RMW - De Modelbaanwereld in Digitaal

Page 1

De Modelbaanwereld in Digitaal Uitgave Januari 2011

> M채rklin Digital Tips > M채rklin Digital Aansluiten


DIGITAL TIPS Het Central Station 60214 is gelijk aan de 60213, indien u beschikt over de laatste updates. Het apparaat heeft vele aansluitingen. (Zie ingevoegde afbeelding van de achterzijde). Aan de onderzijde bevindt zich de aansluiting voor de S-decoders (terugmeldmodules) en eventuele oudere boosters. Alleen de eerste S-decoder wordt aangesloten op het Central Station. De tweede en volgende worden steeds doorgelust vanaf de voorgaande S-decoder. Er is een afzonderlijke aansluiting voor ÊÊn mfx-booster 60173 / 60174. Zijn er meer van deze boosters dan worden deze aangesloten via de terminal 60125, waar ook bijvoorbeeld een mobile station op aangesloten kan worden of andere apparatuur. Deze terminal wordt op de speciale ingang van het Central Station aangesloten volgens de gebruiksaanwijzing. Bij gebruik van boosters 60173 moet er op gelet worden dat deze allemaal een eigen transformator hebben en die transformator mag nergens anders voor gebruikt worden en deze mag ook geen enkele verbinding hebben met andere transformatoren. Overigens zijn de transformatoren voor de digitale apparatuur vervangen door schakelnetwerkdelen met het nummer 60061 die gelijkstroom leveren. Dat betekent dat u tot het eind van het vermogen van dit netwerkdeel kunt beschikken over maximale prestaties en een zeer stabiel systeem. De nieuwe booster heeft het nummer 60174 en is iets minder kritisch waar het massa-scheiding betreft. Geadviseerd wordt om de gebruiksaanwijzingen goed te lezen. Iedere booster verzorgt een eigen stroomkring (rails). De rails in zo’n stroomkring mogen ook geen enkele verbinding hebben met andere stroomkringen, dus middenleider en rails goed isoleren. Indien u niet aan deze voorwaarde kunt voldoen, zult u gebruik moeten maken van de oude boosters met het nummer 6017. Ook hiermee kunt u met de moderne locomotieven rijden. Er is alleen geen terugmelding mogelijk van mfx en er is geen stroomverbruik of temperatuuraanduiding. De oude boosters 6017 kunnen worden aangesloten op het Central Station. Bij de nieuwe boosters 60174 gaat het aansluiten makkelijker. De rails (type K) kunnen gescheiden worden door de raillassen te verwijderen (iets uitbuigen en met een tangetje er af trekken) en dan kunststof raillassen (bijvoorbeeld van Fleischmann nummer 6433) er op te zetten. Bij C-rails zijn andere mogelijkheden voorhanden en bij M-rails is het extra moeilijk om te isoleren, omdat de railbedding immers geheel van metaal is. Hier zal men zelf een oplossing voor moeten bedenken door een zeer smalle kunststof strook tussen de railbeddingen in te leggen en dan tevens de raillassen verwijderen op bovenomschreven methode. Men natuurlijk ook een overgangsrail gebruiken en daar isoleren. Indien de baan op de juiste wijze is aangelegd dan kan men gaan rijden met het Central Station en dat is een ervaring apart. Alles kan men instellen: de snelheid van de locomotief; de remweg; het volume van de geluiden. Wissels en seinen geeft men een toepasselijke naam en voegt deze in, in de vele keyboards en vervolgens gaat men de wisselstraten programmeren in de memories. Daarna gaat men de lay-out samenstellen door te tekenen met een speciale stift die bij het Central Station wordt geleverd of gewoon met een aangesloten pc-muis. De wissels en seinen voegt men in, zodat alles zichtbaar wordt op de lay-out. Men kan ook meerdere lay-outs maken. In principe zijn de mogelijkheden onbeperkt. Met een speciaal symbool in de lay-out kan men doorlinken naar een andere lay-out, etc. Men kan seinen en wissels, maar ook complete wisselstraten bedienen vanuit de lay-out. De rijdende treinen kunnen ook alle seinen en wissels bedienen. Op het kleurenbeeldscherm van het Central Station (in de lay-out) ziet men de seinen van kleur veranderen of bij armseinen de

