Merkske nieuwsbrief 2013

Page 1

Nieuwsbrief het Merkske januari 2014

Monitoringsresultaten Inleiding Naar aanleiding van het gezamenlijke monitoringsplan is er in 2010 een start gemaakt met het systematisch inventariseren/monitoren van de flora en fauna in het Merkske. Het doel is dat we op termijn, per soortgroep een gebiedsdekkend verspreidingsoverzicht uit kunnen brengen. Om alle vrijwilligers en ge誰nteresseerden zo goed mogelijk te informeren over de resultaten, bijzonderheden en aandachtspunten brengen de natuur- en waterbeherende organisaties in het Merkske deze nieuwsbrief uit.

Ontdekken van moerasvaren in het Moer tijdens het weekend van de biodiversiteit, organisatie Natuurpunt. (Foto: Wim Verschraegen)


Als u actueel op de hoogte wilt blijven van de ontwikkelingen in het beekdal/vallei van het Merkske is er sinds 2012 een facebookpagina http://www.facebook.com/#!/het.merkske We beperken ons niet alleen tot de strikte natuurgebieden maar we richten ons op het gehele stroomgebied van het Merkske van meer dan 6000 ha. Hierdoor krijgen we een goed beeld van alle gronden die voor het Merkske van belang zijn. Onderstaande kaart geeft de begrenzing van het stroomgebied met daarin de verschillende onderzoeksblokken.

Colofon Nieuwsbrief vrijwilligers van het Merkske Jaargang 4, nummer 4, najaar 2013 De nieuwsbrief vrijwilligers het Merkske, is een gratis nieuwsbrief voor alle vrijwilligers (en geïnteresseerden) van Staatsbosbeheer, het Agentschap voor Natuur en Bos, waterschap Brabantse delta en Natuurpunt die actief zijn in ‘t Merkske. Deze editie werd mede gevuld door bijdragen van de coördinatoren. Bedankt daarvoor! De eindredactie van de nieuwsbrief gebeurd door: - Theo Bakker (boswachter Monitoring en Natuuradvies bij Staatsbosbeheer) - Bart Hoeymans (boswachter bij het Agentschap voor Natuur en Bos) Opmerkingen, aanvullingen op deze nieuwsbrief of bijdragen voor de volgende nieuwsbrief kunnen gemaild worden naar t.bakker@staatsbosbeheer.nl of bart.hoeymans@lne.vlaanderen.be


Flora Hans Backx 1. Algemeen In 2013 is er hard gewerkt door de vrijwillige inventariseerders van het Merkske, dit zowel aan de Nederlandse als aan de Vlaamse kant en ze hebben veel gebieden bezocht. Zo hebben bijvoorbeeld G. Kierkels en M. Schelle de moeite genomen om de Tommelse hei te inventariseren en hebben daar bij een gegraven poel veel leuke soorten aangetroffen. De KNNV-ers uit Breda hebben ook enkele uurhokken voor hun rekening genomen terwijl S. Leestmans, B. Hoeymans en de PWG van Natuurpunt Markvallei vanuit Vlaanderen veel voor hun rekening hebben genomen. Dankzij de inzet van deze personen, en vele hier niet-genoemde anderen, zijn er weer veel soorten aangetroffen en is er veel kennis verzameld over de vegetatie van het Merkske. Aangezien het niet mogelijk is om alle waargenomen soorten in deze nieuwsbrief te vermelden is er een selectie gemaakt (zie tabel1 en 2). Voor de geselecteerde soorten geldt dat ze: 1. Een doelsoort voor Staatsbosbeheer moet zijn, of 2. Op de Nederlandse en/of Vlaamse Rode lijst staan. Daarna zijn de soorten verder gegroepeerd op biotoop waarbij opgemerkt moet worden dat deze opdeling vanzelfsprekend niet waterdicht is aangezien veel soorten in meerdere biotopen kunnen worden aangetroffen. Voor de volledige lijsten met waargenomen soorten, en waarnemers, wordt doorverwezen naar www.waarneming.nl en www.waarnemingen.be Soorten van heischraal grasland en drogere heide Er werd een groot aantal soorten van deze biotopen aangetroffen. In het Nederlandse deel van het beekdal komen ze vooral in de bermen voor. Zo groeit bijvoorbeeld het grasklokje in grote aantallen in een berm in Baarle-Nassau. Maar ook op percelen zijn hier en daar heischrale soorten aangetroffen. Op de Castelreesche heide worden bijvoorbeeld flinke patches van muizenoortje aangetroffen in de voormalige landbouwgronden. Wellicht is er, met een beetje hulp van SBB, dus toekomst voor grotere oppervlakten aan drogere heischrale graslanden/droge heide aan de Nederlands kant van Het Merkske. In het Vlaamse deel was het aantal aangetroffen soorten lager. Dat er echter ook hier kansen voor deze soorten zijn maakt het voorkomen van klein warkruid duidelijk. Klein warkruid is een parasiet die vooral woekert op struikhei en dan met name op jonge planten. Ondanks het feit dat deze waardplant nog regelmatig wordt aangetroffen is het klein warkruid in Nederland en Vlaanderen sterk achteruitgegaan. Deze soort is dus kritisch wat betreft de standplaats. Het voorkomen Klein tasjeskruid – Castelrése heide (Foto: van de soort mag dan ook om twee redenen Hans Backx) verheugend worden genoemd: ten eerste dat zo een zeldzame soort zich weer ”vanuit het niets” heeft gevestigd en ten tweede dat herstelmaatregelen de juiste standplaatscondities weer kunnen herstellen.


Tabel 1.Waargenomen soorten in 2013. Blauw geeft aan in welk deel van Het Merkske (Nederland of Vlaanderen) de soort is gezien. Biotoop Akkers Bossen

Soort Korenbloem Bosaardbei Bosorchis Moerasvaren Slanke sleutelbloem Heischrale graslanden/ Droge heide Borstelgras Buntgras Dwergviltkruid Eenjarige hardbloem Grasklokje Klein tasjeskruid Klein vogelpootje Klein warkruid Muizenoor Stekelbrem Struikhei Tandjesgras Vroege haver Zandblauwtje Zilverhaver Natte heide, Vennen of Bruine snavelbies andere voedselarme wateren Geelgroene zegge Gewone dophei Grondster Kleine zonnedauw Klokjesgentiaan Loos blaasjeskruid Moerashertshooi Moerasvaren Moeraswolfsklauw Ondergedoken moerasscherm Rossig fonteinkruid Schildereprijs Sterzegge Veelstengelige waterbies Veenpluis Vlottende bies Wateraardbei Waterdrieblad Waterpostelein Wilde gagel Witte snavelbies Zwarte zegge Doelsoort: Doelsoort van Staatsbosbeheer RL-NL: Soort staat op de Nederlandse Rode lijst Rl-VL: Soort staat op de Vlaamse Rode lijst

Doelsoort RL VL *

RL NL * *

? * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

* * * * * *

*

* * * * *

* *

* * * * *

*

* *

* * * *

* *

* * * * * * * * * *

* *

*

* *

* *

NL VL


Soorten van vochtige heide, vennen en (matig) voedselarme wateren Soorten die kenmerkend zijn voor natte heide, vennen, ven-oevers of andere (matig) voedselrijke waterlichamen ontbraken ook in 2013 niet. Er werden maar liefst 23 soorten van deze biotopen aangetroffen. Hier zitten verschillende (zeer) zeldzame soorten bij, die kritisch zijn wat betreft de standplaats. Een mooi voorbeeld hiervan is het ondergedoken moerasscherm (in Wortel). Kritische soorten worden soms echter op een verrassende plaats aangetroffen. Dit wordt geïllustreerd door de klokjesgentiaan. Deze laaglandgentiaan wordt normaliter op voedselarme, vochtige heideterreinen aangetroffen. Buiten het opduiken van de soort in Wortel Kolonie werden er dit jaar enkele exemplaren in een slootkant gevonden. De klokjesgentianen stonden tussen ruigtekruiden, naast een maïsveld. Normaal is dit de laatste plaats waar men klokjesgentianen gaat zoeken! Dit is een mooie vondst aangezien men er vanuit ging dat de klokjesgentiaan aan de Nederlandse kant was verdwenen. De terreinbeheerders gaan nu kijken of de gentianen overgeplant kunnen worden naar een meer geschikte biotoop gebied voordat ze dood worden gespoten en zo wordt er gebiedseigen materiaal behouden. Wellicht is het raadzaam om dan ook wat andere exemplaren uit de buurt te introduceren, uit Vlaanderen of bijvoorbeeld uit andere, relatief, nabijgelegen heideterreinen (bijvoorbeeld Rozeven, Roosendaal). Deze individuen zijn waarschijnlijk genetisch niet afwijkend en mogen dus ook als “gebiedseigen” worden beschouwd. Dit verhoogt de kans op een succesvolle vestiging van een nieuwe populatie. Immers, wanneer er bij herintroductie van een soort te weinig individuen worden gebruikt, is er al snel sprake van “inteelt”. Hierdoor ontbreekt dus een goede genetische basis, iets wat voor een stabiele populatie een vereiste is. Een zeer mooie vondst is rossig fonteinkruid in Vlaanderen. Deze soort is in pas gegraven poel aangetroffen. In 1983 is deze soort voor het laatst met zekerheid in Vlaanderen waargenomen. Dit laat dus zien dat natuurontwikkeling kan lonen!

