1 1.1
Presentatie animeren Inleiding Je kan ieder object (tekst, figuur, diagram,…) in een presentatie animeren. Je kan alles op heel wat manieren geanimeerd laten verschijnen, beklemtonen en laten verdwijnen. De manier waarop een dia overgaat in een andere dia heb je ook zelf in handen.
Eenvoud siert
Standaard wordt een actie (vb. overgaan naar een volgende dia, een tekst beklemtonen,…) uitgevoerd bij een muisklik. Het is echter ook mogelijk om alles automatisch te laten lopen aan de hand van een tijdschema. Dit is bijvoorbeeld interessant om een informatieve presentatie op een opendeur te laten afspelen. Vink je beide opties af, dan verplicht je de gebruiker om te navigeren via actieknoppen of hyperlinks. Ondanks het feit dat je heel veel opties hebt om een presentatie te animeren is het meestal aangewezen om niet te overdrijven. Een presentatie dient meestal om een verhaal te ondersteunen. De presentatie mag in geen geval de toehoorder afleiden.
1.2 Animaties
Overgang
Snelheid / alle dia’s
Klik / automatisch
Dia-overgang Klik op ‘Overgangen’ om een diaovergang toe te passen. Vervolgens selecteer je een overgang uit de verschillende templates. Om de overgang toe te passen op de geselecteerde dia klik je de gewenste template aan.
Standaard wordt de overgang toegepast op de geselecteerde dia. De overgang bepaalt hoe deze dia verschijnt (en dus niet hoe de dia volgend op deze dia verschijnt). Hierover bestaat vaak verwarring. Rechts naast de templates heb je nog de optie om de overgangssnelheid aan te passen en om eenzelfde overgang toe te passen op alle dia’s. Bovendien krijg je uiterst rechts de optie om te bepalen hoe je van de huidige dia over gaat naar de volgende dia (via een muisklik of automatisch).
Titel van de cursus – Naam van de auteur
1/10
2
Aangepaste animatie
2.1
Aangepaste animatie toekennen
Objecten animeren
De optie aangepaste animatie gebruik je om animaties op objecten in te stellen.
Animaties
Selecteer het object (vb. tekstveld, afbeelding) dat je wenst te animeren en selecteer in het menu ‘Animaties‘. Je bekomt dit lint:
Deelvenster
Klik op de knop Deelvenster animatie om dit rechts weer te geven.
Uiterst rechts verschijnt het taakvenster ‘Aangepaste animatie’. Animatie toevoegen
Via de knop ‘Animatie toevoegen’ selecteer je een effect om het object te laten verschijnen (start), om het te beklemtonen (nadruk) of om het van de dia te laten verdwijnen (eind). Wanneer je de muiscursor op een bepaalde animatie houdt, krijg je meteen een voorbeeld te zien. Je hebt tevens de mogelijkheid om een object op een animatiepad te laten bewegen (zo kan je een object bijvoorbeeld een golvende beweging laten uitvoeren). Via de opties onderaan kan je per categorie nog meer effecten bekijken. Bij deze uitgebreide lijst moet je klikken op een effect om het te zien op je scherm. Klik vervolgens op OK om het toe te passen of Annuleren om niets te wijzigen.
PPT presentatie animeren – Marina Hoffelinck
2/10
2.2
Tijdlijn
De effecten worden weergegeven in het ‘Animatiedeelvenster’. Via het dubbele pijltje kan je ook de onderdelen van een animatie weergeven (in geel aangeduid) of dichtklappen. Ook worden er in de dia zelf cijfertjes geplaatst bij geanimeerde objecten om aan te geven in welke volgorde ze verschijnen.
Volgorde
Desgewenst kan je de volgorde van de effecten nog wijzigen door een effect aan te klikken en vervolgens aan te geven of het eerder of later op de tijdlijn moet afgespeeld worden (via de pijltjes bovenaan). Je kan het effect ook verslepen met de muis.
PPT presentatie animeren – Marina Hoffelinck
3/10
2.3
Aangepaste animatie configureren
De manier waarop een geselecteerd object moet beginnen en de snelheid kan je instellen via verschillende onderdelen op het lint.
