31 oktober 2013 37ste Jaargang • nr. 7
Digitale actrice op filmfestival Pagina 11
Geschiedenisstudent wil smid worden. ‘Timing is alles’
Prothesepsychologie: hoe kun je voelen wat je niet hebt?
Willem Bilderdijk was een veelschrijver en verslaafd aan opium
Pagina 3
Pagina 7
Pagina 9
‘Dit land lag bijna knock-out’
Cursus tegen skiliftangst
Martin van Vliet, onze man in Mali
De vliegangstbestrijders van de Stichting VALK gaan een training geven voor wintersporters die bang zijn voor stoeltjesliften.
Vrijdag beslist de ministerraad of er Nederlandse militairen naar Mali worden gestuurd. Een Leidse promovendus werkt ter plekke als adviseur voor de VN-Vredesmissie. ‘Als het hier een puinzooi is, heeft dat ook voor ons gevolgen. Een veilig Europa begint hier.’
Lucas van Gerwen van VALK, waarom? ‘We behandelden altijd al vliegangst, claustrofobie en controle-angst. Dit komt nu op ons pad omdat de directeur van SnowWorld Landgraaf een vliegangstbehandeling kreeg. Hij is de enige in Nederland met een zespersoons-stoeltjeslift en hij durfde daar niet in.’ Hoeveel mensen hebben er last van? ‘Dat weten we niet. Maar drie miljoen Nederlanders hebben vliegangst, en ook hoogtevrees is een veel voorkomende klacht. Het zouden er dus best veel kunnen zijn.’
Door Vincent Bongers ‘Het contrast is
groot. Een maand geleden zat ik nog tussen de twintigjarigen in de Leidse UB het laatste hoofdstuk van mijn proefschrift te tikken’, zegt Martin van Vliet (34) aan de telefoon vanuit een hotel in Bamako, de hoofdstad van Mali. ‘En nu zit ik hier.’ Van Vliet is naast Leids promovendus ook medewerker van de VN-Vredesmissie in het land. Hij is een van de adviseurs van Bert Koenders, de leider van de missie en oud-minister van Ontwikkelingssamenwerking. ‘Ik onderhoud contact met politici en invloedrijke mensen in de samenleving zoals religieuze leiders. Ik stel daar dan rapporten en achtergrondanalyses over op. Het is keihard werken. We beginnen om acht uur ’s ochtends en gaan door tot elf uur ’s avonds. En dat zeven dagen in de week.’ Vrijdag neemt de ministerraad een besluit over het sturen van onder andere Apache-gevechtshelikopters en commando’s om deze missie, die op 1 juli van start ging, te ondersteunen. Om die reden wil Van Vliet niets zeggen over de wenselijkheid van Nederlandse militaire inzet. ‘Dat is aan de Nederlandse regering en het parlement.’ Het noorden van Mali viel vorig jaar maart in handen van moslimextremisten en rebellen. Sinds januari strijden de Fransen tegen de jihadisten, omdat Mali tot 1960 een kolonie was van Frankrijk. Inmiddels heeft de Malinese regering een tijdelijk vredesakkoord met de rebellen gesloten. Van Vliet: ‘Wij ondersteunen het proces om tot een duurzame vrede te komen. Sinds er sprake is
Een Franse militair in het Malinese stadje Diabaly, waar zojuist rebellen zijn verdreven. Foto Hollandse Hoogte van mogelijke Nederlandse militaire steun, hebben we het nog drukker. Er is een vloedgolf aan journalisten over ons heen gekomen.’ Van Vliet is Mali-kenner en heeft het land al vaak bezocht. ‘Ik weet veel van de geschiedenis en de politieke verhoudingen in Mali. En dat is zeldzaam. Eerst werd ik gevraagd om achtergrondartikelen te leveren. Vervolgens kwam het verzoek om zelf naar Mali te gaan. Dat wilde ik graag, ondanks dat ik drie maanden geleden getrouwd ben. Het is wel een wat eenzame honeymoon. En ik blijf nog elf maanden.’ Hij kwam er eigenlijk bij toeval ooit terecht, zegt hij. ‘Ik studeerde sociologie der niet-westerse samenlevingen en wilde in 2002 als onderzoeksproject een half jaar door Bolivia fietsen. Dat werd afgewezen omdat het te gevaarlijk was. Toeval-
lig kwam ik in contact met iemand die onderzoek deed in Mali en wel een fiets voor mij kon regelen. En dus peddelde ik op de fiets door het zuiden. Van dorp tot dorp deed ik interviews om meer te weten te komen over de geschiedenis van het Malinke-volk. Later heb ik nog voor Het Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie gewerkt. Ik kreeg de opdracht om Mali te helpen de democratie te versterken. Dat is dus niet zo goed gelukt.’ Mali werd in het Westen lang als een modeldemocratie gezien. ‘Toen ik daar rondliep, heb ik gezien dat dit idee op los zand is gebaseerd. Het is een arm land. Een groot deel van de bevolking woont op het platteland. Bij verkiezingen gaat maar dertig tot veertig procent van de bevolking naar de stembus. Politici met een eigen, kleine machtbasis bepaalden alles.’
Daarnaast was er enorm veel criminaliteit. ‘Het land werd een draaischijf voor de smokkel van cocaïne. Twintig procent van wat er in Europa werd gesnoven kwam via de Sahel. Wat dat betreft was Mali wel vergelijkbaar met Mexico. Dat is nu wel verbeterd.’ En er waren nog meer problemen. Een deel van de Toearegs, een Berbers nomadenvolk in het Noorden, wilden meer autonomie en een deel zelfs onafhankelijkheid. Dat probeerden ze met geweld te bereiken. Van Vliet: ‘Ik was maandag in Timboektoe, in Noord-Mali. Daar zie ik tekenen van hoop. Sinds anderhalve week zijn daar de scholen eindelijk weer open. Het was gaaf om de drommen lachende kinderen naar school te zien wandelen.’ > Verder lezen op pagina 6
Is het niet een enorm first world problem? Je hoeft toch niet op wintersport? ‘De noodzaak is minder dan bij vliegangst of spreken in het openbaar, inderdaad. Aan de andere kant: je hebt gezinnen die samen gaan wintersporten, waarbij één ouder of kind beneden blijft omdat hij of zij de lift niet in durft. ‘Het is net als vliegangst een kapstok van verschillende problemen. Mensen met controle-angst hebben er geen moeite mee om in een skilift te stappen, maar wel als dat ding ineens stil komt te hangen.’ Hoe ziet het programma eruit? ‘Het zijn twee volle dagen, in Limburg. Deelnemers krijgen veel uitleg over angst, we horen ze uit over hun symptomen en we leren ze ermee om te gaan. Daarna gaan we ze trainen en het doel is dat ze zondagavond zelfstandig de stoeltjeslift in gaan.’ Wat kost dat? ‘Inclusief hotel, eten en toegang tot SnowWorld €295,-’ Een skihal in Landgraaf is niet hetzelfde als boven een honderd meter diep ravijn hangen met een sneeuwstorm om je heen. ‘Die kunnen we niet nabootsen, maar je hebt genoeg mensen die deze lift al niet in durven. We leren ze niet alleen hoe ze deze lift aankunnen, maar ook alle andere.’ BB
Literair talent opgelet! Win € 250 met Mare-kerstverhalenwedstrijd Ook dit jaar weer: de Mare-kerstverhalenwedstrijd! Schrijf een verhaal van tussen de 1500 en 2000 woorden en win €250, €75 of €50. Oproep van auteurs en juryleden Christiaan Weijts en Arjen van Veelen: verras ons. Mail uiterlijk 12 december naar: redactie@mare.leidenuniv.nl Deelname alleen voor Leidse studenten.
Bandirah Pagina 12
2 Mare · 31 oktober 2013 Geen commentaar
Reproduceerbaar Door Bart Braun ‘That’s not opinion, that’s science. And science is one cold hearted bitch with a fourteen inch strap-on’, om de televisieserie Dexter te citeren. Je zou het niet zeggen, in deze tijd van vaccinweigeraars, klimaatontkenners, Stapels en Baxen, maar de wetenschap krijgt nog steeds een hoop respect. Ondanks alles bestaat er nog steeds een besef dat een wetenschappelijke conclusie meer is dan een mening. De wetenschapper gaat, in theorie althans, zo objectief mogelijk te werk. Het onderzoeksproces wordt goed beschreven, zodat buitenstaanders kunnen kijken of de aanpak wel klopt. Ze kunnen ook de proef over doen, en met eigen ogen de resultaten zien. In theorie, dus. In de praktijk zou je als wetenschapper wel gek zijn om zomaar andermans proefjes over te gaan doen. Als je de uitkomst bevestigt – en dat is wel wat je verwacht dat er gebeurt- is dat leuk voor de eerste ontdekker. Maar jij hebt tijd en geld verspild aan iets dat nauwelijks publiceerbaar is. Hulde, daarom, voor het Reproducibility Project, met als grote vraag: hoeveel onderzoek is er eigenlijk reproduceerbaar? Sowieso niet alles: in de meeste wetenschappen vinden we resultaten goed genoeg als de kans dat ze niet kloppen met de hypothese vijf procent is, of kleiner. Vijf procent is ook niet zoveel, natuurlijk. Maar als je tienduizend onderzoeken hebt die met de hakken over de sloot aan die p-waarde kwamen, dan hebben vijfhonderd daarvan de verkeerde conclusie getrokken. Er zijn redenen om aan te nemen dat er wel eens meer dan vijf procent van het onderzoek niet reproduceerbaar blijkt. Proefjes die je spannende nieuwe hypothese niet bevestigden, worden minder vaak gepubliceerd. Er bestaan stoute onderzoekers die precies lang genoeg data verzamelen tot hun p-waarde is bereikt, om er dan meteen mee op te houden, en dat is statistieksgewijs niet netjes. Zo af en toe zitten er Stapeltjes tussen, al weet niemand hoeveel dat er precies zijn. Het Reproducibility Project gaat over psychologie, een soortgelijk initiatief voor biomedici begon iets later. Alle artikelen die in 2008 zijn verschenen in die vakbladen gaan onder de loep, en het onderzoek erin wordt opnieuw gedaan. Daar zit Leids werk bij, waaronder een studie naar inhibitie bij tweetaligen en een proef die suggereerde dat mensen linkser gaan stemmen als je ze laat praten met iemand die hun bewegingen en gezichtsuitdrukkingen imiteert. Niet iedereen nam het initiatiefnemer Brian Nosek van de University of Virginia in dank af. Een bekende onderzoeker vroeg hem om het niet te doen, omdat de psychologie al genoeg wordt bedreigd. Op korte termijn zal de wetenschap misschien een tikje krijgen, zeker als de reproduceerbaarheid van gepubliceerd werk tegen blijkt te vallen. Op de langere termijn heeft de wetenschap echter geen keuze: je bedrijft wetenschap niet om te publiceren, je doet het om je vingers zo goed mogelijk achter de werkelijkheid te krijgen. Om meer te melden te hebben dan alleen een mening. Aan zorgvuldigheid en reproduceerbaarheid ontkom je dan domweg niet. Reproduceren is naar werk, maar iemand moet doen. Misschien moet zelfs iedereen het doen, maar in elk geval moet iemand ervoor betalen. Tijd voor een experiment: als bij grote onderzoeksbeurzen een gedeelte van het geld wordt geoormerkt voor een reproductie van de mooiste resultaten door een andere groep, houden de conclusies dan langer stand? Ik denk het wel. Maar dat is maar een mening, natuurlijk.
