Marit Janse OOSTERSCHELDE

Page 1

Academie van Bouwkunst

Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde Marit Janse

Inhoud 1 Colofon 2 Inleiding 3

De missie van dit afstudeerplan is ervoor te zorgen dat de natuur weer dichter bij de mens komt te staan en opnieuw onlosmakelijk verbonden is met onze cultuur. Voorwoord 7 Het water van de Oosterschelde is het water uit mijn jeugd. Dit afstudeerplan is dan ook een persoonlijke missie dit te beschermen.

Nederlands natuurbeleid 8 De ecologische Hoofdstructuur is succesvol omdat de afname van biodiversiteit is gedaald. Maar natuurontwikkeling is wel een ‘ver van mijn bed schow’ geworden.

Concept 28 Zoutkristallen wil een een nieuwe attitude ten opzichte van natuur laten groeien, kristalliseren. Het ziet de Oosterschelde als ecosysteem waar de mens onlosmakelijk deel van uitmaakt. Strategie 30

Zoutkristallen is een strategie voor natuurontwikkeling in de Oosterschelde waarin met drie principes het maatschappelijk draagvlak voor natuur wordt vergroot. Natuurontwikkeling verbinden aan een lokale blauwe economie. Cultuurhistorie is de inspiratie voor ruimtelijke én economische verandering én natuur moet toegankelijk en comfortabel zijn waarbij de beleving centraal staan.

Ontwerpuitwerking 36

De Zuidhoekpolders van Zierikzee zijn exemplarisch voor alle zoutkristallen van de Oosterschelde. De landschapsvisie geeft een nieuwe koers aan ontwikkeling van dit gebied reikend van Zierikzee tot in de Oosterschelde. Voor landbouw- en natuurontwikkeling wordt het Landschapsanalyse 12 zoute water, wat decennia lang als vies water bestempeld is, in dit plan De rijke cultuurgeschiedenis van het Zeeuwse landschap is zowel bron gezien als basis van ecologische én economische rijkdom. van de hoge natuurwaarden als sleutel tot een succesvol en gedragen natuurontwikkeling omdat je hiermee een bredere basis voor natuur Label Oosterschelde 52 creëert. Met het tastbaar maken van het landschap, vertaald in keramiek en

Probleemstelling 22

wol-objecten onder de naam Label Oosterschelde wordt men verleid de Oosterschelde te koesteren. Het uiteindelijke doel is om zoveel aandacht te genereren dat behoud van de Oosterschelde weer een nationaal debat wordt.

De voor de natuur wezenlijke intergetijdegebieden dreigen over 50 jaar geheel te verdwijnen. De Oosterschelde heeft een reddingsplan nodig waarin wordt verteld hoe we een gastvrij landschap voor mens en natuur kunnen maken. Het is tijd voor een natuurbeeld waarin natuur Literatuur en Bronnen 56 wordt gecombineert met andere belangen zoals landbouw, recreatie en Samenvatting 58 cultuurhistorie.


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Zoutkristallen,

een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Colofon Marit Janse

Beatrijsstraat 34b 3021 RE Rotterdam 0031 (0)6 16 056 917 marit@jansejanse.nl www.jansejanse.nl www.linkedin.com/in/maritjanse KvK 59166894

Academie van Bouwkunst

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten Master in Landschapsarchitectuur Waterlooplein 211-213 1011 PG Amsterdam

Commissie

Maike van Stiphout | landschapsarchitect [mentor] DS Landschapsarchitecten Overtoom 97 1054 HT Amsterdam Cees van der Veeken | landschapsarchitect LOLA Landscape Architects Eendrachtsweg 71 3012LG Rotterdam Martin Aarts | stedenbouwkundige, architect Stadsontwikkeling Gemeente Rotterdam Postbus 6575 3002 AN Rotterdam

Toegevoegd voor het examen

Mirjam Koevoets | landschapsarchitect Roel Wolters | landschapsarchitect

Met dank aan

Bernice Aalders | modeontwerper Luitzen Bijlsma | directeur Waterdienst Rijkswaterstaat Annemiek Bongers | pottenbakster Rotterdam Björn van den Boom | Natuurmonumenten Wim Bout | mosselboer Bruinisse Noël van Dooren | landschapsarchitect Anneke Mc Govern | Projectbureau Zeeweringen
 fam. Fierens | boer Zierikzee Jaap Geleijnse | voorzitter Combinatie van Beroepsvissers Ilse van Klei | studio ilse van klei Sander Lap | LAP Landscape and Urban Design Alien Kok | Dienst Landelijk Gebied Kees Meerman
 | Provincie Zeeland Hanneke Mesters | Natuurmonumenten Marcel Spelt | Bakkerij Spelt Bruinisse Bianca de Vlieger | Dienst Landelijk Gebied Bart Wielart | Waterschap Scheldestromen Peter Verbree | melkveehouder Zierikzee Bregje van Wesenbeeck | Deltares Stadsontwikkeling Rotterdam Evert van de Zande | mosselboer Zierikzee Eric van Zanten | 
Rijkswaterstaat Zeeland Kees Zeijler | Waterschap Scheldestromen Inge Hoonte | multi-disciplinary artist Donald Marskamp | landschapsarchitect Ramon Postma | landschapsarchitect Maria en Eliza Janse Mattijs van ‘t Hoff

Datum

planpresentatie 09 maart 2012 examen 04 april 2013 (cum laude) publieke presentatie 28 juni 2013 nominatie Archiprix 2014 nominatie Eindwerkprijs 2014 Hogeschool voor de Kunsten


Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

3

Inleiding

De missie van dit afstudeerplan is ervoor te zorgen dat de natuur weer dichter bij de mens komt te staan en opnieuw onlosmakelijk verbonden is met onze cultuur.

Het is nu 2012 en de kranten staan bol van de terloorgang van natuur, omdat kwetsbare plant- en diersoorten afnemen. Maar vooral omdat we er niet meer in mogen. Voor kinderen is natuur hetzelfde als ‘verboden toegang’. Kwalijk want: wie de natuur niet leert kennen, zal haar later niet beschermen. De NRC stelt samen met lezers een lijst op van 50 buitendingen die je gedaan moet hebben voor je twaalfde. Tot zover het protest. Het Nederlandse natuurbeleid lijkt een dure hobby. Verantwoordelijk instanties zijn vol ongeloof en ontzetting over de botte manier waarop tegen heilige huisjes wordt aangeschopt, vooral door de vorige staatssecretaris zelf. Bleker bezuinigde meer dan zeventig procent op natuurbeleid – en de volksopstand bleef uit. Waarom gaan we de barricaden niet op?

Natuur wordt vooral gezien als een ‘luxeproduct’. Dat kwam heel duidelijk naar voren in het beleid van het kabinet. De natuurbeweging, maar eigenlijk de hele academia, is er niet in geslaagd om helder te maken dat ecosystemen geen luxe zijn, maar bepalend voor het menselijk leven. Blijkbaar wordt natuur gezien als iets moois voor als je geld hebt, en niet als iets dat betekenis heeft voor gewone mensen. Natuur is een voorwaarde voor menselijk welzijn. De ecosystemen van de natuur liggen niet aan de top van de piramide, maar aan de basis. Waar het pad van de mens eeuwenlang meebewoog met de loop van de natuur zijn, we inmiddels al jaren van deze basis afgeraakt. Terwijl de kwaliteit van leven direct verband houdt met de natuur. Schoon drinkwater, schone lucht, bronnen voor voedselproductie, en waterberging: we zijn ervan afhankelijk.We moeten weer laten zien dat de

natuur de leefbaarheid van de mensen hier en nu bepaalt. Daarbij gaat het niet om zeldzame soorten, maar om de rijke gemeenschap waar wij als mens deel van uitmaken. Waar zijn we van dit pad afgeweken? Twintig jaar geleden is besloten de achteruitgang van de natuur een halt toe te roepen. Het verlies aan natuur en biodiversiteit was niet langer aanvaardbaar. In 1989 was nog maar ongeveer de helft over van de 876.000 hectare natuur die we in 1900 in Nederland hadden. De rest was opgeofferd aan de groei van onze materiële welvaart. Samen met de slechte milieuomstandigheden had dit tot gevolg dat nog slechts vijftien procent van de oorspronkelijke biodiversiteit in Nederland aanwezig was. Sinds 1990 is begonnen met de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS): een stevige basis voor de natuur en de ecosysteemdiensten die de natuur de mens biedt. In de jaren ‘90 groeide de aanhang van natuur en milieuclubs sterk, maar sinds tien jaar is er sprake van een daling. Natuurmonumenten telde ooit bijna een miljoen leden maar is nu terug op het niveau van 1994. Opgeteld hebben de ruim honderd


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

landelijke natuur- en milieuorganisaties bijna vier miljoen leden, maar dat zijn er 80.000 minder dan een jaar terug. De natuurbeweging in Nederland is in het defensief gedrongen en vraagt zich af, hoe heeft dit kunnen gebeuren? Natuur is in de beeldvorming een hobby van biologen geworden, een speeltuin voor linkse drammers. Het is in de hoofden van veel mensen iets abstracts geworden. Natuur werd een doel op zichzelf. Het ging niet meer over een mooie vogel, maar over hectaren, beleid, Europese kaderrichtlijnen, doeltypen en natuurdoelkaarten. Het werd natuur van ecologen. Moeilijk toegankelijk, lastig te begrijpen, vol onbekende soorten. Het werd duur en onnodig gevonden. Natuur stond altijd heel dichtbij de mens; het was mooi, landschappelijk en om de hoek. De aversie tegen de natuurbescherming komt doordat het natuurbeleid te lang is gedomineerd door een strenge uitwerking van de regels: er mochten heel veel dingen vooral niet. Natuur is op zichzelf leuk, maar kreeg daardoor een negatieve bijsmaak. Door grootschalige natuurontwikkeling in Nederland is de teloorgang van de biodiversiteit weliswaar afgeremd maar andere verbanden zijn verbroken. Landschap zorgvuldig opgebouwd door de mens is afgeschraapt en ingericht als wildernis waardoor veel cultuurlandschappen zijn verdwenen. Bram van de Klundert vraagt zich af of we psychologisch, spiritueel of fysiek wel in staat zijn om zo snel afscheid te nemen van het land dat we in de loop van de geschiedenis ons eigen hebben gemaakt. Elsevier gaf in september 2009 met de titel “Weg met de natuur, hoe polderlandschap moet sneuvelen voor oermoerassen en andere idiotie” hierop al antwoord. Op de website van Elsevier is een lange lijst van protestsites te vinden van burgers die strijden tegen het verdwijnen van “hun” landschap en dus natuur. Want als we het in Nederland hebben over natuur, bedoelen we eigenlijk landschap. In het of-of denken, waar de een als winnaar en de ander als verliezer wordt beschouwd, is de cultuurhistorie naar de achtergrond geschoven ten voordele van natuurontwikkeling. Maar deze ontwikkeling, nu nog geleid door ecologen, heeft slechts een eenzijdige doelstelling. Natuurmonumenten ziet de belangstelling voor cultuurhistorie en is optimistisch omdat hierdoor een bredere doelgroep bereikt kan worden. Het aantal vrijwilligers bij Natuurmonumenten is de afgelopen zes jaar verdubbeld en de donaties lopen weliswaar in aantal, maar niet in omvang achteruit. Het is dus van belang de afhakers weer te overtuigen van het belang van hun steun.

Jongeren willen in reactie op de crisis anders opereren. Niet meer uit de morele overtuiging dat je als beschaafd mens de natuur behoort te redden, maar uit persoonlijke noodzaak.

Veldbioloog Jac. P. Thijsse (1865-1945), schrijver van de teksten bij de plaatjes van de Verkade-albums bracht de natuur naar de gewone mensen. Voordien was het kijken naar vogels voorbehouden aan de gegoede burgerij die tijd en geld had. Thijsse heeft dat veranderd. Naar aanleiding van het succes bij het grote publiek schijnt Thijsse te hebben uitgeroepen: “Ze hebben me voor de reclame gevraagd!”. Thijsse was dan ook een groot strijder voor behoud van natuur. Hij heeft er voor gezorgd dat het Naardermeer geen grote vuilstort werd maar het 1e natuurreservaat van Nederland. Het Naardermeer was in 1909 de voorloper van de twintig nationale parken die Nederland nu kent.

Reddingsplan voor de Oosterschelde

Dit afstudeerplan geeft een scenario en voorbeelduitwerking voor een een nieuwe manier van natuur beschermen in en rond de Oosterschelde. De Oosterschelde is een Natura2000 gebied dat bedreigd wordt door visserij- en landbouwbelangen. De voor de natuur wezenlijke intergetijdegebieden dreigen geheel te verdwijnen rond 2030 door waterveiligheidsmaatregelen. Dit afstudeerproject is een reddingsplan voor de Oosterschelde maar Omslag van Het Vogelboekje van Dr Jac P Thijsse (eerste druk 1912)


Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

zou ook een voorbeeldproject kunnen zijn voor andere natuurgebieden in Nederland. Er wordt ingezet op alle duurzaamheidsfactoren; people, planet en profit. De missie van dit afstudeerplan is ervoor te zorgen dat de natuur weer dichter bij de mens komt te staan en opnieuw onlosmakelijk verbonden is met onze cultuur. Een tweede Slag om de Oosterschelde is noodzakelijk, opnieuw een gevecht om de natuur, om levend water. De natuur is vol verhalen en ontdekkingen, dichtbij en tastbaar, ooit zo mooi opgetekend door Jac. P. Thijsse. Door natuur weer dicht bij de belevingswereld van de mens te brengen, beleefbaar te maken, aan te sluiten bij de lokale leefomgeving en vooral het plezier van natuur te laten (her)ontdekken, zullen er nieuwe vriendschappen ontstaan tussen de mens en de natuur zo noodzakelijk voor het voortbestaan van de Oosterschelde.

5

Literatuur en bronnen Feddes,Yttje e.a. (2012). Voorbij de ehs, koers voor het nieuwe natuurbeleid, Planbureau voor de Leefomgeving Marskamp, D. (2012) Nieuwe natuur versus Cultuurlandschap, wilde beminning of een afstandelijk huwelijk. Essay Academie van Bouwkunst NRC Handelsblad. 50 buitendingen die je gedaan moet hebben voor je twaalfde. Zaterdag 18 augustus 2012 Schipper, Paul (2008). De slag om de Oosterschelde. Uitgeverij Atlas

*

Zeeland in de greep der dwazen? De Aktiegroep Oosterschelde Open blokkeert CHU-lijsttrekker Berend Jan Udink tijdens een verkiezingstournee. Links Hans van Damme. Naast hem Hans de Leeuw met links een pot schoon Oosterscheldewater en rechts smoezelig vervuild Westerscheldewater. De Aktiegroep begon met een klein groepje uit Yerseke die hun leefomgeving bedreigd zagen met de komst van de dichte dam. Samen met wetenschappers uit het Westen en de Randstad en later met hulp van de natuurorganisaties en de visserij hebben zij ervoor gezorgd dat de afsluiting van de Oosterschelde een nationale discussie werd. Uiteindelijke heeft dit geresulteerd in het compromismodel van de Oosterscheldekering. Open, dicht of halfopen: de discussie rond de afsluiting van de Oosterschelde, 1967 - 1974.


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Foto van ‘t Stelletje aan de Oosterschelde, nabij Zierikzee, een van mijn favoriete lokale zwemspots.


Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

7

Voorwoord

Dit plan toont een nieuwe manier van natuur beschermen in en rond de Oosterschelde door het weer onlosmakelijk te verbinden met onze cultuur. Dat is nodig, want terwijl het ecosysteem piept en kraakt worden we door de afstandelijkheid en technocratie van het huidige natuurbeleid steeds verder verwijderd van datgene wat we liefhebben, de natuur, en neemt de biodiversiteit steeds verder af. De Oosterschelde is het landschap van mijn jeugd is en ik heb daarom dit reddingsplan gemaakt. Ik ken de haast om de hoogste vloed te halen, het gevoel van zoutkorrels die na het zwemmen achterblijven op je huid, de textuur van de zilte zeekraal in je mond. De herinnering van de rode snavels van de scholeksters op de zilveren achtergrond, het zilte water dat met elk tij door de mosselen wordt gezuiverd. De missie van dit afstudeerplan is deze rijke natuur van de Oosterschelde te behouden. De cultuurgeschiedenis van het Zeeuwse landschap toont aan dat natuur en economie eeuwenlang in balans was. Pas na de Watersnoodramp van 1953 is door ruilverkaveling en de aanleg van de Oosterscheldekering, ecologische en landschappelijke armoede ontstaan. Nieuwe natuur aanleggen of de kering afbreken is zowel maatschappelijk als financieel geen oplossing. Er moet een andere attitude ten opzichte van natuur worden ontwikkeld. Een bewuste en sensitieve houding die persoonlijk is en niet omdat het ons wordt opgelegd. Met het tastbaar maken van het landschap, vertaald in keramiek en wol-objecten onder de naam Label Oosterschelde wordt men verleid de Oosterschelde te koesteren. Zoutkristallen is de metafoor voor het zoeken naar een brede maatschappelijke basis voor het behoud van natuur. Juist op die plekken waar conventionele landbouw geen toekomst heeft zijn allianties en innovatieve teelten, zoals de herintroductie van meekrap en schelpdiercultuur op land, kansrijk. Beide zijn exclusief verbonden aan de Zeeuwse cultuur want alleen met diepgeworteld begrip van deze cultuur kan natuurontwikkeling plaatsvinden. Dit leidt tot een duurzame economie, een hogere biodiversiteit en een aantrekkelijk landschap.

Het ontwerp bestaat uit een reeks kleine voorstellen waaromheen de nieuwe attitude kan uitgroeien, kristalliseren: het getijdenbad verleid de toerist de Oosterschelde te betreden, de liniedijk laat de geschiedenis herleven maar zorgt ook voor een microklimaat voor de gewassen en door de waterstructuur van zoute sloten ontstaat zowel een economische ontwikkeling als een romantisch landschap vol zeeasters. Elke ingreep heeft een culturele, landschappelijke en ecologische component in zich; mogelijk gemaakt door nieuwe allianties van gebruikers. Samenwerking is essentieel voor een duurzame groene toekomst en Zoutkristallen geeft aan hoe we condities kunnen scheppen voor leven. Zoutkristallen wil een verandering in denken teweeg brengen. Hoe is cultuur en natuur weer te versmelten? Met de ontwikkeling van het Label Oosterschelde wordt het verhaal van de Oosterschelde meeverkocht en ambassadeurs gevonden. De lancering van dit label was tijdens de publieke presentatie en diplomauitreiking op 28 juni 2013, waarbij ook de graad cum laude bekend werd gemaakt. Met dit geweldige resultaat is mijn opleiding op een prachtige manier afgesloten. Maar de missie stopt niet bij de ontvangst van het diploma, maar gaat verder. Samen met ontwerpers en wetenschappers zullen de producten en ideeĂŤn van Label Oosterschelde verder worden ontwikkeld waardoor ze in de toekomst betekenis voor iedereen zullen hebben. Heb je ideeĂŤn en wil je je inzetten voor de natuur in en rond de Oosterschelde? Neem dan contact met me op. Marit Janse, landschapsarchitect

Marit Janse, Schor en Slik, werkstuk op de lagere school.

Emmy Andriesse, Camperduin, 1950 - 1952. De baadster afgebeeld in een ontwapende alledaagsheid.

Natuur en economie was eeuwenlang in balans, totdat door ruilverkaveling en industrialisatie het behoud van natuur zo noodzakelijk was geworden dat zelfs grootschalige natuur ontwikkelt werd. De afname van biodiversiteit is daardoor weliswaar verminderd maar heeft ook afstand geschapen tussen de natuur en de mens.


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Nederlands natuurbeleid

Natuurbeleid per generatie?

Het schema hieronder toont de verschillende visie op natuurontwikkeling door de tijd heen. Het is verbonden aan ontwikkelingen in de maatschappij. Elke generatie veranderd de kijk op natuur. Van behoud van natuur en landschapsschoon door de grote ontginningen begin 1900. De wonderen der natuurwereld werden opgetekend door Jac. P. Thijsse, hij is ook de oprichter van Natuurmonumenten met de aankoop van eerste natuurreservaat het Naardermeer. Jaren ‘30 was de oprichting van de eerste nationale parken (Hoge Veluwe) van Nederland. Natuurbescherming, het behoud door bescherming was hier leidend. In de jaren ‘60 was zichtbaar geworden dat door industrialisatie en ruilverkaveling na de wederopbouw de natuur wel heel schrijnend werd. In de Klassieke Natuurbeschermingsvisie uit de jaren ‘60 werd natuur op de boerenmanier beheerd, door het te plaggen, branden en maaien. Het cultuurlandschap bleef behouden, maar door minder intensief en op een andere manier te boeren ontstond er een rijkere diversiteit met oude cultuurelementen zoals houtwallen, schrale akkers en verkavelingsstructuren. Deze manier van natuur bedrijven die in nauwe samenhang met het landschap gebeurt wordt ook wel Arcadische natuurvisie genoemd. Het concept Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is in 1990 geïntroduceerd en breekt met deze natuurvisie. Nieuw is het ruimtelijk scheiden van robuuste natuur en dynamische landbouwgebied door de instelling van kerngebieden

(100% natuur), agrarische natuur en robuuste verbindingen. Deze vorm van natuurontwikkeling was al uitgetest in de Oostvaardersplassen (1970). Ecologen en natuurbeschermers krijgen door het nieuwe overheidsbeleid meer zeggenschap waardoor natuur ‘ontwikkeld’ kan worden. Frans Vera is de grondlegger van deze ‘wildernis’ gedachte, in zijn visie wordt de natuur losgekoppeld van de menselijke activiteiten waarbij het landschap voor de grote ontginningen teruggebracht wordt. In deze Natuurontwikkelingsvisie of Wildernis natuurvisie wordt een samenhangend netwerk nagestreefd van bestaande en nog te ontwikkelen natuurgebieden ter behoud en ter versterking van de biodiversiteit in Nederland.

