22 november 2012 36ste Jaargang • nr. 10
Stalins andere slachtoffers Pagina 9
Antropologen bezoeken Haren na de ‘kleine wereldoorlog’ Project X
Het aftellen is begonnen. Het einde van de wereld komt eraan. Of toch niet?
Grote Prijs-finalisten warmen zich op. ‘Vetter, rauwer en meer gitaar’
Pagina 3
Pagina 7
Pagina 11
‘Ik ben geen heldin’ Aldus gelauwerde verzetsstrijdster Else Arendse de Wolff-Exalto (1918) studeerde biologie toen de oorlog uitbrak. Dit weekend spreekt ze op een van de vele Cleveringa-lezingen over haar ondergrondse werk. ‘Daar stond ik dan: met een boodschappentas vol wapens, pratend met een mof.’ DOOR FRANK PROVOOST ‘Je moet me één ding beloven. Ik ben namelijk bang dat het verhaal wordt opgeblazen. Dus noem me geen heldin, want dat was ik niet. Ik heb gewoon gedaan wat ik moest doen, omdat het nodig was. Mensen begrijpen dat tegenwoordig niet meer. Maar die moffen liepen overal. Elke dag voelde je die vernedering. Dat kon gewoon niet. ‘Ik studeerde biologie in Leiden toen mijn hospitaatje ‘s ochtends om half zes met veel geweld op de deur bonkte. Ze riep: “Juffrouw, ik heb uw zussie aan de telefoon”. Net ontwaakt uit mijn diepste slaap mompelde ik in de hoorn: “Wat is er?” ‘“Doe niet zo idioot, Els”, schreeuwde mijn zus terug. “Het is oorlog!” Ik hoor het haar nog zeggen. ‘Wat moest je doen? Als bestuurslid had ik mijn verplichtingen bij de Vereeniging voor Vrouwelijke Studenten te Leiden (dat later met het Leidse Studenten Corps zou opgaan in Minerva, red.). De meeste meisjes gingen terug naar hun ouders, maar een aantal durfde dat niet. Daar hebben we de eerste dagen mee op de club geslapen, op de grond in de bibliotheek. ‘Dagenlang stond ik op het dak van de Sterrewacht. Zodra je een
vliegtuig zag aankomen, moest je naar beneden rennen en een koerier waarschuwen. Die reed dan naar het stadhuis, waar het luchtalarm werd aangezet. Er gingen idiote geruchten: Duitse parachutisten zouden zich als non vermommen. Dus behalve naar de hemel, moest je ook omlaag turen om te kijken of er ergens nonnen liepen. Het klinkt primitief en belachelijk, maar toen was dat serieus. ‘Geleidelijk aan ging het leven min of meer weer zijn gang - tot Cleveringa zijn rede hield (zie pagina 6). Toen werd de universiteit gesloten en zijn alle clubs opgedoekt. Als quaestrix (penningmeester, red.) kreeg ik zelfs het bevel om me bij de Duitsers te melden, op een ministerie in Den Haag. Of VVSL niet nog meer rekeningen had. Terwijl ze al ons geld en bezittingen al hadden gegapt! Dat je wordt verordonneerd om in het hol van de vijand te komen, dat vond ik ontzettend naar. ‘Bij biologie vervielen alle practica. Docenten gaven aanvankelijk nog thuis colleges, maar uiteindelijk ben ik zoals de meesten verder gaan studeren in Utrecht. Dat vond ik zo’n stijve stad dat ik bij een vriendin in Geldermalsen ging wonen. ‘Via haar leerde ik Lex Althoff kennen, een van de oprichters van verzetskrant Het Parool. Hij had dringend behoefte aan een koerierster. Ik wist dat het heel gevaarlijk was en dat je naar een kamp werd gestuurd als je werd gepakt. Maar ik heb geen moment geaarzeld. En als ik eerlijk ben, zat er ook wel iets van avonturierzin in. ‘In Amsterdam haalde ik dikke pakketten Parolen op. Dan stapte ik
e Arendse De verzetskranten die Els oorlogsde ens tijd o alt Ex lffde Wo SLjaren verspreidde, en de VV was toen zij 0, 9-4 193 g an rsg tuu bes hts). quaestrix (tweede van rec
de trein in, met een grote koffer en een onschuldig gezicht. Het leuke is dat ik zo mijn kandidaatsexamen biologie heb geleerd, want ik had altijd mijn dictaat bij me. Ik dacht: eigenlijk doe ik doodenge dingen, maar als ik naar mijn aantekeningen blijf kijken en werkelijk studeer, dan moet dat een onschuldige indruk wekken. ‘Ik ben nooit bang geweest, heb nooit met trillende handen in de trein gezeten. Ik heb altijd een se-
cundaire reactie. Op het moment zelf voel ik niets, pas achteraf krijg ik de bibbers. ‘Die dierbare Lex hebben ze wel te pakken gekregen. Vlak voordat hij naar Engeland ging om de koningin te bezoeken, bleek de grote verrader
Anton van der Waals in zijn omgeving te zijn binnengedrongen. Lex is gearresteerd en na een jaar Einzelhalft (eenzame opsluiting, red.) doodgeschoten.’ > Verder lezen op pagina 6
LITERAIR TALENT OPGELET! WIN € 250 MET MARE-KERSTVERHALENWEDSTRIJD Ook dit jaar weer: de Mare-kerstverhalenwedstrijd! Schrijf een verhaal van tussen de 1500 en 2500 woorden dat speelt binnen de universitaire gemeenschap en/of het studentenleven en win €250, €75 of €50. Mail uiterlijk 9 december naar: redactieleiden@gmail.com. Deelname alleen voor Leidse studenten.
Bandirah Pagina 12
2
Mare · 22 november 2012 Geen commentaar
Göttegöt DOOR THOMAS BLONDEAU In augustus maakte Ikea, grootafnemer van inbussleutels en gehaktballetjes, bekend dat ze in de studentenhuisvesting wilden gaan. Samen met studentenhuisvester Duwo zouden ze de overheid een handje helpen om haar ambities te verwezenlijken. Den Haag had vorig jaar namelijk het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting ondertekend waarin ze tegen 2016 zestienduizend studentenonderdakjes zou helpen regelen. Daarin passen natuurlijk heel wat Billy’s, Alängs, Jansjö, Trålo’s en Vätes. Om over de Fjelles, Odda’s en Brynes nog maar te zwijgen. De Zweden hebben tot nu alleen de ambitie uitgesproken om hun kant-en-klaarkamers in elkaar te draaien. Maar als het nieuwe kabinetsakkoord van kracht wordt, vermoed ik dat ze nog even wachten met de handleidingen ontvouwen. In Delft, Amstelveen en Leiden wachten de investeerders – de beleggers van pensioenfondsen – en beheerder Duwo nog even met het betalen voor nieuwe studentenflats (zie pagina 5). In deze stad zou het gaan om een kleine tweeduizend woningen. Reden hiervoor is dat de huren voor studentenwoningen flink zullen dalen als minister Blok (VVD) zijn zin krijgt. En woningbouwverenigingen moeten al flink extra gaan betalen. Deels omdat een grote broer van ze, Vestia, de boel financieel zo verkloot heeft dat het
Colofon Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Fax 071–527 7288 Website mareonline.nl
hele gezin moet gaan bijspringen. Stomme regering toch, weer een regel erdoorheen duwen waardoor fondsen en stichtingen die dachten dat ze X gingen verdienen, nu opeens X minus 25 procent overhouden. Dat ze dan gaan dreigen met terugtrekking, is niet meer dan elementaire marktpolitesse. Daar kan iedereen die al eens op Marktplaats een tweedehands Leggöngum voor te weinig heeft verkocht, zich wat bij inbeelden. Toch schort er wat aan die redenering. In 2005 werd het hoofd van Duwo nog opgevoerd in een artikel in de Volkskrant waarvan de conclusie was dat het bouwen van studentenflats altijd onrendabel was. Woningbouwverenigingen moesten bijspringen om de verliezen te dekken. Zeven jaar later dacht Ikea daar blijkbaar anders over. En een woningcorporatie in Tilburg laat weten dat de bouw van twee grote studentencomplexen gewoon kan doorgaan. Reden: ze hoeven niet zulke hoge rendementen als de Leidse investeerders. In september werd bekend dat Duwo – evenals de Leidse universiteit overigens - gekort werd door de Haagse gemeenteraad omdat de bestuurders daar meer verdienen dan de balkenendenorm van 193.000. ‘Ingrijpen in te hoge salarissen die uit publieke middelen worden opgebracht’, noemde Sander Dekker (VVD) dat - toen wethouder van Financiën, nu de staatssecretaris van Onderwijs. Natuurlijk, met die korting spaar je waarschijnlijk net een hufterbestendige keuken uit. En de investeerders willen gewoon geld verdienen om het pensioen van uw oma te betalen. Maar het Tilburgse voorbeeld laat zien dat er een groot verschil zit tussen onrendabel en niet rendabel genoeg. Minister Blok eenvoudigweg slordigheid verwijten is te makkelijk. Dit kabinet wil de huurprijzen marktconform maken. Het is voorlopig de enige financiële tegemoetkoming aan de student die dat momenteel goed kan gebruiken. Wie weet, misschien kunnen ze het al aan de kant liggen voor hun pensioen.
E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl
De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000
Column
Hoofdredactie
Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie
Thomas Blondeau redactieleiden@gmail.com Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Ilkiz Erdogan (stagiaire) ilkiz_erdogan@hotmail.com Medewerkers
Maaike Lommerse • Petra Meijer • Benjamin Sprecher • Key Tengeler • Geerten Waling • Anne van de Wijdeven Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving Marijke Hoogendoorn • richgirl-design.com Drukwerk Dijkman Offset Amsterdam Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Fax 023 - 571 76 80 Redactieraad
Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • prof. dr. A.J.W. van der Does • drs. B. Funnekotter • dr. H. Heestermans • L. ten Hove • D. Jacobs • prof. dr. J.J.M. van Holsteyn • Prof. dr. F. Israel • mr. F.E. Jensma • E. Kastelein • S. Kerkhof • E. Merkx • C. Regoor • prof. dr. N.J. Schrijver • R.van Wijk • C. van der Woude Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare. leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
De ironie van de ironie Onze generatie rest niets dan het grote schouderophalen. Elke hartstochtelijke overtuiging wordt meteen onderuit geschoffeld door een even plausibele tegenovergestelde overtuiging. Jonge mensen geloven niet dat zij nog iets van betekenis kunnen bijdragen aan een cultuur waarin alles al gedaan en geprobeerd is. Die ironische houding is de bijl aan de wortel van onze beschaving, zo schreef Christy Wampole dit weekend op de opinieblog van The New York Times. De docente Frans aan Princeton University ergert zich aan de betekenisloosheid en inhoudsloosheid die van de hipstercultuur uitgaat. ‘The hipster is a scholar of social forms, a student of cool.’ Onoprechtheid alom. En wat laten wij nou na? ‘Is an ironic legacy even a legacy at all?’ Weg met die ironie! Het doet denken aan het boek Contingentie, ironie en solidariteit van Richard Rorty. Hij pleitte er in 1989 voor te erkennen dat er geen absolute waarheid is, dat de hele wereld is zoals zij is door het toeval van de geschiedenis, en dat wij ons daar ook van bewust zijn. Met andere woorden, wij moeten de contingentie en ironie van het leven juist onderkennen – een liberale aanval op de grote ideeën- en geloofssystemen. Leve de ironie! Het lijkt alsof het hierboven gaat over twee totaal verschillende definities van ironie. Toch is het niet onwaarschijnlijk dat de door Wampole gewraakte ironie (of eigenlijk: het sarcasme) een excessieve uitingsvorm is van de ironie van Rorty. Is hier een goedbedoelende, liberale ironicus in de jaren ’80 ingehaald door de inspiratieloze generatie die daarmee opgroeide? Hoe ironisch… Als we verder kijken dan hippe gympen en Instagram, zien we er ook trekjes van terug op de universiteit. De angst om iets wezenlijks achter te laten, bijvoorbeeld. Om stelling te nemen en ergens voor te staan, en te blijven staan. Liever verzanden wetenschappers in definitiediscussies, dan dat ze oplossingen bedenken voor grote vraagstukken.
