24 januari 2013 36ste Jaargang • nr. 15
Desi en de Decembermoorden Pagina 11
Ach, wat jammer nou. Jij hebt dezelfde titel als een hbo’er
Puberjongens aan de alcohol door hormonen
Opinie: geesteswetenschappen, wat leveren ze nu op?
Pagina 2
Pagina 7
Pagina 9
Het geheim van het eiland ‘Ik zie er inteelterig uit, soms moet er nieuw bloed bij.’ Eilanders moeten niet veel hebben van de pakjesmannen van de overkant. Antropologiestudenten op onderzoek onder vissers en schapenboeren op waddeneiland Texel. DOOR VINCENT BONGERS ‘Texelse vissers zijn een beetje een soft volk’, zegt Adrie Vonk (55), eigenaar van de visserskotter TX 1 Klasina-J. ‘Niet veel macho’s, wat je misschien wel verwacht. Ik durf mijn eigen blazoen niet teveel op te poetsen maar we zijn ook gezagsgetrouw. Dat meen ik serieus.’ Het is vrijdagmiddag en de Klasina-J is net terug van een vijfdaagse vistocht in Britse wateren. Nu is ze aangemeerd in de Texelse haven Oudeschild. ‘Het was effe zuinig, maar dat is de tijd van het jaar’, zegt Mike Slik, een van de bemanningsleden over de vangst van de week. ‘We zijn in de Theemsmond geweest, zo’n
120 mijl van hier. We vangen daar op tong en schol.’ In zijn linkeroor prijkt een witgouden oorbel met een afbeelding van een kotter. ‘Die is nog van mijn vader geweest. Iets van vader op zoon, dat vind ik leuk.’ In de gang naar de kombuis hangen oranje visserspakken, daaronder zijn metalen beugels gemonteerd waarop handschoenen zijn geschoven. Het laatste paar laarzen wordt in de rij gezet. Vonk leidt tweedejaars antropologiestudenten Elva Lilja Horsthuis (22) en Ilse Spruit (19) rond op de 42 meter lange boot. ‘Een joekel van een ding’, aldus Vonk, ‘Een kottertje moet niet kleiner zijn dan veertig meter. De Noordzee is gewoon te ruw. Ik voel me gelukkig op zo’n skip.’ Op Texel spreek je de ‘ch’ uit als ‘k’. Vonk wijst ‘de grieten’ op een metalen rand bij een deur naar het dek. ‘Als je daar met je schenen tegen aan komt, dan merk je het wel. Als een
haan moet je stappen.’ Bij de steile trap richting de brug: ‘Altijd met je neus in de traptreden, je zou niet de eerste wezen die naar beneden lazert.’ Door een raam op de brug is een zeehond te zien die even z’n kop uit het water steekt, een blik op de boot werpt, en dan weer wegduikt. De studenten zijn op Texel om een essentieel onderdeel in de antropologie onder de knie te krijgen: het veldwerk. Ook op de andere Waddeneilanden zijn Leidse studenten neergestreken. Ze krijgen drie weken de tijd om een onderzoek uit te voeren en daar vervolgens een artikel over te schrijven. Horsthuis en Spruit willen uitzoeken wat de vissers vinden van de regelgeving die zij vanuit Den Haag en Brussel krijgen opgelegd. ‘Onze hoofdvraag is: Onderschrijven Texelse vissers het visserijbeleid?’ zegt Horsthuis. Vooral over de EU-regulering zijn de vissers niet al te enthousiast.
Commentaar als ‘Draai Brussel de nek maar om’ komt voor. Bemoeienis van beleidsmakers van buiten Texel wordt over het algemeen met de nodige scepsis benaderd. Horsthuis: ‘Ze hebben het dan over de pakjesmannen van de overkant.’ Vonk vertelt de studenten dat regulering zeker nodig is maar het moet niet te gek worden: ‘Ik ben natuurlijk een ouwe lul en heb in de jaren zeventig nog net de vrije zee meegemaakt. Nu hebben we een bijbeldeel dik aan regels. Het is dan lastig om geen fouten te maken.’ Ook het gat tussen theorie en praktijk is een probleem. ‘Het is een hell of a job om die pennenlikkers wat goeds op te laten schrijven. Druk ons niet zo in het keurslijf. Geef ons wat ruimte om te peuteren in de kantlijn.’ Zijn andere vloten wat makkelijker? ‘Ik kan moeilijk zeggen dat de rest een zootje piraten zijn. We proberen het beleid uit te voeren.
We zijn streng want we weten dat als we de teugels vieren, dan gaat het woekeren. We zijn geen rupsjes nooit genoeg.’ Horsthuis valt de hechtheid onder de bevolking op ‘Het is een heel erge ons-kent-ons gemeenschap. Gelukkig zitten we in een gastgezin met veel goede contacten. We hadden gelijk een ingang bij alle vissers. En dat mogen dan wel ruige mannen zijn om te zien…’ ‘…maar ze zijn ontzettend aardig’, vult Spruit aan. Ook op andere plekken op het eiland zijn studenten actief. Warner Tjon Sie Fat (27) is te gast bij de familie Kikkert en die woont midden tussen de weilanden. ‘We ontbijten hier om acht uur. Een halfuurtje later sta je dan buiten en zie je alleen wat schapen die je aanstaren’, zegt Tjon Sie Fat ‘Dan denk je wel even: “Wat doe ik hier?” Maar het went snel.’ > Verder lezen op pagina 6
Schapen op Texel Foto HH/Joost van den Broek
Mare zoekt freelancers
Promoveren blijft gewoon een baan
Kabinet zet sociaal leenstelsel door
Farmacoloog boos wegens ‘intimidatie’
Student, wil jij wat bijverdienen door te schrijven? Stuur dan een mail met wat persoonlijke info en een journalistiek artikel naar redactieleiden@gmail.com.
Studenten die willen promoveren hoeven niet meer te vrezen dat ze tijdens hun vierjarige promotie collegegeld moeten betalen.
Het kabinet wil een sociaal leenstelsel invoeren. Een student gaat 14.700 euro lenen voor vier jaren studeren. Studentenvakbonden protesteren.
Na ontslagen te zijn wegens bezuinigingen, kwam farmacoloog Melly Oitzl in een herplaatsingstraject terecht. Er volgde geen nieuwe baan maar strijd.
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 8
Bandirah Pagina 12
2
Mare · 24 januari 2013 Geen commentaar
Titulatureluurs Studenten en hogescholieren volgen verschillende opleidingen, en moeten na het afronden daarvan ook verschillende titels krijgen. Natuurlijk, er valt altijd wel wat weg te nuanceren. De moeilijkste studies op het hbo zijn vast wel zwaarder dan de makkelijkste aan de universiteit. Ondergetekende deed heel wat meer academische vorming op tijdens zijn halve jaartje aan de School voor Journalistiek dan tijdens een gemiddeld jaar van zijn universitaire studie. In het buitenland is het zo makkelijk om jezelf ‘universiteit’ te noemen dat Nederlandse hbo’s de gemiddelde buitenlandse universiteit er heus nog wel uitheersen. En het is ook niet zo dat de hbo’s puur toegepast zijn en de uni’s puur theoretisch. Vraag aan Jan met de Pet wat je kunt worden op een universiteit, en hij zegt ‘dokter, advocaat of ingenieur’- bij uitstek toegepaste studierichtingen. Maar toch, welke verschrikkelijke ambtenaar noemt een plan ‘Kwaliteit in verscheidenheid’, en pleit
Colofon
er vervolgens in datzelfde plan voor om de verscheidenheid te verkleinen? Nou, Jet Bussemaker, tot voor kort bestuurslid van het samenwerkingsproduct tussen de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam. De ondernemingsraad van de UvA vond het een slecht plan, maar hé, wat weten universitair docenten nou helemaal van universitair onderwijs? Maar zelfs in de Amsterdamse klit, waar volgens boze docenten het hbo veracademiseert en het wo verschoolst, blijven de werelden gescheiden. De UvA en HvA werken samen, maar ze fuseerden niet. En terecht: zowel de samenleving als het hoger onderwijs als de studiekiezende scholier hebben er belang bij dat er wat te kiezen valt. Net zo goed is het voor die partijen van belang dat die keuze terugkomt in de titel die je met het onderwijs verwerft. Voor het buitenland geldt dat nog sterker: een Nederlandse werkgever snapt meestal wel dat een diploma van de ‘InHolland University of Applied Sciences’ niet hetzelfde is als een universiteitsbul, maar doet zijn collega in Amerika dat ook? En als de werknemer met zijn hbo-master of sciences vervolgens faalt, straalt dat ook af op de Nederlanders met een wo-master of science. Laten we voor het gemak aannemen dat onze hbo-masters de vergelijking met buitenlandse master-gediplomeerden kunnen doorstaan. Dan zou het op zich handig en eerlijk zijn om ze ook die titel te geven. Maar dan nog is er iets nodig om aan te geven dat er in Nederland twee soorten hoger onderwijs bestaan. Een ander soort titel voor de wo-masters, misschien? Bij voorkeur iets dat wat statiger klinkt dan dat goedkoopEngelse ‘Master’. Maar wat dan? DOOR DOCTORANDUS BART BRAUN
Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Fax 071–527 7288 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl
De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000
Column
Hoofdredactie
Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie
Thomas Blondeau redactieleiden@gmail.com Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Sebastiaan van Loosbroek (stagiair) vanloosbroek1992@gmail.com Medewerkers
Maaike Lommerse • Petra Meijer • Benjamin Sprecher • Key Tengeler • Geerten Waling • Anne van de Wijdeven Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving Marijke Hoogendoorn • richgirl-design.com Drukwerk Dijkman Offset Amsterdam Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Fax 023 - 571 76 80 Redactieraad
Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • prof. dr. A.J.W. van der Does • drs. B. Funnekotter • dr. H. Heestermans • L. ten Hove • D. Jacobs • prof. dr. J.J.M. van Holsteyn • Prof. dr. F. Israel • mr. F.E. Jensma • E. Kastelein • S. Kerkhof • E. Merkx • C. Regoor • prof. dr. N.J. Schrijver • R.van Wijk • C. van der Woude Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare. leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
De dan-dat-maar-optie In het Duits heb je een schitterend woord: Torschlusspanik, oftewel paniek ingegeven door het sluiten van deuren. De angst dat we met het verstrijken van de tijd steeds minder opties nog open hebben staan. Deuren die in je gezicht dichtslaan. Tegenwoordig begint dat al vroeg: je begint met het afbakenen van je carrière op je vijftiende. Ik koos toen mijn profiel (Cultuur & Maatschappij!) en gooide drie andere deuren dicht. Op mijn achttiende begon ik aan de studie Engels, concentreerde me vervolgens op literatuurwetenschappen, en toen ik mijn master afrondde stond nog slechts één deur uitnodigend open: de onderwijsdeur. Tegenwoordig heb je natuurlijk geen drie levens meer als je begint met studeren: het is erop of eronder. Erop of eronderwijs. Het is een krappe arbeidsmarkt in de echte wereld. Het onderwijs is een stabiele optie. Een terugvaloptie. Een dat-kan-ook-nog-optie. Een dan-dat-maar-optie. Maar het moment komt dat je wakker wordt, je lesplannen bij elkaar pakt, en denkt: nee. Als je jezelf veel leed wil besparen, stel je dat moment uit tot je vierenzestigste. De meeste studenten beleven helaas dat moment nu al. Ik ook. Ik merkte dat ik voor ik überhaupt aan mijn stage begon al tegen mensen zei: ‘Maar dit is niet iets wat ik de rest van mijn leven wil doen, hoor!’ Oké, waarom zou je er dan überhaupt aan beginnen? Omdat het veilig is. Omdat je je studieschulden terug moet betalen. Omdat je toch wat moet. Erg fatalistisch allemaal. Tegenwoordig sluit ik mijn week af met een aflevering van de Amerikaanse hitserie Breaking Bad om mezelf hoop voor de toekomst te geven. Korte samenvatting: docent scheikunde ontdekt dat hij kanker heeft, kijkt eens goed naar zijn carrière in het onderwijzen van onwillige tieners, realiseert
zich dat hij zijn gezin nooit financieel in orde achter kan laten, en besluit om crystal meth te gaan produceren. Ik vind dit zeer inspirerend. Het onderwijs leek me zo’n laatste optie, zo’n grens van de bewoonde wereld, met daarna niets. Onzin natuurlijk. Je kan altijd nog crystal meth gaan produceren. Tenminste, als je docent scheikunde bent. Als jij een student bent die nu de lerarenopleiding doet maar je eerste burn-out al aan voelt komen, dan hier een lijst opties om het criminele pad te bewandelen. Docenten aardrijkskunde kunnen zich bezig gaan houden met bloeddiamanten. Docenten biologie kunnen coca gaan verbouwen. Als docent economie heb je het makkelijk: duik gewoon de wondere wereld van het witwassen in. Informaticadocenten wenden zich tot phishing, docenten geschiedenis tot het arrangeren van onderwereldoorlogen. Docenten techniek kunnen inbreken zonder sporen achter te laten, en docenten wiskunde hoeven zich alleen maar te concentreren op cryptografie om gecodeerde boodschappen te versturen en te ontcijferen. Over undercoveragenten misschien. Als docent Engels? Daar denk ik nog even over na. (Tips welkom!) Een tweede studie is tegenwoordig duur, maar als ik het na mijn afstuderen terug kan verdienen in de drugshandel dan betaal ik met alle liefde tienduizenden euro’s om een paar deuren weer open te zetten. Soms hebben we het idee de controle over ons leven kwijt te zijn. Laten we daar als intellectuele elite dit jaar mee afrekenen! Dichtgeslagen deuren zijn altijd weer open te doen. 2013 wordt het jaar van de misdaadkrachtigheid. Anne van de Wijdeven is literatuurwetenschapper en docent Engels in opleiding
