6 minute read

Legionair Lou Custers

Next Article
Column van Jees

Column van Jees

Legionair Lou Custers Op zoek naar het avontuur

Door Jan Schurgers Foto's: collectie Brigitta Custers

Advertisement

In de voorbije honderd jaar hebben heel wat Nederlandse jongemannen dienst genomen in het Franse vreemdelingenlegioen. Meestal waren ze op zoek naar avontuur, vreemde landen met vreemde mensen, of ze probeerden de problemen waarmee ze te maken hadden, achter zich te laten. Ook Valkenburgse jongens zetten die stap. Ernst Wilhelm Lamberty (1915-1986) was legionair van 1935 tot 1941 en kreeg al zijn eigen biografie. Een andere Valkenburgse avonturier was Jan Willem Lodewijk oftewel Lou Custers (1928-2010), die tussen 1951 en 1956 in het Vreemdelingenlegioen verbleef.

Nederlands-Indië Lou Custers wordt op 23 juli 1928 geboren in de St. Pieterstraat, op de bovenste etage van de toenmalige schouwburg (nu HEMA). Hij is een zoon van Jan Willem Custers en Maria Hubertina Josephina Troisfontaine, die het café in de schouwburg exploiteren. Lou bezoekt de lagere school en de MULO in de Plenkertstraat en volgt daarna een opleiding aan de LTS in Maastricht. In september 1946 begint hij als leerling-monteur bij garage Duyzings in Maastricht, totdat hij in april 1948 opgeroepen wordt voor de vervulling van zijn militaire dienstplicht bij de luchtstrijdkrachten. Op 12 november van dat jaar vertrekt hij naar NederlandsIndië met de S.S. “de Groote Beer”. Via Batavia en andere standplaatsen belandt hij in maart 1949 in Semplak waar hij bestuurder wordt van een waterwagen. Die functie voert hij een jaar lang uit, totdat hij instructeur wordt op een autorijschool. Op 19 juni 1950 is hij weer terug in Nederland en begeeft zich naar Banholt, waar verschillende familieleden meewerken in het café van zijn grootouders. Lou Custers op latere leeftijd

Franse Vreemdelingenlegioen Lou voelt zich in Banholt helemaal niet op zijn gemak. “Er gebeurt hier niks. Het is een katholiek dorp en het is er saai en stil. Er mag niks”, zegt hij. Hij begint verschillende opleidingen, zoals tot vliegtuigmotormonteur, bankwerker en autogeenlasser. Maar het liefst wil hij weg. Hij geeft zich op als vrijwilliger voor de strijd in Korea, maar wordt afgekeurd. En dan kiest hij voor het vreemdelingenlegioen. Op 14 augustus 1951 meldt hij zich aan in de citadel in Lille, wordt meteen goedgekeurd en tekent voor vijf jaar. Via Parijs, Marseille en verschillende Algerijnse steden belandt hij op 10 oktober in Ksar Es Souk, in het zuiden van Marokko. Hij wordt ingedeeld bij het 1e regiment Infanterie Compagnie Portée en krijgt er een chauffeursopleiding, waarna hij slaagt voor zijn rijbewijs.

Lou Custers (links) met zijn kanon 57 mm, Indo-China in 1954

Indo-China Op 22 maart 1952 vertrekt hij met het troepentransportschip “de Pasteur” naar Saigon. Per trein belandt hij op 9 april in Hanoi en wordt als schutter ingedeeld bij de 8e compagnie van het 2e Bataljon. Die functie heeft hij zijn hele diensttijd behouden. Hij schiet met het zware kanon van 22 kilo, met een vuurmond van 57 mm en als de doelen te ver weg zijn voor de geweren, dan wordt hij erbij gehaald en moet hij de vijandelijke stellingen bestoken. Hij neemt deel aan meerdere acties tegen de Vietcong en bouwt mee aan bunkers en verdedigingswerken. Tussendoor zijn er rustperiodes en voorbereidingen op volgende acties. In december 1953 vindt tot 4 januari in het noorden van IndoChina, de “Operation Bretagne” plaats bij Thai-Binh, zo genoemd

In vol ornaat Lou Custers in Hanoi in 1953

omdat ze vanwege de landingsvaartuigen lijkt op de landing van de geallieerde strijdkrachten in Normandië in juni 1944. Zelf zei hij daar later over: “Om een uur of twaalf in de kerstnacht schreeuwde de kapitein ons wakker. Er werd van alle kanten geschoten. In het duister wisten we niet waar het vandaan kwam. Toen hebben we van die lichtgranaten afgeschoten met mortieren. Toen zagen we ze uit de gangenstelsels komen. Daar hebben we toen granaten ingegooid.” (zie bron 1)

Terug naar Marokko Zelf lijden ze ook aanzienlijke verliezen. Op een gegeven moment bestaat zijn compagnie, nog maar uit 60 van de 100 man. Terug in Hanoi wordt Lou ziek en wordt opgenomen in het ziekenhuis. Hij blijkt een malariaaanval te hebben, waarvan hij snel hersteld. Er volgen nog verschillende confrontaties met de opstandelingen, totdat hij op 23 mei 1954 Indo-China verlaat en terugkeert naar het Algerijnse Sidi-bel-Abbès. Twee maanden

later meldt hij zich voor de strijd in Marokko en neemt deel aan meerdere gevechtsoperaties tegen opstandelingen, voornamelijk in het Rifgebergte. Van 9 juli tot 27 september 1955 verblijft hij in het militaire hospitaal “Louis” in Meknes vanwege een fisteloperatie.

