Mare 23 (37)

Page 1

20 maart 2014 37ste Jaargang • nr. 23

‘Ze willen geen homo’s zien’ Pagina 11

Op kunst uit Noord-Korea lijkt keihard werken opeens een feest

Hoe zorg je dat medicijnen op de goede plek in de hersenen belanden?

Willem Drees bespreekt de biografie van zijn gelijknamige opa

Pagina 3

Pagina 7

Pagina 9

Nier gezocht op Facebook ‘Ik word steeds wanhopiger’ In afwachting van een donor staat het leven van de Leidse student Thomas Haighton al twee jaar op pauze. Nu neemt hij het heft in eigen handen en zoekt via Facebook naar een nieuwe nier. ‘Blijven leven gaat boven juist handelen.’ ‘Ik speelde al een tijdje met de gedachte om zelf in actie te komen’, zegt Thomas Haighton (30) in zijn appartement in Den Haag. ‘Vorige week zag ik nierpatiënt Erardo Kea bij Pauw & Witteman. Via een oproep op Facebook kreeg hij in korte tijd 62 nieren aangeboden. Dat heeft me over de streep getrokken. Niet geschoten is altijd mis.’ Haighton richtte zijn eigen Facebook-community op: ‘Opzoek naar een nier donor’. ‘Ik begin steeds wanhopiger te worden’, schreef hij in zijn eerste status update. ‘Ik ben bang dat het straks te laat is.’ De groep werd in een paar dagen tijd ruim honderd keer ‘geliked’, maar een nier heeft hij nog niet gevonden. ‘Kea was vader van twee jonge kinderen. Mensen kunnen zich makkelijk met hem identificeren. Mijn leeftijdsgenoten geven misschien minder snel een nier. Je weet nooit of je zelf ooit nog ziek wordt, of dat je later een kind krijgt dat een nier nodig heeft.’ Toch neemt het aantal altruïstische nierdonaties – belangeloos door een levend persoon aan een onbekende ontvanger – toe. ‘Per jaar gaat het om zo’n 25 tot 30 donaties’, zegt stafadviseur niertransplantie Willij Zuidema van het Erasmus Medisch Centrum. ‘Er gelden dezelfde risico’s als voor elke operatie. Het is relatief veilig, anders zouden we geen levende donoren gebruiken. Donoren worden net zo oud en met dezelfde kwaliteit van leven als met twee nieren. Ook met één nier kun je gewoon feesten of een marathon lopen.’

DOOR PETRA MEIJER

Haighton is zijn hele leven al nierpatiënt. ‘Ik heb al twee transplantaties ondergaan. Op mijn dertiende kreeg ik een nier van een anonieme overleden donor. Die ging zeven mooie jaren mee. Op mijn 21ste kreeg ik een nier van mijn vader. Ook die ging zeven jaar mee. Mijn vader is erg ziek en zit in een verzorgingstehuis, hij heeft Huntington. Hij staat op het punt om euthanasie te plegen, maar wil wachten tot het beter met mij gaat. Ik kan hem jammer genoeg niet veel bezoeken, omdat ik drie keer per week moet dialyseren. Dat kost niet alleen veel tijd, je bent daarna ook helemaal gaar.’ Aan de muren van zijn appartement hangen elektrische gitaren, zijn bureau staat vol mengpanelen en de kasten zijn gevuld met oude lp’s. ‘Ik heb sonologie (elektronische muziek) gestudeerd aan het conservatorium. Vroeger ging ik graag naar concerten en trad ik regelmatig op. Ook ging ik er vaak op uit om buiten field recordings te verzamelen.’ Die dingen kunnen nu niet meer, omdat hij te weinig energie heeft. ‘Ik ga wel eens naar concerten van klassieke muziek of jazz. Daar kun je rustig zitten. Ik ging vroeger ook graag op reis, maar ben nu gebonden aan de dialyses en een streng dieet met een vochtbeperking.’ Haighton is bezig met het afronden van zijn master media technology aan de Universiteit Leiden, maar ook dat gaat vanwege zijn ziekte niet zo snel als hij eigenlijk zou willen. Hij staat alweer twee jaar op de wachtlijst, met zo’n zevenhonderd andere patiënten. De gemiddelde wachttijd bedraagt vier jaar. ‘Omdat ik twee keer eerder een nier heb ontvangen, bevat mijn lichaam veel antistoffen. Dankzij nieuwe technologieën kunnen ze nu door een bloedgroep heen transplanteren, óf antistoffen verwijderen, maar niet allebei.’ Het zou daarom het beste zijn

Thomas Haighton: ‘Ethische bezwaren zijn niet meer belangrijk.’ om een donor te vinden met dezelfde bloedgroep: B+. ‘Dan is de kans op succes het grootst, omdat ze mijn antistoffen dan kunnen weghalen. Een andere bloedgroep mag ook, maar dan is de kans klein dat de antistoffen verenigbaar zijn.’ Toen zijn moeder geen goede match bleek, besloot Haighton zijn vijf beste vrienden te vragen. ‘Dat was niet makkelijk. Ik was best bang voor hun reactie, maar ze begrepen het gelukkig. Twee hebben zich bij het ziekenhuis gemeld. Een van hen bleek ongeschikt, de ander moest afhaken omdat het te veel spanning met zijn familie opleverde.’ Daarom richt ook hij zich nu tot Facebook. Al snel kreeg hij een nier aangeboden, voor 10.000 euro. ‘Niet eens zoveel geld, maar je moet het

Foto Taco van der Eb

wel hebben. Bovendien is het hartstikke illegaal, geen arts zal er aan meewerken. Dit mag alleen in Iran. Misschien zou ik het over een jaar wel overwegen. Ethische bezwaren zijn dan niet meer belangrijk. Blijven leven gaat boven juist handelen.’ Hij trekt zich dan ook niets aan van de kritiek op Kea’s online zoektocht. ‘Een schandaal en te gek voor woorden!’ reageerde iemand op diens Facebookpagina. ‘Ronduit egocentrisch! Jij hoort net als iedereen gewoon op de wachtlijst te staan!’ Bij Pauw & Witteman werd er gesproken over een ‘mooie mensen-show’ en ook de Nierstichting toonde zich bezorgd. Kea wierp tegen dat het aantal donoren toeneemt als patiënten ‘een gezicht krijgen’. Ook Haighton is het zat om hulpe-

loos af te wachten. ‘Mensen overlijden gewoon. Ik zie het bij de dialyse: opeens is er weer iemand van de zaal verdwenen. Terwijl je op de wachtlijst staat, gaat je lichamelijke conditie steeds verder achteruit. Straks kan je lichaam een transplantatie simpelweg niet meer aan.’ Hoewel hij hoopt dat iemand hem wil helpen, lijkt het hem ook lastig. ‘Hoe ga je daarmee om? Hoe kun je zo iemand ooit bedanken? Moet je elke week contact houden? En: ben jij de nier van de ander waard?’ Hij hoopt dat Nederland overgaat naar een systeem waarbij iemand na overlijden standaard donor is, tenzij hij of zij daar bezwaar tegen maakt. ‘Maar mensen moeten niet afwachten en zich nú aanmelden als donor. Dat kan gewoon online met je DigiD.’

Advertentie

‘Geldigheidsduur inkorten onwettig’

Extra kosten voor studies verboden

A LA CARTE DAGELIJKS VANAF 17.00 UUR

Minister Bussemaker handelt bij het verkorten van de geldigheid van tentamens niet volgens de wet, zegt een juridisch expert.

Studiepunten mogen niet gekoppeld worden aan verplichte activiteiten die de student extra geld kosten. Leidse studies kunnen zo in de problemen komen.

AFSTUDEER ARRANGEMENT

Pagina 4

Pagina 5

Lunch woens/zond vanaf 12.30 uur menu’s vanaf € 19,50 *** Bubbel en amuse, menu en wijn, all-in € 39,50 p.p. ***

KABINETARRANGEMENT 7 T/M 30 MAART

Bandirah Pagina 12

3-gangen (surprise) menu € 27,50 p.p. (alleen op reservering)

mare-prentenkabinet 140313.indd 1

Kloksteeg 25, LEIDEN (t.o Pieterskerk) 071-5126666 of www.prentenkabinet.nl

13-03-14 16:28


2  Mare · 20 maart 2014 Geen commentaar

Parttime pain in the ass Geef het nou gewoon toe. Eigenlijk willen we er gewoon van af. Dat geëikel met een Leven Lang Leren; de Europese droom van de zich immer verheffende burger die hongert naar kennis. Hardwerkende ouders die willen stoeien met wetteksten, laatbloeiers die hunkeren naar verlichting in de collegebanken en drop-outs die voor hun tweede kans gaan. Heel mooi allemaal, die zucht naar kennis. En natuurlijk is dat bijspijkeren best belangrijk om de concurrentie met de rest van de wereld aan te gaan. Het blijft een blok aan het been van de universiteit. Decanen die met kunst en vliegwerk hun opleidingen voor de immer aanzwellende groep voltijdsstudenten in de lucht houden, schrikken er ’s nachts wakker van. Zijn er toch nog meer docenten en collegezalen nodig. Dus geef maar toe: deeltijders zijn een parttime pain in the ass. Het liefst sluiten we de toko voor ze. Na gezanik op het werk, gejengel van de kinderen en een flinke financiële aderlating nog even fris naar college gaan, vergt een ijzeren wil. Het verder aandraaien van de monetaire bankschroef was het laatste duwtje. De carrièretijger en de idealist waren eindelijk murw gebeukt. Het aantal deeltijders liep razendsnel terug. Ook Den Haag houdt niet echt van parttimers. Want in die top vijf van kenniseconomieën in de wereld staan, is best belangrijk. Maar hoog scoren mag natuurlijk niet teveel kosten. Dus kwam er zoals altijd een commissie met een reddingsplan. Haar oordeel verscheen vorige week (zie pag 5). De commissie stelt voor de financiering van het deeltijdonderwijs maar om te gooien. Vraagfinanciering is de oplossing. Geef universiteiten geen geld meer voor deeltijders maar laat studenten onderwijstegoedbonnen verkrijgen. Dan kunnen zij vakken aanschaffen en delen van opleidingen volgen. Ook handig: de bonnen zijn te verzilveren bij publieke en private opleidingen in het hele land. Leuk, zo’n optocht van Groningen tot Maastricht. Klinkt goed allemaal, het klinkt ook nogal bekend in de oren. Had die immer lachende man in het Torentje al niet eens zo’n flitsend idee in 2006? Inderdaad, in een vorig politiek leven was Mark Rutte staatssecretaris van Onderwijs. Toen bedacht hij ‘leerrechten’. U raadt het al: bonnetjes om mee te studeren. Het idee werd afgefakkeld. Het zou zorgen voor een wildgroei aan opleidingen die elkaar zouden wegconcurreren. Het veroorzaakte een keuzemoeras waar de student in wegzakt en een administratief wangedrocht voor opleidingen die nu al verzuipen in de papierhandel. Rutte ging ermee onderuit, maar het kostte hem niet de politieke kop. En dat onzinnige idee van hem weigert ook maar te sterven. Het zou het kabinet sieren als ze het bonnetjesgehannes afwijzen en gewoon toegeven dat zij deeltijdstudies niet meer wil financieren. Dan maakt Rutte zijn uitglijder van 2006 alsnog goed. Door Vincent Bongers

Colofon

Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl

De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000 Hoofdredactie

Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl

Column

Redactie

Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Esha Metiary (stagiair) e.j.metiary@gmail.com Medewerkers

Emma Anbeek van der Meijden • Talitha Dehaene • Tim Meijer • Petra Meijer • Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving Marcel van den Berg Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Redactieraad

Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • Prof. dr. F. Israel (vicevoorzitter) • drs. B. Funnekotter • R. Donkersloot • G. Drijer • K. Innemee • D. Jacobs • mr. F.E. Jensma • S.K. Kerkhof • C. van Leeuwen • dr. S.J. van der Linde • prof. dr. N.J. Schrijver • dr. J.P. Vollaard • C. van der Woude Jaarabonnementen

Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare.leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen

Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690

Volg je hart niet! Het woord passie heb ik gelukkig nog nooit uitgesproken. Als je plat Leids spreekt, kun je misschien nog zeggen dat je je passie in je tassie heb gepleurd. Maar ik spreek geen plat Leids. Het lijkt me dan ook een behoorlijke onsmakelijke oefening van tong en lippen. Zo’n p aan het begin, dat gaat nog wel, en as kun je daarna ook nog wel zeggen, maar om daar dan een ie achter, bah, je moet er niet aan denken. Je hoofd gaat ernaar staan, dat weet ik zeker. Wel ik heb me in het verleden bezondigd aan kleinere zonden. Ik heb toekomstige studenten wijsgemaakt dat ze moeten gaan studeren wat ze leuk vinden. “Wat vind je het mooiste wat er is? Wat vind je prettig om te doen? Kies dat!” Dat is natuurlijk betreurenswaardige onzin waar je een zeventienjarige niet mee mag opschepen. Dat het nonsens is dat je moet studeren waar je hart ligt, kun je alleen al afleiden doordat Steve Jobs het heeft gezegd, en na hem allerlei ondernemers met een passiehoofd. “Je hebt maar één leven! Zorg dat het tot de rand gevuld is met wat jou bezighoudt! Leer letters ontwerpen en olijven oogsten en sudokuen! En kom daarna bij ons werken!” De voordelen voor de werkgevers van die houding zijn evident. Wanneer je je hartstocht dan eenmaal tot je werk hebt gemaakt, dan kom je ook niet meer zeuren over een overuurtje meer of minder. Dat je een grijpstuiver voor de liefde van je leven krijgt, is al mooi genoeg. Nee, je kunt beter iets gaan studeren wat nuttig is. Bedenk: wat heeft de wereld nodig? Wat is er nog niet genoeg? En ga dat doen, liefst met enige tegenzin, maar wel dag en nacht.

Ik bedoel dan natuurlijk geen onzinnig nut zoals geboden wordt door opleidingen die alleen maar leiden naar het management; die alleen nuttig zijn voor je portemonnee en eventueel die van je baas. Aan bijna alles is gebrek op deze wereld, maar niet aan managers en goed gevulde portemoneeën. Voor mij bijvoorbeeld is de taalkunde is al decennia het nuttigste wat ik kan verzinnen om te doen – precies uitzoeken hoe menselijke taal in het algemeen in elkaar zit, en mijn moedertaal in het bijzonder. Het is cruciaal dat wij mensen dat nu eindelijk eens te weten komen, bijvoorbeeld omdat we een groot deel van onze wereld alleen maar begrijpen door het venster van de taal. Zolang we die taal zelf dus niet begrijpen, begrijpen we niets. Het is hoog tijd dat de taal haar sleutels prijsgeeft. Ik had natuurlijk mijn hart kunnen volgen, en inmiddels een mooie consultantsbaan kunnen hebben, met veel geld en aanzien en ieder jaar een nieuwe iPhone van de zaak, maar dan was mijn leven wel vergooid geweest. Dan zat ik nu bijvoorbeeld dag en nacht over de ‘economische crisis’ na te denken. Andere mensen hebben zich andere doelen gesteld in het leven. Helemaal begrijpen doe ik dat niet, maar zolang zij zich, liefst zonder passie, inzetten om de wereld te verbeteren, lijkt het mij een goede zaak. Aankomende studenten! Volg je hart niet! Ieder werk dat je serieus neemt, zal uiteindelijk gepaard gaan met tandenknarsen en wenen. Kies daarom een baan die deze moeite waard is. Marc van Oostendorp is hoogleraar fonologische microvariatie


20 maart 2014 · Mare 3 Mensen

071 -527 …

Het juiste en enige pad Hoe kunst de Noord-Koreaanse utopie verbeeldt

Pesten Pedagoog Mitch van Geel haalde de wereldpers met zijn onderzoek naar het verband tussen pesten en zelfmoordneigingen.

