Contractbundel spelling kijker 7 by Tim Goris

Contractbundel Spelling

KIJKER 7

ijn idool

Naam ____________________________________ Klas ________

educatieve uitgaven

CONTRACTBUNDEL KIJKER 7 Oef en i ng 1 Ik vul aan met ng, nk, aai, ooi, oei, eeuw, ieuw of uw. Ik schrijf de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.

ontvang

ontva_______en Ik __________________________ soms een berichtje van mijn oma. Het haardvuur is uit, maar de sintels ______________________ nog na. oei gloeien pl_______ Ik __________________________ het hoekje van de pagina om. ooi en plooi de_______ De meester __________________________ dat ik gespiekt heb. nk en denkt oei en stoeit st_______ Ons kleine katje __________________________ graag met zijn moeder. nk en ta_______ Voor we vertrekken, __________________________ papa de auto vol. tankt g________ Jij _________________________ onze vriendschap zomaar overboord? ooi en gooit m_______ Bij ons is het altijd mama die het gras __________________________ . aai en maait oei en groeit Mijn kleine zusje __________________________ razendsnel. gr________ sp_______ Wist je dat een lama soms wel 5 meter ver _______________________ ? uw en spuwt zi_______ De boot heeft een ijsberg geraakt en _________________________ nu! nk en zinkt ng en zingt zi_______ Mijn broer __________________________ in een kinderkoor. aai en kr_______ Laat het rusten, daar _______________________ toch geen haan naar. kraait vern_________ zijn abonnement bij de sportclub. ieuw en Papa __________________________ vernieuwt bl_________ niet meer. oei en De appelboom bij oma in de tuin _______________________ bloeit oei en __________________________ Bemoei bem_________ je met je eigen zaken! sche______ de glazen nog eens vol. nk en Mama ___________________________ schenkt gl_______en

Oef en i ng 2 Ik maak een zelfstandig naamwoord op ing.

herdenking bedanking _______________________ betalen ➔ bestraffing _______________________ bezetten ➔

schenking betaling _______________________ bezetting _______________________

herdenken ➔ _______________________ schenken ➔ _______________________ bedanken ➔ bestraffen ➔

Ik bedenk zelf nog twee voorbeelden.

_______________________

➔ _______________________

_______________________

➔ _______________________

Mijn idool

CONTRACTBUNDEL KIJKER 7 Oef en i ng 3 Ik vul aan met ng, nk, aai, ooi, oei, eeuw, ieuw of uw. Van de woorden tussen haakjes maak ik een afleiding die past in de zin.

Mijn idool: Neil Armstrong Neil Armstrong was een (Amerikaan)

Amerikaanse

________________________

piloot en

astronaut. Hij is misschien wel de (beroemd)

beroemdste

______________________________

astronaut ooit.

Dat komt vooral door zijn rol bij de eerste (landen) op de maan. landing Als kleine jo______ oei d door vliegtuigen. ng en was Neil al geb_______ Hij was nog maar 16 jaar oud toen hij zijn vliegopleidi_____ nk zij ng volt_______ ooi de. Da______ regeling een speciale (regelen) ____________________ kon hij naar de universiteit om luchtvaarten ruimtechniek te studeren. Daarna moest hij dan wel eerst e______ nk ele jaren voor het ______________________________

Amerikaanse leger werken. Hij werd piloot in het leger en vloog er onder andere met

verkenni______svliegtuigen en straaljagers. Nadien ging Armstrong werken voor het Amerikaanse ruimtevaartagentschap NASA. Hij werd

ieuw

er testpiloot. Hij moest vliegen met n________e soorten vliegtuigen, die steeds sneller en

hoger gingen. Hij moet een goede bescherme______el gehad hebben, want onda______s vele

ooi

problemen tijdens die testvluchten, geraakte Armstrong n________t gewond. Misschien lag dat

ook gewoon aan zijn stalen zen______en? In 1962 werd hij geselecteerd als astronaut. Vier jaar later ging hij voor het eerst de ruimte in. Die

gedeeltelijk

eerste missie mislukte (deel) _______________________. Omdat het ruimtetuig maar bleef

aai

ronddr________en, moesten de astronauten vroeger dan gepland terugkeren naar de aarde.