Liever weten ze alles over een nicheonderwerp dan over grotere onderwerpen uitspraken te doen waarop ze misschien gepakt kunnen worden. En wat geef je de studenten mee? Nee, die ironie heeft ons weinig moois gebracht. Toch was het niet onterecht dat Rorty pleitte vóór ironie: ook in de wetenschap zijn godzijdank de grote systemen – of het nu marxisme was, of een extreem nationalisme, of religieuze dogma’s – teruggedrongen. Alleen wat rest ons nu? Rorty bepleitte, als pragmatische benadering van sociale verhoudingen, het inzetten van verhalen. Door het kennen en overdragen van historische en mythologische verhalen kunnen wij een solidariteit voelen met anderen. Niet met de hele wereld natuurlijk – ga je maar eens solidair voelen met zes miljard mensen – maar wel degelijk met een ‘wij’, met een gemeenschap. Die gemeenschap kan open zijn en steeds worden verbreed. Hier lijkt me een maatschappelijke taak weggelegd voor (met name) de Geesteswetenschappen: het aanreiken van verhalen. Michel Foucault reikte verhalen aan voor allerlei zelfpraktijken van het individu, in zijn poging een soort postmoderne ethiek te ontwikkelen. Waarom zouden wetenschappers niet precies op die manier ook kunnen bijdragen aan collectieve zelfpraktijken? Met die verhalen kan de gemeenschap zichzelf leren kennen en zich sterken en vormen. Maar in het huidige ironische klimaat gaat dat niet gebeuren. Eerst moeten we ophouden om als academische hipsters een beetje nonchalant alles van betekenis de grond in te boren. Wij zouden ons moeten laten inspireren door de rijke wetenschapstraditie waarin wij zelf staan, en in moeten zien dat die ons verplicht tot veel meer dan alleen het grote schouderophalen. Geerten Waling promoveert en doceert bij geschiedenis
22 november 2012 · Mare 3 Mensen
071 -527 …
Vers uit de wasmachine
Project X doorgelicht
LUMC-decaan over de toekomst van het onderwijs De samenleving verandert, en het geneeskundeonderwijs verandert mee. LUMC-decaan prof. Pancras Hogendoorn over het nieuwe curriculum, de studenten die het nu volgen, en die van straks: ‘Heel Nederland is aan het uitzoeken waarop je aankomend artsen moet selecteren.’ Door Bart Braun ‘In de geneeskunde is er never a dull moment. De maatschappij is in beweging, en artsen komen een ander soort patiënten tegen. Wie dertig jaar geleden anatomie-onderwijs kreeg, leerde de anatomie van een achttienjarige atleet. Maar die atleet zit niet in je spreekkamer, of hooguit één keer per jaar. We leven in een vergrijzende samenleving, waarin ook steeds meer andere bevolkingsgroepen wonen. ‘De geneeskunde zelf verandert ook: de zorg is complexer geworden, en de kennis van ziekten veel intensiever. De patiënt heeft meerdere dokters om zich heen, die dus meer dan ooit moeten leren samenwerken. Ze moeten ook de grenzen van hun kennis weten. Een “leven lang leren” klinkt misschien als een modekreet, maar het is ook de keiharde
realiteit voor wie arts wil worden. Je moet je blijven ontwikkelen, je moet nieuwsgierig blijven. ‘Tijdens mijn eigen artsenopleiding kreeg ik allerlei vakken op rij: biochemie, anatomie, enzovoort. Maar de patiënt zegt niet: “Dokter, ik heb een biochemisch probleem.” De patiënt heeft buikpijn. We hebben de vakken daarom opgezet rond problemen, rond samenwerken, rond communicatievaardigheden. Het curriculum moet zo nu en dan de wasmachine in, en dit soort dingen hebben we er nu aan toegevoegd. We waren eraan toe. ‘Dit jaar zijn we met de nieuwe aanpak gestart. De docenten en studenten lijken enthousiast, al is er nog geen formele evaluatie geweest. Het zou schools zijn? Dat heb ik zelf nog niet gehoord. Bovendien: er is heel duidelijk vastgelegd wat een arts moet kunnen; dat geeft ons wat minder vrijheid. Bepaalde vaardigheden kun je niet leren uit een boek; dus het onderwijs daarin is verplicht. Studenten mogen heel veel van ons vragen, maar omgekeerd mag je als opleiding ook iets terugvragen van de student. ‘Als iemand ongeschikt blijkt, willen we dat zo snel mogelijk weten. Voor zo’n student is dat een persoonlijk drama, zeker als hij hier
Als iemand ongeschikt blijkt voor de opleiding, willen we dat zo snel mogelijk weten.’
Foto Marc de Haan
al jaren zou hebben gezeten. Het is ook zonde, want iemand anders is niet ingeloot. ‘Ik ben blij dat de loting binnenkort wordt afgeschaft, want het is een onrechtvaardig systeem. Over twee jaar moeten we decentraal selecteren; de opleidingen zijn nu hard bezig om dat voor te bereiden. Heel Nederland is aan het zoeken: waarop moet je dan selecteren? We kijken nu naar cijfers, maar cijfers alleen zijn niet geschikt om te kijken of iemand
een goede arts wordt. ‘In Oxford, waar ik gasthoogleraar ben geweest, is er heel veel ervaring met selectie, maar niemand weet in hoeverre de Angelsaksische aanpak van toepassing is in Nederland. ‘Bovendien: Oxford wil de toppers eruit vissen, wij willen vooral de ongeschikte studenten weren. De verhoudingen liggen hier anders. Het ontwerpen van een nieuw systeem wordt nog een pittige, maar leuke klus.’
Antropologiedocent Erik Bähre nam afgelopen vrijdag vier studenten mee in de auto naar het Groningse Haren voor een onderzoek. ‘Die rellen halen het niet bij een uit de hand gelopen voetbalwedstrijd.’ Wat gingen jullie in Haren doen? ‘Op straat, op de markt en in het buurthuis vroegen we bewoners terug te kijken op de paniek rondom de ProjectX-rellen. We onderzochten of er sprake was van morele paniek. Dat houdt in dat het gevoel ontstaat dat de sociale orde wordt bedreigd door een gebeurtenis. We wilden weten waar die gevoelens vandaan komen en hoe mensen er nu op terug kijken.’ Wat kwam er uit het onderzoek naar voren? ‘De reacties verschilden nogal. Veel mensen zochten de oorzaak in de media. Volgens sommigen is Facebook de oorzaak van alle ellende. Een man vertelde de website dan ook niet meer te gebruiken. Ook veel mensen noemden de traditionele media, zoals jongerenradiozenders, die het evenement hebben opgepikt en de aandacht ervoor hebben aangezwengeld. Ook de bezorgdheid om de jeugd stond centraal in de antwoorden die mensen gaven. Dat is eigenlijk een heel klassiek thema.’
Frutti di Mare
‘Ons kindje is groot aan het worden’ Door Ilkiz Erdogan De oprichters van de Turkse studentenvereniging Biruni hebben verleden week de eerste Innovatieprijs van het Leidse Ondernemersfonds ter waarde van 2.500 euro in ontvangst genomen. Die werd hen toegekend voor hun inzet om ondernemers en studenten dichterbij elkaar te brengen. ‘In 2009 heb ik, samen met mijn goede vriendin Asiye, Biruni gesticht’, vertelt
Nejla Bekdur (23). De twee geneeskundestudentes hebben in hun eerste jaar in Leiden geprobeerd aansluiting te vinden bij bestaande studentenverenigingen. Ze zochten een vereniging die niet om ‘gezuip’ draaide. En liefst ook met een multiculturele achtergrond. Tevergeefs. Vervolgens namen ze een kijkje in andere studentensteden. In Den Haag, Amsterdam of Rotterdam vonden ze wel
verenigingen die bij hen pasten, met name Turkse studentenverenigingen. Maar omdat de focus te veel lag op de Turkse identiteit werden ze toch geen lid. ‘Dus besloten we zelf een studentenvereniging op te richten. We gingen rondvragen en kleine enquêtes houden.’ Vrienden en kennissen reageerden enthousiast. ‘Voor we het wisten stond de vereniging op eigen benen!’ Momenteel Studentenvereniging Biruni tijdens het Cultural Festival verrleden jaar
zijn er zo’n tachtig leden, inclusief eigen bestuur. ‘Ons kindje is groot aan het worden’, zegt ze trots. ‘We staan open voor studenten van alle afkomsten. We wilden eerst een bepaalde groep aanspreken en daarbij hebben we gekozen voor Turkse studenten. Zij waren het moeilijkst bereikbaar.’ Asiye Gedik (23) valt haar bij: ‘We wilden Turkse studenten het studentenleven laten proeven, zodat ze niet alleen van huis naar college en teruggingen.’ Nejla: ‘We wilden een multiculturele studentverenging opzetten, die als basis de Turkse cultuur heeft.’ Ze legt uit dat een duidelijk kenmerk nodig was, omdat je anders iedereen aanspreekt, maar niemand specifiek aantrekt. Asiye: ‘We hebben onze leden ook laten kennismaken met studieverenigingen, zoals Sabir. We willen dat de studenten Leiden ontdekken en zich ontplooien,’ De vereniging bestaat nu nog steeds voor een groot deel uit studenten met een Turkse afkomst, maar ook uit Nederlanders, Afghanen en Irakezen. Biruni heeft op verschillende faculteiten de zogenaamde vertegenwoordigers, die mensen aanspreken of aangesproken kunnen worden met vragen over de vereniging. De activiteiten van Biruni bestaan met name uit debatten, lezingen en symposia. Nejla: ‘Zo hebben we een lezing over orgaandonatie binnen de islam gehad’. Ook onderwerpen als de gemeenteraadsverkiezingen en kindermishandeling zijn aan de orde geweest. Maar de vereniging wil vooral ondernemers en studenten bij elkaar brengen. ‘Op deze manier kunnen studenten een netwerk opbouwen voor de toekomst. We zijn er dus niet alleen voor de gezelligheid.’ Met het geld van de Innovatieprijs willen de vriendinnnen een boek schrijven over hoe studenten en ondernemers elkaar op innovatieve wijze kunnen bereiken.
Media en jongeren, klinkt niet als een onverwachte uitkomst. ‘Nou, het onderzoek is nog bezig, dus ik moet geen te sterke claims maken. Maar niet iedereen weet de rellen aan zuipende jongeren. Sommigen benadrukten dat ze vooral jongeren gezien hebben die alleen maar kwamen om plezier te maken. En er kwamen nog wat opvallende zaken naar voren. Zo vond iedereen het prima dat de politie nu juist social media inzet om de grootste relschoppers te vinden. Je kunt je afvragen of dat niet al publiekelijk veroordelen is. Maar niemand valt erover dat die jongeren nu herkenbaar op het internet staan. Op de Harense markt klonk de roep om hard in te grijpen. Er hadden gerust waterkanonnen en traangas ingezet mogen worden.’ Wat gaat er met de onderzoeksresultaten gebeuren? ‘Voor de studenten is het onderzoek onderdeel van de cursus Antropology of the Information Society. Zelf wil ik er een uitgebreidere documentatie van maken. Voor de volledigheid ga ik nog een keer terug, om te kijken wat specifiekere doelgroepen, zoals jongeren of ouders, te vertellen hebben. Wat ik bijvoorbeeld bijzonder vind is dat er naar aanleiding van de rellen een paar weken later een klassiek concert werd georganiseerd in Haren, om de gemeenschap weer wat dichter bij elkaar te brengen, op een positieve manier. ’ Was de paniek in verhouding? ‘Ik houd me voor mijn onderzoeken vooral bezig met extreme gewelddadigheden in Zuid-Afrika. In Haren zijn heus ook wel een paar erge dingen gebeurd, maar de rellen haalden het niet eens bij een uit de hand gelopen voetbalwedstrijd. Toch sprak de Groningse officier van justitie over “de kleine wereldoorlog van Haren”. Anderen trokken een vergelijking met het Tahrirplein of de rellen in Londen. De realiteit in Haren stond daar heel ver vanaf, maar toch heerste echt het gevoel dat er iets fundamenteels aan de hand was.’MVW
4 Mare · 22 november 2012 Nieuws
Naaktlopers gaan in beroep bij Quintus De leden van dispuut Sjap Eisjedies gaan in beroep tegen de straf die het bestuur van studentenvereniging Quintus hen heeft opgelegd. Het dispuut is vier maanden geschorst en kreeg de maximale boete van duizend euro omdat vier van haar aspirantleden naakt over de Haarlemmerstraat hadden gerend. De leden van het dispuut mogen daarnaast geen zitting nemen in commissies en zij mogen zich niet presenteren tijdens de introductieperiode, wat het aannemen van nieuwe leden bemoeilijkt. Sjap Eisjedies-leden Sam Pauwels en Rens van de Peppel gaven eerder al aan geen vrede te kunnen hebben met de zwaarte van de opgelegde straf. De raad van beroep van Quintus zal zich nu buigen over de beslissing van het bestuur. Voorzitter Stijn van den Wijngaard: ‘We hebben een vrij zware straf opgelegd, dus het is alleen maar goed dat er veel mensen naar kijken,’ laat hij in een reactie weten. De uitspraak volgt binnen twee weken.