2


stand. De wissels springen om en men ziet duidelijk welke route door de trein afgelegd zal worden. Bij gebruik van contactrails is het zelfs mogelijk om spoorbezetmelding te introduceren. Nog leuker wordt het als u uw foto, die u gemaakt heeft van uw locomotief, of die u van de website van Märklin heeft gehaald of van elders heeft gedownload, op uw Central Station zichtbaar kunt maken, zodat steeds duidelijk is welke locomotief u aan het besturen bent. Dit kan heel eenvoudig. U heeft een usb-stick nodig en een foto van uw trein. U kunt zelf uw foto bewerken met uw pc en met een fotobewerkingprogramma. Zorg er voor dat u uw foto opslaat als png-bestand met maximaal 128 x 48 pixels. Bovendien mag het bestand niet groter zijn dan 6KB. In de praktijk blijkt dat 4 KB in de meeste gevallen volstaat. U kunt ondertussen ook kant en klare foto’s vinden op internet o.a. van www.stayathome.ch/Lokbilder.htm. U klikt rechts op deze foto’s met de muis en slaat ze op in de pc. Als u de juiste serie bij elkaar heeft sluit u een usb stick aan op uw pc. Maak op de usb stick een map (in de hoofddirectory) met de naam icons. (Geen andere naam bedenken!!!). Bijvoorbeeld uw station van usb heet station K. Onder K maakt u de directory “icons”. Sla de png-bestanden op in de map icons en verwijder de usb stick. Sluit deze nu aan op uw Central Station via de usb-poort of via een usb-hub als u deze aangesloten heeft. Zoek nu op het Central Station de set-up mogelijkheid op en klik op update. (Dus nadat de usb-key is aangesloten). Binnen enkele seconden staan uw foto’s ter beschikking om deze aan uw locomotieven te kunnen koppelen. Let op ! Als u namen gebruikt in de map icons, van locomotieven die reeds bestaan in het Central Station, dan worden deze plaatjes overschreven. Als u dit niet wilt kunt u alle eigen plaatjes bijvoorbeeld de letter e meegeven voor de werkelijke naam om aan te geven dat dit eigen plaatjes zijn.

-WEB- Meer tips staan op de website van Märklinstore Amsterdam, die door ons verzorgd wordt.

3


DIGITAL AANSLUITEN

Aan de achterzijde van het Central Station 60213 / 60214 bevinden zich vele aansluitmogelijkheden. Het kan echter voorkomen dat u aansluitingen te weinig heeft. Dit doet zich voor indien u meer dan 1 booster 60173/60174 wenst aan te sluiten of meer Central Stations of oude digitale apparatuur van de serie 6021 (met keyboards en memory’s). Is dat het geval dan dient u één of meer terminals aan te schaffen, die verkocht worden onder het nummer 60125. Iedere terminal heeft weer een aansluitmogelijkheid voor een volgende terminal. Zo kunt u een netwerk aanleggen dat zelfs over een afstand van 100 meter nog goed functioneert. Iedere terminal heeft daarnaast 4 aansluitmogelijkheden voor randapparatuur. Op een terminal kunt u boosters van de serie 60173/60174 aansluiten. Ook is het mogelijk om Mobile Stations aan te sluiten. Dit kan ook wel eens makkelijk zijn als u onder de baan aan het werk bent en u wilt vanaf die onmogelijke plek een trein bedienen of u wilt een noodstop maken. Mobile Stations van de oude serie dienen dan met een adapterkabel (60124) aangesloten te worden. Het nieuwe Mobile Station 60653 biedt extra mogelijkheden, vooral als deze direct (aansluiting voorzijde Central Station) of via een terminal verbonden is met het Central Station. U heeft dan de beschikking over alle locomotieven van het Central Station en u kunt terugvallen op alle wissels en seinen om die te bedienen. Met het nieuwe Mobile Station (60653) kunnen ook tot maximaal 16 functies per locomotief bediend worden. Ook is het mogelijk om een connect 6021 aan te sluiten (bestelnummer 60128). Via een connect 6021 kunt u de oude digitale apparatuur (6021) aansluiten. (Dit geldt niet voor de Control unit 6020 of de Central Control). Indien u dan wissels/ seinen schakelt is de positie van deze artikelen in het oude, maar ook in het nieuwe systeem terug te zien. Er is wel een beperking: indien u een connect wilt aansluiten is het aantal beperkt tot één connect. Bij boosters 60173/60174 en Mobile Stations is er in principe geen beperking. Natuurlijk is er wel een grens, maar die zult u normaliter nooit bereiken. Bij meerdere Mobile Stations is het overigens wel verstandig om deze in het Central Station allemaal een andere naam te geven teneinde ze uit elkaar te kunnen houden. Alle Mobile Stations worden evenals alle Boosters 60173/60174 en andere Central Stations automatisch aangemeld bij het hoofd Central Station (de master).