ieuw

In 1969 ging Armstrong opn________________ de ruimte in. Er was besloten dat hij de eerste

aai

man op de maan moest worden. Natuurlijk was hij l________end enthousiast. Samen met twee andere astronauten vloog hij in een raket naar de maan. Op 21 juli zette hij als eerste mens een

ooi

voet op de maan. Hij sprak daarbij de m__________e woorden ‘een kleine stap voor een mens,

ooi

een reuzenspro____ voor de mensheid’. De missie werd met succes volt________d en de astronauten keerden veilig terug naar de aarde. Na deze missie ging Armstrong niet meer naar de ruimte. Hij bleef op aarde en deelde zijn kennis

eeuw

als leraar aan de universiteit. Maar zijn naam is ver__________igd in de geschiedenisboeken. Mijn idool

CONTRACTBUNDEL KIJKER 7 Oef en i ng 4 Ik schrijf het verkleinwoord of het meervoud van de woorden op de juiste plaats. soldaat – peer – olijf – piano – kind – lichaam – pen – koffie – kilo – kangoeroe – orkaan Mijn neefje houdt van muziek maken. Daarom kreeg hij voor zijn verjaardag van ons een klein

pianootje

____________________.

Ik kreeg een speelgoedklasje met een juf en leerlingen. De juf heeft

pennetje Wij eten iedere week bakken ______________________ . We zijn echt gek op dat sappige fruit! peren Papa eet graag geitenkaas, maar van die groene ______________________ huivert hij. olijven Als mama bij tante op bezoek gaat, drinken ze altijd een ______________________ . koffietje kilootje Tante houd niet zo van diëten. Ze zegt altijd: ‘Ach, een ___________________ meer of minder, zelfs een boekje en een ________________________ om mee te schrijven.

wat maakt het uit, zolang je gezond eet?’

orkanen

Bij ons komen ze gelukkig haast nooit voor, maar ________________________ kunnen enorm veel schade veroorzaken.

kangoeroes

Mijn oma uit Australië zegt dat de _______________________ daar soms gewoon over de straat huppelen!

lichaampje

Het ______________________ van de pasgeboren baby was mooi roze en zacht.

kinderen

In Senegal krijgen de ________________________ pas een naam als ze een week oud zijn.

soldaten

Het koninklijk paleis wordt voortdurend bewaakt door enkele ______________________.

Oef en i ng 5 Ik maak bijvoeglijke naamwoorden. Ik gebruik het achtervoegsel ig(e), ing, (e)lijk of (e)lijks. maand voorstellen aandacht lief

Mijn idool

maandelijks aanwijzing voorstelling lichamelijk _______________________ lichaam _______________________ aandachtig wrokkig _______________________ wrok _______________________ lieflijk aannemelijk _______________________ aannemen _______________________ _______________________ aanwijzen _______________________

CONTRACTBUNDEL KIJKER 7 Oef en i ng 6 Ik maak van de woorden tussen haakjes een passende afleiding met een achtervoegsel.

Mijn idool: Malala Yousafzai Als je nog nooit gehoord hebt van mijn idool, is dat wel (begrijpen)

begrijpelijk

____________________.

Maar Malala Yousafzai is zonder twijfel

uitzonderlijke Ondanks haar (jeugd) ______________________ leeftijd heeft jeugdige ongelofelijk/ongelooflijk veel mensen ze al (ongeloof) ____________________________ een (uitzonderen) ___________________________ jongedame.

bron: Simon Davis/DFID

weten te inspireren. Malala werd geboren op 12 juli 1997 in Pakistan. Haar vader was daar leraar. Toen in 2007 de

gewelddadig

Taliban (gewelddaad) ____________________________ de macht greep in haar streek, werd het voor meisjes verboden om naar school te gaan. Later mochten meisjes onder bepaalde voorwaarden terug naar school. Malala hield in die tijd een blog bij. Daarin schreef ze over het

moeilijke Dat was (natuur) __________________________ niet naar de zin van de Taliban. natuurlijk regelmatig Omdat Malala steeds bekender werd en zich (regelmaat) _______________________ negatief gevaarlijker uitliet over de Taliban, werd het ook steeds (gevaar) _________________________ voor haar.

