8 – MILITAIRE COURANT
Verhalen van de werkvloer Tijdens de eerste en tweede golf van de COVID-19-pandemie liepen de besmettings- en sterftecijfers hoog op en viel overal zorgpersoneel uit. Vanuit zorginstellingen en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kwamen verzoeken om militaire bijstand. Twee militair verpleegkundigen vertellen over hun ervaringen. Sergeant-1 Carmen ‘Ik werk als algemeen militair verpleegkundige en verleen traumazorg aan militairen. Ook geef ik eerstelijns consulten, zogezegd huisartsenzorg, en ben daarmee de verlengde arm van de arts tijdens oefeningen en uitzendingen. In maart 2020 zat ik in een opwerktraject voor de eFP-oefening in Litouwen. Het was eerst onzeker of we wel konden gaan, zelfs tijdens onze quarantaine, maar uiteindelijk zijn we er drie maanden op oefening geweest en kwam ik in juli terug. ‘Tijdens de tweede golf ben ik wel in Nederland ingezet. In september hoorden we dat het UMC Utrecht om steun had gevraagd. Het UMC zou een opvangziekenhuis worden om andere locaties in de regio te ontlasten. Er is dus een cohortafdeling geopend met een gelijke verdeling van militaire en burgerverpleegkundigen. ‘Mijn eerste indruk van deze burgeromgeving was “even wennen”, maar als AMV’er werken we elk jaar in elk geval drie maanden in een civiel ziekenhuis om onze BIG-registratie te behouden. Nu sta ik ineens al vijf maanden achter elkaar op dezelfde locatie. Het gaat me nu wel makkelijker af dan in het begin en ik heb me de protocollen en werkwijzen van het UMC helemaal eigen gemaakt. Waarschijnlijk zijn we hier tot 1 mei, maar dat is nog onzeker. ‘Ondanks dat het heel zinvol werk
is wat ik nu doe, word ik er wel aan herinnerd waarom ik voor militair verpleegkundige heb gekozen. Dat is afwisselender in locaties en situaties. Ik werk als individueel verpleegkundige bij een peloton met een chauffeur op een ziekenauto, waarna we samen worden “aangeklikt” bij een eenheid. Je komt dus altijd bij een andere groep mensen terecht, waar je meer verantwoordelijkheden hebt (want ik ben de enige met medische kennis) en waar ze je vertrouwen. Ik ben gewend keuzes zelfstandig te maken, natuur-
lijk op basis van van tevoren gemaakte afspraken, want de arts blijft altijd eindverantwoordelijke. In het ziekenhuis moet ik alles wat ik bij een patiënt wil doen, eerst overlegd hebben met een arts. Dus dat voelt als een belemmering. ‘Een ander verschil is dat je op een verpleegafdeling veel meer bezig bent met de langdurige zorg voor mensen en dat je meer moet klinisch redeneren. Wat is de beste behandeling? Bij Defensie ben je korte zorgperiodes van pakweg een kwartier gewend, daarna laat je ze alweer los.