te zijn het overleg te staken. Voorlichter Caroline van Overbeeke laat weten dat het college ‘zich blijft inzetten om het instituut voor Leiden te behouden. Maar uiteindelijk ligt de beslissing bij de KNAW.’ VB

bestuursleden die meer studeren, doen minder voor de vereniging.’ Ook wijst ze erop dat de voorzitters van de studieverenigingen weliswaar de afspraak gemaakt hebben, maar formeel nog teruggefloten kunnen worden door hun Algemene Leden Vergaderingen. Die van de Flesch is donderdag, en de beurzenkwestie staat prominent op de agenda. Volgens de assessor van W&N, Rob van Wijk, ligt het allemaal wat anders dan de studentenpartijen denken: ‘De minimale voorwaarde is het halen van één punt tijdens de bestuursperiode. Om het studeren zogezegd “warm” te houden. Daarnaast is afgesproken dat een jaar na

invoering en na een evaluatie, deze regeling gekoppeld wordt aan de facultaire vergoeding van de bestuursleden. Hoogstwaarschijnlijk zal het niet zo ver komen dat er gebruik van wordt gemaakt. Het gaat dus om een aanvullende beurs van de faculteit en niet om de bestuursvergoeding van de universiteit. De aanvullende beurs krijgen de bestuursleden vanuit de faculteit als waardering voor het werk dat de studieverenigingen doen.’ Volgens Van Wijk krijgen de bestuurders maandelijks een vergoeding en is nog niet vastgesteld welke korting volgt, als niet aan het ingediende plan wordt voldaan.’

‘Geen geld in RijnGouweLijn!’ D66-Kamerlid Paul van Meenen (D66) wil medezeggenschapsorganen in het hoger onderwijs instemmingsrecht geven over de begroting van hun instelling. Er is veel aandacht voor uw voorstel over instemmingsrecht. ‘De focus moet weer op onderwijs en onderzoek komen te liggen. Die zie ik nu te weinig; je had de situatie bij Amarantis, maar bijvoorbeeld ook de Universiteit Leiden die vijf miljoen investeerde in de RijnGouweLijn. Dat is onderwijsgeld! Studenten en docenten kunnen die focus weer terugbrengen, maar dan moeten ze wel in een positie zitten waar dat kan.’ Aan universiteiten bestond dat recht vroeger ook, maar het werd in 1997 afgeschaft. D66 zat toen in de regering, en in de regering erna. ‘Wij stemden tegen toen Minister Ritzen in 1996 met het voorstel kwam. Binnen de coalitie van Paars I en II hebben we geprobeerd een verbond te sluiten, maar de andere partijen hielden het tegen.’ Minister Bussemaker van Onderwijs reageerde afhoudend op uw voorstel. ‘Dat klopt. Zij kiest een andere lijn; ze wil meer kijken naar good governance in zijn algemeenheid, en gaat volgend jaar met een voorstel daarover komen. Wel heeft

ze toegezegd medezeggenschap daarin mee te nemen.’ Zij is zelf universiteitsbestuurder geweest, kan dat een rol spelen? ‘Ze heeft zelf gewerkt met dat recht, en heeft daar geen slechte ervaringen mee. Het is ook niet zo dat alle rectores magnifici tegen zijn; die van de Erasmus Universiteit liet weten mij te steunen.’ Veel medezeggenschapsorganen zijn niet in staat om zo’n begroting te beoordelen. ‘Dat is een soort kipei verhaal. Als er geen medezeggenschap is, is er ook geen reden om de kwaliteit van zo’n raad te verbeteren. Andersom wel, allerlei instanties kunnen daarbij helpen. Bovendien zal het instemmingsrecht bestuurders dwingen om hun begrotingen helderder te maken.’ De universiteiten zeggen dat uw voorstel leidt tot inefficiëntie en bureaucratie. ‘Ik heb tien jaar met dat recht gewerkt, en het kan best. Het maakt het draagvlak voor je besluiten ook groter. Dat er meer bureaucratie zou komen, geloof ik niet. Die raden moeten nu net zo goed geïnformeerd worden, ook al hebben ze alleen adviesrecht.’ BB > De Tweede Kamer stemt op 18 december over de motie.


13 december 2012 · Mare 5 Nieuws

Kortgedingrechter: krakers moeten uit universitaire panden In een kort geding dat Universiteit Leiden had aangespannen tegen de krakers die twee cottages aan de Sterrewachtlaan hadden gekraakt, heeft de rechter de universiteit in het gelijk gesteld. Het was een vonnis bij verstek dat afgelopen dinsdag werd uitgesproken. De krakers die niet waren komen opdagen, hebben drie dagen om te vertrekken. De universiteit wil de cottages tegenover de Van der Klaauwtoren renoveren die sinds begin oktober werden bewoond. Enkele van de bewoners waren studenten. De gemeente kon toen al besluiten om tot bestuurlijke ontruiming over te gaan, maar de voorwaarde hiervoor is dat de openbare orde door krakers ernstig wordt verstoord. Dat

lijkt niet het geval te zijn. De Leidse VVD-fractie had vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders over de kraak en wilde dat de Kraakwet wordt gehandhaafd. Maar de universiteit begon dus al een civiele procedure. Pim (zonder achternaam) functioneerde toen als woordvoerder van de studenten-krakers maar heeft zich nu teruggetrokken. Tussen de mensen die nu de universiteitspanden kraken, zit ‘nog een enkele student’. Pim: ‘De andere studenten hebben elders onderdak gevonden, soms in het reguliere circuit, anderen weer in kraakpand.’ De krakers hebben verstek laten gaan omdat ze de rechtsgang niet willen overwegen, aldus Pim. ‘Ze waren van oordeel dat die toch niet in hun voordeel zou zijn.’ TB

‘Het gaat hier niet over pennen’ De universitaire begroting voor de komende jaren ziet er gunstig uit. De universiteitsraad stelt wel vraagtekens bij de scherpe stijging van de post diverse lasten. Die stijgt in 2013 met meer dan 10 miljoen euro. De raad wil weten hoe dit kan. ‘We kunnen niet precies aangeven wat voor lasten dat zijn, zei Albert van der Geest, een van de samenstellers van de begroting. ‘We vragen geen begrotingen van de verschillende eenheden op het niveau van pennen en potloden.’ ‘Het gaat hier niet over pennen’, zei Marc Hogenhuis van studentenpartij LVS. ‘Deze post stijgt van 4,4 naar 14,9 miljoen. Dat is nogal veel. Dat is niet te wijten aan pennen. Wij willen graag de oorzaak weten.’ Van der Geest was niet van plan om dat uit te gaan zoeken: ‘We krij-

gen deze specificaties niet omdat we ze niet gevraagd hebben. Dit zijn allemaal kleine postjes. U kunt het nog tien keer vragen maar dat heeft geen zin.’ ‘U kunt toch wel een indicatie geven over hoeveel posten het gaat?’ zei Joop de Kort van de Abvakabofractie. Van der Geest: ‘We hebben het niet beschikbaar.’ Gert Jan Boshuizen, hoofd van de afdeling financiën schoot zijn collega te hulp. ‘We zullen kijken welke specificaties er nog te maken zijn.’ De begroting voor 2013-2016 bevat overigens verder ‘louter positieve resultaten’, aldus Van der Geest. ‘De faculteiten krijgen extra geld om de stijging aan studenten op te vangen en meer en beter onderwijs te geven. Dat is ook nodig om te voldoen aan de prestatieafspraken die met de minister van Onderwijs zijn gemaakt.’ VB

Verlaagde straf voor naaktlopers Zes weken schorsing, Quintus-dispuut opgelucht De raad van beroep van studentenvereniging Quintus heeft de straf die aanvankelijke werd opgelegd aan dispuut Sjap Eisjedies verlaagd. Door Petra Meijer Het dispuut, dat de

straf ontving omdat vier van haar leden naakt door de Haarlemmerstraat hadden gerend, wordt zes weken geschorst en moet een boete van driehonderd euro betalen.

Te weinig bussen voor kloosterlingen Bewoners van het voormalige klooster aan de Vrouwenweg kunnen nauwelijks meer gebruik maken van de nabijgelegen bushalte. Met de komst van de nieuwe Arrivabussen stoppen bijna geen bussen meer bij de halte Kruisherenweg, vlak voor het studentencomplex. ‘Tussen Zoetermeer en Leiden CS rijdt er nog maar eens in het uur een bus. Aan het eind van de middag stopt er drie uur lang zelfs helemaal geen bus voor de deur’, zegt Dave Doppenberg, studentbeheerder van het voormalig klooster. ‘We zien de bussen wel langs rijden en ze stoppen gewoon bij het Cronesteynpark. Maar vanaf die halte is het twintig minuten lopen.’ Diverse studenten dienden een klacht in bij Arriva. Uiteindelijk kregen zij te horen dat de bussen te breed zouden zijn voor de busbaan. Er zou een verzoek ingediend zijn bij de wegbeheerder voor verbreding van de weg. ‘Onzin natuurlijk’, zegt Doppenberg. ‘Als die bussen er eens in het uur kunnen komen, waarom komen ze aan het eind van de middag dan ineens niet meer? De weg blijft toch hetzelfde? Tussen 15.41 en 18.41 uur willen er juist veel studenten en andere omwonenden met de bus naar huis.’ Via de SLS hebben de studenten een gezamenlijke klacht ingediend. Arriva was onbereikbaar voor een reactie. PM

De oorspronkelijke straf, waartegen het dispuut met succes bezwaar aantekende, was een schorsing van vier maanden en een boete van duizend euro. Sjap Eisjedies-lid Sam Pauwels is blij met de verlaagde straf. ‘Hoewel we natuurlijk liever helemaal geen straf hadden gekregen zijn we blij met het resultaat. Het is een positieve uitkomst na een vervelende situatie.’ De schorsing ging deze week in.

FSW heeft te weinig docenten De faculteit Sociale Wetenschappen (FSW) heeft minder personeel aangetrokken dan begroot en houdt zo geld over. Dat blijkt uit een tussentijdse financiële rapportage van de universiteit. De universiteitsraad wil van het college van bestuur weten hoe dit mogelijk is.Uit de cijfers blijkt dat de faculteit in 2012 uitkomt op een gemiddelde personeelsbezetting van 406 voltijdbanen en dat is maar liefst 37 voltijdbanen minder dan begroot. Het aantal volledige betrekkingen gefinancierd uit overheidsgeld, de zogeheten eerste geldstroom, komt 20 lager uit dan begroot. ‘Er is een inspanning geweest van de faculteit om extra personeel binnen te halen’, zei Rob Kamp van de afdeling financieel economische zaken tijdens de raadsvergadering maandag. ‘Dat is wat bemoeilijkt doordat een aantal personen succesvol is met het binnenhalen van beurzen en subsidies. Om die te

Kosmikos, het dispuut voor studenten wereldgodsdiensten, bestond woensdag tien jaar. Dat werd gevierd in de stijlen van feestdagen van verschillende religies: onder meer met de Sikhs, de Joodse gemeenschap, de vrijmetselaars, de oud-katholieken en de Baha’i. Foto Taco van der Eb

vervangen is extra werving nodig. Ook het komende jaar komt er wetenschappelijk personeel bij.’ Er is geen termijn gesteld over wanneer de onderbesteding moet zijn opgelost. ‘We gaan er van uit dat in 2013 de openstaande voltijdbanen zoveel mogelijk gevuld worden.’ De universiteitsraad maakt zich zorgen over de kwestie. ‘Dit tekort raakt direct aan de kwaliteit van het onderwijs’, zei Marc Hogenhuis van studentenpartij LVS. Hij wil wel een termijn. ‘Het geld moet op zeer korte termijn besteed worden om meer personeel aan te nemen. Blijkbaar gebeurt dat niet. Dat moet veranderen.’ Joost Augusteijn van de Abvakabo snapt niet waarom er zo weinig personeel wordt aangenomen. ‘Naar mijn weten is er geen grote krapte op de arbeidsmarkt voor de sociale wetenschappen. Zo moeilijk is het niet om personeel te vinden. Het faculteitsbestuur heeft gewoon niet voldaan aan haar eigen eisen.’ VB

Docenten Hebreeuws verontrust over vaagheid De docenten van Hebreeuwse en Joodse Studies hebben de opheffing van hun opleiding middels een brief naar de universiteitsraad ter discussie gesteld.

Alle feestdagen verzamelen

‘Het kerstreces telt niet mee, dus over een week of acht zijn we er van af ’, zegt Sjap Eisjedies-lid Rens van de Peppel. Eerder werd ook gesteld dat de leden van het dispuut geen zitting mochten nemen in commissies en zich niet mochten presenteren tijdens de introductieperiode, wat het aannemen van nieuwe leden zou bemoeilijken. Ook deze sancties zijn komen te vervallen.

