16 januari 2014 37ste Jaargang • nr. 15
‘Curling is keihard yoloswaggen’ Pagina 3
Vrijwilligers strijden tegen onrecht. ‘Er vloeien hier talrijke tranen’
Aan tuberculose sterven nog altijd meer mensen dan aan malaria
Prachtige prenten uit het land waar je voornaam je achternaam is
Pagina 6 en 7
Pagina 9
Pagina 11
De schedels liggen er nog De juridische wederopbouw van Rwanda, twintig jaar na de genocide Hoe bouw je een rechtsstaat op in een land waar buren elkaar opeens op klaarlichte dag vermoorden? Twintig jaar na de genocide in Rwanda helpt rechtssocioloog Nick Huls bij het opleiden van juristen. ‘Op de meest onverwachte momenten speelt het verschrikkelijke verleden op’, zegt hoogleraar rechtssociologie Nick Huls (1949), die is verbonden aan de Universiteit Leiden en de Erasmus Universiteit. Hij leidde tweeënhalf jaar lang juristen op in Rwanda, een voormalig Belgische kolonie in Centraal-Afrika. ‘Mijn vrouw en ik spraken met de hospita van onze woning in Butare. Haar oudste dochter kwam op bezoek. Toen wij “Leuk dat ze langskomt” zeiden, begon ze plotseling te huilen. “Het is mijn derde dochter”, zei ze. “De oudste twee zijn vermoord. Net als mijn man.”’ In 1994 werden in honderd dagen ongeveer een miljoen Tutsi’s vermoord door Hutu’s, de etnische meerderheid Rwanda. Deze genocide heeft diepe sporen achtergelaten en wordt ieder jaar in april herdacht. ‘Dan loop je langs een aantal plaatsen waar veel mensen zijn vermoord. Een bekende plek is de kerk van Nyamata, waar duizenden Tutsi’s zijn vermoord, de schedels liggen er nog. De priester zei in 1994 tegen de wanhopige Tutsi’s: “Kom maar naar de kerk, daar ben je veilig. Toen het gebouw propvol was, kwamen de Hutu’s en werden
DOOR VINCENT BONGERS
de Tutsi’s afgemaakt.’ De erfenis van de genocide is voor nabestaanden een worsteling, zegt Huls. ‘Hoe ga je er mee om dat op klaarlichte dag buren elkaar vermoorden?’ Toch trof hij geen verslagen bevolking aan toen hij 2011 in de stad Nyanza arriveerde. ‘Het land heeft zich op wonderbaarlijke wijze hersteld van de genocide. Het is er veilig en dat is in deze regio echt een topprestatie. Het is er schoon en er zitten geen kuilen in de doorgaande wegen. Het land ontwikkelt zich in een rap tempo. Al is het grootste gedeelte van de bevolking straatarm. Rwandezen hebben de overtuiging dat ze de meest onmogelijke problemen kunnen oplossen. Er is nu vrede en dat hield in 1994 ook vrij-
wel niemand voor mogelijk.’ Huls werkte in Nyanza bij het Institute of Legal Practice and Development. ‘Ik was er vooral voor de academische kant, zoals het begeleiden van scripties. Het niveau van de praktijkjuristen moet opgekrikt. In 1994 was er geen rechtsstaat meer. Na de genocide kwam deze langzaam weer op gang. De minister van justitie benoemde zelfs een danser als rechter. Het juridisch systeem moet nu doorgroeien naar een professionele organisatie.’ Vaak wordt er gezwegen over de genocide, merkte Huls. ‘Mijn studenten spraken niet in termen van Hutu’s en Tutsi’s. Zij weten het wel allemaal van elkaar uiteraard, maar zijn bang om over het verleden te praten.’ Sommige slachtoffers spelen wel een actieve rol in het proces van verzoening. ‘Ik ben bij een verzoeningsbijeenkomst in een gevangenis geweest. Een Tutsi-vrouw, Mama Lambert, had vergeving aan de moordenaars van haar man en kinderen geschonken. Vijf van haar acht kinderen zijn gedood. Desondanks begeleidt ze verzoeningspro-
vertelden echter ook dat zij bij eerdere geweldsuitbarstingen de familie van de vrouw juist beschermd hadden. In 1994 was er geen houden meer aan. Ze legden uit: “Ik ben geen held en heb niet geweigerd mijn buurman op klaarlichte dag te vermoorden. Ik toon daar berouw over maar er stonden militieleden achter mij met een geweer en kapmessen. Zij dwongen mij te doden. Als ik de Tutsi’s niet vermoordde, werd ik zelf gedood.” ‘Wat die weduwen meegemaakt hebben, is echt onvoorstelbaar. Vrouwen die twintig keer zijn verkracht en met hiv besmet, hun familie is vermoord. En de verkrachter komt na tien jaar vrij en die woont weer aan de overkant van de straat. Ga daar maar eens mee om. Het zijn sterke vrouwen die zeggen: “We moeten door. We kunnen niet in haat blijven hangen.” Voor buitenstaanders is dat moeilijk te begrijpen.’ Voor de genocide was er een Huturegering, nu is er een Tutsi-regime en zijn er massa’s Hutu’s gevlucht naar kampen buiten Rwanda. ‘Daar zitten
dais (FPR) van Kagame en die trekt driekwart van de stemmen. Ze noemen het zelf “een geleide democratie”. Er zijn verkiezingen en andere partijen zijn vertegenwoordigd in de regering. Maar een echte oppositiepartij is er niet en de tribale kaart mag niet gespeeld worden, wegens het verbod op “divisionisme”. Want dat is een explosief mengsel en ze zijn als de dood dat er een nieuwe uitbarsting van geweld komt.’ Ook over de daden van het Rwandese leger ten aanzien van Hutu’s na de genocide, wordt gezwegen. ‘Kinderen die hun ouders kwijt zijn, willen weten wat er allemaal in de vluchtelingenkampen in buurland Congo gebeurde. Uit VN-rapporten blijkt dat Tutsi’s daar verschrikkelijk hebben huisgehouden. De ouders van deze jongeren zijn mogelijk vermoord door het Rwandese leger. Maar nabestaanden die de daders willen vervolgen, kunnen niet openlijk rechtszaken beginnen. Dat ligt heel moeilijk en blijft grotendeels onbesproken. Het zal nog wel even duren voordat het tot een open debat komt over deze kwestie. Verge-
cessen van anderen en gelooft ze in oprechte spijtbetuiging en vergeving. De mannen werden opgeroepen en gingen tegenover de vrouw zitten. Zij gaven toe haar man en kinderen te hebben vermoord. Ze
nog steeds tienduizenden mensen. President Paul Kagame heeft van af het begin gezegd dat hij leiding geeft aan een regering van nationale eenheid. Maar er is maar een grote partij; het Front Patriotique Rwan-
lijk het maar met het Nederlandse optreden in Indonesië tijdens de politionele acties. De FPR duldt geen tegengeluid.’
OV-chip verloren? Niet meer betalen
Zelfplagiaat? Taalvervuiling!
Reorganisatie is goedgekeurd
Tentamencijfers blijven 4 jaar geldig
Vanaf dit jaar draaien studenten die hun ov-chipkaart hebben verloren niet meer op voor de kosten die ze zouden maken voor de ritjes zonder reisproduct.
Is de Amsterdamse econoom Peter Nijkamp terecht beschuldigd of is er een heksenjacht gaande? ‘Zelfplagiaat is een contradictio in terminis.’
De herplaatsing van het personeel bij godsdienstwetenschappen is van start gegaan. De faculteitsraad heeft een positief advies uitgebracht.
Tentamencijfers behaald na de propedeuse blijven toch minimaal vier jaar geldig. Dat bleek maandag tijdens de universiteitsraad.
Pagina 4
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 5
> Verder lezen op pagina 8
Bandirah Pagina 12
2 Mare · 16 januari 2014 Geen commentaar
Wij willen moeilijke moocs! Door Bart Braun Prioriteit
Colofon
nummer één is dat we er een Nederlands woord voor vinden. Massive Open Online Courses, kortweg moocs, het bekt gewoon niet lekker. Letterlijk omzetten naar het Nederlands, zodat het klinkt als ‘rook’ in plaats van als ‘koek’ is nog erger, want dan kan je niet eens een Sinterklaasrijm bouwen over hoe de moek zich verhoudt tot het boek. Suggesties kunt u mailen naar deze krant, de mooiste wint een boekenpakket. Afgezien daarvan ziet het er interessant uit aan front van het online onderwijs. 6 Miljoen mensen van over de hele wereld hebben online college gelopen bij Coursera, de grootse speler in mooc-land. De Universiteit Leiden doet lekker mee, en met succes: 40.000 studenten schoven digitaal aan bij de lessen Europees recht van professor Stefaan van den Bogaert. Minister Bussemaker van Onderwijs ziet mogelijkheden in de moocs. In haar brief naar de Tweede Kamer benadrukt ze dat online gehaalde studiepunten in principe mee zouden moeten tellen voor een bachelor- of masterdiploma. Ook trekt ze een miljoen euro uit voor de ontwikkeling van nieuwe moocs. Aan welke eisen een universiteit of hogeschool moet voldoen om uit die ruif te mogen eten, heeft Bussemaker nog niet verklapt, maar te hopen valt dat ze stevig zijn. Er staan nu zo’n 560 moocs op Coursera.org, en het merendeel daarvan is zonder ministerieel geld gemaakt. Waarom steken universiteiten hun eigen centen erin? Niet in de laatste plaats omdat ze hopen dat de colleges als een soort intellectuele reclamespot werken, en laten zien hoe goed hun onderwijs in dat vak is. Zodat de kijkers alsnog in levende lijve naar die universiteit komen. Het zou echter mooier zijn als dat laatste juist niet meer hoeft. Als je inderdaad studiepunten, of op zijn minst vrijstelling van de aanwezigheidsplicht, kan scoren bij een mooc. Te vaak blijft het nog bij inleidingen op het vakgebied. Van die 560-plus online collegereeksen heeft er welgeteld eentje zijn weg gevonden naar het curriculum van deze universiteit. Dat ligt niet alleen aan koudwatervrees bij de docenten. Of dat gaat gebeuren is nog maar de vraag. Volgens Bussemaker is het belangrijkste doel van dat miljoen ‘het stimuleren van de reputatie van het Nederlandse hoger onderwijs’. Dat de cursisten er iets van moeten léren, komt in haar lijstje niet voor. Zullen we dat prioriteit nummer twee maken?
Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl
De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000 Hoofdredactie
Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie
Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Esha Metiary (stagiaire) e.j.metiary@gmail.com Medewerkers
Emma Anbeek van der Meijden • Robbert van der Linde • Talitha Dehaene • Petra Meijer • Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving • Marcel van den Berg Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Redactieraad
Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • Prof. dr. F. Israel (vicevoorzitter) • drs. B. Funnekotter • R. Donkersloot • G. Drijer • K. Innemee • D. Jacobs • mr. F.E. Jensma • S.K. Kerkhof • C. van Leeuwen • dr. S.J. van der Linde • prof. dr. N.J. Schrijver • dr. J.P. Vollaard • C. van der Woude Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare.leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
Column
Wees niet wraakgierig Ik loop rond op de paranormaal beurs in de grote kerk, Den Haag. Een vriendin was jarig, dus ze krijgt van mij een sessie cadeau met Bert; paragnost, spiritueel genezer en eigenaar van een epische baard. Bert is uniek, want de overgrote meerderheid van zowel de bezoekers als de paragnosten zijn oer-Hollandse vrouwen van middelbare leeftijd met getoupeerde kapsels en bloemetjesbloesjes. De vriendin is onder de indruk, want Bert had binnen twee seconden geraden dat haar ‘iets groots stond te wachten in de liefde’. Ik niet, want het was Bert vast niet ontgaan dat ze een verlovingsring droeg. Maar vermakelijk was het zeker. Ook grappig: zelfs paragnosten ontkomen niet aan de crisis. De gemiddelde prijs voor een consult is € 15. ‘Vroeger was dat € 20’, bromde Bert geïrriteerd. Bij een willekeurig ander tafeltje laat ik mijn hand nog lezen en wat tarotkaarten leggen. De waarzegger kijkt me betekenisvol aan: ‘De nieuwe maan zou wel eens een voorspoedig begin van een nieuwe liefdesrelatie kunnen betekenen.’ Nou, mooi denk ik. Die kan ik in mijn zak steken. Ze wil het zelfs voor mij op papier zetten. Gewapend met aan elkaar geniet setje toekomstvoorspellingen stap ik de kerk uit. Klaar voor de rest van mijn leven. De volgende dag ga ik wat drinken met Minervameisje. Typisch zo een meisje waar je in theorie helemaal verliefd zou kunnen raken, maar in praktijk liever niet. Aan de bar verschijnt een Rotterdams jaarclubjongetje. Hij studeert business administration, draagt bretels en wil wel een poging wagen om onze toekomst te voorspellen. Jaarclubjongetje kijkt Minervameisje even indringend aan en zegt: ‘Jij zit sowieso niet bij een studentenvereniging.’ Hetgeen leidt tot grote consternatie bij Minervameisje. Jaarclubjongetje probeert zijn paranormale gaven nog te redden: ‘Oké, eerst dacht ik dus niet dat je bij een studentenvereniging zat, maar nu denk ik dat je er misschien toch wel bij zit.’