Dittrich nieuwe voorzitter VSNU Karl Dittrich, de huidige voorzitter van Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO), ruilt zijn functie per 1 december in voor het voorzitterschap aan de Vereniging van Universiteiten (VSNU), de instelling die veertien universiteiten over het hele land vertegenwoordigt en contacten onderhoudt met politieke en maatschappelijk organisaties. Hij volgt Sijbolt Noorda op, die deze functie sinds 2006 heeft vervuld. Dittrich heeft politieke wetenschappen in Leiden gestudeerd en hij was de voorzitter van het college van bestuur in Maastricht in 1994. Bovendien is hij sinds 2005 de vicevoorzitter van het Europees Consortium van Accreditatieorganisaties (ECA). Hij heeft de NVAO sinds 2005 geleid.
Rector in Top 200 Paul van der Heijden staat dit jaar op nummer 168 van Top 200 van Invloedrijkste Nederlanders, die jaarlijks wordt gepubliceerd door de Volkskrant. Er is sprake van een lichte daling vergeleken met vorig jaar, toen hij nog op nummer 152 stond. Zijn hoogste score, nummer 45, heeft hij in 2007 gehaald. Dit is ook het jaar dat hij rector magnificus en voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Leiden werd. Daarna heeft hij jaarlijks op plaatsen rond de 150 gestaan, met een flinke daling naar 180 in 2008.
Buitenlanders moeten blijven Minister van Onderwijs Jet Bussemaker wil uit laten zoeken wat bedrijven, universiteiten en overheden kunnen doen om buitenlandse studenten na hun afstuderen in Nederland te laten blijven. Dit jaar studeren er bijna 90.000 studenten uit het buitenland hier; het merendeel daarvan keert of terug naar hun vaderland, een ander gedeelte gaat promoveren in grotere wetenschapslanden als Amerika, Engeland of Duitsland. Nederland loopt daardoor geld mis; hoogopgeleiden verdienen bovengemiddeld en aan sommige hoogopgeleiden heeft Nederland zelfs een tekort. Het Centraal Planbureau rekende eerder dit jaar voor dat als één op de vijf gaststudenten zou blijven hangen, dat Nederland meer dan zevenhonderd miljoen euro oplevert. Bussemaker wil dat de Sociaal Economische Raad maart 2013 een antwoord heeft op haar vraag. De SER moet in haar rapportage ook aandacht besteden aan het eventuele risico dat Nederlandse afgestudeerden op de arbeidsmarkt lopen.
Nieuw bsa pas in 2014 Wetgeving nog niet vastgelegd Het bindend studieadvies (bsa) voor het tweede jaar wordt waarschijnlijk pas in 2014 ingevoerd. Door Vincent Bongers Het college van bestuur en de universiteitsraad sloten eerder dit jaar een akkoord over een nieuwe regeling. Studenten moeten in hun eerste twee jaar 90 punten halen. In het eerste jaar gaat het aantal punten van 40 naar 45 punten. In het tweede jaar moeten dan ook nog eens 45 punten worden gehaald. Een verdeling van 60 in het eerste en 30 punten tweede jaar is ook mogelijk. De bsa-verhoging is onderdeel van prestatieafspraken die met het vorig kabinet zijn gemaakt. De toenmalige staatssecretaris voor het hoger onderwijs, Halbe Zijlstra, wilde een deel van het budget voor de universiteiten, het gaat om rond de 7 procent van het totaal, koppelen aan prestaties. Het rendement
en de kwaliteit moesten omhoog. Universiteiten en hogescholen dienden prestatieplannen in. Die zijn inmiddels goedgekeurd. Zonder tegenbericht van het nieuwe kabinet houdt de universiteit zich aan deze afspraken. Het ophogen van het bsa in het eerste jaar is mogelijk zonder aanpassing van de wet. En dat zal dan ook in het volgend collegejaar al gebeuren. Maar het kabinet moet wel nog het bsa in het tweede jaar mogelijk maken. Dat kan alleen als de minister van Onderwijs de maatregel als experiment kwalificeert. En dat is nog onduidelijk. Een andere mogelijkheid is een aanpassing van de wet. Bij de Raad van State, het hoogste adviesorgaan van de regering, ligt nu een wetsvoorstel dat het bsa in het tweede jaar mogelijk maakt. Eerst volgt nu een advies van de raad. Dan moet de wetswijziging nog de Eerste en Tweede Kamer.
Godgeleerdheid, Hebreeuwse en Joodse studies verdwijnen Godgeleerdheid en Hebreeuwse en Joodse Studies verdwijnen als zelfstandige opleidingen en worden ingebed in brede bacheloropleidingen. De raad van de faculteit geesteswetenschappen stemde vorige week woensdag unaniem voor dit plan. De veranderingen gaan waarschijnlijk in per 1 september 2014. In 2013 is het dus nog mogelijk om aan een van deze studies te beginnen. De studenteninstroom bij Godgeleerdheid liep de afgelopen jaren sterk terug met het vertrek van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) uit Leiden, Utrecht en Kampen. De PThU gaat nu verder in Amsterdam en Groningen. Het faculteitsbestuur wil vooral de Leidse expertise op het gebied van Bijbelwetenschappen wel graag behouden. De Commissie Peters, die deze zomer de mogelijkheden voor de toekomst van beide opleidingen heeft onderzocht, adviseert daarom een afstudeerrichting in Godgeleerdheid te realiseren binnen de opleiding Wereldgodsdiensten. De opleiding Hebreeuwse en Joodse studies bestaat nog maar sinds 2010 en komt voort uit Hebreeuwse en Aramese talen en culturen. Aangezien dit niet heeft geleid tot een opleving in de studen-
teninstroom, stelt de Commissie Peters nu voor om deze opleiding in te bedden in bestaande brede bacheloropleidingen. Dat deze ingreep kan leiden tot een toename van studenten, bleek bij de inbedding van de opleidingen Assyriologie en Egyptologie in de brede bachelor Oude Culturen van de Mediterrane Wereld. Voorlopig zullen de plannen niet tot ontslagen leiden. ‘Docenten worden, behalve bij Wereldgodsdiensten, ook ingezet bij studies als archeologie en Griekse en Latijnse taal en cultuur. Je zou kunnen zeggen dat de kennis terugkeert naar de oorspronkelijke disciplines’,vertelt Douwe de Roest (21), student Godgeleerdheid en studentraadslid bij geesteswetenschappen voor de Christelijke Studentenfractie Leiden (CSL). ‘Ik waardeer het juist dat Godgeleerdheid zo’n interdisciplinaire studie is. Bovendien staat deze opleiding in Leiden bekend als bolwerk van vrijzinnigheid en kritisch en academisch denken. Mijn studiegenoten en ik betreuren de situatie dus. Maar er heerst ook realisme. Het verdwijnen van deze zelfstandige opleiding biedt kansen voor Groningen en Amsterdam. Bovendien zijn we blij dat het Leidse specialisme bij uitstek, kritische bijbelwetenschap, behouden blijft.’
MVW
Financiële handel ingesnoerd Jet Bussemaker, minister voor Hoger Onderwijs verbiedt publieke instellingen te speculeren met derivaten. Wel mag een universiteit zo’n regeling afsluiten om renterisico’s af te dekken. Volgens een onderzoek van de Onderwijsinspectie is de universiteit Leiden een ‘open positie’ aangegaan en dat mag niet. De universiteit Leiden heeft zo’n ‘open positie’ ingenomen door een uitgezette lening nog niet op te nemen. Dit is strijdig met de regeling Beleggen en Belenen van de overheid, aldus de minister. Een publieke instelling mag geen derivaat hebben als daar geen lening tegenover staat. Alleen was nog niet helemaal duidelijk of onderwijsinstellingen ook onder deze regeling vallen. De wetgeving wordt dan ook aangescherpt en er wordt nog explicieter gemakt wat wel en niet mag. Het kabinet neemt dit besluit op basis van een rapport dat de Onderwijsinspectie heeft opgesteld over de financiële beleid van onderwijsinstellingen. Ook de Universiteit Leiden werd onder de loep genomen. Het Financieele Dagblad berichtte in juli dat de universiteit geld verspilde. De verliezen zouden zo’n miljoen per jaar zijn. De universiteit besloot in 2007 om de rente voor een lening van 60 miljoen euro voor een lange periode vast te leggen. Het aangaan van dit rentederivaat was bedoeld om over een langere periode zekerheid te hebben over de te betalen rente. De financiële crisis veranderde de situatie in de jaren daarna. De rente daalde snel. Vanwege de uitstel van de nieuwbouw voor W&N en de steeds gezonder wordende financiën van de universiteit werd een deel van de lening, 30 miljoen euro, nog niet opgenomen. Toch moet de al afgesproken, en dus hogere rente, worden betaald. Vicecollegevoorzitter Willem te
Beest stelde in september in Mare dat de universiteit echter ‘niets fout’ had gedaan. ‘Het kost wat het gekost had, als je wel het geld had opgenomen. Het gaat om 1,2 miljoen per jaar. In de jaarrekening gaan we uit van een verliespost van in totaal 5,2 miljoen. Uitgaande van een korte rente van 0,5 procent. De rente kan nog dalen. Dan wordt het bedrag iets hoger. Maar de rente kan ook stijgen en dan wordt het lager.’ Volgens de inspectie kloppen de berekeningen van Te Beest. De vicecollegevoorzitter stelde ook dat de open-positieregeling niet gold voor universiteiten. Dat ziet de inspec-
tie dus anders. Overigens grijpt de dienst niet in. De universiteit handelt naar eigen inzicht de derivaten af. Uit het onderzoek van de inspectie blijkt dat de derivaten vooral aangeschaft zijn om renterisico’s te beperken en niet om te speculeren. Door de rentedalingen in de afgelopen jaren is de actuele waarde van een aantal derivaten negatief geworden. ‘Maar een negatieve actuele waarde hoeft geen invloed te hebben op de financiële exploitatie van de instelling, zolang de betreffende instelling zowel lening als derivaat aanhoudt’, schrijft de minister.
En dat is in Leiden ook het geval. ‘De eventuele negatieve waarde is pas een financieel verlies als een derivaat tussentijds wordt afgekocht. Dit wordt actueel als bijvoorbeeld een instelling de lening wil oversluiten naar een andere financiële instelling.’ Ook erkennen de inspectie en de minister dat derivaten belangrijke instrument zijn om geld te kunnen lenen. Indekken tegen renteschommelingen blijft dus mogelijk. Ophef was er ook nog over een blunder in het rapport. De inspectie heeft de cijfers van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam met elkaar verwisseld. VB
22 november 2012 · Mare 5 Nieuws
Zwaartekracht trekt geld aan Vier grote subsidies landen in Leiden deze week. Historicus Luuk de Ligt ontving een Europese beurs van 2,5 miljoen euro voor onderzoek naar Romeinse steden. In drie van de zes teams die een zogeheten Zwaartekrachtsubsidie ontvingen, zitten Leidse deelnemers. Dat Zwaartekracht-programma is een nieuwe geldpot van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Subsidieverdeler NWO bepaalt wie het krijgt, nieuw is dat het om behoorlijke bedragen gaat, vergeleken met de al bestaande beurzen van die organisatie. De eerste ronde deelde 167 miljoen uit onder zes onderzoeksteams, volgend jaar gaat er nog eens 151 miljoen doorheen. Doel is onderzoek te stimuleren dat bij de wereldtop hoort of daar al zit; subsidies zijn voor een periode van tien jaar. De Universiteit Leiden zit in drie
van de zes winnende samenwerkingsverbanden. De natuurkundigen Carlo Beenakker, Joost Frenken en Michel Orrit gaan samenwerken met Delftse collega’s in een nanowetenschap-project van 35,9 miljoen euro. Beenakker zit ook nog in een ander project (18,3 miljoen), samen met zijn Leidse collega Jan Zaanen, Amsterdamse fysici en de Utrechtse hoogleraar Gerard ’t Hooft. Pedagoog Rien van IJzendoorn zit met Utrechtse en Amsterdamse onderzoekers in een onderzoek naar hoe kinderen zich ontwikkelen. Opvallend aan de ontvangers is dat het vrijwel zonder uitzondering gaat om wetenschappers die toch al goed waren in het binnenhalen van geld: ’t Hooft won in 1999 een Nobelprijs, en veel van de anderen ontvingen de afgelopen jaren een Spinozapremie van 2,5 miljoen euro. Frenken kreeg verleden jaar een Europese beurs van hetzelfde bedrag. BB
Leenstelsel niet door Eerste Kamer De Senaatsfractie van GroenLinks heeft zich uitgesproken tegen de invoering van het sociaal leenstelsel. Het kabinet wil de basisbeurs van studenten vanaf 2014 omzetten in een lening en de ov-jaarkaart afschaffen. Dat plan staat nu op de tocht en dat is een tegenvaller voor de VVD en de PvdA. Zij hebben samen geen meerderheid in de Eerste Kamer, en rekenden op steun van GroenLinks en D66, die in hun verkiezingsprogramma’s ook voor een leenstelsel pleitten. Nu blijkt GroenLinks het leenstelsel in de huidige vorm toch niet te steunen. GroenLinks-Eerste Kamerlid Ganzevoort zei in actualiteitenprogramma Nieuwsuur dat zijn partij wel voor een leenstelsel is, maar niet onder de voorwaarden die dit kabinet heeft bedacht. GroenLinks
vindt dat het collegegeld omlaag en de aanvullende beurs omhoog moet. De partij is bovendien tegen het afschaffen van de ov-jaarkaart. ‘Als een ander plan meer geld kost, dan moeten ze dat maar ergens vandaan halen’, aldus Ganzevoort. Studentenvakbond LSVb reageerde blij met de steun van GroenLinks. Ook werd bekend dat het in- en ook weer afvoeren van de langstudeerboete 12.,3 miljoen heeft gekost. Dat achterhaalde de NOS toen zij een Wob-procedure startte bij het ministerie van Onderwijs. De administratiekosten bedragen zo’n 2,3 miljoen. De overige tien miljoen is het bedrag dat de universiteiten en hogescholen kregen voor de uitzonderingen op de langstudeerboete, zoals gehandicapte studenten. Dat geld mogen de instellingen houden.