Floristen hard aan het werk op de Halsche beemden. (Foto: Hans Backx)


Tabel 2.Vervolg waargenomen soorten in 2013. Blauw geeft aan in welk deel van Het Merkske (Nederland of Vlaanderen) de soort is gezien. Biotoop

Soort

Doelsoort

Vochtige/natte graslanden

Doelsoort: RL-NL: Rl-VL:

Bosbies * Brede orchis * Echte koekoeksbloem * Gevleugeld hertshooi * Gewone dotterbloem * Grote boterbloem Grote pimpernel * Grote ratelaar * Karwijselie * Klein glidkruid * Kleine ratelaar Kleine valeriaan * Knolsteenbreek * Knoopkruid * Lange ereprijs Moeraskartelblad * Moerasstreepzaad * Moesdistel * Rietorchis * Ronde zegge * Doelsoort van Staatsbosbeheer Soort staat op de Nederlandse Rode lijst Soort staat op de Vlaamse Rode lijst

RL VL RL NL NL VL *

* * * * * * *

* * * * *

* *

* *

*

Soorten van natte beemden en graslanden Ook de nattere en matig voedselrijke graslanden stelden in 2013 niet teleur en er werden verschillenden soorten van deze biotoop aangetroffen. Hier valt ook de karwijselie onder. Deze schermbloemige is in Noord-Brabant uiterst zeldzaam en heeft alleen op de Waterbeemd nog een stabiele populatie. Echter, net als de klokjesgentiaan, werd deze soort op een ongewone standplaats aangetroffen namelijk in een berm die grenst aan een maïsakker. Of deze individuen ook verhuisd gaan worden is niet duidelijk. Het is te hopen dat de soort hier kan stand houden; er werd door de waarnemer vermeld dat er sprake was van een schrale berm. Wellicht biedt dit dus kansen. Karwijselie werd aan de Vlaamse kant gevonden in het deelgebied ‘het Moer’, deze plant werd gevonden in een broekbos. De grote bevernel, een andere schermbloemige, staat niet vermeld in de tabel (is geen doelsoort en geen Rode lijstsoort). De soort wordt hier toch vernoemd omdat die zeer zeldzaam is in NoordBrabant maar in de vallei van Het Merkske nog voorkomt. Ook in 2013 is de soort gevonden. De grote bevernel is een soort van vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, vaak kalkhoudende grond (klei, zavel en löss). Zo komt ze in Nederland vooral voor in Limburg en het grote rivierengebied maar in Noord-Brabant is ze, zoals al gezegd, heel zeldzaam. In die zin lijkt ze overeenstemming te tonen met de grote pimpernel, namelijk dat het een soort is die in het Merkske, buiten haar aaneengesloten verspreidingsgebied, kan standhouden door de (vroegere) aanwezigheid van goede kwel. Het is dus ook zinvol op deze soort te letten; haar aanwezigheid kan op goede standplaatscondities te wijzen.


Kleine valeriaan in waterbeemd (Foto: Hans Backx)

De Waterbeemd werd dit jaar bezocht door o.a. E. Weeda en P. van de Wiel. De reden hiervoor was dat ze “op jacht” waren naar het weidevergeet-me-nietje. Deze soort is inderdaad aangetroffen. Het weidevergeet-me-nietje wordt in Nederland als een ondersoort van het moerasvergeet-me-nietje gezien (Myosotis palustris subsp. nemorosa) terwijl het in naburige landen als een “echte” soort wordt gezien (M. nemorosa). De (onder)soort lijk sterk op het moerasvergeet-me-nietje. Weidevergeet-me-nietje bloeit hoofdzakelijk in de voorzomer en maakt, naarmate de bloeiwijzen uitgroeien en vruchtzetting vordert, een steeds spichtiger indruk in vergelijking met het moerasvergeet-me-nietje. Verder zijn de bloemen gemiddeld gezien kleiner: de middellijn van de bloemkroon overschrijdt zelden de vijf millimeter, wat ook voor zompvergeet-menietje de bovengrens is. De beharing biedt Floristen hard aan het werk tijdens het weekend van de biodiversiteit in het Moer (Foto: Wim Verschraegen) het meest betrouwbare onderscheidende kenmerk. Bij weidevergeet-me-nietje zijn de haren op de onderkant van de bladeren en het onderste deel van de stengel in de meerderheid terugwijzend. Bij het moerasvergeet-me-nietje zijn vrijwel alle haren op stengels en bladeren opwaarts gericht. Het weidevergeet-me-nietje is zeer zeldzaam maar hierbij moet ook worden opgemerkt dat de soort weinig aandacht krijgt. Wellicht is het dus interessant om ook andere gebieden van het Merkske eens na te gaan op aanwezigheid van dit onbekende vergeet-me-nietje.


Waterdrieblad (Foto: Wim Verschraegen)

Moeraskartelblad (Foto: Wim Verschraegen)

Conclusie In 2013 is er dus weer veel moois aangetroffen in het Merkske en zijn van de belangrijkste biotopen veel karakteristieke soorten gevonden. Wat de resultaten verder duidelijk hebben gemaakt is dat natuurontwikkeling, vanuit botanisch standpunt, zin heeft. De resultaten op de Castelresche heide lieten dit al zien maar de snelle vestiging van een nagenoeg uitgestorven soort als rossig fonteinkruid in gegraven poelen onderstreept dit nog eens. Wanneer de juiste randvoorwaarden worden gecreëerd, kunnen zeldzame soorten weer opduiken! Dat dit ook in ogenschijnlijk “waardeloos” gebied als een intensief landbouwgebied kan gebeuren, is duidelijk geworden door de vondst van een reeks aan zeldzame soorten op een gegraven poeloever (o.a. grondster, borstelbies, etc.) in de Tommelse heide. Deze “oninteressante” gebieden kunnen om nog een andere reden boeiender zijn dan dat ze op het eerste zicht lijken. Immers, spectaculaire soorten als klokjesgentiaan en karwijselie zijn in dit gebiedstype onverwachts aangetroffen! Het blijkt dus dat in deze gebieden inventariseren nieuwe groeiplaatsen van zeldzame soorten kan opleveren. Hopelijk worden deze “lelijke” gebieden ook in 2014 eens met bezoeken door inventariserende botanisten vereerd.


Vogels Bart Weel Afgelopen voorjaar – zomer zijn er weer een aantal mensen actief geweest om een beperkte groep vogels die karakteristiek zijn voor het stroomgebied van het Merkske te karteren. In het afgelopen voorjaar hebben 5 mensen in totaal 7 deelgebieden bezocht. Harry van Vugt heeft 3 gebieden geteld net als de 3 jaren ervoor, te weten: Ginhoven-Marksken, de Witte bergen en de Broskens. Koen Verschueren heeft de Steenen brug en Schootsen hoek gekarteerd, Johan Versmissen en Johan Coertjens hebben dit jaar de Schouwloop geteld. Daarnaast heeft Ad Verhoeven een eerste aanzet gemaakt in Schaluinen maar moest wegens ziekte halverwege het seizoen opgeven. Hij heeft toegezegd in 2014 een nieuwe poging te wagen. In totaal zijn van 31 soorten waarnemingen gedaan en dit heeft voor 28 soorten territoria opgeleverd. Van de waargenomen soorten staan er een aantal niet op de te monitoren soortenlijst en zullen dan ook niet door alle tellers worden meegenomen, daarnaast weet ik dat Harry, overigens in overleg met mij, de grasmus niet meetelt omdat er zo veel van zijn. Van kwartel, grutto en ransuil werd slechts een éénmalige waarneming gedaan en kon geen territoria worden vastgesteld in de getelde gebieden. Van de kwartel en grutto waren met zekerheid territoria aanwezig op Castelré en aan de oost-kant van de Broskens. De gevonden territoria kwamen van de volgende soorten: Dodaars 1 Zwarte specht 1 Kuifeend 1 Kleine bonte specht 1 Buizerd 2 Boomleeuwerik 1 Torenvalk 1 Veldleeuwerik 1 Steenuil 1 Boompieper 3 Patrijs 1 Graspieper 1 Scholekster 1 Nachtegaal 4 Wulp 12 Roodborsttapuit 15 Koekoek 4 Grote lijster 1 Groene specht 5 Bosrietzanger 2

Kleine karekiet Grasmus Spotvogel Tuinfluiter Wielewaal Kneu Geelgors Rietgors

1 30 7 1 2 1 12 4

Vanuit het door Frans Vermeer toegestuurde bestand van www.waarneming.nl en www.waarnemingen.be heb ik een aantal wetenswaardigheden opgeschreven die het vermelden waard zijn. Allereerst het ingevoerde aantal waarneming tussen half november 2012 en half november 2013 bedroeg 5374 waarnemingen van in totaal 175 verschillende vogelsoorten die in het stroomgebied van het Merkske zijn waargenomen. Hier zitten volgens mij ook de waarnemingen bij van de trektelpost op Castelré die de daar overvliegende vogels in het bestand zetten. Deze vogels hebben echter geen- of nagenoeg geen binding met het gebied en zeggen derhalve niets over de natuurkwaliteit van het Merkske. In totaal zijn er 253 waarnemingen van overvliegende vogels gemeld met o.a. 43 waarnemingen van roofvogels die mogelijk wel enige binding hebben met het gebied door er vliegend in te jagen. Opvallende waarnemingen/soorten uit www.waarneming.nl zijn o.a: 2 x overvliegende appelvinken, 1 overvliegende barmsijs, 6 waarnemingen van beflijsters waarvan 1 waarneming van 13 exemplaren ter plaatse door Stijn Leestmans op 10 oktober 2013. 24 waarnemingen van blauwe kiekendief tussen laatste week december 2012 en half maart 2013, 22 waarnemingen van bosruiter(s) in april/mei en juli/aug van waarschijnlijk dezelfde dieren op nagenoeg de zelfde plaats, 27 waarnemingen van hetzelfde brilduiker mannetje op het ven aan de


oost kant van Castelré tussen 1 april en 26 mei. Dit dier pendelde tussen België en Nederland en werd regelmatig baltsend gezien met een wijfje. Van de fluiter waren 8 waarnemingen beschikbaar van hetzelfde exemplaar op nagenoeg dezelfde locatie. Deze soort had hier dus met zekerheid een territorium. Opvallend is het hoge aantal geelgorzen, in totaal 232 waarnemingen. De grootste trefkans op deze vogels licht in o.a. de Broskens, Vorstersgoor, Witte bergen, Castelré en Ulicootse heide. Er kwamen 21 goudvinken als doortrekker door in voor- en najaar. Slechts 1 grauwe klauwier werd waargenomen bij Baarle brug/ Broskens, deze vertoonde toen broedverdacht gedrag. Later werd er nog regelmatig in de omgeving gezocht naar deze soort maar werd er niets meer gevonden. Waarschijnlijk betrof het dus toch nog een late doortrekker. Er werd slechts één ijsvogel genoteerd voor het hele stroomgebied, erg mager dus in een gebied met hoge potenties voor de soort. Daarnaast werden 6 kerkuilen ingevoerd waarvan 2 exemplaren dood werden gevonden. Opwindend waren de waarnemingen van overvliegende kraanvogels, op 4 maart kwamen op 3 plaatsen in totaal 164 kranen over het gebied gevlogen en op 17 maart stond er zelfs 1 exemplaar aan de grond op de Castelreese heide.