24 januari 2013 · Mare 3 Mensen
071 -527 …
‘Landelijke politiek? Misschien wel.’ Foto Marc de Haan
Een leuk, maar onbedoeld avontuur Gelauwerd raadslid mist betrokkenheid bij studenten Universiteitsmedewerker Julian van der Kraats werd vorige week uitgeroepen tot Leids Raadslid van het Jaar 2012. ‘Maar het kan nog beter.’ ‘Op Catena hingen tijdens mijn studententijd altijd posters om demonstraties aan te kondigen. Tegenwoordig is gezelligheid belangrijker’, zegt Julian van der Kraats (36). Hij neemt het overigens niemand kwalijk. ‘Als student wist ik niet beter dan dat de
Door Marleen van Wesel
gemeenteraad zich bezighield met verkeersbordjes en vuilniszakken.’ Zelf verdiepte hij zich ook pas in de politiek in 2005, toen hij al een paar jaar was afgestudeerd in de wijsgerige antropologie. ‘Ik kon het niet meer hebben dat het onderwijs en de gezondheidszorg voor mijn ogen achteruit gingen. Hoe slecht moet het dan wel niet geregeld zijn? Ik besloot me aan te sluiten bij een politieke partij om wat aan de situatie te doen.’ Hij viel pas voor de SP na het lezen van het
humanistische beginselprogramma, getiteld Heel de Mens. ‘Dat is een heldere visie op de plaats van mensen in de maatschappij, zelfontplooiing en gelijke kansen.’ Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 belandde hij in de raad. ‘Een leuk, maar onbedoeld avontuur. Ik stond eigenlijk op een onverkiesbare plaats, nummer acht van de lijst. Onverwacht kwam de SP op zeven zetels uit en iemand boven mij stapte op.’ Vier jaar later deed hij dat nog eens over. ‘Ik stond op de vijfde
plaats en we kregen maar vier zetels. Superzuur. Maar omdat Roos van Gelderen wethouder werd, schoof ik alsnog een plaatsje op.’ Een jury van oud-politici en journalisten riep Van der Kraats vorige week uit tot Leids Raadslid van het Jaar 2012. Omdat de verkiezing als thema ‘publieksparticipatie’ had, hebben zij zich daarbij laten adviseren door wijkorganisaties. ‘Zo is het toch een beetje een publieksprijs, dat maakt hem extra mooi.’ Van der Kraats ziet de benoeming vooralsnog niet als een opstapje naar de landelijke politiek. ‘Misschien doe ik dat ooit nog wel. Maar eerst staat hier nog veel te gebeuren. Want om eerlijk te zijn kreeg de jury één ding nog vaker te horen van de wijkorganisaties dan mijn naam: “Nomineer maar niemand, politici luisteren toch niet.” Bij de SP hebben we als motto: zonder onderzoek geen recht van spreken. We vinden dat we bij elke kwestie moeten praten met de betrokkenen. Ik probeer daarbij zo goed mogelijk te luisteren. Dat kan blijkbaar nog beter.’ Vanaf de derde verdieping van Plexus, waar hij werkt als ISSC-servicebeheerder, kijkt hij uit over het besneeuwde Rapenburg. ‘Bovendien ga ik hier nooit meer weg. Ik ben verliefd op deze stad. Ook de maat is mooi. We hebben alle problemen die een grote stad heeft, maar op een persoonlijk niveau. Er zijn bijvoorbeeld junks in Leiden, maar de meeste Leidenaren kennen hen bij de voornaam.’ Die betrokkenheid mist hij soms wel bij de Leidse studenten. ‘Terwijl de gemeenteraad heel wat besluiten neemt die relevant zijn voor hen, bijvoorbeeld over studentenhuisvesting, starterswoningen of over de horeca. Een plaatselijke studentenvakbond is voortdurend opgedoekt of in oprichting. Studentenorganisaties organiseren regelmatig interessante debatten, maar studenten zijn lastig écht in actie te krijgen. Zoals de SP ooit is ontstaan uit de onvrede van studenten en andere jongeren, dat zie ik niet snel nog eens gebeuren.’
Frutti di Mare
Lullepot met andermans PowerPoint ‘Straks moet ik misschien wel een presentatie over de Azteken geven!’ roept een lid van culturele studentenvereniging Prometheus. ‘Daar weet ik helemaal niets vanaf. Dan kan ik het nog beter over wiskunde hebben.’ ‘Dat maakt toch niet uit? Het gaat erom dat je íets zegt, maakt niet uit wat’, stelt een ander haar gerust. In het bovenzaaltje van café ’t Keizertje organiseert Prometheus dinsdagavond een activiteit die op het eerste gezicht niet erg spectaculair lijkt, namelijk: houd een presentatie met behulp van een PowerPoint. Het bijzondere is echter dat de deelnemers de presentatie niet kunnen voorbereiden. Ze moeten namelijk elkaars PowerPoint-presentatie houden, zonder te weten waar die over gaat. Sander Teuchies (26, afgestudeerd archeologie): ‘In een college psychologie van mijn broer moest hij van zijn docent opeens onvoorbereid een presentatie gaan houden. Dat leek me wel een goed idee om in de ideeënsteen te stoppen, onze ideeënbox.’ ‘Iedereen heeft van tevoren een random presentatie ingestuurd’, vertelt bestuurslid Anne Rutten (21, Engels). ‘Je hebt vijf minuten voor je presentatie. En omdat we veel gevarieerde leden hebben, verwacht ik veel verschillende onderwerpen.’ Zenuwachtig zijn ze in ieder geval
Door Sebastiaan van Loosbroek
niet. Teuchies: ‘Ik heb er vooral heel veel zin in.’ De eerste presentaties lopen aardig. Inhoudelijk gaat het nergens over, maar als lullepot voldoet het aan de eisen: de mond blijft bewegen en het is bij vlagen grappig. Er klinken haperende verhalen over de Reichskristallnacht, croissantjes in Frankrijk, de badkamer van de gemiddelde student en nivelleren voor dummies. Dan is het de beurt aan Francine Geurts (22, Engels): ‘Ehm… het gaat blijkbaar over de Maya’s, niet?’ zegt ze twijfelend terwijl ze naar de beamer staart. Ze lacht zenuwachtig. ‘Eh… ja. Zoals jullie merken ben ik niet zo goed in presentaties uit mijn mouw schudden.’ Na een vraag uit de zaal komt ze echter los en begint ze honderduit te vertellen over goden die in tempels wonen. Even later is het de beurt aan Annemieke Stok (19, Nederlands). Zij moet iets vertellen over typisch Nederlands eten. Als een afbeelding van een vlaai wordt geprojecteerd, twijfelt ze even: ‘De vlaai… wordt niet zozeer in Nederland gegeten… of nou ja, in Limburg.’ Gelach in de zaal. ‘Ik kom zelf uit Limburg’, zegt Stok na afloop. ‘Ik wilde eigenlijk zeggen dat vlaaien niet uit het centrum van Nederland komen maar uit de rand.’ Misschien wel de grappigste presentatie is van Jaeike Faber (21, biomedische
wetenschappen en geneeskunde). Haar opdracht is het aanwezige publiek – zo’n 25 man – iets bij te brengen over de zon. ‘Ik weet niet of jullie hem wel eens gezien hebben. Vooral ’s avonds is hij goed te zien, als het helder is tenminste. Je ziet hier dat de zon niet helemaal rood is, maar ook gele vlekjes heeft. Dat is acne.’
Wijzend naar een zonnevlam: ‘Je ziet ook dat een puist is gebarsten.’ Op de borrel na afloop is Geurts opgelucht: ‘Ik was best zenuwachtig. Maar na de vraag uit de zaal ging het beter en achteraf wilde ik nog wel een keer!’ Rutten blikt tevreden terug: ‘Ze hebben vooral de ballen om het te doen.’
Stadioncolleges Leidens Massive Open Online Course (MOOC) over Europees recht heeft nu al meer dan twaalfduizend aanmeldingen. Professor Stefaan Van den Bogaert, in dit tempo staat u straks voor een virtuele collegezaal met meer dan 25.000 man erin. Zenuwachtig? ‘We hebben sinds november gemiddeld iets meer dan duizend aanmeldingen per week, dus als dat doorzet hebben we er straks inderdaad zoveel. Daar denk ik liever niet aan, omdat het zo’n abstract groot getal is. Als je het je voor gaat stellen, is het een middelgroot voetbalstadion. Ik zou niet zeggen dat ik zenuwachtig ben, maar ik voel wel een gezonde druk; als je voor zoveel mensen spreekt, moet het wel echt goed zijn.’ De universiteiten van Delft en Leiden experimenteren al een tijdje met online onderwijs, wat is er nou precies nieuw aan uw vak? ‘Dat van ons past in Coursera, het Stanford-platform voor online onderwijs dat verleden jaar is opgestart. Veel toonaangevende universiteiten zijn daarbij aangesloten, zoals Columbia, Princeton, Johns Hopkins. We nemen geen hele colleges op, maar filmpjes van ongeveer een kwartier. Studenten worden gestuurd aan de hand van meerkeuzevragen, case studies en open vragen.’ En wie kijkt er na? ‘We voorzien in modelantwoorden. Meerkeuzevragen worden door een computersysteem nagekeken. Voor de open vragen komt er een combinatie van een computercheck op basis van het modelantwoord en peer review, waarbij de studenten elkaars werk nakijken.’ Vallen er studiepunten te verdienen? ‘Neen. Het is wel zo dat men een certificaat kan verdienen, maar het levert geen vrijstellingen voor de studie rechten op. Het is ook geen officieel vak van de Universiteit Leiden, maar een vak dat op het Coursera platform wordt aangeboden.’ Wat valt er te leren? ‘Het is een inleiding in het Europees recht. Veel van de studenten komen van buiten de EU, dus voor hen is het wellicht een eerste kennismaking. We proberen heel toegankelijk uit te leggen wat de Europese Unie is, hoe zij functioneert, welke rechten en plichten burgers en ondernemingen aan het Europees recht ontlenen.’ Stel: in een 17-jarige deelnemer uit Djibouti blijkt een geniaal jurist te schuilen… ‘Indien hij of zij interesse toont om Europees recht te studeren in Leiden, hebben we wel beurzen ter beschikking om zo iemand hierheen te halen. Ons eerste doel is om een groot publiek aan te spreken en aan kennisverspreiding te doen. Hiernaast speelt uiteraard ook mee dat we hopen dat het mensen inspireert om in Leiden rechten te komen studeren.’ Als dit experiment bevalt, wat brengt dan de toekomst? ‘Dit is een try-out, met mij als proefkonijn als het ware, om vast te stellen of Leiden verder wil met Coursera. Als het experiment bevalt, dan kunnen er in de toekomst nog andere MOOCS aangeboden worden vanuit Leiden. Leiden kan ook beslissen om officieel partner universiteit te worden van Coursera: daartoe is vereist dat minimaal 3 MOOCS worden aangeboden.’
Lullepot nieuwe stijl Foto Marc de Haan
En komen er ook ooit vakken met echte studiepunten? ‘Dat ligt enigszins in de lijn der verwachtingen. Ik kan me voorstellen dat er ooit een financieel model bij Coursera komt, waarbij mensen betalen voor onderwijs. Bijna niemand verwacht dat over vijf jaar alles nog gratis is. Je kan moeilijk van een hoogleraar verwachten dat hij zich vijf maanden lang pro bono inzet voor een vak; dit is niet iets dat je eventjes tussen de soep en de aardappelen doet.’ BB
4 Mare · 24 januari 2013 Nieuws
Cao-onderhandelingen Leden van Abvakabo FNV kunnen tot en met 31 januari stemmen op het onderhandelaarsakkoord dat op 12 december vorig jaar is bereikt tussen vier vakbonden en werkgeversorganisatie VSNU. De onderhandelaars zijn het eens geworden over een lichte loonstijging voor werknemers aan de universiteiten. Het betreft een loonstijging van 1 procent per 1 januari 2013 en nogmaals 1 procent per 1 september 2013. Wel wordt onder andere de seniorenregeling afgeschaft. Daarbij hield een voltijds werknemer van 59 jaar of ouder het recht op een werkweek van vier dagen met behoud van volledig salaris. Dinsdag werd in het Pieter de la Court-gebouw in Leiden een toelichting gegeven over het onderhandelingsakkoord. Rinny Kooi, voorzitster van de vakbondsdelegatie Leiden voor de Abvakabo, erkent dat er pijnpunten zijn, maar zegt ook: ‘Werknemers die ontslagen moeten worden, moeten straks beter begeleid worden naar een andere baan. Dat is een pluspunt.’ Onder de leden is dinsdag geen peiling gehouden wie er voor en tegen zullen stemmen. Kooi: ‘Persoonlijk stem ik vóór.’
Nederland in top 5 Nederland staat 5e in de Global Competitiveness Ranking en is daarmee twee plaatsen gestegen ten opzichte van vorig jaar. Andere innovatieve kennisnaties die dit jaar boven Nederland zijn geëindigd, zijn Zwitserland, Singapore, Finland en Zweden. Dat blijkt uit het rapport van het World Economic Forum (WEF). Volgens dat rapport scoort Nederland onder andere goed in de sector onderwijs. Nederlandse managementscholen staan op de negende plaats op de wereldranglijst. Dat is een verbetering van één plaats vergeleken met een jaar eerder. Wat betreft de internettoegang op scholen vallen we net buiten de top 3. Op nummer 2 van de wereld staat Nederland, net als vorig jaar, met de beschikbaarheid van onderzoeks- en opleidingsdiensten.