EHS ‘Ver van mijn bed show’

De verdere afname van biodiversiteit van Nederland is gestopt, op veel plaatsen is de natuur rijker geworden en het landschap meer gevarieerd, maar natuur is ook een ‘ver van mijn bed show’ geworden. De kritieken beslaan de technocratische regelgeving, waarbij het alleen gaat om aantallen die gehaald moeten worden omdat de EU het zegt. Het verhaal van de natuur wordt conclusie “de EHS is succesvol want d Nederland is gestopt”. Maar natuu te weinig verteld. De natuurontwikkeling is eenzijdig van van mijn bed show’ ecologisch georienteerd met te weinig aandacht voor cultuurhistorie en landschap. Daarbij het het gezamelijke gevoel dat de natuur niet toegankelijk is, terwijl 90 % van de natuurgebieden toegankelijk zijn. Omdat deze vorm van natuur gemaakt wordt door ecologen wordt

kritieken > technocratische regelgeving, het gaat alleen om aantallen, natuu wordt te weinig verteld. > eenzijdig ecologisch georienteerd met te weinig aandacht voor c > het gevoel dat de natuur niet toegankelijk is, terwijl 90 % van de > particulier initiatief wordt niet gewaardeerd, ontwikkelaars worde schouwd. 12 000 HECTARE INTERGETIJDENGEBIED VOOR 1986 > < 11 300 HECTARE DIRECT NA 1986 65.000 SCHOLEKSTERS VOOR 1986 >

INTERGETIJDENGEBIED NEEM 50 HECTARE PER JAAR AF SCHOR NEEMT 5 HECTARE PER JAAR AF > 2,8 METER SCHOR BIJ ANNA JACOBA POLDER > 1,3 METER SCHOR BIJ RATTEKAAI

60.000 SCHOLEKSTERS

300 HECTARE 1985 JAPANSE OESTER 50 HECTARE

beleid

100 biodiversiteit wereld (exclusief Antartica)

40 ZEEHOND VOOR 1986 >

1918 NATUURSCHOONWET NATUUR EN LANDSCHAP

1967 NATUURBESCHERMINGSWET FLORA- EN FAUNAWET

1990 NATUURBELEIDSPLAN / E 1990 - 2015/2018 ECOLOGISCHE HOOFDSTRUCTUUR IS EEN ONDERDEEL V

VAN DE BIODIVERSITEIT IN NEDERLAND. HET RUIMTELIJK SCHEIDEN VAN R

1992 HABITATRICHTLIJ HABITATRICHTLI 1992

1979 VOGELRICHTLIJN

biodiversiteit Europa

1995 NATU

DEFINIERING VAN DE DOE

natuurvisie 60 Nationale Parken 40

20

tijd

0

biodiversiteit mean species abundance (% van referentie) bron: PBL

85 < 1960 agrarisch natuurbeheer (ARCADISCHE NATUURVISIE) NATUURONTWIKKELING

1930 bescherming woeste gronden

GING HAND IN HAND MET HET BOERENLAND. NATUUR WERD BHEERD OP BOERENWIJZE (PLAGGEN, BRANDEN, MAAIEN) MET BEHOUD VAN CULTUURELEMENTEN ALS HOUTWALLEN, SCHRALE AKKERS, VERKAVELINGSSTRUCTUREN

1970 Oostvaardersplassen proeftuin nieuwe natuur (WILDERNIS NATUURVISIE) ECOLOGEN EN NATUUR-

1990 hoogtijdagen grootschalige natuurontwi

BESCHERMERS KRIJGEN DOOR HET NIEUWE OVERHEIDSBELEID MEER ZEGGENSCHAP WAARDOOR NATUUR ‘ONTWIKKELD’ KAN WORDEN. FRANS VERA IS DE GRONDLEGGER VAN DEZE GEDACHTE, IN ZIJN VISIE WORDT DE NATUUR LOSGEKOPPELD VAN DE MENSELIJKE ACTIVITEITEN WAARBIJ HET LANDSCHAP VOOR DE GROTE ONTGINNINGEN TERUGGEBRACHT WORDT.

1992 NP Weerribben-Wieden (1

biodiversiteit Nederland 1989 NP Schiermonnikoog (5400ha)

1996 NP

1991 NP Dwingelderveld (3700 ha)

1900 aankoop Naardermeer 1909 1e natuurreservaat Naardermeer

1990 NP De Meinweg (1700 ha) 1993 NP De Groote Peel (

1969 Nederland sluit zich aan bij de IUCN, behoud belangrijke ecosystemen door instelling nationale parken

1935 NP De Hoge Veluwe (5500 ha) ) 1930 Nationaal Park Veluwezoom (6000 ha)

1860

1870

1880

> 1850 industriele revolutie

1890

1900

1910

1920

> grote ontginningen van de woeste gronden

1930

1940

1950

1960

1953 watersnoodramp 1948 IUCN|WNF

1905 oprichting Natuurmonumenten

1970

1980

1990

1967 start bouw economische crisis Oosterscheldekering 1986 einde bouw Oosterscheldekering 1972 Club van Rome KEERZIJDE VOORUITGANG: VERVUILING, VERLIES CULTUREEL ERFGOED EN NATUURWAARDEN

1992 Nota Landschap

LANDSCHAP ALS CO-PRODUCTIE TUSSEN MENS EN DE NAT

1872 Yellowstone 1e Nationaal Park VS 1865 Yosemite VS Nationaal Park, de idee door Olmsted en Muir

Tie 100% boeren ECONOMISCHE EN MAATSCHAPPELIJKE RE-

TUUR

NAISSANCE NA DE CRISIS IN DE JAREN ‘90. ONTVANGEN SUBSIDIE VOOR AGRARISCH NATUURBEHEER

bewondering

bestrijden

productie (jacht Hoge Veluwe)

natuurbescherming

Tijdslijn die de verschillende natuurbeelden laat zien per decennia, de prognoses en wat het nieuwe natuurbeeld zou kunnen zijn.

naast natuurbescherming ook andere taken zoals educatie

nat


9

Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

natuurbescherming / kritieken

Instandhoudingsdoelen voor de Oosterschelde Voor de habitattypen zijn de volgende doelen opgenomen: o H1160 Grote baaien: behoud van de oppervlakte en verbetering van de kwaliteit. o H1310 Zilte pionierpionierbegroeiingen: uitbreiding van de oppervlakte en het behoud van de kwaliteit van zilte pionierbegroeiingen, zeekraal (subtype A). o H1320 Slijkgrasvelden: behoud van de oppervlakte en de kwaliteit. o H1330 Schorren en zilte graslanden: behoud van de oppervlakte en de kwaliteit van de schorren en zilte graslanden, buitendijks (subtype A) en uitbreiding van de oppervlakte en het behoud van de kwaliteit van schorren en zilte graslanden, binnendijks (subtype B). o H7140 Overgangs- en trilvenen: uitbreiding van de oppervlakte en verbetering van de kwaliteit van overgangs- en trilvenen, veenmosrietlanden (subtype B).

> technocratische karakter van de natuurwetten, het gaat alleen om ‘aantallen’, natuur moet omdat de EU het zegt. Het verhaal van de natuur wordt te weinig verteld > eenzijdig ecologisch georienteerd met te weinig aandacht voor cultuurhistorie en landschap > het gevoel dat de natuur niet toegankelijk is (terwijl 90 % van de natuurgebieden toegankelijk zijn) > particulier initiatief wordt niet gewaardeerd, ontwikkelaars worden, door natuurorganisaties, nog steeds als de boeman beschouwd

buitendijks

binnendijks

minder algemene tot zeldzame plantengemeenschappen

minder algemene tot zeldzame plantengemeenschappen

het nationale en internationale belang als overwinteringsgebied, doortrekgebied en permanente verblijfplaats voor een groot aantal vogelsoorten

Behoud als broedgebied, foerageergebied , pleisterplaats van nationaal en internationaal belang voor kust- en weidevogels

Voor de habitatrichtlijnsoorten (2 soorten) zijn de volgende doelen opgenomen: o H1340 Noordse woelmuis: uitbreiding van de verspreiding, de omvang en het behoud van de kwaliteit van het leefgebied voor de uitbreiding van de populatie. o H1365 Gewone zeehond: behoud van de omvang en de verbetering van de kwaliteit van het leefgebied voor uitbreiding van de populatie voor een regionale populatie van ten minste 200 exemplaren in het Deltagebied. Voor de broedvogelsoorten (42 soorten) zijn de volgende doelen opgenomen: > Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied als bijdrage aan de draagkracht voor de populatie van het Deltagebied van: o A132 Kluut ten minste 2.000 paren; o A137 Bontbekplevier ten minste 100 paren; o A191 Grote stern ten minste 4.000 paren; o A193 Visdief ten minste 6.500 paren; o A195 Dwergstern ten minste 300 paren.

de aquatische zoutwaterlevensgemeenschappen

met vele soorten plantaardig en dierlijk plank-

ton en vissen

Behoud van de variatie in de elementen water, land, dijken, vegetatietypen en vogelrijkdom uit het oogpunt van natuurschoon.

natuurontwikkeling zonder behoud cultuurlandschap

> Uitbreiding van de omvang en/of verbetering van de kwaliteit van het leefgebied, met een draagkracht voor de populatie van het Deltagebied van o A138 Strandplevier ten minste 220 paren. > Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied, met een draagkracht voor een populatie van: o A081 Bruine kiekendief ten minste 19 broedparen; o A194 Noordse stern ten minste 20 paren. Voor de niet-broedvogelsoorten zijn de volgende doelen opgenomen: > Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied met een draagkracht voor een populatie van (aantal is seizoensgemiddelde) o A004 Dodaars gemiddeld 80 vogels o A005 Fuut gemiddeld 370 vogels o A007 Kuifduiker gemiddeld 8 vogels o A017 Aalscholver gemiddeld 360 vogels o A026 Kleine zilverreiger gemiddeld 20 vogels o A034 Lepelaar gemiddeld 30 vogels o A043 Grauwe gans gemiddeld 2.300 vogels o A045 Brandgans gemiddeld 3.100 vogels o A046 Rotgans gemiddeld 6.300 vogels o A048 Bergeend gemiddeld 2.900 vogels o A050 Smient gemiddeld 12.000 vogels o A051 Krakeend gemiddeld 130 vogels o A052 Wintertaling gemiddeld 1.000 vogels o A053 Wilde eend gemiddeld 5.500 vogels o A054 Pijlstaart gemiddeld 730 vogels o A056 Slobeend gemiddeld 940 vogels o A067 Brilduiker gemiddeld 680 vogels o A069 Middelste zaagbek gemiddeld 350 vogels o A103 Slechtvalk gemiddeld 10 vogels (maximum) o A125 Meerkoet gemiddeld 1.100 vogels o A130 Scholekster gemiddeld 24.000 vogels o A132 Kluut gemiddeld 510 vogels o A137 Bontbekplevier gemiddeld 280 vogels o A138 Strandplevier gemiddeld 50 vogels o A140 Goudplevier gemiddeld 2.000 vogels

o A141 Zilverplevier gemiddeld 4.400 vogels o A142 Kievit gemiddeld 4.500 vogels o A144 Drieteenstrandloper gemiddeld 260 vogels o A149 Bonte strandloper gemiddeld 14.100 vogels o A157 Rosse grutto gemiddeld 4.200 vogels o A160 Wulp gemiddeld 6.400 vogels o A161 Zwarte ruiter gemiddeld 310 vogels o A162 Tureluur gemiddeld 1.600 vogels o A164 Groenpootruiter gemiddeld 150 vogels o A169 Steenloper gemiddeld 580 vogels > Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied van: o A037 Kleine zwaan > Behoud van de omvang en de verbetering van de kwaliteit van het leefgebied met een draagkracht voor een populatie van: o A143 Kanoet gemiddeld 7.700 vogels

doelsoorten van de Oosterschelde

verboden toegang

Behoud van het weidse karakter en ongereptheid uit een oogpunt van natuurschoon.

beschrijving Natuurbeschermingswet 1998 gaat uit van het ecosysteem met onderlinge verhoudingen

instandhoudingsdoelen Natura 2000 op basis Vogel- en Habitatrichtlijnen als onderdeel van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora-en Faunawet

10

De EHS is succesvol want de verdere afname van biodiversiteit van Nederland is gedaald. Maar natuurontwikkeling en natuurbescherming is wel een ‘ver van mijn bed show’ geworden. Feddes,Yttje e.a. (2012). Voorbij de ehs, koers voor het nieuwe natuurbeleid, Planbureau voor de Leefomgeving

Zaterdag 18 augustus & Zondag 19 augustus 2012

Zomerse Lux, zonder de vaste columnisten maar met:

‘ tussen het

10 Lunch met ideeënman Erik Kessels 12 Georgisch tafelen met de Thuiskok 14 Duits vulkaantoerisme Zomergasten Li Edelkoort

de afname van biodiversiteit urontwikkeling ook een ‘ver

De komende zes weken recenseert Hanneke Groenteman op deze plek de Zomergastenuitzending van zondag. Groenteman is journalist en televisiemaker en presenteerde in 1998 zelf het programma. Ze schreef drie boeken: Doorzakken bij Jamin, Dikke Dame en Bestemming bereikt?

02/03 Te vaak is de natuur voor kinderen ‘verboden toegang’

Fragment uit Borgbor Sveinsson, waarin een man een ‘stiervis’ wil vangen door zich te verkleden.

Fragment uit film The Incredibles, van de modeontwerpster die een kostuum voor de held maakt

Li Edelkoort verklaart de populariteit van brillen met zwarte randen: „De uil is een trendvogel.”

Fragment uit de film On the Road (2012) naar het boek van Jack Kerouac.

Lidewij Edelkoort Lidewij (Li) Edelkoort (61) is trendvoorspeller en ontwerper. Ze was van 1999 tot 2008 directeur van de Design Academy Eindhoven. Ze werkt vanuit Parijs, waar ze grote bedrijven adviseert. Dit jaar kreeg ze de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs, „omdat zij als trendforecaster toonbepalend is voor de wereld van design en mode”.

wat willen we? Gastvrije landschappen waar wordt gewoond, gewerkt, gerecreeert. Waar een verbon-

Edelkoort, optimistische leermeester

50 buitendingen

ur omdat de EU het zegt. Het verhaal van de natuur

Li Edelkoort was braaf noch ondoorgrondelijk en had ook geen migraine. Dit was de eerste Zomergastenavond waarop alles klopte, zag Hanneke Groenteman.

waarop het concept helemaal klopte. De gast was niet braaf, niet voorspelbaar, niet ondoorgrondelijk voor de presentator, had geen migraine (althans niet merkbaar) en maakte een mooie pas de deux met de gastheer. En, het allerbelangrijkste: van een avond Lidewij Edelkoort word je niet alleen wijzer, maar kan je het leven ook beter aan. Het was nou eens niet samen somberen over alles wat fout gaat en mis is in deze tijd, maar – met haar onweerlegbare logica meedenkend – licht zien aan het eind van de naargeestige tunnel waar we in zitten. „Een nare hobbel” noemt Edelkoort deze tijd, en die hobbel moeten we nemen. Maar als we dat met z’n allen verstandig doen, dan komt het goed. „Ik ben heel optimistisch, ik geloof in de mens.” Dat klinkt zo opgeschreven stichtelijker dan ze is, ze doet namelijk niet anders dan goed

opletten, verbanden zien, logisch nadenken en daar conclusies uit trekken. Niks stichtelijks aan. Het vak van Lidewij Edelkoort heet trend forecaster. Door goed en breed naar het heden te kijken, ziet ze ontwikkelingen in de toekomst. Ik zie haar vak als een soort KNMI, niet voor het weer, maar voor tendensen, zeg maar het leven, en dan verder vooruit dan veertien dagen. Hoe ons leven er in 2050 uitziet, vroeg Jan Leyers. „Dat is wel heel dichtbij”, zei Edelkoort. Voor deze uitzending had ik Edelkoorts klok wel horen luiden, maar ik had niet echt een idee waar de klepel hing. Ik hoor niet tot de bevoorrechten die langdurig in haar omgeving hebben mogen verkeren, als student, collega of relatie. En om haar en haar denkwereld enigszins te kunnen doorgronden, heb je minstens drie uur onafgebroken nodig.

Dat kregen we, en dat was het mooie van deze avond. Het begon nogal abstract, over fetisjen en banken en fotografie. Je moest je geduld en je zitvlees aanspreken om bij de les te blijven, maar de beloning was zoet. De fragmenten waren prachtig materiaal om Edelkoorts theorieën te staven en omgekeerd. Alles klopte. Waar het op neerkomt? Dat we in kleinere verbanden gaan opereren, dat we preutser worden, romantischer, in onszelf gekeerder, creatiever, fantasierijker, minder materialistisch. Familiebedrijven komen terug, we gaan meer dingen zelf maken, lokale industrieën komen terug, de betovering van de marktwerking houdt op, er komt bezieling voor in de plaats. En die omslag moet snel en doelgericht in gang gezet worden, ook door captains of industry, want iedereen, van hoog tot laag, is

We kwamen op het idee om met dit concept aan de slag te gaan door het project ‘Vitaliteit –

zo langzamerhand moe van het dragen van de crisis en van de opstapeling van problemen. Het is een kwestie van overleven. Edelkoort is optimistisch, omdat de mens als soort uiteindelijk niet op zijn eigen vernietiging wil afstevenen. Het ik-tijdperk is afgelopen, het getwitter en gefacebook hebben hun langste tijd gehad, er zal meer creativiteit en saamhorigheid komen. Onvermijdelijk. Ik heb als een eerstejaars student een blocnote vol zitten pennen met haar ideeën en nog zijn er maar flarden blijven hangen. Dit is zo’n uitzending om te bewaren en nog eens te bekijken. Li Edelkoort is een echte leermeester en Zomergasten is een uniek podium voor zo iemand. Dat bleek gisteravond maar weer.

E Nomadisch gedrag is een gedragMet waar een we steeds meer naartoe gaan. Het quotes uit de zomergasten met trendwatcher Wellness, een zee van kansen’. groep enthousiaste ondernemers zijn weaflevering zo gezegd op Lidewij In de jaren ‘80 ging iedere schoolklas in Nederland naar de Oostergaat erom dat je ergens bent waar je wilt zijn want je bent niet meer perse Edelkoort. “Bovenal moeten we kiezen voor ‘leven’: samenwerken en scheldekering. De Oosterschelde moet weer een plek worden waar die je gedaan moet hebben voor jesleeptouw twaalfde*genomen eenomdat ‘rondje langs deoveral velden’ gaan We hebben het Badhotel verbonden aanen de stad je met wifi en laptop kan werken. Je doen. samenhang omdat we daartoe gedwongen worden. We kunnen niet kennis via de natuur wordt doorgegeven. * met dank aan 1.000 lezers kiest dus een plek uit waar je wilt zijn omdat je ernaast het werk ook andere meer groei/groei/groeien”. “Er komt een maatschappij aan waar je Domburg, Camping resort De Meerpaal en Campingpark & Wellness Ons Buiten bezocht enniet zijnmeer bezitten)”. dingen wilt doen. samenwerkt, leven is leren, delen en lenen (dus De aanwezigheid van cultuur en natuur ook het “Tweets Creativiteit is van we grootook belang,het wantconcept als je creatief bent verdwijnt de over vijf dagen naar Oostenrijk gegaan omis heel debelangrijk boel temaar verkennen. Hier kwamen › Zomergasten gevoel van verbondenheid met een maatschappij en dan gaat het om je angst. Want je kan andere manieren verzinnen om eruit te komen, als van de preventieve zorg combinatie met wellness aan den lijve dan ondervonden. prettig voelen in eenin omgeving als een snelle verbinding hebbentegen met een dat we je het kan VOORstellen hoef je er niet bang voor te zijn”. “Geloplek. De afstand speelt niet zo’n grote rol, het gemak en gastvrijheid ven in de toekomst, geloven in de mens. Heel positief”. Naast dat ikandere het een geweldig idee vond, deed het persoonlijk ook wat met me. Teruggekomen daarvan wel. De busverbinding van Zierikzee naar Rotterdam bijvoorbeeld duurt 1 uurikmaar ze brengenmeteen je altijd naardat Rotterdam, ook aliets gebeurt er moesten doen. Natuurlijk heeft uit Oostenrijk wist eigenlijk we hier mee onderweg wat. De overstapbus wacht altijd. Dat is heel gastvrij.

cultuurhistorie en landschap e natuurgebieden toegankelijk zijn en door natuurorganisaties nog steeds als boeman be-

erlijk gezegd was ik stiekem van plan om onder Zomergasten af en toe even naar de slotceremonie in Londen te zappen, gewoon, omdat ik een gulzigaard ben die nooit iets wil missen. Als ik dat had gedaan, had ik het hier overigens niet opgebiecht. Maar ik heb geen enkel moment kunnen vinden in de lange avond waarop ik ertussenuit wou piepen, want Li(dewij) Edelkoort had mij al snel in haar greep. Wat een zomer, wat een gast, wat een zomergast! Eigenlijk was dit de eerste avond

@ThomasHvV: Lidewij Edelkoort doet me denken aan een niet helemaal gelukt typetje van Herman Koch #zg12

@abdelkabenali: Edelkoort heeft in een paar minuten meer inzichtelijks gezegd dan een maand lang televisie sportzomer bij elkaar, #zg12

@SanneW: Toen ik 18 was en modestyling studeerde keek ik metershoog tegen #Li op. Jeugdzonde. #naïef

Hanneke Groenteman

@dikklep: #zg12 met Li Edelkoorn. We worden preuts,ingetogen, bescheiden en romantisch. #lekkerdan.

Kijk de uitzending terug via nrc.nl/zomergasten

Een andere trend die we zien in de enorme opkomst van biologische markten, pluktuinen, breien is de noodzaak die we hebben met het TACTIELE. Door alle gadgets, laptops, digitale middelen missen we het gevoel van materiaal. Zoals Lidewij zegt de Touch. Dus een drang naar het voelen van materiaal, zowel met ambachtelijk als met moderne technieken is heel groot.

denheid met het landschap ontstaat, waar je iets leert en gevoel hebt met de omgeving (de hemel, de aarde, het water) en het materiaal.

Oostenrijk een enorme voorsprong. Daar is het al veel meer in de maatschappij ingebed, maar ik zag zeker ook kansen in Nederland en bij uitstek in Zeeland waar we het strand en de zee hebben. Ik heb contact gezocht met collega’s bij een andere Indigovestiging en daar is I GO ontwikkeld. Op dit moment staan we aan de vooravond van de pilot die we volgend jaar zullen draaien. We hebben zojuist een convenant gesloten met ondernemende partijen waar we de gasten willen onderbrengen. Wat leuk is, is dat dit de organisaties zijn die in de groep betrokken zijn geweest en waar we in het begin op bedrijfsbezoek zijn geweest. Het convenant dat onder het toeziend oog van heer Van der Zwaag, burgemeester van gemeente Veere, tussen Indigo, Badhotel Domburg, Camping resort De Meerpaal en Campingpark & Wellness Ons Buiten is gesloten heet: Zeeland - pure weldaad voor lichaam en geest, een krachtig preventiemiddel. Doordat de aangesloten ondernemers verschillende marktsegmenten bedienen, wordt de werkgever keuze geboden waar ze ons programma willen inzetten.

10 430 HECTARE IN 2001 1000 HECTARE

80 ZEEHONDEN

opgave natura 2000 Oosterschelde

Het project ‘‘Vitaliteit – Wellness, een zee van kansen’ heeft ervoor gezorgd dat we nieuwe product-marktcombinaties zijn gaan maken met elkaar en daarnaast daadwerkelijk hebben doorgepakt op het idee. Als jonge ondernemer blijf je immers vaak steken in de waan van de dag. We zijn goed bij de les gehouden.

Kernopgaven voor de Oosterschelde > Behoud van slikken en platen voor rustende en foeragerende niet-broedende vogels en rustgebieden voor de gewone en grijze zeehond. > Behoud en herstel van schorren en zilte graslanden (buitendijks) met alle successiestadia, zoet-zout overgangen, verscheidenheid in substraat en gedijregime en als hoogwatervluchtplaats. > Behoud en ontwikkeling van kwaliteit binnendijkse brakke gebieden voor noordse woelmuis en voor broedvogels (kluut, sterns) en als hoogwatervluchtplaats, overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden) brakke variant van ruigten en zomen (harig wilgenroosje), schorren en zilte graslanden (binnendijks) en als hoogwatervluchtplaats.

