Contractbundel Spelling
4 KIJKER 3
VREEMDE DIEREN Naam ____________________________________  Klas ________ educatieve uitgaven
4
CONTRACTBUNDEL KIJKER 3 Oe f en i ng 1 Ik plaats de juiste leestekens in de tekst.
!
.
Kijk uit___ Je ziet enkel twee zwarte ogen in het water___ Door zijn groene huid kan de brulkikker zich goed
.
verstoppen in een moerasgebied___ Daardoor kan hij ook gemakkelijk sommige insecten
:
,
,
.
vangen___ vuurvliegjes___ bijen___ en krekels___
?
Zijn er ook dieren die brulkikkers lusten___
!
Ja___ voor deze dieren moet de brulkikker toch
:
,
,
oppassen___ muskusratten___ reigers___ uilen
.
en grote vissen___
?
!
Vind je de brulkikker een schattig beestje___ Ik niet___
Oe f en in g 2 Ik zoek in de tekst. 6 woorden met ĂŠĂŠn deel:
twee, huid, goed, toch, vind, niet ____________________________________________________ (meerdere oplossingen) ____________________________________________________
6 woorden met twee delen:
zwarte, ogen, water, groene ____________________________________________________ bijen, krekels (meerdere oplossingen) ____________________________________________________
6 woorden met drie delen:
brulkikker, verstoppen, insecten ____________________________________________________ vuurvliegjes, sommige, oppassen ____________________________________________________
3 woorden met meer dan drie delen:
moerasgebied, gemakkelijk, muskusratten
____________________________________________________
2
Vreemde dieren
4
CONTRACTBUNDEL KIJKER 3 Oe f en i ng 3 Ik schrijf de vetgedrukte woorden in de tekst in het juiste vak.
De klinker klinkt kort
De klinker klinkt lang
zwarte ______________ vangen ______________ sommige ______________ lusten ______________ vissen ______________ schattig
twee ______________ beestje ______________ ogen ______________ water ______________ krekels ______________ grote
______________
______________
Oe f en i ng 4 Ik omcirkel woorden als katten. Ik onderstreep woorden als beren. Bergduivels zijn reptielen die leven in de woestijn van AustraliĂŤ. Ze zien er niet echt smakelijk uit met die gekke stekels op hun rug! Maar toch worden ze soms aangevallen door grote vogels. Als de bergduivel bang is of niet snel kan rennen, dan worden de tekeningen op zijn rug doffer. Zo is hij moeilijker te zien tussen de rotsen en de takken. Hij kan ook een knobbel op zijn rug opblazen. Zo heeft hij precies een tweede kop! Daardoor kan hij ook zijn aanvallers verwarren.
Oe f en i ng 5 Ik schrijf de zinnen in het meervoud. Een bergduivel blaast een knobbel op zijn rug.
blazen
knobbels
ruggen
Bergduivels ____________ ____________ op hun ____________. Hij loopt snel tussen een boom en een struik.
lopen
bomen
struiken
Zij ____________ snel tussen ____________ en ____________. Een bergduivel eet graag insecten: een mug, een tor, een spin en een libel.
eten ____________ spinnen en ____________). libellen
muggen
torren
Bergduivels ____________ graag insecten: (____________, ____________,
Vreemde dieren
3
4
CONTRACTBUNDEL KIJKER 3 Oe f en i ng 6 Ik zoek de woorden die een hoofdletter moeten krijgen en geef ze er één. Ik schrijf de woorden over in de juiste kolom.