Kunst uit Noord-Korea wordt onterecht afgedaan als simpele propaganda, zegt promovenda Min-Kyung Yoon. ‘Het gaat ook om hoe het had kunnen zijn.’ Door Petra Meijer ‘Als het over Noord-Korea gaat, dan gaat het meestal over politiek of over de schending van mensenrechten. Er is gelukkig steeds meer aandacht voor onderzoek naar Noord-Korea van binnenuit, maar ook hierbij wordt kunst vaak over het hoofd gezien of afgedaan als simpele propaganda.’ Volgens de Zuid-Koreaanse MinKyung Yoon is dat onterecht. Deze week promoveerde zij op haar onderzoek naar Noord-Korea’s esthetisering van de politiek aan de hand van een analyse van historische afbeeldingen in de Noord-Koreaanse kunst. ‘Zo krijgen we inzicht in hoe Noord-Korea naar zichzelf kijkt, in plaats van hoe wij naar NoordKorea kijken. Specifiek voor NoordKoreaanse kunst is dat het de staat en de regerende familie Kim moet legitimeren.’ Volgens Yoon speelt geschiedenis daarbij een belangrijke rol. Al van jongs af aan leren NoordKoreanen dat de socialistische revolutie het juiste en enige pad is. In kunst wordt deze geschiedenis gedramatiseerd, zodat het publiek niet alleen de historische gebeurtenis herkent, maar zich er ook emotioneel verbonden mee voelt. ‘Het gaat daarbij niet zozeer om het weergeven van de feitelijke waarheid. Er wordt een nieuwe werkelijkheid geschapen die mooier en waarachtiger is: een utopie. Daarbij gaat het om wat goed voelt, om hoe het had kunnen zijn’, zegt Yoon. Sommige schilderijen tonen bijvoorbeeld een overvloed aan voedsel en blije boeren met een overweldigende oogst.

Pubers die gepest worden, hebben vaker zelfmoordneigingen. No shit, Sherlock! ‘Een van mijn docenten zei ooit: “Wij bewijzen wat alle mensen al wisten, en dat is prima.” Je kunt ook denken dat iets zeker is, en dan toch iets onverwachts tegenkomen. Het is goed om het te onderzoeken, en ook om het te kwantificeren.’

De ontberingen van staalwerkers onder de Japanse bezetting Schilderij Kim Sˇongmin Hoewel kunstenaars in NoordKorea binnen de strikte grenzen van het socialistische systeem moeten werken, kunnen ze volgens Yoon wel degelijk hun talent tonen en hun creativiteit uiten. ‘Ideologische emotie wordt aangeleerd, maar het is aan de kunstenaar om door middel van kleurgebruik, licht en het plaatsen en portretteren van de karakters de juiste esthetische emoties op te wekken en zo de mensen te raken. Daarbij is het helemaal niet erg om bepaalde elementen te overdrijven, te verzinnen of juist weg te laten.’ Yoon bespreekt in haar proefschrift een reeks schilderijen, waarbij ze laat zien hoe de revolutie

en het Noord-Koreaanse leiderschap worden gelegitimeerd. ‘Op schilderijen die de Japanse bezetting tonen, is arbeid bijvoorbeeld altijd vreselijk zwaar en verschrikkelijk. Maar diezelfde arbeid is tijdens de wederopbouw na de Koreaanse oorlog onder het leiderschap van Kim Il Sung juist een feestelijke aangelegenheid. Ondanks het zware werk zien we vrolijke en opgewonden gezichten. De moedige arbeiders glimmen van trots. Sommigen steken hun armen in de lucht van blijdschap of ze omhelzen elkaar.’ Draaien schilderijen uit de jaren ’60 vooral om anti-Japanse guerrilla-activiteiten en traditionele

revolutionaire thema’s, vanaf de jaren ’70 komt de vergoddelijking en de personencultus van Kim Il Sung echt op gang. ‘Hij wordt vaak afgebeeld in het centrum van schilderijen, terwijl anderen zich vol bewondering om hem heen verzamelen.’ Het doel van de kunstwerken is dus niet om de werkelijkheid weer te geven, maar de pijn van het dagelijks leven te verzachten. Zelfs in landschapsschilderijen worden wolken weggelaten om nog meer trots op het magnifieke vaderland op te roepen. ‘Ook al zijn de voorstellingen misschien niet helemaal waar, het geeft de mensen een goed gevoel.’

Frutti di Mare

‘Wel een beetje weinig verhaal, hè?’ ‘Het is niet heel plotgericht’, waarschuwt Anne van den Dool (20, film- en literatuurwetenschap) wanneer ze vertelt over haar debuutroman Achterland, deze maand verschenen bij uitgeverij Querido. ‘Het gaat over een meisje met een nogal perfectionistische en neurotische moeder. Ze is gewoon heel precies, ik heb haar niet bewust een stoornis toegeschreven. De twee gaan uit elkaar en komen elkaar drie maanden later weer tegen in de supermarkt.’ Op de vraag of het autobiografisch is, reageert ze stellig: ‘Altijd, dat is ieder boek. Het hoeft niet per se om gebeurtenissen te gaan, emoties kunnen ook. Iedere auteur die een gevoel omschrijft, moet dat ooit ervaren hebben. In een andere situatie misschien, maar toch.’ Ze schreef al verhalen toen ze elf was. ‘Maar ik dacht: ja, nú vinden ze het nog knap. Bij jongetjes die heel mooi zingen, gaat dat ook voorbij als ze de baard in de keel krijgen.’ Toen ze negentien was won ze echter een verhalenwedstrijd van de Volkskrant. Haar verhaal, dat ze oorspronkelijk geschreven had voor de colleges van gastschrijver P.F. Thomese in 2011, werd uit zeshonderd inzendingen gekozen. ‘Echt bizar: de Volkskrant nog wel, dus mijn verhaal werd meteen door heel geleerde mensen gelezen.’ Behalve een publicatie, won ze ook een tweedaagse schrijfcursus. Twee maanden later voltooide ze de eerste versie van Achterland. ‘Ik snap ook nog steeds niet hoe dat zo snel gebeurde. Het was een soort waas. Niet dat ik onder invloed was, maar ik voelde een enorme urgentie. Pas op drieDoor Marleen van Wesel

Anne van den Dool. Foto Elise Drenthe

kwart wist ik hoe het moest eindigen. De meeste lezers weten het trouwens pas later.’ Het schaven duurde uiteindelijk wel langer dan twee maanden. ‘Sommige uitgevers zeiden: “Het is een beetje weinig verhaal, hè?” Eentje vond het zo juist wel mooi, met haar ben ik verder gegaan. Toch heb ik in elke zin nog wel een woord veranderd.’ Toen het boek gedrukt was, durfde ze het aanvankelijk niet door te bladeren, uit angst om onvolkomenheden te ontdekken. ‘Uiteindelijk heb ik het wel opengeslagen en vond ik niets. Een vriend wel trouwens, die zag twee spelfouten. En soms borrelt er nog wel eens een idee in me op en denk ik: kut, het is al gedrukt!’ Achterland betekent voor Van den Dool iets anders dan in het woordenboek staat. ‘Het officiële lemma is vrij emotieloos, maar ik vat het op als het tegenovergestelde van voorland. Het is een eenzaam woord, het heeft iets treurigs.’ Waar ze dat vandaan heeft weet ze niet. ‘Ik heb het nooit ergens zien staan, tot nu in mijn eigen boek dan.’ Volgens de eerste lezers is Achterland een heel lang gedicht. ‘Voor dit boek was die stijl functioneel, maar voor de opvolger kies ik voor iets anders.’ Misschien wordt die toch wat meer plotgericht. Bij het lezen van andere boeken let ze momenteel ook extra op de constructie van het verhaal. ‘Bij het schrijven van dit boek zocht ik nog naar kleinere dingen. In IM beschrijft Connie Palmen bijvoorbeeld dat onze haren tijdens het leven het meest dode aan ons zijn, en als we dood zijn het meest levende. Dat vond ik zó mooi. Ik had het zelf willen verzinnen.’

Hoeveel vaker hebben ze zelfmoordneigingen, dan? ‘De maat die we in ons artikel geven is niet makkelijk intuïtief te begrijpen. De odds ratio tussen pesten en suïcidale gedachten is 2,23, en die tussen pesten en zelfmoordpogingen is 2,55. Dit betekent echter niet dat de kans op een zelfmoordpoging 2,55 keer zo groot is. Er is in elk geval een duidelijk en significant verband tussen pesten en zelfmoordgedachten en -pogingen; dat is misschien begrijpelijker dan een odds ratio waar we moeilijk een intuïtieve vertaling van kunnen maken.’ Hoe scheidt je oorzaak en gevolg bij zoiets? Als een kind psychiatrische problemen heeft en daarmee wordt gepest, en het pleegt zelfmoord, komt dat dan door het pesten of door de problemen? ‘Dat weten we niet, en daar zegt ons artikel in JAMA Pediatrics ook niets over. Als je daar echt vat op wil krijgen, zou je een experiment moeten doen waarbij je een groep jongeren pest, en dan kijkt of ze suïcidaler worden dan de controlegroep. Dat is natuurlijk volstrekt onethisch. Als pestslachtoffers in interviews zeggen: “Ik werd gepest, en daardoor ontwikkelde ik zelfmoordgedachten”, dan kun je dat interpreteren als steun voor het idee dat pesten suïcidaliteit veroorzaakt, maar zeker weten doe je het nooit.’ De publicatie gaat ook in op de gevolgen van cyberpesten. ‘Misschien wel de meest verrassende vondst is dat het effect daarvan groter lijkt dan dat van “normaal” pesten. We moesten wel voorzichtig zijn. We namen drie artikelen mee die naar de gevolgen van cyberbullying keken. De meta-analyse over zelfmoordpogingen is gebaseerd op negen studies, en de meta-analyse over suicidale gedachten is gebaseerd op 34 studies. Hoe kan het nou erger zijn? ‘Onze most educated guess is dat het komt omdat de slachtoffers gedenigreerd worden voor een wijder publiek, en omdat ze de denigrerende ervaringen kunnen herbeleven. Bijvoorbeeld als een filmpje op YouTube staat.’ Maar niemand dwingt je toch om daar naar te kijken, of om op Facebook te zitten? ‘Absoluut niet. Hier zit nog een gebrek in onze kennis. Dit is waar het nu op lijkt, maar het behoeft kritische navorsing.’ En als de pubers achttien worden en naar de universiteit gaan? Houdt het pesten dan op? ‘Nee. Ook na je achttiende kun je gepest worden. Onze onderzoeksgroep richt zich specifiek op jongeren, maar er zijn ook studies over pesten onder studenten en op de werkvloer. Het houdt niet spontaan op.’ BB


4  Mare · 20 maart 2014 Nieuws

Alcoholbeleid In verband met de nieuwe alcoholwet, ingegaan op 1 januari, heeft de universiteit haar alcoholprotocol aangepast. Op dit moment heeft de universiteit voor meer dan tien locaties horecavergunningen, recepties op locaties van derden niet meegerekend. Het gaat niet over drastische veranderingen, het wordt alleen zaak om bij borrels identificatie op zak te hebben, vertelt universiteitsvoorlichter Caroline van Overbeeke. ‘Al het personeel is op de nieuwe regels attent gemaakt. Een schenker moet iedere student om ID vragen.’ De universiteit stapt nog niet over op een systeem met bandjes. Van Overbeeke: ‘Een systeem met bandjes wordt door ons niet opgelegd, maar als studieen studentenverenigingen dit willen gebruiken, moedigen we dit initiatief aan.’

Promovendi­woningen De eerste damwand van het woonproject Anatomie is maandag geslagen door vice- collegevoorzitter Willem te Beest en wethouder Pieter van Woensel. Naast het oude Anatomiegebouw van geneeskunde zal er een veertig meter hoge woontoren verrijzen. Beide gebouwen zullen vanaf de zomer van 2015 in totaal 166 woningen bieden voor promovendi, zowel alleenstaand, als met een partner, als met een gezin. Momenteel wonen er nog honderd promovendi even verderop in een complex aan de Boerhaavelaan. Aangezien dat gesloopt wordt, zullen zij verhuizen naar de nieuwbouw. Er wonen ook vijftig gezinnen van medewerkers of voormalige medewerkers van de universiteit en het Leids Universitair Medisch Centrum. Voor hen wordt nog een oplossing gezocht. Het is de bedoeling dat ook aan de Boerhaavelaan na de sloop uiteindelijk weer nieuwe woningen voor promovendi komen.

Instrumentenmakers De Leidse Instrumentenmakersschool mag uitbreiden en heeft de financiering voor nieuwbouw aan de Einsteinweg rond. Vorige maand kende het ministerie van Onderwijs nog drie miljoen toe. Samen met subsidies van de gemeente, Stichting UTOPA en de universiteit maakt dit dat de opleiding de benodigde acht miljoen heeft. Na de uitbreiding kunnen er niet 200, maar 400 studenten aan de gespecialiseerde opleiding deelnemen. De opleiding leert studenten hoe wetenschappelijke instrumenten te maken en wordt steeds populairder. Het huidige pand zou de groeiende studie niet meer kunnen huisvesten. Op dit moment geldt er een wachtlijst voor aanmeldingen.

Supercomputerprijs Hoogleraar Simon Portegies Zwart en promovendi Tjarda Boekholt en Guilherme Gonçalves van Sterrewacht Leiden hebben de Wim Nieuwpoortprijs van SURFSara en NWO gewonnen. De prijs bedraagt rond de vijfduizend euro en wordt uitgereikt aan wetenschappers die parallelle supercomputers zo efficiënt mogelijk weten in te zetten. De supercomputer Cartesius is gebruikt om Newtons bewegingsvergelijkingen te vertalen naar computercode, waarmee het zonnestelsel kan worden gesimuleerd. De berekening is door Cartesius in een dag gedaan, terwijl een gewone computer er 35 jaar over gedaan zou hebben.