Kraanvogels (foto: Wim Verschraegen)

De grote zilverreiger lijkt het ook bij ons goed te gaan doen, er kwamen dit jaar 119 waarnemingen binnen van deze prachtige witte verschijning. De grutto doet het in het gehele stroomgebied redelijk maar is toch geconcentreerd in het oosten van de Broskens en op Castelré met in totaal 139 waarnemingen en een geschatte populatie van een 20 tal territoria. In de vroege zomer werden slechts 6 verschillende houtsnippen waargenomen. Hier moet, denk ik, nog eens extra aandacht aan besteed worden want er zitten er naar mijn overtuiging meer. In 2013 werden er slechts 2 waarnemingen van klapeksters doorgegeven. Kleine plevieren doen het erg goed in de nieuwe vennen van de Castelreese heide, hier kwamen bijna alle waarnemingen vandaan. De kwartel was slechts met een 3 tal exemplaren aanwezig op Casterlré, dit in sterk contrast met enkele jaren geleden.


Vanaf half juni tot in augustus werden met regelmaat lepelaars in de vennen van Castelre waargenomen in wisselende aantallen tot maximaal 10 exemplaren bij elkaar. Leuk zijn de 2 waarnemingen van nachtzwaluwen op 6 juni, 1 bij Baarle brug en 1 op de Castelrése heide. De soort heeft met zekerheid gebroed net ten zuiden van de Castelrése heide in Wortel Kolonie (B). Opvallend zijn ook 13 paapjes na het broedseizoen en 1 orpheusspotvogel op 27 juni in de Broskens. De rode wouw werd 2 x waargenomen in nov 2012 en feb 2013 en de zwarte wouw in april en mei van dit jaar. De roodborsttapuit is toch zeer goed vertegenwoordigd en kan overal worden waargenomen, er werden van deze soort 199 waarnemingen doorgegeven. Leuk om te noemen is dat er 40 spotvogels werden gemeld, hier zullen er wellicht een aantal dubbel zijn ingevoerd maar toch een mooi Nachtzwaluw (Foto: Bart Hoeymans) resultaat. Op 25 mei werd een steltkluut waargenomen en op 19 mei werd boven de Castelreese heide een jagende velduil waargenomen. Vanaf midden juni kwamen er 17 waarnemingen van wespendief binnen, waarschijnlijk van 3 verschillende broedgevallen. Dat de wulp nog veel in het gebied aanwezig is zien we terug in het grote aantal doorgegeven waarnemingen (272). Leuk is ook de melding van 3 zwarte ooievaars op 30 en 31 augustus in de Castelrése heide. En als laatste uit waarneming.nl is op te maken dat juni bij ons de beste maand is om zwartkopmeeuwen waar te nemen op en rond de Castelreese heide. Op www.waarneming.be werden in totaal 1516 waarnemingen ingevoerd verdeeld over 140 soorten. Opvallend is dat aan Belgische kant veel meer waarnemingen worden gedaan van exotische eenden soorten zoals: carolina eend (1), mandarijn eend (10) en muskuseend (1) allen in Wortel kolonie. De vier appelvinken zaten hier wel in het terrein: 1 in Ravels kamp en 3 in de Hoogeindse bergen. Opvallend zijn de 28 waarnemingen van de bonte vliegenvangers die in de omgeving van de bossen en heide rond kolonie aanwezig zijn. En dit is maar het topje van de figuurlijke ijsberg als je weet dat er in Wortel Kolonie in 2013, alleen in de nestkasten, 60 bonte vliegenvangers een broedpoging hebben ondernomen (gegevens van plaatselijke ringers). Alle waarnemingen van boomvalk, zowel België als Nederland, wijzen op 2 à 3 territoria in de omgeving van heide Wortel Kolonie en Castelré. Ook hier 3 waarnemingen van brilduiker maar helaas niet meer na april op het Eendenven. Ook hier worden goudvinken alleen buiten het broedseizoen waargenomen vanaf november tot maart en dit in de Halsche Beemden en Wortel Kolonie. Dit wijst erop dat de beide invoersites toch niet alle info bevatten, het jaarlijks aantal territoria van goudvink zit in Wortel Kolonie alleen al tussen de 3 en 5. Dat ook aan de Belgische kant de grote zilverreiger een toename laat zien is niet vreemd, hier werden het afgelopen jaar 66 waarnemingen van deze soort genoteerd. Wellicht wordt de houtsnip bij onze buren beter opgemerkt, vooral uit de bossen rond Wortel Kolonie komen de meeste meldingen binnen, in totaal werden er 23 waarnemingen doorgegeven tegen 6 in


Nederland. In Merksplas en rond Wortel werden slechts 4 waarnemingen van ijsvogel gedaan, hoofdzakelijk buiten het broedseizoen. 2 waarnemingen van kerkuil, 1 levend rondom bezoekerscentrum Klapekster en 1 dood exemplaar in Baarle Hertog, deze soort heeft echt te lijden gehad van de lange winter en het slecht muizen jaar. Dat de kleine plevier reageert op grootschalige terreinveranderingen komt duidelijk tot uiting tijdens de uitvoering van de ruilverkaveling rond Zondereigen. Tussen dit dorp en Wortel Kolonie liggen veel gronden braak of worden er opnieuw ingericht met als resultaat dat in deze omgeving 49 waarnemingen konden worden gedaan van deze soort. Dit zal volgend jaar wellicht een stuk minder zijn als al deze gebieden weer in productie worden genomen of begroeid raken met nieuw gewas. Leuk is dat ook in België, precies op 4 en 5 maart in totaal 170 kraanvogels overvliegend werden waargenomen. Prachtig om te noemen is het feit dat dit jaar in Wortelkolonie – Bootjes Ven een lepelaar een nest heeft gebouwd in een den tussen een vijftal nesten van blauwe reiger. De vogel was tot 2 mei op het nest aanwezig was. De nestbouwer was een tweedejaars vogel. Bij gebrek aan een partner heeft de vogel uiteindelijk zijn/haar nest verlaten.

De nestbouwende lepelaar van Wortel Kolonie (Foto: Wim Verschraegen)

In totaal werden 36 waarnemingen van de nachtegaal door gegeven met een top in de Halsche beemden. Hier zaten zeker 4 verschillende vogels te zingen, ook in het Moer en de omgeving van het Bels lijntje zijn verschillende zangposten aanwezig. De nachtzwaluw heeft in ieder geval met 3 paren op het vliegveld van Weelde gebroed en daarnaast 1 op de heide van Wortel Kolonie. Ook hier werden 2 meldingen gedaan van rode wouw en één van zwarte wouw op 10 april bij de Halsche beemden. De roodborsttapuit wordt wat minder waargenomen met in totaal 18 waarnemingen. Dit lijkt mij aan de magere kant, er zijn er vast meer waar te nemen. De in totaal 8 waarnemingen van de wespendief werden in juli en augustus gedaan rond de moerassen van wortel kolonie. Dat de omgeving van Wortel kolonie een zeer geschikt terrein is voor de zomertortel mag blijken uit het hoge aantal waarnemingen (62).


Zoogdieren Dick Klees Voor het overzicht zijn dit keer de waarnemingen gebruikt zoals die op de waarneming(en).be/nl websites zijn aangetroffen. Daar ontbreken de resultaten van de uilenballen aan. Niet dat er geen ballen zijn geplozen – dat doen wij trouw – maar er is nog geen overzicht van samengesteld. Met enkel de zichtwaarnemingen van de sites zien wij deze omissie onmiddellijk terug in het soortenspectrum. De ware muizen als bos en huismuis ontbreken. Enkel de dwergmuis is gezien. Van de spitsmuizen een enkele bosspitsmuis en van woelmuizen is geen enkele waarneming ingevoerd. Wat zeker niet betekent dat het daarmee nu opvallend slecht gaat. Al zou je dat wel kunnen vermoeden, uit het feit dat de typische muis predators als wezel (helemaal niet) en de hermelijn enkel één spoor is gevonden. Landelijk (zelfs Europees) is het ook slecht bekend, hoe deze soorten er werkelijk voor staan en dat is bij ons in de vallei/beekdal van het Merkske kennelijk niet anders. Op de NL site zijn drie maal zoveel waarnemingen ingevoerd dan in BE. Maar verbind hier niet te snel conclusies aan, het soorten spectrum omvat 13 soorten op 388 waarnemingen voor Nederland en 20 soorten op 123 waarnemingen aan Belgische zijde. Dus lijkt kwantiteit en kwaliteit niet hand in hand te gaan. Aan beide zijde kunnen wij mogelijk nog één soort toevoegen omdat er melding werd gemaakt van een spoor: “onbekende marter”. Verder valt er over op te merken dat inzet van een batdetector tot meer soorten geleid heeft aan Belgische zijde.

