Verkiezingsprogramma Hart voor Schijndel

Page 1

Gelukkig in Schijndel, gelukkig in Meierijstad.

Verkiezingsprogramma 2017-2022 ‘Hart voor Schijndel’ 1


2


Dit staat er in Inleiding – We zijn dol op Schijndel. En dus gaan we van Meierijstad een succes maken.

4

Waar het ons om te doen is – De vijf van ‘Hart’

6

Samenvatting – Voor wie weinig tijd heeft

8

Bestuur en organisatie – Het gemeentehuis is overal

9

Woon- en leefomgeving – De bewoners van dorpen gaan over die dorpen

14

Samenleving – In Meierijstad zijn we er voor elkaar

19

Zorg – Professionals en inwoners doen het samen

25

Werk – Iedereen doet mee

27

Belastingen en heffingen – Leuker kunnen we het wel maken

Tot slot – Waarom dit zo belangrijk niet is

30

32

Bijlagen

31

Dossier burgerbetrokkenheid – Gelukkig in Meierijstad Dossier duurzaamheid – In Meierijstad wordt duurzaamheid concreet

35

49

Dossier Centrum – Klein maar fijn

59

Dossier zorg en welzijn – In Meierijstad zorgen we voor elkaar 67 Colofon

77

3


Inleiding

We zijn dol op Schijndel. En dus gaan we van Meierijstad een succes maken. ‘Hart voor Schijndel’ is een beetje vreemde eend in de politieke bijt. We beschouwen ons meer als een beweging dan een partij. Maar ook als u ons een partij vindt, dan zijn we nog steeds bijzonder. We zijn immers de enige partij die zich exclusief verbonden heeft met Schijndel en Wijbosch, twee van de dertien kernen. Dat heeft twee redenen. Die redenen vormen min of meer de basis voor ons verkiezingsprogramma.

1. Schijndel en Wijbosch hebben bij de fusie het meest te verliezen. Meer dan de fusiepartners combineert deze gemeente een goede financiële uitgangssituatie met bovengemiddeld goede voorzieningen. Dat zit onder meer in gebouwen: ’t Spectrum, de educatieve basiscentra, het Elde College, woonservicezones, sportaccommodaties en Bizzi – vrijwel zonder uitzondering voorzieningen die de laatste tien jaar zijn gerealiseerd of aangepast en een belangrijke rol spelen in het sociale en culturele leven van de dorpen Schijndel en Wijbosch. Minstens zo belangrijk zijn de zorg en het welzijn in de gemeente. Het armoedebeleid is bijvoorbeeld effectiever dan bij de fusiepartners en de transities1 zijn hier uitgevoerd met een grote en directe betrokkenheid van gemeente en andere partners. We hebben het in Schijndel goed voor elkaar. De vrees dat we de komende jaren daarom het nakijken hebben en lijdzaam toe mogen zien hoe er louter of vooral wordt geïnvesteerd in ‘Rooi’ en Veghel is niet denkbeeldig. Schijndel verdient daarom een eigen partij. Een partij die vanuit de opgebouwde ervaring en de geleerde lessen in Schijndel en Wijbosch werkt om dat te behouden en te versterken in Meierijstad. Die partij heeft haar bestaansrecht inmiddels bewezen. Ons voorstel om ambtenaren in alle kernen te laten werken is overgenomen door een ambtelijke projectgroep. Ons plan met betrekking tot duurzaamheid is door de gemeentelijke organisatie omarmd. Onze visie op eerlijke handel inspireerde de werkgroep die daarmee aan de slag is. Onze mening over de uitvoering van de ‘Wet maatschappelijke ondersteuning’ (Wmo) deed de Wmo Adviesraad tot twee keer bij ons langskomen. Directeuren van Agrifood Capital en een 1 De transities, zo wordt het proces genoemd waarbij een reeks wetten voortaan door gemeenten worden uitgevoerd in plaats van door het Rijk en de provincie: de Wet maatschappelijke ondersteuning, Jeugdwet en Participatiewet. 4


thuiszorgorganisatie nodigden ons uit en die van de GGD zette haar deur voor ons open. Onze standpunten horen we nogal eens terug via andere fracties – dat gebeurde bijvoorbeeld bij armoedebestrijding, burgerbetrokkenheid en afvalscheiding. Onze roep om na de fusie Schijndel te blijven koesteren, is ook door nogal wat andere raadsleden overgenomen. We zijn er blij mee.

2. We gunnen Meierijstad alles wat we Schijndel gunnen. Hoe dol we ook zijn op Schijndel en wat we in die gemeente voor elkaar kregen, we willen oprecht en graag dat álle inwoners van Meierijstad gelukkig zijn. En hoewel we zien dat er hier en daar wat op het beleid in Schijndel is aan te merken, zouden we de aanpak in ons dorp graag tot maatstaf willen verklaren voor Meierijstad. Dat niet alleen: we hebben enkele concrete, vernieuwende en geluk bevorderende ideeën die we graag eerst in Schijndel en Wijbosch ‘uitrollen’ en bij gebleken succes in andere dorpen. Ideeën die gaan over zorg, welzijn en eigen verantwoordelijkheid voor wijken en dorpen. Juist omdat de huidige gemeente Schijndel zaken goed voor elkaar heeft, kunnen we ze eerst hier uitvoeren. De ervaringen die we zo in onze innovatieve dorpen opdoen, kunnen vervolgens voor heel Meierijstad gelden. Bent u een lezer uit een ander dorp dan Schijndel of Wijbosch: dit verkiezingsprogramma gaat ook over u. Vergeet even onze naam en lees. U krijgt er geen spijt van. Want we houden dan wel veel van Schijndel en Wijbosch, we gaan samen met u van heel Meierijstad een succes maken. En verder vinden we dat politieke partijen zichzelf vooral niet te belangrijk moeten maken. In de toekomst verplaatst de beslissingsbevoegdheid zich naar de dorpen en wijken en de burgers die daar wonen. En doen partijen er steeds minder toe – en ja, dat geldt ook voor ‘Hart voor Schijndel’.

Schijndel en Wijbosch hebben, dankzij hun voorsprong, het meest te verliezen bij de fusie. Dus moeten de voorzieningen daar beschermd en verdedigd worden. Het hoge niveau van voorzieningen in de huidige gemeente Schijndel gunnen we ook de rest van Meierijstad. Schijndel en Wijbosch kunnen daarin de weg wijzen. Schijndel en Wijbosch hebben alles in zich om innovatieve ontwikkelingen juist hier te ontwikkelen en daarna in de rest van Meierijstad uit te rollen. Politieke partijen doen een stap terug. Burgers nemen het voortouw!

5


Waar het ons om te doen is

De vijf van ‘Hart’ We vinden overal wel wat van, maar concentreren ons op vijf thema's. De vijf van 'Hart' noemen we ze.

1. Iedereen mag en kan meedoen. In Meierijstad hoort iedereen erbij. Rijk, arm, slim, nog slimmer, werkend, werkloos, jong, oud, autochtoon, allochtoon, gezond, ziek: iedereen kan meedoen in de samenleving. En van iedereen verwachten we dan ook het een en ander.

2. De zorg is toegankelijk voor iedereen. Wie zorg nodig heeft, kan terecht bij mensen die deskundig zijn. Bij ervaringsdeskundigen bijvoorbeeld. Zorg en hulp komen bij voorkeur uit sociale netwerken. Of, als dat niet kan of lukt, van professionals.

3. Inwoners doen mee aan het openbaar bestuur en dat vinden die inwoners leuk en belangrijk. We houden op met burgers naar de politiek lokken. We gaan het andersom doen. We gaan inwoners zeggenschap geven over hun straat, buurt, wijk en dorp. Dat vraagt om een gemeentebestuur dat stimuleert, faciliteert, ondersteunt en het lef heeft de regie los te laten. Om een gemeente die geld, bemoeienis, verantwoordelijkheid en zeggenschap aan dorpen en wijken geeft. De start van Meierijstad wordt zo geen schaalvergroting, maar juist schaalverkleining. We zorgen er zo ook voor dat de dorpen leefbaar blijven, met dank aan de bewoners van die dorpen.

4. Samen zijn we duurzaam. Meierijstad is duurzaam. Wat we doen, is goed voor mensen, natuur en milieu. We laten het niet bij woorden. Zo bouwen we vooral huizen die energie leveren. Maar we hebben nog meer, bijzondere praktische, ideeën 2.

2 Zie bijlage 2: ‘Dossier Duurzaamheid – In Meierijstad wordt duurzaamheid concreet’, pagina 49. 6


5. We heten niet voor niets ‘Hart voor Schijndel’. Schijndel heeft, aldus onafhankelijk onderzoek 3, de meest sterke sociale netwerken binnen Meierijstad. In Schijndel kunnen we daarom sneller en effectiever nieuwe initiatieven ontwikkelen die mensen zelfstandiger en gelukkiger maken. De ervaring die we zo opdoen, zijn de moeite waard voor andere kernen.

3 ‘Veerkracht in beeld’, PON, 2015. 7


Samenvatting

Voor wie weinig tijd heef Juist omdat de schaal van de gemeente groter wordt, wil ‘Hart voor Schijndel’ dat die gemeente een toontje lager gaat zingen. Dat ze taken, verantwoordelijkheden, budgetten en zeggenschap maximaal aan burgers in wijken en dorpen overlaat. Zo zorgen we ervoor dat de gemeente er steeds minder toe doet en de dorpen en wijken steeds meer. En dus de inwoners van die dorpen en wijken. U dus. Tegelijkertijd willen we dat de gemeente in alle kernen zichtbaar en bereikbaar is. Dat ambtenaren, en dan vooral die met publiekstaken, hun laptop uitklappen in de wijk- en dorpshuizen. Juist omdat de gemeente burgers gaat stimuleren om het heft in handen te nemen, is dat van belang. Een overheid willen we dus, die dicht bij haar inwoners werkt. En daar inwoners helpt en adviseert om zelf te doen wat ze zelf willen en kunnen doen. Waarbij die inwoners verantwoordelijkheid nemen over het onderhoud van groen, de zorg aan kwetsbare buren, het welzijnswerk en zelfs de inrichting van het openbare gebied. De overheid ondersteunt niet alleen, maar bewaakt ook de belangen van minder of niet actieve burgers. Ook houdt ze het belang van duurzaamheid nadrukkelijk in het oog. ‘Hart voor Schijndel’ doet een reeks concrete aanbevelingen op dit gebied. Schijndel staat er goed voor. Het hoge niveau van voorzieningen en dienstverlening wordt daarom de norm voor de nieuwe gemeente. In Schijndel zelf werken we aan realiseerbare verbeteringen. De kermis gaat terug naar het centrum, het winkelhart houden we bruisend door de omvang aan te passen aan de veranderende behoefte van het winkelend publiek en we gaan een podiumaccommodatie realiseren. Het Citytheater lijkt ons daarbij een prima optie. Het sociale wijkteam vervangen we door meer gewaardeerde en effectievere toegangen tot zorg, zoals de huisarts. De gemeente geeft topprioriteit aan de uitvoering van de Participatiewet. Eén wethouder wordt er helemaal voor vrijgemaakt. Hij of zij gaat de deur platlopen bij ondernemers om kansen te bieden aan mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. De belastingdruk wijkt gemiddeld niet af van wat in de drie fusiegemeenten samen gebruikelijk is. We schaffen de hondenbelasting af. Die is oneerlijk. De sportaccommodaties worden vanzelfsprekend in stand gehouden, waar mogelijk in samenwerking met de verenigingen. Sport is betaalbaar voor iedereen, mede met dank aan de gemeente.

8


Bestuur en organisatie

Het gemeentehuis is overal De slag om het gemeentehuis heeft Schijndel verloren. We hadden van Meierijstad graag een gemeente zonder gemeentehuis gemaakt. Gelukkig zijn er nog genoeg andere mogelijkheden om de gemeente dichterbij inwoners te brengen.

Ambtenaren op pad, zichtbaar en bereikbaar Omdat de betrokkenheid van inwoners bij de gemeente de komende jaren groeit, is het zaak dat bestuurders en ambtenaren meer contact hebben met die inwoners. Om die reden stimuleren we die bestuurders en ambtenaren om hun werk te gaan doen in de dorpen en wijken. Sowieso zetten we ons in voor intensiever contact tussen gemeentebestuur en inwoners. Daarbij gaat het er niet om dat de gemeente als een leverancier de inwoner als een klant beschouwt die tevreden gesteld moet worden. De overheid is van alle inwoners en dus zijn die inwoners medeverantwoordelijk voor die overheid. Dat gevoel mag best meer worden versterkt: ‘De overheid is er voor u, maar u bent er ook voor de overheid’. Zoiets.

Vergaderen in het dorp Het spijt ons dat er wordt geïnvesteerd in de aanpassing van de raadszaal in SintOedenrode. Dure, weinig gebruikte vierkante meters zijn dat. Liever hadden we gezien dat de gemeenteraad in al bestaande zalen zou vergaderen, zoals in de aula van een verpleeghuis. Natuurlijk kost dat, elke keer als er zo’n aula geschikt moet worden gemaakt voor een vergadering, geld. Dat is waar. Maar het is altijd nog goedkoper dan een vaste raadzaal. Zo’n grote ruimte staat ruim 95 procent van de tijd leeg. Afijn, te laat. Wat nog wel kan: de opinievormende raadsvergaderingen 4 zoveel mogelijk in dorpen en wijken houden, zeker als er zaken op de agenda staan die over een specifiek dorp of een specifieke wijk gaan. Inwoners moeten zelf agendapunten kunnen inbrengen voor die vergaderingen. We gaan niet bij voorbaat drempels opwerpen. Pas als blijkt dat dit idee niet werkt of aan zijn succes ten onder gaat, bedenken we drempels. Dan pas. Niet bij voorbaat.

4 Er komt in Meierijstad een nieuwe ‘carrousel’ van vergaderingen. Elk onderwerp komt achtereenvolgens aan bod in een informatieve (bedoeld om kennis te vergaren), een opiniërende (waarin debatten worden gevoerd) en een besluitvormende vergadering. 9


Nieuwe democratie In toenemende mate wordt er geëxperimenteerd met vormen van inspraak, advisering en besluitvorming. ‘Hart voor Schijndel’ volgt de ontwikkelingen op de voet en zag nogal wat goedbedoelde ideeën sneuvelen. Zo zijn we tegen referenda. Een referendum hoort bij directe democratie en Nederland kent een indirecte democratie: mensen kiezen daarbij vertegenwoordigers die namens hen keuzes maken. Twee systemen inéén, dat leidt slechts tot gedoe. Dat is helemaal het geval als het gaat om zo’n volksraadpleging ná een raadsbesluit. Als er dan toch een referendum moet komen, dan liever eentje over zaken waarover de vertegenwoordigers van het volk nog niet hebben besloten. Wat ons onder meer terughoudend maakt: volksvertegenwoordigers gaan doorgaans over het algemeen belang en over de langere termijn, referenda worden juist bedacht als het eigen belang en de korte termijn opspelen. Die twee uitgangspunten zitten elkaar stevig in de weg. Geen referendum dus. In plaats daarvan kiezen we voor zeggenschap van inwoners die veel verder gaat en die ook nog eens veel constructiever is. We gaan de invloed van inwoners op hun leefomgeving wel stevig verbeteren. Dat doen we door burgers verregaande mogelijkheden te geven om zelf het heft in hand te nemen. We komen er in het volgende hoofdstuk op terug.

Adviesraden De Wmo adviesraden5 in de drie fusiegemeenten maken zich op om zich om te vormen tot een Adviesraad Sociaal Domein. ‘Hart voor Schijndel’ stelt vast dat die adviesraad zich richt op zaken waarop de gemeenteraad zich ook op richt. Daar komt nog eens bij dat de gemeenteraad de uitvoering van sociaal beleid kan laten monitoren en onderzoeken door de rekenkamercommissie. Dat maakt het bestaansrecht van zo’n adviesraad discutabel. Toch pleiten we voor een Adviesraad Sociaal Domein en dan vooral een raad waarin ervaringsdeskundigen zitting hebben. Mensen dus, die zelf diensten en producten van de gemeente afnemen op sociaal gebied. We zien voor de Seniorenraad, zoals Schijndel die wel kent en Sint-Oedenrode en Veghel die niet, een goede toekomst binnen de Adviesraad Sociaal Domein. Wat ons betreft is de Seniorenraad vooral een gesprekspartner van de gemeente waar het kwetsbare ouderen betreft. Juist die groep wordt ook en nadrukkelijk bediend door de Adviesraad Sociaal Domein. Daarom stellen we voor dat de Seniorenraad en de Adviesraad Sociaal Domein de handen ineen slaan. Dat voorkomt dubbel

5 De Wmo Adviesraden adviseerden de colleges van B&W in de fusiegemeenten over de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Later kwamen daar de Jeugdwet en de Participatiewet bij, de naam van de raden bleef vooralsnog ongewijzigd. 10


werk én maakt het mogelijk de belangen van ouderen in balans te brengen met de belangen van andere doelgroepen. Wat die andere doelgroepen betreft: we vragen de adviesraden om vooral de jongeren niet te vergeten. Jongeren voelen doorgaans niet voor aansluiting bij belangenorganisaties en dat maakt dat ze minder van zich laten horen dan senioren. In aanloop naar de komende verkiezingen hebben de ouderen laten zien dat ze in staat zijn hun belangen en wensen overtuigend te presenteren aan de lokale politiek. Niet zonder resultaat, ook ‘Hart voor Schijndel’ is gecharmeerd van nogal wat aanbevelingen van de Seniorenraad 6. We vragen de senioren echter met klem niet te vergeten dat ze ook kinderen en kleinkinderen hebben. Verder zien we in de lokale scoutingclubs goede pleitbezorgers van het belang van jongeren, zeker nu ze zich op eigen initiatief hebben gericht op de politieke partijen. Ze zouden een vaste gesprekspartner van het nieuwe gemeentebestuur kunnen zijn.

