UIT HET PAROCHIE-ARCHIEF van de ST. HIPPOLYTUSKERK te KAMERIK 1915 1995
140 Jaar R.K. Parochie St. Hippolytus aan de Kanis, waarvan 60 jaar met de eerste kerk (tot 1915) en 80 jaar met het huidige gebouw. Dat mag voor ons een gelegenheid zijn om wat interessante feiten uit de parochiegeschiedenis op te diepen.
Dit boek bevat een beschrijving van de Historie van de R.K. St. Hippolytuskerk aan de Kanis. Samengesteld met een serie artikelen uit het Parochieblad ‘Profel’ W.J. de Valk Parochie-assistent (1980-2004)
Pastoor in problemen
Verontrustende brief Op zoek naar Bisschoppelijke goedkeuring Begrotingen Waar 'Nieuwbouw' Grondaankoop De nitieve tekening Een kerkmeester schrij Bij de tijd zijn Kerkhof Verboden toegang Overzicht Startsein Snelle bouw Interieur-verzorging Nog eens Het hart van het kerkgebouw Voorschri en Uit de historie
In het boetekleed Perikelen rond de pastorie Kerkwijding in zicht De inwijding Decreet Toelichting Kruisweg Onder getuigen van.... Bijzonderheden 2 4 7 8 12 15 15 18 22 22 23 25 26 28 28 29 31 32 32 33 37 38 41 42 43 44 45 46 47 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 INHOUDS OPGAVE EDITIE HOOFDSTUK PAGINA
laatste
tijd
Derde orde Geschiedenis Eerste vrijdag H. Hartfeest Het orgel De school Onverwacht Opmerking 1 Opmerking 2 Ziek De
noties Lijst Con ict Brandkast Verzekeringen Nieuwe pastoor Financiële zorgen Bij de
zijn Schenkingen Fundatie Voorbeeld Legaat Plaatsengeld Stipendium Herinnering Stipendium Wie was pastoor J. Paardekooper? Hoofdaltaar Klokken Drie nieuwe klokken Voor de keuring En...goed bevonden Even vooruit gekeken 49 50 51 51 52 54 56 58 58 59 60 61 62 63 63 64 65 66 67 67 68 70 70 72 74 75 77 78 80 80 82 83 84 12 13 14 15 16 17 18 18a 18b 19 20 INHOUDS OPGAVE (vervolg) EDITIE HOOFDSTUK PAGINA
Uit het PAROCHIE-ARCHIEF |
140 Jaar R.K. Parochie St. Hippolytus aan de Kanis, waarvan 60 jaar met de eerste kerk (tot 1915) en 80 jaar met het huidige gebouw. Dat mag voor ons een gelegenheid zijn om wat interessante feiten uit de parochiegeschiedenis op te diepen.
INLEIDING
Ten behoeve van het in 1992 uitgegeven boek ?Terugblik op Kamerik? is er veel naspeurwerk verricht in zowel het Aartsbisschoppelijk- als het Rijksarchief in Utrecht. Daarvan is maar een klein gedeelte voor bovengenoemd boek gebruikt, omdat er te weinig plaatsruimte beschikbaar was.
Nu, bij de viering van het 80-jarig bestaan van onze parochiekerk, willen we u graag de niet of niet-volledig gepubliceerde informatie aanbieden.
Het is toch bijvoorbeeld aardig om te weten, dat de laatste twee bruidsparen, die in de oude kerk (1914) getrouwd zijn, waren: Cornelis Bouwman met Anna Roeleveld en Johannes van der Maat met Adriana Vianen.
En dat Toon Blok de eerste dopeling is geweest in de nieuwe kerk (1915)
Zo zijn er nog heel wat leuke feiten, waarover misschien niet iedereen, maar zeker de wat oudere parochianen graag iets naders willen lezen. De redactie van Profiel wacht op eventuele reacties. En nu starten maar!
VERONTRUSTENDE BRIEF
In het kerkarchief lezen we, dat op de 3de maart 1912 het kerkbestuur (bestaande uit Pastoor Boermans en de kerkmeesters Bouwman, van Rossum, Zwezerijn en Den Bruinen) aan Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid Monseigneur Hendricus van de Wetering, Aartsbisschop van Utrecht, zijn verontrusting uitsprak over het toenmalige kerkgebouw aan de Kanis.
"Sinds eenige jaren reeds is naar aanleiding van de telkens wederkeerende hooge uitgaven van gewoon onderhoud voor kerk en pastorie beide, in vergaderingen dikwijls gesproken over eene
UN
2.
grondige herziening in dezen, doch die wegens tijdelijke en klemmende omstandigheden moest blijven rusten. Doch de toestand wordt echter met den dag dringender en vraagt binnenkort beslist zeer hooge vitgaven, zonder noemenswaardig heil en duur voor de toekomst.
De eerste kerk aan de Kanis, die in 1855 in gebruik werd genomen.
Het kerkbestuur, zich daarom van den eenen kant niet verantwoord achtend nog langer zoo door te gaan en ook niet om aan onderhavige uwen, zooals ze thans verbonden zijn (daar de kerk te klein is) om een groote som te besteden, en van den anderen kant niet onderschattend de grote zorg en verantwoordelijkheid welke noodzakelijk zullen moeten volgen gaat noodgedwongen zich voegen naar gebiedenden eisch om op eene of andere wijze naar oordeel en goedvinden van Uw Doorluchtige Hoogwaardigheid een afdoende voorziening te mogen voorbereiden.......?
En vervolgens vraagt het kerkbestuur aan de aartsbisschop ?eerbiedig? om:
3,
te het gevoelen van Uw Doorluchtige Hoogwaardigheid?. (= hoe hij erover dacht)
2e de volmacht om een aangrenzend stukje ?groenland?, al is het maar een strook, voor f 2.000,--. te mogen aankopen. Met daarbij de goedkeuring om: ?bij de eerste onverwachte vraag naar ?t stukje grond voetstoots te kunnen koopen ten einde lange overleggingen en besprekingen protestantscher zijde uit te sluiten?.
3e de goedkeuring om een onderzoek naar en inzameling van vrijwillige giften en bijdragen voor een eventuele nieuwbouw van kerk en pastorie te mogen doen.
Het kerkbestuur besluit de brief tenslotte met de opmerking, dat zij dit alles doet om ?radicaal en onder Gods zegen voor eeuwen bestand te kunnen werken? en ondertekent met:
OP ZOEK NAAR
Alvorens de Aartsbisschop op het verzoek van het kerkbestuur ingaat (en dat is nu nóg zo!) zullen er centjes op tafel moeten komen. De gemaakte begroting van de bouw van een nieuwe kerk met pastorie kwam uit rond de f 52.000.
|
Meek ot men Aa.Kuogackd Mae Dror Ki ?= wont ot dee ok.
ek
?? ame OE aans
ae.
FE Maa MIR,
? ?? ??? ??
En zoals het altijd gaat, verwachtte men ook toentertijd, dat dit bedrag wel overschreden zou worden. Dus nu de taak van Pastoor Boermans en het kerkbestuur om geld bij elkaar te sprokkelen.
B Nou, de Pastoor kon al heel spoedig met groot enthousiasme aan Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid schrijven;
?Overtuigd van Uw groote belangstelling omtrent de zaken in Kamerik, acht ik mij verplicht om U mede te deelen, dat mij bij mijn tocht door de parochie voor de nieuwbouw in drie termijnen veertien extra zijn toegezegd...? (archiefstuk 6-9-1912)
x De kerkbestuursleden waren ook ijverig om de mogelijkheid te onderzoeken hoe ze op de meest gunstige wijze de aanwezige effecten konden verkopen. En op ?St Willibrord 1912? (= 7 november!) schreven ze aan de Aartsbisschop:
? ?Zou het Uwegoedkeuring en gevoelen kunnen wegdragen om nu reeds van de gelegenheid te profiteren en de thands prijswaardige stukken aan de markt te brengen) Het losgemaakte geld zal zoolang op de Centrale Boerenleenbank kunnen worden geplaatst? ?
En vervolgens schrijft het kerkbestuur, dat toch zo graag de bisschoppelijke toestemming voor de bouw wil verkrijgen:
?Het kerkbestuur beeft voor den bouw ar duizend gulden beschikbaar, om zoo te zeggen klaar liggen en bovendien zeer ruime inkomsten om wat te leenen? -
nu Ondertussen dragen ook alle parochianen naar vermogen bij aan het voor de nieuwbouw benodigde kapitaal.
In een ?intekenlijst voor de nieuwe kerk en pastorie? van augustus 1913 staat bijvoorbeeld: to eb. Tenslotte kon het kerkbestuur bij de kerkbouw-aanvraag de Aartsbisschop onderstaand financieel overzicht ter hand stellen: A Gaas: ??" 27546 ## zerk D 15/0 ??????? : Boyhood g SIE. ?? ?? ?? BT GOE He ?? on Cheraerss ?? an?cie mm À ? ? --« SZ ht, Wel old. AE , an. Cala //?. ?.??.? Phare genes hs ??2 beer Auta, Corns: | 6.127 ? 1, Zeker ? ?? a Arokiyer, L9G 0: ? ree eta» LO mone YS 396. ? RSS ??/??./? ?? ?? #22??-?. Za. 5396. ? Z Art 6209.86 En met dit financiële plaatje willen we deze aflevering ?Uit het Parochie Archief? besluiten. Graag tot de volgende keer. DOD
fl Uit het PAROCHIE-ARCHIEF
140 Jaar R.K. Parochie St.Hippolytus aan de Kanis, waarvan 60 jaar met de eerste kerk (tot 1915) en 80 jaar met het huidige gebouw. Dat mag voor ons een gelegenheid zijn om wat interessante feiten uit het parochie-geschiedenis op te diepen en in een serie artikelen te publiceren.
BISSCHOPPELIJKE GOEDKEURING
1 September 1913 werd de aanvraag voor de bouw van een nieuwe kerk met pastorie door Aartsbisschop van de Wetering goedgekeurd in het volgende besluit:
-? Gezien uw schrijven van den 31 augustus 1913, waarbij Onze machtiging wordt gevraagd:
A. tot den bouw van eene kerk en pastorie, volgens door Ons gekeurde plannen, en tot het gedeeltelijk slopen der uwvallige gebouwen, waarvan bet onbruikbare voor afbraak werkocht wordt, terwijl de kosten zijn begroot op zeven en vijftig duizend f. 57.000-. ? {hieronder begrepen kosten architect en opzichter en post risico ?
B tot het aangaan eener gelòlening groot veertienduizend gulden - f. 14.000, tegen 4% of 4,5% met een aflossing van tenminste f. 250,- 's jaars;
zo verleenen Wij bij deze de gevraagde machtiging. van den bouw zal eene afzonderlijke Rekening en Verantwoording te zijner tijde worden gedaan. De gelden zullen ten spoedigste worden afgelost.
St.Hippolytus-parochie
Kamerik
te Utrecht,
hel R. K. Par.
bestuur
Aartsbisschop
Utrecht,
BEGROTINGEN
Het is best interessant om eens te kijken naar zo'n begroting voor de bouw van ?eene kerk en pastorie? uit het jaar 1913. Wie een beetje weet heeft van de bouwprijzen van vandaag, of zelf met ?bouwen? te maken heeft of heeft gehad, kan zijn ogen haast niet geloven!
Hieronder volgen een paar van die begrote bouwonderdelen:
De bisschoppelijke brief aan het bestuur van de
van
werd gesloten met: Gegeven
den <7 ar 18. De
van
HU To de WeA ? Aan
At
te am ?= .
AM? nn ind /dx0d4 100 < 12.0%0 A-apess. 1.760 ??-« ? ???. ????#??? Jordy Leben ??? 1950 Sacre Lis ate ost. YMo ???????/ ox ?????#?? ?27 5 '#? ?????? ???- <?? arte ru ???? ??? ???
Brrr Tr ? ? ?? ?>???# LL ??? ?? age a PA. anna est ar fie 0408 #-?Lage OA= JE ?Pr-ag0 asse YE SO Yo age ays td ?? / the s ? ?? fot. ent ?« ? ? #- ??. ?? lo + MS. ?? A vereren Ke. ?tooo A: / ??? ???????? ?? ? ?? un une. Danke PA Mtb oto .??/?«/2- 32% ???TEE ? ?#» /?BL A"AHd ? tn jer Love en! Pa Ze a ?? DE Y Dek open 4 3- ?? ??? ?? bin ? a 7.- de. /?=???? EUu? / Pascha Lern rem Joe. 4292 Ban Al??véto ??. Lane; ?sro. L binmendleuren fon /?#? I deren JSge heute LS ?<?/ deser ER (este), .in Kp. ? ??? ?? ?? «Zo. #0. 3 ?? Dal Etmus. Jaar #?- bY Lew
en Atakbw gots. ?? cy bt de Zan. Le AP JL = SL IRA? MAT ger A °C Lica. sen ?? x mek 2 SCHE. PET2e, #? te zn EZ, Lok . ?? ?? I , Lt" ??? 19 Jo + 10. GELDE/???.. . ?-= /???? YO. Corded van 7 € ln. M.- J/3/, do ?2 ?? ???<??- Zr ??? om ? Fr
Dg roading ?? A ?.??? ?? ? ? ? LÉ ob Hafen (Px ????? A Bu A ie Are. SFR,JS ' = x LSeM = 2. ?? ' | Pret Lettele; ???? = ???? de el | ?? ? ? ? as 6450 Ze ???? 5 U ZuEES am. ?50ESL SZ Ze... 4- ???- 29475 ??? Mandeln 0.25.%' zij te ???= Moods Zandrlee 0.248 Lo. Lb. He ?#???? ????? ????. ?? ??.- -| 19/42. En met deze prachtige archiefstukken uit het bouwjaar 1913 / 1914 sluiten we deze aflevering van de serie: ?Uit het Parochie-Archief af. Graag tot de volgende keer. DUO
X} Uit het PAROCHIE-ARCHIEF
140 Jaar R.K. Parochie St.Hippolytus aan de Kanis, waarvan 60 jaar met de eerste kerk (tot 1915) en 80 jaar met het huidige gebouw. Dat mag voor ons een gelegenheid zijn om wat interessante feiten uit het parochie-geschiedenis op te diepen en in een serie artikelen te ?? publiceren.
WAAR ?NIEUWBOUW' ?
Als je een nieuwe kerk en een nieuwe pastorie wilt bouwen, kun je twee dingen doen: beide oude gebouwen slopen en op dezelfde plaats nieuwbouw toepassen. Maar dan krijg je een probleem. Waar ga je dan ?kerken? en waar moet de pastoor wonen? Je kunt ook naast de oude gebouwen gaan bouwen en daar dan blijven ?kerken? en ?wonen?, totdat je de nieuwe gebouwen in gebruik kunt nemen.
Eerste keuze
Het kerkbestuur dacht aan de eerste mogelijkheid. Het oude kerkgebouw afbreken en het parochiegebeuren laten plaatsvinden in een noodgebouw. In het archief ligt daarvoor een aanvraag bij de bisschop voor de aankoop van een ?noodkerk?.
Kamerik, 5 April 1913 ?Monseigneur
Het RK. Kerkbestuur van de H. Hippolytus te Kamerik geeft eerbiedig te kennen dat het tot de rijpe overtuiging is gekomen, dat het zeer onvoordeelig is, en drukkend op de inschrijving der nieuwbouw en klemmend in de uitwerking om de oude kerk gedurende Òde bouw te blijven gebruiken en de pastorie op de afbraak te laten wachten, en dan te?? met depastoriebouw. Alles, zelfs het heiwerk moet dan ook wachten en veel. goed oud bouwmateriaal moet dan onbenut blijven.
|
12.
Bovendien kan het in overweging geven, dat er uitzicht bestaat om de uitgediende noodkerk te Lichtenvoorde tegen de prijs van + 500 gulden hier ter plaatse te hebben. Daarom wordt U goedkeuring gevraagd om eventueel f s00? tot hoogstens f 600j--gulden te mogen uittrekken en tot aankoop van de noodkerk voor zijn doel te mogen overgaan.
Op bovenstaand verzoek van het Kamerikse kerkbestuur is door Zijne Hoogwaardigheid klaarblijkelijk niet ingegaan, want daar is geen archiefstuk van te vinden.