Gekaapte brieven Brievenalsbuit.inl.nl, een project van de Universiteit Leiden en het Instituut voor Nederlandse Lexicologie, heeft vorige week in Gent de Language Industry Award (LIA) gewonnen in de categorie ‘beste website in de taalsector 2013’. Op site staat een verzameling brieven van Nederlandse zeelieden en thuisblijvers uit de zeventiende en achttiende eeuw. De brieven werden destijds ingenomen door kapers en door het Engelse High Court of Admiralty. De brieven geven een inkijkje in het alledaagse taalgebruik. De uitreiking van de LIA’s werd dit jaar voor het eerst georganiseerd door De Taalsector, een vereniging van Vlaamse en Nederlandse taalfanaten.

‘Minister ondergraaft rechtspositie student’ Geldigheid tentamens verkorten mag niet, aldus juridisch expert Minister van Onderwijs Bussemaker gaat fors in de fout in haar brief aan de Tweede Kamer over de geldigheidstermijnen van tentamens. Door Vincent Bongers Dat vindt hoger onderwijsjurist Peter Kwikkers, een specialist van Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Volgens die wet mag de geldigheid van tentamens alleen in uitzonderlijke gevallen beperkt worden, stelt hij. En het is zeker geen instrument om rendementen mee te verhogen.

Wanneer mag de geldigheid van een tentamen beperkt worden? ‘Uit de wet, systematische wetsinterpretatie en parlementaire behandeling blijkt dat onbeperkte geldigheidsduur de regel is. Dit is ook vóór de WHW altijd regel en gewoonte geweest. Er is één uitzondering: alleen als achterhaalde kennis een gevaar vormt, kan er sprake zijn van een beperking van geldigheid bijvoorbeeld als blijkt dat bepaalde medische handelingen niet werken en gevaarlijk zijn. ‘Het beperken van geldigheidsduur is alleen op die basis überhaupt te motiveren. Het argument dat een student na vijf of tien jaar veel van de stof is vergeten, geldt niet. Doe na drie maanden hetzelfde tentamen nog maar eens. Alle getuigschriften blijven geldig zolang iemand leeft. Ook staat in de wet dat de examencommissie, opleidingscommissie en medezeggenschapsraad hun zegje doen over de geldigheid. De motivering in dat proces moet ook de beslissing en de termijn kunnen dragen. Er kan dan bijvoorbeeld uitkomen dat alleen een deel van het tentamen over moet.’ De minister schrijft dat cijfers best mogen vervallen, zolang studenten maar kunnen herkansen. Wat vindt u daarvan? ‘Geldigheidsbeperking vanwege rendement of aansporing valt mijlenver buiten de ruimte die de wet biedt. Er is geen enkele aanwijzing voor iets anders dan die snel en sterk verouderde kennis. Ik ben erg benieuwd waar de minister dat heeft gevonden. ‘Dit is zeer ernstig. Bussemaker mag er niet zomaar een rechtsgrond

bijplakken. Als de Kamer niet zou reageren, kan elke student in Nederland zo worden gedupeerd of naar de rechter worden gedwongen. Het lijkt misschien een detail, maar dit ondergraaft een van de allerbelangrijkste onderdelen van de rechtspositie van de student. We moeten er toch op kunnen vertrouwen dat mi-

Godsdienstwetenschappen gaat verder als onderdeel van het Leiden Institute for Area Studies (LIAS), onder de naam Leiden University Center for the Studie of Religion (LUCSoR). Zeven van de zestien voltijdfuncties kwamen daardoor te vervallen. ‘We hebben niet iedereen kunnen herplaatsen’, vertelt geesteswetenschappendecaan Wim van den Doel. ‘Een persoon kon vanwege het vertrek van iemand anders alsnog binnen het LUCSoR terecht, een ander kwam terecht bij wijsbegeerte, iemand die al deels voor het ICLON werkte kon daar volledig aan de slag en nog een ander heeft een gecombineerde functie bij geschiedenis en het LUCAS gevonden. Met de rest zijn we nog bezig. Zij mogen zaken afronden, maar in de zomer zouden zij geen werkzaamheden meer moeten hebben.’ Tot dan spreekt hij nog drie keer af met de studenten, om onduidelijk-

Wat vindt u van de regeling van de Leidse rechtenfaculteit waar cijfers na vier jaar studeren in de bachelor vervallen? ‘De regeling is in strijd met de wet,

de ratio ervan, het academisch gewoonterecht en met het gezond verstand. Het is ook volkomen onnodig, zelfs onbehoorlijk en de Universiteit Leiden onwaardig. Dat een rechtenfaculteit lak heeft aan de wet en academische goede gewoonten, is misschien nog wel een graad erger dan wat de minister schrijft.’

Cijfers geesteswetenschappen blijven tien jaar geldig Tentamencijfers bij de faculteit geesteswetenschappen blijven tien jaar geldig. Het faculteitsbestuur had voorgesteld om de geldigheidsduur te verlagen. Voor het deel van de bachelor ná de propedeuse zou het bijvoorbeeld vastgesteld worden op vier jaar voor voltijdstudenten. Wel zou de geldigheidsduur onder bepaalde voorwaarden op verzoek van de student met telkens één jaar verlengd worden. In de universiteitsraad van januari werd tijdens de bespreking van het model onderwijs- en examenregelingen (OERen) van 2014-2015 duidelijk dat aan deze universiteit een minimale geldigheid van vier jaar geldt per gehaald cijfer. De faculteit rechten wenste toen nog een strengere regeling, waarbij de cijfers vervallen van studenten die langer dan vier jaar over hun bachelor doen. Daarbij zouden dus ook recenter behaalde cijfers sneuvelen. Een aantal faculteitsraadsleden van geestesweten-

‘We gaan het netjes organiseren’ De herplaatsingstermijn voor de boventallige personeelsleden van het instituut Godsdienstwetenschappen is verstreken.

nisters niet zulke fouten maken? Ik vraag mij echt af waarom zij schrijft wat zij schrijft.’

heden en onvrede te bespreken. Ook de promovendi ziet hij binnenkort. Vorige week klaagden studenten in Mare dat ze pas na de herplaatsingstermijn contact mochten opnemen met LIAS-docenten die hun scripties begeleiden. Van den Doel: ‘Per individueel geval proberen we de beste oplossing te vinden.’ Hij noemt Utrechtse studenten Portugees als voorbeeld, die na het sluiten van hun opleiding voor sommige vakken in Leiden terechtkunnen. Extra onkosten, bijvoorbeeld voor de trein, worden vergoed. ‘Studenten godgeleerdheid zouden misschien voor een vak naar de VU kunnen. We gaan het netjes organiseren.’ Het is onvermijdelijk dat het vakkenaanbod komend jaar krimpt. ‘Voor een jaarlijkse instroom van twintig studenten waren er zeven afstudeerspecialisaties met elk drie afzonderlijke vakken in het tweede jaar. Het is meer in evenwicht gebracht.’ Nu duidelijk is hoe het LUCSoR verder moet, kunnen de personeelsleden nadenken over onderzoeksinitiatieven en het collegeprogramma. ‘Men kan weer vooruit kijken.’ MVW

schappen was juist minder enthousiast over het verlagen van de geldigheidstermijn. ‘De expertise van een taalvak vernieuwt binnen vier jaar niet zoveel als bijvoorbeeld bij rechten of geneeskunde het geval is’, denkt Sander van Diepen van BeP. ‘Maar juist taalkennis moet je wel goed bijhouden’, reageert vice-decaan Murre-van den Berg. Sommige raadsleden zijn eerder voor een harde lijn van tien jaar, dan voor een standaard van vier jaar, waarbij telkens een jaar compensatie aangevraagd kan worden. In die laatste situatie kan een student namelijk alsnog tien jaar bezig zijn. ‘En gaat het hier sowieso niet om studenten die wel redenen hebben om te mogen verlengen?’ vraagt Vicky van Loe van BeP zich af. Het aanbieden van verlengingsmogelijkheden behoort echter tot de universitaire lijn, dus daar kan niet van afgeweken worden. Een meerderheid wil uiteindelijk een geldigheid van tien jaar handhaven. MVW

GroenLinks wil huurtoeslag Het is oneerlijk dat kamers in studentenhuizen per wet geen recht geven op huurtoeslag en zelfstandige kamers wel. Dat vindt GroenLinks. Zo zwengelt de partij opnieuw het huurtoeslagendebat aan. Jesse Klaver, Tweede Kamerlid voor GroenLinks, noemt de regeling pervers. Studenten komen voor torenhoge prijzen in piepkleine kamers te wonen en de prijsverhouding wordt vaak scheefgetrokken door zelfstandige ruimtes die met huurtoeslag veel minder kosten dan de kamers. Welke regels gelden er voor huurtoeslag? Volgens de Belastingdienst mag je niet jonger dan 18, maar niet ouder dan 23 zijn en moet je rekenhuur, dus met servicekosten, tussen de

€226,98 en €389,05 liggen. Verdien je meer dan €21.600 of heb je ergens een spaarrekening met dat bedrag, dan kom je ook niet in aanmerking voor deze overheidssteun. Verdere vereisten zijn dat de kamer een eigen woon/slaapkamer, keuken en toilet heeft. Heel veel studentenkamers vallen hier dus niet onder. Toch hebben veel studenten hier in Leiden, zeker in de binnenstad, recht op huurtoeslag. Hoe zit dit? Jan Benschop, directeur van DUWO, zegt dat deze kamers ooit zijn aangewezen door de overheid. ‘Er zijn nog een paar oude kamers die dit hebben. Zie het als een lijst die is bevroren in tijd.’ Dus heeft jouw huisgenoot huurtoeslag en jouw kamer is bijna identiek, dan betekent dat helaas niet dat jij recht hebt op de subsidie. EM


20 maart 2014 · Mare 5 Nieuws

Verplichte extra kosten studie verboden Studenten mogen onterechte uitgaven claimen Studiepunten mogen van minister Bussemaker van Onderwijs niet gekoppeld worden aan verplichte activiteiten die de student extra geld kosten. Leidse studies komen hierdoor mogelijk in de problemen. Door Vincent Bongers en Esha Metiary

Minister Bussemaker van onderwijs bevestigde maandag in een antwoord op Kamervragen dat studenten naast het collegegeld geen extra financiële bijdrage mag worden gevraagd om hun studiepunten te halen. Verplichte kosten voor theaterbezoek, studiereizen en veldwerk zijn niet toegestaan. Een studie moet een kosteloos alternatief aanbieden voor een activiteit waar punten aan zijn gekoppeld. Studenten die vinden dat ze onterecht betaald hebben, kunnen een verzoek tot teruggave indienen bij hun universiteit en desnoods naar de rechter stappen. Bussemaker bepaalde vorige week naar aanleiding van Kamervragen van de PvdA al dat volgens de Wet op het Hoger Onderwijs universiteiten geen kosten aan tentameninschrijvingen mag verbinden.

De discussie over de extra kosten kwam aan het rollen door een artikel in treinkrant Sp!ts, waarin een studente zich beklaagde over het feit dat zij ruim tweehonderd euro boete moest betalen om nog deel te mogen nemen aan drie tentamens aan de Leidse rechtenfaculteit. In de beantwoording van Kamervragen van de SP is de minister nog scherper: ‘Na inschrijving bij een studie hebben studenten recht op voorzieningen en mogen instellingen aan studenten in principe geen extra financiële bijdrage vragen om studiepunten te behalen. Als kosten in rekening worden gebracht voor activiteiten die wel deel uitmaken van een opleiding, moet studenten die die kosten niet willen of kunnen betalen een alternatief worden geboden.’ Het strikt toepassen van de wet heeft mogelijk grote gevolgen voor Leidse opleidingen. Veel studies hebben verplichte activiteiten waar studenten flink voor betalen. ‘In je tweede jaar is het verplicht om een binnenlands leeronderzoek van drie weken te doen,’ zegt tweedejaars antropologiestudent Pargol Nader (25). ‘Hierbij kom je terecht in een

gastgezin, die je 12,50 euro per dag betaalt voor kost en inwoning. Daarnaast voer je ook nog een onderzoek uit, waarbij de kosten voor enquêtes en dat soort dingen ook heel hoog op kunnen lopen. Ik was zo rond de 150 euro kwijt voor het printen van de enquetes, voicerecorders, openbaar vervoer. Al met al denk ik zo rond de 400/500 euro betaald te hebben. Er was geen subsidie vanuit de universiteit.’ Ook Asa Bryant (25), die de master boek & digitale media volgde en inmiddels is afgestudeerd, werd op kosten gejaagd. ‘Een excursie naar de Frankfurter Buchmesse is verplicht en onderdeel van een vak dat studiepunten waard is. Ik was inclusief het eten rond de 200 euro kwijt.’ Adriaan van der Weel, docent van deze master, geeft het vak Bridging Theory and Practice waarbij de excursie verplicht is. ‘Krankzinnig, we doen dit voor de studenten en niet voor onszelf. Waar bemoeit ze zich mee? We zullen er uiteindelijk met de faculteit over moeten gaan praten, maar zo’n excursie is waarom studenten deze studie kiezen. Nederland wordt mank aan regeldwang. Het is een heilloze weg, want

hoe verder je alles dichttimmert, des te meer prikkel je mensen om er onderuit te komen.’ Mocht de student niet kunnen gaan dan wordt daar pragmatisch mee om gegaan. ‘Als het een kwestie van financiën zijn, dan is er altijd een potje om dit soort gevallen te helpen. Tevens subsidieert de faculteit een deel van de onkosten maar de student betaalt geschat zo tussen de 125 en 165 euro. De werkelijke kosten liggen veel hoger.’

Kun je echt niet mee? Dan mag je een vervangende schrijfopdracht doen, waarbij je onderzoek moet doen maar het is geen standaard alternatief. Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) heeft een Zwartboek samengesteld waarin 124 meldingen van door studenten extra gemaakte kosten staan. De minister schrijft dat zij de ‘Inspectie van het Onderwijs zal verzoeken hiernaar te kijken.’