Egel (Foto: Wim Verschraegen)

Om iets te zeggen over ontwikkelingen, lenen de waarnemingen zich niet. Op enkele meldingen van verkeersslachtoffers na, betreft het sporen of zichtwaarnemingen, met een redelijke spreiding over het hele gebied. Maar omdat de grotere, mobiele dieren het meeste worden waargenomen, kunnen dergelijke waarnemingen niet als vinger aan de pols dienen. In principe is het mogelijk dat slechts enkele individuen over het jaar een heel groot aandeel hebben in het totaal waargenomen aantal en locaties. Dat geldt zeker voor ree, haas en vos. De actieradius van egel, eekhoorn en


konijn is al kleiner, ook door de binding met een hol of nest, maar onbruikbaar om trends te signaleren uit zichtwaarnemingen. Misschien eens meer aandacht aan juist de bewoonde verblijfplaatsen besteden, is indicatief waardevoller. (konijnenhol, eekhoornnest etc.)

Reebok gefotografeerd met fotoval (Foto: Bart Hoeymans)

Bij de mol doet zich juist het omgekeerde voor, hier overheersen de waarnemingen van sporen. Omdat de mol zelf zeldzaam wordt waargenomen neem ik maar aan dat alle “ter plaatse” meldingen slaan op molshopen. Overigens een voldoende betrouwbare indicatie, al kan er verwisseling met woelrat hopen optreden. Maar in de uilenballen, wordt die maar zeer sporadisch aangetroffen. Graag zou ik hier toch nog een pleidooi willen houden voor het melden van sporen. Als vogelwaarneming volstrekt ongebruikelijk, maar bij zoogdieren vaker waar te nemen dan de dieren in kwestie. En bovendien bezit iedereen tegenwoordig wel over een telefoontje met camera. Dus zowel het bewijs als determinatie achteraf is hiermee mogelijk. Zelfs een sporen determinatie avond aan de hand van foto’s is goed te organiseren en een leuke manier om jezelf inzicht te verschaffen in wat er zoal gebeurt. De algemene conclusie die uit alle waarnemingen te trekken valt, is dat de meeste zoogdieren te onzichtbaar leven om op basis van de waarneming-sites enig inzicht in voorkomen te verkrijgen. Erger nog, de kleinere soorten ontbreken hier totaal. Voor muizen biedt kerkuilen-ballen pluizen een heel betrouwbaar beeld qua soorten, terwijl het voorkomen per locatie grof is. (Cirkel van 3km doorsnede rond nest) Life-trap vangsten en de inzet van batdetectors is arbeidsintensief en vergt deskundigheid, maar levert wel aanvullende informatie die nu ontbreekt.


Een zĂŠĂŠr opmerkelijke waarneming betreft een zwarte rat, aangebracht door een huiskat. Bij de zekerheid werd 99 % gemeld. Ik hoop dan maar dat deze rat inderdaad door een deskundige is bekeken. Enkel de kleur zwart, maakt verwisseling met een woelrat en een melanistische bruine rat mogelijk. Terwijl de zwarte rat een soort is die in onze streken enkel de zomer in het open veld kan leven, maar voor de winter verwarmde bebouwing nodig heeft. Vooral bekend van varkenshouderijen en een aandachtsoort wegens de gevaren voor de volksgezondheid. (pest). Onderstaand overzicht geeft aantallen waarnemingen, geen aantal waargenomen dieren. En de kolom BE en NL is niet bedoel om latente competitie aan te wakkeren, maar laat verschillen in biotopen en waarneming methoden zien, ter lering. Soorten, wetensch. Capreolus capreolus Lepus europaeus Oryctolagus cuniculus Sciurus vulgaris Erinaceus europaeus Talpa europeae Martes foina Mustela putorius Mustela erminea Mustela nivalis Mustela onbekend Vulpes vulpes Apodemus sylvaticus Mus musculus Micromys minutes Microtus agrestis Microtus arvalis Pytimys subterraneus Clethrionomys glareolus Arvicola terrestris Rattus norvegicus Rattus rattus Pippistrellus pippistrellus Plecotus auritus Nyctalis noctula Eptesicus serotinus Chiroptera spec.. Sorex araneus Sorex minitus Crocidura russula

Soorten NL naam Ree Haas Konijn Eekhoorn Egel Mol Steenmarter Bunzing Hermelijn Wezel Marter onbekend Vos Bosmuis Huismuis Dwergmuis Aardmuis Veldmuis Ondergrondse woelmuis Rosse woelmuis Woelrat Bruine rat Zwarte rat Dwergvleermuis Grootoorvleermuis Rosse vleermuis Laatvlieger vleermuis onbekend Bosspitsmuis Dwergspitsmuis Huisspitsmuis

zicht verkeerssl. dood vangst/vondst spoor detector Fotoval B 195 2 1 X 41 120 7 3 X 23 54 5 X 7 25 8 6 2 14 3 X 2 3 1 8 (10) 6 1 2 4 4 3 2 4 1 1 2 11

1

3

3

1 7

NL 154 108 52 27 17 16 1

1 5

3

1

1

1

5 2 1 1

7 3

Samenvattende tabel met waarnemingen

2 3

6 2 7 1 3 1

1 2 2


Herpetofauna Bart Hoeymans Inleiding In 2013 is er weer veel werk verzet bij het inventariseren van de aanwezige amfibieën en reptielen. In totaal werden er 9 soorten amfibieën waargenomen en 2 reptielensoorten (waarvan één exoot). De volledige soortenlijst voor het Merkske ziet er nu als volgt uit: Soorten in 2012 waargenomen zijn aangeduid met (2013) - kleine watersalamander, Lissotriton vulgaris - vrij algemeen, (2013) - alpenwatersalamander, Mesotriton alpestris - heel algemeen, (2013) - kamsalamander, Triturus cristatus - plaatselijk algemeen, (2013) - gewone pad, Bufo bufo - heel algemeen, (2013) - bruine kikker, Rana temporaria - heel algemeen, (2013) - bastaardkikker, Rana klepton esculenta - heel algemeen, (2013) - poelkikker, Rana lessonae - plaatselijk heel algemeen, (2013) - (groene kikker complex, Rana esculenta synklepton), (2013) - boomkikker, Hyla arborea – lopende herintroductie, (2013) - knoflookpad, Pelobates fuscus – herintroductie opgestart in 2012 (2013) - levendbarende hagedis, Zootoca vivipara - plaatselijk vrij algemeen, (2013) - vinpootsalamander, Lissotriton helveticus - zeldzaam, - geelwangschildpad, Trachemys scripta – exoot (2013). Zoals in de voorgaande jaren werd het meeste energie gestoken in het inventariseren van de voortplantingswateren. Dit gebeurde in hoofdzaak met fuiken. In de zomer werden de fuiken, op beperkte schaal, gebruikt voor het vangen van larven. Boomkikker Normaal was 2011 het laatste jaar dat er boomkikkers uitgezet werden in de vallei van het Merkske, Er is gekozen om de herintroductie nog enkele jaren verder te laten lopen. Zo zijn er in 2013 250 juveniele boomkikkers bijgeplaatst. Naast opgekweekte boomkikker uit de Brand/Leemkuilen zaten er ook +/- 125 dieren uit de provincie Gelderland bij. Het opkweken van de larven en het coördineren van de herintroductie gebeurt door het bureau ‘Natuur balans’. Het feit dat er toch door is gegaan met het bijplaatsen van jonge boomkikkers en dieren uit andere gebieden, heeft te maken met een genetisch onderzoek dat in 2011 heeft plaats gevonden. Uit dit onderzoek bleek dat de genetische variatie in de Noord Brabantse populaties erg smal is. Dit wetende is het wenselijk dat er doorgegaan wordt met het bijplaatsen van boomkikkers en dat we daarvoor ook dieren uit andere populaties gebruiken. Het is zeker dat er ook volgend jaar, 2014, nog dieren zullen bijgeplaatst worden. Ook in 2013 hebben we op verschillende manieren de populatie van boomkikker proberen te monitoren. Eén van de manieren die we gebruiken is het opvolgen van het aantal roepende mannetjes. In 2013 hebben we in mei vier gezamenlijke monitoringsrondes georganiseerd. Ook buiten deze avonden werd er gemonitord, er werd dan vooral gefocust op de verdere omgeving. We merken dat het verspreidingsgebied van de soort sterk uitbreidt. Zo worden er nu ook roepende mannetjes (max. 8) gehoord in de Hollandse Bossen (Natuurmonumenten), in de omgeving van de Gouverneursbossen (max. 3) en in Wortel Kolonie (max. 1). De soort gebruikt nu


een groot deel van de natte natuur in de vallei van het Merkske. Als we alle hoogste aantallen per roeplocatie noteren, komen we op een maximaal aantal roepende mannetjes van 59 (maximaal aantal in 2012 was 45). Dit maximaal aantal roepende mannetjes is echter een minimum als je rekening houdt met het feit dat er tijdens het koorseizoen slechts weinig migratie bestaat tussen de verschillende locaties, dat er een vrij groot aantal niet mee roept op de avond dat je inventariseert en dat er ook voortplanting is vastgesteld op locaties waar we geen kooractiviteit hebben vastgesteld. Er werd geroepen vanaf 17 verschillende locaties (12 verschillende locaties in 2012).

Juveniele boomkikker (Foto: Wim Verschraegen)

Ook in 2013 werd er nog gemonitord op de landbiotopen (vnl. braamstruweel). Ook uit het onderzoek naar de landbiotoop blijkt dat de boomkikker zich redelijk goed heeft verspreid over het gebied. Tijdens de tellingen van de landbiotoop konden er maximaal 65 boomkikkers genoteerd worden. Alle leeftijdscategorieĂŤn waren op terrein aanwezig (adulte, subadulten en juveniele). Omdat de te inventariseren oppervlakte ieder jaar groter wordt, hebben we in 2013 besloten bij de monitoring van het landbiotoop te werken met sectorverantwoordelijken. Er werden nog wel gezamenlijke telmomenten georganiseerd maar de verantwoordelijke deed dan ook tellingen, of mobiliseerde mensen, buiten deze tel-dagen. Ook reproductie in het gebied zelf werd vastgesteld (natuurlijk essentieel voor een gezonde populatie). Er werd een beperkt aantal larven gevangen in verschillende wateren. Verder werden er tijdens de monitorring van de landbiotoop juveniele kikkertjes waargenomen ver van de plaats waar de lichting van 2013 is uitgezet. Er werden ook hele kleine kikkertjes waargenomen die te klein waren om nog te behoren tot dieren afkomstig van de laatste bijplaatsing.