Ik was diep onder de indruk van zijn vaardigheden. Hij voegde zich bij zijn vriendjes om luidkeels hun verenigingslied ten gehore te brengen. Minervameisje, die volgens haar Facebookrelatiestatus een vriendje heeft, houdt een vlammend betoog tegen vreemdgaan. Sowieso al de hele avond op missie om glorieus dronken te worden, bestelde ze vier bier voor ons tweeën. Alsof ze gedachten kan lezen. Elk verstandig persoon zou herkennen dat dit een uitgelezen moment was om de avond te beëindigen. Maar ik dacht terug aan mijn toekomst. De waarzegger had immers geschreven: ‘U bent bezig energie bij elkaar te garen voor de volgende aanval, wees niet wraakgierig.’ [sic] Niet de meest precieze handleiding voor hoe ik deze situatie moet aanpakken, dus ik kies er voor het te interpreteren als een aanmoediging om toch dat biertje achterover te slaan. Om te verklaren wat hierna gebeurde, is het goed om op te merken dat ik op dit moment het volgende feit vergeten was: mijn huisgenoot was eerder die dag teruggekomen van een lange vakantie in Venezuela. We moesten kerst en nieuwjaar nog inhalen. Hetgeen we gedaan hadden, met een halve fles rum. Ik had graag geschreven dat ik Tucker Max-stijl als een dronken orkaan de boel op stelten heb gezet, maar het volgende wat ik mij herinner is dat ik rond een uurtje of drie al kotsende boven mijn wc hing, badend in het beschuldigende licht van de nieuwe maan, dat door het badkamerraam naar binnen scheen. Minervameisje heb ik sindsdien niet meer gezien. Ik vond de volgende ochtend wel wat sms’jes van jaarclubjongetje op mijn telefoon. Hij vond mij ‘meaui’ en ‘sexy’. Ik heb werkelijk geen idee waarom. Benjamin Sprecher Promovendus bij het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden
16 januari 2014 · Mare 3 Mensen
071 -527 …
Kees Bartlema (rechts): ‘Sommige auto’s sloegen over de kop.’ Foto Martin Haak
De wereld van daarboven
Chirurg rijdt sneeuwrally door het hoge noorden Traumachirurg Kees Bartlema reed vorige week met een Landrover door sneeuw, wind en duisternis tot ver voorbij de poolcirkel voor het goede doel. Door Marleen van Wesel ‘We lagen net
aan kop van de tweede groep, toen er een man in de sneeuw stond met een stopbord. De auto’s uit de kop-
groep waren hem net voorbij, maar wij moesten wachten op iedereen die we net hadden ingehaald voor we in colonne verder mochten rijden, vanwege de sneeuwval verderop. Heel het klassement naar de gallemiezen.’ Traumachirurg Kees Bartlema is net terug op de werkvloer van het Leids Universitair Medisch Centrum. Vorige week reed hij – in één week – met zijn vriend Martin Haak
in een Landrover Discovery 4 door Scandinavië tot ver boven de poolcirkel, en weer terug. ScanCT heet de rally voor Stichting Vlinderkind en Stichting MS Research waaraan ze deelnamen. Bartlema: ‘Normaal zit de tour in februari al vol, maar in oktober belde Martin dat er een team was uitgevallen. Dus waar anderen zich een heel jaar voorbereiden, hadden wij een maand. We heb-
ben vooral sponsoring voor onszelf moeten zoeken, en publiciteit voor Metakids, voor kinderen met een stofwisselingsziekte, als extra goede doel. Om daarvoor echt een fundraising op te zetten hadden we te weinig tijd. En als je zoiets niet goed doet, wordt het mistig.’ Na zijn afstuderen in 1993 werkte hij als ambulancechauffeur voor hij chirurg werd. ‘De ervaring van zes, zeven jaar met spoed een grote auto door een grote stad sturen is in het algemeen nuttig.’ Tijdens de ScanCT kwam zijn medische kennis ook van pas. ‘Sommige auto’s gingen onderweg over de kop. Als je een beetje doorrijdt op die ijswegen kun je fors in de problemen komen. Bij Tromsø, bovenin Noorwegen, kwamen we een gecrashte auto tegen in de sneeuw. Een inzittende had een polsfractuur. Daarna kwamen er elke avond mensen langs met allerhande problemen: van verwondingen tot maagklachten.’ Bartlema toont een foto waarop een besneeuwde weg in de duisternis oplicht onder de koplampen. ‘Dit was om drie uur ’s middags. Slechts vier uur per dag was er licht, of eigenlijk: wat wij schemering noemen.’ Desondanks vond hij de natuur boven de poolcirkel indrukwekkend. ‘Ik ben verschillende keren over de evenaar gevlogen, gezeild of gereden, maar daarboven is pas echt een andere wereld.’ Via briefjes met coördinaten wisten Bartlema en Haak waar ze heen moesten. ‘We hadden navigatiesystemen en internet aan boord. Het was de bedoeling om een optimale tijd te halen, vastgesteld door de organisatie.’ Te hard rijden was niet de bedoeling, vooral in Finland zijn de boetes fors en bovendien legde de organisatie zelf ook boetes op in de vorm van strafpunten. Oponthoud was dus niet welkom. ‘Bij de Finse douane werden we uitvoerig gecontroleerd, vooral omdat ze benieuwd waren wat al die Nederlandse auto’s kwamen doen. We vroegen: “Joh, wil je dat per se nú weten?” We hebben het snel uitgelegd en nadrukkelijk gevraagd of ze dat bij alle volgende auto’s ook wilden vragen.’ De tour vergde niet alleen een vlotte rijstijl, maar ook een goede planning. ‘Als de coördinaten richting het water gaan, kun je de vertrektijden van een veerpont vast opzoeken. Of je moet, zoals wij, anderhalf uur wachten op de volgende, terwijl elke slak weer achter je aansluit…’
Frutti di Mare
Keihard yoloswaggen met stenen DOOR ESHA METIARY Een keer per jaar is het zeker grappig en zorgt het voor de nodige spanning en sensatie. Ervaring is bij de Studenten Curling Trophy niet vereist, maar als je er eenmaal aan begonnen bent, blijf je terugkomen. Zo ook Thijs van Harten (28), Joris Veldkamp (22) en Gido Snaterse (21), allen masterstudenten biomedische wetenschappen. Afgezien van Veldkamp, was het voor hen de tweede keer dat zij als bezetenen over het ijs mochten vegen. ‘Natuurlijk word je wel ietsjes competitief als je lekker bezig bent, maar het is niet echt iets wat je serieus wil gaan beoefenen.’ Hoewel de heren de sport niet alledaags beoefenen, wordt er wel vooruitgang geboekt. ‘Ik raakte vorig jaar helemaal niks’, zegt Snaterse terwijl Van Harten z’n hoofd schudt. ‘De themakleur was groen. Iemand had toen bedacht dat we theedoeken als bandana’s moesten dragen en dat vond ik wat flauw. Ik heb er toen ooggaten ingeknipt en was de hele dag de Gemaskerde Muchacho.’ Snaterse: ‘O, was jij dat!’ Hoewel het de tweede keer was dat het team meedeed, moesten ze dit keer
een klasse lager spelen. ‘Als je de eerste twee partijen wint, kom je in de zogeheten high road. Verlies je er een dan kom je in de middle en als je ze allebei verliest kom je in de low road. Daarna worden er nog twee partijen gespeeld en maak je nog een kans om te winnen in de road die je speelt. Anders word je helemaal triest van jezelf’, legt Veldkamp uit. ‘De echte fanatiekelingen waren kneusjes en nerds, die namen het iets te serieus. Ik denk dat ze zelf op curling zaten, want ze waren er duidelijk om te winnen.’ De regel dat ‘echte’ curlers niet
de laatste en belangrijkste steen mochten werpen, werd aan de laars gelapt. ‘Beetje zwak, want wij kunnen helemaal niet curlen.’ Maar aan de andere kant: als de negentien kilo wegende steen zonder beleid het ijs op gemieterd wordt, gaat de baan dan niet kapot? Van Harten: ‘Je kunt niet gaan zeuren over beschadigingen als je een studententoernooi organiseert waar vanaf twaalf uur ’s middags al bier geschonken wordt.’ Van Harten en Snaterse barsten in lachen uit en kijken Veldkamp aan. ‘Je hebt die laatste steen wel heel erg hard geyoloswagd.’
Veldkamp haalt zijn schouders op en grijnst. ‘De laatste stenen lagen heel kut voor ons. Ik moest onze laatste werpen en gooide hem fucking hard. De vegers konden ‘m niet bijhouden, twee stenen van de tegenpartij werden er uit geknald en onze steen eindigde in het midden.’ Of ze zelf ook nog over de baan geschoven zijn? ‘Nee, maar ik ben wel tijdens het vegen op m’n bek gegaan’, vertelt Veldkamp. Snaterse: ‘Vorig jaar was er eentje die voor haar steen uitliep en redelijk hard onderuit geveegd werd. Maar dat kan ook met alcohol te maken hebben gehad.’
Promovenditelefoon Het aantal promovendi groeit (tot jaar ruim vierduizend vorig jaar), de begeleiding blijft achter en contracten worden korter of dreigen te worden vervangen door beurzen. Om stress onder promovendi te bestrijden richtte een aantal ervaringsdeskundigen de Promovenditelefoon op. Gitte Postel, wat is de Promovenditelefoon? ‘Het is een soort hulplijn voor promovendi. Voor praktische vragen, zoals wanneer ze willen weten waar ze de bepaalde informatie kunnen vinden, waar de manuscriptcommissie op let en bij wie ze moeten zijn wanneer ze een conflict hebben met hun hoogleraar. Zulke vragen kunnen we direct beantwoorden, voor wat lastigere vragen kunnen we de beller doorverwijzen voor een persoonlijk of telefonisch gesprek met iemand anders uit ons team. Ieder heeft zijn eigen expertise.’
Had je zelf tijdens het schrijven van je proefschrift wel even met de Promotietelefoon willen bellen? ‘Er kwamen wel dingen voorbij die niet helemaal helder waren. Op die momenten zou het wel gemakkelijk geweest zijn. Het was een behoorlijk zware tijd. Het kost veel moeite om voortdurend de motivatie te vinden om verder te gaan en het proefschrift uiteindelijk af te maken. En als het voltooid is, houden de vragen eigenlijk niet op.’ Wie zitten er nu bij de telefoon? ‘De Campus Coaches, een groep coaches die is aangesloten bij [campus]OrléoN. Dat is een soort instituut of netwerk om kennis uit te wisselen van mensen uit de universitaire wereld, het bedrijfsleven en buitenpromovendi. Het is voor iedereen die bijvoorbeeld cursussen, events of ondersteuning bij onderzoek zoekt of juist aanbiedt waarvoor op de universiteit geen plaats is. De meeste coaches hebben ook ervaring met het schrijven van een proefschrift. Ik ben bijvoorbeeld in 2006 als buitenpromovendus in Leiden gepromoveerd op Zuid-Afrikaanse literatuur.’ Kunnen jullie met veel gestelde vragen straks misschien aandacht vragen bij de politiek? ‘Jazeker, we vragen nu ook al aandacht voor bepaalde kwesties. In 2013 hebben we bijvoorbeeld de essaybundel Te slim voor de arbeidsmarkt? Een zwermonderzoek uitgebracht over je plek als promovendus op en buiten de universiteit. Overigens zijn er nog niet heel veel vragen gesteld. We zijn nog maar net in de lucht, maar de belangstelling neemt al toe.’ Waar kunnen promovendi met prangende kwesties terecht? ‘Op 0900-7438623, op maandag en dinsdag van 9.00 tot 11.00 uur, op woensdag en donderdag van 15.00 tot 17.00 uur en op vrijdagavond van 17.00 tot 19.00 uur.’ MVW
4 Mare · 16 januari 2014 Nieuws
Geen plagiaat De Belgische criminoloog Patrick Van Calster, die van 2007 tot 2012 als universitair hoofddocent was verbonden aan de Universiteit Leiden, heeft in zijn Leidse tijd geen plagiaat gepleegd. Dat blijkt uit onderzoek naar de publicaties van Van Calster door de commissie wetenschappelijke integriteit van de universiteit. Aanleiding voor het onderzoek was het besluit van de Vrije Universiteit Brussel om de doctorstitel van Van Calster in te trekken. Er was plagiaat geconstateerd in zijn proefschrift. De promotie vond plaats in 2005. Ook de Rijksuniversiteit Groningen, waar Van Calster sinds 2010 hoogleraar was, onderzocht het werk van de criminoloog en kwam geen fraude op het spoor. Wel werd Van Calster door Groningen ontslagen omdat hij niet meer voldoet aan de benoemingseisen voor het hoogleraarschap.
Groei Bio Science Park Het in 2009 tot beste bedrijvenpark van Nederland uitgeroepen Bio Science Park gaat op een breder terrein bedrijven aantrekken. Waar eerst alleen Life Sience-ondernemingen zich mochten vestigen in het park, is daar nu de uitbreiding ‘Health’ aan toegevoegd. De vestigingscriteria zijn uitgebreid, wat tot gevolg heeft dat nu ook bedrijven zich er mogen vestigen die voor maximaal de helft uit kantoorruimte bestaan. Gerelateerde bedrijven moeten voor tenminste 20 procent gericht zijn op Life Sience & Health. De betrokken partijen, Universiteit Leiden, gemeenten Leiden en Oegstgeest en de provincie Zuid-Holland streven ernaar de groei te versnellen om zo de komende jaren te kunnen blijven draaien in de top van internationale parken.
Stukafest Stukafest Leiden zal dit jaar op 27 februari plaatsvinden. Eenentwintig studentenkamers worden dan omgetoverd tot minitheaters waar genoten kan worden van intieme en verrassende optredens van verschillende soorten artiesten. Dit jaar treden bijvoorbeeld Typhoon, Marike Jager en deelnemers van het Leids Cabaret Festival op. Kaarten kunnen vanaf 22 januari gekocht worden in Café de Bonte Koe, waar die avond optredens zullen plaatsvinden van onder andere Jake in the Swamp. Daarnaast zijn er ook verkooppunten op diverse faculteiten en zijn kaartjes ook bij Velvet Music op de Nieuwe Rijn verkrijgbaar.
Miljoenenbeurzen Drie Leidse onderzoekers hebben een Consolidator Grant ontvangen van de European Research Council. Uit de 3600 voorstellen heeft de European Research Council 312 onderzoeken uitgekozen die een beurs ontvangen. Het gemiddelde bedrag van een beurs ligt rond de 1,84 miljoen, met uitschieters van 2,75 miljoen euro. Van de 27 Nederlanders, mogen de Leidse onderzoekers Haico van Attikum (LUMC) en Ulrich Kragh (Asian Studies) een beurs ontvangen. Beatrice de Graaf (Centre for Terrorism and Counterterrorism) neemt haar beurs mee naar Utrecht.
Rook bij SSR Om het zekere voor het onzekere te nemen, is SSR donderdagavond rond middernacht ontruimd. Hoewel er door verschillende media werd gesteld dat er brand was, was er van daadwerkelijke vlammen geen sprake. Preses Timo Korstenbroek: ‘De oude compressor van een bierkoeling was doorgebrand, daar kwam rook vandaan.’ Het pand was binnen twee minuten volledig ontruimd en na controle van de brandweer mochten de leden het pand weer betreden.
‘Van jezelf stelen? Dat kan dus niet’ Zelfplagiaat ter discussie: onoorbaar of heksenjacht? Peter Nijkamp, hoogleraar economie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam wordt beschuldigd van plagiaat, onder meer van zijn eigen werk. Maar kan dat eigenlijk wel? Emeritus hoogleraar burgerlijk recht Hans Nieuwenhuis, voorzitter van de commissie wetenschappelijke integriteit van de Universiteit Leiden: ‘Zelfplagiaat is een contradictio in terminis. Plagiaat is diefstal. Van jezelf kun je niet stelen. Puur hergebruik van eigen teksten is absoluut geen plagiaat. Het is taalvervuiling om te beweren dat zelfplagiaat wel bestaat en het is heel schadelijk voor de wetenschapper die ervan wordt beschuldigd. ‘In de code wetenschapsbeoefening van de Vereniging van Universiteiten (VSNU) staat dat je niet mag pronken met andermans veren. Dat is de kern van plagiaat. Wat Nijkamp ook heeft gedaan en wat nadrukkelijk niet mag, is het hergebruiken van tekst zonder bronvermelding uit artikelen die hij met anderen heeft geschreven. Dat is wel plagiaat. Al is dat zeker niet de zwaarste vorm.’ De Leidse farmacochemicus Ad IJzerman: ‘Wij geven elk jaar de cursus scientific conduct aan masterstudenten biofarmaceutische en biomedische wetenschappen. Daar leren ze over hoe je omgaat met klinische data, maar ze krijgen ook casussen over wetenschapsethiek. Daar zit er eentje bij van een onderzoeker die bij een beursaanvraag zijn eigen artikelen citeert zonder expliciete bronvermelding. De meeste studenten vinden dat geen ernstig vergrijp. ‘Zoiets als Nijkamp hebben we niet expliciet behandeld. Ik vraag me af of we daarbij niet bezig zijn met een heksenjacht; als je tien jaar lang telkens opnieuw een bepaald stofje bij bepaalde cellen doet, moet je dat dan telkens anders opschrijven? Ik doe onderzoek naar adenosine-receptoren (grote moleculen op cellen die belangrijk zijn voor geneesmiddelen, red.). Er is één zin over de geschiedenis van het onderzoeksgebied die je in bijna elk stuk tegenkomt. Dat is
inderdaad geen good practice, maar ik zou mijn collega’s daar ook niet op aanvallen. Die zin citeert een oud, moeilijk vindbaar verhaal. Wij hebben dat er ooit eens bijgepakt, en die zin blijkt niet eens te kloppen.’ Peter Nijkamp zelf, op de website van Ad Valvas (VU): ‘Stel ik schrijf “migration tends to increase cultural diversity”. Tien tegen een dat de computer meteen vele hits geeft, want zo’n uitdrukking is talloze malen gebruikt. Dat zou in principe een geval van plagiaat kunnen zijn voor de leek, maar voor de kenner is deze zin zozeer gemeengoed dat er niks aan de hand is. Dus de mate van “common sense” van een tekst is omgekeerd evenredig met de mate van plagiaat. Er is dus een groot grijs gebied, waarbij alleen de randen zwart en wit zijn. ‘Wetenschapsontwikkeling kent bovendien een zekere wisselvalligheid. Men ontwikkelt concepten, bouwt voort op bestaande zaken, en het gaat dan niet aan om bij elk volgend artikel voortdurend naar zichzelf te verwijzen. De keren dat ik dat wel overvloedig heb gedaan, leidden onmiddellijk tot een “desk rejection” van het tijdschrift, ook al omdat veel zelfcitaties de “blind review” procedure aantasten.’
Nogmaals Nieuwenhuis: ‘Ik kan me heel goed voorstellen dat er een debat nodig is over de mate waarin wetenschappers hun eigen teksten hergebruiken. Als een publicatie alleen maar of grotendeels uit knipen-plakwerk van ouder werk bestaat, dan is dat niet de bedoeling. Dat is sloppy science. ‘Ik heb in het verleden ook bezwaar gemaakt tegen veelschrijverij. In bepaalde vakgebieden is het gebruikelijk dat een groot aantal artikelen verschijnt waaronder steeds dezelfde zes of zeven auteurs vermeld staan. Stukken waarvan duidelijk is dat niet al die personen hebben meegeschreven. Het is goed om eens te discussiëren over de wenselijkheid van dit “meeliftgedrag.” Maar dit debat staat geheel los van plagiaat.’ Nogmaals Nijkamp: ‘Beschuldigingen als het pronken met andermans veren of het herhaaldelijk pronken met eigen veren moet ik echt verwerpen. Mijn besliste en eerlijke overtuiging is dat hier niets onoorbaars aan de hand is, en dat het onverantwoord is op grond van een selectieve keuze van voorbeelden tot een generieke veroordeling te komen.’ VB/BB
Bèta’s overwegen vriezerpark Twee grote stroomstoringen zetten de bèta’s aan het denken over noodvoorziening. In 2013 kregen de gebouwen van de bètafaculteit twee grote stroomstoringen voor de kiezen. In januari kroop de stroom langzaam op naar 290 volt, eind juni was er een stroomuitval. Op allebei de dagen werden de gebouwen ontruimd. Bij de faculteitsraadvergadering van afgelopen maandag kwam de evaluatie van de twee incidenten langs. De ontruimingen verliepen prima, en de verzekeraar dekt de materiële schade van ongeveer een ton. Het oplossen van stroomproblemen duurt wat langer dan op andere plekken, omdat het gebied achter het station als het ware een eindstation is van de elektriciteitsvoorziening; de stroom kan niet via een omweg aankomen. Over dat laatste wordt gesproken met stroomboer Liander. De storingen zetten de bèta’s wel aan het denken over hun kwetsbaarheid. Monsters moeten koud blijven, proefdieren moeten geventileerd, en dat soort dingen hebben elektriciteit nodig. ‘Kunnen we daar wat aan doen?’, vroeg directeur bedrijfsvoering Gert-Jan van Helden zich hardop af. ‘Ja, dat kan. Willen we dat ook? Je zou kunnen overwegen een gezamenlijk diepvriespark aan te leggen, met een backup-generator. Dat betekent wel een andere manier van werken voor veel onderzoekers.’ Als de instituten zo’n park willen, valt daar dus over te praten. Het kan er sowieso niet onmiddellijk komen, want de faculteit is druk bezig met de nieuwbouw. ‘Dit kan later ook. We moeten vooral vertraging van de eerste fase van de nieuwbouw voorkomen’, benadrukte decaan Geert de Snoo. BB
Ov-kaart verliezen kost minder Vanaf 1 januari draaien studenten die hun ov-chipkaart hebben verloren niet meer op voor de kosten die ze zouden maken voor de ritjes zonder reisproduct. Er is een constructie bedacht waarbij de student een anonieme kaart kan kopen bij de automaat en deze vervolgens voor zeven dagen kan gebruiken met het oorspronkelijke reisproduct. Online kan een tijdelijk reisproduct aangevraagd worden dat volgens Trans Link Systems, de operator achter de ov-chipkaart, binnen een uur gereed zal staan. De anonieme tijdelijke kaart kost 7,50. De aanvraag van een nieuwe reguliere kaart kost 11 euro. Voorheen waren studenten verplicht om op eigen kosten te reizen in geval van diefstal, beschadiging of verlies van de kaart. Mits kon worden aangetoond dat de kaart buiten de schuld van de student om defect was gegaan, werden de reiskosten vergoed. Met een gemiddelde wachttijd van negen werkdagen, kon dit voor vele studenten oplopen tot in de honderden euro’s. Dagelijks vragen zo’n 400 tot 500 studenten een nieuwe ov-chipkaart aan. EM
16 januari 2014 · Mare 5 Nieuws
Tentamencijfers minimaal 4 jaar geldig Geen vierjaarstermijn voor rechtenstudenten met bsa in het tweede jaar Tentamencijfers behaald na de propedeuse blijven minimaal vier jaar geldig. Dit bleek tijdens de universiteitsraad afgelopen maandag waar het model onderwijs- en examenregelingen (OERen) voor 2014-2015 werd besproken. Afwijken van de geldigheidsduur van vier jaar mag niet. Alleen bij hoge uitzondering en met toestemming van college van bestuur is afwijken van het model nog DOOR VINCENT BONGERS
mogelijk. Wijzigingsvoorstellen van faculteiten worden ook aan de raad voorgelegd, zodat deze commentaar op het voorstel kan leveren. De raad had eerder een negatief advies gegeven over het model. Het college wilde ruimte om af te wijken van de minimale geldigheidsduur van vier jaar. Wijzigen was toegestaan met goedkeuring van het college. De raad speelde geen rol in dat proces. De universiteitsraad verzette zich en eiste een minimale geldigheid van vier jaar. Daarnaast wil de raad
geïnformeerd worden over wijzigingsvoorstellen voordat het college hierover een besluit neemt. Het college nam het negatieve advies zeer serieus en haalde bakzeil. De geldigheid van minimaal vier jaar is vastgelegd. Dit tot grote tevredenheid van de raad, die nu een positief advies geeft over het model. Ook op dit punt van controle ging het college akkoord met de raad. Het meningsverschil met het college over de geldigheidsduur van tentamens werd aangewakkerd door de vierjaarstermijn bij de faculteit
Rechten. Deze termijn houdt in dat de cijfers vervallen van studenten die langer dan vier jaar doen over hun bachelor. Het gevolg hiervan is dat deze studenten de vakken uit het tweede en derde jaar opnieuw moeten behalen. Dat houdt in dat ze niet verder kunnen met de studie. De universiteitsraad vindt de regeling maar niets. Rechten is er juist tevreden over en wil deze voorlopig nog behouden. ‘We gaan een verzoek indienen bij het college om de regeling voor de cohorten die in 2011 en 2012 zijn begonnen nog te hand-
haven’, zegt Pauline Schuyt van het rechtenbestuur. Rechtenstudenten die in 2013 zijn begonnen hebben al een bsa in het tweede jaar. Rechten wil een stapeling van de regeling voorkomen en deze studenten krijgen dan ook niet te maken met de vierjaarstermijn. Het is nog niet duidelijk of het college het verzoek van Rechten honoreert. Een meerderheid in de universiteitsraad wil in ieder geval dat de regeling onmiddellijk van tafel gaat. Dus daarover zal waarschijnlijk nog een pittige discussie volgen.
Reorganisatie godsdienstwetenschappen begonnen De herplaatsing van personeelsleden van het instituut godsdienstwetenschappen is begonnen. ‘Een universitair docent is al herplaatst’, weet Josine Heijnen, student godgeleerdheid en voorzitter van de studievereniging T.F.L.S. Eerder was al bekend dat na de reorganisatie voor vier van de acht hoogleraren en in totaal zeven van de zestien voltijdfuncties geen plek meer is. De faculteitsraad heeft in het vertrouwelijke deel van de faculteitsraadsvergadering van december een positief advies uitgebracht over het personeelsplan. Het herplaatsen duurt tot 7 maart, liet geesteswetenschappendecaan Wim van den Doel eerder weten. ‘Wij zitten vlak voor de start van het tweede semester met vakken waarvan niet zeker is of ze in februari wel gegeven zullen worden’, schetst Heijnen de situatie voor de studenten. ‘Onze docenten bevinden zich in een spagaat. Wie mogelijk ontslagen wordt, mag van de vakbond namelijk eigenlijk geen les meer geven.’
‘Nadat een reorganisatie is vastgesteld en mensen boventallig verklaard worden, is het de bedoeling dat een universiteit dat ook laat zien’, verduidelijkt Jan Boersma van vakbond Abvakabo FNV. ‘Mensen mogen hun werk wel afmaken, maar wanneer ze tot de ontslagtermijn volledig moeten doorwerken is dat voor ons toch een reden om in discussie te gaan met de werkgever. Want dan blijkt niet echt dat de persoon in kwestie werkelijk boventallig is.’ De studenten zien overigens wel dat er hard wordt gewerkt door de faculteit om de reorganisatie in goede banen te leiden. Heijnen: ‘Men streeft ernaar om de curriculumvakken in het tweede semester door te laten gaan. Maar bij bijvoorbeeld wereldgodsdiensten hoort een specialisatie van dertig studiepunten die je uit losse keuze vakken moet halen. Sommige studenten kunnen nu niet voldoende punten bij elkaar krijgen. Er wordt dan gezegd dat ze maar een vak van geschiedenis moeten kiezen, maar dat lijkt ons een non-oplossing. Dit is religiewetenschap.’ MVW
Farmacieopleiding van bèta’s en LUMC De bètafaculteit en het Leids Universitair Medisch Centrum werken samen aan een apothekersopleiding. Bestuurders van het LUMC en de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen roepen al jaren dat de twee instellingen meer moeten samenwerken, en nu komen er daadwerkelijk tekenen van samenwerking. Er komt geld om gezamenlijk onderzoeksapparatuur te kopen, en er zijn plannen voor twee gezamenlijke opleidingen. Als alles goed gaat, komt er een masteropleiding Statistical Science, waar ook de faculteit Sociale Wetenschappen bij betrokken zal zijn, en een nieuwe opleiding farmacie. Die studie zal mensen opleiden tot apotheker, en aansluiten op de al bestaande opleiding biofarmaceutische wetenschappen. BFW-studenten zullen in het derde jaar van hun bachelor een andere afstudeerrichting kunnen kiezen, en daarna doorstromen naar een master, inclusief apothecaire co-schappen. Hoogleraar klinische farmacie
Henk-Jan Guchelaar stelde afgelopen jaar al een plan op voor de nieuwe studie. ‘Het beroep van apotheker is aan het veranderen’, legt hij uit: de apotheker wordt minder pillendraaier en meer begeleider van patiënten die medicijnen gebruiken. Vandaar een nieuwe studie, en vandaar de samenwerking tussen farmacologen en geneeskundigen. ‘Er is ook behoefte aan meer plaatsen om op te leiden tot apotheker: bij de numerus fixus in Utrecht vallen jaarlijks zo’n 100 studenten buiten de boot, terwijl er meer banen voor apothekers worden verwacht de komende twintig jaar, zeker van deze meer zorgende apothekers.’ Wanneer de opleiding van start gaat is nog onduidelijk. De besturen van universiteit en LUMC zijn enthousiast, en nu werkt Guchelaar mee aan de aanvraag van een nieuwe opleiding. ‘De startdatum hangt af van hoe snel het ministerie van Onderwijs daarover beslist. Het aanbieden van dat derde bachelorjaar in 2014-2015 zou erg ambitieus zijn. Maar we zijn ook ambitieus, dus wie weet.’ BB
Minister Jet Bussemaker van Onderwijs legde vorige week bij De Wereld Draait Door uit waarom ze een miljoen wil uittrekken voor Massive Online Open Courses (moocs).
Miljoen voor online colleges Minister Jet Bussemaker van Onderwijs wil Massive Online Open Courses (moocs) in Nederland stimuleren. Daar trekt ze een miljoen euro voor uit. In een brief aan de Tweede Kamer legt Bussemaker uit dat ze moocs als verrijking van het al bestaande onderwijs ziet. Welke aard die verrijking precies moet hebben, moet de toekomst nog uitwijzen. ‘Experts geven aan dat niemand echt weet
waartoe de ontwikkelingen zullen leiden.’ Ook merkt ze op dat nog onduidelijk is hoe er precies geld verdiend moet worden aan moocs, en dat er nog maar weinig bewijs is dat de cursisten er echt baat bij hebben. Dat weerhoudt haar er niet van om een miljoen euro uit te trekken voor de verdere ontwikkeling van online onderwijs. In elk geval moet er een mooc komen over Nederlands als tweede taal. Wat een
universiteit of hogeschool precies moet doen om aanspraak te maken op dat potje staat niet in Bussemakers brief. Wel noemt ze drie punten waarop je kunt scoren: de reputatie van het Nederlandse hoger onderwijs, samenwerking tussen instellingen en grondige evaluatie. De Universiteit Leiden heeft al twee moocs gegeven – over Europees recht en terrorisme – en heeft er nog zes colleges in voorbereiding. BB
‘Hoezo daar tijd aan besteden?’ Vorig jaar liet natuurkundestudent Rembrandt Donkersloot, tegenwoordig assessor van de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen, de Nationale Studenten Enquête (NSE) van Studiekeuze123 nog links liggen. Dit jaar roept hij alle studenten echter op tot invullen. Waarover stelt de Nationale Studenten Enquête vragen? ‘Over alle onderwerpen die voor studenten belangrijk zijn. Of de computers te traag zijn, of het onderwijs goed is, of er voldoende vrouwen werkzaam zijn. ‘De enquête is deze week van start gegaan en is dit jaar voor het eerst ook via je mobiele telefoon in te vullen. Dat duurt tien tot vijftien minuten, het ligt er maar net aan hoe snel je bent.’
Wat is jouw belang? ‘Ik heb geen baantje bij de NSE hoor, maar als assessor zie ik in alle lagen van de universiteit hoe belangrijk de resultaten zijn. ‘Niet alleen opleidingscommissies, maar ook het faculteitsbestuur en het college van bestuur hechten er waarde aan, hoewel de cijfers niet heel representatief zijn. ‘Slechts twintig tot dertig procent van de Leidse studenten vult de vragenlijst in, waarmee Leiden onder het landelijke gemiddelde scoort.’ Waarom hechten al die bestuurlijke lagen wél waarde aan een enquête die niet representatief is? ‘Omdat het een van de weinige bronnen is van, in principe, alle studenten. Er komen wel signalen via opleidingscommissies en studieverenigingen, maar meestal over indi-
viduele gevallen. Er is verder geen kwalitatief onderzoek. ‘Ook de jaarlijkse Elsevier-gids met de beste studies van Nederland is er grotendeels op gebaseerd.’ Waarom vinden studenten het zo onbelangrijk? ‘Ik weet het niet. Misschien is de marketing verkeerd, misschien zien studenten het als spam. Vorig jaar is de enquête eerlijk gezegd ook langs mij heengegaan. ‘Ik kreeg een mail met daarin een linkje en ik dacht: hoezo zou ik daar tijd aan besteden? Wat heb ik er zelf aan? Maar het is dé kans om iets te zeggen te hebben.’ De Nationale Studenten Enquête is nog tot 9 maart in te vullen op www.nse.nl. MVW
6
Mare · 16 januari 2014
Mensen ellende
Vrijwilligers van de rechtsw Een louche huisbaas. Een boete voor baldadig gedrag. Ontslag op staande voet. In de rechtswinkel helpen vrijwilligers mensen met een juridisch probleem. Zo ook in Delft, waar bij gebrek aan een rechtenfaculteit veel Leidse studenten werken. ‘Er vloeien hier talrijke tranen.’
De spelcomputer Tom de Beus (20) is tweedejaars rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Leiden. Mensen helpen geeft voldoening. Dat heeft Tom de Beus in zijn paar maanden bij de wetswinkel al gezien. ‘Vaak is er sprake van rechtsongelijkheid. Mensen worden gewoon niet serieus genomen. Schrijven wij een brief, met de stempel van de wetswinkel erop, dan wordt pas de urgentie duidelijk. Wordt een zaak emotioneel, dan gaat de theorie opeens leven. Dan raak je betrokken. Het is daarnaast heel gaaf als het lukt om resultaat te boeken.’ Zoals in de zaak van de student die een spelcomputer kocht in de winkel waar hij zelf werkte. Het ding ging stuk. Als consument bracht de student hem terug naar de winkel en kreeg hij zijn geld terug. ‘De werkgever kwam daarachter en was het daar niet mee eens. Hij hield het bedrag in op het loon van de student. Dat kan natuurlijk niet. Uiteindelijk heeft de student én zijn loon gekregen én het geld van de spelcomputer.’ Soms loopt het anders. ‘Ik deed een keer de inschrijving van een verhuurder die problemen had met zijn huurders. Daarna vertelde deze man bij Patty wat er aan de hand was. Een week later kreeg ik twee huurders op het spreekuur. Ik herkende de casus. Het bleken de huurders te zijn uit het verhaal van de huurbaas. Hen heb ik helaas niet kunnen helpen, ongeacht wie er gelijk had. Je krijgt anders belangenverstrengeling. Zij moesten daardoor ergens anders hulp zoeken. In Den Haag en Leiden zijn gelukkig ook wetswinkels.’
Onterecht ont slag Hanneke Romeijn (24) is derdejaars notarieel recht aan de Universiteit Leiden. Een student is per telefoon op staande voet ontslagen. Hij was vaak te laat gekomen en niet op een cursus verschenen. Dat laatste is voor de werkgever de druppel, maar de student stapt naar de wetswinkel. Romeijn kijkt voor hem de regels na voor ontslag op staande voet. Wat blijkt? De werkgever heeft zich niet aan de voorwaarden gehouden, bijvoorbeeld dat het ontslag direct moet volgen op een incident. Daarnaast heeft hij al een paar maanden geen loon uitbetaald. Romeijn stelt een loonvordering op voor de student. De zaak loopt nog, maar ze heeft alle vertrouwen in de goede afloop. Romeijn begon aan haar studie rechten met het idee notaris te worden. Nu ze aan de praktijk heeft geroken, weet ze het niet meer zo zeker. ‘Een notaris zit vooral op kantoor aktes en contracten op te maken. Het familie- en erfrecht vind ik nog steeds leuk, maar ik denk nu toch na over de civiele advocatuur.’De stof is voor haar gaan leven bij de wetswinkel, vertelt ze. ‘Als ik een ander met mijn kennis kan helpen, vind ik dat mooi. Alles wat met recht te maken heeft, is heel lastig voor mensen. Ik heb de tijd om ze te helpen.’ Romeijn heeft veel praktische kennis opgedaan. ‘Hoe gedraag je je op zitting, hoe stel je een brief op, hoe voer je gesprekken? Ik heb veel over mezelf geleerd.’ Het lastigst vindt ze het wanneer ze schrijnende gevallen niet kan helpen. Bijvoorbeeld als ze torenhoge schulden hebben en de schuldeisers niet willen meewerken aan sanering. ‘Het blijft moeilijk om dan te zeggen dat je niets meer kunt doen.’