Op advies van het rapport van de Commissie Peters wil het faculteitsbestuur van Geesteswetenschappen Hebreeuwse en Joodse Studies, net als godgeleerdheid, vanaf 1 september 2014 laten verdwijnen. Het is de bedoeling dat verschillende onderdelen wel behouden blijven in andere opleidingen. De docenten menen dat de argumenten voor deze plannen slechts ‘zijn ingegeven door het algemene beleid om het aantal opleidingen terug te brengen en toe te werken naar brede bacheloropleidingen.’ Dat schreven zij deze week in een brief aan de universiteitsraad. Ook vinden zij ‘dat er weinig duidelijkheid bestaat over de wijze waarop de binnen de opleiding bestaande expertise behouden zal worden.’ De inbeddingplannen zijn namelijk nog zeer vaag. De faculteitsraad van

Geesteswetenschappen erkende dat tijdens de raadsvergadering op 14 november, maar stemde toch met het voorstel in. De docenten vrezen dat een aantal deelgebieden toch verloren zal gaan. Met hun eigen voorstel om de opleiding Engelstalig te maken en zo meer studenten te trekken is niets gedaan. Het verdwijnen van de opleiding betekent ook dat de registratie bij het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs, het zogenaamde CROHO-label, opgeheven wordt. En dat is volgens de docenten onherroepelijk. Verder wijzen zij er nog op dat Hebreeuwse en Joodse Studies goed staat aangeschreven, relatief veel internationale studenten telt en een lange traditie in Leiden kent. Het Hebreeuws wordt namelijk al sinds de oprichting van de universiteit bestudeerd. De docenten worden in hun argumenten gesteund door de studenten. Namens hen herhaalde studentenpartij SGL het standpunt daarom nogmaals in de rondvraag van de universiteitsraadvergadering. MvW


6  Mare · 13 december 2012 Studenten

Op zich bijna gehaald Het eerste jaar van de rest van je leven Vierduizend eerstejaars begonnen in september vol goede moed aan een studie. Mare volgt drie nieuwkomers. ‘Door omstandigheden, nou ja, door mijn ontgroening dus, had ik dat tentamen op zich bijna gehaald.’ Door Marleen van Wesel | Foto’s Taco van der Eb

Toch op kamers

Terug naar Friesland

Thijs van Moorselaar (19) Studie: Culturele antropologie en ontwikkelingssociologie Uit: Alphen aan den Rijn

Muriel Mulder (22) Studie: Japanstudies Uit: St.-Annaparochie, Friesland

‘Wil je soms ook een tosti?’ vraagt Thijs van Moorselaar. Ondertussen speurt hij in de keuken van zijn Quintushuis naar een schoon kopje. Een paar maanden terug wilde hij voorlopig nog bij zijn ouders in Alphen aan den Rijn blijven wonen, omdat hij het daar ‘ziek chill’ had en omdat hij zich bezwaard zou voelen als hij op een hospiteeravond een kamer voor de neus van een Maastrichtenaar of een Groninger weg zou kapen. ‘Voor deze kamer ben ik gevraagd door mijn dispuutsgenoten. Anders zou toch iemand anders uit de buurt hem gekregen hebben, dus het is een iets andere situatie’, verontschuldigt hij zich. Vorige week vrijdag had hij voor het eerst een herkansing. ‘Door omstandigheden, nou ja, door mijn ontgroening dus, had ik dat tentamen op zich bijna gehaald. Maar voor de rest ga ik prima.’ Zijn opleiding valt niet tegen. ‘Maar ik had vooraf niet echt een beeld, dat scheelt. Sommige studiegenoten hadden zich enorm in het programma verdiept. Ik weet niet of dat normaal is, maar ik heb gewoon voor antropologie gekozen omdat ik wat had gereisd.’ Inmiddels heeft hij zich ingeschreven voor het keuzevak Visuele antropologie. ‘Voor antropologie moet je veel schrijven, maar dit vak heeft meer met de filmmaak-kant te maken. National Geographic-style dus.’ Bij studievereniging Itiwana is hij niet zo actief. ‘Ik ben lid voor de boekenkorting, maar als er activiteiten zijn, kan ik vaak niet. Of eigenlijk maak ik er geen tijd voor. Maar ik heb wel een kringetje van leuke studiegenoten om me heen verzameld, toevallig allemaal vrouwen.’ Zijn ouders en zijn hockeyvrienden in Alphen ziet hij nog wekelijks. Tijd met zijn vriendin is wat lastiger in te plannen. ‘Onze collegeroosters zijn precies tegenovergesteld. Maar we maken wel tijd voor elkaar hoor, want het is nog altijd dik aan.’

‘Ik blijf nu in Friesland’, zegt Muriel Mulder overtuigd. In september begon ze aan de bachelor Japanstudies in Leiden. Ze verliet het huis waar ze al drieëneenhalf jaar samenwoonde met haar vriend voor een knus, maar statig studentenhuis tweehonderd kilometer verderop, net buiten de Leidse singels. Toen verklaarde ze haast even stellig dat ze voorlopig juist niet terugwilde. ‘Met Japans kom ik straks in Friesland nooit aan werk.’ Door persoonlijke omstandigheden liep het anders. Al na een maand woonde ze weer bij haar vriend in St.Annaparochie. Momenteel oriënteert ze zich vooral op een volgende studie waarmee ze in februari wil beginnen. ‘Maar dan wel in Leeuwarden of Groningen, want dan kan ik hier blijven wonen. Japans valt daardoor af, want dat wordt hier nergens aangeboden. Iets met talen of geschiedenis lijkt me nog altijd wel leuk. Best een lastige keuze. De open dagen zijn al geweest en bovendien hebben niet alle studies een februaristart.’ Veel contacten heeft ze aan haar Leidse maand niet overgehouden. ‘Voor zo lang als het duurde heb ik leuke film- en feestavondjes gehouden met mijn huisgenote. Maar Leiden ligt nu niet echt om de hoek, dus ik ga er niet zo even heen. Mijn lidmaatschap bij SIB heb ik opgezegd toen ik stopte met mijn studie. Af en toe spreek ik nog wel eens iemand.’ Zowel een opleiding als een baan die iets met Japan te maken heeft ligt in Friesland dus niet bepaald meer in het verschiet. ‘Dat is wel jammer, want de studie was enorm leuk. Ik hoop dat ik in elk geval nog een keer op vakantie naar Japan kan met mijn vriend.’

Spontane huisfeestjes Marton Tompos (24) Studie: Asian Studies, specialisatie Politics, Society and Economy Uit: Budapest ‘De studie is niet helemaal wat ik ervan verwacht had’, vertelt de internationale student Marton Tompos. ‘Vakken rondom mijn interessegebied, Centraal-Azië, zijn er niet echt. Daarom voeg ik aan de meeste studieopdrachten zelf maar een Centraal-Aziatische component toe.’ Aan het begin van dit studiejaar had hij zijn slaapzak nog uitgerold bij een Hongaarse vriend die wel een kamer in Leiden had gevonden. ‘Ik heb nog een tijdje bij vrienden gebivakkeerd en daarna heb ik twaalf dagen in een enorm smerig huis gewoond. Wanneer je de magnetron opende, viel de viezigheid er uit. Maar nu heb ik een mooie kamer gevonden op de bovenste verdieping van een studentenflat achter het station. Het uitzicht over de stad is grandioos.’ Dat de winkels hier niet 24 uur open zijn, zoals in Budapest, vindt hij inmiddels te overzien. ‘Ik zorg er gewoon voor dat ik altijd wat spullen op voorraad heb voor een spontaan huisfeestje.’ Soms loopt hij nog wel eens tegen cultuurverschillen aan. ‘Laatst ging ik naar de bioscoop voor de film Skyfall. Na een uur, toen ik er net helemaal in zat, ging plotseling het licht aan en was er ineens een pauze. Ik ben al in heel wat landen naar de film geweest, maar dat had ik nog nooit meegemaakt. ‘Maar ik vind het mooi om te zien dat werkelijk alles in Nederland werkt. In Oost-Europa is dat wel anders. En de prijzen in de winkels zijn wel wat hoger, maar alles is voor iedereen beschikbaar. Bejaarden bijvoorbeeld, die gaan hier met pensioen en leiden vervolgens een actief leven. Je komt ze overal tegen. In Hongarije ga je gewoon dood als je oud bent.’ In januari brengt hij weer een bezoek aan Budapest. ‘Dan zie ik eindelijk mijn vriendin weer. In oktober was ze een weekje hier. Zij is echt geweldig. Ik heb haar al eens zeven maanden achtergelaten voor een uitwisselingsproject in Azerbeidzjan, en nu ben ik dus voor een jaar in Nederland.’ De plannen voor een internationale carrière in Brussel heeft hij intussen wel laten varen. ‘Een langeafstandsrelatie werkt alleen als je weet wanneer je uiteindelijk weer bij elkaar zult zijn.’


13 december 2012 · Mare 7 Wetenschap

Vingers, tenen, oren, neuspunt en penis lopen het meest kans op frostbite. Bergklimmers eind negentiende eeuw. Foto Gebroeders Bisson/Wikimedia

Niet bevriezen voor gebruik Arts en bergbeklimmer wil één richtlijn bij frostbite Wie de kou ingaat, loopt risico op bevriezingsletsel. Bergsportarts Remco Berendsen pleit voor een uniforme behandeling van frostbite. ‘Niet warm proberen te wrijven!’ Om u gerust te stellen: de kans dat uw vingers eraf gaan vriezen tijdens een ommetje op Tweede Kerstdag is klein. Het is niet zozeer dat het daar te warm voor is,

Door Bart Braun

maar in het verstedelijkte Nederland blijft de blootstelling aan kou meestal van korte duur. ‘Je kan niet zomaar voorspellen wanneer iemand vorstletsel oploopt, omdat het ook afhangt van persoonlijke factoren als medicijngebruik en ziektes, maar in Nederland is het zeldzaam’, vertelt Remco Berendsen. ‘Bij daklozen zie je het nog wel eens.’ Berg- en wintersporters lopen ook een hoger risico. In het dagelijks leven is Berendsen

anesthesist bij het Leids Universitair Medisch Centrum, maar daarnaast is hij enthousiast bergbeklimmer: in 2006 bedwong hij de Tibetaanse Cho Oyu (8201 m). Vanuit die belangstelling volgde hij ook cursussen tot bergsportarts, en zit hij in de medische commissie van de Nederlandse Klim- en Bergsportvereniging. Vandaar dat hij wat meer weet van de schadelijke effecten van kou dan de meeste artsen, en vandaar dat hij daar eerder dit jaar over publi-

ceerde in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. ‘De extremiteiten zijn het meest gevoelig’, legt hij uit. ‘Vingers, tenen, oren, puntje van de neus en bij mannen ook de penis. Afhankelijk van hoe erg het is, kan ook een leek daar wel iets aan zien: omdat er geen bloed meer inzit, wordt het lichaamsdeel wit en wasachtig, als een kaars.’ Als je een diepvriesbiefstuk laat ontdooien, komt er altijd een hele plas rood water uit. De koeiencellen waarvan die biefstuk is gemaakt bestaan voor het grootste gedeelte uit water. Water vormt harde ijskristalletjes als het bevriest en daarvan gaan de cellen kapot. Dat gebeurt ook met je vingers als ze te koud worden. Berendsen: ‘Het is ook de reden dat we zieke mensen niet kunnen invriezen tot het moment dat er een genezing is uitgevonden. Het weefsel vriest gewoon kapot.’ Daarnaast wordt de bloedtoevoer naar de getroffen lichaamsdelen afgesloten, zodat ze ook nog een zuurstofgebrek krijgen. Wat je dan moet doen, hangt sterk af van hoe erg het slachtoffer eraan toe is, en van de omstandigheden. Probeer in elk geval niet om het lichaamsdeel warm te wrijven, want dat geeft blaren. Snel opwarmen is het devies, maar alleen als je kan voorkomen dat een ontdooid lichaamsdeel opnieuw weer invriest. Berendsen: ‘Als je bevroren aardbei ontdooit en weer in de vriezer legt, blijft er ook alleen maar pap over.’ Aangetaste lichaamsdelen moeten ingepakt worden – in textiel, niet in sneeuw. Als het vorstletsel zich uitstrekt tot voor een gewricht, is een spalk op zijn plaats. Verder is het zaak om het slachtoffer zo snel mogelijk naar het ziekenhuis te krijgen. Stel dat je ibuprofen bij je hebt, dan is het een goed idee om dat te geven: niet alleen kan dat de hevige pijn die optreedt bij het ontdooien stillen, het vermindert ook de ontstekingsreacties in het opwarmende weefsel. Pas bij het ontdooien wordt duidelijk hoe erg de schade precies is. Net als bij brandwonden bestaan daar graden voor: een eerstegraads vrieswond resulteert in rode en pijnlijke lichaamsdelen. Blaren betekenen een tweedegraads wond. In het ergste geval ontstaat gangreen, weefsel dat zwart wordt omdat het dood is. Een zwarte teen of vinger is niet meer te redden en moet eraf, ook omdat bepaalde vormen van gangreen zich verder kunnen verspreiden. Is het slachtoffer eenmaal in handen van een dokter, dan houdt de verantwoordelijkheid van de meeste Mare-lezers op. Behalve van hen die dokter zijn of dat willen worden, en juist voor die mensen had Berendsen het NTvG-artikel geschreven. ‘Het probleem was dat er in Nederland geen officiële richtlijn is over hoe je moet handelen bij bevriezingsletsel. Wat er gebeurt, hangt af van de arts bij wie je toevallig belandt. Ik en mijn mede-auteurs pleitten ervoor dat artsen op één lijn moeten zitten.’ Die lijn is dat binnen vierentwintig uur na het ontdooien, de patiënt behandeld moet worden met middelen om bloedstolsels te voorkomen (Iloprost en tpa, voor de kenners). ‘De gedachte is dat er stolselvorming optreedt, en dat je dat moet voorkomen om een goede doorbloeding van dat weefsel te waarborgen. Bij hele erge wonden kan het bepalend zijn voor de kans op amputatie’. Speciaal voor de bergsporters benadrukt hij het belang van zuurstof. In de ijle berglucht is het moeilijker om daar genoeg van te krijgen, en zuurstofgebrek is een belangrijke risicofactor voor frostbite. ‘Nederlanders hebben vaak een zekere achteloosheid, met name over hoogteziekte. Ze willen overal heen en kunnen alles betalen; even in een weekend weg, even een toppie doen zonder te acclimatiseren aan de hoogte. Gelukkig begint daar nu wel meer bewustzijn over te komen.’

