Bahamontes 26 / INKIJKEXEMPLAAR

Page 1

#26

Le Grand DĂŠpart


N

in dit nummer

Vrai

S A U CI

UR

RITURE

NO S

S

UP

E

Ouaf

SO

UL LE SE

ÉRIEU

R

120

\4711 COLD CREAM

Pour un siège souple

38

44

128

8 BAHAMONTES

Le Grand Départ #26

14

Musette Een bevoorradingszakje vol brandstof voor onderweg Bahamontes’ Best De keuze van Matthias M.R. Declercq

16

Pedro Delgado Het proloogdebacle van 1989

26

50 jaar, 50 vragen Het ultieme Eddy Merckxinterview

38

Ik vertrek (alleen) Bestaat er iets mooiers dan een renner solo op weg naar de meet?

28

84

45

Column Sven Spoormakers

46

De vloek van Zingem De dodelijkste dag uit de wielergeschiedenis

58

Portfolio Russ Ellis

72

Wout van Aert De hardste kop van het peloton

84

Van Garin tot Geraint Het spiegelpaleis van Le Grand Départ

93 Column Thijs Zonneveld

16

“Na de Vuelta van 1989 zag ik Pedro Delgado een dikke enveloppe overhandigen aan Pjotr Oegroemov. Een collega vroeg aan Delgado wat erin zat en die zei: ‘We hebben elkaar tijdens deze Vuelta beter leren kennen. Pjotr zou graag bij mij op vakantie komen en dus heb ik hem mijn adres gegeven’”

94

Bert Wagendorp Schrijver van De Proloog

104 Ballon d’Alsace De berg die een Tour baarde 116 Kader Kramon selecteert zijn favoriete beeld 118 25 keer aan de start Herinneringen van een ervaringsdeskundige

130 Hilaire Van der Schueren Opsteller in het peloton 142 De rode Lantaarn Fabien De Waele 143 Liefhebber Uit liefde voor de wielertoerist

126 In de voetnoten De parabel van Ángel en Frank

— B E R T WA G E N D O R P 6

7

BAHAMONTES#26


MUSETTE samenstelling Jonas Heyerick

8

Ook de Giro koos in 2002 voor Nederland als startplek voor haar Grande Partenza. Het hele parcours stond dat jaar in het teken van de invoering van de euro, de rechtstreekse aanleiding om het peloton zo veel mogelijk Europese landen te laten doorkruisen. Na de start in Groningen volgden doortochten in België (met een aankomst in Ans en een vertrek in Verviers), Luxemburg, Frankrijk en Duitsland. Uiteindelijk mocht Paolo Savoldelli la maglia rosa aantrekken op het slotpodium in Milaan. De eigenzinnige Italianen hadden ook in 2018 een primeur. Hun Giro was de eerste grote ronde die startte buiten Europa, in Israël. Een gecontesteerde beslissing, niet alleen vanwege

de reputatie van het gastland, maar ook vanwege de logistieke problemen. Probeer maar eens een volledig peloton en de bijhorende karavaan op een dag een paar duizend kilometer te verhuizen. Uiteindelijk kwam Victor Campenaerts in de schaduw van de oude stadsmuren van Jeruzalem twee luttele seconden tekort voor het roze. Dat ging naar Tom Dumoulin. De Vuelta is wat minder kwistig met buitenlandse startplekken. Al wáánden de renners zich in 1971 wellicht in de Far West. Het startschot weerklonk toen namelijk in het adembenemende decor van de woestijn van Tabernas, de plek waar onder andere Sergio Leone zijn spaghettiwesterns met Clint Eastwood filmde.