Betrokkenheid bij de gemeente We blijven gemeentelijke berichten via traditionele huis aan huisbladen verspreiden. Zo lang die bladen in een behoefte voorzien, is het bestaansrecht van communicatie op papier bewezen. Ook fijn: we steunen als gemeente de lokale journalistiek met onze advertenties. Lokale journalistiek is voor het goed functioneren van de democratie relevant. Het initiatief ‘Gast van de raad’7 verdient een vervolg in de nieuwe gemeente. Het initiatief bereikt niet veel mensen, maar de impact op die kleine groep is groot en positief. Dat bereik kan groter worden als ook scholieren meedoen. Het past uitstekend in lesprogramma’s maatschappijleer.

Orde en veiligheid Hoe anders het misschien ook lijkt: Nederland, en dus ook Meierijstad, wordt steeds veiliger. Het veiligheidsgevoel laat echter te wensen over. Dat is niet fijn. Meierijstad investeert daarom in de kernen, stellen we voor. Samen met inwoners zorgen we ervoor dat de openbare ruimte er goed bij ligt. En wat goed is, dat bepalen we tijdens wijk- en dorpsschouwen 8 die ten minste één keer per twee jaar worden gehouden. Wijkbewoners treden daarbij op als gidsen.

6 Zie het hoofdstuk ‘Samenleving: In Meierijstad zijn we er voor elkaar’. 7 Een ‘gast van de raad’ wordt uitgenodigd een raadsvergadering te bezoeken en eet vooraf een broodje met de burgemeester. Daarbij wordt uitleg gegeven over de mores van raadsvergaderingen. 8 Wijk- en dorpsschouwen zijn inspecties van de openbare ruimten. Er wordt deelgenomen door inwoners, gemeentebestuurders en professionals (ambtenaren, waaronder verkeerskundigen en beheerders openbare ruimte) 11


‘Hart voor Schijndel’ vindt blauw op straat belangrijker dan blauw in een politiebureau. Toch willen we dat de gemeente zich inzet voor het behoud van het bureau in Schijndel. Het is omdat we niet nog meer leegstand willen. We zijn het gemeentehuis ook al kwijtgeraakt. Niet alleen willen we meer blauw op straat, we zien de wijkagent ook graag meer in de klas. Het in andere gemeenten al bekende systeem voor schooladoptanten 9 verdient navolging in Meierijstad. We complimenteren wijkagenten in Schijndel met de manier waarop ze via sociale media zichtbaar proberen te zijn. We hopen dat hun bekendheid ook groeit bij mensen die níet op Twitter zitten. Wijkagenten blijken vooral belangrijk in het voorkomen van problemen. ‘Hart voor Schijndel’ zet ze graag nog meer in. Hoe goed het ook met veiligheid gaat: het is zorgwekkend dat Brabant het drugslab van Nederland lijkt te worden. In de omgeving van Schijndel is in het buitengebied al chemisch afval aangetroffen. Om meer dan één reden is het zaak deze vorm van criminaliteit stevig aan te pakken. De burgemeester heeft hierin een specifieke verantwoordelijkheid. ‘Hart voor Schijndel’ wil dat de burgemeester van Meierijstad daadkrachtig en streng is. Drugspanden moeten dicht. Maar er is ook meer aandacht nodig voor de handel in drugs. Verder pleiten we voor het voortzetten en versterken van de aandacht voor preventie. Want de productie en verkoop van drugs moeten het toch uitsluitend hebben van de vraag. De gemeente is bereikbaar en zichtbaarin alle kernen, bijvoorbeeld omdat ambtenaren in de wijk- en dorpshuizen daar hun werk doen. Vergaderingen van en met volksvertegenwoordigers hebben niet alleen in de raadzaal in Sint-Oedenrode plaats, maar in diverse kernen. Referenda passen niet bij ons systeem van representatieve democratie. Wat meer effect heeft: inwoners direct zeggenschap geven over hun straat, buurt, wijk en dorp. Seniorenraad en Adviesraad Sociaal Domein slaan de handen ineen. Jongeren laten zich moeilijk vertegenwoordigen en verdienen extra aandacht van de gemeenteraad Wijkagenten zijn cruciaal voor veiligheidsbeleving. We zien ze graag ook op school. Meer aandacht drugsbestrijding en preventie, bijvoorbeeld op plaatsen waar veel wordt gehandeld.

9 Bij het school-adoptantenplan worden wijkagenten gekoppeld aan bepaalde basisscholen. Ze zijn er vaak te gast en werken mee aan de uitvoering van een lesprogramma, zoals de methode ‘Doe effe normaal’. 12


Woon- en leefomgeving

De bewoners van dorpen gaan over die dorpen Het is min of meer het bestaansrecht van ‘Hart voor Schijndel’: het streven naar maximale betrokkenheid, verantwoordelijkheid en zeggenschap van inwoners over hun eigen wijk of dorp. De oprichting van de nieuwe gemeente maakt de noodzaak tot kleinschaligheid groter. ‘Hart voor Schijndel’ publiceerde al een rapport over burgerbetrokkenheid 10. Op deze plaats vragen we aandacht voor twee voorstellen uit het stuk ‘Gelukkig in Meierijstad’.

‘Dat kan ik beter’ Eén: geef burgers het recht om taken en diensten van de gemeente over te nemen als ze denken dat ze het zelf beter kunnen. ‘Right to challenge’ heet dit uit Engeland overgewaaide idee. ‘Dat kan ik beter’ wordt het in Eindhoven en Tilburg genoemd. Met een eenvoudige aanpassing van enkele verordeningen is dit recht te regelen. Zo kunnen inwoners huishoudelijke hulp, groenonderhoud, het beheer van een buurthuis of dagbesteding zelf regelen. Het verhoogt de betrokkenheid van inwoners, is nooit duurder en vaak goedkoper (en nee, daar is het niet om begonnen) en leidt tot nieuwe en stevige sociale netwerken.

Budget voor dorp en wijk Twee: laat de gemeente inzichtelijk maken wat er per dorp of wijk wordt uitgegeven. Zo’n wijkbegroting is een goede basis voor een gesprek met bewoners, al dan niet vertegenwoordigd door een dorps- of wijkraad. Het kan leiden tot verschuiving van budgetten en tot het overdragen van taken en verantwoordelijkheden: ‘Als wij nou zelf het groen onderhouden, kan het geld dat we zo besparen dan naar de huishoudelijke hulp in onze wijk?’ Het antwoord van de gemeente: ‘Natuurlijk kan dat’.

Voorzieningen De leefbaarheid is gebaat bij voorzieningen in de dorpskernen. De gemeente moet het openhouden van scholen, dorpshuizen, sportaccommodaties en buurtwinkels stimuleren en ondersteunen. Daar zijn soms creatieve oplossingen voor nodig, zoals het samenvoegen van functies in één gebouw. Ook kan het nodig zijn inwoners aan te spreken op hun verantwoordelijkheid en vooral op hun mogelijkheden. Met als doel dat zij zich zélf inzetten voor die voorzieningen. Dat 10 Bijlage 1: ‘Dossier 1: Burgerbetrokkenheid – ‘Gelukkig in Meierijstad’. 13


kan soms kinderlijk eenvoudig: doe allemaal boodschappen in de buurtwinkel en die winkel blijft bestaan11.

Leegstand De leegstand van winkels is chronisch. Vooral kernen tot 60.000 inwoners zullen het structureel zwaar krijgen, aldus deskundigen 12. De gemeente moet deze ontwikkeling niet met lede ogen aanzien, maar rap in actie komen. ‘Hart voor Schijndel’ pleit ervoor dat de gemeente het verplaatsen van winkels naar de centra van Veghel, Sint-Oedenrode en Schijndel stimuleert. Er zijn zelfs provinciale subsidies beschikbaar voor het verplaatsen van winkels. Zo kunnen die centra bruisend blijven of, in het geval van Veghel, opnieuw bruisend worden. In de woonwijken en dorpen buiten die centra blijft in het belang van de leefbaarheid vanzelfsprekend plaats voor buurtwinkels. Leegstaande winkelpanden kunnen een woonbestemming krijgen. Dat wordt vanaf 2018 sowieso gemakkelijker, als met de Omgevingswet (zie verderop) de traditionele bestemmingsplannen verleden tijd zijn. Daarnaast pleit ‘Hart voor Schijndel’ voor meer groen in dorpsharten. Daarvoor is een eenmalige afschrijving van een gebouw nodig, maar het voorkomt leegstand en maakt het centrum mooier. We bestrijden leegstand met een leegstandverordening 13. Indien een gebouw zes maanden of langer leeg staat, moet de eigenaar dit bij de gemeente melden en gaat de Leegstandverordening gelden. Binnen drie maanden na de melding voert de gemeente overleg met de eigenaar, het leegstandoverleg. Partijen hebben er belang bij er in deze fase met elkaar uit te komen. Als dit niet gebeurt, kan de gemeente een leegstandbeschikking vaststellen. De gemeente kan zo de eigenaar verplichten voorzieningen aan of in het pand te treffen en andere voorwaarden stellen aan verkoop of gebruik van het gebouw. Vooral voor het dorp Veghel, waar de leegstand groot is, is zo’n verordening welkom.

Groen en spelen Over groen gesproken: inbreiding dreigt het groen binnen de bebouwde kom te verminderen. Daar worden we niet blij van. Waar we wel blij van worden is de wijze waarop burgers het openbaar groen in Schijndel en Wijbosch onderhouden. We zien dezelfde werkwijze graag terug in de andere elf kernen van Meierijstad. 11 Bijlage 3: ‘Dossier 3: Centrum – ‘Klein maar fijn’.

12 Retaildeskundige Cor Molenaar en merkendeskundige Paul Moers bevestigden dit in reacties op de teloorgang van de kledingketens HoutBrox en Duthler. 13 Kennisinstituut Platform 31 bracht een rapport uit over de ervaringen die in de gemeente Oldambt zijn opgedaan met zo’n verordening: http://www.platform31.nl/nieuws/leegstandverordening-als-stok-achter-dedeur. 14


Groen en speelvoorzieningen in dorpen en wijken zijn belangrijk. Waar mogelijk door bewoners zelf te ontwikkelen en te onderhouden, daarbij vanzelfsprekend ondersteund door de gemeente. Als dat in een wijk of dorp niet lukt, stroopt de gemeente zelf de mouwen op.

Omgevingswet De Omgevingswet zet de ruimtelijke ordening op zijn kop. Bestemminsplannen houden op te bestaan en bewoners en gebruikers van gebieden krijgen het recht zelf initiatieven te nemen en daarvoor draagvlak te organiseren. ‘Hart voor Schijndel’ ziet prachtige kansen en bedreigingen. Inwoners van dorpen en wijken krijgen de mogelijkheid baas in eigen kern te worden. Maar tegelijkertijd moeten ze zich meer dan ooit verdedigen tegen mogelijk ongewenste ontwikkelingen. Want zoals de ene burger een plan heeft, zo kan een ander een heel ander idee hebben. En dan is er nog de informele macht van wijk- en dorpsbewoners met geld of grote monden. Hier ligt een nieuwe en belangrijke taak van het professionele welzijnswerk. Die beroepsgroep beseft nog onvoldoende wat de Omgevingswet voor dorpen en wijken gaat betekenen. Daar moet snel verandering in komen 14. Waar we erg voor zijn en wat we dankzij de Omgevingswet straks amper meer hoeven te regelen: woningsplitsing en kamerverhuur.

Natuur en milieu De gemeente Schijndel is met de gemeenten ’s-Hertogenbosch en Oss initiatiefnemer van de website ‘Natuur in de wijk’. Het is zo ongeveer het best bewaarde geheim van Schijndel. Een werkelijk geweldige site 15, vol concrete ideeën waarmee mensen natuur in eigen wijk kunnen bevorderen. Daar moesten we maar eens meer reclame voor maken. Meierijstad gaat, als het aan ons ligt, de biodiversiteit bevorderen. Samen met het Natuur- en Milieucentrum (NMC) en zo kleinschalig als maar kan. Tijdelijk onbenutte gebieden worden natuur, speelplekken of moestuinen. We zien graag meer zogenoemde doorfietsroutes. De gemeente Veghel heeft er al plannen voor op de plank liggen, ook voor Schijndel en Wijbosch zien we mogelijkheden, bijvoorbeeld waar het de verbinding met Veghel betreft. We kunnen leren van de ontwerpers van autosnelwegen: bochten zijn zo vormgegeven dat je er vlot doorheen kan en is er minimaal oponthoud door kruisend verkeer en verkeerslichten. De doorfietsroutes hebben drie of vier rijbanen, waardoor verkeer van verschillende snelheden gemakkelijk te scheiden is. 14 Lees vooral ‘Niet buiten de burger gerekend’, een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau over de rol van burgers én welzijnswerk bij de uitvoering van de Omgevingswet. 15 Natuurindewijk.nl 15


De inwoners van de fusiegemeenten Veghel, Sint-Oedenrode en Schijndel zijn ieder voor zich bovengemiddeld goed op weg met het scheiden en reduceren van afval. Voortgaan op die ingeslagen wegen, is het devies. Waarbij het aantrekkelijk kan zijn om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn van scheiden na inzameling. Steeds meer gemeenten kiezen daarvoor. De voordelen: burgers hebben nog maar één of twee kliko’s en ze krijgen het gemakkelijker, terwijl de gemeente er voor kan zorgen dat zowat alles goed wordt gescheiden. Nadeel is dat burgers hiermee hun verantwoordelijkheid overdragen aan de overheid. Hoe dan ook: het is een onderzoek waard.

Duurzaamheid Als eerste partij in Schijndel heeft ‘Hart voor Schijndel’ de breed gedragen wens tot meer duurzaamheid vertaald naar concrete, effectieve voorstellen. Ze zijn als bijlage bij dit verkiezingsprogramma opgenomen 16. Eén voorstel presenteren we graag op deze plaats. De gemeente Meierijstad kan het bouwen van energieleverende woningen stimuleren, bijvoorbeeld door de bouwleges van die plannen fors te verlagen. Tegelijkertijd kunnen de bouwleges van energie slurpende huizen worden verhoogd. Liever nog zag ‘Hart voor Schijndel’ een verbod op de bouw van dat soort woningen, maar dat is wettelijk nog niet toegestaan. We zijn voorstander van een tweede kringloopbedrijf, te weten in Veghel. Dat is ook goed voor de werkgelegenheid, met name waar het mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt betreft17. ‘Hart voor Schijndel’ staat niet te springen om windmolens te plaatsen. De opbrengsten zijn matig en de bezwaren (lelijk, herrie) groot. Liever investeren we in energie-neutrale woningen en zonnestroom. We worden daarbij gesterkt door de lokale deskundigen bij uitstek. Ze hebben zich verenigd in de Energiecoöperatie, breken een lans voor zonnepanelen en steunden de plannen voor een windmolenpark bij Wijbosch niet.

Fair trade Vanzelfsprekend is ‘Hart voor Schijndel’ enthousiast over eerlijke handel, in het jargon: fair trade. Schijndel is de eerste fair trade-gemeente van Nederland en dus mag Meierijstad voorlopig die titel lenen. Ondanks de enthousiaste inzet van de fair trade-werkgroep in Schijndel, pleiten we er voor de inspanningen op te voeren. De aandacht is nog ietwat eenzijdig gericht op koffie, thee, chocolade en wijn. Verder zijn we kritisch over het wereldwijde keurmerk: te vaak zijn er schandalen rond bedrijven die allesbehalve fair trade zijn en toch dat logo mogen gebruiken. En nee, daar kunnen gemeente, werkgroep en goedwillende burgers niks aan doen. Dat we het hier toch opvoeren, is omdat we willen waarschuwen 16 Zie bijlage 2: ‘Dossier 2: Duurzaamheid – In Meierijstad wordt duurzaamheid concreet’. 17 Zie hoofdstuk ‘Werk: iedereen doet mee’. 16


voor te gemakzuchtig achter predicaten, kleurmerken en logo’s aan te lopen. Overigens vinden we de aankoop van producten uit de eigen regio in veel gevallen ook een vorm van fair trade.

Vuurwerk ‘Hart voor Schijndel’ wil dat er in de gemeente vuurwerkvrije zones komen. Daarbij denken we aan de directe omgeving van basisscholen en het hertenpark.

Wonen We gaan de bouw van energie-neutrale woningen flink stimuleren. Bouwvergunning voor dat soort huizen worden heel goedkoop. Dat wordt betaald door de bouwers van traditionele woningen die energie verbruiken; bouwvergunningen voor die huizen worden fors duurder. We stimuleren graag bouwprojecten waarbij groepen mensen samen opdrachtgever zijn. Ook geven we dorpen de mogelijkheid hun eigen woningprogramma te ontwikkelen en uit te voeren – Wijbosch geldt hier als stimulerend voorbeeld. De gemeente stroopt de mouwen op om rap veel goedkope huurwoningen te realiseren. Daarbij gaat het niet alleen om nieuwbouw, maar ook om woningdeling en woningsplitsing. Met de realisatie van veel goedkope huizen komen we tegemoet aan de groeiende behoefte daarna, onder meer vanwege de komst van statushouders.