Effectopties
Selecteer een effect om de instellingen ervan aan te passen. Klik vervolgens op ‘Effectopties’. Afhankelijk van het gekozen effect krijg je hier verschillende mogelijkheden. Vb links: effectopties bij tekst Vb rechts: effectopties bij binnenvliegen
Tijdsinstellingen
Het onderdeel ‘Tijdsinstellingen’ geeft je de mogelijkheid om de manier van starten, de duur, vertraging en volgorde van een effect aan te passen. Hoe hoger de waarde bij ‘Duur’, hoe trager de animatie zal afspelen. Via rechtermuisklik op een effect in het animatiedeelvenster kan je ook kiezen voor ‘Tijdsinstellingen’. Je bekomt een dialoogkader met 3 tabbladen. Hier kan je ongeveer dezelfde instellingen kiezen als via de knoppen op het lint. Bij ‘Tijdsinstelling’ heb je hier echter nog een bijkomende mogelijkheid. Je kan aanduiden wanneer het effect moet geactiveerd worden. Hier kan je elk object uit je dia kiezen als startpunt van de animatie (bij klikken!). Dit komt overeen met de knop ‘Trigger’ op het lint Animaties.
PPT presentatie animeren – Marina Hoffelinck
4/10
Via het tabblad ‘Tekstanimatie’ kan je instellen dat de tekst per 1e niveau (in het onderstaande voorbeeld ‘Klassiekers’ en alles wat een niveau lager staat en vervolgens ‘Nieuwkomers’ en alles wat een niveau lager staat) moet verschijnen telkens na een muisklik. De andere opties spreken in principe eveneens voor zichzelf.
2.4
Animatiepaden
Door gebruik te maken van een animatiepad kan je objecten op een zelf gekozen manier laten weergeven. Je kan kiezen voor een standaard animatiepad of zelf een pad tekenen via ‘Aangepast pad’ (dubbelklik om het pad te eindigen).
Via de optie Meer animatiepaden bekom je deze keuzelijst.
Meestal is het niet aangewezen om gebruik te maken van willekeurige animatiepaden, tenzij je een bepaalde figuur over het scherm wil laten lopen. In dit geval kan de animatie starten buiten de dia en eindigen buiten de dia. Het object dat het pad moet volgen, moet dan ook buiten de dia gezet worden.
PPT presentatie animeren – Marina Hoffelinck
5/10
2.5
Animatiepad aanpassen
Wanneer je een animatiepad ingevoegd hebt, kan je dit als volgt zien staan:
Via het draaipijltje in het midden kan je het pad draaien. Het groene en rode pijltje op de uithoeken zijn respectievelijk het beginpunt en eindpunt van het pad. Je kan via deze pijltjes, door middel van slepen, het pad korter of langer maken
2.6 Delete
Animatie verwijderen
Om een animatie te verwijderen selecteer je deze in de tijdlijn en druk je op de deletetoets van je toetsenbord.
2.7
Muziek laten doorspelen over meerdere dia’s
Wanneer je een geluidsfragment invoegt in een dia, wordt het geluid standaard gestopt wanneer je een volgende handeling uitvoert (een muisklik, op een pijltje klikken,…). Soms is het aangewezen om achtergrondgeluid te voorzien dat doorspeelt over meerdere dia’s heen. Effectopties
Een ingevoegd geluidsfragment wordt ook in het animatiedeelvenster weergegeven en je kan dit dus configureren zoals een standaard animatie. (rechter muisklik)
PPT presentatie animeren – Marina Hoffelinck
6/10
Via het tabblad ‘Effect’ kan je instellen wanneer het afspelen moet gestopt worden. Hier kan je dus tevens instellen dat het geluid over een aantal dia’s heen moet blijven spelen.
Effect
Je kan ook alle aanpassingen doen via het lint Hulpmiddelen voor audio. Klik hiervoor op het luidsprekertje op je dia en dan verschijnt dit lint. Op het tabblad Afspelen kan je de verschillende instellingen vinden. Kies je hier voor ‘Tijdens dia’s afspelen’, dan blijft het lopen tot het geluidsbestand volledig afgespeeld is.
3
Hyperlinks
Wanneer je een webadres intypt wordt dit automatisch een link. Je kan echter ook een link leggen op tekst of afbeeldingen door deze te selecteren en vervolgens met de rechter muisknop op de selectie te klikken en ‘Hyperlink…’ in het snelmenu aan te klikken.