PM/TB
‘Beurs voor specialisten’ De Landelijke Vereniging voor Medische Specialisten in Opleiding (LVAG) ziet niets in de plannen van het kabinet om de opleiding van medisch specialisten van zes naar vier jaar te verlagen. Door deze verkorting van de specialisatie kan er 180 miljoen euro bespaard worden, maar LVAG zegt dat er een efficiëntere manier is om te bezuinigen. De organisatie pleit ervoor dat de specialist in opleiding zelf zijn opleidingsgeld krijgt, waarmee deze zijn eigen salaris kan betalen en zelf kan bepalen waar hij zijn opleiding doet. Momenteel krijgen de ziekenhuizen dit geld van circa 130 duizend euro. Het is vaak onduidelijk of het geld wel in zijn ge-
heel aan de opleiding wordt besteed, zegt LAVG. Wanneer de specialisten in opleiding zelf hun beurs krijgen, zullen de ziekenhuizen harder hun best moeten doen om ze aan te trekken. Zo kan de kwaliteit van ziekenhuizen verbeterd worden door onderlinge concurrentie en wordt medische specialisten opleiden weer een voorrecht. Eerder dit jaar bestond er de discussie om de specialisten in opleiding een eigen bijdrage van 13.400 euro te laten leveren in verband met de bezuinigingen. Minister Schipper van Volksgezondheid liet in augustus weten dat ze dit voorstel niet steunde, omdat dit in totaal in zes jaar op een eigen bijdrage van 80.000 euro zou komen. IE
Artist impression van de Leidse Schans. Illustratie architectenbureau Mecanoo
Megacampus in het gedrang Bouw studentenwoningen stagneert door nieuwe wet Een kleine tweeduizend studenten moeten er straks onderdak vinden: de megacampus Leidse Schans. Maar investeerder Syntrus Achmea en studentenbeheerder Duwo schorten hun medewerking voorlopig op. Reden: een nieuw huurplafond maakt de exploitatie van studentengebouwen onrendabel. Ook in Delft en Amstelveen is de bouw van studentenwoningen gestaakt. De reden hiervoor is een herziening van het woningwaarderingssysteem. Dat gebeurt nu aan de hand van een puntenlijst, maar in de toekomst zou de WOZ-waarde van een woning van belang worden. Die waarde wordt bepaald door de gemeente en wordt gehanteerd bij de belastingsheffing. In de toekomst mag een huur niet meer dan 4,5 procent van die waarde zijn. Voor studentenwoningen zou dat bijna altijd
Door Thomas Blondeau
betekenen dat de huur naar beneden gaat. Volgens Syntrus Achmea gaat het om een daling van 25 procent. Die verminderde opbrengsten komen boven op twee heffingen. De regering legt een verhuurdersheffing op en alle corporaties moeten een bijdrage leveren aan de redding van woningcorporatie Vestia die wegens onverstandige investeringen met faillissement is bedreigd. Volgens de Volkskrant is Duwo aan die twee heffingen elf miljoen euro kwijt. Verleden week dienden verschillende Kamerleden al een motie in om de gevolgen van deze herwaardering in kaart te brengen. Zij vrezen dat de bouw van woningen voor starters en studenten in het gedrang komt. Vrijdag werd bekend dat Syntrus Achmea pas op de plaats maakt omdat de verminderde inkomsten zou betekenen dat ze niet langer de uitbetaling van de pensioenen kunnen garanderen. Dinsdag beantwoordde Stef Blok, minister voor Wonen, Kamervragen over deze kwestie. Hij meent dat de bouw van studentenwoningen niet
in gevaar komt en verwijst naar het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting dat het vorig kabinet ondertekende. Hierin werd de ambitie vastgelegd om 16.000 kamers tegen 2016 gerealiseerd te hebben. Hij wilde niet ingaan op specifieke gevallen en zei in overleg te gaan met de verschillende belanghebbenden. Wethouder Pieter van Woensel die de Leidse Schans in zijn portefeuille heeft laat weten dat hij samen met de investeerder en beheerder om een spoedoverleg met de minister heeft gevraagd ‘om de studentenhuisvesting te redden’. Opmerkelijk is dat de bouw van twee grote studentencomplexen (samen goed voor een kleine duizend wooneenheden) in Tilburg gewoon door gaat, bericht het Brabants Dagblad. In die krant zegt directeurbestuurder Rob Vinke van woningcorporatie TBV Wonen: ‘Syntrus Achmea belegt voor bijvoorbeeld pensioenfondsen en andere aandeelhouders die bepaalde rendementen eisen. Wij als corporatie kunnen met lager rendement volstaan.’
Juristen kunnen toch spellen Nu er consequenties zijn verbonden aan de toets, nemen studenten taalbeheersing wel serieus. Gevolg: betere resultaten. De taaltoets voor eerstejaars bij rechten is veel beter gemaakt dan vorig jaar. Driekwart van de studenten heeft een voldoende gehaald. Het rechtenbestuur is blij met de resultaten. Want er waren grote zorgen over de toets. In april haalde maar de helft van de deelnemers de toets. Het bestuur noemde de resultaten toen ‘dramatisch’. Aan het examen waren vorig collegejaar nog geen consequenties verbonden. Maar studenten moeten nu de toets halen, anders dreigt uitsluiting. Wel krijgen studenten in totaal vier keer de kans om de toets te halen. ‘Bij rechtsgeleerdheid is 73 procent geslaagd’, zei Pauline Schuyt, portefeuillehouder onderwijs van rechten tijdens de faculteitsraadvergadering
van maandag. ‘En bij criminologie 76 procent. Dus als je vergelijkt met voorgaande jaren is het veel hoger. In die zin zijn we aangenaam verrast. Nou verrast, we zijn er in ieder geval blij mee. Vorig jaar waren veel mensen “net gezakt”, met een of twee fouten teveel. Nu hebben studenten de toets heel goed gemaakt, óf ze zijn flink gezakt.’ Zakkers bij rechtsgeleerdheid krijgen in januari nog een herkansing. Lukt dat niet dan voldoen zij niet aan de tutoraatregels (Leiden Law Practices) en mogen zij het vak ‘juridisch betoog’ niet volgen. De propedeuse is dan niet meer in een jaar te halen. Maar het is nog wel mogelijk om in het tweede jaar twee pogingen te doen om de toets te halen en alsnog te voldoen aan de eisen van het LLP. Geslaagden kunnen dan alsnog het vak juridisch betoog volgen. Voor criminologie gelden vergelijkbare regels. De toets maakt deel uit van de veel
striktere begeleiding die de faculteit voor bachelor studenten hanteert. Studenten die in 2009 zijn begonnen en hun bachelor nog niet behaald hebben, krijgen binnenkort te maken met een van die strenge regels. Als zij op 1 september 2013 niet hun bachelor hebben, dan vervalt de geldigheid van de reeds behaalde vakken. Na vier jaar vervallen namelijk de punten die zij in hun tweede en derde jaar hebben behaald. De propedeusevakken blijven wel staan. ‘Het is een fatale termijn’, zei Schuyt. ‘Het is heftig als je al die vakken opnieuw moet doen. Maar het is aan alle studenten heel duidelijk gemaakt.’ Het gaat volgens het rechtenbestuur om rond de 150 studenten. ‘Dat aantal is te overzien. Er wordt goed doorgestudeerd. We gaan mensen die in de gevarenzone zitten nu oproepen. Kijken wat er aan de hand is, en of er nog wat te redden valt. Een groot deel is nog niet hopeloos verloren.’ VB
6 Mare · 22 november 2012 Achtergrond
‘Ik heb gewoon geluk gehad’ > Vervolg van de voorpagina ‘Iedereen had contact met iedereen en probeerde elkaar te helpen. Een vriend uit een spionagegroep vroeg of ik als laborant niet aan aceton kon komen. Daarin werden microfilms met inlichtingen ondergedompeld: dan loste de gelatine op en werden de films kleiner en dus makkelijker te vervoeren. Aceton was nergens meer te krijgen, maar een bevriende bioloog bouwde een destillatieapparaat waarmee we de vervuilde aceton weer konden schoonmaken. ’s Avonds als iedereen bij botanie naar huis ging, begonnen wij met destilleren. ‘Han Gelder, een jonge indoloog uit Leiden, was een van de oprichters van een comité op dat het studentenverzet moest gaan leiden. Bij de eerste vergadering in Den Haag sprak Johan Brouwer ons daar op inspirerende wijze toe. Dat vuur in zijn ogen, daar ging iets geweldigs vanuit. Na afloop zeiden we: “Nu zou je de eerste de beste Duitser die je op straat tegenkomt zo doden.” ‘Ik hielp pamfletten te verspreiden waarin studenten werden opge-
roepen om de loyaliteitsverklaring (waarin ze moesten beloven zich te ‘onthouden van iedere tegen het Duitse Rijk gerichte handeling’, red.) niet te tekenen. Dat werd een geweldig succes, want 85 procent weigerde inderdaad.’ ‘Gelder vond de illegale pers te politiek. Vrij Nederland, Het Parool, Je Maintiendrai waren gericht op specifieke doelgroepen. Er moest één blad komen dat ook voor de man in de straat goed leesbaar was. Dat werd Ons Volk, die ik ook ging verspreiden. Ik bracht ook clichés (beeldnegatieven, red.) en zetsel naar een van de drukkerijen in Apeldoorn. ‘Gelder heeft het niet overleefd, heel tragisch. Toen de Sicherheitsdienst hem bij een illegale drukkerij in Den Haag opwachtte, heeft hij zich door zijn kop geschoten. Hij had ooit tegen zijn verloofde gezegd: “Als ik gepakt word, sta ik niet voor mezelf in. Ik weet niet of ik het kan volhouden om geen namen te noemen.” ‘Ik heb de oorlog vrij fatalistisch ondergaan. Ik ben echt niet voorzichtiger geweest dan degenen die gepakt zijn. Ik heb gewoon waanzin-
Cleveringa-bijeenkomsten Zondag spreekt Else Arendse de Wolff-Exalto in Harderwijk op een van de vele Cleveringa-bijeenkomsten die door heel Nederland en in tientallen wereldsteden worden gehouden. Jaarlijks herdenken studenten, medewerkers en alumni van de Leidse universiteit rond 26 november de rede van professor Rudolph Cleveringa, waarmee hij op die dag in 1940 protesteerde tegen het ontslag van zijn joodse collega Eduard Meijers. Zie voor alle bijeenkomsten: www.luf.nl/cleveringa
Brieven
nig veel geluk gehad. Nadat ik in 1944 een microfilm met inlichtingen voor de Engelsen naar Brussel had gesmokkeld, kwam ik op terugweg naar het station langs een razzia. Overal werden mensen tegen de muur gezet, maar wij mochten doorlopen. ‘Ik had een vals Belgisch persoonsbewijs en wat gegevens - waar ik zogenaamd op school zat, etc. Maar daar deugde niets van. Als ik was aangehouden, was ik zo door de mand gevallen. Eenmaal in Antwerpen werd ik wel uit de rij gepikt. Ik moest mijn koffer openen, waar gelukkig alleen nog mijn pyjama en tandenborstel inzaten. Achteraf hoorden we dat het om een economische controle ging waarbij naar smokkelwaar werd gezocht. Maar je denkt toch even: “Oh hemel!” Later bleek ook dat Christiaan Lindemans, de dubbelspion King Kong, die route – die ook diende als pilotenlijn – aan het oprollen was. Kort daarna is iedereen gearresteerd. ‘Zo zie je welke rol het toeval speelde. Na Dolle Dinsdag werd ik gevraagd om naar Amsterdam te komen, door Ons Volk en De Geus - de Leidse verzetskrant van Huib en Jan Drion – die inmiddels goede vrinden waren geworden. Daar moest ik een ondergedoken Engelse piloot, John, elders onderbrengen. ’s Ochtends vroeg liep ik met hem over de grachten. Wat er ook gebeurde, hadden we afgesproken, hij mocht absoluut niet praten. Maar natuurlijk: er kwam een Duitse soldaat op ons af. Ik dacht: “Hoe moet dat nu?” ‘In Johns mondhoek hing een peukje van bukshag. Je weet wat dat is, toch? Als je op straat een uitgetrapte peuk zag liggen, raapte je die op, en zo rommelde je langzaam maar zeker een sigaretje bij elkaar - ontzettend