ND

Record

A

DE DERDE GROOTE SLUITINGSPRIJS BAHAMONTES Geen twee zonder drie. En dus zijn we bijzonder blij u de Derde Groote Sluitingsprijs Bahamontes te kunnen aankondigen. Dit jaar vullen we de prachtige Minardschouwburg in Gent op zaterdag 2 en zondag 3 november. Het wordt opnieuw een avondvullende, hartverwarmende ode aan de koers, met de ingrediënten die van de voorbije twee edities een heerlijk meergangenmenu maakten: grote en kleine namen uit het

peloton, helden en antihelden, keizers der klassiekers en koningen der kermiskoersen, verrassende gasten uit liefde voor de stiel én de muziek. Dat alles gecombineerd met de geur van kettingvet en massageolie, opgewonden geroezemoes bij een zoveelste demarrage of een onverwacht optreden en achteraf, natuurlijk, een pintje aan de toog, koersliefhebbers onder elkaar. U komt toch ook?

TICKETS OP www.bahamontes.be

©©PresseSports

Pas 50 jaar na de eerste Tour trad die voor het eerst buiten de landsgrenzen van Frankrijk. Amsterdam stortte 100.000 Franse frank en kreeg in 1954 de organisatie toegewezen. De Grand Départ in het Olympisch Stadion was een eerbetoon aan de Nederlandse wielerploeg die een jaar eerder het ploegenklassement had gewonnen. Heel Amsterdam keek bij de ploegvoorstelling vooral uit naar de Noord-Brabantse held Wout Wagtmans. Hij kwam in een wijnrode Porsche het stadion binnengereden en liet zich het applaus welgevallen. Ook de volgende dag was dat het geval, al zat Wagtmans deze keer op zijn stalen fiets. Hij won namelijk de openingsetappe in eigen land, het begin van een Amsterdams delirium.

R IN UW AGE

©©Thomas Sweertvaegher

Op onze cover ziet u wat de hotelkamer van Eddy Merckx geweest zou kunnen zijn, op de ochtend van Le Grand Départ du Tour de France in 1969. We gluren binnen – de deur staat uitnodigend open – en zien de legendarische Faema-trui over de stoel hangen, het rugnummer 51 opgespeld, klaar om aangetrokken te worden. Deze foto is getrokken op 22 april 2019, Paasmaandag, in het prachtige Hotel Monasterium in Gent (www.monasterium.be). De trui is een originele Faema-trui gedragen in de Tour van 1969, maar dan wel een van Merckx’ ploegmaat Julien Stevens, die er de rit naar Maastricht in won én er de gele trui mee pakte. Die trui vol geschiedenis mochten we lenen van Diederik Degryse, de man achter Magliamo, het prachtige merk van vintage-wielerkledij (www.magliamo.be). Het applaus is voor Diego Franssens, onze fotograaf die het tafereel zo treffend vast wist te leggen.

Weg van huis

EE

!

COVERSTORY

T NO

Brussel mag, na 1958, voor de tweede keer in de Tourgeschiedenis Le Grand Départ organiseren. Niet alleen een eer, maar ook een record voor buitenlandse startplaatsen. Een record dat de hoofdstad weliswaar moet delen met Luxemburg (1989 en 2002) én Luik (2004 en 2012). Tel daarbij Charleroi in 1975 en je komt aan vijf Grands Départs in België. Daarmee zijn we echter geen

BAHAMONTES#26

recordhouder. Nederland doet namelijk nog eentje beter: Amsterdam (1954), Scheveningen (1973), Leiden (1978), ’s Hertogenbosch (1996), Rotterdam (2010) en Utrecht (2015). Net na België komt Duitsland met vier Grands Départs. Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk hebben er elk twee, Zwitserland, Spanje, Ierland en Monaco tellen er elk een. 9


Pedro Delgado EN HET PROLOOGDEBACLE 16

tekst Edwin Winkels foto’s Jelle Vermeersch

17


50 JAAR

H E T U LT I E M E E D D Y M E R C K X - I N T E R V I E W

50 VRAGEN

26


24

26

Zelfs je ploegmaats gunde je weinig of niks. Het beroemdste voorbeeld is je legendarische ritzege in de Tour van 1969 in Mourenx, dwars door de Pyreneeën. Je won met minuten voorsprong. Maar daarvoor moest je op de Col du Tourmalet wel je eigen ploegmaat Martin Van den Bossche terughalen.

