Wandeling Schoonselhof Beroemd

Page 1

WANDELING

SCHOONSELHOF BEROEMD


HET SCHOONSELHOF, VAN HENDRIK CONSCIENCE TOT NONKEL BOB We wensen u een aangename en leerrijke wandeling. De wandeling duurt 90 tot 120 minuten

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.

Peter Benoit Jan De Vos Robert Mosuse Hendrik Conscience Ferre Grignard Nicole Van Goethem Albert Szukalski Herman De Coninck La Esterella Bob Davidse Jef Nys Julien Schoenaerts Leopold De Wael Gerard Walschap Lode Craeybecks Willem Elsschot Paul Van Ostaijen Jan Albert Goris Alice Nahon Pierre Bruno Bourla

Vouw deze pagina open voor het plan van de begraafplaats.


i

B

D 20

19

K

J

G

E

C

A

H

F

L

M

15 17 16

10 13 12 11

R

8 5 7

W2

T

18

9

HOOFD INGANG

V

N

6

W1

Q 3

W

O

14

P

S

4

U

X

Y 1

ZZ11

Begraafperk

2

Z

Burgerlijk ereperk Historisch perk Groenzone Water Wandeling


WANDELING

SCHOONSELHOF BEROEMD


2


HET SCHOONSELHOF, VAN HENDRIK CONSCIENCE TOT NONKEL BOB Wat hebben dichter Herman de Coninck, Oscarwinnaar Nicole Van Goethem, burgemeester Lode Craeybeckx en de grondlegger van de Antwerpse ZOO Jacques Kets met elkaar gemeen? Ze vonden alle vier op het Schoonselhof hun laatste rustplaats. Deze begraafplaats wordt dan ook niet voor niets het Antwerpse Père Lachaise genoemd. Maar het Schoonselhof is meer dan een begraafplaats. Hier komt 200 jaar geschiedenis opnieuw tot leven. Paul van Ostaijen, Willem Elsschot, Gerard Walschap, Camille Huysmans en vele anderen voeren u mee op een tocht door de tijd en door Antwerpen. Ontdek wie Antwerpen mee heeft gemaakt of wie door de stad is gemaakt. Deze wandelbrochure vormt hierbij uw persoonlijke teletijdmachine. We wensen u een aangename en leerrijke wandeling. De wandeling duurt 90 tot 120 minuten. © François De Heel

3


Voorbij het wachthuisje aan de hoofdingang slaat u rechts de dreef in, tot aan het rondpunt.

Peter Benoit (1834-1901), componist en eerste directeur van het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium (1898-1901).

© François De Heel

Het grafmonument van beeldhouwer Arthur Pierre stelt de ontluikende Vlaamse muziek voor, begeleid door de Genius der Kunsten. De Genius is de beschermheer van de kunsten, uitgebeeld als een mooie, gevleugelde knaap. Voor het grafmonument werd, zoals destijds gebruikelijk was, een wedstrijd uitgeschreven waaraan beeldhouwers konden deelnemen. Uiteindelijk werd het ontwerp van Arthur Pierre uitgevoerd. 4

Peter Benoit is de grondlegger van de Vlaamse Muziekschool. Hij creëerde muziek die de Vlaamse volksaard ten volle uitdrukte. Hij vond dan ook dat in de muziekopvoeding de moedertaal gebruikt moest worden. Zo pleitte hij onder andere voor de vernederlandsing van het muziekonderwijs, voor een Vlaamse opera en voor culturele samenwerking met Nederland. De oratoria De Schelde, De Rijn, De Oorlog, De wereld in, Lucifer en de Rubenscantate behoren tot zijn belangrijkste werken. Het in 1920 op de Kielbegraafplaats onthulde grafmonument, werd in 1939 overgebracht naar de huidige


locatie. Van de opgraving van de stoffelijke resten werden destijds onthullende foto’s in de krant gepubliceerd. Vandaag is er een verbod om opgravingen te filmen of te fotograferen. Na de restauratiewerken in 2012 nam Tanguy Ottomer het monument in peterschap. Na zijn dood ontwierp architect Henry Van de Velde het bekende monument voor Peter Benoit. Het werd met veel vertoon ingehuldigd voor de Koninklijke Vlaamse Opera. Niet zelden namen dronkenlappen er een nachtelijk bad in. Het monument stond in de volksmond bekend als het zwemdok van Kamiel, een verwijzing naar toenmalig burgemeester Camille Huysmans (p. 53). Diezelfde burgemeester besliste in 1951 dat ‘zijn’ zwemdok plaats moest ruimen voor het toenemende autoverkeer. Het monument kunt u nu bezichtigen in het Harmoniepark in Antwerpen.

© FelixArchief

Betreed nu perk Z1 aan de achterzijde van het Benoit-monument. Aan de ingang ziet u het monument voor vijf slachtoffers die streden voor het algemeen stemrecht. Ga tussen dit monument en het monument Van der Stucken naar links. Sla rechts rij 8 in. 5


De sarcofaag verwijst naar de belangrijkheid van de persoon.

Camille Coquilhat (1860-1905), ontdekkingsreiziger. In opdracht van koning Leopold II trok Camille Coquilhat samen met ontdekkingsreiziger Henry Stanley op ontdekkingstocht door Afrika. Coquilhat werd plaatsvervangend gouverneur van de Kongo-vrijstaat. De Congolese stad Mbandaka werd in de koloniale tijd naar hem genoemd: Coquilhatstad. Hij overleed aan galkoorts.

Osterrieth, scheepvaartexpeditie- en handelsfamilie. In de eerste helft van de 19e eeuw vestigden veel Duitse handelsfamilies zich in Antwerpen. Zo ontstond een grote Duitse aanwezigheid in maritiemcommerciĂŤle en financiĂŤle kringen. In 1874 verwierf de familie het naar hen genaamde Osterriethhuis aan de Meir.

Laurent Mathieu Brialmont (1789-1885), minister van Oorlog. Hij nam eerst dienst in het Franse leger, vervolgens in het Nederlandse en ten slotte in het Belgische. In 1836 werd hij militair bevelhebber in Antwerpen. Leopold I bevorderde hem in 1850 tot minister van Oorlog. Zijn zoon Henri-Alexis bouwde de fortengordel rond Antwerpen. 6


Sla op het einde van de rij links af. Keer achter de haag links terug langs rij 10 en stop halverwege. Links ziet u: Familie Bracht, waaronder de vermoorde baron Charles-Victor Bracht (1915-1978). De Brachts waren een van die families van Duitse oorsprong die hun stempel op het economische leven in Antwerpen drukten. Baron Charles-Victor Bracht werd in 1978 in een garage in Antwerpen ontvoerd door een zekere ‘Dexter’. Een paar maanden later werd zijn levenloze lichaam teruggevonden.

Ga aan dit monument naar rechts. Op het tussenstuk links ziet u:

Gustave A. Royers (1848-1923), senator en ingenieur. Gustave Royers ontwierp het TIR-gebouw op de Sint-Bernardsesteenweg, het Kattendijk-, Lefebvre- en Amerikadok, en de naar hem genoemde Royerssluis. Deze sluis doet nu dienst voor de binnenvaart en in de zomer voor jachten en Tall Ships’ Races.

Schuin links, in rij A, volgen de bekenden elkaar op. 7


Beeldhouwer Guillaume Charlier, een kunstvriend van De Braekeleer, ontwierp het grafmonument in opdracht van Van Cutsem.

Henri De Braekeleer (1840-1888), schilder en etser. Henri De Braekeleer was een van de grootste 19e-eeuwse schilders. Hij was de zoon van historie- en genreschilder Ferdinand De Braekeleer. Hij volgde een opleiding bij zijn oom: schilder en baron Henri Leys (p. 22). Samen met onder meer Theodoor Verstraete (p. 8) en Guillaume Charlier was hij een van de beschermelingen van de Brusselse kunstmecenas Henri Van Cutsem. De Braekeleer schilderde vooral binnenzichten en stillevens. Zijn bekendste werk, De man in de stoel, bevindt zich in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen.

Op het monument ziet u de slaapbol, een zaadbol van een papaver waaruit onder meer opium wordt gewonnen. De papaver is dan ook het symbool van de Griekse god Hypnos, de god van de slaap. En van Morpheus, zoon van Hypnos en een van de goden van de dromen. Het schilderspalet en de penselen verwijzen dan weer naar zijn beroep.