Het is guur aan de Buitenhofdreef in Delft. Een stevige windvlaag waait wijkcentrum Buitenhuis in als de schuifdeuren open gaan. Het is maandagavond tien over half zeven, maar twee mannen zitten al kaarsrecht op de plastic stoeltjes in de hal. Stuurs kijken ze voor zich uit. Ze wachten. Om zeven uur begint het inloopspreekuur van de Wetswinkel Delfland. Die is bijna drie jaar geleden opgericht om mensen met juridische problemen op een laagdrempelige manier advies en bijstand te geven. De wetswinkel bestaat deels uit rechtenstudenten, deels uit afgestudeerde juristen. En bij gebrek aan een Delftse rechtenopleiding zijn die grotendeels afkomstig uit Leiden. Op maandag- en woensdagavond komen zij naar het buurthuis aan de Buitenhofdreef. Met zeven man zijn ze dan. Eén zit in de hal, om bezoekers in te schrijven. De andere zes hebben daarna twintig minuten per cliënt om in koppels van twee naar hun – soms heel emotionele – verhaal te luisteren. De afgelopen drie jaar hielp de wetswinkel meer dan duizend mensen. Bijstandsmoeders die woonruimte zoeken; AOW’ers die vragen hebben over hun pensioen; echtgenoten die met elkaar in de clinch liggen; werknemers die worden ontslagen; consumenten met slecht werkende producten die een weigerachtige winkelier tegenover zich vinden; studenten die onenigheid hebben met hun huisbaas. Er was ook eens een jongen van veertien jaar die een app had gebouwd en wilde weten hoe hij zijn ontwerp kon beschermen. ‘Samen met de cliënt proberen we tot een rechtsvraag te komen’, vertelt student Fahid Akachar voorafgaand aan het
16 januari 2014 · Mare
7
n uit de helpen
winkel laten de theorie leven spreekuur. ‘Dan geven we advies en waar nodig verdere bijstand. Negen van de tien keer hebben we niet meteen een antwoord paraat. Dat geven we dan binnen twee weken na het gesprek.’ Vaak zijn er papieren die de juristen moeten lezen, regelingen en wetsartikelen na te pluizen, brieven die ze moeten schrijven aan instanties als gemeenten, de IND of werkgevers. ‘Bovendien hebben we na het inloopspreekuur een nabespreking. Dan spreken we alle zaken door. Zo helpen we elkaar.’ De studenten en de juristen die voor de wetswinkel werken doen dat op vrijwillige basis. Maandelijks komen ze bijeen en krijgen ze bijvoorbeeld een training van een advocaat. Gemiddeld zijn ze wekelijks vijf à tien uur bezig voor de wetswinkel, vaak ’s avonds of in het weekend. Na anderhalf jaar dienst krijgen ze een certificaat, maar velen blijven daarna hangen. Akachar: ‘Het is leuk werk, je haalt er veel voldoening uit. En met sommige mensen bouw je een band op, want je gaat een heel proces door.’ Geld voor de wetswinkel komt van donaties en fondsen. En in de toekomst van bedrijven, is de hoop. Binnenkort start daarvoor de acquisitie. De wetswinkel heeft een netwerk van advocaten achter de hand, die helpen als zaken bijvoorbeeld om zeer gespecialiseerde kennis vragen. Maar vaak blijkt een brief met het stempel van de wetswinkel al genoeg om zaken vlot te trekken. Andere keren gaan de studenten van de wetswinkel mee naar de rechter, of gaan zij mee met werknemers die met hun baas moeten onderhandelen over een vertrekregeling. Soms moet de wetswinkel mensen doorverwijzen naar andere instanties. En als het nodig is krijgen cliënten te horen dat zij waarschijnlijk geen kans maken. ‘We kunnen altijd iets voor mensen betekenen’, zegt Akachar. ‘Al is het maar door naar ze te luisteren. Er vloeien hier talrijke tranen. Deels omdat mensen merken dat er eindelijk iemand is die ze wil helpen. Ze zitten vaak diep in de ellende.’ DOOR SASKIA BONGER, FOTO’S SAM RENTMEESTER
Stinkende honden Patty Brand (22) is tweedejaars rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Leiden. Brand werkt nog maar kort voor de wetswinkel en heeft zes zaken gedaan. Haar eerste zaak blijkt echter meteen eentje die om volharding vraagt. ‘Er kwam iemand bij me wiens verzoek om een bijstandsuitkering was afgewezen. Hij wilde bezwaar aantekenen, met mijn hulp. Alleen, de gemeente weigerde steeds de daarvoor benodigde informatie te verstrekken. Ik ben blijven bellen, mailen en schrijven. Ik ben nu meer dan twee maanden verder en eindelijk heb ik iets gekregen.’ Een andere zaak die Brand heeft gedaan, betreft een studente die last had van de honden van haar buurvrouw. Die deden hun behoefte in de gang van de flat. Het stonk en er was geluidsoverlast. De buurvrouw was niet voor rede vatbaar, de huurbaas stuurde de studente steeds weg als zij kwam klagen. ‘Wij hebben haar geholpen met het schrijven van een brief. Ons advies was om daarin te dreigen met een stap naar de huurcommissie, omdat de woning niet aan haar verwachtingen voldeed. Een week later was alles opgelost.’
Baldadige ballon Fahid Akachar (23) heeft een bachelor recht en bedrijfswetenschappen op zak en doet nu de master ondernemingsrecht aan de Universiteit Leiden. Een groepje studenten slentert na het uitgaan door de stad. Aan een pand waar ze langslopen hangen ballonnen. Eén van de studenten prikt er voor de grap eentje kapot. Een toevallig passerende motoragent ziet dat en slingert de student op de bon: dik driehonderd euro voor baldadigheid. Akachar kreeg de radeloze student een paar maanden geleden op zijn spreekuur. De jongen had al zonder succes bezwaar aangetekend tegen de boete. ‘De volgende stap was de rechter. Ons advies was: wijs de rechter erop dat deze onbenullige actie grote gevolgen heeft voor je toekomst. Met een strafblad kun je geen verklaring voor goed gedrag meer krijgen, bijvoorbeeld. We hebben de student aangeraden een ballon mee te nemen naar de zitting, om te onderstrepen dat het kapot prikken daarvan toch niet tot een strafblad mag leiden. De rechter is meegegaan in ons verhaal.’ Akachar vindt het bevredigend mensen te helpen, vertelt hij. Hij denkt dat hij na zijn studie terecht komt bij een advocatenkantoor op de Amsterdamse Zuidas. Dan moet blijken hoeveel voldoening werken voor het bedrijfsleven geeft. ‘Mijn opleiding is helemaal gericht op bedrijven. De menselijke factor kom je nauwelijks tegen. In de oefenrechtbank heb ik een zaak voor een bedrijf moeten doen. Dat soort zaken draait uiteindelijk altijd om geld. Dat geeft minder voldoening dan dat je iemand met de wetswinkel helpt zijn recht te halen.’
Dit artikel verscheen eerder in TU Delta. De locaties van de foto’s hebben geen verband met het verhaal. Ook een juridisch probleem? Ga naar: www.leidserechtswinkel.nl
8 Mare · 16 januari 2014 Achtergrond
Wie is dader en wie is slachtoffer? > Vervolg van de voorpagina ‘Victoire Ingabire, die tijdens de genocide in Nederland woonde en in 2010 terugkeerde naar Rwanda, nam het met haar partij FDU tegen Kagame op. Zij wilde een duidelijk Hutu-geluid laten horen. Zij vormen ook de meerderheid: zo’n 85 procent is Hutu, de rest is Tutsi. Ingabire is als staatsgevaarlijk bestempeldm, werd opgepakt en is veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf. Dat is niet de juiste manier om met een presidentskandidaat om te gaan.’ Nog een voorbeeld van de macht van Kagame. ‘Een president mag maar twee termijnen zitten. Kagame overweegt nu de grondwet aan te passen om een derde termijn mogelijk te maken. Toen de minister van justitie zich tegen dit idee verzette, werd hij prompt ontslagen wegens incompetentie.’ Het is niet zeker niet allemaal kommer en kwel, zegt Huls. ‘Aan de creditzijde van de regering Kagame staat dat alle kinderen naar school gaan. Er is basisgezondheidszorg. Het is veilig, maar
er is geen vrijheid om de president te bekritiseren.’ Als rechtssocioloog is hij geïnteresseerd in hoe de Rwandezen gepoogd hebben schoon schip te maken. ‘De gevangenissen waren overvol in 1994. Er zaten honderdduizenden verdachten in verschrikkelijke omstandigheden achter de tralies. Iedereen die beschuldigd werd, was opgesloten. Toen is er een volksgerecht ingesteld: gacaca. Er zijn in no-time lekenrechters opgeleid en benoemd. Maar het is heel moeilijk om vast te stellen wie nu daders en wie nu slachtoffers waren. Bekennen betekende een lagere straf. Ook onschuldigen bekenden. Ze kozen voor een onterechte, maar lichtere straf. Want niet bekennen kon wel eens tot een zeer zware straf leiden. Iets van twee miljoen zaken zijn zo afgehandeld, door dorpelingen op hun eigen heuvel.’ De gacaca zijn twee jaar geleden afgerond. ‘Inhoudelijk zijn er vraagtekens. Er is veel kritiek van mensenrechtenorganisaties. Er zitten onterecht mensen vast en er lopen mensen vrij rond die
Een fotocollage met slachtoffers van de genocide bij het Rwanda Monument in Murabi. Foto HH de meest vreselijke dingen hebben gedaan. Wat is er in beide gevallen nog mogelijk? Het is aan wetenschappers om de waarheid te onderzoeken. Een van mijn projecten is om Rwandezen te stimuleren om te promoveren op de volkstribunalen. Ik wil een wetenschappelijk debat hierover ontketenen. Dat is niet eenvoudig want kritiek op de gacaca wordt niet gewaardeerd. Maar
het is belangrijk dat een nieuwe generatie Rwandese juristen zelf op zoek gaat naar de waarheid.’ Op het internationaal Rwandatribunaal in Tanzania hebben de Rwandezen veel kritiek. ‘In vijftien jaar tijd zijn er zo’n vijftig mensen veroordeeld. Het is een money machine voor advocaten. Met dat geld had Rwanda liever zelf de duizenden verdachten in Rwanda zelf
berecht.’ Het tribunaal neemt geen nieuwe zaken meer aan en wordt opgeheven. ‘Rwanda gaat nu zelf verdachten berechten. Er staan nog negen voortvluchtigen op de lijst van het tribunaal. Mochten die gevonden en uitgeleverd worden dan komen ze in Rwanda voor de rechter. Het is een echte test voor de onafhankelijke rechtspraak in het land als het zover is.’ VB
Academische Agenda Mw. R. Stoutjesdijk hoopt op donderdag 16 januari om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Children with emotional and behavioral disorders in special education’. Promotoren zijn Prof.dr. E.M. Scholte en Prof.dr. H. Swaab. Dhr. B.G.C.W. Pijls hoopt op donderdag 16 januari om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Evidence based introduction of orthopaedic implants. RSA, implant quality and patient safety’. Promotoren zijn Prof.dr. R.G.H.H. Nelissen en Prof.dr.ir. E.R. Valstar. Mw. Y.W.M. Schulte-van Maaren
hoopt op dinsdag 21 januari om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘NormQuest: Reference values for ROM Instruments and Questionnaires’. Promotoren zijn Prof.dr. F.G. Zitman en Prof.dr. A.M. van Hemert. Mw. J.S. Mourer hoopt op dinsdag 21 januari om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Late ConcentrationControlled Calcineurin Inhibitor Withdrawal with Mycophenolate Mofetil in Renal Transplant Recipients’. Promotor is Prof.dr. J.W. de Fijter. Mw. L.E. Klumpers hoopt op dinsdag 21 januari om 16.15 uur te promoveren
tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Novel approaches in clinical development of cannabinoid drugs’. Promotoren zijn Prof.dr. J.M.A. van Gerven en Prof.dr. A.F. Cohen. Mw. S. Commandeur hoopt op woensdag 22 januari om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Facing the phases of Mycobacterium tuberculosis’. Promotor is Prof.dr. T.H.M. Ottenhoff. Dhr. M.A. Velders hoopt op donderdag 23 januari om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Optimization of Care for ST-Elevation Myocardial Infarc-
tion’. Promotor is Prof.dr. M.J. Schalij. Mw. S. Hoogendoorn hoopt op donderdag 23 januari om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘A chemical biology approach for targeting of ligand-drug conjugates’. Promotoren zijn Prof.dr. H.S. Overkleeft en Prof.dr. G.A. van der Marel. Mw. L. Di Bella hoopt op donderdag 23 januari om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘De toepassing van de vereisten van causaliteit, relativiteit en toerekening bij de onrechtmatige overheidsdaad’. Promotoren
zijn Prof.mr. J.E.M. Polak en Prof.mr. T. Barkhuysen. Dhr. A.F. Rommelse hoopt op donderdag 23 januari om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘De arbeidsongeschiktheidsverzekering: tussen publiek en privaat’. Promotoren zijn Prof.dr. K.P. Goudswaard en Prof.mr. G.J.J. Heerma van Voss. Dhr. D.P.C. de Rooy hoopt op donderdag 23 januari om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Genes and environmental factors associated with the severity of progression of RA’. Promotor is Prof.dr. T.W.J. Huizinga.