Colofon
Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000
column
Hoofdredactie
Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl Redactie
Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Sybren Eppinga (stagiair) sybreneppinga@gmail.com Medewerkers
Emma Anbeek van der Meijden • Robbert van der Linde • Talitha Dehaene • Petra Meijer • Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving Marijke Hoogendoorn, richgirl-design.com • Marcel van den Berg Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Redactieraad
Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • prof. dr. A.J.W. van der Does • drs. B. Funnekotter • dr. H. Heestermans • L. ten Hove • D. Jacobs • prof. dr. J.J.M. van Holsteyn • Prof. dr. F. Israel • mr. F.E. Jensma • E. Kastelein • S. Kerkhof • E. Merkx • C. Regoor • prof. dr. N.J. Schrijver • R. van Wijk • C. van der Woude Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare.leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
Een koran voor Sinterklaas Een half jaar geleden schreef ik een wat bozig artikel over Scientology. The Master draaide net in de bioscoop, waarin Philip Seymour Hoffman een man speelt die enorm doet denken aan L. Ron Hubbard: charismatisch, dominant, geniaal en gevaarlijk, menthol sigaretten rokend. Hubbard was de oprichter van Scientology. Mijn stuk lichtte die gelijkenis uit en stelde de vraag waarom de media geen serieus onderzoek deed naar wat ik een kolderieke en schijnbaar gevaarlijke religie vond. In Nederland nemen we scientologen ongeveer net zo serieus als moeders die denken dat ze een indigokind hebben. Maar is het niet raar dat een religie met zo weinig leden een groot pand in het centrum van de hoofdstad heeft? En een daaraan gelieerde basisschool, drugskliniek, mensenrechtencommissie? Na publicatie drukten en paar van mijn vrienden hun zorg uit voor mijn veiligheid en privacy; sommige raadden mij advocaten aan. Enkelen vonden het zorgwekkend dat ik op een zondagochtend afsprak met de mevrouw externe relaties van Scientology. Ik was er heerlijk door opgehitst, maar dat bleek nergens voor nodig. We dronken thee, ik mocht mee naar de openbare zondagdienst en tot slot kreeg ik een dvd mee over de gruwelen van de psychiatrie. Wat mij erg bijbleef, is dat ze vertelde dat de kerk in ons land is begonnen als huiskamergodsdienst in deze stad: Leiden. Ik kreeg een beeld van diep gelovige enkelingen die in iemands huis hun levensovertuiging met elkaar deelden. Een levensovertuiging die de meesten van ons vooral kennen door een weerzinwekkende aflevering van Southpark. Weinigen staan erbij stil dat dit kwetsend is voor Scientologen, omdat zij denken deel uit te maken van de beste religie ter wereld, en daarmee de wereld enorm vooruit helpen. Bijna geen enkele Leidenaar zal toentertijd hebben door gehad dat zijn buurman, medestudent, huisgenoot, Scientoloog (aan het worden) was. Dat vind ik een geheimzinnig idee. Wekelijks loop ik door de universiteit en ongetwijfeld zal ik daarbij meerdere geloven doorkruisen. Zoals menig mens dat veel te vaak formuleert, geloof ik niet in God, maar denk ik dat er
wellicht ‘iets’ is. Daarbij ben ik ook nog opgegroeid in een atheïstisch Amsterdams VPRO-gezin, dus religie is voor mij iets heel vreemds. In het eerste jaar van mijn studie in Leiden ging ik om met een overtuigd christen. Lang, knap, rood gebaard en vaak met een toch wel vrome glimlach. Hij vertelde dat hij elke vrijdag vrijwilligerswerk deed; hoewel hij soms liever naar de bioscoop ging, voelde dit beter. Goudeerlijk deelde hij zijn moeite met bepaalde aspecten van het geloof. Op een dag gaf hij mij een bijbel. Die had ik op school al een keer voor godsdienstles moeten aanschaffen, maar dat zei ik niet. We moesten er beiden een beetje om lachen, want ik had al vaker gezegd dat hij mij “echt niet gelovig ging maken”. Maar toch. Als het een koran was geweest, hadden jullie de wenkbrauwen opgetrokken. Had een bepaalde bekende devote moslim die ook aan deze universiteit studeert en onlangs door Mare werd geïnterviewd, ook mijn vage studievriend kunnen zijn? Wellicht, als hij mij tijdens een Twitter-conversatie niet had gemeld op vakantie in Kabul een fotoshoot met al-Qaida te hebben ondernomen. Dan hadden wij misschien ook zulke speelse gesprekken over zijn geloof gehad. Had ik anders ook gelachen als hij mij voor Sinterklaas een koran had gegeven? Ik hoop het. Want de weinige moslima’s die ik tijdens mijn studie heb ontmoet vond ik heel leuke vrouwen. Maar we hebben het nooit over hun geloof gehad. En dat vind ik toch jammer. Niet omdat ik in mijn leven een religie mis, maar wel de open, nieuwsgierige, vrijblijvende gesprekken daarover. Ook gesprekken over atheïsme, dan wel agnosticisme, zijn zeer welkom. Het is moeilijk een atheïst van een agnost of een hippe moslim of christen te onderscheiden, maar ik raad iedereen toch aan met hem of haar dit academisch jaar een gesprek aan te knopen. En niet te schrikken als je voor Sinterklaas van de atheïst een zak pepernoten/Fifty Shades of Grey/het eerste seizoen van Breaking Bad krijgt. Emma Anbeek van der Meijden is masterstudent taalbeheersing
31 oktober 2013 · Mare 3 Mensen
071 -527 …
In één nacht niet meer arm
Hortusrovers
De zogenaamde opkomst van Afrika is gebaseerd op armoedige cijfers In zijn boek Poor Numbers beschrijft Morten Jerven dat de statistieken waarmee wij Afrika beoordelen vaak niet kloppen. ‘Pas als je inzoomt zie je dat het een kwestie van leven of dood is.’ ‘Voor mijn promotieonderzoek plukte ik cijfers van het bruto binnenlands product van Afrikaanse landen uit verschillende internationale online databases’, vertelt Morten Jerven, hoofddocent International Studies aan de Simon Fraser University in Vancouver. ‘Toen ontdekte ik dat lang niet elke bron hetzelfde cijfer geeft. Ik besloot zelf maar eens naar Zambia te gaan. Mij leek dat de originele, kloppende cijfers te vinden moesten zijn bij plaatselijke kantoren. Die hadden ze immers verzameld. De bureaus bleken echter onderbemand, de elektriciteit viel voortdurend uit en sommige gegevens waren niet te bemachtigen, omdat de auto die ze bracht nog moest worden gerepareerd.’ Jervens bevindingen resulteerden in zijn boek Poor numbers, waarin hij betoogt dat de ogenschijnlijke opkomst van Afrika slechts is gebaseerd op armoedige en onbetrouwbare statistieken. Volgende week geeft hij een lezing in Leiden. ‘Hoe armer een land, in Afrika of waar ook ter wereld, hoe minder er geregistreerd wordt, zeker over activiteiten op kleine schaal.’ Intussen blijven grote instanties data eisen. ‘Het lijkt belangrijker om gaten te
Door Marleen van Wesel
vullen, met wat dan ook, dan om werkelijk over de juiste informatie te beschikken.’ In 2010 veranderde Ghana in één nacht van een van de armste landen van Afrika naar een gemiddeld land, althans, volgens het bbp-cijfer. Vaak worden allerlei groeicijfers berekend aan de hand van een basisjaar, van meestal twintig jaar terug, waarover relatief veel bekend is. Wanneer dat aangepast wordt, zoals bij Ghana, levert dat een compleet ander beeld op. ‘Maar voor de gewone man of vrouw is er in die nacht natuurlijk niets veranderd. Sterker nog, zo’n wijziging kan ervoor zorgen dat geldstromen van hulporganisaties toch maar naar Burkina Faso gaan, omdat het daar volgens de tabellen harder nodig is. Als je inzoomt naar de straten van een land, zie je dat het een kwestie van leven of dood is.’ ‘De Millenniumdoelen hebben de situatie verslechterd. Aan een tafel in New York besloten de Verenigde Naties hoe er gemeten moest worden. Investeerders benaderden vervolgens die onderbemande kantoortjes: oké, hier is wat extra geld; we hebben die en die cijfers nodig. Met zo’n rapportagedruk houden we onszelf uiteindelijk voor de gek.’ Sinds zijn boek verscheen, is Jerven door Afrikaanse statistici geweerd van een paar grote bijeenkomsten waar hij zou spreken, ook al is zijn rekenwerk driedubbel gecheckt door teams van het IMF, de African Development Bank en de Verenigde Naties. ‘Vervelend en irritant. Een keer zat ik al in de TGV
naar Parijs voor een OESO-congres toen ze belden. Nou ja, het verontrustte me ook wel, dat er zulke harde dingen over mij in de media werden geroepen. Toch snap ik het. Het is mijn taak om kritische vragen te stellen, en het is hun taak om de geloofwaardigheid van hun cijfers te waarborgen. Hun eerste strategie, mij negeren, was alleen niet zo’n goede. Inmiddels luisteren ze wel. Ik ben toevallig net uitgenodigd in Botswana.’ Over de werkelijke opkomst van Afrika zegt hij heel voorzichtig: ‘Lusaka komt wel op, Accra ook,
maar dat is nog wat anders dan de opkomst van Zambia of Ghana, laat staan heel Afrika. We weten maar weinig over arme landen en het minst over de armste mensen die daar wonen.’ Morten Jerven, Poor numbers. How we are misled by African development statistics and what to do about it, Cornell University Press, 252 pgs. €19,99 Lezing: donderdag 7 november 18.30 Afrika Studiecentrum, Pieter de la Courtgebouw
Sloppenwijk in Ghana. Foto Flickr
Het is echt zo: smeed het als het heet is Jaap-Jan van Zwieten (20) haalt een witheet stuk staal waar blauwe sterretjes van afschieten uit de smidse. Hij legt de verhitte stang op het aambeeld. Klang! Klang! Klang! Als de hamer het metaal raakt, regent het oranjegele vonken. Ze verlichten de roetvegen in zijn gezicht. De tweedejaars geschiedenisstudent toont hoe je een punt smeedt aan staal.
‘Deze is echt superslecht’, zegt hij over het niet geheel geslaagd stukje versgepunt metaal. ‘Ik heb er geen serieus werk van gemaakt. Hij is verbrand. Maar dat is wel zo spectaculair voor de foto.’ Smid en werkgever Sjaak van de Geijn kijkt geamuseerd toe. ‘Het is echt zo dat je het ijzer moet smeden als het heet is. Timing is alles. Het vuur is opgestookt tot 1200 graden en het
Gerda van Uffelen, hoofd collectiebeheer, is dat een groeiend probleem? ‘We krijgen elk jaar meer bezoekers, dus wordt het probleem ook groter. Het gebeurt vaker; misschien ook omdat mensen er makkelijker in zijn geworden. Wat de zaak nu aan het rollen bracht, is dat we een man hebben gesnapt die zijn hele rugzak vol met stukjes van planten had zitten.’ Zijn bepaalde soorten favoriet? ‘Laatst zagen we een vader die zijn kinderen bloemetjes liet plukken van de herfsttijloos. Niet zo handig, want die plant is verschrikkelijk giftig. Er verdwijnen complete planten uit de kassen, en dat is nog eens extra vervelend als het om een plant gaat waar iemand onderzoek naar doet. Sommige planten zijn echt bijzonder of zeldzaam, en die wil je delen met andere botanische tuinen. Het is heel vervelend als dan ineens de buurman er met zaden van de Amorphophallus vandoor gaat, of met de nog onrijpe vrucht van de Jade vine.’ Over de Amsterdamse hortus gaat het verhaal dat daar de cocaplant stierf omdat junks een stekje kwamen halen. Komt het in Leiden ooit zo ver dat iets echt uit de collectie verdwijnt? ‘Het is wel eens gebeurd dat een plant in zijn geheel was meegenomen. Die zetten we de dan niet meer voor de grijp. Er is nu een bord in de maak dat mensen uitlegt dat ze van harte welkom zijn, maar dat de planten voor van alles worden gebruikt.’
Frutti di Mare
Door Vincent Bongers
De Leidse Hortus Botanicus kampt met stelende bezoekers.
staal wordt dan witheet. Dan is het op het kneedbaarst. Als het oranjerood is, wordt het al een stuk moeilijker om het goed te vervormen. Ik laat hem aan het einde van de middag wat smeden. Zo kan hij het leren.’ Van Zwieten werkt elke vrijdag in de smederij van Van de Geijn. ‘Als leerling begint je bij de basis’, zegt hij. ‘Bij het smeden van puntjes. Het rondslaan van
Foto Taco van der Eb
vierkanten staven ijzer. Een paar keer heb ik mijn kunsten mogen beproeven op muurankers die voor de handel bestemd waren, maar door mijn gebrek aan ervaring is dat niet erg lucratief.’ Hij loopt naar de andere kant van de smederij en toont een sierhek voor een deur van de Martinuskerk in Rotterdam. ‘Ik houd me voornamelijk bezig met constructiewerk, zoals het zagen, boren, snijden en slijpen van materiaal. Ik heb hier leren lassen. Ook leuk. Dat pak je toch weer even mee.’ Hij legt uit hoe hij bij Van de Geijn is terechtgekomen. ‘Ik ben altijd al aan het knutselen geweest. In combinatie met mijn voorliefde voor geschiedenis zit je dan al snel replica’s te bouwen. Bij veel ambachten kun je met betrekkelijk eenvoudig gereedschap al een eind komen. Hout, leer of bot, daar kun je zelf thuis nog wel aan prutsen. Metaal bewerken is wat dat betreft een andere tak van sport. Dat leer jezelf niet even aan.’ Van Zwieten, die in Gouderak woont, een plaatsje bij Gouda, ging in 2012 studeren in Leiden. ‘Ik liep van het Lipsius naar het station en kwam langs deze smederij aan de Oude Varkenmarkt en vroeg of ze nog werk hadden. Er bleek genoeg te doen te zijn, echt een buitenkans.’ Van Zwieten begint naast zijn studie geschiedenis ook een opleiding tot smid. ‘Ik weet nog niet wat ik er verder mee ga doen. Ik heb ook een bijbaantje als reservist bij de landmacht. Dus vrijdag sta ik hier in de smederij en zaterdag ben ik soms op de hei aan het schieten. Maandag is het dan weer college. Ik zie wel waar het eindigt.’
Planten achter slot en grendel? ‘Dat was vroeger ook al zo. Om de plek waar de allereerste Nederlandse tulpen stonden, staat een extra hekje. Een deel van de collectie staat in afgesloten kassen, daar kan je alleen een blik op werpen. Daar zitten soorten bij die pas een officiële naam kunnen krijgen als ze een keer gebloeid hebben. Als ze voor die tijd gestolen worden, is dat dus erg zonde. Ze bloeien sowieso veel minder vaak dan de planten die je gewoon bij de bloemist koopt, dus het is ook zonde voor de dief.’ Het winkeltje bij de hortus verkoopt wel zaden en plantjes, maar die zijn vrij generiek. Courgettes, vergeet-menietjes, dat soort werk. Zou een spannender, Leidser aanbod helpen? ‘We hebben te weinig handjes om de zeldzame dingen aan te bieden. Bovendien zijn we gebonden aan allerlei internationale verdragen die het verbieden om geld te verdienen aan bedreigde soorten. Als je écht heel graag een stekje of zaadje van iets wil hebben, schiet dan een medewerker van de Hortus aan. Het kan niet altijd, maar soms wel.’ Ik heb wel eens een bloem van een Oostindische kers opgegeten, moet ik bekennen. En een kastanje opgeraapt. Waar ligt de grens? ‘Als iemand een kastanje of wat eikeltjes meeneemt, doen we daar niet moeilijk over. Maar hoe weet jij of iets een eetbare bloem is, of zijn giftige broertje uit Brazilië? De Hortus is niet de plek om een boeket te plukken voor je moeder.’ BB
4 Mare · 31 oktober 2013 Nieuws
Herbegraven held De ‘Redder van Leiden’, de in 1846 overleden Diederik van Leyden Gael, wordt op zaterdag 2 november herbegraven op begraafplaats Groenesteeg. Dit is ter ere van het 200-jarig bestaan van de begraafplaats. Door een anonieme schenking redde hij de stad van de ondergang, nadat in 1838 bleek dat de gemeentesecretaris ongeveer de helft van de gemeentebegroting verduisterd had. Rector magnificus Carel Stolker is een van de Leidse prominenten die in de stoet van ongeveer 130 mensen meeloopt. Hij loopt mee als zijn voorganger uit die tijd, Joannes Henricus Scholten. Ook burgemeester Henri Lenferink en cabaretier Jochem Myjer vertolken een rol bij de herbegrafenis. De stoet vertrekt om 13:30 uur vanaf de Hooglandse kerk. Om 14:40 uur komt de stoet aan bij begraafplaats Groenesteeg.