Theodoor Verstraete (1850-1907), landschaps- en zeezichtenschilder. Als leerling van Jacob Jacobs kreeg Theodoor Verstraete zijn academische vorming aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen. Psychisch en fysiek kende Verstraete veel tegenslag. Zo verloor hij in 1895 zijn gezichtsvermogen. In zijn laatste levensjaren werd hij krankzinnig. In 1909 werd een monument voor hem ingehuldigd in het Antwerpse Stadspark. Zijn monument is niet afgedekt met een deksteen, maar het is een plantenbak.

8


Karel Verlat (1824-1890), kunstschilder en directeur van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Karel Verlat was een romantisch-realistisch schilder en graveur van historische en genretaferelen, portretten en dieren. Al van jongs af was hij gebeten door de kunst. Hij volgde les bij onder meer Jozef Lies (p. 14) en Nicaise De Keyser. Verlat werkte in Parijs, Weimar, Moskou, Egypte en Palestina.

Š Letterenhuis

Zijn bekendste werken zijn Het Paardenspan en Het volk van Antwerpen vernielt het standbeeld van Alva. In zijn schilderijen met apen dreef hij de spot met de gebreken en dwaasheden van de mens. Zo figureren kaartspelende apen in zijn werk De Oosterse Kwestie, waarvan er enkele valsspelen. Op de Wereldtentoonstelling van 1855 in Parijs won hij goud. Verlats grafmonument werd overgebracht van de Kielbegraafplaats, die in 1936 sloot. Het monument is van de hand van architect Emile Thielens, de buste is ontworpen door Jules Pecher.

9


Theodoor van Rijswijck (1811-1849), volksdichter. Schrijver, dichter en flamingant Theodoor van Rijswijck hekelde het verfranste landsbestuur. Zijn flamingantisme werd hem in hogere kringen niet in dank afgenomen. De politieke vervolging en ellende dreef hem tot krankzinnigheid. Hij was de oom van staatsman en burgemeester Jan Van Rijswijck (p.60).

Pieter Frans Van Kerckhoven (1818-1857), schrijver van de eerste sociale roman en voorman van de Vlaamse Beweging. Hij studeerde geneeskunde en filosofie aan de universiteit van Bologna. Zijn streven om van de Vlaamse Beweging een liberale ontvoogdingsbeweging te maken, leidde tot een breuk met Hendrik Conscience (p. 20), die toenadering tot de katholieke politici zocht. In zijn korte leven schreef hij een omvangrijk oeuvre bijeen met politieke geschriften, proza, toneel en poëzie.

Victor Lagye (1825-1896), historieschilder en directeur van het Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Antwerpen. Victor Lagye schilderde onder meer de fresco’s in de trouwzaal van het Antwerpse stadhuis. Zijn thema’s situeren zich vooral in de Late Middeleeuwen en de Vroege Renaissance. Tijdens een studiereis in Italië vocht hij aan de zijde van de Italiaanse generaal en politicus Giuseppe Garibaldi. 10


Keer terug via dezelfde gang, aan de andere kant (rij B) ziet u:

Een obelisk met bronzen plaat siert zijn graf. Vroeger was een obelisk het symbool voor heerschappij over de vier windstreken en een teken van macht. Later stond het voor deugd en standvastigheid. Na de veldtochten van Napoleon werd de obelisk een populair grafteken. Ook in de vrijmetselarij is de obelisk een belangrijk object omdat het astronomisch de zon en esoterisch de Egyptische zonnegod Ra uitbeeldt.

Arthur Cornette (1852-1907), onderwijzer, journalist, dichter en provincieraadslid. Hij was de vader van conservator en schrijver Arthur Hendrik Cornette (p. 12).

Julie Verstraete-Lacquet (1833-1903), toneelspeelster en moeder van schilder Theodoor Verstraete (p. 8). De attributen van haar beroep ziet u op het grafmonument: een lachend en een schreiend figuurtje, en een toneelrol.

Jan Baptist Van Rijswijck (1818-1869), volksredenaar, schrijver, dichter, broer van Theodoor (p. 10) en vader van burgemeester Jan Van Rijswijck (p. 60). Het bronzen beeld stelt een vrouwenfiguur voor met de Antwerpse burcht op haar hoofd.

11


Jan Van Beers (1821-1888), gemeenteraadslid en dichter. Jan Van Beers was ongetwijfeld een populaire dichter en redenaar van zijn tijd, ook in Nederland. Hij schreef onder meer De Oorlog, op muziek van Peter Benoit. Vanaf 1875 oefende hij als gemeenteraadslid invloed uit op het vlak van cultuur, onderwijs en de ontwikkeling van het Nederlandstalig toneel te Antwerpen. Op zijn grafmonument ziet u diverse kunstvormen: schilder-, beeldhouw, boekdruk- en muziekkunst.

Arthur Hendrik Cornette (1880-1945), gemeenteraadslid, letterkundige, musicoloog en hoofdconservator van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. Hij was de zoon van schrijver, professor en provincieraadslid Arthur Cornette (p. 11).

Ga naar links en sla de eerstvolgende gang in (rij C). Zijn graf is bijna identiek aan dat van de opvoedkundige Friedrich Frรถbel. De kubus met daarop een cilinder en een bol verwijzen naar de opvoedingsmethode voor kleuters die toen vorm aannam. 12

Tweede graf links: Evarist Allewaert (1835-1889), schepen van onderwijs. Evarist Allewaert opende in Antwerpen de eerste kinderbewaarplaats (kinderdagverblijf) en frรถbelklassen (kleuterscholen).


Een prachtige pleureuse of treurende vrouwfiguur siert zijn graf. De oorspronkelijk rode letters verwijzen naar Larocks gewoonte om zijn werken met rode verf te signeren.

De attributen van de schilderkunst (palet en penseel) en beeldhouwkunst (hamer en beitel) staan op het graf afgebeeld.

Eerste graf rechts: Evert Larock (1865-1901), etser en kunstschilder. Evert Larock studeerde aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten bij Karel Verlat (p. 9). In het begin legde hij zich toe op de realistische genreschilderkunst, later het impressionisme. Zijn dood leidde tot beroering in Antwerpen, want hij werd beschouwd als een van de beste jonge schilders met internationale uitstraling.

Derde graf rechts: Jozef Van Lerius (1823-1876), schilder van huiselijke taferelen, portretten en geschiedenistaferelen. Volgens de legende pleegde hij zelfmoord uit liefde voor zijn uitverkoren model uit het schilderij Lady Godiva. In hetzelfde graf ligt Theodoor Van Lerius (1814-1880), beeldhouwer en broer van Jozef.

13


De metaforische vrouwenfiguren verwijzen naar de onsterfelijke roem van de kunstenaar.

Vierde graf rechts: Jozef Lies (1821-1865), portret- en historieschilder. BeĂŻnvloed door Henri Leys (p. 22) schilderde Jozef Lies vooral achttiendeeeuwse taferelen. Hij stond bekend als een veelzijdige kunstenaar. Lies werd als overtuigd vrijzinnige burgerlijk begraven, wat een schandaal veroorzaakte in het toen overwegend katholieke Antwerpen. Hij werd begraven in de zogenaamde hondenhoek, de ongewijde grond op de Stuivenbergbegraafplaats. Door de sluiting van de begraafplaats werd het monument verplaatst naar de Kielbegraafplaats en in 1936 naar het Schoonselhof. In het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen kunt u enkele van zijn schilderijen bewonderen.

De wapenhandelaar

14


Vijfde graf rechts: Jacques Kets (1785-1865), taxidermist. De verzameling opgezette dieren van Jacques Kets lag aan de basis van de Antwerpse dierentuin. Hij zette onder meer het rijpaard op van Willem van Oranje, dat tijdens de slag van Waterloo gedood werd. Š Letterenhuis

De Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience huisvest zijn unieke collectie natuurhistorische boeken. Zijn collectie opgezette dieren bevindt zich in het Natuurhistorisch Museum in Brussel.

Een ouroborossymbool siert zijn graf. De ouroboros of staarteter is een mythologische slang die zichzelf verorbert en de kringloop van de tijd uitbeeldt. Ze symboliseert het oneindige. Het ouroborossymbool komt voor in onder meer de Griekse, Chinese en Azteekse mythologie. 15


Op het graf ziet u de uil en de papaver. De uil was de lievelingsvogel van Athena, de Griekse godin van de wijsheid. Hij staat symbool voor de nacht en de wijsheid van de overledene. Het medaillon is van Alfons Strijmans.

2

Olympische Spelen 1920: Zweedse winnaar fantasiesprong duiken.