In juli 1956 loopt zijn diensttijd af. Hij heeft er vijf jaar opzitten, krijgt het aanbod om voor 30 maanden bij te tekenen, maar gaat daar uiteindelijk niet op in. En dan gaat het snel. Op 12 juli neemt hij in Marseille de trein en via Parijs is hij twee dagen later in Maastricht, overnacht daar en meldt zich de volgende dag bij zijn familie in Banholt.

Verblijf in Valkenburg Hij herneemt het gewone leven en er moet brood op de plank. Hij is dertig en gaat in garage “de Valk” werken als monteur. Regelmatig fungeert hij ook als buschauffeur en als privéchauffeur voor zijn baas Florent Habets. Hij leert in Banholt Maria Catharina Theelen kennen, met wie hij op 8 oktober

Legionair Lou Custers Op zoek naar het avontuur

1958 in Maastricht in het huwelijk treedt. Het paar neemt intrek in de Seringenstraat 28 in Broekhem. Op 12 februari 1964 wordt dochter Brigitta geboren. In de jaren daarna blijkt dat zijn buitenlandse avonturen en oorlogshandelingen hun sporen hebben achtergelaten. In april 1983 wordt hij afgekeurd als buschauffeur. Hij kent periodes van teruggetrokkenheid, zwijgzaamheid en soms aanvallen van woede. Het zijn dieptepunten die zwaar zijn voor hem zelf en voor zijn omgeving. Of de oorlogservaringen er invloed op hebben gehad is nooit helemaal duidelijk geworden. Hij is iemand die in impulsen handelt en uitvoert wat in hem opkomt. Hij ontwikkelt zich tot een perfectionist. Alles moet gaan zoals hij het wil. Als hij uitgaat steekt hij zich in een chique pak, zet zijn hoed op, pakt zijn paraplu en stapt statig door de straten. Frankrijk wordt steeds meer zijn favoriete land. Op 14 juli, de nationale feestdag, reist hij naar Parijs, trekt zijn vreemdelingenuniform aan en gaat op de Champs Elysées staan. Hij groet er het voorbijkomende peloton legionairs en die groeten terug. Daar geniet hij van. In zijn huis richt hij een slaapkamer in met herinneringen aan zijn legioentijd, met medailles, onderscheidingen, foto’s, uniformen en attributen. Daar brengt hij veel tijd door, diep in gedachten verzonken. Voor zijn vrouw en dochter Brigitta wordt het leven met hem steeds zwaarder. Als Brigitta trouwt en het huis uitgaat, neemt zijn vrouw kort daarop een rigoureus besluit. Het is dan augustus 1994 en ze verlaat het huis. Lou neemt dan zijn intrek in de Hekerbeekstraat en later in een bovenwoning in de pastoor Sartonstraat. – vervolg –

Laatste jaren Het contact met Brigitta wordt hersteld en als hij hartklachten krijgt verhuist hij in 2007 naar verzorgingstehuis Oosterbeemd. Ook daar leidt hij een teruggetrokken bestaan en kan er maar niet wennen. Hij moppert veel en er is weinig naar zijn zin. Hij geeft te kennen dat hij naar het militaire rusthuis Bronbeek bij Arnhem wil en dat gebeurt in 2009. Na een week uitproberen wordt hij geaccepteerd en kan daar zijn verhalen kwijt over vroeger. In dat jaar wordt ook de procedure in gang gezet om hem de hoogste Franse onderscheiding die een buitenlander kan ontvangen, uit te reiken. Helaas komt de toekenning te laat, want op 25 juli 2010 treft hem een hartaanval en overlijdt hij die ochtend, 82 jaar oud. Een postume uitreiking van die unieke onderscheiding is volgens de Franse wet helaas onmogelijk. Hij zou er ontzettend trots op zijn geweest. Zijn as krijgt een plek in de urnenmuur in het park van Bronbeek.

Bronnen: 1. Rende van de Kamp, “Geen mannen, maar duivels”. Nederlanders in het Franse Vreemdelingenlegioen.

Nijmegen, 2014. 2. “Een Nederlander vecht in Indo-China.”

Elseviers weekblad 12-6-1954. 3. Website www.kwaak99. demon.nl/Custers,%20J.W.L..html 4. De dagboeken van Lou Custers. 5. Gesprek met Brigitta Custers op 4-9-2020. Met dank aan Jef Boosten en Jules Meurders

This article is from: