JUBILEA Zomer 2017
Bekering: Het herschikken van de reeds aanwezige bouwstenen van de persoonlijkheid, met als doel: meer leven en liefde (Nikolaas Sintobin SJ) (foto: Patrick Lonkoy met jongerengroep, Kameroen)
2
IN DIT NUMMER 4
India’s heilige koe. (Deel II) In dit tweede deel vertelt Frans Baartmans mhm verder over de historische ontwikkeling van de bijzondere positie van de koe in de Indiase samenleving. “Sinds eeuwen zijn de koe en haar gewaardeerde gaven betrokken bij hindoe reinheidsrituelen. Ze zijn onlosmakelijk deel van de Indiase hindoe samenleving”. Horen wil ik, uw stem In april vierde Zr Bernadette Koenegras ocd haar gouden
7
professiefeest. Bij die feestelijke gelegenheid vertelde ze het persoonlijke verhaal van haar roeping tot de Karmel. “Mijn eerste ervaring van Gods ‘stem’ was toen ik dertien jaar was. Er gebeurde niets bijzonders, maar met een schok werd ik mij bewust, zomaar, dat ik zuster wilde worden”. Jubileum op afstand Er onbreekt één jubilaris in de groep Mill Hillers die in dit nummer
15
elk persoonlijk aan het woord komen. En dat is Jaap Borst mhm. Sinds jaar en dag is hij werkzaam in het vaak onrustige Indiase Kashmir. Het is moeilijk om contact met hem te maken. Zijn broer Leo doet verslag van zijn huidige situatie. “Het gelukte hem niet weer een geldend inreisvisum te verkrijgen: hij mag het land wel uit, maar niet meer er in. En al doet het hem veel pijn, hij wil in zijn tweede vaderland blijven tot de Heer hem roept”.
17
Ook mijn leven is de moeite waard Jacinta van Luijk mhm is geassocieerd lid van Mill Hill. Ze is al vele jaren werkzaam in Kenia, eerst in Kisumu en daarna Kitale waar ze zich inzet voor hulp en mentaliteitsverandering op een heel breed vlak binnen het kader van KAP (Kitale Aids Programme). In een recente nieuwsbrief stond dit aangrijpende verhaal van Pamela. “Ik ben Pamela, 26 jaar en ongehuwde moeder met 2 kinderen van verschillende vaders”.
VERDER NOG Onze jubilarissen..............................................................................................................…….10 Verslag ontmoetingsdag...................................................................................…………………19 In memoriam Joop Deen, Guust van den Eeden...........................................…………………21 Omslag: Sadhoe, Varanasi, India - foto Fons Eppink
3
INDIA’S HEILIGE KOE (Deel II) Meer dan 30 jaar verbleef Frans Baartmans mhm in Varanasi, de heilige stad van de Hindoes, aan de Ganges rivier. Hij maakte er een indringende studie van de rijke hindoe religie, tradities, cultuur. Dit is deel II van een tweedelige aflevering die dieper ingaat op de plaats van de heilige koe in India. Meesterlijke zet Wat opvalt bij de studie van de periode rond 500 - 100 voor onze jaartelling is de status die de koe behield boven andere dieren. Ze woonde half op aarde en half in de hemel. Onder invloed van de Arische priester-leraren, Brahmanen, bestond al sinds eeuwen een gevestigde onderverdeling van de samenleving in
gemaakt op de hoogste plaats op de kastenladder. Het was, zo schrijft lndia’s vooraanstaande geschiedkundige Romila Thapar een “meesterlijke zet” toen zij rond 500 voor onze jaartelling het kastenstelsel tot een goddelijk geheiligd reinheidsstelsel verhieven. Daarin verklaarden de Brahmanen zichzelf de reinsten. Ze namen de hoogste, de
Horizontale meditatie.
vier aan elkaar ondergeschikte groepen: de Brahmanen priesterleraren, de Ksatriyas, het leger en de administratie; de Vaisyas, de handelaren, en de Sudras, de mensen die diensten verrichtten. Langzaam verhardde die onderverdeling in wat later het kastenstelsel werd. Je werd, en wordt nog, in een kaste geboren en je blijft in die kaste je leven lang. De Brahmanen hadden allang aanspraak 4
reinste, een onaantastbare plaats in. Ze stelden een reinheidsritueel in. Jongens van de drie hoogste kasten ondergingen een initiatie die hen officieel tot lid van hun kaste maakte. Die initiatie werd en is nog steeds een van de hindoe samskaras, sacramenten zouden wij zeggen. De laagste kaste, mensen die diensten verrichtten, verkreeg geen recht op die initiatie.
En de koe? Ze had al sinds eeuwen een bijzondere plaats ingenomen in India’s Arische gemeenschap. Ook bij andere Indiase volken had ze die plaats verkregen. Ze was al sinds lang als ‘smetteloos‘ vereerd en als een ‘Devl’, een godin. Nu klom de koe met de ‘reinste’ Brahmanen naar hun bevoorrechte plaats in de hierarchie van de kasten. Zo kun je het, denk ik, op z’n duidelijkst zeggen. De nog steeds lnvloedrijke, maar tegenwoordig ook vaker bekritiseerde Codex van Manu van ongeveer 100 voor onze jaartelling zegt: “Het doden van een koe, geheel smetteloos, is gelijk
onlosmakelijk deel van de Indiase hindoe samenleving. Alleen Brahmanen kunnen gedurende een ritueel met veel melk, dat in een vuur wordt gegoten, de wonde die de gemeenschap opliep genezen. Zoals bij voorbeeld, wanneer vanwege diefstal een tempel onrein is geworden of wanneer een gemeenschap letsel oploopt vanwege een liefdesrelatie tussen mensen van verschillende kasten. In dagblad Trouw van zaterdag 18 februari 2017 stond een artikel over Indiërs die buiten hun kasten trouwden. In de krant staat: “ln India vinden jaarlijks nog honderden eremoorden plaats, omdat mensen
Wie heeft hier voorrang?
