25 september 2014 38ste Jaargang • nr.4
‘Quiddich is echt een ruige sport’ Pagina 12
Veertig jaar Pelikaanhof: hoe het tuig verdween en brave studentjes bleven
Apen blijven nodig als proefdieren, schrijft de KNAW in rapport
Rechters geven mannen en vrouwen vaak verschillende straffen
Pagina 6
Pagina 7
Pagina 8
De ideale proeftuin
Augustinus als ultiem sociaalwetenschappelijk experiment
‘Zingen, dansen, stampen en onderlinge competitie hebben een positief effect op vriendschap.’ Foto Taco van der Eb
Vriendschappen hebben een even grote impact op de gezondheid als wel of niet roken. Wetenschappers uit Leiden, Oxford en Helsinki hebben nu een ideale plek gevonden om zulke theorieën te toetsen: studentenvereniging Augustinus. DOOR PETRA MEIJER Eigenlijk begon het stomtoevallig. De Leidse promovendus Max van Duijn bezocht een congres en stelde zichzelf voor aan zijn toekomstige collega’s uit Oxford en Helsinki, die onderzoek deden naar
sociale relaties. ‘Op een gegeven moment zei ik dat ik nog wel een leuke casus wist: sociale relaties binnen Augustinus, de studentenvereniging waar ik zelf lid ben geweest.’ Het balletje begon te rollen en voor hij het wist werd de eerstejaarslichting van Augustinus het studieobject van een internationaal onderzoeksteam, met Anna Rotkirch van de universiteit in Helsinki als onderzoeksleider en Van Duijn als middle man. ‘Studentenverenigingen zijn best vaak negatief in het nieuws’, vertelt Van Duijn, die zelf onderzoek doet naar taal en de capaciteit om in te schatten wat anderen denken. ‘Er is
pas nog een heel zuur Amerikaans artikel verschenen, waarin de journalist stelde dat studentenverenigingen je zouden brainwashen en dingen lieten doen die je eigenlijk niet wilde.’ Tussen je vijftiende en vijfentwintigste bouw je een belangrijk deel van je sociale netwerk op, zegt Van Duijn. ‘The friends you bury, of zoals we dat in Nederland positiever zeggen: vrienden waar je oud mee wordt, vrienden voor het leven. In Nederland is dat op unieke wijze geïnstitutionaliseerd binnen studentengezelligheidsverenigingen. Voor de Finse en Engelse on-
derzoekers is dat razend interessant’, zegt Van Duijn. ‘In Finland heb je ook studentenverenigingen, maar niet met deze structuur’, legt Rotkirch uit. ‘We doen onderzoek naar Augustinus omdat hun aanpak met cordialen sterk overlapt met hoe je volgens de vakliteratuur vriendschapsbanden zou moeten smeden.’ Van Duijn: ‘Als bepalende factoren voor het ontstaan van sociale banden wordt vaak genoemd: hoe vaak je elkaar ziet, gedeelde fysieke inspanning, zingen, gecoördineerde acties (stampen, dansjes), competitie, eten maken en samen een maaltijd delen.
Heel toevallig zijn dat precies de activiteiten die de eerstejaars bij een studentengezelligheidsvereniging samen ontplooien. Sterker nog: als je op basis van wetenschappelijke inzichten een soort instituut zou moeten ontwerpen om vriendschap in te kweken, dan zou dat instituut er misschien wel zo uitzien als de Nederlandse gezelligheidsverenigingen.’ Zonder dat de buitenwereld daar iets van af wist werd de eerstejaarslichting van 2013-2014 een jaar lang gevolgd. Op verschillende momenten werd de eerstejaars vragenlijsten afgenomen. ‘Eerst vroegen we naar hun interesses en deden we een aantal testjes. Vervolgens hebben de deelnemers een online vragenlijst ingevuld over hun vriendschappen en sociale relaties binnen het cordial. Van de vierhonderd eerstejaars raakten uiteindelijk ongeveer 250 studenten betrokken bij het onderzoek.’ Rotkirch: ‘Wij zijn geïnteresseerd in hoe de groepsvorming verloopt, hoe vriendschappen ontstaan. Daar is verrassend weinig onderzoek naar gedaan bij volwassenen. Zelf ben ik geïnteresseerd in genderverschillen: de cordialen bestaan geheel uit mannen of vrouwen. Wat zijn de verschillen? Heb je leiders, en zo ja, hoe komen die naar voren? Verschillen ze in hoe ze omgaan met conflicten? Wat is de relatie tussen de eigenschappen van de groep en die van de individuele leden?’ Etnografisch onderzoek werd er bij Augustinus niet gedaan. ‘De wetenschappers willen dat wel graag, maar daar zit Augustinus niet echt op te wachten. Het is niet de bedoeling dat je een biertje drinkt terwijl er een onderzoeker naast je aantekeningen staat te maken. Maar ze zijn wel een avondje langs geweest.’ Tijdens het bezoek aan Augustinus viel Rotkirch vooral de vrouwencordialen op. ‘Ze zingen en drinken net zo hard mee, en hebben hun eigen kleren. Het cliché in de sociologie is dat vrouwen niet zulke groepen vormen.’ Volgens Van Duijn was het bezoek ‘echt een “wow” voor de sociale onderzoekers. Er kwamen studenten met facepaint op naar een feestje, er werd gedronken, gezongen en gedanst. Het was er natuurlijk een grote endorfinebom.’ > Verder lezen op pagina 5
Advertentie
Leenstelsel naar Kamer gestuurd
Tentamenboete keert terug
A LA CARTE DAGELIJKS VANAF 17.00 UUR
Minister Bussemaker heeft het wetsvoorstel over het afschaffen van de basisbeurs en het invoeren van het leenstelsel bij de Tweede Kamer ingediend.
Rechten vraagt 25 euro aan studenten die zich te laat inschrijven voor tentamens. Dat mocht eerst niet van de minister, maar wordt nu gedoogd.
AFSTUDEER ARRANGEMENT
Pagina 4
Lunch dond/zond vanaf 12.30 uur, menu’s vanaf € 19,50 Diner dagelijks vanaf 17.00 uur, menu’s vanaf € 27,50 ***
Pagina 5
Bubbel en amuse, menu en wijn, all-in € 39,50 p.p. ***
IENS RESTAURANTWEEK
Bandirah Pagina 12
Bij mooi weer op ons parkterras t/m 5 oktober a.s. op reservering! 3-gangen surprisemenu € 25,00 p.p.
mare-prentenkabinet 140922.indd 1
Kloksteeg 25, LEIDEN (t.o Pieterskerk) 071-5126666 of www.prentenkabinet.nl
22-09-14 13:47
2 Mare · 25 september 2014 Geen commentaar
Drill sergeant ‘De jeugd van tegenwoordig is nog te lui om te bibberen als ze het koud heeft. Zwaai die armen eens op! Het zijn geen vaatdoekjes!’ schreeuwt een studieadviseur op een regenachtige dag in het Van der Werfpark. Een lange rij scholieren, gekleed in een groene overall, raakt langzaam doorweekt. Ze verkeren in lichte shock en de twijfel slaat toe: ‘Is dit wel de studie voor mij?’ vraagt een deel van hen zich af. De adviseur ziet de twijfel in de ogen. Mooi, dat was de bedoeling. Er komt een bestelwagen voorrijden. De schuifdeur gaat open en dozen worden uitgeladen. De adviseur grijpt een wettenbundel uit de doos. Iedereen krijgt een boek, en de scholieren drukken hun nieuwe bijbel tegen het hart. De scholieren scanderen: ‘Dit is mijn wettenbundel. Er zijn er veel die er op lijken, maar dit is de mijne. Het is mijn beste vriend. Zonder deze wettenbundel ben ik niets en de wettenbundel is niets zonder mij.’ Het peloton marcheert vervolgens een onzekere toekomst tegemoet. En iedereen weet: een groot deel zal de streng selectieprocedure niet overleven. Van minister Bussemaker van Onderwijs mogen in 2017 studies die een numerus fixus hebben, niet langer loten. Opleidingen die toch een studentenmaximum instellen, dienen zelf een selectieproces in te voeren. En dat is een probleem. ‘Dat wordt een heel circus’, zei decaan Rick Lawson tijdens de faculteitsraad. Rechten had dit jaar een fixus van 1050 eerstejaars en die liep mooi vol. De faculteit gebruikt de fixus om enigszins lijn te krijgen in het aantal studenten dat elk jaar voor de deur van het KOG staat. En dat is van groot belang omdat de faculteitsgebouw toch al de hele dag tot de nok toe is gevuld. Rechten zit er niet op te wachten om zelf te moeten selecteren. ‘We hebben weinig vertrouwen in bestaande selectieprocedures’, aldus Lawson. ‘Lukt je het nou werkelijk om in een gesprek of ene brief met enige precisie uit te zoeken wie nu uitgroeit tot een goede jurist of criminoloog? Zijn daar indicatoren voor?’ Het opzetten van een procedure om 1050 studenten uit 1100 à 1150 aanmeldingen te selecteren noemde hij ‘potsierlijk.’ Het is dan ook niet waarschijnlijk dat scholieren die Leiden rechten willen studeren de Door Vincent Bongers
Colofon
Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272
stormbaan op moeten. Zelfs een selectiedag ergens op de hei zit er niet echt in. Maar als de faculteit de fixus wil behouden, moet zij toch echt een circuskunstje voor de aankomende student bedenken. En dat wordt een dure grap. ‘We hebben er gelukkig nog een paar jaar om er over na te denken’, aldus Lawson. Hopelijk gaat het faculteitsbestuur uiteindelijk toch all the way en schoolt het haar studieadviseurs om tot drill sergeant. Kunnen zij mooi in het veld al hun frustraties over zeurende en luie rechtenstudenten botvieren op onschuldige nuldejaars.
Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl
De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000
Column
Hoofdredactie
Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie
Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Petra Meijer p.meijer@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Gabe Kramer (stagiair) gabekramermare@gmail.com
Zure fashionista
Medewerkers
Talitha Dehaene • Tim Meijer • Esha Metiary • Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving Marcel van den Berg Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Redactieraad
Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • Prof. dr. F. Israel (vicevoorzitter) • drs. B. Funnekotter • R. Donkersloot • G. Drijer • K. Innemee • D. Jacobs • mr. F.E. Jensma • S.K. Kerkhof • C. van Leeuwen • dr. S.J. van der Linde • prof. dr. N.J. Schrijver • dr. J.P. Vollaard • C. van der Woude Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare.leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
Na vijf maanden in Japan te hebben gezeten ben ik, op moment van schrijven, drie dagen terug in Nederland. Vijf maanden is blijkbaar lang genoeg om de rare trekjes van Japan normaal te gaan vinden, en me nu te verbazen over Nederland, en vooral de Nederlanders. Laten we vooropstellen: Tokyo is geen Leiden. Alleen de kledingstijl al. Een Japanner draagt niet zo maar een leren jasje, maar gaat gelijk voor de volledige James Dean. Meisjes doen niet zo maar een schattig jurkje aan. Nee, zonder complete Alice in Wonderland-look gaan ze de straat niet op. Je hebt een schier oneindig en onmogelijk te beschrijven variatie aan stijlen. Soms verschrikkelijk, soms fantastisch, maar het mooie aan Tokyo is dat iedereen een stijl kiest – maakt niet uit wat – en er honderd procent voor gaat. (Mijn favoriete stijl is overigens Fwah Fwah, vernoemd naar de iets wat ik zou vertalen als ‘schattig en pluizig als een poedel’.) Die dedicatie geldt zelfs, of juist vooral, voor de salary man: de gemiddelde japanner met de gemiddelde kantoorbaan. In Tokyo heb je niet zomaar een kantoorbaan. Nee, als je eenmaal loonslaaf bent dan ga je er ook voor. Honderd procent. Het is Karoˉshi (vrij vertaald als ‘dood door overwerk’) of de dood. Strak in pak probeer je elk teken van eigen persoonlijkheid weg te poetsen. Je gaat op in de massa van identieke soortgenoten. Het maakt niet uit waar je vandaan komt, of wat je toekomstplannen zijn. Op dit moment ben je salary man. En elke avond zuip je met collega’s je verdriet weg, in een van Tokyo’s duizenden izakaya’s, om dan direct van de kroeg terug naar werk te gaan. En ik kan het weten, want ik woonde in Kanda: een wijk die in de wijde omtrek bekendstond als de kantoorslaafeindhalte. Mijn straat werd bevolkt door hoeren, Yakuza, traditionele eettentjes, chique restaurants en honderden, zo niet duizenden salary men. ‘s Avonds moest ik mij door een horde dronken baby faced Japannertjes worstelen, die allemaal straalbezopen
en in identiek zwart pak over mijn straat zwalkten. Vlak voor mijn deur ging er een over z’n nek. Ik vond het prachtig. Ik was thuis. Terug in Nederland aangekomen is er één gedachte die telkens weer boven komt drijven, iets waar ik voor Japan nauwelijks bij had stilgestaan. Mijn God, wat zijn wij slecht gekleed. Echt waar. Het is beschamend. Geen kleur, geen vorm, helemaal niets. Een vriendin vond dat ik mij aanstelde. Ze wees naar een willekeurig meisje, dat voor modieus door moest gaan. Het willekeurige meisje had haar dikke kont in een afzichtelijke panty gehesen. Een witte, met zwarte geometrische vormpjes er op. En een topje met hetzelfde geometrische patroontje, maar dan nét een beetje anders. De vriendin van het willekeurig meisje had een sjaal over haar spijkerbroek gedrapeerd. Jawel. Een sjaal. Niet alleen vrouwen natuurlijk. Mannen, mij incluis, komen er zo mogelijk nog slechter van af. Op Leiden Centraal kwam ik het prototype Nederlandse man tegen. Boomlang. Fier voor zich uit kijkend. Blonde manen achterover gekamd. En een rode broek. Wat een lul. Ik had me er al bij neergelegd dat Nederland niet meer het Nederland van mijn herinneringen was. Dat ik de komende paar maanden als een zure fashionista door het leven moest. Maar toen gebeurde er iets wonderbaarlijks. Terwijl ik met mijn koffer over de Breestraat sjokte, was daar plotseling Minerva, volop bezig met de kennismakingstijd. Die avond moest ik mij door een horde dronken baby faced Minervaantjes worstelen, die allemaal straalbezopen en in identiek zwart pak over mijn straat zwalkten. Vlak voor mijn deur ging er een over z’n nek. Ik vond het prachtig. Ik was thuis. Benjamin Sprecher is promovendus bij het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden
25 september 2014 · Mare 3 Mensen
Hoeveel is democratisering ons waard? Promotie over de invloed van de EU op Syrië Op de Nederlandse ambassade in Damascus ervoer René Spitz het bewind van de Syrische president Assad van dichtbij. Vandaag promoveert hij op de vraag hoe de Europese Unie het bewind probeert te beïnvloeden. ‘Mensen worden gedwongen partij te kiezen midden in een orkaan van geweld. Ik vraag me vooral af wat de gevolgen van de militair interventie van de internationale coalitie op lange termijn voor de bevolking zal zijn’, zegt René Spitz (1955), die benadrukt dat hij op persoonlijke titel praat. Van 2004 tot 2009 werkte hij op de Nederlandse ambassade in Damascus, vandaag promoveert hij op een onderzoek naar maatschappelijke organisaties in Syrië en de invloed die de EU probeert uit te oefenen op het bewind van Bashar al-Assad. Amerika is net begonnen met het bombarderen van stellingen van IS in Syrië, de zoveelste escalatie in een onoverzichtelijk en bloedig conflict. Gisteren werd bekend dat Nederland F16’s naar Irak stuurt. ‘Ik weet niet of deze aanvallen bijdragen aan het vinden van een weg uit dit conflict en of dit militair ingrijpen gerechtvaardigd is’, zegt Spitz, die tegenwoordig is verbonden aan de ambassade in Algerije. ‘Ik kan daar geen oordeel over geven, dat is aan de politiek. Dit ingrijpen is direct gelieerd aan een groot menselijk drama, maar biedt het ook een opening voor een dialoog tussen de oorlogvoerende partijen? Het belangrijkste voor de burgers is dat de gevechten stoppen en dat de Syrische partijen met elkaar om de tafel gaan zitten. De stem van de burgerbevolking en de mensen die een politieke oplossing zoeken, wordt nu gesmoord in het geweld.’ De Syrische samenleving bestaat uit heel veel etnische- en religieuze groepen. ‘Het is een land dat is ontstaan na uiteenvallen van het Ottomaanse rijk. Er zijn toen door de Engelsen en Fransen grenzen getrokken die dwars door allerlei Door Vincent Bongers
Medewerkers van de Syrische ambassade betuigen steun aan president Assad tijdens een voetbalwedstrijd tussen Irak en Syrië, in maart 2013. Foto Hollandse Hoogte bevolkingsgroepen lopen. Dat is een van de redenen waarom het zo moeilijk is om een uitweg te vinden. Mensen moeten het gevoel hebben dat zij iets met elkaar delen. De vraag wat nu de Syrische identiteit is, is echter sinds de onafhankelijkheid van het land in1946 nauwelijks vrij bespreekbaar geweest.’ In Syrië hield Spitz zich onder andere bezig met mensenrechten, een heikele onderneming in een land dat met ijzeren hand werd geregeerd door Assad. ‘Ik heb zelf geen aanvaring gehad met het regime. Wel weet je dat veiligheidsdiensten geïnteresseerd zijn in je contacten en je volgen. Dat betekent dat je dus
heel voorzichtig moet opereren. Ik had veel contact met mensenrechtenactivisten en advocaten. Drie van mijn eigen contacten zijn sinds het uitbreken van de opstand tegen het bewind in 2011 verdwenen. De adocaten Khalil Matouq en Mazen Darwish zijn opgepakt door het Syrische regime. Razan Zeitune is met haar man en twee andere activisten opgepakt in een voorstad van Damascus en zijn in handen van gewapende rebellen. Andere Syrische vrienden en kennissen van ons zijn gevlucht naar het buitenland. ‘Met weer andere collega’s in Damascus heb ik sporadisch contact. Ze leven onder moeilijke omstan-
digheden. Ze hebben vaak geen werk meer. En ook al leven ze in relatief veilige wijken, er vallen af en toe mortieren of er vinden onverwachtse schietpartijen plaats. Verder is het leven enorm duur geworden en vallen elektriciteit en watervoorziening geregeld uit. Zij leven continu in angst.’ Spitz gaat in zijn proefschrift in op hoe de EU probeert invloed uit te oefenen op het bewind van Assad. Hij richt zich dan vooral op de rol die allerlei belangengroepen kunnen spelen in het bevorderen van democratie. ‘Het maatschappelijk middenveld in Europese landen is een bont ge-
zelschap van vakbonden, actiegroepen, charitatieve organisaties en de media. Die vervullen een rol in de dialoog tussen burger en overheid en controleert deze ook. Het is een kracht die democratiebevorderend werkt. Dat model proberen we te exporteren naar landen met een autoritair bewind. Ik stel er vraagtekens bij of dit werkt. ‘In Syrië ziet het maatschappelijk middenveld er heel anders uit dan hier. Er is maar een hele kleine groep mensen die invloed heeft. De overheid geeft organisaties maar weinig speelruimte, ze worden eerder tegengewerkt. Het bewind heeft uiteraard geen belang bij een sterk, onafhankelijk maatschappelijk middenveld.’ Het werd de EU onmogelijk gemaakt om via ontwikkelingssamenwerking steun te geven aan organisaties die het bewind niet bevielen. ‘Assad deed zijn best om deze organisaties de nek om te draaien. De Unie gaf bijvoorbeeld steun aan een Syrische niet-gouvermentele organisatie (ngo) die werd opgericht om de capaciteit van andere ngo’s te vergroten. De EU deed dit allemaal heel zichtbaar. Ik was aanwezig bij de opening, net als ambassadeurs van een aantal lidstaten. Maar het regime trok zich daar niets van aan en sloot het centrum al na een paar dagen. ‘Beleidsmakers in Nederland en de EU moeten goed kijken of vooronderstellingen van hun beleid kloppen en rekening houden met de werkelijke situatie in het land waar zij activiteiten ondersteunen. Doelstellingen moeten realistich zijn. Je kunt ook voor de “meer voor meer”-aanpak kiezen. Als een land voortgang boekt op het gebied van de bescherming van mensenrechten en democratisering, intensiveer je de steun. We hebben echter zelf ook belangen om bepaalde landen te helpen, bijvoorbeeld om illegale immigratie tegen te gaan, opvang van vluchtelingen in de regio mogelijk te maken en bij de bestrijding van terrorisme. Hoeveel is democratisering ons in deze context waard? Dat is een politieke afweging.’
Frutti di Mare
Geen Pacman spelen met schedels ‘De mens bestaat pas een oogwenk. Als om twaalf uur middernacht de aarde is ontstaan, komt de mens pas om vijf voor twaalf ’s nachts om de hoek kijken’, vertelt Piet van Vliet van Naturalis. Over die laatste vijf minuten gaat de workshop ‘Evolutie van de mens’, waar vierentwintig studenten van de culturele studentenvereniging Prometheus aan deelnemen. Zestien mensenschedels liggen verspreid over twee tafels. De studenten worden verdeeld in groepjes van drie. Ieder groepje heeft twee schedels voor zich liggen waaraan ze moeten aflezen welke primitiever is. ‘De schedels zijn niet echt’, benadrukt Van Vliet. ‘Daarvan zijn er namelijk niet voldoende aanwezig en bovendien liggen die over de hele wereld verspreid. Maar dit zijn wel wetenschappelijk verantwoorde replica’s waar ook echte wetenschappers mee aan de slag gaan.’ De studenten raken snel in discussie over welke schedel ouder moet zijn. Een van de groepjes is er al vrij snel uit: ‘Deze Door Sebastiaan van Loosbroek
heeft goed ontwikkelde, uitgestoken kaken’, merkt Robert van de Peppel (22, geneeskunde) op. ‘En een smal gezicht in verhouding tot de lengte.’ Een groepsgenoot vult enthousiast aan: ‘Ja, en hij heeft een geprononceerde wenkbrauwboog!’ Een ander groepje denkt te maken te hebben met twee verschillende soorten schedels waarvan de ene niet een voorloper is van de andere. De linker heeft namelijk vier scherpe hoektanden terwijl de rechter een prachtige rij mensentanden heeft. ‘Hij heeft een kunstgebit’, grapt er een. Ze blijken het goed te hebben, want de schedel met de hoektanden is van een chimpansee. ‘Ik ben helemaal gelukkig’, straalt eerstejaars archeologiestudente Guus Halewijn. ‘Het is net een archeologisch uitje want je bent echt bezig met de geschiedenis van botten. Pas volgend jaar krijg ik hier college over.’ Esther van Haren (21, bestuurskunde) pakt de schedel die voor haar ligt en zoekt daarmee toenadering tot de schedel tegenover haar. ‘We gaan geen Pacman spelen’, grapt Naturalis-medewer-
ker Lucas Knitel. Verderop probeert een jongen zijn verengingsgenoot te laten schrikken door een groot doodshoofd bij zijn schouder te laten verschijnen. Het slachtoffer is niet onder de indruk. Als iedereen weer bij de les is, bespreken ze met Knitel de overige kenmerken van een primitieve schedel. Die heeft bijvoorbeeld vaak een soort kam bovenop het hoofd. ‘De kauwspieren zaten daaraan vast’, vertelt Knitel. ‘Dus deze konden heel goed kauwen.’ Een student merkt op dat een oude schedel verhoudingsgewijs een heel kleine hersenpan heeft. ‘Klopt. En vroeger hadden we heel grote tanden, mede om indruk te maken op de vrouwtjes’, vervolgt Knitel. ‘Nu hebben we die gelukkig niet meer, want kussen wordt dan erg lastig.’ De groep begint ongemakkelijk te lachen. Als laatst moeten de studenten proberen alle schedels op volgorde te zetten van oud naar jong. Dat blijkt nog een heel karwei. Maar een jongen weet zeker dat de schedel van de homo erectus vrij recent is: ‘Een erectus loopt in ieder geval rechtop.’
‘Kussen met grote tanden wordt erg lastig.’ Foto Taco van der Eb
4 Mare · 25 september 2014 Nieuws
Papua-leerstoel Er komt een leerstoel Austronesische en Papua Taalkunde binnen de Universiteit Leiden. Taalkundig onderzoekster Marian Klamer, momenteel al werkzaam voor LIAS en LUCL, gaat die per 6 februari 2015 bekleden. Zij zal als hoogleraar de verschillen en overeenkomsten van talen onderzoeken en de historische ontwikkeling daarvan. In 1999 kwam Klamer in Leiden te werken binnen een Spinoza-onderzoeksgroep. Daarvoor was ze verbonden aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, waar ze in 1994 cum laude promoveerde. Met een VIDI-subsidie onderzocht ze aan de Universiteit Leiden sinds 2002 taalkundige variatie in het oosten van Indonesië. Dit jaar nog haalde ze subsidie binnen voor een VICI-project.
Lintje bij vertrek Prof. dr. Gertjan Fleuren, vertrekkend hoofd van de afdeling Pathologie aan het LUMC is benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Hij ontving de koninklijke onderscheiding na afloop van een speciaal georganiseerd minisymposium en een afscheidscollege, ter gelegenheid van zijn emeritaat. Fleuren is sinds 1988 werkzaam voor de universiteit en aan het LUMC. De laatste jaren hield hij zich bezig met de vraag hoe tumoren kunnen ontsnappen aan het afweersysteem. Zijn onderzoek droeg bij aan het inzicht in het ontstaan en het gedrag van tumoren bij baarmoederhalskanker. Fleuren ontving de versierselen van locoburgemeester Marleen Damen.
Prijs voor Ewine van Dishoeck Hoogleraar moleculaire astrofysica Ewine van Dishoeck heeft in Zweden de Gothenburg Lise Meitner Award 2014 ontvangen. De prijs wordt elk jaar toegekend aan een wetenschapper die een belangrijke natuurkundige ontdekking heeft gedaan. Van Dishoeck kreeg de prijs voor het ‘identificeren van de reeks moleculaire reacties van het ijle gas en microscopische stofdeeltjes die het ontstaan van sterren en planeten mogelijk maken’. Van Dishoeck doet onderzoek naar het ontstaan van sterren en planeten. Ze ontving diverse prijzen en is ook de wetenschappelijk directeur van de Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie
10.000 bloembollen De Universiteit Leiden bestaat volgend jaar 440 jaar, maar ook de Hortus Botanicus viert dan een lustrum. De plantentuin bestaat in 2015 namelijk 425 jaar. Daarom plantten hortusmedewerkers afgelopen week tienduizend bloembollen, in de vorm van het getal 425, aan de Singelkant. In het voorjaar is het resultaat vanaf de Witte Singel, iets voorbij de UB te zien.
Minerva schenkt kunstwerk Minerva bestaat 200 jaar en heeft ter ere van dit 40ste lustrum de universiteit een kunstwerk cadeau gedaan. Het werk met de titel Monument voor Nobellaureaten van de Universiteit Leiden is van de hand van kunstenaar Yasser Ballemans en hangt in de Huygenszaal van de UB. Het van acryl, aluminium en staal gemaakte object symboliseert alle Leidse Nobelprijslaureaten, waarbij iedere koker van het kunstwerk een andere kijk op de wetenschap verbeeldt.
Planetenreis De Nederlandse Onderzoeksschool voor Astronomie heeft een internationale versie uitgebracht van hun educatieve spel Planetenreis. Het spel kwam er mede dankzij bijdragen van de Leidse sterrenkundigen Marijn Franx en Ewine van Dishoeck, en sinds deze week is het ook beschikbaar in het Engels, Duits, Frans, Spaans en Zweeds. Het spel is bedoeld voor kinderen vanaf zes jaar, en laat hen kennis maken met de planeten in ons zonnestelsel.