Promoveren blijft een baan Raad van State negatief over ‘promotiestudent’ Studenten die willen promoveren hoeven niet meer bang te zijn dat ze tijdens hun vierjarige promotie collegegeld moeten betalen en van een beurs moeten leven. Promoveren blijft namelijk vooralsnog betaald. Dat blijkt uit de reactie van minister van Hoger Onderwijs Jet Bussemaker op het advies van de Raad van State. De Raad, het hoogste adviesorgaan van de regering, adviseerde het kabinet vorige week om de invoering van de promotiestudent te heroverwegen. De aangevoerde argumenten brachten Bussemaker ertoe voorlopig af te zien van de ‘promotiestudent’. In de huidige situatie zijn promovendi werknemers van de universiteit die betaald krijgen en vaak les geven aan bachelorstudenten. Een
Door Sebastiaan van Loosbroek
promotiestudent krijgt echter niet betaald, maar ontvangt een beurs. Daarnaast moet hij onderzoek verrichten en onderwijs volgen, maar zonder zelf college te geven. De invoering van de promotiestudent zou voor universiteiten betekenen dat ze goedkoper het aantal promoties kunnen verhogen, omdat zij dan geen sociale premies en wachtgelden hoeven te betalen. Volgens de Raad schuilt hierin het risico dat universiteiten op grote schaal werknemers-promovendi gaan vervangen door promotiestudenten. Promoveren in Nederland wordt dan minder aantrekkelijk, wat buitenlandse studenten kan weerhouden hierheen te komen. Vooral voor de exacte wetenschappen zou dit nadelig zijn, omdat een groot deel van die promovendi uit het buitenland afkomstig is. De Raad verwacht verder dat studenten in fiscaal recht en economie eerder
zullen kiezen voor een carrière in het bedrijfsleven. Bovendien bouwen promotiestudenten geen pensioen op en doen ze niet de relevante ervaring op als docent. De Raad denkt dat er zo een ongelijke verhouding zal ontstaan tussen promotiestudenten en werknemer-promovendi. Hoewel het kabinet nu heeft besloten van het plan af te zien, laat Bussemaker in haar reactie weten wel op beperkte schaal te willen experimenteren met promotiestudenten. Dat moet uitwijzen of de door de Raad aangestipte risico’s zich daadwerkelijk zullen voordoen. Voorzitter van Promovendi Netwerk Nederland Patrick Tuijp is ‘blij dat de minister het advies van de Raad van State ter harte heeft genomen. Wij brengen de argumenten van de Raad al jaren naar voren, maar het is goed dat er nu over wordt nagedacht.’
Jojo-wetgeving De langstudeerboete is sinds dinsdag definitief begraven. De wetswijziging waarbij de boete werd teruggetrokken, kreeg een ruime meerderheid in de Eerste Kamer. Alleen PVV en SGP stemden tegen. De langstudeerdersmaatregel was een idee uit het vorige kabinet; bij het aanstellen van Rutte-II riepen VVD en PvdA meteen dat ze hem zouden terugdraaien. Diverse senatoren benadrukten dat ze de gang van zaken betreurden. ‘Deze jojo-wetgeving is de Eerste Kamer onwaardig’, verwoordde Ruard Ganzevoort van GroenLinks het. De PVV, bij monde van Ronald Sörensen, was juist voor de boete. ‘De boete is maar vrij kort geldig geweest, en uit verificatie in mijn eigen stad blijkt dat studenten hun uiterste best doen om tentamens te halen. Laten we eerlijk zijn: daar zitten ze ook voor.’
Holleeder Voormalig crimineel Willem Holleeder werd ‘feitelijk opgegeven’ toen hij in 2007 met zijn hartaanval binnenkwam bij het LUMC. Zijn familie had al afscheid van hem genomen. Dat meldde hij in zijn column in Nieuwe Revu van deze week. Hij had eigenlijk veel eerder opgenomen moeten worden, maar de gevangenisarts dat hij zich aanstelde. Dankzij de Leidse expertise bleef hij in leven.
De Raad van State vindt dat het gelijktrekken van hbo- en wo-bachelortitels leidt tot ‘de ontkenning van een onderscheid binnen het hoger onderwijs dat er wel degelijk is en ook in het maatschappelijk verkeer als belangrijk wordt aangemerkt’. Dat staat in een advies over het wetsvoorstel kwaliteit in verscheidenheid hoger onderwijs. In dat wetsvoorstel staat dat afgestudeerde hbo’ers voortaan net als wo’ers ‘of Arts’ en ‘of Sciences’ achter hun bachelortitel mogen zetten. De reden daarvoor is dat de huidige hbo-titulatuur internationaal niet altijd voldoende herkenbaar is. Op diplomasupplementen moet de vooropleiding nog wel worden vermeld. De Raad van State vindt die argumentatie onvoldoende en wijst erop dat de verschillen tussen hbo en wo in Nederland groter zijn dan in bijvoorbeeld Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. In een reactie benadrukt het kabinet het belang van heldere titulatuur op de internationale arbeidsmarkt. Maar het kabinet vindt de kwaliteiten van een persoon ‘en niet de weg daar naartoe via hetzij een wo-, hetzij een hbo-opleiding’ het belangrijkst. Bovendien zal de NVAO de toevoegingen eerst toetsen. Het is nu aan de Tweede Kamer om over het voorstel en het advies te oordelen. MvW
Hoe de luister verdween
NWO-geld Subsidieverstrekker NWO heeft een nieuwe pot geld voor onderzoek naar ‘kwaliteit van leven’. Gepromoveerde universitaire wetenschappers mogen aanvragen doen, maar moeten wel tenminste één partner van buiten Academia meenemen. Medicus zijn is niet verplicht, maar de vraag hoe de kwaliteit van leven in de gezondheidszorg kan worden verbeterd staat wel centraal. In totaal heeft NWO 2,6 miljoen te verdelen voor dit programma, de maximale subsidie per deelnemend samenwerkingsverband is vier ton. Aanvragen kan tot 4 april.
‘Verschil titulatuur moet blijven’
Twee jaar geleden kregen politicologiestudenten die hun propedeuse hadden gehaald, nog een feestelijke uitreiking. Nu overheerst de soberheid. Helaas, volgens sommigen.
Sjaarzen tegen brandgevaar Veel studentenhuizen zijn maar één week per jaar brandveilig: als de aangekondigde controle door de brandweer eraan komt. Twee criminologiestudentes onderzochten het probleem. Daniëlle Ohler en Mariska Peeters, wie is er eigenlijk verantwoordelijk voor brandveiligheid? Peeters: ‘De huisbaas is verantwoordelijk voor de installatie: brandmelders, blusapparaten, vluchtwegen etc. De studenten zijn verantwoordelijk voor het gebruik; vluchtwegen vrijhouden bijvoorbeeld, en melden dat het brandalarm stuk is.’ Dat gaat niet in alle studentenhuizen even goed… Peeters: ‘Het gevoel dat ze er zelf verantwoordelijk voor zijn ontbreekt vaak, of het houdt op bij de eigen kamerdeur of verdieping. Ze weten best dat er geen bierkratten in de
gang mogen staan, maar denken dat iemand anders het wel regelt. En ze zijn laks, natuurlijk.’ Ohler: ‘Bovendien verhuist bij de SLS zo’n veertig procent van alle studenten door in een jaar, dat draagt bij aan de diffusie van de verantwoordelijkheid. En als een huis eindelijk weet hoe het zit met de regels, verhuist iedereen weer door.’ Bijna iedereen vindt regels over branddeuren gezanik, totdat het pand daadwerkelijk afbrandt. Wie is er dan verantwoordelijk? Peeters: ‘In principe de verhuurder, tenzij hij kan aantonen dat het echt de schuld is van de huurder. Bovendien heeft de huurder de wettelijke vastgelegde plicht om een goede huurder te zijn en dus het huis brandveilig te gebruiken. De brandweer vindt overigens vooral de vluchtwegen belangrijk, omdat zelfs in het veiligste huis nog brand kan uitbreken.’
Jullie vroegen onder meer aan de studenten zelf wat er zou moeten veranderen. Ohler: ‘Voorlichting is heel belangrijk. De veiligheidsdagen van de SLS worden heel positief ervaren, maar die zijn alleen voor nieuwe huisoudsten. Daarnaast willen studenten een stok achter de deur, ze geven zelf aan dat boetes goed zouden helpen. Of dat ook echt gaat helpen, weten we niet. Het zou leuk zijn als de brandweer en de gemeente iets met de aanbevelingen gaan doen, zodat andere studenten volgend jaar kunnen onderzoeken of het heeft gewerkt.’ Zijn jullie eigen studentenhuizen inmiddels brandveiliger? Peeters: ‘Nee, maar er wordt wel meer over gepraat en nagedacht.’ Ohler: ‘Vaak zijn het relatief kleine dingen, zoals oud papier in de gang. Daar hebben we de nieuwe sjaarzen op gezet.’ BB
Een tijdje terug was het een terzijde in de notulen van de faculteitsvergadering Sociale Wetenschappen. ‘Het afgelopen jaar is de opleiding Politieke Wetenschap gestopt met de feestelijke propedeuse-uitreiking. Studenten kunnen de bul afhalen bij de onderwijsbalie. Studenten vinden juist de ceremonie heel belangrijk, zeker nu de druk op studeren steeds hoger wordt, en vragen zich af of de beslissing teruggedraaid kan worden.’ Reden voor de versobering zou de geringe aandacht onder studenten zijn voor deze gebeurtenis. Cheyen Bannenberg is bestuurslid van SPIL, de studievereniging van politicologie. Hij vertelt dat hij verleden jaar zijn propedeusebul kreeg. Hij kon die gaan afhalen aan het onderwijssecretariaat. Meer dan een vriendelijke handdruk van een medewerker zat er niet in qua ritueel. Hij zei de zakelijkheid van het geheel enigszins te betreuren. In Leiden geeft iedere opleiding een eigen draai aan de uitreiking. Soms krijgt de gelukkige een roos en een toespraak, soms is er een plechtige proclamatie en soms is het inderdaad meer een administratieve handeling. De suggestie van het faculteitsbestuur om eventueel een handtekeningactie op te starten en die vervolgens neer te leggen bij de opleidingscommissie is volgens SPIL niet opgepikt. Niels van Willigen, voorzitter van de bacheloropleidingscommissie, verklaart dat er geen plannen zijn om de feestelijkheden weer terug te brengen. TB
24 januari 2013 · Mare 5 Nieuws
Kabinet zet leenstelsel door Student moet 15.000 euro lenen Het kabinet wil dan toch in 2014 een sociaal leenstelsel invoeren. Dat blijkt uit een brief die minister voor het Hoger Onderwijs, Jet Bussemaker (PvdA), eind vorige week naar de Tweede Kamer stuurde. Een student gaat 14.700 euro lenen voor vier jaar studeren. Door Vincent Bongers Volgens Bussemaker betaalt de overheid nu gemiddeld 25.000 euro voor een opleiding van vier jaar. Daar komt de studiefinanciering nog bij. En dat terwijl afgestudeerden bovengemiddeld verdienen. ‘Dat kan en moet socialer’, schrijft de minister. Op de website van haar ministerie belooft ze dat het geld dat de bezuiniging op de studiefinanciering op-
levert, ten goede komt aan het hoger onderwijs. Het gaat om 1,2 miljard euro. In de brief aan de Tweede Kamer staat dit niet expliciet vermeld. Afgestudeerden krijgen 15 jaar om hun lening af te lossen. Vijf jaar opschorten bij geldgebrek is mogelijk. Lenen kan tegen ‘een gunstige rente’, nu is deze 0,6 procent. Twee jaar na afronding van de studie beginnen de betalingen. Het bedrag per maand is inkomensafhankelijk. Mocht aan het einde van de periode nog niet hele bedrag zijn afgelost, dan wordt de restschuld kwijtgescholden. Studenten met ouders die niet meer verdienen dan 46.000 euro kunnen nog steeds een aanvullende beurs aanvragen. Deze bedraagt maximaal 252 euro per maand. Studenten die vanwege ruzie niet kunnen aankloppen bij hun ouders,
of wier ouders onvindbaar zijn, krijgen geen aanvullende beurs meer. Daardoor kunnen circa 17.500 studenten die nu een aanvullende beurs hebben, deze gedeeltelijk of geheel kwijt raken. Studenten die nu aan een bachelor of master bezig zijn, vallen niet onder het stelsel. Bachelorstudenten die aan een master beginnen in het collegejaar 2014/2015 zijn wel de klos. Bussemaker stipt in de brief ook nog aan dat het kabinet in 2016 de ov-kaart wil vervangen door een kortingskaart. Het is nog twijfelachtig of de plannen uitgevoerd kunnen worden. In de Tweede Kamer heeft de coalitie van VVD en PvdA een meerderheid. Dat is in de Eerste kamer niet het geval. Meerdere partijen hebben al duidelijk laten weten niet akkoord te
gaan met het stelsel. Studentenvakbond LSVb vindt op haar website dat Bussemaker de ‘botte bijl in de studiefinanciering’ zet. Erg boos is de bond over het schrappen van de aanvullende beurs voor studenten ‘weigerachtige en onvindbare ouders.’ Studentenorganisatie ISO is bang dat de financiën van ouders nu weer een zeer grote rol gaan spelen bij de studiekeuze. Universiteitskoepel VSNU kan zich vinden in de plannen van het kabinet voor de invoering van een sociaal leenstelsel als manier om de kwaliteit van het hoger onderwijs te verhogen. Voorwaarde is wel dat opbrengsten van het leenstelsel worden ingezet voor de kwaliteit en onderzoek in het hoger onderwijs.