17


Burgers krijgen het recht taken van de gemeente over te nemen. Dit ‘Right to challenge’ wordt opgenomen in de verordeningen met betrekking tot het sociaal domein. Wijken en dorpen krijgen een eigen, vrij te besteden, budget. De gemeente zet zich, samen met bewoners, in om kleine kernen leefbaar te houden. Waarbij het vooral gaat om het in stand houden van voorzieningen. De winkelharten van de drie grootste kernen worden op de lange termijn kleiner om zo leegstand te verminderen. Buiten het centrum krijgen winkelpanden woonbestemmingen, zodra winkels daar worden opgeheven. In wijken en dorpen blijven vanzelfsprekend wel buurtwinkels. We gaan door op de ingeslagen weg van het verminderen van restafval. Dat kan mogelijk door te scheiden ná de bron. Groen is een andere oplossing voor chronische leegstand. Meer parken, meer natuur in dorpen en wijken. De Omgevingswet wordt aangegrepen om burgers te helpen hun eigen omgeving in te richten. Bouwleges voor energieleverende huizen worden goedkoper. Bouwleges voor traditionele huizen, die energie slurpen, worden duurder. We willen enkele vuurwerkvrije zones realiseren in Schijndel en de andere kernen. Woningbouw: we stimuleren de bouw van energieneutrale woningen, van collectief particulier opdrachtgeverschap, van bouwprogramma’s door dorpen en van goedkope huurwoningen.

18


Samenleving

In Meierijstad zijn we er voor elkaar Het is opmerkelijk hoe snel en drastisch de visie op de rol van de overheid in de samenleving is veranderd. De waardering voor wat mensen voor zichzelf en vooral voor elkaar doen is gegroeid, terwijl de zorgende en regisserende rol van de gemeente steeds minder vanzelfsprekend is. ‘Hart voor Schijndel’ draagt steentjes aan die ontwikkeling bij én waakt ervoor dat mensen door de mazen van vangnetten vallen.

Ander welzijnswerk ‘Hart voor Schijndel’ pleit voor een herbezinning op het welzijnswerk en daarmee voor welzijnswerk op maat. Het welzijnswerk is nu te aanbodgericht, te centralistisch en – in ieder geval wat Schijndel betreft – te eenzijdig gericht op dagbesteding. De welzijnswerkers moeten de wijken in en dan hebben we het niet over een vergadertafel in een woonservicezone. De monopoliepositie van Welzijn De Meierij in Sint-Oedenrode en Schijndel en van Ons Welzijn in Veghel is te vanzelfsprekend. Graag geven we dorpen en wijken de ruimte om zelf hun welzijnsaanbieder te kiezen en ook nog eens zelf te besluiten welke diensten ze afnemen. Juist het welzijnswerk leent zich ervoor wijk- en dorpsbewoners zelf de kans te bieden taken van professionals over te nemen. Daarbij kan worden gedacht aan dagbesteding. De gemeente Meierijstad bouwt fasegewijs de subsidie aan welzijnsorganisaties af. In plaats daarvan koopt ze diensten in. Precies zoals de gemeente dat doet bij al haar andere leveranciers.

Armoedebeleid Schijndel heeft zo ongeveer het maximale uit het armoedebeleid gehaald. Vooral in het bereiken van mensen die recht hebben op specifieke regelingen doet de gemeente het goed18. Dat gunnen we ook de inwoners van onze fusiegemeenten – de persoonlijke aanpak die we hier kennen gaan we ook daar uitvoeren. Daarnaast maken we werk van het voorstel dat al bij herhaling door ‘Hart voor Schijndel’ is gedaan met betrekking tot preventie. Mensen die het risico lopen in de toekomst arm te worden zijn nu al bekend. En we kunnen ze nu al bereiken, via professionals. Via de advocaten die echtscheidingen regelen en de psychologen die mensen met depressieve klachten helpen. Het gaat daarbij onder meer om mensen die gaan scheiden – ze kloppen vrijwel zonder

18 Schijndel bereikt al jarenlang ruim 80 procent van de mensen die recht hebben op speciale regelingen. Dat is flink meer dan het landelijk gemiddelde. 19


uitzondering bij advocaten aan en dus gaan we ervoor zorgen dat die juristen met klem wijzen op de financiële gevolgen van een scheiding. En op de hulp die er nu al voor hen is. Wat betreft mensen voor wie preventie te laat komt, pleiten we voor acties die mensen snel uit geldzorgen halen. Dat kan bijvoorbeeld in samenwerking met zorgverzekeraars. Zoek premiewanbetalers op en biedt hen een betalingsregeling en directe inhouding van de premie op de bijstand aan. Zo hoeven zij niet langer te stressen over boetes en dreigbrieven. Een soortgelijke actie kan met woningcorporaties worden opgezet. Het lijkt betuttelend, maar de ervaringen in andere gemeenten zijn positief. Niet alleen voor die verzekeraars en corporaties, ook en vooral voor de betrokken mensen zelf.

Kunst en cultuur Schijndel is een kunstdorp. Maar laten we niet overdrijven: de gemiddelde Schijndelaar is niet kunstminnender dan die van Sint-Oedenrode of Veghel. We hebben wel meer kunst en dat is te danken aan een oud-burgemeester die daar nogal wat gemeenschapsgeld voor over had, met steun vanzelfsprekend van college en gemeenteraad. Die kunst moet goed geconserveerd en toegankelijk zijn. ‘Hart voor Schijndel’ pleit voor de oprichting van een soort stedelijk museum, al klopt die benaming natuurlijk niet – we zijn immers een gemeente van dertien dorpen. Maar zoiets dus, een gemeentelijk museum waarin de kunst van de drie fusiegemeenten wordt samengebracht, beheerd en gepresenteerd. In Schijndel graag, dat museum – vanwege het feit dat de meeste openbare kunst van Meierijstad hier vandaan komt. Minstens zo belangrijk vinden we het stimuleren en ondersteunen van kunstbeoefening. Ook willen we de belangstelling voor kunst en cultuur bij kinderen en jongeren stimuleren. Schijndel krijgt of houdt eigen prijzen en initiatieven op het gebied van kunst, zoals de dorpsschrijver. De kunst- en cultuurprijs vernoemen we graag naar iemand die voor Schijndel van belang is geweest. Wat gedacht van de Wiek de Laat-prijs? Het moest er onderhand maar eens van komen: een podiumaccommodatie voor Schijndel. Voor Youp van ’t Hek willen we best naar het Theater aan de Parade in ’s-Hertogenbosch, Markant in Uden of de Blauwe Kei in Veghel – maar voor kleinschalige en lokale optredens verdient ons dorp een eigen podium. We denken daarbij aan het Citytheater.

Sport en ander verenigingsleven Cultuur, sport en recreatie zijn bij voorkeur thema’s voor inwoners, al dan niet in verenigingsverband. De taak van de gemeente is initiatieven zo min mogelijk in de weg te zitten en te stimuleren en faciliteren waar nodig en mogelijk. Wat verenigingen en vrijwilligers zelf kunnen en willen doen, doen ze zelf. En dus zijn we blij met sportverenigingen die accommodaties van de gemeente willen overnemen. 20


De gemeente Schijndel heeft in het verleden fors geïnvesteerd in kunstgras. We zijn terughoudend dat beleid voort te zetten, omdat kunstgras nogal eens overbodig is: zeker waar, aan de randen van bebouwde kommen, plaats genoeg is voor meerdere velden. De gemeente hangt niet gemakzuchtig achterover, maar bewaakt de toegankelijkheid, bereikbaarheid en nabijheid van alles wat er op het gebied van sport, cultuur en recreatie gebeurt. Daarbij hoort ook dat inwoners met een smalle beurs en gehandicapten mee kunnen doen. Op het gebied van sport zien we Stichting Sport Stimulering Schijndel een voorbeeld voor heel Meierijstad.

Jeugd en onderwijs Extra aandacht hebben we voor de jeugd en daarmee voor het onderwijs. In een vergrijzende samenleving is de aandacht daarvoor niet vanzelfsprekend en al helemaal niet in Meierijstad – de senioren hebben zich hier goed verenigd en weten de aandacht van politici en kiezers prima te trekken. We zouden de jeugd daardoor bijna vergeten. Bijna. Ook voor onderwijs geldt: nabij, bereikbaar en toegankelijk. We zoeken daarbij de balans tussen kleinschaligheid en kwaliteit. Het onderwijs is een zaak van de schoolbesturen en professionals, maar de gemeente heeft ook belangrijke taken. Die gaan verder dan huisvesting. Zo knokt de gemeente er in de optiek van ‘Hart voor Schijndel’ voor dat iedereen mee kan doen – in Nederland zijn 16.000 kinderen door het ministerie van Onderwijs afgeschreven, omdat ze te beperkt of kwetsbaar zouden zijn om naar school te gaan. Particuliere initiatieven als Stichting TIM bewijzen dat het anders kan en verdienen de steun van de gemeente. Waarbij we een beroep doen op middelbare scholen: wat in het basisonderwijs kan, moet ook daar mogelijk zijn. Schijndel was er met de oprichting van educatieve basiscentra vroeg bij. Scholen en partners zijn nu bezig met de volgende stap, die van integrale kindcentra. ‘Hart voor Schijndel’ is er enthousiast over, maar vraagt aandacht voor de fusiegemeenten. Daar zijn vaak nog veel kleine scholen te vinden. Het is zaak dat het onderwijs daar niet achterop raakt en vergelijkbare synergie creërende samenwerkingsverbanden smeedt als in Schijndel. De gemeente heeft daarin een belangrijke rol, onder meer als financier van de huisvesting. Omdat iedereen mee moet én wil doen in onze samenleving, is Nederlandse taalvaardigheid een noodzaak. Vandaar dat Hart voor Schijndel een pleitbezorger is van gratis taal- en alfabetiseringscursussen voor hen die de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheersen. ‘Hart voor Schijndel’ knokt voor het behoud van basisonderwijs in alle kernen. Zie voor meer informatie daarover het hoofdstuk ‘Wijken en dorpen’. We zijn enthousiast over het zogenoemde ‘herstelrecht’. Dit gaat uit van het idee dat iedereen, ook zij die een ‘overtreding’ begingen, nodig zijn voor een gemeenschap. Herstelrecht gaat uit van een actieve rol voor de overtreder 21


binnen de gemeenschap om de geleden schade te herstellen. ‘Hart voor Schijndel’ zou deze denk- en werkwijze in Meierijstad leidend willen maken. Dat kinderen op jonge leeftijd al in aanraking komen met andere kinderen, in een andere omgeving, is goed voor hun ontwikkeling. Kinderopvang is daarom, naast gastouderschap en het onderwijsaanbod, noodzakelijk in een gemeenschap. Hart voor Schijndel pleit voor toegankelijke locaties in de buurten en ziet dit soort activiteiten ook graag door buurten en wijken via ‘Ik kan het beter’ zelf geregeld worden. Agrifood Capital19 heeft naar eigen zeggen oog voor jongeren, zeker waar het gaat om het vergroten van kansen op de arbeidsmarkt. ‘Hart voor Schijndel’ vindt dat fijn, maar vindt het nog ietwat vaag wat die organisatie van overheden, ondernemers en onderwijs nu precies doet. We volgen de club kritisch, zeker als er mooie beloften worden gedaan. ‘Hart voor Schijndel’ erkent het belang van de samenwerking tussen onderwijs en ondernemers die Agrifood belooft én pleit er voor dat de gemeente Meierijstad er lokaal zelf mee aan de slag gaat. Juist de lokale overheid kan en moet hier initiatiefnemer in zijn. Het leidt tot betere medewerkers in bedrijven, meer aandacht van ondernemers voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en onderwijs dat meer vraaggericht is. Overigens mag de aandacht voor de ontwikkeling van kindcentra niet ten koste gaan van het behoud van scholen in kleine kernen. Hier ligt een taak van schoolbesturen, partners van scholen, gemeente en inwoners. Wat die laatste groep betreft: ‘Hart voor Schijndel’ versterkt graag de netwerken binnen dorpen en weet dat dit ook de kinderen ten goede komt. We halen in dit verband graag een Afrikaans gezegde aan: ‘It takes a whole village to raise a child ’.

Senioren Seniorenraad Schijndel en de KBO-afdelingen binnen de toekomstige gemeente Meierijstad hebben als Werkgroep Ouderenbeleid Meierijstad begin dit jaar samen een notitie gepubliceerd, die ze tevens als boodschap aan de politieke partijen presenteerden. ‘Hart voor Schijndel’ onderschrijft het belang van aandacht voor en investeren in ouderenbeleid en kan zich vinden in een groot aantal wensen van de schrijvers van de notitie. Zo onderschrijven we het belang van voldoende senioren- en zorgwoningen en varianten daarop. We wijzen er daarbij op dat de belangstelling van nogal wat goedbedoelde woningen landelijk laag is en pleiten om die reden om bouwplannen vooral goed doordacht te maken, af te stemmen op de behoefte dus. Enthousiast zijn we over initiatieven, onder meer in ’s-Hertogenbosch, waarbij zorgbehoevende ouderen samen kunnen blijven wonen met hun partner. Vermeldenswaard zijn ook de thuishuizen, kleinschalige woonvormen voor alleenstaande ouderen. 19 Agrifood Capital is een samenwerkingsverband van gemeenten, bedrijven en onderwijsinstellingen in Noordoost-Brabant, bedoeld om die regio vooral economisch verder te ontwikkelen. 22


Vanzelfsprekend spannen we ons in voor het behoud van het, ook door de Seniorenraad als zodanig betitelde, goede niveau van zorg, welzijn en maatschappelijke voorzieningen. We stimuleren graag straat-, buurt-, wijk- en dorpsinitiatieven op dat gebied. Wat mensen voor elkaar doen is doorgaans waardevoller, warmer en niet zelden beter dan wat professioneel wordt georganiseerd. Ook versterken we zo onderlinge solidariteit en begrip. Dit is nadrukkelijk geen bezuiniging, want ook dit werk dient te worden gefaciliteerd en waar mogelijk gefinancierd. De Seniorenraad heeft zich de afgelopen jaren bewezen als een deskundige en kritische gesprekspartner. Het ligt daarom voor de hand dat ook de nieuwe gemeente zo’n raad krijgt en dat gemeente en een te vormen Seniorenraad Meierijstad dus een convenant sluiten. We willen daarbij echter wijzen op een overlap die er bestaat in het werk van de Seniorenraad en de Adviesraad Sociaal Domein, zeker waar het kwetsbare ouderen betreft. Om die reden pleiten we ervoor dat beide raden het gesprek aangaan over intensieve samenwerking, wellicht een fusie.

Bibliotheek De belangstelling voor bibliotheken is tanende. ‘Hart voor Schijndel’ pleit voor actie, voor de laatste medewerker bij de bibliotheek in ’t Spectrum het licht uitdoet. We lokken lezers niet langer naar de ‘bieb’, maar brengen de boeken naar de lezers. De bibliotheek gaat, als het aan ons ligt, decentraal: we vestigen kleine bibliotheken in de educatieve basiscentra, het Elde College en wijk- en buurthuizen.

23


Subsidie voor welzijnswerk wordt vervangen door inkoop van welzijnsdiensten. Behalve de gemeente, kunnen ook groepen inwoners die diensten inkopen. De preventie van armoede wordt verder verbeterd, vooral door inzet van mensen die contact hebben met risicogroepen. Het oplossen van geldproblemen gaat bij armoedebeleid voor lange termijnoplossingen. Meierijstad krijgt een gemeentelijk museum voor de gezamenlijke kunstcollectie. Onderwijs, sport, kunst en cultuur moeten nabij en bereikbaar zijn. Schijndel houdt een eigen prijs voor kunst- en cultuur, mogelijk vernoemd naar Wiek de Laat. De oprichting van educatieve basiscentra wordt gestimuleerd in de huidige gemeenten Veghel en SintOedenrode. Het hoge niveau van zorg, welzijn en voorzieningen voor ouderen wordt gehandhaafd en waar mogelijk en nodig verbeterd. De bibliotheken gaan decentraal.

24


Zorg en hulp

Professionals en inwoners doen het samen De zorg in Meierijstad kan beter. En meer nog: de toegang tot de zorg. ‘Hart voor Schijndel’ doet concrete voorstellen.

Geen apart loket Het sociaal wijkteam is een goedbedoeld, maar mislukt experiment. Het samenvoegen van vooral generalisten van diverse organisaties tot een nieuw loket heeft geleid tot een nieuwe en vooral warrige toegang tot de zorg. De signalen die we krijgen zijn ronduit zorgwekkend. En dat terwijl andere gemeenten leren dat het zoveel eenvoudiger kan: handhaaf de bestaande toegangen tot de zorg, zoals maatschappelijk werk, meneer pastoor, welzijnswerk, wijkverpleegkundigen en vooral de huisarts. Ook kunnen mensen straks een wijk- of dorpshuis binnenwandelen, stellen we voor. Daar zit dan iemand van de gemeente en die zorgt dat er snel een professional of, als dat kan, vrijwilliger komt.

Zet ervaringsdeskundigen in De toegevoegde waarde van ervaringsdeskundigen, bijvoorbeeld als het gaat om armoede, wordt in het algemeen schromelijk onderschat. ‘Hart voor Schijndel’ wil dat ze een vaste plek krijgen binnen het aanbod van zorg en hulp. En als die onverhoopt blijven bestaan in Meierijstad, in de sociale wijkteams. Ook andere betrokkenen uit dorpen en wijken zien we, vanwege hun kennis van die kernen, graag als leden van de teams. Deze ‘amateurs’ kunnen niet alleen meedraaien, maar ook meebeslissen (mede namens cliënten), mee beoordelen en meedenken. Vanzelfsprekend krijgen ze daarvoor betaald, net als de andere leden van het team.