Engels docent is een issue ‘Beheersing niet van voldoende academisch niveau’ Studentenpartijen LVS en BeP maken zich zorgen over het niveau van het Engels van docenten. Ze vrezen dat door de slechte taalbeheersing de kwaliteit van het onderwijs daalt. De partijen stelden er een rondvraag over aan
Door Vincent Bongers
het college van bestuur tijdens de universiteitsraad. Door de wens steeds meer te internationaliseren worden er steeds meer vakken in het Engels aangeboden, aldus de partijen. ‘Het komt dikwijls voor dat de beheersing van de Engelse taal van de docenten niet van voldoende academisch niveau is. Met als gevolg dat colleges met een beperkte
woordenschat gegeven worden.’ ‘We hebben via Facebook een onderzoekje gedaan naar wat studenten vinden van het niveau van het Engels van docenten’, zei Marc Hogenhuis van de LVS. ‘We hadden 178 respondenten en van hen volgde er 128 Engelstalig onderwijs. Van deze 128 gaf 45 procent aan dat er niveauverschil zit tussen colleges in het Engels en Nederlands. Dat is
Bezoekersrecord Hortus Prefect Paul Keßler van de Hortus Botanicus verwelkomde vorige week de 125.000ste bezoeker van 2013. De bezoekerscijfers van de Hortus stijgen al jaren, maar zoveel gasten zijn er nog nooit in één jaar geweest. De heropening van de tropische kassen door koningin Máxima genereerde een hoop publiciteit voor de tuinen, en relatief nieuwe activiteiten als de Museumnacht en het Cacaofeest duwen de bezoekcijfers mee omhoog. De groei gaat overigens ook gepaard met nadelen: zie pagina 3.
Programmeerprijs Het Leidse team ‘Geen Syntax’, met drie studenten wiskunde en informatie, hebben zaterdag in Utrecht de Benelux Algorithm Programming Contest (BAPC) gewonnen. In een veld van 34 teams van 10 universiteiten uit Nederland, Belgie en Luxemburg waren zij een uur sneller dan hun concurrenten in het oplossen van tien opgaven. ‘Geen Syntax’ was een van de vier Leidse teams die meededen aan de programeerwedstrijd. Twee jaar geleden won een team van de universiteit Leiden voor het laatst de BAPC. Ook in 2007 en 2008 viel een Leids team in de prijzen.
Examenbrief Ruim 150.000 aankomende studenten hebben deze week een brief van minister van Onderwijs Jet Bussemaker op de mat gekregen. In deze brief wijst de minister op de voorbereidingen die leerlingen van 6 vwo, 5 havo en mbo 4 kunnen treffen voordat zij naar de hogeschool of universiteit gaan. Er is de laatste tijd een aantal maatregelen doorgevoerd die voor de scholieren van belang zijn bij het kiezen van een vervolgstudie. Zo moeten zij zich voor 1 mei 2014 aanmelden voor een studie. Daarnaast vindt de minister het van belangrijk dat studenten een goede studiekeuze maken. Met een bijgevoegde folder met een 5-stappenplan wil ze de scholieren een handje helpen.
Taalsubsidie De Leidse taalwetenschapper Lisa Cheng is een van de ontvangers van een EU subsidie van vijf miljoen euro. Cheng en haar collega’s gaan met het geld een Europees project over meertaligheid opzetten. Ze wil onder andere onderzoeken of het beheersen van meerdere talen goed is voor de hersenen. Het is al de tweede grote subsidie die Cheng in korte tijd binnenhaalt. In 2014 gaat haar project over vraagzinnen, gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, van start.
Rectificatie In het bericht ‘Leenstelsel op de helling’ in de Mare van 24 oktober staat dat er op 9 november een speciale trein door Nederland rijdt waarin allerlei spoorcolleges gegeven worden. Die datum is onjuist. Deze protestactie van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) en de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) vindt een dag eerder plaats, op vrijdag 8 november. De trein stopt ook in Leiden.
Niet goed, geld terug Tijdens het ter perse gaan van deze Mare was de Tweede Kamer nog druk in de weer met het onderwijsdebat. Dankzij het Herfstakkoord, waarin regeringspartijen PvdA en VVD een verbond sloten met wat kleinere partijen om zo een Eerste Kamer-meerderheid te halen, moet er met wat geld geschoven worden. Er gaat meer geld naar onderwijs, maar hoeveel, en hoe, en waarvoor precies, dat is onduidelijk. In de aanloop van het debat kwam PvdA-onderwijswoordvoerder Mo Mohandis met een voorstel: een niet goed, geld terug-regeling voor het onderwijs. Als een hogeschool of universiteit haar beloftes niet nakomt of anderszins in gebreke blijft, moet een student een schadevergoeding kunnen krijgen. Volgens het Kamerlid wordt
zijn voorstel gesteund door de VVD, en kan het daarmee in elk geval op een meerderheid in de Tweede Kamer rekenen. D66 heeft ook een plan. De liberalen willen eigenlijk sowieso af van de hogere tarieven voor een tweede studie, maar leggen nu de focus op een tweede master voor docenten. Een leraar die een extra master wil volgen zodat hij of zij nog een ander vak kan geven, zou dat tegen het gewone collegegeld moeten kunnen. Het gewone collegegeld bedraagt dit jaar 1835 euro; de kosten voor een tweede masteropleiding kunnen tien keer zo hoog zijn. D66 hoopte in het debat van woensdag een potje van tien miljoen euro te reserveren, waar zo’n 1500 docenten uit zouden kunnen putten. BB
Mijn DUO onbereikbaar ‘Door een storing bij KPN zijn studiefinancieringsgegevens en Mijn DUO niet beschikbaar’ meldt de website van Dienst Uitvoering Onderwijs. Sinds zondagavond kunnen studenten niet meer gebruik van de site. Op woensdag was nog steeds sprake van de storing. Volgens de woordvoerder van DUO is het nog onbekend wanneer de storing voorbij is. Ook de medewerkers van DUO konden niet bij de gegevens van de studenten. ‘We hebben nauw contact met KPN. Er wordt heel hard gewerkt om de storing te verhelpen, maar over een precieze datum is nog niets bekend.’
De uitbetaling van de studiefinanciering was net op tijd de deur uit.‘De storing is bijzonder lastig, maar gelukkig was de studiefinanciering voor oktober al doorgevoerd. Dus gelukkig krijgen wij daar geen problemen mee’, laat de woordvoerder weten. DUO biedt op de website alternatieven aan om wijzingen door te geven. Bijvoorbeeld als studenten op zichzelf willen gaan wonen of hun studiefinanciering stil willen zetten, kunnen ze papier gebruiken. Via de website kunnen zij de formulieren printen en opsturen. Voor spoedgevallen kunnen studenten bellen; dan wordt er een oplossing gezocht. SE
best een grote groep. Dit moeten we toch even aankaarten.’ Maar het probleem ligt niet alleen bij de docenten. ‘Ook het Engels van de Leidse student is vaak ontoereikend om de stof in al haar nuances adequaat op te nemen.’ Met als logisch gevolg minder rendement, zou je vermoeden. Maar dat blijkt nu juist niet uit de prestaties. De partijen hebben dan ook het idee dat onder de druk om studenten steeds sneller af te laten studeren, de normering naar beneden wordt bijgesteld. Daar komt nog bij, dat bij veel colleges die in het Engels worden gegeven ‘geen buitenlandse studenten aanwezig zijn.’ De partijen wilden van het college weten of zij op de hoogte zijn van de problemen en of er ook oplossingen zijn. Alleen een ‘cursus Engels’ is niet afdoende om het niveau bij te spijkeren, aldus de partijen. Vice-rector magnificus Simone Buitendijk ‘wilde wel eens grondig kijken naar de Facebook-enquête. Ik vind het nu heel moeilijk om te reageren op deze cijfers. In de International Student Barometer scoren we juist heel goed op het Engels. Beter dan andere Nederlandse universiteiten. Het is een belangrijk issue maar we gaan niet in op de vragen alleen op basis van deze enquête die we nog niet hebben ingezien. Het is beter om wat meer tijd te nemen om te kijken of er echt een probleem is.’ De partijen gaan binnenkort met Buitendijk praten over de kwestie.
‘Ik ben niet zo pronkerig’ Gastschrijver Joke van Leeuwen won maandagavond de AKO-Literatuurprijs met haar boek Feest van het begin. ‘Nu is het even te druk en te onrustig, straks schrijf ik gewoon weer verder.’ ‘Heel blij’ is gastschrijver Joke van Leeuwen (61). ‘Mijn boek bleef wat onder de radar. ‘Deze prijs betekent dat het wel gezien wordt.’ Aan de prijs is een sculptuur en een bedrag van 50.000 euro verbonden. ‘Ik ben niet iemand die daar van te voren erg over speculeert, maar als je een van de zes genomineerden bent maak je toch een betere kans dan de rest’, zegt Van Leeuwen achteraf over haar kansen. Ze heeft ook een vrij nuchtere kijk op het ontzagwekkende aantal prijzen en onderscheidingen dat ze inmiddels voor haar oeuvre verzameld heeft. ‘Ik schrijf in verschillende genres, dat vergroot de kans op een prijs nu Foto: Mieke Meesen
eenmaal. Ik heb in mijn huis in Antwerpen ook geen prijzenkast hoor, pronken ligt niet in mijn aard. Maar in mijn werkkamer word ik wel door een en ander omringd.’ Al die prijzen voeren de druk voor een nieuw boek, waarover ze vorige week in Mare (zie mareonline.nl) al vertelde, niet echt op. ‘Momenteel is het even te druk en te onrustig, maar straks schrijf ik gewoon op mijn manier weer verder.’ Het viel haar op hoe specifiek kranten beschreven hoeveel Vlaamse en Nederlandse auteurs er in aanmerking kwamen. ‘Ik vond dat wat preciezig. Het gaat voor mij mooi niet op, want ik hoor bij allebei. Ik moest ook een beetje lachen om de Vlaamse kranten. Toen ik op de longlist stond werd ik niet genoemd tussen de Vlaamse auteurs, maar toen ik als enige overbleef op de shortlist was ik ineens “de Belgisch-Nederlandse Joke van Leeuwen”.’ MvW
31 oktober 2013 · Mare 5 Nieuws
Masterstudent moet volgend jaar al lenen Minister weigert verder uitstel sociaal leenstelsel Minister van Onderwijs Jet Bussemaker is niet van plan het sociaal leenstelsel voor masterstudenten uit te stellen tot 2015. Door Sybren Eppinga In de beantwoor-
ding van vragen van Tweede Kamerlid Jasper van Dijk (SP) liet Bussemaker dinsdag weten ‘geen voorstander te zijn van verder uitstel.’ De basisbeurs voor masterstudenten moet worden vervangen door het
sociaal leenstelsel, waarbij de beurs een lening wordt en de ov-studentenkaart verdwijnt. De bedoeling is dat studenten die vanaf 1 september 2014 met een masteropleiding beginnen onder het leenstelsel gaan vallen. Dit geldt niet voor studenten die al eerder met hun master zijn gestart. In de brief zegt de Bussemaker dat ‘elk jaar uitstel betekent dat de investeringen in de kwaliteit van onderwijs ook pas een jaar later komen.’ Ook bachelorstudenten verlie-
zen hun basisbeurs. Voor de zomer stelde de minister de lening al met een jaar uit. Pas in september 2015 wordt de beurs voor bachelorstudenten afgeschaft. Bussemaker heeft wel de steun nodig van de oppositiepartijen om het wetsvoorstel door de Eerste Kamer te loodsen. Maar GroenLinks pleitte eind september voor uitstel van leenstelsel voor masterstudenten om het plan beter uit te werken. De partij is in principe voorstander van het so-
Buurt vreest studentenwoningen Gemeente Leiden trof vorige week donderdag een aantal bewoners van de Pieterswijk in de rechtszaal. ‘Om precies te zijn gingen ze in beroep tegen de vergunning die de gemeente ons in juni verleende om studentenwoningen te bouwen aan de Langebrug’, vertelt Marco Veenstra van SLS/DUWO. ‘Een aantal omwonenden was het daar toen al niet mee eens, maar de gemeente kwam met een verklaring van geen bezwaar, wat inhoudt dat de vergunning toch werd afgegeven.’
Bewoners zijn niet per se tegen de komst van studenten naar hun wijk, maar wel tegen de procedure die de gemeente heeft gevolgd, de hoogte van de nieuwbouw (ruim vijftien meter) en de hoeveelheid studenten. Ze geven de voorkeur aan een meer gemengde bewonerspopulatie. SLS/DUWO is zich bewust van de argumenten van de buurtbewoners. Veenstra: ‘We hebben ze nauw betrokken bij de plannen, die hier en daar ook aangepast zijn om hen tegemoet te komen. We hebben bovendien bewust gekozen voor
slechts drie of vier studenten per wooneenheid, zodat er meer sociale controle is. Daardoor is er wel plaats voor minder mensen. Met architecten en de afdeling stedenbouwkundige dienst van de gemeente hebben we er lang over nagedacht. Het plan zoals het er nu ligt, leidt volgens ons niet tot noemenswaardige moeilijkheden. Er komen wel 250 studenten bij op een locatie, maar op de Pelikaanhof wonen er een stuk meer en dat levert ook geen problemen op.’ Binnen vijf weken volgt de uitspraak. MVW
Discriminatie, of niet?
ciaal leenstelsel, maar heeft strenge voorwaarden gesteld. D66 steunt het plan om het nog een jaar door te schuiven. Maar ook regeringspartner PvdA stelt vraagtekens bij de snelle invoering van het leenstelsel voor masterstudenten. Zonder de steun van GroenLinks komt de minister in een lastig parket en ziet het ernaar uit dat zij in moet schikken. Het was aanleiding voor de SP om hier vragen over te stellen. Volgens Van Dijk kan het tot
onzekerheid leiden bij studenten en universiteiten. De minister ziet vooralsnog geen reden om haar plannen aan te passen. Binnenkort wordt in de Tweede Kamer een debat gevoerd over de invoering van het sociaal leenstelsel in de masterfase. De kans blijft bestaan dat masterstudenten een jaar uitstel krijgen. ‘Zoals dat in een democratie ook hoort, is het uiteindelijke oordeel aan het parlement’, schrijft Bussemaker.
‘Snel meer personeel aantrekken’ De universiteitsraad vindt het teleurstellend dat de faculteit Wiskunde- en Natuurwetenschappen weinig haast maakt met het aannemen van personeel. Dat bleek tijdens een raadsvergadering met het college van bestuur. Daar werd de tweede bestuurlijke financiële rapportage (BFR) van dit jaar besproken. De raad constateert dat er een groot verschil is tussen de hoeveelheid begrote en daadwerkelijk in dienst genomen krachten. ‘De gerealiseerde bezetting in het eerste halfjaar van 881 voltijdbanen loopt behoorlijk achter op het begrote aantal van 952’, staat er in de BFR. En dat terwijl er geld genoeg is. De faculteit verwacht rond de drie miljoen in de plus uit te komen dit jaar. Het is teleurstellend dat de faculteit eerdere ‘signalen van onderbesteding aan middelen voor meer personeel naast zich neer heeft gelegd,’ schrijft de raad in een advies aan het college over de BFR. Eerder deed de faculteit Soci-
ale wetenschappen deed er ook wat lang over om nieuw personeel aan te trekken. Maar daar is een inhaalslag geweest. De raad had het college ook gevraagd aan het bestuur van sociale wetenschappen om er tempo achter te zetten. En met succes. ‘Dat zouden we bij FWN ook graag zien’, zei Marc Hogenhuis van studentenpartij LVS namens de raad. De raad wilde ook van het college weten welke stappen er worden ondernomen om de verhouding van wetenschappelijk personeel in vergelijking met ondersteunend personeel te verbeteren. ‘Die verhouding is belangrijk’, zei vicecollegevoorzitter Willem te Beest. ‘Het staat in de bestuursafspraken met de faculteiten. Het komt steeds aan de orde. Maar we realiseren ons dat het wetenschappelijk personeel niet zo hard groeit als we willen. Maar er is wel toename en die vond voornamelijk in de laatste drie maanden plaats. Dus er zit vooruitgang in. Het gaat de goede kant op.’ VB
Ontslag was rechtmatig De bezwaren van medisch farmacologe Melly Oitzl tegen haar ontslag zijn ongegrond, aldus de rechter. In mei 2011 maakte de bètafaculteit bekend dat ze de afdeling Medische Farmacologie van het farmacologieinstituut LACDR wilde opheffen. Een deel van de medewerkers kon terecht bij het Leids Universitair Medisch Centrum, maar daar was voor onderzoeker Melly Oitzl geen plaats. In plaats van herplaatsing volgde een strijd die eindigde voor de rechter. Die riep de beide partijen op om eerst te proberen via bemiddeling tot een compromis te komen, maar de universiteit zag daarvan af. Deze maand kwam rechtbank in Alkmaar alsnog met een uitspraak. Oitzls beroep tegen het opheffen
Foto Taco van der Eb
De politie controleert etnische minderheden vaker dan autochtone Nederlanders, bleek maandag uit onderzoek van Amnesty International naar discriminatie door de Nederlandse politie. De Universiteit Leiden doet ook onderzoek naar de werkwijze van de politie en interacties op straat. Joanne van der Leun, hoogleraar Criminologie, kijkt kritisch naar het Amnesty-rapport. ‘Met de resultaten die Amnesty op een rij heeft gezet kun je alle kanten op. Het zijn vrij sterke conclusies. Er zijn zeker gevallen van etnisch profileren bekend, en mensen ervaren dat vaak ook zo, maar dat is iets anders dan dat de politie structureel discrimineert’ Het is een gevoelig thema, zegt
Van der Leun, die samen met twee collega’s en enkele masterstudenten onderzoek doet naar het politiewerk in Den Haag en Amsterdam. ‘Het is een lopend onderzoek waar wij aan de hand van straatinterviews en observaties kijken hoe de politie haar werk doet en hoe burgers met verschillende achtergronden dat beleven. Het gaat om de dynamiek van het politiewerk. Die is complex’. De hoogleraar zegt de huidige discussie ‘apart’ te vinden. Eerst draaide het om de oververtegenwoordiging van bepaalde groepen in de criminaliteitscijfers. Nu is het omgekeerd en is de selectiviteit van de politie het onderwerp van gesprek, aldus Van der Leun. ‘Ethnic profiling is een issue geworden. Het speelt overal. Er is
wel onderzoek naar gedaan, maar vooral in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Daar zijn er al boeken over vol geschreven. Maar welke methode ook gevolgd wordt, het blijft een onderwerp met veel interpretatieruimte.’ Zij vindt het prijzenswaardig dat de politie van Den Haag mee wilt werken aan het Leidse onderzoek. ‘Wij willen het ook nog in andere steden gaan doen’. Uit het perceptieonderzoek blijkt dat allochtonen problemen kunnen ervaren met de politie. Het is wachten op de definitieve onderzoeksresultaten, omdat de onderzoekers de wetenschappelijke weg bewandelen. ‘Zo’n discussie die nu wordt gevoerd, beïnvloedt ook weer het wetenschappelijk onderzoek’. SE
van haar functie is ongegrond, concludeerde de rechter. De Universiteit Leiden heeft geen regels overtreden bij de reorganisatie, en ‘heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de gemaakte keuzes op zakelijke en objectieve gronden berusten’, aldus de uitspraak. Bij uitspraken van de rechtbank is het mogelijk om in hoger beroep te gaan, maar Oitzl is dat niet van plan. ‘We zijn nu al twee en een half jaar verder; voordat de zaak in hoger beroep voorkomt, duurt het nog twee jaar langer. Ik heb de energie en de financiën niet om dat te doen’, aldus de in Oostenrijk geboren wetenschapper, ‘en mijn carrière krijg ik er niet mee terug.’ Oitzl blijft wel aangesteld als bijzonder hoogleraar cognitieve neurobiologie aan de Universiteit van Amsterdam. BB
Bussemaker blijft voor bsa Als je dan toch een bindend studieadvies invoert aan alle universiteiten, zou het mooi zijn als er iets van bewijs is dat dat ook werkt. In het onderwijsvakblad Studies in Higher Education verscheen eerder dit jaar een studie naar psychologiestudenten aan de Erasmus Universiteit. Daaruit bleek dat de studenten het niet beter gingen doen na een ingevoerd bsa. Wellicht kwam dat omdat ze zich meer richtten op het halen van veertig punten dan op het volgen van hun studie, opperden de onderzoekers.D66-kamerlid en Leidenaar Paul van Meenen wilde van onder-
wijsminister Bussemaker weten wat die ervan vond. In een serie Kamervragen vroeg hij of de studie gevolgen zou hebben voor het beleid, en of Nederland niet was doorgeslagen in het rendementsdenken. Dinsdag kwamen de antwoorden, en die luiden respectievelijk ‘nee’ en ‘nee.’ Andere bsa-pilotstudies waren juist wel positief, en dat studievoortgang van groot belang is voor de kwaliteit van het onderwijs. Persoonlijke ontplooiing en de vorming van maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef zijn niet in het gedrang, volgens de minister. BB
6 Mare · 31 oktober 2013 Achtergrond
Langzaam opgerekte rechten Hoe Turkse vrouwen morrelen aan de poort van het feminisme Turkse vrouwen zetten al vanaf het begin van de vorige eeuw de eerste stapjes naar gelijke rechten. Met wisselend succes. ‘Pas is een tv-presentatrice ontslagen omdat zij volgens een minister een te diep decolleté zou hebben.’ Een groep Turkse officieren pleegde in 1908 een staatsgreep in het Ottomaanse Rijk. Met de zogeheten Jong-Turkse Revolutie zetten zij de strenge sultan Abdülhamid II af. Het rijk werd in de veertiende eeuw gesticht door Osman I. In de hoogtijdagen van de zestiende en zeventiende eeuw strekte het gebied zich uit van Noord-Afrika, via het MiddenOosten tot aan de Kaspische Zee en Wenen. Het rijk bleef nog tot 1922 in stand. Het huidige Turkije vormde het centrum van het Ottomaanse Rijk. Idealistisch als de revolutionairen waren, pleitten ze voor gelijkheid voor alle burgers in het rijk. Vrouwen begonnen te morrelen aan de poort van het feminisme. Maar tot op de dag van vandaag staat in Turkije de positie van de vrouw nog steeds ter discussie zegt promovenda Nicole van Os (1964). ‘Twee weken geleden nog werd de Turkse tv-presentatrice Gozde Kansu ontslagen omdat zij volgens een minister van de conservatieve AK-partij een te diep decolleté zou hebben.’ Als studente antropologie in de jaren tachtig kwam tijdens een collegereeks over de historie van het Midden-Oosten de Ottomaanse vrouw niet aan bod. ‘Onbegrijpelijk vond ik dat.’ Van Os promoveert donderdag op het feminisme, de filantropie en het nationalisme van vrouwen in het Ottomaanse Rijk in de periode van 1908-1918. Door conflicten aan de grenzen met Rusland en de Balkan vertoonde het rijk al vanaf het midden van de negentiende eeuw de eerste scheurtjes. Er ontstond ruimte om te moderniseren. ‘Het was een spannende tijd’, zegt Van Os. ‘De Jong-Turkse Revolutie was een keerpunt voor de hele samenleving. Er werden meer vrijheden geclaimd. Dus ook door Ottomaanse vrouwen. Zij wisten dat in Europa de positie van de vrouw een punt van discussie was.’ Het bood vrouwen de kans zich vrij te organiseren in verenigingen, voor moslims en niet-moslims. Er bestonden al vrouwenorganisaties, maar niet formeel. ‘Zo bleven ze niet meer alleen thuis, maar trokken ook naar buiten. Niet om met mannen te mengen, maar vooral om samen
Door Sybren Eppinga
Turkse vrouwen in een ziekenhuis in Gulhane, 1912. te komen met andere vrouwen.’ Van een radicale verandering is Van Os’ ogen dan ook geen sprake. ‘De externe contacten van de vrouwenclubs verliepen dan weer via mannen. Ze bleven nog binnen de bestaande en stereotiepe genderrollen.’ De verenigingen waren vooral iets van de stedelijke elite. Bij een organisatie als de Filantropische Organisatie van Osmaanse Vrouwen groeide het ledenaantal van 1909 tot aan 1912 van dertig naar zeventig vrouwen. Maar wat deden de vrouwen eigenlijk? ‘Zij zorgden voor soldaten en wilden goed onderwijs voor armen. Ze zagen de arme vrouwen als hun pupillen. Strijden voor stemrecht deden ze in ieder geval nog niet. Dat kwam later. Het waren pas de eerste stapjes.’ Het stemrecht werd in 1934 ingevoerd in Turkije. Vlak na de revolutie liepen veel vrouwen zonder hoofddoek . Dat was tegen het zere been van de antirevolutionairen, die vonden dat er te veel vrijheden waren. Zo volgde in 1909 alweer een tegenrevolutie. Ook vrouwenorganisaties werden aangevallen. Hun clubhuizen werden vernield. ‘Wat volgde was dat vrouwen
Gozde Kansu werd ontslagen vanwege haar te diepe decolleté.
zich gingen matigen in hun gedrag.’ De machthebbers in de samenleving wisten niet zo goed wat zij met de groeiende participatie van vrouwen aan moesten. ‘Hun gedachte was: willen we dit wel?’ Na 1913 werd actief een nationaal georiënteerde economische politiek uitgedragen. Door de combinatie met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog een jaar later zag de overheid de vrouwen als een nieuwe arbeidspoel. Zo moest het naaien van legerkledij door vrouwen bijdragen aan hun nationale Ottomaanse identiteit. Dit was moeilijker dan gedacht. Vrouwenkleding bleef een heikel punt. De overheid sprak over een ‘nationale dracht.’ Buitenshuis moesten vrouwen zich bedekken volgens de voorschriften van de islam. Maar hoe? Het was voer voor discussie in kranten en tijdschriften.