Het zou goed zijn voor ondernemers in de Delta om aandacht aan de combinatie mentale gezondheid en wellness te besteden zodat ze blijven innoveren en over de eigen grenzen heenstappen waarmee ze de doelgroep kunnen verrassen. Dit bereik je naar mijn idee vooral wanneer er product-marktcombinaties worden gezocht waarbij samenwerking met andere partijen wordt gezocht. Een integraal aanbod is goed voor de volume en de groei van vitaliteit en wellness in de Delta. Het zou ideaal zijn als we gezamenlijk het DNA van de Delta zouden vermarkten.”

9000 HECTARE IN 2013 35.000 SCHOLEKSTERS

EHS

Wellness in de Delta

27

VAN HET NATUURBELEIDSPLAN OM EEN SAMENHANGEND NETWERK VAN BESTAANDE EN NOG TE ONTWIKKELEN NATUURGEBIEDEN TE MAKEN TER BEHOUD EN DE VERSTERKING ROBUUSTE NATUUR EN DYNAMISCHE LANDBOUWGEBIED DOOR DE INSTELLING VAN KERNGEBIEDEN (100% NATUUR), AGRARISCHE NATUUR EN ROBUUSTE VERINGINGEN.

JN JN

UURBELEIDSPLAN / EHS ELSOORTEN EN NATUURDOELTYPEN 25.000 SCHOLEKSTERS

2000 NATURA 2000

2000 - 2020 EUROPEES NETWERK VAN BESCHERMDE NATUURGEBIEDEN VOOR BEHOUD EN HERSTEL VAN BIODIVERSITEIT OP BASIS VAN NATUURBESCHERMINGSWEG + VOGEL-EN HABITATRICHTLIJNEN

5000 HECTARE IN 2040

wet Natuur ?

“VOORBIJ DE EHS” KOERS VOOR NIEUW NATUURBELEID, BASIS VOOR DE NIEUWE WET NATUUR? 750.000 HECTARE NATUURGEBIED INCLUSIEF 20 NATIONALE PARKEN (123.00 HECTARE). 45 % HIERVAN IS NATURA 2000 GEBIED

ikkeling

15.000 SCHOLEKSTERS

15.000 SCHOLEKSTERS

INTERGETIJDENGEBIED BIJ MET 60 CM ZEESPIEGELSTIJGING INTERGETIJDENGEBIED BIJ GELIJKBLIJVENDE ZEESPIEGEL 2000 NP Oosterschelde (37 000 ha)

10500 ha)

2002 Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa (10600 ha) 2000 NP De Biesbosch (9000 ha) 2000 NP Drents-Friese Wold (6100 ha) 2003 NP Lauwersmeer (6000 ha) 2003 vanHeuvelrug Texel (4300 ha) ha) 2003 NP NP Duinen Utrechtse (6000

P De Maasduinen

(4200 ha)

?

2006 NP De Alde Feanen (4000 ha)

2003 NP Zuid-Kennemerland (3800 ha) ) 2001 Grenspark De Zoom - Kalmthoutse Heide (3750 ha) 2004 NP Sallandse Heuvelrug (2740 ha) 2002 NP De Loonse en Drunense Duinen (2700 ha)

(1340 ha)

2010

2000 natuurbalans 60% ACHTERUITGANG VAN DE NATUURWAARDEN IN Nota Belvedère

VISIE VOOR RUIMTELIJKE INRICHTING REKENING HOUDEND MET CULTUURHISTORIE, OOK BIJ NATUURONTWIKKELINGSPROJECTEN BIJVOORBEELD IN DE MILLINGERWAARD OF DE BEEK DE HUNZE

TUUR

natuurbescherming / kritieken

buitendijks

binnendijks

minder algemene tot zeldzame plantengemeenschappen

minder algemene tot zeldzame plantengemeenschappen

het nationale en internationale belang als overwinteringsgebied, doortrekgebied en permanente verblijfplaats voor een groot aantal vogelsoorten

Behoud als broedgebied, foerageergebied , pleisterplaats van nationaal en internationaal belang voor kust- en weidevogels

de aquatische zoutwaterlevensgemeenschappen

tuurdoeltypen met vele soorten plantaardig en dierlijk plank-

ton en vissen

Behoud van de variatie in de elementen water, land, dijken, vegetatietypen en vogelrijkdom uit het oogpunt van natuurschoon.

Instandhoudingsdoelen voor de Oosterschelde Voor de habitattypen zijn de volgende doelen opgenomen: o H1160 Grote baaien: behoud van de oppervlakte en verbetering van de kwaliteit. o H1310 Zilte pionierpionierbegroeiingen: uitbreiding van de oppervlakte en het behoud van de kwaliteit van zilte pionierbegroeiingen, zeekraal (subtype A). o H1320 Slijkgrasvelden: behoud van de oppervlakte en de kwaliteit. o H1330 Schorren en zilte graslanden: behoud van de oppervlakte en de kwaliteit van de schorren en zilte graslanden, buitendijks (subtype A) en uitbreiding van de oppervlakte en het behoud van de kwaliteit van schorren en zilte graslanden, binnendijks (subtype B). o H7140 Overgangs- en trilvenen: uitbreiding van de oppervlakte en verbetering van de kwaliteit van overgangs- en trilvenen, veenmosrietlanden (subtype B). Voor de habitatrichtlijnsoorten (2 soorten) zijn de volgende doelen opgenomen: o H1340 Noordse woelmuis: uitbreiding van de verspreiding, de omvang en het behoud van de kwaliteit van het leefgebied voor de uitbreiding van de populatie. o H1365 Gewone zeehond: behoud van de omvang en de verbetering van de kwaliteit van het leefgebied voor uitbreiding van de populatie voor een regionale populatie van ten minste 200 exemplaren in het Deltagebied. Voor de broedvogelsoorten (42 soorten) zijn de volgende doelen opgenomen: > Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied als bijdrage aan de draagkracht voor de populatie van het Deltagebied van: o A132 Kluut ten minste 2.000 paren; o A137 Bontbekplevier ten minste 100 paren; o A191 Grote stern ten minste 4.000 paren; o A193 Visdief ten minste 6.500 paren; o A195 Dwergstern ten minste 300 paren.

> Uitbreiding van de omvang en/of verbetering van de kwaliteit van het leefgebied, met een draagkracht voor de populatie van het Deltagebied van o A138 Strandplevier ten minste 220 paren. > Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied, met een draagkracht voor een populatie van: o A081 Bruine kiekendief ten minste 19 broedparen; o A194 Noordse stern ten minste 20 paren. Voor de niet-broedvogelsoorten zijn de volgende doelen opgenomen: > Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied met een draagkracht voor een populatie van (aantal is seizoensgemiddelde) o A004 Dodaars gemiddeld 80 vogels o A005 Fuut gemiddeld 370 vogels o A007 Kuifduiker gemiddeld 8 vogels o A017 Aalscholver gemiddeld 360 vogels o A026 Kleine zilverreiger gemiddeld 20 vogels o A034 Lepelaar gemiddeld 30 vogels o A043 Grauwe gans gemiddeld 2.300 vogels o A045 Brandgans gemiddeld 3.100 vogels o A046 Rotgans gemiddeld 6.300 vogels o A048 Bergeend gemiddeld 2.900 vogels o A050 Smient gemiddeld 12.000 vogels o A051 Krakeend gemiddeld 130 vogels o A052 Wintertaling gemiddeld 1.000 vogels o A053 Wilde eend gemiddeld 5.500 vogels o A054 Pijlstaart gemiddeld 730 vogels o A056 Slobeend gemiddeld 940 vogels o A067 Brilduiker gemiddeld 680 vogels o A069 Middelste zaagbek gemiddeld 350 vogels o A103 Slechtvalk gemiddeld 10 vogels (maximum) o A125 Meerkoet gemiddeld 1.100 vogels o A130 Scholekster gemiddeld 24.000 vogels o A132 Kluut gemiddeld 510 vogels o A137 Bontbekplevier gemiddeld 280 vogels o A138 Strandplevier gemiddeld 50 vogels o A140 Goudplevier gemiddeld 2.000 vogels

17 FEBRUARI: NEDERLANDSE RAAD VAN STATE KEURT UITZAAIEN VAN BUITENLANDSE MOSSELEN GOED ( BRON: HTTP://WWW.FAUNABESCHERMING.NL/2013/02/12/OOSTERSCHELDE-OPGEOFFERD-VOOR-COMMERCIEEL-BELANG/)

“Voorbij de EHS” nieuwe natuurbescherming, hoe doen we dat?

o A141 Zilverplevier gemiddeld 4.400 vogels o A142 Kievit gemiddeld 4.500 vogels o A144 Drieteenstrandloper gemiddeld 260 vogels o A149 Bonte strandloper gemiddeld 14.100 vogels o A157 Rosse grutto gemiddeld 4.200 vogels o A160 Wulp gemiddeld 6.400 vogels o A161 Zwarte ruiter gemiddeld 310 vogels o A162 Tureluur gemiddeld 1.600 vogels o A164 Groenpootruiter gemiddeld 150 vogels o A169 Steenloper gemiddeld 580 vogels

> “het verhaal van de natuur” moet weer verteld worden (maatschappelijke betekenis) > nieuwe verdienmodellen, door toevoegen van nieuwe functies aan de natuur > geef ruimte aan de natuur en wees nieuwsgierig naar wat er dan gebeurt > ga uit van het lokale, de mensen in de streek, koester de gevoelens van trots > maak gebruik van kwaliteitsnormen van de markt > toevoegen van natuurwaarden aan productielandschappen, creeer extra waarden voor het product

> Behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied van: o A037 Kleine zwaan > Behoud van de omvang en de verbetering van de kwaliteit van het leefgebied met een draagkracht voor een populatie van: o A143 Kanoet gemiddeld 7.700 vogels

doelsoorten Oostserschelde

instandhoudingsdoelen Natura 2000 op basis Vogel- en Habitatrichtlijnen als onderdeel van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora-en Faunawet

2030

natuurbalans

verboden toegang

Behoud van het weidse karakter en ongereptheid uit een oogpunt van natuurschoon.

beschrijving Natuurbeschermingswet 1998 gaat uit van het ecosysteem met onderlinge verhoudingen

2020

10

2040

2050

2060

2070

8 FEBRUARI: DE ALLIANTIE OOSTERSCHELDE. MET STAKEHOLDERS RONDOM DE OOSTERSCHELDE IS DE ALLIANTIE OOSTERSCHELDE GEVORMD. HET EERSTE WAPENFEIT VAN DE ALLIANTIE IS DE OOSTERSCHELDEVISIE 2012-2018

DE AANKOOP VAN NIEUWE NATUUR VOOR DE ECOLOGISCHE HOOFDSTRUCTUUR (EHS) STAGNEERT.

van 850 hectare

RMONUMENTEN

> technocratische karakter van de natuurwetten, het gaat alleen om ‘aantallen’, natuur moet omdat de EU het zegt. Het verhaal van de natuur wordt te weinig verteld > eenzijdig ecologisch georienteerd met te weinig aandacht voor cultuurhistorie en landschap > het gevoel dat de natuur niet toegankelijk is (terwijl 90 % van de natuurgebieden toegankelijk zijn) > particulier initiatief wordt niet gewaardeerd, ontwikkelaars worden, door natuurorganisaties, nog steeds als de boeman beschouwd

WATERKWALITEIT EN HERSTEL VAN NATUURLIJKE DYNAMIEK ZIJN NODIG OM DE KWALITEIT VAN DE ZEENATUUR TE VERBETEREN

natuurgebied Plan Tureluur

engemeten % NATUUR DOOR VERENIGING NA-

2013

economische crisis kabinet Rutte natuurbalans VERDUURZAMING VAN DE VISSERIJ, VERBETERING

AGRARISCH GEBIED

Het Nationaal Park de Oosterschelde als test-case voor een nieuwe manier van natuur ontwikkelen Want als men de uitspraak van de website “37000 hectare natuurgebied, het grootste Nationaal Park van Nederland en het enige waar economie en natuur hand in hand gaan” serieus had genomen dan was er al een oplossing geweest voor de ecologische problemen. Bestaande natuurgebieden zijn verboden terrein, iets wat onder de lokale bewoners op onbegrip stuit. Grootschalige natuurgebieden zijn aangelegd op de marginale landbouwgronden “Plan Tureluur” ter compensatie van de nadelige effecten van de Oosterscheldekering”. De eeuwenlange balans tussen natuur en economie is verstoord.


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

particulier initiatief niet gewaardeerd; ontwikkelaars worden door natuurorganisaties nog steeds als boeman beschouwd. In 1990 is afgesproken dat EHS in 2018 klaar zou zijn. Het tot nu toe gevoerde beleid richt zich op uiteindelijk 728.000 hectare natuur op land, waaronder robuuste verbindingszones. Dat is nu ongeveer 600.000 hectare. In het regeerakkoord (2012) is afgesproken dat de EHS in een kleinere, herijkte vorm in 2018 afgerond moet zijn. De door Europese regelgeving beschermde Natura 2000-gebieden liggen vrijwel geheel binnen de Ecologische Hoofdstructuur en beslaan ongeveer de helft van de oppervlakte ervan. De ecologische verbindingen zijn geschrapt, en in plaats daarvan wordt ingezet op het beter verbinden van natuurgebieden met het omringende agrarisch gebied.

Wat nu?

Twintig jaar nadat de uitvoering van de Ecologische Hoofdstructuur van start ging is het tijd voor een nieuwe koers in het natuurbeleid. “Voorbij de EHS” reflecteert op het succes en op de tekortkomingen van de EHS en is een pleidooi voor een nieuw verbond tussen natuur en landschap. Het advies van Yttje Feddes, toenmalig rijksadviseur voor het landschap, is om twee strategieën voor de ontwikkeling van natuurgebieden en natuurwaarden te combineren: robuust waar het vanuit de landschappelijke ondergrond nodig is als langetermijnstrategie, verweven waar op korte termijn logisch kan worden meegekoppeld met ander grondgebruik. Het eerste is voortbouwen op het klassieke principe van scheiding tussen landbouw en natuur: de natuur ligt op de ‘marginale landbouwgronden’. Er ontstaan op de lange termijn grote robuuste natuurgebieden die tegen een stootje kunnen en die vooral door de dynamiek van het natuurlijk systeem zelf worden beheerd. Het mes snijdt aan twee kanten: er ontstaat op grote schaal vitale deltanatuur en er wordt tegelijk een aantal problemen op het gebied van milieu en waterbeheer opgelost. Problemen die door de klimaatverandering in de toekomst steeds nijpender zullen worden. Voor het natuurbeleid ligt er een grote kans in een hechte koppeling aan het Deltaprogramma (‘waterveiligheid, zoet water en natuurherstel’). In dit verbond tussen landschap en natuur op het hoogste schaalniveau, wordt de landschappelijke ondergrond tot expressie gebracht

door een aantal grote natuurgebieden met een sterke eigen identiteit. Op de regionale en lokale schaal gaat de nieuwe strategie over meekoppelen van natuurontwikkeling met andere functies, als aanvulling op de al gerealiseerde natuurgebieden van de EHS. Bij alle ruimtelijke ingrepen die vanuit nut en noodzaak plaatsvinden, moeten de kansen voor landschappelijke schoonheid en ecologische meerwaarde zoveel mogelijk worden benut. Bijvoorbeeld in bestaande natuurgebieden bijmengen met andere functies (bijvoorbeeld recreatie en wonen) waarmee geld wordt verdiend, zonder een uitverkoop of kaalslag te houden. De alliantie met de landbouw krijgt een nieuwe kans als vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid wordt gestimuleerd om 7% van de landbouwgrond uit productie te halen. Het natuurbeleid op de regionale schaal krijgt zo vorm in ‘inclusieve’ projecten die passen bij het gebied en bij de wensen van de bewoners en die opeen vanzelfsprekende manier nieuwe natuur opleveren. Het nieuwe natuurbeleid wordt verbreed tot het nieuwe landschapsbeleid.

Robuust natuurbeleid, het roer moet om..

Het kabinet Rutte I heeft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) gevraagd een advies uit te brengen dat moet leiden tot een herijking van het natuurbeleid voor de komende twintig jaar. Dit advies onder de titel `Onbeperkt houdbaar’ is een volwaardige opvolger van het Natuurbeleidsplan uit 1990 waarmee toenmalig landbouwminister Braks met de toen nieuwe Ecologische Hoofdstructuur (EHS) de toon zette voor het huidige natuurbeleid. Het rapport ‘Onbeperkt Houdbaar’ is 06 mei 2013 aan staatssecretaris Sharon Dijksma (natuur) overhandigd. Belangrijkste punten van het Natuurbeleid 2013 “onbeperkt houdbaar” 1. Creeër regionale natuurnetwerken (langetermijnsdoelen met stip op de horizon samen met maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven, vasthouden aan doelen, verbeter bestaande gebieden, zorg voor nieuwe gebieden en zorg voor verbindingen) 2. Ga uit van kompasbeheer (ga uit van ontwikkelingsrichting naar ecosysteem of landschapstype zonder statisch eindbeeld, niet op gedetailleerde doelen maar op het aanbieden van de benodigde condities wat

Prettige leefomgeving, gezondheid, ecosystemen. Verbinding naar duurzame economische ontwikkeling; vestiging van bedrijven, waterveiligheid, waterkwaliteit en recreatie. Het dient een maatschappelijk nut, nu en in de toekomst. (http:// www.rli.nl/video/video-bij-advies-onbeperkt-houdbaar)

Financiele middelen voor natuurbehoud staat onder druk. Natuurbeleid wordt nu als remmende factor gezien in economische ontwikkeling. (http://www.rli.nl/ video/video-bij-advies-onbeperkt-houdbaar)


‘ tussen het

10 Lunch met ideeënman Erik Kessels 12 Georgisch tafelen met de Thuiskok 14 Duits vulkaantoerisme

Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013 Zomergasten Li Edelkoort

11

De komende zes weken recenseert Hanneke Groenteman op deze plek de Zomergastenuitzending van zondag. Groenteman is journalist en televisiemaker en presenteerde in 1998 zelf het programma. Ze schreef drie boeken: Doorzakken bij Jamin, Dikke Dame en Bestemming bereikt?

02/03 Te vaak is de natuur voor kinderen ‘verboden toegang’

Fragment uit Borgbor Sveinsson, waarin een man een ‘stiervis’ wil vangen door zich te verkleden.

Fragment uit film The Incredibles, van de modeontwerpster die een kostuum voor de held maakt

Lidewij Edelkoort

Li Edelkoort verklaart de populariteit van brillen met zwarte randen: „De uil is een trendvogel.”

Fragment uit de film On the Road (2012) naar het boek van Jack Kerouac.

Lidewij (Li) Edelkoort (61) is trendvoorspeller en ontwerper. Ze was van 1999 tot 2008 directeur van de Design Academy Eindhoven. Ze werkt vanuit Parijs, waar ze grote bedrijven adviseert. Dit jaar kreeg ze de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs, „omdat zij als trendforecaster toonbepalend is voor de wereld van design en mode”.

Edelkoort, optimistische leermeester

50 buitendingen

Li Edelkoort was braaf noch ondoorgrondelijk en had ook geen migraine. Dit was de eerste Zomergastenavond waarop alles klopte, zag Hanneke Groenteman.

waarop het concept helemaal klopte. De gast was niet braaf, niet voorspelbaar, niet ondoorgrondelijk voor de presentator, had geen migraine (althans niet merkbaar) en maakte een mooie pas de deux met de gastheer. En, het allerbelangrijkste: van een avond Lidewij Edelkoort word je niet alleen wijzer, maar kan je het leven ook beter aan. Het was nou eens niet samen somberen over alles wat fout gaat en mis is in deze tijd, maar – met haar onweerlegbare logica meedenkend – licht zien aan het eind van de naargeestige tunnel waar we in zitten. „Een nare hobbel” noemt Edelkoort deze tijd, en die hobbel moeten we nemen. Maar als we dat met z’n allen verstandig doen, dan komt het goed. „Ik ben heel optimistisch, ik geloof in de mens.” Dat klinkt zo opgeschreven stichtelijker dan ze is, ze doet namelijk niet anders dan goed

opletten, verbanden zien, logisch nadenken en daar conclusies uit trekken. Niks stichtelijks aan. Het vak van Lidewij Edelkoort heet trend forecaster. Door goed en breed naar het heden te kijken, ziet ze ontwikkelingen in de toekomst. Ik zie haar vak als een soort KNMI, niet voor het weer, maar voor tendensen, zeg maar het leven, en dan verder vooruit dan veertien dagen. Hoe ons leven er in 2050 uitziet, vroeg Jan Leyers. „Dat is wel heel dichtbij”, zei Edelkoort. Voor deze uitzending had ik Edelkoorts klok wel horen luiden, maar ik had niet echt een idee waar de klepel hing. Ik hoor niet tot de bevoorrechten die langdurig in haar omgeving hebben mogen verkeren, als student, collega of relatie. En om haar en haar denkwereld enigszins te kunnen doorgronden, heb je minstens drie uur onafgebroken nodig.

Dat kregen we, en dat was het mooie van deze avond. Het begon nogal abstract, over fetisjen en banken en fotografie. Je moest je geduld en je zitvlees aanspreken om bij de les te blijven, maar de beloning was zoet. De fragmenten waren prachtig materiaal om Edelkoorts theorieën te staven en omgekeerd. Alles klopte. Waar het op neerkomt? Dat we in kleinere verbanden gaan opereren, dat we preutser worden, romantischer, in onszelf gekeerder, creatiever, fantasierijker, minder materialistisch. Familiebedrijven komen terug, we gaan meer dingen zelf maken, lokale industrieën komen terug, de betovering van de marktwerking houdt op, er komt bezieling voor in de plaats. En die omslag moet snel en doelgericht in gang gezet worden, ook door captains of industry, want iedereen, van hoog tot laag, is

zo langzamerhand moe van het dragen van de crisis en van de opstapeling van problemen. Het is een kwestie van overleven. Edelkoort is optimistisch, omdat de mens als soort uiteindelijk niet op zijn eigen vernietiging wil afstevenen. Het ik-tijdperk is afgelopen, het getwitter en gefacebook hebben hun langste tijd gehad, er zal meer creativiteit en saamhorigheid komen. Onvermijdelijk. Ik heb als een eerstejaars student een blocnote vol zitten pennen met haar ideeën en nog zijn er maar flarden blijven hangen. Dit is zo’n uitzending om te bewaren en nog eens te bekijken. Li Edelkoort is een echte leermeester en Zomergasten is een uniek podium voor zo iemand. Dat bleek gisteravond maar weer.