ONZE KLAS GAAT NAAR DE ZOO Wij nemen de trein in het station van hasselt, de grootste stad van de provincie limburg. De trein stopt in geel en herentals. jonas en emir worden misselijk onderweg. Onze klas stapt af in het prachtige station van antwerpen. De ingang van de zoo is op het astridplein, vlak naast de pelikaanstraat. De gids, johan wauters, geeft heel wat uitleg over de vreemde dieren. lian begrijpt nog niet zo goed nederlands, zij spreekt thuis chinees met haar mama en papa. Maar juf lies borremans helpt haar de hele dag om alles goed te begrijpen. Ook mauro begrijpt de uitleg soms niet goed. Hij spreekt thuis italiaans. Wist je dat er in belgië bijna geen ooievaars meer zijn? Die vind je vooral in spanje en portugal. De gids vertelt ook dat er nog veel wolven te vinden zijn in frankrijk. Wij eten nog een lekker ijsje in de stationsstraat en stappen terug op de trein naar hasselt. Daar nemen we de bus naar de schoolstraat in kuringen. Volgend jaar gaat onze klas naar het pretpark walibi in de provincie namen. een stad of gemeente
Hasselt ________________ Geel ________________ Herentals ________________ Antwerpen ________________ Kuringen ________________
voornaam
Jonas Emir ________________ Johan ________________ Lian ________________ Lies ________________ Mauro ________________ ________________
familienaam
Wauters Borremans ________________ ________________
adres
land
Astridplein ________________ Pelikaanstraat ________________ Stationstraat ________________ Schoolstraat
België Limburg ________________ Namen ________________ Spanje ________________ Portugal ________________ Frankrijk
________________ ________________ ________________
4
Vreemde dieren
Bonus __________ Nederlands Walibi __________ Chinees __________ Italiaans
provincie taal
4
CONTRACTBUNDEL KIJKER 3 Oe f en i ng 7 Ik vul de woorden aan met een voorvoegsel. Ik kies uit: be, ver en ge.
be
Padden _____schermen hun jongen door ze op hun rug te dragen.
be Mama krokodil _____ ver zorgt haar jongen gedurende zes weken. ver trekken de jonge krokodillen op avontuur. Daarna _____ Hun krokodillentanden kunnen dan al prooien _____ ver slinden! Een krokodil _____waakt haar eieren twee maanden lang.
ver be Soms _____ ver dwaalt een kuiken. Dan zijn er veel _____ ge varen voor het jonge diertje! Kuikentjes van pinguïns _____ be wegen best niet te veel en ____ verstoppen zich tussen de rotsen. Meestal vindt mama pinguïn haar jong terug en dan is het _____ ge zinnetje weer samen. Pinguïns _____warmen en _____waren hun ei tussen hun poten.
Oe f en i ng 8 Ik zoek in de tekst. 6 woorden met één deel: ___________________________________________________ rug, lang, zes, ei, best, jong
2 woorden met vier delen: ___________________________________________________ krokodillen, gezinnetje
1 woord met zes delen: ___________________________________________________ krokodillentanden
4 woorden als katten: ___________________________________________________ krokodillen, verstoppen, gezinnetje, vertrekken Vreemde dieren
5
4
CONTRACTBUNDEL KIJKER 3 DE TOEKAN, EEN KLEURRIJKE VOGEL Met die enorme toeter aan zijn kop is de toekan een opvallende vogel in het tropisch regenwoud. De snavel van de toekan is soms net zo groot als de vogel zelf! Geen enkele snavel is dezelfde. Elke vogel heeft een eigen kleurencombinatie. De snavel van de toekan ziet er zwaar uit, maar hij is superlicht en zeer sterk. Die grote snavel is wel handig om vruchten te plukken tussen de takken en om insecten te vangen in de bomen. De toekan gooit zijn eten in de lucht … en hop! Hij vangt het voedsel weer op in zijn open bek. Happen, slikken, weg! Alleen leven is niets voor de toekan. De vogel leeft het liefst samen met soms wel twaalf soortgenoten. Een groep toekans kan heel veel lawaai maken. Ben je bij zonsondergang toevallig in het regenwoud? Dan kun je met een beetje geluk genieten van een echt toekanconcert.
Oe f en i ng 9 Ik onderstreep 10 woorden met één deel in het rood. Ik onderstreep 10 woorden met twee delen in het blauw. Ik zoek 5 woorden met drie delen. Ik schrijf die woorden over.
enkele, regenwoud, superlicht, insecten, genieten
_______________________________________________________ _______________________________________________________
Ik zoek 4 woorden met vier delen. Ik schrijf die woorden over.
opvallende, toekanconcert, zonsondergang, soortgenoten _______________________________________________________ Ik zoek 1 woord met zes delen: ______________________________ kleurencombinatie Ik zoek woorden met een kattenstukje en woorden met een berenstukje. Ik schrijf die woorden in de juiste kolom.
opvallende __________________ alleen __________________ plukken __________________ takken __________________ happen __________________ slikken
vogel __________________ tropisch __________________ regenwoud __________________ snavel __________________ bomen __________________ open
__________________ __________________
6
Vreemde dieren
4
CONTRACTBUNDEL KIJKER 3 Oe f en i ng 10 Ik schrijf het juiste leesteken op het streepje.
