6 minute read
Hoe kunst een band kan smeden
from Imeldazine nr. 15
by HOSPIzine
HOE KUNST EEN BAND KAN SMEDEN…
Tekst: Hannah Boogaerts en Dorien Vandenberghe (dienst Communicatie)
Advertisement
Als Hubert en zijn vrouw Renée bij ons aan tafel schuiven, steekt dokter Haenen zelf van wal en begint hij onmiddellijk vragen te stellen aan Hubert. Het is meteen duidelijk: dit wordt geen gewoon interview, maar een gesprek tussen vrienden, bij een kopje koffie. Aan zijn operatie in 2006 hield Hubert een hechte vriendschap met zijn chirurg, dokter Haenen, over. Een mooi dubbelinterview over de helende kracht van kunst, Joe Dassin en … de ruimte!
Hubert, wanneer heb jij dokter Haenen voor het eerst ontmoet? Hubert: In 2006 belandde ik met een dreigend hartinfarct op de spoeddienst van het Imeldaziekenhuis. Daar kwam ik eerst in contact met dokter Vankelecom, cardioloog. Uiteindelijk werd, na overleg met dokter Haenen en dokter Deferm, beslist dat ik drie overbruggingen moest krijgen. Dr Haenen was degene die het mij kwam vertellen: “We gaan u opensnijden hé”.
Dokter Haenen: Zo heb ik dat wel niet gezegd hé, Hubert (lacht).
Hubert: Nee dat klopt (lacht). Dokter Haenen en Dokter Deferm voerden de operatie uiterst zorgvuldig uit, dus ik recupereerde vlot. In 2011 diende dan nog een pacemaker geplaatst te worden en dokter Haenen zorgde ervoor dat ik de eerste MRIcompatibele pacemaker ingeplant kreeg in de geschiedenis van Imelda.
Dokter Haenen: We zijn blijven mailen met elkaar. We stuurden leuke kunstzinnige dingen die we vonden op het internet. Hubert was toen ook bezig met het maken van videomontages op muziek van Joe Dassin. Zo stuurde hij me eens een video door. Op dat moment wist ik nog niet dat hij ook met schilderen bezig was. Iets wat mij ook enorm kon interesseren.
Hoe ben jij begonnen met schilderen? Hubert: Tijdens mijn opleiding tot onderwijzer in de jaren ’50-‘60 kreeg ik een introductie in de schilder- en tekentechnieken. Dat was echter een heel minimale basis. Ik heb dus niet echt een academische achtergrond in de kunst. Ik zou mezelf dan ook omschrijven als autodidact. Dat vind ik ook niet erg, want nu ben ik niet gelimiteerd tot aangeleerde technieken, maar heb ik de vrijheid om zelf te creëren wat ik wens. Ik heb doorheen de jaren zo’n beetje mijn eigen stijl ontwikkeld.
Zo schilderde ik in het begin figuratief, soms met een zwaar surrealistisch tintje. Nu zou ik mijn stijl eerder omschrijven als ‘hedendaags suggestief expressionisme’. Er zijn geen duidelijke afbeeldingen of vormen in te herkennen, maar de mensen kunnen er in zien wat ze zelf willen. De voornaamste regel van expressionisme is dat er geen regels zijn. Vandaar ook mijn omschrijving van “hedendaags suggestief expressionisme”. Het blijft ook een voortdurend zoeken naar “het onmogelijke”. Ik geef mijn werken ook geen titels meer. Daar ben ik van afgestapt. Het zijn allemaal composities waarbij je zelf een naam kan bedenken door te omschrijven wat je ziet.
Dokter Haenen: Wauw, dat is wel echt heel anders dan wat je nu schildert. Vind ik ook echt heel mooi! (wijst naar de foto van het oud schilderij dat hier boven wordt afgebeeld.) Dit doet me wat denken aan Gerard Richter.
Je vertelde ook dat je een hele poos gestopt bent met schilderen. Hoe komt dat? Hubert: Door mijn actieve loopbaan in de petrochemie (Bayer en ExxonMobil) had ik nog maar weinig tijd over om te schilderen. Daarnaast heb ik ooit 20 jaar geleden geëxposeerd in Mechelen en dat was een complete mislukking. Beide redenen maakten dat ik een tijdje gestopt was met schilderen. Renée heeft mij aangemoedigd om terug te beginnen. Mijn schildertechniek zorgt voor heel wat vlekken. Het was niet mogelijk om dat in huis te blijven doen. Dan heb ik zelf een tent gebouwd in de tuin. Dat is nu mijn atelier en daar mag ik zoveel ‘smossen’ als ik wil.
Renée: Zelfs in de winter als het vriest, kan je hem in zijn atelier vinden.
Dokter Haenen: Op die plaats kan je je dus helemaal uitleven?
Hubert: Ja, daar kan ik me helemaal laten gaan zonder bang te zijn om iets vuil te maken.
Dokter Haenen, zou schilderen iets voor jou zijn? Dokter Haenen: Ik denk het niet. Ik geniet wel heel erg van kunst, maar ik zou mijzelf niet aan de schilderkunst wagen. Als ik dan moet kiezen, zou ik eerder voor collages opteren. Knippen en plakken, dat doe ik graag. Ik kijk wel heel graag naar kunst. Vooral dan de videokunst, met bewegende beelden. Ik vind het fascinerend om te zien hoe mensen daar creatief mee omspringen. En de schilderijen van Hubert vind ik prachtig.
Ik ben er trouwens van overtuigd dat kunst een helende werking heeft. Wetenschappelijk onderzoek heeft dat trouwens ook al aangetoond. Zowel het kijken naar als het maken van kunst is goed voor de gezondheid en scherpt de creativiteit aan. Dat is toch fantastisch.