Coeliakie Mensen met gluten-overgevoeligheid zijn vaker depressief dan mensen die dat niet hebben. Hoe dat komt, is niet helemaal duidelijk: misschien sluipt er al dan niet expres toch wat gluten hun eetpatroon in, en vloeit de depressie voort uit de ontstekingsreactie. Het kan ook zijn dat ze zich juist supergoed aan hun dieet houden, daardoor bepaalde voedingsstoffen missen, en dat ze daarvan depressief worden. Dat kan je onderzoeken door coeliakiepatiënten die zich strikt aan hun dieet houden te vergelijken met hun medepatiënten die wat rekkelijker zijn in hun eetgedrag. Drie Leidse onderzoekers, met psychologe Nathalie van Hees als eerste auteur, hebben dat gedaan. Zij onderzochten 2265 coeliakiepatiënten, zo valt te lezen in het Journal of Psychosomatic Research. Er bleek geen verschil te zijn tussen de rekkelijke en de precieze glutenmijders, maar de mensen die zich al meer dan vijf jaar aan hun dieet hielden, hadden minder vaak een depressie. Dat suggereert dat de ontstekingsverklaring in elk geval een rol speelt. Addertje onder het gras: depressieve mensen houden zich vermoedelijk ook minder goed aan hun dieet.

Plantje uit Kameroen In Kameroen groeit het plantje Vernonia guineensis. De plaatselijke bevolking gebruikt dat in haar traditionele geneeskunde voor van alles en nog wat, onder meer om infecties met wormen of bacteriën tegen te gaan. Dat is interessant, want steeds meer Westerse geneesmiddelen tegen die ziekmakers hebben te kampen met resistentie. Als dat plantje echt werkt, en niet al te giftig is, valt er misschien wat mee te doen. Een internationaal team van onderzoekers, onder wie de Leidse farmacoloog Rob Verpoorte, ging met V. guineensis aan de slag. Ze maakten verschillende preparaten van het plantje, en lieten die los op diverse schimmels, bacteriën, en wormpjes. Om de giftigheid in te kunnen schatten, spoten ze een aantal ratten in met verschillende concentraties wortelstokextract. De resultaten staan in het Journal of Ethnopharmacology. Met de giftigheid voor ratten valt het reuze mee, maar jammer genoeg geldt dat ook bij giftigheid voor bacterieën: de antimicrobiële werking is maar matig. Het werkt wel erg goed tegen het rondwormpje Trichuris muris, wat goed nieuws is als u een muis bent. Die zijn namelijk vatbaar voor dat wormpje. Of het ook werkt als de wormen daadwerkelijk in een muis zitten is onduidelijk, net zoals de vraag of ze helpen tegen de verwante soort Trichuris trichuria, die wel mensen infecteert.

Leeuwen in Kameroen Het gaat niet goed met de leeuwenpopulatie in het Waza National Park in Kameroen. Zo slecht zelfs, dat onderzoekster Pricelia Tumenta verwacht dat er over tien jaar geen leeuwen meer zitten. Zij volgde jarenlang de populatie in dit park in haar vaderland, en hield onder meer bij wat de beesten zoal eten. Vooral kob-herten, maar ruwweg een vijfde van het dieet bestaat uit koe. Dat is een probleem, want die runderen zijn eigendom van veehouders die binnen of net buiten de grenzen van het park wonen, en die houden er niet van als hun bron van inkomsten wordt opgevreten. Jaarlijks worden er zo’n zes leeuwen doodgeschoten door stropers of boze boeren, en met nog maar een stuk of vijftig leeuwen in het hele park gaat dat hard. Je zou de pijn wat kunnen verzachten door boeren mee te laten delen in de inkomsten uit toerisme, zoals de Kameroense wet ook voorschrijft. Alleen bleek uit Tumenta’s onderzoek dat het niet gebeurt. De promotie was afgelopen maandag.


8

Mare · 13 december 2012

Kerstverhaal

Hobbelpaarden M

ijn belangstelling voor Parijs werd gewekt bij het kijken van mijn eerste Disneyfilm: De Aristokatten. Vrolijke muziek bij de letterlijk schilderachtige beelden van voor de Eerste Wereldoorlog zorgden ervoor dat ik al op zesjarige leeftijd precies wist waar ik later rond wilde lopen. Daar, in de stad waar poezen en katten ‘s avonds jazzmuziek speelden en waar auto’s nog even hard reden als paardenkoetsen, als ze er überhaupt al rondreden. Drie jaar nadat ik via de tv kennis had gemaakt met haar straatbeeld, liep ik door Parijs. Weliswaar met mijn vader en moeder aan de hand, want ik had nog de leeftijd waarop je denkt dat je je ouders nodig hebt om ergens in de wereld terecht te komen. De film had de stad heel anders doen laten lijken dan zij eigenlijk was. Zo reden er minimaal één miljoen auto’s meer dan ik verwachtte en was er geen spoor te bekennen van poezen of katten met talent om jazzmuziek te spelen. Dit Parijs

Illustratie Silas

was voor mij niet langer de plek om later rond te lopen. Maar, waar wil ik dan wel heen? Julia en ik zijn aan het wachten. Ik las ergens dat mensen gemiddeld 56 procent van hun vrienden maken tijdens dit wachten. Op de bus, op de trein of op de bakker die croissantjes in de oven doet; eigenlijk komt wachten

altijd neer op zoeken naar een geschikt begin of einde van iets, terwijl de wereld om je heen verder draait. Zij staat tegenover mij in de smalle gang voor de collegezaal. Binnen enkele ogenblikken zouden de deuren opengaan en een kleine honderd studenten worden uitgebraakt, waarna de collegezaal geleidelijk weer nieuwe groepjes studenten inslikte. Ik werp een veelbetekenende blik Julia’s kant op. Iets als: ‘Daar gaan we weer, voor de zoveelste keer.’ Ik weet niet meer of Julia mij al een keer eerder had gesproken of dat onze gedachtewisselingen zich telkens beperkten tot mijn hoofd. Een

illusie ligt soms dicht bij de werkelijkheid. dan ook, mijn ogenblik voor dat moment hee gevangen. Met haar houding antwoordt ze zo naar mij als naar de rest van de wereld: ‘W maar af. Als je geduld hebt en op het juiste ment bij me in de buurt bent, zul je iets zien je nooit meer vergeet.’

Ik hoor een vergelijking aan die slaat op mac politiek van Rusland en de Verenigde Staten dens de Koude Oorlog; het kan zowel komen uit mond van een professor die leuk wil zijn als een student die een ‘vraag’ stelt.


13 december 2012 · Mare

n staan stil

Hoe eft ze owel Wacht mon wat

chtsn tij-

‘Deze bijna-oorlog laat zich nog het beste vergelijken met een hobbelpaard dat de ene keer naar voren en daarna weer naar achteren helt. Wanneer Chroesjtsjov aanzette om nieuwe vernietigingswapens te produceren, volgde Eisenhower al snel zijn voorbeeld. Zo had je een machtsbalans waar het zwaartepunt telkens van voren naar achteren schoof, maar de stabiliteit gewaarborgd bleef. Alleen wanneer Rusland zoveel energie stopte in het naar zich toetrekken van de macht door een raketbasis op Cuba te bouwen, dan moesten de VS op hun beurt om een fors tegengewicht bieden zodat het hobbelpaard

weer hun kant op kantelde. Dit was het geval bij de Cuba-crisis, toen het hobbelpaard bijna omviel. Toch?’ Sommige mensen zijn verslaafd aan het gebruik van woorden, aan het idee dat ze voor hun publiek telkens weer een gedachtewereld kunnen scheppen die voornamelijk bestaat uit ideeën van henzelf. Dit is zo iemand. Ik zie Julia kijken en weet dat we op dat moment dezelfde gedachte delen. ‘Hee, joh!’ Ik kijk in de ogen van een kleine jongen met kort, rood haar. Hij steekt me een hand toe. ‘Gast, herken je me nog?’ Zijn merkwaardige, ballonvormige gezicht kan ik niet direct plaatsen, maar dat lukt me bij niemand die ik minder dan vier keer heb gezien. Ik geef de jongen hooguit zeventien jaar, een paar jaar jonger dan ik in ieder geval. Waarvan zou ik hem kunnen kennen? ‘Nee, volgens mij verwar je…’ ‘Vorige week woensdag, in de Haarlemmerstraat!’ zegt de jongen opgetogen. ‘Dat weet je toch nog wel?’ Ik begin te aarzelen. Vorige week woensdag liep ik inderdaad… Misschien heb ik de jongen wel even gesproken in het voorbijgaan en… Ik kijk hem nog eens aan. Kleine pukkeltjes zijn over zijn gezicht verdeeld als het reliëf in de structuurverf op de muren van mijn appartement… Dit zou ik toch wel… ‘Haha, gast! Ik neem je in de maling, ik heb jou toch nog nooit gezien. Waarvan zou ik jou nou moeten kennen?’ Ik mompel iets, keer de jongen de rug toe en loop door naar de binnenplaats van het appartementencomplex. ‘Hee, woon jij hier?’ hoor ik iemand vragen. Gestoord kijk ik op: herken ik dit gezicht wel? Ik knipper met mijn ogen en zie plotseling Julia voor me staan. ‘Dat is toevallig! Ja inderdaad, ik heb hier m’n appartement’, zeg ik. We wisselen een paar persoonlijke gedachten uit. Even komen we zo dicht op elkaar te staan waardoor iemand waarschijnlijk zou denken dat ik Julia van iets heel anders ken dan een handvol colleges. Colleges waar we elkaar maar kort spraken, wel of niet in mijn hoofd. Dan wordt het moment onzichtbaar voor de wereld en blijft alleen een herinnering over. Deze berg ik veilig op in mijn hoofd. ‘Ik word verwacht, maar ik spreek je wel weer binnenkort. Tot gauw!’ Ik knik begrijpend en zeg haar gedag. Als ik weer knipper met mijn ogen, is Julia verdwenen. Rond kwart over twee ’s nachts fiets ik enkele meters achter Julia door de binnenstad van Leiden. Over de Breestraat, langs de statige zeventiende- en achttiende-eeuwse panden die hoog boven ons uittorenden. Langs de gedenksteen in een huis waarop in gouden letters geschreven staat: ‘Hier schreef Nicolaas Beets als Hildebrand zijn Camera Obscura 1834 – 9381’

Dat laatste getal moet natuurlijk ‘1839’ zijn, maar om de één of andere reden staat dat er niet. Niemand vraagt zich af waarom. Julia kijkt niet naar de steen, maar werpt kort een blik naar links, naar de tegenovergelegen fietsenwinkel en vervolgens weer vooruit. Ik voel een warmte door mijn buik gonzen. Waarschijnlijk is dit het moment waarop ik in Julia’s buurt moet zijn. Als ik haar bijhaal, kan ik de gesprekken uit mijn hoofd afspelen; deze nacht heeft alle tijd. Ik hoef vervolgens alleen maar te kiezen uit de mogelijkheden die voor me uitgestrekt lagen in de komende minuten. Ik zet een versnelling in. ‘Hee! Wat is Leiden mooi hè, zo ’s nachts?’ zeg ik tegen Julia, terwijl ik wijs op de Hooglandse Kerk die zojuist rechts van ons zichtbaar is geworden. Zwak verlicht, alsof enkele bijna uitgebluste vlammen rondom de kerk nog aan het dansen waren. Ik twijfel of Julia mij heeft gehoord. Dan: ‘Ja, best wel.’ Alsof ze niet zeker weet of die stem tegen haar sprak, alsof ze moet denken aan een gebouw dat veel mooier is. Ze zegt verder niets en zo doe ik. Het is niet langer nodig om woorden te kiezen en te gebruiken: de stilte spreekt voor ons wederzijdse begrip en krijgt zo de enige juiste betekenis. Mijn ogen voelen zwaar. Ik denk aan een glas jus d’orange dat ik vanmiddag leeg dronk. De minuscule velletjes, vastgekleefd aan de binnenkant van het glas, leken net platgeslagen vliegjes met hun vleugeltjes half of helemaal uitgevouwen. Pas toen ik het glas omspoelde, verdwenen de vliegjes. Inmiddels zijn Julia en ik aan het einde van de Breestraat gekomen. Ik ben moe, maar heb mijn ogen nog steeds geopend als zij zonder iets te zeggen afslaat richting het Centraal Station. Ik loop langs huizen met aangeharkte voortuintjes. Ik zie een jochie van een jaar of acht in één van de voortuintjes op een hobbelpaard spelen. Keer op keer zet hij zich met zijn voeten van de grond af – naar voren, naar voren – maar telkens valt hij weer naar achteren terug. Het lijkt hem niet te kunnen deren. ‘Jaa, we hebben ze bijna ingehaald, Schaduw! Kom op, nog even doorzetten! We hebben ze bijna te pakken.’ Hij houdt zijn ogen gesloten waardoor de teleurstelling verborgen blijft. In zijn wereld rijdt het jochie misschien over de prairie, zet hij de achtervolging in op twee bandieten om hen terug in de cel van de sheriff te krijgen. Ondertussen heeft hij niet door dat hij zelf de gevangene is. Dat is de kracht van het hobbelpaard: het suggereert een vrijheid wanneer je je ogen sluit en luistert naar de sensatie in je onderbuik. De schijnbare bewegingsvrijheid op Schaduw verhult dat de jongen niet hoeft te rekenen op vooruitgang in zijn dromen, op sprongen vooruit, op vrijheid. Schaduw zal hem niet meer brengen: meer is namelijk een illusie. Ik begrijp de gevangene wel. Hij vergeet de wereld om zich heen en denkt alleen nog maar aan wat hij wil zien. De dingen die hij doet, doet hij met zijn ogen dicht. Telkens weer, want alleen zo houdt de illusie stand. Alleen zo kan hij met Schaduw de achtervolging op de bandieten doorzetten. Alleen zo komt hij tenslotte aan in zijn Parijs met paardenkoetsen en jazzspelende poezen en katten. DOOR RALF DE JONG