Maretjes De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Nieuwe begeleiders gezocht voor bijles/huiswerkbegeleiding Buurthuis Vogelvlucht Leiden-Zuid. Acht leerlingen basisonderwijs groep 7 en drie leerlingen groep 4 en 5 helpen met begrijpend lezen, spelling en rekenen. Zes leerlingen uit groep 6 hulp bij lezen, woordenschat en rekenen. Drie leerlingen met vergoeding van €5,- en €7,per les. Voortgezet onderwijs: Marokkaanse jongen, wiskunde, 2havo, tot €10,- per les. LeidenNoord zoekt begeleiders voor 18 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 7, waarvan vijf met vergoe-
advertentie
ding. Voortgezet onderwijs, hulp voor: Iraaks meisje, Engels, 4vmbo. Marokkaanse jongen, Nederlands, studievaardigheid bij leervakken, 2havo. Somalisch meisje, wiskunde, 3vmbo. Marokkaanse jongen, Nederlands, Engels, brugklas. Marokkaans meisje, natuurkunde, 2vwo. Marokkaanse jongen, wiskunde, biologie, brugklas. Marokkaans meisje, Nederlands, brugklas vmbo-TL. Marokkaans meisje, Engels, 3havo. Marokkaans meisje, wiskunde, scheikunde, 3vwo. Ethiopisch meisje, wiskunde, 3vwo, €5,- per les. Marokkaans meisje, Engels, 3vmbo. Marokkaanse jongen, Nederlands, 2vmbo. Marokaans meisje, Nederlands, bruglas vmbo. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do, 15-17u. Tel: 0715214256. E-mail: hdekoomen@owwleiden.nl. Gezocht: lieve oppas met ervaring, voor mijn dochter (1 jr), voor avonden en weekenden, op flexi-
bele basis, in de binnenstad van Leiden. e.kurpershoek@gmail. com/ 0641468633
Beste
Maretje extra
kinderdagverblijf Zuid-Holland*
Een bejaarde econoom, verblijvend in een verpleeghuis, heeft behoefte aan een “maatje”, een student die eens per week of per maand een praatje met meneer komt maken, een woordje wisselt over economie-kwesties. Meneer fleurt op als er over dit onderwerp met hem gesproken wordt. Neem voor interesse contact op met zijn curator, mevrouw M. Zonneveld, tel. 070-3060113. Hartelijk dank, u geeft een meneer op leeftijd een gelukkige oude dag!
Maretjes-extra zijn bedoeld voor semi-commerciële instanties. De prijs voor een Maretje-extra is €23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail: Zandvoort@bureauvanvliet.com
MIYO (groep van 10 studenten) zoekt 2 studenten (m/v) om mee te spelen in muziektheatervoorstelling. Voorstelling in juni in leiden. Repetitie op dinsdagavond, meld aan voor auditie muziektheater. miyo@gmail.com.
Gezocht: Niet-rokende hulp voor schoonmaken en strijken; voor 3 uur per week bij gezin in Leiden. Ervaring een pré, betrouwbaarheid een must. Tel: 0715419512 (tussen 14 en 17 uur, niet op vrijdag)
90013037_Adv. Mare NL.indd 1
15-10-13 17:16
16 januari 2014 · Mare 9 Wetenschap
Tegen de tering Promovenda zoekt naar beter tuberculose-vaccin Nu tuberculose steeds vaker resistent is tegen antibiotica, wordt het tijd voor een beter vaccin. Promovenda Susanna Commandeur speurde naar de ingrediënten. Door Bart Braun Veel van de ziektes waar we mee schelden, zijn niet meer wat ze geweest zijn. De klere (cholera) is dankzij betere hygiëne verworden tot een ziekte voor derdewereldlanden. De tyfus heet tegenwoordig een salmonellabesmetting, en valt met een antibioticakuurtje vrijwel altijd onder de duim te houden. De pokken zijn compleet uitgeroeid, en met het leplazarus (lepra) lijkt ook die kant op te gaan. Met de pleuris, ook bekend als de vinkentering, vliegende tering of de officiële naam tuberculose, zit dat ietsje anders. In Afrika en Azië tiert de ziekte nog welig: in 2012 gingen er ongeveer 1,3 miljoen mensen aan dood – meer dan aan malaria. Via mensen die op en neer reizen naar de landen daar duikt het ook in Europa nog steeds op. Steeds vaker gaat het om tbcvarianten die resistent zijn tegen antibiotica, en uit India komen verontrustende verhalen over een Total Drug Restistant Tuberculosis, die niet alleen zijn schouders ophaalt bij antibiotica, maar ook bij de andere medicijnen die wanhopige dokters inzetten als de antibiotica niet meer werkt. Het zou, kortom, best wel tof zijn als er een goed vaccin tegen tuberculose was. Er bestaat wel een vac-
cin, het zogeheten Bacillus Calmette–Guérin (BCG), maar dat heeft een aantal nadelen. Om te beginnen is het een levend vaccin: er zit een zorgvuldig uitgezochte verzwakte variant van de koeien-tbc in. Dat betekent dat je de vaccins moet koelen, niet altijd even makkelijk in de binnenlanden van Afrika. Het betekent ook dat mensen met een verzwakt immuunsysteem, hiv-patiënten bijvoorbeeld, besmet kunnen worden met de bacterie die ze juist bescherming had moeten bieden. Bij mensen met een wel goed functionerend immuunsysteem heeft BCG nog altijd sterk wisselende effecten: de een houdt er veel betere bescherming aan over dan de ander. De wereld heeft een beter tuberculose-vaccin nodig, en promovenda Susanna Commandeur heeft de afgelopen jaren hard meegedaan aan de zoektocht. In plaats van levende bacteriën is het handiger als er alleen stofjes die in zo’n bacterie voorkomen in een prikje zitten. Het hepatitis-vaccin van de reizigerszorg bevat ook geen virussen, maar chemische nabootsingen van de bouwstenen daarvan. ‘Iedereen in het tbc-vaccin-onderzoek is van die stofjes aan het uitwisselen, en aan het kijken: wat werkt er wel en wat werkt er niet’, vertelt Commandeur. De stofjes die in je vaccin moeten, kun je vinden in de tuberculosebacterie, Mycobacerium tuberculosis. Het zoekwerk is echter moeilijker dan je zou denken. Een bacterie in een buisje in het lab maakt bij-
voorbeeld andere stofjes aan dan een bacterie die daadwerkelijk je longen aan gort helpt. Dat maakt uit, want als je je vaccin volstopt met stofjes die M. tuberculosis niet of niet voldoende aanmaakt tijdens de infectie, werkt het dus niet. Commandeur ging daarom op zoek in muizenlongen. Ze besmette muizen met de tuberculose-bacterie. ‘Vier verschillende soorten muis, met elk een andere gevoeligheid voor de ziekte’, licht ze toe. Ze werden allemaal ziek, maar niet allemaal even erg of even besmettelijk. Vervolgens onderzocht ze welke genen aan stonden bij welk ziektebeeld. Dat bleken 2170 genen te zijn, waarvan de meerderheid een blauwdruk levert voor een eiwit. Eiwitten, of stukjes daarvan, kun je in een vaccin stoppen. Met één van die eiwitten – ‘een selectie uit een selectie, ik wil zeker niet zeggen dat dit de enige of de allerbeste stof is’ – ging ze verder. Die bleek bij besmette muizen ongeveer even goed te werken als het huidige BCG-vaccin. Helemaal weg krijg je de bacillen niet, maar hun aantal ging wel met een factor duizend omlaag. Een ander probleem voor het ontwikkelen van vaccins is dat M. tuberculosis in een soort slaapstand kan gaan. Verreweg de meeste mensen die ermee besmet zijn, hebben er nauwelijks last van, omdat de bacterie is ingekapseld door het immuunsysteem en zich rustig houdt. Als dan het immuunsysteem verzwakt wordt door iets an-
ders (chemotherapie, hiv, hongersnood), grijpen de slapende cellen hun kans, en krijgt de patiënt er nog eens tuberculose bovenop. Een ideaal vaccin pakt niet alleen de actieve pleuris veroorzakende bacterie aan, maar ook de undercover-bacteriën die betere tijden afwachten. ‘Waarschijnlijk zullen we toe moeten naar vaccins met meerdere antigenen, om alle populaties bacteriën en alle bacteriële fasen aan te pakken’, vermoedt Commandeur. ‘Ook omdat de mensen die de vaccins krijgen allemaal een ander immuunsysteem hebben.’ Voordat Commandeurs stofje daadwerkelijk in een vaccin belandt dat u bij de GGD kunt halen, is er nog een lange weg te gaan, vol testen op veiligheid en werkzaamheid. Vrijwel alle stofjes tegen vrijwel alle ziektes sneuvelen ergens op die weg. Commandeur: ‘Een van de meestbelovende stofjes, MVA85A, was er bijna. Het werkte in muizen. Het bleek veilig voor proefpersonen. En toen gaven de onderzoekers het aan kinderen die al het BCG-vaccin gehad hadden, en bleek het helemaal geen extra bescherming te geven.’ Het zou zomaar nog jaren kunnen duren voor er een beter prikje is, en als u in de tussentijd zo’n allesresistente teringbacterie tegen het lijf loopt, bent u ernstig de pineut. Je zou er bijna van gaan schelden. Susanna Commandeur, Facing the phases of Mycobacterium tuberculosis – hunting for better TB vaccines. Promotie: 22 januari
Vroeggeboorte Als je veel te vroeg geboren wordt, sta je achter voordat je goed en wel begonnen bent met leven. Maar hoeveel precies? Om dat te onderzoeken, volgt TNO al sinds 1983 een cohort van zo’n duizend mensen die in 1983 werden geboren. Dit waren toen baby’s van minder dan 32 weken, of een geboortegewicht van minder dan 1500 gram. Een normale zwangerschap duurt veertig weken, en dan weegt het kindje een kilo of drie. In het American Journal of Obstetrics & Gynecology beschrijven onderzoekers van TNO en het Leids Universitair Medisch Centrum een resultaat uit dat bevolkingsonderzoek. Toen de deelnemers 28 waren, kregen ze een vragenlijst. Uit de antwoorden bleek dat de voormalige prematuurtjes opmerkelijk minder kinderen hebben dan hun leeftijdsgenoten die wel een ‘normale’ geboorte achter de rug hadden. De vrouwen die zwanger waren geweest, hadden daarbij vaak problemen, met name vroeggeboortes.
Zebrapoep Clostridium difficile is een darmbacterie die nare diarree kan veroorzaken, met name bij ziekenhuispatiënten. Microbioloog Ed Kuijper van het LUMC doet er al jaren onderzoek naar. Als je weet waar de bacterie vandaan komt, kun je besmettingen voorkomen. Eerder toonde Kuijper al aan dat varkens een vrijwel vergelijkbare vorm van de bacterie dragen. Misschien lopen de besmettingen via de varkensflat en de kinderboerderij? Samen met een groep Spaanse onderzoekers vond hij een nog exotischer bron: de dierentuin. De auteurs verzamelden poep van veertig beesten uit de dierentuin van Madrid, van onder meer berggeiten, chimpansees en de zebra’s. Met name die laatste dieren blijken vaak C. difficile bij zich te dragen. De meest voorkomende variant is de stam die ook bij mensen klachten veroorzaakt. De meeste besmette dierentuinbeesten hebben ook nog eens een bacterie die resistent is tegen een of meer antibiotica. Oftewel: als je naar de dierentuin van Madrid gaat, probeer dan zo min mogelijk zebrapoep in je mond te krijgen. Hoe het bij andere dierentuinen zit, is vooralsnog onduidelijk.
Hubble
Op een affiche uit 1912 wordt een medicijn tegen tuberculose aangeprezen. In 2012 stierven er 1,3 miljoen mensen aan tbc.