‘De stad Istanbul heeft een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. In die tijd woonden er een miljoen mensen. Nu zijn meer dan tien miljoen. Alles is daar nu te zien, ook hele korte rokjes. Het is moeilijk te vergelijken met toen.’ In 1994 ging Van Os zelf naar Turkije om daar voor tien jaar te wonen en te werken aan een universiteit in Istanbul. Naast haar baan had ze een dochter, waardoor haar promotie bleef liggen. In 2004 keerde ze met haar gezin terug naar Nederland. In haar Turkse tijd bleken vrouwen nog steeds actief te zijn in het verenigingsleven. ‘Elk gat had een vrouwenorganisatie. Vroeger was het nog een stedelijk verschijnsel. Maar inmiddels zijn ze wel weer opgericht voor hun eigen groep, dus moslims en seculieren.’
In haar ogen zijn de Ottomaanse vrouwen niet de radicale feministen van de jaren ’60 in Europa en de Verenigde Staten. Toch trokken ze er meer op uit. ‘Ze rekten de ruimte voor de vrouw in de regio op.’ Zelf schaart zij zich ook niet onder de die hard feministen. ‘Ik was en ben een zelfbewuste vrouw. In mijn tijd in Nijmegen had je ook politieke lesbiennes. Dat was echt radicaal. De Ottomaanse vrouwen waren mij dan weer te conservatief.’ Nicole van Os, Feminism, philanthropy and patriotism: female associational life in the Ottoman empire. Promotie is 31 oktober Op 1 november spreekt de auteur op de discussiemiddag: Gender en Seksualiteit in Turkije, Lipsius, zaal 011, 15.00
‘Er blijven risico’s voor aanslagen’ > Vervolg van de voorpagina ‘Maar ik zag ook al de kapot geschoten winkels en gebouwen. De inwoners van deze stad hebben de laatste jaren zoveel ellende meegemaakt. Die kregen eerst een groep rebellerende Toearegs op hun dak. Die plunderden alle winkels en maakten zich schuldig aan verkrachtingen. Die werden vervolgens weer verdreven door de een aan Al Qaida gelieerde groepering: Al Qaida in de Islamitische Maghreb (AQIM). Dat zijn oorspronkelijk Algerijnse islamisten. Zij voerden de sharia in. Vrouwen moesten gesluierd, roken mocht niet meer. Malinese pop luisteren op je mobieltje: streng verboden. Er werden keiharde lijfstraffen ingevoerd.’ De Fransen hebben hen begin 2013 verjaagd en de orde hersteld. Maar de noordelijke groeperingen
blijven gevaarlijk. Er zijn regelmatig gewelddadige uitvallen. Het is in Timboektoe nu een stuk veiliger en de stad komt weer tot leven. Maar er blijven risico’s voor aanslagen.’ Ondanks alle problemen krabbelen de Malinezen weer een beetje op. ‘Maar het land heeft bijna knockout gelegen. Dan sta je niet gelijk weer fluitend touwtje te springen. Maar hun veerkracht is onvoorstelbaar. Dat is mooi om te zien.’ Maar hoe nu verder? Volgens Van Vliet is het belangrijk dat het conflict niet ontspoort in een open etnische strijd. ‘Een aanzienlijk deel van de Toearegs staat niet achter de rebellen en is niet gewelddadig. Ik merk ook dat bijvoorbeeld religieuze leiders dat steeds benadrukken. Ik sprak een imam in Timboektoe en die hamerde hier ook op. Het gaat er uiteindelijk om hoe verschillende groepen water en grond
delen. ‘Maar om dat goed te regelen moet er nog veel gebeuren.’ Van Vliet benadrukt dat een veilig Mali in ieders belang is. ‘Het is goed voor het Westen dat het land en de regio minder instabiel worden. Als het hier een puinzooi is, heeft dat voor ons ook gevolgen. ‘Een veilig Europa begint hier. Niet alleen wat betreft stromen vluchtelingen. Criminelen hebben voordeel aan instabiliteit. En onveiligheid in de Sahel straalt ook uit richting Noord-Afrika. Het is voor iedereen beter dat het goed gaat in Mali. Daar speelt de internationale gemeenschap een rol in, vooral als het gaat om het verbeteren van de veiligheidssituatie. Maar de oplossing voor vrede in dit land ligt bij de Malinezen zelf.’ Door Vincent Bongers
31 oktober 2013 · Mare 7 Wetenschap
De Zuid-Afrikaanse atleet Oscar Pistorius, de Blade Runner, beschouwt zijn springveren als verlengstuk van zichzelf.
De arm van je avatar Waarom nepledematen toch als echt worden ervaren Ook een virtuele hand of een kunstbeen kan aanvoelen als onderdeel van je lichaam. Hoe komt dat? En hoe ver kun je daarmee gaan? Bernhard Hommel bestudeert de psychologie van de prothese. Hier een eenvoudige illusie, die rond Halloween nog makkelijker te organiseren is. Je hebt een rubberen hand nodig, en een lakentje. De rubberen hand leg je op tafel met de pols naar je toe, je echte hand leg je onder de tafel en verstop je achter het lakentje. Als nu de rubber hand en je echte hand tegelijk worden gestreeld met een kwastje, gebeurt er iets raars. Die hand op tafel, die dus van rubber is en niet van jou, gaat voelen alsof het wél jouw hand is.
Door Bart Braun
Op het eerste gezicht is het een flauw kunstje; leuk voor een paar minuten vermaak op een kinderfeestje. Bij nadere beschouwing is het raar. Je hebt het idee dat je een ‘zelf ’ bent, een afgesloten ‘hier’, met het universum als buitenkant. En dan komt er iemand met niet meer dan een fophand en twee kwastjes, en hij laat zien dat je jezelf en de rest helemaal niet zo goed uit elkaar kunt houden. Hoe weet je eigenlijk dat iets bij je lichaam hoort? Hoe werkt dat? Voor je het weet, verdwaal je in een psychologisch-filosofisch oerwoud, en blijkt de illusie een paar behoorlijk relevante toepassingen te hebben. Hoe zit het met mensen die een kunstmatig ledemaat krijgen na een amputatie? En met je avatars in computerspelletjes of virtual realities? Bij het aaien van de rubberen hand is het belangrijk dat de fophand en
Een virtuele hand op een computerscherm, aangestuurd door een data glove, ervaar je alsof hij van jezelf is. Hoe kan dat? En hoe ver kun je daarmee gaan?
de echte hand tegelijk en even snel geaaid worden, legt Bernhard Hommel uit. ‘Is het asynchroon, dan is de illusie er niet. Technisch is dat heel mooi te doen, met speciale machientjes die tegelijk borstelen of juist niet.’ Zelf doet de hoogleraar, samen met zijn promovendus Ke Ma, onderzoek naar handen op een beeldscherm. De proefpersoon krijgt een data glove aan, die aan een computer doorgeeft welke bewegingen de hand maakt. Op het scherm zie je dan dezelfde bewegingen, of juist niet. In het eerste geval treedt de rubberen-hand-illusie op, en in het tweede niet. ‘Ook een kunstmatig ledemaat moet doen wat je verwacht’, vat Hommel het samen. ‘Als het synchroon loopt, denk je dat de virtuele hand jouw hand is.’ In een recent artikel in Frontiers in Psychology laten Ma en Hommel zien wat er gebeurt als de virtuele hand wordt bedreigd. Je kan meten of iemand daar nerveus van wordt, bijvoorbeeld door met kleine stroompjes de huidweerstand vast te stellen. Als iemand gaat zweten, geleidt de huid de stroom beter. ‘Uit de literatuur weten we dat als er een virtuele lamp omvalt op iemands virtuele hand, hij ook meer gaat zweten.’ Dat zou je sympathy pains kunnen noemen. Wie een filmpje kijkt van iemand die een schop in zijn kruis krijgt, krimpt vaak zelf ook een beetje ineen. Uit medeleven, niet omdat je denkt dat het hier om joùw ballen gaat. Hoe peuter je de hand-illusie en de empathie uit elkaar? ‘Misschien voel ik alleen maar empathie bij heftige gebeurtenissen. Wat maakt het mij uit als jij per ongeluk tegen een
stoel aanloopt? Is een omvallende lamp wel bedreigend genoeg?’ De virtuele hand in hun proefopstelling kreeg er een stuk harder van langs. Een slagersmes wordt in de hand gestoken, er komt bloed uit, en de trilmotortjes in de data-handschoen gaan af. De alternatieve behandeling is dat er een bal op je hand stuitert. Als de data glove zo is afgesteld dat je schermhand de bewegingen van je vleeshand goed volgt, maakt het eigenlijk niet zo’n verschil of je nou met de bal of het mes te maken krijgt. In allebei de gevallen ga je meer zweten. Is de afstelling zo dat jouw bewegingen niet kloppen met wat je op het scherm ziet, ervaar je de schermhand niet als onderdeel van jezelf. Dan zweet je vooral bij de mesbehandeling, en laat de stuiterende bal je koud. ‘Als het eng is, voel je met andere mensen mee. Het balletje veroorzaakt alleen zweet als het over jezelf gaat.’ Ma en Hommel werken nu aan een vervolgstudie, waarin de virtuele hand vervangen is door een virtuele ballon, die opblaast en kleiner wordt naargelang je je hand samenknijpt. Voelt dat ook nog als ‘van jou’? Hommel: ‘De vraag is waar de grenzen liggen. Sommige onderzoekers in dit vakgebied denken dat er een soort ingebakken body image is, een klaarliggend schema van handen en voeten, enzovoort. Die rubberen hand werkt als illusie, omdat die goed genoeg in dat schema past. Een andere visie is dat zo’n body image de uitkomst is van een leerproces. Als je een baby bent, is het helemaal niet zo vanzelfsprekend wat jouw lichaam is en wat niet. Je ontdekt dat je twee handen hebt door te leren. Misschien telt alleen
maar: doet iets wat ik wil en verwacht dat het doet? Als ik geboren was met een uitschuifbare arm die twee meter lang kon worden, had ik misschien dat wel als lichaamsbeeld gehad.’ De vraag welke van die twee beelden juist is, heeft verregaande implicaties. Voor mensen met amputaties, bijvoorbeeld. Die blijken hun kunsthanden en –benen na verloop van tijd als onderdeel van zichzelf te beschouwen, ook al weten ze dat dat eigenlijk niet klopt. Wat is er minimaal nodig om dat effect te bereiken? Hoe ver je daarin gaan? Oscar Pistorius, de Blade Runner, heeft geen gewone kunstbenen maar een soort springveren, die hij naar eigen zeggen als verlengstuk van zichzelf beschouwt. ‘Dat lijkt nog op een been’, aldus Hommel, ‘maar wat als je handen niet hoeft te vervangen door kunsthanden, maar door iets, als de bewegingen maar kloppen?’ Je kan natuurlijk kijken naar een hand op een scherm, en tegelijkertijd een apparaat bedienen dat ergens anders staat. Een chirurg die iemand anders opereert, zal vermoedelijk succesvoller zijn als hij de robotwerktuigen die hij bestuurt als onderdeel van zichzelf beschouwt. Hoe zorg je daarvoor? Dat de illusie ook werkt met een virtuele hand, geeft nog meer te denken. De reagerende ballon is nog maar de eerste stap, aldus de hoogleraar. ‘Je kan gebaren ook vertalen in kleuren, of muziek. Zou ik muziek dan deel van mijzelf, van mijn persoonlijkheid kunnen beschouwen? Wie ben je, hoe bepaal je wie je bent? Hoe vrij ben je om jezelf te reconstrueren?’
8 Mare · 31 oktober 2013 Maretjes
Maretjes Advertenties
Met ontsteltenis hebben wij kennis genomen van het overlijden van onze gewaardeerde collega
Thomas Blondeau 35 jaar Thomas studeerde literatuurwetenschappen aan de Universiteit Leiden en startte tijdens zijn studie als redacteur bij het Leids Universitair Weekblad Mare. Sinds 2006 was hij eindredacteur bij Mare. Wij zullen ons Thomas herinneren als een kritisch en integer journalist en een intelligente, begaafde schrijver. De Leidse universitaire gemeenschap zal hem zeer missen. Namens het College van Bestuur, Carel Stolker Rector Magnicus & Voorzitter Universiteit Leiden
Met droefheid hebben wij kennis genomen van het geheel onverwachte overlijden van ons oud-lid
Nieuwe begeleiders gezocht voor bijles/huiswerkbegeleiding Buurthuis Vogelvlucht Leiden-Zuid. Acht leerlingen basisonderwijs groep 7 en drie leerlingen groep 4 en 5 helpen met begrijpend lezen, spelling en rekenen. Zes leerlingen uit groep 6 hulp bij lezen, woordenschat en rekenen. Drie leerlingen met vergoeding van €5,- per les. Eén leerling voortgezet onderwijs en één MBO, rekenen en Engels hebben ook hulp nodig. Leiden-Noord zoekt begeleiders voor twintig leerlingen basisonderwijs groep 5 t/m 7, waarvan vijf met vergoeding. Voortgezet onderwijs, hulp voor: Marokaans meisje, Engels, 3havo; Afghaanse jongen, Nederlands, Spaans, brugklas; Irakese jongen, Engels, 2vmbo; Turkse jongen, biologie, 4gym; Marokkaans meisje, Engels, brugklas. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do, 15-17u. Tel: 071-5214526. E-mail: hdekoomen@owwleiden.nl. Garages te huur @ Marienpoelstraat te LeidenPer direct kunnen we u een ruime garage (2670x5500 mm) aanbieden voor € 94,06 per maand. De locaties zijn Marienpoelstraat 81 en 85. Ge-
Thomas Blondeau Tijdens zijn studie literatuurwetenschappen aan de Universiteit van Leiden is hij lid geweest van studentenvereniging VSL Catena te Leiden. Onze gedachten en medeleven gaan uit naar zijn familie en kennissen die wij veel sterkte en kracht toewensen. Het dagelijks bestuur van Stichting Reünistenfonds Horus
Literair talent opgelet!