Een koerierster en een ondergedoken geallieerde piloot tijdens de Tweede Wereldoorlog. Foto NIOD onhygiënisch natuurlijk! Die Duitser had die peuk zien gloeien en vroeg om een vuurtje. Godzijdank begreep John het direct. Zwijgend stak hij de sigaret van de Duitser aan, die vervolgens doorliep. ‘Iets soortgelijks gebeurde toen ik met mijn zus wapens vervoerde. Thea en ik sjouwden met grote boodschappentassen vol tommyguns richting de Van Baerlestraat, toen er een Duitser op ons afkwam. De man van mijn zus liep twintig meter achter ons, met een revolver in zijn zak om bij noodgevallen te kunnen ingrijpen. Zijn hart stond stil. ‘Maar wij bleven kalm, want die soldaat vroeg alleen maar de weg. Daar stonden we dan: met boodschappentassen vol wapens, pratend met een mof. Meestal stuurde je ze expres de verkeerde kant op, maar dat hebben we niet gedaan. We waren allang blij dat hij wegging. ‘Idioot gewoon, maar zulke gekke
dingen kon je beleven. Dat is mijn levensverhaal uit die periode: al die dingen zijn goed gegaan. Maar heel veel lieve vrinden zijn vermoord omdat ze wel pech hadden. Eerlijk gezegd heb ik tegen dit interview opgezien. Ik geef het omdat zij het niet kunnen navertellen. Ik wil niet te plechtig klinken, maar ik zie het als een soort eerbetoon. ‘Naderhand heb ik het Verzetsherdenkingskruis gekregen. Hij ligt ergens in een la. Ik heb het ding nog nooit gedragen – ik zou niet weten wanneer. We waren helemaal geen helden. Je was blij dat je iets tegen de moffen kon doen. Het werd je gevraagd en je daarom deed je het. ‘En ja, ik weet ook dat er ook mensen waren die niets ondernamen. Maar hier was ik dus bang voor. Daarom nogmaals: beloof je me dat je het niet zult opblazen?’ Door Frank Provoost
In deze rubriek kunnen lezers in maximaal 300 woorden reageren op artikelen in Mare. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. Over weigering wordt niet gecorrespondeerd. Mail naar redactie@mare.leidenuniv.nl
Duits Sehr geehrter Herr Braun, lieber Kommilitone! Danke für Ihre auf „Steinkohledeutsch“ geschriebene Kolumne, deren Wortlaut mir manches Lächeln entlockt hat. Zwischen den Zeilen las ich... Maar wacht, laat ik verder gaan in het Nederlands, anders leest geen kip dit, zeker niet de eerstejaarskuikentjes op de rechtenfaculteit die nog steeds zwoegen op de regels van het kofschip, terwijl zij nota bene verondersteld worden wetenschappelijke vertogen in Oxford English te kunnen houden, quod non. Welnu! Tussen de regels door waren er in uw balorige kattebel (zie Mare 9) enige scherpe kanttekeningen te vinden bij de uitlating van de minister van BZ dat Nederlanders beter Duits moeten leren. Daar ik behoor tot de inmiddels zeldzaam geworden germanisten aan de Leidse universiteit, leek mij Timmermans opmerking op het eerste gezicht uit het hart gegrepen, maar toen ik deze nader overwoog, wat na liet garen in mijn hersenpan, kreeg zij allengs de geur van een scheet voor de kiezersbühne, al is zij een sympathieke. Tenzij zijne excellentie de collega-minister van Onderwijs overtuigt en er een scherpere, soberdere, strakkere visie op talenonderwijs komt, zal het alleen maar meer gaan stinken. Laat ik voor de verandering eens niet klagen over het
hemelschreeuwende geldgebrek, maar laat ik de wortel van het probleem benoemen, waarvan de oplossing nu eens niet op ’s Rijks begroting drukt. Het probleem is dat er nauwelijks nog degelijk klassiek onderwijs in traditionele grammatica gegeven wordt. Tegenwoordig betekent zinsontleding in het basisonderwijs “gezellig kleuren”: we zetten een kleurtje onder een bepaald zinsdeel, want o nee, stel je voor dat je een tienjarige begrippen als “onderwerp” of “lijdend voorwerp” moet leren. Dat kan niet hoor. Deze gezellige vrijblijvendheid kabbelt voort in het vervolgonderwijs: voor de gemiddelde tweedeklasser op het vwo bestaat tegenwoordig een zin uit een onderwerp, het gezegde en “de rest”. Wat die rest dan is? Tsja... Geen wonder dat het niets meer wordt met Duits, Frans, Latijn, laat staan Chinees. Liebe Exzellenz Timmermans, vandaag pleit ik niet voor meer geld, maar voor programmatische versobering, “verstrenging”, als u wilt. Weet u wat nu er nu staat in de Kerndoelen voor het Primair Onderwijs? –U hebt ze vast nog wel even doorgenomen voordat u uw uitlating deed – In dit ambtenarenproduct staat: Traditioneel ging het vooral om grammatica, maar tegenwoordig gaat het vooral om inzicht in eigen en andermans taalgebruikstrategieën leren, zodat een kind leert deze steeds bewuster en doelgerichter in te zetten. Wat is dit voor hokuspokus-mana-
gersjargon? Dit veronderstelt dat een twaalfjarige op hoog abstract niveau reflecteert, ja hermeneutisch briljant is. Wie brouwt toch dit soort onwelriekende onzin om ieder in kiezersland te apaiseren? Ik wil dat u klip en klaar opneemt dat leerlingen in groep 8 van het basisonderwijs moeten kunnen ontleden! Ik wil verdorie geen gekleur meer! Ik wil maatstrepen in een zin met daaronder benamingen als onderwerp, gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp, enz. is. De hermeneutiek kan wachten, als je twaalf bent. Als u mijn simpel advies overneemt, zult u zien dat op den duur het leren van vreemde talen een stuk gemakkelijker gaat en er bijgevolg weer meer mensen beter Duits, Frans, Spaans, enz. spreken, althans begrijpen. Tot dat moment van klassieke versobering hebt u voor mij een wind gelaten. Met Herr Braun zet ik alvast het raam open, met uw welnemen. Emile van Brakel Promovendus Duitse letterkunde
Ontgroening Als Quint van het eerste uur voel ik mij geroepen om tegenwicht te geven aan de reactie van Onno Innemee op de schorsing van Sjap voor het streakincident.
Ontgroenen werkt. Daarover zijn we het denk ik snel eens. Nieuwe leden met elkaar iets bijzonders laten beleven schept een band. Zoveel is zeker. Onder discours staat of die beleving alleen effectief is als het een gênante/negatieve/ pijnlijke/vermoeiende ervaring betreft. Ook is het de vraag hoe er ingegrepen moet worden als er ouderejaars over de schreef gaan. Ontgroening bestaat in vier soorten die ik voor het gemak onderscheid met vier kleuren. De groene ontgroening waarbij beide partijen (zowel degene die al lid zijn van de groep als de nieuwelingen) in een vreemde situatie komen tijdens de kennismaking. Voorbeeld: hospitanten worden geacht zich aan te passen aan de kleding van de huisgenoten tijdens het hospiteren waarbij beiden in bijvoorbeeld toga verschijnen. Dit moet kunnen. De oranje ontgroening is ontgroening waarbij er op een speelse manier gebruik gemaakt wordt van de ongelijkheid. In dit voorbeeld: de kamerzoekers worden in toga verwacht terwijl de huisgenoten in hun gewone kleding de hospitanten ontvangen. Velen zullen het met mij eens zij dat dit moet kunnen mits het redelijk blijft en verschil niet gebruikt wordt om de nieuwelingen te vernederen of te beschadigen. Bij de rode ontgroening wordt de nieuweling tot iets gepusht waar hij/zij op dat moment last van heeft en mogelijk risico loopt.
Bij de zwarte ontgroening is er zelfs blijvende schade. Iedereen is het over eens dat zwarte ontgroening altijd en overal verboden moet zijn. Het is mij eerder opgevallen dat dat voor rode ontgroening niet zo is. Er zijn mensen die vinden dat dat kan. Persoonlijk ben ik het daar mee oneens. In de in beginjaren van Quintus was rode ontgroening niet aan de orde. We zochten het in groene en oranje ontgroening. Het voorgaande betreft de schade die aangedaan wordt aan de nieuwelingen binnen een groep. Een tweede aspect is de schade die gelden wordt waar de groep weer deel van maakt. In dit geval Quintus en de Universiteit. Uit de reactie van Mevrouw Merckx blijkt dat de universiteit terecht deze ongelukkige besmetting van het blazoen niet wil en kan tolereren. Onno Innemee ergert zich er logischerwijs niet aan. Een Leidse cabaretier is wel meer gewend. Maar helder is dat de nietsvermoedende bezoeker van de Haarlemmerstraat niet zit te wachten op en dergelijke confrontatie. Terecht dus dat de universiteit en Quintus aan de bel trekken. De opgelegde strafmaat is mogelijk wat heftig. Maar dat er een duidelijk signaal moet worden gegeven dat er een grens is overschreden lijkt mij terecht. Peter Duijvestein Directeur Leiden Communicatiestad Quintus-lid vanaf de oprichting tot 1985
22 november 2012 · Mare 7 Wetenschap
Sterren Het universum wordt ook een dagje ouder. De productie van sterren is de afgelopen miljarden jaren steeds verder gedaald, en nu nog maar een dertigste van wat het ooit was. Een international team van sterrenkundigen, met Leidenaar David Sobral als eerste auteur, maakte dat onlangs bekend in de Monthly Notices of the Royal Astronomical Society. Als je door een telescoop kijkt, kijk je terug in de tijd omdat het licht er even over doet om bij jouw oog te komen. Een sterrenstelsel dat acht miljard lichtjaar van de aarde ligt, zie dus zoals het acht miljard jaar geleden was. Sobral en co keken met drie verschillende telescopen naar allerlei tijdstippen in de geschiedenis van het heelal, en hoe verder ze terugkeken, hoe meer jonge sterren er waren. Op basis van hun data komen de astronomen tot de conclusie dat 95% van alle sterren die er ooit in ons heelal gevormd gingen worden, al gevormd is.
Neutrino’s
Filmstill uit 2012, een film over het einde van de wereld, zogezegd aangekondigd door de Maya-kalender.
De vergeten kalender Maya’s hebben einde van de wereld helemaal niet voorspeld In Museum Volkenkunde loopt nu een expositie over de Maya’s, hun kalender en het einde van de wereld. Spoiler alert: u kunt hem ook na 21 december nog bezoeken. Door Bart Braun Voor de aankomende 21 december staan er drie dingen gepland. Eentje gaat er zeker weten gebeuren, eentje zeker weten niet, en de derde hoogstwaarschijnlijk niet. Je kunt nooit helemaal uitsluiten dat de wereld vergaat die dag, maar vooralsnog is er geen reden om aan te nemen dat we eraan gaan. Zelfs de Paus, toch hoofd van een internationale organisatie die het einde van de wereld predikt, gelooft er niet in. Er vallen in elk geval nog geen tekenen van de spookplaneet Nibiru of aankomende zonsuitbarstingen te bespeuren.
De zogeheten Tortuguero Monument 6, de steen waarvan de inscriptie nauwelijks is te lezen.