16

Zesde graf links: Jos Cauwenbergh (1835-1909), schepen van FinanciĂŤn, provincieraadslid en gerant van de Antwerpse Volksbank.

Achtste graf links: Jan De Vos (1844-1923), burgemeester van Antwerpen (1909-1921) en schepen. In 1909 benoemde koning Leopold II Jan De Vos tot burgemeester. De Vos was toen al 65 en had nog nooit het ambt van schepen uitgeoefend. Onder zijn burgemeesterschap brak de Eerste Wereldoorlog uit. Ook de Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen vonden plaats onder zijn bewind. Het monument werd opgericht voor twee van zijn jonggestorven kinderen.


Op de hoek schuin links ziet u het monument voor de slachtoffers van de ontploffing van de Corvilain-fabriek. Net voorbij het monument ziet u:

Clement Jonckheer (1871-1932), steenhouwer. Veel grafmonumenten op het Schoonselhof zijn van zijn hand, zoals dat van Arthur Cornette (p. 11), Jan De Vos (p. 16), Hendrik Conscience (p. 20), ridder Pieter Smidt van Gelder (p. 53) en Victor Desguin (p. 61). Zijn atelier bevond zich tegenover de Kielbegraafplaats. Hij werkte vaak samen met beeldhouwer Arthur Pierre, met wie hij goed bevriend was. Samen leverden ze een belangrijke bijdrage aan de pracht en praal van het Schoonselhof.

Ga bij het verlaten van het perk naar rechts, de dreef op. Ga aan de tweede kruising naar links, tot aan het einde van perk X. Wandel voorbij het water en ga bij de eerste opening in de haag naar links. De tweede gang links, vijfde graf rechts:

WIST U DAT‌ Vzw Grafzerkje zich ontfermt over verschillende grafmonumenten op begraafplaatsen in binnen- en buitenland? Vooral met het Schoonselhof heeft Grafzerkje een bijzondere band. Zo restaureerde de vzw de monumenten van onder meer Jules Pecher, Theodoor Verstraete (p. 8) en Alice Nahon (p. 62). 17


3

Op zijn graf staat de notenbalk van de eerste regel van I Wish, een nummer van The Radio’s.

Robert Mosuse (1970-2000), zanger. Onder de naam The B-Tunes namen Robert Mosuse en zijn broers JeanPaul en Ronny in 1988 deel aan Humo’s Rock Rally. Bart Peeters nam de broers onder zijn vleugels en richtte samen met Robert en Ronny The Radios op. Enkele van hun bekendste hits zijn She goes nana, I’m into folk en Gimme love. Rond zijn twintigste werd bij Mosuse een hersentumor ontdekt. Enkele weken voor zijn dood zei hij in een interview met het weekblad Humo: “Ik heb de pech dat er een tumor in mijn hoofd zit, maar dat is voor mij toch geen bron van kwaadheid of verongelijktheid. Ik heb deze pech en iemand anders heeft andere pech, zo zie ik het. Het leven is een cadeau, maar het is een cadeau dat ook onaangename kanten heeft. De kunst is die onaangename kanten erbij te nemen zonder je erdoor te laten platdrukken.”

Keer terug, ga bij het verlaten van het perk naar rechts en ga aan de kruising naar links. Honderd meter verder ziet u rechts: 18


Frans Hendrik Mertens (1796-1867) en Karel Lodewijk Torfs (1808-1868), schrijvers. Frans Hendrik Mertens was stads-bibliothecaris en de schoonvader van dichter Jan Van Beers (p. 12). Karel Lodewijk Torfs was al van in zijn kinderjaren spraaken gehoorgestoord. Hij wijdde zijn leven aan het uitpluizen van het Antwerpse archief. Samen schreven ze de Geschiedenis van Antwerpen in 8 delen.

Victor Driessens (1821-1885), pionier van het Vlaamse toneel en de grondlegger van de Koninklijke Nederlandse Schouwburg. Victor Driessens stierf enkele dagen nadat hij op de planken getroffen werd door een beroerte tijdens het derde bedrijf van Een beroemd proces. In 2007 liet mecenas en aannemer Carlos Van Hecke het grafmonument restaureren na een bemiddeling door de voorzitter van de vzw Grafzerkje. Carlos Van Hecke werd als eerste begraven in een bruikleenmonument op het Schoonselhof.

Julius De Geyter (1830-1905), dichter. Behalve een dichter was Julius De Geyter ook een journalist en een anti-klerikaal flamingant. Hij stelde zijn dichterschap ten dienste van zijn politieke idealen. Hij schreef o.a. het Geuzenlied, de Rubenscantate, de Theodoor van Rijswijckcantate en Keizer Karel en het Rijk der Nederlanden. Op het prachtige bronzen monument van Frans Joris. staat onder meer een lier, de voorloper van de harp. 19


Aan de overzijde:

4

© Letterenhuis

Hendrik Conscience (1812-1883), schrijver. Hendrik Conscience was de zoon van een Franse scheepstimmerman die zich in 1807 in Antwerpen had gevestigd. Hij staat bekend als ‘de man die zijn volk leerde lezen’. Hij begon te schrijven in het Frans. Daarna, op aandringen van Jan de Laet en Theodoor van Rijswijck (p. 10), in het Nederlands. Zijn bekendste werk is ongetwijfeld De Leeuw van Vlaanderen. Hij schreef ook Het Wonderjaar en De Loteling. Op 13 augustus 1883 werd zijn standbeeld ingehuldigd tegenover de Carolus Borromeuskerk. Het plein kreeg ook de naam Hendrik Conscience. Conscience zelf was wegens ziekte niet aanwezig op de inhuldiging. Hij stierf op 10 september 1883 ten gevolge van een maagkwaal. Zijn gebalsemde lichaam werd met vorstelijke luister begraven op de Kielbegraafplaats.

Standbeeld van In 2008 veranderde de Stadsbibliotheek Conscience op het Hendrik Conscienceplein Antwerpen haar naam in Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience. 20


© Koen Broos

Een kolossale leeuw bewaakt de opgebaarde schrijver. Het monument kreeg in 2011 een uitgebreide opknapbeurt. Het werd in peterschap genomen door Klein Antwerpen vzw uit de Consciencestraat.

WIST U DAT… Hendrik Conscience, ‘de man die zijn volk leerde lezen’, slechts enkele weken na de inhuldiging van zijn standbeeld op het Hendrik Conscienceplein overleed?


Ga verder tot aan het rondpunt op het einde van de dreef. Hier ligt:

De gelofte.

Het Sterrenbos bevindt zich achter de Franse tuin van het kasteel. Het verkreeg zijn naam door de stervorm van het bos. Een klein deel van dit bos doet nu dienst als urnenbos.

22

Henri Leys (1815-1869), historie-, genre- en portretschilder. Baron Henri Leys schilderde aanvankelijk historische Antwerpse taferelen uit de Spaanse periode. Later evolueerde hij naar meer burgerlijke thema’s zoals feesten en markten. Hij schilderde onder meer de muren van de Leyszaal in het stadhuis. Hij werd begraven in Sint-Willibrordus in Berchem en in 1917 overgebracht naar het Schoonselhof. Hij werd in afwachting van een definitieve rustplek tijdelijk begraven in het Sterrenbos. Sinds 1941 ligt Leys hier samen met zijn vrouw en dochter. Zijn gedenkteken ontving hij pas in 1957. Op de Louiza-Marialei aan het Stadspark staat zijn standbeeld. Voor het lichaam stond een andere schilder model. Leys was immers een klein dik ventje ‘en dat paste niet voor een standbeeld.’


Ga aan het rondpunt naar links en betreed perk R, het ereperk voor kunstenaars. Ga naar rechts en sla links rijen 2 en 3 in. Jan Broeckx (1880-1966), componist en muziekpedagoog. Jan Broeckx schreef cantates, operettes, en kinderliederen als Karrekiet en De gouden zee.

Amand de Lattin (1880-1959), schrijver van het Antwerpse straatnamenboek en Evoluties van het Antwerpse stadsbeeld.

Constant De Kinder (1863-1943), onderwijzer en jeugdauteur van De wonderlijke lotgevallen van Jan zonder Vrees.

Willem Gijssels (1875-1945), letterkundige en schrijver van liederteksten.

Edward Melis (1880-1943), beeldhouwer en tekenaar.