(moeite) _______________________ leven in haar streek onder de Taliban.

Op 9 oktober 2012 werd ze het slachtoffer van een aanslag. Toen ze met de bus terugkeerde

Gelukkig

van school, werd ze neergeschoten. (geluk) ____________________ overleefde ze de aanval. Ze was wel zwaargewond. Eerst werd ze behandeld in een ziekenhuis in Pakistan. Later werd ze

rustig

overgebracht naar Engeland. Daar kon ze (rust) _______________________ verder herstellen. Ondertussen was het nieuws over de aanslag de wereld rond gegaan. Van overal kreeg Malala

onverzettelijke

lof en steun om haar (on+verzetten) _____________________________ moed. Ze kreeg verschillende internationale vredesprijzen en werd overal ter wereld uitgenodigd om te komen spreken over kinderrechten en rechten van meisjes.

Uiteindelijk

(uit+einde) _________________________ kreeg ze in 2014 zelfs de Nobelprijs voor de Vrede! Ze was toen nog maar 17 jaar. Daarmee is ze de jongste persoon

belangrijke

ooit die die (belang) _____________________________ prijs mocht ontvangen. Ook daarna bleef ze zich inzetten voor de rechten van kinderen overal ter wereld. Ze woont nog steeds in Engeland en studeert nu aan de bekende universiteit van Oxford. bron: Reuters

Mijn idool

CONTRACTBUNDEL KIJKER 7 Oef en i ng 7 In het kader noteer ik een achtervoegsel of voorvoegsel dat bij de drie woorden past. leider vriend

werk

schap

einde

beter

orde

onleef

raad

zicht

baar

loos

zaag

betaal

doop

halen

ont

be/ver

stellen

her/be

dooien

kennen

spreken

gissing

ver

lang

Ik schrijf de passende vorm van het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord. ijzer – steen – hout – koper – porselein – glas – goud

glazen

de toekomst proberen te voorspellen = in een ___________________ bol kijken

ijzeren

kleuren plaatsen

Oef en i ng 8

een sterke wil = een ___________________ wil

gouden houten iemand die stijf beweegt = een ___________________ klaas stenen het is een harde persoon = hij heeft een ___________________ hart twaalf en een half jaar getrouwd = een ___________________ bruiloft koperen een teer, gevoelig mannetje = een ___________________ poseleinen ventje een periode van welvaart = een ___________________ eeuw

Mijn idool

drukken

vangen

zwaar

sel

CONTRACTBUNDEL KIJKER 7 Oef en i ng 9 Ik plaats de juiste leestekens op de rode lijnen in de tekst. Ik vul de woorden aan. Ik schrijf een hoofdletter waar het nodig is.

