Contractbundel spelling kijker 1

Page 1

Contractbundel Spelling

p Op O r u u t avontuur n o av

4 KIJKER 1

Naam ____________________________________  Klas ________ educatieve uitgaven


4

CONTRACTBUNDEL KIJKER 1 D e o n td ekki ng sr ei z i g er s achte rna

CHILI ARGENT INIË

Kaap Hoorn

Op 14 december 1911 bereikte de Noorse poolreiziger Roald Amundsen als eerste de Zuidpool. Een eeuw later worden nog altijd reizen georganiseerd naar het prachtige Antarctica. Vanaf de herfst zijn de ijslandschappen het mooist. De expeditie start vanuit Ushuaia in Argentinië, de meest zuidelijke stad ter wereld. Het expeditieschip vaart naar de uitgestrekte Zuidpool waar men pinguïns, walvissen en ijsbergen kan bewonderen. De deelnemers kunnen een duik nemen in het ijskoude water. Sommigen zwemmen tussen het drijvende poolijs. Met een kleine boot varen de echte durvers tussen de walvissen. Schrik niet als plots een reusachtige staart uit het water opduikt! Tweemaal per dag wordt geprobeerd om aan land te gaan zodat de deelnemers de grote kolonies pinguïns, de zeeleeuwen, orka’s en bultruggen kunnen spotten. De witte landschappen met de blauwe en paarse ijsbergen zijn supermooi. Een reis om nooit te vergeten!

Taak vooraf. Ik zoek in mijn woordenboek de betekenis van:

expeditie : ____________________________________________________________

kolonie : ____________________________________________________________ orka : ____________________________________________________________ bultrug : ____________________________________________________________ spotten : ____________________________________________________________ 2

Op avontuur


4

CONTRACTBUNDEL KIJKER 1

Orka

Bultrug

Oef en i ng 1 Ik zoek in de tekst woorden met de volgende codes: MMKM

stad

__________

MKMM

land meest __________ vaart __________ mooist __________

__________

MKM

boot reis __________ duik __________ ter __________ kan __________ per __________ nog __________ met __________ men __________

__________

MMKMM

MKMMMM

MMMMKM

__________

__________

__________

staart plots __________ start __________

herfst

schrik

O e f en i ng 2 Ik vergelijk! Ik vul het tweede en derde woord in. mooi koud klein groot wit

mooier kouder ________________ kleiner ________________ groter ________________ witter ________________ ________________

mooist koudst . Het poolwater is het _______________ kleinst . Ons bootje is het _______________ grootst . De walvissen zijn het _______________ witst Het ijs op de Zuidpool is het _______________ . Antarctica is het _______________.

Op avontuur

3


4

CONTRACTBUNDEL KIJKER 1 Oef en i ng 3 Ik zoek in de tekst vier samenstellingen met ‘ijs’.

ijs bergen ijsbergen + _____________________ = _________________________________ ijs koude ijskoude _______________ + _____________________ = _________________________________ pool ijs poolijs _______________ + _____________________ = _________________________________ ijs landschappen = _________________________________ ijslandschappen _______________ + _____________________ _______________

Oef en i ng 4 Ik maak zelf samenstellingen met de volgende woorden: ijs – water – walvis – rat – schots – wit – staart – sneeuw Ik let op voor de dubbele medeklinker!

sneeuw wit sneeuwwit + __________________ = _________________________________ water rat waterrat __________________ + __________________ = _________________________________ ijs schots ijsschots __________________ + __________________ = _________________________________ walvis staart walvisstaart __________________ + __________________ = _________________________________ __________________

4

Op avontuur


4

CONTRACTBUNDEL KIJKER 1 Oef en i ng 5 Ik onderstreep eerst in elke zin het onderwerp eenmaal en de persoonsvorm tweemaal. Ik verander in elke zin het onderwerp door ‘ik’. Let op, ook de persoonsvorm verandert!

______________ _____ _________ __________

De deelnemers kunnen een duik nemen in het ijskoude water. Sommigen zwemmen tussen het drijvende poolijs. Met een kleine boot varen de echte durvers tussen de walvissen.