Leenstelsel naar Tweede Kamer Raad van State kritisch over voorstel Het wetsvoorstel over het afschaffen van de basisbeurs en het invoeren van het leenstelsel is officieel bij de Tweede Kamer ingediend. De Raad van State had kritiek op het voorstel, maar minister Bussemaker heeft deze grotendeels naast zich neergelegd. Verschillende tegenstanders van het voorstel planden een demonstratie, op 14 november op het Malieveld in Den Haag. Het wetsvoorstel beoogt een flinke bezuiniging door de basisbeurs voor studenten in het hoger onderwijs af te schaffen. Mbo-studenten behouden wel een basisbeurs. Er is overeengekomen dat het extra geld dat deze bezuiniging opbrengt, in de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs wordt gestopt. Daarbij gaat het waarschijnlijk om een structurele investering van 620 miljoen euro. Voor wie de studie niet kan betalen, is er de mogelijkheid om te lenen. De huidige voorwaarden worden versoepeld. Zo staat er in het voorstel onder meer dat de afbetaling van de studieschuld maximaal vier procent van het maandinkomen zal bedragen. Dat is momenteel nog maximaal 12 procent. Daarnaast krijgen studenten 35 jaar de tijd om hun studieschuld af te lossen, tegenover de huidige 15 jaar. Voor studenten met ouders met een inkomen lager dan 46.000 euro is er bovendien een aanvullende beurs. Deze gaat met 100 euro omhoog naar 365 euro. De ov-jaarkaart Door Petra Meijer
blijft, en wordt ook beschikbaar voor alle mbo-studenten. De Raad van State vraagt zich af waar de voorgestelde lastenverzwaring voor studenten op gebaseerd is. Volgens de regering berust deze op een sterker toenemend persoonlijk profijt in verhouding tot het maatschappelijk profijt, maar volgens de Raad van State blijkt dat niet uit de toelichting. ‘Het geschetste betere perspectief op een hoger inkomen is niet nieuw en is de laatste jaren niet toegenomen. Nergens blijkt ook dat het maatschappelijke profijt in
de afgelopen jaren minder zou zijn geworden. Onderzoek van de Onderwijsraad wijst uit dat individu en samenleving als geheel gelijkelijk profiteren van de financiële investeringen in het hoger onderwijs.’ De Raad van State stelt daarnaast een overgangsregeling voor de huidige bachelorstudenten voor. Zij ontvangen nu een basisbeurs, maar verliezen deze als ze beginnen aan een master. ‘Op het moment dat deze student aan zijn studie begon, hoefde hij er geen rekening mee te houden dat er geen recht op basis-
beurs meer zou zijn voor een deel van de studie.’ De minister legt de kritiek grotendeels naast zich neer en wijst op het feit dat de overheid nog steeds het grootste deel van de studie blijft betalen. ‘In het hoger onderwijs is dat ongeveer 6.500 euro per student per jaar.’ Ze wil dat het wetsvoorstel ‘hervorming van de studiefinanciering’ vanaf 1 september 2015 van kracht wordt. Een jaar lang onderhandelden politici over het voorstel. In mei werden de coalitie en oppositiepartijen D66 en GroenLinks het eens.
Leidse horeca: één... ‘Door naar Parijs!’ twee... Free Oktober Leidse horecaondernemers dreigen niet meer mee te doen met de viering van het Leidens ontzet. Ze zijn boos over vergunningen en extra onkosten en. Veel van de activiteiten die tijdens Leidens ontzet plaatsvinden worden georganiseerd door de 3 October Vereeniging. Horecaondernemers nemen echter ook een groot deel van de festiviteiten voor hun rekening. Zo organiseert Estaminet Schommelen al jaren het pleinfeest op het Gerecht. Maar dit jaar niet meer. Eigenaar Harold Fleurke is de regelgeving van de gemeente meer dan zat. Ook De Twee Spieghels is sinds enkele jaren opgehouden met het organiseren van activiteiten. Volgens Wouter Vermeulen, eigenaar van De Hut van Ome Henne en Rockcafé Lazarus, speelt de kwestie al jaren. ‘Waarschijnlijk organiseer ik vanaf volgend jaar zelf ook niks extra meer.’ Zo’n twintig caféhouders delen hun onvrede. In een open brief aan de gemeente uitten zij hun boosheid over de verschillende, vaak dure, vergunningen die zij moeten aanvragen. Ook de verdere organisatie van de festiviteiten komt op de schouders van de ondernemers, inclusief de toiletvoorzieningen en extra beveiliging, net als de schoonmaak de volgende dag. Verder zijn de ondernemers het
zat dat ze omzet mislopen omdat bezoekers hun eigen consumpties meenemen. Feestgangers zullen tijdens Leidens ontzet in verschillende cafés verspreid door Leiden personeel zien met bedrukte T-shirts. ‘Free Oktober’ staat er in grote letters op. Want de horeca wil af van de gemeenteregels, zoals Leiden van de Spanjaarden werd bevrijd. Burgemeester Henri Lenferink reageerde gistermiddag zelf ook met een open brief. ‘Waarom u nu juist dit jaar in de pen klimt is ons niet helemaal duidelijk’, schrijft hij. Door incidenten elders, is de tijd ‘waarbij we het niet zo nauw namen met de regels’ al een jaar of vijf voorbij. Inmiddels moet elke evenementenorganisator een veiligheidsplan maken. Volgens Lenferink zijn er de laatste jaren echter ‘niet tot nauwelijks regels bijgekomen’. Over de huidige eisen op het gebied van brandveiligheid, milieu, geluidsnormen, EHBO, sanitaire voorzieningen en het opruimen achteraf, schrijft hij: ‘Wij vinden het eerlijk gezegd heel normaal om dit aan de horecaondernemers te vragen. Dat hoort er toch gewoon bij?’ Op alcoholverkoop zonder vergunning belooft hij streng toe te zien, maar avondwinkels en supermarkten kan hij uit concurrentieoverwegingen moeilijk sluiten, zo schrijft de burgemeester. GK
Zondag gingen duizenden demonstratnen in Amsterdam de straat op voor een beter klimaat. Ook Leidse studenten kwamen ‘lekker schreeuwen’.
Onder het viaduct schreeuwt iedereen harder, want ‘dat klinkt extra lekker’. Mensen in pinguïnkostuums, iemand in ijsbeerpak, zelfs een banaan loopt mee. ‘Zo’n grote stoet mensen waar je deel van bent, héél tof!’, zegt biologiestudente Anna Schwarz. Ze is voorzitter van de Leidse universitaire duurzaamheidscommissie Green Keys. De commissie staat in de kinderschoenen, ‘maar het uitdelen van insectenhapjes tijdens de El Cid genereerde veel aandacht. Leiden loopt qua duurzaamheid sterk achter, maar we willen geen negatief geluid laten horen. Door te focussen op het positieve, proberen we duurzaamheid meer op de agenda te krijgen.’ Buiten ontmoet ze LUC-studenten Richard Kleinjans en Bente Klein van Fossil Free Leiden University. Zij willen duidelijkheid over de investeringen van de universiteit - investeert zij in fossiele brandstoffen of niet? - maar die openheid van zaken is er niet. ‘We helpen natuurlijk graag om de universiteit groener te maken’ zegt Klein. ‘Is New York nu al begonnen?’ vraagt Schwarz ineens, ‘Londen was superdruk in ieder geval!’ De People’s Climate March vindt wereldwijd plaats, van New York tot Melbourne. ‘Meer mensen, meer aandacht’ zegt Schwarz, ‘zulke updates geven energie.’ In totaal vonden 2808 acties plaats in 166 landen. Honderdduizenden mensen gingen de straat op, voor-
afgaand aan de VN-klimaattop in New York. ‘Deze start was klein bedoeld, maar is nu al heel groot: we gaan door naar Parijs!’ roept Europarlementariër Bas Eickhout vanaf het podium. In Parijs zal in 2015 het mondiale actieplan tegen klimaatsverandering gepresenteerd worden. Maar op de top in New York moeten de VN volgens de demonstranten al stappen zetten - zij opperen een stop op subsidies voor fossiele brandstoffen. Tijdens de demonstratie belt de organisatie met New York en als men hoort dat daar honderdduizenden mensen meelopen barst er groot gejuich los: de grootste klimaatmars ooit. ‘Geweldig dat er zoveel mensen en vooral studenten van verschillende universiteiten meeliepen’ vindt Klein. ‘Dat zoveel mensen het belangrijk vinden’ vult Schwarz aan, ‘is écht heel fijn om te zien!’ AFH
Collegegeld verhoogd Voor het collegegeld 2015-2016 is het wettelijk collegegeld vastgesteld op €1951, aldus de Staatscourant. Dit betekent een lagere stijging dan in voorgaande jaren. Waar in 20132014 het collegegeld nog met €54 naar €1835 steeg, werd het collegegeld met €71 naar €1906 verhoogd voor het huidige collegejaar. De stijging is de laagste stijging sinds het collegejaar 2011-2012. In dat jaar kwam er €41 bij ten opzichte van het jaar ervoor.
25 september 2014 · Mare 5 Nieuws
Tentamenboete keert terug bij Rechten Trage studenten betalen nu 25 euro in plaats van 75 De faculteit Rechten vraagt 25 euro inschrijfkosten aan studenten die zich te laat inschrijven voor het tentamen. De maatregel gaat waarschijnlijk in op 1 november en is volgens het bestuur bedoeld om de kosten te dekken. ‘De regeling is nu nog dat studenten zich kosteloos te laat kunnen inschrijven’, aldus Pauline Schuyt van het rechtenbestuur tijdens de faculteitsraad maandag. ‘Desnoods op het tentamen. Dat wilden we in de lucht houden zolang studenten er niet teveel gebruik van Door Vincent Bongers
maakten. Je moet steeds een inschatting maken: hoeveel studenten die zich niet hebben ingeschreven, staan er straks toch klaar om het tentamen te maken? Als er ineens vijftig tafeltjes bij moeten komen dan heb je een acuut probleem. Dat willen we voor zijn. ‘We hebben gekeken naar de cijfers van late inschrijvers en dat aantal stijgt gestaag. Ook bij de voorlichtingsdag van het tweede jaar, toen studenten hoorden dat er geen kosten zijn verbonden aan te laat inschrijven, werd er al gemompeld: “Oh nou ja, dan hoeven we ons niet in te schrijven.” ‘Als het aantal late inschrijvers blijft stijgen gaan we naar een situ-
atie dat studenten die zich niet hebben ingeschreven, niet mee kunnen doen aan het tentamen en dat vinden we onwenselijk.’ Voor de tentamenperiode in november kunnen studenten zich tot en met het tentamen inschrijven. ‘Maar studenten betalen vanaf tien dagen voor het tentamen 25 euro aan administratiekosten. We kunnen het bedrag goed verantwoorden als we kijken naar de gemaakte kosten. De late inschrijvers kosten het Onderwijs Informatie Centrum veel extra werk. Zalen worden overboekt, extra tafeltjes en examens zijn nodig.’ De keuze voor de ‘tentamenboete’ is opvallend omdat begin dit jaar
minister Bussemaker van Onderwijs bepaald heeft dat universiteiten geen kosten aan tentameninschrijvingen mogen verbinden. Sterker nog: de minister stelt dat volgens de Wet op het Hoger Onderwijs aan studenten naast het collegegeld geen extra financiële bijdrage mag worden gevraagd om hun studiepunten te halen. Het bedrag dat trage studenten gaan betalen is lager dan voor afschaffing van de boete. Toen kostte een inschrijving van tien dagen voor het tentamen 30 euro. Dat bedrag liep op naar 75 euro als een student drie dagen voor een tentamen alsnog wilde meedoen. Verzet de faculteit zich nu open-
lijk tegen de minister? ‘De minister was in eerste instantie heel duidelijk: het mocht niet’, zegt Schuyt aan de telefoon. ‘Maar die situatie is nu veranderd. Het ministerie is samen met universiteitenvereniging VSNU en de studentenorganisaties in overleg over inschrijf- en andere kosten die studenten voor hun opleiding maken. Nu daar nog geen duidelijkheid over is, wordt onze regeling gedoogd.’ Het rechtenbestuur hoopt dat de inschrijfkosten mogen blijven van de minister. ‘Anders moeten we waarschijnlijk terug naar de standaard: geen inschrijving is geen tentamen. En dat willen we juist niet.’
Voegt vernedering iets toe aan sociale relaties? > Vervolg van de voorpagina
Zaterdag werd door de hele stad de tweede Nacht van Kunst & Kennis gehouden. In de Sterrewacht konden bezoekers een kunstwerk bewonderen dat tegelijkertijd werd geschilderd en geprojecteerd. Foto Taco van der Eb
Worden studenten slimmer? Studenten van universiteiten steeds hogere cijfers, zo blijkt uit de StudentenMonitor van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap. In tien jaar tijd is het gemiddelde cijfer gestegen van een 6,90 (2004) naar een 7,25 (2014). Ook bij hbo-opleidingen stijgen de gemiddelde cijfers, maar minder snel dan aan de universiteiten. In dezelfde tien jaar gingen de gemiddelde hbo-cijfers van een 6,82 naar
een 7,02. Opvallend is dat op de universiteit mannen bezig zijn met een inhaalslag. Voor het eerst sinds het bestaan van de StudentenMonitor, scoren zij gemiddeld even hoog als hun vrouwelijke medestudenten. Op het hbo doen vrouwen het nog altijd beter, al worden de verschillen daar ook snel kleiner. Uit de StudentenMonitor komt niet naar voren waar de stijging vandaan komt. Het is dus niet duidelijk of studenten slimmer zijn geworden, of dat tentamens makkelijker zijn geworden.
Ondanks de steeds hogere cijfers blijkt dat veel universitaire studenten, 41%, de studiedruk te hoog vinden. Slechts negen procent vindt de druk te laag. Toch studeert ruim de helft van de studenten minder tijd per studiepunt dan er voor staat. Vooral onder eerstejaars, hier zeggen zes op de tien minder tijd aan hun studie te besteden dan de 28 uur die staat per EC. Driekwart van de studenten werkt. 88% van hen vindt dat hun bijbaan redelijk tot goed te combineren is met de studie. GK
Goede ranking in Elsevier De Universiteit Leiden is volgens studenten de een na beste van de zes brede universiteiten van Nederland.
Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van weekblad Elsevier. De Radboud Universiteit Nijmegen werd door studenten aangewezen als de beste brede universiteit. Omdat de verschillende universiteiten moeilijk te vergelijken zijn, werden de onderwijsinstellingen in drie categorieën beoordeeld. In de categorie ‘Technische universiteiten’
was Eindhoven de beste, en onder de ‘Specialistische universiteiten’ kwam Tilburg als winnaar naar voren. De ranking is gebaseerd op de uitkomsten van de Nationale Studenten Enquête, waarin bijna alle studenten in het hoger onderwijs worden uitgenodigd om hun opleiding te beoordelen. Ook de hoogleraren en universitair hoofddocenten van gaven hun mening, wat resulteerde in de faculty ranking. Aan hen werd gevraagd welke opleiding de beste in hun vakgebied is. Daarbij mochten ze hun eigen
opleiding niet opgeven. Hoogleraren en universitair hoofddocenten beoordeelden de Universiteit Utrecht als beste van de brede universiteiten. In hun categorieën stonden Tilburg en Eindhoven opnieuw bovenaan. Elsevier benadrukt dat aanstaande studenten vooral de afzonderlijke opleidingen met elkaar moeten vergelijken. Dat biedt meer informatie dan een algemene ranglijst van de verschillende instellingen. Dit jaar staan de resultaten niet meer in het tijdschrift, maar op de website bestestudies.elsevier.nl. PM
The Fraternity Friendship Study, zoals het onderzoek naar Augustinus heet, vindt plaats tegen de achtergrond van verschillende debatten en theorieën over vriendschap zegt Van Duijn. ‘Friends are born or Friends are made, bijvoorbeeld. Sommige wetenschappers denken dat vriendschap op natuurlijke wijze vanuit een goede klik ontstaat. Anderen denken dat vriendschap gemaakt wordt doordat je dingen samen doet. Juist binnen studentenverenigingen ligt er veel nadruk op het samen doorbrengen van tijd. “Je komt toch wel hè, vanavond?” is een veelgehoorde vraag.’ Een andere bekende theorie over vriendschap komt van Robin Dunbar, die ook bij het onderzoek betrokken is. De directeur van de Social & Evolutionary Neuroscience Research Group van de Universiteit van Oxford behoort tot de meest gerenommeerde onderzoekers op het gebied van sociaal gedrag. Volgens Dunbars theorie is het aantal vriendschappen dat een mens kan onderhouden beperkt, legt Van Duijn uit. ‘De meeste mensen hebben een support clique die uit vijf personen bestaat, dit zijn hun meest intieme relaties, ook met familieleden. De tweede groep, waarvan ook deze vijf deel uitmaken, bestaat uit ongeveer vijftien personen. Zij zijn goede vrienden, waarmee je veel dingen samen doet. ‘In totaal kunnen we met ongeveer 150 mensen een actieve band onderhouden, terwijl we er zo’n 1500 kennen. Wie 450 vrienden op Facebook heeft, onderhoudt doorgaans maar met 150 daarvan regelmatig contact. ‘Een cordial is in deze context heel interessant, want je krijgt op een geïnstitutionaliseerde manier vrij gemakkelijk nieuwe contacten in die tweede vriendencirkel van 15 mensen. ‘Het zijn misschien niet direct je meest intieme vrienden, hoewel sommigen dat wel kunnen worden, maar het blijken wél kwalitatief hoogwaardige vriendschappen. En dat is weer van groot belang voor je gezondheid. Er wordt wel gezegd dat de impact van een stabiel sociaal netwerk op lange termijn net zo groot is als wel of niet roken.’ De data van één lichting Augustijnen zijn verzameld, maar daarmee staat het onderzoek naar de Nederlandse gezelligheidsverenigingen nog in de kinderschoenen.
Rotkirch: ‘We zijn pas een jaar bezig, en de eerste publicaties komen van het voorjaar. Maar zo’n respons als dit, met zoveel aandacht, heb ik nog nooit meegemaakt. Iedereen wil er meer over weten.’ Rotkirch hoopt minstens drie jaar onderzoek naar Augustinus te kunnen doen. ‘Of veertig jaar niet nog beter is? Dat zou perfect zijn. Zo’n studie is nog maar één keer eerder gedaan, in Harvard. Daar bleek dat vrienden en geliefden een belangrijkere voorspeller zijn voor je levensverwachting en welzijn dan je opleiding of vermogen.’ Van Duijn: ‘In de toekomst zouden we de data op eigenschappen kunnen clusteren. Bijvoorbeeld op sociaal economische achtergrond of persoonlijkheidseigenschappen. Klikt het dan beter, of juist slechter tussen mensen? ‘Daarnaast zou het interessant zijn om dit ook te onderzoeken bij studenten die niet, of ergens anders lid zijn. Als zingen, dansen, stampen en een onderlinge competitie positieve effecten hebben op vriendschap, treedt er dan bijvoorbeeld ook een betere binding op tussen studenten bij een zwaardere ontgroening? Voegt het element van vernedering iets toe aan de sociale relaties, of doet het individueel gezien meer kwaad? Sommige verenigingen creëren duidelijk een in-group en een out-group. Vrienden heb je dáár. Maakt dat de binding sterker?’ Tot nu blijkt uit het onderzoek dat een studentenvereniging het ontstaan van kwalitatief hoogwaardige vriendschappen ondersteunt. Van Duijn: ‘Dat wil niet zeggen dat mensen die nergens lid worden geen vrienden vinden. Maar de activiteiten bij een vereniging, en misschien vooral bij een wat studentikozere vereniging waar gezongen, gezooid en onderling om punten gestreden wordt, helpen waarschijnlijk wel.’ Ook Rotkirch noemt het onderzoek nu al uniek. ‘Dit soort vragen zijn beter beantwoord voor groepen apen dan voor groepen mensen.’ Door Petra Meijer, met medewerking van Bart Braun
Dinsdag 30 oktober worden de eerste resultaten van de studie met de deelnemers van Augustinus gedeeld. ’s Avonds spreken de verschillende onderzoekers tijdens het Symposium the Fraternity Friendship Study, Hooglandse Kerk, 19.30 u, toegang studenten gratis, voor anderen 5 euro
6 Mare · 25 september 2014 Achtergrond
Tot je veertigste in de Peli De roerige geschiedenis van Leidse studentenflat Studentenflat De Pelikaanhof bestaat veertig jaar. Na woelige tijden met feministische invallen, watergevechten met brandslangen, en drugshandel, is het er nu vooral rustig. Alhoewel: ‘Er schijnt een half lichaam door een gang te zweven.’ ‘Het houdt nooit op’, zegt Milo Groenewegen (22, student rechten). Hij is, behalve bewoner, ook een van de beheerders van de Pelikaanhof. ‘Altijd. Niet alleen tijdens het spreekuur, de vergaderingen en de pieperdiensten in het weekend. Ook bij brandalarmen.’ Zijn collega Bastiaan Brozius (35, archeologie) valt hem bij: ‘Laatst maakten mensen troep op het dakterras. Ik schoot meteen in de beheerdersmodus. Net als wanneer ik een agent op de binnenplaats zie. En soms belt iemand ’s nachts op, die na het stappen z’n sleutels kwijt is.’ Momenteel hebben ze nog meer zorgen: ze moeten een jubileum regelen. De Pelikaanhof bestaat namelijk veertig jaar. Hoewel ze uitstekend op de hoogte zijn van hedendaagse kwesties, hebben ze niet echt een idee van een al dan niet illustere geschiedenis. Peter Mulder en Wilbert Bots van DUWO, voorheen SLS Wonen, lopen er al langer rond. Op tafel, in hun kantoor, ligt een grote multomap waarop met dikke stift ‘Peli 2001’ staat. ‘Dat was mijn eerste grote klus hier’, vertelt Bots. ‘Het was meteen een pittige. Na een dip in de vraag naar kamers liet SLS medio jaren negentig ook niet-werkende jongeren toe. Zij kwamen af op de goedkope, centraal gelegen kamertjes, maar hadden niets met het studentenleven en de bijbehorende woon- en leefregels.’ Maar het ging wel wat verder dan etenswaren die uit koelkasten verdwenen. Bots: ‘Er zat ook een groep die intimideerde en dealde.’ ‘Het was een bizarre tijd’, herinnert Paul Vermond (44), directeur van schoonmaakbedrijf De Blinker zich. Zijn ouders begonnen de zaak in de Pelikaanhof in 1975. ‘Ik liep er in de luiers al rond.’ Inmiddels verzorgt hij schoonmaakklussen door heel Leiden, nog altijd vanuit de studentenflat. ‘Misschien moet je het maar wat mooier opschrijven, maar er woonde hier en daar echt tuig. Van mij hoefde het bijna niet meer.’ ‘In anderhalf jaar tijd kregen we de situatie redelijk onder controle’, zegt Bots. Voortaan was de Peli weer bedoeld voor studenten. Plantenbakken op het muurtje verhinderden dat hangjongeren er gingen zitten. Alles werd in lichte kleuren geschilderd, er werden camera’s opgehangen en dankzij het keycardsysteem kon niet iedereen de flat meer in. ‘Een paar bewoners met wapens zijn opgepakt’, vertelt Mulder. ‘Ik herinner me ene Biggie, een Antiliaanse dondersteen, die wèl de beheerder een gebakje kwam brengen op z’n verjaardag.’ ‘De slechte naam bleef nog een paar jaar hangen’, vertelt Bots. ‘Maar dat is nu helemaal over. We boffen met een actieve groep studentbeheerders.’ Mulder: ‘Ze zijn heel innovatief. Een van hen heeft het online inschrijfsysteem voor de wasmachines ontwikkeld. Er zit patent op en hij heeft het al doorverkocht aan andere studentenflats.’ De flat huisvestte in het begin zelfs een huisartsenpraktijk, maar ook tegenwoordig is er, behalve De Blinker, meer te vinden dan studentenDoor Marleen van Wesel
De Pelibar, in 1999. Foto Taco van der Eb
Bewoners verzamelen grofvuil, in 1994. Foto Marc de Haan kamers. Huurdersvereniging Bres zit er, en verenigingen als Duivelsei en bridgeclub Pelikaanhof All Stars komen in de bar samen. ‘Panoplia, AEGEE en verschillende disputen houden er ALV’s en andere avonden’, weet studentbeheerder Alicia Uijl (23, biomedische wetenschappen). ‘En in de kelder zit al sinds jaar en dag een treintjesclub’, zegt Mulder. De 530 wooneenheden worden al sinds eind 1973 bewoond, maar de officiële opening was op 11 oktober 1975. Voor de hoogleraar die het lint mocht doorknippen, hadden de studenten een dikke staaldraad opgehangen. De Pelikaanhof had toen nèt een nieuwe bar, met een televisie en een biljart. Dit om de ‘agressiviteit’ die vaak ontstaat met ‘zoveel
mensen op zo’n klein stukje grond’ te voorkomen, zo stond die dag in het Leidsch Dagblad. ‘Dat was de mooie tijd’, zegt Marrie Vermond (67), Pauls moeder. ‘Met bakfietsen gingen de studenten samen langs de kringloop. In het weekend hing ik met ze aan de bar. Nu komen pa en ma alles brengen. Ik zie wel eens knulletjes van achttien, volgens mij komen hun moeders het bed nog opmaken.’ In 1995 overleed haar man. De hele Pelikaanhof liep uit voor de begrafenis. Kort daarna nam Marrie afscheid van de studentenflat, maar de vriendschappelijke omgang was nauwelijks veranderd. ‘Sommigen waren over de veertig voor ze vertrokken. Wist je trouwens dat er vroeger een tweede bar was, ach-
terin? Ik heb er wel eens feestjes gegeven. Dan klaagden de bewoners van de Van der Werfstraat over geluidsoverlast, maar de politie trof vervolgens niemand in de grote bar.’ Hoewel Paul tegenwoordig vooral in het kantoor werkt, heeft hij behoorlijk wat vuiligheid gezien. ‘Het ergste was de roetschade op de derde verdieping, nadat iemand van buiten door een openstaand raam per ongeluk vuurwerk naar binnen had geschoten. Verder héél veel water- en rioleringsoverlast. En soms ook geintjes van bewoners. Er was een tijdje een waterspel met SuperSoakers door het hele pand. Iedereen had een kaartje met daarop de naam van degene die hij nat moest spuiten. Omdat ik overal kwam, wist ik wel wat namen. Als
spion werd ik regelmatig geraakt. Maar de brandslangen waren toen nog niet verzegeld, dus ik heb ze buiten teruggepakt hoor.’ Ook zijn moeder heeft veel gezien. ‘Maar het meeste vind ik privédingen.’ Eén anekdote wil ze wel kwijt: ‘Tijdens de grote renovatie in 1991 mocht je sommige wc’s niet gebruiken. Ergens bovenin hield een student zich daar niet aan, die legde een flinke boodschap. Er stond nèt een loodgieter onder!’ Tijdens die verbouwing werd de flat grondig gerenoveerd en werden de trappenhuizen afgesloten. Het was nodig, want net als rond 2000 sprak het Leidsch Dagblad toen van een ‘toevluchtsoord voor verslaafden en zwervers’. In de zomer van 1980 was er een inval met rook- en stinkbommen van de actiegroep ‘porno=vrouwenhaat’, omdat er een stripteasedanseres zou optreden en de film Emmanuelle II zou worden vertoond. De laatste jaren is het er érg rustig. ‘Tegenwoordig moeten ze alleen maar studeren. Vroeger was het feest. Het was een andere tijd, ik denk dat dat het was’, zegt Marrie peinzend. ‘De bewoners waren vroeger gezelliger’, zegt zoon Paul. ‘Ze maakten vaker een praatje, met ons, maar ook onder elkaar.’ ‘Het is rustiger geworden door de studiedruk’, beaamt studentbeheerder Groenewegen. ‘We hadden twee probleemgangen. Die zijn nu redelijk tam. Laatst moesten we vechtende bewoners uit elkaar halen. Iets met wasmachines. Maar dat is echt zeldzaam.’ ‘Verder veroorzaken alleen verenigingsgangen overlast’, vertelt Brozius. Maar die zijn er niet zoveel. ‘Christelijke verenigingen nemen de boel over’, denkt Uijl. ‘Vooral NSL is prominent, overal hangen posters. Verder zitten hier veel studenten van kleine verenigingen. Catena ook wel, en hier en daar een Minervaan.’ Ook woont er een enkele afgestudeerde dertiger, van voor de invoering van de campuscontracten. ‘Soms zien we nog een borgbriefje met guldens voorbijkomen’, zegt Groenewegen. De wildste verhalen die anno 2014 nog rondgaan zijn spookverhalen. Letterlijk. Brozius: ‘Er schijnt gang te zijn waar een half lichaam doorheen zweeft. En iets bloederigs met de lift.’ Dat laatste is helaas niet apocrief. In 1986 is in gang D een man omgekomen die in de lift onder een gekantelde container terechtkwam. ‘Die man kwam altijd oud papier ophalen in de hele flat. Hij spaarde voor een brommer voor z’n zoon’, weet Paul. ‘Ik haalde die dag het vuilnis op. Ik drukte op de liftknop. Ja, dan schrik je. Ik zie het nog voor me.’ De laatste jaren signaleert hij trouwens een andere ontwikkeling dan zijn moeder. ‘Er is weer meer begrip voor de schoonmakers. Zelfs de gezelligheid lijkt zachtjes terug te komen.’ Moeder en zoon zijn donderdag van de partij op het jubileumfeest in de Pelibar. Er wordt dan een nieuwe expositieruimte geopend. Uijl: ‘In de loze ruimte bij gang B, onderweg naar de bar, kunnen bewoners voortaan kunst ophangen.’ ‘Ik herinner me nóg een geintje’, besluit Paul. ‘De Blinker verzorgt ook het toiletpapier. Op een avond waren bewoners bij onze voorraad gekomen en hebben ze álles boven de binnenplaats, en die boom die daar nog steeds staat, als serpentine vanaf het dak naar beneden gegooid.’