Š François De Heel

Paul Joostens (1889-1960), schilder en graficus. 23


Ga naar rechts en sla rechts rij 4 in. Corry Lievens (1903-1968), theaterauteur. Isabella Adriaens was de echte naam van Corry Lievens, beter bekend als Tante Corry. Ze was de bezielster van het Vlaams Jeugdtheater, dat ze 23 jaar lang leidde.

Š François De Heel

Zijn grafsteen, een werk van beeldhouwer Mark Macken (p.60), is een aanklacht tegen de psychiatrische behandelingen die Van de Velde in de gevangenis onderging. Het heeft de vorm van een gevangenisdeur.

24

Jack Godderis (1916-1971), schilder van stads- en havenzichten, landschappen en stillevens. Op het grafmonument kunt u bij zonnig weer de prachtige kleurschakeringen waarnemen.

Roger Van de Velde (1925-1970), schrijver en journalist. In 1970 won hij de Arkprijs van het Vrije Woord. Hij stierf ten gevolge van zijn verslaving aan pijnstillers. Gedurende 15 jaar van zijn leven kampte hij met een verslaving aan pijnstillers die hij voorgeschreven kreeg na een operatie. Tijdens en na verschillende interneringen bleef hij publiceren


Een staf en een schelp, de symbolen van de pelgrim, sieren het monument.

August Snieders (1825-1904), letterkundige, journalist en voorvechter van de Vlaamse zaak. Gedurende 50 jaar was hij hoofdredacteur van het Handelsblad, een van de belangrijkste Vlaamse kranten van zijn tijd. Hij publiceerde verschillende dorpsnovellen en historische romans.

Eugeen Yoors (1879-1975), pelgrim, schilder, etser en glazenier van onder meer de Sint-Laurentiuskerk en de Kapel der zusters Annuntiaten in Heverlee.

Op het grafmonument leest u een acrostichon of lettervers van kunstenaar Marc De Corte. De eerste letters vormen de naam ‘Emmanuel Durlet’.

Emmanuel Durlet (1893-1977), pianovirtuoos, pedagoog en componist. Hij komt uit een echte kunstenaarsfamilie. Zijn grootvader leidde de restauratiewerken van de kathedraal van Antwerpen. Zijn integrale uitvoering van de 32 pianosonates van Ludwig Van Beethoven bezorgde hem de titel poëet van het klavier. In 1920 werd hij pianoleraar aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium van Antwerpen, een functie die hij bijna veertig jaar zou uitoefenen. Hij gaf les aan o.a. André Cluytens, Denise Tolkowsky, Walter Crabeels, Frans Cauwenberghs en Kamiel Cooremans.

25


John Gebruers (1898-1978), componist en stadsbeiaardier. John Gebruers was van 1925 tot 1968 beiaardier van de Onze-LieveVrouwekathedraal. Geen enkele andere beiaardier luidde zo lang de klokken van de kathedraal. © François De Heel

Keer terug door dezelfde gang langs de overzijde (rij 5). Joris Minne (1897-1988), beeldhouwer, tekenaar en graficus. Het grafmonument is van zijn hand. Samen met onder andere Masereel was hij een vernieuwer van de Vlaamse graveer- en houtsnijkunst. in 1969 werd hij voorzitter van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone kunsten van België. In het Middelheim vindt u zijn ‘Scheldemonument’.

Armand Preud’homme (1904-1986), componist. Armand Preud’homme is bekend van de liederen Kempenland en Susa Nina en van de operettes Bengel en Op de purpere heide. Hij schreef ook zangspelen en missen. Hij heeft enorm veel gedaan voor de erkenning van het Vlaamse volkslied. 26


27

© François De Heel


Neel Van Cakenberghe (1907-1984), poppenspeler en bezieler van het Antwerpse poppentheater De Poesje. Neel Van Cakenberghe baatte de oudste poppenkelder van Antwerpen uit: De Poesje. Dit Antwerpse poesjenellentheater speelt al meer dan 150 jaar volks poppentheater voor volwassenen in de Repenstraat nabij het Vleeshuis. Onder meer Hendrik Conscience (p. 20) bezocht regelmatig voorstellingen van De Poesje.

Willem De Meyer (1899-1983), zangleraar. In 1933 organiseerde Willem De Meyer het eerste Vlaams Nationaal Zangfeest. Later startte hij het Vlaams Nationaal Zangverbond, dat in 1948 werd omgedoopt tot Algemeen Nederlands Zangverbond.

Maurice Gilliams (1900-1982), dichter en schrijver. Elias of het gevecht met de nachtegalen is wellicht het bekendste werk van Maurice Gilliams. Hij schreef altijd autobiografisch, zoals over zijn mislukte huwelijk met de frigide GabriĂŤlle Baelemans. In de tuin van het Elzenveld in Antwerpen staat een borstbeeld van hem van beeldhouwer Rik Poot.

28


5

De hoes van het album Captain Disaster uit 1969.

Ferre Grignard (1939-1982), plastisch kunstenaar en zanger. Ferre Grignard stond bekend om zijn wilde en nonchalante levensstijl. Vanaf eind jaren 1950 kreeg hij bekendheid in het Antwerpse artiestenmilieu. Platenbaas Hans Kusters ontdekte hem in 1964. De hit Ring, ring, I’ve got to sing betekende zijn doorbraak. Latere hits waren Yellow you, yellow me en What shall we do with a drunken sailor. Dit laatste lied wordt nog steeds in jeugdbewegingen gezongen. Als schilder debuteerde hij met landschappen. Later schilderde hij figuren die krachtig en expressief waren. Hij stierf aan kanker. Op het monument staat enkel Grignard, omdat hij herinnerd wilde worden als plastisch kunstenaar en niet als zanger. Ferre was een graag geziene gast in het Antwerpse jazzcafÊ De Muze op de Melkmarkt. Daar hangt nog steeds een groot portret van hem aan de muur.

29


Paul De Vree (1909-1982), experimenteel schrijver en dichter, en medestichter van filmmaatschappij Fugitive Cinema.

Renaat Verbruggen (1909-1981), architect, baritonzanger en directeur van de Koninklijke Vlaamse Opera van Antwerpen. Samen met Rie Haan en Marc Appel tekende hij de plannen voor de Stadsschouwburg op het Theaterplein.

Jan Cox (1920-1980), schilder. Het beeld op zijn grafmonument is van Etienne Desmet.

Ga op het einde van de rij naar rechts en sla rij 7 in. Voorbij de volgende gang op het tussenstuk rechts ziet u: Willem Kersters (1929-1998), componist en musicus. Kerstens werd verast, hij ligt hier dus niet begraven. Het herdenkingsmonument is van beeldhouwer Robert Vandereycken.

Ga vervolgens rechts en sla rij 7 in. Gust Gils (1924-2002), jazzgitarist, schrijver en medeoprichter van het avant-gardistische tijdschrift Gard Sivik. 30


Freddy De Vree (1939-2004), dichter, kunstcriticus, biograaf, vertaler en producer voor Radio 3, het huidige Klara.

Frans Baudouin (1920-2005), conservator en kunsthistoricus. Dankzij Frans Baudouin verkregen vooral het Rubenshuis en Openluchtmuseum Middelheim internationale faam. Verder werd hij beschouwd als een van de grootste Rubenskenners. Hij was de stuwende kracht achter het Rubenianum, het centrum voor Rubensstudie, en de bezieler van het Rubensjaar in 1977.

Aan uw rechterzijde op rij 6 ziet u: Nic Van Bruggen (1938-1991), dichter en stichter van het dichtersgenootschap Pink Poets.

Cara Van Wersch (1913-2000), actrice. Cara Van Wersch schitterde niet alleen op de planken, maar ook in films zoals Bruges La Morte, de Komst van Joachim Stiller en tv-series als onder andere De collega’s en in de rol van tante Cara in Kapitein Zeppos.

31


6

Op haar grafmonument staan de drie kariatiden uit Een Griekse tragedie.

Nicole Van Goethem (1941-2000) tekenares, cartoonist en Oscarwinnares. Als cartoonist werkte Nicole Van Goethem mee aan de films Tarzoon, Shame of the Jungle, The Missing Link en Jan zonder Vrees. Haar bruisende persoonlijkheid stond garant voor fantasierijke producties, doorspekt met aanstekelijke humor. Haar eerste animatiefilm, Een Griekse tragedie, werd overladen met prijzen, waaronder een Oscar voor Beste Korte Animatiefilm (1986). Met zachte humor toont ze in de film begrip voor de menselijke zwakheden. In 1986 verschijnt Vol van gratie, die genomineerd werd voor de Gouden Palm voor beste kortfilm op het filmfestival van Cannes. Ze werkte ook voor het Franse satirische tijdschrift Hara-Kiri en het vrouwenblad Mimo.