? KEN JIJ DE SERVAL___ De serval is een zeldzaam roofdier dat leeft in de savannes
.
van Afrika___ Met zijn slanke lijf en lange lenige poten is het een echte
.
topatleet___ Hij rent als een sportwagen en kan een snelheid halen tot
.
80 km per uur___
:
,
,
Zijn voeding bestaat uit___ ratten___ mollen___ muizen en vissen. Hij klimt in bomen en duikt in rivieren om zijn prooien te vangen.
?
!
Weet je wat zijn grootste talent is___ Springen___
.
Het lijkt wel alsof de serval springveren in zijn poten heeft___
.
Hij kan één meter hoog en vier meter ver springen___
!
.
Hopla___ De serval springt zo hoog dat hij een vogel in de lucht kan vangen___
?
!
Wie doet hem dat na___ Wat een superprestatie___
DIEPZEEMONSTERS Oe f en i ng 11 Ik schik de vetgedrukte woorden alfabetisch. In de diepe zee wonen vreemde, enge wezens. Zij zijn aangepast aan het koude water en aan de volledige duisternis. De addertandvis heeft lange, naaldvormige tanden. Hij kan alles inslikken wat op zijn weg komt, zelfs grote vissen. De bijlvis heeft lichtjes op zijn lichaam. Die kan hij dimmen of feller maken. Zijn bek is naar boven gericht zodat hij makkelijk zijn prooi kan grijpen. – _________________ – ________________ – diepe addertandvis – _________________ bek bijlvis _________________ – _________________ – ________________ lichaam – dimmen duisternis – _________________ feller _________________ – _________________ – _________________ – ________________ – water lichtjes tanden vissen _________________ – _________________ wezens zee _________________
Vreemde dieren
7
4
CONTRACTBUNDEL KIJKER 3 Oe f en i ng 12 Ik schrijf de woorden in het meervoud in de zin. egelvis – maag – ik lig – ik schrik – stekel – ik steek
egelvissen
De __________________ verdedigen zich tegen hun vijand door heel veel
magen
liggen
water op te nemen in hun _______________. Meestal _______________
stekels _______________ hun steken ze naar buiten. Daar ______________________ schrikken de _______________ van een egelvis plat. Als ze zich opblazen,
vijanden wel van! ik verlam – orgaan – sidderrog – schok – vis
Sidderroggen
verlammen andere _______________ vissen en schelpdieren met elektrische _______________ schokken . Zij hebben twee _______________ organen op hun kop die werken als batterijen. __________________ _________________
ik eet – ik dood – kwal – vis – ik plak
kwallen
De meeste _______________ hebben tentakels waarmee ze kleine
vissen
doden hun slachtoffers met een sterk gif. De arme diertjes _______________ plakken
_______________
eten
kunnen _______________. Ze _______________
dan vast aan hun tentakels. ik slaap – ik graaf – heet – kikker – droog – pad – ik leef
Kikkers en _______________ ^padden hebben vocht nodig. Zonder leven hete water _______________ ze niet lang. Tijdens de _______________ en _______________ zomermaanden _______________ ze een hol. Daarin droge graven _______________ slapen ze tot het weer regent. Dat is een echt zomerslaapje! _______________
ik maak – laag – schildpad – ik bevries – ik slaap – ik overleef – ik verstop – orgaan – ik ontwaak – temperatuur – ik blijf
Schildpadden overleven geen koude ________________ temperaturen . Sommige _______________ maken een hol onder de grond. Andere _______________ verstoppen zich de ganse winter onder water. De bovenste _______________ van de grond en het water _______________ lagen bevriezen en ook de schildpad bevriest. Maar hun belangrijkste _______________ organen _______________ blijven werken. Zij _______________ slapen in de winter en _______________ ontwaken in de lente. Dat is een echt winterslaapje! ________________ ______________
8
Vreemde dieren
4
CONTRACTBUNDEL KIJKER 3 Oe f en i ng 13 Ik vul de woorden aan met een voorvoegsel. Ik kies uit: be, ver, ge, on, ont, her.