We kwamen op het idee om met dit concept aan de slag te gaan door het project ‘Vitaliteit – Een andere trend die we zien in de enorme opkomst van biologische E Nomadisch gedrag is een gedragMet waar we steeds meer naartoe gaan. Het quotes uit de zomergasten met trendwatcher Wellness, een zee van kansen’. een groep enthousiaste ondernemers zijn weaflevering zo gezegd op Lidewij In de jaren ‘80 ging iedere schoolklas in Nederland naar de Oostermarkten, pluktuinen, breien is de noodzaak die we hebben met het gaat erom dat je ergens bent waar je wilt zijn want je bent niet meer perse Edelkoort. “Bovenal moeten we kiezen voor ‘leven’: samenwerken en scheldekering. De Oosterschelde moet weer een plek worden waar TACTIELE. Door alle gadgets, laptops, digitale middelen missen we die je gedaan moet hebben voor je twaalfde* sleeptouw genomen en een ‘rondje langs de velden’ gaan doen. We hebben het Badhotel verbonden aan de stad omdat je met wifi en laptop overal kan werken. Je samenhang omdat we daartoe gedwongen worden. We kunnen niet kennis via de natuur wordt doorgegeven. het gevoel van materiaal. Zoals Lidewij zegt de Touch. Dus een drang kiest dus een plek uit waar je wilt zijn omdat je ernaast het werk ook andere meer groei/groei/groeien”. “Er komt een maatschappij aan waar je Domburg, Camping resort De Meerpaal en Campingpark & Wellness Ons Buiten bezocht en zijn naar het voelen van materiaal, zowel met ambachtelijk als met moderne dingen wilt doen. samenwerkt, leven is leren, delen en lenen (dus niet meer bezitten)”. technieken is heel groot. De aanwezigheid van cultuur en natuur is heel maar ook het “ Creativiteit is van groot belang,het want concept als je creatief bent verdwijnt vijf dagen naar Oostenrijk gegaan om debelangrijk boel te verkennen. Hier kwamen we ook › gevoel van verbondenheid met een maatschappij en dan gaat het om je pretde angst. Want je kan andere manieren verzinnen om eruit te komen, van de preventieve in combinatie met wellness den lijve ondervonden. tig voelen inzorg een omgeving als een snelle verbinding hebben met tegen een anderedat we als jeaan het kan VOORstellen dan hoef je er niet bang voor te zijn”. afstand speelt niet zo’n grote rol, het gemak en gastvrijheid daarvan “Geloven in de toekomst, geloven in de mens. Heel positief ”. Naast dat ikplek. hetDeeen geweldig idee vond, deed het persoonlijk ook wat met me. Teruggekomen wel. De busverbinding van Zierikzee naar Rotterdam bijvoorbeeld duurt 1 uur wist maar zeikbrengen je altijd meteen naar Rotterdam, er onderweg uit Oostenrijk eigenlijk datook weal gebeurt hier iets mee moesten doen. Natuurlijk heeft wat. De overstapbus wacht altijd. Dat is heel gastvrij. Oostenrijk een enorme voorsprong. Daar is het al veel meer in de maatschappij ingebed, maar ik zag zeker ook kansen in Nederland en bij uitstek in Zeeland waar we het strand en de zee hebben. Ik heb contact gezocht met collega’s bij een andere Indigovestiging en daar is I GO ontwikkeld. Op dit moment staan we aan de vooravond van de pilot die we volgend jaar zullen trends uit de maatschappij (bron o.a. :NRC Handelsblad, Zomergasten aflevering Lidewij Edelkoort) draaien. We hebben zojuist een convenant gesloten met ondernemende partijen waar we de gasten willen onderbrengen. Wat leuk is, is dat dit de organisaties zijn die in de groep betrokken zijn geweest en waar we in het begin op bedrijfsbezoek zijn geweest. Het convenant dat onder het toeziend oog van heer Van der Zwaag, burgemeester van gemeente Veere, tussen Indigo, Badhotel Domburg, Camping resort De Meerpaal en Campingpark & Wellness Ons Buiten is gesloten heet: Zeeland - pure weldaad voor lichaam en geest, een krachtig preventiemiddel. Doordat de aangesloten ondernemers verschillende marktsegmenten bedienen, wordt de werkgever keuze geboden waar ze ons programma willen inzetten. erlijk gezegd was ik stiekem van plan om onder Zomergasten af en toe even naar de slotceremonie in Londen te zappen, gewoon, omdat ik een gulzigaard ben die nooit iets wil missen. Als ik dat had gedaan, had ik het hier overigens niet opgebiecht. Maar ik heb geen enkel moment kunnen vinden in de lange avond waarop ik ertussenuit wou piepen, want Li(dewij) Edelkoort had mij al snel in haar greep. Wat een zomer, wat een gast, wat een zomergast! Eigenlijk was dit de eerste avond

* met dank aan 1.000 lezers

Tweets over Zomergasten

@ThomasHvV: Lidewij Edelkoort doet me denken aan een niet helemaal gelukt typetje van Herman Koch #zg12

@abdelkabenali: Edelkoort heeft in een paar minuten meer inzichtelijks gezegd dan een maand lang televisie sportzomer bij elkaar, #zg12

@SanneW: Toen ik 18 was en modestyling studeerde keek ik metershoog tegen #Li op. Jeugdzonde. #naïef

Hanneke Groenteman

@dikklep: #zg12 met Li Edelkoorn. We worden preuts,ingetogen, bescheiden en romantisch. #lekkerdan.

Kijk de uitzending terug via nrc.nl/zomergasten

betreft oppervlakte, milieu en water) 3. creeer verbindingen vanuit de maatschappelijke betekenissen van natuur (verbind natuurbeleid met ander beleid; bijvoorbeeld gezondheid, economisch vestigingsbeleid waterveiligheid. Breng natuur dichter bij mensen, bijvoorbeeld op de overgang van Het project ‘‘Vitaliteitof – Wellness, een zee van kansen’ heeft ervoor gezorgd dat we nieuwe product-marktcombinaties zijn gaanconcentreer maken met elkaardit en daarnaast daadwerkelijk hebben stad naar land. Herzie het agrarisch natuurbeheer, in grote aaneengesloten gebieden. Zo wordt de maatschappelijke doorgepakt op het idee. Als jonge ondernemer blijf je immers vaak steken in de waan van de betekenis beter benut. dag. We zijn goed bij de les gehouden. 4. Geef ruimte aan maatschappelijke initiatieven. Wees creatief en improviseer, maak nieuwe arrangementen van samenwerking met Het zou goed zijn voor ondernemers in de Delta om aandacht aan de combinatie mentale gemaatschappelijke partners enzondheid geef krachtige impulsen aan natuureducatie. en wellness te besteden zodat ze blijven innoveren en over de eigen grenzen heenstapwaarmee ze de doelgroep kunnen verrassen. Dit financiering bereik je naar mijn idee wanneer er 5. Zorg voor continuiteit voorpenfinanciering van natuur. Spreid overvooral meer partijen zorgt voor continuiteit. Koppel de kosten product-marktcombinaties worden gezocht waarbij samenwerking met andere partijen wordt aan de baten van natuur. Verbind het recht om economische activiteit aan bijdrage om de natuur in stand te houden. gezocht. Een integraal aanbod is goed voor de volume en de groei van vitaliteit en wellness in de Delta. Het zou ideaal zijn als we gezamenlijk het DNA van de Delta zouden vermarkten.”

De oplossingen liggen binnen handbereik; verbind natuur met andere doelen. Benut de27kracht van de samenleving. Zowel de Wellness in de Delta maatschappelijke als de eigen betekenis van natuur komen zo tot hun recht. Zo wordt de natuur onbeperkt houdbaar.

“Ik ben ervan overtuigd dat we meer moeten samenwerken”, zegt Dijksma. “Natuurbeleid is meer dan alleen beschermen. Het gaat ook om het slim benutten van natuur door het te combineren met bijvoorbeeld gezondheid, veiligheid en economie.” *

Literatuur en bronnen Feddes,Yttje e.a. (2012). Voorbij de ehs, koers voor het nieuwe natuurbeleid, Planbureau voor de Leefomgeving http://www.rli.nl/video/video-bij-advies-onbeperkt-houdbaar) Hans Marijnissen (16/05/13) Trouw. Advies ‘Onbeperkt houdbaar’ in vier minuten


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Landschapsanalyse, het ecosysteem van de Oosterschelde

Het landschap van de Oosterschelde is in essentie een opeenvolging van verschillende lagen. Dat is de reden waarom er zoveel plantenen dieren zijn en waarom wij het zo'n aantrekkelijk landschap vinden. De diepe geulen van de Oosterschelde, hoog- en laag water. De zandplaten, slikken en de schorren. De dijken die decennia lang al groeien, laag boven laag. Achter de dijken vinden we de littekens van landverlies, de inlagen, karrevelden, wielen. De polders. De weidse luchten. De van nature aanwezige verscheidenheid van milieus in de Zeeuwse Delta heeft de basis gelegd voor de grote ecologische en culturele rijkdom.

Oudland

Rond 1300 werden de oudste kernen bedijkt, het oudland. De huidige benamingen stammen uit de tijd van die losse eilanden doorsneden door brede geulen. Zo waren Schouwen en Duiveland eilanden, evenals Noord Beveland, Walcheren en Zuid-Beveland. Oudland bestaat uit een afwisseling van hogere, zandige kreekruggen en lagere, klei-op-venige poelgronden. Het patroon van het grondgebruik in de oudlandpolders was zo sterk gebonden aan de kenmerken van het landschap, dat het in de loop van de eeuwen nauwelijk is veranderd. Het nederzettingstype (kerk)ringdorp komt in de oudlandgebieden het meeste voor. Het zijn veelal spontaan gegroeide dorpen waar natuurlijke omstandigheden zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van een kreekrug een belangrijke rol hebben gespeeld. De

middeleeuwse boerderij was een gemengd bedrijf met akkerbouw en veeteelt, waarbij in de eerste plaats werd gewerkt voor de eigen behoeften en voor het opbrengen van het dijkgeschot voor het onderhoud van de dijken. De boerderijen lagen zoveel mogelijk op de kreekruggen. Deze goed ontwaterde kreekruggronden waren bijzonder geschikt voor de akkerbouw en fruitbouw. Windsingels zorgen voor beschutting tegen de zeewind en leverde geriefhout. Ook de wegen waren voorzien van opgaande beplanting (vooral iepen) waardoor de kreekruggen een kleinschalig intiem landschap opleverde. Op de overgang van kreekrug naar poelgrond was de grond geschikt voor veeteelt. De percelen waren omzoomd met hagen, die als veekering dienden. Veeteelt was niet alleen belangrijk voor de melk- en zuivelproductie maar ook voor de mest. De laagste delen van de poelgrond kon alleen zomers worden beweid, in de winter was er teveel wateroverlast. In de grote laaggelegen poelgebieden zoals de Goese Poel en de Platte van Schouwen, waren maar weinig akkerbouwgronden beschikbaar. De hier gevestigde boerenbedrijven leefden uitsluitend van de veeteelt. Het kenmerkende landschapsbeeld van gesloten landschap op de kreekruggen en open grasland in de poelgebieden met minder bewoning en wegen is nog het duidelijkst herkenbaar op Walcheren en in mindere mate in Zuid-Beveland (beide BelvĂŠdere-gebied). De grootste veranderingen vonden plaats op Schouwen en Tholen, de herkenbaarheid van het oorspronkelijke landschap is hier het minst. Door inundaties (Walcheren in de WOII), verbeterde afwatering in de 19e eeuw en door ruil- en herverkavelingen in de 20e eeuw is het landschap sterk veranderd.

Verdronken dorpen

De delta is door zijn vruchtbare bodems en schelpdier- en visrijke wateren altijd een voor de mens aantrekkelijke vestingsplaats geweest maar niet zonder gevaar. Soms gingen deze gebieden door grote vloeden verloren, maar dat vertaalde zich in een nog grotere inspanning om het gebied weer te veroveren. De Sint Elisabethsvloeden (1404, 1421 en 1424), de Sint Felixvloed (1530) en de Allerheiligenvloed (1570) verscherpte de scheiding tussen land en water. De Sint Felixvloed reduceerde de ooit bloeiende havenstad Reimerswaal tot stenen en slijk. Zelden is een stad zo compleet en definitief van de aardbodem verdwenen als Reimerswaal, die oneerbiedig en onbereikbaar begraven ligt onder de schutsluis in de Oesterdam. Jacob Ermerins is in het jaar 1776 de laatste ooggetuige die de resten van Reimerswaal bezocht: “Ik doorwandelde de slikken en vond nog veel funderingen van huizen. Ook van muren en van torens en ik vond de plaats waar de kerk had gestaan. Ik zag het kerkhof en kon


13

Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

door de uitstekende wortels vaststellen waar de bomen geplant waren, keurig in een rij�. Het verdronken eiland Orisant geschreven door Paul de Schipper, is een meeslepende documentaire over de opkomst en ondergang van dit vergeten eiland in de Oosterschelde. De schrijver schetst een beeld van de bewoners en hun fascinerende leven als pioniers op een geisoleerd, door stormen en getijden geteisterd eiland. Het eiland Orisant werd in 1602 bedijkt maar al in 1639 verlaten en door de zee teruggenomen. Het is een van de honderden dorpen die voorgoed in de bodem van de Oosterschelde is verdwenen.

Nieuwland

Nieuwland beslaat in feite vrijwel alle gebieden dat buiten het oudland en na de twaalfde eeuw is ontstaan en bedijkt. De opgaande beplanting op de zandige ondergrond geeft deze gebieden een besloten karakter. Na deze opwassen en daar vaak tegenaan ontstond nieuwland in de vorm van kleine, smalle soms schilvormige polders. Vooral in de Zak van ZuidBeveland leidde dat tot een conglomeraat van poldertjes waar elke dijk een bomenrij bezit, wat een zeer besloten landschap tot gevolg heeft. Van de 16e, 17e eeuw tot in de 20e eeuw ontstonden zeer grootschalige nieuwlandpolders, met name in Noord-Beveland. Het landschapsbeeld wordt gekenmerkt door openheid waar akkerland overheerst. Hier komen de meeste voorstraatdorpen voor en staan de boerderijen meer verspreid dan in de oudlandpolders.

bevatten dan de slikken. De begroeide gronden aan de Oosterschelde heten schorren. Deze zijn onder invloed van het zoute water ontstaan en liggen gemiddeld boven de gemiddelde hoogwaterlijn en hebben een zouttolerante, lage vegetatie. Deze intergetijdengebieden zijn de habitat van de schelpdieren; mosselen, kokkels en oesters. Vogels zoals de scholekster fourageren in gelijke tred met het tij. De jaarlijkse vogeltrek trekt ook aan de Oosterschelde veel belangstelling. Van alle vogelsoorten; Kluut, Bontbekplevier, Grote Stern, Visdief, Dwergstern, Strandplevier, Bruine Kiekendief, Noordse Stern. de Dodaars, Fuut, Kuifduiker, Aalscholver, Kleine Zilverreiger, Lepelaar, Grauwe Gans, Rotgang, Brandgans, Bergeend, Smient, Krakeend, Wintertaling, Wilde Eend, Pijlstaart, Slobeend, Brilduiker, Middelste Zaagbek, Slechvalk, Meerkoet. Strandplevier, Goudplevier, Zilverplevier, Kieviet, Drieteenstrandloper, Bonte Strandloper, Rosse Grutto, Wulp, Zwarte Ruiter, Tureluur, Groenpootruiter, Steenloper, Kleine Zwaan en Kanoet, gaat de Scholekster het meest achteruit. In de Oosterschelde is de Scholekster als algemene standvogel en doortrekker nog de meest geziene vogel. 24.000 Scholeksters zorgen voor een waar spectakel. De grote bonte steltloper heeft een herkenbare lange oranje

lucht en wind

Dorpen

De cultuurhistorische aantrekkelijkheid van de Zeeuwse dorpen rondom de Oosterschelde is hoog en wordt bepaald door het type landschap, het silhouet, het type nederzetting en de monumentaliteit. Zo zijn nederzettingstypen met een duidelijk herkenbaar centrum; het ringdorp Dreischor, voorstraatdorp Kortgene, (haven)pleinnederzetting Zierikzee hoog gewaardeerde plaatsen. De havens van Bruinisse, Zierikzee, Colijnsplaat en Yerseke bezitten daarbij nog oude (en moderne havens) die voor een authentiek silhouet zorgen. Het(kerk)ringdorp is vooral kenmerkend voor de oude kerngebieden (oudland) met spontaan gegroeide dorpen waarbij natuurlijke omstandigheden een belangrijke rol hebben gespeeld. Het voorstraatdorp is typerend voor de jongere poldergebieden (nieuwland) met geplande dorpen. Het Zuid-Bevelandse Borsele (1616) heeft een intrigerende plattegrond en ook Colijnsplaat (1598) is een belangrijke representant van dit type die ook voorkomt in Zuid-Holland en West-Brabant.

akkers inlagen dijken schorren slikken zandplaten

hoogwater laag water

geulen

Buitendijkse natuur

De landschappen in en langs de oevers van de Oosterschelde bestaan uit onbegroeide en begroeide gronden. Opgebouwd uit het sediment die het water heeft meegebracht en afgezet rond de hoogwaterlijn. Afhankelijk van de zand-slib-verhouding worden de onbegroeide gronden onderverdeeld in zandplaten en slikken. De zandplaten zijn in het algemeen voor de mens goed begaanbaar omdat zij minder slib

verborgen dorpen

het Zeeuwse landschap


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde


Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

15

snavel en roze poten. Glanzend zwart met brede witte vleugelstreep. Zijn roep is luid ’tepiet’ en ‘piek piek’. Fluitende zang als roep, eindigend in triller. De Scholekster boort naar schelpdieren (vooral mossel, kokkel, nonnetje) en de schelpen worden geopend met zijn snavel, door de sluitspier van de schelp kapot te steken. Hij eet ook krabben en wormen en in mindere mate insecten en eieren. Schorren worden alleen bij spingtij overspoeld en hier groeit vegetatie die tegen tegen harde milieu opgewassen is zoals zeekraal, zoutmelde, schorrezoutgras en zeeaster. Binnendijks zijn natuurontwikkelingsgebieden (Plan Tureluur) aangelegd met het habitattype schorren en zilte graslanden. Aan de zuidkust van Schouwen zijn dat de gebieden van Staatsbosbeheer (Prunje) en Natuurmonumenten. Binnendijkse schorren en zilte graslanden zijn dan ook een uitbreidingsdoel voor Natura 2000 met name aan de zuidkust van Schouwen, Koudekerkse Inlagen en Rammegors. Met de ontwikkeling van deze natte zilte gebieden komt er weer areaal broed- en foerageergebied bij voor vogels. Een voorwaarde voor het ontwikkelen van dit habitattype is de aanwezigheid van zout (kwel)water.

Binnendijkse natuur

In de polderlandschappen met het complex van akkers, graslanden, boomgaarden en tuinbouwgronden gescheiden door sloten, watergangen, wegen, dijken, hagen en wallen komen ook bijzondere elementen als wielen, inlagen en kreken met oeverlanden voor. Sinds de ruilverkaveling is er door het ontbreken van kleine landschapselementen en het egaliseren van reliëf veel minder biodiversiteit. Toch is het steeds een belangrijk onderdeel van het ecosysteem van de Oosterschelde. Vogels die fourageren in de slikken vinden hier bijvoorbeeld hun rustplaats. Inlagen, inlaagdijken en wielen herinneren aan de strijd tegen het water. Karrevelden, moernering en inversie van het landschap zijn herinneringen aan het veelvuldige gebruik van de gronden. Karreveld is een gebied achter de dijk die is afgegraven voor het vormen van die dijk. Waar langgerekte plassen liggen is de klei weggehaald, op de dammetjes ertussen reden de karren die de klei afvoerden. Inlagen zijn gebieden tussen een oude, sterk bedreigde dijk en een nieuwe dijk, die landinwaarts ten opzichte van de


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Het intergetijdengebied, de dijken en de polders is het habitat van de scholekster (Haematopus ostralegus)


Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

17

Relatie tussen de verschillende landschapstypen en het getij, in dit voorbeeld voor de scholekster (Haematopus ostralegus) en de bedreiging van zijn habitat.

Relatie tussen het materiaal van de dijk met de verschillende wier-zones tot de beleving onder- en bovenwater


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

oude is aangelegd. De inlagen worden op Noord-Beveland kûpen genoemd. Voor de aanleg van de reservedijk werd meestal grond uit de desbetreffende inlaag gebruikt, zodat een inlaag meestal laaggelegen is. Daardoor varieert het huidige landschapsbeeld van moerassig grasland of rietveld tot open water. Het zoutgehalte en de bodemsoort is de bepalende factor voor het type beplanting die vanuit bovenregionaal perspectief meer belangwekkend is dan zoete moerassen. Inlaagkusten hebben altijd een bewogen geschiedenis. Dijkvallen (het verschuiven van de grond, waardoor de dijk doorbrak), verlies van inlagen en landinwaartse aanleg van nieuwe inlagen wisselden elkaar af. Dit verklaart de onregelmatige vorm van de randen van de Oosterschelde. Aan de noordkust van Noord-Beveland alleen al vonden tussen 1800 en 1960 meer dan 240 dijkvallen plaats. Aan de zuidrand van Schouwen vonden tussen 1700 - 1813 totaal 113 vallen (de kleine niet vermeld). Vanaf 1800 tot heden 130 dijkvallen. De meeste tot 1880 omdat rond dit tijdstip een nieuwe IJkwet werd behandeld die met het verplichte gebruik van een meeteenheid zorgde voor normering in dijkenbouw. Naast waterveiligheid waren de inlagen gebieden van economisch belang. Het veen in de inlagen, de darinck of derrie, werd uitgegraven om brandstof te krijgen, maar ook om zout te winnen. Het zogenaamde darinckdelven wordt ook wel moeren genoemd. Daarnaast komen we vissers en schapenhoeders tegen en werd klei gewonnen. Dit werd wel op gegeven moment verboden ten behoeve van de veiligheid. In Zeeland vind je sterk streekgebonden dijkflora. Op alle dijken is agrimonie, viltig kruiskruid en veldlathyrus te vinden maar zijn er duidelijke karakteristieken per eiland waar de zaden door de schaapskudden werden verspreid.

Toekomstige ecosysteem van de Oosterschelde

Het boek “Natuurkundige uitspanningen behelzende eenige waernemingen over sommmige zee-planten en zee-insecten, benevens derzelver zaadhuisjes en eyerneste” uit 1762 beschrijft het onderwaterleven van de Oosterschelde. De schrijver was Job Baster. Een Nederlandse bioloog, geboren te Zierikzee in 1711 en overleden in 1775. Hij legde zich toe op de studie

der natuurlijke wetenschappen, en vooral op de plantkunde. Het boek in drie delen bevat geschreven beschrijvingen en schetsen en platen. Het behandelt de plantdieren, de oesters, de kreeftslak, de kokerscolopendra, de serpula, de zeeslak, de bloedzuiger der visschen, de steenachtige eschara, de zakpyp of ascidium, de mosselen, de alykruiken, de zeeklitten, de vijfhoeken of zeestarren, de zeeschaften, de zeequallen, de zeepuisten, de kreeften, de krabben, de garnaal, de steurkrabbe, de zeevloo, de pijlstaart. In het 2e stuk, de zeequallen, de zeemuizen, de steenmossels, de slikmosselen, de kokhanen, de strand schulpjes, het drijfhorentje. In het 3e stuk, de zee-grappe, de zeerui, een zeeplant uit Noorwegen, een zeeboompje, de Nereis, de zeeluizen met 4 platen.