De ritzege in Mourenx was de bevestiging van wat iedereen wist: je zou de Tour van ’69 gaan winnen.

“De avond voordien was ik te weten gekomen dat Martin voor het volgende seizoen al getekend had bij een andere ploeg. Ik was kwaad, ik voelde me verraden. Daarom ging ik achter hem aan. Kinderachtig van mij, besef ik nu.” (P-magazine, juni 2014)

25 Die wil om altijd en overal te winnen, leverde je de bijnaam ‘De Kannibaal’ op.

“Die bijnaam werd verzonnen door de dochter van een ex-ploegmaat, Christian Raymond. We stonden net voor de start van een koers in Bretagne een praatje te slaan toen zijn 12-jarige dochter hem goeien­ dag kwam zeggen. Hij stelde me voor: ‘Dat is Eddy Merckx, de collega die niks aan ons overlaat.’ Waarop zijn dochter zei: ‘Aha, c’est un cannibal.’ Vanaf dan is Christian me ‘le Canni’ beginnen te noemen. Maar pas na mijn carrière is die bijnaam algemeen verspreid geraakt.” (The Guardian, 2011)

“20 juli 1969 is voor mij nog steeds de mooiste herinnering uit mijn loopbaan. Een droom die uitkwam, ik won de Tour 30 jaar na de laatste Belgische Tourzege. Ik kan me nog zo het moment dat ik de Vélodrome van Vincennes binnenreed voor de geest halen. Al dat volk! En maar roepen: ‘Eddy! Eddy! Eddy!’

Renners zeggen vaak dat ze het publiek niet horen – dat klopt, vaak ben je te gefocust – maar daar hoorde ik het maar al te goed. Het was een langgerekte geluidsexplosie van 25.000 uit­ zinnige mensen die mijn naam schreeuwden. Kijk, ik krijg weer kippen­ vel als ik eraan terugdenk.”

27 Uw debuut bij de profs was in een Ardennenklassieker.

“Op 1 mei 1965, de Waalse Pijl. Ik was nog milicien: ik stond in voor het onderhoud van het Klein Kasteeltje. Je denkt nu misschien dat alles bij mij vanzelf is gegaan, maar toen ik wereldkampioen werd bij de amateurs, in 1964, was ik vooral ongerust: ik had alles opgegeven voor het wielrennen, terwijl veel van die ex-amateurwereldkampioenen het nooit waarmaakten bij de profs. Pas toen ik in ’66 Milaan-Sanremo won, besefte ik dat ik van wielrennen mijn beroep kon maken.” (Humo, 2014)

28 Je won Milaan-Sanremo in totaal zeven keer. Nog steeds een record, en wellicht een voor de eeuwigheid?

“Men zegt altijd dat MilaanSanremo een loterij is. Mijn erelijst bewijst dat dat zever is. Zeven zeges op tien deelnames: dan kan je die koers toch geen kansspel noemen? Bij mijn eerste zege was ik 20 en amper veertien dagen eerder afgezwaaid als milicien. Het was de eerste keer dat ik in Italië reed en de eerste keer dat ik in een klassieker aan de start stond. Meteen prijs!” (La Libre Belgique, 2002)

(Cyclist, 2015) 33

BAHAMONTES#26


DE DODELIJKSTE DAG

De vloek van Zingem UIT DE WIELERGESCHIEDENIS

Het moest een feestdag worden, 25 augustus 1969, zoals elke zomer. De grootste wielerkampioenen waren naar Zingem afgezakt, een dorpje langs de Schelde. Aan de kerk stond een draaimolen. In café In De Klok speelde de fanfare. Maar toen begon het te regenen en liep een man de Dorpsstraat op. tekst Lander Deweer foto’s Jonas Lampens


PORTFOLIO

Russ Ellis



“ Ik ben blij dat nu ook de rest van de wereld ziet hoe straf Mathieu is ” W O U T VA N A E R T

D E H A R D S T E K O P VA N HE T PELOTON


VA N

HET

E S

S

I

E L PAL G E

I

P

VA N G A R I N T O T G E R A I N T

Alle Grands Départs zijn groot, groter en grootst, maar sommige nog net iets meer. En er zijn er ook bij die linker en loucher zijn dan ze lijken. Een reis door de tijd. Zonder roze bril. I. Mythevorming

De allereerste Grand Départ. Moge de beste winnen en het herschrijven van de geschiedenis beginnen. Dan al. Die legendarische start bij dat Parijse café heeft namelijk nooit plaatsgevonden. En de iconische eerste 600 meter van de in totaal 443.547,4 kilometer tussen de start van eerste winnaar Maurice Garin en de aankomst van zijn recentste opvolger Geraint Thomas? Niet eens gereden. De beeldvorming rond de eerste Grand Départ is een van de vele vervormde werkelijkheden in het spiegel­ paleis van de officiële Tourhistorie. De romantiek en de heroïek zijn er wel, maar de waarheid en de feiten moet je vaak gaan zoeken onder een laag hoogglans, net zoals bij Koarle Van Wijnendaele en zijn Ronde van Vlaanderen. Dit is een selectie van comfortabele waarheden, opgeblonken door organiserende koersmoloch ASO, daarvoor door Tourdirecteur Jacques Goddet in zijn aubades en serenades in L’Équipe en bij het prille begin al door stichter en zijne verheerlijkte heiligheid Henri Desgrange. Wie heeft de filmbeelden al niet zien voorbijkomen? Coureurs met hangsnorren krommer dan koerssturen die zich melden bij café Au Réveil Matin in Montgeron, ten zuiden van Parijs, voor de eerste Grand Départ. Het lijkt echt, terwijl de anomalie voor de hand ligt. Natuurlijk zijn die beelden opmerkelijk scherp. En uiteraard is de

1903

D E

Grand tekst Geert De Vriese

Départ illustraties Pieter Willems

Café

AU RÉVEIL DU MATIN

gelijkenis met foto’s van oer-Tourhelden als Julien ‘Samson’ Lootens of Hippolyte ‘Le Terrible’ Aucouturier bij nader inzien toch niet zo treffend. Het gaat om ingehuurde figuranten die de Grand Départ naspelen voor een promofilmpje bij de 50ste verjaardag van de Ronde in 1953. De echte eerste Grand Départ is een stuk prozaïscher. Een janboel waarin de Tourorganisatie alvast niet uitblinkt in parcoursverkenning, stellen de deelnemers in 1903 woedend vast. En de nieuwsgierigen die er in werkelijkheid bij zijn, slaan zich op de dijen van het lachen. Want dit amateuristisch prulkoersje, lang zal het vast wel niet blijven bestaan. De weg bij Au Réveil Matin is in het midden doorploegd met diepe sporen van karren met paard. Te gevaarlijk, vinden de renners, en ze weigeren te starten bij het officiële vertrekpunt. Verwarring en chaos alom. Sommige