be Papa _____ be taalt eerst de tickets aan het _____ ont haal. Ze _____ be ginnen bij de vissen. Wat een _____ ver rassing! Er zwemmen _____ ont zettend mooie vissen in het aquarium. Daarna gaat het hele _____ ge zin de olifanten _____ be wonderen. Het pas_____ ge boren jong zit _____ ver stopt tussen de takken van de struiken. Maar Lien heeft hem het eerst _____ ont dekt. Ze hebben _____ ont bijt aan de dieren. ge luk. De ____ be waker geeft net een lekker _____ Pieter _____ be weert dat olifanten heel _____ ont deugend kunnen zijn. Maar Lien _____ be looft hem van niet. Een welpje wordt _____ ver doofd met een spuitje. ge broken poot. De dierenarts _____ be zorgt het jong Het arme diertje heeft waarschijnlijk een _____ en er is niets ergs _____ ge beurd! Het welpje _____ ont waakt en kan al weer _____ be wegen. De pinguĂŻns hebben ook honger. De _____ ver zorgers hebben kleine visjes _____ ont dooid en gooien ze naar de grappige dieren. Lien en Pieter hebben zich niet _____ ver veeld in de zoo. Nu kunnen ze heel wat _____ ver halen _____ ver tellen aan hun vriendjes. Mama, papa, Pieter en Lien gaan op _____ zoek naar de zoo.
Oe f en i ng 14 Ik bedenk vijf woorden met een kattenstukje en vijf woorden met een berenstukje. Ik schrijf de woorden in de juiste kooi. Woorden met een kattenstukje woorden met een berenstukje
_________________________
_________________________
_________________________
_________________________
_________________________
_________________________
_________________________
_________________________
_________________________
_________________________
Vreemde dieren
9
4
CONTRACTBUNDEL KIJKER 3 Ik schik de vetgedrukte woorden alfabetisch. – _________________ – ________________ – diertje olifanten – _________________ pinguïns poot _________________ – _________________ – ________________ – spuitje struiken – _________________ takken visje _________________ – _________________ welpje zwemmen _________________
Oe f en i ng 15 Welk woord staat het dichtst bij welke letter in het alfabet? Ik verbind. zee ○
○ x dino ○ ○ y
○b ○e
tijger ○
○ q fazant ○ ○ z
○k ○d
wolf ○
○ v leeuw ○ ○ u
○p ○g
DE GROTE VREEMDE DIERENQUIZ Oe f en in g 16 Ik zoek de antwoorden in de teksten. Ik schrijf de woorden in de vakjes. Ik maak een woord met de letters in de grijze vakjes.
a s t r i d Dit enge visje kan licht geven. b Deze vis heeft grote stekels. e g Ik kan elektrische schokken geven. s i d d De klas neemt de trein in h a Ik heb een grote kleurrijke snavel. t Deze vogels verwarmen hun ei tussen hun poten. p i Ik heb lange tanden als naalden. a d d e r t a Ik ben een springkampioen! s Ik heb een groene huid en leef in het moeras. b r u l k De zoo van Antwerpen is op het
dierenpark
p ij e e s o n n e i
Ik schrijf het gevonden woord nog eens over: _____________________
10
Vreemde dieren
l l l r s e g d r k
e v v r e k u v v k
i i i o l a ï i a e
n s s g t n n s l r
4
CONTRACTBUNDEL KIJKER 3 Oe f en i ng 17 Ik schrijf zelf een korte tekst waarin de volgende woorden voorkomen: - 2 woorden met een voorvoegsel - 3 woorden met twee delen - 2 woorden met drie delen - 1 woord met meer dan drie delen - 6 woorden als beren - 3 woorden als katten _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
Vreemde dieren
11
GA MEE OP SPELLINGSAFARI LANGS EEN HELE REEKS VREEMDE DIEREN. JE KOMT ONDER ANDERE DE BRULKIKKER, DE BERGDUIVEL EN DE BIJLVIS TEGEN. BIJ ELK DIER HOORT HEEL WAT OEFENPLEZIER!
WOORDEN MET OPEN EN GESLOTEN LETTERGREPEN
WOORDEN MET VOOREN ACHTERVOE GSELS
HOOFDLETTERS EN LEESTEKENS
ALFABET
Auteur Marianne Dua - Illustraties Shutterstock Eerste druk 2017/353 - Bestelnummer 60 1021 388 ISBN 978 90 4863 089 9 - KB D/2017/0147/321 - NUR 191 Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge © Copyright die Keure, Brugge - RPR 0405 108 325
9 789048 630899