Rechten heeft inschrijfkosten geschrapt ‘We hebben vorige week, toen de antwoorden van de minister op de PvdA-Kamervragen bekend werden, de inschrijfkosten afgeschaft’, zegt Pauline Schuyt van het rechtenbestuur. ‘We vinden het heel erg jammer en vervelend. Het heeft grote consequenties. We gaan terug naar het oude systeem. Dat houdt in dat als een student niet ingeschreven staat het tentamen niet kan maken. Dus dan krijgen we ook weer de vervelende situatie dat een student klaar zit in de tentamenzaal, zich goed voorbereid heeft, en dan toch het tentamen niet mag maken omdat de inschrijving is vergeten. Die student moet dan door de docent de deur gewezen worden. Dat is vervelend voor de student én docent.’ Het inschrijfgeld werd nu juist ingevoerd om deze problematiek te voorkomen. Vooral de student is hier nu de dupe van. We vonden dat het systeem met het inschrijfgeld goed werken. We vinden het verbazingwekkend dat de minister zich hier zo mee bemoeit, maar hebben ook altijd gezegd dat we de regeling afschaffen als het ministerie dat wil.’ VB

#OokikbenNL Vijf allochtone studenten van verschillende Nederlandse onderwijsinstellingen startten deze week de Facebookpagina Ook ik ben Nederlands, op Twitter te vinden onder #OokikbenNL. Naar voorbeeld van #ITooAmHarvard en #ITooAmOxford tonen ze op foto’s met whiteboards de beledigingen en vooroordelen die ze regelmatig moeten aanhoren. Bijvoorbeeld: ‘Hoe lang ben je hier al?’; ‘Wat spreek je goed Nederlands’ of ‘Mag ik aan je haar zitten?’ Op de pagina staan vooralsnog geen Leidse bijdragen, aldus de initiatiefnemers. Foto’s itooamharvard.tumblr.com

Tegoedbonnen om deeltijders te lokken

Half miljard minder naar onderzoek

Het wegkwijnende universitaire deeltijdonderwijs moet opgekrikt worden met vraagfinanciering. Studenten verkrijgen in dit systeem tegoedbonnen waarmee zij opleidingen of vakken kunnen aanschaffen.

De komende jaren schroeft de overheid stapsgewijs haar uitgaven aan innovatie met meer dan een half miljard terug.

Dat adviseert een commissie onder leiding van Alexander Rinnooy Kan, de oud-voorzitter van de Sociaal Economische Raad, in het rapport Flexibel onderwijs voor volwassenen, dat vorige week verscheen. De commissie is ingesteld door het ministerie van oOderwijs om maatregelen te bedenken om de belangstelling voor het deeltijdonderwijs weer aan te wakkeren. Sinds het begin van deze eeuw is de instroom van eerstejaars deeltijdstudenten meer dan gehalveerd; van ruim 19.000 studenten in 2001 naar nog geen 8000 in 2012, aldus het rap-

port. ‘De Nederlandse prestaties op het gebied van een leven lang leren blijven al lange tijd achter bij de ambities, terwijl de urgentie ervan alleen maar groter wordt’, schrijft Rinnooy Kan. ‘Nederland blijft op dit terrein ver achter bij zijn eigen ambities als kenniseconomie.’ De commissie wil onderwijs dat beter aansluit bij de vraag van de deeltijdstudent. Zij moeten veel makkelijker her en der vakken kunnen halen en die stapelen tot ze een diploma bij elkaar verzameld hebben. Om dat te bereiken moet er een voucher of bonnensysteem in de plaats komen van de financiering van universiteiten. Studenten kunnen bij publieke en private aanbieders onderwijs inkopen. Rinnooy Kan: ‘Vraagfinanciering stimuleert instellingen vraaggerichter te gaan werken en tot een meer aansprekende, flexibele inrichting van het

deeltijdonderwijs te komen.’ Studentenvakbond LSVb heeft zelf ook een rapport opgesteld over de toekomst van de deeltijdonderwijs. In de vouchers ziet de vakbond niets. ‘Wil je als student een deeltijdopleiding volgen, dan moet je bij de overheid aankloppen voor bonnen om je eigen onderwijs in te kopen, schrijft de LSVb. ‘Op deze manier kan de overheid bepalen welke opleidingen zij wel en niet wil financieren. Opleidingen die niet aansluiten bij de wensen van de overheid worden straks onbetaalbaar. Dit zal het deeltijdonderwijs definitief de das om doen.’ De LSVb wil graag een nieuwe inschrijfvorm: de ‘flexstudent.’ Hierbij bepaalt een student zelf voor hoeveel studiepunten hij zich inschrijft en komt de zeggenschap over het studietempo weer bij de student te liggen. VB

Dat schrijft het Rathenau Instituut, een onafhankelijke denktank gefinancierd door het ministerie van onderwijs en wetenschap die de overheid adviseert over kennis en techniek. De organisatie heeft in een rapport de begrotingen van de ministeries doorgelicht en gespeurd naar uitgaven aan innovatie en research&development (R&D). De cijfers hebben betrekking op de jaren 2012-2018. In 2012 gaf de overheid nog meer dan 5,7 miljard uit aan innovatie en R&D. Dat bedrag nam in 2013 zelfs nog met 200 miljoen toe. Maar vanaf dit jaar is het gedaan met de stijging en wordt er in ieder geval tot 2018 elk jaar minder

uitgegeven. In 2018 komt het bedrag uit op minder dan 5,3 miljard. Van 2012-2018 daalt de financiering in totaal met 550 miljoen. Het ministerie van Onderwijs is de grootste speler als het gaat om uitgaven aan R&D. De financiering vanuit dit ministerie, die elk jaar meer dan drie miljard bedraagt, blijft redelijk op peil. In 2018 spendeert het departement zeventig miljoen minder dan in 2012. De grootste terugval is te meten bij economische zaken. In 2018 gaat er 300 miljoen minder naar R&D in vergelijking met 2012. Er zijn de nodige kanttekeningen te maken bij het onderzoek. Een nieuw kabinet kan besluiten om het roer wat betreft investeringen rigoureus om te gooien. Ook zijn de aanvullende begrotingsafspraken gemaakt in oktober 2013 niet verwerkt in het rapport. VB


6  Mare · 20 maart 2014 Opinie

Te veel onderzoek? Welnee! Science in Transition heeft verkeerd beeld van geesteswetenschappen

menleving eigenlijk nodig? Het staat buiten kijf dat de kwaliteit van het geesteswetenschappelijk onderzoek de laatste decennia flink is gestegen, maar zit de samenleving op al dat onderzoek te wachten?’ Hoewel deze vragen op zichzelf legitiem zijn, gaat Science in Transition voorbij aan de veelzijdige en wezenlijke bijdrage van de geesteswetenschappen aan de hedendaagse samenleving:

‘Het “lab” van de geesteswetenschappers is soms een echt lab, dan weer een archief, een bibliotheek of museum.’

Dat Science in Transition zich afvraagt hoeveel humanioraonder­ zoek een beschaafde samenleving nodig heeft, bewijst dat de kritische wetenschapsbeweging haar doel voorbij is geschoten, schrijft decaan Wim van den Doel.

1. Het is belangrijk dat de samenleving beschikt over academici. Nederland moet immers over voldoende hoogopgeleide mensen beschikken die zelfstandig, creatief en kritische kunnen functioneren en de samenleving in staat stellen zich aan veranderende omstandigheden – bijvoorbeeld ten gevolge van de ‘globalisering’ – aan te passen. Over hoeveel academisch geschoolde academici je daarvoor nodig hebt, kan nader worden gedebatteerd, maar het is van cruciaal belang dat er zich onder deze academici voldoende geesteswetenschappers bevinden. Alleen dan kan de zorgvuldig opgebouwde en mondiaal erkende expertise over de geschiedenis, talen en culturen van samenlevingen in alle delen van de wereld op peil blijven en worden ingezet voor het doorgronden van het proces van globalisering, maar ook voor het opleiden van mensen voor allerlei sectoren van de huidige globaliserende wereld. Daarnaast leveren deze academici een cruciale bijdrage aan de broodnodige kritische reflectie op de steeds veranderende samenleving, die onder meer nodig is om werkelijk te kunnen komen tot innovative, inclusive and reflective societies – om een door de Europese Unie geformuleerde uitdaging te citeren.

de huidige wetenschapsbeoefening. Daarbij worden onder meer terechte vraagtekens gezet bij het sturen op een zo groot mogelijke productie van artikelen en de te krappe eerste geldstroom. Science in Transition is echter zijn doel voorbij geschoten in de poging alle wetenschapsgebieden mee te nemen in zijn kritische beschouwingen. Bij Science in Transition heeft dit onder meer geleid tot een verkeerd beeld van de situatie bij de geesteswetenschappen en enkele merkwaardige aanbevelingen. Volgens Science in Transition kampen de geesteswetenschappen met drie problemen: ‘de overwaardering van onderzoek, het doorsnijden van de band tussen middelbaar onder-

wijs en universiteit en de achterblijvende financiering van het ideaal “Hoger onderwijs voor velen”.’ Hier worden allerlei sentimenten, terechte constateringen en de nostalgie naar de oude elite-universiteit met elkaar vermengd tot een merkwaardige brij van opvattingen waarin een centrale stelling is dat geesteswetenschappelijke faculteiten ‘te veel’ onderzoek doen en vervolgens ook nog eens geen ‘eersterangs Philosophische Köpfe’, maar ‘tweederangs Brotgelehrte’ afleveren. Science in Transition vraagt zich af waarom ‘er nooit wordt gedebatteerd over de vraag wat het nut is van zoveel humanioraonderzoek? Anders gesteld: hoeveel van dat type onderzoek heeft een beschaafde sa-

2. Om dit te bereiken is het noodzakelijk dat de geesteswetenschappen volwaardig functioneren binnen de research intensive universities. Wat de kenmerken van deze universiteiten zijn, is onlangs nog eens vastgelegd in de zogeheten Hefei Statement, dat nadrukkelijk stelt dat ‘research universities are defined by their serious and pervasive

In deze rubriek kunnen lezers in maximaal 300 woorden reageren op artikelen in Mare. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. Over weigering wordt niet gecorres­ pondeerd. Mail naar redactie@mare.leidenuniv.nl

deel. Het lijkt mij zaak om de inwoners van de betreffende panden passende bescherming aan te bieden en ‘Monster cock’ (en eventueel zijn eigenaar) in een strafrechtelijk proces te kooien. Wat echter een nog veel groter pro­ bleem is naar mijn idee, is de reactie van wijkagent Kleinhout. Als antwoord op de kritiek die een studente uitte op de instelling van de politie in deze zaak kwam hij met de volgende reactie: ‘De dames komen vaak rond half twee al dan niet aangeschoten thuis in hele kor­ te rokjes. En na het douchen kleden ze zich vaak om in verlichte kamers, met de gordijnen open. Ik zeg niet dat het niet kan, maar denk er over na. Of, misschien heel ouderwets, laat je een keer thuis brengen.’ Deze vier zinnen schokten mij diep. In de eerste plaats omdat ik hier zwart op wit en in volledige overtuiging uitge­ sproken een van de grootste obstakels op de weg naar vrouwenemancipatie zag. In de tweede plaats omdat ze af­ komstig zijn van een handhaver van de wet, die in artikel 1 stelt dat ‘allen die zich in Nederland bevinden in gelijke geval­

len gelijk worden behandeld’. De cultu­ rele achtergrond die in de uitspraak van wijkagent Kleinhout doorschijnt is die van het verantwoordelijk houden van De Vrouw voor alle soorten incidenten die zich op het hellende vlak van seksuele intimidatie, aanranding en verkrachting bevinden. ‘Ze had niet zoveel moeten drinken.’ ‘Zag je niet hoe kort haar rokje was?’ ‘Ze lacht er toch om?’ ‘Ze zei geen nee.’ Door deze ideeën wordt De Vrouw verantwoordelijk gemaakt voor hetgeen haar overkomt, in plaats van dat De Man die betrokken is aangesproken wordt op zijn verantwoordelijkheid. Daarnaast zijn deze ideeën niet eerlijk jegens De Man. Hij wordt op deze manier afgeschilderd als een wezen dat slechts oncontroleer­ baar zijn driften achternagaat en daar niet verantwoordelijk voor hoeft gehou­ den te worden. Boys will be boys, toch? Zo lang hier niks aan verandert, zal er niks te winnen zijn op het gebied van emancipatie. Feminisme is zo veel meer dan empowerment van vrouwen, of het col­ lectief haten van mannen. Feminisme is er voor de emancipatie van de gehele

Op de dies heeft rector-magnificus Carel Stolker de universitaire gemeenschap opgeroepen te reflecteren op hoe er binnen de universiteit onderwijs wordt gegeven en onderzoek wordt verricht. Aanleiding tot deze oproep is de discussie die een groep wetenschappers onder de vlag Science in Transition is gestart over mogelijke uitwassen binnen

commitment to research; the excellence, breadth and volume of their research outputs; and the way in which a research culture permeates all of their activities, from teaching and learning to their engagement with business, government and the broader community’. Goed academisch onderwijs rust op de fundamenten van goed wetenschappelijk onderzoek: ‘Undergraduate education in research universities benefits greatly from the opportunities these institutions provide students to explore and learn in the classroom and in the lab with faculty and graduate students working at the frontiers of knowledge. Graduate education in research universities is enriched by the direct, intensive engagement of graduate students in the conduct of research, while the quality and productivity of university research benefits greatly from the creativity and energy of graduate students.’ Het ‘lab’ van de geesteswetenschappers is soms een echt lab, dan weer een archief, een bibliotheek, museum of andere plek, maar onderzoek is ook hier de basis van goed universitair onderwijs. 3. Uiteraard moeten daarbij de kennis en de (meta-)vaardigheden die de geesteswetenschappen op de universiteiten ontwikkelen hun weg vinden naar het middelbaar onderwijs. Daarvan zijn de faculteiten zich maar al te zeer bewust. Dat hier nog winst is te boeken, is duidelijk – vandaar alle initiatieven om de lerarenopleiding te versterken en de vakdidactiek in de geesteswetenschappen te ontwikkelen. Tot slot wil ik benadrukken dat een pleidooi om meer te investeren in het hoger onderwijs, kritisch te zijn op het topsectorenbeleid, en actief te streven naar een betere positie voor de geesteswetenschappen in de Europese onderzoeksagenda, heel goed kan samengaan met een open en goed toegankelijk universitair bestel en ver af staat van de oude kleine en elitaire alma mater. Wim van den Doel is decaan van de Leidse faculteit Geesteswetenschappen