84

coureurs blijven staan. Andere gaan, met in hun spoor een aantal toeschouwers, alvast te voet op weg naar een veilig punt 600 meter verderop. Maar wanneer ze daar aangekomen zijn, sommeert een wild toeterende auto hen terug naar de officiële startlijn. Daar staan de organisatoren druk te discussiëren. Que faire? Huppakee, toch maar weer naar 600 meter verderop, deze keer met de hele zwik. Komt er eigenlijk nog iets van? Uiteindelijk wel, met een uur en een kwartier vertraging. Et c’est parti, voor de allereerste Tourrit, Parijs-Lyon. Met Henri Desgrange enthousiast en opgelucht in het spoor van de renners? Klaar om zijn eerste Tourpeloton tot het bittere, dan wel glorieuze einde op de voet te volgen? Ook verticaal klasseren, graag. Na de Grand Départ keert hij onmiddellijk terug naar zijn kantoor, en hij zal de renners pas terugzien bij de aankomst van de laatste etappe. Desgrange heeft wel andere dingen te doen. Een krant runnen, vooral. L’Auto heeft hij eigenhandig opgericht ter meerdere eer en glorie van de sport. De onvolprezen wielerridder op het witte paard die met zijn Ronde de Franse jeugd weer aan het sporten wil krijgen! Klopt. Maar is het wel zo nobel als de officiële Tourgeschiedenis ons wil doen geloven? Desgrange is een reactionaire ultranationalist en zijn Tour weerspiegelt zijn wereldbeeld. De jeugd, dat zijn voor hem alleen de jongens. En zij moeten sporten om voorbereid te zijn op de volgende oorlog. Mannen vechten voor la patrie, vrouwen koken, kuisen en kweken, zo eenvoudig is dat voor hem én zijn krant. L’Auto wortelt, om een lang en onfris verhaal kort te houden, in het kamp van de antisemitische groupuscules die in het zog van de affaire-Dreyfus pleiten voor een raszuiver Frankrijk. Wordt vervolgd. 85

BAHAMONTES#26


SOMBER EN MISKEND

104

DE BERG DIE E N TOUR BAARDE


KADER Wielerfotograaf Kristof Ramon selecteert zijn favoriete beeld

Rijen dik. Jong en oud. Fish, chips & massageolie. Waar is Wally? En Froomey? En wat is koers? Le Tour? Pardon my French? Feest, ja! Heel Yorkshire buiten. Toen, in 2014. En daar is Wally! En Froomey! En…

Ach, ze zijn al weer weg.

116

117

BAHAMONTES#26


2 5 K E E R A A N D E S TA R T

Een Grand Départ moet je zelf groot maken tekst Michel Wuyts foto’s Sigfrid Eggers

Straks begint Michel Wuyts aan zijn 26ste Grand Départ en nooit eerder was die zo dichtbij. Deze keer kan de commentator bij wijze van omgekeerde pelgrimstocht vanuit zijn woonplaats Scherpenheuvel zelfs naar de startplaats lopen. Hieronder vindt u wat hem bijbleef van de 25 edities waar hij mee de start nam. De grandeur van de Grand Départ ontgaat de commentator. Voor hem mag die start ook kleinschalig zijn. Door het gerinkel van te veel bellen zegt trammelant hem niet veel meer. Het gejakker om inkomsten uit citymarketing laat hij aan de marketeers over. Of de zogeheten return on investment de kostprijs van 20 miljoen euro overschrijdt, is ook niet te vatten. Fantasierijke rekenkunstenaars geven daar wel een draai aan. ‘De verdiensten van horecazaken worden op 8 miljoen geschat.’ Zal wel zeker, maar uit onze povere geldbeugel is de bijdrage eerder mager. De commentator focust, bereidt voor, tatert in de eerste plaats in functie van de sport. Mocht zo’n grote start in Zeveneken of Zonnebeke doorgaan, het zou de pret van de praatvaar zeker niet drukken. Rohan Dennis of Dylan Groenewegen zouden ook dáár de eerste rit winnen. Van 25 Grand Départs onthield ik niet één stadsbezoek. In het tijdperk van integrale uitzendingen is door lanen flaneren ondenkbaar. Wat overblijft zijn prettige herinneringen, kleine verhalen van de malle reiziger. In een opgeblazen circus is niets mooier dan de anekdotiek van de ontmoeting.

