6 – MILITAIRE COURANT
Luisteren zonder oordeel De ontwikkelingen in Afghanistan hebben, zeker in defensiekringen, de afgelopen weken veel teweeggebracht. Zo ook op de redactie van de Militaire Courant. Wat opviel was dat de vraag of de missie zin heeft gehad vaak wordt gesteld in de media. Om meer inzicht in deze zinvraag te krijgen spraken wij Hoofdkrijgsmachtraadsman, hoofd van de humanistisch geestelijke verzorging, Erwin Kamp. DOOR DE REDACTIE
E
rwin vertelt dat men eigenlijk aan andere vragen voorbijgaat als we ons gelijk afvragen of de missie zin heeft gehad. ‘In de hele discussie rond de vraag naar de zin of onzin van de missie naar Afghanistan, gaan we eigenlijk aan twee vragen voorbij. Ik merk ook dat mensen van de snelle antwoorden zijn, maar ik ben meer van de trage vragen. Ik zie het als mijn opdracht om uit te leggen wat zingeving is. Het begint met de vraag waaruit zingeving bestaat. We horen mensen heel vaak de vraag stellen: “Was het zinvol dat we daar waren?” Maar dan vindt er ook heel snel een antwoord plaats op basis van beelden die je bijvoorbeeld op de televisie ziet. En: wie bepaalt dat dan? Langs welke manier van kijken bepaal je of iets zinvol is of niet zinvol is?’ Daarnaast is er een belangrijk verschil tussen zin en nut. ‘Zin heeft meer met waarde te maken. Als je het over nut hebt, wordt er heel snel gekeken naar materiële bijdragen; iets is nuttig of niet nuttig. Hier zit een belangrijk onderscheid in: de vraag naar het nut van iets, of de vraag naar de zin van iets. Ik denk dat de vraag naar de zin dieper is en verder gaat, dan de vraag of iets nuttig is. ‘Zingeving heeft dus heel erg met immateriële waarde te maken, dus wat voor jou betekenisvol is, wat voor jou het leven de moeite waard maakt. Ik denk dat dat een heel belangrijk onderdeel is van zingeving.’
Vier onderdelen van zingeving
naartoe gingen, gaat daar eigenlijk aan vooraf. Wat was de reden? Dat had te maken met de aanslag op de Twin Towers en Washington, toen Al Qaida Amerika aanviel en zij met islamitisch terrorisme een bedreiging vormden voor de wereldvrede. Dus de morele rechtvaardiging voor de missie was om de Taliban, die onderdak gaf aan Al Qaida, te verdrijven, en te zorgen dat ze dat niet meer zouden doen. Wij hechten heel erg aan vrijheid in het Westen, dus die morele rechtvaardiging waarom wij daarnaartoe gingen was omdat onze vrijheid bedreigd werd, en wij die vrijheid voor onszelf willen behouden en veiligstellen. Dat vind ik eigenlijk nog het sterkste argument voor mijzelf voor die uitzending naar Afghanistan; de morele rechtvaardiging daarvan. ‘Het derde element dat bepaalt of iets zingevend is of niet, is dat mensen een bepaald gevoel van regie moeten hebben, dus dat je op een situatie invloed kan uitoefenen. Wat ik voor Afghanistan belangrijk vind van de inzet van Nederland is dat wij de Dutch Approach hebben geïntroduceerd. Dus het ging over defense, development en diplomacy. Dat leidde tot een “3D-aanpak”. Maar ook heel praktisch gezien: wij als Nederland kozen ervoor om bijvoorbeeld bepaalde momenten zonder helm rond te lopen. We hadden heel snel door dat als je voet aan de grond wilt krijgen in Afghanistan, je iets moet doen om de hearts and minds van Afghanen te winnen. Dus niet met je geweer op je borst een dorp binnenvallen, maar misschien met dat geweer naast je, en misschien met voedsel of een goed gesprek. Op die manier kom je veel sneller binnen, en bereik je eerder je doel dan wanneer je heel agressief binnenkomt. Er is een groot verschil tussen de Nederlandse en de Amerikaanse aanpak, waarbij Amerikanen toch de neiging hebben om er direct met gestrekt been in te gaan, en al snel ook naar een wapen te grijpen. Wij hebben die eigen regie dus gehad, omdat we gekozen hebben voor deze aanpak. We hadden ook de Amerikaanse aanpak, maar we hadden enige speelruimte om daarvoor te kiezen. ‘Het laatste punt is ook een heel belangrijk onderdeel
‘Dus de morele rechtvaardiging voor de missie was om de Taliban, die onderdak gaf aan Al Qaida, te verdrijven.’
Zingeving is dus veel gecompliceerder dan een ja- of neevraag, legt Erwin uit. ‘Wat voor mij altijd heel erg behulpzaam is, is de theorie van Roy Baumeister, een Canadese filosoof die zingeving heeft uitgelegd aan de hand van vier elementen. Ten eerste moet er sprake zijn van een doel dat je voor ogen hebt, iets moet een richting hebben. ‘Het tweede is dat er een soort morele rechtvaardiging moet zijn. Er wordt nog gediscussieerd wat ons doel was in Afghanistan, of het een vechtmissie of opbouwmissie was, maar de vraag waarom we daar-