Brief

‘Monster cock’ revisited Oh, wat heb ik mij boos zitten maken toen ‘Oppassen voor de monster cock’ (Mare 21, 6 maart) las. De laatste keer dat ik in de pen ben geklommen was tijdens mijn middelbareschooltijd, toen ik mij opwond over een ludieke actie die de directie had uitgevoerd met het eeu­ wenoude beeld van de heilige waar mijn school naar was vernoemd. Met behulp van een geblokte vlag was ze uitgedost als pitspoes, om tijdens de open dag de exacte vakken te promoten samen met een naar binnen getakelde Ferrari. Bij het zien van deze degradatie van hei­ lige vrouw tot sekssymbool gingen alle remmen bij mij los, hoewel dat wellicht ook te wijten valt aan het feit dat ik tot over mijn oren in de lectuur van überfeminist Germaine Greer en aanverwanten zat en – lekker dwars én hippie – mijn

haren rood verfde met henna. Dat laat­ ste doe ik overigens nog steeds. Nu we inmiddels ruim een jaar of zeven verder zijn kan ik de humor van de situatie wel inzien, maar de door hormonen geteis­ terde Weltschmertzende puber stak voor het eerst sinds tijden weer de kop op. Rond verschillende Leidse vrouwen­ studentenhuizen schijnt sinds de zomer regelmatig een gluurder rond te hangen die het klaarblijkelijk zeer lastig vindt zijn al dan niet enorme geslachtsdeel in de pantalon te houden. Dit soort gebeurte­ nissen blijken niet uniek te zijn: bij een vergelijkbare reeks incidenten in 2006 bleek er een individu rond te lopen dat zich op soortgelijke wijze graag mocht verlekkeren aan de studentikoze versie van het snoephuisje van de heks van Hans en Grietje. U zult mij niet horen beweren dat deze exhibitionistische man geen on­ derdeel is van het probleem, in tegen­

bevolking, man en vrouw en alle soor­ ten en kleuren daar tussenin. Zo lang we individuen niet gelijkwaardig behande­ len en zo lang we het gedateerde beeld dat wijkagent Kleinhout formuleert blijven volgen staan we stil en doen we mensen daar onrecht mee aan. Tot­ dat we op een punt zijn aangekomen waarop we ieder mens zijn eigen ver­ antwoordelijkheid durven geven en die verantwoordelijkheid genomen wordt, is er inderdaad geen tijd voor de goodie bags en holistische verwennerijen voor Internationale Vrouwendag die Marleen van Wesel schetste in de rubriek “Geen Commentaar” (die overigens pijnlijk di­ rect na het gewraakte ‘Monster cock’ artikel stond in hetzelfde nummer). Er is werk aan de winkel. Ik sluit mij aan bij de studente die haar beklag deed over de instelling van de politie, en wil haar uitspraak zelfs versterken: ik doe bij de­ zen mijn beklag over de instelling van de samenleving als geheel. Eline Pollaert

Masterstudent Classics and Ancient Civilizations


20 maart 2014 · Mare 7 Wetenschap

Door de breinbarrière Sluiproutes en vermommingen van hersenmedicijnen Hoe behandel je een orgaan dat zichzelf zorgvuldig afschermt van geneesmiddelen? De Leidse farmacologe Liesbeth de Lange schreef mee aan een boek over hersenmedicijnen. Door Bart Braun Je hebt maar één brein, en je lichaam is er verrekte zuinig op. Er zit een dikke schedel omheen, om het te beschermen tegen het gebuitel van de eigenaar. Als je in hongersnood verkeert, gaat het vetweefsel op je buik en billen eraan, maar blijft je bijna net zo vette brein gespaard tot het laatst. Des te zuurder is het als het brein ziek wordt. Dan zit de bescherming de patiënt juist in de weg. Niet alleen de schedel aan de buitenkant: aan de binnenkant zit ook iets om de hersenen tegen direct contact met het bloed te beschermen; de zogeheten blood brain barrier. Dat is een dun laagje cellen dat de wand vormt van elk bloedvaatje. Deze bloed-hersenbarrière moet alles tegenhouden wat ongeschikt is voor een goede hersenwerking. Het grote voordeel is dat de meeste ziekmakers en gifstoffen buiten je brein worden gehouden. Het nadeel is dat allerlei medicijnen er ook niet door kunnen. Dat maakt de behandeling van hersenziektes, van kanker tot alzheimer tot ALS tot de infectieziektes die door de barrière weten te glippen enorm lastig. Bijkomend nadeel is dat de levende cellen van de bloedhersenbarrière resistentie kunnen opbouwen, zodat je van sommige werkende medicijnen steeds hogere doses nodig hebt. Er komt al met al een hoop kunsten vliegwerk bij kijken als je medicijnen op een goede manier naar de hersenen wilt brengen. Farmacologe Liesbeth de Lange van het Leiden Academic Centre for Drug Research schreef en redigeerde mee aan het nieuwe boek Drug Delivery to the Brain, over de fysiologie en anatomie van de hersenen, en experimentele methoden en benaderingen voor onderzoek naar hersenmedicatie. Het boek is bedoeld voor studenten, maar ook voor gespecialiseerde onderzoekers die op dit brede onderzoeksgebied de stand van zaken netjes op een rijtje willen zien. Zoals ze het zelf samenvat: ‘Wat zijn de lotgevallen van stoffen in de hersenen, en hoe kun je dat onderzoeken?’ Om een medicijn in de hersenen te krijgen zou je simpelweg een klein gaatje in de schedel kunnen boren, om het medicijn direct in te spuiten.

Als ergens straling is, is er meestal ook een stralingsbron. Licht komt van de zon, microgolven uit de magnetron. Als je goed meet, zie je echter ook een beetje microgolfstraling die overal in het heelal aanwezig is. Deze kosmische achtergrondstraling wordt in stukjes zoals dit stelselmatig aangeduid als de ‘echo van de oerknal.’ In tegenstelling tot een echo, kan Door Bart Braun

Psychiater Martijn van Noorden van het Leids Universitair Medisch Centrum is expert op het gebied van GHB-afkickverschijnselen. In het vakblad Psychosomatics beschrijft hij samen met collega’s uit Nijmegen de opname van drie GHB-verslaafden. Gammahydroxyboterzuur is een lichaamseigen stof, maar als je het in grote hoeveelheden gaat gebruiken is het verslavend. Niet alleen dat: de afkickverschijnselen zijn heftig en soms zelfs levensbedreigend. De standaardbehandeling is dat je de junkies een enorme lading benzodiapenen – kalmeringsmiddelen – geeft, tot de ergste verschijnselen voorbij zijn. Nadeel van die aanpak is dat de benzo’s en GHB elkaar kunnen tegenwerken. Zo ook bij de drie patiënten uit het artikel. In plaats daarvan kregen ze een door LUMC-arts Cor de Jong ontwikkelde methode, waarbij ze farmaceutische GHB kregen toegediend.

Gele ster Een internationaal team van sterrenkundigen, onder wie Leidenaar Arnout van Genderen, heeft de grootste gele ster gevonden die we kennen. Hij is 1300 keer zo groot als de zon, en één van de tien grootste sterren die überhaupt ooit is gevonden. Zoals het astronomen betaamt heeft ook dit ding een compleet vergeetbare naam: HR 5171 A. De monsterster heeft gezelschap van een kleiner sterretje, dat elke 1300 dagen om hem heen draait. Het tweetal staat op zo’n 12.000 lichtjaar van de aarde. Het wetenschappelijke artikel over de vondst is opgestuurd naar het tijdschrift Astronomy & Astrophysics. Farmacologe Liesbeth de Lange: ‘Sommige hersenmedicijnen werken als het paard van Troje.’ ‘Dat lijkt inderdaad een oplossing, maar het probleem is dat het medicijn dan alleen maar heel lokaal in de hersenen terechtkomt’, aldus De Lange. ‘Als dit dichtbij het aangrijpingspunt voor je medicijn is; prima. Maar in alle andere gevallen komt er te weinig aan op de plek van bestemming.’ Een andere aanpak probeert de cellen van de barrière te laten krimpen, net zoals je sla laat verleppen door er dressing overheen te gooien. Nadeel is natuurlijk dat mogelijke ziekteverwekkers en giftige stofjes nu óók kunnen binnenkomen. ‘Dit is nogal een heftige methode’, aldus De Lange. ‘Je doet het bijvoorbeeld bij mensen die een gevaarlijke hersentumor hebben; dan ligt de balans tussen werking en bijwerking heel anders.’ Farmacologen zoeken daarom naar slimmere trucs. Zo proberen ze medicijnen in te pakken in kleine bolletjes die zo naar binnen kunnen glippen, of om de medicijnen zo te vermommen dat de cellen van de barrière ze zelf naar de andere kant vervoeren.

‘Dat werkt als het ware als het paard van Troje’, aldus De Lange. ‘Maar het volgende probleem blijft dat ze, eenmaal in de hersenen, vervolgens nog naar de juiste plek moeten kunnen komen.’ Vanuit biologisch oogpunt de elegantste truc is gentherapie. Sommige virussen kunnen, op manieren die lang niet altijd duidelijk zijn, achter de bloed-hersenbarrière komen. Je kunt in principe zo aan een virus sleutelen dat het een extra stukje gen meeneemt. Dat gen codeert voor een stofje dat je in de hersenen wil hebben. Hersencellen die geïnfecteerd zijn met zo’n virus, schrijven het gen af, en maken het stofje aan. Begin dit jaar werd deze truc redelijk succesvol toegepast op Parkinsonpatiënten, maar de onderzoekers benadrukten dat deze aanpak nog in de kinderschoenen staat. Ook is de wetgeving een stuk strenger als je virussen inspuit dan als je met alleen met een medicijn in de weer bent. Nog een mogelijkheid: via de neus. ‘Bij mensen zou dat de vorm aannemen van een aangepast flesje

neusspray’. Hiernaar heeft de Lange zelf onderzoek gedaan. ‘Eerst dachten we: dat gaat helemaal niet. We begonnen als non-believers.’ De resultaten overtuigden De Lange en haar collega’s er echter van dat het wel kon. ‘Jammer genoeg is deze aanpak niet voor alle stoffen geschikt.’ ‘Ons boek is een soort encyclopedie van het onderzoek tot nu toe, een vooruitblik op wat er nog komen gaat en vooral waar we meer aandacht aan zouden moeten besteden, en hoe we dat het beste zouden kunnen doen’, vervolgt ze. ‘De belangrijkste les: Als we betere hersenmedicijnen willen, zullen we veel meer moeten weten over hoe die middelen op de juiste plaats komen. Dat is bij hersenmedicijnen geen eenvoudige zaak.’ Drug Delivery to the Brain – Physiological Concepts, Methodologies and Approaches Margareta Hammerlund-Udaes, Elizabeth de Lange, Robert G. Thorne (Eds) ISBN: 978-1-4614-9104-0 731 pgs, € 180,19

‘Dit is de heilige graal’ Wetenschappers van Harvard hebben patronen ontdekt in de kosmische achtergrondstraling die bewijs vormen voor meerdere natuur- en sterrenkundetheorieën.

GHB

microgolfstraling gepolariseerd raken. Zonlicht van de zon golft alle kanten op, bij zonlicht dat door een polaroidglas heen is geweest blijven maar een paar richtingen over; dat is dan gepolariseerd. Het Harvardteam heeft met een telescoop op de Zuidpool gemeten aan die polarisatie, en die blijkt te spiraliseren. De meest voor de hand liggende verklaring voor die spiralen is dat het piepjonge universum (onvoorstelbare fracties van een seconde na de oerknal) razendsnel is uitgedijd. Door die expansie zouden zwaartekrachtgolven zijn ontstaan, en die gaven de achtergrondstraling een

slinger. Die spiraalpatronen zijn dus als het ware de groeistriemen van ons heelal. Natuur- en sterrenkundigen zijn enthousiast over de resultaten, want die ondersteunen meerdere ideeën tegelijk. Dat er daadwerkelijk zo’n periode van supersnelle expansie was – dat helpt verklaren waarom het universum relatief homogeen is. Het maakt een brug mogelijk tussen de quantummechanica en de relativiteitsstheorie, die nu nog zo onverenigbaar lijken. En het wijst erop dat zwaartekrachtgolven daadwerkelijk bestaan, iets dat Einstein al voorspelde maar nooit

direct gemeten werd. ‘Als die onderzoekers dit echt hebben bewezen, dan is het fantastisch nieuws’, vertelt emeritus hoogleraar Giorgio Frossati: ‘Echt de heilige graal.’ In zijn Leidse tijd hoopte hij zelf zwaartekrachtgolven te meten. ‘Dat ging echter om een heel ander verschijnsel: we zochten naar golven die werden veroorzaakt door supernova’s of de vorming van zwarte gaten, en we zochten op een volkomen andere manier.’ Wel waarschuwt hij voor teveel enthousiasme: ‘De grafiekjes die ik heb gezien zijn mooi, maar we moeten meer informatie hebben.’

Parasieten Als je afreist naar de tropen, kan het zijn dat je allerlei ongewenste passagiers mee terugneemt. Sommige parasieten kunnen zich jarenlang ongemerkt verschuilen in je lijf, om dan plotseling de kop op te steken, bijvoorbeeld als je ergens anders ziek van wordt. Uit Engels onderzoek weten we dat van de mensen die een jaar in de tropen hebben gewoond, een aanzienlijk gedeelte nare wormen of amoeben mee terugneemt. Zouden we daarom misschien ook alle reizigers naar exotische bestemmingen moeten screenen? Dat hangt er vanaf hoe vaak zulke infecties eigenlijk voorkomen. Een groep wetenschappers uit Leiden en Wageningen, met LUMC-arts Darius Soonawala als eerste auteur, beschrijft in The American Journal of Tropical Medicine and Hygiene een onderzoek naar die vraag. Soonawala en co onderzochten de poep van meer dan vijfhonderd tropenreizigers op DNA van parasieten. Ze vonden wel wat, maar zo weinig dat het stelselmatig screenen niet de moeite waard was. Uitzondering daarop was het wormpje Schistosoma. Dat beperkte zich echter tot reizigers die in grote Afrikaanse zoetwatermeren hadden gezwommen. Dan is het handiger om alleen die groep te screenen, stellen de onderzoekers.


8  Mare · 20 maart 2014 Maretjes De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Nieuwe begeleiders gezocht voor bijles/ huiswerkbegeleiding Buurthuis Vogelvlucht Leiden-Zuid. Zes leerlingen basisonderwijs groep 7 en vijf leerlingen groep 4 en 5 helpen met begrijpend lezen, spelling en rekenen. Zes leerlingen uit groep 6 hulp bij lezen, woordenschat en rekenen. Twee leerlingen met vergoeding van €5,- en €7,- per les. Voortgezet onderwijs, Marokkaans meisje, wiskunde, economie, 2vmbo-kader, €5,- per les. Leiden-Noord zoekt begeleiders voor 28 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 7, waarvan negen met vergoeding. Voortgezet onderwijs, hulp voor: Marokkaans meisje, wiskunde, scheikunde, 3vwo. Marokkaanse jongen, Nederlands, 2vmbo. Marokkaanse jongen, Engels, brugklas havo. Turkse jongen, bedrijfscalculatie, 3mbo-financiële opleiding. Marokkaanse jongen, Engels, biologie, 2vmbwo-TL. Marokkaanse jongen, begrijpend lezen, woordenschat, brugklas. Marokkaanse jongen, Nederlands, Engels, 2vmbwo-TL, €5,- per les. Indone-

Mijnheer de Professor sisch meisje, Nederlands, scheikunde, 3havo, €5-7 per les. Marokkaanse jongen, geschiedenis, biologie, brugklas vmbokader. Marokkaans meisje, wiskunde, Engels, 3vmbo-TL. Marokkaanse jongen, Engels, Nederlands, wiskunde, brugklas vmbo-TL. Marokkaans meisje, wiskunde, brugklas vmbo-TL. Hindoestaans meisje, wiskunde, natuurkunde, 4havo, €10-15,per les. Marokkaans meisje, Engels, brugklas. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do, 15-17u. Tel: 071-5214256. E-mail: hdekoomen@owwleiden.nl. Vrijwilligerswerk in het buitenland? Wil je met straatkinderen werken in Azië, Afrika of Zuid-Amerika? Kom naar ons informatieweekend van 11-13 april 2014. Voor informatie en aanmelding: www.samen.org Onderzoek naar De Pil. Gezocht: NIETgebruiksters van de anticonceptie pil. West-Europese afkomst, 18-35 jr, lichamelijk en psychisch gezond, niet-rokers, geen medicijnen. Vergoeding € 15. Onderzoek omvat enkele vragenlijsten en computertaken. Verder afgifte wangslijm t.b.v. genotypering. Onderzoek duurt max 1,5 uur. Vrijblijvende info: oc20132014@gmail. com of d.a.hamstra@fsw.leidenuniv.nl.

ken, liefst op vr, evt. woe. Het betreft een bovenwoning met 2 verdiepingen in Leiden centrum. Vergoeding: 35 euro, voor ong. 3 uur werk. Reacties graag naar: e.kurpershoek@gmail.com Lezing: ‘Aanzichten van de universele Religie o.a. Plato, Gnostiek en Christendom en esoterische Islam’. Door Stichting I.S.I.S. Toegang gratis. Woensdag 26 maart, 20.00 uur. Plaats: Leiden, Lorentzkade 15a (vlakbij Lammenschansweg). Inlichtingen: 0713617417. Zie www.stichtingisis.org voor meer info. Verschillen gebruiksters van De Pil van niet-gebruiksters? Wil je € 15 verdienen? Gezonde, vrouwelijke proefpersonen gevraagd. NIET-gebruiksters van de anticonceptie pil. Zie advertentie elders: De Anticonceptiepil. Vrijblijvende info: oc20132014@gmail.com of d.a.hamstra@fsw.leidenuniv.nl. Oppas gezocht - Voor onze zoontjes (5 en 7) zijn wij op zoek naar een enthousiaste oppas voor een middag door de week - bij voorkeur donderdag, maar vast ook aan te passen aan je collegerooster. Ervaring niet vereist, wel een pré. Leiden, Professorenwijk. Ben je geïnteresseerd, stuur dan een e-mail naar oppasinleiden@gmail.com.

Gezocht: ijverige en betrouwbare schoonmaakster voor 1 x in de 2 we-

Academische Agenda Prof.dr. T.P.M Vliet Vlieland zal op vrijdag 21 maart een oratie houden bij de benoeming tot hoogleraar aan de faculteit der Geneeskunde met als leeropdracht Doelmatigheid van Revalidatieprocessen, in het bijzonder Fysiotherapie. Dhr. J.W. Dalhuisen hoopt op dinsdag 25 maart om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The Robinson Congruence in Electrodynamics and General Relativity’. Promotor is Prof.dr. D. Bouwmeester. Dhr. J.M. Martinez hoopt op dinsdag 25 maart om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Dynamical Gibbs-non-Gibbs transitions and Brownian Percolation’. Promotor is

Prof.dr. W.Th.F. den Hollander. Dhr. J.W.F. Venderbos hoopt op dinsdag 25 maart om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is Interger and Fractional Quantum Hall effects in Lattice Magnets’. Promotor is Prof.dr. J. van den Brink. Mw. C. Chamberlain hoopt op 25 maart om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘Children and the ICC. Analysis of the Rome Statute Through a Children’s Rights Perspective’. Promotoren zijn Prof.dr. M.R. Bruning en Prof.dr. E. van Sliedregt (VU A’dam). Mw. E.E. Meerman hoopt op woensdag 26 maart om 15.00 te promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Health Com-

plaints; testing a causal role of activated illness-memory in symptom reporting’. Promotor is Prof.dr. C.M.J.G. Maes. Dhr. M. Drost hoopt op woensdag 26 maart om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘D evelopment of in vitro and in vivo functional assays to enable diagnosis of Variants of Uncertain Significance in the common cancer predisposition Lynch syndrome’. Promotor is Prof.dr. L.H.F. Mullenders. Dhr. T. Chaowasku hoopt op donderdag 27 maart om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The Miliuseae revisited: phylogenetic, taxonomic, and palynological studies in a major clade of Annonaceae’. Promotor is Prof.dr. E.F. Smets.

Iedereen gelijk, niemand verantwoordelijk Op een nostalgisch moment verlang ik naar haar terug. Trouw, bescheiden. Een glimlach. Attent. Proper. Dartelend door de kantoortuin. Gewapend met notitieblok, agenda – mijn agenda, en dictafoon. De secretaresse. Die bureaucratische freule. Zonneschijnsel door de luxaflex. Soms zoek ik haar nog, op het secretariaat, bij de koffieautomaat, in de kantine. Ze is verdrongen door oprukkende ‘managementassistenten’ en ‘office managers’. Daar volg je nu een heuse opleiding voor – ‘meedenken met managers’. Maar met deze titelinflatie verloor de secretaresse ook haar onschuld. Dartelen werd bulderen. Hakken werden praktische steunzolen. De charmante glimlach de norse blik van een kenau. De agenda op je bureau gekwakt, samen met je bonnetjes. Koffie? Je hebt toch twee benen?! Nooit meer bellen om je agenda voor de woensdag ‘schoon te vegen’. Hiërarchie, rang, stand, gezag, het zijn vieze woorden geworden. Het schijnt dat Britten op rondreis door de Lage Landen zich al doodschrokken van het gebrek aan standsbesef van de Hollanders. En dat was begin twintigste eeuw. Daarna hebben ze zich hier te lande niet meer laten zien. Op een enkele academische banneling na. De egalisering is doorgeslagen. De werkschuwe langharigen uit het Amsterdamse Maagdenhuis van 1969 hebben gezegevierd. (De heldenverering van dit tuig is sinds deze week compleet: bleke na-apers rolden hun slaapzakjes uit in de betonnen bunker van de VU. Ze verschansten zich in de universiteitskerk, op de twaalfde verdieping. Daar kwam toch niemand meer wel schijnt het bestuur te hebben geëist dat de universiteitsmoskee met rust gelaten werd.) Terug naar de egaliseringsmode. ‘Egaliscisme’. De vorstelijke universiteitscao maakt van het ondersteunend personeel prinsen, terwijl hoogleraren met opgerolde hemdsmouwen staan te worstelen met de ‘multifunctional’ - vroeger: kopieermachine. Het zou denigrerend zijn om daar een ondergeschikte mee op te zadelen, wie denk je wel niet dat je bent? Terwijl juist de dienstbaarheid van die oude secretaresse zo’n fijne eigenschap was. Niets waar je haar blijer mee kon maken dan een taakje, een klus, een bescheiden verantwoordelijkheid. Maar nu verdeelt zij haar aandacht tussen roddelen, facebooken en het aanzitten bij managementsvergaderingen en sollicitatiegesprekken. Niet om te notuleren, maar om als ‘gelijke’ haar zegje te doen. We zijn allemaal elkaars gelijken. Universiteiten moeten aan hun klantvriendelijkheid werken. Hoe dat eruit ziet? De hoofdredacteur van het juridische faculiteitssufferdje pleit voor meer online colleges kun je tenminste lekker in je bed blijven liggen. Studenten - klanten -, hoogleraren en decanen. Innig verstrengeld in de ijzeren greep van gelijkheid, bedoezeld met de stroop van inspraakorganen, strompelen vastberaden naar de afgerond. Iedereen gelijk, niemand verantwoordelijk. De persoonlijke secretaresse van D.M. Sanders worden? Het kan. Tegen minimale stagevergoeding. Mail: d.m.sanders@mail.com

Programma Studium Generale april/ mei 2014 www.studiumgenerale.leidenuniv.nl Studium Generale organiseert brede activiteiten voor studenten, medewerkers, alumni en andere geïnteresseerden die graag over de grenzen van hun vakgebied heen kijken. Indien niet anders vermeld geldt: Toegang is gratis! Geen aanmelding nodig. Iedereen is welkom! (Kom wel op tijd, want vol = vol!) Voor een uitgebreid programma zie: www.studiumgenerale.leidenuniv.nl

Serie: The Power of play

Serie: Altaarstukken door de eeuwen heen

Donderdag 3 april 2014 Game Theory. The study of strategy and choice Dimiter Toshkov

Woensdag 23 april 2014 Vloeibare religie: transitie en transformatie van religie Marcel Barnard

Donderdag 10 april 2014 Huizinga’s Homo Ludens driekwart eeuw later Léon Hanssen

Woensdag 30 april 2014 Nieuwe altaren Erik Borgman

Dinsdag 22 april 2014 Wittgensteins Taalspel Martin Stokhof

Woensdag 7 mei 2014 Altaar in het zicht. Het visualiseren van een boodschap door middel van het altaarstuk Wendelien van Welie

Donderdag 1 mei 2014 De psychologie van het spel Guido Band Donderdag 8 mei 2014 Games met een lading – hoe je dingen kunt doen met spellen Kars Alfrink Donderdag 22 mei 2014 Playful Inspiration Night - een avond vol inspirerende verhalen en speelse toepassingen Met o.a. Maarten Lamers, Milou van Oene en Sylvain Vriens Tijd & locatie 19.30 uur – 21.00 uur Dinsdag 22 april in zaal 011 van het Lipsiusgebouw, donderdag 3 en 10 april en 1 en 8 mei in zaal 028, Lipsiusgebouw , Cleveringaplaats 1, Leiden Donderdag 22 mei in Scheltema, 19.30 – 21.30 uur (€3, 00 entree), Marktsteeg 1, Leiden

Woensdag 14 mei 2014 God in de woestijn. Derrida en de negatieve theologie Rico Sneller Tijd & locatie 19.30 tot 21.00 uur Zaal 028, Lipsiusgebouw , Cleveringaplaats 1, Leiden

Hutspot: extra SG activiteiten Dinsdag 25 maart 2014 Erfenissen van de slavernij Geert Oostindie 20.15 – 21.30 uur, Vossiuszaal, Universiteitsbibliotheek, Witte Singel 27, Leiden

Dinsdag 1 april 2014 TED-waardig presenteren Jeroen Heun 19.30 – 21.00 uur Zaal 011, Lipsiusgebouw, Cleveringaplaats 1, Leiden Dinsdag 8 april 2014 Bloed en barricaden. De Parijse commune herdacht Dennis Bos 20.15 – 21.30 uur Zaal 011, Lipsiusgebouw, Cleveringaplaats 1, Leiden Woensdag 9 april 2014 De wetenschap van het broodje aap. Nieuws, sociale media en folklore in de 21e eeuw Peter Burger 19.30 – 21.00 uur Zaal 028, Lipsiusgebouw, Cleveringaplaats 1, Leiden Dinsdag 22 april 2014 Herodotus. Meester van herinnering Hugo Koning 20.15 – 21.30 uur, Vossiuszaal, Universiteitsbibliotheek, Witte Singel 27, Leiden Vrijdag 16 mei 2014 Excursie Radio Kootwijk. Dagtrip naar het voormalige zenderpark, nav tentoonstelling ‘100 jaar uitvindingen. Made by Philips Research’ in Museum Boerhaave Aanmelden vóór 31 maart naar t.a.grunewald@sea.leidenuniv.nl Woensdag 28 mei 2014 Het Nieuwe Denken. De Documentaire. Over het werk van drie jonge Nederlandse filosofen Aansluitend gesprek met Ad Verbrugge en Haroon Sheikh Kijkhuis, Vrouwenkerksteeg 10, Leiden. Toegang aan de deur €6,00.

ORGANISATIE & INFORMATIE Studium Generale Universiteit Leiden • Postbus 9500, 2300 RA Leiden • 071 527 7283/7295/7296/1964 studiumgenerale@sea.leidenuniv.nl • www.studiumgenerale.leidenuniv.nl


20 maart 2014 · Mare 9 Achtergrond

Grootvadertje Drees Willem B. Drees bespreekt de biografie van zijn opa

Oud-premier Willem Drees met van links naar rechts de kleinkinderen Wim Bouma, Ineke, Wim Bernard (de auteur van dit stuk) en Marijke Drees. Foto Nationaal Archief/Spaarnestad Photo/ANP/J.Klok

Deze week verscheen het laatste deel van de biografie van Willem Drees (1886-1988), een van de populairste premiers van Nederland. Mare vroeg kleinzoon en hoogleraar godsdienstfilosofie Willem B. Drees om een persoonlijke recensie. In 1958, toen ik vier jaar was, had mijn grootvader Willem Drees (1886-1988) een auto met chauffeur. Meer herinnering aan zijn jaren als minister-president, van 1948 tot 1958, heb ik niet; wel aan de dertig jaar daarna. Heel veel mensen hebben een beeld van hem. Er is een karakteristiek standbeeld van Eric Claus, bij de toegang tot het Binnenhof. Drees is een symbool voor ouderdom geworden, vanwege de zorg voor ouderen én omdat hij zelf heel oud werd. Alles wat in de naoorloogse periode gebeurde, zouden we aan hem te danken hebben, zowel positief als negatief. Iedereen waardeerde hem; hij stond boven de partijen. Dit a-politieke beeld is onjuist. Na pensioen of reorganisatie kan je je met familiegeschiedenis bezighouden. Dat hoef ik niet meer te doen, zo lijkt het. Maandag verscheen het laatste deel van de grote biografie over mijn grootvader. Hans Daalder, Leids emeritus hoogleraar politieke wetenschappen, schreef al drie eerdere delen van deze biografie. Gedreven en behoedzaam ging over 1940-1948, de bezetingstijd en de jaren als minister van Sociale Zaken. Over de ‘Indonesische kwestie’ verscheen een boek met als deeltitel Vier jaar nachtmer-

rie, een citaat van Drees zelf. Drees en Soestdijk ging over problemen tussen kabinet, koningin Juliana, en prins Bernhard in verband met de gebedsgenezeres Greet Hofmans. Tot de biografie hoort ook De rode wethouder, van Jelle Gaemers, over de eerste helft van zijn leven, van 1886 tot 1940. Nu ligt er dan het laatste deel, van Daalder en Gaemers samen, met als deeltitel Premier en Elder Statesman, over tien jaar als minister-president en dertig jaar als commentator aan de zijlijn. Het was niet vanzelfsprekend dat Drees premier werd en bleef, zo maakt Daalder duidelijk. De confessionele partijen hadden samen een meerderheid; regeren zonder Drees’ PvdA was voor hen mogelijk, en door sommigen ook gewenst. En vanuit zijn eigen partij werden ook anderen naar voren geschoven. Veel komt verder aan de orde: zijn optreden als voorzitter van de ministerraad en in het parlement, sociaaleconomische politiek en overheidsfinanciën, de verhouding met de verschillende partijen. De communisten werden gewaardeerd voor hun inzet in het verzet, maar gewantrouwd, vooral na de Russische inval in Tsjechoslowakije in 1948. Een belangrijk thema bleef ook de verhouding tot Indonesië na de souvereiniteitsoverdracht. Over Nieuw-Guinea werd, mede door verdeeldheid aan Nederlandse zijde, in deze jaren géén overeenstemming bereikt. Fascinerend, ook in het licht van hedendaagse discussie, is de opkomst van Europese samenwerking, inclusief de vraag in hoeverre dat een samenwerking van staten is dan wel een eigen status heeft. Minder dan eenderde deel van dit