Knoflookpad Het gaat zeer slecht met de knoflookpad in Nederland. Zonder ingrijpen dreigt de amfibieënsoort binnen vijf jaar uit te sterven in delen van Nederland, waaronder Noord-Brabant. Om dit te voorkomen heeft de ‘Projectgroep Knoflookpad Nederland’ een reddingsplan opgesteld. In dat kader hebben Stichting RAVON en Staatsbosbeheer de handen ineen geslagen. Ei-snoeren van in het wild levende knoflookpadden werden in Artis opgekweekt. Omdat het overlevingspercentage in gevangenschap veel groter is dan in het wild, zijn er in totaal meer dan 10.000 knoflookpadlarven opgekweekt! Deze larven werden in verschillende gebieden bijgeplaatst of geherintroduceerd. In juli 2013 werden er voor de tweede keer 5665 volgroeide larven van knoflookpad losgelaten in diverse poelen in het Merkske. Het doel van deze herintroductie is een duurzame populatie van de knoflookpad te laten ontwikkelen in de vallei van het Merkske. Het is de bedoeling om nog enkele jaren larven te herintroduceren om zo een gezonde populatie op te kunnen bouwen. Voor deze herintroductie zullen er larven uit verschillende populaties worden gebruikt. Hierdoor ontstaat er een genetisch diverse populatie. De knoflookpad is een kieskeurig diertje. Hij stelt veel eisen aan zijn gebruikte biotopen. Zo mogen de voortplantingswateren niet te zuur zijn en te klein zijn. De meeste eisen stelt de knoflookpad zijn aan zijn landbiotoop waarbij vergraaf baar zand heel belangrijk is. Om de knoflookpad voldoende vergraaf baar zand aan te bieden (op vrij droge locaties) is het beheer en openhouden van de zandpaden in het gebied essentieel. Ook het het goed beheren van de aanwezige extensieve graanakkertjes en droge bosjes is van primordiaal belang.

Bart Weel tijdens herintroductie (Foto Bart Hoeymans)

Knoflookpad klaar om te metamorfoseren (Foto: Bart Hoeymans)

In tegenstelling tot de boomkikker is de knoflookpad een moeilijk te inventariseren diertje. Het is niet makkelijk om een bruikbaar monitoringsplan te ontwikkelen. Nochtans is het opvolgen van een herintroductieproject en een zeer zeldzame en kritische soort noodzakelijk. Momenteel wordt er gedacht aan environmental dna (eDNA) waarbij je de aanwezigheid van een aquatische soort kan vaststellen aan de hand van dna sporen die het dier nalaat in het water. Door watermonsters te nemen en het DNA hieruit te extraheren via een speciale methode is het mogelijk de aanwezigheid van een soort in het water aan te tonen zonder dat de soort zelf gevangen hoeft te worden. Het grote voordeel van eDNA is dat de methode een veel hogere trefkans heeft dan traditionele inventarisatie technieken zoals fuiken, schepnet en zichtwaarnemingen, onderwatermicro, …. Hierdoor is er een veel lagere tijdsinspanning (= lagere kosten) nodig om een soort in een water aan te tonen. Voor de knoflookpad is deze techniek al beschikbaar en men kan met één staal name voor 80% uitsluiten of de soort aanwezig is of niet


(wat veel hoger is dan bij standaard inventarisatiemethodes zoals onderwatermicro of gewoon luisteren). Men kan met deze techniek zelfs een indicatie naar populatiegrootte maken. Deze manier van monitoring geeft natuurlijk enkel uitsluitsel over het voorkomen van de soort in zijn voortplantingsbiotoop. Meer info over eDNA op volgende link: http://www.environmental-dna.nl/nl-nl/environmentaldna.aspx Kamsalamander In Wortel Kolonie is in de late lente, vroege zomer, gericht gezocht naar voortplanting van de kamsalamander. Hiervoor zijn fuiken ingezet. Op een vijftal plaatsen is er voortplanting van de soort vastgesteld. Leuk is voortplanting van de soort in een pas gegraven vennetje (gegraven in zomer 2012) in het noordoosten van het gebied (tegen het Moeras). Hier werden 3 grote larven van kamsalamander gevonden. Op deze locatie werd ook voortplanting vastgesteld van alpenwatersalamander, kleine watersalamander, gewone pad en bruine kikker. Dit laat zien dat het graven van geschikte voortplantingswateren op geschikte locaties snel resultaten kan opleveren. De pH van de poelen/vennen waarin kamsalamanders werden vastgesteld (al dan niet voortplantend) in Wortel Kolonie schommelt tussen 5 en 6. Op één poel in de Halsche Beemden hebben we wat meer gefocust op het voorkomen van kamsalamander. We hebben in het voorjaar (begin maart tot begin juni) in deze poel 15 keer 2 fuiken uitgezet, deze fuiken stonden in het water gedurende maximaal 2 nachten. Dit heeft 12 keer tot vangsten van kamsalamander geleid. Bij iedere gevangen kamsalamander werd een foto van de buik genomen. Kamsalamanders zijn individueel herkenbaar aan het patroon op de buik (soort streepjescode). -Dit resulteerde uiteindelijk in 43 vangsten van kamsalamander waarbij het overgrote deel mannetjes. Bijna 3 op de 4 gevangen dieren was een mannetje (31 tov 12). In totaal hebben we maar 6 hervangsten gehad (geen enkel dier is meer dan 1 keer terug gevangen) en dit uitsluitend bij de mannetjes. Dit betekent dat er dit voorjaar minimaal 37 verschillende dieren in de poel aanwezig waren. Van deze 37 verschillende dieren hebben er maximaal 32 aan de voortplanting deelgenomen (er werden ook 5 jonge dieren gevangen die waarschijnlijk te Foto’s: Bart Hoeymans klein waren om deel te nemen aan de voortplanting). -Waarschijnlijk is het aantal dieren in die ene poel nog (veel) hoger gezien het lage aantal hervangsten. Ook de scheve man-vrouw verhouding is opmerkelijk, normaal bedraagt de seks ratio bij kamsalamander ongeveer 1 : 1. Paddenoverzet Vanaf 2011 loopt er een padden-overzetactie in het deelgebied Strikkebossen/Strikkeven. Deze overzetactie wordt uitgevoerd door René Daems en Dominique Boone. Zij worden ondersteund door de gemeente Merksplas en de gegevens van deze overzetactie worden aan Robert Jooris van Hyla bezorgd.


Hieronder een samenvattende tabel voor 2013. 2013 Soort Gewone pad Bruine kikker Groene kikker complex Alpenwatersalamander Kamsalamander Kleine watersalamander TOAAL 2013

Overgezet verkeerslachtoffer TOTAAL 7675 35 7710 97 2 99 290 0 290 154 3 157 8 0 8 48 1 49 8272 41 8313

TOTAAL 2011 TOTAAL 2012 TOAAL 2013

Overgezet verkeerslachtoffer TOTAAL 9453 195 9648 10101 103 10204 8272 41 8313

Het totaal aantal (overgezet + verkeersslachtoffer) amfibieĂŤn in 2013 lag een stuk lager dan de voorgaande jaren, dit is in hoofdzaak te verklaren door het lagere aantal gewone padden (1599 minder dan in 2011 en 2083 minder dan in 2012). Opvallend is wel het hoge aantal salamanders dat is geteld, in totaal 210 (tegenover 131 in 2011 en 69 in 2012). Leuk om zien is ook dat het aantal verkeersslachtoffers ieder jaar afneemt.

Gewone pad in amplexus (Foto: Wim Verschraegen)


Invertebraten Frans Vermeer Dagvlinders 2013 was volgens de Vlinderstichting met gemak de beste vlinderzomer van deze eeuw en verslaat andere goede zomers als 2003 en 2006 ruim. Maar zij zien ook dat een heel rijtje zomers in het midden van de jaren negentig even goed of zelfs nog beter waren. De zomer van 2013 was dus een puike vlinderzomer, maar in de jaren negentig was het een heel gewone vlinderzomer geweest, geeneens de beste. In het stroomgebied zijn er dit seizoen waarnemingen van 30 soorten genoteerd. Bruin zandoogje Dagpauwoog Boomblauwtje Kleine vos Bont dikkopje Kleine vuurvlinder Oranje zandoogje Landkaartje Eikenpage Citroenvlinder Bont zandoogje Groot koolwitje Oranje luzernevlinder Oranjetipje Geelsprietdikkopje Klein geaderd witje Kommavlinder Keizersmantel Zwartsprietdikkopje Atalanta Kleine parelmoervlinder Hooibeestje Klein koolwitje Groentje Icarusblauwtje Distelvlinder Koninginnenpage Bruine eikenpage Groot dikkopje Gehakkelde aurelia De kommavlinder (90 waarnemingen) en het hooibeestje (251 waarnemingen) worden hoofdzakelijk in het oosten van het stroomgebied gezien. Het vliegveld in Weelde zorgt hier voor een goede populatie van beide soorten.