25 september 2014 · Mare 7 Wetenschap
Apen blijven nodig Dat schrijft KNAW in rapport over proefdieren
Blij of boos? Tijdens een onderzoek naar een nieuw geneesmiddel ontdekten Leidse psychologen een bijwerking van een oud geneesmiddel. Ze wilden weten of het nieuwe medicijn invloed had op het vermogen van de proefpersonen om emoties te herkennen. Wat die invloed was, blijft nog even geheim, maar in het vakblad European Neuropsychopharmacology valt al wel te lezen dat de onderzoekers hun verwarrende variabelen op orde hadden. De proefpersonen in kwestie waren studentes, en ongeveer twee derde was aan de pil. Dat hadden de onderzoekers netjes laten aanvinken, en zo kwamen ze erachter dat er een groot verschil zat in de resultaten van de pilgebruiksters en van hun normaal ovulerende medeproefpersonen. De slikkers hadden meer moeite om boze, verdrietige of walgend kijkende gezichten als zodanig te herkennen. Dat is een beetje raar, en de psychologen weten ook niet goed waardoor het komt, maar het is wel wat onhandig. Vrijwel al het psychologisch onderzoek naar emotie-herkenning wordt namelijk uitgevoerd op psychologiestudentes, en een vrij groot gedeelte daarvan is aan de pil. Eerst maar eens kijken of de resultaten blijven staan in een onderzoek dat speciaal daarvoor bedoeld is, adviseren Daniëlle Hamstra en co.
Sling
‘Als een rijk land als Nederland het nodig vindt om apen te gebruiken, dan moet er ook geld komen om dat goed te doen.’ Foto Hollandse Hoogte
Nut en noodzaak van apenonderzoek staan vast, aldus de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Zelfs de dierenbescherming reageert gematigd positief: ‘Als het dan toch moet, doe het dan goed.’ Door Bart Braun Aan het eind van de jaren negentig stonden de Twin Towers nog overeind, en waren dierenrechtenactivisten de engste groep van Europa. Er waren toen ook al boze moslims, maar in absolute aantallen stelden hun acties niks voor, vergeleken met de brandstichtingen, inbraken, doodsbedreigingen en bommen van de zelfbenoemde dierenvrienden. In Engeland werden onderzoekers in elkaar geslagen of valselijk beschuldigd van verkrachting en in één geval geconfronteerd met chantage rond het opgegraven lijk van een familielid. Zo erg werd het in Nederland nooit, maar de woede die er was, focuste zich op Rijswijk. Daar staat het Biomedical Primate Research Centre, in de taal van toen beter bekend als ‘De Apenhel’. Dierenactivisten waren er binnengekomen en hadden foto’s genomen van mishandelde apen die onder erbarmelijke omstandigheden werden gehouden. Die foto’s doken op op internetfora en flyers, waarmee mensen werden opgeroepen om te demonsteren. Ook de toen kersverse directeur Ronald Bontrop kreeg doodsbedreigingen naar zijn hoofd en verfbommen tegen zijn huis. ‘Die periode van activisme zie ik vooral als ruis,
en heeft de discussie sterk vertroebeld’, blikt hij nu terug. De afgelopen dagen is Bontrop – behalve baas bij het BPRC ook hoogleraar in Utrecht en met een nul-aanstelling verbonden aan het Leids Universitair Medisch Centrum - druk geweest. Op verzoek van Staatssecretaris Dekker heeft de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen een rapport uitgebracht over de huidige stand van het Nederlandse apenonderzoek, en dat gaat grotendeels over zijn centrum. Eerst even de cijfers. In Nederland zetten onderzoekers jaarlijks zo’n vierhonderd apen in voor dierproeven. Aan de Universiteit Leiden en het LUMC gebeurt dat overigens momenteel niet. Omdat je apen op moet laten groeien zijn er ook papa- en mama-apen nodig, dus zijn er meer apen in het land dan die vierhonderd. Het BPRC heeft er ongeveer 1500, inclusief een voormalige Utrechtse kolonie van zo’n 200 Java-apen die alleen voor gedragsonderzoek gebruikt worden. Behalve de BPRCapen worden ook andere apen ingezet: het Erasmus MC doet haar virus-onderzoek met geïmporteerde dieren. Onderzoek aan mensapen en aan in het wild gevangen apen is in Nederland verboden. Het rapport roemt de grote stappen die het BPRC heeft gemaakt, en adviseert zelfs om het apenonderzoek in Nederland verder te centraliseren, zodat alle onderzoeksapen voortaan uit Rijswijk moeten komen. Bontrop: ‘Dat is een compliment, inderdaad. Wij staken in 1998 nooit onder stoelen of banken dat de
huisvesting niet optimaal was, en dat veel dieren onder erbarmelijke omstandigheden werden gehouden. Ik ben toen rondgegaan met de mededeling dat als een rijk land als Nederland het nodig vindt om apen te gebruiken, er dan ook de middelen moeten komen om dat goed te doen. Gelukkig is dat geld er ook gekomen.’ Wie nu langsgaat in het BPRC, ziet ruime hokken met spelende dieren. En kleinere hokken, waarin zieke apen apart worden gehouden omdat ze besmet zijn met enge infecties als tbc. ‘We hebben geleerd dat transparantie erg belangrijk is, en krijgen bijna wekelijks mensen over de vloer die onze faciliteiten willen zien. Ik snap dat mensen die geïsoleerde apen zielig vinden, zeker als je ze zonder context te zien krijgt. Maar ja, meer dan 90 procent van onze medicijnen is door een proefdier heen geweest. ‘Ons eigen werk heeft een belangrijke rol gespeeld in het opstellen van de protocollen voor beenmergtransplantaties, en er zijn medicijnen voor verschillende auto-immuunziektes bij ons getest. Een kandidaat-vaccin voor malaria is nu door naar klinische trials bij mensen. Daarnaast hebben we veel fundamentele kennis geproduceerd, die ook bijdraagt aan de ontwikkeling van medicijnen.’ De KNAW windt er in haar rapport geen doekjes om. Het antwoord op Dekkers vraag over de noodzaak voor apenproeven luidt: ‘Voor onderzoek naar infectieziekten als aids, tuberculose, mazelen en malaria blijken apen het beste – en vaak zelfs het enige geschikte – proef-
dier. Ook voor onderzoek naar bepaalde hersenaandoeningen blijven apen nodig: apenhersenen lijken op mensenhersenen.’ Maar juist omdat apen zo op mensen lijken, ligt het gebruik ervan zo moeilijk. Op dezelfde manier kunnen de verbeterde omstandigheden in het BPRC een blok aan het been worden: de KNAW adviseerde om het apencentrum geen onderzoek meer te laten doen voor bedrijven, want dan zijn er minder apen nodig in Nederland. Dekker kondigde in een brief aan de Tweede Kamer aan dat advies ‘niet zonder meer’ over te gaan nemen. Als de bedrijven vervolgens het onderzoek in het buitenland laten doen, zijn de omstandigheden namelijk in veel gevallen slechter dan hier. Bontrop: ‘Veel van ons werk is erop gericht om het aantal dieren te verminderen. Mijn eigen onderzoek richtte zich op het immuunsysteem: we kunnen aanwijzen welke apen wel of niet op een test zullen reageren, en we weten welke dieren er van nature immuun zijn voor bepaalde ziekten. Zo spelen we in op wat de personalized medicine ook voor mensen gaat doen in de toekomst.’ Voor de tegenstanders van apenproeven zijn het rapport en Dekkers reactie slecht nieuws. De proeven blijven, het BPRC krijgt complimenten en blijft even groot. Stichting Proefdiervrij sprak in haar persbericht dan ook van ‘pappen en nathouden’. Bontrop: ‘Dat snap ik wel, vanuit hun perspectief. Ik vind de reactie van de Dierenbescherming moediger. Zij zeggen: als het dan toch moet, doe het dan goed, en doe het bij het BPRC.’
Voor vrouwen die last hebben van incontinentie, kan een zogeheten urethraband een oplossing zijn. ‘Urethra’ is het dure medische woord voor het buisje waar plas uit komt. De band of ‘sling’ schuift de urethra een beetje omhoog, en dat zou dan moeten helpen. De nadruk hier ligt op ‘zou’, ontdekte een groep gynaecologen van het Leids Universitair Medisch Centrum. In het International Urogynecology Journal staat een verslag van hun onderzoek. Sinds 1996 zijn er 41 van die slings op de markt gebracht. Tien daarvan zijn daadwerkelijk wel eens getest voordat ze in de verkoop gingen. Van de negentien bedrijven die urethrabanden maken, waren er elf niet in staat om wat voor data dan ook te overleggen. Zeven daarvan waren zelfs te beroerd om überhaupt een mailtje, brief of telefoontje te beantwoorden. Het gaat hier niet om een of ander obscuur margeproduct: twee miljoen vrouwen hebben zo’n sling ingebracht gekregen. Met een vergrijzende wereldbevolking zullen het er snel meer worden. De LUMC’ers spreken er dan ook schande van dat zo weinig bedrijven de testdata van hun producten beschikbaar hebben of willen stellen. De Amerikaanse en Europese autoriteiten die over toelating op de medische markt gaan, zouden strengere regels moeten stellen, vinden zij. Overigens: de paar studies die na markttoelating zijn gedaan, geven aan dat in 78 tot 92 procent van de gevallen de sling incontinentie geneest.
Veteranen Tussen 2008 en 2010 hebben er meer dan achttienduizend Nederlandse militairen in Afghanistan gezeten. In het European Journal of Psychotraumatology zet een groep onderzoekers van Defensie, het VUMC en de deels bij het LUMC aangestelde Eric Vermetten op een rijtje hoe het met die mensen ging toen ze weer terugkwamen. Meedoen aan militaire missies is geassocieerd met een verhoogd risico op geestelijke ongezondheid, en dat is ook bij deze mannen en vrouwen te zien. Ze werden vergeleken met een controlegroep van militairen die niet uitgezonden werden; In het jaar na hun tour of duty was de kans dat ze om psychische hulp kwamen vragen tachtig procent hoger dan bij hun controlegroep. Dat klinkt lomp, maar in absolute aantallen valt het best mee: per duizend soldaten gaat het om één extra psychologisch consult. Daarmee ligt de geestelijke hulpvraag van de gemiddelde Afghanistanveteraan nog altijd lager dan bij de gemiddelde Nederlander.
8 Mare · 25 september 2014 Achtergrond
Zelfde misdrijf, andere straf Rechters meten met verschillende maten Rechters leggen verschillende straffen of voor dezelfde vergrijpen, ontdekte criminoloog Sigrid van Wingerden. Buitenlanders gaan langer de cel in dan Nederlanders, en vrouwen krijgen lagere straffen dan mannen. Door Vincent Bongers ‘De celstraf van vrouwen is gemiddeld 1,7 jaar korter dan voor mannen als het gaat om moord of doodslag’, zegt criminoloog Sigrid van Wingerden. ‘Ook opvallend is dat als een vrouw een man vermoordt de straf 1,6 jaar lager uitvalt dan als een man een man vermoordt. Een man die een vrouw vermoordt, krijgt dan weer een langere gevangenisstraf.’ Van Wingerden onderzocht de straftoemeting van daders bij wie een zogeheten RISc-test (afkorting van Recidive InschattingsSchalen) is afgenomen - het risicotaxatieinstrument waarop de reclassering het voorlichtingsrapport baseert. Het gaat om 23000 daders over een periode van 2005-2007. ‘De reclassering brengt sinds 2004 heel systematisch in kaart of de dader werk, een vaste woonplek of schulden heeft, of misschien verslaafd is. De reclassering kan zo inschatten hoe groot het risico is dat de dader opnieuw in de fout gaat. Ik wilde weten of dit recidiverisico ook invloed heeft op de straf.’ Het blijkt dat rechters de informatie in het rapport belangrijk vinden maar dat zij minder waarde hechten aan het risico-oordeel van de reclassering. Zij zijn – naar eigen zeggen - zelf wel in staat het risico op herhaling in te schatten. ‘Ze denken dan: “Ik pak het strafblad erbij. Dan zie ik
Mugshots van Amerikaanse criminelen uit de eerste decennia van de twintigste eeuw. zelf wel wat voor vlees ik in de kuip heb.”’ Mocht de kans op recidive als hoog ingeschat worden, dan betekent dat niet automatisch dat een dader langer achter slot en grendel gaat. ‘Rechters zeggen dan juist eerder voor een voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden te kiezen. Een verslaafde dader moet zich dan bijvoorbeeld op laten nemen in een afkickkliniek. Een persoon van wie de kans groot is dat hij weer de fout in gaat, heeft issues die moeten
worden aangepakt, aldus de rechter. Als dat lukt wordt de maatschappij veiliger. ‘Maar als de rechter ziet dat een gestrafte eerdere kansen niet benut heeft dan volgt wel een zwaardere straf. “Zoek het dan maar uit in de cel”, denken ze. Maar dan straffen ze dus niet zwaarder vanwege het risico van herhaling maar om het verprutsen van kansen. Uit het onderzoek komt dus ook naar voren dat vrouwen minder lang
achter de tralies belanden dan mannen. Het is niet duidelijk waarom dat zo is. ‘Ik weet niet wat er in het hoofd van een rechter omgaat als deze de straf uitdeelt maar ik kan wel speculeren. Soms wordt gedacht: “Het is erger voor vrouwen om in de gevangenis te zitten. Verder is de zorgtaak voor kinderen een factor, denk ik. Kinderen zijn vaker afhankelijk van hun moeder, dus als de moeder gedetineerd wordt heeft dat ook grote gevolgen voor de kinderen.’