Van de jury De Mare-kerstverhalenwedstrijd viert dit jaar zijn tiende bestaan. Constante in de jury is oud-Mare-redacteur schrijver Christiaan Weijts die onlangs Euforie, zijn vierde roman publiceerde. Weijts, tevens columnist van nrc. next en NRC Handelsblad, werd bijgestaan door NRCopiniemaakster en promovenda microbiologie Rosanne Hertzberger die in een vorig leven Mare-columnist was. Mare-redacteur en auteur Thomas Blondeau vervolledigde de jury. De tientallen inzendingen verheugden de jury op kwantitatieve gronden. Dat te midden van de tentamenen Sinterklaasdrukte studenten de tijd vonden om een verhaal te schrijven, stemt hoopvol voor de toekomst van de Nederlandse literatuur. Al was het maar omdat veel van de inzenders gebaat zouden zijn met wat meer te lezen zodat ze bij een volgende gelegenheid met een wat originelere thematiek en stijl op de proppen kunnen komen. De studentenliteratuur getrouw werd er weer veel gezopen, gehunkerd en neergekeken op de burgermaatschappij of het ouderlijk huis. Helaas eindigde al dit wilde geraas maar al te vaak in larmoyante momenten van inzicht waarbij de geest van Kerstmis vrede, gezapigheid en poedersuiker over alle katers en misantropie uitstrooide. Nog een kleine bonustip: ook zonder een vroegtijdige of gewelddadige dood kan een verhaal nog best leesbaar zijn. Het vaststellen van de top drie kostte de jury dan wel weer de nodige hoofdbrekens. Soms overwoog ze niemand te nomineren, dan weer een top vijf samen te stellen. Maar dan toch, weloverdacht en zonder hulplijnen, de drie talenten van de Mare-Kerstverhalenwedstrijd 2012. De winnaar leest u hiernaast, nummer twee en drie zijn te lezen op www.mareonline.nl De kracht van Gerards Liefde door Arnout le Clerq zit hem met name in de beperking. Een klassieke vertelling, zonder uit te waaieren en zonder wilde sprongen, klemvast gebracht, met oog voor details en dialoog. Het brengt de relatiesores van studenten tot leven op zo’n onnadrukkelijk en waarachtige manier dat je de auteur die paar uitglijders (zoals ‘verdrinken in de zee van haar ogen’) graag vergeeft. De student geschiedenis wint de derde prijs. Het is niet makkelijk om een verhaal te schrijven met zo’n opmerkelijk Scifi-onderwerp als Broeders in waanzin van Luka van Schie. De auteur gaf zichzelf de ingewikkelde opdracht om een buitenaards wezen op enigszins geloofwaardige manier in een Leids studentenleven te integreren. Van Schie, tweedejaars Griekse en Latijnse Talen en Culturen schreef een boeiend verhaal, dat hier en daar spannend is en nergens uit de bocht vliegt. Hij wint de tweede prijs. Onnadrukkelijk, speels en associatief. Kenmerken die op haast op geen enkele inzending van toepassing was, behalve van de politicoloog-in-wording Ralf de Jong. Deze schrijver had geen slachtpartij, jeugdtrauma of exals-hellegeveeg nodig om onze aandacht vast te houden. Studentikoze, clichématige jool werd ook vermeden. Onbezorgd rijgt de verteller gedachten en simpele voorvalletjes aan elkaar met een sympathieke mijmering tot gevolg. De jury feliciteert hem dan ook met zijn eerste plaats en wil gelijk het naadje van de kous weten. Heb je al eerder gepubliceerd? ‘Ik heb een paar korte en één wat langer verhaal geschreven, maar nog niets gepubliceerd. Wel heb ik al een aantal keer iets ingestuurd bij verschillende schrijfwedstrijden, maar dit is de eerste keer dat ik iets win.’ Proficiat! Je verhaal viel op door zijn lichtvoetigheid te midden van alle ingezonden grauwheid. Mis je vrolijkheid in de hedendaagse literatuur? ‘Soms wel, maar je moet er wel mee uitkijken dat je er niet te ver mee doorslaat. Om een verhaal te vertellen moet je aantrekkelijke zinnen kunnen schrijven. Humor en soms een minder serieuze toon spelen dan een rol. Door een boodschap lichtvoetig te brengen, kun je soms gemakkelijker de aandacht van de lezer vasthouden en iets “groots” vertellen.’ Wat ga je kopen met het prijzengeld van 250 euro? ‘Dat weet ik nog niet, maar in ieder geval iets leuks voor mezelf en misschien een extra cadeautje voor onder de kerstboom.’ Nog een goede boekentip voor onder de kerstboom? ‘Bonita Avenue van Peter Buwalda. Dat is echt een boek waardoor je kunt begrijpen waarom een schrijver zelf plezier haalt uit het schrijven van een boek van ruim vijfhonderd bladzijdes.’

< Ralf de Jong.

9


10  Mare · 13 december 2012 Opinie van voorstudies, verkennende dataanalyses, en uittesten van bruikbare metingen, om daarna alleen verder te gaan met procedures en metingen die goed blijken te werken. Zoals ook in het eindrapport van de commissie Levelt wordt aangegeven is dit op zich helemaal geen probleem. Er is sprake van ‘sloppy science’ als over deze verkennende fase niets gezegd wordt in het onderzoeksverslag, of als verkennend onderzoek wordt gebruikt om definitieve conclusies te trekken. De meeste tijdschriften publiceren onderzoeksgegevens daarom alleen als er controlemetingen zijn toegevoegd, als er alternatieve verklaringen kunnen worden uitgesloten, en als de gerapporteerde resultaten in een onafhankelijke steekproef herhaald kunnen worden.

‘Zaken zijn voor verbetering vatbaar. Het belang van replicatie-onderzoek is nu breed erkend.’

Frenologie, een onzinleer die persoonskenmerken bepaalde aan de hand van de vorm van hersendelen.

Hoe nu verder? De sociale psychologie na de affaire Stapel Het eindrapport over de wetenschappelijke fraude van Diederik Stapel heeft veel vragen opgeroepen over het vakgebied sociale psychologie. Hoogleraar Naomi Ellemers beantwoordt de vragen die haar de afgelopen weken het meest zijn gesteld. ‘Het doel van peer review is niet het opsporen van fraude.’ Vraag 1: Wat is de sociale psychologie?

De sociale psychologie onderzoekt ‘de macht van de situatie’. Hoe, wanneer, en waarom laten mensen zich leiden door anderen, of door min of meer toevallige omstandigheden? Wat is de invloed daarvan op hun gedachten, gevoelens en gedrag? De onderzoeken van Stapel gaan vrijwel allemaal over de vraag hoe de indrukken en opinies verschuiven wanneer mensen met bepaalde instructies worden geconfronteerd. Via vragenlijsten krijgen deelnemers in woorden of beelden een situatiebeschrijving voorgelegd waarna hen wordt gevraagd op beoordelingsschalen hun indrukken en opinies aan te geven. Maar in de sociale psychologie worden tal van andere vragen bestudeerd, die met een breed scala van methoden en metingen worden onderzocht. Meestal wordt een onderscheid gemaakt tussen vier verschillende niveaus van analyse: INTRA-PERSOONLIJKE PROCESSEN Wat

gebeurt er in het hoofd van mensen als zij indrukken of opinies vormen? Om dit te onderzoeken wordt

gebruik gemaakt van metingen van hersenactiviteit met een electroencephalogram (EEG) of een hersenscan (fMRI), of metingen van reactietijden of oogbewegingen, bijvoorbeeld om aandacht voor bepaalde informatie in kaart te brengen. Hiernaast worden hartslag en bloeddruk gemeten, evenals fluctuaties in hormoonspiegels (cortisol, testosteron), bijvoorbeeld om vast te stellen wanneer stress optreedt en hoe mensen daarmee omgaan. INTER-PERSOONLIJKE PROCESSEN Hoe

gaan mensen met elkaar om? Om hier achter te komen wordt bijvoorbeeld non-verbaal gedrag tijdens een eerste kennismaking geobserveerd, of worden inhoudsanalyses gedaan op verbale uitingen in een tweegesprek. Hiernaast worden ook longitudinale studies gedaan, bijvoorbeeld om te kijken of de manier waarop jonge stellen met conflicten omgaan, voorspelt of zij jaren later nog bij elkaar zijn.

INTRA-GROEPS PROCESSEN Hoe werken mensen met elkaar samen in groepen? Hier worden bijvoorbeeld verschillende samenwerkingsvor-

men in verband gebracht met bedrijfsgegevens over productiviteit en ziekteverzuim, of resultaten van verschillende sportteams in de landelijke competitie geanalyseerd om te bepalen wat succes- en probleemfactoren zijn.

Had de fraude dan niet eerder ontdekt moeten worden? De commissie Levelt benadrukt dat het uitgangspunt bij wetenschap vertrouwen is. Zij schrijft: ‘Een wetenschapper fraudeert niet, het is bijna onvoorstelbaar dat dit gebeurt.’ Het proces van peer review is vooral gericht op het beoordelen van het belang van de onderzoeksvraag en de kwaliteit van de methode van onderzoek. Het doel van peer review is niet het opsporen van fraude. De commissie merkt dan ook op dat veel merkwaardigheden in de studies van Stapel pas achteraf uitdrukkelijk naar voren zijn gekomen, en pas duidelijk zichtbaar zijn ‘met de kennis van nu’, onder meer omdat Stapel een ingenieuze aanpak hanteerde en mensen op geraffineerde wijze om de tuin leidde. Niettemin zijn er zaken voor verbetering vatbaar. Het belang van replicatie-onderzoek om de betrouwbaarheid van onderzoeksresultaten te toetsen wordt in het vakgebied inmiddels breed erkend. Recent zijn er verschillende nieuwe initiatieven genomen om het gemakkelijker te maken dit soort onderzoek te organiseren en de resultaten ervan bekend te maken – ongeacht de uitkomsten ervan. Deze initiatieven worden ook in het rapport Levelt genoemd als belangrijke nieuwe ontwikkelingen. Naast letterlijke of exacte replicaties (om te kijken of je met precies dezelfde onderzoeksmethode precies dezelfde resultaten kunt herhalen) zijn ook zogenaamde conceptuele replicaties heel belangrijk. Dat houdt in dat je dezelfde theoretische voorspelling juist op een andere manier onderzoekt. Dit is een middel om de algemene geldigheid van de theorie onder verschillende omstandigheden te onderzoeken. Conceptuele replicaties worden bijvoorbeeld gebruikt om te kijken of je resultaten uit een laboratoriumexperiment

kunt generaliseren naar een situatie in het veld. Deze manier van theoriegestuurde replicatie komt heel veel voor in de sociale psychologie, en is een belangrijk hulpmiddel om de bredere betekenis van een bepaald onderzoeksresultaat vast te stellen.

Vraag 3: Wat wordt er gedaan om fraude in de toekomst te voorkomen?

De commissie Levelt geeft aan dat het invoeren van grootschalige controles achteraf alleen al om praktische redenen ondoenlijk is. In plaats hiervan bepleit deze commissie (evenals de commissie Schuyt die in opdracht van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen de omgang met onderzoeksgegevens onderzocht) de inhoud en noodzaak van bestaande regels aan te scherpen en expliciet onder de aandacht te brengen van studenten en onderzoekers. Dit proces is inmiddels in volle gang. Van alle wetenschappelijke onderzoekers wordt verwacht dat zij zich houden aan de gedragscode Wetenschapsbeoefening van de universiteitskoepel VSNU. Hiernaast is voor psychologisch onderzoekers de gedragscode van de American Psychological Association (APA) relevant, waar in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de bescherming van patiënten en onderzoeksdeelnemers. Nadat in het najaar van 2011 met het interim rapport van de commissie Levelt de omvang van de fraude van Diederik Stapel duidelijk werd, zijn binnen de discipline verschillende analyses gemaakt en lijsten van aanbevelingen opgesteld. In aanvulling op de hierboven genoemde algemene richtlijnen is het initiatief genomen om gezamenlijke uitgangspunten voor sociaal psychologisch onderzoek te expliciteren en onder de aandacht te brengen. Dit heeft geleid tot concrete richtlijnen en checklists met betrekking tot voorbereiding van onderzoek, de omgang met onderzoeksdeelnemers, de gegevensverzameling, de opslag en analyse van gegevens, en de verslaglegging van onderzoek. De verschillende rapporten, aanbevelingen, en richtlijnen zijn te vinden via de websites van de Associatie van Sociaal Psychologische Onderzoekers (ASPO) en de landelijke onderzoeksschool, het Kurt Lewin Instituut (KLI). Ten slotte benadrukt de commissie Levelt het belang van collegialiteit en samenwerking als methode om de kwaliteit en integriteit van het onderzoek te bewaken. De landelijke samenwerkingsverbanden in de sociale psychologie (ASPO en KLI) vormen een belangrijke basis voor uitwisseling van kennis, uitwerken van richtlijnen, en gezamenlijke kwaliteitsbewaking. Naomi Ellemers is hoogleraar sociale psychologie van de organisatie. Zie mareonline.nl voor een overzicht van relevante links.