D

1991 – Lyon

Vanop de brug over de Rhône zag ik in de diepte Jean-Marie Leblanc joggen. De Tourbaas werd op het jaagpad geflankeerd door twee mannetjesputters: bodyguards, op het eerste gezicht. Bij nader toezien bleken het zijn assistent en zijn persverantwoordelijke te zijn. Ik keek het drietal na en werd overvallen door een tweeslachtig gevoel: bewondering en medelijden. Ochtendlijk hollen op de zaterdagochtend van de Tourstart, daar moest een mens karakter voor hebben. Dat tempo leek echter nergens op. Ik zag het kwakkelgangetje van een stel Canadese ganzen. Misplaatst misprijzen. De loper in mij was toen nog niet wakker. Niet dat ik enige verhevenheid voelde. Wel integendeel. Op de achterbank van de auto zat een wezen dat leefde tussen verwachting en angst. Zo’n eerste Tour was van bij aanvang een harde noot. De stilte in de auto wees op ernst en stress. Ik zoog die allebei op en werd met de minuut onrustiger. ‘Moeder, waarom heb je me met ambitie opgezadeld?’ Bij de rechtstreekse uitzending zou ik klassementen bijhouden en historische gebouwen benoemen. Toen al. Dat was namelijk

een bevel. Een buitengewoon succes werd het niet. Verscheen daar plots een kathedraal in beeld. Voor ik wegwijs geraakte in mijn voorbereiding, was die rijzige spitsenkerk weer weg. Een gemiste kans. Zo zouden er nog vijf volgen. Mijn falende coördinatie deed mijn hersensappen stollen. Dat Thierry Marie die proloog won, moest ik onlangs opzoeken. Mijn inwijdingsmuizenissen hadden dat feit verstoten. Kwam na de uitzending mijn ware dagtaak. Met Frank Baudoncq, collega van de RTBF, werd ik in een duffe camper opgesloten. Het doel was samen een samenvatting van een kwartier ineen knutselen. Tegen de tijd, met een Franse monteur. Tegenstrijdiger was een opdracht nooit. Frank daarentegen was een minzaam man. Hij doorgrondde mijn schromelijk gebrek aan ervaring en nam het voortouw. Bij iedere beeldkeuze was hij zo vriendelijk me om mijn mening te vragen: ‘Ça va pour vous, Michel?’ ‘Bien sûr, Frank.’ Ik zei het wel honderd keer. Mocht mijn respect me niet in de weg gezeten hebben, ik had de overigens excellente voetbalcommentator in dat hok innig omhelsd. Hij maakte de montage, ik onderging ze. Om 20 uur was ze af. Als hoenders werden we buitengedreven. Naar een tafeltje onder tentzeil, aan de straatrand. Daar stonden twee monitors met opname­apparatuur. We zetten een monsterachtige kop­telefoon op en wachtten het startsignaal af. Frank doodgemoedereerd en ik trillend als een espenblad. Die samenvatting gooiden ze namelijk direct op antenne. Mijn tekst vol kraaienpoten en geschrapte zinnen was een krakkemikkige steun. Erop of eronder, drammen maar. Na afloop 119

BAHAMONTES#26


OPSTELLER IN HET P E L O T O N

De boerenzoon uit Atembeke reed zelf nooit een koers. En toch is Hilaire Van der Schueren de éminence grise van het peloton. Deze zomer trekt de selfmade man voor de 22ste keer met zijn snaken naar de Tour. Maar eerst doet hij zijn verhaal. Over zijn ‘ontdekker’ Jan Raas, over de losgeslagen kanonnen Riccardo Riccò en Frank VDB, en over het drama in zijn leven: de dood van Antoine Demoitié. tekst Jeroen Denaeghel

foto’s Thomas Sweertvaegher

“Als je vrouw elke week in de koers verschijnt, is het niet voor jou maar voor een ander”


colofon

volgend nummer 14 augustus in de winkel

Hoofdredactie

Jonas Heyerick jonas@bahamontes.be Artdirector

Pieter Willems www.pjotr.be

Vormgeving

Brecht Van Stappen Pieter Willems

Redactie

Voor al uw vragen over abonnementen, betalingen of verlengingen: Idecom Media

Eindredactie

Patrick Vincent

Bel: 09/296 20 68 Mail: bahamontes@ IdecomMedia.be

Correctie

Reclameregie

Thijs Delrue

Fotografen

Sigfrid Eggers Karoly Effenberger Diego Franssens Jonas Lampens Kristof Ramon Thomas Sweertvaegher Dimitri Van Zeebroeck Jelle Vermeersch Gert-Jan Debaets Werkten mee aan dit nummer