URL
Vervolgens kan je een URL ingeven, linken naar een bestand of linken naar een dia.
De link is nu aanklikbaar wanneer je de presentatie weergeeft. Op dezelfde manier kan je de link aanpassen of verwijderen. Knoppen
Je kan eveneens gebruik maken van de knoppen ‘Hyperlink’ en ‘Actie’ in het lint ‘Invoegen’.
PPT presentatie animeren – Marina Hoffelinck
7/10
4
Vormen
Via ‘Invoegen’ ‘Vormen’ kan je allerlei objecten (rechthoeken, pijlen, toelichtingen, sterren en vaandels,…) invoegen. Dit doe je door de gewenste vorm aan te klikken en vervolgens de vorm op een dia te slepen met de gewenste grootte.
5 Navigatie
Actieknoppen
Een speciale vorm van hyperlinks zijn actieknoppen. Actieknoppen worden meestal gebruikt om navigatie in de presentatie mogelijk te maken of om bijvoorbeeld een filmfragment af te spelen.
Actieknoppen vind je helemaal onderaan bij de vormen. Selecteer een knop en sleep de knop met de gewenste grootte, op de gewenste plaats in een dia. Tenslotte geef je aan naar welke locatie de knop moet linken.
Via het lint ‘Hulpmiddelen voor tekenen’ kan je deze vorm een andere geven.
6
opmaak
Afbeeldingen
Net als in een Word-document kan je ook op een dia illustraties uit de clipartbibliotheek van Office invoegen. Illustraties
Je kan gebruik maken van de invoegmogelijkheid van een object via de dia-indeling of je kan een illustratie invoegen via ‘Invoegen’ ‘Onlineafbeeldingen’. Dit is nieuw, alle Office-afbeeldingen staan online.
PPT presentatie animeren – Marina Hoffelinck
8/10
Je kan nu kiezen om te zoeken in de Illustraties, Zoeken via Bing of, wanneer je aangemeld bent kan je zoeken in Flickr, OneDrive… Het is eveneens mogelijk om eigen afbeeldingen in te voegen van op een schijf. Uit bestand
Internet
Ook hier kan je gebruik maken van de invoegmogelijkheid van een object via de diaindeling of via het menu ‘Invoegen’ ‘Afbeelding’.
Je kan eveneens afbeeldingen kopiëren van het internet (rechts klik kopiëren) en vervolgens plakken (rechts klik plakken) in de presentatie. Vervolgens kan je de afbeeldingen verplaatsen door deze te verslepen. Het is ook mogelijk om afbeeldingen te verschalen door op een blokje in een hoekpunt van de rand te staan en dit naar binnen (verkleinen) of buiten (vergroten) te slepen. Let op! Wanneer je animatieplaatjes (bewegende figuren) van het internet wil gebruiken in je presentatie, dan moet je die eerst opslaan op je pc en vervolgens invoegen in ppt. Bij het gewoon kopiëren en plakken valt de beweging weg.
6.1
Achtergrond verwijderen
Vaak zal het nodig zijn om de achtergrond van een afbeelding te verwijderen, vb. wanneer je verschillende figuren op mekaar wenst te zetten. De werkwijze is identiek aan die in Word. Voeg je afbeelding in en selecteer deze. Om verschillende afbeeldingen op mekaar te zetten moet je de Tekstterugloop op Vierkant zetten (vroeger Om kader).
PPT presentatie animeren – Marina Hoffelinck
9/10
Klik vervolgens op het lint Opmaak en op Achtergrond verwijderen.
Je bekomt zo iets: Al wat paars ingekleurd is zal verwijderd worden. Via de vulgrepen kan je eerst de kader groter maken, zodat de orka er volledig blijft op staan.
Let op! De witte vlek in de orka zou ook doorzichtig worden! Om deze te behouden klik je vervolgens op de knop Gebieden markeren om te behouden. De cursor verandert in een potlood.
Klik vervolgens in de vlek en deze wordt weer wit. Klik nu op Wijzigingen behouden en de afbeelding is klaar.
PPT presentatie animeren – Marina Hoffelinck
10/10