INTERGROEPSPROCESSEN Hoe gedra-

gen mensen zich tegen iemand die tot een andere groep behoort? Dit wordt onder andere onderzocht door in kaart te brengen hoe buurtconflicten tussen vertegenwoordigers van verschillende culturele groepen ontstaan en worden opgelost, of door te kijken of er een verschil is in de manier waarop homoseksuelen die wel en niet uit de kast zijn gekomen op het werk worden behandeld.

Vraag 2: Is ‘sloppy science’ normaal in de sociale psychologie?

In de sociale psychologie wordt veel gewerkt met een ‘empirische cyclus’. Dit is een steeds opeenvolgend proces van theorievorming, toetsing van hypothesen, en ontwikkeling van nieuwe theorie aan de hand van (onverwachte) observaties. Hierbij is het normaal om gebruik te maken

Uitgangspunten bij het doen van sociaalpsychologisch onderzoek Voorbereiding Wetenschappelijk onderzoek is gebaat bij een zorgvuldige voorbereiding en samenwerking waarbij onderzoekers elkaar consulteren. Omgang met onderzoeksdeelnemers Deelnemers aan onderzoek behoren zorgvuldig en met respect behandeld worden. Hun gegevens dienen op vertrouwelijke wijze behandeld te worden. Gegevensverzameling Wetenschappelijk onderzoek moet repliceerbaar zijn. Procedures van onderzoek (uitvoering, databewerking en –analyse) dienen zorgvuldig gedocumenteerd te worden. Analyse en opslag van gegevens Conclusies uit verkregen onderzoeksgegevens moeten geverifieerd kunnen worden. Onderzoeksgroepen dienen voorzieningen te treffen waarmee de langdurige beschikbaarheid van materialen en gegevens voor dit doel (in elk geval tot 5 jaar na publicatie) gegarandeerd kan worden. Verslaglegging Uit de verslaglegging moet duidelijk worden welke stappen in het onderzoek en de analyses tot bepaalde conclusies hebben geleid. Het verdient aanbeveling te expliciteren wat de specifieke verantwoordelijkheden waren van elk van de betrokken onderzoekers.


13 december 2012 · Mare 11

Staren, elimineren en bezweren

Door Maartje van den Heuvel Het Santa Barbara Museum of Art in Californië stelde dit jaar de internationale tentoonstelling Portrayal/ Betrayal samen over hedendaagse portretkunst en plaatste dit portret gemaakt door de Nederlandse fotograaf Hendrik Kerstens op de voorpagina van de catalogus. Het is één van de geënsceneerde beelden die de fotograaf van zijn dochter Paula maakte, een serie die hij nog altijd uitbreidt. Rond zijn veertigste zette Kerstens een bloeiende praktijk als wijnimporteur terzijde, om zich als autodidact te wijden aan het creatieve beroep van fotograaf. Al enkele jaren fotografeerde hij toen zijn dochter Paula. Het krijgen van een kind had grote indruk op hem gemaakt door de daarmee gepaard gaande gevoelens van liefde, kwetsbaarheid en verantwoordelijkheid. Naar eigen zeggen bestonden de eerste tien jaar dat hij Paula fotografeerde uit ‘staren’: staren naar haar schoonheid, kwetsbaarheid en ontwikkeling. ‘Telkens opnieuw legde ik haar vast’, zo zegt hij, ‘alsof het hier gaat om een bezwering van de tijd, van het vergeten en van het ongerijmde dat inherent is aan het leven zelf ’. Inmiddels is Kerstens met zijn vrouw - Paula is het huis al uit - naar Antwerpen verhuisd. De meeste foto’s, ook dit portret, kwamen echter tot stand in het woonhuis van gezin Kerstens in de Amsterdamse wijk De Pijp. In die tijd woonde ik daar vlak bij. Ik zocht Kerstens op om kennis te maken en over zijn werk te spreken. Er was geen fotostudio met uitgebreide manipulatiemiddelen, alleen een camera met groot formaat negatief (voor een hoge detailscherpte) en enkele wisselende achtergrondschermen. Kerstens maakt gebruik van binnenvallend daglicht, hooguit aangevuld met één lamp. Echtgenote en moeder Anneke is visagiste en zorgt voor de styling en make-up. Het portretteren noemt Kerstens een ‘proces van elimineren’ - het verwijderen van steeds meer verbeeldings- of stijlelementen om tot een sober realisme te komen. Toen Paula ongeveer tien was werd die aanpak door anderen herkend als typisch voor een Noord-Europese portrettraditie. Kerstens, eenmaal hierop gewezen, verdiepte zich erin en speelt nu bewuster met de elementen ervan. In deze traditie, die teruggaat tot schilders als Jan van Eyck, Roger van der Weyden en Petrus Christus in de vijftiende eeuw, worden mensen op een beschrijvende wijze geportretteerd, realistisch met al hun imperfecte karakteristieken, ernstig, soms zelfs bitter, en worden door één simpele lichtbron als geïsoleerde figuren opgelicht uit een duistere omgeving. De zestiendeeeuwse Florentijnse kunsthistoricus Giorgio Vasari sprak van de maniera fiamminga (de ‘Vlaamse wijze’). Deze zou staan tegenover de meer uitbundige, kleurrijke en idealiserende - theatrale, zouden wij zeggen - verbeelding van de Zuid-Europese maniera greca of de buona maniera antica. Het is een onderscheid tussen noordse en zuidelijke beeldcultuur die nog altijd voelbaar is en waartoe kunstenaars en kijkers zich nog altijd

verhouden. De noordse soberheid versterkt Kerstens doordat hij als attributen alledaagse voorwerpen en materialen neemt. Dit relativeert het machtsvertoon, waar attributen van oudsher toe dienden. Met fotograaf Hendrik Kerstens en deze foto’s van Paula heeft Universiteit Leiden een bijzondere band. De fotograaf besloot om van alle foto’s die in deze serie verschijnen, één exemplaar aan de Bijzondere Collecties van de

Universitaire Bibliotheken Leiden te schenken. Terwijl enkelvoudige exemplaren - vaak in het monumentale formaat van 120 x 150 cm - zich inmiddels in de beroemdste collecties ter wereld bevinden, beheert straks Universiteit Leiden als enige de complete serie portretten van Paula op het bescheidener formaat van 50 x 40 cm. Er is maar één plek waar in de toekomst dezelfde complete serie zal zijn: en dat is bij Paula zelf.

KIEK

Maartje van den Heuvel is conservator fotografie van de sectie bijzondere collecties in de Leidse universiteitsbibliotheek. Ze ontving dit jaar de K.J. Cath-prijs, de jaarlijkse onderscheiding voor medewerkers die de naam van de Leidse universiteit op positieve wijze naar buiten brengen. In Mare verzorgt ze om de drie weken de rubriek KIEK over topstukken uti de collectie. De stukken verschijnen ook als ‘snapshot’, een e-mailservice die de bijzondere collecties belicht - zie http://disc.leidenuniv.nl

Hendrik Kerstens, Paper Roll, augustus 2008, chromogene druk, 50 x 40 cm, PK-F-2009-0111


12  Mare · 13 december 2012 Opinie

Wij hoeven die Piet niet Weg met die controversiële, karikaturale zwarte knecht Bij de faculteit Geestwetenschappen werden chocoladeletters uitgedeeld. Heerlijk hoor, betogen Maartje Janse en Karwan Fatah-Black, maar volgend jaar graag zonder een eetbaar zwarte Pietenhoofd. ‘Het voorbijgaan aan de terechte kritiek op de raciale karikatuur schaadt ons imago in binnen- en buitenland.’ Alle medewerkers van de faculteit Geesteswetenschappen krijgen deze weken een chocoladeletter als onderdeel van hun eindejaarsgeschenk. Op deze chocoladeletter zijn twee objecten geplakt om het geschenk te duiden: het logo van de universiteit en daarnaast een Zwarte Pietenhoofd (beiden eetbaar). Dit was vo-

rig jaar ook het geval, maar de plaatselijke banketbakkerij die deze letters maakt heeft dit jaar een Zwarte Piet geproduceerd die nog veel sterker verwijst naar stereotype raskenmerken, zoals dikke lippen, oorringen, en kroeshaar. De universiteit kiest er daarmee voor zich te vereenzelvigen met een traditie die niet alleen controversieel, maar ook zo’n beetje aan zijn eind gekomen is: de traditie waarin Sinterklaas wordt afgebeeld met een karikaturale zwarte knecht. Deze zwarte knecht is historisch gesproken een relatief nieuw verschijnsel: terwijl het Sinterklaasfeest ouder is en knechten in verschillende gedaantes kent, werd een zwarte knecht pas in 1850 voor het eerst afgebeeld in een Nederlands kinderboek. Niet toevallig was dat in de jaren dat Nederland debatteerde over de manier waarop

slavernij in de koloniën moest worden afgeschaft. Het is niet ondenkbaar dat de zwarte, gehoorzame knecht de angst voor slavenopstanden na de afschaffing van slavernij moest bezweren. Hoe het ook zij, de laatste jaren is het protest tegen deze raciale karikatuur steeds breder gaan klinken. Recent stelde de Amsterdamse wethouder Andrée van Es bijvoorbeeld eveneens dat de Zwarte Piet uit de tijd is. Bij de opening van een HEMAfiliaal in Londen kregen de Pieten alleen een zwarte stip op het gezicht. Veelzeggend is ook dat deze week, bij een UNESCO-bijeenkomst in Parijs waar het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed het sinterklaasfeest presenteerde, Zwarte Piet niet aanwezig was. Radio 1 meldt dat het Ministerie van Onderwijs Cultuur en

Wetenschap heeft aangeraden de karikatuur niet te presenteren aan een internationaal publiek wegens ‘de kritiek op de karikatuur en het debat over de racistische aspecten’. Verdedigers wijzen er steevast op dat Piet zwart is van de schoorsteen, maar kunnen niet uitleggen waarom hij van de schoorsteen brede lippen en kroeshaar krijgt. Het krampachtig vasthou-

den aan de raciale kenmerken van Zwarte Piet – met als argument dat anders de traditie van dit Nederlandse volksfeest onherroepelijk wordt aangetast– kan niet anders dan gezien worden als een bevestiging van de racistische lading van de Zwarte Piet-traditie. Pieten zullen in de toekomst ongetwijfeld blijven bestaan, wellicht met niet meer dan een paar zwar-

te roetvegen in hun gezicht maar met dezelfde pepernoten en vrolijke kleren. Het is niet te verdedigen als er volgend jaar weer zo’n chocoladeletter met een karikaturale Piet erop wordt uitgedeeld. Het voorbijgaan aan de terechte kritiek op de raciale karikatuur schaadt ons imago in binnen- en buitenland. Wij hopen overigens dat de traditie van het uitdelen van chocoladeletters niet overboord gegooid wordt: dit is een mooi moment om over te stappen op de slaafvrij geproduceerde chocoladeletters van Tony Chocolonely. Maartje Janse en Karwan Fatah-Black, instituut voor Geschiedenis advertentie

Nu ook in Leiden Rondom relaties, assertiviteit, agressie & hoogbegaafdheid. 023 5252241 - www.idee-tt.nl al jaren vertrouwd

advertentie

Academische Agenda

mare-idee 120914.indd 1

HOOR JIJ ALS TRAINEE THUIS IN EUROPA?

START JE TRAINEESHIP MET EEN MEET & GREET IN DEN HAAG

Een traineeship bij de EU is goed voor vijf maanden boeiende werkervaring bij een Europese instelling. Hoe boeiend? Kom op woensdagmiddag 9 januari 2013 naar de Meet & Greet bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag en vraag het (oud) EU-trainees zelf. Zij delen graag hun ervaringen met je. Ga voor het programma en je aanmelding naar www.traineebijdeEU.nl.

EU_adv_135x100V1 3.indd 1

Maretjes

De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Doe iets met je kennis. Help een leerling op streek in 1 uur per week. Nu zijn er vooral bijlesgevers Nederlands nodig. In Leiden-Noord hebben 30 basisschoolleerlingen bijles nodig, waarvan drie met vergoeding van €5,- per les. In Leiden-Zuid 15 basisschoolleerlingen, waarvan vijf met vergoeding van €5,-. Hulp is nodig bij rekenen, begrijpend lezen, woordenschat en spelling. Zes brugklassers uit Leiden-Noord zoeken hulp bij Nederlands, Engels, wiskunde, maatschappijleer en huiswerkbegeleiding. Eén brugklasser zoekt hulp bij Latijn en Nederlands. Ook hulp gezocht voor: Marokkaanse jongen, mens en maatschappij, burgklas; Somalisch meisje, wiskunde, Nederlands, 2VMBO; Irakees meisje, Nederlands, 3vmbo; Nederlands meisje, economie, 3havo. Bijles in Onderwijswinkel, buurthuis Vo-

gelvlucht, of bij leerling. Ook zoeken wij vrijwilligers voor bijles/huiswerkhulp op twee basisscholen in Leiden in het Pluspunt in Voorschoten. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, woe en do, 1517u. Tel: 071-5214256. Ons e-mailadres is hdekoomen@owwleiden.nl. Lezing: “Theosofia: kloppend hart van de wereld-spiritualiteit”. Door Theosofisch Genootschap. Toegang gratis. Woensdag 19 december, 20.00 uur. Plaats: Centrum voor Onderwijs en Advies, Lorentzkade 15a (vlakbij Lammenschansweg). Inlichtingen: 0713617417, www.stichtingisis.org.