Kommavlinder 2013

Hooibeestje 2013

De waarnemingen van bruine eikenpage zijn waarnemingen van eitjes . Er is geen enkel imago uit het stroomgebied gemeld, wel uit Klein-Ravels. Met 1600 waarnemingen is het bruine zandoogje de soort die het meest doorgegeven is. Opvallend is dat het klein geaderd witje slechts 1/6de van dit aantal haalt. Bij de landelijke monitoringgegevens zitten bruin zandoogje en klein geaderd witje erg dicht bij elkaar. De citroenvlinder was dit jaar erg prominent aanwezig (meer dan 500). Op percelen met veel moesdistels zag je er soms tientallen per ha. Dit jaar zijn er erg veel oranje luzernevlinders doorgegeven (meer dan 300). Ze zaten bijna overal. Het is niet zeker dat we dat ooit nog meemaken. De keizersmantel werd in Wortel kolonie gezien, waaronder zelf 2 baltsende exemplaren. In heel Nederland en Vlaanderen zagen tientallen mensen ook keizersmantels op hun buddleia of andere plekken. Dat zijn zwervers. Sommige komen misschien van de kleine Nederlandse populaties, maar de meeste zullen wel uit WalloniĂŤ, Frankrijk of Duitsland gekomen zijn. De Vlinderstichting heeft veel onderzoek gedaan naar de keizersmantel. De vlinder is afhankelijk van


viooltjes, waar de rupsen van eten. In Engeland is gebleken dat herstel van warme microklimaten gunstig is voor herstel van zowel viooltjes, mieren als dagvlinders die van viooltjes afhankelijk zijn. Door klimaatsverandering worden de vooruitzichten voor de keizersmantel in principe gunstiger. -De kleine parelmoer is ook aan een opmars bezig. Er is een populatie aanwezig in de omgeving van het vliegveld van Weelde en verschillende waarnemingen en Wortel Kolonie doen vermoeden dat er hier in de buurt ook voortplanting plaats vindt. -Het groentje lijkt terug vaste voet te hebben gekregen in Wortel Kolonie. Na enkele jaren van afwezigheid (waarschijnlijk zeer lage aantallen) werden er dit jaar weer groentjes waargenomen. Dit op verschillende dagen en met een maximum van 3 ex.

Bont dikkopje (Foto: Wim Verschraegen)

Groentje (Foto: Wim Verschraegen)

Het bont dikkopje wordt al jaren intensief opgevolgd in Wortel Kolonie en de Schootsen Hoek. De soort komt hier voor verspreid over het ganse gebied in een 5-tal deelpopulaties. Onderstaande grafiek toont het aantalsverloop vanaf 1999. Sinds 2011 worden er extra deelgebieden geteld. 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013


Nachtvlinders Tot op heden wordt er niet gericht gezocht naar nachtvlinders in de vallei/beekdal van het Merkske. Toch worden er sporadisch enkele waarnemingen doorgegeven. Hierbij enkele krenten uit de pap. - Vals witje, Siona lineata: dit is een soort die bij ons zijn noordelijke areaal grens. De soort wordt in Nederland en Vlaanderen vooral gezien in de provincies Limburg. Het is een typische soort voor ruige en kruidenrijke (kalk)graslanden. De soort werd met een maximum van 10 exemplaren waargenomen in het Bels Lijntje. Rode lijst status Nederland: Niet bedreigd. - Geelbruine bandspanner, Plagodis pulveraria: Dit zeldzame spannertje werd waargenomen (1ex.) in het Moer tijdens het lampen. Het is een soort van oude, structuurrijke, loofbossen. Als waardplant gebruikt de soort in hoofdzaak wilg. RL: Bedreigd. - Geelbruine rietboorder, Archanara dissoluta: dit kleine uiltje is een typische soort voor vochtige biotopen zoals rietland, nat grasland, slootkanten, ‌ Als waardplant gebruikt de vlinder riet. De vlinder (1ex.) werd in de Halsche Beemden waargenomen tijdens inventarisatie gebruik makend van een lichtbron. RL: Bedreigd. - Oranje O-vlinder, Pyrrhia umbra: dit vrij zeldzame uitje wordt verspreid over het land waargenomen. De vlinder (1 ex.) werd in de Halsche Beemden waargenomen tijdens het lampen. RL: Kwetsbaar. - Tweestreepgrasuil, Mythimna turca: dit is een vrij algemeen uiltje dat in Noord Nederland het noorden van zijn areaal bereikt. Een typische soort voor open bossen, ruige graslanden, heide, ‌ De soort werd in de Halsche Beemden waargenomen tijdens het lampen, 4 exx. RL: Niet bedreigd. - Rode vlekkenuil, Cerastis rubricosa: dit uiltje (1 ex.) werd tijdens het lampen waargenomen in het Moer. Het is een soort van loofbossen en struwelen. Ze gebruikt diverse kruidachtigen, loofbomen en struiken als waardplant. RL: Kwetsbaar. - Lindedwergbladroller, Pammene ignorata: dit is een extreem zeldzaam vlindertje (microlepidoptera) en het werd waargenomen in het Moer op 12 juli door Francois Bartholomeeusen. Als waardplant gebruikt de soort linde en iep.

Sfeerbeeld controle nachtvlinderval (Foto: Bart Hoeymans)


Op 21 juli hebben we een keer geïnventariseerd met de nachtvlinderval (licht) in de Halsche Beemden. Dit leverde massa’s vlinders op, verspreid over een dikke 100 soorten (het merendeel van de microlepidoptera zijn niet gedetermineerd). Niet enkele een paar zeldzame en kritische soorten (zie lijstje hierboven) werden waargenomen maar ook tal van algemene soorten in heel hoge aantallen. Van de mooie pijlstaartvlinder, het groot avondrood, Deilephila elpenor, werden maar liefst 38 ex gevangen in één nachtvlinderval. Aan het controleren van één val hebben we meer dan 2 uur determinatieplezier gehad (normaal is dit in de zomer minder dan een uur). Bovenstaande toont wel aan dat het gebied heel veel potentie heeft en waarschijnlijk een heel uitgebreide nachtvlinderfauna herbergt. Voor 2014 hebben we al afgesproken dat we de Halsche Beemden minstens één keer per maand zullen inventariseren op nachtvlinders (vnl met licht). Sprinkhanen Afgelopen zomer heeft Douwe Schut (Natuurbalans-Limes Divergens) een inventarisatie uitgevoerd naar de verspreiding van sprinkhanen en krekels in het Nederlandse deel van het beekdal. Het doel van deze inventarisatie was inzicht te krijgen in de sprinkhanen fauna en de actuele verspreiding van soorten in de vochtige tot natte habitats. Van totaal 41 actueel in Nederland voorkomende sprinkhanen zijn er 14 soorten in het Merkske aangetroffen. De meest kritische soorten van natte graslanden, zomp- en moerassprinkhaan, zijn aanwezig. Daarnaast is er een waarneming van greppelsprinkhaan van een vrijwilliger. Deze houden we voorlopig op dubieus. In het oosten van het stroomgebied zijn er ook dit jaar waarnemingen van veldkrekel en knopsprietje.

Libellen In het stroomgebied zijn er dit seizoen waarnemingen van 36 soorten genoteerd. Weidebeekjuffer Gewone oeverlibel Viervlek Azuurwaterjuffer Vuurjuffer

Houtpantserjuffer Smaragdlibel Grote keizerlibel Gewone pantserjuffer

Watersnuffel Platbuik

Lantaarntje Tengere pantserjuffer Kleine roodoogjuffer

Bosbeekjuffer Bloedrode heidelibel

Koraaljuffer Bruinrode heidelibel

Zwarte heidelibel Venwitsnuitlibel Tengere grasjuffer Blauwe breedscheenjuffer Noordse witsnuitlibel

Vuurlibel Bruine winterjuffer Gevlekte witsnuitlibel Bruine glazenmaker Glassnijder

Paardenbijter Venglazenmaker Steenrode heidelibel Zwervende heidelibel Zwervende Blauwe glazenmaker pantserjuffer Metaalglanslibel


Sinds 2000 word er een soortgerichte monitoringsroute voor de Vlinderstichting gelopen in de Halsche Beemden. De route heeft een lengte van ca. 300 meter. In 2007 , 2008 en 2010 is de route niet gelopen. Uit de getelde aantallen is niet direct een conclusie te trekken, of het zou moeten zijn dat de aantallen per jaar flink kunnen verschillen. soort

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

bosbeekjuffer 10 75 16 13 12 10 14 weidebeekjuffer 294 308 385 761 112 199 397

-

-

41 308

-

17 30 246 384

2013 27 147

Waterkevers Vorig jaar op zaterdag 18 november zijn Kevin Scheers en Gilbert Loos de Broskens ingetrokken om waterkevers te inventariseren. Hierbij hielden ze in het achterhoofd dat enkele soorten uit de genera Graphoderus, Hydaticus en Rhantus in de winter op land overwinteren en dus ontbreken tussen oktober en maart. Volgende soorten werden waargenomen:

Agabus didymus Bruine Duiker - Colymbetes fuscus Copelatus haemorrhoidalis Diksprietwaterroofkever - Noterus clavicornis Eironde Watertor - Hyphydrus ovatus Gewone Geelrand - Dytiscus marginalis Gewone Snelzwemmer - Agabus bipustulatus Graptodytes pictus Hydroglyphus pusillus Hydroporus angustatus Hydroporus erythrocephalus Hydroporus incognitus Hydroporus melanarius Hydroporus memnonius Hydroporus nigrita

Hydroporus planus Hydroporus pubescens Hydroporus umbrosus Hygrotus decoratus Hygrotus impressopunctatus Hygrotus inaequalis Ilybius montanus Laccophilus minutus Moeraswaterroofkevertje - Hydroporus palustris Noterus crassicornis Rhantus suturalis

Dit zijn allemaal vrij algemene soorten, op Hydroporus melanarius na. Hydroporus melanarius is een kever van 3,0 -3,5 mm die vrij zeldzaam is. Hydroporus is een groot genus met meer dan 200 beschreven soorten. Met zijn 25 soorten is Hydroporus het grootste waterkever-genus in Nederland. Door omstandigheden is er in 2013 niet verder ge誰nventariseerd. Er worden plannen gemaakt om in 2014 ook een bezoek te brengen aan de vennen in Wortel kolonie en op de Castelresche heide en misschien fuiken uit te zetten omdat Dytiscus dimidiatus daar ook te verwachten is. Misschien ook leuk om direct enkele chemische metingen te doen zodat de link met het voorkomen van bepaalde waterkevergemeenschappen beter gelegd kan worden en gerichter beheeradvies kan worden gegeven.