___ __________________

kan een duik nemen in het ijskoude water zwem tussen het drijvende poolijs Ik _______________________________________________________________________ . vaar ik tussen de walvissen Met een kleine boot __________________________________________________________ . Ik _______________________________________________________________________.

Op avontuur

5


4

CONTRACTBUNDEL KIJKER 1 Op schoolreis naar een avonturenpark SPELEO-ERVARING In het avonturenpark ligt een verrassende reis op jou te wachten. In een natuurlijke omgeving leer je valstrikken en hindernissen te overwinnen. Je mag geen zenuwen hebben, want je moet door mooie galerijen stappen en door nauwe gangen kruipen. Je wordt door de begeleider wel gewaarschuwd voor de gladde stenen. Je mag elkaar niet duwen of met stenen gooien. Maar je beleeft een uurtje vol sport en plezier!

KLIMMEN Een paradijs voor de supersterke durvers! In een stokoude steengroeve van felroze marmer kan je 50 meter naar omhoog klimmen. Deze klimactiviteit is volledig veilig door de begeleiding van een echte bergbeklimmer. Een helm en een koppelriem kunnen geleend worden.

ABSEILEN In plaats van omhoog te klimmen, kan je ook 50 meter afdalen in de groeve. Via een staalkabel glijd je razendsnel naar beneden. Een goede raad: breng stevige wandelschoenen en aangepaste sportkledij mee.

Taak vooraf. Ik zoek in mijn woordenboek de betekenis van:

speleologie : __________________________________________________________

abseilen : __________________________________________________________

6

Op avontuur


4

CONTRACTBUNDEL KIJKER 1 Oef en i ng 6 Ik zoek in de tekst ‘speleo-ervaring’ de woorden met een meertekenklank.

mooie gewaarschuwd _______________________ _______________________

duwen gooien _______________________ _______________________

Oef en i ng 7 In de teksten ‘klimmen’ en ‘abseilen’ staan heel wat samenstellingen. Ik zet ze hieronder allemaal op een rijtje.

supersterke stokoude _____________________________ steengroeve _____________________________ felroze _____________________________ klimactiviteit _____________________________ bergbeklimmen _____________________________

_____________________________

koppelriem staalkabel _____________________________ razendsnel _____________________________ wandelschoenen _____________________________ sportkledij _____________________________ _____________________________

Op avontuur

7


4

CONTRACTBUNDEL KIJKER 1 Oef en i ng 8 Ik schrijf in het meervoud of schrijf de juiste vorm van het woord.

duwen waarschuwen Ik waarschuw De begeleiders _____________________________ ons. gooien Ik gooi Jullie _____________________ niet met stenen! mooie mooi Ik ben toch wat bang in de ____________________ galerijen. eeuwen eeuw De grotten zijn vele ____________________ oud. nieuwe nieuw Het ____________________ avonturenpark is op maandag gesloten. De kinderen ______________________ elkaar.

Ik duw

Siebe en Mona schrijven een verslag van hun klasuitstap

Oef en i ng 9 Ik onderstreep in elke zin het onderwerp eenmaal en de persoonsvorm tweemaal.

_____________ ____

Onze klas maakt een uitstap naar de Ardennen.

____________ _____

Alle leerlingen mogen afdalen in de donkere grotten.

_ ____

Wij vinden het zeer spannend!

____________ __

De begeleider gaat eerst naar beneden.

____ ______

________________ ______

Het licht brandt niet in de grot. Enkel onze zaklampen geven wat licht.

___________________ ____

Sommige kinderen vallen over de gladde stenen.

_ _____ ____

Ella schreeuwt van de schrik!

____ _____

Achmed hoort zelfs een vleermuis vliegen. Griezelig!

___

_ _________

Maar we zien al het licht van de uitgang. We wandelen rustig naar buiten.

____________ _____

_____

Alle leerlingen hebben een spannend avontuur beleefd.