‘Misschien krijgen vrouwen wel een lagere straf omdat de kans dat zij opnieuw de fout in gaan kleiner is. Of we vinden het minder verwijtbaar als vrouwen iets doen en voelen we ons minder bedreigd door vrouwen dan door mannen.’ De herkomst van een daders kan ook een rol spelen in de strafmaat. ‘Ook daar zijn verschillende redenen voor te bedenken. We hebben daders geboren in Nederland, Europa of buiten Europa met elkaar vergeleken. Het blijkt dat een dader die in het buitenland is geboren een hogere gevangenisstraf opgelegd krijgt. Dat heeft er wellicht mee te maken dat zij niet in aanmerking komen voor een taakstraf omdat zij het Nederlands niet beheersen of geen vaste woon- of verblijfplaats hebben hier. Echter, als je het hele sanctiepakket bekijkt, worden daders die in het buitenland geboren zijn niet zwaarder maar anders gestraft. Alleen naar gevangenisstraffen kijken, versmalt de blik. Verschil in strafmaat hoeft niet per se een probleem te zijn. ‘Het ligt er maar aan welk doel je wilt bereiken met de straf. Als alleen vergelding telt dan doen de persoonlijke kenmerken er niet zo toe. Dan gaat het over de daad. Maar als resocialiseren juist van belang is, dan doen die kenmerken er juist wel toe. En pakt de straf per dader verschillend uit. De rechter moet dan wel die keuze goed verantwoorden. En dat is op dit moment nog niet het geval. Leg uit welk doel je wilt bereiken met een straf. Dat verhoogt de legitimiteit van het systeem. Ik hoop eigenlijk dat rechters mede door dit onderzoek goed kijken naar welke factoren een rol (moeten) spelen in straftoemeting.’
Opinie
Natuurlijk zou iedereen yes stemmen Het Schotse referendum onder professoren Ook hoogleraren blijken sympathie te hebben voor een onafhankelijk Schotland, zo ondervond Anthonya Visser vorige week. Van januari tot december vindt in het Verenigd Koninkrijk de enorme operatie plaats waarbij al het wetenschappelijk onderzoek in één keer wordt geëvalueerd. Ik maak als ‘foreign expert’ deel uit van een panel dat verantwoordelijk is voor de Geesteswetenschappen. Het is inhoudelijk leerzaam en cultureel interessant om te zien hoe deze procedure verloopt. De vergaderingen vinden om logistieke redenen meestal plaats in Londen. Maar soms vergaderen de sub-panels, waarin een cluster van disciplines is vertegenwoordigd, in een ander deel van het Koninkrijk. Dit is om het draagvlak te vergroten en de indruk te vermijden dat ‘Londen’ geen aandacht heeft voor andere regio’s. Het toeval wilde dat de vergaderingen vorige week in Edinburgh werden gehouden, onder meer op de dag van het Schotse referendum van 18 september.
Onder de collega’s bestond er consensus over dat de organisator HEFCE (de Britse NWO), waarschijnlijk helemaal niet stil had gestaan bij dat Schotse referendum toen voor Edinburgh als vergaderplaats werd gekozen. En men leek dit op te vatten als ondersteunend bewijs voor de Schotse overtuiging dat de Engelsen niet bijzonder veel belangstelling hebben voor de nietEngelse landsdelen. Ik arriveerde in de late avond van 16 september en omdat de voor mij gereserveerde hotelkamer aan iemand anders was gegeven, wachtte ik vijf kwartier aan de balie van het hotel op een oplossing. Die bleek door de toeloop van referendumtoeristen en journalisten van over de hele wereld niet eenvoudig te vinden. Met de aardige jongeman die mij tijdens het wachten van een hapje en drankje voorzag, raakte ik in gesprek en ik vroeg hem wat hij zou gaan stemmen. Hij brandde onmiddellijk los: iedereen zou natuurlijk ‘yes’ stemmen! Schotten waren ‘gewoon heel anders’ dan Britten. Niet alleen hij maar ook vele anderen benadrukten in de dagen daarna dat Schotten meer lijken op
Scandinaviërs. Ze hebben er genoeg van dat de Engelse conservatieven, die zij niet kiezen, bepalen hoe hun samenleving er uit ziet. Ze willen een sociale staat à la Noorwegen (te betalen met de olievoorraden) of Finland. Er leeft grote weerzin tegen de sociale achtergrond van zowel Cameron als Milleband (‘Eton boys’), die als symbolisch wordt gezien voor het verschil tussen Engelsen en Schotten. Tijdens het diner op de avond van het referendum bekende een Britse hoogleraar die al heel lang in Glasgow woont en werkt, dat zij ‘yes’ had gestemd. Haar Engelse collega’s waren enigszins ontzet, maar opeens bekenden anderen met een of meer Schotse voorouders eveneens hun sympathie voor Schotse onafhankelijkheid. Een van oorsprong Schotse professor kondigde aan dat hij naar Schotland zou terugkeren indien de onafhankelijkheid zou doorgaan. ‘s Nachts waren er veel jonge mensen op straat en de stemming had veel weg van die na het winnen van een WK voetbal. Er werd gedronken en gezongen (‘We are not British anymore’) door mensen die veelal gehuld waren in de blauw-
witte Schotse vlag, soms in de gele Lion Rampant. Zelfs dronken jonge mannen vroegen mij heel vriendelijk waar ik vandaan kwam en bedankten mij vrolijk nadat ik hen ‘good luck’ wenste. Het Zuid-Koreaanse televisieteam dat een interview met mij wilde over de onafhankelijkheid begreep niet helemaal wat of waar ‘The Netherlands’ was maar met ‘Holland veroorzaakte ik teleurgestelde blikken. De kleine en ietwat schuchtere journalist die de microfoon desalniettemin niet liet zakken, was verheugd dat ik wel iets wilde zeggen over de mogelijk negatieve gevolgen van een Schots ‘yes’ voor de EU. Terwijl ik sprak merkte ik echter dat mijn sympathie voor de Schotten die zo graag op zichzelf wilden zijn, behoorlijk was toegenomen. Ik had last van wat je ‘cognitieve dissonantie’ zou kunnen noemen. Ter legitimatie van mijn positieve houding had ik al de hele avond mijn Friese afkomst ingezet, en niemand sprak mij dan nog aan op meer rationele overwegingen. Het is communicatief bijzonder effectief om je te beroepen op een identiteit die gebaseerd is op een regionale minderhedenstatus, zeker
wanneer daaraan een talig aspect is verbonden. De volgende ochtend droeg een met zwaar accent pratende taxichauffeur mijn koffer naar de auto. Op mijn vraag of hij stress had, zuchtte hij dat dit een hele zware dag was. De ‘once in een lifetime’gelegenheid was uit handen gegeven en nu zou hij nooit meemaken dat zijn ‘innig geliefde Schotland’ de verantwoordelijkheid voor de eigen toekomst zou hebben. De man was intens verdrietig maar verzekerde mij dat Schotland had gekozen, dat dat gerespecteerd moest worden en dat hij naar de toekomst wilde kijken. Mijn vriendelijke woorden over de Schotten en mijn bewondering voor de schoonheid van Edinburgh leken hem enigszins te troosten, zo zeer zelfs dat hij me bij het afscheid een zoen op mijn wang gaf. Maar aan de diep droevige blik in zijn ogen veranderde dat niets. Anthonya Visser is hoogleraar Duitse taal- en letterkunde en wetenschappelijk directeur van Leiden University Centre for the Arts in Society (LUCAS)
25 september 2014 · Mare 9 Achtergrond
Waarom paling? Geen idee Leidens Ontzet door Canadese ogen
De uitdeling van haring en wittebrood na de opheffing van het beleg van Leiden, 3 oktober 1574 van schilder Otto van Veen, gemaakt in 1629. Uit de collectie van het Rijksmuseum
De Canadese antropoloog David Moyer bestudeerde het Leidens Ontzet. Voor hij zijn onderzoek kon voltooien overleed hij. De Leidse historica Els Jacobs vertelt over zijn werk in de Historische Lezing bij 3 October. ‘Hij komt naar een druilerig land vol oranje peen en uien. Nu is hij hier al eerder geweest, in de jaren zeventig, als promovendus van de hoogleraar De Josselin de Jong. Hij is hier dus op sentimental journey. En voor onderzoek.’ Mare berichtte in oktober 1984 een tikkeltje cynisch over het 3 October-onderzoek van de Canadese antropoloog David Moyer (19452002). Eerder had hij gestudeerd aan Harvard, waar hij belangstelling opvatte voor Indonesië en voor het structuralisme in de antropologie. ‘Die twee zaken waren destijds, eind jaren zestig, in Leiden goed te combineren’, vertelt historica Els Jacobs (1958). ‘Vanwege de grote Indonesiëcollectie van de universiteit en vanwege de Leidse Richting in de antropologie. Die onderzocht de sociale structuren van een samenleving. Het is vergelijkbaar met wat Claude Lévi-Strauss deed, al kunnen antropologen het verschil wel uitleggen.’ Jacobs houdt zondag de jaarlijkse Historische Lezing in aanloop naar 3 October, over Moyers onderzoek naar de Leidse traditie. ‘Waarom paling?’ is de titel. Ja, waaróm eigenlijk paling? Leidens Ontzet draaide toch om hutspot en wittebrood en haring? ‘Bij een Leidenaar roept de titel inderdaad die vraag op. Een nietLeidenaar zou het niet opvallen’, zegt Jacobs. ‘Een maand nadat Moyer met zijn beurs naar Leiden kwam, Door Marleen van Wesel
in 1971, sjouwde hij op 3 oktober met zijn hoogzwangere vrouw door Leiden. Hij rook peen, ui en haring. Dat konden de Leidenaren hem wel uitleggen. Maar hij zag ook veel palingkramen, wat bij hem de vraag opriep: waarom paling? Niemand die het wist.’ Voedsel is een interessant onderwerp voor antropologen. Het helpt namelijk niet alleen tegen honger, maar staat ook bijna altijd ergens symbool voor. In 1988 telde ze daarom met Moyer de palingkramen op de Leidse kermis, maar helemaal duidelijk werd het nooit. Moyers observaties op 3 oktober tussen 1984 en 2000 maakten deel uit van zijn grote onderzoek Dutch Secular Symbolism in Canada and The Netherlands. Jacobs: ‘Moyer werkte aan de University of Victoria, in het westen van Canada. Daar wonen veel Nederlandse immigranten. Die mensen zijn volkomen geïntegreerd, maar tegelijkertijd willen ze hun herkomst wel uiten en overdragen aan hun kinderen. Hoe? Door Sinterklaas en 3 October te vieren. Moyer vergeleek die vieringen met de manier waarop dat in Nederland gebeurde.’ Jacobs assisteerde Moyer bij zijn onderzoek, sinds ze hem als geboren en getogen Leidse uitwisselingsstudent in Canada ontmoette bij een lezing over het Ontzet. Eerst als student-assistent, later uit vriendschap. Moyer heeft het werk nooit voltooid. ‘Hij heeft wel een en ander gepubliceerd, vooral etnografisch werk, nauwelijks conclusies.’ Hij was er nog mee bezig toen hij in 2002 plotseling achter zijn bureau overleed aan een hartstilstand. Niemand heeft zijn werk kunnen voortzetten. ‘Ik heb het zelf even overwogen, maar het was heel antropologisch voor een historica. En bovendien erg omvangrijk. Zijn weduwe heeft het meeste materiaal toen maar
weggegooid. Moyers aantekeningen waren toch nauwelijks leesbaar. Alleen zijn 2100 foto’s van het Leidens Ontzet zijn in het Leids Archief opgenomen.’ Uiteindelijk vond Moyers familie toch een doos terug met onderzoeksgegevens, waaruit Jacbos kon putten voor de Historische Lezing. Moyer had weliswaar nog geen conclusies getrokken, maar al wel een aantal ontwikkelingen gesignaleerd. De hutspotmaaltijd aan de Hooglandse Kerkgracht bestaat bijvoorbeeld pas sinds 1993. ‘Nu lijkt hij er altijd geweest te zijn. In de negentiende eeuw werd er wel hutspot uitgedeeld aan de armen, maar die associatie is inmiddels verdwenen. Het klapstuk wordt tegenwoordig in veel recepten vervangen door ribstuk. De overige ingrediënten die we nu gebruiken kunnen bovendien nooit zo in een Spaanse pan gevonden zijn. Er waren toen nog helemaal geen aardappelen in Nederland. Het zijn juist typische negentiende-eeuwse ingrediënten. Invention of tradition, noemt Eric Hobsbawn dat. Héél veel tradities die eeuwenoud lijken, zijn in werkelijkheid in de negentiende eeuw uitgevonden.’ De traditie rond haring en wittebrood is in 1823 begonnen, door studenten van de sociëteit Minerva. ‘3 oktober viel dat jaar, net als nu, op een vrijdag. Omdat iedereen ook toen al vrij kreeg, zou de grote vrijdagse veemarkt afgelast moeten worden, maar daar had het stadsbestuur om financiële redenen geen zin in. Ze besloten de herdenkingsdienst in de kerk, die toen een aanzienlijk grotere rol had dan nu, te verplaatsen naar zondag. Dat scheelde wèl een vrije dag, omdat iedereen op zondag sowieso vrij was. De studenten protesteerden daartegen met een groot feest, waaronder een maskerade. Dat is waarom het huidige Minerva nog altijd een
ereplaats in de taptoe heeft. Nog tot de Tweede Wereldoorlog kregen de arme Leidenaren haring, wittebrood, sigaren en koffie uitgedeeld. Na de oorlog verdwenen die laatste twee, en daarmee ook weer die associatie met armoede. Haring en wittebrood bleven, en wat de band met de historische gebeurtenis juist versterkte.’ De viering is volgens Jacobs een zeer levende traditie. ‘Met mijn lezing wil ik de 3 October Vereeniging dan ook oproepen om het feest in
de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed te laten opnemen. Hoe Leidenaren vasthouden aan hun hutspot, terwijl de originele ingrediënten er geen mallemoer toe doen, dat hoort bij de Leidse identiteit.’ Historische Lezing Waarom Paling? De 3 Oktoberfeesten door de bril van een antropoloog door Els Jacobs, Academiegebouw, zondag 28 sept14.30. Kaarten zijn daar vanaf 14.00 uur gratis op te halen.
Leidens Ontzet in 1573... De hertog van Alva, door de Spaanse koning Filips II aangesteld als landvoogd, besloot Leiden tijdens de Tachtigjarige Oorlog net zo lang te belegeren tot het stadsbestuur zich overgaf. Bij een tweede beleg, in 1574, staken de Watergeuzen de dijken bij Rotterdam en Capelle aan den IJssel door. In de nacht van 2 op 3 oktober stond het water rond Leiden hoog genoeg om de Spanjaarden te verjagen. Intussen waren 6000 van de 18.000 Leidenaren al bezweken aan de honger en de pest. Burgemeester Van der Werff zou zelfs zijn arm aangeboden hebben aan de uitgehongerde inwoners. Een pan pruttelende hutspot uit het verlaten Spaanse kamp en wittebrood en haring, meegebracht door de Watergeuzen, stilde de ergste honger. Willem van Oranje bedankte de dappere Leidenaren met een universiteit.
...en in 2014 Op donderdag 2 oktober starten de festiviteiten officieel op de Garenmarkt om 15.74 (16.14 voor niet-Leidse horloges) met de openingsvoorstelling ‘Een bijzondere reis’. ’s Avonds, om 19.30 trekt de Taptoe door de stad. Op donderdag (13.00-21.00) en vrijdag (9.00-22.00) is er een feestelijke warenmarkt op de Stationsweg, de Oude Singel, de Princessekade en de straten daartussen. Vanaf daar kun je het Lunapark, de grote kermis, niet missen. Op de Garenmarkt zijn ook enkele grotere optredens, maar verspreid over de hele stad vind je dj’s en bands. Op vrijdag moet je eigenlijk vroeg je bed uit voor het Reveill-je om 7.00 op het Stadhuisplein. Om 10.00 uur is de herdenkingsdienst in de Pieterskerk, vanaf 13.00 uur trekt de grote optocht door de stad en ’s avonds na de vuurwerkshow om 23.30 bij de Ankerplaats aan de Zijlsingel keert de rust in de stad terug. Meer festiviteiten zijn te vinden op www.3october.nl/feestwijzer.
10 Mare · 25 september 2014 English page
They don’t like loud noises Scientists study the effects of noise pollution on fish Biologists are studying the effect underwater noises have on the behaviour of fish. Apparently, the nature of the sound as well as its volume is relevant. ”I switch off the radio when I’m reversing into a parking space.” by Bart Braun All of a sudden, lots of people in Europe decided that they wanted to know everything about underwater sounds and animal behaviour. In 2008, new European regulations were introduced, stating that the North Sea should have a “good environmental status” by 2020. “Since then, everyone has been trying hard to discover what that means”, says behavioural biologist Hans Slabbekoorn with a smile. One of the criteria for the status is noise: if you want to make a racket in the North Sea, you need to find out whether it will do any harm, and if so, compensate for it. All this is good news for Slabbekoorn as he has been studying fish and sounds for years. And there is plenty of noise in the sea – noise that may or may not be harmful: boats’ engines, explosions for seismic research, wind turbines and piles driven into the bottom of the sea for offshore platforms. “Those piles are eight metres wide, so a bit larger than the ones they slap into dry land, and the sound of the pile-driving resonates throughout the whole North Sea”, the biologist claims. Slabbekoorn, Research Institute Imares and TNO have formed a partnership funded by NWO (Netherlands Organization for Scientific Research) to assess the consequences of all that noise – not an easy task. “We know that if a sound is loud enough, it can be lethal.” Although, surprisingly, scientific research into methods for killing people by sound is still quite new, we know that the fatal volume for humans is approximately 200 decibels. It’s suspected that the limit for fish and acoustically sensitive mammals such as dolphins could be lower, but that’s not Slabbekoorn wants to find out. “People are willing to believe that noise can have serious consequences when whales are beached or when dead fish come floating to the surface, but far more moderate levels of sound can be detrimental
XXXX too. On average, the entire North Sea has become noisier and that is impacting all sorts of animals. They use sound to catch their prey, avoid being caught by predators or to attract a partner. Potentially, there could be any number of effects. Just think: if we cause fish to scatter during the mating season and disturb the reproduction cycle of a cohort, we’d only realise something had happened much later when the fish stocks dwindle. If we can find out where and when we can create a din, it could make a difference.” Accordingly, Slabbekoorn and his colleagues are doing various experiments to discover the effects of non-lethal sound. They play sounds to cichlids and zebra fish in aquariums and in Zeeland, the researchers are working with bass in larger pools. “For instance, the zebra fish have more difficulty catching water fleas if their surroundings are noisy, which is very strange as they don’t
need their ears to hunt. On the other hand, I switch off my radio when I’m reversing into a parking space.” In a recent article in the scientific journal Biological Conservation, Slabbekoorn’s PhD student Errol Neo describes an experiment with bass in a pool: after forming groups of four fish, he played a sound to them. The video footage of their reactions was then compared to the behaviour of fish that had not been disturbed. When the bass heard the row, they would swim closer together and move to deeper parts of the tank. The scientist was struck by the discovery that different sounds had different effects: following a continuous noise, the fish would resume swimming “normally” sooner that they would after an interrupted noise. The boom-boom-boom of a pile driver evidently had more impact that the whine of a passing container ship. “Obviously, that’s not what the pol-
icy-makers want to hear”, continues Slabbekoorn. “They’re hoping for a straightforward answer: this number of decibels is too much. But it’s not just the volume that’s relevant; the nature of the sound has an effect too. Tolerance has a part too and as the creatures grow accustomed to noise, the damage might accumulate, just as we cause more damage to our ears the longer and the nearer the front we are at a concert. “Besides, we’ve observed behavioural responses of some species in a certain season that do not occur in the next. Chronic stress could affect the reproduction success rates – we haven’t observed the effects of exposure to noise on that yet, but we expect there will be a connection.” To make the research even trickier, below the surface, sound does not act in the same way it does above and a reaction in an aquarium could be influenced by its specific situation. “At present, Neo is carrying out
experiments on a floating island with a large cage made of fishing nets underneath. We’ve observed more or less the same responses, but actually I would like to repeat the experiments in real open water.” Is there any point to worrying about the effects of underwater noise on the behaviour of fish when whole shoals of the creatures are caught at once? “Compared to the impacts of trawling, the effects of sound on fish populations aren’t so bad, I think. But on the other hand: fishing has a purpose, because fishermen earn a living from it and many people like to eat fish. Noise is merely a by-product of what we do at sea, not the object. Perhaps we could screw piles into the ground, for instance. We hope that our study produces the information we need to make sensible assessments for planning and permitting activities that cause noise.”
Laughing at other people’s woes Leiden social psychologist Wilco van Dijk and communications scientist Jaap Ouwerkerk have published the book Schadenfreude, Understanding Pleasure at the Misfortune of Others. “In the Netherlands, we love it when the Germans lose at football.” So what is schadenfreude? “Schadenfreude means that we’re enjoying the fact that someone else is suffering. “However, it’s important that we haven’t caused that suffering, because then we’d be ‘gloating’. It might be quite trivial: a child falling off a beam in gym or a girl breaking the heel of her nice new shoes. But it
could be serious too, like someone’s death.” Why do people enjoy seeing others suffer? “We think that people ‘enjoy’ something if it appeals to something they think is important. We like to hear about other people’s bad luck if it helps our own goals or interests. Most of all, we want to see justice, fairness: we think it’s right if something bad happens to someone we don’t like or someone we think is arrogant.” Anything else? “Schadenfreude can be caused by envy. We feel inferior and the fact
that someone else is faring badly removes the grounds for our envy. And in the same context: it can be caused by social comparison: we like to feel good about ourselves and if someone else suffers a misfortune, we are socially advantaged by comparison.” What did you study? “We asked students to watch footage from Idols in which a girl sang terribly out of tune and was then slated by the jury. The students had done an intelligence test before they watched the clip. We told half the participants that they had done very badly in the test: their scores were in the lowest ten per cent, which students
really don’t like to hear. We told the other half that they were extremely bright: their scores were among the highest ten per cent. The students who felt badly about themselves – because they thought they had done badly on the test – enjoyed the Idols footage far more than the people who felt good about themselves.” When does a situation provoke schadenfreude and when do we feel sympathy? “Misfortune should be relative: the punishment should fit the crime. We might experience pleasure if a dictator is sentenced to death, for example. If a fellow-student always gets top marks, it feels good when
he almost fails a test for once. But it wouldn’t be funny if he were killed in a car crash.” Is it linked to a country’s culture? “Schadenfreude – malicious joy – is found in all cultures, but not all languages have a word for it, including English, where they use the German term. The Japanese had a saying about schadenfreude dating from around 1300 or 1400: another man’s misfortune tastes like duck. At the time, duck was a delicacy. Nonetheless, schadenfreude varies from person to person and depending on the circumstances – in the Netherlands, we love it when the Germans lose at football, for example.” PM
25 september 2014 · Mare Cultuur
Agenda
De geschiedenis inhalen Tekst onthouden is voor oudere acteurs wat lastiger In het toneelstuk Moesson ‘vieren’ de personages nog jaarlijks de bombardementen op Hiroshima en Nagasaki. ‘We hadden het geluk dat we bekende koppen én kloppende karakters vonden.’ ‘Op een bepaald moment sterven de verhalen over Nederlands Indië uit. Maar voorlopig is er nog verongelijktheid over de geringe aandacht voor de kampen in Indonesië in vergelijking met de concentratiekampen hier’, vertelt regisseur Ger Thijs. Hij bracht acteurs Bram van der Vlugt, Kitty Courbois en Thom Hoffman samen voor de voorstelling Moesson, geschreven door acteur Eric Schneider. Omdat Schneider zijn toneelstuk nergens kwijt kon, was hij maar aan een novelle begonnen over hetzelfde verhaal, getiteld De Beige Man. Met dat werk is hij vorig jaar op 79-jarige leeftijd gedebuteerd als auteur. Thijs: ‘En intussen vond ik het een spannende vertelling, gebaseerd op Erics eigen jeugd. Indonesië heeft natuurlijk een ontzettend reliëf gegeven aan Nederland en aan de Nederlandse literatuur in het bijzonder. Door zulke verhalen kunnen we de geschiedenis een beetje inhalen. Zonder Max Havelaar en De Stille Kracht zou de Nederlandse literatuur stoppen bij De Avonden.’ Kitty Courbois speelt een vrouw
DOOR MARLEEN VAN WESEL
Bram van der Vlugt, Kitty Courbois en Thom Hoffman. Foto: Annemieke Kock die destijds in een Jappenkamp zat. Haar minnaar Mees Stork, gespeeld door Bram van der Vlugt, sloot zich in Australië aan bij de geallieerden. Na de oorlog zien ze elkaar terug. Dat blijven ze jaarlijks doen, samen met haar zoon Ferdy, om de bombardementen op Hiroshima en Nagasaki te ‘vieren’. ‘Mees Stork runde vroeger een groot hotel in Indonesië. Naar zijn idee spande hij zich vreselijk in voor dat land, net zoals zoveel mensen. Uiteindelijk moesten ze blij zijn
dat ze naar Nederland konden ontkomen. Daar moesten ze helemaal opnieuw beginnen, terwijl ze alles kwijtwaren. Ze hebben Indonesië weliswaar uitgebuit, maar ze hebben er óók veel voor over gehad. Moesson vertelt dat grotere verhaal, maar het heeft ook een mooi persoonlijk plot. Ferdy’s vader is het afgelopen jaar gestorven. Stork wil nu dolgraag verder met zijn moeder, maar voor haar is dat inmiddels volstrekt overbodig.’ Hij koos de acteurs samen met
de producent. ‘Die wil natuurlijk het liefst bekende koppen, terwijl ik eerder uit ben op kloppende karakters. We hadden het geluk dat we allebei die aspecten vonden, bij acteurs bovendien die zelf ook heel enthousiast waren.’ Moesson hoort bij de serie Toneel Plus. ‘Dat is een idee van Hummelinck Stuurman Theaterbureau, om mogelijkheden te bieden voor oudere acteurs, die inmiddels wat minder aan bod te komen. Tekst onthouden is ook wat lastiger, daar hadden de acteurs uit Moesson ook wel mee te maken. ‘Maar het gaat er vooral om dat acteurs op een zekere leeftijd niet meer vijf avonden in een week op het toneel willen staan, maar bijvoorbeeld nog wel drie. We hebben de tournee daarom wat meer uitgespreid. Het publiek merkt daar natuurlijk niets van. Het wrange voordeel is trouwens dat het theaterpubliek ook vergrijst, waardoor de acteurs op het podium van allerlei verschillende activiteiten herkend worden.’ Evenwel is het toneelstuk de moeite waard voor studenten, vindt Thijs. ‘Het gaat over een belangrijk deel van de Nederlandse geschiedenis, het is goede literatuur, op het toneel gebracht door prachtige acteurs.’ Moesson Leidse Schouwburg 25, 26 en 27 september 20.15, vanaf € 10
Maretjes Doe meer met je kennis! Vrijwilligers gezocht voor één uur per week bijles en huiswerkbegeleiding op verschillende locaties of bij de leerling thuis. Leiden-Noord, 31 leerlingen, basisonderwijs, groep 4 t/m 8, waarvan 8 met vergoeding van €5-7,- per les. Voortgezet onderwijs, 15 leerlingen Nederlands, Engels, wiskunde, natuurkunde, waarvan 2 met vergoeding van €5,- per les. Marokkaans meisje, hulp bij opdrachten bedrijfskunde, eerstejaars hbo. Marokkaans meisje, Engelstalige grammatica, vierdejaars mbo-4-opleiding. Leiden-Zuid, 12 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 8 en 4 leerlingen voortgezet onderwijs, wiskunde. Eén leerling voortgezet onderwijs met vergoeding van €5,- per les. Marokkaans meisje, wiskunde, Duits, 1e klas vmbo-kader. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do 15-17u. Tel: 071-5214256. E-mail: hdekoomen@owwwleiden.nl. Minder stress, meer plezier en energie in je leven? Studentenyoga & meditatie in sfeervolle studio vlakbij LUMC, yogacentrum De Lindewei biedt dagelijks ontspanning, betaalbare prijzen. Proefles 5 euro. www.studentenyogaleiden.nl. INDOOR SCHAATSEN IN LEIDEN !!! Het kan weer vanaf zaterdag 27 september.