WIST U DAT‌ Nicole Van Goethem nog steeds de enige Belgische Oscarwinnaar is? Ze kreeg haar gouden beeldje in 1986 voor haar animatiefilm Een Griekse Tragedie. 32


7

Een tekening van een Pegasos, het gevleugelde paard uit de Griekse mythologie, siert zijn graf. Het symboliseert de creatieve kunst en verwijst ook naar het geloof van Ost, die zijn hele leven geboeid was door paarden.

Albert Szukalski (1945-2000), schilder, beeldhouwer en assemblagekunstenaar. Albert Szukalski verbleef en werkte enige tijd in de Death Valley-woestijn in de Verenigde Staten, waar hij een beeldenpark aanlegde. Hij staat bekend om zijn spookfiguren. De spoken in het Elzenveld en Openluchtmuseum Middelheim zijn van zijn hand.

Alfred Ost (1884-1945), kunstschilder en graficus. Alfred Ost stelde zijn kunst ten dienste van het volk. Zo zette hij zich met zijn tekeningen in voor het Mechelse erfgoed en verkocht hij tijdens WOI prentbriefkaarten voor noodlijdende Belgen. Door de oorlog werd zijn wereldbeeld almaar pessimistischer, wat zich uitte in zijn droevige schilderijen. Voor hem was de kunstenaar slechts een werktuig van god. Veel van zijn werken werden niet gesigneerd of weggeschonken, zoals de muurschilderingen in het Xaveriuscollege in Borgerhout.

33


Pol Mara (1920-1998), schilder, tekenaar en lithograaf. De faam van kunstschilder Pol Mara reikt tot ver buiten onze landsgrenzen. Hij studeerde in Antwerpen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten. In het begin van zijn carrière stortte hij zich op het surrealisme, vervolgens op de lyrische abstractie. Vanaf de jaren 60 waagde hij zich aan popart, maar zonder het vluchtige, het decadente. Mara was enkel in schoonheid geïnteresseerd. Om gezondheidsredenen verbleef hij vaak in de Provence. In het kasteel van Gordes staan 200 werken tentoongesteld in het Musée Pol Mara. Filip Tas (1918-1997), fotograaf. Filip Tas was fotograaf van 1936 tot aan zijn dood. Hij liet ongeveer 30 000 foto’s na, de meeste in zwart-wit. Hij was zeer veelzijdig: reportages, gebouwen, beroemde of anonieme mensen, landschappen en sferen. Voor grote magazines trok hij op reportage naar Afrika, Zuid-Amerika, het Verre Oosten en de Sovjet-Unie. Tas maakte ook veel foto’s op binnen- en buitenlandse begraafplaatsen. Hij is de auteur van onder meer R.I.P. Funeraire monumenten van beroemde Vlamingen. © Letterenhuis

34


8

© Letterenhuis

Herman de Coninck in legerdienst (1967) © Letterenhuis

Herman de Coninck (1944-1997), dichter, schrijver en redacteur. Herman de Coninck studeerde Germaanse filologie in Leuven. In 1969 debuteerde hij als dichter met Lenige Liefde, waarvoor hij de Yang-prijs en de Prijs van de Provincie Antwerpen ontving. Hij stond bekend als ‘de man die zijn volk poëzie leerde lezen’. Vanaf 1970 werkte hij als redacteur voor het weekblad Humo. In 1983 verliet hij Humo om hoofdredacteur te worden van het Nieuw Wereldtijdschrift, het eerste blad in Vlaanderen dat een kruising was tussen journalistiek en literatuur. De Coninck was ook een uitbundige brievenschrijver. Hij bewaarde alle brieven die hij ontving en maakte een kopie van de brieven die hij schreef. Na zijn dood liet hij circa 15 000 brieven na. KUL-hoogleraar Hugo Brems stelde hieruit een bundel samen: Een aangename postumiteit. In 1997 bezweek hij aan een hartstilstand in Lissabon. Op het voetpad in de Portugese hoofdstad is een tegel geplaatst met zijn naam, geboorte- en sterfdatum. De Coninck was getrouwd met schrijfster Kristien Hemmerechts. 35


Vic Gentils (1919-1997), beeldhouwer en schilder. Vic Gentils maakte onder meer de (borst)beelden van burgemeesters Lode Craeybeckx (p. 52), Camille Huysmans (p. 53) en Leo Delwaide (p. 52).

Lea Daan (1906-1995), danseres en choreografe.

Karel Goeyvaerts (1923-1993), componist en producent bij de toenmalige BRT.

Renier Van der Velden (1910-1993), componist en muziekprogrammeur bij de toenmalige BRT.

Denis Dolphyn (1902-1992), schilder en aquarellist en broer van Victor.

Victor Dolphyn (1909-1992), schilder, grafisch ontwerper, illustrator en striptekenaar. Victor Dolphyn was de schoonzoon van schrijver Willem Elsschot (p. 54) en de broer van kunstschilder Denis.

36


Karel Van den Heuvel (1913-1991), kleurenexpressionist. Zijn grafmonument heeft de vorm van een schilderij dat opgespannen wordt.

Remy Cornelissen (1913-1990), beeldhouwer en graficus.

Roger Avermaete (1893-1988), dichter en schrijver.

Steek het perk schuin over naar het grote vrouwenbeeld, rechts ziet u: Mike Zinzen (1932-2013), jazzmuzikant. Mike Zinzen vervulde een niet te onderschatten rol in het Antwerpse culturele leven en in de jazzscène in het bijzonder. Hij begon in de jaren 1950 naam te maken als saxofonist. Zinzen was uitbater van de jazzclubs Gard Sivik, De Mok en Sibemol. Hij speelde regelmatig in jazzcafé De Muze en maakte ook een tijd lang deel uit van het BRT-jazzorkest.

Paule Pia (1920-2011), kunstfotografe en schilderes. Paule Pia was een van de eerste vrouwelijke modefotografen in Vlaanderen. Ze ontwikkelde een nieuwe, eigen stijl, waarbij ze haar zwart-witfoto’s overschilderde. Haar echte naam was Paule Colfs. 37


9

Š Herman Selleslags

La Esterella (1919-2011), zangeres. Esther Lambrechts, beter bekend als La Esterella, was een Vlaamse zangeres die internationale successen boekte. Ze was naaister van beroep. Charly Schleimovitz, haar latere echtgenoot en manager, merkte haar op tijdens een zangwedstrijd. Hij regelde niet alleen de zakelijke afspraken, maar leerde haar ook het vak. Tijdens de Tweede Wereldoorlog trad La Esterella noodgedwongen op in Duitsland, waar ze die Kanone werd genoemd. In 1948 zong ze als eerste Vlaamse voor de Britse BBC. Ze brak ook door in andere Europese landen, zoals Frankrijk, Noorwegen en Tsjechoslowakije. In 1953 kreeg ze een platencontract en begon ze in het Nederlands te zingen. In dat jaar verscheen Oh Lieve Vrouwe Toren, dat onmiddellijk een hit werd. Na het overlijden van Charly Schleimovitz stopte ze met zingen. Maar in 1982 maakte ze haar comeback in het programma Vragen staat vrij van presentator Jos Baudewijn. Ze kreeg hierop zulke goede reacties dat ze besloot om opnieuw op te treden. Ze groeide in haar tweede carrière uit tot een gevierde volkszangeres. In 1988 verscheen haar laatste album: Liedjes die ik graag zong. Haar bekendste nummers: Voor een kusje van jou, Alle moeders, Ave Maria, Arrivederci Roma, De dag dat ons kindje komt en Het lied van Lima.

38


Leopold Van Esbroeck (1911-2010), beeldhouwer. Het beeldhouwwerk Moeder Netje, hoofdfiguur uit de roman Moeder, waarom leven wij? van auteur Lode Zielens, is van zijn hand. Het monument bevindt zich aan de zijkant van de Sint-Andrieskerk in Antwerpen.