Universiteit moet Nog geen definitief studieadvies geven besluit Hebreeuws Scholieren die zich voor 1 mei inschrijven voor een studie, krijgen het recht op studieadvies. Dat blijkt uit het wetsvoorstel Kwaliteit in Verscheidenheid, dat minister voor het Hoger Onderwijs, Jet Bussemaker (PvdA), naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het advies kan bijvoorbeeld in de vorm van een gesprek. Maar het volgen van proefcollege is ook een mogelijkheid. Het studiekeuzeadvies is geen selectie-instrument en is alleen bedoeld om studenten een beter beeld van een opleiding te geven. De minister hoopt dat studenten door het advies makkelijker een studie vinden die bij hen past. Nog altijd vallen er veel te veel studenten in het eerste jaar uit. Uit het voorstel blijkt ook dat de het kabinet de verschillen tussen studies wil vergroten. Vooral excellente studenten moeten meer mogelijkheden krijgen. Universiteiten en hogescholen mogen excellentieop-
leidingen starten. Deze studies mogen ook een hoger collegegeld vragen en eisen voor deelname stellen. De Raad van State, het hoogste adviesorgaan van de regering, heeft kritiek op de plannen. De Raad is het eens met het voornemen om meer opleidingen voor excellente studenten te beginnen, maar merkt op dat dit niet ten koste mag gaan van de gemiddelde student. ‘Ook deze groep is hard nodig in de kenniseconomie. Grotere verschillen tussen opleidingen mogen er verder niet toe leiden dat het stelsel van hoger onderwijs onoverzichtelijk wordt, waardoor studenten en werkgevers niet meer weten wat het niveau van een bepaalde opleiding is.’ De Raad merkt ook op dat er duidelijkheid moet komen over de rechten van scholieren die zich na 1 mei inschrijven voor een studie. Het lijkt nu net alsof zij geen recht op inschrijving hebben en dat kan volgens de Raad niet de bedoeling zijn. VB
Afgelopen dinsdag maakte het college van bestuur het voorgenomen besluit bekend om de bacheloropleidingen Joodse en Hebreeuwse studies en godgeleerdheid te laten verdwijnen vanaf september 2014. De faculteit geesteswetenschappen had dit besluit al eerder genomen. Het is de bedoeling dat de expertise behouden blijft in bestaande opleidingen. Inmiddels is op de universiteitswebsite te lezen wat de gevolgen zullen zijn voor huidige en toekomstige studenten. Dat is tegen het zere been van masterstudent Hebreeuws en Aramees Hannes Vlaardingerbroek (31): ‘Het besluit is nog niet helemaal definitief. Zo wordt het haast wel gebracht, zodat iedereen er vast aan kan wennen en niemand straks nog in verweer komt.’ Met het bericht van het college van bestuur worden de studies inderdaad nog niet definitief opgedoekt, want de universiteitsraad
moet nog instemmen. De raadsleden stellen op 4 februari een document op waarin ze al dan niet instemmen met het voornemen. Op 11 februari zullen ze dat bespreken met het college. De kans is aanwezig dat de universiteitsraad niet zomaar instemt. ‘De faculteit geesteswetenschappen heeft namelijk beloofd om de opleidingen in te bedden in bestaande brede bachelors, voor het behoud van de expertise. Hiervoor is echter nog altijd geen inhoudelijk plan gepresenteerd, wat pijnlijk is, zeker voor de huidige studenten’, laat Marc Newsome, universiteitsraadslid voor BeP, weten. Zonder dat plan wil BeP overigens niet meteen tegen stemmen. Newsome: ‘Dat zou te veel negatieve gevolgen kunnen hebben voor andere opleidingen. Wel willen we mogelijk het definitieve besluit opschorten tot het plan er wel ligt.’ Partijen PhDoc en LVS laten weten een ‘eender statement’ te hebben. SGL en CSL benadrukken het be-
Brand Blauwe Schuit snel geblust Woensdagochtend brak er brand uit bij studentenzeilvereniging de Blauwe Schuit. Iets voor zevenen ontdekten leden rookontwikkeling, en zij schakelden de brandweer in. Boven de watersportverenigingen in Leiderdorp liggen studentenwoningen; politie en brandweer besloten die te evacueren. ‘Omdat er zich woningen boven de loods bevinden, hebben we groot uitgepakt met materiaal’, vertelt Angélique de Regt van de Brandweer Hollands Midden. ‘De brand zag er indrukwekkend uit, maar was snel geblust.’ De brandweer zoekt nog uit wat de precieze oorzaak was, vermoedelijk waren doeken met olie gaan broeien. De Regt benadrukt dat de veiligheidsvoorzieningen van de Schuit in orde waren. ‘De eigenaar heeft zijn verantwoordelijkheid zeker genomen.’ Bestuurslid Viktor Haaksman woont boven zijn vereniging, en was een van de leden die de brand vaststelde. ‘Gelukkig waren we er op tijd bij, daardoor zijn de gevolgen beperkt gebleven.’ De deur van de ruimte is geschroeid en er zijn wat ramen gesprongen, maar de boten en andere inboedel zijn ongeschonden. ‘Er is veel roet, maar dat is schoon te maken’, aldus Haaksman. Hoe groot de schade precies is, is onduidelijk: de schade-expert van de verzekering was bij het ter perse gaan van deze Mare nog niet langs geweest. Alle activiteiten van de Blauwe Schuit kunnen gewoon doorgaan. BB
lang van een goed toekomstplan, maar willen pas verdere uitspraken doen na de besprekingen. Andere partijen waren niet bereikbaar of hadden het voorgenomen besluit nog niet gelezen. De mogelijke opschorting was eigenlijk onnodig, vindt Newsome. ‘In de laatste universiteitsraad wilde de rector magnificus niet over de kwestie praten, omdat het volgens hem een faculteitszaak was. Maar nu zijn wij wel degenen die de laatste beslissing moeten nemen. Als we toen een negatief signaal hadden kunnen afgeven over het ontbreken van een plan, had daar nog aan gewerkt kunnen worden.’ MvW
Student met bijbaan meer te besteden Studenten met een uitwonende beurs en een bijbaan gaan er komend jaar financieel iets op vooruit. De student die met zijn bijbaan 5000 euro bruto per jaar verdient, zal komend jaar maandelijks 10 euro meer te besteden hebben.
Foto Taco van der Eb
Dat blijkt uit de nieuwe koopkrachtcijfers van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) die vorige week bekend zijn gemaakt. De student is het enige huishoudtype dat op een koopkrachtstijging kan rekenen. Alle andere huishoudens zullen in 2013 juist minder te besteden hebben. De hardste koopkrachtdaling is voor een echtpaar van 65+ in de AOW met een aanvullend pensioen van tezamen 40.000 euro. Gemiddeld gaan zij er 194 euro per maand op achteruit. Het Nibud, dat de koopkracht-
stijging heeft uitgerekend, benadrukt dat de cijfers gebaseerd zijn op gemiddelden en versimpeld zijn. ‘Bij de berekening gingen we uit van een inkomen van 5000 euro per jaar omdat de meeste studenten met een bijbaan ongeveer dat bedrag verdienen’, aldus een woordvoerder. Verdien je meer dan 5000 euro, betaal je meer belasting en ga je er dus niet méér op vooruit. De stijging van het collegegeld is niet in de berekening meegenomen. ‘We maken algemene berekeningen naar aanleiding van de inflatiecijfers.’ Met specifieke omstandigheden heeft het Instituut dan ook geen rekening gehouden. Verder adviseert het Nibud iedereen een buffer aan te leggen voor eventuele zorgkosten nu het eigen risico is verhoogd. ‘Als je uitglijdt in de sneeuw en je hebt geen geld apart gelegd, heb je een probleem.’ SvL
6 Mare · 24 januari 2013 Schapenboer Kees Kikkert en student Warner Tjon Sie Fat Foto Vincent Bongers
Achtergrond
Van Texelaars en overkanters > Vervolg van de voorpagina Tjon Sie Fat wil graag weten wat Texelaars nu eigenlijk van cultuur vinden. ‘Er wordt maar van alles op de Unesco Werelderfgoedlijst gegooid. Het Waddengebied staat er ook op. Bepaalde beleidmakers maken die keuze. Wat vinden de eilandbewoners daar eigenlijk van?’ Ook wil hij meer weten over de Texelse identiteit, als er al zoiets bestaat. Het gastgezin van Warner mag in ieder geval aanspraak maken op authenticiteit. Kees Kikkert (58) is geboren en getogen Texelaar en fokt schapen (uiteraard Texelaars) en paarden. Ook zijn vrouw Ans (54) woont al heel haar leven op het eiland. Zij staat in de zomer achter een ijskar en heeft net een nieuw wellness-product in de markt gezet. ‘We wikkelen naar oud eilandgebruik mensen in schaapswol’, aldus Ans Kikkert.’ Dat is goed voor de spieren en zeer ontspannend. We noemen het Woolness Texel.’
‘Het liefst willen we onafhankelijk zijn’ Volgens de Kikkerts is er wel een verschil tussen Texel, de andere Waddeneilanden en het vasteland. ‘Mensen die niet van Texel komen, noemen we overkanters,’ zegt Kees. ‘Hier op het gemeentehuis werken veel mensen van de overkant. Die komen ons dan toch even vertellen wat we moeten doen. We zouden natuurlijk het liefst onafhankelijk zijn. Maar ja…’ Ans: ‘Dat zeggen we met een dikke knipoog.’ Tjon Sie Fat probeert zoveel mogelijk mensen te spreken om meer te weten te komen over de relatie tussen Texelaars en overkanters. En daar hoort specifieke terminologie bij. ‘Ik was in het café bij de veerboot naar Den Helder en daar omschreef een van de bezoekers een “overkanter” als een “Helderse kraai”. Die had ik nog niet eerder gehoord.’ Hij is er inmiddels achter dat er niet zoiets bestaat als een Waddencultuur. ‘Behalve in de zomer zijn de andere eilanden moeilijk te bereiken en je hebt er minder voorzieningen dan op Texel. Een Texelaar heeft niet echt iets met Schiermonnikoog.’ Op Texel wonen mensen uit alle windstreken. Charlotte Dijkhuizen (20) en Sabine Tonnon (19) doen onderzoek naar migranten op Texel. ‘Hoe aarden ze hier en hoe denken Texelaars over hen. Blijven het buitenstaanders of worden ze opgenomen in de gemeenschap’, zegt Dijkhuizen. Tonnon: ‘Veel kunnen we nog niet zeggen over het onderzoek maar het is ons opgevallen dat Texelaars zeggen dat er eigenlijk nauwelijks mensen van buiten Nederland op het eiland werken. Die zijn er best wel. We hebben bijvoorbeeld al een Braziliaanse gesproken. Die had een lijst van dertig buitenlandse migranten. De groepen lijken langs elkaar heen te leven.’ Dijkhuizen en Tonnon gaan met de lijst in de hand op zoek. Ze bellen aan bij de familie Boekel die bij de dijk in Oudeschild woont. Mylene Boekel (43) is geboren op de Filippijnen en ontmoette zeventien jaar geleden in Hong Kong de Texelse kapitein Kees Boekel (51), die vroeger in de bagger en nu in de offshore werkt. De vonk sloeg over en Mylene kwam op het eiland terecht en de twee hebben inmiddels drie kinderen. ‘Ik kwam hier in de wintertijd. In Hongkong, waar ik als au pair werkte, is het ook best koud maar niet zoals hier. Het weer
en de taal waren in het begin lastig. Daar kwam bij dat Kees vaak voor zijn werk een paar maanden achter elkaar weg was.’ Mylene vindt dat ze goed is opgevangen. ‘Ik ga nu ook nog voornamelijk om met Texelaars. Ik voel me ook deel van de gemeenschap. Ik ben toen ik hier kwam geaccepteerd door Kees z’n vrienden. En intussen heb ik een eigen netwerk opgebouwd. Ik voel me Texelaar. ‘Ik mis wel het eten. De kinderen houden niet zo van Filippijns eten. Er zijn wel wat andere Filipino’s op het eiland en we zoeken elkaar wel op.’ De studenten willen ook weten of Mylene wel eens is gediscrimineerd wordt. ‘Nee, dat niet. Maar soms hoor je wel eens wat. Ik werk in een restaurant. Dan hoor je wel eens grappig bedoelde opmerkingen als: “Oh, sambal bij.” Ik vind dat niet prettig. Ik ben een Filipino, geen Chinese.’ Eenmaal buiten stellen Tonnon en Dijkhuizen vast dat het verhaal dat Mylene Boekel vertelt contrasteert met wat zij tot nu toe hebben gehoord. ‘Het is interessant dat zij vindt dat migranten en Texelaars wel veel contact hebben’, zegt Dijkhuizen. ‘Zij ziet het niet als twee gescheiden werelden.’ Terug op de Klasina-J is skipper Vonk inmiddels pas echt op stoom gekomen en legt aan Horsthuis en Spruit uit dat zelfs op een eiland als Texel er flinke culturele verschillen zijn: ‘Ik kom van de Waddenkant. Ik ben opgegroeid iets ten noorden van Oosterend tussen de eenden- en kievitseieren. Oosterend is het Jeruzalem van Texel. Den Burg is de stad, wat moderner. En Oudeschild is een rood en goddeloos dorp.’ En passant legt hij ook nog uit dat er tussen verschillende plaatsen huwelijkslijnen lopen.’ Ik zie er inteelterig uit maar er is de nodige uitwisseling van huwelijkspartners tussen Den Hoorn, dat in het zuidwesten ligt, en Oosterend. ‘Er moet af en toe wat nieuw bloed bijkomen.’ VB
(vlnr) Studenten Elva Lilja Horsthuis, Ilse Spruit en visser Adrie Vonk Foto Edo Kooiman