aan het doden van een Brahmaan”. Ook al had het lang geduurd, de koe triomfeerde. In de vierde eeuw stond gedurende het bewind van de Goepta dynastie in Noord-India de doodstraf op het doden van een koe. Ritueel Sinds eeuwen zijn de koe en haar gewaardeerde gaven betrokken bij hindoe reinheidsrituelen. Ze zijn
buiten hun kaste zijn getrouwd”. Haryana, de staat ten noorden van New Delhi is bekend vanwege de hogere Jat kaste die jonge mensen executeert, omdat ze een lierfdesrelatie hebben met iemand van een andere kaste. Baden in water gemengd met de urine van de koe kan de reinheid van mensen verwikkeld in zo’n relatie herstellen. Zulke gebruiken nemen in hedendaags India af. Andere nemen niet af zoals 5
‘Plastic cow’.
wanneer een ziek kind onder een koe gehouden wordt om genezing . Ik heb het vaak gezien in Benares. In elk deel van de koe woont een god of godin. In het eind van haar staart woont Yama, de god van de dood. Zweren bij de staart van de koe is in veel lndiase dorpen een dure eed. Wie wint? In India’s grote steden en ook steeds vaker in kleinere krijgt de eeuwenoude Indiase heilige koe het aan de stok met de nieuwe, heilige koe, die op vier wielen. In luxe wijken mag ze vaak niet meer komen om eten te zoeken of te rusten. Sinds ongeveer twintig jaar heeft de Indiase overheid in verschillende staten samen met hindoe bewegingen
6
gezorgd dat zwervende koeien een goed verzorgde oude dag krijgen in een beschermde omgeving. Ze krijgen het nodige voedsel, eten geen plastics meer dat overal op straat ligt. Door het eten van plastic sterven veel koeien een pijnlijke dood. In hun rustplaats zijn ze geen belemmering meer voor de viervoeter op vier wielen. Zolang de koe in de huidige Indiase samenleving haar status behoudt, zit ze rustig en tevreden midden in het vaak chaotische Indiase verkeer. Bussen, auto’s en ander gemotoriseerd verkeer gaan eerbiedig om haar heen. Ze laten haar zitten waar ze zit. Frans Baartmans mhm
HOREN WIL IK, UW STEM De hechte band tussen Mill Hill en de Zusters Karmelitessen van Karmel Nazareth in Schaarsbergen dateert al van voor de oorlog. Onlangs vierde zr Bernadette (Ineke) Koenegras ocd haar gouden professiefeest. Bij die vreugdevolle gelegenheid vertelde ze haar roepingsverhaal. Op de vraag of ze dat ook met ons wilde delen kregen we een volmondig ‘ja’. “In het land van de Karmel heb ik u binnengeleid, opdat gij u met zijn vrucht zoudt voeden en ervan het heerlijke proeven”. Na drieënvijftig jaar karmelleven zeg ik van deze tekst: Ja, het is zo. Het is mijn roeping geworden in het land van de Karmel te leven. Karmelietes ben je niet, je wordt het. Ik ervaar dat God mij nog steeds in dat land binnenleidt. Een roeping heb je niet, je ontvangt hem, zoals ik lees in het boek Samuel waar de kleine Samuel lag te slapen en hij ineens zijn naam hoorde roepen. Hij dacht gewoon dat het de priester Eli was en ging dus naar hem toe. Dit gebeurde tot drie keer toe. Toen zei Eli: “Als je het weer hoort, zeg dan: Spreek Heer, uw dienaar luistert”. Samuël werd tot profeet in Israël geroepen, maar deze ervaring in de tempel bleef de basiservaring voor heel zijn verdere leven. Roeping: hoe weet je dat je geroepen bent? En tot wat? Hoe weet je dat je een specifieke roeping hebt voor het religieuze leven als contemplatief of als priester? Of tot één van de vele mogelijkheden om je leven in dienst te stellen van de Heer en Hem te volgen? Hoe weet je dat het de stem van de Heer is in je binnenste? Er staat ook: “Samuel had de Heer nog niet leren kennen”. Het is niet zomaar ineens duidelijk wat de Heer verlangt als het over roeping gaat. Mijn eerste ervaring van Gods ‘stem’ was toen ik dertien jaar was. Er gebeurde niets bijzonders, maar met een schok werd ik mij bewust, zomaar, dat ik zuster wilde worden.
Zr Bernadette Koenegras ocd
Ik sprak er met niemand over maar het maakte me heel blij en moest er steeds aan denken. Een tweede schok van binnen was jaren later, toen iemand tegen mij zei dat ze ging intreden in een klooster. In die tijd, in de jaren vijftig van de vorige eeuw, was dat niets bijzonders. Het kerkelijke leven hoorde helemaal bij de cultuur waarin je toen leefde. Zusters en priesters stonden meestal in hoog aanzien en waren in grote getale aanwezig en in beeld. De derde aanraking kwam als ervaring bij mij binnen toen ik voor het eerst in een contemplatief klooster kwam en de inkleding mee mocht maken van een klasgenoot. Ik was toen rond de twintig jaar. In de jaren ervóór was het bewustzijn om religieuze te worden zo 7
nu en dan wat verzwakt of niet meer ervaren. Ik volgde de opleiding tot kleuterleidster, en had later een baan aan een school. Het leven had intussen meer perspectieven: vriendschappen, jeugdbeweging, reizen, leuke kleren, vacanties enz. Tot die bewuste middag. Ik zag voor het eerst ‘slotzusters’. Achter een traliehek. In een ruimte, zag ik zo’n 17 zusters in habijt en witte mantel. Ik had dit nog nooit gezien. Dat dit bestond…! Het smeulende verlangen dat nog in mij brandde stond onmiddellijk in lichterlaaie. Wat een totale en radicale keuze hadden deze zusters gemaakt voor God! Op één en hetzelfde moment wist ik dat ik dat zocht, maar dat niet wist. Voor zo’n leven kiezen betekent dat voor jou alleen God voldoet en al het andere van belang is vanuit die ene werkelijkheid van God. Het zette alles in mij op z’n kop. Wat was er in mij gegroeid dat ik dit zo feilloos voelde? Er was geen twijfel meer mogelijk: Dit is het.