Mijn idool: mijn tante Ida

. M (h)___ p oliticus___ . H et is ook geen uitvinder of (p)___ H et is zelfs geen bekende (v)___ V laming___ . (i)___ Ik (h)___ t ante (i)___ I da___ . heb als idool gekozen voor mijn (t)___ I da is dokter bij (a)___ A rtsen M ijn tante (i)___ (m)___ (z)___ . (d)___ D at is een organisatie die hulp verleent aan mensen die Z onder (g)___ G renzen___ . (z)___ Z e maken geen onderscheid in nood zijn geraakt door een natuurramp of een oorlog___ tussen groepen of partijen___ . (z)___ Z e proberen gewoon alle slachtoffers zo goed mogelijk te . (m)___ M ijn tante is al in heel wat (l)___ l anden hulp gaan bieden___ : (j)___ J emen___ , helpen___ . (z)___ Z e zet zich C ongo___ , (s)___ S yrië___ , (g)___ G riekenland en nog een heleboel meer___ (c)___ . (z)___ Z e moet daarbij zelf ook vaak in in voor mensen die soms helemaal niks meer hebben___ . (z)___ Z elfs praten met de mensen is moeilijk___ . moeilijke omstandigheden werken___ N ederlands___ , (f)___ F rans___ , (e)___ E ngels___ , T ante (i)___ I da spreekt wel (n)___ (t)___ S paans__, maar ze kent geen (g)___ G rieks___ , (a)___ A rabisch of (s)___ S wahili___ . (d)D __uits en (s)__ (b)___ B egrijp je waarom ik tante (i)___ I da zo’n geweldig voorbeeld vind___ ? (z)___ Z e zet zich . (d)___ D aarvoor geeft ze keihard in voor de mensen die de hulp het hardst nodig hebben___ : ze is vaak lang weg van haar familie___ , ze ruilt het comfortabele leven in heel wat op___ B elgië voor harde omstandigheden___ , ze verdient ook veel minder (g)___ g eld dan wat ze (b)___ hier zou kunnen verdienen___ . (m)___ M aar dat doet ze allemaal met een glimlach___ . (z)___ Ze (m)___ijn idool is geen beroemde popster of sportman___

wilt de wereld een betere plek maken voor iedereen en steekt daarom zelf de handen uit de

mouwen___ (m)___ijn tante (i)___da is een fantastische (v)___rouw___

Oef en i ng 10 Ik schrijf de landen in alfabetische volgorde. België – Nederland – Frankrijk – Duitsland – Griekenland – Engeland – Syrië

België, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Griekenland, Nederland, _________________________________________________________________________ Syrië _________________________________________________________________________

Mijn idool

CONTRACTBUNDEL KIJKER 7 Oef en i ng 11 Ik schrijf het meervoud. meetlat oor koffietas gitaar balpen

meetlatten weekbladen oren werkplekken _______________________ werkplek _______________________ koffietassen scharen _______________________ schaar _______________________ gitaren platen _______________________ plaat _______________________ balpennen patatten _______________________ patat _______________________

_______________________ weekblad _______________________

Oef en i ng 12 Ik zoek de samenstellingen in oefening 10. Ik splits ze en voeg ze terug samen. + ___________________ = ____________________________ meet lat meetlat ___________________ + ___________________ = ____________________________ koffietas koffie tas ___________________ + ___________________ = ____________________________ balpen bal pen ___________________ + ___________________ = ____________________________ weekblad week blad ___________________ + ___________________ = ____________________________ werkplek werk plek ___________________

Oef en i ng 13 Ik schrijf de meervouden van oefening 10 in de juiste kolom. Ik zoek zelf nog een voorbeeld en schrijf het op de blauwe lijn. meervoud met kattenstukje

meetlatten ___________________________________ koffietassen ___________________________________ balpennen ___________________________________ werkplekken ___________________________________ patatten

Mijn idool

meervoud met berenstukje

oren ___________________________________ gitaren ___________________________________ weekbladen ___________________________________ scharen ___________________________________ platen

___________________________________

CONTRACTBUNDEL KIJKER 7 Oef en i ng 14 Ik maak samenstellingen. Ik noteer ze in alfabetische volgorde. schaap – eik – krant – bakken – krokodil – melk – gieten + leer – wol – hout – papier – chocolade – ijzer – steen

baksteen krokodillenleer eikenhout melkchocolade __________________________________ __________________________________ gietijzer schapenwol __________________________________ __________________________________ krantenpapier __________________________________ __________________________________ __________________________________

Oef en i ng 15 Ik vul de samenstellingen van oefening 13 op de juiste plaats in.

schapenwollen

Ik hou van mijn _______________________________ muts. Die is zo lekker warm!

eikenhouten krantenpapieren Mijn kleine broer kwam thuis met een _______________________________ knutselwerkje. bakstenen Papa wilt in de tuin graag een _______________________________ tuinhuis zetten. krokodillenleren Mijn zus heeft een _______________________________ handtas, maar het is geen echte. melkchocolade Op Pasen stond er een grote _______________________________ klok op onze keukentafel. gietijzeren De tuin is afgesloten met een hek en een _______________________________ poort. Mijn oma en opa hebben een grote ______________________________ tafel in de eetkamer.