Ward Bogaert Randall C. Matthias M.R. Declercq Jeroen Denaeghel Geert De Vriese Lander Deweer Russ Ellis Frank Heinen Jonas Heyerick Joost Marynissen Raf Liekens Sven Spoormakers Joost Stokhof Rik Van Puymbroeck Pieter Verstraeten Edwin Winkels Michel Wuyts Thijs Zonneveld

La Vuelta

Bahamontes Heidestraat 36 9070 Heusden info@bahamontes.be www.bahamontes.be

Jonas Heyerick jonas@bahamontes.be Luc Van Ginneken luc.vanginneken@ deeluitgeverij.be Marketing

maksim.marissen@ deeluitgeverij.be Volgend nummer

14 augustus 2019

Bahamontes is een samenwerking van

CV Heeren, vertrekt! en De Deeluitgeverij

CV Heeren, vertrekt! Jonas Heyerick, Jeroen Denaeghel, Patrick Vincent, Sigfrid Eggers, Michael Lescroart en Pieter Willems. Verantwoordelijke uitgever

Jonas Heyerick

De Deeluitgeverij bvba

Zaakvoerder Kristine Ooms

Distributie

AMP

Druk

Graphius, Gent 140

141

BAHAMONTES#22


de rode lantaarn ijna 2 volle minuten over 8 kilometer. “Godverdoeme, zoveel? Op één been in plaats van met twee benen, dat scheelt sebiet veel blijkbaar!” Fabien De Waele schrikt als hij wordt herinnerd aan zijn achterstand op Christophe Moreau, de winnaar van de Tourproloog in 2001 in Duinkerke. Het was nochtans al het beste jaar ooit geweest voor de renner uit Oudenaarde. Zeges in Parijs-Nice, de Dauphiné en een tweede plek op het BK. Genoeg voor een plek in de Tourselectie van Lotto-Adecco, als hun speerpunt in de massasprints. “Ik was rap, maar tegen de beste sprinters kon ik nooit winnen. In de rangorde stond ik ver achter Petacchi, Zabel, Cipollini en Steels. Toch had ik zeker mijn plaats in de Tour dat jaar, omdat ik bewezen had dat ik bepaalde massaspurten aankon.” Maar die laatste plaats in de proloog? Tom Steels, toen kopman bij Mapei, was daar onrechtstreeks de aanleiding voor. Enkele maanden voor de Tourstart had Steels De Waele aangesproken op een kermiskoers in Oostende. ‘Of Fabien geen interesse had om deel uit te maken van zijn sprinttrein bij Mapei?’ De Oost-Vlaming was einde contract en de gesprekken met Lotto verliepen stroef. Mede door Steels’ vraag was er een paringsdans tussen Mapei en de Lotto-renner op gang gekomen. Die paringsdans zou zijn apo­­theose kennen enkele uren voor de proloogstart. De Waele ging, zoals gebruikelijk, even losrijden. Maar zijn voornaamste doel was níét de benen warmdraaien, maar wel een geheime ontmoeting in een bontgekleurd Italiaans busje dat buiten Duinkerke geparkeerd stond. In dat busje wachtten De Waeles boekhouder,

Fabien De Waele

B

142

“Niemand mocht weten dat ik gevallen was op weg naar een meeting met het Mapei-management” de manager van Mapei en een contract dat drie keer zoveel waard was dan zijn toenmalige Lotto-verbintenis. Het Mapei-busje moest wel langer wachten op De Waele dan afgesproken. Fabien had onderweg namelijk een afspraak met het noodlot. Bij een spooroverweg bleef zijn wiel steken in een van de sporen, waarna hij, bijna vanuit stilstand, keihard tegen de grond sloeg. “Ik moest eerst vijf minuten bekomen aan de kant van de weg.” Geluk bij een