Smile!
8
Wat volgde was een moeilijke weg van onzekerheid. Ik was beslist niet dapper. Afscheid nemen doet pijn en in die tijd was er geen mogelijkheid om het leven in de karmel eens uit te proberen. Ik wist op een bepaald moment niet meer of ik er wel aan beginnen moest. Natuurlijk deed ik er ook mijn ouders verdriet mee, al hadden ze altijd gezegd dat zij onze keuze voor het leven zouden respecteren. Ik heb de stap gezet op 7 mei 1964. Vanaf die dag is Karmel Nazareth mijn huis, God mijn onderkomen in goede en kwade dagen: drieënvijftig jaar. Ik ben in de Karmel heel gelukkig geworden en weet dat dit leven van gebed en contemplatie, stilte en eenzaamheid in een gemeenschap van zusters bij mij past. Elke stap op mijn levensweg was een stap in donker geloof, maar: ‘naast mij gaat Gij’, (Psalm 23). Ik had niets willen missen. Roeping na drieënvijftig jaar: Hij is achter mij, vóór mij, rondom mij, naast
mij, in mij. Hij is de afgrondelijke ruimte en diepte waarvan ik leef, waarin ik mij beweeg en ik mag zijn.
zoudt voeden en ervan het heerlijke proeven. (communiezang op het feest van O.L.Vrouw van de Berg Karmel).
In het land van de Karmel heb ik u binnengeleid, opdat gij u met zijn vrucht
Zr. Bernadette Koenegras o.c.d. www.karmelitessenocd.nl
Paasmysterie spel.
MILL HILL ONTMOETINGSDAG Opnieuw organiseren we een ontmoetingsdag, en wel op de laatste zaterdag van september: zaterdag 30 september 2017. We hebben een erg actueel onderwerp dat ons allen toch ook aangaat. Het is de vraag over ‘voltooid leven’ en de poging om dit in de wet te krijgen. We hebben een spreker uitgenodigd die bekend is met deze problematiek, Ds. Annemarieke van der Woude, iemand die ook aandacht besteedt aan de ethische vragen en waarden die meespelen. Soms wordt er over gesproken in de trant van ‘het kan, dus gaan we dit even regelen’ zonder dat er gesproken wordt over de ethische kant en of wij het recht hebben om zo eenvoudig te praten over het leven van ieder van ons. U kunt u opgeven tot half september. Datum en dag : zaterdag 30 september. Wim van der Salm Johannahoeve 4 6861 WJ Oosterbeek Tel: 026-3397555 wvandersalm@jozefmhm.nl 9
JUBILARISSEN 2017 Ik kom uit een gezin van veertien kinderen en ik ben nummer twaalf. Als kinderen moesten we al vroeg in de tuin werken in onze vrije tijd na school en in de vakantie, maar alleen in de zomer. In de winter konden we heerlijk schaatsen en prijzen winnen want ik kon goed schaatsen! Na een tijdje dacht ik, ik moet missionaris worden en ik ging naar mijn vader om te vragen of dat wel kon. Maar hij zei dat dat niet ging, want ik moest de tuin overnemen. Toen ging ik naar mijn moeder en die zei: “Dat is prachtig. Wacht maar tot je 17 bent, dan zal ik met je vader praten”. En toen ging alles goed. Toen ik 17 jaar was, ben ik naar het broederhuis gegaan. En daar werd ik hartelijk ontvangen. Na mijn twee jaar noviciaat heb ik een tuinbouwopleiding gevolgd en met succes afgesloten. Daarna heb ik de tuin overgenomen in het broederhuis. We waren met acht broeders en dat was best gezellig. Na zeven jaar heb ik toen mijn eeuwige eed afgelegd en ben ik benoemd naar Freshfield in Engeland. Enige tijd later werd ik overgeplaatst naar Courtfield, en weer een jaar later naar de Verenigde Staten. Dat was een benoeming voor 5 jaar. Het zijn er 40 geworden! Daar in Amerika heb ik gewerkt in de ontvangst, als tuinman, kok en klusjesman, in onze huizen in St Louis en Los Angeles. Ze noemden me ‘onze man bij wie iedereen zich welkom weet’. Leo Melchers mhm Meer dan een halve eeuw heb ik met veel voldoening mogen werken onder de Ibans in Sarawak. Ik heb ook veel van hen geleerd. Het zijn heel hartelijke mensen en ze begroeten elkaar gewoonlijk met “Ka kini nuan?” wat betekent: “Waar ga je naar toe?” Ja, waarnaar zijn we op weg? Voor mij vaak een puzzel. Maar de kapel weet ik wel te vinden en daar ben ik graag. Onnodig te vragen: “Wat ga je daar doen?” Daar bespreek ik de weg naar ons eeuwig doel. Geen betere plaats om me daarop voor te bereiden dan in Vrijland. Veel dank aan de Heer. En aan alle goede verzorgers en vrienden. Wim Bos mhm 10