Een internationaal onderzoeksteam met Leidse sterrenkundigen erin heeft met de Hubble en Spitzer ruimtetelescopen vier ongewoon heldere, superjonge en snel groeiende sterrenstelsels gevonden. Het gaat om stelsels van meer dan 13 miljard jaar geleden; 500 miljoen jaar na de oerknal. Hubble vond al eerder zulke vroege stelsels, maar deze zijn 10 tot 20 keer helderder. De stelsels zijn zo helder omdat zich daar heel veel sterren vormen; de helderste doet dat ongeveer vijftig keer zo snel als onze eigen Melkwegstelsel. Vermoedelijk zijn deze stelsels ontstaan uit samensmeltingen van kleinere stelseltjes. De onderzoekers presenteerden hun ontdekking begin dit jaar op een bijeenkomst van de American Astronomical Society in het Amerikaanse Washington DC. In de miljarden jaren sinds ze het licht uitzonden dat nu op aardse telescopen valt, zijn de stelsels vermoedelijk uitgegroeid tot het soort enorm grote elliptische sterrenstelsels die sterrenkundigen relatief dichter bij huis zien.
10 Mare · 16 januari 2014 English page
Camel throwing There have always been Muslim superwomen The comic book characters may be new, but Muslim heroines have always been around; Arabist Remke Kruk has written a book on the subject: “There are plenty of brave girls who are ready with a sword.” Last autumn, Marvel Comics introduced a new super-heroine, Muslim girl Kamala Khan. She can stretch her arms and legs as far as she wants, change shape if necessary and is to be a role model for young Muslim girls. “The story takes place in New Jersey; a lot of thought has been put into this angle”, Remke Kruk
BY Marleen van Wesel
(1942), professor emerita of Arabic, reckons. However, the phenomenon itself is far from new and Kruk has written a book about it: The Warrior Women of Islam, Female Empowerment in Arabic Popular Literature. Kruk can’t say whether these tough, dominant women, of whom tales have been told since the Middle Ages, were also regarded as good examples. “Most of the stories were mainly told by men and listened to by men. A respectable woman would not have listened to a storyteller in the town square or other public spot. Women would only have heard stories told at home.” The story-telling tradition lasted for generations, as Kruk recalls: “I witnessed it once myself in a park in
Morocco. Every day, the storyteller would come along on his bike and from afternoon prayer until evening prayer, he would read to the people who sat around him on the ground on pieces of cardboard they had brought along. The listeners knew whole pieces off by heart. They weren’t interested in hearing the short stories from Arabian Nights; they preferred long, ongoing stories that, after the death of the hero, would continue as the story of his or her children.” She fetches a thick, thousandpage book. “For instance, another six volumes were written about this princess, Dhât al-Himma.” In Egypt, stories are still told at parties with musical accompani-
Dinner for 10 billion In 2050, there will be 9.6 billion people on earth and they will all need to be fed. The good news is: it can be done. The bad news is: it will take some effort. We only have one earth, so we will have to share it and we have to share it with more and more people. Will there be room for everyone? The demographer Thomas Malthus expressed his concerns at the beginning of the nineteenth century. “The power of population is indefinitely greater than the power of the earth to produce subsistence for man.” That is obviously true: together, two people can produce more than two people, and those offspring can produce more offspring, etc, creating a snowball effect until there are too many people and we are forced to fight each other to the death to obtain food. That is the future as Malthus saw it. The good news is that he had a limited view of the word “indefinitely”. Even in his day, people could limit the number of children they had and that has become BY BART BRAUN
even easier now. And it appears that once people have reached a certain standard of prosperity, they tend to limit the number of their offspring. Consequently, the global population’s rate of growth is slowing down. According to the United Nations, the earth will have 9.6 billion inhabitants by 2050. However, the number of Europeans will actually be lower than it is now: in the next forty years, the population will increase less than it has done in the past forty years, both in relative and absolute terms. So far, so good. Humanity as a whole is now more prosperous and more peaceful than it was forty years ago, despite all the growth. So, will there be room for those extra 2.6 billion? And will everyone have enough to eat? In the science journal Ecological Economics, environment scientist Ingrid Odegard from the Delft advisory agency CE and her Leiden colleague Ester van der Voet have calculated what will be needed in the way of food in 2050. “I calculated it for a number of different
scenarios, including ones in which there are more than 9.6 billion people”, Odegard explains. “I researched what was needed for various types of food as best I could. Food is used in certain proportions in a dietary pattern, so I multiplied the different dietary patterns with the number of people.” This produces a rough estimate of how much food will be necessary to feed the world. Odegard and Van der Voet’s model takes three necessities into account: agricultural land, water and fertilizers. We don’t have an unlimited amount of fertile agricultural land here on earth, and we want to leave part of that as it is for nature conservation areas. We have plenty of water – seen from outer space, our planet seems to be practically made of water. The problem is that only a tiny amount is suitable for agricultural purposes. Fertilizers are things like nitrogen, phosphor and potassium: plants can’t grow without them and without plants, there wouldn’t be any animals, or people for that matter. Forty per cent more people does
ment. “But most café proprietors turned the storytellers out on their ear when radios and televisions became available. Nonetheless, the stories are kept alive because they are reworked for television.” Kruk doesn’t think that Kamala Khan was based on the warrior women. “But they could have done”, she claims. “The stories aren’t fossils: it’s a living tradition that’s quite suited to adaptation. Perhaps Dhât al-Himma is not quite as suitable as a modern heroine because religion and motherhood have a large role in the story, but there are enough brave, cheerful Bedouin lasses who don’t give a damn about what their brothers say and are ready with a sword if things aren’t going their way.” In the same way that Kamala Khan can extend her limbs, Muslim heroine Sooraya Qadir, a.k.a. Dust, created by Marvel over a decade ago, can change into sand if she needs to. The superpowers of the warrior women were less explicit: “The women were very beautiful though, according to the standards of the age: very heavily built women who had no trouble picking up a camel and throwing it if they were angry. A palm branch on a sand dune was considered the perfect shape for a Muslim woman: a slender upper body with a broad, puckered belly
and curvaceous hips.” Women were also cast as baddies: “Emancipation had progressed at least that far. There were wicked sorceresses and evil queens, usually old, which made them even uglier, with clumps of hair sprouting randomly on their bodies. They were often nymphomaniacs too, dragging young men back to their tents even at the age 102.” Good women were portrayed as respectable. “Sometimes, they might seem indecent, but at the end of the tale, they would still be virgins when they married. Women who weren’t always came to a sticky end, even if it was because they had been raped.”
not necessarily mean that we need forty per cent more of whatever to feed them. In 2005, twice as much wheat was produced per square metre than in 1968 as a result of better varieties, better agricultural technology and better artificial fertilizers. The same applies to other crops. If we hadn’t managed to produce bigger crops, we would need more than twice as much agricultural land as we had back then. And we don’t have that much land, not even if we chop down all the forests on the planet. In their model, the researchers have allowed plenty of scope for the fact that production may rise even more, as Odegard adds: “The yields in developing countries can still grow by a huge amount – in fact, they will have to.” Well, that’s the good news. The bad news is that if all those 9.6 billion people eat like the average Westerner does, we will be facing a tremendous problem. We would be polluting far more water and we would need two to three times as much agricultural land. Another issue involves the minerals for artificial fertilizers: we can get nitrogen from the air, but potassium and phosphor need to be mined. Depending on the actual 2050 scenario, we will have nearly depleted
our stocks of extractable minerals. Van der Voet continues: “We could manage potassium, as it’s available in abundance. But I predict problems with phosphor. According to our model, it should last until the year 2150. That’s startlingly soon: phosphor is essential to humans. It’s high time we considered what to do when the easily extractable phosphor runs out.” The hardest cut in our food will be meat: instead of eating plants, we give them to animals and then eat the animals, which is, by definition, not very efficient. “Sometimes people act as if this is just hippie talk”, Odegard sighs. “Though it’s very simple to calculate.” When asked, neither researcher admits to being a vegetarian. We can feed humanity in 2050, but only if that humanity is willing to eat far less meat than most Westerners do now. “Such a lot can be done for the environment if we manage food more efficiently”, laments Van der Voet, “But that’s no-go area – it’s politically sensitive. Nonetheless, we can’t go back to agriculture without artificial fertilizers either: the land just wouldn’t produce enough. It would be a disaster of some magnitude. We really wouldn’t be able to feed the global population.”
16 januari 2014 · Mare 11 Xxxxxx Cultuur
Agenda
FILM
Drieluik van Miyamoto Musashi die een enorme walvis doodt, ca. 1847. Houtsnede Utagawa Kuniyoshi
Grenzeloze fantasie Unieke collectie van Utagawa Kuniyoshi
Het Sieboldhuis eert de kunstenaar die hedendaagse anime en manga heeft geïnspireerd: Utagawa Kuniyoshi. Zijn werk was het achttiende-eeuwse equivalent van hedendaagse posters met tieneridolen. Utagawa Kuniyoshi, kennen we die niet ergens van? Is dat niet die Japanse kunstenaar van die grote golf? Nou, nee dus. Een simpele vergissing, aangezien de heren tot hetzelfde clubje meesterhoutsnijders gerekend worden. Houtsneden, dat klinkt misschien een beetje suf, maar de resultaten daarvan zijn dat absoluut niet. Op de tweede verdieping van het Sieboldhuis wordt de bezoeker van ‘Helden, Humor, Horror’ begroet met ruim tachtig prenten. Het eerste wat opvalt is de opvalDOOR ESHA METIARY
lend heldere kleuren van de werken; oranje, blauw, rood en groen spatten je van alle kanten tegemoet. Daarnaast is op elke prent ontzettend veel aan de hand; getatoeëerde krijgers die elkaar aanvallen terwijl er een gigantisch skelet toekijkt, vrouwen met versierde kimono’s die een nogal tevreden kijkende kat vasthouden, en een Braziliaan van de Nederlandse wereldreiziger Johannes Nieuhof. Hè, wat? In een vitrine wordt getoond hoe en waar Kuniyoshi zijn inspiratie vandaan haalde, en blijkbaar was dat niet alleen bij zijn leermeester. Kuniyoshi’s prenten tonen opvallend veel gelijkenis met een Nederlands boek uit de Gouden Eeuw. Het Sieboldhuis legt zo een leuk bruggetje tussen ons kikkerlandje en het land waar je achternaam je voornaam is. Kuniyoshi vervaardigde in zijn tijd het achttiende-eeuwse equiva-
lent van onze hedendaagse posters. In plaats van onze Leonardo DiCaprio en Spice Girls werden in Japan mythische verhalen, samoerai en kabuki-danseressen aan de muur genageld, met als gevolg dat er weinig van de in duizendvoud gedrukte prenten gaaf zijn overgebleven. Dat is jammer, maar met de collectie in het Sieboldhuis kan de gemiddelde Japanofiel zijn hart ophalen. En niet alleen voor hen is de tijdelijke tentoonstelling aantrekkelijk. Elke muur is gevuld met een ander thema, wat aantoont hoe grenzeloos Kuniyoshi’s fantasie en veelzijdigheid was. Eenmaal uitgelegd hoe een print wordt vervaardigd, ontstaat er ook bewondering voor de techniek achter de afbeeldingen: voor elke kleur moest een nieuw houtblok gesneden worden en precies juist op de tekening worden afgedrukt. Dat het uiteindelijk helemaal niet
Heel erg, nou ja, melodrama Boek van Boudewijn Büch op de planken Nu ook als musical: De kleine blonde dood van Boudewijn Büch. ‘Je moet van gewapend beton zijn om daardoor niet geraakt te worden.’ Het begon met voorpublicaties die Boudewijn Büch schreef voor Mare, collegejaar 1980-1981. In 1985 verscheen het boek De kleine blonde dood, in 1994 volgde een film met Antonie Kamerling en komende woensdag staat er in de Leidse Schouwburg een musical van theaterproducent Albert Verlinde op de planken. Daar is het verhaal uitermate geschikt voor, vindt regisseur Peter de Baan. ‘De kleine blonde dood is een heel erg, nou ja, ik gebruik graag het woord melodrama. Dat heeft een negatieve bijklank, maar ik bedoel het positief: het hoort bij de grote klassieke verhalen. En díe heb je nodig voor een musical. Anders wordt het een aardig verhaal met liedjes tussendoor.’ DOOR MARLEEN VAN WESEL
Maar is het verhaal van Boudewijn Büch dan zo’n klassieker? Filmregisseur Jean van den Velde vond het destijds niet briljant geschreven. ‘Vind ik ook hoor, het boek is erg onevenwichtig. Er is extreem veel
aandacht voor de vader-zoon-relatie en veel minder voor het kind van die zoon en zijn moeder. ‘Het voordeel wanneer je er een musical van maakt, is dat je de accenten totaal anders kunt leggen. Hoe je als zoon bent behandeld, vormt een risico voor je eigen vaderschap. Dat is wat wij op het podium laten zien. En hoe de hoofdpersoon daar vervolgens doorheen breekt, hoewel zijn eigen vader door zijn hoofd blijft spoken. Dat is ook een voordeel van musical: iemand die dood is kun je gewoon laten verschijnen. Dat geeft heel een theatraal effect.’ Toch sprak de Volkskrant over een ‘lightversie’ van de vader uit het boek. ‘De vader zegt op het podium anders ergere dingen. In het boek is hij wel gewelddadiger en maakt hij enorme trammelant. Dat is op het toneel soms onhandig. Maar een lightversie zou ik iemand niet willen noemen die zegt: “Toen ik je in de wieg zag liggen zag ik al dat je overbodig was.”’ Een musicalversie heeft natuurlijk muziek nodig. Waarvoor hebben jullie gekozen? ‘Dat is heel wisselend. Van mooie kleine liedjes tot dampende rock-
nummers. Dat is de kracht van componist Ad van Dijk. En soms danst Boudewijn over het podium als Mick Jagger. Want dat Büch een enorme Jagger-fan was slaan we uiteraard niet over. Dat ben ik zelf bovendien ook. Maar volledige nummers van The Rolling Stones, dat kost bakken met geld. Alleen de eerste riff van Brown Sugar zou al volstaan voor
zo raar is dat Kuniyoshi verward werd met Hokusai (want zo heet die ene van die grote golf), blijkt als directeur Kris Schiermeier haar favoriete werk laat zien: Miyamoto Musashi doodt een enorme walvis. Grote golf, blauwe kleuren; de vergissing is zo gemaakt. Tijdens de Tenpō hervormingen (1841-1843) werd het Japanse kunstenaars verboden om luxe en welvaart uit te beelden. Dat Kuniyoshi niet voor een gat te vangen was, blijkt uit dat dit slechts het eerste deel van de tentoonstelling is. ‘In het tweede deel komen de komische prenten van Kuniyoshi aan bod’, vertelt Schiermeier. Zijn komische prenten, met verklede katten en antropomorfische vissen, waren een inventieve manier om een politieke boodschap over te brengen. Door katten de kleren van acteurs aan te trekken, ondermijnde hij het gezag van de overheid en wist hij alsnog welvaart en luxe uit te beelden. Helden, Humor, Horror Japanmuseum Sieboldhuis Deel I t/m 19 januari, Deel II t/m 9 maart, gratis voor studenten op vertoon van collegekaart.