De aanleiding van dit interview was het feit dat één van jouw werken “Space Odyssey” uitgekozen is door de ESA (European Space Agency) om op hun Facebookpagina te prijken. Hoe heb je dat voor elkaar gekregen? Hubert: Dat was eigenlijk dankzij mijn vrouw… en Frank De Winne.
Renée: Wij hebben ooit via een vriend Frank De Winne leren kennen. Hij nodigde ons uit in Keulen om naar het European Astronaut Centre (EAC), de thuisbasis van het Europese astronautenkorps, te komen kijken. Daar kregen we een hele rondleiding, wat erg interessant was. Nadien likete ik de pagina van de ESA op Facebook.
Zo zag ik midden vorig jaar dat ze een actie deden waarbij je schilderijen kon insturen via de hashtag #ArtWednesday. Ik heb dat gedaan, met het schilderij van Hubert. Het ziet er een beetje uit als de ruimte en planeten, dus ik vond dat wel heel passend.
Ik heb daarna lang niets meer gehoord van de ESA en was onwetend over wat er gebeurde met al die inzendingen. In december deed ik mijn Facebook open en opeens zag ik het schilderij van Hubert verschijnen op de pagina van ESA. Wat een eer! Huberts werk werd verkozen om op Art Wednesday te schitteren op hun Facebookpagina.
Dokter Haenen: Wauw, dat is echt heel mooi! In het echt vind ik kunst altijd nog beter dan via een foto op het web. Opeens ziet dat schilderij er heel anders uit. Je moet zo’n schilderij ‘live’ zien om het volledig te ervaren. Ze hebben mij dat dus niet meteen laten weten. Op een gegeven moment zag ik het zelf via een artikel dat in de pers verscheen en dacht: dit is indrukwekkend! Ik heb Hubert gecontacteerd om hem te feliciteren. En zo zijn we weer “aan den babbel” geraakt.
We hebben het al even gehad over jouw specifieke schilderstijl, Hubert. Kan je daar nog iets meer over vertellen? Hubert: De eigenlijke techniek die ik gebruik, is heel speciaal en houd ik bewust geheim. Ik schilder het liefst op dik karton of canvas met acrylverf. Daarbij voeg ik een speciaal product toe, dat is mijn geheime ingrediënt. Wel kan ik verklappen dat het zijn oorsprong heeft in de petrochemie. Als ingenieur heb ik jarenlang in de chemische sector gewerkt. Daar ben ik in aanraking gekomen met heel wat producten en ken ik de werking ervan op verf. Het is dat product dat het speciale effect geeft aan mijn schilderijen.
Renée: Zelfs ik mag niet weten wat hij gebruikt. Dat maakt het zo interessant.
Dokter Haenen: En gebruik je daneen penseel? Of een spatel? Eenmes?
Hubert: Ook dat is top secret! (lacht)
Waar haal je jouw inspiratie? Hubert: Ik haal mijn inspiratie uit heel wat verschillende dingen. Zo heb ik mij voor mijn schilderij ‘Eéndagsvlinder’ gebaseerd op een liedje van Joe Dassin. Ik ben opgegroeid met Dassin en ik vind hem een geweldige zanger. Verder vind ik vooral de kleuren heel belangrijk. Die moeten perfect zitten. Ik begin aan iets en als het me niet aanstaat, doe ik het gewoon weg en begin ik opnieuw.
Voor mij is het ook niet belangrijk of mensen iets mooi vinden of niet. Het plezier van het creëren is voor mij het allerbelangrijkste: “Creativity is not an option, it’s essential.” Ik doe het dus ook absoluut niet voor het geld, maar vooral voor mijn eigen plezier. Enkel aan de mening van Renée hecht ik veel belang.
Kan je ons eens door het proces loodsen van hoe je zo’n kunstwerk creëert? Hubert: Het meeste werk besteed ik aan de voorbereiding. Eens ik iets heb gevonden dat me inspireert (zoals bijvoorbeeld dat liedje van Dassin: “La Chanson des Cigales”), dan ga ik er opzoekwerk over doen. Ik heb het internet afgeschuimd op zoek naar foto’s van ééndagsvlinders/éphémères. Daarbij let ik vooral op de kleuren. Het zijn die specifieke kleuren die ik gebruik, geen andere. Ik maak geen schetsen, maar zie alles in mijn hoofd samenkomen. Dan mix ik de kleuren tot ze perfect zijn en begin ik eraan. Drie op de vier keer lukt het zoals ik het zag in mijn hoofd. Het hele proces duurt ongeveer drie weken. Maar dat hangt natuurlijk af van werk tot werk.
Dokter Haenen: Dus je weet enkel de kleuren op voorhand, je weet nog niet wat je juist gaat schilderen?
Hubert: Toch wel. Ik maak geen schetsen, maar het idee zit gewoon allemaal in mijn bovenkamer.
Dokter Haenen: Zet je dan soms een werk even opzij, om er dan later pas terug aan verder te werken?
Hubert: Jazeker. Soms laat ik een werk even in mijn atelier staan zonder dat het echt af is. Dan laat ik mijn hoofd even tot rust komen. Uiteindelijk beslis ik dan of ik er aan voortwerk, of het weggooi.
Na 2 uur, moeten we deze gezellige babbel helaas afsluiten. De plicht roept voor dr. Haenen.
We bedanken Hubert, zijn vrouw Renée en dokter Haenen voor deze aangename kennismaking. Hopelijk mogen we nog veel van Huberts werken bewonderen. Dit artikel was alvast de eerste in een reeks van dubbelinterviews met patiënten en artsen die een aparte band hebben.