Vijf jaar Nederland, vijftig jaar Kenia, zes jaar Nederland, zestig jaar missionaris, drager van Gods woord. Ik ontvang het, steeds weer. Ik neem het mee, deel het met anderen. Het is een blijvende woorddienst aan mensen, waar ze maar zijn. Godsdienst is mensendienst. Steun krijg ik steeds van de Congregatie, collega’s, vrienden en weldoeners en vooral van mijn zussen en zwagers. Vandaar mijn vreugde en oprechte dankbaarheid. Eddie Karhof mhm Ter gelegenheid van mijn 60-jarig priestermissionaris jubileum wil ik allereerst mijn dank betuigen aan God met de tekst die ik koos bij mijn priesterwijding. “Dank breng ik aan Christus Jezus omdat Hij mij trouw heeft bevonden en in bediening heeft gesteld. Aan Hem zij eer en glorie in de eeuwen der eeuwen. Amen“ 1 Tim: 12-17“ Dank ook aan allen die mij al die jaren geholpen hebben door hun gebed medeleven, ondersteuning en vriendschap: mijn familie en vrienden en in het bijzonder al die mensen in Kenia waarmee ik een hechte vriendschap heb opgebouwd in al die zestig jaar. Hun gastvrijheid en diep geloof hebben mij gestimuleerd om mijn werk, de verkondiging van het evangelie, te voltooien. Arie Linsen mhm Ongeveer drie generaties lang missionaris zijn en nog is het missionaris-leven niet voltooid! Gestuwd door het enthousiasme van ‘daarginds’ (Sarawak, Australië, Internationaal Studenten Pastoraat) en gedragen door de spiritualiteit van de pelgrimstochten (Compostella, Japan) voel ik me senang in deze nieuwe missionaire omgeving van Twente, met name in Enschede. Deze 50 jaren laten me dan ook nu blij om me heen kijken volgens ons motto in Sarawak: “Joy and simplicity”. Ben Engelbertink mhm
11
Ik kijk met grenzeloze verwondering naar het veelkleurige landschap, waarin ik als missionaris mocht verwijlen – Congo, Engeland, Oeganda, Kenia en nu Nederland: mensen om lief te hebben, taken om uit te voeren, een leven gegeven. De tocht ging afwisselend langs bergtoppen met adembenemende vergezichten met dan weer een donker ravijn van onmacht of falen, maar meestal een slingerend pad door een alledaags dal. De altijd verrassende metgezel van Emmaus trok mee. Zal ik hem ooit echt (her)kennen? De innerlijke tocht gaat door. Nu in extra speeltijd, met verwondering en dankbaarheid. Dank aan familie, vrienden en compagnons in wie ik iets heb mogen vermoeden van het beeld van de Onzienlijke. Fons Eppink mhm
Wat een geluk, liefdevolle ouders, een onbezorgde jeugd, en gregoriaans! Pastoraat en vormingswerk werden mijn rode draad. Pakistan opende mij de ogen voor armoede en de onderdrukking van vrouwen en christenen. De trouw van christenen ginds en hun liefde voor de Bijbel waren zeer inspirerend. Hier staat geloven onder druk. Door samen de evangeliĂŤn kritisch te lezen herontdekken parochianen en ik Jezus opnieuw. Deo gratias. Ben Pex mhm
12
Ik ben God dankbaar voor de vijftig jaar belevenissen als missionaris. Maar ik ben ook grote dank verschuldigd aan al die vele mensen, die ik onderweg mocht ontmoeten, want velen daarvan waren toegewijde medewerkers en hechte vrienden. Samen kwamen we tot vele oplossingen en dikwijls tot goede resultaten. Ik voel me steeds weer blij worden als ik terugdenk aan hun toewijding en inzet, want daar leerde ik van om hun plannen en de uitvoering ervan te respecteren en aan te moedigen. Ik denk daarbij aan de inzet van catechisten en parochieraadsleden, die de boodschap die ik had, op kundige wijze aan de mensen overbrachten. Deze kundigheid maakte het makkelijk om vaarwel te zeggen, want alles is in goede handen. Moge Gods zegen hen vergezellen.
Martin Rijk mhm
t a i c fi o Pr Het blanco blad van 50 jaar geleden is door de Heer voor een groot deel beschreven. In vreugde, verdriet, pijn, twijfel, onzekerheden, met falen en succes, alleen of met vele anderen heb ik mogen werken in de wijngaard van de Heer. Hij heeft mij altijd geleid... Het blad is nog niet vol... Wat volgt er nog? Alles is in Gods hand zoals de afgelopen 50 jaren. God zij gedankt. George Saraber mhm
13
“Mijn benen kunnen niet meer werken in Borneo. Ik zoek nieuwe!” zei Tuan Antoon Mulder MHM in de vijfde klas lagere school in 1953. Ik stak mijn vinger op. Ik wilde wel die avonturier worden. Het werd Borneo 50 jaar geleden. Ik werd daar die ‘onbekende Emmausganger’, die lief en leed met de mensen mocht delen bijna 25 jaar. Hartproblemen zorgden ervoor dat ik de volgende 25 jaar in het Land van Maas en Waal dit werk mocht voortzetten: samen met de mensen in Winssen en Ewijk lief en leed delen. “De Goede God en Zijn mensen zijn goed voor mij geweest”. Leidraad is steeds De BLlJDE Boodschap. Bertus Visschedijk mhm Wanneer je priester wordt gewijd, dan weet je eigenlijk helemaal niks, dan begint het pas, dan start er een leerproces en dat stopt nooit meer. De grootste leermeester is Jezus zelf en mijn dank gaat dan ook in de eerste plaats uit naar Hem, naar God. Verder ben ik ook veel dank verschuldigd aan mijn ouders, mijn verdere familie en mijn vriendenkring, aan collega’s, en in het bijzonder ook aan enkele medepriesters, waaronder ook zeker mijn oom Toine, die een grote inspiratie zijn geweest. Het preken is voor mij altijd het belangrijkste geweest, wél op mijn eigen manier, met, als het even kon, veel dialoog en een beetje humor, en ook voor veel verschillende groepen mensen, maar vaak de allerarmsten. Ik heb héél vaak gezegd dat het wat mij betreft om drie dingen draait in de boodschap van Jezus: liefde, vergeven (en om vergeving vragen en jezelf vergeven), en delen met anderen, en als we dát in de praktijk brengen, dan zijn we al een heel eind op weg. Ik denk dat die boodschap vaak is overgekomen en ik hoop dat ik die boodschap van Jezus nog lang zal mogen uitdragen. Muchas gracias en God bless! Laten we voor elkaar bidden! Theo Raaijmakers mhm
