Het bont dikkopje in Wortel - Kolonie
Bart Hoeymans (boswachter Natuur en Bos), Wim Verschraegen (vrijwilliger Natuur en Bos, Natuurpunt Markvallei)
(foto: Wim Verschraegen)
Het bont dikkopje Carterocephalus palaemon is een vrij zeldzame
de grond. Het is dus belangrijk dat een vrij groot deel van de vegetatie
dagvlinder uit de familie van de dikkopjes. In de vallei van het
niet wordt gemaaid of wordt over begraast (vb. stootbegrazing van
Merkske komt de soort in diverse deelgebieden voor maar de grootste
schapen op pijpenstrootje) om voldoende overwinteringshabitat te
aantallen zijn ongetwijfeld in Wortel Kolonie te vinden.
behouden.
Het is een kleine, bont gekleurde vlinder die, bij ons, vooral voorkomt
Bonte dikkopjes vliegen in de periode mei - half juni en zijn weinig
in bossen op de zandgronden van de Kempen. Hier heeft de soort
mobiel waardoor het koloniseren van nieuw leefgebied traag verloopt.
een voorkeur aan structuurrijke vegetaties die te vinden zijn in
De vlinders leven individueel waarbij de mannetjes vanaf een
bosranden, bermen, kleine open plekken in het bos, …
opvallend plekje (vb. iets hogere vegetatie) de omgeving afspeuren op
Alhoewel de soort graag op plekken voorkomt die snel opwarmen
zoek naar een paringsbereid wijfje. Ze hebben een korte roltong en
door een gunstig microklimaat moet de omgeving vrij vochtig zijn en
zijn dan ook beperkt in bloemkeuze om op te foerageren. In Wortel
mag schaduw nooit veraf zijn. Een open heidegebied is dus ongeschikt
Kolonie werd de soort drinkend waargenomen op braam, tormentil,
voor de soort, ook als er voldoende voedsel- en waardplanten
robertskruid, …
aanwezig zijn. De rupsen gebruiken diverse grassoorten waarbij pijpenstrootje het belangrijkste is. Ze zijn grazend op de waardplant te vinden gedurende een periode van ongeveer 12 weken in de periode van eind juni tot eind september. Hierna bereiden de volgroeide rupsen zich voor op de overwintering die gebeurt in een kokertje op enkele decimeters boven
40