39

Š François De Heel


10

© Letterenhuis

Nonkel Bob met copresentatrice Tante Ria (Mimi Peetermans) (© Michiel Hendryckx)

40

Bob Davidse (1920-2010) zanger, presentator, gitarist. Bob Davidse stond beter bekend onder zijn koosnaam Nonkel Bob, waarmee hij in de jaren 1950 en 1960 verschillende jeugdprogramma’s op de BRT presenteerde. Zijn bekende lied Vrolijke vrienden wordt nog steeds volop gezongen in scholen en jeugdbewegingen. In 1944 huwde hij Annie Vermeulen, met wie hij een zangduo vormde. In 1955 kreeg hij een zoon, de latere stemcoach David Davidse. Tussen 1955 en 1985 presenteerde hij als Nonkel Bob programma’s op de Vlaamse televisie. Copresentatrices waren Paula Semer, Lieve Simoens, Mimi Peetermans en Terry Van Ginderen. Later was Bob Davidse producent Jeugd van de BRT. In deze rol stond hij aan de wieg van de jeugdseries Merlina, Carolientje en Kapitein Snorrebaard. Zijn zangboekjes met gitaarakkoorden zijn nog steeds vermaard. Vele latere beroemdheden leerden hiermee gitaar spelen.


11

Jef Nys (1927-2009), striptekenaar. Jef Nys was de geestelijke vader van stripfiguur Jommeke. Hij wilde eerst technisch tekenaar worden, maar zijn leraar op de technische school verwees hem naar het kunstonderwijs. Voor zijn carrière van start ging, droomde hij ervan om voor Walt Disney te werken. Disney Studios was onder de indruk van zijn sollicitatie, maar kon hem geen functie aanbieden. Nys publiceerde eerst in ’t Pallieterke en later in Kerk & Leven. Jommeke werd een overdonderend succes toen de strip in 1958 naar het dagblad Het Volk verhuisde. Het betekende de start van meer dan 250 albums. In 1997 verscheen Jommeke op een postzegel en kreeg hij een standbeeld in Middelkerke. Zijn albums verschijnen ook in het Duits en Chinees, en binnenkort in het Indonesisch. Er vlogen al bijna 50 miljoen Jommekes over de toonbank. Kinderen baas is het best verkochte Jommekesalbum ooit.

Jef Nys © Ballon Media, 2013

41


Marcel van Maele (1931-2009), dichter en beeldhouwer.

Jean-Marie Berckmans (1953-2008), schrijver. Jean-Marie Berckmans schreef al sinds de jaren 1960. Café De Raaf nog steeds gesloten, As op jazzwoensdag, Het zomert in barakstad en Je kunt geen twintig zijn op suikerheuvel behoren tot zijn bekendste werken.

Georges Van Cauwenbergh (1929-2007), schrijver en dé stadsgids van Antwerpen. Hij noemde zichzelf beroepsantwerpenaar.

WIST U DAT… De politici Camille Huysmans (p. 53), Frans Van Cauwelaert (p. 50) en Louis Franck (p. 60), de zogenaamde drie kraaiende hanen die streden voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit, alle drie op het Schoonselhof begraven liggen?

42


12

Š Letterenhuis

Op het grafmonument ziet u een wijnstronk die de cyclus van het leven voorstelt: in de winter is hij dor, in het voorjaar draagt hij bloemen en later druiven.

Julien Schoenaerts (1925-2006), acteur. Julien Schoenaerts wordt beschouwd als een van de grootste Vlaamse acteurs. Hij volgde een theateropleiding aan de toenmalige Studio van het Nationaal Toneel, Studio Herman Teirlinck. Tussen 1951 en 1962 speelde hij in de Koninklijke Nederlandse Schouwburg van Antwerpen. Daarna week hij uit naar Nederland. Vanaf 1968 toerde Schoenaerts door Vlaanderen met toneelstukken als De Huisbewaarder van Harold Pinter en De Kleine Prins. In 1955 maakte hij zijn filmdebuut in Meeuwen sterven in de haven. Zijn bekendste filmrollen waren die van Pieter De Coninck in De leeuw van Vlaanderen en bisschop Antoon Stillemans in Daens. In 2008 werd op het plein aan de Kerkstraat in Antwerpen een beeld van hem onthuld. De filmcarrière van zijn zoon Matthias scheert internationale toppen.

43


© Letterenhuis

44

De teksten op het monument lijken alsof ze in chocolade zijn uitgevoerd.

Hubert Lampo (1920-2006), schrijver, redacteur en kunstcriticus. Hubert Lampo werkte als redactielid voor het Nieuw Vlaams Tijdschrift en De Volksgazet. Enkele van zijn bekendste werken zijn Hélène Defraye, De ruiter op de wolken, De goden moeten hun getal hebben en De komst van Joachim Stiller, waarvoor hij in 1963 de Driejaarlijkse Staatsprijs ontving.

Hans Burie (1940-2000), meester-chocolatier. Hans Burie werd beroemd met zijn handgemaakte pralines en kunstwerken in chocolade en marsepein. Met zijn chocoladewerken speelde hij in op de actualiteit in Antwerpen en België. In Antwerpen lanceerde hij de chocoladediamant als aanvulling op het Antwerpse handje. De sjeik van Dubai nodigde hem uit om in de oliestaat een filiaal te openen. Zijn winkel in de Korte Gasthuisstraat is voor toeristen nog steeds een topadres.


Mon De Clopper (1922-1998), organisator van Vlaamse zangfeesten en voorzitter van de Vlaamse Kameropera.

Michel Oukhow (1926-1997), voordrachthouder en voorzitter van het Humanistisch Verbond Antwerpen.

Valeer Portier (1913-1988), voorzitter van het Algemeen Nederlands Zangverbond.

Walter Van den Bergh (1909-1982), directeur van de Zoo van Antwerpen. Een nieuwbouw voor de apen, een dolfinarium, een aquarium, een reptielengebouw, een nieuw onderkomen voor de roofvogels en de Koningin Elisabethzaal: het werd allemaal onder zijn bewind opgericht.

Verlaat perk R en ga naar rechts naar het rondpunt.

45


13

Š Letterenhuis

Leopold De Wael (1821-1892), burgemeester van Antwerpen (1872-1892). Leopold De Wael zette de modernisering van Antwerpen verder. Onder zijn burgemeesterschap werden de Scheldekaaien rechtgetrokken en veel dokken voltooid, waardoor de Antwerpse haven sterk werd uitgebreid. Het gevolg was wel dat het oudste stuk van Antwerpen van de kaart werd geveegd, met uitzondering van het Steen. Verder werden het Museum voor Schone Kunsten, het Stuivenbergziekenhuis, het Gerechtshof, de Nationale Bank, de Nederlandse Schouwburg en het Atheneum tijdens zijn ambtsperiode opgericht. Twee jaar na zijn overlijden herdoopte het stadsbestuur de Volksplaats, waar het Museum voor Schone Kunsten zich bevindt, in Leopold De Waelplaats. Het grafmonument van de hand van de broers Joris en Eugene Geefs vereeuwigt de ex-burgemeester en zingt de lof van het bloeiende Antwerpen.

46


Als u aan de voorzijde van het monument De Wael staat, gaat u schuin naar links, naar perk N: het ereperk van de stad Antwerpen. U wandelt recht op het graf van:

14

© Letterenhuis

Gerard Walschap (1898-1990), schrijver. Gerard Walschap wilde eerst priester worden, maar vlak voor hij de eerste wijdingen moest ontvangen, stopte hij ermee. De romankunst interesseerde hem meer. Hij debuteerde met Waldo. Walschap schreef ook De familie Roothooft, Een mens van goede wil, Zuster Virgilia en Houtekiet. Bij de publicatie van Adalaïde kreeg hij tot zijn grote verbazing heel katholiek Vlaanderen over zich heen. Kort voor zijn dood zei hij: “Ik ben trots op mijn werk, want ik heb mijn ambitie verwezenlijkt. Ik heb grootse dingen gedaan en volkeren bekeerd, zij het niet diegene, die ik als kind voor ogen had, maar ik heb mijn voorgenomen martelaarschap en heldhaftigheid waargemaakt: ik heb alles gezegd wat ik te zeggen had, op een mooie manier, en daarvoor op mijn kop gekregen, vijftig jaar lang.” 47


Links op de buitenrij: Emiel Wambach (1854-1924), componist van onder meer de opera Quinten Matsys, directeur van het Koninklijk Muziekconservatorium van Antwerpen.

Pol De Mont (1857-1931), schrijver, dichter en conservator van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. Nadat hij zijn carrière begon als leerkracht, werd hij in 1904 benoemd tot conservator van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. In 1919 nam hij ontslag na beschuldigingen van activisme. Hij werd hoofdredacteur van De Schelde, een Vlaamsgezinde krant, met onder meer Paul van Ostaijen (p. 56) en Alice Nahon (p. 62) als medewerkers.