14
JUBILEUM OP AFSTAND We zullen Fr. Jaap Borst mhm niet in Nederland zien om zijn diamanten jubileum te vieren. Hij zal het vieren in Kashmir, India, zijn tweede vaderland. Zijn broer Leo vertelt waarom. Een jubileum dus. Tien Jaar geleden vierden wij, de familie, vrienden, de parochie en vele anderen, dat pater Jaap 50 jaar daarvoor tot priester werd gewijd. Hij kon daar, toen, zelf bij aanwezig zijn. Maar bij dit jubileum is dat niet het geval. Hij werd na zijn wijding in 1957 en de daarop volgende studie in Cambridge in 1963 benoemd voor de Kashmir vallei op 1500 meter hoogte in het Himalaya gebergte. De ca. 5.5 miljoen inwoners zijn grotendeels moslim. Er kwam in 2012 een valse beschuldiging dat er geld werd gegeven als leerlingen van scholen zich bekeerden. Een anglicaanse priester heeft 6 weken vastgezeten en is met zijn gezin weggegaan. Na rechtszaken en een onderzoekscommissie uit New Delhi werd de aanklacht ongegrond verklaard. Pater Jaap meldde zich niet
Jaap Borst mhm. op het politiebureau en verbleef op een geheim adres. Het gelukte hem niet weer een geldend inreisvisum te verkrijgen:
Meester - leerling. 15
Vier generaties Mill Hill missionarissen. hij mag het land wel uit, maar niet meer er in. En al doet het hem veel pijn, hij wil in zijn tweede vaderland blijven tot de Heer hem roept. En hij rentenierde verder??? Nou, dàt zeker niet. Hij is sterk betrokken bij een door hem in 1997 gestichte school in Pulwama, een stadje met 40.000 inwoners op 30 km. van de hoofdstad Srinagar. Inmiddels een grote school met onderwijs in 10 leerjaren tot aan universitair niveau. En iedere schooldag reist dus hij van Srinagar naar Pulwana, samen met de schooldirecteur zr. Veronica en enkele leerkrachten van de school. Maar de omstandigheden zijn zwaar. Het vorige schoolgebouw, even buiten de stad, werd in 2006 aangevallen door een grote geroep jeugdigen. Het bleef beperkt tot een flinke schade. Enkele jaren daarna is de hele school afgebrand, aangestoken door jongeren. Sindsdien zitten ze in twee gebouwen, op 300 meter van elkaar, dichter bij de binnenstad. Er is al grond verworven 16
voor nieuwbouw, maar de aanvang van de bouw is door de onrust in de vallei, waarover hierna meer, uitgesteld. Vorige week nog werd een militaire kazerne binnengedrongen: 17 militairen gedood, evenals de enkele daders. In het laatste telefonische contact antwoordde pater Jaap op de vraag: “‘Hoe gaat het met je?” “Nou, het gaat goed met mij, de laatste jaarlijkse medische controle kwam ik goed door, en ik woon hier beschermd”. En....“maar we gaan door”. Nu dus geen grote festiviteiten in Heerhugowaard om het diamanten jubileum te vieren zonder de jubilaris in ons midden. Wij, de broers en zussen, willen vrijdag 7 juli een familiedag houden. En in de hoogmis met een bijzondere intentie zondagochtend 9 juli om 10 uur danken en bidden voor de jubilaris en zijn werk in de Kashmir vallei. Leo Borst
(Vrouw uit omgeving van Jacinta van Luijk)
17
OOK MIJN LEVEN IS DE MOEITE WAARD. Lekenmissionaris Jacinta van Luijk mhm is voor onze lezers geen onbekende. Met haar organisatie KAP zet ze zich in voor verzoening en gedragsverandering in Kitale, Kenia. Hieronder het aangrijpende verhaal van Pamela. Uit de nieuwbrief van KAP. “Ik ben Pamela, 26 jaar en ongehuwde moeder met 2 kinderen van verschillende vaders. De oudste is 10 en de jongste 2 jaar oud. Ik groeide op als enig kind. Mijn ouders verhuisden van Kisii naar Nakuru toen ik nog heel klein was. Mijn kindertijd was fijn, ondanks dat we het thuis niet breed hadden. Totdat in 2007/8 de verkiezingscrisis uitbrak: we moesten vluchten en ik raakte mijn ouders kwijt. Ik heb gehoord dat mijn vader is vermoord en van mijn moeder heb ik nooit meer wat gehoord. Ik was toen 16 jaar oud. Ik had geen idee wat betreft mannen en seks, maar in het vluchtelingenkamp belandde ik in een hele hete soep van seksueel misbruik, lastiggevallen worden en verkrachtingen. Veel mensen in het kamp waren emotioneel zo van slag dat ze dachten hun spanning door seks te kunnen luchten. Alle seksuele grenzen verdwenen. Aanvankelijk vond ik het afschuwelijk om benaderd te worden voor seks door mannen van mijn vaders leeftijd. Maar, wat moest ik doen? Ik was alleen, had niets. Er was gebrek aan eten, overvolle tenten, tienergevoelens en veel druk van anderen. Ik voelde me bang en klein en zo ben ik toe gaan geven aan seks. Ik heb met heel veel mannen geslapen, de een na de ander. Ik gebruikte mijn lichaam om in leven te blijven. Ikzelf en veel meisjes zoals ik kregen allerlei namen: ‘Sweet 16’, ‘Zacht Vlees’, ‘Mannen Verkoeler’ e.d.