4


Op een terminal kunt u een extra Central Stations 60213 / 60214 aansluiten, maar één van deze apparaten dient als master aangewezen te worden. Dit is het hoofdapparaat dat alle verbindingen verzorgt. Andere apparaten worden als slave (2e apparaat) geprogrammeerd. Wilt u meer dan twee Central Stations gebruiken dan is ook dat mogelijk. Extra Central Stations worden dan direct op het tweede Central Station aangesloten. (De vierde op de derde, etc). Om problemen te voorkomen dienen alle Central Station 60213 / 60214 en alle aangesloten boosters 60173/60174 op dezelfde stand van de software gebracht te worden. Voor het verbinden van meerdere Central Stations heeft men de speciale kabel 60123 nodig. De verbindingskabel naar de terminals en andere apparaten loopt altijd over de master, dus het hoofdapparaat. Een tweede of volgende Central Station 60213 / 60214 mag wel een eigen traject van de baan van stroom voorzien. (Met in achtneming van de nodige isolaties). Let op. U mag een ouder Central Station van de serie 60212 niet direct op het spoor aansluiten. Dit oude Central Station kan wel worden aangesloten (via een netwerkkabel) op het moderne Central Station, maar het kan dan alleen als rijregelaar gebruikt worden. De 60212 moet overigens wel voorzien zijn van de laatst uitgebrachte update van Märklin voor dat apparaat. Met andere software is de 60212 niet te koppelen. Het apparaat wordt dan niet herkend door het Central Station 60213 / 60214. Alle Central Stations en boosters en het eventueel aanwezige besturingsapparaat 6021 (dat ook alleen als rijregelaar gebruikt mag worden) worden op separate transformatoren aangesloten. De Central Stations 60213 / 60214 en boosters 60173 mogen eveneens op gelijkstroom aangesloten worden. Daarvoor is het nieuwe schakelnetdeel vanaf oktober 2010 leverbaar. Een besturingsapparaat 6021 en de oude boosters (6017) kunnen alleen op de bekende wisselstroomtransformatoren aangesloten worden. Meer informatie over de schakelnetdelen (is) wordt (nog) door Märklin bekendgemaakt. In combinatie met de Central Stations 60213 / 60214 en de nieuwe mfx boosters 60173/ 60174 heeft het voordelen om te werken met een schakelnetdeel, vanwege de stabiele spanning. U kunt echter ook gewoon uw transformatoren 60052 blijven gebruiken voor de stroomvoorziening.

5


AANSLUITSCHEMA

-WEB- Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar de brochure “Handleiding Central Station II (PDF)”, die u eveneens op de website van RMW vindt, onder “Digitaal & Tips”. Ook kunt u op de website van Märklinstore Amsterdam uitgebreide informatie (afkomstig van RMW) vinden over het digitale besturingssysteem van Märklin. Op beide websites vindt u ook het aansluitschema in het groot.

© Rensen Modelbaan Wereld

6


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.