De zon neemt de 21ste wel een bijzondere plek in aan de hemel. Tenminste: bijzonder voor sterrenkijkers; gewone stervelingen die op die dag omhoog kijken zal weinig opvallen. Maar als de zon heel weinig licht zou geven, en de stad Leiden want minder lichtvervuiling afgaf, zou je de Melkweg kunnen zien, en de zon staat dan in het midden van de Melkweg. Dat doet ‘ie wel vaker, maar dat het precies tijdens de zonnewende gebeurt is zeldzaam. Kanttekening is wel dat de schijnbare breedte van de Melkweg natuurlijk afhangt van hoe goed je kijkt; eigenlijk staat hij op 18 december nog ietsje meer in het midden. En dan is er nog de Maya-kalender, die af zou lopen. Daar hangt een hele wolk van misverstanden en onduidelijkheden omheen. In elk geval is
er nooit een briefje gevonden met de tekst ‘Beste wereld. Op 21 december 2012 loopt onze kalender af, en dan implodeert de aarde’, al was het maar omdat de Maya’s zo hun tijdstippen niet aanduidden. Er is één steen, het zogeheten Tortuguero Monument 6, met een amper leesbare inscriptie die verwijst naar de einddatum van een van de Maya-kalenders, de zogeheten Lange Telling. De website van het Leidse Museum Volkenkunde geeft een voorbeeld van een datumaanduiding volgens dat systeem: 9.18.12.14.17. Het laatste cijfer geeft het aantal dagen weer, dat ervoor het aantal winals (perioden van 20 dagen); 12 Tuns van elk achttien winals; twintig Tuns vormen samen een K’atun waarvan er op deze datum 18 waren verstreken, en er zitten weer twintig K’atuns in een Bak’tun. De snelle rekenaars onder u zien dat een Bak’tun dus 144.000 dagen telt. Wie hier meer over wil weten, kan zondag een workshop Mayaans kalenderrekenen volgen in het museum; voor nu zijn er twee dingen interessant. Als je al die tijdsperioden vermenigvuldigt met het aantal dagen waar ze voor staan, kom je uit op een totaal aantal dagen; in dit geval 1.430.217. Dat is het aantal dagen sinds ‘jaar nul’; het begin van de schepping volgens de Maya’s. Komen we zo op terug. Het tweede interessante ding is dat er maar dertien van die Bak’tuns zijn. Aan het einde van de dertiende Bak’tun is de jaartelling-die-nietmet-jaren-werkt dus vol. ‘Die kalender was helemaal in de vergetelheid geraakt totdat westerse geleerden hem ontcijferden’, vertelt antropoloog Ruud van Akkeren die zondag een lezing komt geven over Maya’s in Volkenkunde. ‘De huidige Maya’s in Guatemala vragen aan mij wat er gaat gebeuren als hij afloopt. “Volgens de rest van de wereld moeten jullie dat weten”, zeg ik dan.’ Hij vervolgt: ‘Er is letterlijk helemaal niets over opgeschreven wat er dan gebeurt. Er is alleen die Tortuguero-steen. Daarop staat die datum, en er staat dat de god Bolon Yokte K’uh dan aanwezig zal zijn.
Dat kunnen we weer koppelen aan allerlei mythen; hij is onder meer de god van de kalenderovergangen.’ ‘In veel van de oude Maya-mythen gaat het over een held die sterft en weer verrijst’, aldus Van Akkeren. ‘De god van de maïs sterft, en staat op als maïsplant; de zonnegod sterft, en herrijst als de zon. Aan het einde van de cyclus wordt iets nieuws geboren.’ Die thematiek zie je in de Maya-jaartelling terug: net zomin als u verwacht dat uw auto ineens ontploft als de kilometerteller helemaal rond is gegaan, verwachtten de klassieke Maya’s dat de wereld zou eindigen. Ze hebben voorspellingen voor tijdstippen die nog verder in de toekomst liggen, in elk geval. Nu weer terug naar die datumaanduiding. Met die vijf getallen bepaal je dus welke dag het is volgens de Maya-jaartelling. Hoe reken je zo’n dag nou om naar een datum op onze Gregoriaanse kalender? Dat is zo makkelijk nog niet, want de Lange Telling van de Maya’s was niet meer in gebruik toen de Spanjaarden kwamen. De archeoloog Eric Thomson kwam begin vorige eeuw tot de conclusie dat de Maya-jaartelling begon in ons jaar 3114 voor Christus, op 13 augustus. Dan eindigt de telling op 21-12-2012. In het betwetersblaadje Skepter legde hoofdredacteur Rob Nanninga in 2008 al uit dat de conclusie van Thomson de afgelopen jaren flink onder vuur heeft gelegen. Zo bestaat er een tabel waarop standen van de planeet Venus aan bepaalde data worden gekoppeld, en de Thomson-data kloppen niet met de stand van Venus op die dag. Als je gaat zoeken naar data die wel kloppen met de Venusstanden, moet de kalender ongeveer 200 jaar worden opgeschoven. Ook andere archeologische vondsten wijzen steeds meer in die richting. De kalender is dan pas eind december 2220 op. Het is nog even wachten op de kalenderovergangsgod. Expositie: 21 december 2012: Het einde van de wereld. Te zien tot en met 23 mei 2013 of tot het einde van de wereld, afhankelijk van wat er het eerste komt. Museum Volkenkunde, Steenstraat 1, Leiden.
Kosmologen hebben een vrij nauwkeurig idee van hoe zwaar al het spul in het universum is. Dat is meteen een probleem: als je kijkt naar al het spul in de ruimte, dan blijkt dat ongeveer een vijfde daarvan bestaat uit de materie die we kennen, de deeltjes waar sterren, gaswolken en deze Mare uit bestaat, en die goed beschreven is in het zogeheten Standaardmodel. De overige 80 procent is niet zozeer zoek: omdat de donkere materie massa heeft, oefent het zwaartekracht uit en de gevolgen daarvan kun je meten. Sterrenkundigen kunnen dus aanwijzen waar het zit. Ze weten alleen niet wat het is. Nu vermoeden natuurkundigen dat er deeltjes moeten bestaan die nog niet in het Standaardmodel zijn opgenomen, de zogeheten steriele neutrino’s, die verwant zijn aan de neutrino’s die we al wel kennen. Het zou kunnen dat die deeltjes een belangrijke bijdrage leveren aan de donkere materie, maar voor je daar echt iets over kan zeggen moet je dan wel eerst aan die dingen meten. In het specialistische Physics of the Dark Universe rekenen de Leidse fysici Alexey Boyarski en Dmytro Iakubovsky samen met een collega van kerninstituut CERN voor hoe je zo’n steriele neutrino zou kunnen vinden. Deeltjesversnellers kunnen daarbij ondersteunend bewijs leveren, maar als je het echt wil weten moet je meten met een zogeheten röntgenspectrometer. De huidige telescopen die met zo’n ding werken, hebben eigenlijk een te lage resolutie. Eigenlijk zou je speciaal voor dit doel een nieuwe moeten bouwen en lanceren.
Hersensproetjes Als je de hersenen van een migrainepatiënte bekijkt met een MRI-scanner, zie je allemaal kleine beschadigingen. Hoe langer iemand migraine heeft, hoe meer van die lesies er ontstaan, ontdekten Leidse neurologen en radiologen. Een verslag van hun bevindingen verscheen vorige week in het vooraanstaande geneeskundevakblad JAMA. De hoeveelheid migraineaanvallen lijkt niet zo belangrijk voor de hoeveelheid beschadigingen, je krijgt ze blijkbaar meer van de ziekte zelf dan van de hoofdpijnbuien. Bij mannelijke migrainepatiënten vonden de onderzoekers overigens geen toename van het aantal beschadigingen. Het goede nieuws: voor zover de wetenschappers na konden gaan, merk je er niks van: je wordt er niet dommer door, je loopt niet meer risico op een beroerte. Het zijn als het ware sproetjes of acne-littekens, maar dan in je hersenen.
8  Mare ¡ 22 november 2012
Allemaal Zorg en Zekerheid Altijd verzekerd van de beste zorg met een aantrekkelijke korting
Dit jaar: 10% extra introductie korting
van 10% op de basis- en 15% op de aanvullende verzekeringen.
Vraag nu uw offerte aan op www.zorgenzekerheid.nl/universiteitleiden of sluit direct af. Gebruik collectiviteitsnummer 20878 om de korting te ontvangen.
22 november 2012 · Mare 9 Achtergrond
Wilhelm von Habsburg (1895-1948)
Jozef Stalin (1878-1953)
De andere slachtoffers Cleveringa-hoogleraar over de moordpartijen van Hitler en Stalin ‘Geschiedschrijving is duurzamer dan herdenkingen en ceremonieën‘, zegt de Amerikaanse historicus Timothy Snyder. Aan de hand van kleurrijke figuren en tot voor kort onbekende bronnen reconstrueert hij de bloederige geschiedenis van een onderbelicht deel van Europa. Op 26 november houdt hij de Cleveringalezing. Door Vincent Bongers De aartshertog was best een vreemde vogel. Hij aanbad zijn poes, frequenteerde in vrouwenkleren Parijse homobordelen, rekruteerde spionnen voor de Britse geheime dienst en werd bijna koning van een onafhankelijk Oekraïne. Als klein jongetje zwom Wilhelm von Habsburg (1895-1948) met dolfijnen in het kristalheldere water bij de Adriatische kust en droomde van
een eigen rijk. De Habsburgers waren immers geboren om te heersen. Wilhelms familielid Franz Josef was op dat moment keizer van de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije. Maar het leven van aartshertog eindigde niet op de troon maar in een smerig ziekenhuisbed in een sovjetgevangenis. Zijn lichaam werd gedumpt in een naamloos graf. Hartklachten, tuberculose en de verhoortechnieken van de Russische militaire inlichtingendienst deden hem bezwijken. Aan de hand van de kleurrijke ‘Willy’ schetst Yale-historicus en Cleveringa-hoogleraar Timothy Snyder (43) in het boek De Rode Prins meer dan een halve eeuw geschiedenis waarin omgeven door kruitdampen het moderne Europa ontstaat. Volkeren die eerst speelballen van vorstenhuizen zijn, zien dat hun landsgrenzen nu door Stalin en Hitler met bloed worden getrokken. Het lot van deze landen is
het thema in veel van het werk van Snyder. ‘Ik wilde eigenlijk een boek over vorsten en nationalisme schrijven, maar bleef hangen bij Wilhelm,’ zegt Snyder. ‘Na 1918 zou met de opkomst van het moderne Europa de macht van de Habsburgers gebroken
‘We moeten de verhalen van het Oosten en het Westen samenvoegen’ zijn, maar dat klopt niet helemaal. Het boeit mij hoe leden van vorstenhuizen hun macht wilde behouden in een tijd dat er eigenlijk een einde lijkt te zijn gekomen aan de invloed van koninklijke families.’ Wilhelm was een van die telgen op zoek naar een land. ‘Hij is daarnaast
ook nog eens een heel erg boeiend figuur. Hij was biseksueel en verkleedde zich volgens de Franse pers tijdens zijn nachtelijke escapades soms als vrouw.’ Maar de aartshertog had ook een missie. Hij beschouwde het als zijn opdracht - als hij tenminste niet in een bordeel of op het strand lag - het lijdende Oekraïense volk van de bolsjewistische overheersing te bevrijden. Snyder: ‘Wat ook opvallend is, is dat hij aan de ene kant een typisch aristocratisch leven leidde, maar zich tegelijkertijd verbonden voelde met het lot van arme Oekraïense boeren. Vandaar zijn bijnaam de Rode Prins.’ Zijn vader Stephan had juist zijn oog laten vallen op Polen en wilde daar de scepter zwaaien. Wilhelm rebelleerde tegen hem en wilde een koningshuis stichten voor een volk dat nog niet wist dat het er een nodig had.’