Spinnen Naar spinnen wordt er niet gericht gekeken maar toch enkele leuke soorten die we jullie niet wensen te onthouden: - Waterspin, Argyroneta aquatica, werd waargenomen in verschillende poelen/vennetjes te Wortel Kolonie, ze werden als bijvangst gevangen tijdens de amfibieĂŤninventarisaties. - In het Moer werd een oeverspin spec., Dolomedes spec., gevonden tijdens het weekend van de biodiversiteit.

Waterspin (Foto: Wim Verschraegen)


Paddenstoelen Bart Hoeymans In 2013 hebben we voor de eerste keer sinds lang in de Vallei van het Merkske enkele inventarisaties uitgevoerd gericht op paddenstoelen. De bedoeling van de inventarisaties is hoofdzakelijk het verkrijgen van een soortenlijst per gebied. De zeldzame en/of interessante soorten worden per locatie genoteerd. De inventarisaties stonden onder begeleiding van Harrie Hendrickx en het was de bedoeling dat de deelnemers aan de inventarisaties minstens een basiskennis rond paddenstoelen hadden. Twee keer hebben we Wortel Kolonie geïnventariseerd en één keer zijn we naar het Moer getrokken. WORTEL KOLONIE: Wortel Kolonie is in de vallei van het Merkske veruit het best geïnventariseerde gebied voor wat betreft het voorkomen van paddenstoelen. Wortel Kolonie is een gebied dat bestaat uit een raster van massieve dreven. Vooral deze dreven zijn belangrijk voor paddenstoelen. Hier vinden we tal van interessante symbionten terug zoals blauwvoet-, fluwelige en gezoneerde stekelzwam. Ook talrijke russula’s, boleten en de gewone hanenkam kom je op verschillende plaatsen tegen. Buiten deze dreven kent Wortel Kolonie nog verschillende interessante biotopen voor de mycoflora zoals vochtige bossen, heide, graslanden, … Tijdens de vele inventarisaties die Harrie doorheen de jaren in Wortel Kolonie heeft uitgevoerd heeft hij een soortenlijst aangelegd van maar liefst 315 soorten! Tijdens onze terreinbezoeken in het najaar van 2013 kwamen we 122 soorten tegen. Enkele krenten uit de pap zijn: Muurtrechtertje, Omphalina rickenii, dit zeer zeldzame paddenstoeltje is gevonden op een met mos begroeide betonplaat aan de voormalige landlopersboerderij. De soort heeft een associatie met mossen en is mogelijks zwak parasitisch op mossen. De soort staat op de Nederlandse rode lijst als ernstig bedreigd. Mycologen at work! Roodschubbige gordijnzwam werd net gevonden. Later Het muurmosschijfje, microscopische gecontroleerd door Harrie. (Foto: Bart Hoeymans) Octospora musci-muralis, is een zeer zeldzaam paddenstoeltje, dat groeit op met mossen begroeide buitenmuren. Er is een associatie met mossen en is mogelijk zwak parasitisch op mossen. De soort is gevonden op een met mos begroeide asbesten golfplaat in de voormalige landlopersboerderij. - Roodschubbige gordijnzwam, Cortinarius bolaris. Deze vrij zeldzame soort leeft in symbiose (ectomyccorhiza vormend) met eiken. Het is een soort van zandgronden en loofbossen. De soort


werd in het zuidelijk deel van Wortel Kolonie gevonden in een dreef. Staat op de Nederlandse RL als kwetsbaar. - Fluwelige stekelzwam, Hydnellum spongiosipes. Dit is één van de algemenere stekelzwammen. De soort werd op twee locaties gevonden in Wortel Kolonie waarvan er één onbekend was. Het betreft een vrij zeldzame soort die typisch is voor dreven op zandgrond. De soort leeft in symbiose met eiken. Ze staat op de Nederlandse RL als kwetsbaar. - De gesteelde lakzwam, Ganoderma lucidum, is een vrij zeldzame soort die leeft op stammen en boomvoeten van loofbomen. Het betreft een necrotrofe parasiet, dwz dat hij eerst parasiteert op een levende boom en een saprofyte (afbreker) levenswijze krijgt als de gastheer dood is. De soort staat al jaren op zijn vaste plaats op een oude boomstronk aan het bootshuis van Bootje Ven. De soort staat op de Nederlandse RL als kwetsbaar. - Veenmosgrauwkop, Tephrocybe palustris. Deze vrij zeldzame soort hebben we gevonden in een berkenbroekbos in het noordoosten van Wortel Kolonie. De soort kent een associatie met veenmossen en is waarschijnlijk zwak parasitisch. De soort staat op de Nederlandse RL als kwetsbaar.

Pijpknotszwam (var. Fitulosa) in Wortel Kolonie. (Foto: Bart Hoeymans)

- Pijpknotszwam, Macrotyphula fistulosa var. fistulosa. Dit is de forse versie van de pijpknotszwam. Hij wordt 10 tot 15cm hoog. Het betreft een vrij zeldzame soort die saprotroof leeft op dood hout, vnl takken van els of berk. De soort werd in Wortel Kolonie op 2 plaatsen gevonden. In een vochtig berkenbroekbos en op takkenrillen van berk in de heide. Deze laatste plaats is atypisch voor de soort. - De heideknotszwam, Clavaria argillacea, is een vrij zeldzame knotszwam die kenmerkend is voor vrij jonge, droge heide. De soort is saprotroof en staat op de Nederlandse RL als kwetsbaar.


HET MOER Dit is een geheel ander gebied dan Wortel Kolonie. Het is, in hoofdzaak, een kletsnat gebied dat gevoed wordt door grondwater van een heel goede kwaliteit. De meest bijzondere biotopen in het Moer zijn prachtige graslanden (dottergrasland, overgangsveen, veldrusschraalland, ‌) en goed ontwikkelde broekbossen. Vooral in het laatste biotoop hebben we tijdens ons bezoek gezocht naar leuke soorten. In totaal hebben we 65 soorten op naam kunnen brengen waaronder enkele toppers. - Witte anijstrechterzwam, Clitocybe albofragans. Deze vrij zeldzame soort is bodem bewonend, saprotroof op humus. Het is een soort voor loofbos op rijkere gronden. - Groenige elzemelkzwam, Lactarius obscuratus. Dit is een vrij algemene soort die typisch is voor elzenbroekbos. Het is een soort die in symbiose leeft met bomen van het geslacht Alnus. - De groene glibberzwam, Leotia lubrica, is een algemene soort die saprotroof leeft in loofbossen met een zandige bodem. Het is een soort die niet goed tegen verzuring en vermesting kan. Binnen het Nederlandse Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) wordt de soort meegenomen als selectieve aandachtsoort. - Pijpknotszwam, Macrotyphula fistulosa var. contorta. Dit is de kleine versie van de pijpknotszwam, niet groter dan 2cm. Het betreft een vrij zeldzame soort die saprotroof leeft op dood hout, vnl takken van els of berk. De soort werd overal in de broekbossen van het Moer gevonden plaatsen gevonden. Hier groeide de soort op dode takken van zwarte els. - De fraaisteelmycena, Mycena inclinata, is een algemene soort die saprotroof groeit op dood hout. Het is een soort voor loofbossen op zandgronden. De soort wordt als indicatorsoort gebruikt binnen het Nederlandse NEM. - Blauwgrijze schorsmycena, Mycena pseudocorticola. Deze vrij zeldzame Mycena leeft saprotroof op wilgenstammen. Het is een soort van vochtige loofbossen (meestal wilgenvloedbossen). - Glad mosoortje, Rimbachia arachnadea. Dit zeldzame paddenstoeltje kent een associatie met levende mossen en is waarschijnlijk zwak parasitisch. De soort werd in het Moer gevonden op klauwtjesmos. Het is een typische soort voor elzenbroekbossen. - De narcisridderzwam, Tricholoma sulphureum, hebben we gevonden in de toegangsdreef die hoofdzakelijk bestaat uit beuk. Het is een typische soort voor vrij droge dreven met een vrij rijke bodem. De soort is ectomyccorhiza vormend met bomen van het geslacht Quercus (eik). - De beukenridderzwam, Tricholoma ustale, hebben we ook gevonden in de toegangsdreef. De soort stelt dezelfde eisen als de narcisridderzwam maar gebruikt als begeleidende soort bomen van het geslacht Fagus (beuk).

Baretaardster. (Foto: Frans Vermeer)


OVERIGE: Van Frans Vermeer kregen we nog de mededeling dat er in zijn tuin (omgeving Tommelsche heide) een 25-tal baretaardsterren stonden. De baretaardster, Geastrum striatum, is een zeldzame soort. Ze is bodem bewonend en saprotroof. Meestal te vinden op humusrijke plekken in struwelen (parken, plantsoen, ‌) Zo’n mooie zeldzaamheid in de tuin is wel heel erg leuk. DANKWOORDJE: Veel dank aan Harrie Hendrickx voor de talrijke waarnemingen die hij ons in de loop der jaren heeft bezorgd en voor het openen van mijn ogen voor de wondere wereld van de paddenstoelen! Ook voor het geduld en het braaf antwoorden op steeds terugkerende vragen van mij. Ik hoop dat we de paddenstoeleninventarisaties waarmee we in 2013 van start zijn gegaan nog vele jaren kunnen doorzetten!

Oranjegeel trechtertje. (Foto: Wim Verschraegen)


Fotomonitoring 2013 Wim Verschraegen In het monitoringsgebied van het Merkske wordt er op 3 plaatsen aan fotomonitoring gedaan. Al enkele jaren gebeurt dit door Wim Verschraegen in de Halsche Beemden in Minderhout en door Riet De Strooper in Wortel-Kolonie. In de loop van 2013 heeft Riet er een derde gebied bijgenomen, namelijk de Heikant in Zondereigen. Er wordt getracht om elke 2 maanden op vaste punten een foto te maken. In de Halsche-Beemden is dit op 20 vaste punten, in Wortel-Kolonie zijn dit er 17 en op de Heikant 6. Aangezien er op sommige plaatsen nu al gedurende 4 jaar aan fotomonitoring wordt gedaan, krijgen we per punt al een aardig beeld over de verandering in vegetatie. Foto’s zijn te vinden op http://fotonatuurpuntmarkvallei.wordpress.com/ en dit onder de knop ‘Fotomonitoring natuurgebieden in omgeving’. In de mappen per punt kan je het best de evolutie volgen.