Meer respijtzorg Mantelzorg is doorgaans te verkiezen boven door professionals te leveren zorg. Niet omdat het goedkoper is, maar omdat het fijn is te worden ondersteund door dierbaren. De prijs die mantelzorgers daarvoor betalen is echter hoog. Niet zelden gaan ze er zwaar onder gebukt. De samenleving moet wat van die druk wegnemen. Of beter: overnemen. ‘Hart voor Schijndel’ vindt dat de mogelijkheden voor zogenoemde respijtzorg moeten worden verruimd. De mogelijkheden zijn immers groot: zorgbehoevenden tijdelijk buitenshuis opvangen, een zorgbieder in huis halen en mantelzorgers een korte 25


vakantie bieden. Daarnaast is het nodig mantelzorgers actief te benaderen en te wijzen op de mogelijkheden van respijtzorg.

Stimuleer pgb’s Persoonsgebonden budgetten (pgb’s), waarmee mensen zelf hun zorg inkopen, verdienen de voorkeur boven zorg en hulp in natura. Te vaak, zo is onze ervaring, worden cliënten aangemoedigd om toch vooral de gemeente de zorgaanbieder te laten kiezen. Anders dan in het nabije verleden gebruikelijk was, moet het pgb de standaard zijn. Pas als mensen die verantwoordelijkheid niet willen of kunnen nemen, komt bij de door de gemeente betaalde zorg ‘natura’ in beeld, zorg en hulp waarvan de gemeente bepaalt wie dat levert.

Besteed aan op wijk- en dorpsniveau Zo ver als maar mogelijk is, worden zorg en hulp geleverd door vrijwilligers en professionals in dezelfde wijken en dorpen als waar hun cliënten wonen. Dat maakt die dorpen en wijken sterker. Als groepen inwoners samen een deel van hulp willen verzorgen, kunnen zichzelf aanbieden en zo concurreren met professionele organisaties. Vanzelfsprekend geldt dit niet voor medische zorg, die door gekwalificeerde beroepskrachten wordt geleverd. Maar het kan wel voor zaken als dagbesteding en hulp in de huishouding. De samenleving heeft te veel werkzaamheden, die mensen in het verleden als vanzelfsprekend voor zichzelf en elkaar verrichten, uitbesteed aan de overheid. Dat maakte die dienstverlening afstandelijk en aanbodgericht. De hoogste tijd om het tij te keren.

We herstellen de status van traditionele verwijzers naar zorg, zoals huisartsen. Zorg wordt ook bereikbaar via alle wijk- en dorpshuizen, waar vertegenwoordigers van de gemeente werkzaam zijn. Bij voortzetting van sociale wijkteams (liever niet): stevig inzetten op kwaliteitsverbetering. Meer deskundigheid en professionaliteit en meer ervaringsdeskundigen in de teams. Meer aandacht voor respijtzorg voor mantelzorgers. Primair kiezen we voor persoonsgebonden budgetten. Slechts als dat niet kan, biedt de gemeente hulp en zorg in natura aan. Zoveel mogelijk wordt hulp en zorg geleverd door professionals en vrijwilligers in de eigen wijk of het eigen dorp.

26


Werk

Iedereen doet mee Strenge eisen voor leveranciers Bedrijven die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kansen bieden, hebben als leverancier een streepje voor. Sterker: wie die verantwoordelijkheid niet neemt, moet een heel goed verhaal hebben om toch een opdracht van de gemeente te krijgen.

Geen verplicht werk voor bijstandsgerechtigden Wie werkloos thuis zit, moet uitgenodigd en uitgedaagd worden om actief te zijn. Maar van tewerkstelling, zoals dat in ’s-Hertogenbosch gebeurt, moeten we weinig hebben. Schijndel heeft daar tot op heden gelukkig niet aan meegedaan en ook Meierijstad doet er, wat ons betreft, niet aan mee. Het is vernederend om mensen fors onderbetaald aan het werk te zetten. Daar komt nog eens bij dat we zo andere mensen werkloos maken.

Sociale dienst: één op één-steun Vrijwel alle acties om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te helpen, falen. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau 20. Een uitzondering is er voor intensieve één-op-één begeleiding. Met groepsgerichte coaching stoppen we daarom. In plaats daarvan maken we binnen de nieuwe sociale dienst mankracht en geld vrij mensen individueel te begeleiden naar werk.

Transitie-arrangementen uitbreiden Wie beschut werk zoekt, kan nu aankloppen bij de sociale werkvoorzieningen IBN en WSD. Er zijn echter meer bedrijven die zo’n werkplek bieden en die komen er op dit moment onvoldoende aan te pas. Met als gevolg dat iemand die erg gelukkig zou worden van werken in de horeca, nu bij de WSD andersoortig werk doet. Omdat ze daar geen café of cateringbedrijf runnen.

Tweede kringloopbedrijf in Veghel ‘Hart voor Schijndel’ is enthousiast over het kringloopbedrijf. Het vermindert de afvalstroom, bevordert hergebruik, maakt de aankoop van producten goedkoper, zorgt voor zinvolle dagbesteding en biedt betaald werk aan mensen die er nu

20 Zie: http://www.trouw.nl/tr/nl/4504/Economie/article/detail/4286390/2016/04/21/Begeleiden-vanwerklozen-heeft-bitter-weinig-effect.dhtml 27


amper aan te pas komen. Zo’n kringloopbedrijf komt er in Schijndel, maar er is ruimte voor een soortgelijk initiatief in Veghel.

Wethouder Participatiewet Verhoging pensioenleeftijd, beperking toetreding Wajong, verkorting WW-duur en economische malaise maken dat het aantal bijstandsgerechtigden zal blijven groeien. De gemeente moet daarom alle instrumenten van de Participatiewet maximaal inzetten. ‘Hart voor Schijndel’ is voor het overdragen van taken en verantwoordelijkheden aan burgers, dorpen en wijken – maar dit moet toch echt topprioriteit zijn van de gemeente zelf. We gaan er een wethouder helemaal voor vrij maken. Met achter haar of hem ambtenaren die er een visie op ontwikkelen en bij ondernemers de deur plat lopen. We willen een wethouder met een CV dat klinkt als een klok op dit gebied.

Stimuleer toerisme Sint-Oedenrode, Schijndel en diverse andere kleine dorpen zijn bijzonder en fraai genoeg om meer toeristen te trekken dan nu het geval is. Het gaat daarbij om zowel ‘dagjesmensen’ als verblijfsrecreatie. Samen met betrokken ondernemers kan de gemeente Meierijstad die kernen beter op de kaart zetten, bijvoorbeeld door op zoek te gaan naar de specifieke, onderscheidende kenmerken van de te selecteren dorpen. Doel is op die manier meer werkgelegenheid te creëren en de dreigende leegstand van boerderijen21 tegen te gaan.

Zet mes in steun aan zzp-ers die niet werkt Er zijn nogal wat instrumenten waarmee de gemeente momenteel zzp-ers ondersteunt. ‘Hart voor Schijndel’ vindt dat sympathiek, maar pleit voor een kritische heroverweging van dit soort zaken. Liever zien we dat zo nu en dan de stap naar het zelfstandig ondernemerschap wordt ontmoedigd. Uit diverse onderzoeken blijkt dat veel zzp-ers het hoofd amper boven water houden, dat ze slecht zijn verzekerd en dat ze worden uitgebuit als concurrenten van mensen in loondienst22. Wie leverancier is van de gemeente, doet zijn best mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werk te bieden. Geen verplicht onbetaald werk voor bijstandsgerechtigden. De sociale dienst gaat meer één op één begeleiding bieden.

21 Zie: https://www.brabant.nl/actueel/nieuws/2016/april/kwart-boerderijen-in-brabant-leeg-in-2030.aspx 22 Zie: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2015/10/02/eindrapport-ibo-zelfstandigenzonder-personeel 28


Er komt een tweede kringloopbedrijf in Veghel. Meierijstad krijgt een wethouder, exclusief voor beleid en uitvoering van de Participatiewet. Het toerisme wordt gestimuleerd, onder meer door onderscheidende kenmerken van enkele dorpen (Schijndel, Sint-Oedenrode) beter uit te venten. Contraproductieve steun aan zzp-ers wordt afgeschaft.

29


Belastingen en heffingen

Leuker kunnen we het wel maken Niks mis met belastingen. Het is, net als vrijwilligerswerk, een bijdrage van inwoners aan de lokale samenleving. En dus gaan we hier niet roepen dat de belastingen omlaag moeten. Wel moeten ze billijk zijn.

Weg met de hondenbelasting De hondenbelasting is oneerlijk en moet dus weg. De opbrengst van die belasting gaat niet, zoals wel eens wordt gedacht, naar hondentoiletten en zo. Nee, het geld verdwijnt in de algemene middelen.

Geen winst op leges en heffingen Wie een rijbewijs aanvraagt of zich wel melden als gastouder, betaalt daar een prijs voor die overeenkomt met de kosten die de gemeente voor zo’n aanvraag maakt. Niet meer, want de overheid hoeft geen winst te maken op zo’n dienst. En vooral niet minder, want andere burgers hoeven niet mee te betalen aan het rijbewijs van één inwoner.

Maximaal minimabeleid De overheid moet mensen met weinig geld bijstaan en moet niet de veroorzaker van armoede zijn. En dus ontzien we mensen in armoede waar we maar kunnen. We voeren een minimabeleid dat vriendelijk is voor mensen met een bijzonder laag inkomen en maken reclame voor de mogelijkheden die er voor die mensen zijn.

Korting voor wie duurzaam leef Waar het maar kan, geven we mensen die duurzaam leven zo nu en dan beloningen. De aanvraag van een bouwvergunning voor een huis dat energieleverend is, maken we bijvoorbeeld supergoedkoop. Het geld dat de gemeente misloopt, wordt gecompenseerd door mensen die traditionele, energie gebruikende woningen bouwen. Die betalen namelijk flink meer. Dat is nog steeds kostendekkend, want die mensen veroorzaken maatschappelijke schade. Ook wie minder afval veroorzaakt en/of juist heel extreem goed afval scheidt, verdient een financiële pluim.

Verantwoording afleggen 30


Met een begroting in één oogopslag legt de gemeente één keer per jaar helder in woord en vooral beeld verantwoording af over de voorgenomen besteding van de financiële bijdragen aan burgers.

Financieel gezond De drie fusiegemeenten staan er financieel goed voor en Meierijstad gaat vanzelfsprekend jaar op jaar met een sluitende begroting werken. Schijndel heeft bewezen dat dit gecombineerd kan worden met uitstekende voorzieningen, ook en vooral waar het de min of meer ‘onzichtbare’ dienstverlening betreft. Dat beleid verdienen de fusiegemeenten ook.

OZB De OZB is in de lokale politiek altijd een heikel punt. ‘Hart voor Schijndel’ streeft naar een laag tarief, vast en zeker net als de andere partijen. We voegen er graag aan toe dat eventuele verhoging altijd verbonden moet zijn met specifieke investeringen. Waarover om die reden helder verantwoording kan worden afgelegd aan inwoners. Als het niet uit te leggen is, dan doen we het niet. Het werk rond de OZB, waaronder het bepalen van waarde van woningen, houdt de gemeente in eigen huis. Dat is bewezen beter en goedkoper dan uitbesteden. De hondenbelasting is oneerlijk en wordt afgeschaft. Leges en heffingen zijn kostendekkend. Het minimabeleid wordt maximaal sociaal. Wie aantoonbaar duurzaam leeft, krijgt financiële voordeeltjes. Bouwleges van energieleverende woningen zijn bijvoorbeeld heel goedkoop. De gemeente gaat nog beter verantwoording afleggen over inkomsten en uitgaven. OZB: als er dan toch een verhoging nodig is, dan voor specifieke doelen en investeringen. Met heldere verantwoording. Wat niet uit te leggen is, doen we niet. Het werk rond de OZB doet de gemeente zelf.

31


Tot slot

Waarom dit niet zo belangrijk is Het verkiezingsprogramma is voor elke partij de meest inhoudelijke bijdrage aan de campagne. Dat is voor ‘Hart voor Schijndel’ niet anders. Maar toch. Als het aan ons ligt, wordt de gemeentelijke organisatie steeds minder belangrijk. Dat lijkt onlogisch, want de lokale overheden krijgen steeds meer taken en verantwoordelijkheden van het Rijk. Klopt. Maar in onze optiek moet per taak en per verantwoordelijkheid worden bezien of de gemeente daar wel zo veel mee moet. En of de inwoners niet beter zelf het heft in handen kunnen nemen. Daarbij laten we die burgers niet aan hun lot over. De gemeente zorgt voor geld, spullen en deskundig advies. En houdt in de gaten of bij het delegeren van taken er niemand buiten de boot valt. Als bewoners van wijken en dorpen zelf hun leven en leefomgeving inrichten, wordt de gemeente uiteindelijk minder belangrijk. De verzorgingsstaat maakt zo plaats voor een zorgende samenleving. En verkiezingsprogramma’s doen er dan steeds minder toe.

We delegeren taken, verantwoordelijkheden, budgetten en zeggenschap maximaal aan burgers in wijken en dorpen. Zo zorgen we ervoor dat de gemeente er steeds minder toe doet en de dorpen en wijken steeds meer. En zo maken we politieke partijen, ‘Hart voor Schijndel’ incluis, stukje bij beetje overbodig. Dat is nodig, want het draagvlak voor partijen slinkt.

32


Bijlagen Hierna volgen de dossiers die ‘Hart voor Schijndel’ dit jaar publiceerde. Ze gaan over burgerbetrokkenheid, duurzaamheid en het centrum van Schijndel.

33


34


Bijlage 1: Dossier Burgerbetrokkenheid

Gelukkig in Meierijstad.

35


Hart voor Schijndel, april 2016. Alles mag worden gekopieerd en verspreid. Graag zelfs. Bronvermelding wordt gewaardeerd. www.hartvoorschijndel.nl

36


37


Inleiding

Het gaat gebeuren in de wijken en dorpen. Jezelf of een ander verder helpen, maakt gelukkig. Hoe u ook denkt over het naderend einde van de verzorgingsstaat: het leidt tot onverwacht mooie initiatieven. Burenhulp wint aan status en mensen in straten en buurten nemen vaker dan voorheen initiatieven om samen het leven en de woonomgeving mooier te maken. Met zo nu en dan steun van de lokale overheid, maar vooral met eigen kracht. De oprichting van Meierijstad biedt een uitgelezen kans om deze ontwikkeling te versterken. Om buurten, wijken en dorpen vergaand verantwoordelijkheden en zeggenschap te geven. Met als uiteindelijk doel dat inwoners zich nog gelukkiger voelen in hun gemeente. Dit stuk gaat daarover.

Schijndel, april 2016,

Hart voor Schijndel

38


Visie

Naar krachtige sociale netwerken. Meierijstad mag niet louter een samenvoeging van drie gemeenten zijn. De veranderingen in de samenleving nopen tot een nieuwe visie op lokaal bestuur. En vooral: op de plaats van de lokale overheid binnen de net zo lokale samenleving. Kloof Het vertrouwen in politiek en overheid krimpt al jarenlang. Pogingen om de kloof tussen politiek en burger te verkleinen werken eerder averechts dan dat ze succesvol zijn. De oorzaak: politici nemen zich voor beter te luisteren naar burgers, maar zijn vervolgens niet in staat om wat ze horen om te zetten in daden. Dat is geen onwil, maar heeft van doen met de zeer tegenstrijdige wensen en eisen van burgers en de praktische bezwaren op weg naar nieuw beleid. De decentralisaties leiden, al dan niet per ongeluk, tot nieuwe en effectieve antwoorden op dit dilemma. Want meer dan voorheen worden burgers geacht zelf verantwoordelijkheid voor hun leven te nemen. Dat gaat niet zonder problemen, maar leidt wel tot initiatieven die draaien om eigen verantwoordelijkheid, eigen kracht en sterke sociale netwerken. Sociaal netwerk ‘Hart voor Schijndel’ gelooft in deze ontwikkeling. Anders dan cynici beweren, vinden we het geen kille bezuinigingsoperatie. We zijn ervan overtuigd dat wat mensen zonder overheid presteren namelijk niet alleen goedkoper is, maar ook duurzamer. Zorg en hulp geleverd door en binnen een sociaal netwerk is zoveel waardevoller dan geïndiceerde en van overheidswege georganiseerde ondersteuning. En ja, het vergt van de overheid ook wat. De overheid dient deze burgerbetrokkenheid te motiveren, faciliteren en ondersteunen. En heeft een belangrijke functie als bewaker van de kwaliteit van wat door mensen zelf wordt georganiseerd. Er zijn in Nederland veel inspirerende voorbeelden, waar de gemeente Meierijstad uit kan putten. Zoals er trouwens ook veel voorbeelden zijn van hoe het niet moet. Want niet alles gaat goed. Zo nu en dan gaat het mis omdat de lokale overheid te rigoureus de handen van een wijkinitiatief aftrekt. Nog vaker komt het voor dat de gemeente niet in staat blijkt om verantwoordelijkheid of regie los te laten. In Schijndel, de bakermat van ‘Hart voor Schijndel’, zijn daar helaas voorbeelden van. Omgevingswet ‘Hart voor Schijndel’ is, dankzij werkbezoeken aan goede voorbeelden en onderzoek, optimistisch. In Meierijstad kan het lukken. De Omgevingswet, die in 2018 van kracht wordt, biedt burgers nieuwe en vergaande mogelijkheden om de eigen omgeving in te richten met amper bemoeienis van de gemeente. Bestemmingsplannen maken plaats voor burgerinitiatieven. ‘Right to challenge’ 39


En dan is er nog het ‘right to challenge’, een uit Engeland overgewaaide aanpak die burgers en vooral burgergroepen wapens in handen geeft om informele ideeën om te zetten in krachtige projecten waar het gemeentebestuur niet omheen kan. Daarbij kan worden gedacht aan geformaliseerde burenhulp die bijna als vanzelf een leverancier van zorg en welzijn wordt en om die reden op de lijst ‘Inkoop’ van de gemeente komt te staan. Een leverancier die goedkoper, beter en duurzamer werkt dan de professionelere bedrijven. Echt. Juist in Schijndel De visie van ‘Hart voor Schijndel’ gaat vanzelfsprekend over de hele gemeente Meierijstad. We zien voor het dorp Schijndel echter een speciale rol in de ontwikkeling naar meer burgerbetrokkenheid. Nieuwe projecten zouden juist hier moeten beginnen. Daar zijn drie redenen voor. 1. De zorg en hulp zijn in Schijndel relatief goed ontwikkeld. De gemeente wordt door de fusiepartners ‘de sociale gemeente’ genoemd en dat komt omdat gemeentebestuur en volksvertegenwoordiging al decennia lang nadrukkelijk aandacht hebben voor de kwetsbare inwoners. Die aandacht is succesvol. Zo is het gebruik van speciale bijstandsregelingen hier veel groter dan in andere gemeenten in de regio. De goede zorg vormt een stevige basis om de volgende stap te zetten. Die van meer burgerbetrokkenheid dus. 2. Schijndel heeft, meer dan Sint-Oedenrode en Veghel, nogal wat zogenoemde kwetsbare mensen. Dat blijkt uit een inventarisatie van onderzoeks- en adviesbureau PON. Om deze doelgroep is het begonnen. Vooral zij moeten profijt hebben van de nieuwe ontwikkelingen. 3. Schijndel heeft relatief sterke sociale netwerken. Ook dit blijkt uit het rapport van het PON. Inwoners in Veghel en Sint-Oedenrode zijn individualistischer dan in Schijndel. In die dorpen is er, aldus het onderzoek, minder burenhulp. De structuur van informele zorg in Schijndel is een uitstekend uitgangspunt bij het versterken van die sociale netwerken. Dan nu wat concrete ideeën.