Ontslagen farmacoloog boos Universiteit zou ‘intimiderend’ hebben gehandeld De sectie medische farmacologie van de bètafaculteit is vorig jaar wegbezuinigd. Universitair hoofddocent Melly Oitzl (57) is een van de medewerkers die haar baan verloor. Ze kwam in een herplaatsingstraject terecht. Er volgde geen nieuwe baan maar een strijd. Oitzl en haar echtgenoot Berry Spruijt, hoogleraar ethologie en dierenwelzijn aan de universiteit Utrecht, beklaagden zich bij de commissie voor beroep en bezwaar van de universiteit over de manier van werken van de faculteit. Deze commissie adviseert het college van bestuur over bezwaarschriften. Afgelopen donderdag werden beide partijen gehoord. Waar draait het allemaal om? Oitzl diende een verzoek voor drie maanden spaarverlof in. Zij wilde die periode in het buitenland doorbrengenom daar de herplaatsingsactiviteiten voort te zetten. Goedkeuring van dat verlof kwam er niet. Maar het werd ook niet voor
Door Vincent Bongers
vertrek naar het buitenland afgewezen. ‘En het verlof is meerdere keren voorgelegd’, vertelt Spruijt, die voor Oitzl het woord voert, aan de commissie. Er is ook nooit kritiek geleverd op de herplaatsingactiviteiten van Oitzl. ‘Van die activiteiten is verslag gemaakt en die zijn goedgekeurd zonder enig bezwaar.’ Volgens de advocaat Jan-Paul van Zanten die de zaak voor de universiteit voert, mocht Oitzl echter niet vertrekken van de universiteit. Er volgden maatregelen. Op 25 mei krijgt Oitzl in het buitenland een brief waarin staat dat het onacceptabel is dat zij drie maanden in het buitenland verblijft en dat het verlof niet is goedgekeurd. Daarop volgt een paar dagen later een brief waarin zij van plichtsverzuim wordt beticht en dat er mogelijk maatregelen volgen. ‘Dreigen met direct ontslag zelfs’, aldus Spruijt. ‘Dat is disproportioneel en intimiderend.’ Oitzl was immers altijd bereikbaar en was in staat om binnen 24 uur aan te treden voor sollicitaties. ‘Ze hield mobiel kantoor en we zijn nooit
verder dan 100 kilometer van een vliegveld geweest. Er is overigens nergens aangegeven dat verblijf in het buitenland niet mag.’ Van Zanten stelt dat de brief is bedoeld als waarschuwing en een sturende maatregel was om Oitzl weer op de juiste koers te krijgen. Spruijt: ‘De brief kregen we op 25 mei. Die zou al op 14 mei zijn verstuurd. Het merkwaardige is dat op 15 mei Oitzl een gesprek met de toenmalig bètadecaan Sjoerd Verduyn Lunel had. Die zegt tijdens het gesprek niets over die brief en meldt ook niet dat ze in overtreding is. Dat vind ik falend leiderschap. Zo lok je uit. Een schande.’ Van Zanten vindt dat Oitzl zelf over het verlof had moeten beginnen. ‘Dat is de wereld op zijn kop’, zegt Spruijt. Overigens vindt hij dat de faculteit mogelijk valsheid in geschrifte heeft gepleegd. ‘De brief is denk ik niet eens op 14 mei geschreven maar geantidateerd. Die is pas na het gesprek met Verduyn Lunel opgesteld.’ Commissievoorzitter Van Loon gaat Verduyn Lunel vragen wat er
volgens hem is gezegd in het gesprek van 15 mei. Overigens zijn Oitzl en Spruijt niet te spreken over de steun van de faculteit in het vinden van een baan. ‘De decaan heeft drie telefoontjes gepleegd’, aldus Spruijt. ‘Waarvan er eentje gelogen is.’ Hij zou namelijk gebeld hebben met Edward de Haan, decaan van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de universiteit van Amsterdam. ‘Maar De Haan weet van niets.’ Van Loon: ‘Stel dat u gelijk krijgt. Wat wilt u dan precies?’‘Wij willen financiële compensatie en dat er wordt toegegeven dat er nooit een officiële afwijzing van het verlof is geweest.’ aldus de echtgenoot van de gedupeerde. Oitzl neemt tot slot zelf het woord: ‘Er is nooit op een normale manier met ons gesproken. Ik hou mij steeds bezig met mijn toekomst: een nieuwe baan. Daar is het mij altijd om gegaan. Ik heb geen vakantie gehouden en dan krijg je zo’n brief. Dat is heel demotiverend. Het valt mij enorm tegen van de universiteit.’ Het is nog niet duidelijk wanneer het college uitspraak doet.
24 januari 2013 · Mare 7 Wetenschap
Als 17-jarige runde fotograaf Peter de Krom zelf een hok in het Westland, compleet met lichtshow en ruimte voor 108 flesjes bier in de koelkast. Tien jaar later keerde hij terug naar de hokkencultuur van zijn jeugd. Ondanks het verschil in leeftijd was Peter de Krom meer dan welkom bij ‘De Zuipkar’, ‘’t Flessie’ en ‘Het Tapvat’. Hij zag dat de hokkencultuur om meer draait dan bier drinken. Foto Peter de Krom
Dronken door hormonen Lichamelijke rijpheid beïnvloedt alcoholconsumptie Testosteron speelt een grote rol bij drankgebruik onder puber-jongens, ontdekten Leidse psychologen. Voor meisjes en het ‘vrouwelijke’ hormoon oestradiol lijkt het ingewikkelder te zijn. Kleine kinderen worden groot, en dan gaan ze puberen. ‘Volwassenen denken vaak dat pubers alleen maar lastig zijn, maar de puberteit is ook een mooie periode met veel mogelijkheden’, vertelt psychologe Barbara Braams. ‘Pubers zijn bijvoorbeeld beter in het verzinnen van creatieve oplossingen dan mensen die wat ouder zijn.’ Er zijn ook allerlei dingen waar pubers minder goed in zijn: die moeten ze nog leren. Vandaar dat pubers experimenteren. Met makeup, met seks, met internet, en met genotsmiddelen. De hele essentie van het woord ‘experimenteren’ is dat de uitkomst niet vaststaat, en als er geëxperimenteerd wordt met drank of andere harddrugs is die uitkomst lang niet altijd positief. In 2008 trok de Delftse kinderarts Nico van der Lely aan de bel: hij zag steeds meer en steeds jongere kinderen met een alcoholvergiftiging op zijn poli. Sommigen van hen zijn daarna blijvend dommer dankzij de hersenbeschadiging die ze zichzelf aanzopen. Meer begrip van waarom kinderen drinken is dus maatschappelijk relevant. Het is ook relevant voor het promotieonderzoek van Braams, die meer wil begrijpen over hersens in de groei. ‘Het gedeelte van de hersenen dat gaat over beloning – positieve gevoelens bij een bepaalde ervaring – ontwikkelt eerder dan het hersencentrum dat voor beheersing van impulsen zorgt. Dat zorgt voor
Door Bart Braun
een disbalans, en die kan zich uiten in risicogedrag.’ Masterstudent Erik de Water – inmiddels afgestudeerd en zelf promovendus – ging samen met Braams en haar Leidse collega’s Jiska Peper en Eveline Crone aan de slag om meer te weten te komen over drankgebruik bij pubers. De psychologen gingen langs bij middelbare scholen in Leiden, gaven een gastles over hun onderzoek en wierven honderden proefpersonen voor hun experiment. Er zijn allerlei verklaringen denkbaar waarom pubers gaan drinken, en waarschijnlijk zijn meerdere daarvan juist. Ouders spelen een rol, genetica idem, de media ook, de maatschappij als geheel. De Water en co waren vooral geïnteresseerd in de rol van geslachtshormonen. Die experimenteerzucht, avontuurzin, thrill-seeking van pubers is niet uniek voor mensen. Bij allerlei diersoorten zijn het de jong-volwassen dieren die grenzen verleggen, risico’s nemen, verdwalen. Soms leidt dat tot succes, bijvoorbeeld een nieuw territorium, soms werken ze zichzelf in de nesten, maar het punt hier is dat ze het in elk geval niet doen omdat ze de verkeerde televisieprogramma’s hebben gekeken. Blijkbaar zit er iets in jonge dieren wat ze avontuurlijk maakt. Het lijkt erop dat dat ‘iets’ dezelfde geslachtshormonen zijn die ervoor zorgen dat ze van kinderen in volwassen dieren veranderen. Ook bij mensen en alcoholgebruik spelen de geslachtshormonen een rol. Bij jongens is er een relatie tussen de hoeveelheid testosteron, en er zijn aanwijzingen uit eerder onderzoek dat het hormoon oestradiol een verband heeft met drankgebruik bij meisjes. In het vakblad Hormones and Behavior valt te lezen hoe het zit met
de Leidse pubers. De psychologen onderzochten met een enquête het drankgebruik en de mate van geslachtsrijpheid, en bepaalden met een speekseltest de hoeveelheid geslachtshormonen.
Steeds meer jongere kinderen krijgen alcoholvergiftiging Hoe ouder iemand is, hoe groter de kans dat hij of zij al eens gedronken heeft. Maar nog ietsje belangrijker dan de leeftijd is de lichamelijke rijpheid, zo bleek. Dat gold zowel voor jongens als voor meisjes. Bij de jongens was er bovendien een verband tussen de hoeveelheid testosteron en de kans dat ze al eens alcohol hadden gedronken. Een soortgelijk, maar minder sterk, verband was er ook met oestradiol. Bij de meisjes leken dezelfde geslachtshormonen geen verband te houden met drankgebruik. Dat testosteron leidt tot drinken klopt wel met het beeld dat de wereld van dat hormoon heeft. Maar oestradiol? En als het al wat doet bij jongetjes, waarom dan niet bij meisjes? De onderzoekers geven in hun artikel verschillende verklaringen. Misschien ligt het aan de verschillen in concentratie, misschien heeft hetzelfde hormoon andere effecten op jongens dan op meisjes. Bij meisjes speelt de maandelijkse cyclus een rol, en hoewel ze allemaal op dezelfde dag binnen de cyclus hormonen verzameld hebben was er mogelijk wel een verband gevonden als op een ander tijdstip was gemonsterd. ‘Hormoonmetingen blijven lastig’, aldus Braams. ‘We hadden eigenlijk
verwacht bij de meisjes ook een effect te vinden. Hoe alles precies met elkaar samenhangt moet nog worden uitgezocht.’ Wellicht is het zelfs nog simpeler: het verband tussen oestradiol en drankgebruik bij jongens zou indirect kunnen zijn. Vrouwen maken dat hormoon aan in de eierstokken, maar bij jongens wordt het gemaakt van testosteron. Jongens met meer testosteron hebben dus ook hogere oestradiolspiegels, en het verband tussen oestradiolconcentratie en drankgebruik zou dan bestaan omdat
het testosterongehalte invloed heeft op allebei. Het zou ook nog kunnen dat het stofje dat verantwoordelijk is voor die omzetting, aromatase, van invloed is op drankgebruik. ‘We weten gewoon nog niet in hoeverre die omzetting een rol speelt’, aldus mede-onderzoekster Jiska Peper. ‘Die twee hormonen komen zowel bij jongens als bij meisjes voor, alleen in verschillende mate. Het is juist heel interessant om naar de rol van oestradiol te kijken, omdat het hormoon ook een rol speelt in de ontwikkeling van de hersenen.’
Hersenschade In 2006 adviseerde de Nederlandse Gezondheidsraad dat kinderen onder de 18 geen alcohol zouden moeten drinken. Puur medisch gezien zou dat eigenlijk 21 jaar moeten zijn: op je achttiende zijn de hersens nog niet volgroeid, en juist die delen die het laatste rijpen zijn kwetsbaar voor alcohol. Het aantal kinderen met een alcoholvergiftiging – het topje van de drink-ijsberg –stijgt elk jaar, hun gemiddelde leeftijd daalt en het promillage waarmee ze binnenkomen is elk jaar hoger. Langzaam maar zeker zie je echter de eerste aanwijzingen dat de samenleving gaat beseffen dat ze zichzelf in de vingers snijdt door pubers teveel te laten drinken. Supermarkten zijn er strenger op, en het kabinet Rutte II wil ergens dit jaar de minimumleeftijd voor alcohol ophogen naar achttien jaar. Als een tiener zichzelf het ziekenhuis in drinkt, kost dat niet alleen geld voor de behandeling: er bestaat een serieus risico dat hij of zij blijvende schade ondervindt van alcoholgebruik. Om te beginnen zijn de jonge hersens gevoeliger voor verslaving. Dat zie je terug bij de uitwassen: twintig jaar geleden was de gemiddelde Korsakov-patiënt in de zestig, nu is dat iets meer dan veertig jaar; de jongste patiënt van Nederland is 32. Een puber die vaak en veel drinkt, belemmert daarmee de groei van de zogeheten prefrontale cortex, het gedeelte van de hersenen dat je cognitieve en emotionele beheersing regelt. Sociaal gedrag, planning en het onder controle houden van emoties zijn allemaal taken waar je voorhoofdskwab een grote rol bij speelt, en het zijn ook precies het soort taken die in de huidige maatschappij een verschrikkelijk grote rol spelen. ‘Door drank in de puberjaren kan iemand zich niet ontwikkelen tot wie hij had kunnen zijn’, vat kinderarts Nico van der Lely het samen in zijn boek Onze kinderen en alcohol. Nog concreter: zuipen kost IQ-punten. Meer dan veertig procent van de pubers die met een alcoholvergiftiging is opgenomen, doet het daarna slechter op school dan je op grond van hun cito-scores op de basisschool zou mogen verwachten.
8
Mare · 24 januari 2013 Maretjes De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@ mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciele doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan.