Nieuw fotopunt op de Heikant (foto: Riet De Strooper)


Overzicht van fotopunt nr. 14 in de Halsche-Beemden langs het Merkske (Foto’s: Wim Verschraegen)

2010

2011


2012

2013


Vrijwilligers beheer Bart Hoeymans Momenteel zijn er in het beekdal/vallei van het Merkske twee groepen vrijwilligers actief. Het betreft de groep vrijwilligers van Staatsbosbeheer die uitsluitend in het Merkske klussen opknappen en een groep vrijwilligers van Natuurpunt Markvallei (deels ANB) die op zeer regelmatige basis in het gebied werken. Driemaandelijks werken beide groepen samen. Op deze gezamenlijke werkmomenten betreft het een samenwerking tussen Staatsbosbeheer, het Agentschap voor Natuur en Bos en Natuurpunt Markvallei. Op regelmatige basis worden deze vrijwilligers nog aangevuld door scholen die beheerwerken willen uitvoeren in het terrein. Meestal betreft het dan werken op gronden van het ANB en gecoรถrdineerd vanuit het BC De Klapekster van Natuurpunt. Er bestaat ook een samenwerking met het penitentiair centrum van Hoogstraten. In 2013 hebben gevangen vier keer de handen Plaatsen van raster aan de Halsche Beemden (Foto: Bart Hoeymans) uit de mouwen gestoken in de


vallei van het Merkske (1x bosaanplant in het Moer, 1 keer plaatsen van begrazingsinfrastructuur in de Halsche Beemden en 2x maaisel afvoeren in de Halsche Beemden). De werkgroep van Staatsbosbeheer heeft 11 klusdagen georganiseerd in het Merkske. Vier hiervan werden gemeenschappelijk georganiseerd met de Belgische partners. Gemiddeld kwamen er per klusdag 11 vrijwilligers werken. De vrijwilligers werken gemiddeld van 9.00uur tot ongeveer halverwege de middag (+/-14.00uur). Het betreft een leuke groep mensen die het goed met elkaar kunnen vinden en dat is natuurlijk heel erg belangrijk. Ook leuk is het feit dat er enkele vrijwilligers die actief zijn binnen beheer, ook actief zijn binnen de vrijwilligers studie (oa. Frans Vermeer, Johan Versmissen en Johan Coertjens). Zij brengen heel wat van hun natuurkennis over aan hun collega’s vrijwilliger beheerder. In 2013 werden er volgende werken uitgevoerd door de klusploeg van Staatsbosbeheer. - Plaatsen van rasters (samen met Belgische partners). - Afzetten van houtkanten (samen met Belgische partners). - Snoeien, - Ruimen van grachten, - Plaggen in graslanden ifv grote pimpernel (samen met Belgische partners). - Plaggen in de Castelrése heide, - Vuilruimactie (samen met de gemeente Baarle Nassau), - … In oktober heeft Staatsbosbeheer nog een lekkere bbq georganiseerd als dank voor zijn vrijwilligers, ook de Belgische collega’s waren hierop uitgenodigd. Het is de bedoeling dat we in 2014 een bbq organiseren voor alle vrijwilligers van het Merkske (studie en beheer). De Belgische werkgroep van Natuurpunt/ANB bestaat uit een vijftal vaste medewerkers en een tiental vrijwilligers die regelmatig komen helpen. Het werkingsgebied van deze werkgroep bestrijkt de gemeentes Hoogstraten en Rijkevorsel. Deze werkgroep werkt normaal op de gronden in eigendom van Natuurpunt en vrij regelmatig op domeinen van het Agentschap voor Natuur en Bos. Omdat het werkingsgebied van de twee werkgroepen (Natuurpunt en Staatsbosbeheer) niet volledig samenvallen wordt er slechts driemaandelijks met elkaar samengewerkt.

Poseren bij het nieuwe insectenhotel aan de Halsche Beemden (Foto: Bart Hoeymans)

Werken die in 2012 door de vrijwilligers van Natuurpunt zijn uitgevoerd in het Merkske zijn: - Maaien en afvoeren van graslanden in de Halsche Beemden (samen met Nederlandse partners), - Plaatsen van rasters in de Halsche Beemden(samen met Nederlandse partners), - Bouwen van een insectenhotel in de Halsche Beemden (samen met de Jeugdbond voor Natuur en Milieu), - Verwijderen van boomopslag in de heide in Wortel kolonie (samen met de Jeugdbond voor Natuur en Milieu), - …


De Belgische groep werkt (meestal) enkel in de voormiddag tussen 9.00u en 12.00u. De klusdagen worden meestal afgesloten met een (of meerdere) lekkere mok(ken) warme soep met brood. Bedankt aan de dames die iedere keer opnieuw voor deze lekkere soep zorgen!

Even verpozen, genietend van een lekker vers soepje (Foto: Bart Hoeymans)

Beide werkploegen hebben samen hebben ongeveer 165 mensdagen op terrein gewerkt. Meestal werden de werkactiviteiten georganiseerd en begeleid door Jos Pelkmans (SBB) voor de beheerswerken aan de Nederlandse zijde van het Merkske en/of Bart Hoeymans (ANB) voor de werken aan de Belgische zijde. Indien zij niet kunnen, wordt de organisatie overgenomen door Frans Vermeer, Gie Segers, Luc Van Dun of Edwin Groenendijks. Hartelijk dank hiervoor! Samenwerkingen: - Driemaandelijks werken de Nederlandse en Belgische klusgroepen samen. - Minimaal 2 keer per jaar werken we samen met het penitentiair centrum van Hoogstraten, - In 2012 werd er samengewerkt met de gemeente Baarle Nassau. - Vier keer per jaar wordt er een werkactiviteit georganiseerd samen met de JNM Markvallei. (Meestal in het Merkske). - Er wordt samengewerkt met diverse scholen, - ‌


Vooruitblik naar 2014 Theo Bakker & Bart Hoeymans 2014 zal weer een boeiend jaar worden voor het Merkske. Als we dit nawoordje schrijven zijn er grote bosexploitatiewerken bezig in Wortel Kolonie. Er worden open plekken aangelegd, bosranden gemaakt, verjongingsgroepen aangebracht en wat misschien nog wel het belangrijkste is… er worden verbindingsstroken aangelegd tussen Wortel Kolonie en de Castelrése heide. Hierdoor zullen er duidelijke grenzen tussen de natuurgebieden in Nederland en België vervagen waardoor het gebied stap voor stap meer ÉÉN gebied wordt, het MERKSKE! De Ruilverkaveling Zondereigen gaat in 2014 gewoon door. De inrichtingswerken zullen zich dit jaar hoofdzakelijk concentreren in de omgeving van het Moer. De hydrologie zal zo veel mogelijk hersteld worden en het gebiedsvreemd water geweerd. Er zullen tal van poelen gegraven worden waarvan amfibieën en andere aquatische soorten zullen profiteren en er zullen landbouwpercelen ingericht en omgevormd worden tot mooie, soortenrijke graslanden. We zijn er ons terdege van bewust dat met de RVK ook veel natuur in het Merkske verdwijnt maar de uiteindelijke balans zal positief uitpakken. We zien in deze RVK dan ook meer als een kans dan een bedreiging. Dit jaar lopen onze herintroductieprojecten gewoon verder. De herintroductie van de boomkikker gaat dit jaar zijn laatste fase in, vanaf 2015 zal de populatie haar eigen boontjes moeten doppen. Als we naar de huidige verspreiding, de aantallen en de voortplanting van de soort in het Merkske kijken dan ziet dit er alvast positief uit. Het herintroduceren van de soort heeft ook een ‘boost’ gegeven aan de vrijwilligerswerking van het Merkske. Tal van vrijwilligers helpen jaarlijks bij het inventariseren van dit mooie kikkertje. Voor de knoflookpad wordt het een spannend. We gaan dan namenlijk het derde jaar in, wat betekend dat de soort voor het eerst mee zal kunen doen aan de voortplanting. Samen met RAVON zal er een monitorings programma worden opgesteld om te kijken of er daadwerkelijk kooractiviteit en voortplanting plaats vind. In 2014 zal er een biologisch station geopend worden in het Merkske. Het BC de Klapekster stelt een ruimte ter beschikking voor het inrichten van een biologisch station. Dit zal onderzoekers die van verder komen de mogelijkheid geven om in het terrein te kunnen overnachten en tegelijkertijd aan natuurstudie te kunnen doen. Het lokaaltje zal pover ingericht worden met zaken zoals een stapelbed, een kastje en natuurstudiemateriaal zoals een binoculair, boeken, enz… Elke 2de zaterdag van de maand organiseert Staatsbosbeheer een werkactiviteit in het Merkske. Om de 3 maanden (januari, april, juli en oktober) is deze werkdag in samenwerking met het Agentschap voor Natuur en Bos en Natuurpunt. Regelmatig organiseert Natuurpunt bijkomende werkactiviteiten. Iedereen is hier natuurlijk van harte welkom! Tot slot willen we toch nog even onze blik werpen op 2015 want ook volgend jaar belooft het nodige in petto te hebben. In juni 2015 zal de 1000 soorten dag in het Merkske georganiseerd worden en we hopen dan een groot deel van inventariserend Nederland en België naar dit prachtige gebied te lokken. Deze 1000 soortendag zal ons veel gegevens leveren. Het Merkske zal hierdoor veel aandacht krijgen van natuurliefhebbend Nederland en België. Aandacht die het Merkske meer dan verdient! Wordt vriend van het Merkske op onze facebook pagina: http://www.facebook.com/#!/het.merkske


Parende icarusblauwtjes (Foto: Wim Verschraegen)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.