Ook losse schaatslessen mogelijk. Raadpleeg voor adres, openingstijden publiek en entree tarieven onze website www.schaatshalleiden.nl Wij zijn op zoek naar een lieve oppas voor onze dochter van 8 maanden, vooral op doordeweekse avonden een paar uurtjes. Centrum Leiden. Bel 0629373924. Secretaris gezocht! Wil jij je inzetten voor de belangen van de huurders van DUWO? Ben je daarnaast nauwkeurig, communicatief vaardig en heb je een kritische blik? Dan is het bestuur van Huurdersvereniging BRES op zoek naar jou! De functie kost ongeveer tien uur per week en hiervoor ontvang je een bestuursvergoeding van €210,- per maand. Zie www. huurdersverenigingbres.nl voor meer informatie! Te huur (1-10-14 tot 31-01-15) kamer in Oegstgeest 12m2, €263,- incl. Wifi aanwezig. Faciliteiten delen met 2 anderen. Gezocht: niet-rokende student/werkende jongere <30 m/v. Reactie z.s.m. naar cwo@ xs4all.nl. Je bent (bijna) afgestudeerd. Hebt uitstekende cijfers voor wiskunde en je bent op zoek naar een uitdagende baan. Kijk op www.northpool.nl/careers voor die baan in de energiesector!
Study in France, make a career! french higher education forum studyinfrance.nl
© Catherine Nieuwesteeg
October 8th 2 - 6 pm Amsterdam UvA (Oudemanhuispoort 4-6) October 9th 10 am - 1 pm Leiden, Plexus (Kaiserstraat 25) CAMPUS F RANCE campusfrance.org
Meet and greet...
11
PAY S - B A S
PAYS-BAS ▪ AMSTERDAM
Academische Agenda Prof.dr. M.P.C. van der Heijden zal op vrijdag 26 september een oratie houden bij de benoeming tot hoogleraar aan de faculteit der Geesteswetenschappen met als leeropdracht Comparative Urban History. Prof.dr. A. Timmermans zal op maandag 29 september een oratie houden bij de benoeming tot hoogleraar aan de faculteit Campus Den Haag met als leeropdracht Public Affairs. Mw. M. Plomp hoopt op dinsdag 30 september om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Never-Neverland Revisited: Malay Adventure Stories’. Promotoren zijn Prof.dr. E.J. van Alphen en Prof.dr. H.M.J. Maier (Univ. Of California, Riverside). Dhr. P. Ortiz Cabello hoopt op dinsdag 30 september om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Effects of heavy fields on inflationary cosmology’. Promotor is Prof.dr. A. Achucarro. Mw. A.M. Towns hoopt op dinsdag 30 september om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Women of the third age: medicinal plants for reproductive health and childcare in Western Africa’. Promotor is Prof. dr. E.F. Smets. Mw. M.M. Palm hoopt op dinsdag 30 september om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘High-throughput simulation studies of angiogenesis’. Promotor is Prof.dr. R.M.H. Merks. Dhr. J.C. Keurentjes hoopt op dinsdag 30 september om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Predictors of clinical outcome in total hip and knee replacement’. Promotor is Prof.dr. R.G.H.H. Nelissen. Dhr. R.J. Raterink hoopt op woensdag 1 oktober om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘High-throughput profiling of small molecules using mass spectrome-
try’. Promotor is Prof.dr. T. Hankemeier. Dhr. J. van de Sande hoopt op woensdag 1 oktober om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Dawn of the Red and Dead’. Promotoren zijn Prof.dr. M. Franx en Prof. dr. M. Kriek (Univ. Of California at Berkeley). Dhr. I. Boog hoopt op woensdag 1 oktober om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Multiculturalism and multicultural citizenship: Public views on national belonging, equality and cultural distinctiveness in the Netherlands’. Promotor is Prof.dr. W.A. Shadid. Dhr. E.C. Heeres hoopt op donderdag 2 oktober om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Manipulating carbon nanotubes’. Promotor is Prof.dr.ir. T.H. Oosterkamp. Mw. S. Ariotti hoopt op donderdag 2 oktober om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Function and behavior of cd8+ t cells in the skin’. Promotoren zijn Prof.dr. T.N. Schumacher en Prof.dr. J.B. Haanen. Dhr. R.A. Rosalia hoopt op donderdag 2 oktober om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Particulate based vaccines for cancer immunotherapy’. Promotoren zijn Prof.dr. H.J. Guchelaar en Prof.dr. F. Ossendorp. Mw. C. Lin hoopt op donderdag 2 oktober om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Utterance-final particles in Taiwan Mandarin: contact, context, and core functions’. Promotoren zijn Prof.dr. L.L. Cheng en Prof. dr. R.P.E. Sybesma. Dhr. K. Ehsani hoopt op donderdag 2 oktober om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Social Histories of Labor in the Iranian Oil Industry: The Built Environment and the Making of the Working Class (1908-1941)’. Promotor is Prof.dr. T. Atabaki.
FILM
TRIANON A Most Wanted Man dagelijks 21.30 Life of Crime dagelijks 18.45 Boyhood dagelijks 21.30 Dorsvloer Vol Confetti dagelijks 18.45, za + zo 13.00, wo 14.30 The Maze Runner dagelijks 18.45 + 21.30, za + zo 15.30 LIDO Let’s Be Cops za + zo 15.30 The Equalizer dagelijks 18.30 + 21.30 Deliver Us From Evil dagelijks 21.30 What If dagelijks 18.45 Nena za + zo 15.30 As Above, So Below dagelijks 21.30 Lucy dagelijks 21.30 Bloedlink dagelijks 21.30 KIJKHUIS Clouds Of Sils Maria dagelijks 17.45 Winter Sleep dagelijks 20.30, zo 14.00
THEATER
IMPERIUM THEATER Ontzettend Nodig: The Battle of the Sexes Vr 26 september 19.15 €7,50 LEIDSE SCHOUWBURG Moesson 27 september 20.15 vanaf €10,00
MUZIEK
VRIJPLAATS LEIDEN The Love Freaks 27 september 21.00 VRIJPLAATS LEIDEN Unplugged Kickoff! 1 oktober 20.00 SUB071 Sweet Empire + Hard voor weinig 27 september 21.00 QBUS Magda Piskorczyk & Band + Bluesdinos 26 september 20.30, €10,00 QBUS De Leidse Danssalon 27 september 20.30, €10,00 STADSGEHOORZAAL LEIDEN 80’s Verantwoord & 90’s NOW 27 september 21.00 €12,50 DE TWEE SPIEGHELS Biguine Balade 28 september 16.00 CAFÉ DE TREGTER Cripshoot 27 september 21.30
DIVERSEN
OUDE UB EN ANDERE LOCATIES The Big Draw t/m 28 september GALERIE ARS AEMULA NATURAE Ledententoonstelling t/m 28 september op vr, za, zo 13-17u HOOGLANDSE KERK 3D-expositie Moving Images – on tour – Arent Weevers 27, 28 en 30 september en 1 oktober NATURALIS BIODIVERSITY CENTER Tentoonstelling: Nieuw in Nederland t/m 1 november 2015 MUSEUM BOERHAAVE Tentoonstelling: 100 jaar uitvindingen, Made by Philips Research t/m 4 januari 2015 RIJKSMUSEUM VOLKENKUNDE Kunst- en boekenmarkt 27 september CAFÉ DE KEYZER Paddenstoelenwandeling Zo 28 september 15.00 €12,50 CAFÉ DE KEYZER Paddenstoelenwandeling Zo 26 oktober 15.00 €12,50 STADHUISPLEIN EN ANDERE LOCATIES Internationaal Fotofestival Leiden Za 11 oktober t/m za 8 november MUSEUM BOERHAVE Hit & Run. Ed van der Elsken fotografeert. Za 13 september t/m zo 4 januari
12 Mare · 25 september 2014 Het Clubje
Inburgeren
Handleiding voor hoorcolleges
Vlnr: Jerona van der Gevel, Charlie Hölscher, Rein Anspach, Kanta Dihal, Robin Mier en Hanna Bouma. Foto Taco van der Eb
‘Sommigen hebben een wedstrijdbezem’ Muggle Quidditch Team de Portkeys Kanta Dihal (23, afgestudeerd literary studies): ‘Voor mijn studie heb ik een half jaar aan de University of British Columbia in Canada gestudeerd. Daar bleek quidditch – in het Nederlands “zwerkbal” – een grote, gave sport te zijn. Bij het introductiekraampje hadden ze al tweehonderd inschrijvingen. Ze hebben er een eerste en tweede team en spelen internationale wedstrijden.’ Hanna Bouma (19, film- en literatuurwetenschap): ‘In 2005 begonnen ze in de VS met het omzetten van de bekende sport uit Harry Potter naar een Muggleversie: voor niet-tovenaars. Het is een combinatie van trefbal, handbal en rugby. Quidditch werd een echte studentensport, bijna alle universiteiten hebben daar een eigen team.’ Robin Mier (23, Japan studies): ‘Wij zijn het derde team van Nederland. Maar inmiddels is er ook een vierde team opgezet aan de universiteit van Wageningen.’
Bandirah
Bouma: ‘Het leukste is dat quidditch een gemengde sport is. Je speelt met zeven spelers die vier verschillende posities hebben en er zijn vijf ballen in het spel. Daarom is het niet alleen fysiek zwaar, je moet je ook goed concentreren.’ Dihal: ‘De drie chasers proberen te scoren door de bal door de hoepels te gooien. De beaters kunnen de chasers afgooien, dan moeten ze opnieuw beginnen. Daarnaast kunnen chasers door andere chasers worden getackeld, en beaters kunnen elkaar ook tackelen. Het is een ruige sport, geen gehuppel met een toverstokje.’ Rein Anspach (18, taalwetenschap): ‘De seeker jaagt op de snitch. De snitch is een onpartijdig persoon. Er wordt een tennisbal in een gele sok met een riem of een stuk klittenband aan die persoon bevestigd. De seeker moet die bal te pakken krijgen. En dan is er nog de keeper, die probeert te verhinderen
dat de chasers scoren.’ Jerona van der Gevel (25, afgestudeerd filmwetenschappen): ‘Tijdens het spel hebben we een bezemsteel tussen onze benen.’ Bouma: ‘Wij gebruiken stokken met een stuk pool-noodle erop, en sommigen hebben een wedstrijdbezem, besteld in Amerika.’ Charlie Hölscher (18, European studies): ‘De bezem moet je de hele tijd vasthouden. Het is een extra handicap, want daardoor kan je maar met één hand gooien en vangen.’ Dihal: ‘De sport is ook best gevaarlijk. Als je getackeld wordt, kun je niet zomaar op de grond vallen met een bezemsteel tussen je benen. We hebben allemaal valtraining gehad.’ Anspach: ‘In het begin is het wel raar om met een bezemsteel door het park te rennen, maar je bent al snel zo druk bezig dat je dat vergeet.’
Mier: ‘Laatst was er een groepje jongens aan het eten in het park. Ze vroegen of ze mee mochten doen. In het begin deden ze een beetje lacherig, tot ze omver gebeukt werden en wij scoorden.’ Hölscher: ‘Toen ik voor het eerst over Muggle quidditch hoorde dacht ik alleen maar: “Wow, Harry Potter! Quidditch, wow!”. Maar het spel is echt strategisch en leuk.’ Dihal: ‘Ze komen voor Harry Potter, maar blijven voor de sport. De meeste spelers zijn wel gek van Harry Potter, maar mijn vriend is vaak de snitch tijdens wedstrijden, en die heeft niet eens alle boeken gelezen.’ Anspach: ‘Wij zijn erg enthousiast en willen quidditch groot en bekend maken. We mogen maximaal 21 mensen in ons team hebben, dus we zoeken nog leden.’ Door Petra Meijer
Een vaak onderschatte vaardigheid van de moderne student is de meest efficiënte weg vinden in the jungle that is de hoorcollegezaal. En dan heb ik het meer bepaald over het vinden van de Ultieme Zitplaats. Die is namelijk best wel cruciaal, dus het is belangrijk om dit zo strategisch mogelijk aan te pakken. Dat kan gebeuren op basis van verschillende criteria, zoals wat je eigenlijk het belangrijkst vindt aan hoorcolleges bijwonen: dat je de stof goed uitgelegd krijgt (en dus het best in je eentje zit dan wel naast de ijverig schrijvende strebers) of dat je gezellig met je studiegenoten kan bijkletsen? Dat je wél bij dat ene aantrekkelijke studentenspecimen in de buurt kan zitten of dat je juist niét naast het meisje met de kauwgumverslaving (of erger: achter de jongen met laptop en pornoverslaving) belandt? Dit zijn de keuzes die een hoorcollege-ervaring kunnen maken of breken, mensen. Het kan ook iets pragmatischer bepaald worden. Ongeduldige liefhebbers van warme dranken en/of kleffe tussendoortjes zitten bijvoorbeeld beter niet in het midden van een rij, omdat je daar bij elke pauze een hachelijke klimtocht over ettelijk paar benen te wachten staat en je bovendien na afloop van het college veel later kan vertrekken. Zuinige studenten met zelf meegebrachte thermos en een strikte personal space vermijden om precies die redenen dan weer beter de zijkanten: heel veel vreemde lijven zullen zich gegarandeerd een kwartier lang in twee richtingen langs je heen proberen te wurmen. Vooraan in de collegezaal zitten is voorts ideaal wanneer je goed op wil letten maar minder tof wanneer je een panische angst koestert om onverwachts uitgekozen te worden om een vraag te beantwoorden en/ of graag de mogelijkheid benut om af en toe tegen je buur over de kwaliteit van het college te klagen. Achteraan is dan weer de perfecte plaats om je sociaal leven te onderhouden, maar je verstaat doorgaans geen woord van langs de neus weg gegeven tentamentips. Tenslotte kan de keuze voor een zitplaats helaas ook beperkt worden door het tijdstip van arriveren. Te vroeg komen betekent geen controle over je buren, maar te laat komen ook niet én de kans dat je het met een kapotte leuning of stoel zonder tafel moet stellen, stijgt significant. Voldoende stof tot nadenken dus. Toch biedt zelfs deze perfect doordachte strategie niet altijd garanties op succes. Wanneer je er na een halfuur (in bezit van de derde stoel van links, zesde rij, naast een gezellige doch net voldoende ijverige medestudente, mét geld op zak voor koffie, blinkend van trots) achter komt dat je in de verkeerde collegezaal zit, bijvoorbeeld. Dan heb je er echt geen hol aan. Talitha Dehaene