40


1. Concrete ideeën

Genoeg gepraat. Aan de slag. Elf ideeën. 1. ‘Dat kan ik beter’ Als burgers vinden dat ze een bepaalde dienst, geleverd door of namens de overheid, beter zelf kunnen regelen, dan moeten ze dat vooral doen. ‘Right to challenge’ heet het in Engeland en die naam is overgenomen in Eindhoven. In Tilburg wordt het ‘Dat kan ik beter’ genoemd. In beide gevallen gaat het om het recht van burgers om de door de gemeente selecteerde aanbieders van onder meer welzijn en zorg te passeren en het zelf te doen. Dat ‘zelf doen’ krijgt in dat geval dezelfde status als de aanbieders van bijvoorbeeld welzijnswerk, huishoudelijke hulp of dagbesteding. Maar het gaat ook om zaken als groenonderhoud en het beheer van het buurthuis. Deze zelfwerkzaamheid kan worden betaald, maar blijkt in de praktijk goedkoper dan wat professionals doen. Dat is echter niet de belangrijkste reden. Want zelfwerkzaamheid geeft de betrokkenen meer voldoening, blijkt duurzamer én versterkt sociale netwerken. Die netwerken leiden vervolgens weer tot nog meer formele en informele initiatieven. Al deze voordelen kunnen worden samengevat met het belangrijkste doel van welzijnswerk en zorg: mensen worden er gelukkiger van. Het is om die reden zaak dat de gemeente niet wacht op zo’n initiatief, maar er zelf naar op zoek gaat. In Eindhoven werd zo een ‘Dat kan ik beter’-project voor nachtopvang van daklozen gerealiseerd. Daar is in Meierijstad mogelijk niet veel behoefte aan, maar met een beetje goede wil is een kleinschalig project op het gebied van burenhulp of dagbesteding te vinden. Een activiteit in of met betrekking tot de voormalige basisschool De Vossenberg in de Schijndelse wijk Boschweg kan mogelijk geschikt zijn. De gemeenteraad moet, voor ambtenaren daar enthousiast mee aan de slag gaan, wel vastleggen dat ‘Dit kan ik beter’ geldt als formele aanbieding van welzijn en zorg. Kwestie van een motie daarover schrijven en met enthousiasme aannemen.

2. Breng de gemeente dichtbij Ambtenaren en bestuurders gaan in alle kernen werken. Het gemeentehuis in Veghel en de servicepunten in Schijndel en Sint-Oedenrode: het zijn slechts bescheiden stappen om de lokale overheid dicht bij burgers te brengen. De overheid, vindt ‘Hart voor Schijndel’, moet als stimulerende, faciliterende en ondersteunende partner van burgerinitiatieven dichtbij haar inwoners staan. En dus is die overheid bij voorkeur in alle kernen van Meierijstad fysiek aanwezig. 41


Het idee om, naar succesvol gebleken voorbeeld van Molenwaard, zonder gemeentehuis in alle kernen te werken – het is helaas afgewezen door alle andere fracties en de stuurgroep. Dat is spijtig en zelfs verbazingwekkend. Want juist nu stimuleren veel gemeenten hun medewerkers hun werkplek te verplaatsen naar locaties in dorpen en wijken. Neem Arnhem, waar het op locatie werken van ambtenaren als een voorwaarde wordt beschouwd om burgerparticipatie tot een succes te maken. Hoe dan ook, ‘Hart voor Schijndel’ ontwikkelde als vervanging voor het ‘concept Molenwaard’ een ‘bij gebrek aan beter’-idee. Burgers communiceren meer en meer digitaal met de gemeente. Maar juist daarom groeit de behoefte aan persoonlijk contact. Daarom: laat bestuurders en ambtenaren tenminste één dag per week in een kern werken. Dat geldt vanzelfsprekend voor functionarissen met publieksdiensten, maar ook voor al die anderen. Want uiteindelijk werkt iedereen binnen de gemeente voor de inwoners en is het dus van belang voor al die werknemers van de gemeente Meierijstad om de kernen op te zoeken. Verlaat dus regelmatig dat te veilige bastion van het gemeentehuis. Trek er op uit, zie de inwoners en wees voor hen zichtbaar. Het kan onder meer op deze locaties: Boerdonk: Den Hazenpot; Boskant: restaurant De Vriendschap; Eerde: De Brink; Erp: Den Hazenpot; Keldonk: ’t Span; Mariaheide: D’n Brar; Nijnsel: De Beckart; Olland: gemeenschapshuis Loop’r; Schijndel: ’t Spectrum, De Vink, Het Gasthuis; Sint-Oedenrode: gemeentehuis, Mariëndael; Veghel: gemeentehuis, De Leest, De Spil; Wijbosch: De Schakel; Zijtaart: Klooster.

3. Laat de welzijnswerkers pitchen. Wijkbewoners kunnen hun welzijnswerk prima zelf inkopen. Zo verschillend als de wijken en dorpen zijn, zo verschillend zijn ook de diensten die van welzijnswerkers gewenst worden. In de ene wijk wil een groep actieve bewoners de dagbesteding best zelf regelen, in een ander dorp is er juist behoefte aan een aanbod van een professionele welzijnsorganisatie. Georganiseerde wijkbewoners kunnen best zelf hun diensten kiezen. Sterker nog: ze kunnen zelf hun welzijnsinstelling kiezen. Om die reden schaffen we de vaste subsidie aan één welzijnsorganisatie grotendeels af. In plaats daarvan kan die organisatie, samen met collega-aanbieders, ‘pitchen’ op verzoeken vanuit wijken en dorpen. 42


De voordelen zijn groot. Wijkbewoners worden zelf verantwoordelijk voor de keuzen die ze maken, de gemeente is ervan verzekerd dat ze financiert wat gewenst wordt en de welzijnsorganisaties worden gestimuleerd om vraaggericht te werken.

4. Alles draait om ‘de nulde lijn’ Sociale wijkteams verwijzen vooral naar sociale netwerken, de ‘nulde lijn’. Sociale wijkteams vragen aan hun cliënten dan wel wat ze zelf kunnen en wat hun sociale netwerk zoal kan betekenen, de praktijk in Schijndel leert dat vooralsnog vaak en snel de hulp van professionele leveranciers wordt ingeroepen. Het is aan te bevelen om primair te kiezen voor hulp vanuit, wat genoemd wordt, ‘de nulde lijn’: het sociale netwerk. Familie, vrienden, buren en wijkgenoten dus. Daar wordt in onze optiek pas van afgezien als dat, bijvoorbeeld vanwege gebrek aan deskundigheid, niet mogelijk is. Deze aanpak wordt in diverse gemeenten al gehanteerd en biedt voordelen die verder gaan dan het besparen van geld. Wat dat geld betreft: die ‘nulde lijn’ mag ook best betaald worden. Zie punt 6. De ‘nulde lijn’ biedt, vaker dan door professionals gedacht, een grote mate van deskundigheid en combineert dat met persoonlijk commitment en duurzaamheid. Dat betekent dat de zorg stevig is verankerd in wijk of buurt en zo ook meer continuïteit heeft. Bestaande sociale netwerken worden er door verbeterd en bewoners gaan bijna als vanzelf ook meer putten uit hun eigen mogelijkheden. Het leidt tot autonomie en, daar gaat ie weer, geluk.

5. De ‘nulde lijn’ in het sociaal wijkteam Het sociale netwerk krijgt een vaste plek in het sociaal wijkteam. ‘Hart voor Schijndel’ is niet erg enthousiast over het instituut sociaal wijkteam in het algemeen: te veel disciplines, te weinig generalisten én tegelijkertijd te weinig specialisten, te veel belangen, slechte bewaking van privacy, onduidelijke geldstromen en ook nog eens overbodigheid in verband met bestaande toegangen tot zorg die al jarenlang voldoen. Maar als die teams er dan toch zijn, laten we er dan maar het beste van maken. Dat doen we door die teams te verstevigen. Niet met meer professionals, maar juist meer vrijwilligers. De toegevoegde waarde van ervaringsdeskundigen, bijvoorbeeld als het gaat om armoede, wordt in het algemeen schromelijk onderschat. ‘Hart voor Schijndel’ wil dat ze een vaste plek krijgen binnen sociale wijkteams in hun eigen wijk. Ook andere betrokkenen uit dorpen en wijken zien we, vanwege hun kennis van die kernen, graag als leden van de teams. Deze ‘amateurs’ kunnen niet alleen meedraaien, maar ook meebeslissen (mede namens cliënten), mee beoordelen en meedenken.

6. Formaliseer de ‘nulde lijn’ 43


De ‘nulde lijn’ is minstens zo relevant en professioneel als al die andere lijnen. De ervaringsdeskundigen, buren en familieleden die in de ‘nulde lijn’ hun stinkende best doen om mensen verder te helpen en buurten, wijken en dorpen te versterken: we geven ze een formele status. Ze worden gelijkwaardig aan al die leveranciers van hulp, zorg en welzijn waarmee de gemeente contracten heeft afgesloten. Daarmee zijn ze nog altijd goedkoper dan die bestaande aanbieders.

7. Zorg met gesloten beurs Mensen kunnen zorg en hulp ruilen. In een Duits dorp bestaat het al: zorgruil. Jongeren senioren helpen ouderen en laten vastleggen hoeveel tijd ze daarmee kwijt zijn. Die uren gelden als een tegoed, dat kan ingewisseld als ze zelf zorg of hulp nodig hebben. Dat kan jaren later, maar ook per ommegaande. Zo is er een bewoner die hulp nodig heeft in het huishouden, maar wel warme maaltijden kan bezorgen. De ene dienst wordt zo geruild met de ander. Hier meer over ‘Bürger helfen Bürger’: http://www.bhb-voerde.de/.

8. Een begroting per wijk en dorp De wijk moet weten wat de wijk kost. De gemeente gaat inzichtelijk maken wat er per wijk of dorp wordt uitgegeven. Het gaat daarbij onder meer om de fysieke inrichting (wegen, plantsoenen, accommodaties), om subsidies en om uitgaven voor huishoudelijke hulp en andere diensten met betrekking tot Wmo en Jeugdzorg. Ook de kosten in het kader van de Participatiewet, zoals bijstandsuitkeringen, worden er in opgenomen. Deze begrotingen per kern of wijk worden gepubliceerd en met inwoners besproken. Hierdoor groeit het draagvlak voor de gemeentelijke organisatie. Maar belangrijker: wijkbewoners krijgen zo de kans om te bezien of bepaalde budgetten beter overgedragen kunnen worden. Het kan de oprichting van een zorgcoöperatie stimuleren, het in eigen beheer uitvoeren van het plantsoenonderhoud of het overnemen van het beheer van een buurthuis. Breda werkt aan zo’n wijkbegroting: http://www.bredavandaag.nl/nieuws/politiek/2014-10-29/van-lunteren-januari-gesprekkenmet-wijken-over-buurtbegrotingen.

9. Start een Maatschappelijk Initiatieven Fonds Een fonds voor maatschappelijke initiatieven. Naar voorbeeld van onder meer ’s-Hertogenbosch richt de gemeente een maatschappelijk initiatievenfonds op. Groepen burgers kunnen uit dit fonds bijdragen krijgen voor maatschappelijke initiatieven die niet voor subsidie in aanmerking komen en 44


die wel bijdragen aan de sociale kwaliteit van een buurt, wijk of dorp. De regelgeving is beperkt, maar de eisen met betrekking tot draagvlak en verantwoording zijn groot. Het gaat immers om gemeenschapsgeld. Een voorbeeld van zo’n regeling: https://www.shertogenbosch.nl/fileadmin/Website/Inwoner/Subsidies/2016/Subsidieregeling_Maatschap pelijk_Initiatieven_Fonds___MIF__2016.pdf.

10. Opbouwwerker 2.0: de omgevingsmakelaar Het welzijnswerk ontdekt de ruimtelijke ordening. De Omgevingswet schreeuwt om een nieuw type opbouwwerker. Want die wet vergroot de ruimte voor burgers en andere gebruikers van een gebied enorm om zelf initiatieven te nemen. Organiseert nu nog de gemeente de inspraak rond bouwplannen en bestemminsplanwijzigingen, vanaf 2018 is het aan de plannenmakers om aan te tonen dat er draagvlak voor hun ideeën is. Dit vraagt om begeleiding van welzijnswerkers. Ook is het nodig dat burgers ondersteunt worden als ze juist initiatieven willen voorkomen. Deze functie is zo mogelijk nog relevanter, aangezien het risico bestaat dat de selecte groep mensen met kennis, macht, geld of een combinatie daarvan het winnen van de meer kwetsbare gebruikers van een gebied. Daarbij moet ook de macht van criminelen niet worden onderschat. Er ontstaat zo behoefte aan zogenoemde omgevingsmakelaars, professionals dus in opdracht van burgers en andere betrokkenen de inrichting van gebieden begeleiden. ‘Hart voor Schijndel’ pleit ervoor dat de gemeente, bijvoorbeeld met inzet van de welzijnsorganisatie(s), zulke makelaars aanstelt.

11. Het groenadoptieplan van Schijndel wordt een Meierijstadplan. Het groenplan van Schijndel wordt het groenplan voor Meierijstad. Op één specifiek deelterrein van de burgerparticipatie is Schijndel bovengemiddeld succesvol, vooral dankzij de aanstelling van een enthousiaste groencoach: het groenadoptieplan. De reclame daarvoor door ‘Hart voor Schijndel’, gemaakt tijdens werkbezoeken, bleef niet zonder resultaat: er is bijvoorbeeld in Eindhoven warme belangstelling voor de aanpak hier. Laten we dus dorp na dorp met dit plan gaan veroveren. Te beginnen in kernen waar het draagvlak voor onbezoldigde inzet voor de gemeenschap groot is en eindigend in de grootste kern, Veghel.

45


Tot slot. De voorstellen die ‘Hart voor Schijndel’ doet, zijn het resultaat van diverse werkbezoeken en deelname aan workshops. Ook voerden we gesprekken met zowel wethouders, beleidsambtenaren, welzijnswerkers en al dan niet actieve burgers in diverse gemeenten. En we lazen ons drie keer in de rondte. Dankzij al dat werk zijn deze ideeën geen proefballonnetjes, maar aantoonbaar uitvoerbare, inspirerende en effectieve voorstellen. Het succes is vanzelfsprekend afhankelijk van de wil van allerlei betrokkenen, maar we vragen speciale aandacht voor de rol van de gemeente. En binnen die gemeente van de betrokken wethouder of wethouders als aanjagers van deze ontwikkeling. In Schijndel komt, anders dan het college zo nu en dan beweert, burgerbetrokkenheid slechts schoorvoetend van de grond. De groenadoptie is dankzij een enthousiaste groencoach ontegenzeggelijk een succes, maar zowat alle andere mogelijkheden om burgers vrijheid, verantwoordelijkheid en zeggenschap te geven, blijven ongebruikt. Het experiment rond de voormalige basisschool De Vossenberg bewijst dat goede begeleiding nodig is. Die ontbrak. De actieve en goedwillende wijkbewoners werden geconfronteerd met stevige uitdagingen en gaven hun project grotendeels terug aan de gemeente. ‘Ze zijn er niet aan toe,’ concludeerde de wethouder. ‘Hart voor Schijndel’ is van mening dat die wijkbewoners er wel degelijk aan toe zijn, maar niet goed werden ondersteund. De vraag die gesteld had moeten worden: ‘Wat heeft u nodig om het wél voor elkaar te krijgen?’ Dit soort vragen gaan wethouders en ambtenaren in de nieuwe gemeente Meierijstad stellen. Niet omdat het zo leuk is om burgers ‘mee te laten doen’, maar omdat vergaande burgerbetrokkenheid leidt tot betere buurten, wijken en dorpen. Tot stevige sociale netwerken, tot autonomie en uiteindelijk tot meer geluk. En daar is het ons allemaal om begonnen.