Tweede keuze
Ook uit de geschiedenis blijkt, dat het kerkbestuur tegelijkertijd is bezig geweest met de tweede mogelijkheid: de nieuwe kerk en pastorie bouwen náást de oude gebouwen. En hoe dan? Wel, in een soort omgekantelde 'Lpositie?. Op de situatie-schets uit 1912 is de plattegrond van de oude kerk, pastorie en bijgebouwen te zien, liggend tegen de:
?uitweg van een particulier naar zijne eigendom. (nu heet die weg: Pastorielaan)
De nieuw-te-bouwen kerk met pastorie werd dus gepland strak tegen de oud-bouw aan. Op die manier kon de oude kerk haar functie tijdens de bouw behouden en bleef het wonen in de pastorie eveneens mogelijk. Het ?el van columbus? dus!
Maar....... , toen bleek, dat er bouwgrond te kort was voor het groter (langer) geplande kerkgebouw. Dus een probleem.
Vt, Lee. ?? ?? Anz una Tg Ber oa due. OCtenatine
Het KK. Kerr gnur fig SE CB ec cherHle
\3.
Grondaankoop
Na heel wat gepraat ging de ?protestantse' eigenaar van het aan het kerkterrein grenzende stukje ?groenland' overstag en kon het ?katholieke? kerkbestuur een perceeltje van 18 bij 56 M2 tegen de prijs van f. 3000,-- van hem overnemen. De kerkbestuurders hadden Monseigneur de Bisschop al van tevoren (op 3 maart 1912) gevraagd om direct op een mogelijke grondverkoop te mogen ingaan, want ze wilden voorkomen, dat ze - na het bekend worden van de verkoop opnieuw met: ?Lange overleggingen en besprekingen protstantscher zijde?
te maken zouden krijgen, wat weer vertragend zou werken op de bouw. (Men bedenke, dat er toentertijd nog geen sprake was van oecumene!)
Op 22 april 1912 ontving het kerkbestuur de officiële goedkeuring van het aartsbisdom om de grond te kopen. - ?Gezien uw schrijven van den 14 april 1912 waarbij Onze machtiging wordt gevraagd tot de aankoop van een stukgroenland groot 18 x 56 M2 in sectie Nr. 469 ten W. gelegen van kerk, pastorie en tuin te Kamerik voor de som van drie duizend gld. ( f. 3000,- | verleenen Wij bij deze de gevraagde machtiging. Gegeven te Utrecht, den 22 April 1912.
Definitieve tekening
Toen de bouwgrond was aangekocht kon door architect Te Riele de definitieve bouwtekening gemaakt worden. Wanneer je de schetstekening op de volgende pagina bekijkt, dan kun je daarop precies zien hoe het verloop van de nieuwbouw geweest moet zijn.
De Aartsbisschop van Utrecht, Sf, Tuy we MA.
58. "'
De nieuwe kerk werd het eerst gebouwd. Toen deze klaar was, ging men over naar het nieuwe gebouw. Vervolgens werd de nieuwe pastorie gebouwd en werd hiervoor het voorste gedeeite van de oude kerk afgebroken.
Dat dit werkelijk zo heeft plaatsgevonden, toont ons een foto uit die tijd, waarop de nieuwe kerk staat afgebeeld en óók nog het achterste gedeelte van het oude kerkgebouw.
Leuk dat we deze foto nog in bezit hebben!
Tot de volgende aflevering.
nieuwe kerk
oude kerkgebouw
Gie: ge &4 we = | ER. 51] 1 i LI ?? = i i eee vi ??Ae ?? < ? tx) rrd ve a. De
van 1915 Links op de foto het achterste gedeelte van het
uit 1855. (Zie pijltje) + + +
het PAROCHIE-ARCHIEF|
140 Jaar R.K. Parochie St.Hippolytus aan de Kanis, waarvan 60 jaar met de eerste kerk (tot 1915) en 80 jaar met het huidige gebouw. Dat mag voor ons een gelegenheid zijn om wat interessante feiten uit het parochie-geschiedenis op te diepen en in een serie artikelen te ?? publiceren.
Een kerkmeester schrijft
Voordat we verder gaan met het verslag over de nieuwbouw van kerk en pastorie in de periode 1913-1915, laten we hier eerst een beschrijving van de problêmen rond die bouw volgen, gemaakt door één van de kerkmeesters. Daarna nemen we draad weer op en zullen de gepubliceerde archiefstukken veel beter te begrijpen zijn.
12 November 1914
- ?Sinds jaren staat bet Kerkbestuur voor de vraag kerk en pastorie nieuw te bouwen wijl bestaande kerk op zich te klein en bouwvallig is alsmede de pastorie in verval. Verbouw van beiden kwam eerst ter sprake wegens de financieele aangelegenheden. Doch niet verantwoord. De kerk kon slechts, wegens de ligging vlak aan bet verplichte rijpad van cer legen boerenerf in lengte wergroot worden tot een misbaksel. Bovendien stond de kerk in het Zuiden, zoodat de pastorie ten Noorden lag, en het grootste gedeelte van het jaar zon er licht moet derven. Beraming liep tot over de twintig duizend gulden en dan nog knoeiwerk. Dus verbouwing in geen geval. wachten en sparen!
In 't algemeen wilden de parochianen wel een nieuwe pastorie geven - doch de kerk moest eerst uwd worden - en dan de pastorie, of beiden tegelijk, Het kapitaal bestond in effecten, effectief + 30.000, waarvan 20.000 onbezwaard waren, en de boerderij: kerkgoed.
"| _Uit
18,
Onder goedkeuring van de Aartsbisschop en Vicaris Generaal werden de bezwaarde effectenook beschikbaargesteld en de daarop hangende lasten overgedragen op het vaste goed.
Een inschrijving werd peyonden in Òrie jaarlijksche termijnen welke 16.000 gulden beloofde. werd besloten onder goedkeuring van ZD. Hw. den Aartsbisschop tot nieuwbouw van kerk en pastorie, hoewel met groote zorg, omdat alles moest steunen op goede wil en liefdegiften.
Eenige omstandigheden onvoorzien maakten het doorzetten hoogst twijfelachtig, zoodat nog ernstig werd in overweging genomen om den nieuwbouw van de pastorie te verdagen.
De vrijheid van het kerkbestuur voor de toekomst moest beslist gehandhaafd worden.
De zaak, nog eens voor den Aartsbisschop. Zijne Doorl. Hoogwaardigheid, besliste: Doorzetten. Het werk werd nadien gerust ondernomen - en wel tot een bedrag van 62.000 gulden. De zorg bleef drukken, te meer wegens bouwen in de polder met wervaderlijken grondslag, nog bij 12 meter diep heiwerk. Daarbij wachten nog zoovele onkosten bij ?t nieuwbouw, annex meubelsbanken altaargerief - misgewaad, alles ook in verval. Kerkmeester C. den Bruijnen ? krachtige steun en de zorg werd zeer verminderd.
Kerkbouwen blijft tochaltijd een zeer moeilijk werk. ?t Is goed dat men niet alles vooruit weet, dan ? November 1913: grond- en beiwerk. In Februari de eerste steen gelegd links onder de toren op ?t kebshout. De bouw ging van toen af geregeld.
Mobillisatie en Maargevolgen eensklaps werd in ?t laatst van Juli de mobilisatie afgekondigd wegens de Europeesche oorlog met de aankleve van dien: Aanvoer wan materialen gestremd wegens gestoord spoorwegverkeer - de banken allen gesloten. De verzilverde effecten gelukkig nog voor de
19.
tijd grootendeels verkocht, lagen vast. Dus geen contanten en toch termijnen betalen. Ook aannemer - hoewel soliede genoeg - zat vast.
Op 3 augustus voor de mis het werk stop - geen uitzicht - en de kerk sl ten halve metdakbout bedekt.
Doch de bouw vereischte toch doorzetten - het werkvolk werd toch gehouden en het loon voor die week beschikbaar - dan zien; gelukkig een week later kwam uitzicht en de bouw der kerk voortgezet.
Met grondwerk der pastorie was reeds een veertien dagen begonnen ~ en de bestellingen van materialen was in de pen. stop gezet.
Wie kende de toekomst - iedere dag moest ook Nederland bijna noodzakelijk in den oorlog betrokken worden, nu Deutschland zoo Dicht aan onze grenzen in Belgie opereerde.
In gemeenschappelijk overleg met de aannemer werd goedgevonden van den bouw der pastorie af te zien. De Aartsbisschop vond ook beter nu een paar duizend gulden schade te lijden, dan zich in deze onveilige tijd met schulden meer te lasten.
De leening groot fl. 14.000,-- zou onverantwoord wezen, dewijl acht procent werd gevraagd. Ook wist men nog niet wanneer de uitgezette contanten te innen waren - want heden 12 november Zitten nog debankenvast, hoewel ?tBestuur, als eersteaanvrager, zijn contanten gelukkig nog bijtijds is machtig geworden. Goddank zij - de kerk is klaar gekomen - en met de pastorie geen haast, hoewel bet jammer is dat de oorlog geen veertien dagen eerder uitbrak - want het heiwerk en kozijnen en deuren moesten betaald worden. Dus een dood kapitaal. Doch in dezewoelige en onveilige tijd kunnen beschikbare contanten toch niet verantwoord belegd worden. In ieder geval kan men niet op weder inwisseling, ten zij misschien zonder groot werlies, staat maken.
20.
Daarom moeten de thans nog beschikbare contanten in kassa blijven om de laatste termijn te betalen over tien maanden. Dus rente-verlies. De papieren waren voor de mobilisatie bijna allen ingewisseld en kapitalen opgezegd, ook reeds twee duizend en vijfhonderd gulden tegen 4% met het oog op de pastoriebouw. Vandaar zoveel kasgelbop ?t einde van 't jaar. Opschorten van de bouw was niet. alleen woorzichtig wegens de dure leening, maar ook wegens het vastzitten der op de bank gedeponeerde gelden.
Men zou in zoo'n geval wel promessen hebben kunnen teekenen, ook tegen 8% doch werden de rente-lasten te bezwaarlijk en bovendien zou men schulòbekentenissen teekenen van vreemd geld, terwijl in geval van oorlog het eigen uitstaande kapitaal gevaar kan loopen.
Later kwam wel weer behoorlijke orde in de financieele wereld.
De pastorie was sinds augustus van de baan en bleef ook om een andere rede van de baan. Zij zou toch maar voor een gedeelte kunnen begonnen worden, omdat het project nog drie meter in de oude kerk wiel en het werk op bet wegruimen der kerk moest wachten, en dan de rest van de Zuidkant-muur en dakaangeplakt moest worden lapwerk en dan midèen in den winter.
Veleoma eben hebben storend gewerkt in den bouw, zoodat de nieuwe kerk die den iste augustus moest klaar zijn, eerst den Isten December in gebruik kon genomen worden.
Dezelfde omstandigheden deden ook welebezuinigings-maatregelen toepassen, 0 verscheidenen puntenbij de kerkboum, welke waarschijnlijk ook op pastoriebouw zullen moeten volgen. Daarom maar wachen en uitstellen tot anderen tijd?. -
zover het verslag van de kerkmeester.
Tot
(wordt vervolgd ) ??? ?? ? ?1.
KA Uit het PAROCHIE-ARCHIEF
140 Jaar R.K. Parochie St.Hippolytus aan de Kanis, waarvan 60 jaar met 5 de eerste kerk (tot 1915) en 80 jaar met het huidige gebouw. Dat voormag ons een gelegenheid zijn om wat interessante feiten uit het parochiee geschiedenis op te diepen en in een serie artikelen te publiceren.
B? DE T?D ZIJN
Kerkbestuurder zijn rond de jaren 1900 was geen wissewasje. Er moesten in die tijd nog al wat historische beslissingen genomen worden. We denken bijvoorbeeld aan de bouw van een nieuwe school aan de Van Teylingenweg in de jaren 1907-1908. Toen moesten, net zoals bij de kerkbouw, de centjes ervoor bij de parochianen vandaan komen door schenkingen, kerkschapen, collecten, leningen, enz. (Pas door de Lageronderwijswet 1920 kwam er een goed geregelde en eerlijke rijkssubsidie voor alle scholen van de grond) Na die schoolbouw van 1908 moest al spoedig met de voorbereidingen begonnen worden t.b.v. de nieuwbouw van kerk en pastorie (rond 1914/1915), En ondertussen had het kerkbestuur nog allerlei andere zaken te regelen. Eenvoudige en soms heel vervelende.
KERKHOF
Zo lezen we, dat het kerkhof uitgebreid moest worden en zeker met het oog op de toekomstige bouwplannen. Al deze grote en kleine zaken moesten eerst naar het Aartsbisdom, omdat in de Katholieke kerkstructuur de bisschop zijn fiat hierover moet geven. Alle parochies vallen onder de verantwoordelijkheid van de bisschop. Een pastoor en ook het kerkbestuur worden door de bisschop benoemd en zij zijn voor alle handelingen op ?kerkgebied? verantwoording aan hem verschuldigd.
Ook in 6nze tijd bestaat deze situatie nog, hoewel op vele terreinen alles wat soepeler is geworden en de parochiegemeenschap nu heel wat zelf moet regelen onder eigen verantwoordelijkheid.
Terug naar het kerkhof. Op 30 november 1912 doet Pastoor Boermans hierover een verzoek aan Bisschop Henricus van de Wetering en schrijft:
|
2%.
Monseigneurl
Het RK. Kerkbestuur van de H. Hippolytus vraagt met den meeste eerbied van Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid de volmacht om eene buitengewone uitgave te mogen doen ten behoeve van het te kleinekerkhof, ten einde het te vergrooten en op te hogen en te beplanten lomheggen), te meer ook, omdat. zooals te verwachten was, in dat gebrek reeds een aanmerking door het burgerlijke Bestuur, of beter door den Heer Burgemeester is gedaan. Kosten worden beraamd in verband met het terrein op circa 750 gulden: zijnde zeven honderd vijftig gulden.
Met de meeste hoogachting van ??? ?.???? howmr hai ca Ama CF fn ohn Kamerik 30 nov. 1912 Tes #???
VERBODEN TOEGANG
?En nou zijn we het zat?, schijnt het kerkbestuur in oktober 1912 gezegd te hebben. ?Als we het huis met erve en grond van Gerrit Versteeg aan de Zwarte Dijk kunnen kopen, dan zijn we af van dat geduvel met die tol aan de Kamerikse Dijk?.
Kamerikse Zandweg
?Kamerikse Wetering
_B= Boerderij S= school / 1908
Wat was namelijk het geval? De parochianen en kinderen uit Teckop, die naar de kerk of de school aan de Kanis gingen,moesten eerst over een brug over de
23.
Vliet, en liepen vervolgens over een verhard pad door het land van een protestantse boer, die daarvoor tolgeld liet betalen. (een ?oortje?/ oude munt).
Wanneer nu die boer, om welke reden dan ook, de tol sloot, moesten de mensen uit Teckop helemaal de Zwarte Dijk (nu Enschedeweg) aflopen en over het Dorp Kamerik naar de Kanis komen. Wel een uur gaans !! Om aan de willekeur van die tolhouder te ontkomen, schrijft het kerkbestuur in oktober 1912 aan de bisschop:
?Een talrijk gedeelte van de RK. Parochie, woonachtig op den zoogenaamde Teckop, heeft zijn kerkpad en weg over het particulier eigendom van een protestant, waarvoor het telkens bij ruik of bij jaarlijksche overeenkomst weg- of tolgeld moet talen, welke evenwel willekeurig kan verhoogd worden, ja zelfs bij onwil overgang kan beletten. In dat geval moetenparochianen, waaronder zeer wele schoolgaande kinderen, een omweg maken van een uur en nog wel langs een modderweg. Om nu dat gedeelte van de parochie uit een zeer knellende en gedwongen toestand te bevrijden, vooral met het oog op den toekomst, heeft het Bestuur besloten om een huis met erve en goed, staande en gelegen onder de eente Kamerik, ten Westen van den Teckopperdijk, kadastraal ?? als sectie C. nr. 251-252-253-254, te samen 22 are en 23 centiare aan te kopen. Genoemd perceel heeft zijn uitgang aan den openbaren weg en grenst ten Oosten aan bet eigendom van den kerk, zodat het thands reeds in eigendom van de kerk zijnde land, ook door middel van te koopen stuk grond, een uitweg naar die weg kan krijgen?-
Verder schrijft het kerkbestuur, dat ze direct op de koop wil ingaan vanwege den hogen leeftijd van den katholieken eigenaar? en een verwachte tegenwerking. Voor 800 gulden kunnen ze het stuk grond kopen. Aan de vorm ervan kun je nog zien, dat daar vroeger een zg. ?lijnbaan? is geweest, een smal stuk land, waarop dunne strengen touw tot dikkere werden gedraaid. (touwslagerij). Door het land aan te kopen kreeg de kerk óók een uitweg op de Zwarte Dijk en konden de parochianen voortaan over het ?kerkland' naar de Kanis komen. En... zonder ?oortjes? te betalen! Ook dië klusjes moest het Kerkbestuur oplossen.