Academische Agenda Prof.dr. R.W.A. Schabas zal op vrijdag 25 januari een oratie houden bij de benoeming tot hoogleraar bij de faculteit der Rechtsgeleerdheid met als leeropdracht International Criminal Law and Human Rights. Prof.dr. J.G. Bethlehem zal op maandag 28 januari een oratie houden bij de benoeming tot hoogleraar bij de faculteit der Sociale Wetenschappen met als leeropdracht Survey Methodologie, in het bijzonder met behulp van Internet. G.J. Lelieveld zal op dinsdag 29 januari om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is: ‘Emotions in negotiations: The role of communicated anger and disappointment’. Promotoren zijn Prof.dr. E. van Dijk, Prof.dr. I. van Beest (Universiteit van Tilburg) en Prof.dr. G.A. van Kleef (Universiteit van Amsterdam).
C. Smyth zal op dinsdag 29 januari om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is: The Common European Asylum System and the Rights of the Child: ‘An Exploration of Meaning and Compliance’. Promotor is Prof. mr. P. Boeles. Y.H. Kim zal op woensdag 30 januari om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is: ‘Mechanistic studies on human histocompatibility antigens in graft-versus-host disease’. Promotor is Prof.dr. E.A.J.M. Goulmy. C.W.M. Holm zal op donderdag 31 januari om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is: ‘Optimizing Pointer Linked Data Structures’. Promotor is Prof.dr. H.A.G. Wijshoff.
Voor rustige, niet-rokende student(e), minimaal tweedejaars: zonnige kamer (11,5 m2) aan het Utrechtse Jaagpad, €259 inclusief energie. Rolgordijnen en laminaat aanwezig. Twee huisgenoten (m), minifusie met eettafel. Bel Carien 5142469 Leiden-Zuid, buurthuis Vogelvlucht. Basisonderwijs: 17 Marokkaanse, Turkse, Somalische leerlingen hebben bijles taal en rekenen nodig. Groep 4 t/m7. Zes leerlingen
met vergoeding van €5,- per uur. Voortgezet onderwijs: Marokkaanse jongen, wiskunde, 3vmbo. Egyptische jongen, wiskunde, brugklas VMBO. Marokkaans meisje, wiskunde, brugklas havo/vwo. Marokkaans meisje, biologie, scheidkunde, 5vwo. Bijles kan ook bij leerling thuis gegeven worden. Ook zoeken wij vrijwilligers voor bijles/huiswerkhulp op twee basisscholen in Leiden en in het Pluspunt in Voorschoten. Onderwijswinkel, Driftstraat 7, ma, woe en do, 15-17u. Tel: 071-5214256. Ons e-mailadres is hdekoomen@owwleiden.nl. Doe iets met je kennis. Help een leerling op streek in 1 uur per week. Leiden-Noord, Onderwijswinkel. Basisonderwijs: 28 Marokkaanse, Turkse, Somalische en Nederlandse leerlingen hebben bijles taal en rekenen nodig. Groep 4 t/m 7. Zes leerlingen met vergoeding
van €5,- tot €7,50. Voortgezet onderwijs: Drie Marokkaanse brugklassers hebben hulp nodig bij Latijn, Nederlands, wiskunde. Marokkaans meisje, wiskunde, economie, Engels, 3havo. Marokkaanse jongen, wiskunde, economie, 4havo. Gediplomeerd docent met veel podiumervaring geeft Dwarsfluitles & Saxofoonles. Meer info: Pieter de Mast. 071 512 82 29 of 06 44154802 Lezing: “Reïncarnatie en de menselijke beperkingen”. Door Het Theosofisch Genootschap. Toegang gratis. Woensdag 30 januari, 20.00 uur. Plaats: Gebouw OnderwijsAdvies, Lorentzkade 15a (vlakbij
Lammenschansweg). Inlichtingen: 071 361 74 17, www.stichtingisis.org. Leuke, actieve OPPAS ( bijv. student) gezocht in gezin met 3 schoolgaande kinderen in Oegstgeest op ma, di of donderdag (waarvan 2 middagen). Goede vergoeding. Aanvang: per direct of in overleg. Info: 070-5118033 Vrijwilligerswerk naast je studie? Verschillende anderstalige mannen willen graag Nederlandstalige mannen ontmoeten om samen te oefenen met de taal. Informatie over Taalontmoetingen: Radius 071707 42 00.
ADVERTENTIE
LOVE IT...
MET AL JE VRIENDEN IN ACTIE KOMEN
‘Wij zoeken collectanten!’
Ben jij tussen ar de 15 en 24 ja r je uu St ? en schrijf je 13 in 20 ril ap 1 tekst voor .n enow u en via www.writ n MacBook ee maak kans op –, een t.w.v. €1.500, of een schrijfcontract etro M in ie publicat Vlaanderen.
KOM OOK IN ACTIE CHECK FIGHTCANCER.NL
gratis advertentie
‘Helpt u mee met onze jaarlijkse collecte? In 2013 van 3 tot en met 8 juni. Dan gaan we weer alles op alles zetten om zo veel mogelijk geld op te halen voor 120.000 mensen met epilepsie. Wilt u helpen? Een paar uurtjes maar. Ik weet zeker dat al die mensen met epilepsie u heel dankbaar zullen zijn. Net als ik. Alvast bedankt!’ Bel 030 63 440 63 Astrid Joosten, ambassadeur
Postbus 270 - 3990 GB HOUTEN - giro 222111 - www.epilepsiefonds.nl
ADVERTENTIE
TONEEL Kleinkunst Toneel & Improvisatie Theatersport Toneelspelen
voorjaar
3
VOLG EEN CURSUS BIJ HET LAK!
WWW.LAKCURSUSSEN.NL TONEEL
MUZIEK
LITERATUUR
DIGITALE FOTOGRAFIE
DANS
BEELDENDE KUNST
Inschrijven via www.lakcursussen.nl of aan balie LAK Cursusbureau, Lipsiusgebouw
BEELDENDE KUNST Olieverf Druktechnieken Portret-Modeltekenen Schilderen Tekenen en schilderen
DANS Afromix Bollywood Klassiek Ballet Egyptisch Buikdansen Hoopdance Jazzy Hiphop
Jazz Modern Dansimprovisatie Moderne Dans Masala Bhangra NIA Urban Dance
ZANG Musicalzang Spelen met je stem
Zangtechnieken Zang Jazzmuziek
LITERATUUR Creatief Schrijven Journalistiek schrijven Scenario Schrijven Verhaalontwerp
FOTOGRAFIE Digitale fotografie Digitale fotobewerking
24 januari 2013 · Mare
9
Opinie
Wetenschap van woekerwinsten Het rendement van Geesteswetenschappen doorgemeten Hebben de Geesteswetenschappen nut? Nu die vraag steeds vaker klinkt, leek het Geeske Langejans en Joanita Vroom een goed plan de wetenschappelijke relevantie eens uit te rekenen. En wat blijkt: ze geven more bang for your buck dan enige andere tak van wetenschap. Het maatschappelijk nut van de geesteswetenschappen is de laatste tijd een hot topic. In diverse publicaties werden geesteswetenschappers opgeroepen zich duidelijker te verantwoorden voor de subsidies die ze ontvangen voor hun bezigheden. Ook in de Academische Boekengids leek dit geluid onlangs te klinken. In ABG #95 (november 2012) stond een ‘review article’ waarin diverse boeken werden besproken met als bindend onderwerp het ‘nut’ van geesteswetenschappen. De recensent Jaqueline Klooster lijkt er een beetje beduusd van. Haar gedachte dat geesteswetenschappen het leven ‘zin’ geven en dat daarin hun ‘nut’ ligt, leidt tot een wat zweverige sluitstuk. De re-
Illustratie: Michiel Walrave
censent meent blijkbaar dat zingeving en dus nut door menigeen wordt gevonden in de kunst, de literatuur en de filosofie, maar wat de geesteswetenschappen hieraan en voor wie precies bijdragen blijft in het ongewisse. Ook een recent betoog in de Volkskrant (27 oktober 2012) dat diende als slotsom van de serie ‘Wetenschapsland Nederland’ bood wat dit betreft geen soelaas. De reeks trachtte de stand van zaken binnen de Nederlandse wetenschap in kaart te brengen, maar de veelbelovende kop ‘Van ongekende waarde’ boven de conclusie kon niet verhullen dat de geesteswetenschappen in het geheel niet aan bod kwamen. Bovendien werd duidelijk dat volgens de scribent in de Volkskrant maatschappelijk nut vrijwel gelijk staat aan financieeleconomische waarde. Dit was nu precies waartegen de auteur in de ABG boekbespreking zich met hand en tand verzetten. Zo wordt in de Volkskrant gesuggereerd, dat Nederlands wetenschappelijk
onderzoek de nationale economie ‘6 tot 100 keer meer’ oplevert dan er aan overheidsgeld is ingestoken. De bijdrage van de geesteswetenschappen in dit succesverhaal is blijkbaar niet te achterhalen, omdat deze niet gemeten kan worden in octrooien of andere criteria uit de ‘ranglijst voor innovatie’. De boodschap is duidelijk: de geesteswetenschappen hebben een onduidelijk ‘nut’ en ze ‘leveren’ slechts weinig op. Dit is een fundamentele misvatting, die niet alleen diep geworteld is in de media en bij het grote publiek, maar tegenwoordig zelfs ook woekert in het academische domein zelf. Dat geesteswetenschappen een bijzonder groot nut hebben en een goudmijn zijn voor de Nederlandse samenleving blijkt overduidelijk als men de waarde ervan toetst volgens de criteria die Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) gebruikt om het ‘nut’ van wetenschap te meten. NWO is een onafhankelijk overheidsorgaan dat het leeuwendeel van de Nederlandse subsidies voor wetenschappelijk onderzoek verdeelt. Deze instelling heeft zichzelf opgeworpen als de instantie bij uitstek die ‘nut’ en ‘maatschappelijke waarde’ van onderzoek beoordeelt. Niet voor niets is ‘kennisbenutting’ nu een belangrijk speerpunt in de huidige NWOstrategie ‘Groeien met Kennis’. Was het tot 2011 nog ‘optioneel’ om voor belangrijke NWO-subsidies (waaronder de Vernieuwingsimpuls) het aspect van ‘kennisbenutting’ toe te lichten, tegenwoordig is dit verplicht. Bovendien heeft NWO zogeheten ‘MeerWaarde’-subsidies ‘voor kennisbenutting binnen de geesteswetenschappen’ in het leven geroepen, zij het dat initiatief eenmalig is. Wat nu is ‘kennisbenutting’ volgens NWO? De organisatie omschrijft het eigen
speerpunt als de toepassingsmogelijkheden van onderzoek in samenwerking met andere wetenschappelijke disciplines en buiten de academische omgeving (http:// www.nwo.nl/onze-ambities/kennisbenutting). Hierbij kan gedacht worden aan technologische, wetenschappelijke, economische en maatschappelijke effecten van onderzoek, en ook aan de toegankelijkheid van informatie .In dit perspectief blijkt dan dat ‘kennisbenutting’ binnen de geesteswetenschappen bijzonder breed en extreem ‘nuttig’ is. Die ‘kennisbenutting’ varieert van advies over de situatie in het Midden-Oosten tot de basisopleiding van eerstegraads talen docenten. Zelfs bij vakgebieden als archeologie blijkt sprake van een hoge mate aan ‘kennisoverdracht aan het brede publiek’. Uiteraard stuiten we hier op de vraag: hoe kan die ‘kennisbenutting’ en ‘kennisoverdracht’ nu precies worden gemeten zodat NWO de ‘meerwaarde’ van geesteswetenschappen meer dan eenmalig onderkent? In wetenschapsland meet men productiviteit onder andere door te kijken naar het aantal publicaties dat voortvloeit uit onderzoek. Publicaties voor een breder publiek bieden in dit perspectief een goede manier om de kennisbenutting van geesteswetenschappen te meten. Laten we dus even meten, want meten is weten. In 2011 financierde NWO 514,2 universitaire geesteswetenschappers (gemeten in fulltime equivalent of fte). Deze 514,2 onderzoekers publiceerden 2.303 wetenschappelijke publicaties en 151 publicaties voor een breder publiek. Per onderzoeker komt dit neer op 4,48 wetenschappelijke en 0,29 populairwetenschappelijke publicaties. Als we dit met de wetenschappelijke en publiekspublicaties van andere onderzoeksdomeinen vergelijken, komen we tot verrassende inzichten. Volgens het Jaarverslag NWO 2011 ging het in 2011 bij de universitaire aard– en levenswetenschappen per onderzoeker om 3,70 wetenschappelijke en 0,02 populairwetenschappelijke publicaties; bij chemische wetenschappen om 2,09 en 0,01; bij exacte wetenschappen om 1,94 en 0,03; bij maatschappij- en gedragswetenschappen om 2,61 en 0,07; bij natuurkunde om 0,80 en 0,03; bij technologie om 1,16 en 0; terwijl de medische wetenschappers elk 7,82 wetenschappelijke en 0,40 populairwetenschappelijke publicaties produceerden. Wat direct opvalt, is dat de productiviteit en de ‘kennisbenutting’ van geesteswetenschappen bijzonder hoog liggen in vergelijking met andere wetenschapsdomeinen. Aldus maken de koele cijfers duidelijk dat geesteswetenschappers bovengemiddeld veel bijdragen aan het ‘algemeen nut’ van wetenschappelijk onderzoek: zowel in wetenschappelijke als in populairwetenschappelijke zin is de ‘kennisbenutting’ uitgesproken hoog. De veelgehoorde tegenwerping dat geesteswetenschappers druk zijn met esoterisch detailonderzoek dat leidt tot talrijke minieme publicaties