46


47


Dossier 2: Duurzaamheid

In Meierijstad wordt duurzaamheid concreet.

48


Hart voor Schijndel, februari 2016. Alles mag worden gekopieerd en verspreid. Graag zelfs. Bronvermelding wordt gewaardeerd. www.hartvoorschijndel.nl

49


Inleiding

O jee. Wéér een stuk over duurzaamheid. Over het belang van duurzaamheid hoeft vrijwel niemand meer overtuigd te worden. Ook in de opstart naar een nieuwe gemeente speelt het thema een rol. Zo gaat één van de ambtelijke werkgroepen over duurzaamheid. Die werkgroep stelde terecht vast dat het een thema is voor álle werkgroepen. Die vaststelling is net zo waar als gevaarlijk: gewaakt moet worden dat gedeelde verantwoordelijkheid leidt tot geen verantwoordelijkheid. De werkgroep duurzaamheid zou daarom niet alleen de overige groepen moeten stimuleren, maar ze ook concrete ideeën aan de hand kunnen doen. Zo wordt voorkomen dat duurzaamheid blijft steken in holle frasen, ronkende, lege zinnen en goede bedoelingen die de weg naar een hel plaveien. De werkgroep zou de andere groepen enthousiast kunnen maken en tegelijkertijd eigenaar van het thema blijven. Verantwoordelijk dus voor wat al die andere groepen doen en laten. Zo wordt vertroebeling voorkomen. Dit stuk is de ongevraagde bijdrage van één van de politieke partijen in Schijndel aan die concrete ideeën. En het is ook een voorstel om tot een inspirerende en effectieve strategie te komen (hoofdstuk 2). Om alvast een tipje van de sluier op te lichten: ‘Hart voor Schijndel’ introduceert verderop een strategie waardoor duurzaamheid wordt gedragen door heel veel mensen en organisaties. De gemeente speelt hierin een cruciale, stimulerende en hier en daar kaders stellende rol, maar is tevens bescheiden: de gemeente beseft dat het uiteindelijk in de lokale samenleving moet gebeuren. ‘Hart voor Schijndel’ biedt dit document aan de werkgroep duurzaamheid aan en aan de fractievoorzitters in Sint-Oedenrode, Veghel en Schijndel. En dat doet ‘Hart voor Schijndel’ in de wetenschap dat ze maar een eenmansfractie is en niet zo heel veel noten op haar zang mag hebben. Van de andere kant: als het deugt, dan deugt het. Dus lees vooral verder.

Schijndel, februari 2016,

Hart voort Schijndel

50


2. Wat het is

Ja, het gaat over groen. Onder meer. Duurzaamheid is zo ongeveer het meest afgesleten woord van de laatste jaren. Dat betekent enerzijds dat het beklijft, anderzijds dat de attentiewaarde er een beetje af dreigt te gaan. Dat is jammer, want de noodzaak om echt werk te maken van een duurzamere wereld wordt er niet minder op. Wat erg fijn is: de mogelijkheden om concreet wat te doen, groeien zowat met de dag. Duurzaamheid wordt dag in dag uit gebruikt in zowel de enge als de ruime betekenis van het woord. De smalle verklaring gaat over milieu en natuur. Om dingen doen en laten die ervoor zorgen dat de wereld schoon en mooi blijft en het water in de toekomst niet elk najaar over onze dijken klotst. ‘Hart voor Schijndel’ heeft meer met de ruimere betekenis. Daarbij gaat het er om dat mens, natuur en wereld het in de verre toekomst goed hebben. Dat betekent dus ook dat mensen gelukkig zijn, werk en geld hebben en dat de economie goed draait. Deze ruime betekenis wordt ook gehanteerd door de makers van de Gemeentelijke Duurzaamheidsindex (GDI), een rapportage die we graag bij u aanbevelen. In de laatst verschenen editie, die van 2015 dus, is te lezen dat het bij gemeenten in het algemeen de verkeerde kant op gaat. Dat is schrikken, juist omdat gemeenten wel meer aandacht aan het onderwerp schenken. Het adagium ‘Wat je aandacht geeft groeit’ gaat dus niet altijd op. Het goede nieuws is dat particulieren en organisaties wel sprongen voorwaarts maken, zo is in de GDI te lezen. En dat er concrete instrumenten voor het grijpen liggen om tot verbetering te komen.

51


3. Strategie

Stimuleer, motiveer en laat u verrassen. Het spreekt voor zich dat de gemeente Meierijstad het goede voorbeeld gaat geven. Afval ongescheiden op een grote hoop gooien, vuile energie inkopen en ambtenaren in auto’s met vieze brandstof van hot naar her laten rijden – dat moet per 1 januari 2017 afgelopen zijn. Als het dat al niet was. Meer effect kan worden gesorteerd als ook de inwoners, organisaties en ondernemingen in Meierijstad hun beste beentjes gaan voorzetten. Dat kan onder meer met verboden en geboden en dat gebeurt in wetgeving en plaatselijke verordeningen al. Niks mis mee. Om meer te bereiken is het goed om al die inwoners, organisaties en ondernemingen te stimuleren en te motiveren. In dat geval roept de gemeente groepsgewijs betrokkenen op om stappen voorwaarts te zetten. Dat doet de gemeente zonder op te leggen wat er moet gebeuren. Wel biedt de gemeente hulp aan, bijvoorbeeld in de vorm van advies of financiële steun. Denk bij dat laatste aan innovatiefondsen, zoals de meeste gemeenten die hebben. En aan subsidies. Om te voorkomen dat het na zo’n oproep akelig stil blijft, dient ook deze motivatie redelijk concreet te zijn. Om een voorbeeld te noemen: roep kermisexploitanten via hun overkoepelende bond op om in 2018 gezamenlijk tenminste één maatregel in te voeren die een bijdrage levert aan duurzaamheid. De exploitanten gaan dan vervolgens zelf bedenken dat ze afvalbakken gaan plaatsen voor papier, plastic, blikjes en overig afval – of ze bedenken wat anders. En als ze niks kunnen bedenken, dan bellen ze de Ambtenaar Duurzame Tips op. Of die nog wat weet. De gemeente geeft de kermisexploitanten vervolgens een pluim en vraagt aan het slot van het kermisseizoen welke extra stap ze volgend jaar gaan zetten. En laat tussen neus en lippen weten dat die afvalbakken (of een andere maatregel) vast ook meegenomen kunnen worden naar kermissen buiten Meierijstad. Ga er een middagje voor zitten en er zijn nog tal van andere groepen mensen, organisaties en bedrijven te bedenken die op eenzelfde wijze gestimuleerd kunnen worden. Evenementen bijvoorbeeld kunnen een stuk duurzamer en er zijn zelfs handboeken en organisaties die daarbij kunnen helpen. Die zelfs keurmerken op dat gebied uitreiken. En wat gedacht van sport- en winkeliersverenigingen. Ook zij kunnen worden opgeroepen om elk jaar een extra stapje te zetten. U zult zien: ze gaan het nog leuk vinden ook. Dan nu wat concrete ideeën.

52


4. Concrete ideeën

Genoeg gepraat. Aan de slag. 14 ideeën. Dan nu wat concrete ideeën. Ideeën waarmee de werkgroep duurzaamheid misschien wat kan. Voor zichzelf of voor de andere werkgroepen. Maar we hopen dat het ook volksvertegenwoordigers inspireert. Want duurzaamheid is te belangrijk om uit te besteden aan de ambtenarij. En we hopen dat andere fracties, met de verkiezingen van eind dit jaar in het vooruitzicht, ‘Hart voor Schijndel’ overtroeven met nog betere ideeën. Komen ze.

1. Koop geen lampen. Koop licht. Laat de tekeningen van het te verbouwen gemeentehuis aan een verkoper van lampen zien en die verkoper tracht zoveel mogelijk, al dan niet duurzame, lichtbronnen te verkopen. Dat kan duurzamer. Want koop licht in en die verkoper zal trachten met zo min mogelijk lampen het gemeentehuis te verlichten. En poogt de energiekosten voor die lampen zo laag mogelijk te houden. Dit idee is gejat van Thomas Rau. Zie: http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen.html.

2. Beleg duurzaam. Weg met fossiele brandstoffen. Gemeenten beleggen, de gemeente Meierijstad straksvast ook. Die beleggingen zijn vast niet in strijd met de fair trade-gedachte, maar ze moeten ook duurzaam zijn. Beleggen in Shell en andere producenten van fossiele brandstoffen horen daar niet bij. Verkopen, die aandelen. Is ook financieel gezien verstandig, want de aandelen zijn overgewaardeerd. De belasting op fossiele brandstoffen wordt de komende jaren zo hoog, dat bedrijven en mensen massaal kiezen voor energie die wel deugt. Voor meer informatie: http://www.duurzaam-beleggen.nl/.

3. Verhoog de inkoopeisen. Gemeenten noemen in inkoopvoorwaarden braaf duurzaamheid, maar stellen zelden concrete eisen. Dat leidt er toe dat geld vaak voor duurzaamheid gaat. Terwijl het goed mogelijk is eisen te stellen. Stel, onder meer bij aanbestedingen, bijvoorbeeld eisen aan het wagenpark van bedrijven die voor de gemeente actief zijn, zoals die van organisaties die huishoudelijke hulp bieden en leerlingenvervoer verzorgen. Daarbij kan gedacht worden aan strenge emissie-eisen, CO2-normen, brandstofgebruik en bandenspanning. Alle kleine beetjes helpen. En natuurlijk hanteert de gemeente die eisen ook voor het eigen wagenpark. Hier meer informatie: https://www.natuurenmilieu.nl/wp-content/uploads/2015/11/151110-rapport-GoedBesteed-def.pdf

4. Ontmoedig woningbouw die niet energieleverend is. 53


Het Bouwbesluit maakt het (nog) onmogelijk om de bouw van louter energieleverende woningen verplicht te stellen. Dat is jammer, maar de gemeente heeft gelukkig wel mogelijkheden om dat soort woningbouw te stimuleren en de ouderwetse bouw met energierekeningen sterk te ontmoedigen. Dat is goed voor de wereld en voor de portemonnee van iedereen. Een energieneutraal of energieleverend huis zorgt voor minder vaste lasten en een hogere waarde. Een voorbeeld van stimulans: korting op de grondprijs. Voor meer informatie: www.kuub.info.

5. Stimuleer groepen ondernemers. Eén keer per jaar gaat de wethouder duurzaamheid met groepen ondernemers om de tafel en vraagt hij hen welke stappen ze gaan zetten. En als die ondernemers geen idee hebben, dan heeft die wethouder het wel. ‘Leuk dat u geld vraagt voor plastic tasjes. Maar als u nu eens de eerste winkeliersvereniging wordt van Nederland waar helemaal geen plastic tasjes meer worden uitgereikt?’ zegt hij tegen de voorzitter van zo’n vereniging. Na een jaar worden complimenten uitgedeeld en vraagt de wethouder wat voor moois de winkeliers voor komend jaar hebben bedacht. En zo doet de wethouder dat ook met de ondernemers van bedrijventerreinen, kermisexploitanten, evenementenorganisatoren, sportverenigingen en beheerders van buurthuizen.

6. Maak het innovatiefonds tot een duurzaamheidsfonds. De gemeente Schijndel heeft een innovatiefonds. Dat fonds is het gevolg van een motie van de PvdA in die gemeente. Die fractie bedacht een duurzaamheidsfonds, maar na wat heen en weer praten en schrijven lag daar ineens het voorstel van het college om er een innovatiefonds van te maken. De belangen met betrekking tot duurzaamheid zijn zo groot, dat het fonds in de die nieuwe gemeente Meierijstad verder gaat zoals het ooit is bedoeld. Het fonds keert uit aan particulieren, organisaties en bedrijven met concrete ideeën die de duurzaamheid bevorderen. Leuk als ze ook nog eens innovatief zijn, maar dat is van secundair belang. Anders dan nu het geval is, publiceert de gemeente over de uitkeringen uit het fonds.

7. Leg dat lat voor het vernieuwde gemeentehuis hoog. Bij nieuwe bouwprojecten, renovatie of herontwikkeling waarbij gemeente of een andere publieke partij opdrachtgever is, moet duurzaamheid – energiebesparing en -opwekking, waterbesparing en duurzaam gebruik van bouwmaterialen – altijd een prominente plaats innemen. Dat geldt dus zeker voor de verbouwing van het gemeentehuis in Veghel. De gemeenteraden hebben hier al voorstellen voor goedgekeurd. Maar ook de servicepunten moeten worden verduurzaamd. Dat geldt zeker voor het gemeentehuis in SintOedenrode, dat in gebruik blijft voor ontvangsten, griffie en raadsvergaderingen. Dat gemeentehuis heeft nu energielabel F.

8. Laat inwoners zonnestroom pachten.

54


Bied inwoners de mogelijkheid om zonnepanelen te pachten, die geplaatst zijn of worden op gemeentelijke gebouwen. Fijn voor mensen die zelf geen geschikt dak daarvoor bezitten, zoals huurders van woningen.

9. Weer vervuilend verkeer. Onderzoek de mogelijkheden om vervuilende verkeer te weren uit bepaalde wijken of kernen. Stimuleer tegelijkertijd schoon verkeer, door ruimhartig te zijn met het plaatsen van fietsenrekken in dorpscentra en bij belangrijke instellingen, zoals scholen.

10. Leen inwoners geld. Creëer een fonds waaruit leningen kunnen worden verstrekt aan inwoners die hun woning willen verduurzamen. En informeer die bewoners over eventuele (rijks)subsidieregelingen.

11. Zet duurzaamheid centraal in het coalitieprogramma Politieke partijen die na de verkiezingen van 2016 samen een coalitie vormen, schrijven een coalitieprogramma. Maak van duurzaamheid één de meest belangrijke thema’s. En maak dat thema concreet. Dat betekent dat niet alleen doelen worden gesteld, maar dat ook acties worden beschreven waarmee die doelen worden gerealiseerd.

12. Maak een klimaatbegroting en een klimaatplan. Maak jaarlijks een klimaatbegroting. Daarin staat voor het komend jaar de reductietaakstelling, alsmede de taakstelling voor het aandeel duurzame energie en energiebesparing. Maak één keer in de vijf jaar een klimaatplan. Dat plan bevat de hoofdzaken van het te voeren klimaat- en energiebeleid en is gericht op het behalen van jaarlijkse taakstellingen.

13. Scheid afval beter, om te beginnen in één dorp. Naar voorbeeld van het 1500 inwoners tellende Japanse dorp Kamikatsu maken we één dorp in Meierijstad razend enthousiast om daar hetzelfde te doen: een klein dorp (Boskant, Wijbosch of Boerdonk bijvoorbeeld) gaat het afval extreem scheiden. In wel 30 of 35 categorieën. Met als beloning een extreem laag afvaltarief, een goed gevoel, saamhorigheid en positieve publiciteit. Op termijn leidt het tot 100 procent hergebruik van afval. Voor meer informatie: http://www.nrc.nl/nieuws/2015/12/30/kijken-hoe-eenjapans-stadje-bijna-geen-afval-meer-produceert.

14. Stel een doel. Bepaal dat de gemeentelijke organisatie in 2025 CO2-, klimaat- of energieneutraal is. Reserveer gronden om bij wijze van compensatie bomen te planten. En leg vast dat 25 55


jaar later de hele gemeente net zo neutraal is. De ervaring van andere gemeenten, zoals ’s-Hertogenbosch, leert dat het hoog leggen van de lat werkt. Of ’s-Hertogenbosch de gestelde doelen haalt, is nog maar de vraag – zeker is wel dat de gemeente relatief goede prestaties levert. Variant: besluit tot een onomkeerbare stapsgewijze terugdringing van de uitstoot van broeikasgassen in de gemeente ten opzichte van 1990. Laat die vermindering per 1 juli 2030 55 % zijn en per 1 juli 2050 95 %. Formuleer bindende taakstellingen voor energiebesparing en de toename van het aandeel duurzame energie.

56


Tot slot. Het lijkt geneuzel in de marge om van de chauffeur van het leerlingenvervoerbusje te eisen dat hij zijn banden goed op spanning houdt. En toch zijn het alle kleine beetjes die helpen. Maar belangrijker: het afkondigen van de eis zorgt voor een reactie. De chauffeur wordt boos en gaat in debat. Of de chauffeur zorgt er schouderophalend voor en zal uiteindelijk onthouden waarom hij dat doet. ‘Moet van de gemeente, schijnt goed te zijn voor het milieu.’ En zo krijgt de actie en de gedachte achter de actie een plekje in zijn geheugen. En wie weet, heeft hij het er eens met de buurman over. Het idee om van Meierijstad een gemeente te maken waar louter energieleverende woningen worden gebouwd biedt vanzelfsprekend meer soelaas. Het zet meer zoden aan de dijk én biedt de gemeente een prachtig podium in de regio. Het is de combinatie van grote acties en ‘klein bier’ die tot acties, nieuwe gedachten en successen leiden. Vooral als daarnaast ook inwoners, organisaties en bedrijven worden gestimuleerd om jaar op jaar nieuwe initiatieven te ontwikkelen. Initiatieven die gaan over energiegebruik, productie, consumptie en verandering van gedrag. En zo wordt Meierijstad de gemeente van de duurzaamheid.