Zal in een toekomstige beschrijving van het ecosysteem de mens een vanzelfsprekend onderdeel zijn. De duiker, visser, zwemmer, wandelaar, fietser die in de Oosterschelde zijn habitat vind?


Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

Het ecosysteem van de Oosterschelde met de verschillende landschapstypen en de gebruikers

19


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Conclusie

Het water dat elke dat in- en uitstroomt is de bron van alle leven in de Oosterschelde. Per vloed komt een nieuw voedselrijk water de zeearm in. Een milieu die in Nederland alleen te vergelijken is met de Waddenzee. Verschillende vissen, kreeften en wieren leven in dit milieu. Maar ook veel mensen leven van dit milieu; de vissers, kreeftenvangers, en mosselboeren. Zeeland als vrijetijdslandschap speelt een grote rol van betekenis voor daggasten en vaste bezoekers die daar wandelen, fietsen, zwemmen, duiken, vogelkijken en autotochtjes maken. De Oosterschelde is een grootschalig natuurlijk systeem onder invloed van eb en vloed. Maar de elementen die door mensenhanden zijn gemaakt bevatten veel micromilieus (hoog en laag, stenig, kleiig, zandig, ruw en luw) en hebben daardoor veel biodiversiteit. Juist het in cultuur brengen van het natuurlijke systeem heeft gezorgd voor hoge natuurwaarden. De kenmerkende landschapstypen oudland, nieuwland en het verborgen landschap, de honderd verdronken dorpen en wrakken verborgen in de zeebodem, herbergt de bijzondere geschiedenis van de Oosterschelde. Flora varieert per eiland en de verscheidenheid per eiland is zelfs zichtbaar in de klederdrachten. Schouwse- Duivelandse- en NoordBevelandse beuken, rokken en kappen laten specifieke kenmerken zien eigen voor de eeuwenlange autonome ontwikkeling van de eilanden.

De rijke cultuurgeschiedenis van het Zeeuwse landschap is zowel bron van de hoge natuurwaarden als sleutel tot een succesvol en gedragen natuurontwikkeling omdat je hiermee een bredere basis voor natuur creĂŤert.

Schouwen

Duiveland

Noord-Beveland Wa l c h e r e n Zuid-Beveland

Oudland, nieuwland en het verborgen landschap

Th o l e n


Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

21

Het Zeeuwse knoopsieraad vertoond gelijkenis met de beemdkroon (Knautia arvensis) een typische dijkflora.

Autonome ontwikkeling is nog zichtbaar in de rijke cultuurgeschiedenis, de tradities en gebruiken, de gewassen en klederdracht en de dijkflora

*

Literatuur Schipper, Paul (2000). Orisant, verdronken eiland in de Oosterschelde. Uitgeverij Ab Donker, Rotterdam De Klerk, A.P. (2003) Het Nederlandse landschap, de dorpen in Zeeland en het water op Walcheren, uitgeverij Stichting Matrijs Utrecht Troost, Karin (2009) Delta Project Management, Doelendocument Natura 2000 Deltagebied, Uitwerking van Natura 2000 waarden in omvang, ruimte en tijd, in opdracht van Rijkswaterstaat, Waterdienst. Kool-Blokland, L (2003) De rand van ’t land. Waterschapsgeschiedenis van Schouwen en Duiveland, Werken van het Koninklijk Zeeuwsch genootschap van wetenschappen XIII, Middelburg Weeda, E.J. (1988) Nederlandse Oecologische Flora, wilde planten en hun relaties, Uitgave van het IVN/VARA/VEWIN, Rijswijk Baster, Job (1762) Natuurkundige uitspanningen, behelzende eenige waarneemingen, over sommige zee-planten en zee-insecten, benevens derzelver zaadhuisjes en eijernesten. Uitgever J. Bosch, Haarlem


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

probleemstelling

Natuur en economie was eeuwenlang in balans in een landschap waar men gebruik maakte van wat de natuur hen aanreikte. In het huidige landschap zijn de gevolgen van de Watersnoodramp 1953 nog steeds zichtbaar. Toch bracht de aanleg van de deltawerken en de ruilverkaveling economische voorspoed naar het Zeeuwse land. Maar tegelijkertijd ook ecologische en landschappelijke armoede. Dit ontmoetingsgebied van land en water, van zee en rivieren heeft grote economische rijkdom gebracht. De exploitatie van het landschap verliep eeuwenlang in harmonie met de natuur; sinds enkele decennia gaat zij echter gepaard met gevoelige verliezen aan biologische rijkdommen. De Delta onderging ingrijpende

veranderingen door de afdamming van de zeegaten en ook de voortgaande schaalvergroting in de landbouw heeft de natuurwaarden sterk verminderd. Deze ontwikkeling betekent niet alleen ecologische verarming van het milieu maar heeft ook een rechtsstreekse invloed op de kwaliteit van het leefklimaat van de mens.

Geschiedenis van het Zeeuwse zeebanket

De oester (Ostrea edulis) en mossel (Mytilus edulis) vind een geschikte habitat in de Oosterschelde. De mossel hecht zich met byssusdraden vast op de zeebodem of op oesterbanken. Door zijn gestroomlijnde schelp heeft de stroming geen vat op de mossel. Schelpdieren filteren het water; ze halen zuurstof en voedsel (plankton) maar ook andere stof zoals slib wordt uit het water gefilterd. Het zoute water in de Oosterschelde is zo schoon doordat het door de miljoenen mosselen wordt gefilterd. Mossel- en oesterbanken kennen een hoge biodiversiteit die qua samenstelling bovendien afwijkt van de onmiddellijke omgeving. Mosselen en oesters zorgen er dus voor dat de Oosterschelde zo schoon is dat we er zowel van kunnen eten als in kunnen baden. De mosselpercelen in de Oosterschelde hebben een lange geschiedenis. Al in de 16e eeuw werden stukjes zeebodem verpacht aan ‘mosselaars’ die mosselen kweekten voor de verkoop. Sinds de 19e eeuw huren de mosselkwekers de percelen van de Staat der Nederlanden. De kwekers zijn bij de uitoefening van hun vak aangewezen op hun eigen ervaring en vakmanschap.

1) uitzonderlijke natuurwaarden door hoog zoutgehalte, hoge zomertemperatuur en helder water (tot 1986)

Oesters afkomstig uit Engeland en Schotland werden in de 17e eeuw in Zeeland alleen verhandeld. Zierikzee was het centrum van deze oesterhandel. In de 18e en 19e eeuw werd wel op oesters gevist maar van een echte oestercultuur was geen sprake. In 1870 werden de oesterbanken in het oostelijk deel van de Oosterschelde in percelen verdeeld en verpacht. De oestercultuur kwam


Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

23

pas op na jarenlang onderzoek in Frankrijk. In de 18e en 19e eeuw werd wel op oesters gevist maar van een echte oestercultuur was geen sprake. Sinds 1870 heeft de oestercultuur een grote vlucht genomen door een grootschalige ingreep in het natuurlijke systeem. Voor de aanleg van de spoorlijn naar Vlissingen werd het Sloe en het Kreekrak afgesneden van de Oosterschelde. Hierdoor is de Oosterschelde een stuk warmer geworden. Doordat zoet water en slib niet meer in de Oosterschelde stroomde is het water ook helderder en zouter geworden. Deze 3 factoren zorgde ervoor dat de oester een goed habitat vond in de de Oosterschelde. De omgeving van Yerseke was daarbij extra geschikt voor oesterteelt door de zandige bodem in de Kom van de Oosterschelde. Het is niet altijd een rijke oogst geweest. Na een zeer slecht oesterjaar in 1885 zijn een flink aantal oesterkwekers geemigreerd naar Saksville in New York. Bijna een eeuw later in 1963 is bijna de gehele populatie oesters uitgestorven door een zeer strenge winter. Deze oesterramp leidde tot de import van de inheemse oester. Maar deze bleek de ziekte bonamie te hebben waardoor de oester in zijn derde jaar stierf. Ter compensatie van deze sterfte en de dreiging van de dichte dam van de Deltawerken, en de gevolgen voor de oestercultuur, was de import van de Japanse oester (creuse) toegestaan. De vissers uit de havens van Zierikzee, Bruinisse, en Colijnsplaat brengen de geoogste schelpdieren naar de verwaterpercelen in Yerseke. Hier worden de schelpen zandvrij gemaakt door ze enkele weken te laten verwateren waardoor het slib uit de mossel ‘gespuugd’ wordt. Na dit proces wordt de oogst verhandeld. De handel van alle schaalen schelpdieren verloopt via de mosselveiling van Yerseke, de enige van Nederland en het centrum van de landelijke schaal- en schelpdiercultuur. Cultuurhistorisch zijn de verwaterputten van hoge waarde, van recreatief en economisch van belang en bovendien nog steeds in gebruik. Van de geoogste oesters gaat tegenwoordig 50% naar Belgie en 16 % naar Italie. Van de mosselen gaat 65% naar Belgie en 23% naar Frankrijk, ongeveer de rest is voor de markt in Nederland.

gevolgen van de Watersnoodramp 1953

In KRO De reünie: Katholieke Parochieschool Oude-Tonge ontmoeten oud-klasgenoten elkaar weer 60 jaar na de ramp. (http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1321637)

In de nacht van 31 januari op 1 februari werd Nederland getroffen door een watersnoodramp. In Nederland begaven de dijken in het Deltagebied het op veel plaatsen en liepen een groot deel van de provincie Zeeland, de Zuid-Hollandse eilanden en delen van West-Brabant onder water. Het was een van de grootste natuurrampen uit zijn geschiedenis, de grootste zelfs sinds de derde Allerheiligenvloed (1570 ). De ramp werd veroorzaakt door een zware stormvloed in combinatie met springtij, waarbij het water tot extreme hoogte steeg. Veel dijken in Zeeland waren te laag en te zwak. “Dit nooit meer” resulteerde in de aanleg van de Deltawerken, een serie van dammen en sluizen in Zeeland en Zuid-Holland. De wederopbouw en de totstandkoming van de Deltawerken brachten veel werkgelegenheid naar Zeeland. De cynische uitspraak “Heer, geef ons heden ons dagelijk brood en elke vijf jaar een watersnood” getuigd daarvan. Waren de eilanden eerder alleen per schip of veerpont bereikbaar, door de aanleg van dammen was Zeeland goed bereikbaar geworden. In een tijd waarin vrijetijdsbesteding opkwam was de zee bereikbaar geworden. Een aantal gebieden die waren ondergelopen door een dijkdoorbraak werden dus niet meer als polder ingericht maar als recreatiegebied. Het zwaar getroffen Ouwerkerk bijvoorbeeld is nu een recreatief gebied met campings en een museum in de vier betonnen caissons die werden gebruikt om het gat in de dijk te dichten. De ramp is nu 60 jaar geleden en het is nog steeds een onderwerp waar moeizaam over gesproken wordt. Het landschap is sterk veranderd. Schouwen-Duiveland was na de ramp totaal van de kaart verdwenen en is daarna het meest ingrijpend veranderd in een grootschalig rationeel verkaveld landbouwgebied waar alle kleine landschapselementen zoals bosjes,heggen, windsingels, dijken zijn vervlakt. Het aantal polders verminderde 46 naar 17 waarmee het verschil tussen oudland en nieuwland,

Deltawerken zorgden voor waterveiligheid en toegankelijkheid

Na de ruilverkaveling verdwenen de landschappelijke verschillen tussen oud- en nieuwland


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

zo karakteristiek voor Zeeland, is verdwenen. Ook grote delen van Zuid-Beveland en Tholen werden herverkaveld tot grotere eenheden. Dat het kleinschalig ingericht en besloten landschap, met doorkijkjes, relief, beplanting een meer aantrekkelijke omgeving biedt voor wonen, recreatie en ecologie dan een grootschalig ingericht en open landschap deed er niet toe in tijden van wederopbouw.

Open, dicht of halfopen?

De discussie rond de afsluiting van de Oosterschelde was een jarenlange strijd van een groep jongelui uit Yerseke die hun leefomgeving zagen veranderen in een stinkende zoetwaterpoel (quote). Geholpen door wetenschappers uit het Westen en België en later door visserij- en natuurorganisaties hebben zij ervoor gezorgd dat de politiek zwichte om het ontwerp voor de Oosterschelde-dam te wijzigen in de open pijlerdam. De Oosterscheldedam zou de laatste zijn in de reeks dammen van de Deltawerken, en de moeilijkste. De stroming is op deze locatie zo sterk en de bodem zo diep dat men tot het laaste heeft gewacht om te bouwen. Toen kwam ook meteen de periode in zich dat men zich begon te roeren in de jaren ‘70. De dam werd onderwerp van een nationale discussie. En dit zou opnieuw het geval moeten zijn, want de ecologische gevolgen van de kering zijn 26 jaar na aanleg zichtbaar.

Over vijftig jaar bestaat de Oosterschelde alleen uit water. De wezenlijke zandplaten, slikken en schorren zijn verdwenen in de zeearm. Zandhonger, de ecologische gevolgen van de Oosterscheldekering?

De kering houdt het meegevoerde zand uit de Noordzee tegen en werpt het voor de kering op. Hier ontstaan nieuwe zandbanken (voor de zeehond maakt het per saldo niets uit). In de Oosterschelde is minder stroming voor de brede geulen en zijn dus eigenlijk te groot voor de hoeveelheid sediment die ze vervoeren. Dit wordt dus niet meer afgezet op de schorren en slikken. De afbraak maar storm, echter, gaat onverminderd door. Als dit erosieproces zich doorzet dan zal het totale intergetijdengebied in de Oosterschelde meer dan gehalveerd zijn. Van 11.300 hectare in 1986 tot circa 5000 hectare in 2045. Dit is het gecombineerde effect van zandhonger en een verwachte zeespiegelstijging van 60 centimeter in de komende eeuw. In 2075 zijn schorren en slikken alleen nog te vinden in de meest luwe gebieden zoals Rattekaai en Krabbenkreek. De gevolgen van het zandhongerproces hebben groot effect op het voedselaanbod voor duizenden vogels die hier tijdens de trek foerageren of overwinteren. Zij zijn afhankelijk van de aanwezigheid van hoogwatervluchtplaatsen zoals de dijken en broedplaatsen in de inlagen en akkers. Voor de Zeeuw en de

of

De Oosterscheldekering zorgt voor verminderd getij. De stroming is verzwakt waardoor het zand niet meer uit de geulen kan om zich af te zetten op het intergetijdengebied. De opbouw hiervan is gestopt maar de afbraak bij storm gaat onverminderd door. Pas als de geulen gevuld zijn zal het evenwicht tussen erosie en sedimentatie zich herstellen. Om de zandhonger te stillen is 600 miljoen m3 zand nodig. Dat komt overeen met 5 x 5 meter hoog zand op Noord Beveland. Of de kering vervangen voor een permeabele variant.

vele bezoekers van de Oosterschelde zal de rijke natuur niet meer bereikbaar zijn. Plan Tureluur is bedacht om de negatieve gevolgen van de Oosterscheldekering te keren, en is onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur. Plan Tureluur is een aaneengesloten binnendijks natuurgebied, vaak aangelegd op marginale landbouwgrond met een sterke kwelvorming. De ontwikkeling van de gebieden van Plan Tureluur is nog steeds gaande. De meeste gebieden mogen niet betreden worden om verstoring van de vogels tegen te gaan. Op een aantal plaatsen zijn vogelkijkhutten te vinden waar je de natuur op afstand kan zien en geven infoborden achtergrondinformatie over de natuur.

Ecologische problemen hebben economische gevolgen

De draagkracht van de Oosterschelde is sterk afgenomen. Mosselzaad wordt twee keer per jaar opgevangen in de Waddenzee omdat dit niet meer beschikbaar is in de Oosterschelde. Sommige mosselhandelaren kiezen voor goedkoop mosselzaad uit verre zeeën wat kan zorgen voor de verspreiding van ziektes. Er is visie nodig om de Oosterschelde gezond te houden! Het inspirerende motto van de bekende mosselhandelaar Ko Prins is “De natuur is mijn brood”. Ko wil zorgdragen voor robuuste natuur die het economisch medegebruik kan dragen. Die robuustheid is noodzakelijk want in theorie is een ondiepere zee meer geschikt voor mosselpercelen. In een tijd waarin visserijen landbouwbelangen voorsprong krijgen op natuurbelangen is er een groot gevaar op ziektes en roofbouw. Overproductie maar ook de import (sinds januari 2013) van mossel(zaad) uit Ierland, Denemarken wordt mogelijk. Ziekten kunnen hierdoor


25

Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

3. 4.

1.

2.

2. 3.

1.

Natuur en visserij in en rond de Oosterschelde in 2012 De Oosterscheldekering zorgt voor verminderd getij, hierdoor erodeert het intergetijdengebied. Juist in deze randen reikt de natuur de ideale omstandigheden aan voor mosselpercelen (1) De afsluiting van de Schelde (1870) zorgt voor ideale omstandigheden voor oestercultuur in de Kom van de Oosterschelde (2).Ruilverkaveling na 1953 zorgt voor efficiĂŤnte Zeeuwse polders maar verminderd de biodiversiteit en aantrekkelijkeheid (3) Plan Tureluur is grootschalige natuur op marginale landbouwgrond, aangelegd ter compensatie van de negatieve effecten van de Oosterscheldekering (4). Verwachting natuur en visserij in en rond de Oosterschelde in 2075 Als er geen maatregelen worden getroffen om de erosie van het, voor vogels wezenlijke, intergetijdengebied tegen te gaan verdwijnen deze rond 2075 bijna volledig. Hierbij verdwijnt ook het bijzondere schorren en slikken landschap van de Oosterschelde (1). Voor de kering worden zandbanken opgeworpen, maar deze zijn buiten handbereik van mens en vogel (2). Doordat de Oosterschelde ondieper wordt is schaalvergroting van mosselindustrie in potentie mogelijk, met gevaar voor roofbouw en de ecologische- en economische gevolgen (3).


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

geimporteerd worden. De regels schrijven strenge sortering voor maar ziektes en virussen zijn niet altijd zichtbaar. De import van de Japanse oester (creuse) in de jaren ‘70 bijvoorbeeld heeft nu grote gevolgen voor de inheemse schaal- en schelpdieren in de Oosterschelde. De sterke Japanse oester verdringt bestaande oesteren mosselbanken waardoor deze niet meer beschikbaar zijn voor de scholekster en andere vogels die mossels, kokkels en nonnetjes als voedsel hebben. Daarnaast moeten recreanten altijd waterschoenen dragen omdat de schelpen zo scherp zijn dat de kans op verwonding groot is. Voor oesterkenners heeft de creuse de minste smaak. De aanvoer van schelpdieren staat onder druk. Momenteel wordt 2050 hectare oesterpercelen gehuurd. Er zijn 28 oesterkwekers waarvan 11 kwekers en 17 bedrijven die zich bezig houden met oesterverwerking en -handel. Er is een daling te zien van 33 naar 20 miljoen oesters. Door de afname van het intergetijdengebied en de bedreiging van de Japanse Oester neemt de productie van oesters af en dit zal in de toekomst verder afnemen. Er zullen ook minder oesters op de markt komen omdat van de 27 schepen er 19 schepen bestuurd door schippers met een gemiddelde leeftijd van 67 jaar. En er is niet altijd een opvolger te vinden van dit zware beroep.

Conclusie

Ecologische problemen hebben economische gevolgen omdat door afname intergetijdengebied minder mossel-habitat is terwijl de vraag groter wordt. In theorie is meer schelpdierproductie mogelijk maar dit kan leiden tot roofbouw en ziektes. Visie voor een duurzaam economisch/ecologisch beleid is noodzakelijk voor een gezonde Oosterschelde. En het beroep mosselvisser raakt de gepensioneerde leeftijd waardoor vernieuwing van de beroepsgroep nodig is. In een totalitaire staat zou een oplossing voor erosie van het intergetijdengebied zijn dat de bron van het kwaad verdwijnt: De Oosterscheldekering. Maar met 1953 in onze nationale herinnering is het ondenkbaar dat de kering eerder dan zijn 100-jarige levensduur (dus 2086) wordt vervangen voor een meer permeabele variant (zoals bijvoorbeeld de Maeslandtkering). Het is

daarnaast ook niet meer denkbaar dat er meer grootschalige natuurontwikkeling, zoals de Hedwigepolder of Plan Tureluur, zal volgen. We moeten er dus voor zorgen dat er op een andere manier natuurontwikkeling tot stand komt. Daarvoor is een landschap nodig die gastvrij is. Plekken waar men zich welkom voelt en waar ook het vogel- en dierenleven zich welkom voelt. In een gastvrije omgeving komt het vaker tot een gesprek en mooie ontmoetingen met mensen en met de natuur. Aan de Oosterschelde zijn er nog tal van dit soort plekken te vinden maar deze moeten wel beschermd worden. De haven van Colijnsplaat is een mooi voorbeeld van een gastvrij gebied. Van oudsher verbonden aan de functie van haven. Deze jachten visserijhaven is ook een doel voor fietsers als rustplek, uitzichtpunt en plek om een visje te eten. De jeugd speelt er tussen het werktuig van de vissers. Een eenvoudig bankje op de dijk zet de bezoeker op dezelfde hoogte als de vogels die de dijk als hoogwater-vluchtplaats gebruiken. Gastvrijheid is de crux van dit plan.

Opgave 1 Behoud de zoute natuur als meest waardevolle en karakteristieke van de Oosterschelde en wezenlijk voor het rijke vogelleven. 2 Behoud de draagkracht van de Oosterschelde. Dit betekent dat er op een andere manier omgegaan moet worden met de vraag naar extra schelpdierpercelen. Het economisch systeem moet als een blauwe economie onderdeel worden van het landschappelijke en ecologische systeem 3 Versterk de culturele identiteit van de Oosterschelde omdat het koesteren van een mooi landschap in feite de beste bescherming is.

De Oosterschelde heeft een reddingsplan nodig waarin wordt verteld hoe we een gastvrij landschap voor mens en natuur kunnen maken. *

Literatuur en bronnen

Tesch, prof. dr. J.W. (1972) De kleuren van zuidwest-Nederland, visie op milieu en ruimte. Contact Commissie voor Natuur- en Landschapsbescherming, Amsterdam. Van Zanten, E, Adriaanse, L.A., (2008) Verminderd getij. Verkenning van mogelijke maatregelen om de erosie van de platen, slikken en schorren van de Oosterschelde te beperken. Rapport RWS/2008, Rijkswaterstaat dienst Zeeland, Middelburg Pauli, Gunter (2012), De blauwe economie. 10 jaar, 100 innovaties, 100 miljoen banen, Nieuw Amsterdam nieuwe aandacht voor schaal- en schelpdieren door tv programma’s zoals de Wilde Keuken van Wouter Klootwijk

http://www.wildekeuken.nl/

http://www.uitzendinggemist.nl/programmas/9262-hollandse-vissers


perkoenpaaltje? De moderne blokken zijn goedkoop en gelijkvormig en kunnen gemakkelijk met meerdere tegelijk geplaatst worden. Met een overlaging van breuksteen en asfalt heeft Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst de storm geen kans meer. Maar de dijk maakt de Oosterschelde ook voor de natuur en mens onbereikbaar.