Win € 250 met Mare-kerstverhalenwedstrijd
Schrijf een v erhaal van tussen de 1500 en 2000 woorden en win €250, €75 of €50. Oproep van juryleden Christiaan Weijts en Arjen van Veelen: verras ons. Mail uiterlijk 12 december naar redactie@mare.leidenuniv.nl Deelname alleen voor Leidse studenten
ïnteresseerd? Bel telefoonnummer 071 527 5330 of mail naar housing@leidenuniv.nl Daidokan Leiden: karate en zelfverdediging voor vrouwen en meiden (14-100)! Fysieke beperking geen bezwaar. Gratis instaples woe. 6/11, 19.15– 21.15. Gymzaal ‘De Brug’, Wassenaarseweg 499. Info/aanmelding: Corinna, 071-5231866, daidokan@ xs4all.nl, www.shuriryu.nl. Kom op dinsdagavond vrijblijvend en gratis kennismaken met ‘t Leidsch Schaakgenootschap in het Denksportcentrum aan het Diamantplein te Leiden. Aanmelden rond 19.30 en je kunt dezelfde avond een partij spelen! De bekende Leidse theatersportvereniging en improvisatiegroep Ontzettend Nodig zoekt nieuwe leden! Daarom is er nu een improvisatie workshop op donderdagavond 21 november van 20:00 t/m 22:00 uur voor slechts EUR 4,99 per persoon. Ben jij op zoek naar een nieuwe uitdaging? Wil jij leren improviseren zoals bijv. de Lama’s (bekend van TV)? Kom dan mee-
doen met ons! Informatie en locatie in Leiden krijg je toegestuurd via e-mail na inschrijving. Zie ook www.ontzettendnodig.nl. Opgeven via theatersport@ontzettendnodig.nl of 06-52 537 237. Inschrijven daarna mogelijk voor verdere proeflessen. Vrijwilligerswerk in het buitenland? Wil je met straatkinderen werken in Azië, Afrika of ZuidAmerika? Kom naar ons informatieweekend van 22-24 november 2013. Voor informatie en aanmelding: www.samen.org
Maretjes extra Repetitor Tentamen Straf- en Strafprocesrecht, BA3, januari 2014. Onderwijs en tentamentraining in 10 lessen van 2,5 uur door ervaren en succesvolle docent. (Strafprocesrecht, BI en BIII, NOVA en Open Universiteit). Mr L. Slooter-Satter. lucienne@slooter.com of 071-5157777
Academische Agenda Prof.dr. E. van Furth zal op vrijdag 1 november om 16:00 uur een oratie houden bij de bevoegdverklaring van de Stichting Rivierduinen bevoegd verklaard tot vestiging aan de faculteit der Geneeskunde met als leeropdracht Eetstoornissen. Dhr. C. Wang hoopt op dinsdag 5 november om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ’Novel Approach To Characterize Developmental Changes In Pharmacokinetics Across The Human Lifespan: Application To The Prediction Of Clearance in Children’. Promotor is Prof.dr. C.A.J. Knibbe. Dhr. N. Upadhyaya hoopt op dinsdag 5 november om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ’Solitary waves and fluctuations in fragile matter’. Promotor is Prof.dr. M.L. van Hecke. Dhr. K.B. Trimbos hoopt op dinsdag 5 november om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschap-
pen. De titel van het proefschrift is ’Genetic patterns of Black-tailed Godwit populations and their implications for conservation’. Promotoren zijn Prof.dr. G.R. de Snoo en Prof.dr. T. Piersma (Rijksuniversiteit Groningen) Mw. P.S. Barneveld hoopt op dinsdag 5 november om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ’Growing up with autism spectrum disorders: outcome in adolescence and adulthood’. Promotoren zijn Prof.dr. H. Swaab en Prof.dr. H.van Engeland (UMC Utrecht). Mw. X. Jiang hoopt op woensdag 6 november om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ’Construction, Characterization and Application of Flavivirus Infectious Clones’. Promotor is Prof.dr. W.J.M. Spaan. Mw. Y. Wang hoopt op woensdag 6 november om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ’Novel modulators of lipoprotein metabolism: implications for steatohepatitis and
atherosclerosis’. Promotoren zijn Prof.dr. P.C.N. Rensen en Prof.dr. J.A. Romijn (AMC, Amsterdam). Mw. T.R. Nuringtyas hoopt op woensdag 6 november om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ’Pyrrolizidine Alkaloid Variation in Jacobaea plants: from plant organ to cell level’ Promotoren zijn Prof.dr. P.G.L. Klinkhamer en Prof.dr. R. Verpoorte. Dhr. J.I. van der Rhee hoopt op woensdag 6 november om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ’Clinical characteristics and management of melanoma families’. Promotor is Prof. dr. W. Bergman. Dhr. R.J. Pederson hoopt op donderdag 7 november om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ’Unity in Diversity: English Puritans and the Puritan Reformation,1603-1689’. Promotor is Prof.dr. G. van den Brink.
Brief
Knellend kader In deze rubriek kunnen lezers in maximaal 300 woorden reageren op artikelen in Mare. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. Over weigering wordt niet gecorrespondeerd. Mail naar redactie@mare.leidenuniv.nl Als we het artikel ‘Tentamenuitslagen zeker vier jaar geldig’ (Mare 24 oktober) mogen geloven was het afgelopen week weer bal in de Universiteitsraad. Hoe kon het bestaan dat een faculteit zomaar een modeltekst voor het Onderwijs- en Examenreglement van ‘centraal’ terzijde geschoven had!? Dat de gewraakte regeling reeds vier jaar geleden in het leven geroepen was, met welbevinden van de Rechtenfaculteit, ach een kniesoor die daar op let. Regelmatig mogen wij uit Mare vernemen dat de UR zich juist keert tegen teveel centralisatie- en uniformeringsdrang van het college van bestuur. Praesidium Libertatis is dan het devies van de Raad. Juist moet er gelet worden op de uniciteit van specifieke opleidingen en faculteiten, houdt de universitaire medezeggenschap het college voor. Maar o wee, wanneer ‘decentraal’ zich niet houdt aan de kaders die de Raad gesteld meent te hebben. Met de model-OER denkt de Raad recht te kunnen doen aan de diversiteit die onze universiteit rijk is. Wie kan ten-
slotte nou beter regels opstellen over het onderwijs en de examens - van Rechtsgeleerdheid tot Russisch, van Biologie tot Bestuurskunde - dan de bestuurders en medezeggenschappers op het bestuursbureau? Een model-OER is een handreiking van CvB en UR aan faculteiten en opleidingen, maar als het ideaal van de Universiteitsraad bewaarheid wordt, lijkt het eerder een knellend kader te worden. Met beleidsvrijheid kunnen de faculteiten bloeien en het maatwerk bieden dat opleidingen nodig hebben. Facultaire medezeggenschap (Faculteitsraad, Opleidingscommissies en –besturen) heeft daar een belangrijke positie in. De Universiteitsraad moet die positie respecteren en niet op de stoel van de facultaire medezeggenschap gaan zitten. Arjen Liemburg, student geschiedenis, Universiteitsraadslid (2010-2011) en assessor Geesteswetenschappen (2011-2012)
31 oktober 2013 · Mare 9 Achtergrond
Professor Onderbroek Doemdenker en dichter Willem Bilderdijk was niet erg aardig Veelschrijver Willem Bilderdijk was een conservatieve dwarsligger die verslaafd was aan opium en zijn vrouw sloeg. ‘Eenmaal gegrepen kom je niet van hem af. Ik had zelfs een visioen waarin hij opdook.’ Door Marleen van Wesel ‘Hij gebruikte ontzettend veel opium. Tegen de hoofdpijn van de ontwenningsverschijnselen droeg hij een opgewarmd schoteltje op zijn hoofd, vastgebonden met een theedoek. Hij liep in een achttiende-eeuwse kniebroek met gespen door Leiden, terwijl iedereen in de negentiende eeuw allang in een lange broek gekleed ging’, vertelt Peter van Zonneveld (1948) over de dichter Willem Bilderdijk (1756-1831). Vrijdag verschijnt zijn langverwachte biografie De gefnuikte arend. Het begon in 1967, met een stuk dat Van Zonneveld voor de schoolkrant schreef. In 1976 tekende hij met vriend en schrijver Boudewijn Büch een contract bij de Arbeiderspers. ‘Ik schreef een paar hoofdstukken, Boudewijn deed eigenlijk helemaal niets. De titel hadden we toen al, die is als enige overeind gebleven. In 1981 stond het werk, met de aantekening “in voorbereiding” in de literatuurlijst van een bloemlezing.’ ‘Drie jaar later werd ik geboren’, vertelt Rick Honings (1984). In 2006 studeerde hij in Leiden af op Bilderdijk. Van het boek-in-voorbereiding was inmiddels niet meer over dan een vaag plan voor na Van Zonnevelds pensioen. ‘Waarschijnlijk was het er nooit van gekomen.’ Maar Honings zette het werk in 2011 voort, in Berlijn, dankzij een beurs. En later schreven ze samen verder in Amsterdam en Leiden of daartussen, in een hoekje op Schiphol. ‘Bilderdijk was eindeloos creatief, ook in zijn geklaag’, verklaart Honings zijn fascinatie. ‘Er zijn een paar duizend brieven van hem bewaard…’ ‘2400. Ik heb ze wel eens geteld’, onderbreekt Van Zonneveld. Honings: ‘Maar hij was bepaald geen betrouwbare bron. Er zou maar weinig overblijven als je alle subjectieve elementen zou weglaten.’ Dat hebben de auteurs dan ook niet gedaan, wat een lijvige biografie van volgens Van Zonneveld ‘de kleurrijkste figuur van de negentiende eeuw’ opleverde.Het grootste deel van zijn jeugd bracht Bilderdijk doemdenkend en lezend binnen door, geteisterd door een zeer pijnlijke horrelvoet die hij overhield aan een ongelukkige trap van een speelkameraadje. Van Zonneveld: ‘Hij groeide op tot een onevenwichtige man: erudiet, maar zijn sociale ontwikkeling was nul.’ Honings: ‘Dat droeg bij aan de mislukking van zijn eerste huwelijk. En toen een penvriendin hem schreef dat haar schootkatje overleden was, reageerde hij direct met een spotdicht. Hij kon zich niet inleven in haar verdriet.’ Van Zonneveld: ‘Nee, hij was niet erg aardig.’ Voor alle gebeurtenissen is er wel een illustrerend gedicht te vinden in Bilderdijks oeuvre. Van Zonneveld: ‘Driehonderdduizend versregels heeft hij nagelaten. Hij sprak soms nachtenlang in verzen, die zijn arme vrouw dan moest neerpennen. Zijn tweede vrouw was dat, ruim twintig jaar jonger, die hij op handen droeg. Vooral omdat zij zichzelf helemaal wegcijferde. Het was eigenlijk geen heel bijzondere vrouw, geen schoonheid.’ Honings: ‘De eerste was knapper.’ ‘Een stoot was dat’, beaamt Van Zonneveld. ‘Maar ook een groupie.’