Maretje extra Maretjes-extra zijn bedoeld voor semi-commerciële instanties. De prijs voor een Maretje-extra is €23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail: Zandvoort@bureauvanvliet.com

16-11-12 16:37

Ga deze zomer mee naar Oost-Afrika! Heb jij zin om vrijwilligerswerk te doen met straatkinderen in Kenia en Tanzania? Ben je tussen de 18 en 25 jaar oud? Bezoek dan www.samen.org en meld je aan voor onze groepsreis. SUITABLE biedt een Casual, Business en Gala heren collectie. Service staat hoog in het vaandel. Ter versterking van ons team zoeken we een enthousiaste TOP verkoper. (Koopavond en weekend) Ben JIJ op zoek naar nieuwe uitdaging in een gezellige werkomgeving, stuur dan je CV naar babette@suitableshop.nl of kijk op www.suitableshop.nl

Investeer en haal je tentamen in een keer. Voor Inl. Staats, Inl. Internationaal en Europees recht en Geschiedenis Privaatrecht afgelopen tentamen een slagingspercentage van 100%. Mr JP v Leeuwen geeft vanaf 14 december tot begin januari de volgende vakken: GEPR, Internationaal recht, Europees recht, Inleiding Internationaal en Europees recht, Inleiding Staatsrecht. Voor Encyclopedie een tentamentraining vanaf 21 december. Info of contact: www.repetitor.nl, repetitor@planet.nl, tel 071 5121492

Dhr. D.G. Klitou zal op vrijdag 14 december om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘Privacy-Invading Technologies: Safeguarding Privacy, Liberty & Security in the 21st Century’. De promotor is prof.dr. A.H.J. Schmidt. Dhr. A.B.T. Ghisaidoobe zal op dinsdag 18 december om 8.45 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Versatile Diamondoids: Applications in Bioorganic Chemistry’. De promotoren zijn prof.dr. H.S. Overkleeft en prof.dr. G.A. van der Marel. Dhr. N.J. Bouman zal op dinsdag 18 december om 10.00 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Cryptography from Quantum Uncertainty, in the Presence of Quantum Side Information’. De promotor is prof. dr. R.J.F. Cramer. Mw. M.M.A. Hendriksen zal op dinsdag 18 december om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Aesthesis in Anatomy’. De promotor is prof. dr.ing. R. Zwijnenberg. Dhr. H.A. van Wietmarschen zal op dinsdag 18 december om 12.30 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘A systems approach to subtyping of Rheumatoid Arthritis’. De promotoren zijn prof.dr. J. van der Greef en prof.dr. J.J. Meulman. Mw. A. Kallergi zal op dinsdag 18 december om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurweteschappen. De titel van het proefschrift is ‘Connecting the Dots’. De promotor is prof.dr. J.N. Kok. Dhr. B.J.H. Jansen zal op dinsdag 18 december om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurkundewetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Mersenne primes and class field theory’. De promotor is prof.dr. H.W. Lenstra. Dhr. S.J. van der Linde zal op dinsdag 18 december om 16.15 uur promoveren tot doctor in de

Archeologie. De titel van het proefschrift is ‘Digging Holes Abroad’. De promotoren zijn prof.dr. W.J.H. Willems en prof.dr. J. Lengkeek (Univ. Wageningen). Dhr. J.L. Vallés Pardo zal op woensdag 19 december om 8.45 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurkundewetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘In silico study of reaction mechanisms and design principles for water oxidation catalysts’. De promotor is prof.dr. H.J.M. de Groot. Dhr. I. Grabe zal op woensdag 19 december om 10.00 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurkundewetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Static Analysis of Unbounded Structures in Object-Oriented Programs’. De promotoren zijn prof.dr. F.S. de Boer en prof.dr. M. Steffen (Univ. Oslo). Mw. M.A.J.P. Coebergh-van der Marck zal op woensdag 19 december om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘In de ban van het incestverbod’. De promotor is prof. dr. F.W.A. Korsten. Dhr. A. Sıradag zal op woensdag 19 december om 12.30 uur promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Causes, rationales and dynamics: exploring the strategic security partnership between the European union and Africa’. De promotor is prof.dr. M.O. Hosli. Dhr. R. Soares dos Santos zal op woensdag 19 december om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Some Case Studies of Random Walks in Dynamic Random Environments’. De promotor is prof.dr. W.Th.F. den Hollander. Dhr. T.A.F. van der Aalst zal op woensdag 19 december om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Conformal invariance and microscopic sensitivity in cosmic inflation’. De promotor is prof.dr. A. Achúcarro.

04-10-2012 13:36:11

Dhr. S. Zohren zal op woensdag 19 december om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurkundewetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Uniform Infinite and Gibbs Causal Triangulations’. De promotor is prof. dr. R.D. Gill. Dhr. D. Nadezhkin zal op donderdag 20 december om 10.00 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurkundewetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Parallelizing Dynamic Sequential Programs using Polyhedral Process Networks’. De promotor is prof.dr. E.F. Deprettere. Dhr. B.K.R. Somireddy Venkata zal op donderdagn 20 december om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Dynamics of protein-protein interactions studied by paramagnetic NMR spectroscopy’. De promotor is prof.dr. M. Ubbink. Mw. D.J.H. Smeets zal op donderdag 20 december om 12.30 uur promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Storybook Apps as a Tool for Early Literacy Development’. De promotor is prof. dr. A.G. Bus. Mw. A.M.J. Langers zal op donderdag 20 december om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Matrix metalloproteinasen in colorectal cancer development and prognosis’. De promotoren zijn prof.dr. D.W. Hommes en prof.dr. H.F.A. Vasen. Dhr. C. Cui zal op donderdag 20 december om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurkundewetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Chemokine Signaling in Innate Immunity of Zebrafish Embryos’. De promotor is prof.dr. H.P. Spaink. Dhr. M.D.J. Witsenburg zal op donderdag 20 december om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurkundewetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Hybrid Similarities’. De promotoren zijn prof.dr. J.N. Kok en prof.dr. H. Blockeel (Katholieke Universiteit Leuven).


13 december 2012 · Mare 13 Achtergrond

Niet alles is te koop Geert van Istendael strijdt tegen de gevaarlijke almacht van de markt De Belgische schrijver, essayist en dichter Geert van Istendael (1947) leerde lopen in Nederland en bleef altijd van de polder houden. Vrijdag geeft hij de Huizinga-lezing. ‘Liefde is belangrijker dan economie.’ Uw lezing heeft als titel De Parochie van Sint-Precarius. Wat is dat voor een merkwaardige heilige? ‘Ruim voor de huidige economische crisis, in 2004, ontstond er in Milaan een beweging onder hoogopgeleide jongeren. Al snel was deze parochie ook in andere landen in Zuid-Europa te vinden. Deze jonge mensen maken zich zorgen over de hoge werkloosheid. Ze moeten de totale triomf van de markt ondergaan en zijn overgeleverd aan de grillen en willekeur van bedrijven. Hen wacht een onzeker en precair bestaan. SintPrecarius is de patroonheilige van deze beweging. Ik vrees dat wij als het zo doorgaat allen toetreden tot deze parochie.’

U verzet zich tegen het huidige economische systeem? ‘Ik ben niet tegen de markt. Het probleem is dat de marktwaarde van een product belangrijker is geworden dan de gebruikswaarde. Dat idee heeft Karl Marx natuurlijk al in Das Kapital beschreven, een heel vervelend boek overigens. Maar niet alles is te koop. Als ik hier in Brussel rondkijk in mijn kamer, zie ik veel dingen die ik nooit zou verkopen. Mijn werktafel, geërfd van mijn vader, doe ik echt niet van de hand. Tenzij ik van de honger dreig te sterven. ‘Vrijwel alles wordt tegenwoordig herleid tot het marktdenken. In de taal zie je dat ook terug. Als twee geliefden uit elkaar gaan, hoor je een opmerking als: “Ik heb te weinig geïnvesteerd in de relatie.” Dat is van een droefheid. De liefde en de eros zijn belangrijker dan economie. Het gaat er om de eerste plaats om of u “graag iemand ziet”. ‘Onderwijzers op de lagere school “sluiten contracten” met leerlingen

van zes tot twaalf jaar. Wij kregen gewoon les. De een leerde wat beter dan de ander. En dat was het. Nu bereiden ze kinderen voor om hun plaats op de markt in te nemen.’ Uw roman De Zwarte Steen (2003) schetst een gitzwart toekomstbeeld van Europa. Opnieuw scheidt een muur het continent: nu is er echter een barrière opgeworpen tussen arm en rijk. ‘Dat boek is fictie. Ik hoop dat ik geen profeet ben. Want dan is het wel een heel sombere profetie. Maar het is wel zo dat ik mij zorgen maak. De Europese Unie legt het marktdenken op en dat verontrust mij zeer. ‘Nog gevaarlijker is de vernietiging van de verzorgingsstaat. De sociale zekerheid is een van de belangrijkste pijlers onder Europa. Die wordt omver getrokken door regeringsleiders en Europese instanties. De solidariteit valt hierdoor weg en hele volkeren raken zo aan de bedelstaf. Het is onzinnig en gevaarlijk beleid. De bevolking wordt onzeker en bang,

waardoor het consumentenvertrouwen nog verder inzakt. En dat tast dan weer de groei aan. In Duitsland is de sociale zekerheid nota bene door een socialistisch-groene coalitie deels afgebroken. Een onbehoorlijk percentage van de bevolking is verarmd. ‘Voormalig bondskanselier Gerhard Schröder, een sociaaldemocraat, schepte er in 2005 bij de economische wereldtop in Davos nog over op dat Duitsland een van de beste lagelonensectoren had opgebouwd in Europa. De creatie van een onderklasse is niet iets om trots op te zijn.’

‘Nederland en België lossen op als suikerklontjes in de Uniekoffie’ Door drastisch in te grijpen kan Europa de concurrentie weer beter aan, is de redenatie. ‘Aan wie wil Duitsland dan zijn producten gaan verkopen? Niet aan de Duitsers zelf dus. Aan Frankrijk en Spanje? Dat wordt ook moeilijk.’ Voorlopig is het meer een kwestie van het overeind houden van Zuid-Europa. ‘In die discussie stoort mij de toonzetting. Er wordt gedaan alsof de Grieken, Spanjaarden en Italianen luiwammesen zijn die rustig op een terrasje ouzo en wijn drinken. Dat is gewoon niet waar. De Griekse werkweek is langer dan die in Duitsland. Dat er enorm geprofiteerd is van de handel met Zuid-Europese landen, wordt ook vergeten. Denk maar aan de Duitse auto’s in Italië. Datzelfde Duitsland zit ook diep in de Spaanse vastgoedbubbel en verkocht grote hoeveelheden wapens aan Griekenland.’ Wat moeten de Unie en haar lidstaten wel doen? ‘De sociale zekerheid niet afbreken, maar juist een offensieve politiek voeren om deze te behouden en te exporteren naar andere landen, bijvoorbeeld naar Brazilië of China. Voeg de beste elementen van de verschillende verzorgingsstaten samen en verspreid deze. Dan denk ik bijvoorbeeld aan het minimumloon en verstandige pensioensregelingen. Sociale zekerheid zou bij het Unesco werelderfgoed moeten horen. ‘De onverkozen technocraten in Brussel gedragen zich als verlichte despoten. Het heeft haast religieuze aspecten. Als ik sommigen van hen hoor praten, denk ik: “Ik sta hier voor een zendeling. Ik moet bekeerd worden.” Het is bijna een taboe om kritiek op de EU te hebben. Dan word je ingedeeld in het kamp van verschrikkelijke extremisten. Terwijl ik een centrum-linkse figuur ben althans dat vind ik zelf.’