24.
OVERZICHT
Om een betere kijk te kriigen op het bovenbesproken probleem, hebben we hieronder, vanuit archief-gegegevens, een kaartje van de situatie getekend.
- De pijltjes van route 1 geven aan, hoe de mensen uit Teckop via het tolpad naar de Kanis konden komen. Ze kwamen vanaf de Teckopper Dijk, gingen de brug over, en kwamen via dit particuliere boerenpad naar de Kanis. Aan het einde van dit pad was een tolhek (bij boerderij Van Vliet) en om daar door te mogen moest tolgeld betaald worden. Een of meer ?oortjes?. Hierover zegt de Grote Van Dale: een ?oortje? is een ?duit? en een ?duit? had de waarde van 1/8 stuiver. Een 'vierduitstuk? had de waarde van 2% cent.
Wat de tolbeheerder door zijn ?klanten? liet betalen staat nergens beschreven. We weten alleen uit een brief, dat ?zijn prijs? niet vaststond.
Route 2 geeft de weg aan die de Teckoppers moesten gaan als de tol voor hen gesloten bleef. Dan moesten ook de schoolkinderen heel wat eerder van huis, want ze waren dan verplicht om de hele Zwarte Dijk af te gaan, tot aan het Dorp Kamerik toe. Daar gingen ze weer richting Kanis over de Kamerikse Zandweg, die ook wel Kamerikse Dijk werd genoemd en pas veel later de Van Teylingenweg heette. De reis Teckop Kanis duurde op die manier, zeker in de winter, een uur langer En daarbij moesten ze genoegen nemen met een vaak onbegaanbaar modderpad.
De pijltjes van route 3 geven de situatie aan, toen er over ?eigen kerk-goed? gegaan kon worden. Want door de aankoop van bovengenoemde grond kreeg de kerk ook een uitpad op de Zwarte Dijk. Rond 1925 kocht de Gemeente Kamerik het tolpad op en werd deze een openbare weg. De problemen waren zo voor goed opgelost.
(wordt vervolgd) 25.
Uit het PAROCHIE-ARCHIEF
140 Jaar R.K. Parochie St.Hippolytus aan de Kanis, waarvan 60 jaar met de eerste kerk (tot 1915) en 80 jaar met het huidige gebouw. Dat mag voor ons een gelegenheid zijn om wat interessante feiten uit het parochiegeschiedenis op te diepen en in een serie artikelen te publiceren.
STARTSEIN
Op 7 april 1913 schrijft Pastoor Boermans naar de Aartsbisschop de volgende brief, waarin hij vertelt hoe hij twijfelt aan een snelle bouw van de kerk en hoe de architect hem toch tot andere gedachte heeft gebracht.
= ?Monseigneur,
In bizondere audiëntie mocht ik Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid eenige besprekingen van het Kerkbestuur mededelen: de bouw (van de nieuwe kerk/ red.) misschien tot de herfst toe te verschutven, oovdeelend dat de tijd vooraanbesteding en uitvoering voor de komenden winter klaar te komen, wel bekrompen kan zijn. Evenwel, na een consult met den architect daarover gehouden, was er volgens zijn uitspraak nog voldoende tijd, indien alles binnenkort kon geregeld worden voor de winter met de bouw klaar te komen en met Kerstmis de nieuwe kerk te betrekken en daarom wenscht het bestuur indien mogelijk, behoudens Uwe euring maar zoodra mogelijk te mogen beginnen indien alles vlug voor elkaar komt.? -
Hè, hè, wat een zin, En wat een slechte ook nog! Maar... dit allemaal lezende, moest monseigneur wel de goedkeuring voor de bouw verstrekken. Zoveel argumenten! En dan van een pastoor die zich zelfs ook nog verantwoordelijk voelde voor bepaalde technische details van het bouwwerk! Want hij schrijft: - ?Ook heb ik den architekt volgens opdracht en wensch van
6.
26.
Monseigneur nog eens rondweg de bedenkingen voorgehouden omtrent de verhooging van bet kerkdak met dakruiter (dit is volgens deskundigen een opstaande plank op de nok van het dak geplaatst om beter de afdekvorsten, leien en. lood te kunnen verwerken / red.) Hij stelde mij geheel gerust wat de windvang betreft, en dat hij van dit bestudeerde en gegeven project onmogelijk de verbooging kon weglaten wegens de constructie van het here welf en dat bij dan een geheel ander plan genoodzaakt was te maken.
Daarom zal Uwe en door mij ook gewenschte goedkeuring, bij monde al gegeven, wel voor mij als bekrachtigd mogen beschouwd blijven?.
En nu hij tóch aan het bouwen is, vertelt de pastoor de Aartsbisschop nog even tussendoor iets over de bouw van zijn ?eigen huis, de nieuwe pastorie.
- ?plan voor pastorie is in bewerking en wel volgens aanwijzing van Uwe Hoogwaardigheid, eenvoudig - onder: keuken en Refficken verdieping boven: pastoorskamers; welk plan spoedig zal worden ingediend.? -
Na al die bouwtechnische zaken nog iets persoonlijks. Ja, want ailes moest in die tijd aan de Doorluchtige Hoogwaardigheid, de bisschop, gemeld of gevraagd worden én ? in onderdanigheid. Zo was eenmaal de structuur van de Kerk en zo lagen de verhoudingen.
- ?Monseigneur, mag ik wel bij deze gelegenheid ook mijn eerbiedig werzoek bijvoegen om Hemelvaartsdag afwezig te mogen zijnteneinde aan het aangenaam verzoek van Pastoor Muisterman om bij de kerkwijding te willen assisteren te voldoen en tevens die week te benutten voor familiebezoek in ?t Wolde en Oldenmarkt. Uwe goedkeuring met vertrouwen tegemoet. zienden, verblijf ik met eerbiedige hoogachting van Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid de gehoorzame dienaar.?
(wordt vervolgd)
27.
\M Uit het PAROCHIE-ARCHIEF
140 Jaar R.K. Parochie St.Hippolytus aan de Kanis, waarvan 60 jaar
7 met de eerste kerk (tot 1915) en 80 jaar met het huidige gebouw. Dat ?
mag voor ons een gelegenheid zijn om wat interessante feiten uit het parochie-geschiedenis op te diepen en in een serie artikelen te publiceren.
SNELLE BOUW
Wanneer je in 1995 het kerkgebouw van binnen eens goed bekijkt, en je volgt de lijnen van de gewelven, dan kom je al snel tot de conclusie: dat is vakwerk. En ? hoe bestaat het, dat zo'n gebouw in tijd van een jaar gebouwd werd! Op 1 september 1913 gaf de Aartsbisschop toestemming voor de bouw en op de 22e oktober 1914 schrijft Pastoor Boermans al dat de nieuwe kerk haar voltooiing nadert. En dan te weten, dat er nogal wat tegenslag was vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914!
INTERIEUR-VERZORGING
Al voordat de ?buitenboel' klaar kwam, waren Pastoor en Kerkbestuur al druk bezig met de ?binnenboel'. Want op een gegeven moment zul je toch van gebouw moeten wisselen, van ?oud? naar nieuw? moeten verhuizen. En de kerkdiensten moesten kunnen doorgaan! Dus vooruitkijken, voor goede planning zorgen en bijtijds de nodige toestemming vragen voor allerlei bouwzaken. Op 24 november 1914 schrijft dan Pastoor Boermans een brief aan de Aartsbisschop over kerkbanken en begint met:
?Monseigneur l?
Met een ?uitroepteken?!
Zou dit misschien de Aartsbisschop moeten aanzetten tot Spoedbehandeling van de aanvraag ?
Of was dit soms een zucht van vermoeidheid over al die verplichte machtigings-aanvragen. Zoiets van: ?Monseigneur toch, wat een gedoe elke keer!?
Hier volgt dan de brief.
|
28.
Monseigneur,
Met den meesten eerbied vraagt het RK. Kerkbestunr van den H. Hippolytus te Kamerik, van Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid de machtiging tot de uitgaaf van 20 tot 25 honderd gulden, ter bestrijding van bi onhosten noodzakelijk met den bouw samenhangend enals vanzelf voortvloeiend als zijnde: gebruik maken van het in ?t Bestek kosteloos beschikbaar houden van het steiger voor tinten natte kalk- schildering en beglazing met de onde kerkramen (reeds vóór de mobilisatie bijna uitgevoerd, ten minste besteld; vervolgens: voor overbrenging, nmaken, restauratie van de goed bruikbare inboedel, inkorten en pasklaar maken van veertien bestaande eikenhouten banken; biechtstoelen look reeds klaar, nieuwe Lips tabernakelkast, voorloopige afrastering van het terrein, droogstoken in dit nat jaargetijde, enz. Gevraagde betaling kan zonder bezwaar van de Kerke geschieden nit. de toegestane inschrijving.
Met eerbiedige hoogachting van Uw Doorluchtige Hoogwaardigheid, de gehoorzamen dienaren
>
?.
crete Clon gerechh
??
Cn HE eer ?,
Nahm.
Op zo'n brief móést wel een bischoppelijke goedkeuring komen. Alle ?goede eigenschappen? waren er in verwerkt: zuinigheid, goed financieel beheer, respect en vooral gehoorzaamheid.
wordt vervolgd.
?A
aart
Ht
[1 [] [] 30.
Uit het PAROCHIE-ARCHIEF
140 Jaar R.K. Parochie St.Hippolytus aan de Kanis, waarvan 60 jaar met de eerste kerk (tot 1915) en 80 jaar met het huidige gebouw. Dat mag voor ons een gelegenheid zijn om in 1995 wat interessante feiten uit het parochie-geschiedenis op te diepen en in een serie artikelen te publiceren.
HET HART VAN HET KERKGEBOUW
Een katholiek kerkgebouw zonder altaar bestaat niet. Het altaar is al de eeuwen door ?het hart? van de kerk geweest. Daar moest ieders aandacht naar uitgaan. En dat kon ook niet anders, want de banken voor de ?kerkgangers? waren altijd richting altaar geplaatst.
Nög een bijzonderheid: wanneer een kerkgebouw echt volgens de regels was gebouwd, dan stond het altaar ?georiénteerd? d.w.z. het altaar was in het oostelijk gedeelte van het gebouw geplaatst, zodat de priester tijdens de viering met zijn gezicht naar het oosten was gekeerd. Dit in verband met de gedachte dat Jezus Christus? leven, dood en verrijzenis in het oosten (Israël / Jeruzalem) heeft plaats gevonden. Na het 2e Vaticaans Concilie (1962-'65) veranderde dit en mochten de priesters voortaan naar het volk gekeerd in de viering vóórgaan. Daarmee was een prachtige symboliek verdwenen.
In 1914 was deze ?kerk-oriéntatie? nog volop in gebruik. Het is daarom ook heel spijtig, schrijft Pastoor Boermans, dat de nieuwe kerk niet ?georiënteerd? kon worden.
?Het eerste verlangen om de ?heilige linie? te houden moest wijken voor het praktische belang om den toegang aan de weg te houden?. -
-
En daarom staat ook nu nog het altaar in het westen van het gebouw en is de uitgang aan de oostkant, de Mijzijde.
81,
VOORSCHRIFTEN
Wanneer je de archieven van de parochie leest, dan constateer je grote eerbied, maar ook een zekere nervositeit bij de pastoor als het om het nieuwe altaar en de daarmee samenhangende kerkinwijding gaat.
Nu moet u weten, dat er in de Katholieke Kerk nogal wat voorschriften rond een altaar bestaan. Het Kerkelijk Wetboek, de ?Codex Juris Canonici? beschrijft deze nauwkeurig. Hier volgen een paar van die voorschriften, (canones):
Een altaar moet zo vervaardigd zijn, dat het met de vloer van het gebouw één geheel! uitmaakt en dus niet verwijderd kan worden (dat wordt een ?altare fixum' genoemd, een ?vast altaar? )
-_ volgens het overgeleverd gebruik van de Kerk dient de tafel van een vast altaar van steen te zijn en uit één enkel stuk natuursteen te bestaan.
vaste altaren moeten gewijd worden volgens de voorgeschreven liturgische riten. ?6 aloude traditie om onder een vast altaar relikwieën van martelaren of van andere heiligen te bewaren dient behouden te blijven.
een altaar mag alleen voor de Goddelijke eredienst gebruikt worden, met volkomen uitsluiting van elk profaan gebruik.
UIT DE HISTORIE
Heel veel uit deze voorschriften heeft te maken met de begin-periode van de kerkgeschiedenis. Tijdens de Christenvervolging verscholen de christenen van Rome zich in de onderaardse catacomben. Daar werden ook de martelaren begraven. Hun grafsteen werd vaak als tafel voor de Eucharistieviering gebruikt, omdat daaronder de overblijfselen rustten van een geloofsgetuige die zeker bij God moest zijn. Een heilige plaats dus, uiterst geschikt om daarop samen het ?Aller'-Heiligste te vieren.
Na de vrijwording van de Kerk in 313 na Chr. konden er kerken gebouwd gaan worden. En deze werden bij voorkeur gevestigd óp of rónd de graven van martelaren en heiligen. Nog later, als er overal kerken verrijzen, worden de altaren voorzien van een ?altaarsteen' waarin enige kleine overblijfselen van heiligen waren ingebracht.
Zo bevinden zich onder de huidige altaartafel van onze parochiekerk de relikwieën van twee heiligen, nl. de H. Diodorus en de H. Euphemia. Deze overblijfselen werden in 1915 in het stenen hoofdaltaar geplaatst met daarbij het volgende document:
22.
PASTOOR IN PROBLEMEN
Je zou maar 2 kerkgebouwen ter beschikking hebben: een oud, waar je zo gauw mogelijk uit wil en een nieuw ernaast, waar je niet in kan, omdat er geen viering gehouden mag worden in een kerk die nog niet ?ingezegend? of ?geconsacreerd? is. En dit had alles te maken met de aanwezigheid van een altaar. De plaatsing ervan kon nog niet gebeuren, omdat de financiering en de goedkeuring ervoor nog niet geregeld waren, zo dacht de pastoor tenminste. (Enige weken later bleek het anders te zijn)
Om tóch gebruik te kunnen maken van de nieuwe kerk, verzoekt Pastoor Boermans aan Mgr. v.d Wetering om een tussenoplossing, namelijk om zélf het gebouw alvast te mogen ?inzegenen? in afwachting van de officiële ?consecratie? van de kerk door de bisschop.
Kamerik 22 october 1914
Monseigneur,
Met den meesten eerbied deelt ondergeteekende UweDoorluchtige Hoogwaardigheid mede, dat de nieuwe kerk alhier hare voltooiing nadert, en dat wegens oorlogstoestanden de afbouw van de tombe van het altare ? (een ?Altare fixum? is een vast altaar; een ?tombe? is het onderstuk van het altaar, dus waarop het altaarblad met daarin de altaarsteen rust / red.) enige tijd is afbesteld tot vaststaande finantieele regeling. Aangezien nu wegens gemis van het altare fixum tot mijn groote spijt de consecratie ( van de kerk) nog niet kan plaatshebben, vraagt bij dezen nederig de
ms ad.» Mami (fav) > Coberia gearsechiak, de Karmagt. Titelar S- Hirpotytus Relignia 2 ST Diodni ee 6 SU pAgeoriae Pr Ann. 16 oct
33.
inzegening te mogen doen, ten einde eventueel tot in gebruikneming der nieuwe kerk kan worden overgegaan. Met ware hoogachting van Uw Doorluchtige Hoogwaardigheid, de gehoorzamen dienaar
En natuurlijk krijgt Pastoor Boermans van de bisschop verlof om het nieuwe kerkgebouw met een z.g. ?stille zegening? zelf in te wijden. Zo'n inzegening bestond uit en rondgang door de kerk, waaronder een besprenkeling met wijwater plaatsvond, terwijl de voorgeschreven liturgische gebeden werden uitgesproken. Daarmee werd het gebouw aan het profane onttrokken en bestemd voor de eredienst. De verplichte ?consecratie? van het altaar door de bisschop kon dan later plaats vinden om het gebouw tot erkend Godshuis te maken.
Maar....... toen Pastoor Boermans van de bisschop de volmacht tot inzegening had gekregen, stond hij voor een volgend probleem: Zou er na de inzegening meteen een H. Mis opgedragen moeten worden? Of mocht het ook anders geregeld worden? Trouwens het zou beter zijn, als er in de nieuwe kerk een ?tijdelijk altaar? kwam en daarvoor een aparte altaarsteentje beschikbaar kwam, dat kon dan later, als het nieuwe vaste altaar geplaatst was, voor een tweede altaar in de kerk gebruikt worden. Op deze manier zou het vaste altaar van de oude kerk niet in het nieuwe gebouw opgesteld behoeven te worden Wat een problemen allemaal in die tijd !
Zo zag de wit-marmeren altaarsteen er uit die in het nieuwe altaar werd geplaatst. ( vierkant /zijden 40 cm) 5 sierlijke kruisen waren erin gebeiteld, symbool van de 5 wonden van Jezus Christus.
Onder vakje R bevonden zich de relikwieën.
Op deze steen werden tijdens de viering van de Heilge Mis de kelk en de ciborie geplaatst.
Aan de achterkant van de Achterkant altaarsteen altaarsteen kun je de opening zien waar de relikwieën van de heilige(n) door de bisschop zijn ingelegd. De opening werd daarna met een verzegelde zegel afgesloten. relikwieën
Hier volgt nu de brief van Pastoor P. Boermans, die in het Aartsbisschoppelijk Archief werd teruggevonden:
Monseigneur,
Dankend voor de verleende volmacht om de nieuwe kerk in te zegenen, moet ik bij dezen Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid vragen, of de stil inzegening? noodzakelijk moet afgesloten
worden door het H. Misoffer op den zelfden dag, 7 mag de DienstH. tot anderen daags uitgesteld worden. De ker beef maar een vermolmd en gebrekkig altaar, dat eerst afgebroken, tijdelijk overgebracht en opgesteld moet worden. Bovendien zou Rev. Corn. de Graaff ook gaarne de gelegenheid houden om te celebreren. ( voorgaan in een viering / red.)
In geval de H. Dienst wel kan uitgesteld worden, dan zal geholpen kunnen worden, door een verzoek om een altaarsteen voor een later te bouwen zij-altaartje reeds nu te ontvangenwant een tweede altaar is zeer gewenscht èn voor 't Heilige Graf (t.b.v. de liturgie op Goede Vrijdag / red. } én voor gelegenheid tot celebreren voor meerdere priesters. Een en ander gaarne aan de wil van Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid overlatend, vraagt
35.
bij dezen een altaarsteente voor een ?portatile? (een ?altare portatile? is een draagbaar, verplaatsbaar altaar / red.) en tevens om een tombe voor een altare fixum te laten maken. Hopend Monseigneur in het voorjaar te mogen ontwangen om de nieuwe kerk te consacreren, de vervulling mijner goedgemeende wenschen, ben ik
met eerbiedige hoogachting van Uw Doorluchtige Hoogwaardigheid, de gehoorzamen dienaar
Jammer voor de pastoor, dat hij niet alle toestemmingen van Mgr. H. van de Wetering kreeg, want boven aan de brief van 19 november 1914 uit het Aartsbisschoppelijk Archief stond kort en krachtig de aantekening:
por Zld pe) yf ?
Wat zoveel wil zeggen:
Aan Pastoor Boermans van de Parochie Kamerik is bericht gezonden, dat:
1. de inzegening van het kerkgebouw moet afgesloten worden met een H.Mis;
2. de gevraagde altaarsteen naar Kamerik werd verzonden;
3. deze zaak werd afgewerkt op 19 november 1914.
m (wordt vervolgd) [1 [1] [] 36.
i) _Uit het PAROCHIE-ARCHIEF
140 Jaar R.K. Parochie St. Hippolytus aan de Kanis, waarvan 60 jaar
9 met de eerste kerk (tot 1915) en 80 jaar met het huidige gebouw. Dat
mag voor ons een gelegenheid ziin om in 1995 wat interessante feiten uit het parochie-geschiedenis op te diepen en in een serie artikelen te publiceren.
IN HET BOETEKLEED
Nachten misschien wakker gelegen om de problemen rond een nieuw altaar voor het in aanbouw zijnde kerkgebouw op te lossen en dan ineens te moeten constateren dat alle sores voor niets zijn geweest! Dat is frustrerend! In deel 8 van deze serie werd beschreven, hoe Pastoor Boermans een oplossing voor het ?altaarprobleem' probeerde te vinden. Maar uiteindelijk bleek, dat dit eigenlijk helemaal niet nodig was. Want, ? de financiering en de gunning van het te maken nieuwe altaar was al geheel rond, terwijl de Pastoor dacht dat dit niét zo was. Zijn ingewikkelde aanvraag bij de Bisschop om een ?voorlopige inzegening? van de kerk, om een altaarsteentje voor een ?voorlopig verplaatsbaar altaar?, enz. was helemaal niet nodig geweest. Het kerkbestuur had de bouw van een nieuw altaar al keurig in het bestek geregeld. ?Ja, en nu maar het boetekleed aangetrokken?, dacht de Pastoor, en hij schreef aan de Bisschop de volgende brief. Het is altijd weer interessant om kennis te nemen van de schrijf-stijl uit die tijd.
Kamerik, 6 Dec. 1914
Monseigneur,
Met den meesten eerbied ben ik nog gehouden Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid mede te deelen, dat mijne vraag, als pastoor gedaan, omtrent de altaartombe niet behoefde te worden gedaan, omdat bet kerkbestuur met de goedkeuring van den nieuw-bouw, ook de goedkeuring van de ?tombe met treden? heeft bekomen, als zijnde in het bestek opgenomen en in de aanneemsom begrepen,
dh
_|
?
??-
waarvoor een post groot f 700-- is uitgetrokken als verrekeningssom.
De altaartombe werd dan ook reeds vóór de mobilisatie ter bewerking gegeven, doch wegens het vastzetten der gedeponeerde gelden voorlopig afbesteld. wegens het in laatste tijd buiten verwachting goed binnenkomen van contanten, kon buiten bezwaar van de kerkekas, de afwerking worden toegestaan, hetwelk geschiedde een paar dagen voor mijne ingediende vraag.
Gelieve mij in dezen goedgunstig te willen verontschuldigen.
De altaartombe met toebehoren, eerder klaar als ik mocht vermoeden, zal in het voorjaar gereed kunnen zijn. Deze omstandigheden deden bij mij den blijden wensch ontstaan, om met de ingebruikneming der kerk, hoewel klaar, geduld te oefenen tot den tijd na de consecratie door Uwe hand. (?consecratie? is de inwijding van altaar en kerk / red.) Het geduld zal zeker het piëteitsgevoel van de parochianen en ook van mij ten goede komen voor 06 nieuweberk wanneer ze eerst na de ?consecratie?
met plechtige intocht van het Allerheiligste in gebruik worde genomen.
Van Uw Door. Hoogwaardigheid, de gehoorzame dienaar in XP
5.
( ?in XP? betekent ?in Christus?. XP zijn de Griekse beginletters van de naam ?Christus?. XP wordt ook wel het ?Christusmonogram genoemd?. )
PERIKELEN ROND DE PASTORIE
De laatste jaren van zijn leven heeft Pastoor Boermans het niet gemakkelijk gehad. Als bouwpastoor komt er zoveel op je aan, en als het dan ook nog tegen zit (een mobilisatie onttrekt arbeiders aan het werk en de kerkfinanciën zitten vast), dan heeft je hart het zwaar te verduren. Enige jaren later schrijft de Pastoor daar ook over in een brief aan zijn bisschop.( volgt nog }
??
38,
In februari 1915 weet hij niet meer hoe het met de bouw van de nieuwe pastorie moet.
?De uitgravingen en de beschoeiing van de fundering waren al gereed?;
?de grote mobilisatie riep een groot aantal werkkrachten weg. Daarbij kwam nog, dat de banken werden gesloten en uitbetalingen geschorst. Een moeilijke tijd!?
Dit schreef kapelaan G. Deperink in het ?Registrum Memorale Parochiae S. Hippolyti? over die tijd,
Na veel wikken en wegen besluit het kerkbestuur om de uitgestelde bouw van de pastorie toch weer te laten doorgaan, al zal dit moeten gebeuren door minder beschikbare werkkrachten. Evenwel heeft het bestuur geen zin om de bouw door een andere, plaatselijke aannemer te laten afmaken. En dat heeft natuurlijk zijn gevolgen. Hierover werd deze ?vertrouwelijke? brief geschreven:
Monseigneur,
Eerbiedig eene vertrouwelijke toelichting. Zoals Monseigneur weet is de pastoriebouw sinds 2 Aug. 1014 van de baan geraakt wegens mobilisatie en het vastzetten der beschiklare gelden. Een begin der fundeering was gemaakt, zoodat het heiwerk bijna gereed is, ook waren kozijnen en deuren grootendeels gereed, alles ter waarde van f 3.000, ook reeds betaal2.
Het is evenwelthands Zaak om den rest der bouw nu voort te zeiten met de thands nog aanwezigen en beschikbaren bouwnitvoerder, die zich in den bouw geheel heeft ingewerkt en van alles op de hoogte wat klaar is. Het nog te werken wordt door hem begroot, inbegrepen afbraak, op + f 10.000,-Het bestuur is genoodzaakt van de ??? gebruik te maken, temeer daar het stijgerhont nog gratis beschikbaar is.
39.
Ben latere bouw zou vermoedelijk zeker f. 4000,-- hooger komen, omdat we dan met dat restje der bouw in de handen vallen van onze gewonen timmerman, zelf wel goed maar zijn personeel zou actiever en beter kunnen zijn. Bovendien is onze kleine aannemer erg ontstemd, omdat bij niet de eenige nitverkorene was om bier als parochiaan de kerk te bouwen. Tot enige tegemoetkoming vredeswille heb ik hem de eer gegund mede in te schrijven, maar bij was f 14.000,-- hooger als de laagste inschrijver en meende toen nog dat het werk hem toekwam.
Natuurlijk kan het werk hem niet gegund worden. Daarom zal het dus niet aangenaam zijn het werk met zoon ontstemden man af te maken.
Met eerb. hoogachting van uwe Doorl. Hoogwaardigheid de gehoorzame dienaar
En z6 wist Monseigneur precies wat er in Kamerik aan de hand was en kon hij niet beter beslissen, dan de bouw van de pastorie op voorgestelde wijze te laten afmaken.
??... ?
(wordt na de vakantie vervolgd) 40.
fit het PAROCHIE-ARCHIEF
140 Jaar RK. Parochie St. Hippolytus aan de Kanis, waarvan 60 jaar met de eerste kerk (tot 1915) en 80 jaar met het huidige gebouw. Dat mag voor ons een gelegenheid ziin om in 1995 wat interessante feiten uit het parochiem geschiedenis op te diepen en in een serie artikelen te publiceren.
INLEIDING
In de hoofdstukken 8 en 9 is er nogal uitgeweid over het in gebruik nemen van het nieuwe kerkgebouw en de daarmee samenhangende ?consecratie? (wijding) van het altaar. In katholieke kerkgebouwen mogen geen liturgische vieringen worden gehouden als deze niet zijn gewijd, en mogen er alleen maar Eucharistievieringen plaatshebben als er een door-de-bisschop-geconsacreerd altaar aanwezig is.
Het gebruik om kerken te wijden is in zijn oorsprong niet alleen christelijk. Ook Egyptenaren, Grieken en Romeinen kenden [? de heidense Oudheid al tempelwijdingen. Het is een algemeen menselijke trek om het ingebruik-nemen van ruimten, bestemd voor Gods aanwezigheid en Zijn eredienst, vergezeld te doen gaan van religieuze plechtigheden.
Ook de Bijbel getuigt daarvan, bv. het 1e boek ?Koningen? hfdst. 8; het 2e boek ?Kronieken? hfdst. 5; het boek Ezra? hfdst. 6, vers 16-17.
In de eerste eeuwen van het christendom had er nog geen kerkwijding plaats, omdat de christenen toen nog geen eigen kerkgebouwen bezaten, maar tezamen kwamen in huizen van welgestelde christenen. Later toen dit wel het geval was, werden de kerken met grote plechtigheid ingewijd. In de 7/8e eeuw ontstond in West-Europa het gebruik om bij een kerkwijding ook zalvingen toe te passen. Tot 1961 is dat zo gebleven.
KERKWIJDING IN ZICHT
Voor de parochianen en heel in het bijzonder voor Pastoor Boemans zal het in 1915 verheugend zijn geweest de datum te vernemen, waarop de bisschop de nieuwe St. Hippolytuskerk zou komen ?consacreren?.(inwijden) Dat blijkt wel uit onderstaande brief van de Pastoor. Aardig is te lezen, dat hij, als ?gehoorzame dienaar aan Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid ?met eerbiedige dank?, tóch ongeremd laat weten ?dat hèm deze dag ook wel gelegen komt?!
4).
Aan Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid
Mgr. Henricus van de Wetering Aartsbisschop van Utrecht.
Monseigneur!
Met eerbiedige dank voor de mededeling dat. Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid, den 18 Maart heeft bepaald voor de ijding albier, deel ik mede, dat ook mij die dag wel gelegen omt.
Mij reeds hartelijk verheugend over um komst -met de meeste hoogachting van Uw Doorluchtige Hoogwaardigheid, de gehoorzame dienaar
DE INWIJDING
Omdat de inwijding plaats heeft gehad in een tijd dat de liturgie tot op de letter bepaald was, kunnen we gerust aannemen, dat alles op 18 maart 1915 ook precies volgens de regels is gebeurd, hoewel hierover geen archiefstukken aanwezig zijn.
Een ?consecratie? (inwijding) van een kerkgebouw bestond uit:
1. de zegening van het gebouw met wijwater, terwijl de vastgestelde gebeden werden uitgesproken. Ook werden door de bisschop met zijn staf kruistekens op de vloeren getekend.
2. de zalving van het altaarblad en op 12 plaatsen de binnenkant van de kerkmuren ter herinnering aan de 12 apostelen, de steunpilaren van de Kerk.
De zalving gebeurde met ?Chrisma?, olijfolie vermengd met balsem en geurige vloeistoffen.
Elk jaar werd dit Chrisma op Witte Donderdag door de bisschop gewijd in de zg. ?Chrisma-mis'. Omwille van de geur en de beschermende werking van olie wordt Chrisma gezien als symbool voor onsterfelijkheid. De naam ?Chrisma? staat ook direct in verband met ?Christus?, dat gezalfde betekent.
Kamerik 17 februari 1915
42.
Aangenomen mag worden, dat ondanks de oorlogstijd de inwijding van de nieuwe Hippolytuskerk aan de Kanis een groot kerkelijke feest is geweest. Ter herinnering daaraan wordt er in de parochie nog jaarlijks op de zondag, het dichtst bij de 18e maart, het? Feest van de Kerkwijding? en van de patroonheilige Hippolytus gevierd.
DECREET
Een indrukwekkend document geeft nog eens extra aan, dat de parochiekerk van de H. Hippolytus echt tot kerkgebouw werd verheven en dat er voortaan op het hoofdaltaar H.H. Missen mochten worden ?gelezen?, zoals men dat vóór het laatste Vaticaans Concilie (1962-1965) noemde. Hieronder volgt dan dit bisschoppelijk decreet van 23 maart 1915.
Van bet Aartsbisdom
Utrecht
NO 275
HENRICGUS VAN DE WETERING
door de gunst van God en van de Apostolische stoel AARTSBISSCHOP VAN UTRECHT,
Huisprelaat van Zijne Heiligheid Paus Benedictus XV en Assistentbij de HL Stoel
aan allen die dit (schrijven) zullen zien: Gegroet in de Heer.
Gebruik makend van de bevoegdheden, die ons op 25 juni 1905 door de HL Stoel welwillend voor de termijn van tien jaar zijn verleend, kennen wij aanhet hoofdaltaar m deparochiekerk van de H. Hippolytus te Kamerik bet voorrecht toe van een
43.
?gepreviligieerd altaar?, hetgeen gelòt voor alle H.H. Missen die op ditzelfde altaar door welke priester dan ook, hetzij saeculier hetzij lid van welke reguliere Orde dan ook, gelezen zullen worden.
Dit alles in orde bevonden en van ons zegel voorzien hebbend, hebben wij het met onze naam ondertekend.
Gegeven te Utrecht 23 maart 1915.
TOELICHTING
* Wapen
Sinds het jaar 1000 ontwikkelt zich het gebruik, dat bisschoppen ?een wapen gaan voeren', zoals dat wordt genoemd. In 14e / 15e eeuw heeft dit zijn definitieve vorm gekregen. Sinds dien kiest elke nieuw-benoemde bisschop een wapenschild met daaronder zijn lijfspreuk op een banderol. Monseigneur van de Wetering koos als spreuk: ?Per viam crusis gaudens?, wat vertaald is: ?Blijmoedig (gaande) op de weg van het kruis?. (gegevens uit Bisschoppelijk museum)
** Geprivilegieerd altaar
Een ?geprivilegieerd? altaar, waarover in het bovenafgedrukt schrijven wordt gesproken, is een altaar waaraan het voorrecht verbonden is van een ?volle aflaat', bestemd voor de degene tot wiens intentie de H. Mis wordt opgedragen. Een ?volle aflaat? betekent een volledige kwijtschelding van de kerkelijke boete na de vrijspraak van zonden. Aan de eeuwenlange aflaatpraktijk in de Kerk is een groot stuk historie verbonden, waarop hier niet kan worden ingegaan. Wel kan gezegd worden, dat in onze tijd de aandacht van de katholieken voor aflaten nagenoeg nihil is.