De Oekraïners waren een volk dat lang staatloos was en uiteindelijk ingelijfd werd door Stalin. Wilhelm bleef er alles aan doen om een onafhankelijk land voor hen te creëren, met hem zelf aan het roer natuurlijk. Hij lieerde zich aan de nazi’s toen hij dacht dat dat hem wat kon op leveren. Maar hij zag al snel in dat die hem niet gingen helpen. Toen begon hij onder hun ogen in Wenen de Britten te helpen met het opzetten van verzetshaarden. Na de oorlog rekruteerde hij voor de Fransen in dezelfde stad spionnen. De Russen besloten uiteindelijk de koppige voorvechter van de Oekraïense zaak uit te schakelen. Ze ontvoerden hem en hij liet, ironisch genoeg, het leven in Kiev - nu de hoofdstad van het vrije Oekraïne. De droom van Wilhelm kwam uiteindelijk toch gedeeltelijk uit. Door het leven van de aartshertog nauwkeurig in kaart te brengen, bouwt Snyder stukje bij beetje aan de beschrijving van de geschiedenis van Centraal en Oost-Europa. ‘Ik wil dat de complete geschiedenis van het moderne Europa wordt verteld. Het verhaal van een groot deel van het continent is een beetje ondergesneeuwd geraakt. ‘Door de Koude Oorlog was er in het Westen 45 jaar een eigen geschiedenis opgebouwd. In het Oosten gebeurde dat ook. We zijn nu in een proces om die twee verhalen samen te voegen.’ De Muur viel voor Snyder op een gunstig moment. ‘Er kwam een vloed van informatie vrij over bijvoorbeeld de ervaringen van mensen in de Tweede Wereldoorlog. Sommige gebeurtenissen waren maar vaag bekend, andere zijn compleet vergeten.’ In het boek Bloedlanden beschrijft Snyder op bijna pijnlijk gedetailleerde wijze hoe in Polen, de Baltische Staten, Oekraïne, Wit-Rusland en Rusland tussen 1933 en 1945 meer dan 14.000.000 burgers het leven lieten in door Stalin en Hitler georganiseerde slachtingen. De meeste stierven door kogels, ziekte en honger. Alleen al in Oekraïne stierven miljoenen mensen, onder meer door Stalins georkestreerde hongersnoden. De gaskamers waren maar een gedeelte van een vreselijk verhaal van machtswellust, ideologie en paranoia. De schade en ellende is nog erger dan verwacht. Snyder plaatst met zijn bevindingen ook de Holocaust in een groter geheel. Iets wat hem ook op kritiek is komen te staan. ‘Ik vind dat onterecht. Het doet me weinig en ik neem zo ook niet serieus. De Holocaust zonder context is in historische zin betekenisloos. Het was onderdeel van beleid, van een strategie van de nazi’s. Hetzelfde geldt voor de moordpartijen van Stalin. ‘Geschiedschrijving is duurzamer dan herdenkingen en ceremonieën. Je moet recht doen aan alle slachtoffers, dat doe je door zoveel mogelijk uit te zoeken en te vertellen. Het is ook de enige manier om historisch inzicht te verkrijgen over dit soort vreselijke gebeurtenissen.’ Cleveringa-oratie, maandag 26 november, 16u, Academiegebouw. Aanmelden kan via www.leidenuniv.nl
ingezonden mededeling
Nu ook in Leiden Rondom relaties, assertiviteit, agressie & hoogbegaafdheid. 023 5252241 - www.idee-tt.nl al jaren vertrouwd
mare-idee 120914.indd 1
14-09-2012 14:46:00
10
Mare · 22 november 2012
English page
Death by coffee? What you always wanted to know A Leiden study suggests that coffee could reduce the risk of veinous thrombosis, but we can only be sure after an experiment. “You have to be quite certain before you can claim that drinking coffee is as healthy as eating an apple.” Is coffee good or bad for you, and how bad or good is it? Seventeenth-century scientists could not agree on the matter: while Leiden physician Sylvius recommended it for its “blood-purifying” qualities, his German contemporary Simon Pauli thought it induced effeminacy and impotence. However, neither of them ever did any experiments to actually substantiate their opinions. By contrast, King Gustav III of Sweden did an experiment because he was convinced that coffee was toxic, ordering a condemned murderer to drink coffee every day. He even did a control test: another murderer had to drink tea daily. The tea drinker died first, aged 83. By then, Gustav had been killed in an attack that had nothing to do with the coffee prohibition effective at the time in Sweden. A random sample of one might perhaps need more work
BY BART BRAUN
by modern standards, but at the very least, the experiment suggests that you could live to a grand old age if you drink coffee. We can still see the proof of this today: a lot of coffee is consumed in old folks’ homes. The question is, however, whether you live to old age because you drink coffee or in spite of it. The media only confuse the issue: coffee is effective against Alzheimer’s but bad for your heart. It dehydrates you – or no, it doesn’t. It contains carcinogenic substances but might reduce the risks of breast cancer. It’s been centuries since Sylvius and science still doesn’t know the answer, it would seem. So when Leiden researchers publish work that suggests that coffee considerably reduces the risks of thrombosis, we’re not quite sure what it means. “A veinous thrombosis” is the medical term for a blood clot in the veins, which, depending on the exact location of the clot, could be fatal. Leiden epidemiologists – scientists who study the incidence and transmission of diseases in large groups of people but not necessarily epidemics of contagious diseases – specialised in thrombosis, have, among other things, conducted a survey among five thousand thrombosis sufferers and control group of more than five thousand. This survey took in all
sorts of risk factors that might cause blood clots, from hereditary factors to obesity and flying habits. For the coffee study, published this month in the specialist Journal of Thrombosis and Haemostasis, Haemostasis they examined more than 1,800 sufferers and an equally large control group. It emerged that the control group – the people who had not suffered from a thrombosis contained relatively more coffee drinkers. Nevertheless, there are a number of potential pitfalls that must be dealt with before we can draw any conclusions. The first is obvious: coffee drinkers and non-coffee drinkers differ. Maybe the coffee drinkers eat, smoke, sleep and exercise more or less than the coffee evaders, and maybe those factors mean they are less likely to develop thrombosis, rather than coffee drinking, or perhaps there is another confounding variable coming into play. This can be solved: ask as much as possible about those confounding variables and then correct for them using statistics, though it is not a perfect solution. For one thing, you don’t know what you need to allow for. PhD student Rachel Roach, the paper’s first author, comments: “Of course, you can’t allow for everything. But you can allow for many of those unknown factors to be reADVERTENTIE
moved from the results because they are related to the things you are allowing for.” For instance, if you don’t allow for the possibility of eating habits influencing thrombosis, you can offset that partly against factors related to weight and physical exercise. Roach adds: “Moreover, the chances are small that this variable could explain the whole effect.” Once the statistic fog had cleared, the Leiden researchers discovered that drinking coffee appears to reduce the risks of thrombosis by thirty per cent. “That’s a lot,” remarks supervisor Willem Lijfering. “Increased risks are easy to find and they are often much greater risks, but a protective effect of thirty per cent is quite something.” It might be a lot, but at the moment, it is primarily a statistical relation - an important caveat, now that there are more and more studies of this type, not only into thrombosis, but into heart conditions, cancer and other diseases too. If you ask thousands of people to fill in all sorts of things and then ask a computer to find the connections, pure coincidence will produce something. In practice, this technique is called data dredging and is considered misapplication of statistics. You have to tackle it the other way round: do not wait for a relation to emerge from your data but start with an idea and then see if the data supports your theory. The Leiden researchers have an idea: is a blood clot caused by the presence
of all sorts of coagulation factors in the blood, or not? Factor V Leiden – it was discovered in Leiden - is the most famous of those substances, but the epidemiologists think that the Von Willebrand factor and factor VIII are influential factors as the coffee drinkers in their study have lower concentrations of these substances in their blood than the non-coffee drinkers. The researchers suspect that something in coffee reduces the levels of the coagulation factors and consequently protects the drinkers from thrombosis. But we are not there yet. To make sure this conclusion is reliable, you need an experiment proving that coffee does indeed have this effect, and preferably one that is more thorough than King Gustav III’s. Roach continues: “It is not feasible to ask people to drink, or leave, coffee for years and then see who develops a thrombosis. The incidence of thrombosis is too small for that.” If you were to follow a thousand people for twelve months, according to statistics, one of them would develop a thrombosis. So for reliable figures, you would need to follow ten thousand people or more for years, meanwhile hoping that they stick to their coffee habits. “But we could do a mini experiment,” adds the PhD student. “If non-coffee drinkers started to drink coffee, the levels of coagulant factors should drop within a number of weeks and if coffee drinkers stopped drinking the beverage, their levels should rise. Lijfering explains: “According to our calculations, we could get a result from as few as forty test subjects, but we would have to make sure that they do as we ask.”
22 november 2012 · Mare Cultuur
Agenda
Een mooi verkwist leven
FILM
Leidse band wil de Grote Prijs van Nederland winnen Het debuutalbum van Villeneuf was al af voor de band bestond. En bij de presentatie van het tweede album, Great Waste Of Time, deze donderdag in Paradiso, hoef je geen cd te verwachten. ‘Ja, lekker vaag hè?’ DOOR MARLEEN VAN WESEL Op 8 december treedt de Leidse band Villeneuf op in de Melkweg, tijdens de finale van de Grote Prijs. ‘We zijn daar een van de meer volwassen acts. Maar ik weet eigenlijk niet of dat in ons voordeel of in ons nadeel is. We hebben in elk geval meer podiumervaring,’ vertelt zanger Michiel van Poelgeest.
Hoe kon er een debuutplaat zijn voor er een band was? ‘Op dezelfde manier als ons nieuwe album Great Waste Of Time is ontstaan. Op mijn zolderkamer zet ik zelf de muziek in elkaar en pas als een album echt klaar is, komen we met bij elkaar om te repeteren. ‘Een leuk gevolg van deze werkwijze is dat de muziek in de oefenruimte en op het podium nog veel gaver klinkt. ‘Artiesten die live hetzelfde klinken als op hun album, kun je net zo goed thuis beluisteren. Onze nummers klinken, zeker na een jaar optreden, heel anders. Vetter, rauwer en met meer gitaar.’ Volgende keer weer? ‘Misschien gaan we dan wel voor de klassieke manier. Maar drie weken met z’n allen de studio in duiken is lastig, gezien onze drukke schema’s.’
Great Waste Of Time gaat volgens jullie website over ‘het leven en alles wat daarbij hoort’… ‘Ja, lekker vaag hè? Het schrijven van dit album heb ik over vier jaar uitgesmeerd. Sommige liedjes zijn daardoor al wat ouder. Het zijn momentopnames uit een periode waarin enorm veel gebeurde: ik ben getrouwd, kocht een huis en er zijn twee kinderen geboren. Tussendoor was er geen mooiere verkwisting van mijn tijd dan het maken van muziek. Wat me pas achteraf opviel, is dat sommige nummers een vrij hoog tempo hebben, waardoor het album net zo haastig klinkt als mijn leven.’
dden): ‘Artiesten die live hetzelfde Zanger Michiel van Poelgeest (mi zo goed thuis beluisteren.’ net je klinken als op hun album, kun
Wat presenteren jullie eigenlijk bij de albumpresentatie donderdagavond in Paradiso? ‘Geen cd of lp in ieder geval, maar een gezeefdrukt kunstwerk in de vorm van een platenhoes, met daarin een downloadcode voor het album. ‘Mensen hechtten namelijk nog altijd waarde aan een tastbaar product, maar volgens ons hoeft dat niet per se meer een geluidsdrager te zijn. Waarom niet iets groots en gaafs om aan de muur te hangen?
‘Het komt ook voort uit ons beperkte budget. Als we hiermee een beetje doorbreken, kunnen we altijd nog tweehonderd stuks vinyl persen. Fans hebben de hoes dan alvast.’ En zaterdag komen jullie met een stapel lege platenhoezen naar Leiden? ‘Ja, maar op een heel andere manier. Veel mensen in Leiden kennen de leden van Villeneuf wel via andere muziekprojecten, zoals Junior Eats Alone, dat overigens nog altijd be-
staat. Maar het in store-optreden in Velvet wordt ons eerste akoestische optreden ooit. Eigenlijk moeten we er nog wel voor oefenen, maar ik weet nog even niet wanneer. Eerst trekken we alles uit de kast om donderdag te knallen. Zaterdag hebben we maar een half uurtje en dan willen we onze liedjes in de puurste vorm zo mooi mogelijk spelen.’ Villeneuf Velvet Leiden za 24 november, 17u, entree gratis
Maretjes De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Gepensioneerd wetenschappelijk medewerkster zoekt hulp bij het reorganiseren van haar bibliotheek. Tijden en vergoeding in overleg. cv1987@xs4all.nl Studente gezocht voor schoonmaakwerkzaamheden bij gezin in Wassenaar, 5 uur per week, 12 euro per uur, sollicitatie per e-mail: pudding@vodafonevast.nl Doe iets met je kennis. Help een leerling op streek in 1 uur per week. In Leiden-Noord hebben 23 basisschoolleerlingen bijles nodig, waarvan drie met vergoeding van €5,- per les. In Leiden-Zuid 15 basisschoolleerlingen, waarvan vijf met vergoeding van €5,-. Hulp is nodig bij rekenen, begrijpend lezen, woordenschat en spelling. Vier brugklassers uit Leiden-Noord zoeken hulp bij Nederlands, Engels, wiskunde, maatschappijleer en huiswerkbegeleiding. Eén brugklasser zoekt hulp bij Latijn en Nederlands. Ook hulp gezocht voor: Marokkaans meisje, Engels, 4vwo. Bijles in Onderwijswinkel, buurthuis Vogelvlucht, of bij leerling. Ook zoeken wij vrijwilligers voor bijles/huiswerkhulp op twee
basisscholen en op het woonwagencentrum Trekvaartplein, Leiden en in het Pluspunt in Voorschoten. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, woe en do, 15-17u. Tel: 071-5214256. Ons e-mailadres is hdekoomen@ owwleiden.nl.