18
Voedselhulp werd alleen uitgegeven aan gezinnen. Zodoende moest ik me binden aan verschillende mannen om aan eten te komen. Het was allemaal erg naar en ik verloor de hoop in mijn leven. Ik begon alcohol te drinken om te vergeten en seks te kunnen verkopen. Op een dag werd ik gearresteerd, omdat drie mannen om mij vochten. ’s Nachts op het politiebureau verkrachtte de dienstdoende agent mij ook nog eens. Ik was er kapot van, maar ging toch door met mijn riskante gedrag. Totdat ik ontdekte dat ik zwanger was. Toen wilden de mannen met wie ik seks had, ineens niets meer van mij weten. Ik was wanhopig. Toen de regering 1.500 gezinnen uit ons vluchtelingenkamp in Nakuru koos om naar Chepchoina (280 km ten noorden van Nakuru, ver weg op de Oegandese grens) te verhuizen, heb ik mij voor de gelegenheid aan een man verbonden. Ik woon tegenwoordig weer alleen met mijn twee kinderen. Het doet me zo’n pijn als ik aan mijn ouders denk, ik heb last van mijn geweten, en ben ook nog eens HIV positief. Vaak dacht ik ‘Wat maakt het allemaal nog uit?’ Het is dankzij de gesprekken met Philip en de counselors dat ik nu weer wat hoop begin te krijgen, en besef dat ook mijn leven de moeite waard is.” Jacinta van Luijk mhm
OASE
Verslag van een ontmoetingsdag De spreker, Hans Lammers, heeft een lange weg afgelegd voordat hij actief werd in het inloop- en ontmoetingscentrum de Oase midden in Oosterbeek. Oase is een jong en dus
hij een echt B-vak studeren, moleculaire biologie. Hij deed onderzoek naar de erfelijke factoren, die ziekten bepalen. In het laboratorium voelde hij zich op den duur niet thuis. De omslag kwam
nog groeiend project en staat midden in de samenleving. Er wordt gewerkt met nu 45 vrijwilligers, waarbij je allerlei nuttige deskundigheden aantreft. Het is een rooms-katholiek project, maar de vrijwilligers zijn ook van andere kerken en er zijn mensen zonder religie bij. Datzelfde geldt voor de bezoekers. Soms willen die een individueel gesprek, maar ze komen ook om elkaar te ontmoeten, uit interesse voor lezingen of voor een meditatiegroep.
toen hij een keer in een ziekenzaal terecht kwam en zittend aan een bed ging beseffen, dat luisteren pas echt belangrijk is. Hij ging theologie studeren. Vooral de Bijbelstudie was nogal om te schrikken, want al die prachtige verhalen moest je niet letterlijk nemen. Dat zorgde in het begin zelfs voor twijfel. Toch was die Bijbelstudie een van de pijlers, waar hij op bouwt en dan vooral weer de roepingsverhalen, die door de studie aan diepte wonnen. Een tweede pijler was de kennismaking met het pastoraat van de presentie. Hij werd met veel enthousiasme pastoraal werker. Zijn aandacht ging vooral naar mensen aan de rand van de samenleving: vluchtelingen, chronisch zieken en werklozen. Hij knapte af op de vele
Hans werd geboren in een goed katholiek gezin. Hij was misdienaar en acoliet en al heel jong boeiden hem de verhalen uit de Bijbel en dan vooral de roepingsverhalen. De verhalen lieten hem een innerlijke stem horen. Toch ging
19
vergaderingen van de pastores in de veel grotere parochie. Het echte werk kwam in de knel. Hij raakte in een depressie. Na veel brainstormen startte hij in 2014 met de voorbereidingen van Oase. Daarmee reageerde hij op ontwikkelingen in de Kerk en ontwikkelingen in de maatschappij. In onze Kerk lijden veel lokale geloofsgemeenschappen aan een verlies aan vitaliteit. Er is een sterk accent op regels en men wil vooral financiële problemen vóór zijn. Priesters moeten alles goed in de hand houden en raken overbezet. Aan leken wordt de verantwoordelijkheid ontnomen. Men probeert ze in een keurslijf te persen en zo knappen ze af. De diaconie blijkt vaak een stiefkindje. Ik bedacht, dat de tragiek is, dat men gelooft dat deze aanpak redding brengt. We moeten juist veel meer aansluiten bij wat leeft in de gemeenschap, open zijn naar de wereld en de naastenliefde vooropstellen. In de samenleving zien we een toenemende individualisering en verlies aan bindingen. Mensen worden niet meer opgevangen. Ze moeten zich maar zelf redden, zegt de overheid. Ze horen over hun eigen lot te beslissen. Maar dat kun je niet van iedereen verwachten en zo worden mensen erg kwetsbaar. Bij ziekte of andere narigheid raken ze in een isolement. Zo krijg je een maatschappelijke tweedeling. Aan de ene kant de redzamen en aan de andere kant de uitgestotenen. Iedereen heeft het zo druk, dat hij de ellende om zich heen niet ziet of hoort. Daarom is de Oase nodig, die op 12 december 2015 is gestart. Twee keer in de week is er inloop. Je komt er om met elkaar te praten, maar een individueel gesprek kan ook. Niets moet. Zo ontstaan er relaties tussen mensen,
20