Oef en i ng 16 Ik verbind de voorvoegsels en werkwoorden die bij elkaar passen. ont

● ● bieden

● loven ver

● ● kopen

● slaan ge

● ● werken

● wijken

Mijn idool

CONTRACTBUNDEL KIJKER 7 Oef en i ng 17 Ik maak een zin met de opgegeven woorden. De onderstreepte woorden zet ik in het meervoud. In het hokje staat welke leestekens je moet gebruiken. sluw – vos – duwen – kraai – kooi punt

bv.

De sluwe vos duwde de kraai in de kooi. _________________________________________________________________________ juffrouw – brandslang – springtouw uitroepteken

De juf riep: ‘Hela, de brandslang is geen springtouw!’ _________________________________________________________________________ kat – miauwen – hond – janken komma en punt _________________________________________________________________________ Katten miauwen, honden janken en blaffen.

haai – inktvis – kieuw vraagteken

Hebben zowel haaien als inktvissen kieuwen? _________________________________________________________________________ bangerik – schreeuwen – gifslang punt

De bangerik schreeuwde toen hij de gifslang zag. _________________________________________________________________________ jongste – nonkel – springen – tuinbank vraagteken

Mijn jongste nonkel vroeg: ‘Kun je over de tuinbank springen?’ _________________________________________________________________________ leeuwin – schaduw – boom – geeuwen punt

De leeuwinnen liggen geeuwend in de schaduw van de bomen. _________________________________________________________________________ gruwelen – haaienvinnensoep uitroepteken

Ik gruwel van haaienvinnensoep! _________________________________________________________________________ huwelijk – trouwring – vinger punt

Tijdens het huwelijk krijg je een trouwring rond je vinger. _________________________________________________________________________

Mijn idool

CONTRACTBUNDEL KIJKER 7 Oef en i ng 18 Ik vul de woorden aan met aai, ooi, oei, eeuw, ieuw, uw, ng of nk. Ik schrijf over in alfabetische volgorde.

eeuw oei aai inga_______ ng tuinba_______ nk ga________ ng kast uw d eierd________ ooi er vern_________ ieuw end geh________ dampkri_______ ng bloemenwi_______ nk el za______ ng eres bem________ oei en sp_________ uw en bli_______ nk en sn________vlokje vl_________baar grasm________er

bemoeien, blinken, bloemenwinkel, dampkring, eierdooier, _________________________________________________________________________ gangkast, gehuwd, grasmaaier, ingang, sneeuwvlokje, spuwen, _________________________________________________________________________ tuinbank, vernieuwend, vloeibaar, zangeres _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________

Oef en i ng 19 Ik schrijf zelf een kort tekstje over mijn idool. Ik gebruik daarbij minstens twee verkleinwoorden en twee meervouden. Ik gebruik ook minstens één woord met aai, ooi, oei, eeuw of ieuw. Ik markeer twee kattenstukjes en twee berenstukjes. _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________

Mijn idool

Naar wie kijk jij echt op? Wie is jouw grote idool? Misschien is jouw idool wel een filmster? Of een heel bekende sportman of sportvrouw? Of misschien kijk jij wel op naar een hele slimmer professor? In deze contractbundel stellen drie kinderen hun bijzondere idool voor. Benieuwd wie zij gekozen hebben? Aan de slag dan!

verkleinwoorden woorden met ng en nk voor- en achtervoegsels meervouden

open en gesloten lettergrepen woorden met aai, ooi, oei, eeuw, ieuw en uw alfabet

hoofdletters en leestekens woorden als banaan

stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden

Auteur Bert Wynsberghe - Illustraties Shutterstock Eerste druk 2018-2017/357 - Bestelnummer 60 1021 392 ISBN 978 90 4863 113 1 - KB D/2018/0147/76 - NUR 191 Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge © Copyright die Keure, Brugge - RPR 0405 108 325

9 789048 631131