57


Dossier: Het centrum van Schijndel

Klein, maar fijn.

58


Hart voor Schijndel, juni 2016. Alles mag worden gekopieerd en verspreid. Graag zelfs. Bronvermelding wordt gewaardeerd. www.hartvoorschijndel.nl

59


Inleiding

Het gaat goed. En dat moet zo blijven. Vooropgesteld: het gaat goed met het centrum van Schijndel. Hoofdstraat en Markt zijn fraai opgeknapt, de markt is een succes, ondernemers bedenken allerlei leuke evenementen, de parkeervoorzieningen in de directe omgeving zijn goed en gratis en de leegstand is relatief beperkt. Schijn bedriegt. Want er zijn bedreigingen. Zo is het de vraag of er na de fusie met Sint-Oedenrode en Veghel nog geïnvesteerd wordt in ons dorpshart. En dan zijn er nog de verschillen in werkwijze en communicatie van de gemeente met ondernemers met de fusiegemeenten – het is daardoor onzeker of de directe communicatie van Citymanagement met de gemeente blijft bestaan. Dezelfde twijfels zijn er over het voortbestaan van de succesformule die de Schijndelse markt is en het gratis parkeren. Een andere bedreiging: de gemeente, de grootste werkgever uit het centrum, vertrekt eind dit jaar en laat een leeg gebouw achter. Tot slot is er de economische ontwikkeling: de leegstand van winkels blijkt structureel en zal naar verwachting toenemen. De hoogste tijd dus om ons te bezinnen op de toekomst van het centrum van Schijndel. Daarover gaat dit dossier. Het is het derde dossier dat de partij dit jaar publiceert. Eerder al verschenen stukken over duurzaamheid en burgerbetrokkenheid.

Schijndel, juni 2016, Hart voort Schijndel

60


1. Laten we leren van Veghel Schijndel maakt zich zorgen over de toenemende leegstand. Waarbij moet worden aangetekend dat het probleem hier nog meevalt. In 2015 stond 4,5 procent van de winkelmeters leeg. Fusiepartner Veghel kampte vorig jaar met een leegstand van 17,5 procent. Juist door te kijken naar de keuzes die in Veghel zijn gemaakt, kunnen we lessen trekken voor de toekomst van Schijndel, maar ook voor die van andere kernen. Wat nu volgt lijkt een narrig betoog tegen Veghel. Dat is het nadrukkelijk niet. Wat het wel is: een poging om te leren van het beleid van onze fusiepartner. Dat beleid zorgde immers voor kolossale problemen in het dorp Veghel. De lessen zijn gemakkelijk te vertalen naar Schijndel, omdat de dorpen qua omvang vergelijkbaar zijn. Zo leren we dat het centrum gekoesterd moet worden en dat de gemeente en ondernemers daarin samen een belangrijke rol spelen. Zij kunnen ervoor zorgen dat het centrum compact blijft of zelfs compacter wordt, dat het centrum de plaats is waar hét gebeurt, dat de weekmarkt er op een zaterdag plaats vindt en dat er geen concurrerende horeca- en winkelvoorzieningen worden gerealiseerd aan de randen van het dorp.

2. Laten we het klein houden De dorpen Sint-Oedenrode, Veghel en Schijndel gaan het de komende jaren nog knap moeilijk krijgen. Studies wijzen uit dat inwoners van dorpen en kleine steden tot 60.000 inwoners hun eigen plaats de rug toe keren als het gaat om winkelen. Schijndelse ondernemers weten het al lang: Schijndelaren winkelen niet in hun dorp, ze doen er boodschappen. Wie wil winkelen, gaat vooral naar ’sHertogenbosch of Eindhoven. En anders naar de webshops van Bol, Coolblue en Zalando. Dit is geen tijdelijke trend. Dit blijft zo. Voor de winkels die er nog zijn, is het van belang dat ze er ook in de toekomst nog zijn. De kans dat dit lukt, groeit als alle winkelpanden in het centrum bezet blijven. Daarom pleit ‘Hart voor Schijndel’ voor het zoetjesaan kleiner maken van het winkelhart. Hoe kleiner dat centrum, hoe minder kans op leegstand en hoe plezieriger het is voor bezoekers en ondernemers. Zo’n proces heeft veel tijd nodig, maar kan door de gemeente actief worden ondersteund en gestimuleerd. Het is drastisch en vraagt om lef: ontmoedig de vestiging van winkelbedrijven buiten het centrum. Schijndel is op termijn te klein voor bovenwijkse winkelcentra in zowel het centrum, Molenstraat en Hoevenbraak. Winkels in de twee laatstgenoemde centra zouden beter aangemoedigd kunnen worden naar het centrum te verhuizen, zodra daar plaats is. Een vrijgekomen winkel kan in zo’n geval een woonbestemming krijgen. Het mes snijdt zo ook aan een andere kant: de vraag naar woonruimte blijft in Schijndel onverminderd groot en nieuwe uitbreidingsplannen zijn er niet. Inbreiding is dus het devies. Zonder in te teren op openbaar groen kan met een bestemmingswijziging aan die behoefte worden voldaan.

61


‘Hart voor Schijndel’ beseft dat het voor inwoners van wijken als Boschweg, Hulzenbraak en Hoevenbraak fijn is dat er in die woonwijken winkels zijn. Dat is niet alleen gemakkelijk, het is ook voor de leefbaarheid van die wijken relevant. Daarom pleiten we ervoor dat winkels, exclusief gericht op de eigen wijk, hun functie behouden. Dat geldt met name voor buurtwinkels, zoals de buurtsuper, de bakker en de slager.

3. Laten we kritisch zijn op subsidie Het Citymanagement is een succesvol pleitbezorger voor de winkels en winkeliers in het centrum. De communicatie met de gemeente is doorgaans goed en intensief. Graag zien we dat dit zo blijft. ‘Hart voor Schijndel’ beschouwt het Citymanagement als een adviesraad, zoals we die ook voor het sociaal domein hebben. Die koesteren we dus. Laten we echter beseffen dat het centrum van bijna iedereen is. Ook van de organisaties en verenigingen die er evenementen (willen) organiseren dus. En vooral van de inwoners van Schijndel en daarmee van de overheid. Dat betekent dat belangen soms botsen en dat bij zo’n botsing de winkeliers niet altijd van rechts komen, niet altijd voorrang hebben. We doelen daarmee op het pleidooi van Citymanagement om, naast de inkomsten uit reclameheffing, een vaste subsidie van de gemeente te ontvangen. Het lijkt een billijk verzoek: de reclamebelasting is immers een sigaar uit eigen doos, ze wordt opgehoest door winkeliers en door de gemeente doorgesluisd aan het Citymanagement. We stellen voor om echter terughoudend te zijn met een vaste subsidie. Liever zien we elk jaar een programma van het Citymanagement tegemoet, met daaraan gekoppeld de bijdrage die van de gemeente wordt gevraagd. Dat stimuleert de winkeliers om zich in te zetten voor een financiële bijdrage van de gemeente en biedt de gemeente(raad) de mogelijkheid om per jaar te bezien wat het programma de samenleving waard is.

4. Laten we parkeren gratis houden We steunen het Citymanagement in haar pleidooi voor gratis parkeren. Landelijk onderzoek leert trouwens dat mensen best willen betalen voor parkeren, zolang het aanbod van winkels maar voldoende aantrekkelijk is. In het geval van Schijndel wordt het winkelhart op termijn meer een boodschappencentrum en minder een winkelcentrum. Juist daarom vinden we gratis parkeren billijk, zeker in combinatie met een maximale parkeerduur. We stellen vast dat de parkeergarage nog niet optimaal wordt gebruikt. Zomaar een idee: als we nou eens straattegels op de Markt voorzien van opvallende teksten, zoals ‘Parkeergarage: nog twee minuten lopen’. Mensen lijken immers amper te beseffen hoe dichtbij de parkeergarage is. En hoe vriendelijk we ook willen zijn voor automobilisten: we zien nog liever voetgangers en fietsers in het centrum. Het centrum moet voor die verkeersgebruikers vriendelijk zijn.

62


5. Laten we de kermis verplaatsen Het centrum van Schijndel bruist. Voor evenementen is er in het dorp slechts één locatie die concurrerend is: het evenemententerrein aan De Steeg. Veel activiteiten, die daar gehouden worden, passen daar prima. Eén uitzondering: de kermis. Zo om de vijf jaar steekt in de gemeenteraad van Schijndel de discussie weer de kop op: kan de kermis niet naar het centrum? Dat heeft niets van doen met de ongeschiktheid van het evenemententerrein, maar alles met de atmosfeer rond dat volksfeest. Een kermis hóórt in het centrum, zoals een kerstboom bij kerst hoort en de paus bij de katholieke kerk. Keer op keer liet het college van B. en W. weten dat zo’n verplaatsing er niet in zit. Dat heeft van doen met onder meer ruimtegebrek, elektra en de onwil van de exploitanten. Met de reconstructie van Hoofdstraat en Markt is de situatie echter ingrijpend veranderd. Zo zijn de rode paaltjes, altijd beschouwd als een sta in de weg, verdwenen. Een kermis die behalve de Markt ook de Hoofdstraat omvat van de Meierijstraat tot de Kluisstraat. Voor exploitanten is een verhuizing zeer plezierig: de kermisbranche pleit landelijk al jarenlang voor een lintkermis en ziet om historische redenen graag attracties dichtbij de kerk.

6. Laten we Schijndel bijzonder maken Als we dan toch publiek willen trekken uit de regio rond Schijndel: laten we er dan voor zorgen dat Schijndel anders is dan de dorpen in de rest van de regio. De doodsteek van veel stads- en dorpscentra is dat het aanbod er identiek is aan dat van buursteden en - dorpen. Maar als Schijndel winkels heeft die uniek zijn, dan kan dat een belangrijke meerwaarde bieden. De gemeente heeft er vanzelfsprekend amper of geen invloed op, maar ondernemers kunnen op dit gebied wel het een en ander betekenen. Neem nou die best charmante Pompstraat: als dat nou een straat zou zijn vol ambachtelijke en speciaalzaken? Waar de liefhebbers van speciale lederen tassen, olijfolie, rieten manden, klompen of andersoortige bijzondere producten wat van hun gading vinden? Dat zou Schijndel op de kaart kunnen zetten.

7. Laten we het groener maken Gejat van verschillende stedenbouwkundigen: grijp de groeiende en chronische leegstand aan om meer groen in centra te brengen. Grote steden, zoals New York en Londen, houden al peperdure meters vrij voor parken. Wat daar kan, kan ook en nog gemakkelijker in kleinere plaatsen. Zoals Schijndel. Een concrete kans ligt voor het grijpen: het gemeentehuis. Dat gebouw een woonbestemming geven is onverstandig, want daarmee wordt de specifieke functie van het centrum als ontmoetingsplek genegeerd en verminderd. Nieuwe winkelmeters verdienen de voorkeur, maar dat is vanwege de leegstand niet handig: het laatste wat we nu nodig hebben zijn méér winkelmeters. Een overheidsbestemming, zoals een dependance van de gemeente en/of een 63


gemeentelijk museum is om financiële redenen onlogisch. De wens van ‘Hart voor Schijndel’ om het gemeentehuis haar huidige functie te laten behouden, werd juist vanwege geld afgewezen. Drie gemeentehuizen openhouden zou leiden tot te hoge exploitatie- en afschrijvingskosten. Voor een andere gemeentelijke bestemming geldt dat ook. Een park dus, stellen we voor. Of misschien wel een waterpark. Een park is financieel haalbaar, want in exploitatie goedkoper dan een gemeentelijk gebouw – al moet de boekwaarde van dat pand wel in één keer worden afgeschreven. Een park bevestigt en versterkt de functie van ontmoetingsplaats. Daar komt nog eens bij dat het zo kan worden ontworpen en aangelegd dat er functies mogelijk zijn op het gebied van evenementen, picknicks en horeca (terras). Overigens ruilen we dit idee graag in voor een ander idee, bedacht door inwoners. Want ‘Hart voor Schijndel’ geeft inwoners graag het voortouw nemen bij een voorstel over de herbestemming.

8. Laten we een stok achter de deur zetten Eigenaren van vastgoed zijn er soms niet heel enthousiast over, maar andere belangen maken het wel degelijk nuttig: de leegstandverordening. En zelfs de eigenaren zijn er na een poosje voor te winnen, leert ervaring elders. Een leegstandverordening is bedoeld om met de eigenaar van een pand dat lang leeg staat in gesprek te komen om alle gebruiks- en herbestemmingsmogelijkheden van het pand te onderzoeken. Uit een simulatie van kennisinstituut Platform 31 kwam naar voren dat eigenaren en andere betrokken partijen de verordening als nuttig instrument zien voor de aanpak van leegstand en dat ze blij zijn met de actievere rol van de gemeente. Saillant is dat vooral ondernemers de gemeente als medeschuldig zagen aan de leegstand, omdat zij te veel detailhandel heeft toegelaten. Eigenaren en winkelier vinden dan ook dat de gemeente in de toekomst kritischer moet zijn bij het toestaan van nieuwe detailhandel. ‘Hart voor Schijndel’ deelt die mening. Indien een gebouw zes maanden of langer leeg staat, moet de eigenaar dit volgens de verordening bij de gemeente melden. Binnen drie maanden na de melding voert de gemeente overleg met de eigenaar, het zogenoemde leegstandoverleg. Partijen hebben er belang bij om in deze fase er met elkaar uit te komen. Als dit niet gebeurt, kan de gemeente een leegstandbeschikking vaststellen. De gemeente kan in deze fase de eigenaar verplichten voorzieningen aan of in het pand te treffen zodat verhuur of verkoop bevorderd wordt. De praktijk leert dat de betrokken partijen het niet op een dergelijke beschikking aan laten komen, maar er tijdens het overleg met elkaar uitkomen.

9. Laten we het samen doen Zo’n leegstandverordening is een stok achter de deur, maar hebben we hopelijk niet al te vaak nodig. Want we houden eigenlijk niet zo van regels. Sterker: we stellen voor om van het winkelgebied in het centrum een zone van ‘verlichte regelgeving’ te maken. Samen met alle betrokkenen stelt de gemeente 64


daar vast welke regels en afspraken er nodig zijn om het centrum succesvol te houden voor al die betrokkenen.

Tot slot Het centrum moet de inwoners van ons dorp een bruisend hart bieden. Dat is ons uitgangspunt. En natuurlijk hechten we aan de belangen van bewoners aan de Markt, van winkeliers en van de gemeente – maar we beginnen met de inwoners. Die moeten graag naar het dorpshart komen. Omdat er altijd wat te doen is, omdat je er fijn kunt flaneren, omdat alle winkelpanden bezet zijn, omdat je er een pilsje kunt pakken en omdat je er de fiets of auto dicht in de buurt kwijt kunt. Wie dat wil, moet keuzes maken. Meer winkels, minder woningen. En elders dus minder winkels en meer woningen. Geen appartementen op de plaats van het gemeentehuis. Geen kermis op De Steeg. Geen verleidingen van horeca- of winkelconcepten aan de rand van het dorp. Maar wel weekenden vol activiteiten, een bloeiende weekmarkt, een gezellige kermis en winkels die er zijn voor de dagelijkse of wekelijks boodschappen.

65


Dossier zorg en welzijn

In Meierijstad zorgen we voor elkaar 66


Hart voor Schijndel, juli 2016. Alles mag worden gekopieerd en verspreid. Graag zelfs. Bronvermelding wordt gewaardeerd. 67


www.hartvoorschijndel.nl

68


Inleiding

Het komt goed met de zorg en het welzijn. Echt. Kijk een aflevering van het televisieprogramma De Monitor en u kunt niet om de conclusie heen: gemeenten bakken weinig van de nieuwe taken die ze krijgen op het gebied van zorg en welzijn. En inderdaad, er gaat best het een en ander mis. En nogal wat van die dingen die mis gaan, zijn ook nog eens behoorlijk ernstig. Maar was het voor de decentralisaties, de overdracht van taken naar de gemeente op het gebied van Wmo, Jeugdwet en Participatiewet, dan echt zoveel beter? En nog eens wat: komen alle zaken die goed gaan, wél in de krant? ‘Hart voor Schijndel’ is niet de verdediger van de wethouders en beleidsmedewerkers van de gemeente – dat moeten ze zelf maar doen. Maar we willen wel kwijt dat we geloven in de decentralisaties. Dat we zeker menen te weten dat mensen die zorg en hulp nodig hebben op termijn bij gemeenten beter af zijn. Omdat die gemeenten meer dan afstandelijk Den Haag contact hebben met de mensen om wie het gaat. Maar meer nog omdat via de gemeenten mensen in straten en buurten zelf de mouwen op gaan stropen en er meer dan voorheen voor buren zijn. Niet vanwege bezuinigingen, maar omdat wat mensen voor elkaar doen doorgaans beter, duurzamer en waardevoller is. Echt. Hebben we dan niks meer te wensen? Nou en of! Want het kan nog zoveel beter. Daarover gaat dit dossier. Een dossier over hoe we protocollen, regels en procedures vervangen voor vragen wat nodig is en mensen helpen het antwoord op die vragen te vinden. Een dossier over mensen bijstaan. Over zorg bieden waar nodig en stapjes terugdoen waar het kan. Dit is het vierde en laatste dossier van ‘Hart voor Schijndel’ op weg naar de verkiezingen. Eerder verschenen dossiers over duurzaamheid, burgerbetrokkenheid en het centrum van Schijndel. Samen vormen ze de opmaat naar het verkiezingsprogramma van ‘Hart voor Schijndel’.