Jef van Hoof (1886-1959), componist en directeur van het Koninklijk Muziekconservatorium van Antwerpen. Net als Peter Benoit (p. 4) was Jef van Hoof een grote aanhanger van de Vlaamse muziekbeweging. Vanaf 1906 componeerde hij zijn eerste Vlaamse strijdliederen. In 1942 werd hij benoemd tot directeur van het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium, maar na de Bevrijding werd hij afgezet en veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf. Op zijn graf staat een koperen notenbalk van het lied Daar is maar één Vlaanderen en ‘t is Diets. 48


Aan uw rechterzijde: Jos Van Eynde (1907-1992), minister van Staat, covoorzitter van de toenmalige Belgische Socialistische Partij en hoofdredacteur van De Volksgazet. Wegens zijn kras en onverbloemd taalgebruik werd hij ook wel eens ‘Kop van Eynde’ of ‘De polderbizon’ genoemd.

Links op de buitenrij: Gaston Burssens (1896-1965), expressionistisch dichter en schilder. Gaston Burssens was goed bevriend met Paul van Ostaijen (p. 56). Ze zagen elkaar bijna dagelijks in hun stamcafé De Hulstkamp op de De Keyserlei. Na de dood van van Ostaijen gaf Burssens zijn onuitgegeven werk uit.

Iets verderop links, onder enkele struiken: Floris Jespers (1889-1965), schilder en beeldhouwer. Floris Jespers werd geboren in een Antwerps kunstenaarsgezin. Zijn vader Emile was beeldhouwer, net als zijn broer Oscar. De broers vormden samen met Paul van Ostaijen (p. 56) en enkele anderen een groep jonge Antwerpse kunstenaars. 49


Wandel rechtdoor, in de uiterste hoek van het ereperk ziet u:

Frans Cauwelaert als kamervoorzitter op bezoek in Limoges in 1940.

Frans Van Cauwelaert (1880-1961), burgemeester van Antwerpen (1921-1932), minister, Kamervoorzitter en medeoprichter van de krant De Standaard. Onder zijn bestuur kwamen de eerste Scheldetunnels en de uitbouw van het stadsgrondgebied tot stand. Hij was een van de drie kraaiende hanen in de strijd voor de vernederlandsing van de Gentse Rijksuniversiteit in 1910.

Wandel naar rechts. Aan uw rechterzijde: Het monument stelt de vier Antwerpse hoofdkerken voor: Sint-Paulus, Sint-Jacobs, Sint-Andries en Carolus Borromeus.

Mia Van Cauwelaert (1911-1988), schepen. Mia Van Cauwelaert stond als schepen aan de wieg van de Rubensmarkt, de Groothandelsmarkt en het Sint-Annabos. Op haar verzoek werd ze in de nabijheid van haar vader begraven.

Links tussen de Van Cauwelaerts: Paul Willem Segers (1900-1983), schepen en minister.

50


51

© François De Heel


Leo Delwaide (1897-1978), waarnemend burgemeester (1940-1944 en 1976), schepen en volksvertegenwoordiger. Leo Delwaide was advocaat en politicus. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij oorlogsburgemeester van Groot-Antwerpen. In zijn beleid stond tot eind 1942 een tegemoetkoming aan Duitse wensen centraal. Dit resulteerde in administratieve hervormingen en een verregaande samenwerking met de Duitse bezetter, onder andere op het vlak van de Jodenvervolging. Begin 1944, zes maanden voor D-Day, nam hij ontslag.

15

© Letterenhuis

Lode Craeybeckx (1897-1976), burgemeester van Deurne (1933-1937), burgemeester van Antwerpen (1947-1976) en volksvertegenwoordiger. Lode Craeybeckx was een van de belangrijkste architecten van het naoorlogse Antwerpen. Zijn flamingantisme ging samen met zijn socialistische bewogenheid en maatschappijvisie. Hij was een van de voorvechters van een universiteit in Antwerpen en hij was de grote bezieler van het Openluchtmuseum Middelheim. Frans Detiège (1909-1980), burgemeester van Antwerpen (1976), schepen, volksvertegenwoordiger en vader van exburgemeester Leona Detiège.

In de uiterste hoek van het ereperk voor u: 52


Camille Huysmans (1871-1968), burgemeester van Antwerpen (1933-1940, 19441946), Kamervoorzitter, minister en eerste minister. Camille Huysmans was in 1910 een van de drie kraaiende hanen in de strijd voor de vernederlandsing van de Gentse Rijksuniversiteit. © Letterenhuis

Aan de overzijde rechts van Camille Huymans: Willem Eekelers (1883-1954), directeur van De Volksgazet, schepen, minister en waarnemend burgemeester van Antwerpen (19461947). Wandel rechtdoor, in het midden van het volgende perkgedeelte: Rika De Backer (1923-2002), minister van Nederlandse Cultuur en Vlaamse Zaken. Ze was de eerste vrouw die een volwaardig ministerambt bekleedde.

Aan de linkerzijde: Ridder Pieter Smidt van Gelder (1878-1956), papierfabrikant en kunstmecenas. Dankzij een enorme erfenis kon Ridder Pieter Smidt van Gelder zich al op 30-jarige leeftijd volop wijden aan zijn twee grote passies: kunst en reizen. In 1937 kocht hij een bijzonder mooie belle époquewoning op de Belgiëlei, die hij liet verbouwen tot privémuseum. In 1949 schonk hij dit museum aan de stad Antwerpen. Het museum is momenteel gesloten. 53


Wandel terug en ga achter de beplanting naar links. Ga in de volgende gang opnieuw linksaf. Aan de linkerzijde:

16

Het bronzen beeld van Willem Elsschot op het Mechelseplein.

54


Willem Elsschot (1882-1960), schrijver. Alfons de Ridder, beter bekend onder zijn pseudoniem Willem Elsschot, werd geboren in een bakkersgezin. In het Atheneum van Antwerpen kreeg hij les van onder meer Pol De Mont en ontdekte hij zijn liefde voor literatuur. In zijn jeugd bezocht de kleine Alfons de Ridder tijdens de zomervakanties vaak zijn oom in het landelijke Blauberg, een gehucht van Herselt. Hij ging er graag wandelen in het gebied Helschot, tussen Blauberg en Veerle. Hij zou later zijn schrijversnaam aan deze plaats ontlenen. Elsschot oefende verschillende beroepen uit: handelscorrespondent, redacteur en oprichter van een reclamebureau. Zijn bekendste werken zijn Villa des Roses, Kaas, Lijmen/Het Been, en Het dwaallicht. Op de dag van zijn overlijden ontving hij de Staatsprijs ter bekroning van zijn schrijversloopbaan. Op het Mechelseplein in Antwerpen staat een bronzen standbeeld van Elsschot.

WIST U DAT‌ Jeanetta Jozefina Scheurwegen, de echtgenote van schrijver Willem Elsschot, een dag na haar man overleed? Ze werden samen begraven. 55


Aan de rechterzijde:

17

In 1996 maakte Wilfried Pas een bronzen beeld van de schrijver. Het bevindt zich op een met bomen omringd pleintje aan de Minderbroedersrui in Antwerpen, vlak bij het Letterenhuis.

Paul van Ostaijen (1896-1928), dichter en schrijver. Al op de middelbare school werd Paul van Ostaijen als een probleemgeval beschouwd. In juli 1913 werd hij van school gestuurd. Een paar maanden later ging hij aan de slag als bediende op het Antwerpse stadhuis. Hij begon het Antwerpse uitgaansleven te verkennen en flaneerde als dandy door de Antwerpse lanen. Als overtuigd flamingant raakte hij betrokken bij het activisme en in november 1917 werd hij veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf wegens het uitfluiten van kardinaal Mercier. Na de Eerste Wereldoorlog vluchtte hij naar Berlijn. Daar kwam hij in contact met literatoren en kunstenaars van het dadaĂŻsme en het expressionisme. Zijn gedichten vormen nog steeds een grote inspiratiebron. Hij stierf op amper 32-jarige leeftijd aan tuberculose in het Ardense dorpje MiavoyeAnthĂŠe, waar hij begraven werd. In 1952 kreeg hij hier zijn definitieve rustplaats onder het kunstwerk De Luisterende Engel van Oscar Jespers.

56


Zijn typografisch expressionistische Boem Paukenslag is een van de bekendste gedichten die verschenen in de bundel Bezette Stad.