boek behandelt de laatste dertig jaar, in hoofdstukken die door Gaemers zijn geschreven. De Partij huldigde hem in november 1959, een jaar na zijn aftreden. Het echtpaar Drees kreeg een reis naar Israël, een staat die vanwege de sterk sociaal-democratische oriëntatie in de eerste decennia zijn bijzondere sympathie had. De reis was in maart 1960; op de foto is hij te zien op Schiphol, met vier van de kleinkinderen die hem uitzwaaiden – een neef van mij links, twee zussen en ikzelf. In 1971 brak Drees met de Partij van de Arbeid. Echter, zoals de kinderen in de overlijdensadvertentie schreven, bleef hij ‘tot het laatst vervuld van zijn idealen inzake socialisme en democratie’. Democratie, die telkens weer bedreigd werd en wordt wanneer het moeizame compromis in de samenwerking met anders gezinden wordt geminacht. Socialisme ging bij hem om de klassieke thema’s van de beweging vanaf de negentiende eeuw: de strijd tegen grote ongelijkheid in inkomens en vermogens, en daarom om socialisatie van productiemiddelen en sterke sturing in het belang van sociaal zwakkeren. In zijn ambities bleef hij radicaal, al kon in coalities maar weinig gerealiseerd worden en omdat hij veel moest toegegeven aan coalitiepartners. De breuk met de PvdA was voor hem niet een wending naar rechts; het was een afwijzen van het herdefiniëren van ‘links’ in deze ‘zestiger jaren’ als cultureel progressief in plaats van als socialistisch. Mijn kennis werd ook gevoed door het huis aan de Beeklaan 502 in Den Haag. Daarover een anekdote over een zaak die ik niet in de biografie tegenkwam. Wij wisten dat er in een

kast een stukje maansteen stond. Volgens een plaatje op het sokkeltje was het in 1969 geschonken door de Amerikaanse ambassadeur Middendorf bij het bezoek aan Nederland van Neil Armstrong, de eerste mens op de maan eerder dat jaar, en de andere astronauten van de Apollo XI. Later, toen het inclusief bureau en andere objecten aan het Rijksmuseum was geschonken, bleek de ‘maansteen’ versteend hout te zijn. Had iemand de zaak bedrogen? Ik denk dat er iets anders is gebeurd. Mijn grootvader was in die tijd vrijwel doof. Toen hem een steen op een sokkel werd aangeboden, heeft de ambassadeur daar vast bij gesproken, misschien dat het fossiel hout betrof. De hardhorende Drees verstond dat niet, maar vulde (slim als hij was) de ontbrekende informatie op grond van de context: de huldiging van de astronauten die van de maan waren teruggekeerd. Zo kwam hij met het steentje op een sokkel thuis. De bij hem inwonende zoon, Jan Drees, zag op het plaatje niets anders staan,

en zette het in een kast bij andere curiosa, zoals de orde van de Heilige Drievuldigheid die Drees van de Ethiopische keizer Haile Selassi had ontvangen. Zo leidde misverstaan tot een misverstand. Doof maar slim, zo was hij in zijn latere jaren. Mijn grootvader werd steeds meer afhankelijk van verzorging, en vrijwel blind; mijn moeder las hem geregeld voor. Na zijn overlijden zouden mijn ouders de handen vrij hebben om te reizen. Het kwam er niet van; op 12 mei 1988 viel mijn moeder dood neer op de tennisbaan. We begroeven haar op woensdag 18 mei op de begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag. Die begraafplaats was toen in handen van de Scheveningse begrafenisondernemer Jol, die er iets bijzonders van wilde maken, zoals Père-Lachaise in Parijs. Jol kon dus goed beroemdheden gebruiken. Hij had mijn grootvader jaren eerder de mogelijkheid geboden daar een familiegraf te verwerven. Mijn grootmoeder, in 1974 na bijna vierenzestig jaar huwelijk overleden, werd in dat graf herbegraven, evenals hun in 1919 aan de Spaanse griep jong overleden dochter Adriana. Bij de begrafenis van mijn moeder was ik de laatste spreker. Ik dankte de aanwezigen voor hun komst, kondigde aan dat we zo naar het graf zouden gaan, en vertelde daarbij dat we de dag tevoren daar mijn grootvader hadden begraven. Dat was in stilte gebeurd; hij was twee dagen na mijn moeder overleden. Die avond stond er een paginagrote foto in het NRC Handelsblad van het graf, vol met bloemen. Het bericht ging vanzelfsprekend vooral over Drees sr, maar de bloemen waren die voor mijn moeder. Zo domineerde hij zelfs bij haar overlijden. Mare vroeg me enkele persoonlijke overwegingen bij dit boek. Zo ontkom ik er niet aan om af en toe ‘hoeder’ van deze nalatenschap te zijn. Met zo’n gedetailleerde biografie zie je hoe in de gangbare beelden veel scherpte verdwenen lijkt te zijn; Drees is symbool voor een tijdvak geworden. In het boek hoor ik opnieuw zijn socialistische engagement, naast zijn bestuurlijke bereidheid tot samenwerking met andersdenkenden zoals de katholieken Romme en Beel, en de liberalen Oud en Stikker. Ook na lezing draag ik met genoegen deze naam, al is die tot symbool geworden en daardoor soms wat te bepalend. Vandaar dat ik bij mijn eerste promotie, in Groningen in 1989, als laatste stelling had: “Ook kleinkinderen van een bekende grootvader hebben nog drie andere grootouders.” Hans Daalder en Jelle Gaemers, Premier en Elder Statesman: Willem Drees 1886-1988 De jaren 1948-1988. Amsterdam: Balans, 2014. 640 pp. € 49.95. Tegelijk verschijnen de vijf boeken die samen de biografie vormen in een casette, als paperbacks, voor € 125

Wie was Willem Drees? Willem Drees was politicus voor de SDAP en vanaf 1946 voor de PvdA. Van 1948 tot 1958 was hij minister-president van vier kabinetten. Hij was dus nauw betrokken bij de opbouw van Nederland na de Tweede Wereldoorlog en bij de dekolonisatie. Naar zijn werk ging hij op de fiets en een ander bekend verhaal is dat hij een Amerikaanse diplomaat bij hem thuis trakteerde op een kopje thee en een mariakaakje. De Amerikaan zou er vervolgens van overtuigd zijn dat de Marshall-hulp goed op zijn plaats zou zijn in een land met zo’n zuinige leider. Hij staat ook bekend om zijn initiatieven rond sociale zekerheid, die hem de bijnaam Vadertje Drees opleverden. Zo heeft hij al voor zijn premierschap, als minister van Sociale Zaken, de eerste aanzet gegeven voor de Algemene Ouderdoms Wet (AOW) uit 1956. Op latere leeftijd bedankte hij voor het lidmaatschap bij de PvdA, uit onvrede over de te linkse koers.


10  Mare · 20 maart 2014 English page

“We can help you to integrate” Introducing the ISN Leiden Committee Giulia Pederzani (24, Maths, from Italy): “We’re the Committee of the International Student Network Leiden; we represent the international students here and help them to integrate with each other and with Dutch students by hosting

introduction days, parties, dinners and cultural events.” Vladimir Malaver (Archaeology, Colombia): “For example, we teamed up with Augustinus and organised a beer cantus. “And our mentor programme

gathers lots of new international students together in mentor groups, where they’ll find people to answer their questions and to meet up to explore the university buildings and the town.” Christiana Demertzi (26, Histo-

Photo Taco van der Eb

ry, Greece): “In addition, ISN Leiden has various clubs, including a book club, a cookery club and a theatre club. We’re hoping to appeal to as many different people as we can.” Andrea Cosic (23, Psychology, from Bosnia): “All sorts of people come here: exchange students, PhD students and expats with jobs come to our weekly Wednesday evenings in Einstein.” Malaver: “Dutch people are welcome too, but they seem to have forgotten that Dutch students are also international students, which is a pity. We would be happier if more Dutch students came to our activities.” Alexandra van Hoek (22, Political Science, half German, half Dutch): “Just drop in – no strings attached. “We don’t charge membership fees and everyone is welcome. We don’t have a membership register – people come and go too much for that. After all, most people are only here for one or two semesters.” Beatriz Sannuti de Carvalho (24, Political Science, Brazil): “However, we have a special member card: it costs four euros and gives you a discount on our activities and admittance to Einstein on Wednesday evenings.” Cosic: “Because we don’t have a regular membership register, we can never be entirely certain of how many people will turn up. Nearly 1,100 people came to our biggest

party at InCasa, which was pretty cool. Our most popular activity is the Cultural Festival.” Van Hoek: “I really enjoyed the weekend on Ameland. It was extremely windy and I was driving a van with about sixty students supposedly following me on bikes to the holiday house. It was pitch black and I hadn’t a clue of where to go. We followed dirt tracks through mud and grass. By the time we found the house, there were only twenty cyclists left; we had lost the others on the way.” Malaver: “Not everyone can ride a bike well – certainly not in those conditions. Well, it was a learning experience. But it was fun and everyone arrived home in one piece.” Cosic: “Yeah, we always have fun together.” Demertzi: “We like give the right example at parties by dressing up. We went as Disney characters at Halloween. We’ve also created our own superheroes and dressed up as them, and as Rainbow Piet at Sinterklaas.’ Sannuti de Carvalho: “We love to dance, Cuarenta Y Tres liqueur and cheesy songs like Wannabe by the Spice Girls.’ Malaver: “And we really love unhealthy snacks. Sometimes we try to live properly and bring fruit to eat, but it ends up rotting in the Plexus common room.” By Petra Meijer

It’s still possible to cheat Last October, the Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons was awarded the Nobel Peace Prize. “We didn’t meet the deadlines in Syria, but we’re working on a push.” “It’s a powerful image”, Jonathan Forman, an American chemist, says, talking about Gassed, a painting by John Singer Sargent. It depicts a line of soldiers walking past the front during the First World War, each with his hand on the soldier in front, blinded by mustard gas. A reproduction of the painting hangs near the entrance of the Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons (OPCW) in The Hague, where Forman works as a science policy advisor. “It’s even more shocking to realise that weapons like that were still being used in Syria in August 2013”, he says. “By the way, that was sarin.” Forman visited Campus The Hague on Tuesday to talk about his organisation. “The OPCW is the executive agency associated with the Chemical Weapons Convention, a disarmament treaty that came into effect in 1997. “It is a full prohibition on the possession, use or distribution of chemical weapons, signed by a hundred and ninety nations. The last country to sign was Syria, just recently. “Six nations are not party to the treaty: North Korea, Angola, Egypt and South Sudan haven’t signed it; Israel and Myanmar have signed but haven’t ratified it. However, that doesn’t mean that they don’t subBY Vincent Bongers

Gassed (1919). Painting by John Singer Sargent scribe to the principles of the treaty or that they have chemical weapons. I would imagine that a new country like South Sudan has other priorities at the moment.” Roughly speaking, there are two sorts of chemical weapons. “Mustard gas causes blisters on the skin and affects the lungs and the eyes. Nerve gasses like sarin or VX disrupt the signal from the nerves to the muscles and can cause a fatal paralysis.” The chemicals necessary for the manufacture of the gasses, the precursors, need to be destroyed as

well as the gasses and the missiles that transport them. “But some precursors are very common, so it’s up to us to watch carefully whether a country buys certain chemicals and whether it uses them for nonviolent purposes.” Forman does not expect that the countries that have signed the treaty have a secret stash of poison gas. “Despite monitoring and inspection, it’s still possible to cheat. Nevertheless, in the seventeen years since the treaty was signed, we’ve never been requested to do a ‘challenge’ inspection. No country has

said ‘I don’t trust that state, I want a new inspection’.” The commonest way to destroy chemical weapons is by hydrolysis. “You allow the chemical to react with water and other reaction agents so that they lose their toxic effect, then you burn the mush that’s left.” They are dealing with the Syrian arsenal right now, although recently missed deadlines have been reported. “The schedule for Syria is quite tight and we didn’t meet the deadlines. We’re working on a push: making sure that the Syrian govern-

ment gets a move on with it. “There’s a war on, so it’s all a bit more complicated. Some of the chemicals are transported to the Syrian port of Latakia and then transferred to the American cargo ship Cape Ray which carries the equipment to turn the chemicals into mush. The ship then sails to international waters and starts the process. The remaining mess is transported to several places in Europe where it ends up in incinerators. Rather a lot of bother. But 29 per cent of the stuff has already been destroyed.”


20 maart 2014 · Mare 11 Cultuur

Agenda

Ze willen ons niet Documentaire over strijd voor homorechten in Afrika De film Born This Way toont de moeizame strijd van homorechtenactivisten in Kameroen. ‘Juist wij zijn degenen die moeten blijven.’ Door Marleen van Wesel ‘De situatie in Kameroen is behoorlijk ernstig’, vertelt activist Yves Yomb (1975), door de telefoon vanuit de stad Douala. ‘Sommige mensen willen simpelweg geen homoseksuelen zien. Ze geven lijsten met onze namen aan de politie door en zelf deinzen ze niet terug voor geweld.’ Het African Studies Centre en Movies that Matter vertonen dinsdag de documentaire Born This Way, over homorechtenactivisten van Alternatives-Cameroun. Daarna is er een seminar met Yomb, die ook in de film te zien is, en regisseur Shaun Kadlec. De promotie voor de film bracht Yomb al naar verschillende plaatsen, zoals New York. ‘Daar mogen mensen van hetzelfde geslacht met elkaar trouwen. Niet dat zij helemaal geen problemen tegenkomen, maar in Kameroen hangt homo’s vijf jaar celstraf boven het hoofd. Dat is wel even anders.’ Hemzelf is dat tot nu toe bespaard gebleven. ‘Maar ik ben wel regelmatig in de gevangenis geweest om vrienden te bezoeken. Andere gevangenen weten heus waarom zij opgepakt zijn, dus ook daar zijn ze niet veilig.’ Zijn collega, de vicevoorzitter van Alternatives-Cameroun, is vorige maand opgepakt. ‘Iemand had hem op een lijst gezet. Het bracht flink wat angst teweeg onder de rest van ons. Het schoot ook wel door mijn hoofd: wat als iemand met mijn naam naar de politie gaat? Ik zóu Kameroen kunnen verlaten om ergens anders een veiliger leven te leiden. Maar ik geloof dat wij de enigen zijn die een verandering in gang kunnen zetten. Ik ga graag naar de Verenigde Staten, Frankrijk en Ne-

Fragment uit de documentaire Born This Way. derland om te praten met mensen die ons steunen. Maar ik keer altijd weer terug. Juist wij zijn degenen die moeten blijven.’ Sinds negen jaar komt hij daarom openlijk voor zijn geaardheid uit, maar gemakkelijk is dat allerminst. ‘We hebben maar weinig geld te besteden, dus we kunnen ons geen woningen in veiligere delen van Douala permitteren.’ Het schrappen van de anti-homowet is iets waar hij voorzichtig op durft te hopen. ‘Misschien, ooit... Nu opereren we officieel als een HIV-aids-organisatie. Het zou al heel mooi zijn als we openlijk actie mogen voeren voor waar we echt voor staan.’