8

Op avontuur


4

CONTRACTBUNDEL KIJKER 1 Oef en i ng 10 Ik schrijf de zinnen van oefening 9 met een ander onderwerp. Ik schrijf de persoonsvorm juist. Ik gebruik dezelfde werkwoorden als in de tekst.

maken mag Ik _______________ afdalen in de donkere grotten. vind Ik _______________ het zeer spannend! ga Ik _______________ eerst naar beneden. branden niet in de grot. Enkel mijn zaklamp _______________ geeft De lichten _______________ wat licht. valt Mijn vriend _______________ over de gladde stenen. schreeuwen van de schrik. Ella en Bart ____________________ horen zelfs een vleermuis vliegen. Griezelig! Achmed en Kobe _______________ ziet al het licht van de uitgang. Ik _______________ wandel rustig naar buiten. Maar de juf ____________ heb Ik _______________ een spannend avontuur beleefd. Wij _______________ een uitstap naar de Ardennen.

Op avontuur

9


4

CONTRACTBUNDEL KIJKER 1 ROBINSON CRUSOE Het verhaal van Robinson Crusoe staat vol spannende avonturen. Het is geschreven in de 18e eeuw door de Engelse schrijver Daniel Defoe.

Oef en i ng 11 Ik onderstreep alle werkwoorden in de tekst.

____

_____

Robinson Crusoe vertrekt vanuit een grote Engelse haven op zeereis. Hij beleeft heel wat spannende avonturen op zee. Na een zware zomerstorm spoelt hij aan op een verlaten eiland. Hij bouwt een hutje van bamboehout.

____

____

_____

___

_

_____ ______

Hij kweekt groenten en heeft kippen en geiten. Robinson schrijft elke dag zijn belevenissen op in een dagboek. Na een tijdje wordt hij zeer eenzaam en verlangt hij naar gezelschap. Zijn droom komt uit wanneer een donkerharige jongen aanspoelt op zijn eiland.

____

____

___

_______

Robinson noemt de jongen ‘Vrijdag’ omdat het op een vrijdag is dat ze elkaar voor het eerst zien. Robinson leert de jongen Engels spreken, vissen en jagen. Na vele jaren en heel wat avonturen zien ze eindelijk een zeilschip! Ze worden goede vrienden met de kapitein. Met zijn schip varen ze allebei terug naar Engeland.

_ __

10

Op avontuur

_____

_

__

_

_______

_____

___

____


4

CONTRACTBUNDEL KIJKER 1 Oef en i ng 12 Ik zoek de zes samenstellingen in de tekst.

zeereis bamboehout __________________________ dagboek __________________________

donkerharige zeilschip __________________________ zomerstorm __________________________

__________________________

__________________________

Oef en i ng 13 Ik onderstreep in elke zin het onderwerp eenmaal en de persoonsvorm tweemaal. Ik stel de ja-neevraag.

______ ________

Robinson vertrekt op zeereis.

_ ______

Hij spoelt aan op een verlaten eiland.

______ _

Na vele jaren wordt hij eenzaam.

_______ _____

Zijn droom komt uit!

___ _______

Vrijdag zwemt naar het eiland.

____ _

Eindelijk zien ze een zeilschip.

_______ ______ ____

Bouwt Robinson een hut van bamboehout?

_____ _____

Heeft Vrijdag blond haar?

_____ ______

Leert Robinson Vrijdag jagen en vissen?

Oef en i ng 14 Ik kan vergelijken. Ik vul het eerste, tweede of derde woord in.

grootste}}}

groot groter De _______________ haven. Een zware storm

zwaarder

_______________

De zwaarste kist.

Een _______________ hut

steviger

Deze hut is het ______________.

dik

dikker Het _______________ dagboek.

mooi

Dit verhaal is ___________ Maar mijn verhaal is het _______.

stevige

leuk

_______________

leuker

mooier

_______________

dikste

stevigst{

mooist

Mijn leukste avontuur. Op avontuur

11


Vertrek je mee op avontuur? Mee met de Noorse poolreiziger Amundsen naar de Zuidpool? Of ga je liever op schoolreis naar een avonturenpark? In deze contractbundel beleef je het allemaal!

Werkwoordspelling Hoorwoorden

Woorden met aai, ooi, oei, eeuw ieuw en uw

Auteur Marianne Dua - Illustraties Shutterstock Eerste druk 2017/315 - Bestelnummer 60 1021 189 ISBN 978 90 4863 082 0 - KB D/2017/0147/319 - NUR 191 Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge Š Copyright die Keure, Brugge - RPR 0405 108 325

9 789048 630820


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.