Schijndel, juli 2016,

Hart voort Schijndel

69


1. Maak de wijk sterk… ‘Vroeger hielpen de mensen elkaar nog’, klinkt het vaak. Of dat nu klopt of niet, feit is dat nogal wat vraag naar zorg en hulp best door het sociale netwerk ingevuld kan worden. De rijksoverheid stuurt er enthousiast op aan en rept daarbij van de participatiesamenleving. Het rijk heeft gelijk en dat heeft ze niet omdat het werk van buren nu eenmaal goedkoper is dan dat van bijvoorbeeld een maatschappelijk werker. Dat is het wel, maar wat ‘Hart voor Schijndel’ betreft is dat niet de reden om burenhulp te promoten. We doen het omdat onbezoldigd en belangeloos aangeboden hulp zoveel warmer en daardoor waardevoller is. Wat daarvoor nodig is, zijn buurten en wijken die net zo warm zijn. Die sterk zijn. Wijken, waar mensen zich met elkaar verbonden voelen. Hier ligt een taak van de gemeente. De gemeente heeft instrumenten om wijken sterk te maken. Dat kan ze doen door wijkbewoners zowat onafgebroken te betrekken bij beleidszaken op wijkniveau. Of het nu gaat om een herbestrating, de bouw van woningen of het aanbod van dagbesteding: zoek de wijk op en zorg al overleggend dat mensen elkaar leren kennen. Mensen die elkaar kennen, willen immers sneller wat voor elkaar betekenen.

2. …en maak de wijk de baas Juist nu de gemeente door de fusie groter wordt, is het zaak om zeggenschap, taken, verantwoordelijkheden en budgetten te delegeren. We pleiten voor wijk- en dorpsbudgetten die alle specifieke uitgaven voor zo’n gebied bevatten. Door de bewoners inzicht te geven in het geld dat er voor hen wordt uitgegeven, ontstaat de mogelijkheid om ze inspraak en zelfs zeggenschap over die uitgaven te geven. ‘Dus, meneer de wethouder, als we het budget voor groenonderhoud terugschroeven, dan is er meer geld voor de huishoudelijke hulp voor onze wijkbewoners? Fijn, dan doen we dat. En dan accepteren we dat het onkruid gaat groeien. Of we gaan zelf eens wat vaker snoeien.’ En zo krijgt mevrouw Jansen, die recht heeft op twee uur huishoudelijke hulp, ineens drie uur huishoudelijke hulp. Of vier. ‘Want als we maar geld hebben voor drie uren, dan doen wij dat vierde uur wel voor niks. In ruil daarvoor gaat mevrouw Jansen één keer per week een voorleesuurtje houden op het kinderdagverblijf. Want wist u, meneer de wethouder, dat mevrouw Jansen vroeger onderwijzeres was?’ Van die dingen. En nee, dat werkt niet overal. Maar het hoeft ook niet overal. Wijken en dorpen die meer zelf willen doen en zelf willen beslissen, moeten die kans krijgen. Omdat ze zo de zorg en het welzijn dicht bij huis op een hoger niveau kunnen brengen. En de wijken en dorpen die het maar niks vinden, die doen niet mee. Bijna alles mag, maar niks hoeft.

70


3. Vernieuw het welzijnswerk In Schijndel heeft Welzijn De Meierij zo ongeveer een monopoliepositie. Dat niet alleen: de organisatie verkoopt aan de gemeente geen diensten, maar krijgt jaarlijks subsidie. Doe even of de welzijnswerkers wegenbouwers zijn. En dat de gemeente zegt: ‘U bent onze enige wegenbouwer en u krijgt een vast bedrag per jaar voor de wegen die u vast en zeker voor ons gaat aanleggen en onderhouden’. Raar. Daarom gaan we de subsidie afschaffen. In ruil daarvoor gaat de gemeente specifieke diensten inkopen. En, zoals we dat bij wegenbouwers ook doen: we vragen daarbij offertes aan bij meerdere welzijnsorganisaties. Wie de vorige twee stukjes heeft gelezen, snapt dat we vinden dat inwoners van wijken ook aanbiedingen mogen doen. Dagbesteding bijvoorbeeld kan best door enthousiaste burgers worden verzorgd. En als we dan toch bezig zijn de positie van dorpen en wijken te versterken: het wijk- en dorps-specifieke welzijnswerk kan ook door inwoners worden ingekocht.

4. Wees preventief Er zijn mensen die nu nog geen problemen hebben en waarvan voorspeld kan worden dat de kans groot is dat ze die krijgen. Wie bij een advocaat aanklopt met het verzoek een scheiding te regelen, heeft een kans van 26 procent om in armoede terecht te komen. Ook mensen die ernstige psychische klachten hebben, lopen die kans. Net als mensen die hun baan verliezen. Zelden was preventie zo gemakkelijk. Mensen die gaan scheiden, kloppen bij een advocaat aan, wie werk verliest bezoekt het UWV (al is het maar digitaal) en wie in een stevige dip zit, gaat naar een psycholoog of therapeut. En dus moet de gemeente ervoor zorgen dat die professionals weet hebben van de financiële gevolgen van de problemen van hun cliënten. En vooral: van de hulp die er voor die cliënten is. ‘Ik regel die scheiding voor u, maar in uw geval zou ik zeker even aankloppen bij de budgetmaatjes van het welzijnswerk. Hier heeft u een foldertje.’ Zo eenvoudig kan het zijn.

71


5. Verbeter de toegang tot de zorg De toegang tot de zorg kan beter. Terwijl de eerste wijkteams in Nederland nog niet waren geëvalueerd, besloot een groot deel van de gemeenten het over diezelfde boeg te gooien. Schijndel ook. Dat was te overhaast, te ondoordacht. De ervaringen met het sociaal wijkteam zijn niet goed, durven we te stellen. De zorg in Schijndel krijgt dan wel een voldoende van cliënten, dat is niet per definitie dankzij de toegang tot de zorg. De signalen die ‘Hart voor Schijndel’ van cliënten krijgt, zijn zorgwekkend. Het beeld dat opdoemt is er eentje van hardwerkende en goedwillende dames en zo nu en dan heren die het niet voor elkaar krijgen de gewenste ‘kanteling van de zorg’ tot stand te brengen. Keukentafelgesprekken blijven te vaak intakegesprekken voor professionele zorg, waarbij de intakers de deskundigheid missen om de juiste vragen te stellen, conclusies te trekken of diagnoses te stellen. En zo worden die keukentafelgesprekken nieuwe drempels op weg naar zorg. Andere problemen die, overigens landelijk, spelen zijn het gebrek aan financiële en juridische kennis, een gebrekkige samenwerking tussen de vele organisaties binnen de teams en problemen met privacy. Waarbij het gaat over dat de organisaties binnen het team informatie móeten delen om hun werk goed te kunnen doen en dat ze tegelijkertijd daarmee over de schreef gaan. Daar kunnen die teamleden ieder voor zich niks aan doen, maar ondertussen klopt het natuurlijk niet. En dan is er nog het gebrek aan ervaringsdeskundigen. Uit de signalen die ‘Hart voor Schijndel’ ontvangt en uit diverse landelijke onderzoeken blijkt dat het bij de teamleden schort aan kennis en begrip voor problemen van hun cliënten. Ze weten onvoldoende wat dat nou is, een knagend geldgebrek, een depressie of het onvermogen om zelf te kunnen lopen. Ervaringsdeskundigen zijn er daarom nodig. Niet alleen vanwege de empathie die zij hebben, maar ook en vooral omdat ze vanwege hun ervaringen beter weten welke oplossingen en strategieën werken en welke niet. Hart voor Schijndel is een voorstander van de gelukkig nog steeds actieve, andere toegangen tot zorg. Mensen wisten de weg al te vinden naar hun huisarts, naar het maatschappelijk werk en de sociale dienst. Al die mensen hoeven niet met elkaar in een sociaal wijkteam te gaan zitten om hun werk goed te kunnen doen. Met het herstellen van de oude toegangen komen we trouwens ook tegemoet aan de wens van veel senioren, de grootste doelgroep van de Wmo en daarmee van het sociaal wijkteam. In een onderzoek van de Seniorenraad hebben zij aangegeven de huisarts te verkiezen boven een wijkteamlid aan de keukentafel.

6. PGB gaat altijd voor Een persoonsgebonden budget (PGB) is te verkiezen boven hulp en zorg in natura. Simpelweg omdat een PGB tegemoetkomt aan de wens van mensen om autonoom te zijn, om de baas te zijn over hun eigen leven. Juist als mensen zorg en hulp nodig hebben van anderen, is het van belang dat ze dan tenminste nog kunnen bepalen bij wie ze die zorg en hulp halen.

72


Niet iedereen kan dat. Daarom is er ook hulp en zorg in natura, waarbij de gemeente de aanbieder aanwijst. Dat moet vooral blijven bestaan. De gemeente Schijndel heeft 18 procent van haar potje voor Wmo en Jeugdwet gereserveerd voor de PGB. Het komt ‘Hart voor Schijndel’ over als een laag percentage, maar eigenlijk willen we af van die verdeling. Want we vinden het fout als iemand naast de PGB grijpt omdat het potje van 18 procent leeg is, terwijl er nog wel geld zit in de rest van het budget. Verder willen we dat het gebruik van PGB wordt aangemoedigd. Tot een jaar geleden was aantoonbaar het tegenovergestelde het geval. Het College beloofde toen beterschap. We gaan in Meierijstad het nieuwe gemeentebestuur houden aan die Schijndelse belofte.

7. Dagbesteding: meer maatwerk Je zult vanwege een beperking of ouderdom maar niet (meer) kunnen werken. Je zult maar te fit of ambitieus zijn om thuis te zitten niksen. Dan wil je de dagen besteden op een wijze die bij je past. En dus moet de dagbesteding maatwerk zijn. Niet kiezen uit een vooraf ontwikkeld programma, maar een programma speciaal voor jou gemaakt. Het kan en het bestaat in veel plaatsen al. Nu nog in Schijndel en Meierijstad. Welzijnswerkers en andere aanbieders van dagbesteding dienen op individueel niveau met cliënten diepgaande gesprekken te voeren over mogelijkheden en wensen en daar vervolgens met een grote mate van volharding en creativiteit een aanbod bij zoeken. We zijn er van overtuigd dat dit bij dagbesteding op wijk- of dorpsniveau gemakkelijker te realiseren is dan bij het welzijnswerk dat die dorpen en wijken overstijgt. Ook binnen onze gemeente bestaat daar, in Wijbosch, een goed voorbeeld van. ‘Hart voor Schijndel’ wil dat de gemeente dit stimuleert. Als mensen denken dat ze dagbesteding of ander welzijnswerk beter kunnen dan nu professioneel wordt aangeboden, dan krijgen ze dat recht én het budget dat bij die werkzaamheden hoort.

8. Beschut werk dichtbij ‘Hart voor Schijndel’ is warm voorstander van een breed en kleinschalig aanbod van beschut werk. Het is het werk waar reguliere werkgevers doorgaans geen aanbod voor hebben en dat momenteel is voorbehouden aan de sociale werkvoorziening. ‘Hart voor Schijndel’ wil de markt openbreken, al was het maar omdat de sociale werkvoorziening niet tegemoet kan komen aan ieders behoefte. Bekend is het voorbeeld van kledingmakers. De WSD kan hen niet van dienst zijn, een ander, particulier bedrijf wel. Verder willen we, naar Bosch’ voorbeeld, in enkele wijken kleinschalige bedrijven opzetten waar beschut werk voor de eigen wijk kan worden verricht. Het kan gecombineerd worden met garantiebanen, vrijwilligerswerk en dagbesteding. Zo ontstaan bedrijven waar mensen uit de wijk werk doen voor de eigen wijk. In ’s-Hertogenbosch zagen we inspirerende voorbeelden op het gebied van folders verspreiden, klussen, 73


fietsen repareren, fietsles, catering en reparatieshops. Gratis voor wie weinig geld heeft en tegen vergoeding voor wie het kan betalen.

9. Huishoudelijke hulp volgens nieuwe regels Het College van beroep heeft bepaald dat de gemeente niet zomaar mag korten op het aantal uren huishoudelijke hulp zonder deugdelijk onderzoek. Een keukentafelgesprek wordt daarbij, wat ‘Hart voor Schijndel’ betreft, niet als een geldig onderzoek beschouwt. Er moeten dus onderzoeken komen. Maar dat niet alleen. De belofte van een schoonhuis, zoals die ook in Schijndel werd en wordt gedaan, voldoet niet. De gemeente moet beschrijven wanneer een schoon huis een schoon huis. Anders is het voor cliënten niet vast te stellen of de dienstverlening conform afspraak is. Werk aan de winkel dus voor de gemeente. Overigens is ‘Hart voor Schijndel’ niet onverdeeld gelukkig met de uitspraak. Door zeer nauwgezet de dienstverlening te beschrijven, is het voor de huishoudelijke hulp én de cliënt niet mogelijk flexibel te zijn. ‘Laat het stofzuigen maar zitten, ik heb liever dat je de vaat doet’, is er dan niet bij.

10.

Zorg om de jeugdzorg

Speciale aandacht vragen we voor de jeugdzorg. In Schijndel is het beroep op professionele hulp voor de jeugd bovengemiddeld groot. Dat hoeft niet zorgwekkend te zijn. Het kan betekenen dat de jeugd hier meer dan in de rest van de regio professionele hulp sneller en gemakkelijk vindt. In ieder geval vinden we in diverse databanken, zoals die van ‘Waar staat je gemeente?’, geen gegevens die er op wijzen dat de Schijndelse jeugd er beroerder aan toe is dan elders. We zien dat senioren zeer goed in staat zijn zich te verenigen en met veel kracht hun wensen en standpunten te verkondigen. Dat is goed, maar brengt het risico met zich mee dat minder goedgebekte groepen er bekaaid afkomen. De jeugd is zo’n groep. Ze laten zich niet verenigen en hebben vaak niet eens stemrecht. Voor hen moet de overheid staan als een huis. En nee, er volgt nu geen concrete aanbeveling of actie. Alleen het dringende verzoek aan de lokale overheid om de jeugd in het vizier te houden. En om het jongerenwerk, dat in Schijndel van een hoog niveau is, te koesteren.

11.

Het begint bij de Participatiewet

Een goede uitvoering van de Participatiewet beschouwen wij van ‘Hart voor Schijndel’ als de crux voor een goed beleid op het gebied van zorg en welzijn. Want bij een goede uitvoering doet in Meierijstad daadwerkelijk iedereen mee. Bij voorkeur betaald en anders met behoud van uitkering. Maar altijd zinvol bezig. En wie zinvol bezig 74


is, doet dat doorgaans met mensen om zich heen. En zo bouwen mensen aan nieuwe sociale netwerken. Het voorkomt eenzaamheid, isolatie en getob. En zorgt sneller voor hulp als het eens minder goed gaat. ‘Hart voor Schijndel’ wil dat in de gemeente Meierijstad één wethouder niets anders aan zijn hoofd heeft als de Participatiewet. Een wethouder die dag in dag uit bezig is om mensen mee te laten doen.

12.

Een andere koers voor de gemeente

Zoals mensen die hulp en zorg nodig hebben meer ‘in hun kracht’ moeten worden gebracht, zo geldt dat ook voor de netwerken rond die mensen. Voor buurten, wijken en dorpen. Het lijkt en is positief, groepen mensen die in hun kracht staan. Maar die kracht is onlosmakelijk verbonden met de wil én de mogelijkheid om eigen keuzes te maken en die keuzes zullen zo nu en dan of heel vaak anders zijn dan de keuzes van wethouders en ambtenaren. De gemeente, van oudsher het bastion van protocollen, procedures, verordeningen en regels, moet een drastisch andere koers gaan vragen. Niet alles rücksichtslos loslaten, maar mensen op individueel niveau en in groepsverband stimuleren, motiveren en bovenal faciliteren om hun eigen weg te gaan. Dat vraagt om een gemeente die altijd dichtbij is. Die met raad en daad paraat is. En die omziet naar de kwetsbare mensen die dankzij dat proces minder kwetsbaar moeten worden. Een overheid die stevig ingrijpt als dat even niet lukt.

Tot slot ‘Hart voor Schijndel’ wil dat de gemeente Meierijstad werk maakt van zorg en welzijn. Door om te zien naar wie kwetsbaar is, zorg te bieden waar nodig én door ervoor te zorgen dat mensen voor zichzelf kunnen zorgen en elkaar bijstaan. Een samenleving waar mensen gelukkig zijn omdat ze er voor elkaar zijn. Dat is geen samenleving waar de overheid zich terugtrekt, dat is een samenleving waarin overheid en mensen de handen ineenslaan. Meierijstad kan zo’n gemeente worden.

75


76


Colofon ‘Meierijstad, waar mensen voor elkaar zorgen’ is het verkiezingsprogramma 2017-2022 van ‘Hart voor Schijndel’. Het programma kwam tot stand na vele gesprekken met inwoners en andere deskundigen, literatuuronderzoek en stevige debatten met leden. Redactie: Netty Beijer, Henk van Duijnhoven, Mirjam van Esch, Lambèr Gevers, Jos Kaldenhoven, Sharon Reeb, Dennis Steenbakkers, Laurens van Voorst en Henk Wittenberg. Hart voor Schijndel Hoofdstraat 43 5481 AA Schijndel 073 5284081 hartvoorschijndel@gmail.com www.hartvoorschijndel.nl hartvoorschijndel hartvschijndel

© Hart voor Schijndel, 2016

77


78


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.