waarin alleen zijzelf zijn geïnteresseerd, maar waarvoor de gemeenschap veel geld moet ophoesten, blijkt geen hout te snijden. Het tegendeel is waar: de berg aan populairwetenschappelijke publicaties toont aan dat er juist een grote algemene interesse is voor de geesteswetenschappen. Dan is er nog de vraag wat die geesteswetenschappers nu eigenlijk precies kosten vergeleken met andere wetenschappers? Ook deze kwestie kan simpel worden opgehelderd door te meten. Om de vergelijking tussen wetenschapsgebieden te maken, hebben we het totale bedrag dat een discipline aan subsidie ontvangt van NWO gedeeld door de ‘opbrengst’ van het aantal publicaties. Dan blijkt uit hetzelfde jaarverslag van NWO over 2011 dat een wetenschappelijke publicatie binnen de geesteswetenschappen € 15.868 kost, en een publiekspublicatie € 242.019. Voor de andere disciplines zijn de bedragen als volgt: aard- en levenswetenschappen: € 23.946 en € 5.331.000; chemische wetenschappen: € 41.712 en € 10.150.000; exacte wetenschappen: € 35.003 en € 2.120.583; maatschappij- en gedragswetenschappen: € 38.736 en € 1.513.600; natuurkunde: € 92.041 en € 2.122.056; technologie: € 58.200 en € 48.248.000; medische wetenschappen: € 17.666 en € 349.118. In deze vergelijking blijkt overduidelijk dat geesteswetenschappen in wetenschappelijke zin buitengewoon voordelig wat betreft ‘kennisbenutting’; ze geven more bang for your buck dan enige andere tak van wetenschap! De conclusie is zonneklaar: de diepgewortelde en breed gedragen veronderstelling dat geesteswetenschappen lang niet zo’n hoog ‘rendement’ en lang niet zo’n grote ‘kennisbenutting’ hebben als exacte wetenschappen en technologische wetenschappen is een misverstand. Geesteswetenschappen blijken een zeer productief wetenschapsveld: een geringe investering geeft een bijzonder hoge opbrengt. Natuurlijk dragen de intrinsiek lage kosten van geesteswetenschappelijk onderzoek bij aan een mooi netto rendement. Belangrijker is echter dat deze ‘rekensom’ aan het denken zet over de manier waarop buiten, maar ook binnen de academische wereld wetenschappelijk onderzoek wordt gewurgd met cijferfetisjisme, wetenschap wordt uitgekleed tot ‘winst’ dan wel ‘rendement’, en de verwerving van kennis wordt platgewalst door gegoochel met getalletjes. Dit is helaas een hardnekkige trend in wetenschapsland, die niet in de laatste plaats wordt gevoed door de politiek en niet in de laatste plaats door NWO. Wie goed kijkt, en wie eerlijk rekent, ziet echter dat diezelfde cijfers in een ander perspectief glashard aantonen dat het onderzoeksdomein van de geesteswetenschappen, dat gebukt gaat onder het odium een ‘nutteloze’ kostenpost te zijn ‘zonder rendement’ en zo geldt als het zwarte schaap van wetenschappelijk Nederland, in werkelijkheid onderaan de streep glanzende winstcijfers oplevert. Geeske Langejans en Joanita Vroom zijn als archeoloog verbonden aan de Leidse universiteit
10
Mare · 24 januari 2013
English page
Curriculum: the world 350 Leiden students bond as a group in The Hague The Humanities departments have pooled their available knowledge to create a new course, which has attracted over 350 students from all over the world - to Campus The Hague to be precise. “Leiden seemed to be a nice town during the introduction week, but it’s probably not like that every week, is it?” “In late 2009, when Leiden University was in financial straits, a group of Leiden deans led by Willem te Beest, the Executive Board’s Vice President, got together”, explains Wim van den Doel, himself the Dean of the Humanities faculty. “We wanted to raise the number of students, or at least, increase Leiden University’s market share in the Netherlands. There had been several years of decline and we thought a new curriculum would apBY MARLEEN VAN WESEL
peal to new students. “International Studies, based on the Humanities, was proposed – it’s a course that is already common in Great Britain and the United States. Van den Doel adds: “Leiden University already had a lot of expertise about ‘the world’; we only needed to pool it.” Immediately, 377 students enrolled in the first year. “Obviously, we wanted it to succeed, but we didn’t know beforehand whether we could attract that many. We were aiming for over 200 students, although we thought broader programmes were becoming more popular”, says Van den Doel, who is also now the Chairman of the Degree Programme Committee. Johannes Magliano-Tromp, who previously worked for the Leiden University Institute of Religious Studies, was appointed the programme coordinator. “Elements from that department have been incorporated into the
programme too, because all the Humanities institutes are contributing to it”, explains Magliano-Tromp. 355 and 340 students sat the most recent exams – he’s not too worried about these figures. “Besides, the percentage of unsatisfactory marks was around ten to fifteen per cent.” The programme is given in English,
“It can’t hurt to warn British students to look left first when crossing the road” which, in his opinion, is another success factor, added to the programme’s breadth. “Our campaign to attract students was unusual too: we launched an international Google campaign, and, at a very early stage, we added an active Facebook group to it for anyone who interested. Consequently, a group had already formed before we had even started – an essential condition for the success of any course.” Richard Griffiths, the spiritual father of International Studies andnow stu-
dent coordinator and lecturer, also thought so, which is why, during the previous academic year, he planned to set up a fraternity with a group of students who had applied early. The Committee was finally elected in September 2012 at an election party. Greg Mason (19) from England had a few beers and then took the stage to give a speech, promising his fellow students parties, discounts and jobs. He is now the president of B.A.S.I.S, a student fraternity. “And now I have to keep those promises. And more than that: we organise sporting events, a winter sports holiday and city breaks. And we’ll be taking on the extra lectures, which are currently organised by the department, very soon.” Fellow member of the committee, Brice Jacquemin (18), the secretary, feels at home in the international company which the Humanities faculty convinced to come to The Hague. He was born in Belgium but has lived in China, Tanzania, England and Russia. “Most European countries are represented by my fellow students, and together, we’re taking over The Hague now. IS students populate entire blocks of studios in the centre of the city. After this, I want to go to western America or South East Asia. I still haven’t explored that part of the world yet.” The students get around. “We don’t go to Leiden, though. Leiden seemed to be a nice town during the EL CID week, but it’s probably not like that every week, is it?” some doubt creeps into Mason’s voice. Since the EL CID, he has only been to Leiden for an exam and for the congress at which Kofi Annan spoke. Jacquemin, who is a member of the Leidsch Studenten Rugby Gezelschap (LSRG), visits Leiden more often: “Beer’s cheaper, but B.A.S.I.S is going to do something about that in The Hague shortly.” The Hague is a logical setting for this department, says Magliano-Tromp. His office, on the twelfth floor of the Stichthage location, at the Central Station, has a view across the city. “Walking from here to the Schouwburgstraat location, you can’t miss all the embassies and NGO offices, which is convenient for both the department’s contacts and the students’ contacts. A student from Bulgaria lost his wallet and his passport on the first day of his course and while he was sorting that out at the embassy, he managed to arrange an internship the same day.” In the third year, however, the stu-
“Leiden University already had a lot of expertise about ‘the world’; we only needed to pool it.”
Facts & figures 377 students were enrolled when International Studies started in September 2012. 144 of them are international students and around 250 IS students are members of the student fraternity B.A.S.I.S. (Bachelor Students of International Studies). After six months of attending lectures on global history, culture, politics and economics together, the first group has recently had to choose a region of the world as a specialist subject. The expertise comes from all the institutes of the Humanities Faculty, but particularly the history department, the Leiden University Centre for Linguistics (LUCL), the Leiden University Institute for Area Studies (LIAS) and the Leiden University Centre for the Arts in Society (LUCAS). dents will have to go to Leiden for a few subjects, and sometimes exams are held there. “But initially, we want the group to stay together here; we want to keep that esprit de corps alive that we’ve been encouraging since we started.” The close ties between the students sometimes causes confusion though too, observes Mason. “Our Facebook group helps each other when things aren’t clear, but sometimes the study assignments differ slightly per tutorial group, and helping each other just makes it worse.” “Yes, we’ve noticed that too”, says Magliano-Tromp. “We expected the students to go to the tutor if they had questions, not that they would get each other confused. I suppose teething troubles are all part of it and we can learn from them. Evidently you can’t take anything for granted in such a large, new and international company. You also have to mind that students from some cultures learn to think for themselves, think critically and not to use authority arguments. And it can’t hurt to warn British students to look left first when crossing the road.” The department will have to attract around four hundred students again in the coming year, but if far more apply, it won’t put any enrolment restrictions on the course. MaglianoTromp says: “I don’t think you can do that so close to the start of the academic year. Besides, a large department is what we were hoping for.” They have achieved their goal. “After all, we don’t want this department cannibalising other Humanities departments by stealing potential students. The enrolment numbers in the other departments are stable”, explains Van den Doel. For MaglianoTromp, that is good news: “We’ve tapped into a new focus group with this ‘international classroom’ that we had never succeeded in reaching before.”
24 januari 2013 · Mare 11 Cultuur
Agenda
Foto Pepijn Lutgerink
in Hilversum. We spelen de tape in de voorstelling. Echt bizar dat je op deze manier achter een deel van het verleden van je vader komt.’ Wat is Bouterse voor een man? ‘Die vraag heb ik mij ook vaak gesteld. Hij wordt als een popster gezien, en gedraagt zich ook zo. Zijn toespraken zijn heel erg theatraal. Hij komt op met een groot gevolg. Er wordt muziek gespeeld. Hij maakt echt veel los bij zijn toehoorders.’
Bouta pakt iedereen in Toneelvoorstelling over Desi Bouterse Dertig jaar na de Decembermoorden graven drie theatermakers met Bouta – biografie van een macho in de Surinaamse geschiedenis. ‘Echt bizar hoe je zo het verleden van je vader achterhaalt.’ Tjon Rockon (41), u bent een Surinaamse Nederlander en speelt Bouterse. Is de voorstelling voor u heel persoonlijk? ‘Zeker. Ik ben geboren in Rotterdam. Mijn ouders zijn gescheiden en mijn vader is in 1975 teruggegaan naar Suriname. Hij wilde daar meewerken aan de opbouw van het net onafhankelijk geworden land. ‘Ik zou hem in 1982 bezoeken.
Ik was toen 11. De tickets lagen al klaar. Maar toen vonden de Decembermoorden plaats (op 8 en 9 december werden vijftien tegenstanders van het militaire regime van Bouterse vermoord, red.). Mijn vader belde op: “Het is niet veilig. Er zijn militairen op straat en er is een avondklok ingesteld.” Bovendien waren alle vluchten geschrapt. Pas in 2003 ben ik voor het eerst naar Suriname gegaan.’ Heeft hij toen veel over die tijd verteld? ‘Vrijwel niets. Het contact was ook verwaterd. Eerst schrijf je nog brieven maar dat wordt steeds minder. We hebben nu wel korte gesprekken maar over Bouterse zegt hij niet veel. Het gaat heel moeizaam.’