die er eerder alleen voor stonden. Elke maand is er een open lunch. Regelmatig zijn er ook lezingen bijvoorbeeld over iemands leven. Wat betekende het om hoogbegaafd en hoog gevoelig te zijn toen hij een kind was? Iemand vertelt hoe zij taarten bakt. Men spreekt over het idee van voltooid leven. Iemand vertelt zijn levensverhaal aan de hand van een zelf gemaakte collage, want spreken is niet zijn sterkste punt. Er zijn wandelingen. De belangstelling neemt nog steeds toe en door contacten met verenigingen, artsen, verschillende geloofsgemeenschappen en publicaties op de website en op Facebook. De 45 vrijwilligers zijn het gezicht van Oase. Hans sprak ook over allerlei praktische zaken. Wat is er nodig? Enthousiaste vrijwilligers, die tegen een mentaal stootje kunnen. Bondgenoten in de parochie en de gemeente. Geld, dat tot nu toe vooral van fondsen komt. Voor mij was het een indrukwekkend verhaal. Zo’n inloopcentrum opzetten, doe je niet zo maar. Toch zijn elementen uit dit werk ook in een gewone geloofsgemeenschap te realiseren. Dat maakte deze ontmoetingsdag zo inspirerend. Voorafgaand aan de lezing van de dag vertelt de regionaal overste voor Nederland over wat er gaande is. De Mill Hill missionarissen gaan voortaan naast Afrika en Azië ook Europa en Noord-Amerika als hun missiegebied beschouwen. De Paters van de Heilige Geest zijn hun daarin voorgegaan. Een van hen, afkomstig uit Kameroen, is pastoor in Heerenveen en ze zijn daar erg blij met hem. Mill Hill heeft al contact gezocht met het aartsbisdom. We wachten af. John Jorna
Mannetjesputter Joop Deen Geboren op 10 januari 1934 te Grootebroek Tot priester gewijd op 13 juli 1958 Missionaris in Congo en Spanje Overleden op 28 februari 2017 Mill Hiller, Joop Deen, werd geboren in het land van de mannetjesputters, in Grootebroek. Bij zijn priesterwijding in 1958 was hij blij dat hij de wijde wereld in kon trekken. Het strakke seminarieleven had hem al veel te lang geduurd. Bevrijd als het ware en met veel enthousiasme vertrok hij naar het verre Congo. Daar zocht hij zijn vrijheid. Dat deden Congolese soldaten twee jaar later ook, toen in 1960 hun onafhankelijkheid aanbrak. Samen met andere Mill Hillers, zusters en wat Belgen werd Joop heel hardhandig gevangen genomen. Joop dacht echt dat zijn laatste dag aangebroken was. Maar hij kwam weer vrij. Nog enkele opstanden wist hij te ontvluchten. Wel konden we de eerste paar jaar merken dat Joop een behoorlijk trauma opgelopen had. Hij was soms heel onverwachts zeer prikkelbaar. Maar zijn mooiste tijd genoot hij in de parochie Baringa, die hij samen met Piet de Moel op poten ging zetten. Dat was ook de tijd dat Joop als enige in de wereld en als enige in het bisdom Basankusu zich in ging zetten voor het wreedste strafkamp van president Mobutu. Het strafkamp Ekafera lag heel afgesloten midden in het oerwoud. Joop trok er heen, via de weg, via bospaden, met een prauwtje de grote rivier Maringa over en dan weer verder via een kilometerslang bospad. Jongelui die in de hoofdstad Kinshasa op straat opgepakt waren, politieke tegenstanders, mensen zonder een pasje bij zich, werden naakt naar Ekafera gebracht. Met een stuk oude krant
probeerden sommigen hun naaktheid te bedekken. Ze moesten daar maar tuintjes maken om te overleven. Rijen kruisjes toonden aan hoeveel jongelui in de kracht van hun leven daar omgekomen waren van de honger, aan malaria of aan tropische zweren. Joop zorgde voor verbandmiddelen, voor de nodige medicijnen, leesmateriaal en voetballen. Hij hielp enkele gevangen ontvluchten. Joop bracht de miserabele toestand bij wereldorganisaties aan het licht. Joop was als enige daar de barmhartige Samaritaan. Maar zijn hulp en zijn onverschrokken opkomen voor die gevangenen werden ook zijn ondergang. Hij moest weg. Hij wist te veel, hij had te veel gezien. Hij bood het hoofd aan een president die over lijken ging. Het was een harde klap voor Joop. Hij vertrok verbitterd, omdat zijn kerkelijke oversten niet voor hem in de bres sprongen. Maar hij had zijn doel bereikt. Het strafkamp werd voorgoed gesloten. Joop had al lange tijd kanker. Maar hij was niet bang om te sterven. Hij zag er naar uit om na zijn dood zijn Congolese vrienden weer te ontmoeten. Een groot mens is van ons heengegaan. Joop, zoals je schreef: ‘until we meet again’. Piet Korse mhm 21