Dichter Willem Bilderdijk (1756-1831) Schilderij C.H. Hodges © Rijksmuseum Amsterdam Voor zijn eerste vrouw was Bilderdijk helemaal een onmogelijke man. Toen ze kort na een bevalling ziek was, mede door zijn vuistslagen, stelde de dokter voor om iemand anders te zoeken die de baby kon voeden. Omdat Bilderdijk dreigde de nek te breken van degene die een voedster zou halen, liet de meid er ’s nachts stiekem eentje door het raam klimmen. Later, toen zijn vrouw opnieuw zwanger was, achtervolgde hij haar ’s nachts door het huis met een degen, omdat ze vergeten was thee voor hem te zetten. Honings: ‘Niet heel prettig om mee samen te leven.’ Van Zonneveld: ‘Toch moet hij een opgewekt seksueel leven gehad hebben. “Mijn gestel staat me niet toe zonder vrouw te leven”, zei hij.’ Vrouwen in de politiek vond hij dan weer verderfelijk en de vijftiende-eeuwse gravin Jacoba van Beieren vond hij maar een hoer, omdat ze vier keer trouwde. ‘Ook was hij uitgesproken voor de slavernij. Hij was principieel voorstander van de ongelijkheid tussen mensen’, vertelt Honings. Van Zonneveld: ‘Hij was een stoorzender, een dwarsligger, met extreme, conservatieve standpunten. Ondanks zijn kritiek op Jacoba leefde hij zelf in zonde samen met zijn tweede vrouw.’ Honings: ‘Dat vond hij toch een andere situ-
atie. Die liefde was door God goedgekeurd, meende hij.’ Ook een tikkeltje inconsequent was dat de prinsgezinde dichter aanvankelijk hekeldichten over Napoleon schreef; toen deze aan de macht kwam werden dat odes en na 1813 moest hij weer niets van hem hebben. Van Zonneveld: ‘Het bestuur van Nederland was na de Franse revolutie één grote PVV, niemand had politieke ervaring. Met Napoleon in Frankrijk en zijn broer op de Nederlandse troon maakte de chaos plaats voor eenheid in gezag. Dát vond Bilderdijk belangrijk.’ Honings: ‘Zijn tijdgenoten vonden hem wel een opportunist hoor.’ Hij gaf zelfs taallessen aan de nieuwe Nederlandse koning. Bekend is de anekdote dat Lodewijk Napoleon tot zijn volk gesproken zou hebben: “Iek ben konijn van Olland.” Ondanks dergelijke klusjes was geld altijd een probleem. Bilderdijk maakte schulden, vergat rekeningen te sturen voor zijn verdiensten en leefde op de pof. Honings: ‘Dat hij geen hoogleraar in Amsterdam werd, leidde tot bitterheid.’ Van Zonneveld: ‘Ze hadden in plaats van hem dan ook een wiskundige benoemd als hoogleraar Nederlands. Als die er niet was geweest hadden ze desnoods een “augurkenjood”
‘De nieuwe grondwet noemde hij een “oorlogsverklaring tegen God”. Studenten in Leiden, waar hij uiteindelijk wel privaatcolleges gaf, vaak gekleed in nachtgewaad met een kamerjas erover, waren weg van hem en noemden hem Professor Onderbroek.’ Collega’s zagen lijdzaam toe hoe studenten enthousiast dissertaties verdedigden met standpunten van hun excentrieke leermeester. Honings: ‘Ze zagen in hem iemand die tegen de stroom in ging. En hij was er blij mee, sommige studenten beschouwde hij als de troost van zijn oude dag. Maar het gebrek aan erkenning bleef knagen. Hoewel dat eigenlijk wel meeviel. In de eerste helft van de negentiende eeuw werd hij vergeleken met Homerus, Shakespeare en Goethe. Pas later riepen de Tachtigers ronduit dat hij niet kon dichten.’ In de mooiste gedichten van de veelschrijver staan ook wel vreselijke passages, en juist tussen waardeloze verzen tref je soms iets heel moois. De gefnuikte arend gaat echter vooral over Bilderdijks leven. Over zijn werk is al veel verschenen. ‘Juist zijn leven, niet zozeer zijn werk, spreekt ook nu nog tot de verbeelding. Het was een spannende man’, vindt Honings. Van Zonneveld: ‘Goethe werd ondanks zijn wilde jeugd uiteindelijk een genie in evenwicht. Bilderdijk bleef een ongeleid projectiel. Hij bemoeilijkte het zichzelf met zijn karakter en zijn conservatieve religieuze ideeën. Goethe zag God in de natuur, dat was veel ruimdenkender. Maar in protestants-christelijke kringen is Bilderdijk tot vandaag de dag populair. Bij Jan Wolkers thuis, geen enorm belezen familie, stond zijn verzameld werk. De stapel werd weliswaar vooral gebruikt om de kinderen op te zetten tijdens kappersbeurten, maar toch. Dan zijn er nog de blinde bewonderaars, mensen die hem een eikel vonden en degenen die curieus raakten, zoals Boudewijn Büch. Rick en ik hadden dezelfde visie: we prijzen hem niet de hemel in, maar we verguizen hem evenmin. Als je eenmaal door Bilderdijk gegrepen bent, kom je
Bilderdijk-biografen Rick Honings (links) en Peter van Zonneveld. Foto Maria van Rooijen
van de Botermarkt geplukt.’ Het was echt een keuze tégen hem, maar niet, zoals hij vermoedde, vanwege een enorm complot om zijn leven te vergallen. De academici waren de strijd tussen de patriotten en de prinsgezinden simpelweg zat. Er zat na Napoleon weer een Oranje op de troon en nu moest het land gewoon weer opgebouwd worden, zonder conflicten.’ Bilderdijk daarentegen was niet vies van ruzie. Honings:
niet meer van hem af. Ik heb zelfs eens een visioen gehad, waarin hij opdook. Vanachter de gordijnen, in een kamer in Amsterdam.’ ‘Ik had hem ook best wel eens willen ontmoeten’, besluit Honings. ‘Hij kon ook wél aardig zijn.’ Rick Honings en Peter van Zonneveld, De gefnuikte arend. Het leven van Willem Bilderdijk, Prometheus Bert Bakker, 650 pgs. € 49,95
10 Mare · 31 oktober 2013 English page
Droneable, or not? Terrorism expert discusses targeted killings
For years, Amos Guiora advised the Israeli army on pre-emptive actions to kill opponents posing a threat to the nation. Recently, he was awarded a doctorate in Leiden. “There wasn’t enough reason to kill Bin Laden.” by Vincent Bongers On 22 March 2004, wheelchair-bound Hamas leader Sheikh Ahmad Yassin (67) was returning to his home in Gaza City after morning prayers. On the way, he was fatally wounded by missiles launched by an Israeli attack helicopter. When the smoke cleared and the warped remains of Yassin’s wheelchair could be seen, it became clear that his two bodyguards and several innocent bystanders had not survived the attack either. Global protests ensued. And yet it was legitimate, claims Israeli-American Professor of Law and Terrorism expert Amos Guiora (1957). After serving in his native country Israel’s army for nineteen years and advising on targeted killings, he now lectures at the University of Utah. Last week he was awarded his doctorate in Leiden for his dissertation on the toleration of extremism. Guiora is still intensely intrigued by the question of whether people who threaten the safety of a nation may be killed pre-emptively. “The actions against Sheikh Yassin and his successor Abdel-al Rantissi (who was killed in a similar fashion in April 2004, ed.) were justified. It was clear they were preparing attacks and there was hard evidence for it. Our attacks met stringent criteria. Obviously, you want to limit collateral damage and cause as few innocent causalities as possible. No one likes killing people. It was very hard to give advice on such matters
– that’s why I’m almost completely bald and my few remaining hairs are grey.” Guiora is not forthcoming about which targeted killings he was consulted: “I’m not going to say which ones I agreed to and which ones I didn’t. However, he is willing to reveal that Israel follows a careful procedure before anyone pulls the trigger. “There are three important questions you must answer before you take action: is the target easy to identify? Is it clear who he is and where he is? Is that person such a threat we can justify action or are there alternatives? And the final question: how big is the chance that innocent people will be hurt or killed and will it cause a lot of damage?” Guiora objects strongly to the United States’ drone attacks. “Obama’s policy is not to have a policy and that’s just not right. America’s definition of a legitimate target is far too general. They don’t need any evidence of immediate danger to make someone ‘droneable’ and I can’t condone that.” Accordingly, he also considers the elimination of Bin Laden to be questionable. “The fact that he was responsible for 9/11 and other horrific attacks was not enough reason to kill him. It is important that there was hard evidence that he was planning new attacks and consequently had to be neutralised, but they didn’t have any evidence of that.” Though Guiora also discusses secular extremism his dissertation, he focuses more particularly on religious extremism. “I was also a judge in Gaza, where I had to deal with Palestinians who wanted to blow themselves up but hadn’t succeeded. I talked to them, asked what prompted their actions: Why do you do this? Why do you want threaten
me and my children? And then they would say – without batting an eyelid – that it was the will of the imam and, more specifically, the will of God. “They are not just mindless pawns; they are often highly educated people. I myself gave the order to arrest Abdel al-Rantisi in 1993 and I talked to him too. He had trained as a paediatrician, mark you. I asked how that tallied with leading an organisation that orders people to blow themselves up and kill innocent people. He replied that you had see things separately. They are two different worlds. That’s bullshit in my opinion. You can’t be a friendly paediatrician three days a week and
leader of Hamas for the remainder – it’s a full-time job, 25/7.” People have been blind to the dangers of religious extremism for too long, says Guiora, especially in his native country. “I witnessed what happened after the murder of Prime Minister Rabin in 1995. The radical rabbis who incited Yigal Amir to murder were never prosecuted. We cannot keep turning a blind eye to deeds of these inciters.” In his opinion, freedom of speech should be restricted to control radicals. “I think we need to do it to protect a society. If an imam or some other cleric incites hatred and instigates violence, there should be a thor-
ough inquiry. The police or another authority should talk to him or her and put a stop to it. If that person continues, we need to prosecute, which means limiting the freedom of speech. If we don’t, we’ll keep making the same mistakes over and over again. We can’t continue to tolerate intolerance.” We still don’t take religious literalists seriously, according to Guiora. “You often hear people say: ‘Oh, they don’t mean it, let them talk’. But it’s obvious that certain groups are deadly serious and the recent, horrific attacks on the shopping centre in Kenya and the College of Agriculture Nigeria have made that pretty clear.”
Check which computers at UB are available From now on, waiting for ages to use one of the computer workstations at the University Library (UB) is a thing of the past: a few weeks ago, the UB website added a new feature so you can check which computers are still available. So far, the system at http://www. library.leiden.edu/news/free-workstations.html only shows you which of the computers in the UB’s large computer room and the reading room of the East Asian Library are available. “More will be added soon”, Kurt De Belder, the director of Leiden’s university libraries, assures us, “but
we still need to map out the floor plans of the other libraries.” He expects all NUWS workstations to have been added by the end of the year, showing computer availability at all library locations. “A lot of people have already responded enthusiastically via Twitter. But don’t forget, the system is refreshed every minute, so even if you have checked it at home, the situation could have changed by the time you get here. Although you can always use the UB app on your phone if you’re on your way over.” However, the page does not show whether students have installed books around the computers like
towels draped on the best spots at the beach and gone off to do other things. “A survey we held last year revealed that students frequently find computers ‘reserved’ by books”, says De Belder. When that emerged, the UB shortened the automatic log-out time on the computers to twenty minutes, a reasonable amount of time for a loo break or a coffee. De Belder adds: “Nowadays, we do rounds and collect books and other stuff left lying next to an unused computer in a basket. People can always pick up their gear but at least students can make the most of the available computers.” MVW
31 oktober 2013 · Mare 11 Cultuur
Agenda
Charlie Chaplin meets Tony Soprano
FILM
Achtste Leidse filmfestival: van stom tot sciencefiction Het Leiden International Film Festival (LIFF) toont zowel duellerende orgels als stommefilmklassiekers. In 2006 besloten vier Augustijnen dat Leiden best een filmfestival kon gebruiken. Het werd een groot succes. De achtste editie gaat op vrijdag 1 november van start met het vertonen van twee Charlie Chaplin-klassiekers in de Pieterskerk: The Pilgrim en The Immigrant. Bijzonder is dat deze stomme films begeleid worden door het Haagse Residentie Orkest. Zij spelen
Door Vincent Bongers
speciaal voor deze gelegenheid door de Amerikaanse componist Timothy Brock geschreven filmmuziek. Naast oud werk zijn er uiteraard ook veel nieuwe films te zien. De nadruk ligt dit jaar op werk van regisseurstalent uit de Verenigde Staten. In de American Indie Competition dingen kleine, onafhankelijk geproduceerde Amerikaanse films mee naar de LIFF-publieksprijs. Bijzonder is de Israëlische film The Congress. Robin Wright speelt zichzelf als een actrice die over the hill is. Om zichzelf en haar gehandicapte zoon te onderhouden, gaat
ze in op een lucratief aanbod van een grote Hollywoodstudio. Haar lichaam wordt gescand en gedigitaliseerd en de studio wordt eigendom van haar digitale emoties, bewegingen en karaktereigenschappen. Dat pakt natuurlijk verkeerd uit en ze raakt verzeild in een bonte mengeling van live-action en animatie. Er is ook een zeer Leids getinte première. Op zondag 3 november wordt de nieuwe videoclip van de Leidse band Glossy Jesus voor de single The Heat and The Cold War voor het eerste vertoond. Veel van de tachtig figuranten in de clip zijn
medewerkers en studenten van de universiteit. Het overlijden van acteur James Gandolfini, vooral bekend als Tony Soprano, in juni van dit jaar, laat het festival niet onopgemerkt voorbij gaan. Zijn een-na-laatste film Enough Said en de politieke persiflage In the Loop worden onder andere vertoond. Maar ook de getroebleerde maffiabaas Tony duikt op. Het LIFF presenteert de eerste twee afleveringen van The Sopranos op groot scherm. Een warm weerzien voor fans, en een mooi instapmoment voor wie de serie nog niet kent.
Orgelvreters maken Marsmuziek het optreden in Leiden een drummer en een bassist die ook gitaar en pedal steel speelt. Daarnaast is er een violiste die ook klarinet en saxofoon ter hand neemt. ‘We hebben nog nooit met ze gespeeld. Deze week gaan we repeteren. Dat wordt nog spannend. Op 20 december spelen we dan in Tivoli, Utrecht dan weer een “normale” show.’
Aelita: Koningin van Mars is de eerste Russische sciencefictionfilm ooit. Het duo Orgel Vreten geeft normaal gesproken stomende optredens met vechtende Hammondorgels. Op het filmfestival begeleidt de band de eerste Russische sciencefictionfilm ooit: Aelita: Koningin van Mars (1924) Orgelvreter Robin Piso, kende je Aelita al? ‘Nee, maar doordat we er een soundtrack voor hebben geschreven ken ik de film nu door en door. Het ziet er heel goed uit, iets anders dan je gewend bent. Het was voor die tijd een heel vooruitstrevende film. De decors zijn groots en de kostuums heel gedetailleerd. Het is een stomme film, dus je hebt geen houvast aan de stemmen van de personages. Dat maakt het niet al te eenvoudig om te snappen wie nu wie precies is. Dan gaat er ook nog iemand dood en vermomt een ander zich als die overledene. Behalve sciencefiction is het
ook een film over de machtsverhoudingen in Rusland. Daar komt nog bij dat op Mars een vergelijkbare gemeenschap is opgebouwd. Daar voegen zich de ruimtereizigers van aarde dan nog bij… Kortom: het kan geen kwaad om van te voren even te lezen waar het over gaat.’