Weet u desondanks wat hij van de moorden vindt? ‘Hij was daar tegen. Er werden gebouwen in brand gestoken. Bijvoorbeeld van vakbond de Moederbond, en het pand van radiostation ABC. We zijn er achter gekomen dat mijn vader, die destijds brandweercommandant was, door Bouterse werd gedwongen de branden niet te blussen. Mijn vader heeft een tape ingesproken waarin hij dat vertelt en er bewijs voor levert. Die is onder andere uitgezonden door Radio Zorg en Hoop in Nederland. Hij is toen door Bouterse geschorst. ‘Het was decennia lang onduidelijk waar de geluidsband was. We hebben hem na veel speurwerk gevonden in het archief van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
Veel Surinamers vergeven Bouterse zijn misdaden. Hoe komt dat? ‘Het is een echte populist die weet hoe hij mensen aan zich moet binden. Hij gebruikt ook heel veel trucs. Als hij spreekt in Paramaribo dan haalt hij met bussen mensen op uit de allerlei dorpen. Geeft ze een Tshirt, een vlag en natuurlijk goed te eten. De bijeenkomsten zijn feesten. Hij vertelt ze wat ze willen horen, pakt ze gewoon in. ‘Daarnaast is hij populair bij jongeren. Die weten vaak niet veel van de geschiedenis. Tot voor kort hielden de geschiedenisboeken in Suriname gewoon op in 1980, het jaar dat Bouterse aan de macht kwam. ‘Overigens is het persoonlijk perspectief maar een deel van het stuk. Marjolijn van Heemstra bekijkt het koloniale verleden. Anoek Nuyens richt zich weer op de politieke relatie tussen Suriname en Nederland. Zij is een petitie gestart om een rapport openbaar te maken waarin informatie staat over de Nederlandse rol in de coup van 1980. Dat stuk ligt tot 2060 in een kluis. Wij willen dat het nu openbaar wordt.’ En uw vader? ‘Sinds 2010 is Bouterse weer president. Mijn vader werkt nu weer voor hem. Dat zegt wel iets over de Surinaamse dynamiek.’ Door Vincent Bouterse Productiehuis Rotterdam: Bouta – biografie van een macho Theater Ins Blau Wo 30 januari, 20.30, € 14,50
Grooven tegen de ik-samenleving Bart Wirtz treedt op tijdens Leidse Jazzweek
Jazz blijft maar breder worden, zegt saxofonist Bart Wirtz. Tijdens de Leidse Jazzweek speelt hij in De Waag en De Twee Spieghels. ‘Een groot dorpsfeestachtig kabaal waar wij met jazzmuziek bovenuit moesten zien te komen’, omschrijft jazzsaxofonist Bart Wirtz (36) zijn optreden op de Leidse Jazzweek van 2012. Absoluut geen reden om het in 2013 niet nog eens te doen. Wel om het iets anders aan te pakken. ‘Het blijft gewoon bier zuipen. Dus we hebben onze muziek maar wat toegankelijker gemaakt. Groove-achtiger.’ Zijn laatste album is echter een tamelijk klassieke jazzplaat met de opvallende titel iDreamer. Wirtz is namelijk helemaal geen Apple-adept. En eigenlijk ook geen dromer meer. Door Marleen van Wesel
Vanwaar dan die titel? ‘Het is een knipoog naar de Amerikaanse droom en naar mijn eigen karakter. Hoewel ik mijn dromen tegenwoordig meestal wel omzet in daden. Ik ben een tijd naar New York gegaan om deze plaat op te nemen met onder anderen Nicholas Payton, een van mijn jazzhelden uit de neobop in de jaren tachtig. Soms heb ik wel spijt van die titel. Ik heb niet zoveel met iPhones en iPads, de i slaat
op onze ik-samenleving. Maar dat moet ik er dus telkens bij vertellen.’ En na New York volgde Leiden. ‘Klopt, sinds vier maanden, maar niet vanwege de jazz hoor. Met mijn band speel ik eigenlijk vooral in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Ik ben opgegroeid in Leiderdorp, dus ik ken de stad, maar toch is alles nieuw. Ook muzikaal ben ik weer terug bij mijn roots. Op de opvolger van iDreamer, die ik dit voorjaar opneem, klinkt weer groove en crossover. Voor sommigen heeft jazz een ouderwetse connotatie, maar jonge muzikanten gaan vaak juist voor een mengelmoes aan stijlen.’ Wordt jazz steeds breder? ‘Zeker weten. Bij Dutch Jazz, mijn radioprogramma op Sublime FM, draaien we niet bepaald alleen instrumentale luistermuziek. North Sea Jazz programmeert Adele, Lenny Kravitz en Prince. Er ontstaan vooral veel subgenres. Het publiek heeft nu eenmaal behoefte aan kaders. Daarom bedenk je als bandje na een paar repetities hoe je het noemt, wat je aan het doen bent. ‘Met mijn band Monsieur Dubois maken we bijvoorbeeld iets wat ik danceable hardjazz zou noemen. We zien telkens weer mensen die iets klassieks verwacht hadden hele-
maal uit hun plaat gaan. En met het Artvark Saxophone Quartet maken we juist wél muziek om stil naar te luisteren.’ Nog tips voor de jazzweek? ‘Licks & Brains, zondagmiddag in De Waag, is een heel dansbare bigband. En ik zou zeker naar de Twee Spieghels gaan zondag. Daar treden namelijk twee Leidse jazzgiganten op voor wie ik vroeger als veertienjarig jon-
Foto Frank de Graaf
getje naar The Duke ging. Eerst Martijn van Iterson, een jazzgitarist, een beetje fusion-achtig. En daarna Karel Boehlee, die ook pianist is bij Toots Tielemans. Hij maakt echt super, súpermooie intense luistermuziek.’ Bart Wirtz: De Waag, vrij 25 jan 21-01u, De Twee Spieghels, za 26 jan 21-23.30u, toegang gratis Hele programma op www.leidsejazzweek.nl
FILM
TRIANON The Hobbit: An Unexpected Journey 3D za, zo14.00 Django Unchained dagelijks 20.30 Anna Karenina dagelijks 18.30 Gangster Squad dagelijks 21.30 Life of Pi 3D dagelijks 18.30 + 21.30, za, zo + wo 14.00 KIJKHUIS Amour do, vr, za, zo 18.30 + zo 14.00 Jagten ma, di, wo 18.30 The Master dagelijks 21.00 The Impossible dagelijks 19.00 + 21.45, zo 14.30 LIDO The Hobbit: An Unexpected Journey dagelijks 20.30 Les Misérables dagelijks 20.30 Texas Chainsaw (3D) dagelijks 19.00 +21.30 Alles is Familie dagelijks 20.30 Skyfall dagelijks 21.30 Zero Dark Thirty dagelijks 20.30
MUZIEK
LVC Donderdub Donderdag 24 januari 22.00 €6,LVC i.s.m. Summerjazz: SummerJazz Warming Up Vrijdag 25 januari 20.00 €12,50,KLIKK ft. HOSH Zaterdag 26 januari 23.00 €12,50,- (18+) QBUS De Leidse Jazzweek: De X presenteert: De Jongens Driest Brass Quintet feat. Michael Vatcher & Matt Darriau. Zaterdag 26 januari 21.00 €15,De Leidse jazzweek: Finale Leiden Jazz Award Zondag 27 januari 15.00 gratis entree
T H E AT E R
LEIDSE SCHOUWBURG Toneel: De Bonbonfabriek Vrijdag 25 en zaterdag 26 januari 20.15 Toneel: Huub Stapel Dinsdag 29 en woensdag 30 januari 20.15 INS BLAU Dans: Club Guy & Roni: l’histoire du soldat Donderdag 24 januari 20.30 Toneel: Monic Hendrickx: Oxytocine, the lovedrug Zaterdag 26 januari 20.30 Toneel: Bouta Woensdag 30 januari 20.30 STADSGEHOORZAAL Theaterconcert: Woodstock Vrijdag 25 januari 20.15 Musical: ScrapArtsMusic Zaterdag 26 januari 20.15 vanaf €19,- 10,Klassieke muziek: Trio Shaham Erez Wallfisch Zaterdag 26 januari 20.15
DIVERSEN
SCHELTEMA Jazzdiner Donderdag 24 januari 18.00 €17,50. Film: Calle 54 Vrijdag 25 januari 20.15 €5,Funked Up Festival Zaterdag 26 januari 20.00 €10,LCF Audities Zondag 27 januari 13.00 gratis entree DE TWEE SPIEGHELS Flink Donderdag 24 januari 21.00 The French Connection Vrijdag 25 januari 21.00 Jamsessie o.l.v. Richie Reichgelt Maandag 28 januari 21.00 MUSEUM VOLKENKUNDE Het verhaal van de totempaal t/m 1 april 2013 Terracotta strijders uit China t/m 10 maart 2013 MUSEUM BOERHAVE Geletterd en Geleerd: Brill: 330 jaar typografie voor de wetenschap t/m 19 mei 2013-01-15 Leydse Weelde: groene ontdekkingen in de Gouden Eeuw t/m 5 mei 2013
12
Mare · 24 januari 2013
Het Clubje
Bolwerkers
Tattletale
Chef Bruno Rutgers, en rechts naast hem: Renske Verhoeff, Isabelle van der Sanden, Carlo van Haasteren. Foto Marc de Haan
‘De vorige kok bakte enkel patat’ Quintus-kok Bruno Rutgers en zijn Explocie Bruno Rutgers (43, kok van Quintus): ‘Deze week vier ik mijn eerste lustrum. Speciaal daarvoor heb ik een lustrummenu samengesteld. Eind 2007 ben ik hier begonnen en op mijn eerste werkdag werd ik meteen in het diepe gegooid, want ik moest het kerstdiner voorbereiden.’ Carlo van Haasteren (23, bestuurslid Quintus): ‘Op het kerstdiner zijn er altijd veel eters. Dat is één grote chaos. Dit jaar hebben de leden zich goed gedragen. Er werd wel wat met eten gegooid en er zijn wat borden gesneuveld.’ Bruno: ‘Afgelopen kerstdiner liep op rolletjes. De leden waren enthousiast, in de keuken ging het goed. Ik ben tot een uur of drie gebleven. Een vriend van mij, die me in de keuken had geholpen, is op de terugweg drie keer van zijn fiets gevallen. Zelf was ik trouwens ook aardig beschonken.’
Bandirah
Carlo: ‘De Explocie staat voor Exploitatiecommissie. Die bestaat uit tweedeen derdejaars die helpen in de keuken en de sjaarzen aansturen. Zij beginnen om vijf uur. Om zes uur komen de eerste gasten. De een helpt de sjaarzen met borden opscheppen, de ander helpt in de bediening. De derde blijft in de keuken om Bruno te helpen.’ Bruno: ‘Ik begin om half twee ’s middags. Op maandag tot en met donderdag werk ik dan tot acht uur. Op vrijdag maak ik de bestellingen en regel ik de inkoop.’ Isabelle van der Sanden (22, rechten): ‘Bruno is héél chill. Het is heel leuk om met hem te werken. Soms is hij wel een beetje streng, bijvoorbeeld als het druk wordt in het restaurant en de sjaarzen inkakken.’ Bruno: ‘Vandaag begon het heel stress-
vol want de bestelling van de slager was niet doorgekomen. Nelly, de voorganger van Carlo, is toen naar de Sligro gereden om nog alle producten in te kopen. Uiteindelijk is alles toch weer op z’n potjes terechtgekomen.’ Renske Verhoeff (20, rechten): ‘Bruno blijft altijd rustig. Bovendien is hij een heel open persoon die graag vertelt over zijn gezin. Hij kan met iedereen goed opschieten. Dat merk je als mensen langs de keuken naar het restaurant lopen: 80 procent van de mensen groet hem.’ Bruno: ‘Dat vind ik ook zo leuk aan het werken op een studentenvereniging. Hiervoor werkte ik als kok in het LUMC. Ook heb ik in Corona in Den Haag gewerkt, een sterrenrestaurant. Maar dit vind ik leuker; ik ben eigen baas en werk met jonge, enthousiaste mensen. Dat houdt mij ook jong!’
Renske: ‘Voor onszelf is het ook een goede ervaring. Je leert leidinggeven aan de eerstejaars en je doet horeca-ervaring op.’ Carlo: ‘En we gaan een keer per jaar op weekend met de commissie. Overdag doen we dan een activiteit. ’s Avonds doen we spelletjes en af en toe een drankspelletje.’ Bruno: ‘De vorige kok stond de boel maar te vernachelen en alleen patat te bakken. Die Quinten houden nou eenmaal erg van frietjes, hè. Ik maak liever eendenborstfilet. Dat is mijn specialisatie. Of tagliatelle met tonijn en gamba’s. Maar dat gerecht zet ik niet zo vaak op het menu want het is vrij kostbaar.’ (Breekt een bord) ‘Scherven brengen geluk!’ DOOR SEBASTIAAN VAN LOOSBROEK
“Den Amerikaansche student” komt in vele soorten. Een kans om tijdens mijn onderzoeksstage in de Verenigde Staten in de voetsporen van Klikspaan te treden, laat ik mij niet ontlopen. Voor de slecht geïnformeerde Leienaar: Klikspaan beschreef de verschillende Leidse studententypes rond 1840. Deze gewaardeerde 19e-eeuwse rechtenstudent had er een flinke taak aan gehad, dit ook te doen voor de overzeese types. In Leiden beschreef hij onder meer de ‘aflegger’, die leefde op de zak van zijn rijke ‘pipa’. Vanzelfsprekend ook een bekend type voor Amerika, waar studeren nog een redelijk kostbare aangelegenheid is. Ook de ‘college-hengst’ die zóveel studeert dat hij helaas ‘de essentie mist van het studentenbestaan’, is alom aanwezig: meestal in Aziatische vorm. Net zo meelijwekkend zijn zij die braaf wachten tot hun 21e, om vervolgens de achterstand op Europa razendsnel in te halen. Of de fratboys die niet kunnen wachten en zichzelf, in hun maagdelijk enthousiasme, gevaarlijk volgieten. Het Leidse studentenreservaat blijkt wederom zo gek nog niet. Dan is er nog de ‘Europese student’; niet uniek in haar soort. Vol onbegrip aanschouwt ze jonge Amerikanen die hot buffalo sauce over hun magnetronlunch gieten en altijd op de bank eten. De Europeaan weet op sluwe wijze de Amerikaanse conventies te vermijden, zelfverzekerd vanwege de ‘Sorrie aaim from Jeurrop’-kaart op zak. De mannelijke versie is gemakkelijk te herkennen tussen zijn Amerikaanse soortgenoten: zijn kleding en zelfs schoenen, zijn opvallend getailleerd; de vrouwelijke dragen regelmatig een ring om de linkervinger, terwijl ze niet verloofd zijn! Ik verwachtte een jaar van wederzijds westers begrip, maar mag genieten van legio cultuurverschillen, die mij een rasechte Europeaan doen voelen. Jij leest dit in de UB en voelt je wellicht helemaal geen Europeaan: herkenbaar en logisch. Een Ajacied gaat er ook niet vanuit met Feyenoorders te juichen voor hetzelfde team, totdat de omstandigheden veranderen. Op dit moment word ik getypeerd als, en voel ik me, Europeaan. Toch ben ik niet minder Hollander dan ooit. Ik geniet - samen met de barmannen en pompstationbediendes die mij tegenkomen - van mijn ‘Neerlands trots’, aangewakkerd door de populariteit van Heineken, Ketel1 en de aanblik van de vertrouwde schelp van Royal Dutch Shell. Het poldermodel in ere houdend, probeer ik de oud-Hollandse gulden middenweg tussen de Europese, Nederlandse en zelfs de Amerikaanse cultuur te bewandelen. Zelfs de cultuur met haar ‘My daughter went to Harvard‘-truien, inspireert me iets wel of juist niet te doen. Mijn ouders bespaar ik de gênante vertoning, maar zelf ga ik niet meer naar de gym zonder Harvard outfit. Of mijn affiniteit met Nederlands oudste Alma Mater ooit zal resulteren in een aankoop uit de Plexus-kledinglijn, zal echter nog moeten blijken. MARIT DE VOS
Vijfdejaars studente geneeskunde doet dit collegejaar onderzoek in een ziekenhuis van Harvard Medical School in Boston.