? ?? LH Le MA ?? Aal LS.
(wordt vervolgd) 44,
A Uit het PAROCHIE-ARCHIEF|
140 Jaar R.K. Parochie St. Hippolytus aan de Kanis, waarvan 60 jaar met dé eerste kerk (tot 1915) en 80 jaar met het huidige gebouw. Dat mag voor ons een
gelegenheid ziin om in 1995 wat interessante feiten uit het
parochie-geschiedenis op (6 diepen en in een serie artikelen te publiceren.
KRUISWEG |
In elke katholieke kerk zien we tegen de muren platen of beelden opgesteld die het lijden en sterven van Jezus van Nazareth uitbeelden.
Al in de 15e eeuw wordt het lijden van Jezus Christus uitgebeeld, eerst in zeven en later in veertien ?staties?.
In kerken, langs wegen naar kerken, of bij kerkhof- en bedevaartskapellen werden monumenten van Jezus' lijdensweg in afbeeldingen van allerlei soort zichtbaar gemaakt.
De oorsprong daarvan lag in de gewoonte om tijdens pelgrimstochten in het Heilig Land de verschillende plaatsen van lijden (staties) na elkaar te bezoeken. Deze gewoonte en vooral ook de door Franciscus van Assisi gestimuleerde passievieringen, hebben ertoe geleid, dat gelovigen ook buiten Jeuzalem het lijden van Jezus wilden overwegen. Én zo ontstonden langzamerhand de kruiswegstaties in de kerken.
Voor de oprichting van een Kruisweg moest bij de bisschop een machtiging gevraagd worden. Om in de nieuwe pas-gewijde Hippolytuskerk een krulsweg te mogen aanbrengen, moest Pastoor Boermans hiervoor verlof vragen aan zijn bisschop. Die stuurde hem het volgende antwoord terug:
Henricus van de Wetering
door de genade van God en van de Apostolische stoel Aartsbsschop van Utrecht aan allen die dezebrie zullen zienbeil in de Heer.
Om de grote devotie tot het Kruis en het Lijden van onze Verlosser te vermeerderen, geven wij op grond van de speciale volmacht. die ons op 26 januari voor drie jaar door de HL Stoel verleend is, hierbij toestemming, om in de Parochiekerk wan de H. Hippolytus in
dh
1 1
|
45,
Kamerik de vrome 64?9 van de 14 Kruiswegstaties op te richten, terwijl wij daarbij aan de Eerw. Heer P. Boermans, pastoor van Kamerik, de bevoegdheid verlenen om met inachtneming van alle voorschriften de kruisen en afbeeldingen te zegenen, en deze aan de wand van genoemde kerk te bevestigen met toepassing van alle aflaten en privileges die de Pausen fi de bevordering van genoemde Oefening hebben verleend. van de oprichting en inzegening dient een authentiek document te worden opgemaakt dat zo spoedig mogelijk aan ons moet worden toegezonden.
Gegeven te Utrecht, 26 mrt 1915
H.C. v. ò Wetering, archiepiscopus
ONDER GETUIGEN VAN
In de tijd van Pastoor Boermans was de gehele liturgie bepaald door uiterst strenge regels, die stipt vaak zelfs angstvallig werden toegepast.
Niet het minste woord of de kleinste handeling mocht in de liturgie weggelaten worden, alles lag vast en gold ? voor ?urbi et orbi?. (voor stad en wereld)
Ook wat het geven van machtigingen betreft, moest een bisschop zelf 66k hiervoor perst verlof krijgen van de ?Heilige Stoel? (Rome). Dat konden we lezen in bovenstaand document.
Op zijn beurt moest Pastoor Boermans weer officieel bevestigen, dat hij, gebruikmakend van de door-de-aartsbisschop-gegeven-machtiging, in zijn kerk kruiswegstaties had opgericht en ingezegend.
En wel onder toeziend oog van twee getuigen: Pastoor J. Heerschop van Kockengen en Kapelaan J. C. de Graaff van Doornenburg. Hier volgt het document in het latijn, de correspondentietaal in de wereldkerk.
/
.....
ad IE sn Aarsch?ne Momus ?? ?? Arenas akar IIS, EZ,?? MA. And ??. ?= Er Sof, Brann tea Cue, Can Baw teens ??//??? dé.
ar! a
L.Lu ?? 27 #
Pople: ies
Hieronder volgt de vertaling:
Bij brief No. 288 van de parochie van St. Hippolytus van 26 maart 1915.
Krachtens de bevoegdheden mij toevertrouwd heb ik, Petrus Boermans, op de bovenvermelde plaatsen een kruisweg met de eraan verbonden aflaten opgericht met gebeden, enz. volgens de regels op 10 mei 1742 door de Congregatie van de aflaten voorgeschreven. Hiervan getuigenis afleggend onderteken ik dit met mijn handschrift vandaag 2 april 1915.
P. Boermans, pastoor van de parochie Pastoor J. Heerschop van Kockengen Kapelaan J. C. de Graaff, priester van Doornenburg
BIJZONDERHEDEN
De aangebrachte 14 kruiswegstaties in de Hippolytuskerk aan de Kanis hebben een afmeting van 120 x 82 cm, zijn met olieverf op koperen plaat geschilderd en komen van het Atelier voor Kerkelijke Kunst van Cuypers & Co. te Roermond. Het zijn composities van telkens een zes á zevental personen tegen een vergulde achtergrond. Achtereenvolgens voorstellend: je statie: Jezus wordt ter dood veroordeeld
?Als een Jam blijft hij staan en doet Hij zijn mond niet open? (Is. LIII, 7)
2 ace. ??
Aq.
2e statie: Jezus neemt het kruis op zijn schouders
?Hij heeft zich aangeboden, dewijl Hij zelf het wilde? (Is. LI, 7)
3e_statie: Eerste val van Jezus onder het kruis
?Onze krankheden heeft Hij gedragen; en onze smarten op zich geladen? (ls. Lill, 4)
4e statie: Jezus ontmoet zijn bedroefde moeder seBe_statie statie: Simon van Syrene helpt Jezus het kruis dragen Be Bestatie statie: Veronica droogt Jezus' aangezicht af ?Wie niet zijn kruis draagt en achter mij komt, kan mijn leerling niet zijn? (Luc. XIV, 27)
Ze statie: Tweede val van Jezus onder het kruis ge 8estatie statie: Jezus troost de weenende vrouwen
?Gij die voorbij gaat langs den weg, ziet of er eene smart is gelijk aan de mijne? (Jer. Klaagl. |, 12) ge statie: Derde val van Jezus onder het kruis
10e statie: Jezus wordt van zijn kleederen beroofd
11e statie: Jezus wordt aan het kruis genageld ?Zij hebben mijn handen en voeten doorstoken, al mijne beenderen zijn geteld? (Ps. XXI, 17)
12e statie: Jezus sterft aan het kruis ?Wanneer ik van de aarde zal verhoogd zijn, zal ik alles tot mij trekken? (Joan. XII, 32)
13e statie: Jezus wordt van het kruis afgenomen ?Hij is gewond om onze ongerechtigheden ? en door zijne striemen zijn wij genezen? (ls. Lill, 5)
14e statie: Jezus wordt in het graf gelegd.
( wordt vervolgd )
48.
Uit het PAROCHIE-ARCHIEF
140 Jaar R.K. Parochie St. Hippolytus aan de Kanis, waarvan 60 jaar met de eerste kerk (tot 1915) en 80 jaar met het huidige gebouw. Dat mag voor ons een gelegenheid zijn om in 1995 wat interessante feiten uit het = parochie-geschiedenis op te diepen en in een serie artikelen te publiceren.
DERDE ORDE
?Toegestaan aan pastoor P. Boermans om een Derde Orde op te richten? staat er onder nr. 1158 genoteerd boven een brief, die de Kamerikse Pastoor Boermans aan de Aartsbisschop schreef om machtiging tot het oprichten van een Franciscaner Derde Orde-groep in zijn parochie. Alvorens deze brief af te drukken volgt eerst een korte notitie: Geïnspireerd door de levenswijze van de franciscaanse minderbroeders en de Clarissen, wilden altijd al veel gehuwden en ongehuwden óók gaan leven volgens de Regels van St. Franciscus van Assisi. Maar omdat zij slechts één of twee van die kloostergeloften ( die van armoe, van gehoorzaamheid en van ongehuwd blijven) konden aflegden, mochten ze niet als ?religieus? erkend worden. Na heel wat kerkelijk wikken en wegen is door de tijd een franciscaanse 'lekenbeweging? ontstaan, die levend vanuit het Evangelie zich vooral dienstbaar wilde maken aan de noden van de mensengemeenschap. De leden ervan vormen de zg. Derde Orde van Franciscus. De Eerste Orde bestaat uit mannelijke volgelingen: de Franciscanen, tot de Tweede Orde behoren de Clarissen. (Verdere informatie in het volgend artikel van Pater G. Wijnhoven)
Nu volgt de brief van Pastoor Boermans:
Aan zijn Doorluchtige Hoogwaardigheid Mgr. Henricus van de Wetering , Aartsbisschop van Utrecht.
Monseigneur
Met den meesten eerbied vraagt van Uw Doorluchtige Hoogwaardigheid de goedkeuring en de machtiging om albier de Derde Orde van den: H. Franciscus te mogen oprichten voor
49.
personen, die zich daarvoor veeds aanmelden en nog zullen aanmelden, enze : ook eventueellangzamerhand hier en daar in de huisgezinnen bij gelegenheid de intronisatie van het Beeld van het H. Hart van Jezus te doen.
Met eerbiedige hoogachting van Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid de gehoorzame dienaar in Xo Kamerik 1 now. 1055. P. Boermans, pastoor
Uit deze (nou niet in bepaald fraaie stijl geschreven) brief, lezen we ook nog iets over een ?intronisatie van het Beeld van het H. Hart van Jezus?. Voor een beter begrip, willen we ook hier een notitie plaatsen.
GESCHIEDENIS
Wie wat thuis is in de Kerkgeschiedenis weet, dat na de Hervorming (vanaf 1517) en het daarop volgend Concilie van Trente (1545-1563), er in de Katholieke Kerk een opbloei is geweest van de theologie en een vernieuwing van de priesteropleiding. Dit had weer tot gevolg: een opleving van de volks-devoties, in het bijzonder die van de verering van de H.Eucharistie, de devotie tot Maria en de verering van het Heilig Hart van Jezus. Deze laatste devotie werd sterk bevorderd door de bekend geworden ?openbaringen? aan Margaretha Maria Alacoque. De visioenen, die deze Franse kloosterlinge gedurende jaren ontving, brachten haar tot het bevorderen van eerherstel brengen aân Jezus Christus. In het symbool van zijn H. Hart wordt Christus vereert en aanbeden 815 Traditioneel H.Hartbeeld de God-menselijke liefde, die zo ,. vaak in het groot en in het klein Jezus wijzend op zijn Hart
50.
wordt verguisd. Voor de in-de-kerken-geplaatste H. Hartbeelden werden kaarsen gebrand, overwegingen gehouden en zo aan Jezus Christus eerherstel gebracht. Later werden cok H. Hartbeelden in de huizen geplaatst.
Deze beelden werden hiervoor door een priester gewijd en ter plaatse geïntroniseerd? (plechtig geïnstalleerd). Om dit te mogen doen, vroeg Pastoor Boermans om een bisschoppelijke machtiging. Want, in die tijd moest voor praktisch alles verlof gevraagd worden !
Eerste Vrijdag.
Uit de autobiografie van de H.Margaretha Maria Alacoque stamt ook de jarenlange volksdevotie om: 9 Eerste vrijdagen van opeenvolgende maanden, na ge-Biecht te hebben, de H. Communie te ontvangen en gebeden van eerherstel te doen. Deze godsdienstoefening heeft zijn
oorsprong in de 12e belofte van Jezus aan vereerders(sters) van zijn H. Hart, waarin Hij zou hebben gezegd: ?Zij zullen de genade van de eindvolharding ontvangen en niet in ongenade sterven?. Nog een andere belofte uit de visioenen die Margaretha Maria Alacoque ontving: Ik zal de plaatsen zegenen waar de beeltenis van mijn Hart tot verering zal worden uitgestald?. Ook deze ?Eerste vrijdag-devotle' droeg bij aan de bloeiende verering van het Heilig Hart van Jezus in die tijd.
Sinds het 2e Vaticaans Concilie (1962-'65) is er een zekere weerstand tegen dergelijke devoties. De aandacht voor de lijdende Christus heeft plaats moeten maken voor een ander lijden, namelijk het lijden van Kerk en wereld dat de verheerlijkte Christus ter harte gaat. Zo heeft er in de H.Hart-devotie een verschuiving plaats gehad: van het Hart van de individuele Christus naar het hart van de Kerk en van het hart van de Kerk naar het hart van de wereld.
(Catholica deel 1, 1037)
H. Hartfeest
In de liturgische kalender van het Kerkelijk Jaar heeft de verering van het H.Hart van Jezus Christus een plaats gekregen en behouden op de vrijdag na de 2e zondag na Pinksteren. Dan wordt het hoogfeest gevierd van het H.Hart van Jezus.
Wat zo'n enkele brief uit het parochie-archief niet allemaal overhoop kan halen !!
(wordt vervolgd)
31.
Xi Uit het PAROCHIE-ARCHIEF|
140 Jaar R.K. Parochie St. Hippolytus aan de Kanis, waarvan 60 jaar met de eerste kerk (tot 1915) en 80 jaar met het huidige gebouw. Dat mag voor ons een gelegenheid zijn om in 1995 wat interessante feiten uit het E parochie-geschiedenis op te diepen en in een serie artikelen te publiceren.
HET ORGEL
Een kerkgebouw zonder orgel is haast ondenkbaar. En orgels, echte kerkorgels, zijn niet alleen duur in aanschaf, maar ze blijven geld kosten, alleen al door het regelmatig stemmen. Daarom was ook het orgel uit het oude kerkgebouw -zoals uit het archief blijkt zorgvuldig op zolder opgeslagen om daarna weer in de nieuwe kerk van 1915 opgebouwd te worden. In het Notulenboek van het kerkbestuur staat over de vergadering van 22 juli 1917 het volgende: valle leden tegenwoordig. Behoudens goedkeuring besloten het oude opgetaste orgel te laten maken tegen de begrooting vanf 4000,-~. Kerk enpastorie buitenwerk te laten verven een stuk nieuwe hegijzeren poorthek - Bazalt - en terreinverhoging, goedgevonden.
w.g. P. Boermans, voorz. w.g. A. Nenteboom, secr.
Geen mooie taal, maar wel kort en krachtig. Voor die f. 4000,- (een behoorlijk bedrag in die tijd) moest de Bisschop natuurlijk zijn fiat geven. Vandaar dat bij Monseigneur onderstaande verzoek werd ingediend:
(letterlijk overgenomen / red.)
Monseigneur |
Met den meesten eerbied heeft het RK. Kerkbestuur te Kamerik de eer Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid machtiging te vragen, om een kapitaal groot vierduizend te mogen aanvaarden, zonder ander
52.
bezwaar dan te besteden voor het herstel en weer nieuwe opbouw, van het bestaande orgel, dat als afgebroken orgel uit de Oude Kerk, op zolder bewaard wordt. Volgens ingewonnen advies is het hoog tijd, bet beste materiaal nu dienstbaar te maken, zal wel niet bederven, en dat bovendien bij langer uitstellen, zooals plan was, de prijzen nog zullen blijven stijgen. Begroting f 3500.
de meeste hoogachting van Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid de gehoorzame dienaar
26 september 1917.