27

| 04 04 2013

huisstijl functioneel kanaliseren verkeer noodzaak

oorspronkelijk

oorspronkelijk

Door de functionele indeling (zitten, afval, lopen, fietsen, informatie) is deze rustplek eerder dwingend dan gastvrij. De touwen geven nog een bepaalde identiteit en herinnering aan het vroegere gebruik van de plek.

geschiedenis

bankje vogels buiten krabben vangen

binnen

lokaal gastvrij zeewering beschut

De haven van Colijnsplaat is een mooi voorbeeld van een gastvrij gebied met de menging van verschillende functies.


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Concept

Natura-2000 en het Nationaal Park de Oosterschelde beperkt zich tot buitendijkse en enkele binnendijkse natuurgebieden. De gebieden zijn beperkt toegankelijk.

Zoutkristallen wil een een nieuwe attitude ten opzichte van natuur laten uitgroeien, kristalliseren. Het ziet de Oosterschelde als ecosysteem waar de mens onlosmakelijk deel van uitmaakt. Het is tijd voor een natuurbeeld waarin een verweven vorm van natuurontwikkeling logisch is.

Door natuur te combineren met andere belangen als landbouw, recreatie en cultuurhistorie ontstaan gastvrije productielandschappen waarin een verweven vorm van natuurontwikkeling logisch is.

Een natuurbeleid die natuur combineert met andere belangen zoals landbouw, recreatie en cultuurhistorie. Dit afstudeerplan gaat daarom uit van de Oosterschelde als ecosysteem waar de mens onlosmakelijk deel van uitmaakt. Het maken van een zoutkristal is een proces waarbij zout water en een touwtje uitgroeien tot iets moois. Om de veranderingen te waarnemen is geduld en leergierigheid nodig. Het is de metafoor voor het maken van nieuwe vrienden, noodzakelijk voor natuurontwikkeling, de veranderende landbouw en het behoud van de Oosterschelde. Zout is eigen aan de Oosterschelde. Terwijl zout water al heel lang gezien wordt als vies water wat bestreden moest worden, gedacht vanuit de landbouw. Terwijl zout veel moois teweeg kan brengen. De bijzondere vegetaties van de schorren en slikken komen maar op een aantal plaatsen in Nederland voor. Zout is ook een belangrijk onderdeel van verschillende tradities waaronder de Straô-traditie; tijdens de straô gaan ruiters met hun versierde paarden de branding van de zee in. Een zout zeebad was namelijk een probaat middel om de paardenbenen en hoeven te reinigen van ziektekiemen nadat de dieren een winter op stal hadden gestaan. De badcultuur is verbonden met de cultuur. Het leren zwemmen in de oesterputten van de Oosterschelde, je leefde met het getij. Zout water brengt veel plezier met zich meeen bovendien kan je op zout water zweven. Met een verweven vorm van natuurontwikkeling creëer je de bredere basis nodig voor het behoud van biodiversiteit. Het is een reactie op de grootschalige en technocratische natuurontwikkeling van de afgelopen decennia. Nationaal Park de Oosterschelde is het grootste nationaal park van Nederland en één waar ‘natuur en economie hand in hand gaan’. Zou je dat serieus nemen dan waren er niet zoveel ecologische problemen geweest. Er is een verdubbeling van Nationaal Park de Oosterschelde te maken door natuur en economie te verweven en er een gastvrij productielandschap ontstaat waar mens en natuur zich welkom voelen.

*


Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

1965, oesterputten in Yerseke in gebruik door de jeugd om er wat in te zwemmen (Algemeen Nederlands Persbureau)

29


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Strategie

Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur in de Oosterschelde

Rotterdam

en 20 minuten fietsen. Onderdeel van de strategie is om de verandering te richten op de zogenaamde open dorpen, de gebieden die ontvankelijk zijn voor verandering. In Zeeland is – tussen de regels door – duidelijk onderscheid tussen open dorpen (zoals de havendorpen, kunstenaarsdorpen) en de meer gesloten dorpen. De oneerbiedige titel ‘import’ is de benaming voor mensen van buiten, de niet-geborenZeeuwen. Maar dit zijn wel de beste ambassadeurs van de Oosterschelde, zij staan met een been in de stad én één been in de klei. Dat mooie landschap kan alleen maar bestaan als Zeeland zich naast ‘export’ ook richt op wat ‘import’ nodig heeft. De stedelingen, dus de ambassadeurs, vragen om een landschap die aantrekkelijk is, met mooie natuur en rijk aan cultuurgeschiedenis. Een landschap waar ze zich thuis voelen en die dus gastvrij is.

Dordrecht Roosendaal Breda

Tilburg

Brugge

Gent

Antwerpen

Boeren en de vissers produceren met name producten voor België en Frankrijk. De handelsstroom van bijvoorbeeld de mossel is als volgt: 65% naar België, 23 % naar Frankrijk, 10% blijft in Nederland. Van alle kokkels gaat 95% naar Spanje. 95% van de melk gaat naar België. De wol gaat naar Pakistan. Als er van die opbrengst een deel wordt geinvesteerd in natuur dan ontstaat er naast een duurzame economie (want je oogst van de natuur) ook een aantrekkelijk landschap. Gunther Pauli, noemt dat De Blauwe Economie in het gelijknamige boek met de ondertitel 10 jaar, 100 innovaties, 100 miljoen banen. Geïnspireerd op ecosystemen creëert de Blauwe Economie uit ‘afval’ voedsel, inkomen en banen. Afval bestaat niet. Een inmiddels bekend voorbeeld daarvan is het kweken van paddenstoelen uit koffiedrab.

De vraag naar een aantrekkelijk landschap, met mooie natuur en rijk aan cultuurgeschiedenis, zal in de toekomst alleen maar groter worden. Voor veel stedelingen is Zeeland, een landschap waarin ze zich thuis voelen, al een tweede huis geworden. Het zijn daardoor de ambassadeurs van de Oosterschelde Uitzonderlijk landschap in Nederland op 1 uur reisafstand voor Noord-Brabant, Zuid-Holland en België een belangrijk landschap met tweede huizen en goede restaurants. geworden. recreatie herkomst

vogels

onderwaterleven / culinair

onderwaterleven / spectaculair

Noord-Brabant en Zuid-Holland

xxx

mosselen

kreeft

Duitsland 67 %

xxx

oesters

sepia’s

Belgie 24 %

xxx

kreeft

xxx

xxx

xx

xxx

xxx

Naast de natuur en Zeeland is de Oosterschelde juist ook voor mensen buiten Zeeland steeds belangrijker geworden. Heel veel stedelingen uit het Westen en Noord-Brabant vinden er hun tweede huis. Dit zal in de toekomst, met de aandacht voor (biologische) voedsel, ambachten en de vrijheid die het nieuwe werken biedt, steeds belangrijker worden. De strategie richt zich dan ook op die gebieden die vanuit deze stedelijke omgevingen bereikbaar zijn per autoweg of openbaar vervoer. De reistijd vanuit Rotterdam naar Kattendijke, bijvoorbeeld, is 1 uur met de trein Tweede huizen en goede restaurants, de Oosterschelde op 1 uur reisafstand.

In Zeeland zijn al een aantal innovatieve ideeën die zo in dit boek terecht kunnen komen. Zo worden er in Colijnsplaat al zagers gekweekt met broodkruimels van de Zeelandiafabriek aan de andere kant van de Zeelandbrug. Dit proefstation “De Zeeuwse Tong” heeft een aantal zeer interessante ontwikkelingen gedaan die het mogelijk maakt allerlei mariene teelten op land te houden. Zo kweken ze een oester op die linea recta op de borden van sterrenrestaurant Oud


31

Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

Sluis terecht komt, omdat deze de hoogste kwaliteit heeft. Zelfs Dingemans-Prins, met hun honderd jaar ervaring, hadden nog nooit zo’n oester geproefd. Niet voor niets hebben zij mede geinvesteerd in het proefstation. Naast mariene teelten is er ook vernieuwing gaande in andere gewassen zoals zoute tarwe op kwelgronden maar ook een gewas als meekrap heeft hernieuwde potentie voor de Zeeuwse landbouwgronden.

to N et

ds rlan he

to

B

nce Fra

onderwaterleven / spectaculair kreeft

mosselen

Frankrijk 23 %

xxx

giu

m

Boeren en vissers in Zeeland produceren met name voor het buitenland, België en Frankrijk. Volgens het principe van de blauwe economie bestaat er geen afval en kan, geinspireerd op ecosystemen, een duurzame economie en een mooier landschap ontstaan.

handelsstromen van de Oosterschelde

Belgie 65 %

sepia’s

to

Op basis van morfologische condities zoals zoute kwel door de lage ligging zijn op al deze gebieden in potentie natte teelten mogelijk. Dat is dus in feite een grote kans voor die gebieden die zich op termijn niet lenen voor conventioneel agrarisch gebruik. ‘Zoutkristallen’ zijn gebieden in de omgeving van open dorpen waar met innovaties in de landbouw (bijvoorbeeld mariene teelten op land, meekrap, vlas of tarwe) en natuurontwikkeling kunnen komen tot een gastvrij productielandschap.

el

Nederland 10 %

oesters

melk

wol

Belgie 50 %

Belgie 80 %

Pakistan

Nederland 20 %

Nederland 20 %

Belgie

Italie 16 %

Nederland

Frankrijk 6 %

Duitsland8 %

Vervormde kaart van Europa. De meeste producten van de Oosterschelde worden geexporteerd naar Belgie en Frankrijk.

kustlaboratorium - Zeeuws Landschap

.

Bruinisse Zierikzee zoute tarwe

. Roem van Yerseke

Colijnsplaat

.

.

Zeeuwse Tong - WUR Rubia Pigmenta Naturalia

.

Zierikzee

Yerseke

N

.

.

Bruinisse

Colijnsplaat .

innovatie

. Yerseke N N

innovatie Door moernering, verbeterde afwatering en inklinking treed kwel op. Dit is vooral in de oudland-polders.Deze zoute gebieden lenen zich op termijn niet voor conventioneel agrarisch gebruik maar zijn wel zeer geschikt voor innovatieve binnendijkse kweek van schelpdieren.

Door deze morfologische omstandigheid en de nabijheid van infrastructuur zijn het juist kansrijke gebieden voor een verweven vorm van landbouw- en natuurontwikkeling, de ‘zoutkristallen’. De gastvrije dorpen, zoals o.a. de havendorpen, zullen meer ontvankelijk zijn voor deze ontwikkeling waarmee het maatschappelijke draagvlak voor natuur wordt vergroot.


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Cultuurhistorie is de sleutel tot een mooie zoutkristal met succesvolle natuurontwikkeling. Het vormt de basis van een gedragen landschap voor Zeeuwen en stedelingen. Het maatschappelijk draagvlak voor natuur wordt vergroot door het te verbinden aan lokale blauwe economie én natuur toegankelijk en comfortabel te maken waarbij de beleving centraal staan.

Op de strategiekaart is daarom, als een schatkaart, het verborgen landschap getekend. De verdronken dorpen, de wrakken, verloren en bestaande dijken, oudland en nieuwland, de waterstructuur, beschermde dorpsgezichten, de natuurgebieden...vormen de basis waarop verandering kan plaatsvinden. De drie ontwerpprincipes zijn geformuleerd om te komen tot deze gastvrije productielandschappen. Dat is uitgewerkt in de landschapsvisie voor de Zuidhoekpolders van Zierikzee maar ook toepasbaar op de andere Zoutkristallen van de Oosterschelde omdat ze de betekenis van natuurontwikkeling op een andere manier inzetten. De ruimtelijke interventies in de voorbeelduitwerking gaan vooral over het aantonen van verbanden en een nieuwe betekenis geven aan oorspronkelijkheid, cultuurhistorie, natuur- en economische waarden. Welke allianties van gebruikers zijn nodig en welke ruimtelijke ingrepen passen daarbij? Cultuurhistorie speelt een grote rol in de ontwikkeling tot ‘zoutkristal’ maar heeft niet overal dezelfde ingrediënten en kan in de uitwerking dus ook leiden tot andere ingrepen.

Ontwerpprincipes 1 Lokale blauwe economie is de drager van het landschap; Zeeland heeft veel familiebedrijven heeft waarin deze duurzame toekomst meer kans heeft, geholpen door de vele innovaties die Zeeland rijk is. 2 Cultuurhistorie is de inspiratie voor verandering: zowel voor ruimtelijke ingrepen als voor economische verandering 3 Natuur is plezier, toegankelijk en comfortabel; daarbij staat natuurbeleving centraal, dus géén ingewikkelde of zeldzame soorten, maar juist spectaculaire vogels zoals de duizenden scholeksters, de angstaanjagende kreeften of mooie zeeasters.

(http://www.zoutkristallen.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=48&Itemid=61)

*


Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

33

1936 Oesterteelt in Bruinisse. De oesters worden op kwaliteit gesorteerd

1913 Vrouw in luxe kamerjas eet op oudejaarsavond oesters met brood, zoute stengels, boterkrullen, citroen en champagne


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Strategiekaart

Het maatschappelijk draagvlak voor natuur wordt vergroot door natuurontwikkeling te verbinden aan een lokale blauwe economie. Cultuurhistorie wordt gezien als de sleutel tot een succesvolle ruimtelijke én economische ontwikkeling. Door natuur dichterbij de belevingswereld van de mens te brengen, waarbij het toegankelijk én comfortabel is, en waarin de beleving centraal staan. Geen moeilijke natuur met onbekende soorten maar gewone 0 doch spectaculaire vogels, angtaanjagende kreeften of mooie zeeasters. Door deze drie principes wordt een brede doelgroep aangesproken en kan het landschap uitgroeien tot gastvrije productielandschappen; de ‘zoutkristallen’.

5 km


Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

35


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Ontwerpuitwerking

“Het meisje met de rode hoed” Johannes Vermeer, 1665

De Zuidhoekpolders van Zierikzee zijn exemplarisch voor alle zoutkristallen van de Oosterschelde. De landschapsvisie geeft een nieuwe koers aan ontwikkeling van dit gebied reikend van Zierikzee tot in de Oosterschelde.

Kreeft, Jacob Basterd, 1762, Uitgeverij J.Bosch.

Scholekster, Iconographia Zoologica, een papieren dierenrijk, Universiteit van Amsterdam

Wat heeft het ‘Meisje met de rode hoed’ van Johannes Vermeer gemeen met de scholekster en de Oosterscheldekreeft?Rood is de kleur van Zierikzee. Het is zichtbaar in de gebouwen, de oude klederdrachten en werkmanspakken, de zeilen van de schepen. Rood is ook onderdeel van de natuurlijke vegetaties, de vogels en het onderwaterleven. Deze couleur locale is typisch voor Zierikzee, een havenstad met een zeer rijke geschiedenis en 586 monumenten. De Zuidhoekpolders ten zuiden van Zierikzee, aan de voet van de Zeelandbrug, hebben grote potentie om zich te ontwikkelen tot een gastvrij productielandschap. Het gebied vormt momenteel de missing link tussen de drukbezochte recreatieve routes langs de kust van Schouwen en Duiveland. Veehouder Verbree is een van de boeren die steeds meer moeite Het materiaal van (gevallen) Zeeuwse dijken is heeft voldoende voer voor zijn koeien te verbouwen. De conventionele landbouwmethode is een geschikte habitat voor de kreeft (Homarus niet meer geschikt voor de grond waarop hij boert. De rijke natuur van de Oosterschelde ligt gammarus) op een paar kilometer afstand maar wordt nauwelijks bezocht door inwoners van Zierikzee. De zeekreeft (Homarus gammarus), beter bekend als de Oosterscheldekreeft, heeft in het materiaal van de dijken en de gevallen dijken een geschikte habitat gevonden. Cultuurhistorie en natuur komen wel heel dichtbij.

Schatkaart

De rijke geschiedenis van deze rand is exemplarisch voor de randen van de Oosterschelde. Op de plek van de huidige Zuidhoekpolder lagen de lagergelegen poelgronden van Zierikzee, waar met name grasland was. De Zuider-Nieuwlandpolder was de hogergelegen nieuwe polder die werd ingedijkt in 1500. Hier lagen de akkers en boomgaarden. Het gebied was voor Zierikzee van economisch belang en fysiek ook sterk verbonden, paden liepen van het centrum van de haven naar de Oosterschelde en de Gouwe. De vele dijken liggen nu op de zeebodem en de restanten van de stenen en zinkmatten vormen de habitat van de Oosterschelde-kreeft. De liniedijk, verdronken en afgegegraven in 1953, was de plek waar de Spanjaarden hun kamp hadden opgezet tijdens de Belegering van Zierikzee.


Go uw e

Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

meestoof de Wereld meestoof de Zon oliemolen

‘t Sas

zaagmolen Fortuin

Zelke Polder

zaagmolen de Zwaluw

steenoven moernering & kleiafgraving Zuider Nieuwland Polder Polder De Zuidhoek

Havenvuur ‘t Hoofd en batterij

Spaans tentenkamp (1576) dijkval (1953) afgraving (1954)

inlaag

inlaag Kulk

Galgenpolder

Oosterhavenhoofd

1e d

ijk n

schor en slik

Lange

a sto

rond 1100

rmv

loed

Kulkd ij

k

113

4/l

Geregt van Zierikzee

inie

dijk

keet

lantaarn

keet

spuisluis

ats

veer op K

oesterputten

Schatkaart. De rijke geschiedenis van de zuidrand van Zierikzee is exemplarisch voor de randen van de Oosterschelde. Het gebied was van economisch belang met grasland op de poelgronden en akkerbouw op de hoger gelegen Zuidernieuwlandpolder en kleiwinning uit de inlagen. De dijken waren van groot belang voor verdediging tegen de zee en Spanjaarden.

bedrijventerrein landbouw

natuurgebied

biobouwers

natuurgebied

N256

klimaat-terp

business park

Huidige situatie. De polders kennen nu een sterke functionele indeling; bedrijven net na de stadswal, landbouw en natuurgebied in de inlagen. Toekomstige ontwikkelingen richten zich op de zichtlocatie van de N256. De aanleg van een ‘klimaatdijk’, natuurgebied en ‘biobouwers’ proberen de negatieve gevolgen voor de ecologie te temperen maar blijven goed bedoelde incidenten op afgelegen terreinen.

37


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Mapping van gegevens van waarneming.nl, geen wetenschappelijk materiaal maar informatie over waar, welke vogels zichtbaar zijn in het gebied vanaf de Oosterschelde (omgeving Zeelandbrug) tot Zierikzee. Er zijn met name waarnemingen gemaakt vanaf de N256, gebieden die gemakkelijk toegankelijk zijn.

. Haamstede

. Serooskerke

. Burgh . Kerkwerve

. Bruinisse . Zierikzee

De natuurgebieden langs de zuidkust SchouwenDuiveland (gearceerd). De buitendijkse natuurgebieden zullen in 2075 zijn verdwenen door erosie. De grootschalige binnendijkse natuurgebieden zijn niet of nauwelijks toegankelijk.

. Nieuwerkerk

. Oosterland

. Ouwerkerk

. Zierikzee

Concept voor de Zuidhoekpolders nabij Zierikzee. De zoute Oosterschelde natuur wordt doorgetrokken tot aan de stadspoorten van Zierikzee.


Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

39

Huidige situatie

Het gebied kent nu een sterke functionele verdeling in bedrijven, landbouw en natuur. Het gebied loopt gevaar nog verder versnipperd te worden door verschillende incidenten; op grond die door de provincie nog als (een van de weinige) goed geschikte landbouwgrond wordt bestempeld is het businesspark gepland met zichtlocatie langs de N-256. Andere ontwikkelingen zijn de aanleg van een klimaatdijk; een terp die de bagger en restgronden verzamelen en tegelijkertijd als visuele afscherming dient voor het bedrijventerrein daarachter. Natuur is aangelegd als onderdeel van Plan Tureluur. In de Oosterschelde zijn onderwater zogenaamde ‘biobouwers’ aangelegd om de negatieve gevolgen van staalslakken te keren. Staalslakken zijn een goedkoop maar giftig bouwmateriaal die bij de versterking van de dijken worden gebruikt. Een biobouwer zijn grote betonnen elementen die ervoor zorgen dat er meer micro-milieu ontstaat waardoor de biodiversiteit vergroot.

De zoute natuur is het meest waardevolle en karakteristieke van de Oosterschelde, wezenlijk voor het rijke vogelleven maar ook voor schelpdierkweek op land als nieuwe economische drager van het landschap.

boer Verbree kan door de zoute grond minder voedsel voor zijn koeien verbouwen (Slikweg, Zierikzee)

Nieuwe economische dragers

Om de draagkracht van de Oosterschelde te behouden moet er op een andere manier omgegaan moet worden met de vraag naar extra schelpdierpercelen. Het economisch systeem moet als een blauwe economie onderdeel worden van het landschappelijke en ecologische systeem. De visie voor de Zuidhoekpolders gaat uit van een verweven systeem van landbouw, natuur en recreatie gebaseerd op de geschiedenis van het gebied. De ingrediënten om te komen tot een gastvrij productielandschap worden je door de schatkaart als het ware aangereikt: nieuwe economische dragers vinden we in de historische meekrap-industrie en schelpdierkweek. De meekrap-industrie en de handel in rode kleurstof is sterk verbonden met de Zeeuwse cultuur. Zierikzee was de Europese hoofdstad van deze handel. De wortel van de plan geeft een rode kleurstof die ons nationale erfgoed is. Schilders als Johannes Vermeer gebruikte het voor zijn verf (Het meisje met de Rode Hoed). Het is de allermooiste rood die je kan krijgen. In 2002 is er een nieuwe techniek waarmee je de kleurstof op een duurzame en goedkope manier kan extraheren. Dat is voor de meubel- en modeindustrie zeer interessant want de synthetische kleurstoffen zijn, naast minder mooi, ook eindig omdat deze op basis van aardolie worden gemaakt.