EEN MENS VOOR DE MENS Guust van den Eeden Geboren op 27 october 1928 te Breda Tot priester gewijd op 11 juli 1954 Missionaris in Nederland, Oeganda, Kenia Gestorven op 27 april 2017 ‘Waar twee of drie in mijn naam bijeen zijn, daar ben ik.’ Dit is een tekst die Guust ter harte nam toen hij in de tweede helft van zijn missionaire loopbaan, een nieuwe uitdaging aanging: om missionaris te zijn in de sloppenwijken van Nairobi, Kenia, waar in de schaduw van de grote hotels en kantoorgebouwen mensen woonden in plastic iglo’s, dicht op elkaar, die moesten overleven van kleine handel, in het nauw gedreven en achtervolgd door veiligheidsagenten. Mensen die konden lachen en zingen om niets, die vreugde vonden in het bij elkaar zijn, die bereid waren te delen wat ze hadden, ellende en ook een beetje hoop. Soms kwamen ook die mensen bijeen in Jezus’ naam, en was Hij in hun midden. En er gebeurden wonderen: Wonderen van saamhorigheid, wonderen van barmhartigheid, wonderen van een broodvermenigvuldiging. Guust ging rond in de sloppen van Kinyago en Kanuku, zat neer bij die mens in zijn iglo, dronk thee met veel suiker en melk, en voelde Gods aanwezigheid. Met de mensen las hij het evangelie, luisterde naar hun uitleg en liet ze vooral iets doen. Het was anders dan de traditionele parochiestijl toen hij voor het eerst begon in Oeganda, bij de Teso. Door zijn beminnelijke houding was hij al gauw de vertegenwoordiger van de groep, tegenover de bisschop, tegenover de autoriteiten. Amin was geen lieverdje en maakte het de missionarissen moeilijk. Velen moesten het land verlaten of werden er uitgezet. 22
Missieposten werden beroofd, auto’s gestolen, kerken geplunderd. Guust maakte het allemaal mee en toch verloor hij zijn geloof in de mens niet. God had de mens goed geschapen, je moet alleen die goedheid kunnen zien en toonbaar maken. Later terug in Nederland, gearriveerd in de Bijlmer net in de tijd dat het vliegtuig van El Al zich in de flat tegenover de zijne boorde, wist hij het goede in mensen te zien die gebruik maakten van het inloophuis de Bijlmer Duif, waar mensen uit de buurt koffie konden drinken en hun verhaal konden vertellen aan een luisterend oor zoals dat van Guust. Met collega pastores en vrijwilligers ook uit de protestantse hoek draaide Guust zijn uren, zette koffie, waste af en luisterde. Guust was een mens voor de mens, geïnspireerd door de teksten van het evangelie, met kracht uit zijn gebed, bezoeken aan kloosters en abdijen vaak in gezelschap van zijn grote vriend Jan Sips en diens vrouw An. Guust was dankbaar voor de steun die zij hem gaven, voor hun meeleven, voor het anker dat zij hem gaven: een veilig thuis, een plaats om op verhaal te komen. Arie Braak mhm
ONZE OVERLEDEN VRIENDEN Montfoort
Mw. Corrie van Rossum – Slot , zus van Zr. Theodora Slot fmsj, en Fr. Hennie Slot mhm
Amersfoort
Dhr. Jacobus Cornelis van der Poel, zwager van Fr. Guust van den Eeden mhm
Heerhugowaard
Dhr. Cristiaan Laurentius Knol, ex- Mill-Hiller
Haaksbergen
Mw. Riek Verbruggen-Welling, weduwe van Fons Verbrugge, ex-Mill-Hiller
Enschede
Dr. Henricus Antonius Spanjers, broer van Fr. Pierre Spanjers mhm
Lodwar- Kenia
Frater Daan Boonman, lid van de Congregatie van de Fraters van Utrecht
Stramproy
Dhr Cor Cuypers, broer van Br. Tjeu Cuypers mhm
Montfoort
Dhr. Johannes Jozef Slot, neef van Zr. Theodora Slot fmsj
Obdam
Mw. Margaretha Maria Versluys, zus van Fr. Louis Versluis mhm †
CONTACTBLAD NEDERLANDSE REGIO VAN DE MILL HILL MISSIONARISSEN Hoofdredacteur: Fons Eppink Redactieraad: Hans Boerakker, Huub de Bij, Frans Baartmans, Ger Mooij Correctie: Piet Korse. Administratie: Theo Geurtsen. Verzending: Harry Reusen, Otto Perfler 4 nummers per jaar Tel. 026 339 7552 Email: mhmcorrespondent@gmail.com
FOTOGRAFIE Fons Eppink, Frans Baartmans, Bernadette Koenegras, Clementine Koenegras, Huub de Bij
UW TESTAMENT IS NOG BETER WANNEER DE MISSIE DAARIN BEDACHT IS Maak uw legaat voor Mill Hill aldus: “Ik legateer, vrij van rechten, aan De Nederlandse Regio van de Mill Hill Missionarissen Johannahoeve 4, 6861 WJ Oosterbeek”
WAARHEEN MET UW BIJDRAGEN? Persoonlijke giften voor missionarissen NL52 INGB 0001 0669 57 t.n.v. Missieprocuur van Mill Hill Oosterbeek. NL 39 ABNA 0400 2363 11 t.n.v. Nederlandse Regio van Mill Hill, Oosterbeek. Giften voor opleiding van Missionarissen in Afrika en Azië: NL 52 INGB 0001 0669 57 t.n.v. Missieprocuur Mill Hill Oosterbeek. De Nederlandse Regio van Mill Hill is een ANBI instelling vallend onder de groepsbeschikking van de Bisschoppenconferentie van de Rooms Katholieke Kerkprovincie te Utrecht. Uw giften zijn dus fiscaal aftrekbaar en over uw bedragen hoeft geen schenkings- of successierecht betaald te worden. Ons fiscaal RSIN nummer 006583489 Bij voorbaat hartelijk dank.
23
Retouradres: Johannahoeve 4 6861 WJ Oosterbeek.
Contactblad van Mill Hill Administratie & redactie. Johannahoeve 4, 6861 WJ Oosterbeek. Telefoon : (026) 339 8084 E-mail : procuur@mhmobk.nl Internet : www.millhillmissionaries.co.uk
Zomer 2017 Jaargang 51 - nummer 2 Verschijnt 4 keer per jaar Drukkerij voor de Poort - Oosterbeek