57


© François De Heel

August Van Cauwelaert (1885-1945), romanschrijver, essayist, dichter, rechter en broer van politicus Frans Van Cauwelaert. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog gaf August Van Cauwelaert zich als vrijwilliger op voor het Belgische leger. Hij raakte zwaargewond in de loopgraven van Passendale. Als dichter werd hij beïnvloed door Karel van de Woestijne en Guido Gezelle.

Lode Zielens (1901-1944), schrijver van onder meer Moeder, waarom leven wij? De inslag van een V-bom maakte een vroegtijdig einde aan zijn leven. Hij publiceerde realistische sociale romans en behoort daardoor tot de vernieuwers van de Vlaamse literatuur.

Emiel Vloors (1871-1952), kunstschilder en directeur van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (1923-1936). Zijn echtgenote Louise Laridon (18881943) schilderde figuren, bloemen en landschappen. Aan de overzijde: 58


Lodewijk Mortelmans (1868-1952), componist en directeur van het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium van Antwerpen.

Ga naar de rechtse hoek van het ereperk. Aan de ingang:

18

Marnix Gijsen (midden) tijdens een betoging in Halle. (© Letterenhuis)

Begrafenis Marnix Gijsen met o.a. Gerard Walschap, Jos Vandeloo en Bert Decorte. (© Letterenhuis)

Jan Albert Goris (1899-1984), dichter en schrijver. Jan Albert Goris, beter bekend als Marnix Gijsen, is de auteur van onder meer Joachim van Babylon, Klaaglied om Agnes en De vleespotten van Egypte. Gijsen begon zijn letterkundige carrière als dichter bij de expressionistische groep rond het literaire tijdschrift Ruimte. Paul van Ostaijen vormde een belangrijke inspiratiebron voor hem. Daarnaast werkte hij voor het gemeentebestuur van Antwerpen, de rijksadministratie in Brussel, en in New York als Belgisch Commissaris voor Informatie. Als De Stem uit Amerika verzorgde hij in die periode een wekelijks radiopraatje op Radio 1.

59


Daarnaast links: Jan Van Rijswijck (1853-1906), burgemeester van Antwerpen (1892-1906). Als burgemeester vervlaamste Jan Van Rijswijck het openbare leven en droeg hij bij tot de verfraaiing van Antwerpen. Hij werd ‘onze Jan’ genoemd en was razend populair. Hij was overtuigd flamingant: in een periode dat het gebruik van de Nederlandse taal niet evident was, zette hij zich in voor het gebruik van het Nederlands in de Antwerpse rechtbanken.

Louis Franck (1868-1937), Antwerps jurist, politicus, liberaal van Joodse afkomst. Louis Franck was een van de drie kraaiende hanen die streden voor de vernederlandsing van de Gentse rijksuniversiteit in 1910. Na de grote oorlog werd hij minister van Koloniën, stichtte de Koloniale Hogeschool en liet spoorlijnen in Kongo aanleggen. Vanaf 1926 werd hij gouverneur van de Nationale Bank van België. In de linkerhoek: Mark Macken (1913-1977), beeldhouwer en directeur van de Academie voor Schone Kunsten. Macken maakte onder meer het metalen beeld De Veerman, dat op de dijk staat in Sint-Amands aan de Schelde. Wandel iets verder rechts: 60


Het grafmonument stelt de drie Vlaamse zustersteden voor: de belforten van Brugge en Gent, en de kathedraal van Antwerpen.

Renaat Veremans (1894-1969), dirigent en componist.

Frans Van Kuyck (1852-1915), kunstschilder en schepen. In 1913 lanceerde Frans Van Kuyck de Antwerpse Moederdag op 15 augustus, de feestdag van Maria, de patrones van Antwerpen. Hij deed dit om de familiale waarden te herstellen, die volgens hem verloren waren gegaan door de toenemende modernisering.

© François De Heel

Victor Desguin (1838-1919 Kiel), arts en schepen. Als schepen van Onderwijs richtte Victor Desguin nieuwe scholen en bibliotheken op. Hij was twee keer waarnemend burgemeester van Antwerpen. Maar omdat hij een vrijzinnige liberaal was, weigerde de katholieke regering hem te benoemen.

Hugo Schiltz (1927-2006), gemeenteraadslid, volksvertegenwoordiger, voorzitter van de Volksunie, minister, vicepremier en minister van Staat. De lijfspreuk van Hugo Schiltz was: “Point n’est besoin d’espérer pour entreprendre ni de réussir pour persévérer.” 61


Bereikbaarheid Schoonselhof: Openbaar vervoer: eindhalte tram 24 en bussen 141, 290, 291 en 295 Met de wagen: kruispunt Krijgsbaan met Sint-Bernardsesteenweg, Hoboken

Openingsuren Schoonselhof: Zomertijd: van 8 tot 20 uur Wintertijd: van 8 tot 17.30 uur Na het sluitingsuur zijn de poorten van de begraafplaats gesloten en is de begraafplaats niet toegankelijk.

Om de begraafplaats autoluw te maken, zijn voertuigen toegelaten tot 16 uur.

19

Alice Nahon (1896-1933) verpleegster en dichteres. Alice Nahon komt uit een strenggelovig gezin van 11 kinderen. Ze is wellicht het meest bekend van de versregels van haar Avondliedeke III: “’t is goed in ‘t eigen hert te kijken, nog even vóór het slapengaan, of ik van dageraad tot avond, geen enkel hert heb zeer gedaan, ...” Van haar dichtbundels werden al meer dan 250 000 exemplaren verkocht.

Marnix Gijsen houdt een grafrede op de begrafenis van Alice Nahon. (© Letterenhuis)

Nahon leed aan een chronische bronchitis en bracht meerdere jaren door in sanatoria. Een gedenkplaat siert haar geboortehuis op de Grote Markt 58 in Antwerpen.


Op een tweede eilandje, achteraan:

20

Gedenksteen van Pierre Bruno Bourla op het Sint-Laurentiuskerkhof.

Pierre Bruno Bourla (1783-1866), stadsarchitect (1819-1861). De in Parijs geboren Pierre Bruno Bourla nam deel aan de veldslagen van Napoleon in Duitsland, Spanje en Portugal. Daarna vestigde hij zich in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, waar hij zich verder verdiepte in bouwkunde. Hij restaureerde de kathedraal en het stadhuis. Zijn belangrijkste werk is het neoclassicistische Théatre Royal Français op de Komedieplaats, beter bekend als de Bourlaschouwburg. Hij realiseerde ook het museum en het ingangspaviljoen van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, en de Sint-Laurentiuskerk en de bijbehorende pastorij in de Markgravelei.

(© FelixArchief)

Wandel rechtdoor richting hoofdlaan. Ga naar links en aan het volgende kruispunt naar rechts. Dit is de laan die u naar de uitgang leidt.

63


Depotnummer: D/2020/0306/3 Fotografie: stad Antwerpen, Het letterenhuis, Het FelixArchief, Franรงois De Heel (oa. coverfoto), Koen Broos, Herman Selleslaghs, Michiel Hendryckx en Martine Willems Redactie: stad Antwerpen in samenwerking met Jacques Buermans en Leen Otte Vormgeving en eindredactie: stad Antwerpen Verantwoordelijke uitgever: Tim De Mulder, Grote Markt 1, 2000 Antwerpen

64


WIST U DAT… U het Schoonselhof kan bezoeken met een gids? Jacques Buermans van Het Grafzerkje leidt u graag rond en vertelt u grappige anekdotes en boeiende verhalen. Voorwaarden en inlichtingen: Jacques Buermans Frieslandstraat 4 bus 6 2660 Hoboken jacques.buermans@scarlet.be www.schoonselhof.be www.grafzerkje.be 03 829 16 03

Ook met uw smartphone kan u het Schoonselhof verkennen. Download de Antwerp Museum App en zoek in de rubriek Tours naar ‘Schoonselhof Beroemd’.


BEREIKBAARHEID SCHOONSELHOF: Openbaar vervoer: eindhalte tram 10 en bussen 141, 290, 291 en 295 Met de wagen: kruispunt Krijgsbaan met Sint-Bernardsesteenweg, Hoboken

OPENINGSUREN SCHOONSELHOF: Zomertijd: van 8 tot 20 uur Wintertijd: van 8 tot 17.30 uur Na het sluitingsuur zijn de poorten van de begraafplaats gesloten en is de begraafplaats niet toegankelijk. Om de begraafplaats autoluw te maken, zijn voertuigen toegelaten tot 16 uur.

www.antwerpen.be/schoonselhof

03 740 36 40


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.