Meekrap in bloei, foto gemaakt in de tuin van Goemanszorg, landbouwmuseum Dreischor

De tweede economische drager voor het gebied is de schelpdierkweek. De primeur hiervan ligt in de proeftuin van de Zeeuwse Tong bij Colijnsplaat waar de beste oesters op land worden gekweekt. De Zuidhoekpolder leent zich er morfologisch nog veel beter voor door de lage ligging. Én als jonge vissers eigenlijk niet de boot van hun vader willen overnemen, maar ook het vak niet willen missen, dan is de kweek op land misschien een goed alternatief.

kleine oesters, foto gemaakt in de proeftuin De Zeeuwe Tong, Colijnsplaat


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Het verwelkomen van zout water is de belangrijkste ruimtelijke ingreep om te komen tot een gastvrij landschap waarin de functies landbouw, natuur en recreatie zijn verweven

Het watersysteem is nu nog gericht op een zeer lage waterstand (landbouwnorm) waarmee de kwel teruggedrongen wordt. Zou je dit loslaten, het zoute water binnenlaten, dan stroomt de Oosterschelde natuur als het ware al binnen. Door het omzetten van de spui-sluis naar een inlaat is er dagelijkse verversing van het water mogelijk die noodzakelijk is voor het nieuwe landbouwgebruik en het ecologische en landschappelijke systeem. Waar de natuur zich nu nog parallel aan de dijken bevindt in de inlagen, schorren en slikken, ontstaat er natuur die zich uitstrekt van de Oosterschelde tot Zierikzee. Omdat het watersysteem in dit gebied gekoppeld is aan het ontsluitingssysteem vindt de natuurbeleving dus plaats direct vanaf de polderwegen en het dijkenpatroon.

waterpeil tussen -1,2 en -1,7 NAP

waterpeil tussen -1,2 en -1,7 NAP

eb -1.50 NAP

spuien spuien

Huidige situatie polder Zuidhoek. Door te spuien wordt het waterpeil op landbouwnorm gehouden.

eb -1.50 NAP

spuien en inlaten spuien en inlaten

Nieuwe situatie polder Zuidhoek. Passend grondgebruik bij het waterpeil. Door zowel te spuien als inlaten is landvisserij, zoals binnendijkse kokkelteelt, mogelijk door het verse water uit de Oosterschelde

Polder Zuidhoek Polder Zuidhoek Polder Zuidhoek Polder Zuidhoek Het verwelkomen van zoutnaar water,waterpeil door een simpele ingreep in het watersysteem, is de belangrijkste ruimtelijke ingreep. naar grondgebruik grondgebruik naar waterpeil waterpeil grondgebruik grondgebruik naar waterpeil -1,2 en -1,7 NAP -2.10 NAP -2.10 NAP -1,2 en -1,7 NAP

Ontwerp; de zoute natuur strekt zich uit van de Oosterschelde tot Zierikzee. De weilanden en akkers zijn productieve velden met meekrapteelt op de hogere gronden en binnendijkse landvisserij op de lagere kwelrijke delen. Hier zijn de functies landbouw, natuur en recreatie verwerven.


Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

41

Huidige situatie. De sloten in polder de Zuidhoek zijn al zo zout dat de zeeaster hier een goede habitat vind. Het waterbeheer is nu gericht op het spuien waarmee de kwel ‘onder controle’ wordt gehouden. Maar veehouder Verbree heeft moeite voldoende mais te verbouwen voor zijn koeien.


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

 

De rijke geschiedenis van de zuidrand van Zierikzee is exemplarisch voor de randen van de Oosterschelde. Het gebied was voorheen van economisch belang; grasland op de poelgronden en akkerbouw op de hoger gelegen Zuidernieuwlandpolder. Klei, vis en wol werd gewonnen uit de inlagen. De dijken waren van groot belang voor verdediging tegen de zee én Spanjaarden. De huidige polders hebben een sterke functionele indeling (bedrijvigheid, landbouw, natuur) en toekomstige ontwikkelingen richten zich op de zichtlocatie van de N256. Ecologische maatregelen zijn goed bedoelde incidenten op afgelegen terreinen. Deze voorbeelduitwerking verbind natuurontwikkeling aan de lokale economie. De herintroductie van meekrap (grondstof voor kleurstof ) op de hogere gronden en kokkelteelt op de lage zoute gronden geeft nieuwe economische ontwikkeling die past bij de identiteit van Zierikzee. Het ontwerp bestaat uit een reeks kleine voorstellen op kansrijke plekken waar omheen de nieuwe attitude kan uitgroeien, kristalliseren. Natuur is onderdeel van het landschap geworden, toegankelijk en comfortabel, waarbij de beleving centraal staat.

meestoof de W oliemolen

Nieuwe Haven

g we

Oosterhavenhoofd

in 19

alw eg

k deldij of Mid Lange S likweg

Het der de

56/5

Inlaa g

/65

lantaarn

Galgenpolder

Kulkd ijk

1764/65 panorama

keet

oesterputten

Oost Nol

val 1953

Geregt van Zierikzee

val 1783

Nol kaas en brood

34)

65 ) 19

g( ru db lan Ze e 6/

G

(11

rond 1100

25

val 1953 panorama

veer op Kats tot (14 december 1965)

Spaans tentenk afgraving (195

dijk 1764

keet

begrenzing schor en slik

weegje

C

V

7

de Val loed

Zui Pold

Polder De Zuidhoek

ijk n

rmv

e

Meeld ijk

steenoven B&B M

4

.a.v . sto

de weegj

Havenweg Steenovenseweg

De Groene weg Steenovenseweg

val 17 6

1e d

Het Tw ee

De Str a

59

(1

1723

Lange

p

nsche weg

7)

ve De Steeno

val 1953

keet

Kurkenol

zicht op po nieuwe Lin

zicht op polder vanaf de wal

inlaag

N

val 1802

3

Het Eer Gro ene stweeeweegje gje

Q M

De Slikw Deltastra eg at

g we he gsc eg a da kw en Sli erk ge WLan

Gal gela an

72

aa str

a

lt De

en av H

Lange K ulkdijk

val 1

G

Z

moernering & kleiafgraving Havenvuur ‘t Hoofd en batterij inlaag Kulk

zaagmolen de Zwaluw

t

4

raven

195

afgeg

Oude Haven

e Ni De

1786

Zierikzee

M

en av H e uw

val 1953

Oosterschelde


condities voor een gastvrij productielandschap

Gouwe

e

43

Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

Oosterschelde met dieptelijnen historisch Zierikzee met 586 monumenten

 C

zaagmolen Fortuin

‘t Sas  meestoof de Zon Wereld De Steene dij k

Zelke Polder 

reistijd 55 min Rotterdam, 25 min NS Station Goes

 knooppuntenroute recreatief netwerk

pleisterplaats voor duikers, recreanten en automobilisten camping met m.n. duikers en duikspots

Z Zeelandia fabriek bakkerijgrondstoffen

older en niedijk

M

condities voor een gastvrij productielandschap Q Quant verffabriek Oosterschelde met dieptelijnen

bedrijventerrein Val

historisch Zierikzee met 586 monumenten

fruitboomgaard en boerderijwinkel reistijd 55 min Rotterdam, 25 min NS Station Goes

Weg naar de

Platteweg

panorama

knooppuntenroute mosselpercelen recreatief netwerk

schor en zilte grasland inlaag (1764 en (1956), nu Plan Tureluur pleisterplaats voor duikers, recreanten en automobilisten

oudlandpolder ingedijkt na de stormvloed van 1134, klei op veen camping met m.n. duikers en duikspots Zeelandia fabriek bakkerijgrondstoffen

ider Nieuwland der

nieuwlandpolder aangedijkt voor 1550, vlak zavelig kleidek Quant verffabriek

Meeldijk of Middeldijk verdedigingslinie (tot 1953) bedrijventerrein

verdronken land met gevallen dijken fruitboomgaard en boerderijwinkel mosselpercelen

vergane wegen en paden na ruilverkaveling (na 1953) schor en zilte grasland inlaag (1764 en (1956), nu Plan Tureluur

Val De Val (1764) oesterputten en veerhaven (tot 1966) oudlandpolder ingedijkt na de stormvloed van 1134, klei op veen nieuwlandpolder aangedijkt voor 1550, vlak zavelig kleidek industriele glorie, steenovenfabriek en meestoven (tot 1897-1921)

val 1953

Meeldijk of Middeldijk verdedigingslinie (tot 1953)

kamp (1576) 54)

blauwe economie

verdronken land met gevallen dijken

schelpdierteelt, kleinschalige verkaveling, afname restproducten vergane wegen en paden na ruilverkaveling (na 1953) bakkerijfabriek als voedsel voor o.a. kokkels De Val (1764) oesterputten en veerhaven (tot 1966)

sloten benodigd voor schelpdierteelt met circulatie zout water industriele glorie, steenovenfabriek en meestoven (tot 1897-1921) blauwe economie meekrapteelt (innovatie 2002), grootschalige verkaveling schelpdierteelt, kleinschalige verkaveling, afname restproducten

bakkerijfabriek als voedsel voor o.a. kokkels windsingel (klimaat meekrapteelt) van meidoorn, sleedoorn en veldesdoorn sloten benodigd voor schelpdierteelt met circulatie zout water

M

meekrapteelt (innovatie 2002), grootschalige verkaveling afname kleurstof meekrapvelden lokale fabriek (Q)

B&B

bed & breakfast en ambachtelijke workshops esdoorn

windsingel (klimaat meekrapteelt) van meidoorn, sleedoorn en veldafname kleurstof meekrapvelden lokale fabriek (Q)

ecologische- en recreatieve structuur bed & breakfast en ambachtelijke workshops

ecologische- en recreatieve structuur G gemaal, inlaat en spuien gemaal, inlaat en spuien astersloten, zout water flora als zeeaster en zeealsem astersloten, zout water flora als zeeaster en zeealsem

reconstructie liniedijk met rest klei en oesterschelpen (habitat reconstructie liniedijk met rest klei en oesterschelpen (habitat Schouwse dijkflora en notenbomen) Schouwse dijkflora en notenbomen)

vogelkijkpunt o.a. buizerd, kiekendief en overtrekkende steltlopers vogelkijkpunt o.a. buizerd, kiekendief en overtrekkende steltlopers fourageer- en broedplaats voor o.a. scholeksters

fourageer- en broedplaats voor o.a. scholeksters luwte in de Val zorgt voor ontwikkeling schor en slik

luwte in de Val zorgt voor ontwikkeling schor en slik

mosselpercelen met perceelscheiding van oud dijkmateriaal

mosselpercelen met perceelscheiding van oud dijkmateriaal getijdenbad van oud dijkmateriaal (microklimaat wieren en pokken) getijdenbad van oud dijkmateriaal (microklimaat wieren en pokken) 0

500 meter


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Zeeastersloten en kokkelvelden

vormen een aantrekkelijk

landschap met hoge biodiversiteit ĂŠn een duurzame economie door slim gebruik van reststromen en het bestaande watersysteem.


Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

45

3

2 1

aten

eil

Astersloten en kokkelvelden

Met het afgraven van de overhoogte van de taluds ontstaan er brede natuurvriendelijke oevers waar de zeeaster-vegetatie, die er al is, zich verder kan uitbreiden. Door vegetatieve vermeerdering maar ook door begrazing. De schapen vinden de plant lekker en ook een twintigtal insecten waaronder de zeldzame schorzijdebij. De zaden worden gegeten door gorzen en vinken. Zeeaster, of de zeeuwse naam Zulte wordt ook door de mens gegeten. Zulte werd vroeger in Zeeland in het wild verzameld door arme mensen. De jonge bladeren van de zulte worden nog steeds als groente gegeten. Ze worden dan onder de naam lamsoren te koop aangeboden. Het voorjaar en het begin van de zomer is de beste oogstijd. Bij de teelt worden de blaadjes ongeveer zes weken na opkomst geoogst. Vroeger een armeluisvoedsel maar het ligt nu op de borden van Oud Sluis en Interscaldis.

In de laaggelegen oudland polder de Zuidhoek kan innovatieve landvisserij plaatsvinden. Door beweging in de waterstroom en de aanvoer van vers water, middels spuien en inlaten, uit de Oosterschelde zijn hoge kwaliteit kokkels te kweken. (3). In de bestaande sloten wordt het waterpeil opgezet en de overhoogte afgegraven (1) waardoor de vegetatie zich kan uitbreiden (2), vegetatieve vermeerdering wordt nog eens versterkt door begrazing van schapen. Het Zeeuws bouquet; zeeasters of zulte, lamsoor en zeealsem, is van dichtbij te ervaren door recreatieve routes langs deze waterstructuur van en naar de Oosterschelde.

Schelpdierkweek of ‘kokkelvelden’ zijn in dit watersysteem te pluggen waardoor een blauwe economie ontstaat die past bij dit landschap en de cultuur. Het is zoute natuur die direct vanaf de polderwegen of via struinpaden te ervaren is. Het is geen natuurgebiedje ergens achteraf maar heel dichtbij en er ontstaan zo een parallele recreatieve structuur die met name tijdens de bloeitijd (juli t/m september) behoorlijk spectaculair is. Zeeaster bloeit in april en van juli tot september en met blauw, lila of wit lintbloemen . Samen met paarse Lamsoor en grijsgroene Zeealsem vormt het een prachtig Zeeuws bouquet.

Zeeuws bouquet

Schorzijde-bij


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

De liniedijk van Zierikzee

, afgegraven na 1953, is de

ontbrekende schakel in het recreatieve routenetwerk van Schouwen. Met gebiedseigen klei en oesterschelpen wordt het juiste habitat aangeboden nodig voor hoge biodiversiteit ĂŠn klimaat voor meekrapteelt.


47

Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

1

2

2 3

Liniedijk ontbrekende schakel

Een nieuwe, oude structuur is de reconstructie van de liniedijk. Ooit onderdeel van de verdedigings rand van Schouwen. Door de klei te gebruiken die uit de gegraven astersloten komt kan deze dijk opnieuw opgebouwd worden. Door de klei te vermengen met een restproduct oesterschelpen creeër je nog eens het beste micromilieu waarop typisch Schouwse dijkflora groeien (zoals Knautia en Kleine steentijm, Echt Walstro). De a-symmetrische dijk heeft een ruw en luw milieu. De akkers achter de velden zijn door het luwe milieu geschikt voor de teelt van meekrap. Op de dijk kunnen notenbomen geplant worden. Dit is onlangs verderop door het Zeeuws Landschapsbeheer gedaan waardoor dit de ontbrekende schakel vormt van een uitgebreide recreatieve route. Voorstelbaar is dat er (recreatieve) paden ontstaan tussen de economische spelers van deze polder. Zo is het interessant een link te leggen tussen de meekrap-boerderij, oude historische meestoven en de verffabriek Quant. En als je dat doet, doe het dan op de historische weglopen waardoor je er ook nog een mooi verhaal bij kan vertellen. Nieuwe technieken en Oude Ambachten kunnen samenkomen in een oude boerderij, die de ramp heeft overleefd. Deze boerderij staat pal achter de inlaag, nu natuurgebied, en de nieuwe astersloten komen hierop uit. Dit zou een geweldige locatie zijn voor een Bed & Breakfast en/of workshop ruimte. Vanaf voorjaar 2013 heeft wandelnetwerk Schouwen-Duiveland en landschapsherstel SLZ (Stichting Landschapsbeheer Zeeland) op verschillende dijken op Schouwen-Duiveland honderden bomen geplant. Dit gebeurt in het kader van het landschapsherstel in combinatie met de realisatie van een landschappelijk wandelnetwerk op het eiland. Op een aantal dijken worden de oude populieren, die nu al gevaar opleveren voor de omgeving, gerooid en vervangen door een meer gevarieerde beplanting met verschillende soorten bomen. Naast Canadese worden ook inheemse “Zwarte” populieren geplant, die een veel hogere leeftijd bereiken. Daarnaast worden er abelen, walnoten en zomereiken geplant. Door te kiezen voor een gevarieerd assortiment met een variabele leeftijd wordt kaalslag in de toekomst voorkomen. Sommige van deze soorten kunnen een hoge leeftijd bereiken. De Liniedijk zou de missende schakel zijn in het wandelnetwerk en structuur van de eerste ontginningsdijk . Stichting Landschapsbeheer Zeeland benaderd particulieren en veelal boeren om hun dijken te beplanten. In totaal gaat het om 600 à 800 bomen. Maar, zoals een van de eigenaren zei: “ik zal niet meer meemaken dat deze bomen groot zijn, maar ik doe dit voor het nageslacht”.

De liniedijk lopend van Zierikzee tot aan de Oosterschelde wordt gereconstrueerd met de vrijkomende klei uit de kokkelvelden en astersloten (1) en beplant met lokale beplanting zoals notenbomen (2). Door de ontstane luwte is de oostelijke, hogergelegen, nieuwlandpolder geschikt voor teelt van de verfplant meekrap (3).

De liniedijk is de ontbrekende schakel in het wandel- recreatie- ecologisch netwerk van Schouwen

De walnoot of okkernoot ( Juglans regia) is met zijn dichte bladerdek een ideale schaduwboom en windvanger voor de meekrapvelden

De zwarte populier (Populus nigra) kan een hele hoge leeftijd bereiken


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Duikers

zijn de ambassadeurs van het onderwaterleven


49

Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

1

2

vloed 3 eb

Nol van Kaas en Brood

Een derde ingreep is een aanpassing van een nol, een nol is een restant van een gevallen dijk en heeft eigenlijk geen veiligheidsfunctie. Vroeger gaven ze de nollen namen waarvan de Nol van Kaas en Brood de opvallendste is. Vermoedelijk heeft dat dat iets te maken heeft met het Geregt van Zierikzee op de hoek van Schelde en Gouwe. In 2013 heeft Rijkswaterstaat/ Projectbureau Zeeweringen een nieuwe ronde dijkversterkingen waarin het dus mogelijk is cultuurhistorie op een constructieve manier mee te nemen. Zodoende is het mogelijk om een stuk intergetijdengebied mee te laten groeien. Hoe werkt dat? Het is eigenlijk het omgekeerde van het zandhonger proces. Door van deze nol de toplaag te verwijderen ontstaat er een onderwaterbarriere die ervoor zorgt dat er stuwing ontstaat. Door stuwing wordt sediment meegenomen en afgezet in de Val. Doordat de stuwing is afgenomen kan de stroming het sediment niet meer meenemen. In deze luwe Val kan er dus een nieuw schor en slik onstaan. Doordat er geen barriere meer is kunnen ook de bestaande mosselvelden worden vergroot.

In het getijdenbad aan de voet van de Zeelandbrug is de Oosterschelde op een comfortabele manier voor duikers en bezoekers bereikbaar. Door het bad ontstaat een luwe plek waardoor sediment wordt afgezet en er weer schor kan groeien (2). De mosselpercelen in de Oosterschelde worden vergroot. De toepassing van oude dijkmaterialen vergroot het microklimaat en daarmee de biodiversiteit (1). De spui-sluis laat vers water in de polder stromen ten behoeve van landvisserij (3).

3


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Het getijdenbad

aan de voet van de Zeelandbrug is de eerste stap in deze

missie om de natuur weer te verbinden met onze cultuur.


51

Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

3

1

2

vloedlijn

1

Getijdenbad

Aan de voet van de Zeelandbrug met al zijn publiek wordt de Oosterschelde in zijn meest gecomprimeerde vorm gepresenteerd. Geinspireerd op de oude oesterputten komt hier de natuur het dichtste bij en is het schoonste water te voelen. Van de dijkbekleding, de oude stenen van de Nol wordt een getijden-bad (een tidal-pool) geconstrueert. Een zwembad die vanaf de weg gemakkelijk toegankelijk is en waarin je altijd, dus ook bij eb, kan zwemmen. Duikers kunnen hier vanaf het bad gemakkelijk het water. Door zogenaamde “eb-paden” (grote stenen die met hoogwater onder waterniveau liggen en met eb droogvallen) zijn perceelsscheidingen van de mosselvelden gemaakt. Hierdoor is een natuurlijke scheiding tussen mosselpercelen en het onderwaterlandschap waardoor conflicten tussen onderwater werkplekken en recreatieplekken verkleint worden. Door de toepassing van grof materiaal wordt een extra microklimaat aan het onderwatermilieu toegevoegd. Organismen, vissen en kreeften vinden daar hun schuilplaats, wat het extra interessant maakt voor de duikers. Het schor en de mosselpercelen die het getijdenbad omringen zorgt voor extra zuiver water. Met elke vloed, stroomt het allerschoonste water in het getijdenbad.

In het getijdenbad aan de voet van de Zeelandbrug is de Oosterschelde op een comfortabele manier voor duikers en bezoekers bereikbaar. Door het bad ontstaat een luwe plek waardoor sediment wordt afgezet en er weer schor kan groeien (2). De mosselpercelen in de Oosterschelde worden vergroot. De toepassing van oude dijkmaterialen vergroot het microklimaat en daarmee de biodiversiteit (1). De spui-sluis laat vers water in de polder stromen ten behoeve van landvisserij (3).

Duikers zijn de ambassadeurs van het onderwaterleven

Huidige situatie rondom in onbruik geraakte Val (links midden de ‘te verlagen’ Nol)


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Label Oosterschelde

De culturele identiteit van de Oosterschelde wordt versterkt door het ontwikkelen van producten gemaakt van grondstoffen van de Oosterschelde

De Actiegroep Oosterschelde Open hadden al snel door dat nette brieven en keurige discussies niet hielpen, dat was bewezen. Er zat maar een ding op; herrie maken, de aandacht op de Oosterschelde vestigen. Stickers plakken, politici achtervolgen en leuzen kalken: ‘Laat de Oosterschelde Open’, open = leven, dicht = dood. Overal op de muren, op de dijken in heel Zeeland. De Aktiegroep hanteert al snel een herkenbare ‘huisstijl’ met een speciaal Oosterscheldelogo; ‘een open O met een golfje eraan, een prachtig logo dat de open Oosterschelde symboliseerde. Het logo was bedacht door Andre Schmidt, een actievoerder uit de Randstad die zijn ervaring kwam aanbieden. Hij had een sjabloon van die open O, dat bestond uit twee stukken hardboard die met scharnieren aan elkaar zaten, overal waar hij kwam schilderde hij met gele wegenverf of verf vermengd met fijne glassplinters zodat het extra opviel in het donker. Het werd een gevecht op twee fronten, op straat en in de politieke vergaderzalen. De wapens tegen Rijkswaterstaat waren een bus stijfsel, affiches, een kwast, en witte wegenverf of koolteer. Drukkerij Zoetweij had zich als actiecentrum ontwikkeld en beschikte op elk moment van de dag over eenzelfde macht. De strategie van de actiegroep is er vanaf het begin op gericht de publieke opinie te bewerken met een massief bombardement aan informatie over de Oosterschelde. Geproduceerd door drukkerij Zoeteweij.

De grondstoffen en de producten van Label Oosterschelde gepresenteerd op het Tentamen III, 4 april 2013 op de Academie van Bouwkunst

De strijdbare jaren ‘70 zijn voorbij en het gevecht om een gezonde Oosterschelde zal op een andere manier gewonnen moeten worden. Het plan Zoutkristallen zet naast een landschappelijke visie ook in op de ontwikkeling van een “natuur-merchandising”. Aansprekende producten die gemaakt zijn van lokale grondstoffen. Het is onderdeel van de strategie waarin nieuwe betekenis wordt gegeven aan natuur en cultuurhistorie en waar een economie tot stand kan komen met de Oosterschelde. Het logo van de Aktiegroep Oosterschelde Open zal aangepast terugkeren en toegepast in de productet van het Label Oosterschelde. De stroming stroomt door de O en symboliseerd een open, verbonden en gastvrij landschap voor mens en dier.

Het oorspronkelijke logo van Oosterschelde Open links boven tot het nieuwe logo van Label Oosterschelde


Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

53

De Aktiegroep Oosterschelde Open tijdens een aktie

Oesterloods in Yerseke met leus, 1974

Oosterschelde Open-logo. Ontworpen door AndrĂŠ Schmidt. De Aktiegroep Oosterschelde Open begon met een klein groepje uit Yerseke die hun leefomgeving bedreigd zagen met de komst van de dichte dam. Samen met wetenschappers uit het Westen en de Randstad en later met hulp van de natuurorganisaties en de visserij hebben zij ervoor gezorgd dat de afsluiting van de Oosterschelde een nationale discussie werd. Uiteindelijke heeft dit geresulteerd in het compromismodel van de Oosterscheldekering (1967 - 1974).