De rol van de film bij dat lange proces is vooral steun vinden, overal ter wereld. ‘Maar niet in Kameroen zelf. Daar wordt Born This Way namelijk niet op televisie vertoond.’ Sommige mensen die in de documentaire dapper hun verhaal vertellen, durven in hun eigen omgeving namelijk nog altijd niet uit de kast te komen. ‘We moeten hen beschermen. En ook voor onze organisatie is het te gevaarlijk. Afgelopen jaar is ons centrum nog afgebrand.’ Het risico dat screenshots de landsgrenzen passeren neemt iedereen evenwel graag voor lief. Ook lovenswaardig is de strijdlust van advocate Alice Nkom. Zij laat zich allerminst uit het veld slaan wan-

neer twee vrouwen die ze in de film bijstaat door moeten procederen tot in de hoogste rechtbank. Hoe hoger de zaak oploopt, hoe groter het uiteindelijke effect zal zijn, legt ze vervolgens uit. Rosa Parks werd immers ook pas bij het Amerikaanse Hooggerechtshof in het gelijk gesteld nadat ze in 1955 haar zitplaats in een bus niet afstond aan een blanke. Born This Way, vertoning en seminar o.l.v. antropologe Henrike Florusbosch Pieter de la Court-gebouw dinsdag 25 maart, 14.45 u, zaal 1A27, Toegang gratis, aanmelden via asc@ascleiden.nl

Daten met the Terminator Moeders Mooiste: u vraagt, zij spelen Elke maand strijdt de Leidse theatersportvereniging Moeders Mooiste in het Imperiumtheater tegen een ander team uit Nederland. Het publiek verzint, waarna de spelers er op los improviseren. ‘Ik wil graag een moreel dilemma. En dan bedoel ik een echt emotioneel dilemma, niet: neem ik na het eten chocoladevla of blanke vla?’ Tijdens een avondje improvisatietoneel wordt het publiek continu om suggesties gevraagd: vermakelijke locaties, dubieuze aandoeningen, uitbundige dansstijlen en bizarre relaties. Presentator Jasper heeft een leuk spelletje bedacht om het publiek voor aanvang even op te warmen. Iedereen moet gaan staan. ‘Als ik mijn rechterhand omhoog steek, roept u het woord ‘whiskeymixer’. Als ik mijn linkerhand omhoog steek, roept u ‘waxmasker’. Dus, daar gaan we: ‘Whiskeymixer, waxmasker, whiskeymixer, whixymisker...’ De stemming zit er meteen goed Door Petra Meijer

in, dus de improvisatiewedstrijd kan beginnen. ‘Onder uw stoel vindt u een roos. Deze kunt u de spelers toewerpen als u de scène vermakelijk vindt. De reden van uw natte kont is de zeiknatte spons die eveneens op uw stoel lag. Deze gooit u natuurlijk niet naar de spelers, maar naar de rechters. Het zijn nare mensen, erg negatief. Laten we die zuurpruimen er maar gelijk even bijhalen.’ Drie chagrijnig kijkende rechters betreden het podium. Zij moeten de spelers beoordelen op inhoud, amusement en techniek. ‘Ik wil absoluut geen blokkades zien. Met mijn collega zal ik een typische blokkade demonstreren. “Hey, Janoekovitsj, je moet aftreden.”’ ‘Nee!’, antwoordt de ander kortaf. Na de improvisatievormen ‘de draaideur’ en ‘de rollercoaster’ gaan de leden van beiden teams op date. Marike Eelhart van de Dordrechtse tegenstander ‘Fijn Dank u wel’ flirt met de drie overige leden van haar team. De een heeft polio, de ander Alzheimer, de laatste heeft last van eigendunk. ‘Leuk je te ontmoeten. Zal ik wat over mezelf vertellen?’

Ook Sander van Moeders Mooiste heeft een date. Hij weet alleen niet met wie. Achter zijn rug beantwoorden de ‘the terminator’, ‘Anita Meijer’ en ‘Pavarotti’ geduldig zijn vragen. ‘Hoe stel je mij aan mijn schoonouders voor?’ In de ronde ‘publieksparticipatie’ mogen de mensen in het publiek roepen wat ze gisteren gedaan hebben. Bram heeft net zijn rijexamen gehaald en wordt naar voren geroepen. Als de spelers juist uitbeelden hoe het gegaan is, dan moet hij op een belletje duwen. Zitten ze er helemaal naast, dan knijpt hij in een toeter. Dit leidt tot grote hilariteit als Bram op het belletje blijft duwen als de spelers een wel heel emotioneel afscheid met zijn moeder uitbeelden. Ook Moeders Mooiste kiest iemand uit het publiek, en ook Linda moet met een belletje aangeven of het klopt wat te spelers over haar zingen. Zo komen we te weten dat ze mensen masseert voor haar beroep, maar dat ze er niet van houdt om haar lijf ’s avonds met sushi te bekleden. Deze maand organiseert de char-

FILM

TRIANON The Grand Budapest Hotel dagelijks 18.45 + 21.30 za. zo. + wo. 14.30 The Wolf of Wall Street do. vrij. za. 20.30 The Monuments Men zo. ma. di. wo. 18.45 Non - Stop zo. ma. di. wo. 21.30 August: Osage County. dagelijks 18.45 + 21.30 KIJKHUIS La grande bellezza dagelijks 21.00 zo. 14.00 Nebraska dagelijks 19.00 zo. 14.30 Her dagelijks 18.30 + 21.30 LIDO 12 Years a Slave dagelijks 18.30 + 21.30 300: Rise of an dagelijks 21.30 Hartenstraat dagelijks 18.45 + 21.30 za. zo. + wo. 14.30 That Awkward Moment do. vrij. za. 18.45 Kenau zo. ma. di. wo. 18.45 Need for Speed 3D dagelijks 21.30 3 Days to Kill dagelijks 18.45 + 21.30 Toscaanse bruiloft do. vrij. za. 18.45 Ride Along zo. ma. di. wo. 18.45

MUZIEK

QBUS Quinteto El Despues Za 22 maart 20.30 vanaf €12,50 Jim Byrnes & All Star Black Hen Bluesband Di 25 maart 20.30 €10 DE TWEE SPIEGHELS Justina Wojtec band Vr 21 maart 21.00 JazzTrio Spaargaren, Dijkman, Stratz Zo 23 maart 16.00 Jamsessie o.l.v. Ewald Ebing Ma 24 maart 16.00 STADSGEHOORZAAL The Best of Britain Vr 21 maart 20.15 vanaf €20,50 Amsterdam Sinfonietta met Alexander Melnikov Za 22 maart 20.15 vanaf €22,50 Kirsten Vennix - Boem! Zo 23 maart 20.15 €17,50

THEATER

LEIDSE SCHOUWBURG Putting it together (Sondheim) Vr 21 maart 20.15 vanaf €10 Wende & Band Za 22 maart 20.15 vanaf €10 Cor Bakker ontmoet Mike Boddé Wo 26 maart 20.15 vanaf €10 THEATER INS BLAU Solaris - Joeri Dubbe / Korzo Producties Wo 26 maart 20.30 €16,00

DIVERSEN

mante amateurtoneelgroep een interne wedstrijd, waarbij twee van haar eigen teams het tegen elkaar opnemen. Belangrijke tip: wie liever geen natte sponzen in zijn nek krijgt, kan beter achteraan gaan zitten. Niet iedereen kan namelijk even goed mikken. Moeders Mooiste Theater Imperium vrijdag 28 maart, 20.30 u, € 7 reserveren kan via www.moedersmooiste.net

MUSEUM VOLKENKUNDE Kuniyoshi – De tekeningen t/m 22 juni MUSEUM BOERHAAVE 100 jaar uitvindingen, Made by Philips Research t/m 26 oktober Amazing Models t/m 1 juni SIEBOLDHUIS Nensha - Japans geïnspireerd werk van Chris Berens t/m 22 juni Sekimori Ishi Modern t/m 23 juni UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK Tentoonstelling Strijd om de herinnering t/m 20 mei


12  Mare · 20 maart 2014 Inburgeren

Kamervragen

Wat ik niet snap

Foto Marc de Haan

‘De muizen kiezen de vieste kamer’ Philippine Abelsma (21, geneeskunde) Huis: Hoo79racht Kamer: 18m2 Kost: €330 inclusief Bewoners: 19 Is het moeilijk om in zo’n actief huis een kamer te bemachtigen? ‘Voor een hospiteeravond krijgen we soms tachtig aanmeldingen. Mensen die enkel zeggen dat ze graag langskomen, vallen meteen af. Op basis van de leukste verhaaltjes kiezen we twintig mensen. Het blijft lastig, want iedereen houdt van biertjes drinken en filmpjes kijken, en iedereen is “een beetje rommelig maar wel heel gezellig”. Dat zijn dan ook de verboden woorden. ‘Ik hoorde van de hospiteeravond via een commissiegenootje. Ik woonde op de Rijnsburgerweg maar wilde graag naar een actief verenigingshuis.’

Wat maakt het hier zo bijzonder? ‘We hebben een heel jong huis. Ik woon hier nu drie jaar en ben een van de oudsten. Eerst vond ik dat jammer, maar dankzij de nieuwe huisgenoten zijn we wel veel hechter geworden. We kennen elkaar écht en alles kan gezegd worden.’ Hebben jullie speciale tradities? ‘Er wordt elke dag samen gegeten, we gaan op huisweekend, organiseren een klaverjastoernooi en elk jaar een groot huisfeest. Op 2 oktober is het indrinken met de nieuwe huisgenoten en op derde kerstdag hebben we een diner waarbij de eerstejaars een speech moeten geven. Omdat ze verder geen instructies krijgen resulteert dat in ontzettend creatieve dingen. En dankzij een onderhuurder staat er nu een enorme trampoline in de tuin.’

Waaraan ben je gehecht? ‘Ik ben heel blij met mijn kamer, maar ik zit hier bijna nooit. We zijn meestal in de fusie. Ik ben ook niet echt aan voorwerpen gehecht. Het meest blij ben ik met mijn Nespresso-apparaat en het schilderij dat een vriend op de middelbare school voor me maakte.’ Het is hier wel heel netjes. ‘Dat komt vooral omdat we net grote schoonmaak hebben gehad. Dat is altijd een eeuwig dilemma: iedereen wil dat het schoon is, maar niemand wil schoonmaken. We hebben veel muizen tussen de muren. Als het op mijn kamer smeriger is dan bij mijn onderbuurman zitten ze bij mij. Als ik net heb schoongemaakt zitten ze bij hem. Maar ik heb een hoogslaper, dus ze zullen vast niet zo snel over mijn bed heen lopen.’

Halen jullie veel geintjes met elkaar uit? ‘Ik kwam een keer midden in de nacht thuis toen mijn kamer helemaal leeg was. Al mijn spullen waren verdwenen. Er lag een briefje dat me naar een andere kamer leidde. Daar vond ik weer een briefje. ‘Na een speurtocht door het hele huis vond ik de sleutel van een leegstaande kamer aan het been van een huisgenoot. Ze hadden al mijn meubels daar opgestapeld. ‘Gisteren had iemand een Chokotoff in het worstenbroodje van een huisgenoot gedaan. Hij kwam er gelukkig op tijd achter en heeft toen een berichtje gestuurd met “Gast, wat heb je gedaan?! Nu heb ik mijn tand gebroken!”’ Door Petra Meijer

Presentaties: bij vrijwel elk vak, elk semester, elk jaar opnieuw. Ik heb me al vaak afgevraagd of er überhaupt wel universitaire opleidingen bestaan zonder presentaties. Zo ja, voor alle lucky bastards daar: ik gun het je van harte. Want ik heb echt een hartgrondige hekel aan die steeds terugkerende last die docenten blijkbaar als de Heilige Graal van onderwijzen beschouwen. Begrijp me niet verkeerd, ik ben best wel goed in presentaties geven. Ik heb nooit last van zenuwen, kan prima mijn tekst onthouden en ik heb geen problemen met public speaking. Het is eigenlijk zelfs de makkelijkste manier voor me om een goed cijfer te halen binnen een vak. En toch heb ik er nooit zin in. Ik snap het punt namelijk niet. Een enkele zeldzame keer leert iemand er misschien wel eens wat van bij. Maar de doorsnee presentatie bestaat voor minstens de helft uit het (hakkelend, met rood gevlekt aangezicht en trillende vingers) herkauwen van de leerstof en/of voorgeschreven literatuur die iedereen in die ruimte dus sowieso al heeft gelezen. Niemand vindt die presentaties doorgaans ook écht interessant, zeker niet als ze langer dan een kwartier aanslepen. En dat groepje studenten vooraan staat er ook alleen maar een beetje aan weigerende Powerpointbestandjes te prutsen en ellendig om zich heen te kijken. Werkelijk niemand vermaakt zich, of het zou de docent moeten zijn. Ik vind het in ieder geval zonde. Wanneer het bedrag dat je jaarlijks neer moet tellen om onderwijs op universitair niveau te krijgen uit minstens vier getallen bestaat, verwacht je toch op zijn minst waar voor dat geld te krijgen. In plaats daarvan wordt er bij vrijwel elk vak wekelijks een gewoonte van gemaakt om de helft van de collegetijd te spenderen aan onderricht door medestudenten. Dan heb je al die prachtig geschoolde, gepromoveerde, briljante docenten binnen je opleiding, zitten ze tot aan de pauze alleen maar op een stoel aantekeningen te maken van dingen waarover zij honderd keer meer kennis bezitten dan de mensen die het daar staan te vertellen. Kan iets persoonlijks zijn hoor, maar ik krijg toch liever college van iemand die de opleiding al daadwerkelijk heeft afgerond en dus weet waar ie ’t over heeft dan van een medestudent die al die informatie nog maar een week bezit. En het dan waarschijnlijk nog van Google heeft ook. Als er een boeiende klassikale discussie uit voortkomt, oké, dan zie ik er het nut nog van in. Maar verder: mag het een béetje minder, beste docenten? Scheelt ons ook weer die inspanning van geveinsde aandacht. Talitha Dehaene

Bandirah


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.