‘Ik geloof er geen bal van dat mijn land uit elkaar valt’. Foto HH

In Tot het Nederlandse Volk (2010) stak u ons – na de moorden op Fortuyn en Van Gogh – een hart onder de riem. Gaat het inmiddels weer wat beter met Nederland? ‘Nederland is uit zijn as herrezen. Ik ben een van de zeldzame Belgen die van Nederland houdt. Dat zijn er echt niet veel. Ik heb in Utrecht leren lopen, praten en fietsen. Ik heb het land heel graag. Ik vind het bijzonder knap dat Rutte en Samsom over de tegenstellingen zijn heengestapt en

dit mirakelkabinet hebben gevormd. Indrukwekkend.’ Het kabinet is wel slecht gestart. ‘Maar het bestaat nog. Hopelijk krijgt het vier jaar de tijd om zich te bewijzen.’ En in België? ‘Ik vind dat we een uitstekende regering hebben, met Elio Di Rupo als een hele goede premier. Hij is een zoon van een Italiaanse mijnwerker en hij is ook nog eens openlijk homoseksueel. Ik denk niet dat dat in veel Europese landen mogelijk is. Hij doet heroïsche pogingen om Nederlands te leren. Helaas is hij niet begaafd in de talen.’ En zijn beleid? ‘Hem wordt een gebrek aan visie verweten over de toekomst van België. Maar hij is er in geslaagd om een begroting op te stellen die Europees is goedgekeurd. Ik vind dat op dit moment belangrijker dan een visie. ‘De regering krijgt vooral van de Nieuw-Vlaamse Alliantie (de Vlaamse nationalisten, red.) veel kritiek, Ik vind deze kritiek hol en niet terecht. Bart De Wever (de politiek leider van de N-VA, red.) zoekt steeds de confrontatie. Terwijl compromissen al sinds het ontstaan van België in 1830 een burgeroorlog voorkomen. De Wever trekt niet alleen de Vlamingen en Walen uit elkaar maar verscheurt zo ook de Vlamingen. En als het er echt om gaat, onttrekt de partij zich. Bij het vormen van de regering was dat zo; ze waren er niet bij. De overeenkomst over de splitsing van Brussel, Halle en Vilvoorde; ze waren er niet bij. De Wever wordt nu burgemeester van Antwerpen. Blijkbaar kan hij in zijn eigen stad wel compromissen vinden. We zullen zien of ze werken.’ Valt België uit elkaar? ‘Ik geloof er geen bal van. Er is wel iets anders aan de hand. De natiestaten die we kennen, verdwijnen al. Driekwart van de wetgeving komt uit Brussel. Nederland, België en andere landen lossen op als suikerklontjes in de Uniekoffie. Maar dat betekent niet dat nationale identiteiten verdwijnen. De inwoners van Beieren zijn nog altijd heel Beiers.’ U heeft wel eens geschreven: “Ik haat 1830.” ‘Ik blijf er bij dat 1830 een fatale datum was. Maar je kunt nu geen 182 jaar geschiedenis meer uitwissen. Het was een goede zaak geweest als de Nederlanden nooit uit elkaar waren gevallen. De Benelux zou het rijkste land van de unie zijn en met 27 miljoen inwoners veel invloed hebben gehad in Brussel.’ Door Vincent Bongers

Huizinga-lezing De Huizinga-lezing wordt jaarlijks in samenwerking met NRC Handelsblad en de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde georganiseerd als eerbetoon aan de historicus Johan Huizinga (1872-1945). Hij was hoogleraar algemene geschiedenis aan de Leidse universiteit Leiden en geldt als een van de meest invloedrijke Nederlandse historici. In 1919 publiceerde hij het boek Herfsttij der Middeleeuwen waarmee hij wereldberoemd werd. In zijn functie als rector magnificus maakte hij in 1933 bezwaar tegen de aanwezigheid van de Duitse wetenschapper Johann von Leers bij een internationaal studentencongres, vanwege de antisemitische teksten die Von Leers publiceerde. Sinds 1972 wordt er elk jaar een Huizingalezing georganiseerd. Bekende sprekers waren onder andere Simon Schama, Harry Mulisch en Noam Chomsky. De lezing is vrijdagavond 14 december in de Pieterskerk. Kaarten kosten € 19,95 en zijn verkrijgbaar op www.nrclux.nl/huizinga.


14  Mare · 13 december 2012 English page Academic publisher Brill specialised in exotic type very early on; now it’s introducing its own font. Let’s face it, you probably use it daily but you have not got anything interesting to report about it. Of course, among Internet users, it’s the done thing to disparage that playful font, Comic Sans. Don’t use it on your CV, that much is clear. And you can probably identify Times New Roman, but can you name Minion, used for this text? Or Glasgow, in the introduction? If you can, I strongly recommend a visit to the new exhibition at the Dutch National Museum for the History of Science and Medicine, Museum Boerhaave. And if you can’t, you should go anyway because it is time you learnt to appreciate the craftsmanship and skill that underlies a font. The exhibition highlights the history of Koninklijke Uitgeverij Brill. This publishing house, still in business today, was founded when Jordaan Luchtmans registered as a member of the Leiden Book Guild in 1683. Two years later, he published his first illustrated work: Historia insectorum generalis by natural scientist Jan Swammerdam. A tiny microscope, manufactured by one of Luchtmans’ relatives by marriage, is presented alongside the displayed tome. To prove that the publisher knew how to deal with Arabic script, it published a book about a sultan in 1732. Two years earlier, a descendant of Luchtmans had been appointed the academy’s printer so that he was

By Thomas Blondeau

Publisher Brill throwing out the lead letters

Photo Museum Boerhaave

Confusion of tongues in print Museum Boerhaave presents 330 years of typography

allowed publish the majority of the dissertations and inaugural lectures. In the middle of the nineteenth century – the firm had by now passed to E.J. Brill – the work Het Gebed des Heeren in veertien talen [The Lord’s Prayer in Fourteen Languages] was published to as a showpiece of its expertise in exotic letters. The Lord’s Prayer was published in Hebrew, Samaritan, Aramaic, Sanskrit, Coptic, Syrian, Arabic, Persian, Tartar, Turkish, Javanese, Malaysian and Greek. Between the displays of books, you can watch a couple of television programmes featuring the publisher when it still did the printing. The speed with which the compositors collected the lead letter punches to print a text they could not understand is amazing. Nowadays, texts can be accessed more easily and faster by means of CD ROMs and websites, but the barrenness of this part of the exhibition illustrates the decline of this charming craft. The exhibition concludes with the projection on a wall of a newly designed font: the Brill. This typeface allows the publisher to reproduce all languages using Latin characters and various accents and dots. Can you imagine how extremely finicky that work must have been for centuries? Literate & Learned Brill: 330 Years of Typography in the Service of Scholarship Museum Boerhaave Tuesday to Saturday 10 a.m. to 5 p.m. (until 19 May 2013), € 7.50, Admission is free for students

One long honeymoon Some people have difficulty adjusting to being back; others are relieved For most international students, there comes a time when they have to say goodbye to Leiden and return to their native country. Three students who have exchanged Leiden for their land of origin tell their stories. Malin Tirfing (21), Sweden

Tirfing came to Leiden in August 2011 to take six months of her Biomedical Science course here. She was on an exchange programme and changed places, including lodgings and a place on the course, with a Dutch student. “Friends of mine in Stockholm had been to the Netherlands and would sing its praises, so I decided to take a chance.” It was a spontaneous choice, but one she doesn’t regret. “My time in Leiden has done so much for my personal development: I managed to survive in a strange country where, at first, I didn’t know anyone. I’ve met lots of new people whom I can now call friends.” She didn’t speak any Dutch and that could be a problem sometimes. “Because I couldn’t understand the

language, every day was a challenge,” she sighs. “Shopping was often rather difficult and sometimes I felt lonely among Dutch students.” She returned to Stockholm in late January 2012. “I didn’t have any trouble fitting back into my routine, but that’s probably because I only stayed in Leiden for six months. Biking to lectures, the canals and that quaint little house in Leiden are very far away now, unfortunately. Although I’m glad to be back with my family again, Leiden was certainly an experience I’ll never forget.” She misses the student life here too. “My friends in Sweden don’t usually go for a night out.”

Lucine Gevorgian (28), Armenia

Gevorgina graduated from university in the Armenian capital Yerevan in 2007 and became a lecturer of English language and Culture there. Soon afterwards, the university set up a Dutch department and was looking people who were willing to travel to Leiden to follow the whole Dutch Language and Literature programme. Gevorgian won the grant and arrived in the Netherlands in

2008. “It was an unforgettable experience,” she says in perfect Dutch. “I met so many colourful people in Leiden whom I would have missed otherwise.” She has been back in her native country for two months and now lectures on modern Dutch literature at the university. “I would have preferred to stay in the Netherlands after all, I lived, studied and enjoyed life there for four years. It’s hard fitting back into life here. I miss the market on Wednesday and Saturday, the ancient buildings, the churches and the multi-facetted international circles I moved in.” In Armenia, she’s now called “the Dutch woman” by her friends and family. “Here, they think I’m too punctual and blunt, which is ironic because those are the two Dutch characteristics that annoyed me when I lived in Leiden.” That was not the only thing that she didn’t like about the Netherlands: “It was really difficult to find somewhere decent to live, something affordable that met my standards. I moved umpteen times and I can’t say that I lived anywhere nice at all in that time.” Our Armenian visitor also found that the weather took some getting used to and initially she hardly ventured outside. “I soon realised that I would have to get used to the rain or else I would never leave the house.”

he decided to move to Leiden for the first six months of 2010 as part of his bachelor’s degree. He started to enjoy himself and soon he was in no doubt: he would come back to do his Master’s. He achieved his ambition in the academic year of 2011-2012. Just before he returned to the West, Gábor got married. “My wife came with me and our year in the Netherlands together was one long honeymoon.” The couple had to rely on each other and consequently got to know each other much better.” Bécsi found studying Leiden quite hard at times: “I had trouble getting used to the teaching methods, especially at the beginning. In Hungary, the students have more hours of face-to-face instruction so they don’t have to do so much work at home. In Leiden, it’s the other way round. I also had to learn how to schedule things and I realised that I was responsible for preparing for lectures. In Debrecen, that responsibility was assumed by the lecturers.” However, studying in the Netherlands had advantages as well. “It was very pleasant to attend classes by lecturers whose native language was Dutch.

Gábor Bécsi (26), Hungary

Malin Tirfing.

Lucine Gevorgian.

As he was reading Dutch in his home town of Debrecen in Hungary, Bécsi wanted to visit the cradle of his study. He chose this course because not many people in his native country decide to do it and that would increase his chances of a job. “I had heard about Leiden University and it had a good reputation.” Accordingly,

Gábor Bécsi.

They have more feeling for the language and you can learn more about linguistics than you can from the lecturers in Hungary where Dutch is often the second language of the lecturers.” Gábor has been back in Debrecen since last August, working for a multinational. “I put the things I learnt in Leiden into practice daily and that places me in a unique position.” It’s one of the reasons why he’s glad to be back: in the Netherlands, his knowledge would not have been “special” in the Netherlands. “When I first arrived back here, I had to get used to the chaos in my country – everything is always very well organised in the Netherlands. Now I realise that the chaos makes Hungary so charming.” BY IlkiZ Erdogan

1,366 international students Currently, there are 1,366 international students enrolled at Leiden University, of which 393 are taking a bachelor’s degree. The majority, 973, are on a master’s programme. Most of the international bachelor students in Leiden are from Germany (72), Belgium (47) and China (22) while the master’s programmes are attended mainly by Greek (104), German (85) and British (60) students. The most popular bachelor programmes among international students are Law, Dutch Language, Culture and Society/Dutch Studies and Liberal Arts and Sciences: Global Challenges with 49, 48 and 46 applications respectively. The most popular of the master’s programmes is once again Law (125), followed by Psychology (118) and Public Administration (30).


13 december 2012 · Mare 15 Cultuur

Agenda

Studenten kwamen weg met moord En drie andere culturele kersttips

Door ILKIZ erdogan | Marleen van Wesel

Hoe kom je cultureel de kerst door? Mare geeft wintertips: van horrorwandelingen tot cabaret, en van jazz tot Bach. Jazzgrootheden met bier

‘Leiden is zeker een jazzstad’, vindt jazzmuzikant Peter Knoppert. ‘En dat mag nog wel wat breder bekend worden.’ Op zaterdag 22 december organiseert hij daarom in het Scheltema de vijfde editie van Jazzed Up. ‘In 2008 zochten we optredens voor onze band The George Experience. Ik besloot toen zelf maar een festival te organiseren en ons te programmeren.’ Al snel ontstond ook de meer funky variant van het jazzfestival, Funked Up. The George Experience staat ook op 22 december weer op het podium. ‘Maar wel voor de laatste keer in deze bezetting. Een aantal van onze muzikanten is inmiddels buiten de band te succesvol geworden.’ Succesvolle muzikanten zijn ook te vinden bij de hoofdact, The Ploctones. Knoppert: ‘Die formatie bevat pas echt de jazztop van Nederland. The Ploctones is de band van New Cool Collective-gitarist Anton Goudsmit, maar ook de andere bandleden hebben met de jazzgrootheden op aarde getourd.’ De programmering is compleet met Zosja!, een fris en jong Leids jazzkwartet rondom zangeres Zosja El Rhazi. Knoppert hoopt het aantal edities van Jazzed Up en Funked Up in 2013 flink op te voeren. ‘Scheltema is namelijk een uitstekende locatie om regelmatig om te toveren tot een jazzclub. Dat is ook het doel van deze avonden: behalve voor de muziek komen mensen ook voor de gezelligheid en een biertje.’ Jazzed Up, Scheltema Leiden, Za 22 december 20.00u €12,- (vvk €10,-)

Lijken onder het bed

Misdadige Winterverhalen is een nachtelijke rondleiding door heel Leiden. Na een stevige maaltijd, begint de tocht. De gids vertelt per monument en straat een bijbehorend verhaal over misdaad en straf van de Middeleeuwen tot de negentiende eeuw. Zo komt onder andere het Academiegebouw aan bod. In de zeventiende eeuw werden hier geen colleges gegeven en afstudeerborrels gehouden. Het gebouw fungeerde als universitair gerechtshof. De studenten vielen toen niet onder de wetten van de ‘gewone’ burgers maar onder de wetgeving van de universiteit. Dit had veel voordelen voor ze. Omdat de universiteit erg zuinig was op haar studenten, werden zelden zware straffen uitgedeeld. Zo konden studenten vaak makkelijk wegkomen met zaken als moord. Overige stadbewoners kregen minder snel een voorkeursbehandeling. Schoonverdriet, de toenmalige naam van het Gravensteen, was de officiële plaats van hun boetedoening. Hier vonden executies en lijfstraffen plaats. De gids vertelt ook van oude legendes en (gedeeltelijk) waargebeurde horrorverhalen, zoals dat van Goeie Mie. Zij sloot levensverzekeringen af op haar buren en beroofde hen vervolgens van het leven. Of het echtpaar Hughe en Aeghte. Zij pleegden ook roofmoorden, maar ze waren iets minder handig in het verbergen van hun sporen. Behalve onder bruggen verstopten ze hun lijken namelijk ook onder hun bed. Dit soort verhalen en nog vreemdere, zoals de publieke executie van dieren in de Middeleeuwen, komen aan bod. Na de rondleiding is er de gelegenheid om met een warm drankje weer bij te komen. Misdadige Winterverhalen in Leiden, beginpunt en tijdstip naar wens, t/m 24 maart 2013, € 30,50