Gelukkig, dat de kerkbestuursvergadering van 14 oktober ons de oplossing geeft voor een gerezen probleem, namelijk: Pastoor Boermans verzoekt in bovenstaande brief aan de Bisschop om f 4000,-- te mogen aanvaarden. Van wie?, vraag je je dan af. Had de kerk soms een schenking te verwachten? Nou, het volgende blijkt te zijn gebeurd: Parochiaan Cornelis den Bruijnen had voor de nieuwbouw van de kerk een grote gift gedaan, te besteden aan kerksieraden. Dit geld werd vastgezet in een zg. ?Sieraadfonds?, maar was daarna tijdelijk gestort in een geldlening t.b.v. de nieuwbouw van de kerk. Om nu het orgel (dat is een kerksieraad!) te kunnen betalen, moest dit geld weer terug komen in het ?Sieraadfonds?. Vandaar dat het kerkbestuur nu f 4000,-ergens anders moest gaan lenen, bv. bij de Boerenleenbank. Hier volgen de volledige notulen van de vergadering van het kerkbestuur op 14 oktober 1917. (letterlijk overgenomen)
- ?Op Zijne aanvraag van 26 sept. jl. om een kapitaal groot 4000) te aanvaarden voor het herstel. en opbouw van het orgel
uit de oude ker werd door Z.D. Hoogwaardigheid den Aartsbisschop machtiging verleend 27 sept. 1917, nr. 1001.
De tijdelijke pastoor zal dit kapitaal groot 4000,-- ( Sieraadfonds van C. den Br. aan de tijdelijke pastoor ter hand gesteld ) bij aflevering van het orgel aan het kerkbestuur overdragen.
Genoemd Sieraadfonds is tegen schulòbekentenis van het. kerkbestuur, tijdelijk gestort in de geldleening van den nieuwbouw. Bij aflevering van bet orgel zal fet kerkbestuur bet. Sieraadfonds
Met
Kamerik,
??2????/# ?
53.
moeten aflossen ter betaling van het orgel en daarvoor in de plaats 4000- van den Boerenleenbank kunnen leenen of van iemand anders.
Een kleine aanleg en aanpoten van lindebomen voor de pastorie door J. Goes tegen f. 100,-- is goedgekeur?.
(wg) P. Boermans, voorz. (wg) A Neuteboom, sect.
Het gerestaureerde orgel was in juni 1919 gereed om geplaatst te worden. Op 15 juni haalden de kerkmeesters het orgel zelf af bij het station Woerden. Helaas heeft Pastoor Boermans het nieuwe orgelgeluid niet meer kunnen beluisteren, want viak daarvoor is hij gestorven. (6 juni)
DE SCHOOL
Pas in 1920 kwam de zg. ?gelijkstelling?; in het Lager Onderwijs, d.w.z. dat voortaan ook het Bijzonder Onderwijs (confessionele scholen zoals Katholieke, Protestants-Christelijke lagere scholen) net als het Openbaar Onderwijs door de Overheid werd bekostigd.
Vóór 1920 kreeg een Katholieke lagere school dus geen subsidie. Daarom is het begrijpelijk, dat Pastoor Boermans met zijn kerkbestuur het zo moeilijk had met de noodzakelijk geworden uitbreiding van de pas 10 jaar oude parochiale lagere school. (gebouwd in 1908) Maar ja, als het kinderaantal zo blijft stijgen dan moet je wel !!
Hier volgt zijn klaagbrief aan de Bisschop.
Kamerik, 1 oct. 1918.
Monseigneur | (waarom steeds een '|' achter die aanspreektitel ??)
Een punt van bespreking zal zijn de moeilijke kwestie om een lokaal
aan Òe bizondere school toe te voegen en dat in deze duren tijd - en geen fonds daarvoor.
Sinds mei eerst, bij de nieuwe opname van kinderen, kwam deze kwestie mij zonder eenig vermoeden overvallen.
Bij de aanvaarding der parochie in 1911 vond ik een splinternieuwe school met onderwijzerswoning (in 1909 in gebr. genomen) en dacht die zaak buiten alle zorg.
Su.
In de laatste wijf jaren bleek ook, dat het nieuwe gebouw slordig was gebouwd, zoodat vele uitgaven voor onderhoud en verbetering geeischt werden, en nu te klein.
De parochie nam snel toe in 1913 nog 62kinderen, nu in 1918 al 90 en volgend jaar nog hoger getal. Mij verplicht achtend deze kwestie vooruit mede te deelen ter overweging, met eerbiedige hoogachting.
Gelukkig dat 1920 er aan kwam en honderden kerk-schoolbesturen verlost werden van de loodzware bekostiging van hun eigen katholieke scholen Pastoor P. Boermans mocht dat echter niet meer meemaken.
(wordt vervolgd) [1 [1] [] 24.
X Uit het PAROCHIE-ARCHIEF
Toen op 18 maart 1995 het gebouw van de Hippolytuskerk 80 jaar bestond, verschenen er in dit parochieblad regelmatig artikelen over de historie van de Kamerikse katholieke geloofsgemeenschap. Op veler verzoek zullen
we hier nog enige tiid mee doorgaan.
ONVERWACHT
Konden wij in het vorige artikel (Nr.13) lezen over de zorgen van Pastoor Boermans met betrekking tot de onverwachte snelle stijging van het aantal schoolgaande kinderen en zijn hoofdbrekens over hoe een nieuw lokaal voor het te klein wordend schoolgebouw bekostigd moest worden, ......... in zijn nieuwe kerkgebouw daarentegen was er voor de parochianen voorlopig ruimte genoeg. Zo tonen ons tenminste de notulen van een kerkbestuursvergadering op 27 juni 1918.
Door het onverwacht snelle stijgen van het zielenaantal in de laatste vif jaren, is de nieuwe school voor tien jaren gebouwd, te klein geworden, zoodat het bestuur onverwacht voor de moeilijkbeid is geplaatst, in deze duren tijd, een locaal er bij te bouwen of de kinderen voor opneming uit te stellen. wat de kerk betreft, brit deze evenwel zeer langen tijd groot noeg. en derwoorste helft van het middenschip kunnen, zooals te zien is in de plaatsing van de banken aan dezijkanten, nog twee banken ad 6 plaatsen tusschen gevoegd worden - en ook nog twee banken tusschen de banken en communiebank oegd en zelfs meerwanneer later de nieuweconmuniehank een trap hooger op het priesterkoor geschoven wordt. De gangen in de kerk zijn ruim meter 8, zoodat ook daar plaats te winden is naar het aantal banken. Tusschen biechtstoelen en bankenook nog eenbank.
|
| |
56,
(wg) P. Boermans
Opmerking 1
Vroegertijd werden er door heel veel boeren zogenaamde ?kerkschapen? ge-'weid'. Dat was het in natura geven van de nu bekende ?Kerkbijdrage?. In het voorjaar. werden er door de kerkmeesters jonge lammeren gekocht en bij de boeren gebracht. tedere boer kreeg er bijvoorbeeld twee. Zonder vergoeding werden die lammeren dan tot in het najaar ge'weid?. Op een bepaalde dag in november brachten de boeren de schaap-geworden lammeren naar een centrale plek. bv. de paardestal van Janmaat. Daar werden dan de verzamelde kerkschapen door de kerkmeester aan een schapenhandelaar verkocht en de opbrengst ging naar de kerkekas.
Gebruikelijk was, dat de meer welgestelde parochianen, die geen boer waren, aan de kerk een of meer keer het gemiddelde bedrag gaven, dat een schaap dat jaar had opgebracht. In Noorden en omstreken noemden ze dat het geven van een ?dood-schaapje?.
Opmerking 2
In de notulen van het kerkbestuur rond 1918 lees je nogal eens over financiële moeilijkheden, die ?onverwacht en buiten de schuld van het Kerkbestuur? waren ontstaan. Het betreft hier de stroppen die de kerken hebben gehad door het waardeloos worden van Russische effecten. Zo lezen we in de notulen over: ?annuleering der Russen? en over: wat te doen ?indien de Russen blijven staken?, lemand die wat thuis is in de algemene geschiedenis weet, dat maart 1917 in Rusland een revolutie uitbreekt met alle gevolgen (ook financiële!) van dien. En dat ook het buitenland daarin meedeelde.
wordt vervolgd
1915 aangekocht voor 1460 verkocht voor 2640 1916 » voor 1800 M voor 2247 1917 7 voor 1228 ? voor 2660
(wg) A. Neuteboom, sec.
gan 58,
i) _Uit het PAROCHIE-ARCHIEF |
Toen op 18 maart 1995 het gebouw van de Hippolytus-parochie 80 jaar bestond, verschenen er in dit parochieblad regelmatig artikelen over de historie van de Kamerikse katholieke | geloofsgemeenschap. Op veler verzoek zullen we hier nog enige tijd mee doorgaan.
ZIEK
Pastoor Boermans zag er al enige tijd vermoeid uit, werd ziek, zieker en voor een tijd bedlegerig. Toen hij weer zo af en toe mocht opstaan, schreef hij naar zijn bisschop de volgende (een van zijn laatste !) brief.
Monseigneur |
Met den meesten eerbied kan ik Uwe doorluchtige Hoogwaardigheid zelf eenig bericht geven - Sinds enkele dagen mag ik een uurtje het bed verlaten en maak daarvan zoo'n ogenblik gebruik. Het gaat langzaam vooruit. ik ben evenwel erg verzwakt vooral of en bart, en moet nog strenge rust houden. Met de lichamelijke verzwakking is mijne zwaarmoedigheid nog meer toegenomen, die mij zeer tegenwerkt en geen zachte rust gunt. Evenwel ik hoop nog op verte worden.
Intusschen dank ik Monseigneur voor deelneming en Uwe gebeden en beveel mij bij voortduren aan want ik heb dat noodig in deze verlegenheid. Hoogachtend van Uwe Doorl. Hoogwaardigheid de gehoorzame dienaar
ENEN
Kamerik 17 dec, 1918 ??22???--?? ? 59.
DE LAATSTE NOTITIES
De notulen van de Kerkbestuursvergaderingen onder voorzitterschap van Pastoor P. Boermans worden in 1919 steeds korter.
17 april 1919
Rekening en verantwoording van het Armbestuur:
Batig Saldo FL. 597,49 Kasopname Kerkbestuur Batig 592, 65
(w.g.)
P. Boermans A. Neuteboom secr.
20 mei 1919:
De inventaris van de geldwaardige stukken nagezien en in orde bevonden
(w.g.) P. Boermans, H.Berk, H. v. 0. Laan, A. Bouwman,
Ongedateerd:
Besloten aankoop weide-schapen. Het benodigde kapitaal voor aankoop is te bestrijden uit kasgelden groot rl. 2.000-gedeponeerd op de Boerenleenbank ten name van RK. Kerkbestuur.
De secretaris beeft opdracht naargelang noodig, deze van de Boerenleenbank te leenen.
(w.g.)
P. Boermans A Neuteboom secr.
De dan volgende notulen van de Kerkbestuursvergadering van 15 juni 1919 zijn anders opgemaakt, hebben een andere stijl, een ander handschrift en worden door een andere pastoor ondertekend: J. Paardekooper. Pastoor P. Boermans is gestorven, een ander heeft zijn pastorale taak overgenomen.
60.
Lijst
Onder deze titel staan in het ?Registrum Memoriale Parochiae Hippolyti in Kamerik? de pastoors vermeld van de Schuilkerk in Teckop (met parochianen uit Kamerik en Kockengen / tot 1853) en de daarna gestichte aparte parochie in Kamerik (na de splitsing Kamerik-Kockengen in 1853). Hier volgt de lijst van de zg. ?tijdelijke? pastoors?.
Johan Kloeting in het jaar 1651 pastoor Franciscus Cornelis Diervout 1704 1711 » Cornelis Bonaventura Diervout 1711 1722. ,, Petrus van Dorsten 1722-1770 ,, Henricus van der Koppe 1770-1793 ,), Jacobus Kromwijk 1793 1801 ri - Christiaan Johannes Smorenburg 1802-1806 ,, Johannes van Lockhorst 1806-1812 ,, Petrus Nuys van 30 april 1812-1848 ? ?Johannes Theodorus Schuurman, Pastoor van 15 april 1948 - 19 nov. 1868 Antonius van Schaik, Pastoor van 11 dec. 1868 - 30 mei 1897 Alexander Flipse,
Pastoor van 18 juni 1897 30 aug. 1911 (tot zijn dood)
Pier Boermans,
Pastoor van 15 sept. 1911 6 juni 1919 Johannes Ignatius Paardekooper, Pastoor van 6juni 1919 2jan. 1942 Jozephus Franciscus Bolsman, Pastoor van 30 jan. 1942 - 19 sept. 1964 Theodorus van de Coterlet, Pastoor van 16 okt. 1964 1 nov. 1992
wordt vervolgd
? ? ? ? # ? Ar
Uit het PAROCHIE-ARCHIEF
Toen op 18 maart 1995 het gebouw van de Hippolytusparochie 80 jaar bestond, verschenen er in dit parochieblad regelmatig artikelen over de historie van de Kamerikse katholieke geloofsgemeenschap. Op veler verzoek zullen we hier nog enige tijd mee doorgaan.
CONFLICT
Wanneer je het notulenboek van de parochie doorsnuffelt, kom je al gauw tot de conclusie, dat het vroeger ook niet allemaal vlotjes verliep tussen pastorie en parochiaan. Zo rees er bij de nieuwbouw een conflict tussen Kerkbestuur en schilder over een tè hoge rekening.
? 77 Maart 1916. Alle leden aanwezig. Kwestie schilder behandeld. Deze is uitgenodigd tot vergadering om zijne rechten te verdedigen wegens een te on nota. J. B. Scholten (uitvoerder) tevens tegenwoordig. In plaats dat de schilder verschijnt, zendt hij een open brief door het dienstmeisje, omdat hij reden heeft niet zelf te komen om zich te verantwoorden. Daarom blijft de zaak hangend......... ?
Het conflict blijft dus. Maar dat zit de pastoor klaarblijkelijk niet lekker, want ondanks het ?hangend? blijven van de zaak, betaalt hij intussen de schilder. Daar gaat het Kerkbestuur niet mee accoord, wat te lezen is in de notulen van 2 juli d.o.v. |
?In zake de schilder besloten het volgende briefje te zenden: Afschrift: ?Het verfwerk der nieuwe pastorie was u opgedragen door onze bouwmeester J.B. Scholten en niet door het Bestuur. De uitvoerder kan dus beoordeelen wat bij met u beeft afgesproken en wat u heeftgedaan, het Bestuur dus niet. Het Bestuur kan alleen slechts door Scholten weten wat u toekomt en blijft accoord gaan met de opgaaf van de Heer Scholten.
62.
U verscheen niet op vergadering voor schikking en u weigerde arbitrage-uitspraak. Om de zaak door te hakken heeft de pastoor n betaalt de bijrekening en niet het Bestuur. Het Bestuur beschouwt de rekening niet accoord zoolang u niet in overl met de Heer Scholten op uw eigen kosten arbitrage-uitspr verkrijgt en u in het gelijk stelt?.
Dat de pastoor de mogelijkheid had om zonder overleg met zijn kerkbestuur toch betalingen te kunnen doen (zoals bijvoorbeeld aan die halsstarrige schilder), blijkt uit een korte notitie die de pastoor in het notulenboek schreef: ?Kasopname. Geleend èèn duizend uit de verschillende kassen van de pastoor ...... ?
BRANDKAST
Als je toch al zo'n moeite hebt om de touwtjes aan elkaar te knopen en je loopt de kans om ook nog bestolen te worden, dan wil je wel grondige maatregelen nemen.
?Maart 1918. Wegens onveilige tijden in de brandkast - huis- aangebracht een geheim verborgen vak, te vinden achter een ijzeren plaat onder de brandkastdeur - voor kasgelden van kerk en school en (privè soms)?
VERZEKERINGEN
Voor degenen die nogal eens met een brandverzekering van gebouwen te maken krijgen, is het misschien wel interessant om te weten wat in 1914 het verzekeren van een kerkgebouw kostte. Volgens de polis en de nota uit het archief betaalde het Kerkbestuur f. 43,37. voor het tegen brand verzekeren van het kerkgebouw, dat geschat werd op f 40.000,--. Een pro mille, polis- en agentuurkosten f. 3,-- en f. 0,37% zegelkosten. ?
? è x 63.
Uit het PAROCHIE-ARCHIEF
Toen op 18 maart 1995 het gebouw van de Hippolytusparochie 80 jaar bestond, verschenen er in dit parochieblad regelmatig artikelen over de historie van de Kamerikse katholieke geloofsgemeenschap. Op veler verzoek zullen we hier nog enige tijd mee doorgaan.