L A AT S T E I N

de proloog van de Tour van 2001

ongeluk: er was niet veel volk in de buurt. “Dat was het eerste van mijn zorgen. Het mocht absoluut niet geweten zijn dat ik op weg was naar een afspraak met Mapei.” En dus zette Fabien De Waele, een gehavende en gescheurde Lotto-tenue om de lenden, zijn krabbel onder een contract dat hem vanaf het volgende seizoen aan Mapei bond. Toen de bebloede De Waele zich later bij zijn Lotto-ploegmaats meldde, ging dat natuurlijk niet onopgemerkt voorbij. “Gevallen”, luidde zijn korte uitleg. Over zijn akkoord met Mapei repte hij, uiteraard, met geen woord. De proloog zelf hield het midden tussen een schijnvertoning en een martelgang van een renner die wist dat hij maar op halve kracht van het startpodium rolde. “Ik wist vrijwel meteen dat mijn Tour gedaan was. De pijn was ondraaglijk.” Een barst in het linkerdijbeen bleek achteraf het zware verdict. “De volgende dag ben ik samen met mijn ouders en vriendin vertrokken na het ploegontbijt. Ik kon onmogelijk starten. Ik heb op televisie nog gevolgd hoe Zabel won die middag. En het werd pas erg toen ik daarna vanuit mijn zetel zag hoe mijn ploegmaats Serge Baguet en Rik Verbrugghe etappes wonnen. Daar heb ik toch wel wat prijzengeld laten liggen.” Een week later stond het nieuws van de overstap in de krant, opgetekend door Bahamontes-pen Walter Pauli die, op de locatie na, goed op de hoogte bleek. ‘En wat dan met Fabien De Waele? Zaterdagochtend was hij gevallen. Tegen de ploegleiding had hij gezegd dat hij ‘even de spieren ging losgooien’. In werkelijkheid fietste hij snel en stiekem naar het hotel waar Mapei logeerde, om een nieuw en beter contract te tekenen. Ambities zijn één zaak, ze te gelde maken natuurlijk een andere.’ tekst Joost Marynissen


www.bahamontes.be

Dat Brussel straks het decor is van Le Grand Départ is een eerbetoon aan Eddy Merckx. 50 jaar geleden won de Brusselse Kannibaal zijn eerste Tour. Hoog tijd voor 50 vragen aan de Allergrootste. Al stelden we ze niet zelf. 30 jaar geleden stond de Tour op zijn kop op de laatste – de 8 seconden tussen LeMond en Fignon – maar ook op de eerste dag. Uittredend winnaar Pedro Delgado verscheen 2 minuten en 40 seconden te laat op het startpodium. In Madrid blikken we met Perico terug op dat proloogdebacle. Wout van Aert reed, na een mindere winter en een veelbesproken transfer naar Jumbo-Visma, een dijk van een voorjaar.

Afgiftekantoor Antwerpen X – P 915831 Verschijnt vier maal per jaar #26: juni, juli, augustus 2019

€9,95

25 augustus 1969. De kermiskoers van Zingem, een maand na Merckx’ eerste Tour. Bahamontes trok naar dit dorpje aan de Schelde en reconstrueert de misschien wel dodelijkste dag in onze wielergeschiedenis. Welke was de eerste col in de Tourgeschiedenis? Waar boekte Eddy Merckx zijn eerste individuele etappezege? Twee vragen, één antwoord. Le Ballon d’Alsace in de Vogezen. Een portret van de berg die een Tour baarde. En verder: een ode aan de solo-ontsnapping, wielerfilosoferen met Bert Wagendorp, éminence grise Hilaire Van der Schueren en de Grote Geschiedenis van Le Grand Départ.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.