Maretjes extra Maretjes-extra zijn bedoeld voor semi-commerciële instanties. De prijs voor een Maretje-extra is €23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail: Zandvoort@bureauvanvliet.com VACATURES Leiden (+ regio en Bollenstreek) Thuiszorg, Hulp bij het huishouden. Studenten (v/m) gezocht. Ook vakantiewerk! Jij bepaalt waar en wanneer (6 – 24 uur p.w) Solliciteren ? Brief met CV www.thuiszorginholland.nl Scholten - Degelijk juridisch onderwijs en tentamentraining in kleine groepen (max 6 studenten) door een ervaren en professionele docent. Cursus/tentamentraining ‘verbintenissenrecht’ vanaf 15 oktober 2012. Voor meer informatie: 0715126714 of gijs.scholten@planet.nl
Academische Agenda Prof.dr. J.A.A. Adriaanse zal op vrijdag 23 november een oratie houden bij de benoeming tot hoogleraar bij de faculteit Rechtsgeleerdheid met als leeropdracht Turnaround Management. Prof.dr. T. Snyder zal op maandag 26 november een oratie houden bij de benoeming tot Cleveringa-hoogleraar 2012-2013 in de faculteit der Geesteswetenschappen. Mw. H. Wei zal op dinsdag 27 november om 10.00 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Systems-based metabolomics of type 2 diabetes mellitus subtypes’. Promotor is prof.dr. J. van der Greef. Mw. F.M.J. den Houdijker zal op dinsdag 27 november om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘Afweging van grondrechten in een veellagig rechtssysteem’. Promotor is prof.mr. J.H. Gerards. Mw. N. Bouras zal op dinsdag 27 november om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Het land van herkomst: Perspectieven op verbondenheid met Marokko, 1960-2010’. Promotor is prof.dr. M.L.J.C. Schrover. Mw. J.E. Witteveel zal op dinsdag 27 november om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Primary Hyperparathyroidism, Challenges and pitfalls in management’. Promotoren zijn prof.dr. J.W.A. Smit en prof.dr. J.A. Romijn. Mw. T.A. van Berkel zal op dinsdag 27
november om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The Economics of Friendship’. Promotoren zijn prof.dr. I. Sluiter en prof.dr. J.H. Blok (RU Utrecht). Mw. S.H. Kuo zal op woensdag 28 november om 10.00 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Nostalgic Impulse: Marc Chagall’s Trilogy of Illustrated Books’. Promotoren zijn prof. dr. E.J. van Alphen en prof.dr. P.J. Smith. Hr. D.V. Wesselman zal op woensdag 28 november om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Reflections of/on the City: Literature, Space and Postmodernity’. Promotor is prof.dr. E.J. van Alphen. Mw. M.C. de Vries zal op woensdag 28 november om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘The moral landscape of pediatric oncology’. Promotoren zijn prof.dr. D.P Engberts, prof. dr. E. van Leeuwen (UMC St Radbound) en prof.dr. J.M. Wit. Mw. S.M. van Rooden zal op woensdag 28 november om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Clinical Patterns in Parkinson’s disease’. Promotor is prof.dr. J.J. van Hilten. Mw. S.E. Pronk-Tiethoff zal op woensdag 28 november om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The Germanic loanwords in Proto-Slavic: origin and accentuation’. Promotoren zijn prof.
dr. A.M. Lubotsky en prof.dr. F.H.H. Kortlandt. Hr. K. Mulinski zal op donderdag 29 november om 10.00 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Designing Structural Supply Chain Flexibility’. Promotor is prof.dr. J. de Smit. Mw. M.J. Avila Sanchez zal op donderdag 29 november om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Archeologie. De titel van het proefschrift is ‘El efecto del capital económico, social y humano en el proceso de tránsito que realizan los migrantes guatemaltecos en busca del sueño americano’. Promotoren zijn prof.dr. M.E.R.G.N. Jansen en prof.dr. G. Rivera-Salgado (RU Utrecht). Mw. A. Samuels zal op donderdag 29 november om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘After the Tsunami: The Remaking of Everyday Life in Banda Aceh, Indonasia’. Promotor is prof.dr. P.E. Spyer. Mw. M.A. Swiatek zal op donderdag 29 november om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Global control of development and antibiotic production by nutrientresponsive signalling pathways in Streptomyces’. Promotor is prof.dr. G.P. van Wezel. Mw. A. Eleveld zal op donderdag 29 november om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘A critical perspective on the reform of Dutch social security law’. Promoter is prof.dr. G.J.J. Heerma van Voss.
11
TRIANON Skyfall dagelijks 18.15 + 21.30 za. zo. + wo 14.00 Amour za. zo. + wo 14.30 Het meisje en de dood dagelijks 18.45 Lawless dagelijks 21.30 De Marathon dagelijks 18.45 + 21.30 za. zo. 14.30 KIJKHUIS Amour dagelijks 18.45 + 21.30 Jagten Dagelijks 19.15 + 22.00 LIDO Alles is Familie dagelijks 18.30 + 21.30 za. zo 14.30 + wo. 14.00 The Twilight Saga: Breaking Dawn – Part 2 dagelijks 18.45 + 21.30 Ted dagelijks 19.00 Sinister dagelijks 21.30 Taken 2 dagelijks 19.00 + 21.30 Alleen maar nette mensen dagelijks 18.45 Argo dagelijks 21.30
MUZIEK LVC Breed Vr 23 november 23.00 €10 Donderdub Do 29 november 22.00 €6 LEIDSE SCHOUWBURG Wëreldbänd Di 27 november 20.15 €9,30 - €25,50 Don Kozakkenkoor Wo 28 november 20.15 €24,50 - €31,70 Amsterdam Sinfonietta Do 29 november 14.45 €8,50 QBUS X20 deel 2 Za 24 november 20.30 €8 DE TWEE SPIEGHELS Jeroen Vrolijk Vr 23 november 21.00 gratis Yoonmi Choi Quartet Za 24 november 16.00 gratis
T H E AT E R LEIDSCHE SCHOUWBURG Dolf Jansen: Oudejaars 2012 Do 22 november 20.15 €9,30 - €25,90 Theatergroep Carver: Café Lehmitz Do 29 november 20.15 €10,00 - €25,50 INS BLAU De Nieuw Amsterdam Za 24 november 20.30 €19,In Kaart/fa. Rieks Swarte: Blind Date Wo 28 november 20.30 €14,50 IMPERIUM THEATER Moeders Mooiste 22+28 november 20.30 €7,-
DIVERSEN UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK Siegenbeeklezing Do 22 november 20.00 gratis STADSGEHOORZAAL Leidse Poetry Slam Di 27 november 20.00 gratis MUSEUM VOLKENKUNDE 21 december 2012: Het einde van de wereld? 27 oktober t/m 12 mei 2013 MUSEUM BOERHAAVE How’s your aura today? Voor onbepaalde tijd UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK Siegenbeeklezing Do 22 november 20.00 gratis STADHUIS E.O. Veenfabriek 27, 28 + 30 november
12 Mare · 22 november 2012 Het clubje
MaaiKey
Leren waarderen
Foto Taco van der Eb
‘Meestal blijf je wel hangen’ De Aerialista’s, v.l.n.r. Laurana, Roosje, Stephanie en Melissa Laurana Brouwer (23, geneeskunde): ‘Wij doen aan aerial acrobatics. In een doek hoog boven de grond maak je figuren en probeer je om zo een mooi beeld neer te zetten.’ Roosje Basri (22, geneeskunde): ‘We begonnen vorig jaar in november met lessen bij het universitair sportcentrum. In het begin is het al moeilijk om in het doek omhoog te klimmen, dus de meesten gaven het al snel op.’ Melissa Hendriks (23, pedagogiek): ‘Wij kwamen elke week. En we hadden ook al een voorsprong: Laurana heeft tien jaar bij een kindercircus gezeten en de rest kende elkaar van pole fitness.’ Stephanie Resopawiro (22, psychologie): ‘Pole fitness is nog gemener voor je lichaam. Een paal doet meer pijn. De doeken zorgen eerder voor geschaafde, brandende plekken op je voeten.’
Bandirah
Melissa: ‘En voor blauwe plekken. Je hangt in de doeken door iets af te knellen: meestal een arm of een been. Die zitten dus altijd onder de bloeduitstortingen. Maar we zijn nog nooit echt hard gevallen. Je blijft meestal wel ergens aan hangen.’ Stephanie: ‘De drops geven wel een flinke klap. De eerste keer schrok ik daar zo van dat mijn kaak vast bleef zitten van de spanning.’ Laurana: ‘En Roosje is een keer met haar lange haar vast blijven zitten in het doek. Twee van ons hebben haar toen opgetild terwijl iemand anders een hoge stoel is gaan halen en haar haar heeft losgemaakt.’ Roosje: ‘Sindsdien zetten we onze haren goed vast.’ Laurana: ‘Op een gegeven moment werd ik gevraagd om op te treden tijdens
een benefietvoorstelling. Ik heb de beste meiden gevraagd om mee te doen. Zo zijn we bij elkaar gekomen.’ Melissa: ‘Toen we met de voorbereidingen voor de show begonnen, ging het sportcentrum dicht vanwege de verbouwing. Er was geen plek om te trainen. Gelukkig konden we terecht bij Circaso in Den Haag.’ Roosje: ‘We trainden drie keer per week en gingen van spierpijn naar spierpijn. Maar de show was wel een succes.’ Stephanie: ‘Nu trainen we een keer per week. Het is wel lastig omdat we nu geen leraar meer hebben. Beneden staan de meiden filmpjes van YouTube te kijken, boven in de doeken proberen de anderen het uit.’ Roosje: ‘Aerial acrobatics is leuk omdat het uniek is. Mensen hebben er vaak nog nooit van gehoord.’
Melissa: ‘In eerste instantie wordt er wel eens om gegniffeld. Op verjaardagen verwijzen ze je door naar de gordijnen. Maar als ik een filmpje laat zien van wat we doen, dan is iedereen altijd onder de indruk.’ Stephanie: ‘Vooral mannen beseffen niet hoe zwaar het is, totdat je ze een keer in het doek laat hangen. Op de momenten dat je niet kunt klemmen hangt je hele gewicht aan je bovenarmen. We hebben dan ook flinke spierballen gekregen.’ Melissa: ‘Dat is niet altijd leuk met truitjes kopen.’ Laurana: ‘De truc is om het er sierlijk uit te laten zien, terwijl het eigenlijk ontzettend zwaar is. Het geeft gewoon een enorme kick.’ Door Petra Meijer
Een enorm gejuich stijgt op. De menigte slaat driftig de handen op elkaar. Om mij heen rijzen mensen op uit hun stoelen om hun toewijding meer kracht bij te zetten. Overal is geschuifel en gerommel, maar dat geluid valt in het niets bij het oorverdovende fluitconcert. Van puur geluk weten sommigen niet meer waar ze hun handen moeten houden, dus gooien ze hen maar boven zich, nog steeds klappend, terwijl ze hun lippen op elkaar duwen en met hun hoofd knikken. Chapeau! Hier en daar pinkt iemand een traantje weg. Zelf blijf ik bedaard zitten. Geringschattend zie ik het hele gebeuren aan. Was dat nou allemaal nodig? Het geklap houdt echter aan en ten slotte geef ik toe en klap mee, extra enthousiast om mijn achterstand in te lopen. Tegelijkertijd denk ik: waarom? Waarom, in hemelsnaam? Het verbaast me iedere keer weer, maar het is een bekend fenomeen. Het is vijf minuten voor heel in de collegezaal. De spanning bouwt zich op tot dat kritieke punt, waarbij de oppervlaktespanning wordt doorbroken en één druppel de gehele emmer doet leegstromen. Maakt de docent de fout om de woorden ‘einde’ of ‘afronden’ in de mond te nemen, dan is het hek helemaal van de dam. De schapen denderen achter en over elkaar heen de collegezaal uit, maar nog niet voor het college is afgesloten met een uitbundig, dankbaar en verlossend applaus. Maar waarom die ovatie? Omdat iemand zijn werk doet? Als we voor mensen gaan klappen die hun werk doen, laten we dan consequent zijn; kom je bij de bakker, geef hem een applaus voor het brood dat hij je overhandigt. Rijd je langs wegwerkzaamheden, stop en laat je waardering blijken. Word je gearresteerd wegens wildplassen, sla de handen op elkaar voor die goede smeris. Of lijkt klappen in die gevallen ineens misplaatst? Misschien is er dan een andere reden voor al die ophef? Misschien wil iedereen aangeven hoe verschrikkelijk hij van het college genoten heeft? Of wil men gewoon zijn dankbaarheid tonen voor al die vreselijk nuttige informatie en de tijd die de docent neemt om die informatie over te brengen? Daar is toch niets mis mee? Nee, zeker niet. Integendeel. Maar in dat geval vraag ik mij wel af wat alle Facebookschermen, knutselwerken en puzzelbladen in de collegezaal doen. Als het college zo gewaardeerd werd, zou je toch verwachten dat het een kleine moeite is om de concentratie erbij te houden? Het college hoeft niet alleen aan het einde de aandacht te krijgen, maar verdient die – meestal – ook terwijl het bezig is. Daar ligt de oplossing van het probleem: in het einde. Het is een enigszins teleurstellende vaststelling, maar een college dat ten einde loopt, wordt het meest gewaardeerd. Dat ligt echter niet aan de docent; het ligt aan ons. We zijn luie studenten, die liever helemaal niet naar de colleges zouden gaan. Toch houden we koppig vol. Dat is een prestatie. Daar mag je trots op zijn. Het eindapplaus, dat is niet voor de docent, dat is voor jezelf. Key Tengeler