Wim Kan 2.0

Waarom kunnen toneelstukken en concerten herhaaldelijk worden opgevoerd, maar zijn cabaretvoorstellingen slechts eenmalig? Laura van Dolron besloot om een oud cabaretstuk als uitgangspunt voor haar oudejaarsconference te gebruiken: ‘Waar gaan we met het nieuwe jaar naartoe?’ van Wim Kan uit 1975 – haar geboortejaar. ‘Gaan we staken, gaan we kraken, of gaan we er iets moois van maken?’ vroeg Kan zich daarin af. Van Dolron, die Kan op haar website ‘een van de meest kritische stemmen van de twintigste eeuw’ noemt, wil kijken of de humor van toen nu nog steeds wordt gewaardeerd. De grappen van Wim Kan werkten in zijn tijd goed, maar zouden mensen hier nu nog steeds hard om lachen? Voordat ze zich in zijn werk verdiepte, wilde ze Kan ‘als persoon beter leren kennen’. Veel van zijn levenservaringen worden namelijk weerspiegeld in zijn shows, vertelt ze. Zo vertrok ze bijvoorbeeld naar Birma, waar Wim jaren als krijgsgevangene heeft geleefd, nadat de plaats door Japan was binnengevallen. Op deze manier kon ze Kan beter begrijpen en dit hielp haar bij het interpreteren van zijn teksten. Met haar ouderjaarsconference hoopt Van Dolron het werk van haar held nieuw leven in de blazen. Laura van Dolron, Oudejaarsconference, Theater Ins Blau, wo 19 dec., 20.30 u, €16

Vier comfortabele uren Bach

‘Het Residentie Orkest claimt ook op 22 december het Weihnachtsoratorium van Bach ten gehore te brengen, in de Stadgehoorzaal. Maar zij doen eigenlijk maar twee cantates. ‘Wij zingen ze diezelfde avond alle zes, in de Pieterskerk’, vertelt Hans de Raad, zakelijk leider van het Bachkoor Holland, niet zonder trots. Het koor staat ook elk jaar met Pasen in de Pieterskerk met Bachs Matthäus Passion. ‘Bachkoor is eigenlijk een beetje een ongelukkige naam', vindt hij. ‘Niet dat we Bach niks vinden, die vinden we prachtig, maar we doen ook veel met andere componisten, die juist enorm ver van de protestantse kerktraditie afliggen.’ Voor het jaarlijks opgevoerde Weihnachtsoratorium geldt dat dus niet. ‘Dat gaat echt over de geboortehistorie van kindeke Jezus. Van de boodschap van de engel tot Driekoningen.’ Het Weihnachtsoratorium wordt opgevoerd door een veertigkoppig koor, begeleid door een orkest van dertig muzikanten. ‘Hoe zij daar vol vuur staan te zingen is een geweldig gezicht. De koorleden zijn professionals uit heel West-Europa, maar onze thuisbasis is sinds 1983 Leiden. Oorspronkelijk kwam het Bachkoor uit Naarden, maar na een meningsverschil over subsidies kwam het toen tot een breuk. Inmiddels houdt het Bachkoor dus al bijna dertig jaar ongesubsidieerd stand.’ Het Weihnachtsoratorium duurt inclusief pauze maar liefst ruim vier uur. ‘Een lange zit dus, maar het wordt prachtig. Bovendien hebben we dit jaar voor comfortabelere stoelen gezorgd.’ Weihnachtsoratorium, J.S. Bach door Bachkoor Holland Pieterskerk Za 22 december 19.15u €60-40 (25% korting via http://bachkoorholland.nl/MareReductie2012)

FILM TRIANON The Hobbit: An Unexpected Journey dagelijks 17.30 + 21.30 za. zo. + wo. 13.30 Amour dagelijks 18.30 za.zo. 14.30 Argo dagelijks 21.30 Looper dagelijks 21.30 KIJKHUIS Anna Karenina dagelijks 18.30 (ma. niet) zo. 14.00 Cloud Atlas dagelijks 21.00 (ma. niet) The Broken Circle Breakdown dagelijks 19.00 Seven Psychopaths dagelijks 21.30 LIDO Skyfall dagelijks 18.15 + 21.30 za.zo. 14.30 Alles is Familie dagelijks 18.30 + 21.30 The Words dagelijks 18.45 + 21.30

MU Z IE K ARSENAAL Leids Harmonie Orkest Za. 15 dec. 20.15 €5 LVC Kaputt! Za 15 december 23.00 €15,WEITER Vr 21 december 23.00 €14,Kerstswing: Apocalypso Wo 26 december 23.00 €10,Oud&Nieuw DJ Jelly’s 90’s Drive In Newyearsbash Ma 31 december 00.30 €15 LAZARUS 10 Electric Vr. 14 december 20.00 gratis Let the Fooll believe Vr. 21 december 20.00 gratis The Tinstars Za. 26 december 20.00 graits DE TWEE SPIEGHELS Unplugged Wo. 19 december 21.00 gratis LEIDSE SCHOUWBURG Miss Molly & Me Vr. 21 december 20.15 €9,30 - €16,Top 2000 Live Wo. 19 december 20.15 €22,50 Weihnachts-oratorium, (J.S. Bach) Za. 22 december 20.15 €35,30 SCHELTEMA The Ploctones+Zosja!+ The George Experience Za. 22 december 20.00 €12

THEATER LEIDSE SCHOUWBURG Jochem Myjer: Even Geduld Aub! 19, 21 en 22 december 20.15 IMPERIUM THEATER Kaatje is verdronken Za. 22 december 20.30 €10,Moeders Mooiste: Theatersport Vr. 28 december 20.30 €7,Felicia Za. 5 januari 20.00 €15 INS BLAU Laura van Dolron: Oudejaarsconference Wo. 19 december 20.30 €16,Hotel Modern: De baard van God Wo. 16 januari 20.30 €17,-

D I V ER S EN Kerstmarkt Beestenmarkt Wo 19 t/m 23 december, 12.00-21.00 IN CASA NYE 2013 Ma 31 december 00.30 €15,-


16

Mare · 13 december 2012

Het Clubje

MaaiKey

Kerststress

In het geel v.l.n.r. Tin, Ivan en Marjolein. Foto Marc de Haan

‘Wil jij in mijn paalgat troffelen?’ Bestuur van Maitreya, dispuut voor Aziatische archeologie Ivan aan den Toorn (20, archeologie): "De Leidsche Archeologische Vereniging Terra bestaat uit vijf verschillende disputen. Voor elke afstudeerrichting is er één. Wij zijn van het dispuut voor Aziatische archeologie." Tin Stuyt (21, archeologie): Helaas verdwijnt de master volgend jaar door bezuinigingen. Binnen de bachelor zijn de Aziatische archeologievakken al grotendeels verdwenen. Daarom hebben we het dispuut nieuw leven ingeblazen. We vinden het belangrijk dat studenten die geïnteresseerd zijn in Aziatische archeologie nog steeds ergens terecht kunnen.’ Marjolein van der Boon (20, archeologie): "We organiseren lezingen en veldwerkavonden. Op die avonden vertellen studenten bijvoorbeeld over hun stage in Azië, zodat geïnteresseerden kunnen zien wat er mogelijk is."

Bandirah

Ivan: ‘Maar naast serieuze activiteiten organiseren we ook gewoon borrels, feestjes en een jaarlijks sushidiner. Vanavond krijgen we een origamiworkshop van de moeder van een van onze leden. Niet echt archeologisch verantwoord, wel Aziatisch. Het is tof om te zien hoe een vouwblaadje in een T-Rex kan veranderen.’ Tin: ‘Maar nu moet je niet denken dat we dino’s opgraven. Daar worden we een beetje agressief van.’ Marjolein: ‘Maar de opgravingen blijven het leukste onderdeel van de studie. Je moet vijftien studiepunten opgraven, en krijgt 0.3 studiepunt per dag.’ Tin: ‘Het begint meteen in het eerste jaar. Je gaat twee weken aan de slag bij het eerstejaarsproject, bij de barakken van Oegstgeest, waar een vroegmiddeleeuws dorp ligt. Je leert hoe je moet

graven om zoveel mogelijk informatie te krijgen.’ Ivan: ‘Iedereen maakt het wel eens mee: je zet je schep op iets en hoort “krak”. Vervelend, maar een beetje collateral damage hoort erbij.’ Marjolein: ‘Je leert elkaar snel kennen, want je zit dagenlang met elkaar in de put. Zo maak je nieuwe vrienden of krijg je een onwijze hekel aan elkaar.’ Tin: ‘Na een paar dagen in de modder wordt het een melige boel. Aan bijna alles kun je een dubbele betekenis geven. Dan kijken we elkaar zwoel aan en vragen: “Wil jij even in mijn paalgat troffelen?’’’ Ivan: "Wat krijg je als je een foto maakt van een koeienschedel? Een rundgenfoto. Oké, misschien had ik hem niet moeten vertellen...’ Tin: ‘Na een dag opgraven ben je ge-

woon moe en wil je naar huis. Als we dan nog even snel boodschappen gaan doen, staart iedereen ons aan. Daar staan we dan in de supermarkt: compleet onder de modder, in ons veiligheidshesje en met onze helm op. Je voelt je echt een bouwvakker.’ Ivan: ‘In het buitenland is het leuk dat je coole diertjes tegenkomt. In Nicaragua bijvoorbeeld kwam er ineens een gigantische pad door het veld heen gesprongen.’ Marjolein: ‘Of er lopen enorme spinnen. Giftige duizendpoten, schorpioenen, slangen…’ Ivan: ‘Elk jaar vallen er wel studenten af omdat de hele dag in de modder staan toch niet was wat ze voor ogen hadden.’ Tin: ‘Cool juist. Wij mogen eeuwig in de zandbak spelen.’ DOOR PETRA MEIJER

Hoe komt het toch dat december elk jaar opnieuw zo’n stressvolle periode is? We weten allemaal dat de maand zit volgepropt met de vaste feestdagen, gala’s en feestjes. Je zou je er ruim van te voren op kunnen voorbereiden, maar op de een of andere manier lukt dat mij nooit. Het eerste belangrijke probleem is de jurk, wat natuurlijk van essentieel belang is om de feestdagen goed door te komen. En ja, er hangen al verschillende jurkjes/jurken in mijn kast, maar daar is altijd wel iets mis mee. Te zwart, te bloot, te lang. Er moet dus een nieuwe worden gekocht, en de eisenlijst is hoog. Niet te lang, niet te kort, niet te duur, niet te saai, niet te opvallend, niet te donker, maar ook niet te licht, hij moet slank maken, hij moet bij je schoenen passen en ga zo maar door. Volgende decemberprobleem: verschillende vriendinnen zitten bij verenigingen waarbij zij degene moeten zijn die een jongen meevragen naar het kerstgala. En waarbij het naar mijn idee zo simpel voor een man is om een vrouw mee te vragen, loopt het bij vrouwen toch vaak uit op een drama. Ten eerste het vinden van een geschikte kandidaat. Want, ik geef eerlijk toe, de eisenlijst van de hedendaagse vrouw is niet misselijk. Daarna moeten de meesten over een hele grote drempel heenstappen om überhaupt een man mee te vragen, en daarna loopt het uit op ruzie. Ik zal even kort uitleggen hoe dat in zijn werk gaat: we hebben Merel en Karlijn, en natuurlijk Bob. Merel kan het goed vinden met Bob. Ze zijn dikke maatjes, en af en toe blijft een van twee bij de ander slapen, de rest spreekt voor zich. Merel en Bob hebben voor de grap afgesproken om samen naar het gala te gaan, maar de afspraak is niet concreet. Karlijn is heimelijk verliefd op Bob, en is ontzettend jaloers als Merel terloops laat vallen dat Bob en zij samen gaan, maar dat het nog niet vastligt. Karlijn belt vervolgens ,voor de neus van een verbaasde Merel, Bob op om te vragen of hij met háár naar het gala wil gaan. Bob zegt dat hij terugbelt. In tussentijd is de spanning om te snijden, en dan komt het verlossende telefoontje. Bob gaat gewoon gezellig met Merel. Karlijn komt vervolgens niet opdagen op het gala, typisch. En dit is nog alleen nog maar de vervelende rompslomp die bovenop alle drukte van december komt neerdalen. Verder moeten we nog cadeautjes kopen, gerechten uitkiezen voorbereiden en klaarmaken, kerstkaarten versturen, mensen uitnodigen en het hen naar de zin maken, uitstralen dat je mooi en leuk bent, en familiebezoeken afleggen. En waar doen we het voor? Aan het einde van zo’n gala is er een grote ladder in je panty ontstaan, ben je je introducé kwijt om hem vervolgens te betrappen met een ander meisje, is je make-up uitgelopen, je haar uitgezakt, en zit je jurk onder de biervlekken en god weet wat nog meer. Bovendien is iedereen zo ver heen dat niemand de volgende dag nog weet hoe je er uit zag op het gala zelf. Dus in hemelsnaam, waarom al die moeite? MAAIKE LOMMERSE


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.