ONDERLINGE LIGGING VAN RECHTEN. Definities. 1. Vervolledig de volgende definities. Twee rechten a en b zijn evenwijdig
Twee rechten a en b snijden elkaar
Twee snijdende rechten a en b staan loodrecht op elkaar
Oefeningen. 1. Gebruik de figuur en vul aan tot een ware uitspraak. a) Het snijpunt van y en w is ….. .
b) De rechte w is evenwijdig met ….. .
c) x en y zijn …………………………. rechten. d) v en w zijn …………………………. rechten.
e) y en w zijn …………………………………. rechten. f) v is evenwijdig met ………. . g) x is evenwijdig met y en y is …………………………………. met x. h) A is het ………………………… van x en v.
-1-
2. Gebruik de figuur en vul het juiste symbool in. (Vierhoek KLMN is een rechthoek.)
a) w ….. x
f) x ….. y
b) v ….. y
g) v ….. w
c) p ….. q
h) KS ….. MS
d) y ….. y
i) LS ….. w
e) MN ….. KL
j) KM ….. LN
3. Zeg van de volgende uitspraken of ze waar (W) of niet waar (NW) zijn. Elke rechte is evenwijdig met zichzelf. Je kunt oneindig veel rechten tekenen die evenwijdig zijn met een gegeven rechte en die door een gegeven punt gaan. Twee rechten die loodrecht op elkaar staan, zijn snijdende rechten. Twee samenvallende rechten zijn snijdende rechten. Twee snijdende rechten staan altijd loodrecht op mekaar. Er kunnen oneindig veel rechten getekend worden die door een gegeven punt gaan. Twee loodrechte rechten hebben juist één punt gemeenschappelijk. a en b stellen rechten voor. Als a evenwijdig is met b, dan is b ook evenwijdig met a.
4. Zeg van de volgende uitspraken of ze waar (W) of niet waar (NW) zijn.
-2-
5. Kies het juiste symbool, zodat je een ware uitspraak krijgt.
6. Vul de tabel in.
d(D,F) =
d(K,L) =
d(F,E) =
d(L,M) =
d(D,E) =
d(K,M) =
d(E,E) =
d(K,K) =
d(F,D) =
d(M,L) =
-3-
Eigenschappen. 1. Formuleer telkens de gebruikte eigenschap. Als p // q en r / / q, dan is p // r.
Als p / / q en r
q, dan r
p.
Als p ⊥ x en q ⊥ x, dan p / / q.
Als p ⊥ q en q / / x, dan p ⊥ x.
-4-