NIEUWE PASTOOR
Volgens de Codex, het Kerkelijke Wetboek, wordt in elke parochie door de bisschop een pastoor aangesteld, die zoals dat in oude Romeinse termen wordt gezegd het ambt en de parochie ?in bezit neemt?. Wanneer en nieuwe pastoor benoemd is, krijgt deze dat per brief van de bisschop te horen met daarbij de opdracht, dat hij zich binnen een bepaalde tijd door de Deken van het Dekenaat waartoe een parochie behoort, moet laten installeren. Vanaf die officiële installatie is de pastoor verantwoordelijk voor alles wat er in zijn parochie gebeurt. Hij vertegenwoordigt de parochie in alle juridische zaken, dient te zorgen dat de goederen van de parochie goed worden beheerd, dat de inkomsten en uitgaven kloppen, enz. 6?....... dit alles onder toezicht van zijn bisschop aan wie hij verantwoording verschuldigd is. Een behoorlijk zware opgave dus zo'n pastoorsambt. En dan hebben we het nog niet eens gehad over het pastorale, de eigenlijke en belangrijkste taak van een parochieherder.
Gezien in dit kader kan ook de onderstaande ?Verklaring van Deken Pieck uit het Dekenaat Naarden worden begrepen. Hij was het, die pastoor Johannes Ignatius Paardekooper op 6 juni 1919 als nieuwe pastoor in de parochie van St. Hippolytyus aan de Kanis officieel installeerde.
- Nadat hij de gebruikelijke geloofsbelijdenis en eed had afgelegd en nadat de door het recht vereiste en in zwang zijnde ceremonies en plechtigheden voltrokken waren, beb ik de
Zeereerwaarde Heer Johannes Ignatius Paardekooper, priester, in het werkelijk, feitelijk en stoffelijk bezit gesteld van het ambt
??
|
64,
wan pastoor te Kamerik in het bijzijn van hiertoe speciaal wereiste getuigen, de priesters J. Heerschop en G. Beverborg. Gedaan teKamerik, 6 juni 1919
# ThA Sock
|
Aacam?? ?dara ened
P.W.A. Pieck deken te Naarèen.
(Bovenstaande verklaring is origineel in het latijn gesteld, zoals alle officiéle schriftelijke gegevens in die tijd)\
FINANCIËLE ZORGEN
Pastoor Boermans!? pastoraat (1911-1919) werd gekenmerkt zo hebben we in voorafgaande artikelen kunnen lezen - door grote financiële zorgen. Een nieuwe kerk bouwen in oorlogstijd (1914-1918) met alle onzekerheden is geen kleinigheid. Zijn opvolger Pastoor Paardekooper kreeg 6 dagen na zijn installatie ook al direct met parochiegelden te maken. In de notulen van het kerkbestuur staat op 15 juni 1919 genoteerd, dat: - het gerepareerde orgel betaald moest worden en dat kostte zo'n f 4.000,-Gelukkig was parochiaan Theodorus de Bruinen bereid om financieel bij te springen en:
?de som van f 1935) ter betaling van de eerste termijn en ook het overige te lenen tot f 3.500,-~?
de meester en de juf er financieel beter afkwamen dan de organist, want hun salarisverhoging moest volgens de wet uitbetaald worden. De hoogte van het organisten-honorarium was een zaak van het kerkbestuur. ?wordt goedgevonden het verhoogde salaris volgens de nieuwe salariswet aan het Hoofd der School. en de onderwijzeres uit te keren. Ben aanvraag om het salaris als organist te verhogen werdafgewezen.?
Pastoor Paardekooper is klaarblijkelijk een creatieve pastoor. Hij dacht: ?voor wat, hoort wat?. Het schoolhoofd krijgt meer salaris, dus kan hij daardoor ook méér huur betalen en zo lezen we in de notulen van 3 maanden later - ?In de vergadering van 15 september gehouden, werd de huishuur van de onderwijzerswoning vastgesteld op f 150,-- 's jaars?
Zee, A-Naihboon-. hr 65.
Het boekjaar 1919 sloot af met een klein positief saldo.
?In de vergadering werd vastgesteld de Begroting van Uitgaven en Inkomsten over 1920. De kas werd opgemaakt en er bleek aanwezig te zijn. f 21700 wat overeenstemde met de uitgaven en onkosten van het kasboek. Besloten werd de huizen aan de Kanis eigendom van de kerk van © buiten te doen schilderen en daarvoor een opgave te laten doen door J. Verlaat en C. Bouwman?.
B? DE T?D
Zoals het elke nieuwe pastoor betaamd, moesten er vernieuwingen komen, nieuwe dingen aangeschaft. En een pastoor die bij de tijd wil blijven, moet minstens een uurwerk op zijn kerktoren hebben, zeker ais die toren er nog geen heeft, sinds hij in 1915 is gebouwd. Vandaar een prijsopgave gevraagd en een verzoek naar de bisschop geschreven om goedkeuring van het begrootte bedrag.
Kamerik 6 december 1919 Monseigneur,
Het Kerkbestuur van den H. Hippolytus te Kamerik wenscht in den toren aan te brengen een uurwerk, acht dagen lopend. De Heer Eijsbouts van Asten (N.Br) heeft dit werk begroot op fi40o--. Het kerkbestuur vraagt UweDoorluchtige Hoogw. beleefd hieraan uwe goedkeuring te hechten. De gelden worden gevonden in de buitengewone inkomsten die het kerkbestuur dit jaar heeft en die meer dan f.8.000,-- bedragen.
Met verschuldigde hoogachting van Uwe Door. Hoogw. de gehoorzamen dienaars (wg) J. Paardekooper, pastoor
A. Neuteboom, secr.
(Wordt vervolgd)
66,
FAN Uit het PAROCHIE-ARCHIEF
Toen op 18 maart 1995 het gebouw van de Hippolytusparochie 80 jaar bestond, verschenen er in dit parochieblad regelmatig artikelen over de historie van de Kamerikse katholieke geloofsgemeenschap. Op veler verzoek gaan we hier nog enige tijd mee door.
SCHENKINGEN
De kerk, een parochie, zou zich niet kunnen onderhouden als er geen geld in het laatje kwam. Zeker vroeger niet in een tijd van armoe, in een periode van laag conjunctuur, zouden we nu zeggen. Zo waren de wekelijkse collecten ten tijde van Pastoor Paardekooper dan ook beslist niet toereikend. Maar hoe dan tóch de eindjes aan elkaar geknoopt, en ? ? ? ? zelfs nieuwe dingen aangeschaft voor het nog niet helemaal ingerichte kerkgebouw van 1915? Wel, er kwam naast de zg. ?liefdegaven? van de parochianen (dat zijn extra collecten) af en toe ook nog een andere geldstroom binnen. De parochie ontving nogal eens een erfenis van een of andere welgestelde parochiaan. Zo'n erfenis werd dan geschonken in de vorm van een fundatie of een legaat.
1. EUNDATIE
Een fundatie bestaat uit een bepaald bedrag, dat door iemand aan de kerk werd geschonken met de afspraak, dat er daarmee bepaalde verplichtingen werden nagekomen. Testamentair werd dit alles via een notaris geregeld en moest daarnaast nog door de bisschop worden goedgekeurd. Een verplichting bij zo'n fundatie kon bv. zijn, dat er elk jaar een H. Mis ter gedachtenis aan de overledenen moest worden opgedragen. Zelfs was er soms de verplichting bij, dat op de dag van zo?n ?jaargetijde? (zo heet een jaarlijkse gedenking van een overledene) voor de armen in de parochie een ?broodbedeling? moest gehouden worden. Of, dat er aan behoeftige parochianen op die dag gratis vlees of aardappels moest worden uitgereikt. Hiervoor werd dan een bedrag uit de jaarlijkse rente van het kapitaal gereserveerd. Want alle verplichtingen moesten uit de rente van het geschonken kapitaal worden betaald. Het kapitaal zelf bleef dus onaangesproken. Wel was er voor het uitvoeren van die verplichtingen een bepaalde periode aangegeven (bv. tot 25 jaar na het overlijden van de schenker). Daarna hielden de verplichtingen op en verviel het gehele kapitaal aan de kerk.
|
Gf.
Een andere fundatie-verplichting kon zijn: het plaatsen van de naam var de overleden schenker op de zg. ?dodenlijst'. Eén keer per jaar, of soms maandelijks, werd dan tijdens of na de viering van de H. Mis zijn of haar naam voorgelezen. Ook hiervoor werd een bedrag testamentair vastgelegd. Door dit te lezen zal misschien bij velen de gedachte opkomen: ?Hier heb je het weer, de rijken hadden het in de kerk voor het zeggen?. Of: ?Zie je, de Kerk is altijd al op geld uit geweest?.
Maar ?, let wel: toen was er een heel andere situatie! Een kerk zou toentertijd gewoon niet kunnen bestaan zonder de steun van welgestelde parochianen. In onze tijd kan haast iedereen bijdragen in de kosten van de kerk. En de meesten van ons doen dit dan ook via de collecten en de kerkbijdrage. ( Overigens wel een goed gekozen naam: kerk-?bijdrage?! ) Laten we daarom voor bovenstaande tijdsgebonden zaken wat begrip hebben.
VOORBEELD
In het parochie-archief is een ?fundatieboek? aanwezig, waarin de fundaties vanaf 1881 werden beschreven, nadat ze eerst door de bisschop waren goedgekeurd.
?Eundatie weduwe Jan van Schaik
Aartsbisdom, Nr.1253 3 dec. 1915
?Gezien uw schrijven van november 1915, waarbij onze machtiging wordt gevraagd tot aanvaarding van duizend gulden (f1000,--) onder verplichting:
1° gedurende haar leven maandelijks eene H. Mis te lezen tot hare intentie;
2° te beginnen met het tweede jaar na haar overlijden, gedurende vijf en twinitg jaren (25) vaarliks een gezongen jaargetijde en zes H. H. Diensten voor hare zielerust; ? aflezing ?m perpetuum? van haar naam uit het Doodenboek;
68.
4° eene broodbedeling voor de armen bij het 1° jaargetijde. Stipendium sub 1° niet meer dan f 40,-- stipendinm sub 2° niet meer dan f 40,-waarvan aan het, zangkoor telkens f 3,-- Stipendium van het Doodenboek nif, doch na de 25 jaren gehouden jaargetijden als deze verplichtingen ophouden, dan voor bet aflezen ?Doodenboek in perpetunm? jaarlijks f 5-Verleenen wij machtiging tot aanvaarding van deze fundatie. wg. Aartsb. H. v. ò. Wetering
Aantekening: Wed. Van Schaik gestorven 1922.
De verplichting onder 2 begint 1924. tot 1948
Opm. 1:
De term ?in perpetuum? betekent: altijddurend, doorlopend, onafgebroken, altijd doen voortgaan.
Dus een afroep vanuit het Dodenboek kon je toentertijd zogezegd voor ?eeuwig? afkopen. Gelukkig zijn deze enormiteiten door de Kerk afgeschaft.
: De opgenomen verplichting tot het houden van een ?brooddeling? is op Bijbelse gronden gebaseerd.
Zo staat er bij Jesaja: Deelt uw brood met de hongerigen.
(Hoofdst. 58 vers 7)
En bij Mattheüs: Dan zal de koning zeggen: ?Komt gezegenden van mijn Vader, neemt het koninkrijk in bezit dat vanaf de Schepping voor jullie klaar ligt. Want ik had honger en jullie hebben mij te eten gegeven ? ? " (16081. 25 vers 34-35)
Gezien het tijdstip, waarop brood- en andere bedelingen werden gehouden (namelijk b.g.v. de jaarlijkse gedachtenis-viering van de sterfdag van een overledene) passen deze ?goede werken? geheel in het kader van de toenmalige theologische opvatting: Verlost kunnen worden vanuit-het-vagevuur-naar-de-hemelse-zaligheid door het doen of laten verrichten van ?werken van barmhartigheid?.
Wordt vervolgd
??-
?i Uit het PAROCHIE-ARCHIEF__|
Toen op 18 maart 1995 het gebouw van de Hippolytusparochie 80 jaar bestond, verschenen er in dit parochieblad regelmatig artikelen over de historie van de Kamerikse a katholieke geloofsgemeenschap. Op veler verzoek gaan we ? hier nog enige tijd mee door.
2. LEGAAT
Naast een ?fundatie? kan ook een ?legaat? een schenking aan de kerk (of andere instelling) zijn. Volgens het woordenboek is zo'n legaat: ?een erfmaking, een bevoordeling bij testament onder bijzondere titel. Een eenmalige schenking al of niet te besteden aan een bepaald doel. Het verschil met een fundatie (zie hfdst. 18) is, dat een legaat niet als rentegevend kapitaal behoeft te worden vastgezet om met die jaarlijkse rente de afgesproken verplichtingen te voldoen.
Een legaat aan de kerk kan direct vrij of voor een bepaald doel gebruikt worden. Zo kan het bijvoorbeeld besteed worden voor het aanbrengen van glas-in-lood-ramen of gewoon in de kerkekas worden gestort. In 1993 maakte een geschonken legaat het nog mogelijk, dat onze pastorie werd omgebouwd tot Parochiecentrum.
Gezien de zorgelijke omstandigheden waarin de parochie op het moment verkeert, vanwege de restauratie van toren en kerkgebouw, zou elk legaat een welkome verlichting van de financiële last kunnen betekenen.
3. PLAATSENGELD
Een volgende bron van inkomsten voor de kerk was het plaatsengeld, dat iedere parochiaan in de zondagsmis betaalde. Een klein bedrag overigens, maar met een volle kerk indertijd toch niet te versmaden.
Wel was de opbrengst ervan wisselend, dat hing natuurlijk af van het aantal aanwezigen. Vroeger konden ook plaatsen in de kerk voor een onbepaalde tijd worden ?gepacht?. Dan was zo'n plaats als het ware ?besproken? en kon iedereen, die daar zo maar ging zitten, eraf gestuurd? worden. En dat gebeurde dan ook. In de meeste kerken was evenwel bepaald, dat het recht op zo?n plaats vijf minuten vóór het begin van de Mis verviel. Maar ? ? dat gaf nogal eens problemen, als een brutaal mens ten onrechte op zijn recht bleef staan.
70.
Deze ?bankenpacht' was voor de kerk een vaste bron van inkomsten. Jaarlijks moest de pacht, de huur, door de parochianen binnen een bepaalde tijd worden voldaan. Wie niet betaalde, raakte zijn recht kwijt en dan kwam de plaats ?vrij. Ook de plaatsen van door-het-jaar-overleden parochianen en van degenen die verhuisd waren, kwamen vrij. Deze vrijgekomen plaatsen werden eens in het jaar op de Feestdag van Allerheiligen opnieuw ?verkocht?. De ouderen onder ons kunnen zich wellicht nog herinneren, hoe de penningmeester van het kerkbestuur M.C. Neuteboom na de hoogmis vóórin de kerk een soort ?veiling? hield van die vrijgekomen kerkplaatsen. Er was dan veel belangstelling en er werd hardop ?geboden?. En dát nogwel in de kèrk! Voor heel aantrekkelijke plaatsen werd soms echt financieel gestreden. Hoewel alles toen goed bedoeld was, denk je nu toch wel eens aan het Evangelieverhaal, waarin Jezus de kooplui uit de Joodse tempel verdreef.
Pastoor Th. van de Coteriet (1964-1992) schafte ingaande 1 november 1965 die bankenpacht af. Van toenaf waren alle plaatsen vrij en beschikbaar voor rijk en arm. Ook het apart ophalen tijdens de viering van plaatsengeld van degenen die geen vaste plek in de kerk hadden, was daarmee voorbij. Voortaan kwam er tijdens de zondagvieringen maar één keer collecte waarin ook het plaatsengeld was opgenomen. Dit moest de rust tijdens de viering bevorderen. Van iedere volwassene die het betalen kon, werd f 2,-gevraagd.
Al eerder waren door Pastoor J. Bolsman (1942-1964) de zg. ?armenbankjes? achter in de kerk afgeschaft. Een maatregel die wel niemand zal betreurd hebben.
Bankenpacht-boek
Hieronder volgen enige bedragen uit het Bankenpacht-boek.
Vrouwenplaatsen (rechts in de kerk)
Mannenplaatsen (links in de kerk) vr. G. v. d .Worp f 75,--
J.B. v.d. Geest f 35,-vr. G. Janmaat 25,-- Joh. Neuteboom 55,-Wed. v. Schaik 70,-- A. Bouwman Czn. = 120,-Neeltje Langeslag 80,--
J. de Graaff 80,-vr. W. van Vliet 40,-- J. Verlaat 75,--
Deze bedragen werden op de bankenpacht-dag geboden en voor één keerals koopsom voldaan. Daarnaast moest er voor ieder jaar nog een bepaalde huur betaald worden, waarvan de hoogte afhankelijk was van de gunstige of minder gunstige plek in de kerk. De prijzen ( van f.10,- tot f.1-) verschilden naargelang het een plaats betrof in het middenschip of in de zijbeuken van de kerk en of deze plaats zich meer naar voren of naar achteren in het gebouw bevond.