Je bent ook bekend van rocktrio DeWolff, waarin je ook Hammond speelt. Wat is er zo gaaf aan? ‘Pfff, heb je even? Ik kan er de hele dag over praten. Het is een heel mechanisch apparaat uit de jaren vijftig met tandwielen die je goed in de olie moet zetten. Vergelijk het met een oldtimer. In moderne auto’s kun je nauwelijks nog ergens bij en is veel gecomputeriseerd. Bij een oldtimer
kan je zelf dingen repareren. Dat is bij een Hammond ook zo. Omdat het zo’n mechanisch apparaat is, kun je de sound ook niet namaken met een synthesizer of computer. Het is een instrument met een eigen karakter. Je hoort het ook in zoveel soorten muziek. Van metal tot liftmuziek. Het is verbazingwekkend hoeveel er op de radio langskomt waar Hammond in zit. Al is het maar een veeg of een akkoord op de achtergrond. ‘Hij weegt 120 kilo en de versterker is ook best zwaar. Als je zo’n instrument steeds vanuit de bus het podium op moet sleuren, wordt de liefde alleen maar groter. Dan krijg je er steeds een sterkere band mee.’ Aelita+Orgel Vreten,
Leidse Schouwburg 9 november, €15
Hoe maak je muziek voor een stomme film? ‘We zijn Aelita gaan bekijken en hebben de Hammonds erbij gezet. We zetten de film regelmatig stil om wat akkoorden en sferen uit te testen. Alleen duurt ie twee uur: zoveel muziek maken in twee maanden is niet te doen. Dus we improviseren en laten ook andere muzikanten er hun eigen draai aan geven.’ Andere muzikanten? ‘Dat is onze aanpak: de twee Hammonds aanvullen met steeds wisselende muzikanten. We hebben voor
Orgel Vreten, met Robin Piso (links) en Thijs Schrijnemakers.
Ach... we bekken gewoon lekker Naast films kijken, kan er ook gedanst worden op het festival, bijvoorbeeld bij de Leidse gypsypunkband Fat Angel. Zanger Peter Ramondt. Fat Angel heeft veel soorten muziek gespeeld. Hoe zit dat? ‘We waren iets van veertien toen we begonnen met muziek maken. We zaten in de metal/hardrock hoek. Dat begon ons wel een beetje te vervelen. Het werd blues en rock ‘n roll. Daar kwam wat soul en andere muzieksoorten bij. ‘We zagen vervolgens de New Yorkse gypsy-punkband Gogol
Bordello op Lowlands en dachten: we gaan Balkanmuziek spelen. Een van onze vrienden kreeg toen een ukelele voor zijn verjaardag en vroeg of hij mee kon spelen. Het is heel vrouwelijke muziek. Het nodigt uit tot dansen. Het werkt nog beter met een paar biertjes op natuurlijk. We willen de ultieme feestband worden.’ De titel van jullie ep Party Extravaganza laat weinig te raden over. Of zit er een diepere betekenis achter een nummer als Sinaasappèl? ‘Ach, nee. Dat bekt gewoon lekker.’
Wat was jullie gaafste optreden tot nu toe? ‘Werfpop openen was heel vet. Het is natuurlijk je eigen stad, al hadden we graag wat later gespeeld. Vogelpop in Drenthe, ergens in the middle of nowhere, was ook heel gaaf. De vibe was heel goed. Met z’n allen het podium op en feesten maar. ‘We stoppen pas bij totale werelddominantie natuurlijk. Nee, we willen vooral graag veel spelen. Het liefst ook wat grotere gigs. Noorderslag en Lowlands zou natuurlijk fantastisch zijn. ‘Maar eigenlijk zijn we niet zo
van het doelen stellen. Groter groeien is fijn maar we laten ons alles maar een beetje overkomen. ‘Het zou mooi zijn als je van muziek kunt leven maar dat is niet heel erg reëel. In januari gaan we de studio in. Dus daar kijken we wel naar uit.’ Fat Angel Zaterdag 2 november LIFF festivalcafé, Toegang gratis Het LIFF duurt van 1 tot en met 10 november. Tickets €8 per film. Een passe-partout kost €75.
TRIANON De nieuwe wildernis Do. + vr. 19.00 Gravity 3D Do. + vr. 21.30 Blue Jasmine Do. + vr. 18.45 Borgman Do + vr. 21.30 Hoe duur was de suiker Do. + vr. 18.45 Machete Kills Do. + vr. 21.30 Leiden International Film Festival Za 2 t/m zo 10 nov. KIJKHUIS Gloria Do. + vr. 18.30 La vie d’Adèle Do. + vr. 21.00 Camille Claudel. 1915 Do. + vr. 19.00 + 21.30 Leiden International Film Festival Za 2 t/m zo. 10 november LIDO Thor: The Dark World 3D dagelijks 18.45 + 21.30 De nieuwe wildernis za. zo. 13.00 + 15.30 wo. 14.30 za. zo. ma. di. wo. 19.00 Jackass Presents: Bad Grandpa dagelijks 19.00 do. vr. za. zo. 21.30 Gravity 3D dagelijks 19.00 za. zo. ma. di. wo. 21.30 We’re The Millers do. vr. 18.45 About Time do. vr. + ma. di. wo. 21.30 Insidious: Chapter 2 dagelijks 21.30 Feuten: Het feestje dagelijks 19.00 + 21.30
MUZIEK
QBUS Paul Armfield & Band Vr 1 november 20.30 €10 Cˇarlama Orkestar: cd-presentatie Za 2 november 20.30 vanaf €10 Reverend James Leg & Company Di 5 november 20.30 €10 SUB071 The Cut/Up + Ken&Mary Za 2 november DE TWEE SPIEGHELS Richie Reichgelt quartet Vr 1 november vanaf 21.00 INEDITS Za 2 november vanaf 16.00 Robert Rook trio Zo 3 november vanaf 16.00 Jamsessie o.l.v. Wouter Kiers Ma 4 november vanaf 21.00 STADSGEHOORZAAL Ode aan Leonard Cohen, Avanlanche Quartet Vr 1 november 20.15 vanaf €17,50 Christianne Stotijn, Rick Stotijn & Joseph Breinl Za 2 november 20.15 vanaf €20 LOKHORSTKERK Concert Practicum Musicae met werk van o.a. Brahms, Chopin en Verhey. Do 31 oktober 17.00 gratis toegang
THEATER
THEATER INS BLAU De Veenfabriek: Nieuwe Wereld Symfonie Vr 1 + za 2 november 19.30 €16.50 ICKamsterdam Emio Greco | Pieter C. Scholten: Double Points Verdi Wo 6 november 20.30 €18 LEIDSE SCHOUWBURG Marc-MarieHuijbregts: Florissant Za 2 + zo 3 november 20.15 vanaf €10 Noord Nederlands Toneel: Fellini Di 5 november 20.15 vanaf €10 Raymonde de Kuyper & George van Houts: Who’s afraid of George and Mildred? Wo 6 november 20.15 vanaf €10
DIVERSEN
RAAMSTEEG2 Tentoonstelling DA4GA T/m 15 december op do 12.00-2100, vr t/m zo 12-17u €2,50 LEIDS WEVERSHUIS Expositie: Kaartweven, wat is dat eigenlijk? 12 oktober t/m 10 november
12 Mare · 31 oktober 2013 Kamervragen
Bolwerkers
B. I. Y. P. Day
Foto Taco van der Eb
‘De jongsten moeten schoonmaken’ Michel Cronie (20), geneeskundestudent Huis: ‘Huize Tippelzone’, Kaiserstraat 22c Bewoners: 20 Kamer: 10m2 Betaalt: 275 euro Wat klein hier.
‘Ik ben de nieuwste in huis en woon hier sinds begin september. Iedereen die bij ons nieuw is, komt in de kleinste kamer terecht. Ik heb het eigenlijk nooit opgemeten, maar ik gok erop dat het tien vierkante meter is. ‘Het verven ga ik wel doen als ik naar een grotere kamer ga. Er zijn een paar mensen in huis die ook rustig aan het zoeken zijn naar iets nieuws. Het is wachten tot ik kan doorverhuizen.’ Heb je wat aan de inrichting gedaan?
‘Nee, niks. De hoogslaper stond er al. Mijn huisgenoten hebben allemaal een mooie ingebouwde. Die heb ik helaas
Bandirah
niet. De vorige bewoner heeft ook nog een kast gebouwd. Van een huisgenoot kon ik nog een oude koelkast krijgen. ‘Het enige dat ik hier van mezelf heb staan, zijn een bureaustoel, een uitschuifbaar tafeltje en mijn televisie.’ Echt luxe is het niet. Mis je niks?
‘Thuis heb ik een grote bank staan. Toen ik hier kwam heeft de oud-bewoner een kleine bankje laten staan. Die heb ik maar overgenomen. Als ik doorschuif, komt de grote bank er zeker.’ Is het je eerste kamer in Leiden?
‘Dit jaar ben ik ingeloot voor geneeskunde in Leiden. Hiervoor heb ik in Groningen bewegingswetenschappen gestudeerd. Ik kom uit Deventer. Dus ik had echt een kamer nodig. Het reizen was niet te doen geweest. Het was mijn derde keer hospiteren. Precies op tijd.’
Wat vind je ervan om met zoveel mensen in huis te wonen?
‘Het is leuk hoor. Met twintig huisgenoten is er altijd wel iemand met wie je een praatje kan maken. ‘We chillen voornamelijk bij elkaar op de kamer. We hebben ook een fusie, maar die gebruiken we meestal ’s avonds. Er hangt ook een beamer en kunnen we met z’n allen een film kijken.’ Maar nooit last van je huisgenoten?
of zo. Iedereen kijkt wel of hij dan mee kan. Het is heel relaxed. Dat vind ik ook prettig’ Heb je als nieuweling nog taken in huis?
‘Ja, maar dat valt reuze mee. We moeten met de vijf jongsten in huis het glas en het vuil wegbrengen. ‘Ook moeten we genoeg schoonmaakspullen in huis halen. Maar dat is allemaal goed te doen.’
‘Ze zijn eens ’s avonds naar binnen gekomen toen ik lag te slapen. Maar het is niet zo dat ik mijn deur op slot moet doen, omdat ze iedere nacht aan mijn bed staan.’
Zijn er nog andere kosten naast de huur?
Hebben jullie een actief huis?
‘Nee, dan huren we een schoonmaakster in.’
‘Ja we zijn redelijk actief. We hebben iedere dinsdag huiseten. En we gaan ook met elkaar uit, maar dat is niet verplicht
‘Ja, we betalen ook €24 per maand aan de huisrekening. Daar kopen we de dan de schoonmaakspullen.’ En dan gaan jullie lekker poetsen?
Door Sybren Eppinga
Na Casual Friday, Warmetruiendag en Bring Your Kids To Work Day is er iets nieuws bedacht om afgestudeerde werkenden uit de dagelijkse sleur van slappe koffie (en bijhorende, zo mogelijk nog slappere roddels), clip ondassen en urenlange Q-Music-horror te krijgen: Bring In Your Parents Day. Dat zou een wereldwijd event moeten worden, uit de grond gestampt door de without a doubt stierverveelde mensen van LinkedIn, die vinden dat ouders ‘een waardevol onderdeel kunnen uitmaken van het professionele netwerk van hun kinderen’. Het is de bedoeling dat volgende week donderdag werknemers everywhere hun moeder en/of vader mee naar het werk nemen, zodat ouders “zich in staat stellen een beter beeld te vormen van wat hun kinderen precies doen, zodat ze hen optimaal kunnen ondersteunen’. Want daar wringt blijkbaar net het schoentje. Een derde van de ouders in Nederland heeft namelijk geen flauw idee van wat hun kinderen eigenlijk precies voor baan hebben. De top 10 van de door hen minst begrepen banen wordt aangevoerd door actuarissen, UI designers en sales executives. En eerlijk waar: ik heb ook amper een idee wat die mensen doen. Maar het onbegrip - zeker bij ouders - begint al aan de universiteit. Zelf heb ik twee bachelors op zak: literatuurwetenschap en sociologie. Met zo’n curriculum wordt de op vlak van ongemakkelijkheid alom gevreesde ‘En, wanneer krijg jij nou eens eindelijk een vriendje?’-vraag op familiefeestjes genadeloos van de eerste plek verstoten door ‘En wat is dat nou eigenlijk, sociologie?’ en/of ‘Maar wat word je dan, met zo’n diploma literatuurwetenschap?’ Op die eerste volgen doorgaans bij wijze van antwoord alleen maar wat gehakkelde onsamenhangende zinnen over ‘de samenleving enzo’ van mijn kant. Gevolgd door pijnlijk duidelijke blikken van verwarring en onbegrip, en hier en daar wat hoofdschuddend gebrom over ‘daar zoveel collegegeld voor betalen’. Literatuurwetenschap is al iets duidelijker, hoewel iedereen er uiteindelijk gewoon van uitgaat dat ik vier jaar lang boeken moest lezen, spelling en grammatica moest leren en de hele opleiding een soort bootcamp vormde om de volgende J. K. Rowling te worden. Nu volg ik de master – even diep ademhalen – comparativeliteratureandliterarytheory, wat ook echt dikke pret is om aan je 89-jarige bezorgde grootmoeder uit te moeten leggen. Al vijf jaar aan het studeren in dat o zo verre Nederland en dan eindig ik vast alsnog in een kartonnen doos. Van een boekhandel. Met moeilijke woorden op waarvan ik dan, dat dan weer wel, weet wat ze betekenen. Oh ironie. Ik hoor het over een paar jaar al door de gangen schallen van het bejaardentehuis, stampvol grootouders van mensen met lekker duidelijke beroepen als dokter en advocaat: ‘Help, mijn kleindochter is een comparative literary theorist!’ Talitha DeHaene