de herkenning, maar er is maar één oplettende agent nodig voor een schadeclaim van tonnen.’ Dan maar de nieuwe musicalklassieker Het Pieslied? ‘Iedere vader zou zo’n aanstekelijk lied willen met z’n zoon. Het is te horen wanneer Boudewijn en Mickey uit het zolderraam piesen en zich rot lachen om een voorbijlopende vrouw die denkt dat het regent. Je moet van gewapend beton zijn om daardoor niet geraakt te worden.’ De kleine blonde dood Leidse Schouwburg woensdag 22 januari 20.15, vanaf €10 ‘Hoe je als zoon bent behandeld, is een risico voor je eigen vaderschap.’ Foto Roy Beusker
TRIANON The Wolf of Wall Street dagelijks 20.30 The Hunger Games : Catching Fire dagelijks 21.30 za. zo. + wo 14.00 Avant l’hiver dagelijks 19.00 The Butler dagelijks 21.30 47 Ronin 3D dagelijks 18.45 za. zo. + wo 14.30 KIJKHUIS Hemel op Aarde do. + zo. ma. di. wo. 18.30 La grande bellezza dagelijks 21.00 zo. 14.00 vr. za. 18.00 Philomena dagelijks 19.00 + 21.30 zo. 14.30 LIDO The Hobbit: The Desolation of Smaug dagelijks 20.30 Jack Ryan: Shadow Recruit dagelijks 18.45 + 21.30 Bro’s Before Ho’s za. zo. 15.30 do. vr. za. 18.45 Mannenharten dagelijks 18.45 Last Vegas do. vr. za. 21.30 Paranormal Activity: The Marked Ones zo. ma. di. wo. 21.30 The Secret Life of Walter Mitty za. zo. 12.45 dagelijks 21.30 Delivery Man zo. ma. di. wo. 18.45 Soof za. zo. 15.30 dagelijks 18.45 + 21.30
MUZIEK
QBUS Leidse Jazzweek: Kris Berry & Perquisite Vr 24 januari 20.30 €12,50 DE TWEE SPIEGHELS Christos Yerolatsitis trio Vr 17 januari 21.00 Robert Rook trio Za 18 januari 16.00 Eric van der Reijden and friends Zo 19 januari 16.00 Jamsessie o.l.v. Sven Rozier Ma 20 januari 21.00 Cannonball Legacy Di 21 januari 21.00 James and Black ft DJ Phil Ross Wo 22 januari 21.00 Bart Wirtz band Do 23 januari 21.00 STADSGEHOORZAAL Zazi Vr 17 januari 20.15 vanaf €14,50 Concerto Köln: Brandenburger Concerten Za 18 januari 20.15 vanaf €22,50
T H E AT E R
THEATER INS BLAU Team Peter: Wat doe ik hier? Vr 17 januari 20.30 €15 SCHELTEMA Audities Leids Cabaret Festival Wo 19 en zo 26 januari 13.00 Nieuw Leiden: Goed bedoeld Di 21/Wo 22 januari 20.30 €13,50 Nieuw Niks: De Welkom-trilogie Do 23 januari 20.30 €17,50
DIVERSEN
SIEBOLDHUIS Tentoonstelling Helden, Humor, Horror t/m 9 maart MUSEUM VOLKENKUNDE Kuniyoshi – De tekeningen t/m 22 juni Verlangen naar Mekka t/m 9 maart MUSEUM BOERHAAVE 100 JAAR UITVINDINGEN, Made by Philips Research t/m 26 oktober RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN Petra. Wonder in de woestijn. t/m 23 maart €8,-
12 Mare · 16 januari 2014 Xxxxxx Kamervragen
Bolwerkers
Klein gelukje
Foto Taco van der Eb
‘Het is hier altijd netjes’ Tobias Veldkamp (20), Rechten Huis: ’t Veertje, Utrechtse Veer 7 Bewoners: 16 Kamer: 22 m2 Betaalt: € 340, na aftrek huurtoeslag Een studentenkamer zonder Ikea? ‘Absoluut. De barglobe komt van Marktplaats, net als de teakhouten kledingkast. De prenten boven mijn bed zijn de voorpagina’s van kranten uit 1896, ik kocht ze voor vijf euro op de rommelmarkt. De viool was van mijn overgrootvader. Ik vind het leuk om voor weinig geld mooie dingen te kopen. Op een veilingsite kocht ik een oude ansichtkaart waar ons huis op staat, en ik heb ook twee oude ansichtkaarten van “de Tent”. De zwaardjes kwam ik tegen in een winkeltje op de Bree.’ Op welk voorwerp ben je het meest trots? ‘Op mijn muziekinstrumenten en mijn
bureau. Hij heeft vroeger nog bij mijn vader op zijn studentenkamer gestaan. Ik heb nu ook wijnkistjes als kast, net als hij vroeger. Dat is toch veel leuker dan een Billy.’ Wat vinden je huisgenoten van deze klassieke kamer? ‘Ze maken er soms wel grapjes over. Ik ben behoorlijk neurotisch, dus als ze me willen stangen, verplaatsen ze de dingen in mijn kamer. Het is hier altijd netjes. Als ik weg ben wordt deze kamer ook wel als bibliotheek gebruikt. Ik probeer wel eens om de netheid van mijn kamer door te voeren in de rest van het huis, maar met zestien mensen werkt dat natuurlijk niet. Mijn vriendin maakt er ook altijd grapjes over: ik kan me soms ergeren aan een handdoek op het bed of aan lege verpakkingen op het aanrecht. Gooi het dan meteen weg.’
Wat zou je doen met een cadeau dat niet bij de rest van je kamer past? ‘Dat is nog nooit voorgekomen, maar ik probeer voorwerpen die niet bij mijn kamer passen wel te verdoezelen. Mijn stereo zit verstopt onder een tafeltje en ik heb een laptophoes in de vorm van een oud boek. Die staat naast de encyclopedieën.’ Zijn er ook dingen waar je minder blij mee bent? ‘Toen ik nog aan de voorkant van het huis woonde, keek ik uit over de Herengracht. Dat uitzicht mis ik wel. Maar nu kijk ik uit op de tuin. In de zomer zitten we vaak buiten. Soms klieren we de buurmeisjes door eten over de schutting te gooien. Als ze teruggooien is het natuurlijk feest. Eén keer stond er een huilend meisje voor de deur. We hadden een meloen gegooid tijdens haar verjaardagsfeestje en er was een telefoon
kapotgegaan. Dat was ook niet helemaal de bedoeling.’ Wat maakt jullie huis zo gezellig? ‘Dit huis draait om koffie. Om half tien hebben we een koffie-halfuurtje en de hele dag door wordt er koffie gezet. Bij een verse pot klinkt de bel. Bovendien heeft het huis een rijke historie. Reinier Sijpkens heeft bijvoorbeeld in deze kamer gewoond. Hij vaart in een klein bootje met een kerkorgel erop door de grachten en maakt muziek. Daarmee heeft hij allerlei prijzen gewonnen. Het schijnt dat de boot in deze kamer is gemaakt, maar niet door het trapgat paste. En een paar huizen verderop woont Buurman Piet. Hij groeide hier op toen het nog een woonhuis was. De sjaarzen brengen hem elk jaar een taart met zijn verjaardag.’ Door Petra Meijer
Ik ben niet zo goed in gelukkig zijn. Althans, niet zo goed in beseffen dat ik gelukkig ben. Niet dat ik per se een vreselijke pessimist ben, maar er is bij mijn prenatale celdeling iets misgegaan met de balans tussen rationaliteit en emotionaliteit. Ik ben namelijk veel te emotioneel wanneer ik rationeel zou moeten zijn en omgekeerd. Moeilijke beslissingen worden vanuit mijn buik genomen, niet mijn hoofd, en ik heb een rare neiging tot empathie voor het imaginaire leed van levenloze objecten. Zo koop ik de gedeukte conservenblikken in de supermarkt omdat ik het zielig vind dat anders niemand ze wil. En plaats ik schone borden/handdoeken altijd netjes onderaan de stapel, zodat uiteindelijk elkeen een keertje aan de beurt komt. (Ik weet het. Ik voel uw gefrons richting het papier al bij voorbaat. Ik kan er ook niks aan doen. Verder heb ik gewoon geld overgemaakt voor Haiyan, hoor. Ik ben geen sociopaat. Just a crazy towel lady.) Omgekeerd ben ik op gelukzalige momenten vaak simpelweg te druk bezig met de situatie analyseren om echt te beseffen dat ze gelukzalig zijn. Of ik zit al een ander gelukzalig moment te plannen (lees: me zorgen te maken over de organisatie daarvan, over deadlines, over geld, over time management). Terwijl ik er dus al middenin eentje zit, maar dat niet eens besef. Achteraf kan ik dan wel rationeel beredeneren dat het vast een gelukkig moment zal geweest zijn. En dan zet ik het in een lijstje met Happiest Moments of 2013, of zoiets. Lekker nutteloos. Daarom probeer ik het dit jaar anders aan te pakken. Omdat ik ook slightly neurotisch ben, ben ik een keiharde sucker voor 365-dagen-projectjes. Momenteel is mijn ‘365 dagen lang een foto nemen’project al aan zijn vierde editie toe. Vind ik leuk, op die manier mijn leven documenteren. Zo kan ik nu opzoeken wat ik op deze dag in voorgaande jaren deed. Heb je niks aan, maar vind ik op de een of andere manier wel geruststellend. In december bekijk ik dan even alle foto’s en dan lijkt zo’n jaar toch wel erg gevuld. Het ziet er achteraf allemaal veel leuker en drukker en spannender uit dan ik het destijds had aangevoeld. Dit jaar probeer ik een update van dat project uit. Het gaat zo: elke dag post ik een foto op Instagram van een klein gelukje, onder de hashtag #365daysoflittlehappiness. Zorgt ervoor dat ik elke dag op dat soort dingen moet gaan letten, en dat is goed voor me. Chocolademelk bestellen en er marshmallows bij krijgen. Roze koeken als troostvoedsel voor saai studeren. Dat de kerstboom er op 10 januari nog steeds staat. Star Wars met mijn Lief. Ik raad het iedereen ten zeerste aan. Instahappiness! Talitha Dehaene
Bandirah