71.
STIPENDIUM
Naast de inkomsten van de kerk om het pastorale werk en de gebouwen te kunnen betalen, moest ook het levensonderhoud van de pastoor (vroeger ook nog van zijn assistent, de kapelaan) opgebracht worden.
Nu ontving elke priester al een bepaald bedrag aan stipendia voor de dagelijks door hem opgedragen H. Mis ?ter intentie van?.
Parochianen konden namelijk (en kunnen nu ook nóg) een priester verzoeken om in een H. Mis heel bijzonder Gods genade en hulp af te bidden voor een bepaalde persoon (bv. een ernstig zieke) of voor een bepaald doel (een goede afloop van een gevaarlijke operatie), of voor het bereiken van de ?hemelse zaligheid? van een overledenen. Voor zo?n bijzonder intentie? werd dan een bepaald bedrag gegeven voor het levensonderhoud van de dienstdoende priester.
Tot het jaar 1984 ontvingen pastoors en kapelaans ook nog een kleine toelage van het Rijk. Deze liep van f 100,-- tot f 600,-- per jaar. (afhankelijk van het aantal parochianen). Niet veel dus, maar alle beetjes helpen.
Stipendia en Rijkstoelagen samen waren evenwel onvoldoende voor het levensonderhoud van een geestelijke, dus moest de rest van de parochianen komen. Een pastoor en zijn kapelaan leefden dus zogezegd ?van de geef?. Daarom waren er ook grote verschillen in de inkomsten van de priesters. In een parochie met merendeels arme mensen, was het voor de meeste priesters ook armoe leiden als ze geen aanvulling uit andere bronnen kregen. Terwijl in een parochie met veel welgestelde parochianen de pastoor en zijn kapelaans een best leven hadden.
Om dat wat te reguleren werden er door het bisdom voor stipendia bepaalde richtbedragen vastgesteld. Kerkbesturen stelden daarna overeenkomstig deze richtlijnen hun eigen stipendium-beleid vast en moesten hiervoor natuurlijk eerst de goedkeuring hebben van hun bisschop.
Hieronder volgt zo'n verzoek uit 1920 t.a.v. die Heilige Missen bij bijzondere gelegenheden.
Kamerik, za. april 1920.
Monseigneur, Ondergetekende vraagt eerbiedig Uw Doorl. Hoogw. goedkeuring
wan onderstaande regeling in de parochie van de H. Hippolytus te Kamerik,
4.
Trouwmissen I klas f.120-mr klas 60,I? klas 30-Tv* klas ?6?72.
Uitvaartdiensten
Begraven van kleinekinderliiken
klas f. 75--
klas 45
klas f. 25
gratis
?klas f. 5--
klas 2,50
klas L--
Gezongen jaargetijden gelijk aan uitvaarten.
Gelezen (zonder koor) jaargetijden met Doodenlijst f 5Huwelijksafkondigingen van buiten de parochie f 2,50 Afkondiging van 09699 of overlijden f 150
Gratis voor minvermogenden.
Van Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid de gehoorzamen dienaar,
Opm.1: Na het Tweede Vaticaans Concilie is het ?klassensysteem?, dat veel ergernis heeft gegeven, verlaten. Dat kon ook, omdat er toen door het bisdom voor alle priesters en hun medewerkers bepaalde salarissen werden vastgesteld. De tijd daarvóór was het opdragen van ?Missen-bij-bijzonderegelegenheden? voor de dienstdoende priester eigenlijk een noodzakelijke en welkome aanvulling van zijn levensonderhoud.
Opm.2
Verschillen in ?klassen? kwamen toentertijd tot uiting in: - het één of meer klokken laten luiden; meer kaarsen gebruiken en een mooiere kerkversiering maken; een bepaalde aanvangstijd van de Mis (om 8.00, 10.00 of 10.30 uur); al of geen koorzang tijdens de viering; het voorgaan van meer priesters.
r
??
ur
Iv?klas
2°
3°
73.
Herinnering
.
Michel van der Plas schreef onlangs een artikeltje, waarin hij zijn ergernis uitsprak over die klassen-praktijk in de kerkelijke bediening.
?Het is goed, dat het klassesysteem in de begrafenisdiensten is afgeschaft. Ik moet bij een uitvaart er altijd weer aan terugdenken. Wanneer de dienst ?plechtig? was, d.w.z. ?Eerste Klas?, dan was heel het priesterkoor zwart gemaakt en gingen er ?drie heren? (drie priesters) vóór in het Requiem. En in tegenstelling daarmee, de kaalheid van een uitvaart van de vierde of misschien nog lagere klas, waaraan ik vroeger elke paar weken wel deelnam. In zulk een mis hoefde zelfs niet één lid van het koor op te komen. Dan belde Kapelaan van Lammeren, met zijn mooie zangstem, de 18-jarige student op om, ter liefde Gods, naar de kerk te komen, en dan stonden anderhalve man bij het orgel om het Requiem te zingen.
Achteraf vraag ik me zelfs af, of we wel bij het orgel stonden, met andere woorden, of voor zo'n armoedzaaiers-mis de organist wel was opgeroepen. Het deed er eigenlijk nauwelijks toe: akelig mager en dun klonken onze twee stemmen door de opeens immense grote, en bijna helemaal lege, kale, oude kerk in de richting van de priester en de ene benodigde misdienaar. En de soberheid van de uitvaart werd dan lelijk van armoe. En de armoe leek niet eens meer eerlijke armoede: dit was armetierigheid, armzaligheid. De kerk was een half uur lang een armeluishuis, terwijl wij daar achterin, boven, stonden te zingen en het beetje wierook dat opwolkte kreeg zelfs een armeluisluchtje. Het ?arme? Roomsche Leven ! Maar we probeerden, als aan het eind de kist in onze richting werd gedragen, tenminste extra mooi het ?In Paradisum' te zingen, zeker wetend dat de engelen vierde-klasdoden extra zorgzaam zouden begeleiden en dat hun koor waardig klinken zou?.
En met deze ontboezeming sluiten we dit artikel af. Tot de volgende keer.
gun 74,
Uit het PAROCHIE-ARCHIEF
Toen op 18 maart 1995 het gebouw van de Hippolytusparochie 80 jaar bestond, verschenen er in dit parochieblad regelmatig artikelen over de historie van de Kamerikse katholieke geloofsgemeenschap. Op veler verzoek gaan we hier nog enige tijd mee door.
4a. STIPENDIUM (vervolg)
In elke godsdienst hebben de gelovigen altijd gezorgd voor het onderhoud van hun priesters (voorgangers). In de Joodse geschriften lezen we dan ook:
?Van alle offers, die de Israëlieten in het heiligdom aanbieden, is een gedeelte voor de priesters bestemd?. (Numeri 5, 9-10)
Nog nauwkeuriger staat die verplichting tot onderhoud van de dienstdoende priesters in hoofdstuk 18, vers 21 van hetzelfde bijbelboek.
?De Heer zei tegen Aäron: ?Het tiende deel van wat de Israëlieten mij aanbieden, geef ik aan de leden van de stam Levi (priesters) als vergoeding voor hun werk in de Tent van samenkomst?.
En de apostel Paulus schrijft aan de Korintiërs:
?Ongetwijfeld weet u, dat wie dienst doen in de tempel, leven op kosten van de tempel. En dat wie aan het altaar staan, hun deel krijgen van het offer. Zo heeft de Heer ook bepaald, dat de verkondigers van het Evangelie mogen leven van hun prediking?. (1 Kor. 8, 13-14)
De eerste christenen brachten dan ook gaven ?in natura? mee en boden die bij de offerande aan. De priester gebruikte een deel van het brood en de wijn voor de Eucharistieviering en de rest ervan, met de andere gaven, werd bestemd voor het onderhoud van de gezamenlijke priesters en de armenzorg. Toen het aantal christenen flink was toegenomen, werd de hoeveelheid aangeboden gaven in natura te groot en ging men over tot het aanbieden van geld, dat daarna gelijkelijk werd bestemd voor het aanschaffen van de altaarbenodigdheden, het onderhoud van de priesters en de ondersteuning van de armen en behoeftigen.
Naast deze gezamenlijke ?offerande?, ontstond nog het gebruik van het geven van een zg. ?stipendium?. Wanneer iemand de priester vroeg om een H. Mis
]
FS.
BR Uit het PAROCHIE-ARCHIEF
Toen op 18 maart 1995 het gebouw van de Hippolytusparochie 80 jaar bestond, verschenen er in dit parochieblad regelmatig artikelen over de historie van de Kamerikse katholieke geloofsgemeenschap. Op veler verzoek gaan we hier nog enige tijd mee door.
WIE WAS PASTOOR J. PAARDEKOOPER 7
In de vorige drie artikelen werd er uitgebreid ingegaan op hoe een parochie aan geld komt voor het totale pastorale werk, het onderhoud van kerk en pastorie en natuurlijk ook van de pastoor en zijn huishouding.
Deze keer en in de komende artikelen willen we er achter zien te komen wie Pastoor J. Paardekooper (benoemd in Kamerik 6 juni 1919) eigenlijk was. Laat je je alleen leiden door de vele verhalen die over hem de ronde doen, dan zou je hem qualificeren als een dictator-achtige pastoor, waarvoor veel parochianen, vooral de kinderen, bang waren.
Maar, wanneer je als ?buitenstaander? allerlei archiefstukken over hem doomeemt, wanneer je aan oudere parochianen die hem goed gekend hebben, vraagt naar zijn góéde eigenschappen, dan ? ? ? dan komt Pastoor Paardekooper in een geheel ander daglicht te staan.
Zeker na een aantal jaren, want dan lezen we in de archieven het volgende: Dokter J. van der Noordaa schreef b.v.
Tk heb bet voorredx gehad Pastoor Paardekooper te leeren kennen als een voorbeeldig priester, die Zid) vol toewijding aan de zieken gaf, zodat. samenwerking op dit gebied
Burgemeester J. Talsma zegt later in een feestgids:
?Zonder uitzondering waren onze aanrakingen op bestuurlijk terrein steeds van den meest aangenamen aard? ? ?
Vooral de standsorganisaties in die tijd spreken met lof over de betrokkenheid van Pastoor Paardekooper bij hun activiteiten. En de voorzitter van de ABTB betitelde hem zelfs als ? ?onzen algemeen bentinden Herder?...
??
|
77:
bracht.overige Reden waarom betKerkbestunr verzoekt de rkte mogenbijbetalen.
de kas der kerk foor vi de kas der ke f 700,? uit van Uw Doorl. Hoogw. degehoor J.
Meting de meeste Hoogadt A. Neuteboom, secr.
Oude foto van de aangebrachte triptiek boven het altaar gan
Zame Òienaar Paardekooper
Tot de volgende keer
72
Uit het PAROCHIE-ARCHIEF |
Toen op 18 maart 1995 het gebouw van de Hippolytusparochie 80 jaar bestond, verschenen er in dit parochieblad regelmatig artikelen over de historie van de Kamenkse katholieke geloofsgemeenschep. Op veler verzoek gaan we hier nog enige tijd mee door.
KLOKKEN
Klokken horen bij een kerk. Klokken hebben de eeuwen door een religieuze, maar ook een maatschappelijke functie gehad. Uit de geschiedenis blijkt, dat de klok zich ontwikkeld heeft uit een handbel, o.a. gebruikt om heidense religieuze diensten aan te kondigen. In de eerste christentijd daarentegen was de handbel en de klok nog onbekend. De vieringen werden toen persoonlijk door een diaken aan de mensen bekend gemaakt. Pas in de kloosterkringen ontstond het gebruik om de diensten met klinkende instrumenten aan te kondigen (+ 350 na Chr.). In de 5° eeuw met een bel, die spoedig vervangen werd door de grotere klok. Pas in de 7° eeuw is de klok in de parochiekerken ingeburgerd. Monniken waren de eerste klokkengieters. Vanaf de 8° eeuw worden klokken ook gewijd (zgn. ?gedoopt?. En uit 987 is bekend, dat aan klokken een naam gegeven wordt. Ook wordt soms op de buitenkant van een klok een spreuk aangebracht. Naast het luiden t.b.v. de eredienst werden klokken ook ingezet bij calamiteiten (bv. brand, overstromingen) en bij nationale vreugde of verdriet (bv. Oud- en Nieuwjaar / dodenherdenking).
DRIE NIEUWE KLOKKEN
Blijkbaar heeft de nieuwe Lager Onderwijswet van 1920, waardoor niet alleen het openbaar maar ook het confessioneel (dus ook het katholiek onderwijs ) gesubsidieerd werd, zóveel financiële ruimte gegeven aan de kerkkas, dat Pastoor Paardekooper met zijn Kerkbestuur nog datzelfde jaar besloot om drie luiklokken voor zijn kerk te bestellen. Natuurlijk na de verkregen toestemming van zijn Bisschop in Utrecht. |
In november 1921 werden die klokken tegen een prijs van f 5281,50 geleverd en in de toren opgehangen.
&0:
PETIT & FRITSEN
GEVESTIGO ANNO 1660. KLOKKENGIETERI AARLE-RIXTEL (N.-Bn.)
TFLENRAM-AORES: KLOMKENGIETERIJ TELEFOON INTERC WO. 3 REKENING afa.l.
Nov 4:9. 'Geleverd als vrachtgoed franco
?naar station Woerden:DRIE ?klokken,tenieuwe weten: 188 100 ??,# en wegende 610 kilo, | !bes 90_cM.$ en wecende 423% kilo jen c 78 oM?g en wegende 2 kilo | ?brute dus 1317% kilorde klepeiri |gen wegen 7% kilo,netto aan klok | ?metaal dus geleverd 1310 kilo a | j£.3.15 per Kilos f. id. Zware geconstrueerde yzeren klokKkestoel voor 3 klokken met bronzen lagers, ,tuimelassen,luiraderen,ge?smeed yzeren Klepels en beugels:
Totaal: f. 5281.50
Op 14 Juni 1920 hlerop betaald: fl 16d3.35 .Jon.
te voldoen:s f.|3678.15
De ZeerEerw.Heer J.PAARDEKOOPER, Pastoor, '' ?? KAMERIK, by Woerden, DEBET
1921. an PETIT & FRITSEN.
Blyft
? EN ACCOORD BEVONDEN = | ed: Ki ? 72 Masse.
Pastoor Paardekooper blijkt een praktisch man te zijn geweest of had hij misschien hoogtevrees ?- in ieder geval wilde hij de klokken wijden véérdat ze in de toren werden opgehangen. Daarom vroeg hij bijtijds verlof aan Monseigneur de Bisschop:
Kamerik, 2 November 1921 Monseigneur,
Vorig jaar werd door Uwe Doorl. Hoogw. aan het Kerkbestuur toegestaan drie luiklokken aan te schaffen. Dezer dagen ontving ik bericht dat zij waarschijnlijk reeds einde dezer week zouden aankomen. Het zou mij aangenaam zijn als Uwe Doorl. Hoogw. mij zou willen toestaan deze klokken te zegenenalvoorens zij ter plaatse gebracht worden.
Met de meeste hoogachting van Uwe Door. Hoogw. de gehoorzame dienaar
VOOR DE KEURING
Niet iedereen weet, dat nieuwe klokken eerst ?voor de keuring? moeten, voordat ze in functie mogen treden. Er is een ?Klokken- en Orgelraad' die de keuring verzorgt. En wat lezen we daarover in de notulen (27 nov. 1921) van het Kerkbestuur?
De nieuwe klokken in den toren zijn door proefluiden door een commissie uit den Nederl. Klokken- en Orgelraad gekeurd. De twee ootste klokken werden onvoorwaardelij goedgekeurd, terwijl de leinste een weinig te hoog werd bevonden. De klokkengieter stelt woor een geheel nieuwe klok te gieten voor eigen rekening, wanneer het Kerkbestuur de onkosten van verzending en ophangen betaalt. Dit voorstel aangenomen?.
Wg. À N euteboom, secr.
? ?? #? ??? ??: Kor
8.
140 Jaar R.K. Parochie St. Hippolytus aan de Kanis, waarvan 60 jaar met de eerste kerk (tot 1915) en 80 jaar met het huidige gebouw. Dat mag voor ons een gelegenheid zijn om wat interessante feiten uit de parochiegeschiedenis op te diepen.
Dit boek bevat een beschrijving van de Historie van de R.K. St. Hippolytuskerk aan de Kanis. Samengesteld met een serie artike len uit het Parochieblad ‘Pro el’ W.J. de Valk Parochie-assistent (1980-2004)