Veel meekraphandel ging naar Engeland zichtbaar in de kleding van Lady Elizabeth, 1546.

Inspiratie, kennis en vakmanschap in de Oyster dress, Alexander McQueen, 2003

Duurzaamheid en innovatie in een meekrap geverfde jurk, Stella mc Cartney, 2012


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Aangespoelde oesterschelpen bij Zierikzee, 2013

Kleischeppen in de inlagen bij Zierikzee, 2013

Label Oosterschelde knuffels

Concepttekening van wol-objecten. De zwarte wol van de Schouwse Blue-Main schapen wordt gezien als restproduct in de textielindustrie en wordt weggegooid of gebruikt als isolatie. Modeontwerpster Bernice Aalders gebruikt dit restproduct voor het maken van wol-objecten geinspireerd door de Zeeuwse cultuur. De wapenspreuk Luctor et Emergo uit het wapen van de provincie Zeeland ('ik worstel en kom boven') was de aanleiding voor het maken van "Emergo", een knuffel in de vorm van een Pijler van de Oosterscheldekering en "Luctor" een wollen mossel.

Proef met chamotteklei en oesterschelpen, S. Nootenboom 2013

Ongebakken kleur van de klei

Label Oosterschelde kommen

Deze (mock-up) kommetjes, gemaakt door pottenbakster Annemiek Bongers, zijn geinspireerd op de rijke lagen van het Zeeuwse landschap. De Oosterschelde klei verkleurd rood door het bakproces. Oesters worden meegebakken en het zout uit de oesters geeft een glazuurlaag. Innovatie en ambacht komen samen in deze kommen. De kommetjes en wolobjecten zullen uiteindelijk verkocht worden op, onder andere, de online marktplaats Etsy en de museumwinkel Stadhuismuseum te Zierikzee. (https://www.etsy.com/your/shops/ LabelOosterschelde/preview)

Roeland de (hobby-)schaapsscheerder


Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

Zwarte wol is restproduct van de textielindustrie

Proef met meekrap en wol, macramé ketting, 2013

Proef met meekrap en wol, geknoopte ketting, 2012

55

Cultuurhistorie vertaalt naar producten van nu is een nieuwe verleidingstechniek van de natuur. Via de mode- en designindustrie betrek je de moderne stedeling aan Zeeland waarmee nieuwe ambassadeurs van de Oosterschelde worden gevonden

Samen met een pottenbaksters en modeontwerpster zijn de eerste ideeën en proefjes voor het Label Oosterschelde gemaakt. De kommetjes zijn binnenkort te koop op www.etsy.com, een online marktplaats voor het kopen en verkopen van handgemaakte producten. Later wellicht ook bij het Stadhuismuseum Zierikzee, souvenirwinkel Viergever etc. De productontwerpen zijn een nieuwe vorm van natuurbescherming waarbij de missie van dit afstudeerplan op een aansprekende manier onder de aandacht wordt gebracht. Met de verkoop van de producten door heel Nederland zal het verhaal van de Oosterschelde gratis worden meeverkocht. Het uiteindelijke doel is natuurlijk om zoveel aandacht te genereren dat het behoud van de Oosterschelde weer een nationaal debat wordt. Dat gaat niet één nacht ijs. We moeten er eerst voor zorgen dat de natuur weer dichter bij de mens komt te staan en opnieuw onlosmakelijk verbonden is met onze cultuur. Koester de Oosterschelde!

De online marktplaats Etsy

*


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Literatuur & bronnen

Bouma, H. (1974), Zeebeulen landdieven - protesten tegen de afsluiting van de Oosterschelde, Uitgever Semper Agendo Broekhoven, B.J.L. Van (2010). Alternatieven gronden, verkenning naar potentiële vrije locaties voor de bodemkweek van mosselen in de Oosterschelde. Geraadpleegd via http://hbo-kennisbank.uvt.nl/cgi/hz/show.cgi?fid=19201 Dekker, J. (2005), De Zeeuwse streekdrachten 1800-2000, Stichting de Zeeuwse Streekdrachten, Waanders Uitgevers, Zwolle Engelberts, A. (2006), Tarra van geimporteerde mosselen uit Ierland en het Verenigd Koninkrijk 2006-2007, Nederlands Instituut voor Ecologie Centrum voor Estuariene en Mariene Ecologie Monitor Taakgroep Geluk, H. e.a., VIP 30 dertig innovatieprojecten voor een duurzame visketen, Visserij Innovatieplatform. Minister van LNV, Den Haag 2009 Geraadpleegd via http://www.nationaalpark.nl/documents/documents/meerjarenplan-2011-2014.pdf Greef de, P. (2013), Rijn-Maasdelta, kansen voor de huidige veiligheidsstrategie in 2100, deelprogramma RijnmondDrechtsteden, Staf Deltacommissaris en Gemeente Rotterdam in opdracht van Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ham van der , W (2003), Meester van de Zee, Johan van Veen, waterstaatsingenieur 1893-1959, Uitgeverij Balans, Amsterdam Hemminga, M ((2004), Deltalandschap, Natuur en landschap van Zuid-west Nederland in historisch perspectief, Stichting het Zeeuwse Landschap Imares (2010) Bouwstenenrapport bij Plan van Uitvoering, Transitie Mosselsector, Geraadpleegd via http://www.imares. wur.nl/NL/onderzoek/aquacultuur/MZI/ Klerk de, A (2003), Het Nederlanse landschap, de dorpen in Zeeland en het water op Walcheren, historisch-geografisch en waterstaatshistorische bijdragen, Aad de Klerk p/a Stichting Matrijs, Utrecht Kool-Blokland, L (2003). De rand van ’t land. Waterschapsgeschiedenis van Schouwen en Duiveland, Werken van het Koninklijk Zeeuwsch genootschap van wetenschappen XIII, Middelburg Luiten, E. (2004) Zee in zicht, zilte waarden duurzaam benut, Stichting Toekomstbeeld der Techniek/ Beweton. Geraadpleegd via http://www.stt.nl/uploads/documents/66.pdf Marijnissen. H. (16/05/13) Trouw. Advies ‘Onbeperkt houdbaar’ in vier minuten Marskamp, D. (2012) Nieuwe natuur versus Cultuurlandschap, wilde beminning of een afstandelijk huwelijk. Essay Academie van Bouwkunst Metz, Tracy, Heuvel van den, Maartje, (2012) Zoet en Zout, water en de Nederlanders, Nai Uitgevers, Rotterdam NRC Handelsblad. 50 buitendingen die je gedaan moet hebben voor je twaalfde. Zaterdag 18 augustus 2012 Overlegorgaan Nationaal Park Oosterschelde (2001). Van de parels en het slik, beheers- en inrichtingsplan. Geraadpleegd via http://www.np-oosterschelde.nl/documents/documents/beheers-en-inrichtingsplan.pdf Pauli, Gunter (2012), De blauwe economie. 10 jaar, 100 innovaties, 100 miljoen banen, Nieuw Amsterdam Pols, C.P. (1977), Gekwelde Grond, Schouwen-Duiveland in ramp en herstel, De Zeeuwse Boekhandel en uitgeverij, Zierikzee


Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

57

Programmabureau Zuidwestelijke Delta (2011). De delta werkt, Middelburg. Geraadpleegd via http://www.zwdelta.nl/ dynamisch/bibliotheek/192_0_NL_ZWD_DeDeltaWerkt_lowres5D[1].pdf Provincie Zeeland Gisweb. Geraadpleegd via http://zldags.zeeland.nl/geoweb/geowebinternet/web/viewerdl.aspx? Provincie Zeeland, Directie Ruimte, Milieu en Water (2010). Omgevingsplan 2012-2018 Discussienota. Geraadpleegd via http://provincie.zeeland.nl/wonen/omgevingsplan_2012_2018/ Rooijendonk, C. (2009, 2001), Waterwolven, een geschiedenis van stormvloeden, dijkenbouwers en droogmakers, Olympus Roy van Zuydewijn, N (1983), Kijkatlas van Zeeland, Wolters Noordhoff bv, Groningen Samenwerkingsverband Nationale Parken (2011) Strategisch Meerjarenplan 2011-2014. Schipper, Paul (2000), Orisant, Uitgeverij Donker Schipper, Paul (2008). De slag om de Oosterschelde. Uitgeverij Atlas Schipper, Paul (2010). De Sterke van Saeftinghe. Uitgeverij Atlas Tesch, prof. dr. J.W. ((1972). De kleuren van zuidwest-Nederland, visie op milieu en ruimte, Contact Commissie voor Natuur- en Landschapsbescherming, Amsterdam Waddenacademie, Een wereld van verschil, i.o.v. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Den Haag, 2011 Wolff, W (1979), Oosterschelde, het leven in en om het water, Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten, A.W. Sijtthoff, Alphen aan den Rijn Wolff, W, Groeneveld, F.Ph, Parma, S (1974), Oosterschelde, pleidooi voor veilig voortbestaan, Stichting Zeeuws Coordinatie-orgaan voor Natuur- Landschaps,- en Milieubescherming, Middelburg Zanten van, E, Adriaanse, L.A., (2008) Verminderd getij. Verkenning van mogelijke maatregelen om de erosie van de platen, slikken en schorren van de Oosterschelde te beperken. Rapport RWS/2008, Rijkswaterstaat dienst Zeeland, Middelburg Feddes,Yttje e.a. (2012). Voorbij de ehs, koers voor het nieuwe natuurbeleid, Planbureau voor de Leefomgeving Zeeuws bodemvenster. Geraadpleegd via http://test.zeeuwsbodemvenster.nl/bodemgebruik/zeeuwse_bodem ZKA Consultants & Planners (2004). Allure Dichtbij, betekenis van het Nationale Park De Hoge Veluwe, voor toerisme en economie van Gelderland en de Veluwe in het bijzonder. Geraadpleegd via http://www.hogeveluwe.nl/files/ Documentatie/ZKA-rapport.pdf Zonneveld, J.I.S. (1987), Levend land, De geografie van het Nederlandse landschap, Bohn, Scheltema, Holkema, Utrecht/Antwerpen Zomergasten (VPRO) met Jan Leyers. Gast: Lidewij Edelkoort, trendforecaster. Uitzending: 12-08-2012 Video bij advies ‘Onbeperkt Houdbaar’ (Raad voor de leefomgeving en infrastructuur). http://www.rli.nl/video/videobij-advies-onbeperkt-houdbaar) LUX Paradise Reset (IKON), Afl. 2: Een groene toekomst
voor consumptieverslaafden & onthechten, Uitzending TV 9 december 2012

*


Zoutkristallen, een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde

Samenvatting

Oosterschelde levend water

“... de Oosterschelde is een gebied van bijzondere milieuomstandigheden; hoog zoutgehalte, hoge zomertemperatuur en helder water. Daardoor heeft er zich een rijke en bijzondere planten en dierenwereld ontwikkeld. Tienduizenden vogels vinden, vooral in de trektijd, in de Oosterschelde een rijke voedselbron. Honderden soorten van hogere en lagere planten, dieren en vissen, waarvan een aantal in de rest van Nederland ontbreken, vormen samen een unieke levensgemeenschap van uitzonderlijke waarde. De Oosterschelde is een natuurmonument van internationale betekenis en moet behouden blijven” ( S. Parma, wetenschapper aan het Delta Instituut voor Hydrobiologisch

Onderzoek te Yerseke). De Aktiegroep Oosterschelde Open propageerde in de jaren zestig tegen de bouw van de laatste dam van de Deltawerken, in de monding van de Oosterschelde. Een politiek compromis zorgde ervoor dat er geen dam, maar een open kering is gebouwd met behoud van het getij en de rijke schaal- en schelpdiercultuur. Toch verzucht een lid van de Aktiegroep in het boek ‘De slag om de Oosterschelde’ ; “...voorlopig is de Oosterschelde gered, want hoe de gekwelde zeearm zich in de toekomst zal gedragen weet niemand”. Zesentwintig jaar later weten we het; de voor de natuur wezenlijke intergetijdegebieden dreigen over 50 jaar geheel te verdwijnen. Het water uit mijn jeugd, waar ik nog steeds een wonderlijk verlangen naar heb, wordt weer bedreigd. Dit afstudeerproject draagt daarom ontwerpmiddelen aan voor een nieuwe manier van natuurbeschermen in en rond de Oosterschelde met als missie ervoor te zorgen dat de natuur weer onlosmakelijk verbonden is met onze cultuur.

De teloorgang van de Oosterschelde

De vele gradiënten in het landschap; boven en onderwater zijn bron van hoge biodiversiteit. De schorren en slikken, zandplaten, dijken en inlagen herbergen deze rijke natuur. Deze gaat sterk achteruit doordat de Oosterscheldekering het aangevoerde sediment uit de Noordzee tegenhoudt. De schorren en slikken zakken in de diepe geulen waardoor het voedsel voor duizenden vogels verdwijnt. Een tweede dreiging is dat door de afname van natuurlijke stormbarrières, zeespiegelstijging en zwaardere stormen de dijkbekleding te licht is geworden en moet worden versterkt. Deze dijkverzwaring gebeurt op een wijze die misschien economisch maar zeer milieuonvriendelijk is. De versterking met breuksteen en staalslakken, een restproduct uit de hoogovens, afgewerkt met een laag asfalt verstikt het onderwaterleven en organismen worden besmet met zware metalen. Onderzoek naar het onderwaterleven en dijkverzwaring ontbreekt maar duikers zien de vernietiging van de dijkbiotopen toeslaan. Voor de Purperslak bijvoorbeeld betekende de dijkverzwaring in combinatie met zandsuppletie, een maatregel om de zandplaten op hoogte te houden, een halvering van zijn biotoop en die van vele andere dieren en wieren. Toch wordt er nauwelijks actie gevoerd. Blijkbaar gelden er andere normen en waarden voor zeedieren want zo’n sterke populatie daling zou voor landdieren voorpagina-nieuws betekenen. De status Nationaal Park en Natura 2000 gebied geven geen zekerheid voor het behoud van biodiversiteit in de Oosterschelde. Het lijkt wel alsof de bedreiging van de Oosterschelde, maar ook andere natuur in Nederland ons niets deert. Het Nederlandse natuurbeleid wordt als een dure hobby gezien waar door het kabinet (Rutte-I) flink op bezuinigd is. Blijkbaar wordt natuur gezien als iets moois voor als je geld hebt, en niet als iets dat betekenis heeft voor gewone mensen. Natuur is in de beeldvorming iets abstract geworden; Europese kaderrichtlijnen, doeltypen, moeilijk toegankelijk of zelfs verboden te betreden, lastig te begrijpen en vol onbekende soorten. Het wordt duur en onnodig gevonden. Terwijl, natuur stond juist altijd heel dichtbij de mens. Het was mooi, landschappelijk en om de hoek.

Verhalen

De Oosterschelde heeft vele rampen gebracht, vele verdronken dorpen liggen voorgoed op de bodem van de zee, maar heeft ook veel voorspoed gegeven. Door een duik in de rijke verhalen over Zeeland kan inspiratie gevonden worden hoe een groene toekomst ingevuld kan worden. Zo werd Zuid-Beveland’ s Yerseke ook wel het Zeeuwse Klondike genoemd, naar een Amerikaans gouddelversstadje. Vanaf 1870 werd in Yerseke begonnen met het kweken van oesters volgens de pannencultuur en is nu uitgegroeid tot het belangrijkste mossel en oester-dorp van Nederland. De oesterputten behoren dan ook tot ons nationale erfgoed. Schouwen bijvoorbeeld is steenrijk geworden door de meekrapindustrie in Zierikzee. Nederland was in de 17e eeuw zelfs wereldwijd marktleider op het gebied van meekrap. De rode kleur van deze verfstof uit de wortels van de meekrapplant werd vervoerd naar Engeland en India. Het schilderij “Het meisje met de rode hoed” (1665 ) van Johannes Vermeer is naast de kwaliteiten van de schilder ook uniek door de kleuren die gebruikt zijn. Ook dit is ons nationale erfgoed.


Marit Janse | master landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst | 04 04 2013

59

Groene toekomst

Naast de morfologische veranderingen in het onderwaterlandschap van de Oosterschelde en de puur functioneeleconomische dijkverzwaring spelen ook maatschappelijke veranderingen een rol in het behoud van de natuur. Nu het ecosysteem piept en kraakt moeten we in een stroomversnelling en inzien dat natuur de basis is van onze leefomgeving. Het is de bron van schone lucht, drinkwater en voedsel. Maar ook een bron van verhalen en spannende belevenissen. Onderwijzer, veldbioloog en natuurbeschermer Jac.P.Thijsse was de eerste in Nederland die de schoonheid van de natuur, via de Verkade-plaatjesboeken, naar de gewone mens bracht. Nu de noodbel klinkt moeten we inzien dat elke ontwikkeling een groene toekomst in zich moet hebben. Zowel de meekrapindustrie als de mossel- en oestercultuur zijn exclusief verbonden aan de Zeeuwse cultuur en behoren tot ons nationale erfgoed. Door deze identiteit als basis te nemen voor economische ontwikkeling is een groene toekomst mogelijk die gebaseerd is op culturele identiteit en waarmee ook een andere houding ten opzichte van de natuur kan worden ontwikkeld. Een bewuste en sensitieve houding die persoonlijk is (...omdat ik graag in de schone zoute Oosterschelde zwem), en niet omdat het ons wordt opgelegd. De ruimtelijke interventies in de voorbeelduitwerking gaan vooral over het aantonen van verbanden en een nieuwe betekenis geven aan oorspronkelijkheid, cultuurhistorie, natuur- en economische waarden. In de Zuidhoekpolders van Zierikzee wordt aangegeven welke allianties van gebruikers er nodig zijn en welke ruimtelijke ingrepen daarvoor nodig zijn. De sleutel tot een succesvol en gedragen natuurontwikkeling is uitgewerkt in dit gebied tot de ‘astersloten’ en ‘liniedijk’ omdat deze structurerende elementen vormen in dit gebied. De thematiek van een nieuwe betekenis geven aan cultuurhistorie zal een grote rol spelen in de andere ‘zoutkristallen’. Verschillende ingrediënten van gebieden kunnen andere uitwerkingen geven. Zo is bijvoorbeeld het overheersende gewas van Duiveland tarweteelt terwijl op Zuid-Beveland vele boomgaarden te vinden zijn.

Beleving

Het verlangen naar ambachtelijkheid, oorspronkelijkheid en dingen die echt zijn; die je kan aanraken en ruiken, is te zien in verschillende (stedelijke) maatschappelijke ontwikkelingen. In de stadslandbouwtrend verbouwen stedelingen groenten in binnenterreinen en de ‘blij dat ik brei’-trend liet een hausse zien in zelfgemaakte mutsen en sjaals. Trend forecaster Lidewij Edelkoort verbind de creativiteit- en ambachtelijkheids trend aan technologische ontwikkeling en ziet daarin een duurzame toekomst. De textielindustrie heeft, vanuit de groeiende vraag naar een duurzamere verfmethode, belang bij constante kwaliteit waarmee op grote schaal textiel ingeverf kan worden. De high-tech fabriek van het bedrijf Rubia Pigmenta Naturalia heeft in samenwerking met Wageningen Universiteit een nieuwe techniek ontwikkeld waarmee de kleurstof direct uit de wortels kan worden onttrokken. De rode kleur van meekrap staat daarom nu opnieuw in de belangstelling (o.a. studio ReNS, Stella mc Cartney). Nieuwe technieken in de schaal- en schelpdiercultuur zijn de kweek op land. Dit wordt steeds verder ontwikkeld waarbij ook allianties worden aangegaan met bestaande fabrieken. In de ontwerpuitwerking zijn verschillende nieuwe partners ook ruimtelijk aan elkaar gekoppeld door het te combineren met een fysieke verbinding in het landschap. Zo zie je dat de broodfabriek Zeelandia voedsel levert aan de kokkelvelden maar er ook een struinpad tussen de bedrijven loopt waar ook recreanten gebruik van maken. Economie, cultuur en natuur zijn op deze manier met elkaar verweven.

Label Oosterschelde

Naast landschappelijke interventies in dit afstudeerproject wordt met het ‘Label Oosterschelde’ een nieuwe vorm van natuurbeschermen beoogd. Door cultuurhistorie te vertalen naar producten van nu wordt ingespeeld op de vraag naar meer moderne authenticiteit. The Flax Project van Christien Meindertsma (2009) is een voorbeeld hoe een persoonlijke fascinatie van de ontwerper naar oorspronkelijkheid, in dit geval vlas, kan leiden tot prachtige producten die in het Zeeuws Museum in Middelburg te zien zijn en onder een brede doelgroep verspreid wordt. Label Oosterschelde is een vorm van ‘natuur-merchandising’ waarin de Oosterschelde als ‘merk’ wordt gezien wat gestalte krijgt in aardewerk en wol-objecten. Stedelingen worden door de ontwerpen verleid naar de Oosterschelde te komen. Het is een nieuwe verleidingstechniek van de natuur; door de mode- en designindustrie bind je de moderne stedeling aan Zeeland en de Oosterschelde. Het landschap is de bron van de aantrekkelijk mooie ontwerpen via de grondstof en tegelijkertijd bron van inspiratie.

Ambassadeurs

Naast de natuur is de Oosterschelde juist ook voor mensen buiten Zeeland steeds belangrijker geworden. Heel veel stedelingen uit het Westen en Noord-Brabant vinden er hun tweede huis. Niet voor niets richt de strategie zich op de open dorpen, die gebieden die ontvankelijk zijn voor verandering. Dit zijn van oorsprong de gebieden waar veel vaste gasten een tweede huis bezitten. Deze vaste gasten zijn in principe de beste ambassadeurs van de Oosterschelde, want zij staan met een been in de stad én één been in de klei. Dat mooie landschap kan alleen maar bestaan als Zeeland zich naast ‘export’ ook richt op wat ‘import’ nodig heeft. De stedelingen, dus de ambassadeurs, vragen om een landschap die aantrekkelijk is, met mooie natuur en rijk aan cultuurgeschiedenis. Een landschap waar ze zich thuis voelen en die dus gastvrij is. In navolging van de Aktiegroep Oosterschelde Open die streed om behoud van ‘hun’ landschap is het maken van een aantrekkelijk landschap in feite de beste vorm van natuurbescherming.

*


de zeearm.

wezenlijke zandplaten, slikken en schorren zijn verdwenen in

de natuur, en om levend water.

om de Oosterschelde noodzakelijk, opnieuw een gevecht om

Over vijftig jaar bestaat de Oosterschelde alleen uit water. De

telefoon 0031 (0)6 16 056 917 email marit@jansejanse.nl www.linkedin.com/in/maritjanse KVK Rotterdam registratie 59166894

Na het gevecht om de Oosterscheldekering is een tweede Slag

Marit Janse - landschapsarchitect MLA natuur laten uitgroeien, laten kristalliseren.

Zoutkristallen wil een een nieuwe attitude ten opzichte van

ecosysteem waar de mens onlosmakelijk deel van uitmaakt.

De strategie Zoutkristallen ziet de Oosterschelde als


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.